Citeerwijze: Rechtbank van Koophandel Antwerpen 12 mei 2015, IEFbe 1546 (VZW Schoonheidsschool / Sanoma Media Belgium NV) www.IE-Forum.be
l-li¿Eei
ilii(t d;ilì
l-i
il;1¡,¡
ci:ir
¡1¡r'¡
Repertoriumnummer
zotsl 2 sl) (
Datum van uitspraak
'I:
rr
(;
€
íi l.) tì
tdit-l
íì
LzloslzÛts Rolnummer
AlL5l0067L
!
Niet aan te bleden aan de ontvanger
RechtbaNK vAN ANTWERPEN
Antwerpen Afdeling MECHEL¡:N Voruus ZOALS IN KORT GEDING
Aangeboden op
1 Niet
3 MEI 2,015
te registreren
Frank
Rechtbank van Koophandel ANTWERPEN AlL5l0067L Afdeling MEcHELEN
t2los/207s
-
Alt5l0067L
INZAKE
gevestigd te 2018 SCHOONHEIDSSCHOOLVZW, met ondernemingsnummer 0892.908.160, met zetel ANTWERPEN 1., MECHELSESTEENWEG 73. Eisende partij, alhier ter zitting vertegenwoordigd door Mr. DHONDT HANS, met kantoor te 1-200 van de BRUSSEL 20, NEERVELDSTRAAT 101-103 en de heer s. BASTIAENSENS, commercieel directeur VZW;
TEGEN
gevestigd te SANOMA MEDIA BELGIUM NV, met ondernemingsnummer 0404.802.477, met zetel 28OO MECHELEN, STATIONSSTRAAT 55.
Verwerende partü, alhier ter zitting vertegenwoordigd door Mr A. DE BLEECKERE. , met kantoor te 1000 BRUSSEI Havenlaan nr. 860 b4I4 , .
De inleidende dagvaarding werd betekend op25/O3/2Ol-5 door het ambt van
gerechtsdeurwaarder F. MEEUS, met standplaats te Mechelen; Gezien de overige stukken van het dossier van de rechtspleging'
Ter zitting uan 74104120L5 werden de raadslieden van paftijen gehoord, waarna de debatten werden gesloten en de zaak in beraad werd genomen'
I. FEITEN Eiseres, de vZW scHooNHEIDSSCHOOL, opgericht in2oo7 door oa de heer Benjamin Ruyters
en mevrouw Lesley-Ann Poppe, biedt opleidingen aan in Vlaanderen op het gebied van beauty, welness en fashion. Deze opleidingen worden verstrekt op 3 verschillende campussen te Antwerpen, Gent en Hasselt. Zijzou 14 personeelsleden in dienst hebben, samenwerken met 350 zelfstandige docenten en onderw'rjs verschaffen aan meer dan 8.000 leerlingen.
Verweerster, SANOMA MEDIA BELGIUM, is uitgever van verschillende magazines, waaronder Story, een weekblad, dat zij omschrijft als een "sterrenmagazine", dat een mix brengt van nieuws en reportages over bekende vlamingen (BV's), internationale sterren en royalty. Mevrouw poppe blijkt regelmatig in de Story en andere media te komen in artikels rond haar privé- en professionele leven. Eiseres stelt dat op 24.O3.2OL5 vennreerster op diverse nationale radiostations reclame maakt
voor het weekblad Story met volgende reclamespot: "Vrouwenstem, zwaar Antwerps accent: van Lesley-Ann Poppe' ', Heykens, ik ben Tiffany en ik volg les op de schoonheidsschool gene klop' wii doen don want dag, Dinsdog da's miin favoriete
Pagina 2 van 11
Rechtbank van Koophandel ANTWERPEN Alß/0067L Afdefrng MEcHELEN
Lzl0sl20rs
-
wij tezen gewoon allemaal de nieuwe story en wii hopen dat er iets ¡n staot over ge coiffeuse wilt Lesley-Ann, zodqt we wat kunnen roddelen over haor hé ia, als worden moet ge toch kunnen roddelen,'s woar he" Vrouwenstem, algemeen Nederlands:
"Dinsdag,nîeuweStory-dag'Haathemnuindekrantenwinkel! Story, gen'iet van het leven! Vrouwenstem, zwaar Antwerps aGcent: "En von dat van een onder'" gebreke om de Dezelfde dag stelde eiseres verweerster bij deurwaardersexploot in is met onder meer art' in strijd reclamespot stop te zetten. Zij houdt voor dat de reclamespot aan om haar ten V1.i.05, 2i en 3'van het Wetboek Economisch Recht. Zij maande verweerster van de laatste 25.03.z}tsom 1O.OO uur schriftelijk te bevestigen dat deze de verspreiding reclamespot onmiddellijk en defínitief zou stop zetten'
zij- na toestemming om te Ons, zetelende zoals in kortgeding' voor dagvaarden met verkorting van termijn - verweerster om te verschijnen op de zitting van 26'03.2015'
Gezien eiseres geen tijdig antwoord ontving, dagvaardde
II. DE VORDERING de vordering van Overeenkomstig haar conclusie, neergelegd ter griffie dd. 08'04'2015, strekt eiseres ertoe: geheel een vast te stellen dat de gewraakte reclamespot van verweerster in haar artikel 105,2' en/of WER V1.104 oneerlijke marktpraktijk uitmaakt, verboden door artikel BW; 1-382 art' van wER en/of artikel l-05,3" wER, en/of een fout uitmaakt in de zin gewraakte in welke vorm dan ook, van de - verweerster te horen bevelen de verspreiding, en gestaakt te houden, onder verbeurte staken te geheel onmiddeltijk reclamespot in haar dit bevel die wordt vastgesteld meer op per inbreuk van een dwangsom vìn 15.000 EUR inbreuk wordt dan 5 uur na de betekening van de tussen te komen beslissing. onder maar ook de radio, de op bijvoorbeeld verstaan een uitzending van de reclamespot verweerster; door vérspreiding van de spot via websites en sociale media gecontroleerd
verweerster te horen veroordelen tot de kosten van het geding.
III. EXCEPTIE VAN ONONTVANKELIJKHElD
t 1.t. om een Verweerster werpt op dat eiseres niet over de vereiste hoedanigheid beschikt in te stellen' stakingsvordering op grond van de bepalingen inzake oneerlijke marktpraktijken zijnde eiseres, dat aanvaard worden niet kan haar nU deze geen "onderneminE" iS. Volgens van verschaffen het hoofdzakelijk heeft een Vereniging Zonder Winitoogmerk, die als doel Onder nastreeft' doel onderwijs en/óf optei¿ingen, op duurzame wijze een economisch
Pagina 3 van 11
Rechtba nk van Koophandel ANTWERPEN Afdeling MECHELEN - A/Ls/00677
t2/0s/20rs
"economisch doel" begrijpt zij het leveren van goederen of diensten, terwijl het verstrekken van onderwíjs en/of opleidíngen geen "dienst" betreft, maar een intellectuele prestatie. Volgens eiseres voldoet zij wel degelijk aan de definitie van "onderneming" in de zin van art. 1.L.L'WER, daar zij op een duurzame wijze een economisch doel nastreeft door onder meer het organíseren van opleìdingen en adviezen in de schoonheidssector. 7.2.
Het begrip "onderneming" vervangt het begrip "verkoper". Onderneming is "elke natuurlijke persoon of rechtspersonen die op duurzame wijze een economisch doel nastreeft, alsmede zijn verenigingen." Het begrip "onderneming" stemt overeen met het gelijknamige begrip uit de mededingswet en vervangt in het recht van de handelspraktijken het ingewikkelde verkoperbegrip dat gehanteerd werd in de Wet Handelspraktijken. ln de memorie van toelichting bij het wetsontwerp WMPC wordt letterlijk gesteld dat VZW's die een economisch doel nastreven wel als ondernemingen moeten gekwalificeerd worden. Destijds vielen VZW's al onder het begrip "verkoper" in de mate dat zij, ter verwezenlijking van hun statutair doel, producten of diensten te koop aanbieden. Door de uitbreiding van de betekenis van het begrip "dienst" vallen nu ook VZW's onder het begrip onderneming van de WMPC, die in het kader van hun economische activiteiten díensten verlenen die niet op zichzelf een handelsdaad uitmaken in de zin van het Wetboek van Koophandel en ook geen ambachtsdaad zijn. De term "diensten" onder de WMPC moet worden geïnterpreteerd in de ruimst mogelijke beteken¡s die daaraan in het dagelijks taalgebruik wordt gegeven nl, alle prestaties die ten behoeve van derden worden verricht in het kader van een professionele activiteit. (cfr. Memorie van Toelichting, Parl, St. Kamer, Doc 52, 2340/OOt, p. 37-39) Het ondernemingsbegrip is eerder functioneel. Een VZW die in het raam van haar statutair doel producten of diensten aanbiedt op de markt is een onderneming. (cfr. STUYCKJ., "Handelspraktijken" in Handels- en Economisch Recht, Deel 2: Mededingingsrecht, Kluwer, 2O13, p.521
Vanuit dit lnieuwe' oogpunt, thans in het kader van het WER, dient eiseres beschouwd als een ondernerning, gezien zij in het raam van haar statutair doel diensten aanbiedt op de markt, met name het verstrekken van onderwijs, het organiseren van lessen en examens, handelingen inzake studiebegeleiding, .. etc (cfr. Kh Antwerpen24.OZ.2OLI, Jaarboek Marktpraktijken, 2011, 738 ev) 2.
2.L.
Voorts stelt verweerster dat eiseres niet aantoont dat z¡j rechtsgeldig wordt vertegenwoordigd. De beslissíng om deze stakingsvordering in te stellen steunt niet op een geldíge beslissing van de raad van bestuur van eiseres, daar deze beslissing niet werd genomen met de door de statuten vereiste meerderheid van stemmen, wat - volgens verweerster - uit de volgende nauwkeurige en met elkaar overeenstemmende vermoedens blijkt: - enkelde aanwezigheíd van de heer Ruyters op de inleidingszitting dd. 26.03.2015;
Pagina 4 van 11
Rechtbank van Koophandel ANTWERPEN Afdeling MECHELEN A|LS/00671.
-
-
t2l0slzors
het SMS-bericht van mevrouw Poppe aan 'Story' de dag van de betekening van de dagvaarding met volgende inhoud: "zoals dadrnet gezegd ben ik geen betrokken portij" de afwezigheid van mevrouw Poppe op de inleidingszitting dd. 26.03.201-5; de recente scheidíng van mevrouw Poppe van de heer Ruyters, zodat het niet ondenkbaar is dat er eventuele onenigheden kunnen bestaan op het niveau van de beslissingsvorming binnen de raad van bestuurvan eiseres; het niet-voorleggen van documenten door eiseres, waaruit de beslissing om huidíge stakingsvordering in te stellen blijkt.
Eiseres betwist dat voorgaande elementen "nauwkeurige en met elkaar overeenstemmende vermoedens" zijn, die bew'rjzen dat zíjgeen geldige beslissing zou hebben genomen om in rechte op te treden. 2.2
Art.44O 2de lid Ger.W. bepaalt dat de advocaat als gevolmachtigde van de partij verschijnt zonder dat híj van enige volmacht moet doen blijken, behalve indien de wet een bijzondere lastgeving eist. Bijgevolg moet de advocaat in beginsel geen enkel bew'rjs voorleggen van z'rjn mandaat, ook niet als de tegenpartij hierorn verzoekt. De loutere bewering dat hij optreedt voor een procespartij volstaat als legitimatie, zelfs wanneer dit door geen enkele gedraging van de part'rj voor wie hij optreedt of een ander uitwendig element waarschijnlijk wordt gemaakt. De advocaat moet geen drager zijn van de procedurestukken, noch moet hij een schriftelijke volmacht kunnen voorleggen. (CLOTTENS C., "De weerleggíng van het vermoeden van msndaot od litem: ort.775lid 2 Ger.W: bij proceshandelingen in nqam van een rechtspersoo,n", noot onder Cass. 09.OL.20O7, TRV 2008, p. 669) Het vermoeden van het mandaat ad litem, zoals vervat in art, 440 2de lid Ger.W, wordt ruim geïnterpreteerd, wat impliceert dat de rechtspersoon die voor de gewone hoven en rechtbanken optreedt door tussenkomst va n een advocaat wordt vermoed geldig te zijn vertegenwoordigd. Behoudens tegenbewijs wordt aldus de hoedanigheid van de rechtspersoon vermoed. Dit tegenbewijs kan geleverd worden met alle middelen van recht doch beweringen volstaan niet. (cfr. LINDEMANS D., "Het mendaat ad litem van rechtspersonen en de regelmatigheid van de beslissing van de rechtspersoon om in rechte te treden" , noot onder Cass. 09,01.2007, P&B 2007, p.352-353) Om het vermoeden te weerleggen volstaat - volgens arrest dd. 09.OI.2OO7 van het Hof van cassatie - dat aannemelijk wordt gemaakt dat de beslissing om een akte van rechtspleging te verrichten niet is goedgekeurd door het bevoegd orgaan van de rechtspersoon en evenmin van hem uitgaat. (CLOTTENS C., o.c., p.674l. Het Hof aanvaardt - anders gezegd - dat het tegenbewijs îs geleverd op grond van een geheel van nauwkeuríge en met elkaar overeenstemmende vermoedens, De hoger door verweerster aangehaalde "vermoedens", zowel afzonderlijk als gezamenlijk bekeken, volstaan voor Ons echter niet om te besluiten dat "aannemelíjk" wordt gemaakt dat de beslissing om huidige rechtsvordering in te stellen niet zou zijn goedgekeurd door het bevoegde orgaan van eiseres en niet van haar zou uitgaan. Verweerster steunt zich voornamelijk op de combinatie van de afwezigheid van mevrouw Poppe op de inleidingszittingf haar SMS-bericht van de dag van de
Pag¡na 5 van 11
Rechtbank van Koophandel ANTWERPEN
nfdeiing MECHELEN
- A/t5/0067L
72l0sl20rs
betekening van huidige dagvaarding en haar scheiding van de heer Ruyters, die wel aanwezig was op de inleidingszitting. ln welke context het kwestieuze SMS-bericht door mevrouw Poppe is verzonden, is niet te
achterhalen, gezien het om een reactie gaat op een mail vanwege "Evelien", dewelke niet wordt voorgelegd. Voorts kan evenmin uit de afwezigheid van mevrouw Poppe op de inleidingszitting, terw'ljl de heer Ruyters, voorzitter van de raad van bestuur, wel aanwezig was en de echtscheiding tussen beide leden van de raad van bestuur, allen vaststaande feiten, logischerwijze afgeleid worden dat er "vermoedelijk" geen voorafgaande beslissing is geweest van de raad van bestuur van eiseres om huidig geding in te leiden, dan wel dat dit n¡et geloofwaardig overkomt. Voormelde feiten kunnen îmmers bezwaarl'rjk leiden tot "een geheel van nauwkeurige en met elkaar overeenstemmende vermoedens". Uit het gegeven dat door eiseres (of de heer Ruyters) geen documenten worden voorgelegd, zoals de notulen van de raad van bestuur, waaruit de beslissing om onderhavige stakingsvorderîng in te stellen blijkt, kan als dusdanig geen vermoeden of enige logische gevolgtrekking worden afgeleid. Niet alleen is de beslissing om een mandaat ad litem te verlenen aan geen enkefe formaliteit onderworpen, vermits zij ook stilzwijgend kan geschieden (wat ten andere eveneens geldt voor een eventuele latere bekrachtiging), bovendien zou een dergelijke gevolgtrekking indruisen tegen het vermoeden van art. 44O,2de lid Ger'W, waarin de wetgever net uitdrukkelijk afgeweken is van de gewone regels inzake de bewijslastverdeling, die doorgaans voorkomen dat een negatief bewijs moet worden geleverd. (cfr. Art. L3L5 BW en 780 Ger.W). Het Hof van Cassatie weigert consequent om een procespart'rj vrij te stellen van een negatief bewijs uitsluitend omdat het een negatief bewijs betreft. Het is dus niet omdat het een negatief feit betreft dat aan de tegenpartij kan gevraagd worden om het positief bewijs van het tegendeel te leveren. (CLOTTENS C., o.c., p. 673) ln deze optiek wordt dan ook vereist dat eerst het tegenbewijs aannemelijk worden gemaakt, alvorens verweerster zou kunnen aandringen met toepassing van art. 78L Ger,W om de rechtspersoon te verplichten tot overlegging van stukken, zijnde van de notulen of de volmacht. 3
De exceptie van onontvankelijkheid bij gebrek aan hoedanigheid in hoofde van eiseres
dient
derhalve afgewezen.
IV. TEN GRONDE 1.
t.L. Eiseres stelt dat de reclamespot onmiskenbaar beweringen bevat die van aard zijn om afbreuk te doen aan het krediet en de reputatie van de Schoonheidsschool en de door haar aangeboden onderwijs- en andere diensten en activite¡ten. ln de spot word het beeld
opgehangen dat: de studenten bij de Schoonheidsschool in feite nietsnutten en roddelaars zijn; eiseres dit gedrag stimuleert, minstens tolereert;
-
Pagina 6 van 11
Rechtba nk van Koophandel ANTWERPEN Alr5l0067L Afdeline MECHELEN
-
!2/05120L5
-
het er bij e¡seres niet serieus aan toegaat. Zij noemt de radiospot afbrekende reclame, die haar zonder gerechtvaardigde reden identifíceert, nu deze spot opent met de zin: "Heykens, (..) en ik volg les op de schoonheidsschool van Lesley-Ann Poppe". Zij wordt bíj haar maatschappelijke benaming genoemd en deze spot viseert geen enkele andere onderneming dan eiseres zelf. Dat de reclame de naam van mevrouw Poppe vermeldt, neemt niet weg dat de Schoonheidsschool wordt ge1dentificeerd en geviseerd. De reclame schendt ernstig haar belangen. De radiospot betreft dan ook - volgens eiseres - een verboden marktpraktijk op grond van onder meer art. V1.105, 2" WER en Vl. 105,3" WER, evenals een oneerlijke marktpraktijk op basis van art. Vl. 104 WER.
Verweerster betwist het voorgehouden afbrekend karalter van de radiospot, om reden dat deze geen afbrekende elementen bevat in de ogen van de gemiddelde radioluisteraar- De perceptie van eiseres, de "geviseerde" onderneming, evenals deze van de eventueel gelieerde personen, zoals studenten en docenten, is zelf irrelevant, omdatdeze veel gevoeligerzijn voor cornmunicatie zoals de litigieuze reclame. De term "schoonheidsschool" wordt in zljn generieke betekenis gebruikt. Bij de radioluisteraar valt op dat de spot louter humoristisch dan wel ludiek bedoeld is, en dit als gevolg van het gebruik van een aantal stereotypen, die in de verf worden gezet, zoals oa het zware Antwerpse accent, De reclamespot identificeert eiseres niet noodzakelijk of maakt haar identificeerbaar. lntegendeel, deze viseert in de eerste plaats mevrouw poppe (als het uithangbord van de Schoonheidsschool), en niet eiseres. Er zijn hiervoor diverse gerechtvaardigde redenen: mevrouw Poppe is een "8V", zij maakt gretig gebruik van haar bekendheid om de Schoonheidsschool te promoten in de media en haar persoon werd in het verleden reeds gebruikt in de promotie van Story, eveneens op humoristische of ludieke wijze. Evenmin kan eiseres zÎch steunen op een schending van art. Vl' 104 WER, gezien er geen sprake is van enig denigrerend karakter van de reclame. ln zoverre eiseres zich beroept op de schending van de Code voor Reclame en Marketingcommunicatie, zijn de aangehaalde artikelen niet van toepassing, of is er een overlapping met wat hoger reeds werd neergeschreven omtrent beweerdelijk afbrekende reclame' 1..2.
Afbrekende reclame is elke communicatie die een bewering of een element bevat van die aard om afbreuk te doen in de ogen van derden aan het krediet of de reputatie van een econornische operator, zijn producten, diensten of activiteiten' De beoordeling dient te gebeuren vanuit het standpunt van de consument. Het
criterium is of
de reclame in de ogen van de gemiddelde, normaal geÏnformeerde, omzichtig handelende en oplettende consument met een minimum aan gezond verstand en kritische geest, als kleinerend wordt ervaren. Om het afbrekend karakter van de reclame te beoordelen dient rekening gehouden te worden met de reclame in zijn geheel en de kennisname van de ganse tekst door de consurnent, eerder dan met enkele zinnenfragmenten/beelden die deel uitmaken van deze reclame. Door in de reclamespot een leerling, die les volgt in een school, in een zwaar dialect aan het woord te laten met de melding dat zij op haar favoriete weekdag, de dinsdag, toch helemaal niets uitvoert, om dan andere activiteiten tijdens de schooluren te doen, zoals het lezen van
Pagina 7 van 11
Rechtbank van Koophandel ANTWERPEN Afdeling MEcHELEN - A/ts/0o67t
r2losl20Ls
een weekblad, omdat zij om haar stiel als kapster te leren, moet kunnen roddelen, wordt het onderwijs, dat gegeven wordt bij deze school onderuit gehaald, minstens gebanaliseerd of in het belachelijke getrokken. Het is de combinatie van wat er gezegd wordt, naast de manier waarop het gezegd wordt, met name in een zwaar Antwerps accent, dat b'rj een gemiddelde oplettende radioluisteraar toch minstens vragen of twijfels doet oproepen omtrent de ernst van lesgeven in deze school, en zodoende omtrent de reputatie en de kwaliteitvan het gegeven onderwijs. Het succes van een school als dusdanig hangt immers uitsluitend af van kwa litatief onderwijs en reputatie.
Dat deze radiospot "humoristisch dan wel ludíek" bedoeld is, en dit volgens verweerster, door het gebruik van een aantal stereotypen, neemt n¡et weg dat het juist de combinatie is van de verschillende elementen, die maakt dat het totaalplaatje van deze publiciteit voor derden als kleinerend/ afbrekend overkomt ten overstaa n van " de schoonheidsschool vøn Lesley-Ann poppe", Dit weegt des te meer door wetende dat het naar de buitenwereld niet eenvoudig is om een zekere "serieux" op te bouwen in de moeil'rjke sector van al wat met "schoonheid" te maken heeft. 1,3.
Art. 105, 2'WER heeft het over "afbrekende gegevens over een qndere onderneming, haor g oe de re n, die nste n of activiteit'" Om het te kunnen hebben over "afbrekende" gegevens moet er sprake zíjn van uitingen die het cliënteel van een onderneming afkerig maken van het doen van zaken met die onderneming. Om als afbrekend te kunnen worden ervaren, moet de reclame voldoende duidelijk zijn over de ondernerning die men viseert, Het begrip "afbrekend" bezit een vereiste dat er voldoende duidel'rjk moet kunnen worden teruggewezen naar een concrete
onderneming, De reclamespot vangt aan met de woorden: "Heykens, ik ben Tiffony en ik volg les op de
schoonheidsschool van Lesley-Ann Poppe'" Enerzijds is er onmiddellijk het gegeven dat eiseres nominatum wordt vermeld als ,,schoonheidsschool". Verwijzend naar de uitspraak van de voorzitter van de rechtbank van koophandel te Antwerpe n dd.27.O2.2011 wordt dit gegeven afgezwakt door het feit dat de naam "schoonheidsschool" inderdaad beschrijvend van aard is en niet onderscheidend. Dit brengt met zich mee dat een consument, in casu luisteraar, louter door het horen van dit woord niet in staat is de ene schoonheidsschool van de andere te onderscheiden en dus ook niet onmiddellijk een associatie zal maken met eiseres. AnderzUds volgt in de radiospot direct
de associatie met eiseres wanneer gesproken wordt van de "schoonheidsschool van Lesley-Ann Poppe".
ln deze optiek menen Wij dat de identificatie van eiseres als de geviseerde onderneming juist in het vofdoende vaststaat. De meest directe manier om haar te ídentificeren bestaat vernoemen van haar naam, maar identifÍcatie kan ook volgen uit de context waarin een mededeling is gedaan, uit begeleidende omstandigheden of feitelijke Eegevens die een onderneming omschr'rjven op een wijze dat haar identiteit met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld, quod in casu, door de vermelding (in één adem) van "schoonheidsschool
Pagina 8 van 11
Rechtbank van Koophandel ANTWERPEN Ahsl0067t Afdeline MECHELEN
-
vdn
Lzl0s/201s
Lesley-Ann Poppe" . (cfr. DE BAUW H., "ldentifícotie van verkopers en afbrekende reclome" ,
Jaarboek Handelspraktijken & Mededinging 1997, t42-L491 7.4.
Artikel art. Vl. 105, 3' WER verbiedt reclame die "het zonder gerechtvoardigde reden mogeliik maskt één of meer andere ondernemíngen te identificeren" ' Voorheen was in de wet opgenomen de identificatie "zonder noodzaak", wat thans is teruggebracht tot identificatie "zonder gerechtvaardigde reden", wat volgens de parlementarie werken inhoudt "dot de wettelìjk beschermde en rechtmatige belangen van de onderneming die wordt gei'dentificeerd gerespecteerd moeten worden" . (Memorie van Toelichting, Parl, St. Kamer, o.c., p.78)
Verweerster schrijft hieromtrent letterlíjk in haar besluiten: "Hoewel het strikt genomen inderdaad mogetijk is om eiseres te identificeren in de lítigìeuze reclame, dient ook hier opnieuw te worden gewezen op het feit dat de litigieuze reclame in de eerste plaots mevrouw p1ppE (ats het uithangbord van DE SCHOONHETDSSCHOOL) viseert, en niet eîseres." Terecht merkt eiseres hierbij op dat het gegeven dat verweerster (gerechtvaardigde) redenen heeft om in haar reclame te verwijzen naar mevrouw Poppe, nog niet betekent dat zij gerechtvaardigde redenen zou hebben om te verwijzen naar eiseres, de VZW SCHOONHEIDSSCHOOL.
1.5
Om hoger vermelde redenen maakt het verspreiden van deze reclamespot dan ook een oneerlijke marktpraktijk uit in de zin van art. V1.104 WER. 2
Verweerster werpt tot slot nog op dat een veroordeling strijdig zou zijn met artikel L0 EVRM, dat de vrijheid van meningsuiting waarborgt, Dit artikel vormt het decisieve afwegingskader voor de beoordeling van de toelaatbaarheid van de maatregel tot staking van slechtmakende of denigrerende kritiek in de commerciële of economische berichtgeving. Na een grondige afweging van het recht op vr'rje meningsuiting van verweerster en het recht op eer en goede naam van eiseres, kan onmogelijk vastgesteld worden dat het gevorderde stakingsbevel beantwoordt aan een dwingende sociale noodwendigheid, die dergelijke beperking van de vrije meni ngsuiting ka n rechtvaard igen, a ld us ve rweerster. ln eerste instantie dient hierbij opgemerkt dat de rechters in de verdragstaten van de EHRM wel meer beleidsruimte hebben om beperkingen van of sancties naar aanleiding van de uitoefening van de expressievrijheid te legitimeren als het om reclame gaat. Die beleidsruimte wordt wel beperkter als de reclameuiting ook of vooral een informatieve waarde heeft of aansluit bij een thema van maatschappelijk belang. (VOORHOOF D., "Slechtmaking van onderneming of vrijheid van kritiek in economische sfee/' , Auteurs & Media 207214,3851
Pagina 9 van 11
Rechtbank van Koophandel ANTWERPEN Afdeling MECHELEN - AlIsl0067L
t2105/207s
ln casu betreft het louteren puur een reclameboodschapvanwege eiseres om de luisteraars aan te zetten de Story te lezen, doch waarin nodeloos eiseres wordt betrokken en geviseerd. Deze publiciteit heeft geen informatieve waarde voor derden, laat staan dat het een thema van maatschappelijk belang aankaart. Wanneer het recht op vrije meningsuiting van verweerster in de radiospot op dermate wijze wordt uitgeoefend, kan dít niet opwegen tegen
het recht op eer en goede naam van eiseres. 3.
Gelet op het voorgaande, zijn Wij van oordeel dat de bewuste radiospot een oneerlijke marktpraktijk uítmaakt, welke dient stopgezet, temeer het Ons voorkomt dat eiseres door deze reclame schade lijdt en deze toeneemt bij elke verdere verspreiding van de radiospot op radio en elk ander sociaal medium. 3.1 Eiseres vraagt de verspreiding, in welke vorm dan ook, van de gewraakte reclamespot in haar geheel onmiddellijk te staken en gestaakt te houden, onder verbeurte van een dwangsom van 1.S.OSO EUR per inbreuk op dit bevel dat wordt vastgesteld meer dan 5 uur na de betekening
van de tussen te komen beslissing.
Verweerster meent dat de gevorderde tijdspanne van 5 uur om gevolg te geven aan het eventueel tussen te komen stakingsbevel te str¡kt is, alsook dat de gevorderde dwangsommen die daaraan worden gekoppeld onredelijk hoog z'tjn, zeker nu zij op de inleidingszitting heeft aangegeven de uitzending van de reclame voorlopig te staken in afiruachting van de beslissing. Zij stelt over voldoende termijn te moeten kunnen beschikken om alle radiostations te kunnen contacteren en haar sociale media te controleren' 3,2. Om de dwangsom haar overredende functie te laten behouden, moet het bedrag ervan derwijze worden vastgesteld dat de veroordeelde partij een zwaar economisch risico zou moeten nemen indien zijzou beslissen de hoofdveroordeling te negeren. Dit risico mag echter niet zo grootzijn dat de veroordeelde partü gevaarzou lopen op hetvlakvan de continuiteit van haar onderneming. Slechts wanneer het als dwangsom opgelegde bedrag aan deze beide vereisten voldoet, worden de principiële rechten op de doelmatige uitoefening van een rechtsmiddelverzoend met de aansporing om een uitvoerbare rechterlijke beslissing na te leven. Het komt Ons gepast voor aan het stakingsbevel het verbeuren van een dwangsom te koppelen, te rekenen binnen de 24 uur na de betekening van huidig vonnis, van 2.500 EUR per inbreuk. Onder ínbreuk wordt verstaan een uitzending van de reclamespot op de radio, maar ook van de verspreiding van de post via websites en sociale media, gecontroleerd door
verweerster. De voorschriften van de artikels 2,30.34.35.36.37 en 41 van de wet van 15 juni L935 op het gebruik der talen in gerechtszaken werden nageleefd.
Paßina 10 van 11
Rechtba nk van Koophandel ANTWERPEN Afdeling MEcHELEN - A/ts/00677
72105/zors
Beslissing De R¡currR oo. VooRzrren vAN
DEZE
R¡carsn¡¡r
Recht doende op tegenspraak,
Verklaart de vordering ontvankelijk en gegrond in volgende mate: Stelt vast dat de litigieuze reclamespot van verweerster in haar geheel een oneerlijke marktpraktijk uitmaakt, verboden door artikel Vl, 104 WER en artikel 7O5,2" WER en artikel
105,3'WER; Beveelt de staking van deze inbreuk en dienvolgens van de verspreiding, in welke vorm ook, van de litigieuze reclamespot in haar geheel, onder verbeurte van een dwangsom van 2.50O EUR per inbreuk op dit bevel, vastgesteld vanaf24 uur na de betekening van huidig vonnis,
Veroordeelt verwerende partij ook tot de kosten van deze procedure, door eisende partij begroot als volgt:
-
dagvaardingskosten en rolrecht: rechtsplegingsvergoeding:
347,53 euro L.230,00 euro
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad
Dit vonnis is uitgesproken door de Rechter - dd. Afdelingsvoorzitter van de Rechtbank van Koophandel ANTWERPEN afdeling MECHELEN, zetelende zoals in kort geding, in het gerechtsgebouw te MEcHELEN op dinsdag, L2lo5l2o75, door:
KERKHOF, M. VAN ROMPAYE
A. VAN DEN
Rechter
-
dd. Voorzitter
Griffier.
.- -v(('pt,lt ut A.VAN DEN KERKHOF
M. VAN ROMPA
Pagina 11 van 11
Lasten en bevelen ilat alle daartoe gevorderde gerechtsdeurwaarders dit vonnis ten uitvoer zullen leggen' Onr" Procureurs cles Konings bij tle rechtbanken van eerste aanleg Dat Onze Procureurs Generaal de "r, da.araan de hand zullen houden en dat alle bevelhebbers en off.cieren van de openbare macht daartoe sterke hand zullen bieden wanneer ilit werkelijk van hen gevorderd wordt' Ten blijke waarvan dit vonnis, is ondertekend en gezegeld net het zegel van de rechtbank.
Voor eensluidende uitgifte afgeleverd aan: Gerechtsdeurwaarder BEERTEN MARC voor de eisende partij.
Griffie van de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen, afdeling Mechelen
dd'22 mei 2016
Boekdeel UOR 11
Blz.xB
- Nr. 1149
euro
Betaalde rechten: 33,00 euro De griffrer,
D.D