Arteveldehogeschool Studiecontract AJ 2012- 2013
Datum goedkeuring 07 mei 2012 Verantwoordelijke uitgever: Guido Galle, Directeur Onderwijs en Studentenbeleid, Hoogpoort 15, 9000 Gent
STUDIECONTRACT Academiejaar 2012-2013 ONDERWIJS-, EXAMEN-,TUCHTREGELING en RECHTSPOSITIE VAN DE STUDENT De Arteveldehogeschool keurde op 7 mei 2012 dit studiecontract met de onderwijs- en examenregeling voor haar opleidingen en de rechtspositie van haar studenten goed. De beslissing van het hogeschoolbestuur is daarbij gebaseerd op de bepalingen van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap; het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen; het decreet van 19 maart 2004 betreffende de rechtspositieregeling van de student, de participatie in het hoger onderwijs; het decreet van 30 april 2004 betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs; het decreet van 30 april 2004 betreffende de studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap; het decreet van 16 juni 2006 tot instelling van een aantal maatregelen tot herstructurering en flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen; het decreet van 15 december 2006 betreffende de lerarenopleidingen in Vlaanderen; het decreet van 14 maart 2008 betreffende de financiering van het hoger onderwijs. Iedere student die een diploma-, credit- of examencontract aangaat met de Arteveldehogeschool aanvaardt daarbij dit studiecontract (raadpleegbaar op de website: www.arteveldehogeschool.be) als toetredingsovereenkomst. Het hogeschoolbestuur biedt de student de keuze tussen de volgende contracten: een diplomacontract met het oog op het behalen van een diploma; een creditcontract met het oog op het behalen van een credit voor één of meer opleidingsonderdelen; een examencontract met het oog op het behalen van een diploma; een examencontract met het oog op het behalen van een credit voor één of meer opleidingsonderdelen. Dit studiecontract is van toepassing op alle bachelor- en bachelor-na-bacheloropleidingen van de hogeschool. Het hogeschoolbestuur waarborgt ten aanzien van haar studenten: het gelijkheidsbeginsel, de onpartijdigheid, de openbaarheid van bestuur, de motiveringsplicht en het naleven van de rechten van de verdediging. Ter informatie: de belangrijkste begrippen van dit studiecontract worden verklaard in het “Arteveldelexicon” dat achteraan is toegevoegd.
1
Inhoud Deel 1
Onderwijsregeling
8
1
Algemene bepalingen
8
Artikel 1
Toepassingsgebied
8
Artikel 2
Wijzigingen
8
Artikel 3
Afwijkingen
8
Artikel 4
Aanvullingen
8
Artikel 5
Bekendmaking
8
2
Organisatie van de studie en van het academiejaar
8
2.1
Organisatie van de studie
8
Artikel 6
Bepalen van de opleidingsprogramma’s en studietrajecten
8
Artikel 7
Opleidingsgids
9
Artikel 8
Modeltraject
9
Artikel 9
Studieomvang en -activiteiten
9
Artikel 10
Afstandsonderwijs
10
Artikel 11
Studiemateriaal
10
Artikel 12
De onderwijstaal
10
2.2
2.3
2.4
2.5
Organisatie en structuur van het academiejaar
10
Artikel 13
Kalender van het academiejaar
10
Artikel 14
Opleidingskalenders
10
Specifieke activiteiten
11
Artikel 15
Introductiedagen en -sessies
11
Artikel 16
Instapcursussen en adviessessies
11
Artikel 17
Leer- en taalcoaching
11
Artikel 18
Oriënteringsactiviteiten
11
Artikel 19
Proefexamens
11
Trajectbeheer en -coaching
12
Artikel 20
Trajectbeheer en -coaching
12
Artikel 21
Algemene taakomschrijving van de trajectbeheerder
12
Artikel 22
Algemene taakomschrijving van de trajectcoach
12
Artikel 23
Discretieplicht en aansprakelijkheid van de trajectbeheerder en de -coach12
Leerkrediet Artikel 24
12 Leerkrediet
12
2
3
Toelatingsvoorwaarden, inschrijving en studietrajecten
13
3.1
Toelatingsvoorwaarden
13
Artikel 25
Toepassingsgebied
13
Artikel 26
De soorten contracten
13
Artikel 27
Voorwaarden voor een eerste inschrijving in een bacheloropleiding
13
Artikel 28
Afwijkende voorwaarden tot inschrijven
15
Artikel 29
Inschrijven voor afzonderlijke opleidingsonderdelen
15
Artikel 30
Toelating tot de bachelor-na-bachelor opleidingen
16
Artikel 31
Weigering tot inschrijving met diploma- of creditcontract op basis van leerkrediet in een initiële bacheloropleiding
17
3.2
3.3
Inschrijvingsprocedure
17
Artikel 32
Inschrijven
17
Artikel 33
Laattijdige inschrijvingen
18
Artikel 34
Wijzigen van het contract
19
Artikel 35
Uiterste inschrijvingsdatum voor een examencontract
19
Artikel 36
Het studiegeld
20
Artikel 37
Beëindigen van het contract
21
Vrijstellingen
21
Artikel 38
Vrijstelling
21
Artikel 39
Vrijstelling op basis van Eerder Verworven Kwalificatie (EVK)
21
Artikel 40
Vrijstelling op basis van Eerder Verworven Competentie (EVC)
22
Artikel 41
Voorwaarde voor het aanvragen van een geïndividualiseerd traject (afgekort GIT)
23
3.4
Bijzondere groepen
23
3.4.1
Doelgroepen
23
Artikel 42
Doelgroepen van studenten
23
Artikel 43
Faciliteiten
23
Artikel 44
Discretieplicht
24
3.4.2
3.4.3
Studenten die onderwijsactiviteiten volgen aan een gastinstelling
24
Artikel 45
Bepalingen voor opleidingsonderdelen gevolgd aan een gastinstelling
24
Artikel 46
Het bekrachtigen van de studie
25
Personeelsleden van de Arteveldehogeschool die zich willen inschrijven als student aan de Arteveldehogeschool 26 Artikel 47
4
Bijzondere toelatingsvoorwaarden voor personeelsleden
26
Bepalingen i.v.m. onderwijsactiviteiten
26
Artikel 48
Deelname aan onderwijsactiviteiten
26
Artikel 49
Gewettigde afwezigheden
26
3
5
6
Artikel 50
Ongewettigde afwezigheden
27
Artikel 51
Regeling praktijk, stage en bachelorproef
27
De bekrachtiging van de studies
27
Artikel 52
Het rapport, creditbewijs, diploma en diplomasupplement
27
Artikel 53
Behoud van deelquoteringen
27
Beroepsprocedure in het kader van de onderwijsregeling
28
Artikel 54
Voorwerp van beroep
28
Artikel 55
Termijnen
28
Artikel 56
Werking van de interne beroepscommissie
28
Artikel 57
Herziening van studievoortgangsbeslissingen
29
Artikel 58
Beroep tegen de beslissing van de interne beroepscommissie
29
Deel 2
Examenregeling
30
1
Algemene bepalingen
30
Artikel 59
Toepassingsgebied
30
Artikel 60
Wijzigingen
30
Artikel 61
Afwijkingen
30
Artikel 62
Aanvullingen
30
Artikel 63
Bekendmaking
30
Organisatie en verloop van de examens
30
Artikel 64
Examinator
30
Artikel 65
Examenperiodes en -kansen
31
Artikel 66
Evaluatiesystemen
32
Artikel 67
Opstellen en meedelen van het examenrooster
32
Artikel 68
Aanwezigheid bij examens
33
Artikel 69
Examineerdagen en –uren en plaats van het examen
33
Artikel 70
Informatie over de examens
33
Artikel 71
Evaluatievorm
33
Artikel 72
Beoordeling
34
Artikel 73
Beoordeling van opleidingsonderdelen gevolgd aan een gastinstelling
34
Artikel 74
Openbaarheid van examens
34
Artikel 75
Correct verloop van examens
34
Artikel 76
Stopzetten van examens
35
2
4
3
4
5
6
7
8
De samenstelling en soorten examencommissies
35
Artikel 77
Leden van een examencommissie
35
Artikel 78
Onverenigbaarheden
35
Artikel 79
De bevoegdheden van de examencommissies
35
Beraadslaging
36
Artikel 80
Aanwezigheid van de leden van de examencommissie
36
Artikel 81
Bereikbaarheid van de student
36
Artikel 82
Geheimhouding
36
Artikel 83
Aanwezigheidsquorum
36
Artikel 84
Voorwerp van beraadslaging
36
Artikel 85
Deliberatieregels
36
Artikel 86
Vaststelling examenresultaat
36
Artikel 87
Stemmingsregels
37
Artikel 88
Graad van verdienste
37
Artikel 89
Beraadslagingsverslag
37
Onregelmatigheden
37
Artikel 90
Definitie van onregelmatigheden
37
Artikel 91
Preventiemaatregelen
37
Artikel 92
Procedure in geval van onregelmatigheden
38
Artikel 93
Sanctie in geval van onregelmatigheden
38
Studievoortgang
38
Artikel 94
Studievoortgang
38
Artikel 95
Evaluatie van de studievoortgang
38
Artikel 96
Studievoortgangsbewaking
39
Mededeling van de examenresultaten
40
Artikel 97
Mededeling van de examenresultaten
40
Artikel 98
Proclamatie van de gediplomeerden
40
Artikel 99
Bespreking van de examenresultaten
40
Artikel 100 Inzage en bewaren van het examenmateriaal
40
Ombudsmedewerker
41
Artikel 101 Algemene taakomschrijving
41
Artikel 102 Aanstelling
41
Artikel 103 Beschikbaarheid
41
Artikel 104 Recht op informatie
41
Artikel 105 Deelname aan de beraadslaging
41
Artikel 106 Rapportering
42
5
9
Beroepsprocedure in het kader van het examenreglement
42
Artikel 107 Voorwerp van beroep
42
Artikel 108 Termijnen
42
Artikel 109 Werking van de interne beroepscommissie
43
Artikel 110 Herziening van beslissingen
43
Artikel 111 Beroep tegen de herziening van de beslissing van de interne beroepscommissie
43
Deel 3
Gedragscode
44
1
Algemeen
44
Artikel 112 Informatie en houding
44
Artikel 113 Berichtgeving
44
Artikel 114 Deontologie en geheimhouding
44
Artikel 115 Eerbied voor gebouwen, materialen en toestellen
44
Artikel 116 Verbod voor bepaalde activiteiten
44
Artikel 117 Gebruik van persoonlijke media
44
Artikel 118 Mediatheek en oefenlokalen
45
Artikel 119 Ontzeggen van recht op toegang
45
Artikel 120 Auteursrechten
45
Artikel 121 Rookvrije hogeschool
45
Artikel 122 Kledij en voorkomen
45
Artikel 123 Portretrecht
46
Artikel 124 Taal
46
Artikel 125 Reserveren van lokalen en/of terreinen
46
Grensoverschrijdend gedrag
46
Artikel 126 Grensoverschrijdend gedrag
46
Artikel 127 Klachten
46
Artikel 128 Bescherming van slachtoffer en aangeklaagde
46
Veiligheid en gezondheid
47
Artikel 129 Veiligheidsvoorzieningen
47
Artikel 130 Gezondheidsbevordering
47
2
3
6
4
Verzekering
47
Artikel 131 Verlies of diefstal
47
Artikel 132 Ziekteverzekering
47
Artikel 133 Verzekering lichamelijke ongevallen
47
Artikel 134 Verzekering burgerrechtelijke aansprakelijkheid
47
Artikel 135 Verzekering tijdens opleidingsprogramma’s in het buitenland
47
Artikel 136 Arbeidsongevallenverzekering onbezoldigde stagiairs
47
Orde en tuchtregeling
48
Artikel 137 Algemene bepalingen i.v.m. orde en tucht
48
Artikel 138 Samenstelling tuchtcommissie
48
Artikel 139 Ordemaatregelen en tuchtsancties
48
Artikel 140 Verdediging van de student
49
Artikel 141 Uitspraak van sancties
49
Artikel 142 Beroepsprocedure
49
Bescherming van persoonsgegevens
50
Artikel 143 Bescherming van persoonsgegevens
50
Slotbepaling
51
Artikel 144 Slotbepaling
51
Deel 7
Arteveldelexicon
52
Deel 8
Bijlagen
65
Deel 4
Deel 5
Deel 6
Bijlage 1
Kalender van het academiejaar 2012-2013
65
Bijlage 2
Lijst met de namen en contactgegevens van de voorzitters van de examencommissies
67
Bijlage 3
Beoordelingskader
69
Bijlage 4
Begeleidingsaanbod voor studenten
70
Bijlage 5
Reglement Arteveldemediatheken
71
7
Deel 1 Onderwijsregeling 1 Algemene bepalingen Artikel 1
Toepassingsgebied
De onderwijsregeling is van toepassing op alle onderwijsactiviteiten aan de hogeschool in het kader van een diploma-, credit- of examencontract. Artikel 2
Wijzigingen
Aan de onderwijsregeling kunnen slechts wijzigingen aangebracht worden na beraadslaging in de Academische Raad en bij beslissing van het Participatieforum. Indien de onderwijsregeling wordt gewijzigd in de loop van het academiejaar met het oog op onmiddellijke toepassing, bevat de wijzigingsbepaling uitdrukkelijk wanneer ze in werking treedt en vanaf welk tijdstip de wijziging toepassing zal krijgen. Deze wijziging bevat desgevallend de nodige overgangsbepalingen. Behoudens wanneer de wijziging anders bepaalt, treedt elke wijziging in met ingang van het academiejaar dat volgt. Artikel 3
Afwijkingen
Algemene afwijkingen van de onderwijsregeling kunnen toegestaan worden door het Participatieforum na beraadslaging in de Academische Raad. Het hogeschoolbestuur bepaalt de geldigheidsduur van de toegestane afwijking. Artikel 4
Aanvullingen
Elke opleidingsdirecteur kan voor de start van de verplichte introductiedagen de algemene onderwijsregeling aanvullen met bijzondere bepalingen en criteria, voor zover ze niet in strijd zijn met de wetgeving en de algemene onderwijsregeling, en dit na advies van de Opleidingsraad en mits goedkeuring door de directeur onderwijs- en studentenbeleid. Deze aanvullingen worden opgenomen in de opleidingsgids. De opleidingsgids kan geraadpleegd worden via het studentenportaal en op de website van de hogeschool: www.arteveldehogeschool.be. Artikel 5
Bekendmaking
Zowel de algemene onderwijsregeling als de wijzigingen, afwijkingen en aanvullingen worden via de communicatiekanalen van de hogeschool aan de betrokken studenten bekendgemaakt. De belangrijkste communicatiekanalen zijn het studentenportaal en de website van de hogeschool: www.arteveldehogeschool.be.
2 Organisatie van de studie en van het academiejaar 2.1 Artikel 6
Organisatie van de studie Bepalen van de opleidingsprogramma’s en studietrajecten
Voor elke opleiding stelt het hogeschoolbestuur het opleidingsprogramma en de studietrajecten vast, rekening houdend met de beroepsprofielen, de eruit afgeleide competenties, en eventueel de vereisten tot uitoefening van het beroep waartoe het diploma van de opleiding toegang verschaft op Vlaams, federaal of Europees niveau. Voor de opleidingen Bachelor in de verpleegkunde en Bachelor in de vroedkunde volgt de Arteveldehogeschool de bepalingen van de Europese Richtlijn 2005/36/EC.
8
Artikel 7
Opleidingsgids
De doelstellingen van de aangeboden opleidingen en de inhoud van de studieprogramma’s worden beschreven in de opleidingsgidsen en de daarbij horende ECTS-fiches. De opleidingsgidsen en ECTSfiches verbijzonderen de onderwijsregeling. Per opleiding bestaat er een opleidingsgids. Deze vermeldt voor elke opleiding de opleidingsonderdelen, modeltrajecten, volgtijdelijkheid, modaliteiten inzake studieomvang en studievoortgangsbewaking. Voor elke opleiding wordt de studieomvang uitgedrukt in studiepunten overeenkomstig de bepalingen van de Vlaamse regering. De opleidingsdirecteur geeft in de opleidingsgids aan welke opleidingsonderdelen door hun aard niet in aanmerking komen voor: een examencontract; een deliberatie; een tweede examenkans; een herinschrijving binnen hetzelfde academiejaar. Artikel 8
Modeltraject
Een modeltraject is een vooraf uitgetekend en aangeboden studietraject per academiejaar dat door zijn onderwijskundige samenhang de student toelaat zijn diploma binnen de voor dit traject vooropgestelde minimumduur te behalen. Het hogeschoolbestuur voorziet voor elke opleiding ten minste twee verschillende modeltrajecten waarvan ten minste één met een studieomvang van 54 tot 66 studiepunten per academiejaar. Deze verplichting geldt niet voor de bachelor-na-bacheloropleidingen. De modeltrajecten zijn te raadplegen via het studentenportaal en op de website van de hogeschool: www.arteveldehogeschool.be. Naast de modeltrajecten bestaan er geïndividualiseerde trajecten, afgekort GIT. Artikel 9
Studieomvang en -activiteiten
§ 1 Algemene bepalingen inzake studieomvang en -activiteiten Voor elk opleidingsonderdeel drukt het hogeschoolbestuur de studieomvang uit overeenkomstig de bepalingen van de Vlaamse regering. De studieomvang van een opleidingsonderdeel bedraagt ten minste drie studiepunten. Een studiepunt staat gelijk met 25 tot 30 uren studiebelasting voor een normstudent. Een opleiding van een professionele bachelor heeft een studieomvang van 180 studiepunten en een bachelor-na-bacheloropleiding heeft een studieomvang van 60 studiepunten. Een studieomvang van 60 studiepunten vertaalt zich tussen de 1500 en 1800 uren studiebelasting voor een normstudent. § 2 Specifieke bepalingen inzake studieomvang en -activiteiten in de opleiding Bachelor in de verpleegkunde Bij het vastleggen van het opleidingsprogramma van de opleiding Bachelor in de verpleegkunde volgt de Arteveldehogeschool de vastgelegde voorwaarden van de Europese Richtlijn 2005/36/EC, in het bijzonder artikel 31 over de opleiding tot verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger. De opleiding leidende tot de graad bachelor met de kwalificatie verpleegkunde, die rechtstreeks toegang biedt tot het gereglementeerd beroep verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, omvat ten minste 4600 uur theoretisch en klinisch onderwijs, waarbij de duur van het theoretisch onderwijs ten minste één derde en die van het klinisch onderwijs ten minste de helft van de minimumduur van de opleiding bedraagt. Een studiepunt staat gelijk met een studiebelasting van 26 uur voor een normstudent.
9
Artikel 10 Afstandsonderwijs Het hogeschoolbestuur kan een opleiding of een opleidingsonderdeel geheel of gedeeltelijk in de vorm van afstandsonderwijs aanbieden. Dit wordt meegedeeld in de opleidingsgids. Het hogeschoolbestuur voorziet daarvoor in geschikt studie- en leermateriaal en organiseert daartoe aangepaste begeleiding en evaluatie. Artikel 11
Studiemateriaal
Iedere docent is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het door hem gegeven onderwijs en het gebruikte studiemateriaal en dit onder de eindverantwoordelijkheid van zijn opleidingsdirecteur. Het hogeschoolbestuur verbindt zich ertoe om al het onderwijsmateriaal tijdig aan de beste prijs/kwaliteit verhouding in de regio aan te bieden. Artikel 12 De onderwijstaal De onderwijs- en bestuurstaal in de Arteveldehogeschool is het Nederlands. De volgende onderwijsactiviteiten kunnen in een andere taal georganiseerd en geëvalueerd worden: die welke een vreemde taal tot onderwerp hebben, in deze taal; die welke in de bacheloropleidingen worden verzorgd door anderstalige externen; deze onderwijsactiviteiten vormen ten hoogste tien procent van het geheel van de bacheloropleiding; de anderstalige opleidingsonderdelen, die met instemming van het hogeschoolbestuur, worden gevolgd aan een andere instelling voor hoger onderwijs; de anderstalige opleidingsonderdelen die deel uitmaken van een anderstalig traject binnen de Arteveldehogeschool; die met betrekking tot opleidingsprogramma’s specifiek ten behoeve van buitenlandse studenten opgesteld zijn. Indien het studiemateriaal van een opleidingsonderdeel geheel of gedeeltelijk in een andere taal dan het Nederlands is, wordt dit vermeld op de ECTS-fiche. De studenten behouden te allen tijde het recht om een volledige bacheloropleiding in het Nederlands te volgen en om een in een vreemde taal gevolgde onderwijsactiviteit examen in het Nederlands af te leggen, de onderwijsactiviteiten die een vreemde taal tot onderwerp hebben uitgezonderd. In dit laatste geval mag enkel geëvalueerd worden in de onderwezen vreemde taal. 2.2
Organisatie en structuur van het academiejaar
Artikel 13 Kalender van het academiejaar Het hogeschoolbestuur bekrachtigt jaarlijks een planning van het academiejaar en stelt deze vast in de kalender van het academiejaar. De kalender voor het academiejaar 2012-2013 is als bijlage 1 opgenomen in dit studiecontract. Deze kalender bepaalt het begin en het einde van het academiejaar, de twee semesters, de herfst-, kerst-, semester-, paas- en zomerperiode, de reglementaire vakantiedagen voor studenten, alsook de overige dagen waarop de onderwijsactiviteiten geschorst worden. Artikel 14 Opleidingskalenders De opleidingsdirecteur bepaalt - na advies van de Opleidingsraad en op basis van de door het hogeschoolbestuur vastgelegde kalender voor het academiejaar - de opleidingskalender met de indeling van het academiejaar, de dagen voor speciale activiteiten, de examenperioden en de dagen
10
zonder onderwijsactiviteiten ter voorbereiding en opvolging van de examens. Afwijkingen op de academische kalender dienen te worden aangevraagd via de directeur onderwijs- en studentenbeleid. Zij kunnen, na advies door de Academische Raad, toegestaan worden door het Participatieforum. De opleidingskalenders worden gepubliceerd in de opleidingsgids en zijn te raadplegen via het studentenportaal en op de website van de hogeschool: www.arteveldehogeschool.be. 2.3
Specifieke activiteiten
Artikel 15 Introductiedagen en -sessies Voor de aanvang van het academiejaar worden verplichte introductiesessies ingericht voor alle studenten. Allen krijgen informatie over het opleidingsprogramma en de -onderdelen, de belangrijkste punten m.b.t. hun rechtspositie, de onderwijs- en examenregeling, de infrastructuur en veiligheid, de diensten en leefregels van de hogeschool. Deelname aan deze introductiedagen en -sessies is verplicht. Artikel 16 Instapcursussen en adviessessies De hogeschool kan studievaardigheidstrainingen en instapcursussen inrichten. Voor bepaalde opleidingsonderdelen kunnen screening- en/of adviessessies ingericht worden waarin de kandidaatstudent gericht advies kan krijgen i.v.m. zijn niveau van vaardigheid of kennis. Beide activiteiten vallen buiten de onderwijsactiviteiten. Meer informatie wordt kenbaar gemaakt via het studentenportaal en op de website van de hogeschool: www.arteveldehogeschool.be. Artikel 17 Leer- en taalcoaching Gedurende het academiejaar kunnen door de hogeschool begeleidingssessies worden ingericht waarin de student zijn algemene leer- en taalcompetenties kan ontwikkelen en onder begeleiding van een leercoach, respectievelijk taalcoach de leerinhouden kan verwerken. Studenten met een diploma- of creditcontract kunnen tijdens het academiejaar een beroep doen op de leer- en taalcoaches (zie bijlage 4). Artikel 18 Oriënteringsactiviteiten In het kader van de leer- en taalcoaching kunnen oriënteringsactiviteiten ingericht worden. Deze screenings zijn verplicht, maar vormen geen element van evaluatie. Artikel 19 Proefexamens In het kader van de leercoaching kunnen ter oriëntering en remediëring op voorstel van de docent proefexamens georganiseerd worden. Deze verplichte proefexamens maken deel uit van de onderwijsactiviteiten, maar vormen geen element van evaluatie. De docent van het opleidingsonderdeel waarover een proefexamen wordt afgenomen, staat garant voor de representativiteit van de inhoud en vorm van het proefexamen en de beoordelingswijze. De docent staat in voor de bespreking van het proefexamen. De behaalde resultaten worden zo snel mogelijk en individueel aan elke student meegedeeld en besproken.
11
2.4
Trajectbeheer en -coaching
Artikel 20 Trajectbeheer en -coaching Het trajectbeheer omvat de begeleiding van de student bij het kiezen van een leertraject en de administratieve opvolging ervan. De trajectcoaching omvat de begeleiding bij het systematisch en op actieve wijze reflecteren op trajectkeuzes en het eigen trajectverloop. Artikel 21 Algemene taakomschrijving van de trajectbeheerder De trajectbeheerder informeert en adviseert de student over mogelijke trajectkeuzes bij de inschrijving en een trajectwijziging. Hij legt deze voor aan de kandidaat-student. In onderling overleg wordt de keuze vastgelegd. Hij begeleidt studenten die een EVK-procedure of een EVC- procedure opstarten. Hij maakt met raadgevende stem deel uit van de examencommissie en formuleert er niet-bindende studieadviezen. De opleidingsdirecteur kan beslissen om deze taken over meerdere personeelsleden te verdelen. De bereikbaarheid van de trajectbeheerder wordt meegedeeld. Deze bereikbaarheid – plaats en tijd – varieert in functie van de dienstverlening. Dit wordt meegedeeld via het studentenportaal en de website van de hogeschool: www.arteveldehogeschool.be. Artikel 22 Algemene taakomschrijving van de trajectcoach De trajectcoach vervult een signaal-, opvolgings- en doorverwijsfunctie. Hij verzorgt de studievoortgangsbeleiding van de studenten. Hij doet de opvolging van de nietbindende studieadviezen. Hij begeleidt bij de doorstroomkeuzes. Hij kan studenten begeleiden bij het verwerven van algemene competenties. Artikel 23 Discretieplicht en aansprakelijkheid van de trajectbeheerder en de -coach De trajectbeheerder en -coach gedragen zich discreet rond de informatie die hen in het kader van hun ambt wordt meegedeeld. Zij handelen steeds onder de verantwoordelijkheid van de opleidingsdirecteur. 2.5
Leerkrediet
Artikel 24 Leerkrediet Iedere student die zich voor de eerste keer inschrijft in het hoger onderwijs krijgt een leerkrediet van 140 studiepunten. Bij iedere inschrijving wordt het leerkrediet verminderd met het aantal ingeschreven studiepunten. Wijzigingen aan de inschrijving worden verrekend in het leerkrediet indien de grensdatum voor de betrokken opleidingsonderdelen niet overschreden is. De grensdatum (1 december of 15 maart) van een opleidingsonderdeel wordt vermeld in de ECTS-fiche. Bij het verwerven van credits wordt het aantal behaalde studiepunten terug toegevoegd aan het leerkrediet. Voor studenten die ingeschreven zijn met een diplomacontract in een professionele bacheloropleiding worden de eerste 60 behaalde studiepunten dubbel toegevoegd. Als een generatiestudent beslist zich te heroriënteren (veranderen van opleiding) worden de opgenomen studiepunten terug toegevoegd aan het leerkrediet indien de heroriëntatie voor 1 december plaatsvindt. Na 1 december en voor 15 maart wordt slechts de helft van de betrokken studiepunten
12
toegevoegd aan het leerkrediet. Na 15 maart worden bij heroriëntatie geen studiepunten toegevoegd aan het leerkrediet.
3 Toelatingsvoorwaarden, inschrijving en studietrajecten 3.1
Toelatingsvoorwaarden
Artikel 25 Toepassingsgebied De opgesomde toelatingsvoorwaarden zijn van toepassing op iedere student die zich inschrijft voor één of meer opleidingen tegelijk, en/of één of meer opleidingsonderdelen die behoren tot één of meer opleidingen. Een gaststudent wordt toegelaten mits een schriftelijke overeenkomst tussen de Arteveldehogeschool en de instelling waar de student is ingeschreven, of volgens de bepalingen inzake uitwisselingsprojecten. De gaststudent kent dezelfde rechten en plichten als de student van de Arteveldehogeschool. Artikel 26 De soorten contracten De hogeschool biedt bij de inschrijving van de student de keuze tussen volgende contracten: een diplomacontract; een creditcontract met het oog op het behalen van credits voor één of meer opleidingsonderdelen; een examencontract met het oog op het behalen van een diploma; een examencontract met het oog op het behalen van credits voor één of meer opleidingsonderdelen. Studenten met een examencontract kunnen niet deelnemen aan de onderwijsactiviteiten en krijgen geen begeleiding. Artikel 27 Voorwaarden voor een eerste inschrijving in een bacheloropleiding § 1 Diplomavoorwaarde Voor de inschrijving voor een bacheloropleiding geldt als eerste algemene toelatingsvoorwaarde het bezit van één van de volgende diploma’s: 1° een diploma van het secundair onderwijs uitgereikt door de Vlaamse Gemeenschap; 2° een diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan; 3° een diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie, met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid; 4° een studiebewijs dat krachtens een wettelijke norm, Europese richtlijn of internationale overeenkomst als gelijkwaardig met één van de voorgaande diploma’s wordt erkend. Bij ontstentenis van een dergelijke erkenning kan het instellingsbestuur personen die in een land buiten de Europese Unie een diploma of getuigschrift hebben behaald dat toelating verleent tot het universitair onderwijs in dat land, toelaten tot de inschrijving voor een bacheloropleiding.
13
Volgende studiebewijzen voldoen aan punt 4 hierboven: Belgische studiebewijzen diploma van het secundair onderwijs uitgereikt door de Franstalige of Duitstalige Gemeenschap; brevet van het aanvullend secundair beroepsonderwijs; diploma van eerste prijs, uitgereikt door een muziekconservatorium of het Lemmensinstituut, met uitzondering van een diploma eerste prijs notenleer; diploma van technisch ingenieur; diploma van het hoger muziekonderwijs van de eerste graad met volledig leerplan, uitgereikt door een conservatorium; diploma van de hogere technische school van de derde graad; een getuigschrift waaruit blijkt dat men geslaagd is in ten minste twee studiejaren in eenzelfde studierichting van het hoger beroepsonderwijs of een getuigschrift / getuigschriften / deelcertificaten van modules uit eenzelfde studierichting van het hoger beroepsonderwijs waarvoor de kandidaat geslaagd is met een totaal aantal contacturen van ten minste 2/3 van het totaal; een getuigschrift waaruit blijkt dat men geslaagd is in ten minste twee studiejaren met volledig leerplan van een opleiding dat leidt tot het diploma van het hoger kunstonderwijs met volledig leerplan van de tweede graad, diploma van het hoger kunstonderwijs met volledig leerplan van de derde graad, diploma van de hogere technische school van de derde graad of diploma van binnenhuisarchitect; een bachelordiploma of gelijkwaardig; een masterdiploma of gelijkwaardig. Buitenlandse studiebewijzen een Europees “Baccalaureaat Diploma”, uitgereikt door de Europese scholen in België of het buitenland; een “Diplôme du baccalauréat international”, uitgereikt door het Office du Baccalauréat International te Genève; een diploma uitgereikt door de SHAPE-school (NAVO); een Luxemburgs «Diplôme de Fin d’Etudes secondaires » of «Diplôme de Fin d’Etudes secondaires techniques » ; een Nederlands diploma “Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs” (VWO); een Nederlands diploma “Middelbaar beroepsonderwijs” (MBO) van ten minste 3-4 jaar met kwalificatieniveau 4; een Nederlands “Getuigschrift van met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen”; een Frans diploma « Baccalauréat » (minimum score 10/20) ; een Duits diploma “Zeugnis der allgemeinen Hochschulreife/Abitur”; een “High school diploma” (USA) met een ‘transcript of records’ (puntenlijst), dat ten minste 4 AP’s (Advanced Placements) vermeldt; een buitenlands bachelordiploma of gelijkwaardig; een buitenlands masterdiploma of gelijkwaardig.
14
§ 2 Taalvoorwaarde Voor de inschrijving voor een bacheloropleiding geldt als tweede algemene toelatingsvoorwaarde het bewijs van een voldoende kennis van het Nederlands. Als afdoend bewijs wordt aanvaard: een bewijs dat ten minste één voltijds studiejaar van een Nederlandstalige opleiding in het secundair of hoger onderwijs met succes gevolgd werd of een attest van CEF-niveau B2 Nederlands (of hoger), zijnde ten minste gelijkwaardig aan de eisen gesteld in het Profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs van de Nederlandse Taalunie. Het hogeschoolbestuur stelt als voorwaarde voor de inschrijving van buitenlandse studenten in Engelstalige opleidingen dat zij één van de volgende bewijsstukken dienen voor te leggen: een attest dat de student reeds één jaar met een voltijds studieprogramma van een Engelstalige opleiding met succes gevolgd heeft, hetzij aan een andere instelling voor hoger onderwijs, hetzij aan een secundaire school; een recent TOEFL Certificaat: minimum score: 550 punten (papier), 213 punten (computer) of 79 (internet); een recent IELTS Certificaat van de British council: minimum score 5.5; een certificaat van de “Test Engels” afgeleverd door het Universitair Centrum voor Talenonderwijs van de Universiteit Gent of een gelijkwaardige instelling. Voor overige anderstalige opleidingen gelden desgevallend vergelijkbare voorwaarden. Artikel 28 Afwijkende voorwaarden tot inschrijven In afwijking van vorig artikel kan het hogeschoolbestuur alleen rekening houden met humanitaire, medische, psychische, sociale redenen of het algemeen niveau van de kandidaat om een afwijking op de algemene toelatingsvoorwaarden toe te staan. Bezitters van een diploma of kwalificatie in het volwassenenonderwijs van hoger niveau van minstens 120 studiepunten of twee voltijdse studiejaren worden direct toegelaten tot de inschrijving voor een bacheloropleiding. Personen die minimaal 21 jaar oud zijn en niet in het bezit zijn van een diploma secundair onderwijs kunnen zich enkel inschrijven na een toelatingsonderzoek door de validerende instantie van de Associatie Universiteit Gent. Het resultaat van dit toelatingsonderzoek impliceert een bindend studieadvies. Virtuozen die niet in het bezit zijn van een diploma secundair onderwijs, kunnen zich inschrijven in een bacheloropleiding na een bekwaamheidsonderzoek door de dienst studieadvies en twee internationale experts. Wie meent in aanmerking te komen voor een afwijking op de algemene toelatingsvoorwaarden, kan hierover contact opnemen met de dienst studentenadministratie en studieprogramma’s:
[email protected] Artikel 29 Inschrijven voor afzonderlijke opleidingsonderdelen Het hogeschoolbestuur kan een kandidaat-student die niet voldoet aan de algemene toelatingsvoorwaarden inschrijven voor afzonderlijke opleidingsonderdelen onder een credit- of een examencontract op voorwaarde dat uit een onderzoek door de opleidingsdirecteur blijkt dat de betrokkene beschikt over de bekwaamheid om de opleidingsonderdelen goed te kunnen volgen en/of in het examen te kunnen slagen. De kandidaat-student richt daartoe een aanvraag aan de betrokken opleidingsdirecteur. De aanvraag wordt uitvoerig gemotiveerd en de nodige bewijzen worden toegevoegd. Dit moet de
15
opleidingsdirecteur toelaten de opportuniteit van de vraag grondig te toetsen. Hij beslist namens het hogeschoolbestuur over de aanvraag. Hij brengt de student van de beslissing op de hoogte uiterlijk 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag. Een creditcontract wordt steeds afgesloten voor een volledig opleidingsonderdeel. Er kan dus niet ingeschreven worden voor afzonderlijke leereenheden. Het inschrijvingsprogramma kan alleen opleidingsonderdelen bevatten die aanvangen in een zelfde semester. Artikel 30 Toelating tot de bachelor-na-bachelor opleidingen § 1 Bachelor in de creatieve therapie Kandidaten in het bezit van een van de volgende bachelor- of masterdiploma’s kunnen zich inschrijven voor de bachelor-na-bachelor opleiding in de creatieve therapie na het verplicht doorlopen hebben van een adviserende instroomprocedure, die zij kunnen raadplegen op de website van de hogeschool: www.arteveldehogeschool.be. Het gaat om volgende diploma’s: een masterdiploma behaald aan een universiteit in het studiegebied: geneeskunde; lichamelijke opvoeding, revalidatiewetenschappen en kinesitherapie; psychologie en pedagogische wetenschappen; sociale gezondheidswetenschappen. een bachelor- of masterdiploma behaald aan een hogeschool in het studiegebied of de richting: gezondheidszorg; onderwijs; sociaal agogisch werk; audiovisuele en beeldende kunst (keuzetraject beeldende therapie); muziek en dramatische kunst (keuzetrajecten muziektherapie of dramatherapie); hedendaagse dans (keuzetraject danstherapie). §2 Bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs Alle kandidaten die werkzaam zijn in het Vlaamse onderwijs kunnen zich rechtstreeks inschrijven voor een bachelor-na-bacheloropleiding buitengewoon onderwijs. Andere kandidaten met een bachelordiploma kunnen zich ook inschrijven. Binnen het avondtraject is gedurende het academiejaar minstens één dag in de week praktijk vereist in het onderwijs met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften onder begeleiding van een mentor. Binnen de duale leerroute kan een student dit traject combineren met een tewerkstelling in het onderwijs van maximaal 25% mits voorafgaand overleg met de opleidingscoördinator. §3 Bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren Alle kandidaten die werkzaam zijn in het Vlaamse onderwijs kunnen zich rechtstreeks inschrijven voor een bachelor-na-bacheloropleiding zorgverbreding en remediërend leren. Andere kandidaten met een bachelordiploma kunnen zich ook inschrijven. Binnen het avondtraject is gedurende het academiejaar minstens één dag in de week praktijk vereist in het onderwijs met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften onder begeleiding van een mentor.
16
§ 4 Bachelor in het onderwijs: schoolontwikkeling Alle houders van een lerarendiploma die minimum drie jaren beroepservaring als leraar kunnen aantonen, kunnen zich rechtstreeks inschrijven voor een bachelor-na-bacheloropleiding in het onderwijs: schoolontwikkeling. Onder lerarendiploma wordt verstaan een diploma van de geïntegreerde lerarenopleiding (bachelor in het onderwijs: lager onderwijs, kleuteronderwijs, secundair onderwijs en gelijkgestelde) of van de specifieke lerarenopleiding (en gelijkgestelde). Gedurende het academiejaar is minstens één dag in de week onderwijspraktijk vereist onder begeleiding van een mentor. § 5 Afwijkende voorwaarden tot inschrijven in de bachelor-na-bacheloropleidingen De opleidingsdirecteur van een bachelor-na-bacheloropleiding kan van deze toelatingsvoorwaarden afwijken als uit een onderzoek blijkt dat de kandidaat-student beschikt over de bekwaamheid om de opleiding goed te kunnen volgen en/of in het examen te kunnen slagen. De kandidaat-student richt daartoe een aanvraag aan de betrokken opleidingsdirecteur. De aanvraag wordt uitvoerig gemotiveerd en de nodige bewijzen worden toegevoegd. Dit moet de opleidingsdirecteur toelaten de opportuniteit van de vraag grondig te toetsen. Hij beslist namens het hogeschoolbestuur over de aanvraag. Hij brengt de kandidaat-student van de beslissing op de hoogte uiterlijk 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag. Artikel 31 Weigering tot inschrijving met diploma- of creditcontract op basis van leerkrediet in een initiële bacheloropleiding Om in te schrijven moet men voldoen aan de toelatingsvoorwaarden en beschikken over een positief leerkrediet. Het volume van het inschrijvingsprogramma wordt beperkt tot het beschikbare leerkrediet. Een student die op het moment van de inschrijving een leerkrediet heeft dat kleiner of gelijk is aan nul en wenst in te schrijven met een diploma- of creditcontract wordt niet toegelaten tot inschrijving/herinschrijving in een initiële bacheloropleiding. De student kan via een gemotiveerd verzoek aan de opleidingsdirecteur vragen om een afwijking te bekomen. De opleidingsdirecteur zal uitzonderlijk, namens het hogeschoolbestuur, op basis van het reeds doorlopen studietraject en de mogelijke kansen op succes evalueren of de student alsnog mag inschrijven. 3.2
Inschrijvingsprocedure
Artikel 32 Inschrijven Inschrijving is mogelijk voor één of meer opleidingen tegelijk. Bij inschrijving heeft men de keuze uit een diploma-, een credit- en een examencontract. De periode en plaats van de inschrijvingen worden op de website van de hogeschool meegedeeld. Voor een inschrijving dient men zich persoonlijk aan te melden met minimaal de volgende vereiste documenten: bewijs van identiteit; document(en) om aan te tonen dat aan beide toelatingsvoorwaarden is voldaan; documenten m.b.t. voorgaande studies hoger onderwijs (indien van toepassing);
17
documenten m.b.t. aanvraag vrijstellingen (indien van toepassing); Gelijktijdige inschrijving van opeenvolgende opleidingen en inschrijving voor dezelfde opleiding, maar een andere afstudeerrichting, is mogelijk maar kan afhankelijk gemaakt worden van het voldoen aan bepaalde voorwaarden. Bij inschrijving heeft men de keuze uit: een modeltraject: dit is een door de instelling vooraf uitgetekend traject voor een groep studenten te kiezen uit een standaard traject of een alternatief traject; een geïndividualiseerd traject: dit is een traject op maat van een bepaalde student. Het hogeschoolbestuur formuleert de wijze van de berekening van de studiegelden en de wijze(n) van betaling. Bij inschrijving ontvangt de student volgende documenten: studentenkaart; online-attesten die de inschrijving bevestigen (o.a. het diploma- of credit- of examencontract); logingegevens. Voor sommige opleidingen bestaat een niet-bindende instaptoets voorafgaand aan de inschrijving, onverminderd de geldende toelatingsvoorwaarden. Wijzigingen in de persoonsgegevens dienen onmiddellijk schriftelijk aan de studentenadministratie gemeld te worden. Bij inschrijving ontvangen studenten een account van de hogeschool, met bijhorend e-mailadres. Dit account geeft toegang tot ICT-faciliteiten en de elektronische leeromgeving. E-mail wordt gebruikt als officiële communicatievorm tussen de hogeschool en de student. Een inschrijving voor een opleiding of opleidingsonderdelen houdt automatisch ook een inschrijving in voor alle hieraan verbonden examenkansen. Opleidingen mogen studenten verplichten zich afzonderlijk voor examens te registeren. De inschrijving komt tot stand zodra de hogeschool ze heeft bevestigd. Vanaf dat ogenblik dient voldaan te worden aan alle rechten en plichten. Een kandidaat-student die zich wenst in te schrijven maar nog geen contract met de hogeschool kan ondertekenen of de vooropgestelde voorwaarden tot inschrijven nog moet laten onderzoeken, moet zich laten registreren bij de dienst studentenadministratie via:
[email protected]. Deze registratie heeft enkel als gevolg dat betrokkene een uniek registratienummer ontvangt dat geldt als bewijs dat zijn aanvraagdossier is geopend. Het indienen van een onvolledig dossier of aanvraag tot inschrijving kan aanleiding geven tot het weigeren van de inschrijving. Artikel 33 Laattijdige inschrijvingen Inschrijven vanaf 1 december (voor het eerste semester of het volledige academiejaar) of vanaf 15 maart (voor het tweede semester) kan enkel mits grondige motivering vanwege de aanvrager en na schriftelijke goedkeuring door de opleidingsdirecteur van de opleiding waarvoor men zich wenst in te schrijven. Het recht op twee examenkansen voor opleidingsonderdelen kan vervallen indien de student zich laattijdig inschrijft. De opleidingsdirecteur kan uitzonderlijk en mits toelating van de directeur onderwijs- en studentenbeleid de inschrijving voor bepaalde opleidingsonderdelen omwille van hun aard vervroegd stopzetten. Deze afwijking wordt meegedeeld in de opleidingsgids.
18
Artikel 34 Wijzigen van het contract Alle wijzigingen in de inschrijving op vraag van de student moeten vooraf besproken worden met de trajectbeheerder van de opleiding. Volgende wijzigingen zijn mogelijk: 1
Wijzigen van het type contract
kan eenmalig gebeuren: na afloop van het eerste semester tot en met 15 maart; heeft geen invloed op de reeds behaalde creditbewijzen; kan leiden tot financiële implicaties die aan de student doorgerekend worden; er wordt echter geen studiegeld terugbetaald als gevolg van een gewijzigd contract; heeft eventuele andere implicaties waarop de student kan gewezen worden (bv. kinderbijslag, toegang tot elektronische leeromgeving, enz.). 2
Wijzigen van de inhoud van het contract (inclusief wijziging opleiding of afstudeerrichting)
kan gebeuren door de opleidingsdirecteur en de student gezamenlijk vóór de grensdata van de betrokken opleidingsonderdelen. De grensdatum voor opleidingsonderdelen georganiseerd in semester 1 of voor jaaropleidingsonderdelen is 1 december. Voor opleidingsonderdelen georganiseerd in semester 2 is de grensdatum 15 maart. Na deze grensdata kan enkel mits grondige motivering de inhoud van het contract gewijzigd worden door de opleidingsdirecteur; kan leiden tot financiële implicaties die aan de student doorgerekend worden of waardoor de student een deel van het studiegeld terugbetaald kan krijgen; impliceert in het geval van wijziging van opleiding of afstudeerrichting dat men moet voldoen aan de regels van laattijdig inschrijven; indien de wijziging betrekking heeft op een modeltraject kan ze eenzijdig uitgaan van de Arteveldehogeschool. Artikel 35 Uiterste inschrijvingsdatum voor een examencontract De uiterste inschrijvingsdatum voor een examencontract is 30 kalenderdagen voor het examen van het opleidingsonderdeel waarvoor men het contract aangaat.
19
Artikel 36 Het studiegeld Diploma- en creditcontract bachelor Beursstudent(1)
Bijna beurs
Niet-beurs
Inschrijving voor ten hoogste 53 studiepunten
€ 55,00
€ 43,30 + € 5,90*N
€ 64,90 + € 8,90*N
Vanaf 54 tot en met 66 studiepunten
€ 100,00
€ 397,60
€ 596,30
Inschrijving voor meer dan 66 studiepunten
€ 100,00
€ 397,60 + (N-66)* € 2,4
€ 596,30 + (N-66)* € 3,50
(1) Het betreft hier het studiegeld voor een beursstudent met een inschrijving in één opleiding. Voor beursstudenten met meerdere inschrijvingen wordt elke inschrijving apart behandeld. Voor elke bijkomende inschrijving in een andere opleiding is het studiegeld € 55.
Examencontract bachelor en bachelor-na-bachelor € 59,00 + € 3,5 * N Combinatie examencontract met diploma- en/of creditcontract bachelor Elke inschrijving wordt afzonderlijk behandeld en het studiegeld wordt bepaald op basis van bovenstaande tabellen.
Diploma- en creditcontract bachelor-na-bachelor € 64,90 + € 8,90*N N: aantal studiepunten in diploma- en/of creditcontract Specifieke groepen Minvermogende studenten
dezelfde bedragen als beursstudenten
Buitenlandse studenten
dezelfde bedragen als niet-beursstudenten
De definitieve vastlegging van het inschrijvingsprogramma gebeurt bij de inschrijving. Bij wijziging van het inschrijvingsprogramma gebeurt een verrekening van het studiegeld zoals hierna bepaald bij ondertekening van het nieuwe inschrijvingsprogramma. Verschuldigd studiegeld: Statuut / contractvorm
Vast bedrag
Niet-beurs student
€ 64,90
Bijna beurs student
€ 43,30
Beursstudent
€ 55,00
Examencontract
€ 59,00
20
a) Inschrijving voor het eerste en tweede semester - tot en met 1 november: betaling vast bedrag; - na 1 november en tot en met 15 maart: betaling van de opgenomen studiepunten in het eerste semester; - na 15 maart: betaling van de opgenomen studiepunten in het eerste en tweede semester. b) Inschrijving enkel voor het tweede semester: - tot en met 15 maart: betaling van vast bedrag; - na 15 maart: betaling van de opgenomen studiepunten in het tweede semester. Artikel 37 Beëindigen van het contract Een student die de studies wenst stop te zetten: 1
heeft steeds een gesprek met een trajectbeheerder van de opleiding;
2
bevestigt dit schriftelijk per post of persoonlijk aan de trajectbeheerder waarbij de poststempel of datum van afgifte geldt als uitschrijfdatum;
3
levert zijn studentenkaart, bewijs van exitgesprek en afgeleverde attesten in op de dienst studentenadministratie, Hoogpoort 15, 9000 Gent, Tel.: 09 235 20 07;
4
bezorgt materiaal van de hogeschool terug aan de betrokken dienst;
5
handelt desgevallend de nodige financiële verplichtingen af.
Studenten met meerdere contracten kunnen ook één of meerdere daarvan afzonderlijk beëindigen. Ze melden dit schriftelijk per post of persoonlijk aan de opleidingsdirecteur van de betrokken opleiding. De nodige administratieve wijzigingen worden doorgevoerd. Zolang deze procedure niet werd nageleefd, blijft de student ingeschreven. 3.3
Vrijstellingen
Artikel 38 Vrijstelling Een vrijstelling kan worden verleend aan degene die alle competenties van een opleidingsonderdeel, of een deel ervan, heeft verworven. Een vrijstelling kan verleend worden op basis van Eerder Verworven Kwalificaties (EVK) of Eerder Verworven Competenties (EVC). Elk studiebewijs van een formeel leertraject met goed gevolg doorlopen, al dan niet binnen het onderwijs, kan als bewijsstuk aangebracht worden. Eerder Verworven Kwalificaties (EVK) en bewijzen van bekwaamheid als resultaat van het onderzoek van Eerder Verworven Competenties (EVC) zijn in principe onbeperkt geldig. Artikel 39 Vrijstelling op basis van Eerder Verworven Kwalificatie (EVK) Een student die op basis van verworven kwalificaties vrijstellingen wenst te verkrijgen, richt een aanvraag via de trajectbeheerder van de opleiding aan de opleidingsdirecteur uiterlijk 15 kalenderdagen na het begin van het semester en bij laattijdige inschrijving binnen de 15 kalenderdagen na inschrijving. De aanvraagformulieren en de adresgegevens van de trajectbeheerders zijn te vinden via het studentenportaal en op de website van de hogeschool: www.arteveldehogeschool.be.
21
De student bezorgt samen met de aanvraag de nodige originele bewijsstukken (attest / getuigschrift/ diploma / …). De opleiding zal de aanvraag behandelen in functie van welomschreven competenties, de inhoud en de studieomvang van het opleidingsonderdeel. De opleiding kan oordelen dat naast het onderzoek op stukken een bijkomend bekwaamheidsonderzoek vereist is. De student zal hiertoe in voorkomend geval de noodzakelijke bijdrage betalen. De opleidingsdirecteur neemt een gemotiveerde beslissing over het al dan niet toekennen van vrijstellingen op basis van EVK’s. De beslissing zal steeds zo spoedig mogelijk aan de student schriftelijk meegedeeld worden: ten laatste binnen 30 kalenderdagen na aanvang van het academiejaar, indien de aanvraag ingediend werd vóór de aanvang van het academiejaar; of ten laatste binnen de 30 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag, indien de aanvraag ingediend werd na aanvang van het academiejaar. De termijn van 30 kalenderdagen begint pas te lopen als het aanvraagdossier volledig is en indien geen bijkomend bekwaamheidsonderzoek vereist is. Artikel 40 Vrijstelling op basis van Eerder Verworven Competentie (EVC) Een student die op basis van verworven competenties vrijstellingen wenst te verkrijgen, dient bij zijn aanvraag een bewijs van bekwaamheid voor te leggen. § 1 Het behalen van een bewijs van bekwaamheid Een student die een bewijs van bekwaamheid voor bepaalde competenties of voor alle competenties van een bepaalde opleiding wil bekomen, richt een aanvraag tot bekwaamheidsonderzoek via het geijkte aanvraagformulier aan de Validerende Instantie van de Associatie Universiteit Gent. De student bezorgt samen met de aanvraag het portfolio dat alle relevante bewijsstukken in verband met de aangevraagde competenties bevat. Voor de opmaak van het portfolio kan tevens beroep gedaan worden op een trajectbeheerder of een medewerker van de dienst studieadvies. Het bekwaamheidsonderzoek start na betaling van de bijdrage. Indien uit het bekwaamheidsonderzoek blijkt dat nog bijkomende informatie noodzakelijk is om te kunnen oordelen over de competenties kan de bevoegde instantie beslissen een bijkomend onderzoek te organiseren. Het al dan niet erkennen van competenties zal aan de student schriftelijk meegedeeld worden. De student ontvangt een bewijs van bekwaamheid bij een positief resultaat van het onderzoek. Het bewijs van bekwaamheid vermeldt de competenties die verworven zijn eigen aan het niveau van een bachelor, een master of van een welomschreven opleiding, opleidingsonderdeel of cluster van opleidingsonderdelen. § 2 Het verkrijgen van vrijstellingen op basis van een bewijs van bekwaamheid Een student die een bewijs van bekwaamheid heeft ontvangen, komt in aanmerking voor het aanvragen van vrijstellingen. Hij richt hiertoe een aanvraag aan de opleidingsdirecteur uiterlijk 15 kalenderdagen na het begin van het academiejaar en bij laattijdige inschrijving binnen de 15 kalenderdagen na inschrijving. Wanneer het bewijs van bekwaamheid betrekking heeft op alle competenties van een bepaalde opleiding komt de student in aanmerking voor het aanvragen van vrijstellingen voor de hele opleiding. Hij richt hiertoe een aanvraag aan de opleidingsdirecteur uiterlijk 15 kalenderdagen na de registratie voor het uitreiken van een diploma. Hij bezorgt het bewijs van bekwaamheid samen met de aanvraag.
22
Artikel 41 Voorwaarde voor het aanvragen van een geïndividualiseerd traject (afgekort GIT) In het kader van een diploma-, credit- of examencontract kan een student een geïndividualiseerd traject aanvragen bij een trajectbeheerder van de opleiding. De aanvraag wordt uitvoerig gemotiveerd en de nodige stukken worden bij de aanvraag gevoegd. Dit moet de opleidingsdirecteur toelaten de opportuniteit van de vraag grondig te toetsen. Hij beslist over de aanvraag. De aanvrager krijgt zo spoedig mogelijk een antwoord en dit ten laatste 30 kalenderdagen na ontvangst. 3.4
Bijzondere groepen
3.4.1
Doelgroepen
Artikel 42 Doelgroepen van studenten Volgende categorieën studenten kunnen faciliteiten met betrekking tot het onderwijs en/of de examens aanvragen: personen met een functiebeperking; topsporters; beoefenaars van de kunsten; studentenvertegenwoordigers in de hogeschool, Associatie, VLOR en VVS ; studenten met een politiek mandaat; studenten in uitzonderlijke sociale of individuele omstandigheden; werkstudenten en ondernemersstudenten. Om faciliteiten te kunnen verkrijgen, richt de student een schriftelijk gemotiveerd verzoek via de zorgcoach aan de opleidingsdirecteur. De student voegt aan zijn verzoek de nodige documenten toe om te bewijzen dat hij behoort tot een van deze doelgroepen. De opleidingsdirecteur onderzoekt de gegrondheid van de vraag en kent de student de faciliteiten al dan niet toe. Een interne adviescommissie ‘studie en topsport’ onder leiding van de directeur onderwijs- en studentenbeleid adviseert de opleidingsdirecteur. Een interne adviescommissie ‘studeren met een functiebeperking’ onder leiding van het diensthoofd van de dienst studieadvies adviseert de opleidingsdirecteur. Ze hanteert hierbij het principe van de gelijke behandeling en waarborgt de student het recht op redelijke aanpassingen. De opleidingsdirecteur brengt de student zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van de beslissing en dit uiterlijk 30 kalenderdagen na het indienen van zijn aanvraag. Artikel 43 Faciliteiten De faciliteiten kunnen betrekking hebben op de onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten. Faciliteiten inzake de onderwijs- en leeractiviteiten kunnen betrekking hebben op het volgen van les, studiemateriaal, taken, opdrachten, bachelorproef en stages, kortom het gehele studietraject en studieprogramma. Faciliteiten inzake evaluatieactiviteiten kunnen betrekking hebben op de vorm, het verplaatsen en het spreiden van examens De opleidingsdirecteur beslist over de concrete modaliteiten van de toegekende faciliteiten.
23
Artikel 44 Discretieplicht Medewerkers die in hun professionele relatie te maken krijgen met doelgroepstudenten dienen zich in de uitoefening van hun functie te houden aan de discretieplicht. Zij kunnen te allen tijde overleg plegen aangaande de draagwijdte van persoonlijke of vertrouwelijke gegevens, interpretaties rond privacy, beroepsgeheim, ambtsgeheim en schuldig verzuim met de diversiteitsmedewerker en het diensthoofd juridische zaken. 3.4.2
Studenten die onderwijsactiviteiten volgen aan een gastinstelling
Artikel 45 Bepalingen voor opleidingsonderdelen gevolgd aan een gastinstelling § 1 Mobiliteit binnen Vlaanderen Opleidingsonderdelen aan een andere instelling van de Associatie Universiteit Gent. Studenten die zich bij de Universiteit Gent, Hogeschool Gent, Arteveldehogeschool of Hogeschool West-Vlaanderen inschrijven voor een diplomacontract of als gaststudent kunnen binnen hun diplomacontract of programma als gaststudent opleidingsonderdelen volgen aan een andere AUGent-instelling (hierna de ontvangende instelling genoemd) dan deze waar de inschrijving voor een diplomacontract werd genomen. Hieraan zijn drie voorwaarden gekoppeld: de betreffende opleidingsonderdelen mogen niet voorkomen in één van de opleidingsprogramma’s van de zendende instelling – in geval van twijfel beslist de bevoegde opleidingscommissie; het handelt over opleidingsonderdelen die studenten als uitwisselingsstudent mogen volgen als onderdeel van hun opleidingsprogramma: de opleidingsonderdelen moeten als vervangend aanvaard worden door de zendende instelling. Willen studenten bijkomend aan een andere instelling opleidingsonderdelen volgen, dan moeten ze dit doen in het kader van een bijkomend creditcontract; het akkoord van zowel de zendende als de ontvangende instelling is vereist. Dit akkoord wordt gegeven op de door elke instelling bepaalde wijze. Voor de Arteveldehogeschool gaat het om goedkeuring door de opleidingsdirecteur. De studenten dienen hun aanvraag in volgens de daartoe vastgelegde procedure voor interne AUGent-mobiliteit. Indien de aanvraag wordt goedgekeurd, dient de student geen bijkomend studiegeld te betalen voor het betrokken opleidingsonderdeel. Opleidingsonderdelen aan een andere instelling buiten de Associatie Universiteit Gent. De student, ingeschreven met een diplomacontract, kan binnen dit diplomacontract opleidingsonderdelen volgen aan een Vlaamse instelling voor hoger onderwijs buiten de AUGent, voor zover de instellingen deel uitmaken van officieel erkende, bilaterale en/of multilaterale samenwerkings- of uitwisselingsprogramma’s of overeenkomsten. Voor opleidingen die verplichte studentenmobiliteit opleggen, wordt in de studiegids aangegeven in hoeverre de student opleidingsonderdelen moet volgen in een andere binnenlandse hoger onderwijsinstelling. De student dient hiertoe de toelating te krijgen van zijn opleidingsdirecteur. De opleidingsdirecteur deelt zo vlug mogelijk en uiterlijk vijftien kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag zijn beslissing mee. Indien de opleidingsdirecteur de toelating tot studeren aan een gastinstelling verleent, bepaalt hij eveneens welke opleidingsonderdelen in de eigen instelling worden vervangen. Het totaal aantal ECTS-studiepunten van de opleidingsonderdelen die worden vervangen, is vergelijkbaar met het totaal aantal ECTS-studiepunten van de opleidingsonderdelen gevolgd aan de gastinstelling. Het programma dat de student aan de andere instelling wenst te
24
volgen, wordt door de opleidingsdirecteur goedgekeurd vóór 1 december voor wat betreft het eerste semester en vóór 15 maart voor wat betreft het tweede semester. Studenten dienen hun aanvraag in vóór de datum die daarvoor door de hogeschool wordt vastgelegd. § 2 Studeren in het buitenland of een andere gemeenschap van België De student, ingeschreven met een diplomacontract, kan binnen dit diplomacontract opleidingsonderdelen volgen aan een instelling voor hoger onderwijs in het buitenland of een andere gemeenschap van België, voor zover de instellingen deel uitmaken van officieel erkende, bilaterale en/of multilaterale samenwerkings- of uitwisselingsprogramma’s of overeenkomsten. Voor opleidingen die verplichte studentenmobiliteit opleggen, wordt in de opleidingsgids aangegeven in hoeverre de student opleidingsonderdelen moet volgen in een andere binnen- of buitenlandse hoger onderwijsinstelling. De student die in het buitenland wil studeren of stage lopen, dient daartoe bij de opdrachthouder internationalisering een aanvraag in voor de datum die door de hogeschool wordt vastgelegd (opdrachthouder internationalisering: zie bijlage 4). De opleiding selecteert volgens de procedure van de Arteveldehogeschool aan de hand van opleidingsgebonden criteria. De opleidingsdirecteur bepaalt welke opleidingsonderdelen in het traject worden vervangen. Het totaal aantal studiepunten van de opleidingsonderdelen die worden vervangen, is vergelijkbaar met het totaal aantal ECTSstudiepunten van de opleidingsonderdelen gevolgd aan de gastinstelling. Het programma dat de student wenst te volgen aan een andere instelling, wordt door de opleidingsdirecteur goedgekeurd voor de aanvang van het semester waarin het programma wordt opgenomen. Het aanvankelijk geregistreerde inschrijvingsprogramma van de student wordt op basis van deze goedkeuring aangepast. Artikel 46 Het bekrachtigen van de studie Indien de student aan de gastinstelling wordt geëvalueerd, wordt deze evaluatie volledig gehonoreerd door de Arteveldehogeschool. Desgevallend worden de behaalde punten op basis van een reconversietabel of grading scale omgezet. Deze schaal is geïnspireerd op het European Credit Transfer and accumulation System (afgekort: ECTS). Omzetting van de resultaten behaald in de buitenlandse instelling (ECTS–Grade) naar de examencijfers van de Arteveldehogeschool (Local Grade) A
17
B
15
C
13
D
11
E
10
25
Voor de student afkomstig van een gastinstelling en die aan de Arteveldehogeschool studeert, geldt de hierna volgende reconversietabel. Omzetting van de examencijfers van de Arteveldehogeschool (Local Grade) naar de ECTS-Grade Benedengrens
Bovengrens
Grade
16
20
A
14
15
B
12
13
C
11
11
D
10
10
E
9
9
F
0
8
Fx
3.4.3 Personeelsleden van de Arteveldehogeschool die zich willen inschrijven als student aan de Arteveldehogeschool Artikel 47 Bijzondere toelatingsvoorwaarden voor personeelsleden Het personeelslid van de Arteveldehogeschool dat een opleiding als student wil volgen aan de Arteveldehogeschool meldt dit vooraf aan zijn opleidingsdirecteur of directeur. Hij kan enkel ingeschreven worden na toelating van de directeur onderwijs- en studentenbeleid, die de nodige maatregelen treft om onverenigbaarheden te voorkomen. Indien dit onmogelijk is, zal de toelating tot de inschrijving geweigerd worden.
4 Bepalingen i.v.m. onderwijsactiviteiten Artikel 48 Deelname aan onderwijsactiviteiten De student die een diploma- of creditcontract heeft aangegaan met de Arteveldehogeschool neemt deel aan alle activiteiten van zijn inschrijvingsprogramma. Aan de student die een modeltraject volgt, garandeert de hogeschool dat hij in principe kan deelnemen aan alle onderwijsactiviteiten van dit traject. De student die een studietraject volgt dat afwijkt van een modeltraject draagt zelf de verantwoordelijkheid voor zijn deelname aan de onderwijsactiviteiten. Artikel 49 Gewettigde afwezigheden Gewettigde afwezigheden bij onderwijsactiviteiten zijn : medische redenen, overmacht, familiale redenen, het vervullen van staatsburgerlijke verplichtingen, gerechtelijke redenen, het beschikken over het statuut van doelgroepstudent, het bekleden van een mandaat in de stuvoraad of in een bestuursorgaan van de vzw voor sociale voorzieningen of van de Associatie Universiteit Gent of in een medezeggenschapsorgaan van de hogeschool of van de Associatie Universiteit Gent en
26
afwezigheid met toelating van de opleidingsdirecteur. Een medisch getuigschrift zoals bijvoorbeeld “patiënt dixit” of “post factum” wordt niet aanvaard als bewijs tot wettigen van een afwezigheid. De student moet elke gewettigde afwezigheid onmiddellijk melden en verantwoorden op het opleidingssecretariaat. Gewettigde afwezigheden kunnen aanleiding geven tot een specifiek remediëringstraject. Deze regelgeving kan aangevuld worden binnen elke opleiding. Hiervoor wordt verwezen naar de opleidingsgidsen. Artikel 50 Ongewettigde afwezigheden De student draagt de verantwoordelijkheid om deel te nemen aan alle onderwijsactiviteiten van opleidingsonderdelen waarvoor hij zich inschreef. De docenten kunnen controles houden op aanwezigheden van de studenten. De student die ongewettigd afwezig is, kan geen aanspraak maken op inhaalmogelijkheden. Het opleidingssecretariaat fungeert als aanmeldingspunt en heeft als taak de regelmatige aanwezigheid van de student te registreren ten aanzien van de sociale wetgeving en andere belanghebbenden. Artikel 51 Regeling praktijk, stage en bachelorproef Een bijzondere regeling wordt voor elke opleiding uitgewerkt. Deze regeling staat beschreven in de opleidingsgids, praktijkgids, stagegids of gids voor de bachelorproef.
5 De bekrachtiging van de studies Artikel 52 Het rapport, creditbewijs, diploma en diplomasupplement Aan het einde van elke examenperiode ontvangt de student een rapport met zijn studieresultaten. Een student behaalt een creditbewijs voor elk opleidingsonderdeel waarvoor hij geslaagd is. Een diploma met een diplomasupplement wordt toegekend aan de student die voor het geheel van de opleiding geslaagd wordt verklaard. De student wordt geslaagd verklaard indien hij de doelstellingen van het opleidingsprogramma globaal heeft verwezenlijkt. Het feit dat de student voor het geheel van de opleiding globaal geslaagd wordt verklaard, betekent niet dat hij in aanmerking komt voor een creditbewijs voor die opleidingsonderdelen waarvoor hij niet geslaagd is, maar gedelibereerd werd. Wanneer de student ten minste een derde van zijn opleiding aan een partnerinstelling van de hogeschool conform artikel 94, par. 2 van het structuurdecreet met gunstig gevolg beëindigt, verwerft hij daarenboven een diploma dat door de partnerinstelling wordt afgeleverd. Artikel 53 Behoud van deelquoteringen De student die niet slaagt voor een opleidingsonderdeel dat uit leereenheden bestaat, behoudt in een volgende examenperiode de deelquoteringen van de leereenheden waarvoor hij geslaagd is.
27
6 Beroepsprocedure in het kader van de onderwijsregeling Artikel 54 Voorwerp van beroep De student die oordeelt dat een voor hem ongunstige studievoortgangsbeslissing is aangetast door een schending van het recht kan intern beroep instellen. Onder studievoortgangsbeslissing in het kader van de onderwijsregeling wordt verstaan: de al dan niet toekenning van een bewijs van bekwaamheid op grond van EVC (= eerder verworven competentie) of EVK (= eerder verworven kwalificatie), het weigeren van het opnemen van een opleidingsonderdeel in het diplomacontract, een beslissing over de gelijkwaardigheid van een buitenlands diploma, een beslissing inzake gelijkwaardigheid van een buitenlands diploma van hoger onderwijs met een Vlaams diploma hoger onderwijs. Ook over beslissingen in verband met het leerkrediet kan de student een intern beroep instellen evenals over het toekennen of weigeren van faciliteiten voor een doelgroepstudent. De student dient het door hem of zijn raadsman gedagtekend en ondertekend beroepsschrift dat ten minste zijn identiteit, de bestreden beslissing en een omschrijving van de ingeroepen bezwaren bevat per aangetekend schrijven of tegen afgiftebewijs in bij de voorzitter van de interne beroepscommissie binnen de hierna bepaalde termijnen. Tezelfdertijd wordt de elektronische versie van deze brief via e-mail verstuurd naar de opleidingsdirecteur en de ombudsmedewerker(s) van de opleiding. Als datum van het beroep geldt de datum van het postmerk. Wanneer het verzoekschrift uitgaat van de raadsman van de student wordt het op straffe van niet-ontvankelijkheid vergezeld van de volmacht door de student aan die raadsman. Deze volmacht is niet nodig wanneer de raadsman het beroep van advocaat uitoefent. Berichten aan de voorzitter van de interne beroepscommissie dienen te worden gestuurd naar volgend adres: Arteveldehogeschool Ter attentie van de heer Guido Galle Voorzitter van de interne beroepscommissie Hoogpoort 15 9000 Gent Artikel 55 Termijnen Materiële vergissingen worden binnen een vervaltermijn van tien kalenderdagen via een aangetekend schrijven of tegen bewijs van afgifte aan de opleidingsdirecteur meegedeeld (zie bijlage 2). Deze vervaltermijn van tien kalenderdagen gaat in de dag na de mededeling van de studievoortgangsbeslissing. De student die oordeelt dat een ongunstige studievoortgangsbeslissing aangetast is door een schending van het recht, stelt een verzoek tot heroverweging van de studievoortgangsbeslissing in binnen een vervaltermijn van vijf kalenderdagen die ingaat op de dag na deze waarop de student kennis heeft genomen van de beslissing. Artikel 56 Werking van de interne beroepscommissie Het intern beroep wordt behandeld door de interne beroepscommissie. Deze bestaat uit de directeur onderwijs- en studentenbeleid, het diensthoofd studentenadministratie en studieprogramma’s, het diensthoofd studieadvies en het diensthoofd onderwijsontwikkeling & internationalisering of hun plaatsvervanger(s). De interne beroepscommissie kan slechts geldig beraadslagen als ten minste de helft van de leden aanwezig zijn. Ieder lid beschikt over één stem. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter. De commissie kan beslissen de student en/of zijn raadsman alsook de andere betrokken partijen te horen. De commissie kan zich laten bijstaan door het diensthoofd juridische zaken en/of een andere deskundige. Een studentenvertegenwoordiger die voorgedragen wordt door de voorzitter van de Arteveldestudentenraad wordt uitgenodigd als waarnemer bij de zitting(en) van de
28
interne beroepscommissie. Deze waarnemer mag geen band hebben met de opleiding waarop het beroep betrekking heeft. De beslissingen van de interne beroepscommissie worden aan de student ter kennis gebracht binnen een termijn van vijftien kalenderdagen. Deze termijn gaat in op de dag na deze waarop het beroep is ingesteld. Een elektronische versie van deze beslissing wordt via e-mail verstuurd naar de betrokken opleidingsdirecteur en de ombudsmedewerker(s) van de opleiding. De interne beroepsprocedure moet verplicht gevolgd worden, vooraleer de student een beroep kan instellen bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen. Artikel 57 Herziening van studievoortgangsbeslissingen De interne beroepscommissie kan de eerder genomen beslissing bevestigen of wijzigen. Artikel 58 Beroep tegen de beslissing van de interne beroepscommissie De student die zijn bezwaar staande houdt niettegenstaande de beslissing van de interne beroepscommissie m.b.t. de ontvankelijkheid of gegrondheid of de nieuwe beslissing kan beroep aantekenen bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen binnen de vijf kalenderdagen na kennisname van de beslissing. Een kopie van het beroepsschrift wordt gelijktijdig overgemaakt aan de voorzitter van de interne beroepscommissie van de hogeschool, de heer Guido Galle (Hoogpoort 15, 9000 Gent). De student kan de Raad schriftelijk contacteren op volgend adres: Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Departement Onderwijs, Administratie Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek Hendrik Consciencegebouw – Toren A – 7de verdieping Koning Albert II-laan 15 1210 Brussel
29
Deel 2 Examenregeling 1 Algemene bepalingen Artikel 59 Toepassingsgebied De examenregeling is van toepassing op alle examens aan de hogeschool die afgelegd worden in het kader van een diploma-, credit- of examencontract. Artikel 60 Wijzigingen Aan de examenregeling kunnen slechts wijzigingen aangebracht worden na beraadslaging in de Academische Raad en bij beslissing van het Participatieforum. Indien de examenregeling wordt gewijzigd in de loop van het academiejaar met het oog op onmiddellijke toepassing bevat de wijzigingsbepaling uitdrukkelijk wanneer ze in werking treedt en vanaf welk tijdstip de wijziging toepassing zal krijgen. Deze wijziging bevat desgevallend de nodige overgangsbepalingen. Behoudens wanneer de wijziging anders bepaalt, treedt elke wijziging in met ingang van het academiejaar dat volgt. Artikel 61 Afwijkingen Algemene afwijkingen van de examenregeling kunnen toegestaan worden door het Participatieforum na beraadslaging in de Academische Raad. Het hogeschoolbestuur bepaalt de geldigheidsduur van de toegestane afwijking. Individuele afwijkingen worden schriftelijk aan de betrokken student meegedeeld door de voorzitter van de examencommissie. Artikel 62 Aanvullingen Elke voorzitter van de examencommissie kan voor de start van de verplichte introductiedagen deze algemene examenregeling aanvullen met bijzondere bepalingen en criteria voor zover ze niet in strijd zijn met de wetgeving en de algemene examenregeling, en dit na advies van de Opleidingsraad en mits goedkeuring door de directeur onderwijs- en studentenbeleid. Deze aanvullingen worden opgenomen in de opleidingsgids. De opleidingsgids kan geraadpleegd worden via het studentenportaal en op de website van de hogeschool: www.arteveldehogeschool.be. Artikel 63 Bekendmaking Zowel de algemene examenregeling als de wijzigingen, afwijkingen en aanvullingen worden via de communicatiekanalen van de hogeschool aan de betrokken studenten bekendgemaakt. De belangrijkste communicatiekanalen zijn het studentenportaal en de website van de hogeschool: www.arteveldehogeschool.be.
2 Organisatie en verloop van de examens Artikel 64 Examinator Elk examen wordt afgenomen door de persoon of de personen die hiervoor door de opleidingsdirecteur zijn aangesteld. Indien de omstandigheden dit vereisen kan de voorzitter van de examencommissie hiervoor een beroep doen op een andere interne examinator of een externe examinator die de deskundigheid bezit om de competenties van de studenten te evalueren.
30
Wanneer een examinator verhinderd is om examen af te nemen, duidt de voorzitter van de examencommissie in principe een ander lid aan van het onderwijzend personeel belast met het evalueren. Een examinator mag geen examens afnemen noch aan een bespreking of beslissing van een examencommissie deelnemen van studenten waarvan hij bloedverwant of aanverwant is in rechte lijn of in de zijlijn tot en met de vierde graad. Hij mag geen examens afnemen van noch deelnemen aan een bespreking of beslissing van een examencommissie over zijn echtgenoot of partner. De examinator verwittigt zo snel mogelijk de voorzitter van de examencommissie van elke bestaande onverenigbaarheid. Een examinator kan aan de voorzitter van de examencommissie meedelen dat er omstandigheden zijn waardoor hij een bepaalde student niet kan evalueren. Indien de voorzitter van de examencommissie zich met dit standpunt kan verzoenen, wordt de examinator vervangen. In geval van vervanging verwittigt de voorzitter van de examencommissie de ombudsmedewerker. Artikel 65 Examenperiodes en -kansen Er zijn per academiejaar drie examenperiodes: de eerste examenperiode tijdens het eerste semester, de tweede examenperiode tijdens het tweede semester en de derde examenperiode die ten vroegste begint op de eerste werkdag na 15 augustus. De examenperiodes worden jaarlijks vastgelegd in de opleidingskalender. Opleidingsonderdelen die in het eerste semester geprogrammeerd staan, worden in de eerste examenperiode geëvalueerd. Opleidingsonderdelen die in het tweede semester geprogrammeerd staan, worden in de tweede examenperiode geëvalueerd. Uitzonderingen hierop kunnen door de opleidingsdirecteur toegestaan worden. De evaluatie van jaaropleidingsonderdelen gebeurt in de eerste en/of de tweede examenperiode. Een student heeft voor elk opleidingsonderdeel waarvoor hij is ingeschreven recht op twee examenkansen in de loop van het academiejaar tenzij de aard van het opleidingsonderdeel of de te verwerven competenties niet toelaten dat er tweemaal wordt geëvalueerd. Het recht op twee examenkansen kan vervallen indien de student laattijdig inschrijft. De voorzitter van de examencommissie kan toestemmen met het aanbieden van een tweede examenkans in de tweede examenperiode aan een student in een diplomajaar die in de eerste examenperiode niet slaagde voor één of meerdere opleidingsonderdelen. Indien een student zich na het eerste semester herinschrijft voor hetzelfde opleidingsonderdeel in het tweede semester, vervalt zijn tweede examenkans van zijn eerste inschrijving. Voor de herinschrijving blijft het recht op twee examenkansen behouden voor zover dit organisatorisch mogelijk is. Een student die gedelibereerd wordt voor een opleidingsonderdeel verwerft geen creditbewijs en kan zich voor dat opleidingsonderdeel opnieuw inschrijven met als doel het creditbewijs te behalen. Examens kunnen bij beslissing van de voorzitter van de examencommissie voor bijzondere groepen van studenten georganiseerd worden buiten de in de opleidingskalender voorziene tijdstippen en buiten het examenrooster. Voor de student behorende tot een doelgroep en aan wie faciliteiten met betrekking tot zijn evaluatieactiviteiten werden verleend, kunnen de examens individueel vastgelegd worden.
31
Artikel 66 Evaluatiesystemen Er worden twee evaluatiesystemen onderscheiden: evaluatie binnen het examenrooster en evaluatie buiten het examenrooster. Een combinatie van beide systemen is toegestaan. Het aandeel van de verschillende systemen wordt vermeld op de ECTS-fiche, in de opleidingsgids en wordt toegelicht door de docent. Binnen elke examenperiode wordt een examenrooster vastgelegd waarbij een overzicht gegeven wordt van de evaluatiemomenten en -vormen per periode. Onder evaluatie binnen het examenrooster wordt begrepen: de beoordeling van de mate waarin een student de competenties (of delen ervan) van een opleidingsonderdeel heeft verworven op een moment zoals voorzien op het examenrooster. Onder evaluatie buiten het examenrooster wordt begrepen: de beoordeling van de mate van het verwerven van competenties voor een opleidingsonderdeel door middel van werkstukken, rapporten, observaties, permanente evaluatie, enz. De student die een gedeelte van zijn opleiding volgt aan een gastinstelling aanvaardt de evaluatiesystemen en –momenten van deze instelling. Voor de student die dit doet in het kader van een uitwisselingsprogramma wordt dit vastgelegd in de Learning Agreement tussen de Arteveldehogeschool en de gastinstelling. Voor de student die dit doet in het kader van het opleidingsprogramma dat leidt tot bidiplomering worden programma en evaluatiesystemen vastgelegd in een overeenkomst tussen de Arteveldehogeschool en de partnerinstelling. Artikel 67 Opstellen en meedelen van het examenrooster Het volledig en gedetailleerd examenrooster wordt door de voorzitter van de examencommissie bekendgemaakt via de communicatiekanalen van de hogeschool: ten laatste op 1 december voor de eerste examenperiode; ten laatste op 1 april voor de tweede examenperiode; ten laatste op 15 juli voor de derde examenperiode. Indien de opleiding modulair is georganiseerd, worden de data van de respectievelijke examens ten laatste dertig kalenderdagen voor het examen bekendgemaakt door de voorzitter van de examencommissie. Het examenrooster bevat ten minste de volgende elementen: de vermelding van het opleidingsonderdeel of het deel ervan, de plaats, het tijdstip (datum en uur) van het examen, de evaluatievorm en de naam van de examinator(en), de contactgegevens van het examensecretariaat, de voorzitter en secretaris van de examencommissie, de ombudsmedewerker en de data waarop de resultaten worden meegedeeld en de feedback wordt ingericht. Het examenrooster van een examenperiode wordt na overleg met de Opleidingsraad opgemaakt onder de verantwoordelijkheid van de voorzitter van de examencommissie en wordt tenminste tien dagen voor de bekendmaking voorgelegd aan de ombudsmedewerker die advies uitbrengt. Tijdens het overleg wordt erop toegezien dat het examenrooster redelijk is en de examens beperkt in tijd en dat voor de modeltrajecten de examens behoorlijk gespreid zijn. Er wordt aandacht geschonken aan de zelfstudietijd van de studenten. De voorzitter van de examencommissie keurt daarna het examenrooster definitief goed. Vervolgens wordt het examenrooster bekendgemaakt via de communicatiekanalen van de hogeschool binnen de vooropgestelde termijn.
32
Iedere examinator en student houdt zich strikt aan het examenrooster. Examens kunnen enkel wegens een gemotiveerde reden verplaatst worden. De voorzitter van de examencommissie oordeelt daarover en zorgt in samenspraak met de ombudsmedewerker voor een billijk en haalbaar alternatief. De student die omwille van overmacht niet kan deelnemen aan één of meerdere examens verwittigt zo snel mogelijk het examensecretariaat. Hij geeft hierbij de reden van overmacht. De voorzitter van de examencommissie kan bijkomende bewijsstukken vragen en beslist autonoom over de geldigheid ervan. Op grond van deze gegevens beslist hij samen met de ombudsmedewerker over het verloop van de examens binnen het examenrooster. Artikel 68 Aanwezigheid bij examens De opleiding registreert de aanwezigheid van een student bij een examen. De student legitimeert zich op elk examen met zijn studentenkaart of identiteitskaart. De student die niet aanwezig is op het ogenblik dat een examen aanvang neemt volgens het voorziene tijdstip, meldt dit aan het examensecretariaat. Hij bewijst zijn identiteit door middel van zijn studentenkaart of identiteitskaart. Enkel wanneer de voorzitter van de examencommissie oordeelt dat de afwezigheid gewettigd is al of niet op basis van de voorgelegde bewijsstukken of na interventie van de ombudsmedewerker wordt binnen de examenperiode een nieuw tijdstip voor het examen vastgelegd. Artikel 69 Examineerdagen en –uren en plaats van het examen Examens kunnen plaatsvinden op elke dag in de examenperiode uitgezonderd zon- en feestdagen en tussen 8.00 u. en 20.00 u. behoudens omstandigheden door de voorzitter van de examencommissie te beoordelen. Alle examens vinden plaats in een lokaal van de hogeschool behoudens omstandigheden door de voorzitter van de examencommissie te beoordelen. Artikel 70 Informatie over de examens Elke examinator van een opleidingsonderdeel geeft zowel bij aanvang als op het einde van de onderwijsactiviteiten aan de hand van de opleidingsgids en de ECTS-fiche informatie over de vereiste competenties, evaluatiesysteem en evaluatievorm, de onderlinge verhouding van de verschillende delen en het al dan niet ontbreken van een tweede examenkans. Artikel 71 Evaluatievorm Elk examen dient zo georganiseerd te worden dat de student op een zo objectief mogelijke wijze de kans krijgt om zijn competentie(s) te bewijzen. De vorm van het examen sluit aan bij de te beoordelen competentie(s). De voorzitter van de examencommissie beslist over de evaluatievorm na raadpleging van de betrokken docenten en examinatoren. De evaluatievorm wordt meegedeeld op de ECTS-fiche. Eventuele noodzakelijke aanpassingen worden behoudens overmacht ten laatste 30 kalenderdagen voor het betreffende examen aan alle betrokken studenten kenbaar gemaakt via de communicatiekanalen van de hogeschool. De evaluatievorm is gelijk voor de eerste en de tweede examenkans. Indien dit omwille van de gehanteerde vorm niet mogelijk is, wordt de andere vorm vermeld en gemotiveerd op de ECTS-fiche. Bij een mondeling of een gedeeltelijk mondeling examen wordt altijd een schriftelijke voorbereidingstijd toegestaan. Om maximale objectiviteit te waarborgen moet de student zijn vraag kunnen trekken tenzij dit omwille van de aard van de te evalueren competentie(s) niet mogelijk is.
33
Een student kan tijdens de examenperiode omwille van uitzonderlijke, individuele omstandigheden toestemming krijgen van de voorzitter van de examencommissie om examens op een andere manier dan de vastgelegde wijze af te leggen. De voorzitter van de examencommissie bevestigt dit schriftelijk aan de betrokken student en de examinator. Artikel 72 Beoordeling Elk examen wordt gequoteerd in gehele getallen van nul tot en met twintig. De quotering drukt de mate uit waarin de student de (deel-) competentie(s) heeft verworven van het opleidingsonderdeel waarvoor het examen werd ingericht. Bij een samengesteld opleidingsonderdeel stemt de quotering niet noodzakelijk overeen met de verwerking van de deelquoteringen volgens de studiepunten van de leereenheden. Voorafgaand aan de beraadslaging van de examencommissie kan een examinator met het oog op remediëring of oriëntering indicatieve deelscores meedelen. De definitieve quotering van een examen wordt slechts na de beraadslaging van de examencommissie meegedeeld. De student verneemt de betekenis van de quotering via het beoordelingskader dat opgenomen is als bijlage 3 bij dit studiecontract. De student kan niet worden geëvalueerd op prestaties of activiteiten die buiten het studieprogramma vallen waarvoor hij is ingeschreven. Artikel 73 Beoordeling van opleidingsonderdelen gevolgd aan een gastinstelling De opleidingsdirecteur beslist onder welke voorwaarden en criteria een student een deel van zijn opleidingsprogramma kan volgen aan een binnenlandse of buitenlandse instelling en deelt deze voorwaarden en criteria mee aan de studenten in de opleidingsgids. Resultaten voor de gevolgde opleidingsonderdelen aan een gastinstelling worden op basis van het ECTS (European Credit Transfer and accumulation System) op dezelfde wijze verrekend als examencijfers voor de equivalente opleidingsonderdelen van de thuisinstelling en worden tijdens de gewone beraadslaging van de examencommissie besproken. Voor het vertrek van de student wordt de equivalentie van opleidingsonderdelen vastgelegd in een Learning Agreement en een Transcript of Records. Artikel 74 Openbaarheid van examens De voorzitter van de examencommissie garandeert de openbaarheid van de examens. Voor schriftelijke examens wordt de openbaarheid gegarandeerd doordat elke student het recht heeft op inzage in zijn examenkopij na de beraadslaging van de examencommissie. Voor de mondelinge examens en praktijkexamens wordt de openbaarheid gegarandeerd doordat iedere student of examinator het recht heeft om voor elk examen de aanwezigheid van een tweede lid van de examencommissie te vragen en/of van de ombudsmedewerker. Deze mogen op geen enkele wijze het verloop van het examen beïnvloeden. De student of examinator richt hiertoe een gemotiveerd verzoek aan de voorzitter van de examencommissie. Indien het verzoek uitgaat van een student wordt dit niet vooraf meegedeeld aan de examinator. De ombudsmedewerker kan ook op eigen initiatief of op vraag van de voorzitter van de examencommissie zorgen dat een derde tijdens het examen aanwezig is. Artikel 75 Correct verloop van examens Wanneer het correct verloop van examens in het gedrang komt, kan elk van de betrokken partijen of de ombudsmedewerker dit ter kennis brengen aan de voorzitter van de examencommissie. Deze laatste hoort alle partijen en neemt de gepaste maatregelen.
34
Artikel 76 Stopzetten van examens Een student die niet aan het examen of de examens deelneemt of zijn deelneming stopzet, deelt dat onmiddellijk schriftelijk mee aan het examensecretariaat. Het examensecretariaat verwittigt op zijn beurt de voorzitter van de examencommissie, de ombudsmedewerker en de examinator(en).
3 De samenstelling en soorten examencommissies Artikel 77 Leden van een examencommissie De samenstelling van een examencommissie wordt door de voorzitter vastgelegd en bekendgemaakt en dit ten laatste tegen 1 december voor de eerste examenperiode, 1 april voor de tweede examenperiode en 15 juli voor de derde examenperiode. De opleidingsdirecteur is voorzitter van deze examencommissie(s). Alle leden van de examencommissies zijn stemgerechtigd. De trajectbeheerder(s), de ombudsmedewerker(s) en de secretaris maken met raadgevende stem deel uit van de examencommissie. Op verzoek van de voorzitter kunnen experten met raadgevende stem de beraadslaging van de examencommissie bijwonen. In uitzonderlijke omstandigheden kunnen nietleden door de examencommissie en op verzoek van de voorzitter gehoord worden. Een examencommissie is representatief indien minimaal de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig is. Artikel 78 Onverenigbaarheden Het lid van de examencommissie dat meent zich in een toestand van onverenigbaarheid te bevinden deelt dit mee aan de voorzitter. De voorzitter bestudeert de reden van mogelijke onverenigbaarheid en neemt een beslissing. Wanneer de voorzitter meent zich in een toestand van onverenigbaarheid te bevinden, deelt hij dit mee aan de algemeen directeur. Deze duidt desgevallend een vervanger aan. Artikel 79 De bevoegdheden van de examencommissies De opleidingsdirecteur stelt één of meer van volgende examencommissies in: -
een examencommissie voor het eerste jaar van een bacheloropleiding voor de studenten die zich voor het eerst inschrijven voor een bacheloropleiding;
-
een facultatieve examencommissie na elke examenperiode;
-
een examencommissie voor het geheel van de opleiding in functie van de toekenning van een diploma en graad.
De examencommissie(s) heeft/hebben volgende bevoegdheden: 1° 2° 3° 4° 5°
het definitief vaststellen van de examenresultaten; het bepalen van de opleidingsonderdelen die moeten worden hernomen met het oog op het behalen van een diploma; het uitbrengen van een niet-bindend studieadvies; het bepalen van een maatregel van studievoortgangsbewaking; het nemen van examentuchtbeslissingen.
De examencommissie voor het geheel van de opleiding heeft als bijkomende bevoegdheden: 6° het verklaren dat de student al dan niet geslaagd is voor het geheel van de opleiding; 7° het vaststellen van de graad van verdienste waarmee het diploma wordt toegekend.
35
Het uitbrengen van een niet-bindend studieadvies en/of maatregel van studievoortgangsbewaking doet zij op voorstel van de trajectbeheerder en op grond van de examenresultaten. Deze bevoegdheden bepalen het voorwerp van de beraadslaging en de beslissingen te nemen door de examencommissie(s).
4 Beraadslaging Artikel 80 Aanwezigheid van de leden van de examencommissie De leden van de examencommissie nemen aan de beraadslaging deel en tekenen de aanwezigheidslijst. Een lid dat gewettigd afwezig is, deelt dit zo spoedig mogelijk mee aan de voorzitter van de examencommissie. Artikel 81 Bereikbaarheid van de student De student moet bereikbaar zijn tijdens de beraadslaging van de examencommissie. Het tijdstip van de beraadslaging wordt via de communicatiekanalen van de hogeschool meegedeeld. Artikel 82 Geheimhouding De leden van de examencommissie, alle personen die ter zitting aanwezig zijn en alle personen die betrokken zijn bij het gegevensbeheer van evaluatieresultaten, zijn tot geheimhouding verplicht over alle aspecten van de beraadslaging. Artikel 83 Aanwezigheidsquorum Ten minste de helft van de stemgerechtigde leden van de examencommissie moet aanwezig zijn om geldig te kunnen samenkomen. Indien dit niet het geval is, plant de voorzitter een nieuwe samenkomst waarop ten minste de helft van de leden aanwezig is. Artikel 84 Voorwerp van beraadslaging De examencommissie beraadslaagt overeenkomstig haar bevoegdheden zoals beschreven in dit studiecontract. Bij het vaststellen van de examenresultaten oordeelt zij over de resultaten van de opleidingsonderdelen waarvoor de student is ingeschreven. Indien de student vrijstelling(en) of ontheffing(en) geniet, behoren de betrokken opleidingsonderdelen niet tot zijn studieprogramma. De vrijgestelde opleidingsonderdelen maken geen voorwerp uit van beraadslaging. Artikel 85 Deliberatieregels De examencommissie kan slechts een tekort delibereren wanneer de student zich tijdens de evaluatieactiviteiten in uitzonderlijke omstandigheden bevond. Zij motiveert haar beslissing. Opleidingsonderdelen met een quotering lager dan 7 komen niet in aanmerking voor deliberatie. Deze deliberatieregels gelden enkel voor studenten ingeschreven met een diplomacontract of een examencontract met het oog op het behalen van een diploma. Artikel 86 Vaststelling examenresultaat Bij het nemen van beslissingen handelt de examencommissie collegiaal. Wanneer er geen unanimiteit onder de stemgerechtigde leden is, formuleert de voorzitter een voorstel. Over dat voorstel wordt gestemd.
36
Artikel 87 Stemmingsregels De voorzitter formuleert het voorstel waarover gestemd wordt. Het voorstel wordt aanvaard indien de meerderheid van de aanwezige, stemgerechtigde leden het voorstel steunt. Onthoudingen worden niet meegeteld om de meerderheid te bepalen. De voorzitter van de examencommissie kan ambtshalve of op verzoek van een lid van de examencommissie of van de ombudsmedewerker een geheime stemming opleggen. Bij staking van stemmen geldt het voor de student gunstigste voorstel als beslissing van de examencommissie. Artikel 88 Graad van verdienste De examencommissie kent de student de volgende graad van verdienste toe: geslaagd op voldoende wijze, met onderscheiding, met grote onderscheiding of met grootste onderscheiding. De ondergrens is hiervoor respectievelijk 50%, 67,5% , 75% en 82,5% van het behaalde eindtotaal voor het geheel van de opleiding. Een graad van verdienste wordt enkel toegekend zo het gehele opleidingsprogramma van de student minimaal 30 studiepunten omvat. Artikel 89 Beraadslagingsverslag Het beraadslagingsverslag bevat de aanwezigheidslijst en vermeldt voor elke student de genomen beslissing: de definitieve examenresultaten uitgedrukt in quoteringen of deelquoteringen, desgevallend de te hernemen opleidingsonderdelen, het niet-bindend studieadvies, de maatregel van studievoortgangsbewaking en de motivatie van de genomen beslissing, de graad van verdienste waarmee het diploma behaald wordt, desgevallend de examentuchtbeslissing en de motivering ervan. Wanneer de ombudsmedewerker hierom uitdrukkelijk verzoekt, bevat het beraadslagingsverslag zijn opmerkingen aangaande bepaalde klachten en beslissingen. De voorzitter, secretaris en tenminste drie stemgerechtigde leden ondertekenen het verslag. De voorzitter kan aan de student die zijn belang aantoont inzage verlenen in het beraadslagingsverslag van de betrokken student. Het beraadslagingsverslag wordt gedurende 50 jaar bewaard door het secretariaat van de examencommissie.
5 Onregelmatigheden Artikel 90 Definitie van onregelmatigheden Elke handeling, ieder gedrag of elke situatie die een normaal verloop van de evaluatie verstoort of de evaluator verhindert om een objectieve beoordeling te maken over de competenties van de student is een onregelmatigheid. Er hoeft niet bewezen te worden dat er kwaadwillig opzet mee gemoeid is. Artikel 91 Preventiemaatregelen Ter bescherming van plagiaat of onrechtmatig gebruik van auteursrechtelijke beschermde werken kan de hogeschool gebruik maken van een digitale speurder of antiplagiaatsoftware. De voorzitter van een examencommissie voorziet richtlijnen voor de evaluatoren en voor de studenten bij mondelinge en schriftelijke examens. Deze richtlijnen kunnen geraadpleegd worden via het studentenportaal en het medewerkersportaal. Examentoezicht wordt door de voorzitter van de examencommissie georganiseerd De toezichters zijn gemachtigd om een correct verloop van de examens te verzekeren. De toezichters houden actief toezicht.
37
De identiteit van de studenten die examen wensen af te leggen kan gecontroleerd worden. De student tekent na elk examen de presentielijst. Deze presentielijsten worden op het examensecretariaat bewaard. De studenten houden tijdens de examens geen jassen, tassen, gsm-toestellen of informatiedragers bij zich, tenzij dit expliciet voorzien is. In de omgeving van de examenlokalen wordt de stilte gerespecteerd. Studenten werken actief mee om een normaal verloop van de examens te kunnen realiseren. De hogeschool hanteert een actief beleid in het voorkomen van studiefraude. Aan elke vorm van studiefraude wordt zwaar getild. Artikel 92 Procedure in geval van onregelmatigheden De medewerker van de hogeschool, die de onregelmatigheid vaststelt, verwittigt onmiddellijk de voorzitter van de examencommissie. Deze verzamelt de nodige bewijsstukken en neemt maatregelen om een verder correct verloop van de examens te waarborgen, desgevallend na inbeslagname van betwiste stukken, frauduleus aangemaakte kopij, gebruikte hulpmiddelen, … Hij hoort de betrokken student(en), medewerker(s) en desgevallend getuigen. De student kan zich laten bijstaan door een ombudsmedewerker. De voorzitter kan beslissen een examencommissie in buitengewone zitting bijeen te roepen. Artikel 93 Sanctie in geval van onregelmatigheden De voorzitter brengt verslag uit aan de examencommissie. Alvorens over te gaan tot een uitspraak ten gronde hoort de examencommissie de betrokken student(en) over de onregelmatigheid. Wanneer de examencommissie de onregelmatigheid bewezen acht, wordt een objectief oordeel over de te bereiken competenties van de student onmogelijk gemaakt. Daarom kan niet langer in een quotering voorzien worden en komt de vermelding “bedrog” op het rapport. Naargelang de ernst van de onregelmatigheid kan de examencommissie de student onmiddellijk en definitief uitsluiten van inschrijving aan de betrokken opleiding. Deze beslissing wordt aangetekend verstuurd.
6 Studievoortgang Artikel 94 Studievoortgang De student maakt in het kader van zijn diploma-, credit- of examencontract studievoortgang op grond van het verwerven van competenties of delen ervan. Wanneer een student onvoldoende studievoortgang maakt, zal het hogeschoolbestuur de passende maatregelen treffen met betrekking tot de studievoortgangsbewaking. Artikel 95 Evaluatie van de studievoortgang Studievoortgang wordt geregistreerd door de student te evalueren. Voor elk opleidingsonderdeel wordt een evaluatie ingericht. De evaluatie wordt ingedeeld in examenkansen. Een student heeft voor elk opleidingsonderdeel waarvoor hij ingeschreven is recht op twee examenkansen in de loop van het academiejaar.
38
Indien de aard van het opleidingsonderdeel niet toelaat dat het tweemaal wordt geëvalueerd, kan het recht op twee examens tijdens hetzelfde academiejaar niet uitgeoefend worden. Dit wordt voor de betrokken opleidingsonderdelen aangegeven in de opleidingsgids. Artikel 96 Studievoortgangsbewaking § 1 Maatregelen van studievoortgang bij diplomacontracten Een student die zich inschrijft via een diplomacontract engageert zich om minimum 50% van de studiepunten te behalen waarvoor hij zich inschreef. Deze 50%norm wordt behaald via creditbewijzen of na deliberatie. Indien de student de norm niet haalt, legt de examencommissie een bindende voorwaarde aan een nieuwe inschrijving met diplomacontract voor dezelfde opleiding op waarbij van de student wordt gevraagd minstens de helft van de opgenomen studiepunten te verwerven. De opleidingsdirecteur wordt als voorzitter van de examencommissie belast met de uitvoering van dit besluit. Gevolgen van het niet behalen van de opgelegde bindende voorwaarden: de weigering tot herinschrijving met diplomacontract in de opleiding. De opleidingsdirecteur weigert een volgende inschrijving van de student die de hem opgelegde bindende voorwaarden niet behaalde tenzij hij de door de student ingeroepen bijzondere omstandigheden of overmacht aanvaardt. § 2 Maatregelen van studievoortgang bij credit- en examencontracten De inschrijving van een student voor een opleidingsonderdeel via credit- of examencontract met het oog op het behalen van een credit wordt geweigerd wanneer de student zich al tweemaal voor dat opleidingsonderdeel heeft ingeschreven zonder dat hij daarvoor een creditbewijs behaald heeft. De student kan op basis van een gemotiveerde aanvraag verzoeken om zich opnieuw voor dit opleidingsonderdeel in te schrijven. De opleidingsdirecteur beoordeelt de aanvraag en kan hieraan zijn goedkeuring verlenen. § 3 Weigering tot inschrijving Indien uit de gegevens van het dossier manifest blijkt dat het opleggen van bindende voorwaarden geen positief resultaat zal opleveren, kan de opleidingsdirecteur mits schriftelijke motivering een inschrijving weigeren. De opleidingsgids voorziet hierover meer concrete informatie. § 4 Afwijkingen Wegens uitzonderlijke omstandigheden en mits gunstige beslissing van de opleidingsdirecteur kan afgeweken worden van deze algemene principes. § 5 Mogelijkheden van beroep Tegen het opleggen van bindende voorwaarden alsook tegen weigering tot inschrijving kan intern beroep worden aangetekend bij de Interne Beroepscommissie, eventueel gevolgd door extern beroep bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen.
39
7 Mededeling van de examenresultaten Artikel 97 Mededeling van de examenresultaten Na de beraadslaging van de examencommissie ontvangt de student een quoteringenrapport met volgende mededelingen: de definitief vastgestelde examenresultaten uitgedrukt in een quotering of deelquotering; de behaalde credits; desgevallend de mededeling van de opleidingsonderdelen die moeten worden hernomen met het oog op het later behalen van een diploma; desgevallend de mededeling van de opleidingsonderdelen waarvoor geen tweede kans tot het afleggen van examen is; desgevallend de behaalde graad van verdienste; desgevallend een niet-bindend studieadvies op grond van de examenresultaten; desgevallend een bindende studievoorwaarde. Artikel 98 Proclamatie van de gediplomeerden Na de beraadslaging van de examencommissie over het geheel van een opleiding deelt de voorzitter van de examencommissie in openbare zitting de namen van de geslaagden – met desgevallend de vermelding van de graad van verdienste - mee. Artikel 99 Bespreking van de examenresultaten De student heeft recht op toelichting over de beoordeling van de examens na de beraadslaging van de examencommissie. Na de mededeling van de examenresultaten staan de examinatoren, ombudsmedewerker, trajectbeheerders, trajectcoaches, voorzitter en secretaris van de examencommissie ter beschikking van de studenten met voorrang voor de niet-geslaagden. De voorzitter van de examencommissie deelt mee waar en wanneer deze medewerkers ter beschikking zijn voor een nabespreking van de resultaten. Deze nabespreking heeft binnen een termijn van vier kalenderdagen na de bekendmaking van de examenresultaten plaats. Artikel 100 Inzage en bewaren van het examenmateriaal De voorzitter van de examencommissie staat in voor het bewaren van de examenkopijen en alle documenten van het evaluatiedossier voor zover dit materieel mogelijk is. Aan de student die erom verzoekt bij middel van een schrijven gericht aan de voorzitter van de examencommissie wordt inzage van zijn persoonlijk examendossier verleend. Dit kan alleen in een lokaal van de hogeschool en in aanwezigheid van de examinator of een medewerker van de hogeschool. De examenkopijen en alle documenten voor het evaluatiedossier worden gedurende een kalenderjaar na afsluiten van het academiejaar bewaard in de hogeschool. Deze periode wordt verlengd in geval van een betwisting voor de rechter. In dit geval worden alle stukken bewaard tot er een onherroepelijke beslissing is genomen.
40
8 Ombudsmedewerker Artikel 101 Algemene taakomschrijving De algemeen directeur stelt de ombudsmedewerkers aan die een preventieve en bemiddelende rol opnemen bij (mogelijke) geschillen tussen de student en een of meerdere personeelsleden van de hogeschool. Deze geschillen houden verband met de toepassing van de onderwijs- en examenregeling, de rechtspositie van de student evenals omtrent de als onbillijk ervaren handelingen en situaties binnen de Arteveldehogeschool. De ombudsmedewerkers voeren hun opdracht in volle onafhankelijkheid en met deskundigheid uit. Zij werken in discretie en met inzicht in de organisatie van de betrokken opleiding(en). Zij hebben een signaalfunctie met het oog op het versterken van het hogeschoolbeleid. De ombudsmedewerker wordt betrokken bij het ontwerpen van de examenplanning. Hij onderzoekt alle klachten en problemen in verband met de examens en de studievoortgangsbeslissingen. De ombudsmedewerker informeert de studenten, verwijst ze door naar bevoegde organen, verleent advies en treedt op als bemiddelaar bij klachten of geschillen. Hij treedt in geen geval op als raadsman van de student. Hij mag in geen geval de studenten voor wie hij als ombudsmedewerker optreedt zelf evalueren. Hij voert zijn opdracht uit voor de studenten waarvoor hij is aangewezen. De instellingsbrede ombudsmedewerker intervenieert voor aangelegenheden waarbij de ombudsmedewerker van de betrokken opleiding onbeschikbaar is of indien deze zich in een situatie van onverenigbaarheid bevindt. De opleidingsgebonden ombudsmedewerkers kunnen een beroep doen op de instellingsbrede ombudsmedewerker voor collegiaal consult en ondersteuning. Artikel 102 Aanstelling De opleidingsdirecteur stelt de kandidatuur van de ombudsmedewerker(s) voor aan de studentendelegatie van de Opleidingsraad. De directeur onderwijs- en studentenbeleid stelt de kandidatuur van de instellingsbrede ombudsmedewerker voor aan de Arteveldestudentenraad. De kandidatuur van de ombudsmedewerker(s) wordt voorzien van een beknopt curriculum vitae. De studentenvertegenwoordigers die deel uitmaken van de Opleidingsraad beraadslagen over de kandidatuur van de ombudsmedewerker(s) en geven een positief of negatief advies. Op basis van dit advies beslist de algemeen directeur tegen 1 juli over de aanstelling van de ombudsmedewerkers voor het volgend academiejaar. Deze aanstelling geldt voor een academiejaar, maar is telkens verlengbaar. De herbevestiging en/of aanstelling van de ombudsmedewerker(s) wordt via het studentenportaal en de website bekendgemaakt. Artikel 103 Beschikbaarheid De beschikbaarheid van de ombudsmedewerker wordt via het studentenportaal en op de website van de hogeschool: www.arteveldehogeschool.be meegedeeld. Deze bereikbaarheid - plaats en uurregeling - varieert in functie van de dienstverlening aan de studenten. Artikel 104 Recht op informatie Om zijn taak naar behoren te kunnen vervullen, heeft de ombudsmedewerker, ook vóór de beraadslaging van de examencommissie, recht op alle informatie betreffende elk examen. Hij is tot geheimhouding verplicht. Artikel 105 Deelname aan de beraadslaging De ombudsmedewerker is geen lid van de examencommissie. Hij neemt met raadgevende stem deel aan de beraadslagingen.
41
Artikel 106 Rapportering Na het afsluiten van de derde examenperiode rapporteert de instellingsbrede ombudsmedewerker aan de algemeen directeur via een instellingsbreed verslag met vermelding van de opleidingsgebonden aandachtspunten en verbetervoorstellen.
9 Beroepsprocedure in het kader van het examenreglement Artikel 107 Voorwerp van beroep § 1 Voorwerp van beroep De student die oordeelt dat een hem betreffende ongunstige examenbeslissing; examentuchtbeslissing. is aangetast door een schending van het recht kan intern beroep instellen bij de voorzitter van interne beroepscommissie op volgend adres: Arteveldehogeschool Ter attentie van de heer Guido Galle Voorzitter van de interne beroepscommissie Hoogpoort 15, 9000 Gent § 2 Voorwaarden De student dient het door hem of zijn raadsman gedagtekend en ondertekend beroepsschrift dat ten minste zijn identiteit, de bestreden beslissing en een feitelijke omschrijving van de ingeroepen bezwaren bevat per aangetekend schrijven of tegen afgiftebewijs in bij de voorzitter van de interne beroepscommissie binnen de hierna bepaalde termijnen. Terzelfdertijd wordt de elektronische versie van deze brief via e-mail verstuurd naar de opleidingsdirecteur en de ombudsmedewerker(s) van de opleiding. Als datum van het beroep geldt de datum van postmerk. Wanneer het verzoekschrift uitgaat van de raadsman van de student wordt het op straffe van niet-ontvankelijkheid vergezeld van de volmacht door de student aan die raadsman. Deze volmacht is niet nodig wanneer de raadsman het beroep van advocaat uitoefent. Artikel 108 Termijnen § 1 Materiële vergissingen Materiële vergissingen worden binnen een vervaltermijn van tien kalenderdagen via een aangetekend schrijven of tegen bewijs van afgifte aan de voorzitter van de examencommissie meegedeeld. Deze vervaltermijn van tien kalenderdagen gaat in de dag na de mededeling van de examenresultaten. § 2 Heroverweging beslissingen bij onregelmatigheden en andere studievoortgangsbeslissingen De student die oordeelt dat een voor hem ongunstige studievoortgangsbeslissing aangetast is door een schending van het recht stelt een verzoek tot heroverweging van de studievoortgangsbeslissing in binnen een vervaltermijn van vijf kalenderdagen, die ingaat op: 1° 2°
in het geval van een examenbeslissing en examentuchtbeslissing: de dag na deze van de bekendmaking; in het geval van een andere studievoortgangsbeslissing: de dag na deze waarop de student kennis heeft genomen van de genomen beslissing.
42
Artikel 109 Werking van de interne beroepscommissie Het intern beroep wordt behandeld door de interne beroepscommissie. Deze bestaat uit de directeur onderwijs- en studentenbeleid, het diensthoofd studentenadministratie en studieprogramma’s, het diensthoofd studieadvies en het diensthoofd onderwijsontwikkeling & internationalisering of hun plaatsvervanger(s). De interne beroepscommissie kan slechts geldig beraadslagen als ten minste de helft van de leden aanwezig zijn. Ieder lid heeft een stem. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter. De commissie kan beslissen de student en/of zijn raadsman te horen alsook de andere betrokken partijen. De commissie kan zich laten bijstaan door de juridisch adviseur en/of een andere deskundige. Een studentenvertegenwoordiger die voorgedragen wordt door de voorzitter van de Arteveldestudentenraad wordt uitgenodigd als waarnemer bij de zitting(en) van de interne beroepscommissie. Deze waarnemer mag geen band hebben met de opleiding of de student waarop het beroep betrekking heeft. Een lid van de interne beroepscommissie mag zich eveneens niet in een situatie van onverenigbaarheid bevinden. De beslissingen van de interne beroepsprocedure worden aan de student ter kennis gebracht binnen een termijn van vijftien kalenderdagen. Deze termijn gaat in op de dag na deze waarop het beroep is ingesteld. Een elektronische versie van deze beslissing wordt via e-mail verstuurd naar de betrokken opleidingsdirecteur en ombudsmedewerker. De interne beroepsprocedure moet verplicht gevolgd worden vooraleer de student een beroep kan instellen bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen. Artikel 110 Herziening van beslissingen § 1 Materiële vergissingen Indien de foutief opgenomen resultaten niet van die aard zijn dat ze de beslissing van de examencommissie kunnen beïnvloeden, worden ze door de voorzitter van de examencommissie zo spoedig mogelijk ambtshalve hersteld. Indien ze wel invloed hebben op de beslissing van de examencommissie roept de voorzitter de examencommissie zo spoedig mogelijk bijeen. § 2 Examenbeslissingen en examentuchtbeslissingen De interne beroepscommissie oordeelt over de ontvankelijkheid en gegrondheid van het verzoek en motiveert haar besluit. Desgevallend roept ze de examencommissie in buitengewone zitting bijeen. De examencommissie bijeen in bijzondere zitting bevestigt of herziet op gemotiveerde wijze de oorspronkelijke beslissing conform de beslissing van de interne beroepscommissie. Artikel 111 Beroep tegen de herziening van de beslissing van de interne beroepscommissie De student die zijn bezwaar staande houdt niettegenstaande de beslissing van de interne beroepscommissie m.b.t. de ontvankelijkheid of gegrondheid of de nieuwe beslissing van de examencommissie in buitengewone zitting kan beroep aantekenen bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen binnen de vijf kalenderdagen na kennisname van de beslissing. Een kopie van het beroepsschrift wordt gelijktijdig overgemaakt aan de voorzitter van de interne beroepscommissie van de hogeschool, de heer Guido Galle (Hoogpoort 15, 9000 Gent). De student kan de Raad schriftelijk contacteren op volgend adres: Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Departement Onderwijs, Administratie Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek Hendrik Consciencegebouw – Toren A – 7de verdieping Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel
43
Deel 3 Gedragscode 1 Algemeen Artikel 112 Informatie en houding Van de studenten wordt verlangd dat ze zich in hun gedragingen en sociale relaties, zowel binnen als buiten de Arteveldehogeschool laten leiden door eerbied voor de persoon. Zij verrichten geen handelingen die een gevaar zijn voor of onverenigbaar zijn met de doelstellingen van de opleiding, de gewoonten en de goede werking van de campus en de opdrachtverklaring van de hogeschool. Van de studenten wordt verwacht dat zij zich actief informeren over alle aangelegenheden die hen aanbelangen. De actieve deelname van studenten aan kwaliteitsonderzoek is verplicht. Artikel 113 Berichtgeving De officiële mededelingen van de opleiding en van de hogeschool aan de studenten worden via de communicatiekanalen van de hogeschool kenbaar gemaakt. Mededelingen van de studentenvertegenwoordigers worden eveneens via deze kanalen kenbaar gemaakt. Voor mededelingen die van de studenten uitgaan zijn aparte informatiepanelen voorzien. Mededelingen van de studenten kunnen enkel na toelating van de opleidingsdirecteur worden geafficheerd. Artikel 114 Deontologie en geheimhouding Elke student gaat zorgzaam en discreet om met de vertrouwelijke gegevens waarmee hij in het kader van zijn opleiding in contact komt. In die zin is hij gebonden aan de regels van geheimhouding en deontologie die op elk personeelslid van de hogeschool en van haar stageplaatsen van toepassing zijn. Artikel 115 Eerbied voor gebouwen, materialen en toestellen De studenten zijn medeverantwoordelijk voor hun onderwijsomgeving. De studenten houden de lokalen, gangen en sanitair proper, ruimen de tafels in de eetzaal en cafetaria af en dragen zorg voor meubilair en materiaal. Wie schade toebrengt aan meubilair en materiaal zal deze schade moeten vergoeden. In geen enkel onderwijslokaal wordt gegeten, gedronken, gerookt of kauwgom gebruikt. Fietsen en bromfietsen moeten in de daartoe voorziene rekken geplaatst worden. Wie een vals alarm veroorzaakt, betaalt een schadevergoeding. Artikel 116 Verbod voor bepaalde activiteiten Commerciële activiteiten, promotionele acties en partijpolitieke informatie zijn niet toegestaan binnen de gebouwen van de hogeschool tenzij na gemotiveerde toelating van de opleidingsdirecteur. Artikel 117 Gebruik van persoonlijke media Het ongeoorloofd gebruik van gsm-toestellen of andere persoonlijke media is niet toegelaten tijdens de onderwijsactiviteiten. Tijdens evaluatie- en examenmomenten is het bezit van persoonlijke media verboden en wordt louter het bezit gezien als een onregelmatigheid.
44
Artikel 118 Mediatheek en oefenlokalen De hogeschool beschikt over mediatheekruimtes, open leercentra en oefenlokalen. In deze lokalen is een rustige werksfeer onontbeerlijk. Alle gebruikers hebben respect voor het materiaal. Artikel 119 Ontzeggen van recht op toegang De medewerkers van de hogeschool hebben het recht om de studenten die de goede werking verstoren de toegang tot het lokaal te verbieden. Zij kunnen tevens een student uit een lokaal wegsturen. Artikel 120 Auteursrechten §1 De student leeft bij het maken van zijn bachelorproef of elk ander intellectueel of creatief werkstuk de wetten van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten nauwkeurig na. Iedere student onthoudt er zich van materialen op enigerlei wijze te reproduceren zonder toestemming van de auteur. §2 De student geniet gedeelde morele rechten op de bachelorproef of elk ander intellectueel of creatief werkstuk dat tot stand komt in het kader van zijn opleiding. Deze rechten worden uitdrukkelijk gedeeld met elke begeleider van de betreffende onderwijsactiviteit(en). De student dient de schriftelijke toestemming van alle medeauteurs te verkrijgen alvorens hij het werk publiek bekend kan maken. De toestemming bevat een regeling in hoeverre en onder welke voorwaarden het werk kan bekend gemaakt worden. §3 De vermogensrechten worden overgedragen aan de Arteveldehogeschool tenzij de opleidingsdirecteur in een afzonderlijke schriftelijke overeenkomst hiervan afstand doet en zijn goedkeuring verleent voor het commercialiseren door de student. In dat geval wordt een kopie van de overeenkomst gestuurd naar de onderzoekscoördinator van de Arteveldehogeschool. Het onderzoeks- en samenwerkingsreglement van de AUGent met verbijzonderingen voor de Arteveldehogeschool is van toepassing op de vindingen en/of op de bachelorproef of elk ander intellectueel of creatief werkstuk wanneer dit het resultaat is van onderzoek en ontwikkeling. §4 Wanneer de bachelorproef of elk ander intellectueel of creatief werkstuk plaatsvindt op of tot stand komt via de stageplaats of extern bedrijf dient hiertoe een aparte overeenkomst te worden opgesteld. Minimaal dienen hierin de intellectuele rechten te worden geregeld. §5 De Arteveldehogeschool heeft het recht de bachelorproef of elk ander intellectueel of creatief werkstuk te archiveren en via de mediatheek, intranet of anderszins beschikbaar te stellen van haar studenten en personeelsleden die hiervan gebruik kunnen maken voor educatieve of wetenschappelijke doeleinden of in het kader van het privégebruik. Artikel 121 Rookvrije hogeschool Er geldt een rookverbod in alle gebouwen en op de terreinen van de hogeschool en in de gebouwen en op de terreinen waar zij onderwijsactiviteiten organiseert. Uitzonderlijk kan een afzonderlijke zone op een open terrein voor rokers voorzien worden. Artikel 122 Kledij en voorkomen De kledij en het voorkomen zijn aangepast aan de onderwijs- en evaluatieactiviteiten tijdens de opleiding. Tijdens de praktijk en de stage schikt de student zich naar de van toepassing zijnde gebruiken en normen in functie van veiligheid en correct functioneren.
45
Artikel 123 Portretrecht De hogeschool heeft het recht haar studenten te fotograferen, te filmen of hun portret te gebruiken voor administratieve of onderwijskundige doeleinden. Artikel 124 Taal In het kader van de opleiding is het belangrijk dat de student binnen de hogeschool en tijdens stages een correct en verzorgd taalgebruik hanteert. Artikel 125 Reserveren van lokalen en/of terreinen Studenten die een lokaal en/of terrein willen reserveren, wenden zich daarvoor steeds tijdig tot de bevoegde dienst van de betrokken campus.
2 Grensoverschrijdend gedrag Artikel 126 Grensoverschrijdend gedrag Elke student aanvaardt diversiteit als een meerwaarde. Elke student onthoudt zich dan ook van elke vorm van grensoverschrijdend gedrag zoals daar zijn: pesterijen, geweld, ongewenst seksueel gedrag en discriminatie. Pesten is het herhaaldelijk vertonen van een bepaald gedrag door een persoon met de bedoeling een andere persoon er psychisch of fysiek onder te doen lijden. Onder geweld wordt verstaan dat iemand psychisch of fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen. Ook verbale agressie, zoals beschimpingen of beledigingen, valt onder deze definitie. Ongewenst seksueel gedrag omvat alle vormen van verbaal, niet-verbaal of lichamelijk gedrag van seksuele aard, waarvan degene die er zich schuldig aan maakt, weet of zou moeten weten dat het afbreuk doet aan de waardigheid van vrouwen en/of mannen. Onder discriminatie wordt verstaan alle uitspraken, handelingen of beslissingen die beledigend zijn omwille van de etnische afkomst, godsdienst, geslacht, levensovertuiging, functiebeperking en/of seksuele geaardheid van de persoon. Voor begeleiding kunnen de studenten steeds contact opnemen met de campusmedewerkers van de dienst studentenvoorzieningen die fungeren als vertrouwenspersonen. Artikel 127 Klachten Elke student die meent het slachtoffer te zijn van geweld, pesterijen, ongewenst seksueel gedrag of discriminatie in de hogeschool kan een klacht indienen bij de campusmedewerkers van de dienst studentenvoorzieningen. Zij fungeren tevens als meldpunt voor gevallen van discriminatie. De campusmedewerkers van de dienst studentenvoorzieningen zijn in deze steeds door hun deontologische code en het ambtsgeheim gebonden om elke klacht met de nodige discretie op te volgen vanaf het formuleren van de klacht tot en met het informeren over de gevolgen die eraan worden gegeven. In hun hoedanigheid van vertrouwenspersonen moeten zij ingaan op klachten m.b.t. pesterijen, geweld, ongewenst seksueel gedrag en discriminatie. Artikel 128 Bescherming van slachtoffer en aangeklaagde Het slachtoffer dat een klacht meldt of indient, en de aangeklaagde genieten een volledige bescherming voor de duur van het onderzoek. De verantwoordelijke medewerkers van de hogeschool zullen erop toezien dat er geen oneigenlijk gebruik gemaakt wordt van deze maatregelen.
46
3 Veiligheid en gezondheid Artikel 129 Veiligheidsvoorzieningen Het hogeschoolbestuur staat in voor veiligheid en voor een gezonde leefomgeving. De hogeschool zorgt voor EHBO-voorzieningen en neemt maatregelen betreffende brandpreventie, brandbestrijding en evacuatie. Tijdens onderwijs- en evaluatieactiviteiten moet iedereen de regels van de wet welzijn en het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming respecteren. Artikel 130 Gezondheidsbevordering De hogeschool wil in samenwerking met haar dienst studentenvoorzieningen actief competenties bijbrengen die gericht zijn op de eigen gezondheid en die van anderen. Zij bevordert gezondheidsbewustmaking, stimuleert gezondheidsbevorderend gedrag en ontraadt of verbiedt gedrag of middelen die de gezondheid schaden. Alcoholmisbruik, het bezit, het gebruik en het verhandelen van drugs zijn verboden. Overtredingen worden gesanctioneerd conform de orde- en tuchtregels. De hogeschool kan doorverwijzen voor hulpverlening.
4 Verzekering Artikel 131 Verlies of diefstal De hogeschool is niet verantwoordelijk voor het verlies of de ontvreemding van persoonlijke bezittingen van de studenten. Artikel 132 Ziekteverzekering De student die nog geen rechthebbende is binnen een stelsel van verplichte ziekteverzekering moet zich inschrijven bij een ziekenfonds. Hiervoor gebruikt hij een attest dat hij op het ogenblik van zijn definitieve inschrijving heeft ontvangen. Artikel 133 Verzekering lichamelijke ongevallen Alle studenten zijn voor de duur van het academiejaar verzekerd tegen lichamelijke ongevallen die hen zouden overkomen in het kader van activiteiten van de hogeschool. Artikel 134 Verzekering burgerrechtelijke aansprakelijkheid Alle studenten kunnen voor de duur van het academiejaar een beroep doen op de burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering in het kader van de onderwijs- en evaluatieactiviteiten van de hogeschool. Artikel 135 Verzekering tijdens opleidingsprogramma’s in het buitenland De student die een deel van zijn opleiding volgt aan een gastinstelling in het buitenland moet zich nauwgezet houden aan de richtlijnen inzake preventie en ziekteverzekering van de hogeschool. Artikel 136 Arbeidsongevallenverzekering onbezoldigde stagiairs Onbezoldigde studentenstagiairs zijn prioritair verzekerd via de wettelijk verplichte arbeidsongevallenverzekering voor ongevallen met lichamelijke schade die zich voordoen op de stageplaats.
47
Deel 4 Orde en tuchtregeling Artikel 137 Algemene bepalingen i.v.m. orde en tucht Ordemaatregelen en tuchtsancties kunnen worden genomen wanneer het gedrag van de student een gevaar vormt voor het ordentelijk verstrekken van het onderwijs en/of wanneer het gedrag de verwezenlijking van de opdrachtverklaring van de hogeschool in het gedrang brengt. Zware vergrijpen zijn o.a. diefstal, geweld, schriftvervalsing, vandalisme en het verhandelen van drugs. Bij het voorkomen van dergelijke feiten kan steeds de politie worden ingeschakeld. Studenten die zich niet aan de gedragscode houden, kunnen gesanctioneerd worden. De student stelt zich eveneens bloot aan orde- en tuchtmaatregelen wanneer hij ernstige inbreuken pleegt op de bepalingen van dit studiecontract. Artikel 138 Samenstelling tuchtcommissie Het hogeschoolbestuur stelt nadat het door een opleidingsdirecteur van één of meerdere onaanvaardbare feiten op de hoogte werd gebracht de tuchtcommissie samen. De tuchtcommissie bestaat uit de directeur onderwijs- en studentenbeleid die het voorzitterschap bekleedt, twee opleidingsdirecteurs, twee medewerkers van de hogeschool en twee studenten. De vier laatst vermelde zetelen in de Academische Raad of in het Participatieforum. Zij mogen geen enkele band hebben met de aangeklaagde feiten. De partij van de aangeklaagde kan zich laten bijstaan door een raadsman. De tuchtcommissie kan beroep doen op een raadsman om de correctheid van de procedure te bewaken. Deze commissie moet samengeroepen worden na een verzoek van een opleidingsdirecteur. Artikel 139 Ordemaatregelen en tuchtsancties Bij de vaststelling van een niet correcte houding kunnen bij wijze van ordemaatregel volgende maatregelen onmiddellijk toegepast worden na uitspraak door de verantwoordelijke medewerker van de hogeschool: a) b) c)
de waarschuwing; de uitvoering van een opgelegde taak; de wegzending bij een activiteit.
De beslissingen onder a), b) en c) zijn ordemaatregelen. Hiertegen is geen beroep mogelijk. De opleidingsdirecteur van de hogeschool die op de hoogte gebracht is van een feit of houding die strijdig is met de goede werking van de hogeschool kan jegens de student een tuchtprocedure opstarten. De betrokken student dient hierbij te worden gehoord. De opleidingsdirecteur kan bij wijze van tuchtsanctie volgende beslissing nemen: d) e) f) g)
de blaam; de uitvoering van een opgelegde gemeenschapsdienst in de hogeschool; de ontzegging van het recht om tijdelijk één of meer onderwijsactiviteiten te volgen met uitzondering van de examens; de zaak voor te leggen aan de tuchtcommissie.
48
De tuchtcommissie kan nadat ze de procedure omschreven in de hierna vermelde artikelen respecteerde volgende tuchtsancties uitspreken: a) b) c) d) e)
de blaam; de ontzegging van het recht om verder één of meer onderwijsactiviteiten te volgen met uitzondering van de examens; de tijdelijke wegzending voor een periode langer dan een week; de definitieve uitsluiting voor één of meer opleidingsonderdelen; de definitieve uitsluiting.
Bij definitieve uitsluiting gedurende het academiejaar zal de student bij het zoeken naar een andere opleiding of een andere hogeschool worden bijgestaan. Artikel 140 Verdediging van de student Geen enkele tuchtsanctie kan door de tuchtcommissie uitgesproken worden zonder dat de betrokken student is gehoord waarbij hij de gelegenheid heeft gekregen zich te verdedigen. De betrokken student zal steeds schriftelijk geïnformeerd worden over de aard van de jegens hem overwogen maatregelen en van de gronden waarop deze gebaseerd zijn. Hij heeft recht op inzage in het volledige dossier. Hij mag zich door een persoon naar keuze laten bijstaan. In het belang van de student is het tuchtdossier niet overdraagbaar van de Arteveldehogeschool naar een andere onderwijsinstelling. Artikel 141 Uitspraak van sancties Sancties worden uitgesproken door de tuchtcommissie mits toepassing van volgende procedure: 1° 2°
3° 4°
de opleidingsdirecteur stelt een dossier samen binnen de zeven kalenderdagen na de kennisname van de feiten; de student en een tweede persoon van zijn keuze krijgen de mogelijkheid het dossier op de hogeschool door te nemen en eventueel een kopie hiervan te laten maken; zij worden schriftelijk (aangetekend of bij gewoon schrijven dat de student tekent voor ontvangst) opgeroepen; de betrokken student wordt gehoord en krijgt de gelegenheid zich te verdedigen; binnen de veertien kalenderdagen na verhoor neemt de tuchtcommissie een beslissing over het opleggen van een tuchtmaatregel. De beslissing omtrent de tuchtmaatregel wordt aangetekend aan de betrokken student meegedeeld.
Tegen deze uitspraak kan binnen de acht werkdagen volgend op de kennisgeving bij de algemeen directeur schriftelijk beroep aangetekend worden. Artikel 142 Beroepsprocedure Het hogeschoolbestuur stelt de beroepscommissie inzake tucht samen. De beroepscommissie bestaat uit de algemeen directeur en twee leden van het hogeschoolbestuur. Deze beroepscommissie moet samengeroepen worden, als de betrokken student schriftelijk beroep heeft aangetekend. De beroepscommissie doet binnen de zeven dagen na zitting een uitspraak. Zij kan daarbij de genomen tuchtsanctie handhaven of intrekken en een nieuwe tuchtsanctie uitspreken. De betrokken student en eventueel zijn raadsman worden vooraf gehoord door de beroepscommissie. Zij worden daartoe schriftelijk opgeroepen. De beslissing omtrent het beroep wordt bij aangetekend schrijven aan de betrokken student meegedeeld.
49
Deel 5 Bescherming van persoonsgegevens Artikel 143 Bescherming van persoonsgegevens De hogeschool beschikt over bestanden waarin ten behoeve van de organisatie van het onderwijs, het toegepast onderzoek en het doeltreffend functioneren van de interne en externe dienstverlening persoonsgegevens worden opgeslagen. De hogeschool volgt hierbij de bepalingen van de wet van 8 maart 1992 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Elke persoon die zijn identiteit bewijst, heeft het recht te weten welke van zijn persoonlijke gegevens opgenomen werden en onjuiste gegevens kosteloos te doen verbeteren en verwijderen. Studenten kunnen dit recht maximaal één maal per jaar uitoefenen door schriftelijk de over hen beschikbare gegevens op te vragen. Studenten richten zich hiertoe tot hun opleidingsdirecteur. Andere mogelijke belanghebbenden richten een gemotiveerd schrijven tot de directeur onderwijs- en studentenbeleid, Arteveldehogeschool, Hoogpoort 15, 9000 Gent. Het Ministerie van Onderwijs en Vorming beschikt over het instelling e-mailadres van elke student. De Arteveldehogeschool is geregistreerd bij de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer onder het nummer: 1168869626439.
50
Deel 6 Slotbepaling Artikel 144 Slotbepaling Wijzigingen aan dit studiecontract zijn slechts mogelijk na advies van de Academische Raad en bij beslissing van het Participatieforum. Indien één van deze regelingen wordt gewijzigd in de loop van het academiejaar met het oog op onmiddellijke toepassing, bevat de wijzigingsbepaling uitdrukkelijk wanneer ze in werking treedt. Deze wijziging bevat zo nodig de nodige overgangsbepalingen.
51
Deel 7 Arteveldelexicon BEGRIP
DEFINITIE
Academiejaar
Een periode van één jaar die ten vroegste op 1 september en uiterlijk op 1 oktober begint en eindigt op de dag voor het begin van het volgend academiejaar (zie bijlage 1).
Academische Raad
De Academische Raad is samengesteld uit vertegenwoordigers van het hogeschoolbestuur, het personeel en de studenten. De leden van de Academische Raad hebben recht op informatie over alle aangelegenheden met betrekking tot de hogeschool. Zij overleggen of adviseren over de onderwijskundige aspecten van de hogeschool.
Actualiseringsprogramma
Een programma dat kan worden opgelegd aan studenten die in het hoger onderwijs wensen door te stromen op grond van een creditbewijs of een bewijs van bekwaamheid dat ten minste vijf kalenderjaren eerder werd behaald.
Afstandsonderwijs
Het onderwijs dat van op afstand wordt verstrekt, waardoor de student niet aan een bepaalde plaats van onderwijsverstrekking gebonden is.
Associatie
Een associatie is een vereniging zonder winstoogmerk die bestaat uit ten minste één universiteit en één hogeschool. De Arteveldehogeschool is lid van de Associatie Universiteit Gent.
Bachelorproef
De bachelorproef is een opleidingsonderdeel in het studieprogramma waarbij de onderwijswerkvorm en de daaraan verbonden leeractiviteiten voor het grootste deel bestaan uit het onder begeleiding opmaken van een eindproduct als projecttaak. Het uitwerken van de opdracht waarvan het onderwerp betrekking moet hebben op de finaliteit van de opleiding; de bachelorproef moet gematerialiseerd worden in een geschreven, audiovisuele of andere door de opleidingsdirecteur goedgekeurde vorm. Meer specifieke informatie over de evaluatie wordt verstrekt in de opleiding.
Beraadslagingsverslag
Dit verslag van de examencommissie bevat de aanwezigheidslijst en vermeldt voor elke student de genomen beslissing over het slagen voor het geheel van de betrokken opleidingsonderdelen, desgevallend de graad van verdienste, de vastgestelde examenresultaten uitgedrukt in quoteringen of deelquoteringen, de te hernemen opleidingsonderdelen, het niet-bindend studieadvies en de
52
motivatie van de genomen beslissing. Beroepsprofiel
Het beroepsprofiel bevat een beschrijving van de taken die door beroepsbeoefenaars in een specifiek beroepsveld worden uitgevoerd (taakprofiel) en de competenties die nodig zijn om deze taken uit te voeren (competentieprofiel).
Beursstudent
Een student die: a) aan de financiële voorwaarden voldoet om een studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap te ontvangen, of b) onderdaan is van een staat behorende tot de Europese Economische Ruimte en beantwoordt aan de criteria voor het verkrijgen van een studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap, of c) een DGOS-bursaal, BTC-bursaal of bursaal in de programma’s van de ontwikkelingssamenwerking van de Vlaamse Interuniversitaire Raad is.
Bewijs van bekwaamheid
Het bewijs dat een student op grond van Eerder Verworven Competenties (EVC’s) of Eerder Verworven Kwalificaties (EVK’s) de competenties heeft verworven eigen aan: a) het niveau van bachelor in het hoger professioneel onderwijs of het academisch onderwijs, of b) het masterniveau, of c) een welomschreven opleiding, opleidingsonderdeel of cluster van opleidingsonderdelen. Bedoeld bewijs betreft een document of een registratie.
Bijna-beursstudent
Een student die geen studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap ontvangt, maar waarvan het referentieinkomen ten hoogste 1.240 euro boven de financiële maximumgrens, bepaald in de regelgeving betreffende de studietoelagen, ligt. Het bedrag van 1.240 euro wordt jaarlijks geïndexeerd.
Bindende voorwaarden
Een voorwaarde die opgelegd wordt door het hogeschoolbestuur in het kader van studievoortgangsbewaking en die door de student moet nageleefd worden.
Competentie
Een competentie is het vermogen om adequaat te functioneren in een bepaalde (beroeps)context door het kiezen en gebruiken van de passende integratie van kennis, vaardigheden en houdingen. Iemand is competent als hij het vermogen en de wil bezit om op die manier adequaat te handelen en dit ook kan aantonen. Competenties en leerresultaten zijn als begrip inwisselbaar.
53
Contactonderwijs
De onderwijsactiviteiten onder directe begeleiding van een docent.
CPBW
Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk.
Creditbewijs
De erkenning van het feit dat een student blijkens een examen de competenties of delen ervan, verbonden aan een opleidingsonderdeel, heeft verworven. Deze erkenning wordt vastgelegd in een document of een registratie. De verworven studiepunten verbonden aan het betrokken opleidingsonderdeel worden aangeduid als “credits”.
Creditcontract
Een contract aangegaan door het hogeschoolbestuur met de student die zich inschrijft met het oog op het behalen van (een) creditbewij(s)(zen) voor één of meer opleidingsonderdelen.
Curriculum
Studieprogramma of opleidingsprogramma.
Deelquotering
De definitieve quotering van een leereenheid.
Deliberatie
Het vastleggen van de opleidingsonderdelen waarvoor geen quotering tien behaald werd en die niet moeten worden hernomen op basis van de deliberatieregels.
Diplomacontract
Een contract aangegaan door het hogeschoolbestuur met de student die zich inschrijft met het oog op het behalen van een graad of diploma.
Diplomajaar
Het jaar waarin een student zijn diploma behaalt.
Docent
Overkoepelende benaming voor lector, praktijklector, hoofdlector, …
ECTS
European Credit Transfer and accumulation System: creditsysteem dat mobiliteit en academische erkenning van opleidingsonderdelen binnen een Europese context mogelijk maakt.
ECTS-fiche
De ECTS-fiche van een opleidingsonderdeel bevat de onderwijskundige en organisatorische beschrijving van dat opleidingsonderdeel. Ze bevat informatie over de inhoud, doelen, competenties, docent(en), studiematerialen, onderwijsorganisatie, evaluatie- en beoordelingscriteria.
ECTS grading scale
Europees classificatiesysteem bedoeld om resultaten, behaald binnen verschillende instellingen te vergelijken en te transfereren naar het lokale beoordelingssysteem. Elke categorie krijgt een kwalitatieve omschrijving (A: excellent, B: very good, C: good, D: satisfactory, E: sufficient, F: fail).
Eerder Verworven Competentie (EVC)
Een Eerder Verworven Competentie, zijnde het geheel van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes verworven door
54
middel van leerprocessen die niet met een studiebewijs werden bekrachtigd. Eerder Verworven Kwalificatie (EVK)
Een Eerder Verworven Kwalificatie, zijnde elk binnenlands of buitenlands studiebewijs dat aangeeft dat een formeel leertraject, al dan niet binnen onderwijs, met goed gevolg werd doorlopen, voor zover het niet gaat om een creditbewijs dat werd behaald binnen de instelling en opleiding waarbinnen men de kwalificatie wenst te laten gelden.
Evaluatievorm
Per opleidingsonderdeel kunnen verschillende soorten evaluatievormen onderscheiden worden met daaraan verbonden eigen evaluatieactiviteiten. De evaluatievorm omschrijft de manier waarop de evaluatie gebeurt: bv. schriftelijke evaluatie, mondelinge evaluatie, rapport, werkstuk, observatie, permanente evaluatie. De evaluatieen onderwijswerkvormen worden gekozen in functie van de doelstellingen en vormen een coherent geheel.
Examen
Elke evaluatieactiviteit waarbij wordt nagegaan in welke mate een student de competenties of delen ervan, verbonden aan een opleidingsonderdeel of een deel ervan, heeft verworven.
Examencommissie
Het college dat de definitieve beslissingen neemt met betrekking tot het afgelegde studietraject van een student.
Examencontract
Een contract aangegaan door het hogeschoolbestuur met de student die zich onder de door het instellingsbestuur bepaalde voorwaarden inschrijft voor het afleggen van examens met het oog op het behalen van: a) een graad of een diploma van een opleiding, of b) een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen.
Examenkans
Mogelijkheid om een examen af te leggen. Per inschrijving en per opleidingsonderdeel heeft een student in principe twee examenkansen.
Examenperiode
De periode waarbinnen geëvalueerd wordt in een academiejaar. Er zijn drie examenperiodes per academiejaar.
Examenrooster
Het examenrooster is de aanduiding van een periode van examens en geeft een gedetailleerd overzicht weer van de evaluatiemomenten en -vormen van de opleidingsonderdelen. Permanente evaluatie is niet toegelaten binnen het examenrooster.
55
Examensecretariaat
Het secretariaat dat onder leiding van de voorzitter van de examencommissie alle ondersteunende werkzaamheden voor het goed verloop, verwerking en nazorg van het evalueren, verricht.
Examentuchtbeslissing
Een beslissing genomen naar aanleiding van onregelmatigheden.
Examinator
De persoon die aangeduid is door de voorzitter van de examencommissie om de studenten van een bepaald opleidingsonderdeel te evalueren op de mate waarin de studenten de competenties (of delen ervan) hebben verworven.
Gastinstelling
Een onderwijsinstelling waar de student een aantal opleidingsonderdelen volgt in het kader van een uitwisselingsprogramma en door middel van een contract verbonden is aan de Arteveldehogeschool.
Gaststudent
Een student komende van een gastinstelling die door middel van een contract verbonden is met de Arteveldehogeschool.
Geïndividualiseerd traject (GIT)
Een studietraject op maat voor een bepaalde student dat afwijkt van een modeltraject. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen een persoonlijk deeltraject (PDT) en een individueel opleidingstraject (IOT) waarbij opleidingsonderdelen uit diverse opleidingen worden opgenomen.
Geslaagd zijn voor een opleidingsonderdeel
Een student slaagt voor een opleidingsonderdeel wanneer hij hiervoor ten minste 10 op 20 behaalt. Hij behaalt hierdoor een creditbewijs.
Graad
Aanduiding van bachelor, master of doctor verleend op het einde van een opleiding.
Graad van verdienste
De examencommissie kent de student de volgende graad van verdienste toe: geslaagd op voldoende wijze, met onderscheiding, met grote onderscheiding of met grootste onderscheiding.
Grensdatum
Voor elk opleidingsonderdeel wordt door de hogeschool een grensdatum vastgelegd. Deze datum bepaalt onder andere het al dan niet terugkrijgen van leerkrediet bij uitschrijving voor dit opleidingsonderdeel.
Hogeschoolbestuur
Het instellingsbestuur van de hogeschool dat aangewezen is door de decreetgever als verantwoordelijk orgaan voor de uitoefening van de onderwijsbevoegdheden.
Hogeschooldecreet
Het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap.
56
Hoorcollege
In deze onderwijswerkvorm doet de docent of gastspreker voor een groep studenten aan informatieoverdracht. Het hoorcollege is vooral gericht op overdracht en verwerking van theoretische inhouden, kennis en inzichten. Naast het ex cathedra doceren kan men gebruik maken van activeringselementen zoals zoemsessies en discussiemomenten.
Indicatieve deelscore
Een indicatieve deelscore is een score die een aanwijzing geeft in welke mate de student de competenties of delen ervan van een opleidingsonderdeel heeft verworven. De indicatieve deelscore is een voorlopig gegeven met het oog op houvast, remediëringskansen en het bevorderen van de studievoortgang.
Inschrijvingsprogramma
Het geheel van opleidingsonderdelen waarvoor een student zich inschrijft (inclusief de vrijgestelde opleidingsonderdelen).
Instapcursus
Voor de start van de onderwijsactiviteiten kunnen instapcursussen georganiseerd worden voor opleidingsonderdelen die een specifieke voorkennis vereisen. Voor bepaalde opleidingsonderdelen kunnen adviessessies georganiseerd worden waarin aan kandidaatstudenten gericht advies wordt verleend in verband met hun niveau van vaardigheid of kennis. Beide activiteiten vallen buiten de normale onderwijsactiviteiten.
Interne beroepscommissie
De interne beroepscommissie bestaande uit de directeur onderwijs- en studentenbeleid als voorzitter, het diensthoofd studieadvies, het diensthoofd studentenadministratie en studieprogramma’s en het diensthoofd onderwijsontwikkeling en internationalisering als leden, behandelt het intern beroep door een student ingesteld bij niet akkoord van een student met een studievoortgangs-, examentucht- of een examenbeslissing.
Introductiedagen
Dagen voor de aanvang van het academiejaar waarop verplichte introductiesessies worden ingericht voor alle studenten. Zij krijgen informatie over het opleidingsprogramma en de opleidingsonderdelen, de belangrijkste punten m.b.t. hun rechtspositie, de onderwijsen examenregeling, de infrastructuur en veiligheid, de diensten en leefregels van de hogeschool.
Kwalificatie
Een studiebewijs zoals een diploma, getuigschrift, attest of certificaat dat verwijst naar de gevolgde opleiding.
Learning agreement
Overeenkomst tussen twee onderwijsinstellingen waarin het studietraject van de student bij een uitwisseling wordt vastgelegd.
57
Leereenheid
Deel van een opleidingsonderdeel waarvan een ECTS-fiche bestaat.
Leerkrediet
Het totale pakket van studiepunten dat een student gedurende zijn studieloopbaan kan inzetten voor een inschrijving onder diplomacontract voor een bacheloropleiding of een opleidingsonderdeel onder creditcontract en dat naargelang het aantal studiepunten waarvoor de student zich inschrijft en welke hij verwerft, kan evolueren.
Materiële vergissing
Elke andere dan een juridische vergissing betreffende de juistheid van de door de student behaalde quoteringen of deelquoteringen. Het betreft m.a.w. schrijf- of rekenfouten en andere verwerkingsfouten of andere vergissingen in de meest ruime zin van het woord zoals een foute quotering ten gevolge van het verkeerd invullen van een Excelbestand, het verwisselen van een dossier of naamsverwarring. Deze opsomming is niet limitatief.
Mentor
Zie stagementor
Modeltraject (MDT)
Een vooraf uitgetekend en aangeboden studietraject omvattende 60 of 30 studiepunten per academiejaar en dat door zijn onderwijskundige samenhang de student toelaat zijn diploma binnen de vooropgestelde minimumduur te behalen.
Module
Consistent deel van het opleidingsprogramma bestaande uit één of meerdere opleidingsonderdelen.
Numerieke quotering
Een geheel getal binnen het interval nul tot en met twintig dat volgens het beoordelingskader (zie bijlage 3) de mate weergeeft waarin een student de competenties of delen ervan van een opleidingsonderdeel heeft verworven.
Ombudsmedewerker
Persoon die optreedt als bemiddelaar bij geschillen en problemen tussen de student en één of meer personeelsleden.
Onderwijsconcept
Een beleidsverklaring die kwalitatief hoogstaand onderwijs aan de hogeschool verzekert. Het is toekomstgericht en bevat doelen voor continue onderwijsontwikkeling. Het onderwijsconcept heeft te maken met accenten en prioriteiten die men in het onderwijs wil leggen en de wijze waarop men deze wil realiseren. In deze zin is het een mission statement voor het onderwijs als kernproces. Het algemeen onderwijsconcept vormt de basis waarop de opleidingen specifieke opleidingsdoelen uitbouwen. Het vormt dan ook het richtsnoer voor toekomstige programmaherzieningen.
58
Onderwijstaal
De taal van een opleidingsonderdeel. In principe is dit het Nederlands.
Onderwijswerkvorm
Per opleidingsonderdeel kunnen verschillende soorten onderwijswerkvormen worden onderscheiden met daaraan verbonden eigen onderwijsactiviteiten. De onderwijswerkvorm omschrijft de manier waarop het onderwijs gebeurt: b.v. hoorcollege, werkcollege, praktijk, stage, projecttaken.. De onderwijswerkvorm geeft aanleiding tot leeractiviteiten zodat de doelstellingen kunnen bereikt worden De onderwijswerkvorm vormt samen met de evaluatievorm een coherent geheel.
Onregelmatigheid
Elke handeling of situatie of ieder gedrag dat de examinator – of bij uitbreiding de examencommissie – belet een objectief oordeel te vormen over de te bereiken competentie(s) van een student.
Ontheffing
Het mechanisme dat gebruikt wordt bij curriculumwijzigingen waarbij de reeds verworven resultaten van een student in het oude curriculum overgebracht worden naar de inschrijving in het nieuwe curriculum. Een ontheffing houdt in dat de student bepaalde onderwijsactiviteiten in het nieuwe curriculum niet meer dient te volgen. Er is geen behoud van quoteringen.
Opgenomen studiepunten
Studiepunten verbonden aan opleidingsonderdelen, waarvoor een student zich heeft ingeschreven in een bepaald academiejaar.
Opleiding
De structurerende eenheid van het onderwijsaanbod. Zij wordt bij succesvolle voltooiing bekroond met een diploma.
Opleidingsadviesraad (OAR)
Adviesorgaan binnen een opleiding met vertegenwoordiging van het werkveld of andere deskundigen en medewerkers van het opleidingsteam.
Opleidingsdirecteur
Leidinggevende van een opleiding aangesteld door het hogeschoolbestuur. (zie bijlage 2: voorzitters van een examencommissie)
Opleidingsgids
Concrete beschrijving van het opleidingsprogramma binnen het kader van het studiecontract. De ECTS-fiches maken integraal deel uit van de opleidingsgidsen. De opleidingsgidsen met de opleidingskalender zijn ter beschikking op de website van de hogeschool: www.arteveldehogeschool.be.
Opleidingskalender
De invulling van de kalender van het academiejaar zoals opgenomen in bijlage van dit studiecontract volgens de noodwendigheden van de opleiding.
59
Opleidingsonderdeel (OLOD)
Een afgebakend geheel van onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten dat gericht is op het verwerven van welomschreven competenties of delen ervan.
Opleidingsprofiel
Een geordende opsomming van de specifieke competenties die binnen een opleiding worden verworven.
Opleidingsprogramma
Een samenhangend geheel van opleidingsonderdelen gericht op de verwezenlijking van welomschreven competenties waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken.
Opleidingsraad (OR)
Paritair samengesteld medezeggenschapsorgaan van verkozen studenten en medewerkers van een opleiding onder het voorzitterschap van de opleidingsdirecteur.
Participatieforum
Beraadslaging- en raadplegingsorgaan van de hogeschool met een gelijk aantal studentenafgevaardigden van de Algemene Studentenraad (ASR) en afgevaardigden van het hogeschoolbestuur.
Partnerinstelling
Onderwijsinstelling waarmee de hogeschool een overeenkomst heeft voor de organisatie van een gezamenlijk programma.
Permanente evaluatie
Een regelmatige evaluatie van de studieprestaties verbonden aan een opleidingsonderdeel buiten het examenrooster.
Plagiaat
Het geheel of gedeeltelijk overnemen van andermans werk zonder dat hier op een correcte wijze naar verwezen wordt. Het niet naleven van de afspraken vastgelegd in het studiecontract in verband met het vermelden van de oorspronkelijke bron volgens de APA-norm wordt door de hogeschool aanzien als een vorm van plagiaat. Dit geldt voor alle soorten bronnen (teksten, beelden, muziek, databestanden, …). Ook het gebruik maken van vertalingen en parafrases zonder adequate bronvermelding volgens de APA-norm valt onder de noemer plagiaat. Plagiaat wordt door de hogeschool aanzien als een onregelmatigheid.
Portfolio
Een portfolio is een doelgerichte bundeling van bewijsmateriaal waaronder zowel afgewerkte producten, reflecties als procesverslagen kunnen vallen en dit wordt gebruikt voor het beoordelen van competenties. Reflectie het nadenken over het eigen leren - maakt een essentieel onderdeel uit van het portfolio. De student heeft het eigenaarschap van het portfolio.
Practicum
Een practicum is gericht op het aanleren van vaardigheden. In een practicum worden vaardigheden ingeoefend, gecorrigeerd, herhaald en gevarieerd toegepast.
60
Praktijk
Een onderwijswerkvorm waarbij studenten beroepsgerelateerde competenties ontwikkelen. Praktijk kan plaatsvinden in een onderwijscontext (practicum, labo,…) of in een beroepscontext (studiebezoek, veldwerk,…). In tegenstelling tot stage gebeurt de instructie en begeleiding van deze onderwijswerkvorm voornamelijk door de docent.
Praktijkbegeleider
Persoon die in opdracht van de Arteveldehogeschool de student begeleidt tijdens de praktijk.
Proclamatie
De mededeling van de resultaten van studenten door de voorzitter van de examencommissie in het openbaar.
Proefexamen
Een verplichte onderwijsactiviteit met het oog op het versterken van de kansen tot studievoortgang. Het proefexamen kan nooit het voorwerp van beraadslaging van een examencommissie zijn.
Promotieviering
Plechtige huldiging door de hogeschool van de gediplomeerden.
Raadsman
Persoon die in een juridisch geschil optreedt als gemachtigde of de verdediging op zich neemt via het uitschrijven van een juridische argumentatie of een mondelinge verdediging.
Schakelprogramma
Een programma dat kan opgelegd worden aan een student die zich wenst in te schrijven voor een masteropleiding op grond van een in het professioneel hoger onderwijs uitgereikt bachelordiploma. Het programma beoogt de in artikel 58, § 2, 2° van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen bedoelde algemene wetenschappelijke competenties en wetenschappelijke basiskennis bij te brengen.
Semester
Een academiejaar wordt ingedeeld in twee semesters.
Stage
Een onderwijswerkvorm waarbij de student zijn competenties optimaal ontwikkelt door het uitoefenen van beroepsactiviteiten onder leiding van een stagementor op de stageplaats en onder begeleiding van een docent als stagebegeleider uit de hogeschool. Bij stage wordt ook zelfstudietijd voorzien voor het doelgericht voorbereiden van de stage en het opmaken van verdiepende rapporten.
Stagebegeleider
Persoon die in opdracht van de Arteveldehogeschool de student begeleidt bij de stage.
Stagementor
Persoon die in opdracht van de stageplaats de student begeleidt tijdens de stage.
61
Studiecontract
De bundeling van de onderwijsregeling, examenregeling, gedragscode en tuchtregeling binnen de hogeschool die te raadplegen is op de website: www.arteveldehogeschool.be.
Studiegeld
Het bedrag te betalen door de student voor de deelname aan onderwijsactiviteiten en/of examens.
Studieomvang
Het aantal studiepunten toegekend aan een opleidingsonderdeel, aan een opleidingsprogramma of aan een opleiding.
Studieprogramma
Een studie- of opleidingsprogramma is gebaseerd op een uitgeschreven opleidingsconcept waarin de basisfilosofie en voornaamste krachtlijnen van de opleiding of studierichting worden beschreven, en stoelt op het onderwijsconcept van de hogeschool. Een studieprogramma bestaat uit opleidingsonderdelen die een gecoördineerd geheel vormen van onderwijsactiviteiten met daaraan verbonden studieactiviteiten. In een studieprogramma worden de opleidingsonderdelen van de opleiding of optie beschreven inzake de kernleerdoelen, leerinhouden, onderwijswerkvormen, studiemiddelen, examensysteem, optiedekking van opleidingsonderdelen, contacturen bij de gehanteerde werkvormen, studietijden en de eraan gekoppelde studiepunten.
Studiepunt (STP)
Een binnen de Vlaamse Gemeenschap aanvaarde internationale eenheid die overeenstemt met ten minste 25 en ten hoogste 30 uren voorgeschreven onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten waarmee de studieomvang van elke opleiding of elk opleidingsonderdeel wordt uitgedrukt.
Studietijd
De in uren weergegeven tijd die van de normstudent wordt gevergd om de voorgeschreven onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten van een opleidingsonderdeel, opleidingsprogramma of opleiding af te ronden.
Studietraject
De wijze waarop het opleidingsprogramma wordt geordend. Elke opleiding biedt één of meer modeltrajecten voor zijn studenten aan. Daarnaast kunnen geïndividualiseerde trajecten per student worden overeengekomen.
Studievoortgangsbeslissing
De beslissing dat een student al of niet voortgang kan maken in zijn studies. Onder studievoortgangsbeslissing wordt verstaan: een examenbeslissing, examentuchtbeslissing, de toekenning van een vrijstelling of van een bewijs van bekwaamheid, het opleggen van een maatregel van studievoortgangsbewaking.
62
Studievoortgangsbewaking
Het bewaken door de hogeschool van de normale studievoortgang bij elke student. Hiertoe kan de Arteveldehogeschool de inschrijving afhankelijk maken van bindende of niet-bindende voorwaarden.
Toelatingsonderzoek
Het onderzoek om te bepalen of kandidaat-studenten die niet voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden toelating kunnen verkrijgen om zich in te schrijven voor een bacheloropleiding. Dit onderzoek wordt geregeld door de Validerende Instantie van de Associatie Universiteit Gent.
Trajectbeheerder
De trajectbeheerder begeleidt de student bij het kiezen van een leertraject en volgt dit administratief op. Hij formuleert voor iedere student een niet-bindend advies op grond van de examenresultaten ten behoeve van de examencommissie.
Trajectcoach
De trajectcoach begeleidt de student bij het systematisch en op actieve wijze reflecteren over de trajectkeuzes en het eigen trajectverloop.
Vakantie voor studenten
Deel van het academiejaar waarin noch onderwijsactiviteiten noch examens worden georganiseerd, met name de herfst-, kerst-, paas- en zomervakantie en de overige reglementaire vakantiedagen (zie bijlage 1: academische kalender).
Volgtijdelijkheid
De door het hogeschoolbestuur bepaalde regels inzake het gevolgd hebben van of geslaagd zijn voor een opleidingsonderdeel of een opleiding vooraleer een student een examen kan doen over een ander opleidingsonderdeel of een andere opleiding.
Voltijds studietraject
Een studietraject dat de student in staat stelt om per academiejaar een studieprogramma te voltooien van ten minste 54 en ten hoogste 66 studiepunten.
Vrijstelling
De opheffing van de verplichting om over een opleidingsonderdeel of een leereenheid examen af te leggen. Er is geen behoud van quoteringen.
Werkcollege
Combinatie van informatieoverdracht en in interactie treden met de studenten. De docent geeft een inleiding op de leerinhoud en begeleidt studenten bij het uitvoeren van de leertaken. Studenten zijn vooral zelf aan het werk en de docent heeft de gelegenheid (individueel) op studenten te reageren. De nadruk ligt op het interactieve karakter. Daarom is het aangewezen dat het contactonderwijs plaatsvindt in groepen van beperkte grootte.
63
Werkstudent
Een student die aan al de volgende voorwaarden beantwoordt: hij is in het bezit van een bewijs van tewerkstelling in dienstverband met een omvang van tenminste 80 uren per maand of hij is in het bezit van een bewijs van uitkeringsgerechtigde werkzoekende en de opleiding kadert binnen het door de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling voorgesteld traject naar werk; hij is nog niet in het bezit van een tweede cyclusdiploma of masterdiploma; hij is ingeschreven in een studietraject met specifieke onderwijswerk- en evaluatievormen.
Zorgcoach
De persoon in een opleiding die voor studenten met een functiebeperking of met een zorg het aanspreekpunt is. Hij zoekt in samenspraak met de student en met respect voor diens privacy naar redelijke onderwijs- en examenfaciliteiten en volgt deze op.
64
Deel 8 Bijlagen Bijlage 1
Kalender van het academiejaar 2012-2013
Maandag 10/09/2012 t.e.m. vrijdag 14/09/2012
Instapcursussen voor studenten AJ 2012-2013
Maandag 17/09/2012 t.e.m. vrijdag 21/09/2012
Verplichte introductiedagen AJ 2012-2013
Maandag 24/09/2012 t.e.m. vrijdag 01/02/2013
Eerste semester: onderwijsactiviteiten aangevuld met evaluatie van leerresultaten, incl. bekendmaking en nabespreking van de examenresultaten
Vanaf maandag 15/10/2012
Inschrijving eerste semester via trajectbeheerder
Maandag 29/10/2012 t.e.m. vrijdag 02/11/2012
Herfstperiode: geen onderwijsactiviteiten
Woensdag 31/10/2012 t.e.m. vrijdag 02/11/2012
Herfstvakantie: collectieve sluiting
Maandag 24/12/2012 t.e.m. vrijdag 04/01/2013
Kerstperiode: geen onderwijsactiviteiten
Maandag 24/12/2012 t.e.m. woensdag 02/01/2013
Kerstvakantie: collectieve sluiting
Maandag 04/02/2013 t.e.m. vrijdag 08/02/2013
Semesterperiode: geen onderwijsactiviteiten
Maandag 11/02/2013 t.e.m. vrijdag 28/06/2013
Tweede semester: onderwijsactiviteiten aangevuld met evaluatie van leerresultaten, incl. bekendmaking en nabespreking van de examenresultaten
Vanaf vrijdag 15/03/2013
Inschrijving tweede semester via trajectbeheerder
Maandag 01/04/2013 t.e.m. vrijdag 12/04/2013
Paasperiode: geen onderwijsactiviteiten
Maandag 01/04/2013 t.e.m. vrijdag 05/04/2013
Paasvakantie: collectieve sluiting
Dinsdag 30/04/2013
Onderwijsdag: geen onderwijsactiviteiten
Woensdag 01/05/2013
Feest van de arbeid: collectieve sluiting
65
Donderdag 09/05/2013
O.L.H.Hemelvaartdag: collectieve sluiting
Vrijdag 10/05/2013
Brugdag: collectieve sluiting
Maandag 20/05/2013
Pinkstermaandag: collectieve sluiting
Maandag 01/07/2013
Start zomerperiode: geen onderwijsactiviteiten
Maandag 15/07/2013 t.e.m. vrijdag 09/08/2013
Zomervakantie: collectieve sluiting
Donderdag 15/08/2013
O.L.V.Hemelvaartdag: collectieve sluiting
Maandag 19/08/2013 t.e.m. vrijdag 13/09/2013
Derde examenperiode, incl. bekendmaking en nabespreking van de examenresultaten
Maandag 09/09/2013 t.e.m. vrijdag 13/09/2013
Instapcursussen voor studenten AJ 2013-2014
Maandag 16/09/2013 t.e.m. vrijdag 20/09/2013
Verplichte introductiedagen AJ 2013-2014
Maandag 23/09/2013
Start eerste semester AJ 2013-2014
Zaterdag 23/02/2013
Infodag 1 (10.00 – 17.00 uur)
Zaterdag 20/04/2013
Infodag 2 (10.00 – 17.00 uur)
Zaterdag 29/06/2013
Infodag 3 (10.00 – 17.00 uur)
Zaterdag 31/08/2013
Infodag 4 (10.00 – 17.00 uur)
66
Bijlage 2
Lijst met de namen en contactgegevens van de voorzitters van de examencommissies
Voorzitter van de examencommissies Bachelor in het bedrijfsmanagement en Voorzitter van de examencommissies Bachelor in het office management William Van Vooren Campus Kantienberg, Voetweg 66, 9000 Gent E-mail:
[email protected] Voorzitter van de examencommissies Bachelor in het communicatiemanagement en Voorzitter van de examencommissies Bachelor in de journalistiek Rik Adriaens Campus Kantienberg, Voetweg 66, 9000 Gent E-mail:
[email protected] Voorzitter van de examencommissies Bachelor in de ergotherapie, Voorzitter van de examencommissies Bachelor in de logopedie en audiologie, Voorzitter van de examencommissies Bachelor in de podologie en Voorzitter van de examencommissies Bachelor na bachelor in de creatieve therapie Jeroen Martens Campus Kantienberg, Voetweg 66, 9000 Gent E-mail:
[email protected] Voorzitter van de examencommissies Bachelor in de grafische en digitale media Luk Bouters Campus Mariakerke, Industrieweg 232, 9030 Mariakerke E-mail:
[email protected] Voorzitter van de examencommissies Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs en Voorzitter van de examencommissie Bachelor in de pedagogie van het jonge kind Caroline Detavernier Campus Sint-Amandsberg, Joseph Gerardstraat 18, 9040 Sint-Amandsberg E-mail:
[email protected] Voorzitter van de examencommissies Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs, Voorzitter van de examencommissies Bachelor na bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren, Voorzitter van de examencommissies Bachelor na bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs en Voorzitter van de examencommissies Bachelor na bachelor in het onderwijs: schoolontwikkeling Mark Pâquet Campus Kattenberg, Kattenberg 9, 9000 Gent E-mail:
[email protected]
67
Voorzitter van de examencommissies Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Hilde Meysman Campus Kattenberg, Kattenberg 9, 9000 Gent E-mail:
[email protected] Voorzitter van de examencommissies Bachelor in het sociaal werk Kris Thienpont Campus Sint-Anna, Sint-Annaplein 31, 9000 Gent E-mail:
[email protected] Voorzitter van de examencommissies Bachelor in de verpleegkunde en Voorzitter van de examencommissies Bachelor in de vroedkunde Claire Nuyttens Campus Kantienberg, Voetweg 66, 9000 Gent E-mail:
[email protected]
68
Bijlage 3
Beoordelingskader
N AHS
ECTS
ECTS-omschr.
Minimale beoordelings-
Grade
Extra beoordelingscriteria
Aanvullende persoonlijke, creatieve en kritische benadering van de leerinhoud.
Criteria
CB
16-20
A
Uitstekend
Voldoet aan de minimale beoordelingscriteria
Voldoet in ruime mate aan extra beoordelingscriteria
EN
Geeft blijk van een aanvullende persoonlijke, creatieve en kritische benadering van de leerinhoud en buitengewone diepgang en is extra gedocumenteerd
+
14-15
B
Zeer goed
Voldoet aan de minimale beoordelingscriteria
Voldoet aan extra beoordelingscriteria
EN
Geeft blijk van een aanvullende persoonlijke, creatieve en kritische benadering van de leerinhoud
+
12-13
C
Goed
Voldoet aan de minimale beoordelingscriteria
Voldoet aan extra beoordelingscriteria
OF
Geeft blijk van een aanvullende persoonlijke, creatieve en kritische benadering van de leerinhoud, maar niet consistent
+
11
D
Bevredigend
Voldoet aan de minimale beoordelingscriteria
Voldoet in beperkte mate aan extra beoordelingscriteria
OF
Geeft enkele aanzetten tot een aanvullende persoonlijke, creatieve en kritische benadering van de leerinhoud
+
10
E
Voldoende
Voldoet aan de minimale beoordelingscriteria
Voldoet niet aan extra beoordelingscriteria
EN
Geeft geen aanvullende blijk van persoonlijke, creatieve en kritische benadering van de leerinhoud
+
9
FX
Niet geslaagd (beperkte tekorten)
Voldoet net niet aan de minimale beoordelingscriteria (minimaal 90% maar geen 100% bereikt)
-
7-8
FX
Niet geslaagd (beperkte tekorten)
Voldoet niet aan de minimale beoordelingscriteria (70-90% bereikt)
-
2-6
F
Niet geslaagd
Voldoet niet aan de minimale beoordelingscriteria (minder dan 70% bereikt)
-
Code 1
F
Niet geslaagd
Deelgenomen zonder de intentie aan de beoordelingscriteria te voldoen.
Code 0
F
Niet geslaagd
Niet deelgenomen
De student heeft deelgenomen aan het examen en/of de praktijk, zonder de intentie aan te geven aan beoordelingscriteria te voldoen (zgn. “pro-forma” of blanco evaluatie). De student heeft niet deelgenomen aan het examen en/of de praktijk.
-
-
69
Bijlage 4
Begeleidingsaanbod voor studenten
1. Aanbod in elke opleiding 1.1 docenten van de opleiding 1.2 ombudsmedewerker 1.3 trajectbeheerder 1.4 trajectcoach 1.5 leercoach 1.6 zorgcoach 1.7 taalcoach 1.8 coach studentenparticipatie 1.9 opdrachthouder internationalisering 1.10 opdrachthouder uitstroom & alumni 1.11 medewerker studentenvoorzieningen 2. Aanbod in de Arteveldehogeschool 2.1 Dienst Studentenadministratie: verantwoordelijk voor studentendossiers en inschrijvingen, instellingsbrede ombudsmedewerker 2.2 Dienst Studieadvies: verantwoordelijke zorgcoaching, verantwoordelijke studentenparticipatie, verantwoordelijke instroom, verantwoordelijke trajectbeheer, trajectcoaching en leercoaching, verantwoordelijke uitstroom & alumni, verantwoordelijke taalondersteuning, verantwoordelijke diversiteit en gelijke kansen, verantwoordelijke student en functiebeperking 2.3 Dienst Studentenvoorzieningen: medewerkers studentensport, studentenhuisvesting, studentenmobiliteit, cafetaria en restaurant, advies en begeleiding bij het studeren met psychosociale aandachtspunten 2.4 Dienst Onderwijsontwikkeling & Internationalisering: verantwoordelijke internationalisering 2.5 Dienst ICT: helpdesk
70
Bijlage 5
Reglement Arteveldemediatheken
Toegankelijkheid 1
De Arteveldemediatheken zijn vrij toegankelijk.
2
De openingstijden van de mediatheken worden aangekondigd op de Arteveldewebsite.
Uitlenen 3
Studenten en medewerkers van de Arteveldehogeschool en van de Associatie UGent kunnen met hun studenten- of personeelskaart materialen uitlenen. Externe gebruikers kunnen zich op vertoon van een geldig legitimatiebewijs laten registreren en een lenerskaart aankopen. Daarmee kunnen gedurende één jaar materialen uitgeleend worden. De kaarten zijn geldig in alle Arteveldemediatheken.
4
Uitleningen zijn persoonlijk en moeten aan de uitleenbalie geregistreerd worden. Elke lener is verantwoordelijk voor het materiaal dat op zijn naam genoteerd staat.
5
De uitleenfaciliteiten verschillen per mediatheek. Alle uitleningen kunnen verlengd worden, tenzij het materiaal door een andere gebruiker gereserveerd is. Materialen verlengen en reserveren kan ter plaatse, telefonisch of via e-mail.
6
Voor te laat teruggebrachte werken wordt een boete aangerekend. De kosten voor de aanmaning vallen ten laste van de lener. Bij herhaalde overschrijding van de uitleentermijnen kan het mediatheekpersoneel het recht op uitlenen inperken.
7
De lener moet zorg dragen voor de materialen. Bij het uitlenen moet hij de materialen op beschadiging controleren en eventuele problemen melden, zoniet kan hij aansprakelijk gesteld worden. Bij verlies of ernstige beschadiging wordt een vergoeding gevraagd. Het mediatheekpersoneel bepaalt het bedrag.
Faciliteiten 8
Voor informatie en hulp kan de gebruiker een beroep doen op het mediatheekpersoneel.
9
Elke mediatheek beschikt over kopieer- en printfaciliteiten. Voor het kopiëren van materiaal wijzen wij de gebruikers op de wetgeving betreffende het auteursrecht.
10 In alle mediatheken staan computers met internetaansluiting. Ze zijn uitsluitend bedoeld voor onderwijs- en studiedoeleinden. Studenten en medewerkers van de Arteveldehogeschool kunnen inloggen met hun persoonlijke account en krijgen zo toegang tot hun mailbox, homefolder en netwerkbronnen. De gebruikers verklaren zich akkoord met de deontologische regels, opgesteld door de dienst ICT. Het document is beschikbaar op de Arteveldewebsite: www.arteveldehogeschool.be Attitude 11 De mediatheek is een lees-, werk- en studieruimte. De gebruiker houdt daar rekening mee en zorgt voor een rustige studiesfeer. Gsm-toestellen en geluidsapparaten moeten uitgeschakeld worden. Bij ongepast of storend gedrag kan het mediatheekpersoneel de gebruiker de toegang tot de mediatheek ontzeggen. 12 Na het kopiëren of raadplegen zet de gebruiker de materialen op de juiste plaats terug. 13 Jassen en tassen worden achtergelaten op de voorziene bergplaatsen. 14 Eten en drinken is niet toegelaten in de mediatheek.
71
Betwisting en sanctionering 15 Alle onvoorziene gevallen worden door het mediatheekpersoneel geregeld. 16 Wie de mediatheek gebruikt, verklaart zich akkoord met het reglement. Overtredingen kunnen aanleiding geven tot sancties. Zware overtredingen worden voorgelegd aan de opleidingsdirectie. Het orde- en tuchtreglement uit het studiecontract van de Arteveldehogeschool is hierop van toepassing. Ernstige inbreuken kunnen aanleiding geven tot het opstarten van een gerechtelijke procedure.
72