Arteveldehogeschool Mark Pâquet 2013-09-24
Bewijs Pedagogische Bekwaamheid (BPB) & Bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs (BUO) Bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren (ZRL) 1.
Inleiding
2.
Historiek van de opleidingen
3.
Focus van de opleidingen
4.
Aanbiedingsvorm
5.
Toegang tot de opleidingen
6.
Kwantitatieve gegevens
7.
Welke ‘vooropleiding’?
8.
BUOZRL als BPB
9.
BUOZRL voor kandidaten zonder lerarendiploma
10.
BUOZRL als specifieke lerarenopleiding (SLO)?
11.
BPB als noodzakelijk effect
12.
BUOZRL als zinvol professionaliseringstraject
13.
Effect afschaffing erkenning als BPB
14.
Evaluatie van de maatregel tot afschaffing
15.
Communicatie van de maatregel
16.
Perspectieven
1. Inleiding Deze nota wil de discussie in verband met de erkenning van bovenstaande diploma’s als BPB voor gewoon en buitengewoon secundair onderwijs stofferen. De nota werd bewust beknopt gehouden opdat alle actoren in het debat op de hoogte zouden kunnen zijn van alle cruciale elementen. In zestien stappen worden de verschillende bouwstenen van dit dossier op elkaar gelegd. Deze nota werd geredigeerd door Mark Pâquet, opleidingsdirecteur BUOZRL Arteveldehogeschool. Hij is gebaseerd op de inzichten en overtuigingen van de betrokken verantwoordelijken van hogescholen en opleidingen, en wordt aldus gedragen. 1
Het betreft volgende hogescholen: Artesis Arteveldehogeschool HoWest Karel De Grote Hogeschool KHLeuven KHLim Thomas Moore Vives
2. Historiek van de opleidingen De opleidingen BUO en ZRL kennen een lange historiek. Zij werden binnen het onderwijsveld opgericht om tegemoet te komen aan de ervaren noden inzake professionalisering in functie van buitengewoon onderwijs (reeds sinds de jaren 1900) en van de zorgfunctie in het gewoon onderwijs (sinds 1990). Na verloop van jaren werden ze in de schoot van de hogescholen gebracht met het statuut van ‘voortgezette lerarenopleidingen’ (1995). Bij de omvorming van het hoger onderwijs naar de Bachelor-Master-structuur (BaMa) kregen ze het statuut van ‘bachelor-na-bachelor-opleidingen’ (BNB) met een studiepuntengewicht van 60.
3. Focus van de opleidingen Beide opleidingen zijn gericht op het omgaan met specifieke onderwijsbehoeften (SOB) in respectievelijk buitengewoon en gewoon onderwijs. Zij beschikken in Vlaanderen over een gemeenschappelijk competentieprofiel als ‘eindtermen’. De competenties die doorheen beide opleidingen worden opgebouwd zijn dienstbaar aan de functies ‘leraar buitengewoon onderwijs’, ‘GON- of ION-leerkracht’, ‘zorgcoördinator’, ‘leerlingbegeleider’, ‘orthopedagoog’, ‘GOKleerkracht’.. Deze functies zijn niet steeds op dezelfde wijze geformaliseerd in een specifiek statuut.
4. Aanbiedingsvorm BUO en ZRL worden door de hogescholen aangeboden in twee vormen: als deeltijds weekend- of avondtraject gespreid over twee (of meer) academiejaren; als voltijds dagtraject gedurende één academiejaar.
5. Toegang tot de opleidingen De toegang tot de opleidingen is decretaal geregeld. Zij staan open voor alle personeelsleden van het onderwijs en voor alle houders van een BaMa-diploma. Dit impliceert dat ook kandidaten zonder een lerarendiploma toegang hebben. Deze decretale keuze is gebaseerd op de overweging dat beide opleidingen – bachelors in het onderwijs – een uitstekend professionaliseringstraject zijn voor personeelsleden die in het onderwijs vanuit diverse achtergronden (diploma’s) een rol spelen in de benadering van lerenden met SOB.
6. Kwantitatieve gegevens Naam hogeschool Artesis Arteveldehogeschool HoWest Karel De Grote Hogeschool KHLeuven
Studenten zonder lerarendiploma 2012-2013 BUO ZRL 0 0 50 12 3 0 27 18 59 0
Studenten met lerarendiploma 2012-2013 BUO ZRL 17 0 89 73 Toe te voegen 0 61 70 103 0 2
KHLim Thomas Moore Kempen Thomas Moore Mechelen Vives Brugge Vives Tielt Totalen % zonder lerarendiploma tov totaal
27 0 0 0 8 174 29%
10 7 1 1 0 49 13%
112 0 0 0 35 417
87 44 27 12 0 313
7. Welke ‘vooropleiding’? Als we spreken over studenten zonder lerarendiploma dan hebben we het in concreto over houders van volgende diploma’s: Bachelor of master in de orthopedagogie Bachelor in de ergotherapie Bachelor of master in de logopedie Bachelor in het sociaal werk Bachelor in de sociale readaptatiewetenschappen Bachelor in de gezinswetenschappen Bachelor in de toegepaste psychologie Master in de psychologie Master in de pedagogische wetenschappen Master in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie
8. BUOZRL als BPB Tevens werd in de regelgeving (2007) voorzien dat beide diploma’s gelden als BPB binnen gewoon en buitengewoon secundair onderwijs. Op deze wijze werd de competentie-opbouw binnen de opleidingen gewaardeerd en werden kansen gecreëerd binnen een context waar geformaliseerde functiedifferentiatie nog in opbouw is. Dergelijke erkenning betekent dat de houder van beide diploma’s lesbevoegdheid krijgt op basis van het eerste diploma. Bv. een bachelor toegepaste psychologie verwerft onderwijsbevoegdheid voor gedragswetenschappen of maatschappelijke vorming. De vakinhoudelijke bekwaamheid wordt verworven door het eerste diploma (en meestal verrijkt in BUOZRL), de pedagogisch-didactische door BUOZRL. De betrokken personeelsleden kunnen sindsdien dus ook in lestijden leerkracht werken, bijvoorbeeld als leerlingenbegeleider, GOK-leerkracht, GON-begeleider, leraar Algemene en sociale vorming,… Daarbij kunnen zij expertise overdragen vanuit buitengewoon naar de leerlingenzorg in het gewoon secundair onderwijs of omgekeerd. Voor basisonderwijs geldt en gold deze regelgeving niet vanuit de overweging dat de nodige achtergrond enkel kan worden opgebouwd door een combinatie van de Professionele Bachelors (PBA’s) in het onderwijs (de geïntegreerde lerarenopleidingen voor kleuter- en lager onderwijs): kleuter- en lager onderwijs en de BNB BUO of ZRL. De personeelsleden zonder lerarendiploma is evenwel mogelijk in bv. uren paramedici of zorgcoördinatie.
9. BUOZRL voor kandidaten zonder lerarendiploma De opleidingen speelden in op de toelating van kandidaten zonder lerarendiploma door complementair aan de 60 SP één of meerdere extra opleidingsonderdelen te voorzien voor deze doelgroep. In deze opleidingsonderdelen worden de nodige onderwijsreferentiekaders aangebracht en aan de praktijk getoetst/ in de praktijk omgezet. Net als voor de andere studenten is het evenwel zo dat het beoogde competentieprofiel, inclusief dus het BPB, wordt bereikt op basis van alle opleidingsonderdelen. Binnen al deze opleidingsonderdelen wordt voorzien in praktijk en praktijkopdrachten. Deze praktijk wordt op haar beurt verwerkt tijdens andere sessies van de opleidingsonderdelen en is veelal voorwerp van beoordelingstaken. 3
Tijdens een nabespreking tussen de voorzitters van de visitatiecommissies en de verantwoordelijken van BUOZRL in de betrokken hogescholen (in de schoot van VlHoRa) bleek dat de commissies hun advies inzake ‘bevoegdheid op marginale basis’ hadden gebaseerd op de misvatting als zou de onderwijscompetentie slechts via één opleidingsonderdeel worden verworven. Wie de opleidingsprogramma’s bekijkt zal opmerken dat veel aandacht gaat (voor elke student dus) naar pedagogisch-didactische benaderingen via diverse opleidingsonderdelen en via praktijkervaring (samen goed voor 500 uren), inclusief praktijkopdrachten.
10. BUOZRL als specifieke lerarenopleiding (SLO)? In de buitenwacht wordt weleens geopperd dat de opleidingen BUO en ZRL zich opwerpen als alternatieve SLO. Dit zou beteken dat zij kandidaten aantrekken die al dan niet reeds over een BaMa-diploma beschikken en die als leraar secundair onderwijs aan de slag willen, ongeacht de inhoudelijke focus op leerlingen met SOB of belemmerende leeromstandigheden. Het weze duidelijk dat kandidaten die nog niet over een BaMa-diploma beschikken en leraar secundair onderwijs willen worden, steeds worden verwezen naar de geïntegreerde lerarenopleidingen (GLO) of naar het traject BaMa+SLO. Houders van een BaMa-diploma, die echt als leraar aan de slag willen, worden verwezen naar de SLO. Met andere woorden, BNB-studenten zonder lerarendiploma zijn beroepskrachten (in spe) die competentie inzake omgang met SOB willen verwerven.
11. BPB als noodzakelijk effect Het feit dat het diploma BUO/ZRL geldt als BPB zorgt er dus voor dat betrokken personeelsleden perspectief hebben op duurzame tewerkstelling. Zij kunnen aan de slag in niet-leraren-functies die formeel wel als ‘leraar’ worden gecatalogeerd; zij kunnen dergelijke functies combineren met een beperkte lesopdracht waardoor hun contract haalbaar wordt; bij reorganisatie kunnen zij vlot worden ingeschakeld in meerdere functies; …
12. BUOZRL als zinvol professionaliseringstraject De kern van dit verhaal blijft uiteraard dat beide opleidingen gezien moeten worden als een zinvolle professionaliseringstrajecten voor (toekomstige) personeelsleden in buitengewoon en gewoon onderwijs. De competentie waartoe wordt opgeleid is ruimer en specifieker dan de lerarencompetentie die aan de orde is in GLO en SLO. Uit de voorbije onderwijsvisitatie kwam de kwaliteit van de betrokken opleidingen duidelijk naar voren, in het bijzonder in relatie tot het onderwijsveld. Het onderwijsveld zelf beaamt de meerwaarde van een multidisciplinaire instroom van personeel .
13. Effect afschaffing erkenning als BPB De afschaffing van de erkenning van BUOZRL als BPB betekent dat studenten die nu het tweede jaar van hun traject aanvatten, plots in een andere situatie terecht komen. In de richting van buitengewoon secundair onderwijs is er door het uitstel van de maatregel nog een klein perspectief, voor gewoon secundair onderwijs is dit verdwenen. Voor de pas gediplomeerden (juni en september 2013) geldt het bovenstaande evenzeer. Voor gediplomeerden die werkzaam zijn in gewoon secundair onderwijs, betekent de afschaffing in een aantal situaties wellicht het einde van hun tewerkstelling (ook als leerlingbegeleider. Naar de toekomst betekent de afschaffing het einde van een zinvol professionaliseringstraject met perspectief op duurzame tewerkstelling. Het alternatief is uiteraard dat de betrokkenen een SLO volgen. Vraag is of zij dit na of naast de opleiding BUOZRL zullen doen. De inschatting is eerder dat de afschaffing tot verlies van onderwijspotentieel zal leiden.
4
14. Evaluatie van de maatregel tot afschaffing Met de afschaffing van de erkenning als BPB van BUOZRL wil de overheid de toegang tot het lerarenberoep reserveren aan houders van een diploma van een GLO of SLO. Op het eerste zicht lijkt deze maatregel het lerarenberoep én het onderwijs dus te versterken. Hierna bekijken we deze maatregel vanuit verschillende beleidsperspectieven.
14.1.
Coherentie inzake regelgeving
Deze maatregel vertrekt van de assumptie dat de functiedifferentiatie binnen het onderwijs is gerealiseerd en dat alle verschillende functies binnen afzonderlijke statuten zijn geborgd. De werkelijkheid is anders..
14.2.
Aantrekkelijke jobs in onderwijs
Het onderwijs heeft de komende jaren veel nieuwe krachten nodig. Vraag is of deze maatregel de aantrekkelijkheid van de betrokken onderwijsjobs verhoogt.
14.3.
Beeldvorming
Overheid en onderwijsveld streven naar positieve beeldvorming over onderwijs. De reacties op de maatregel wijzen niet onmiddellijk in deze richting.. onderwijscontext.
14.4.
Multidisciplinaire benadering
Kwaliteitsvol onderwijs is onderwijs waarin verschillende disciplines samenwerken. Dit kan zowel binnen de klas (bv. In co-teaching) als binnen de schoolmuren zijn. Deze maatregel lijkt in deze richting eerder een barrière op te werpen. Zij-instromers met een sociaal of therapeutisch basisdiploma worden ten zeerste ontmoedigd om zich te professionaliseren met het oog op een job in onderwijs.
14.5.
Professionalisering
Adequate professionalisering van het onderwijspersoneel is een terechte beleidsprioriteit. Uit de getuigenissen blijkt dat BUOZRL een zinvol antwoord is op de nood aan professionalisering. Wil men dit pad echt afsluiten?
14.6.
Beleidsvoerend vermogen van scholen
Het versterken van het beleidsvoerend vermogen van scholen (-gemeenschappen en –groepen) staat hoog op de beleidsagenda. Uit de getuigenissen blijkt dat directies heel bewust kiezen voor gediplomeerden BUOZRL, ook zonder lerarendiploma, en omwille van bekwaamheidsbewijzen en de flexibele inzet in lesopdrachten het gecombineerde diploma (incl. BPB) waarderen. Wat wil de overheid?
14.7.
Integratie gewoon en buitengewoon onderwijs
Met het leerzorgkader als referentie en aangevuurd door de internationale regelgeving (VN-verdrag 2006) zal de overheid de komende jaren expertisedeling én vormen van integratie tussen gewoon en buitengewoon onderwijs stimuleren. De afschaffing van de erkenning als BPB belemmert de mobiliteit van personeelsleden tussen beide.
14.8.
Wijs beleid door overleg
Deze maatregel werd genomen zonder consultatie van essentiële stakeholders. Voor zover we kunnen inschatten zijn daardoor niet alle elementen in de besluitvorming overwogen. Bij uitbreiding geldt dit tekort voor het hele loopbaandebat.
15. Communicatie van de maatregel Graag stippen we terzijde aan dat de communicatie van de maatregel tot afschaffing naar kandidaat-studenten, studenten, gediplomeerden, werkgevers, .. geen evidente zaak is. Naar ons aanvoelen laat de overheid dit hoofdzakelijk aan de hogescholen, koepels en vakbonden over.
16. Perspectieven De verantwoordelijken van betrokken hogescholen en opleidingen zijn van oordeel dat in de huidige omstandigheden de maatregel best wordt ingetrokken. Dit schept de ruimte om een rustig en gestoffeerd debat te voeren met alle stakeholders. 5