JAARPLAN 2005
Amsterdam, 21 december 2004
2
INHOUDSOPGAVE
1.
INLEIDING
3
2.
PRIORITEITEN IN 2005
4
3.
BELEIDSPROGRAMMA 2005-2006
6
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
BELEIDSDOELSTELLINGEN Werk boven uitkering Klantgerichtheid Samenwerking in de keten Collecterende functie Kwaliteit Handhaving
9 9 12 14 15 15 17
5. 5.1 5.2
BEDRIJFSVOERING Sturing Overige zaken bedrijfsvoering
19 19 20
6. 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
BEGROTING 2005 Algemeen Begroting 2005 Financiële taakstelling Transformatiekosten en kwaliteit Kostenverdeling e.a. Kasstroomoverzicht
22 22 23 29 30 30 31
Bijlage I. Bijlage II.
Uitbestedingen Overzicht van andere taken
34 36
3
1. Inleiding
Kiezen om koers te kunnen houden. Dat is het centrale thema van dit jaarplan 2005. Een aantal ingrijpende ontwikkelingen voor UWV komen in 2005 samen. Het beleidsprogramma is omvangrijk en complex. Datzelfde geldt voor het ICT-programma. De instroom in de WAO, ingezet met de Wet Verbetering Poortwachter, daalt verder. Ook wijzigingen in de WW zullen leiden tot vermindering van werk. Deze daling van het werkaanbod en bijzondere kostenstijgingen voor UWV als gevolg van gestegen pensioenlasten en beperkte compensatie van loon- en prijsstijgingen maken forse aanpassingen noodzakelijk. Bekend was al dat het aantal arbeidsplaatsen wordt verminderd met ca. 6.300 door de overdracht van de premie-inning naar de belastingdienst, het fusie- en transformatieproces en het afstoten van andere taken. Door de volumedalingen en de noodzakelijke bezuinigingen verdwijnen nog 3000 arbeidsplaatsen extra. Dat betekent, dat de personele omvang van UWV in de komende jaren wordt gehalveerd. Eind 2001 is een transformatieprogramma afgesproken voor de periode 2002-2005. Dit programma voorziet in: fusie; vernieuwing van UWV naar een organisatie, die werk boven uitkering en de klant centraal stelt; verbetering van kwaliteit; reductie van de uitvoeringskosten. Het programma bevat afspraken over het prestatieniveau, dat onder gelijkblijvende omstandigheden ultimo 2005 zou worden bereikt. In de afgelopen jaren is een positief beeld ontstaan over de prestaties van UWV. Tegen veler verwachting in is het going concern ongestoord verlopen. De prestaties vertonen in het algemeen een stijgende lijn. Dit positieve beeld laat onverlet, dat het transformatieproces complex en risicovol blijft en dat in een dergelijk proces tegenvallers onvermijdelijk zijn. Medio 2004 stond reeds vast dat er, ook bij ongewijzigde omstandigheden, nog veel zou moeten gebeuren om het destijds afgesproken prestatieniveau in 2005 te realiseren. De omstandigheden zijn echter drastisch veranderd. Het transformatieprogramma voor 2005 loopt samen met het omvangrijke beleidsprogramma en de nog groter dan voorziene personele krimp van de organisatie. Het is niet realistisch om de verwachting te wekken dat UWV in 2005 deze programma’s tegelijkertijd kan uitvoeren en de daaraan verbonden doelen onverkort kan realiseren. De opgave is te omvangrijk en de risico’s voor verstoring van het going concern zijn te groot. Met de Minister van SZW hebben wij afgesproken dat de invoering van het beleidsprogramma prioriteit heeft boven het transformatieprogramma, omdat het beleidsprogramma tot grote besparingen op de administratieve lasten van het bedrijfsleven en op de uitkeringslasten leidt. Met die afspraak als uitgangspunt hebben wij prioriteiten gesteld voor 2005. In dit jaarplan lichten wij de gemaakte keuzes toe. Voor onze medewerkers is het perspectief van halvering van de organisatie verre van rooskleurig. Dit zet de immer grote motivatie en loyaliteit van onze medewerkers onder druk. Wij zullen al het mogelijke doen om voor de individuele medewerker zo snel mogelijk duidelijkheid te scheppen over zijn of haar toekomst bij UWV en te zorgen voor begeleiding naar werk buiten UWV. Wij tekenen ten slotte het volgende aan. Op het moment van opstellen van dit jaarplan is nog veel onzeker. Belangrijke onderdelen van het beleidsprogramma zoals de vernieuwing van de WAO en wijzigingen in de WW moeten nog door het parlement worden behandeld. De effecten van her sociaal akkoord met betrekking tot de WW worden in de loop van 2005 duidelijk. Analyses van deze effecten op het going concern, de ICT-portefeuille, het totale veranderprogramma en de financiële kaderstelling zijn, voor zover doenlijk, uitgevoerd om een beeld van mogelijkheden en risico’s te verkrijgen. Datzelfde geldt voor de effecten van de extra reductie van 3000 arbeidsplaatsen.Wij houden er rekening mee dat definitieve besluitvorming in 2005 over het beleidsprogramma een addendum op dit jaarplan noodzakelijk maakt. Raad van Bestuur
4
2. Prioriteiten in 2005 Het werkprogramma van UWV Zonder prioriteitstelling zou het werkprogramma voor 2005 van UWV er als volgt uitzien: 1. Voorbereiding en invoering beleidsprogramma 2005/2006 (WALVIS/SUB, nieuwe WAO, herbeoordelingen WAO, wijzigingen in WW en een tiental kleinere wijzigingen) 2. Afronden fusie en transformatie 3. Verdere kanteling organisatie naar werk boven uitkering 4. Invoering vernieuwd ketenprogramma 5. Vergroting klantgerichtheid en klanttevredenheid 6. Verbetering kwaliteit van de uitvoering tot het structureel gewenste niveau 7. 7% besparing op de uitvoeringskosten 8. Realiseren deel van de reductie van ca. 9300 arbeidsplaatsen 9. Voorbereiden invoering per 1 januari 2006 van een nieuw besturingsmodel binnen UWV. Randvoorwaardelijk is hierbij dat er geen verstoringen van het going concern plaatsvinden. Risico’s Aan het hiervoor geschetste werkprogramma zijn de volgende risico’s verbonden: Ø De omvang en complexiteit van het beleidsprogramma – dat in het volgende hoofdstuk wordt beschreven – leidt tot ingrijpende veranderingen in de drie primaire processen van UWV. Dergelijke ingrijpende wijzigingen brengen zware risico’s voor het going concern met zich mee. Ø De druk op het ICT-programma neemt toe. Voor 2005 voorziet dit programma, naast borging van het going concern, in de invoering van WALVIS/SUB, het uitfaseren van een aantal ICTstelsels, de invoering van nieuwe werkprocessen, de stroomlijning van beleids- en verantwoordingsinformatie, noodzakelijke aanpassingen aan kantoorautomatisering en vernieuwingen op het gebied van klantgerichtheid. Er is sprake van een grote verwevenheid tussen de verschillende onderdelen en de planning is zo strak, dat een enkele verstoring al kan leiden tot schade aan de totale ICT-performance en tot verstoring van het going concern. Om een objectief oordeel over de risico’s te krijgen hebben wij aan een expertgroep een oordeel over het programma gevraagd. Dat oordeel luidt dat het programma onmogelijk is uit te voeren en dat het noodzakelijk is onderdelen ervan te temporiseren. In dit oordeel zijn nog niet betrokken de invoering van de nieuwe WAO, de wijzigingen in de WW en de overige beleidswijzigingen alsmede ICT-vernieuwingen in het ketenprogramma. Ø Het veranderprogramma wordt in zijn totaliteit zo complex, dat het zicht op de samenhang verdwijnt en sturing wordt bemoeilijkt. Ø Het perspectief van verlies van ca. 9.300 arbeidsplaatsen brengt risico’s mee voor het behoud van kwaliteit van de uitvoering. Ø Door de veelheid van opgaven wordt het topmanagement te zwaar belast. Ø Er is onvoldoende budget beschikbaar om de inkrimping van de organisatie conform de regels van het sociaal plan te realiseren. Prioriteiten Om de risico’s te beheersen stellen wij de volgende prioriteiten. Absolute prioriteit ligt bij het waarborgen van het going concern en de invoering van het beleidsprogramma. Daarbij wordt gehandeld vanuit het perspectief van werk boven uitkering en gerichtheid op klant en ketensamenwerking.
5
Alle andere onderdelen van het werkprogramma hebben een lagere prioriteit. Dat betekent dat: anders dan voorgenomen en gewenst er in 2005 geen sprake zal kunnen zijn van verbetering van rechtmatigheid en tijdigheid van de uitvoering; verbeteringen in klantgerichtheid en ketensamenwerking alleen mogelijk zijn als dit geen effecten heeft op het ICT-programma; een toeneming van de klanttevredenheid in 2005 niet mag worden verwacht; het transformatieprogramma waar mogelijk wordt getemporiseerd; de voor 2005 geplande reductie op de uitvoeringskosten wordt doorgeschoven naar 2006. In de volgende hoofdstukken wordt deze prioriteitstelling verder uitgewerkt. Sturing Het stellen van prioriteiten alleen is niet voldoende om het going concern en de invoering van het beleidsprogramma te waarborgen. Versterking van de focus op het realiseren van deze prioriteiten is noodzakelijk. Wij nemen daarom de volgende maatregelen: Ø
Ø
Ø Ø Ø Ø
Het ICT-programma is herijkt met als doelstelling het waarborgen van het going concern en van de invoering van het beleidsprogramma. Waar mogelijk worden transformatieactiviteiten doorgeschoven. Gelet op de grote verwevenheid van de verschillende onderdelen van het ICT-programma vergt dat een nauwgezette analyse. De projectenportfolio, die ten grondslag ligt aan het veranderprogramma, is gesaneerd, vereenvoudigd en in overeenstemming gebracht met het beleidsprogramma. Er wordt een centrale veranderorganisatie ingericht voor centrale sturing op de herijkte projectenportfolio. De normstelling bij de prestatie-indicatoren waarop de organisatie wordt aangestuurd is aangepast aan onze mogelijkheden in 2005. De te grote span of attention van het topmanagement is ontstapeld. Om de afslanking van de organisatie in goede banen te leiden is de invoering van capaciteitsen afbouwmanagement versneld. De invoering van het nieuwe besturingsmodel per 1 januari 2006 wordt uitgesteld.
Ook deze aspecten worden in de volgende hoofdstukken nader uitgewerkt.
6
3. Beleidsprogramma 2005-2006
Zoals aangegeven geven wij prioriteit aan waarborging van het going concern en invoering van het beleidsprogramma 2005-2006. Onderstaand overzicht bevat dat beleidsprogramma, zoals dat er medio december 2004 uitziet. Daarbij is rekening gehouden met de afspraken, die in op 5 november j.l. gesloten concept-sociaal akkoord zijn gemaakt. Het overzicht laat zien welke effecten het beleidsprogramma in hoofdlijnen heeft op de reguliere uitvoering en op het transformatieprogramma, indien een en ander onverkort wordt uitgevoerd. Algemeen Titel/inhoud 1. o o o o
WALVIS/ Wfsv/SUB Invoering 1.1.2006 Harmonisatie loonbegrip voor belasting en premieheffing Herziening dagloonregels Overdracht premieheffing naar belastingdienst
Effecten voor uitvoering
Effect op transformatie
Zeer groot o Afbouw collecterende functie o Herziening dagloonberekening o Nieuwe polisadministratie o Walvisproof maken alle materiesystemen ZW, WAO en WW o Aanpassingen CBBS-systeem
Zeer groot o WALVIS/Sub is zowel beleidsals transformatieprogramma gericht op verbetering dienstverlening en beperking administratieve lasten; o Vertraagt diverse andere transformatieprogramma’s.
Arbeidsongeschiktheidswetten Titel/inhoud Effecten voor uitvoering 2. o o o 3.
o o
4.
o o
5. o o o
6. o o
Invoering aangepast schattingsbesluit (ASB) Ingevoerd 1.10.2004 Aanscherping schatting voor nieuwe gevallen Herbeoordeling alle gevallen < 50 jaar Tijdelijke regeling inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten (TRI) Invoering 1.12.2004 Tijdelijke inkomenstoeslag voor degenen waarvan uitkering wordt verlaagd Maximering ziekengeldlasten voor wachtgeldfonds uitzendsector Invoering 1.1.2005 Ziekengeldlasten uitzendbranche worden eerste 2 jaar beperkt tot maximum Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) Invoering 1.1.2006 Nieuwe wet voor nieuwe arbeidsongeschikten Voor lopende gevallen blijft huidige WAO van kracht
Uitbreiding no risk polis voor arbeidsgehandicapte jongeren Invoering 1.1.2006 No risk polis wordt uitgebreid
Groot o Herziening instructie en aanpassing CBBS-systeem o Is naar/voor verzekerden en politiek zeer gevoelig proces o Risico op sterke toename aantal bezwaar- en beroepszaken Beperkt o Aanpassing WAO, Wajong en WAZ-systemen o Aanvulling instructie
Effect op transformatie Beperkt tot redelijk groot o Extra inzet proces- en ICTdeskundigen
Beperkt o omvang aanpassing systeem en instructie is gering
Zeer beperkt o Wijziging systeem van premievaststelling voor deze sector o Beperkte systeemaanpassingen
Geen
Zeer groot o Vergt ontwikkeling volledig nieuw ICT-stelsel naast huidige WAO-stelsels o Nieuwe werkprocessen en werkinstructies voor inhoudelijke beoordeling en processen o Nieuwe koppelingen met polisadministratie en dagloonmodules o Grote opleidingsinspanning Nauwelijks
Zeer groot o Nieuw systeem is niet mogelijk voor 1.1.2006 o Voorlopig gekozen voor beperkte systeemaanpassingen en veel handmatige beoordeling. o Inzet van proces- en ICTdeskundigen o Vertraagt transformatieprogramma AG, POAA, personeel Geen
7
7. o o
voor groep vangnetters Wijziging samenloop ziekte en werkloosheid Invoering 1.1.2006 Samenloop ziekte en werkloosheid wordt beperkt
Werkloosheidswet Titel/inhoud
Beperkt o Aanpassing werkprocessen en inhoudelijke instructie samenloop o Aanpassing ICT-systemen
Beperkt o Zie hiernaast
Effecten voor uitvoering
Effect op transformatie
Vrijstelling sollicitatieplicht ouderen (pilot) o Invoering 1.1.2005 o Pilot bedoeld om vrijstelling bij mantelzorg of vrijwilligerswerk te regelen 9. Vereenvoudiging WW mbt. scholing, proefplaatsing en experimenten o Invoering 1.10.2004 o Betreft afschaffen REAuitkering bij scholing, uniformering proef-plaatsingen en invoering experimenteerregeling 10. Invoering feitelijk arbeidsverleden o Invoering 1.1.2005 o Feitelijk ipv fictief arbeidsverleden o Wijziging verzorgings-forfait o Invoering arbeidsverledenbeschikking 11. Aanscherping wekeneis WW o Invoering in 2005 o Wekeneis verhoogd naar 39 uit 52 weken
Zeer beperkt o Aanpassing coderingen in materiesystemen
Zeer beperkt o Zie hiernaast
Zeer beperkt o Aanpassing instructie
Geen
Groot o Vergt ingrijpende aanpassingen in WW-materiesystemen en huidige basisregistraties o Bij polisadminstratie opnieuw herziening systemen nodig o Herziening instructies
Groot o Vraagt grote inzet proces- en ICT-deskundigen o Heeft vertragend effect op transformatieprogramma WW, POAA, ICT en personeel
Beperkt o Leidt tot aanpassing systemen door koppeling met basisregistraties, kennis- en materiesysteem
12. Afschaffen kortdurende uitkering o Ingediende wetsvoorstel is aangehouden in afwachting van SER-advies, dat voor 1.4.2005 zal worden uitgebracht 13. Verruiming garantiedagloon voor ouderen o Invoering 1.1.2005 14. Anticumulatie gouden handdruk o Aangehouden in afwachting van SER-advies, dat voor 1.4.2005 zal worden uitgebracht
Nader te bepalen o Afhankelijk van beslissing over SER-advies en van tijdstip invoering
Beperkt/groot o Impact afhankelijk van moment van invoering. Ingeval van samenloop met geplande uitfasering van systemen of testperiode WALVIS is de impact groot. Nader te bepalen o Afhankelijk van definitieve inhoud en tijdstip van invoering
Zeer beperkt o Aanpassing dagloonproces en dagloonsysteem Nader te bepalen o Afhankelijk van beslissing over SER-advies en van tijdstip invoering
Zeer beperkt o Beperkte inzet ICT- en procesmedewerkers Nader te bepalen o Afhankelijk van definitieve inhoud en tijdstip van invoering
15. Premiedifferentiatie WW o Invoering 1.1.2006 o Introductie 2 premiegroepen: voor werknemers met contract < 1 jaar en contract > 1 jaar
Groot o Regeling vervangt huidige, in de uitvoering zeer ingewikkelde regeling van cyclische werkloosheid
Beperkt o Vergt nadere verfijning PANAberichten en extra koppeling polisadministratie/materiesysteem/premieramingen
8.
De in hoofdlijnen weergegeven effecten op de uitvoering en het transformatieprogramma zijn gebaseerd op de nu bekende inhoud van de beleidsvoornemens. Ook wat de beoogde invoeringstermijnen betreft wordt hier uitgegaan van de huidige plannen. Welke data uiteindelijk gaan gelden is mede afhankelijk van eventuele wijzigingen tijdens en de voortgang van de parlementaire behandeling. De nieuwe arbeidsongeschiktheidswet , de WIA, en de wijzigingen in de WW moeten nog door het parlement worden behandeld. Afhankelijk van de definitieve inhoud van
8 de wetgeving zullen de effecten op de uitvoering en het transformatieprogramma ook pas definitief kunnen worden vastgesteld Met betrekking tot de WIA is van belang, dat voor een bedrijfsmatig verantwoorde invoering van deze wet in elk geval de bouw van een nieuw ICT-systeem noodzakelijk is. Aangezien dat niet voor 1 januari 2006 is te realiseren, zal invoering per die datum gepaard moeten gaan met een aantal noodvoorzieningen in de huidige systemen en met handmatige beoordelingen. Om deze aanpak te realiseren is het noodzakelijk, dat eind 2004 de inhoud van de wet en de nadere regelgeving bekend is. Daarbij is van belang dat de invoering van WALVIS/SUB/WFSV het noodzakelijk maakt om in de tweede helft van 2005 geen andere systeemwijzigingen in die periode door te voeren, omdat in die periode alle uitkeringsystemen WALVIS-proof moeten worden gemaakt. De systeemwijzigingen tengevolge van WIA zullen dus in de eerste helft van 2005 moeten worden ontwikkeld. Met de Minister van SZW is afgesproken dat begin 2005 definitief wordt bepaald op welke termijn en onder welke condities de invoering van de WIA mogelijk is. Het tijdig kunnen invoeren van de wijzigingen in de WW is afhankelijk van de definitieve inhoud van de wetgeving. Deze staat nog ter discussie. Ook hier speelt een rol dat de invoeringsdatum niet mag interfereren met het WALVIS-proof maken van de WW-systemen.
9
4. Beleidsdoelstellingen
UWV heeft de wettelijke opdracht uitvoering te geven aan de WW, de ZW, de WAO, de TW en enkele andere wetten. Daarnaast voert UWV een beperkt aantal taken uit voor andere opdrachtgevers. UWV heeft op zijn beurt weer enkele taken uitbesteed aan derden. Onze belangrijkste beleidsdoelstellingen zijn werk boven uitkering, klant- en ketengerichtheid en juiste en tijdige uitkeringsverstrekking. Met inachtneming van de aangepaste normering van de prestatie-indicatoren beschrijven wij in dit hoofdstuk welke resultaten wij in 2005 zullen bereiken en welke instrumenten daarvoor worden ingezet.
4.1. WERK BOVEN UITKERING De kanteling naar werk boven uitkering wordt in 2005 voortgezet. Het beleidsprogramma wordt ook vanuit dat perspectief ingevoerd. In 2005 sturen wij op een beperkter aantal prestatieindicatoren dan in 2004 met als een doel een scherpere focus op de te behalen resultaten. Dit ziet er als volgt uit: Resultaten Prestatie Uitvoering arborol vangnetgevallen Daling ziekteverzuim t.o.v. 2004 Snelle start reïntegratietraject AG Snelle start reïntegratietraject WW Vanaf het derde kwartaal Tijdigheid reïntegratieverslag Juistheid reïntegratieverslag Sluitende aanpak WW Sluitende aanpak AG Effectiviteit reïntegratie Aantal plaatsingen
Te bereiken in 2005 5% 85% 85% 60% 70% 95% 90% 25.000
De omvang van het lopend bestand WAO ultimo 2005 wordt beïnvloed door verschillende factoren. Door de verlenging van de loondoorbetaling bij ziekte tot 2 jaar, is er in 2005 vrijwel geen WAOinstroom. De uitstroom wordt verhoogd door de herbeoordeling van de arbeidsgehandicapte klanten op basis van het per 1 oktober 2004 aangepaste schattingsbesluit. Bij de herbeoordelingen worden de ervaringen met geïntensiveerde claimbeoordeling betrokken. Wij verwachten dat door deze factoren er in 2005 sprake zal zijn van een relatief sterke afname van het lopend WAObestand. Per saldo verwachten wij dat het aantal WAO’ers eind volgend jaar zal dalen in de richting van 705.000. Een adequate uitvoering van de arborol voor vangnetgevallen draagt bij aan beperking van de uitkeringslasten Ziektewet en van de instroom in de WAO. De indicator die wij voor 2004 hiervoor hanteren (% herstel voor einde wachttijd WAO), heeft voor 2005 geen functie. Als gevolg van de invoering van de wet VLZ is er nauwelijks sprake van uitstroom van vangnetgevallen richting WAO. Als indicator hanteren wij daarom dit jaar de ontwikkeling van het verzuimpercentage in 2005. Wij realiseren in 2005 een daling van het verzuim (meldingsfrequentie x verzuimduur) ten opzichte van 2004 met 5%. De indicatoren juistheid en tijdigheid reïntegratieverslag zijn pas vanaf het 4de kwartaal 2005 interessant en hebben dan betrekking op de instroom WIA.
10 De norm voor de snelheid waarmee reïntegratietrajecten worden gestart stellen wij op 85% bij AG en 85% bij WW vanaf het derde kwartaal. Door het intensieve beleidsprogramma in 2005 zullen wij de procesverbeteringen die nodig zijn om bij de WW de gewenste norm (85%) te bereiken, pas later in 2005 kunnen doorvoeren. Ten aanzien van de indicator sluitende aanpak merken wij op dat dit begrip een gedifferentieerde werkwijze mogelijk maakt, toegesneden op wat de cliënt nodig heeft. We zullen iedere uitkeringsgerechtigde de begeleiding geven die nodig is. Die begeleiding kan bijvoorbeeld bestaan uit het aanbieden van een traject, het voeren van een aantal gerichte gesprekken die de cliënt in staat stellen weer zelf werk te zoeken of het doorleiden naar een traject sociale activering. Omdat er bij de uitvoering van de WW altijd enige uitval is, door technische oorzaken, of als gevolg van gedragingen van de cliënt, achten wij een percentage van 100% niet reëel. Wij hebben de norm daarom gesteld op 95% gesteld. Bij de sluitende aanpak AG kijken we naar de instroom in de WAO in 2004 en de resultaten van de herbeoordelingsoperatie, die op 1 oktober 2004 van start is gegaan. Omdat het budget in 2005 beperkt is, kan niet iedereen die daarvoor in aanmerking zou kunnen komen, ook daadwerkelijk op traject worden gezet. Met de minister is afgesproken dat eerste prioriteit hebben de herbeoordeelden, voorts de jonggehandicapten en daarna de rest. Om die reden stellen wij de indicator sluitende aanpak AG op 90%. In 2005 zal het aantal plaatsingen ten minste 25.000 bedragen (± 16.000 AG en ± 9000 WW). De plaatsingspercentages bedragen respectievelijk 50% bij WW en 40% bij AG per contractjaar. We kopen alleen trajecten in als er een redelijke kans op werkhervatting is. Wij begeleiden de cliënt tijdens en na het reïntegratietraject en houden stringent toezicht op de reïntegratiebedrijven. Om deze resultaten te bereiken hanteren we de volgende middelen en instrumenten. Intensivering claimbeoordeling In de pilot waarin meer aandacht is besteed aan de claimbeoordeling bij jonge vrouwen met psychische klachten is vastgesteld dat geïntensiveerde vormen van claimbeoordeling een verlagend effect hebben op de WAO-instroom. De resultaten van deze pilot betrekken wij bij de inrichting van het claimbeoordelingsproces voor de uitvoering van de WIA per 1 januari 2006. Daarnaast zullen wij de resultaten in 2005 benutten voor intensivering van de beoordeling en reïntegratiebegeleiding van uitzendkrachten en zieke werklozen. Het extra capaciteitsbeslag dat gepaard gaat met deze vormen van intensivering wordt afgestemd op de capaciteit die nodig is voor uitvoering van de herbeoordelingsoperatie. Reïntegratie Financiële middelen In 2005 zijn voor de inkoop van reïntegratietrajecten de volgende budgetten ter beschikking: € 80 miljoen voor WW; € 140 miljoen voor AG; € 60 miljoen voor voorzieningen. Bij het opstellen van dit jaarplan is nog overleg gaande over het financiële kader. Er bestaat nog onvoldoende duidelijkheid over de vraag of de hiervoor genoemde budgetten toereikend zijn om voor alle gevallen, waarvoor dat noodzakelijk is, een reïntegratietraject in te kopen. Aanbestedingsprocedure Bij de aanbestedingen van reïntegratietrajecten die in 2005 worden gedaan, wordt zoveel mogelijk gestreefd naar een administratieve lastenverlichting voor zowel de reïntegratiebedrijven als UWV. Daarnaast wordt gelet op mogelijke negatieve effecten van het aanbesteden. De RWI wijst in zijn advies van 27 februari 2004 op de mogelijke nadelige effecten van no-cure, no-pay waardoor het accent zou kunnen komen te liggen op snelle uitstroom boven een duurzame werkhervatting. Tot nu toe heeft UWV geen aanwijzingen dat resultaatfinanciering tot dit effect zou leiden, maar wij blijven de trajecten nauwgezet volgen. Reïntegratiebedrijven die door UWV worden gecontracteerd zijn verplicht om de klant ook na de plaatsing bij een nieuwe werkgever te begeleiden (nazorg), zodat zoveel mogelijk duurzame plaatsingen gerealiseerd kunnen worden. Daarnaast worden
11 bonussen beschikbaar gesteld aan de reïntegratiebedrijven als klanten worden geplaatst voor een periode langer dan 6 maanden. Wij hebben inmiddels voldoende ervaring opgedaan met de reïntegratiemarkt om een vervolgstap te zetten in de richting van duurzame contracten met reïntegratiebedrijven. We werken met het ministerie de volgende lijn uit. Reïntegratiebedrijven worden in eerste aanleg op basis van een aanbesteding gecontracteerd. Aan de hand van transparante prestatienormen beoordelen wij deze bedrijven en met een positief scorend bedrijf wordt het contract gecontinueerd. Blijft de prestatie van een bedrijf onder de norm, dan wordt het contract beëindigd en wordt dat deel opnieuw aanbesteed. Duurzame contractering leidt tot hogere efficiëntie en uiteindelijk betere resultaten. Reïntegratiecoach In 2004 is een start gemaakt met de invoering van reïntegratiecoaches. In 2005 wordt de capaciteit uitgebreid om de focus op werkhervatting te versterken. Vooralsnog komen er aparte reïntegratiecoaches voor AG en WW. Op langere termijn zal dit onderscheid vervallen. In het kader van de ketensamenwerking en bij de verdere ontwikkeling van onze frontoffices zal met CWI en gemeenten worden nagegaan op welke manier de begeleiding naar werk vanuit deze organisaties zo effectief mogelijk kan worden ingezet. De reïntegratiecoach stimuleert niet alleen werkhervatting; hij houdt contact met de klant na diens werkhervatting als hij twijfelt aan de duurzaamheid van de plaatsing en vervult een rol in het kader van handhaving door de klant op zijn plichten aan te spreken. Maatwerk Om maatwerk te kunnen toepassen bij de WAO-claimbeoordeling en reïntegratiebegeleiding maken wij onderscheid in vijf klantgroepen: werknemers met een werkgever, uitzendkrachten, zieke werklozen, jonggehandicapten en mensen met een lopende WAO-uitkering. Gelet op de diversiteit van de klantgroepen zijn in de uitvoering drie soorten teams nodig: een claim/reïntegratieteam voor de klantgroepen ‘werknemers met een werkgever’ en ‘zittend-bestand’. Daarnaast voert dit team ook de werkzaamheden vanaf claimbeoordeling uit voor de klantgroepen uitzendkrachten en zieke werklozen. een Arboteam voor de klantgroepen uitzendkrachten en zieke werklozen. Vanaf de claimbeoordeling vindt overdracht plaats naar het claim/reïntegratieteam. een Wajong-team voor de klantgroep jonggehandicapten (zowel instroom als ‘zittendbestand’). Doelgroepenbeleid In ons Jaarplan 2004 hebben wij uiteengezet wat onze inzet is voor enkele specifieke doelgroepen. Ook voor 2005 blijft UWV deze doelgroepen onderscheiden: In de periode 2004-2006 gaan wij 6000 extra trajecten inzetten voor jonggehandicapten. Wij zullen de werkgelegenheid van jongeren specifiek bevorderen door het mogelijk maken van JOP-stages en leerwerkplekken in de eigen organisatie. De plaatsingspercentages van vrouwen zijn op dit moment vrijwel gelijk aan die van mannen. Dat is ook ons doel. Wij bewaken dat dit ook zo blijft en treffen aanvullende maatregelen als bijsturing nodig blijkt. Wij zien dat allochtonen veelal een grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt. De doelstelling van het kabinet is dat de resultaten van trajecten voor allochtonen vergelijkbaar moeten zijn met die van reguliere trajecten. Voor deze groep hebben we in 2004 specifieke contracten gesloten met reïntegratiebedrijven. In de tweede helft van 2005 kunnen wij iets vertellen over de resultaten. Met de gemeente Zaanstad zetten wij een pilot op waarmee in eerste instantie 20 tot 100 allochtone vrouwen (met WAO, WW of WWB) worden begeleid naar individueel fiscaal ondernemerschap, waarbij men in de vorm van een maatschap samenwerkt met andere vrouwen. Ouderen worden met de vergrijzing een steeds belangrijker doelgroep. Wij zien sociale activering als een belangrijk instrument voor deze klanten, waarbij ons primaire doel blijft te komen tot reïntegratie. Met de gemeente Tilburg ontwikkelen wij voor ouderen activiteiten en faciliteiten om hen te stimuleren de mogelijkheid van het zelfstandig (fulltime of parttime) ondernemerschap te verkennen.
12 Afspraken met andere organisaties Om de kans op werk te vergroten is het vaak onontbeerlijk dat flankerende middelen worden ingezet als vervoersvoorzienigen, werkplekvoorzieningen, kinderopvang, schuldhulpverlening, taalcursussen voor allochtonen, verslaafdenzorg e.d. Wij zijn in 2004 gestart met het maken van concrete afspraken met gemeenten hierover. Dit is een noodzakelijke investering om de kansen op werkhervatting van onze klanten te kunnen vergroten. Wij zetten dit in 2005 voort. In samenwerking met de Commissie Werkend Perspectief willen wij door voorlichting aan werkgevers en brancheorganisaties het imago van arbeidsgehandicapten als werknemer verbeteren. In de voorlichting aan werkgevers geven wij meer bekendheid aan de financiële voordelen van het in dienst nemen van een arbeidsgehandicapte. Verder zullen wij zorgen dat voorzieningen aan werkgevers bij het in dienst nemen van een arbeidsgehandicapte snel worden getroffen. Met Cedris, de brancheorganisatie van SW-ondernemingen bereiden wij afspraken voor om te bevorderen dat werkervaring kan worden opgedaan door WAO’ers die in het kader van de herbeoordelingsoperatie zijn afgeschat. Ondersteuning Preventie Samen met arbodiensten onderzoeken wij binnen de wettelijke kaders de mogelijkheden om bedrijven, die op de juiste wijze met preventie en reïntegratie omgaan, te faciliteren. Reïntegratietelefoon en Internet Klanten die zelf het initiatief nemen om weer te willen werken, kunnen via de UWV-telefoon (reïntegratietelefoon) een beroep doen op ondersteuning. Door middel van internet worden klanten goed geïnformeerd over de mogelijkheden die er zijn ten aanzien van reïntegratie. De snelle start van de reïntegratie wordt hierdoor bevorderd en de klant wordt in staat gesteld om zijn verantwoordelijkheid te nemen. Individuele reïntegratieovereenkomst Als klanten zelf invulling willen geven aan het reïntegratietraject dan kunnen ze gebruik maken van de Individuele Reïntegratieovereenkomst. UWV ziet in dit instrument een waardevolle aanvulling voor een groep klanten die goed gemotiveerd is en zelf invulling wil en kan geven aan het reïntegratietraject. Wij geven daarbij aan welke bedrijven voldoende kwaliteit hebben om de IRO te kunnen uitvoeren.
4.2 KLANTGERICHTHEID Klantgerichtheid blijft ook in 2005 het vertrekpunt bij onze werkzaamheden. Het beleidsprogramma en de noodzaak om prioriteiten te stellen veroorzaken echter, dat er beperkingen zijn in het verhogen van de klanttevredenheid en –gerichtheid. Hierna wordt beschreven welke resultaten we zullen bereiken in 2005 en op welke manier we verder werken aan vergroting van de klantgerichtheid in de komende jaren. Resultaten Prestatie Klanttevredenheid verzekerden Klanttevredenheid werkgevers Afdoening klachten
Te bereiken in 2005 6 6 80% < 3 weken(ultimo 2005)
Klanttevredenheid Onze doelstelling was om in 2005 een score van 7 te bereiken voor de tevredenheid van de verzekerden. Door de herbeoordeling van de lopende gevallen WAO/WAZ/WAJONG en de aanscherping van de toetredingsvoorwaarden in de WW zullen wij in veel gevallen een voor de klant minder aangename beslissing uitreiken. Het is niet realistisch te veronderstellen dat in een
13 dergelijke context de klanttevredenheid stijgt. Wij verwachten een daling ten opzichte van de huidige situatie (6.5). Voor werkgevers is 2005 een jaar van grote veranderingen. In het bijzonder de overgang van de premie-inning naar de Belastingdienst en de voorbereiding op een nieuwe afdrachtsmethodiek zal voor veel werkgevers extra werk opleveren en ondanks intensieve voorlichtingsactiviteiten mogelijk tot vragen en onzekerheden leiden. Dat zal zijn weerslag geven op de mate van tevredenheid van werkgevers. Wij stellen de norm voor 2005 op 6, maar houden er rekening mee, dat die in praktijk lager zal uitvallen. Klachten De snelheid waarmee wij op klachten reageren, is nog niet optimaal. Voor een snelle afwikkeling van klachten is het noodzakelijk dat er ICT-voorzieningen worden getroffen, die een koppeling tussen het centrale klachtenbureau en de uitkeringsdossiers mogelijk maken. Dit kan in 2005 gelet op het overvolle ICT-programma niet worden gerealiseerd. Wij willen eind 2005 bereiken dat 80% van de klachten binnen drie weken afgehandeld is. Communicatie UWV heeft eind 2005 een transparante communicatiestructuur, die het klanten mogelijk maakt zelf te kiezen via welk kanaal ze met UWV in contact willen treden. Er zijn drie landelijke telefoonnummers, één voor werknemers, één voor werkgevers en één voor zakelijke relaties. Bij de klantencontactcentra in Goes en Assen kunnen alle verzekerden met al hun vragen telefonisch terecht op één landelijk telefoonnummer; 80% van de vragen kan direct worden afgehandeld of, als een inhoudsdeskundige moet worden ingeschakeld, binnen 24 uur. Wij willen de klant bewegen om meer van het internet als selfservicekanaal gebruik te gaan maken en minder van de telefoon. Via internet zal het merendeel van de vragen snel en adequaat beantwoord kunnen worden. De verwachting is dat klanten daardoor minder vragen over proceszaken zullen hebben en de UWV-telefoon vooral pro-actief gaan gebruiken als laagdrempelig adviesmiddel met vragen over dreigend ontslag en dreigende WAO-instroom. Werkgevers en verzekerden kunnen daarnaast al in 2004 brochures en formulieren downloaden en werkgevers kunnen zich abonneren op een maandelijkse digitale nieuwsbrief. In relatie tot veranderingen in de uitvoering van de sociale zekerheid zal waar nodig een sterkere doelgroepsegmentering gestalte krijgen, waarbij UWV bijvoorbeeld - in samenspraak met de cliëntenraden - via branche- en vakbladen en door bijeenkomsten voor intermediairs in het land met specifieke doelgroepen zal communiceren. Op basis van de evaluatie - en de tussen cliëntenraden en UWV overeengekomen verbeteracties - zal de samenwerking en de effectiviteit ervan ten gunste van de klant in 2005 verder verbeteren. Wij zetten onze externe campagnes in 2005 op reguliere basis voort, waarbij wij werkgevers en verzekerden pro-actief – dus nog voor ze cliënt worden - informeren over de producten en diensten die ze van UWV mogen verwachten. De effecten van onze reguliere communicatie blijven wij intensief volgen en zo nodig aanpassen. UWV versterkt de relatie binnen de keten werk en inkomen met het CWI in communicatief opzicht door een gezamenlijke aanpak en invulling van de handhavingscommunicatie. Bovendien wordt voor de werklozen die zich bij het CWI inschrijven samen met het CWI een halfjaarlijks blad gerealiseerd. Het is ons streven om gezamenlijk met de andere ketenpartners een internetsite te ontwikkelen, uitgaande van de vragen van de cliënten, in lijn met de route die de cliënt dient te bewandelen. Bezwaarschriftenprocedure UWV behandelt in 2005 ruim 125.000 bezwaarschriften. Bekend is dat onze klanten deze procedure als belastend ervaren. We hebben daarom enkele interne maatregelen getroffen, om besluiten direct te herzien als deze evident onjuist zijn. In die gevallen kan worden afgezien van de formele bezwaarprocedure.
14 Als de beslissing niet direct kan worden gecorrigeerd, kan mediation een oplossing zijn voor klanten. Wij zien belangrijke voordelen van dit instrument, omdat UWV en de klant op een gelijkwaardige wijze aan bod komen en omdat mediation tot een sneller resultaat kan leiden. In 2004 zijn wij gestart met enkele pilots om dit middel te beproeven. De evaluatie is beslissend voor een mogelijk vervolg. Is een geschil tussen UWV en de klant niet anders oplosbaar, dan staat de klant geen andere optie open dan bezwaar aan te tekenen. In veel gevallen is de opvatting van de klant zodanig duidelijk, dat het nader horen in een formele hoorzitting geen toegevoegde waarde heeft en zowel door de klant als door UWV als onnodig en vertragend kan worden ervaren. Wij hebben daarom bij SZW bepleit om het verplicht horen van verzekerden te vervangen door horen op verzoek. Cliëntenraden UWV kent nu 20 cliëntenraden, 3 centrale en 17 regionale. In totaal zijn 311 klanten lid van een cliëntenraad. Wij stellen de gedachtewisseling met de cliëntenraden zeer op prijs. Hun inbreng fungeert als concrete eye-opener voor de uitvoeringspraktijk, soms houdt de raad ons een spiegel voor vanuit klantperspectief. In een aantal gevallen vindt een dialoog plaats over de wijze waarop een vraagstuk het beste door UWV kan worden aangepakt. De belangrijkste thema’s zijn de klantbejegening en de effecten van de uitvoeringspraktijk voor klanten. Het is ons voornemen de raden te stimuleren zelf een werkplan en een agenda op te stellen voor de thema’s die voor hun achterban van belang zijn. Wij bieden daarbij ondersteuning.
4.3 SAMENWERKING IN DE KETEN Werk boven Uitkeren en het belang van de klant zijn de pijlers waarop de samenwerking tussen de ketenpartners CWI, UWV en Gemeenten rust. We zoeken centraal naar vormen van samenwerking, maar laten volop ruimte voor lokale initiatieven. Op basis hiervan hebben de ketenpartners voor de nabije toekomst vijf gezamenlijke en samenhangende ambities vastgesteld, met als gemeenschappelijke ambitie: de keten zet zich in voor een dynamische arbeidsmarkt waardoor meer mensen langdurig aan het werk zijn. Deze ambities zijn van meetbare doelen en resultaten voorzien. Met de afspraken voor het ketenprogramma zal worden voortgebouwd op datgene wat al in 2004 in gang is gezet voor de verbetering van de samenwerking. Wij voeren dat ketenprogramma uit. Bij de realisatie daarvan dient rekening gehouden te worden met zeer beperkte ICT-capaciteit. Het realiseren van koppelingen van systemen is in 2005 niet haalbaar gezien de andere prioriteiten. Wij voeren overleg met de ketenpartners over een realistische benadering van wat in 2005 haalbaar is. In dit jaarplan vermelden wij de hoofdthema’s uit het ketenprogramma voor zover dat nu bekend is. Gezamenlijk definiëren van ketenresultaatindicatoren Resultaatindicatoren per organisatie mogen niet met elkaar in tegenspraak zijn, maar moeten elkaar juist op lokaal en regionaal niveau versterken. In 2005 gaan we werken met gezamenlijke resultaatindicatoren voor de keten. Gezamenlijke aanpak van reïntegratie We willen klanten slagvaardig en doelgericht helpen op weg naar werk. Als ketenpartners moeten we, ten behoeve van de klant, gezamenlijk onze financiële middelen kunnen inzetten (en hem geen obstakels van bureaucratie of instituties laten tegenkomen). CWI zal daarnaast haar kennis van de (regionale) arbeidsmarkt delen met de ketenpartners en ook wordt gezocht naar mogelijkheden van gemeenschappelijk gebruik van instrumenten en kennisuitwisseling. We hebben in 2005 met alle gemeenten afspraken over trajecten voor mensen met een WAO- en WWB-uitkering. Ook overigens optimaliseren wij de procedures en samenwerking op het raakvlak van WAO, WW en WWB.
15
Gezamenlijke handhaving We hechten groot belang aan de ontwikkeling en toepassing van klantprofielen en risicoanalyse. Die helpen ons bij een actief op doelgroepen gericht handhavingsbeleid, zowel qua volume (te lang of te vaak een uitkering) als qua feitelijke aantoonbare fraude. Wezenlijk is dat vanuit de keten steeds de beschikbare en actuele kennis naar de voorkant wordt gebracht, zodat we daar de poortwachterfunctie optimaal kunnen uitvoeren. Het gaat om een maximale activering van mensen. De uitstroom- en de preventiequote kunnen door een gerichte handhaving omhoog. Die uitstroom- en preventiequote stellen we voor 2005 gezamenlijk op. In het project Sluitende Keten worden met CWI 10 pilots uitgevoerd op het gebied van identiteitsfraude. Vorming van bedrijfsverzamelgebouwen We willen de vorming van bedrijfsverzamelgebouwen stimuleren. Gemeenten zijn leidend, de andere ketenpartners zullen initiatieven optimaal ondersteunen. De medio 2004 geïntroduceerde functie van arbeidsadviseur zal vanaf 1 januari 2005 op 60 locaties operationeel zijn. De reïntegratiecoaches WW werken op locatie van het BVG of een CWI-locatie. De dienstverlening voor arbeidsgehandicapten vindt plaats vanuit de frontoffices AG. Afstemmen van ICT-investeringen Belangrijk uitgangspunt is dat een klant dezelfde informatie zo veel mogelijk slechts één keer hoeft te geven. We verwijzen hierbij naar de overeenkomst die de grote ZBO’s hebben gesloten over het gebruik van de Nationale Authenticatie Voorziening (NAV). Binnen de keten is men zich bewust van de beperkingen die op dit moment gelden voor de inzet van ICT.
4.4
COLLECTERENDE FUNCTIE
Het komende jaar zal de druk op de invoering van WALVIS/SUB en de ontwikkeling van de polisadministratie zeer groot zijn. Naast de eigenlijke ontwikkelingen wordt een complex testtraject afgelegd waarbij in- en externe koppelingen worden beproefd. Daarnaast zullen de werkorganisaties voor de polisadministratie, de gegevensdiensten, de overgangstaken en de resttaken gestalte moeten krijgen. Ook zal per 1 juli de eerste tranche van 475 fte overgaan naar de Belastingdienst. Deze ontwikkelingen hebben een grote impact op het personeel en leggen een zware last op het management dat ook het going concern gaande moet houden. De overgang van personeel naar de Belastingdienst betekent dat voor de tweede helft van het jaar minder capaciteit voor de looncontroles beschikbaar zal zijn. De medewerkers die overgaan zullen weliswaar een deel van hun werkzaamheden blijven uitvoeren, maar tegelijk een intensief opleidingstraject gaan volgen, waardoor de inzetbare capaciteit vermindert. Inzet is om in ieder geval de 80/20 regel voor onderzoeken te realiseren en eventuele restcapaciteit in te zetten op basis van risicoanalyse. Het bereiken van een rechtmatige uitvoering is in de gegeven omstandigheden kwetsbaar. Onze inspanning blijft erop gericht om een rechtmatige uitvoering te bereiken. Wij zullen de bestrijding van de werkgeversfraude bestendigen en hier bij de te maken afspraken met de Belastingdienst over de overgang van premiezaken rekening mee houden.
4.5
KWALITEIT
De druk op onze medewerkers wordt het komend jaar groot. Naast de voorbereiding op de uitvoering van nieuwe regelgeving, is hun toekomst bij UWV onzeker. Handhaving van het kwaliteitsniveau van 2004 zal daarom al een niet eenvoudige opgave zijn. In 2005 stellen wij ons de volgende resultaten ten doel.
16
Resultaten Prestatie Rechtmatigheid Tijdigheid
Te bereiken in 2005
99%(zie toelichting) Claim WW Claim ZW Einde wachttijd WAO/WIA Verwerking MSV
90% < 8 wkn( ultimo 2005) 85% < 4 wkn(ultimo 2005) -90% < 7 dgn
Rechtmatigheid Op het gebied van de rechtmatigheid is 2005 een kwetsbaar jaar. De rechtmatigheid is afhankelijk van menselijke fouten en de kans op het maken van fouten wordt groter in tijden van onzekerheid. In de afgelopen jaren is de rechtmatigheidsscore continu het hoogst bij de collecterende functie en de uitvoering van de arbeidsongeschiktheidswetten ( >99%). Aangezien juist in deze onderdelen van de organisatie forse veranderingen aanstaande zijn, onder meer vanwege de uitvoering van het beleidsprogramma, moet worden verwacht dat de rechtmatigheid van de uitvoering over de hele linie in 2005 zal uitkomen onder de 99%. Daarmee zouden we – net als in 2003 – een verklaring met beperkingen van de accountant krijgen. Wij zullen er gericht op sturen dat de rechtmatigheid niet onder de 97% komt. Tijdigheid Verbetering van de tijdigheid is vanwege het grote belang voor de klant een van onze speerpunten. Volgend jaar zullen we echter door het intensieve beleidsprogramma slechts beperkt verbetering mogen verwachten, waardoor het langer duurt dan verwacht voor we de doelen bereiken die we bij de start van UWV hadden gesteld. Zoals hierboven aangegeven zal het extra aandacht vragen om dit niveau te handhaven. De tijdigheid WW wordt in 2005 verhoogd tot 90%. De tijdigheid ZW is aangepast ten opzichte van 2004. Voor dat jaar geldt een norm van 90%, maar feitelijk ziet die alleen op het verzuim bij uitzendkrachten. De tijdigheid is daar > 90%. Bij overigen ligt die op ca. 73%. Met 85% wordt het gemiddelde genomen. De instroom van arbeidsongeschikten die eind 2005 op gang komt betreft de eerste WIA-gevallen. Voor de WGA-gevallen kunnen wij de claimbeoordeling pas na 1 januari 2006 afronden, omdat onderdeel van die beoordeling is de vaststelling van de referte-eis, waar de ziekteperiode deel van uitmaakt. Conclusie is dat de indicator Tijdigheid Eindewachttijdbeoordeling moet worden aangepast en voor 2005 niet kan gelden. Kwaliteit Sociaal medisch handelen In 2005 werken wij verder aan borging en verbetering van de kwaliteit van het beoordelingsproces. Wij intensiveren de beoordeling met de volgende maatregelen: Wij voeren een extra toets uit als bij de beoordeling geen duurzaam benutbare mogelijkheden worden vastgesteld. Wij zorgen voor een dubbele beoordeling bij cliënten met vage klachten. Wij hebben een bureau Sociaal Medische zaken opgericht, dat, naast de vakinhoudelijke aansturing van de verzekeringsartsen, verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van transparante toetscriteria voor het vakinhoudelijke individuele kwaliteitsbeeld en het behoud en de ontwikkeling van kennis en uitvoerende vaardigheden. Samen met de universiteiten van Amsterdam richten wij een “Kenniscentrum Verzekeringsgeneeskunde” op. Dit kenniscentrum richt zich onder meer op de ondersteuning van de sociaal medische gevalsbehandeling, zoals de ontwikkeling van professionele richtlijnen en instrumenten, en de prognosestelling.
17
4.6 HANDHAVING Resultaten Prestatie Compliance (% uitkeringsgerechtigden en werkgevers dat bekend is met de plichten en de bijbehorende sancties) Aantal overtredingen naar duur en omvang (zowel uitkeringsgerechtigden als werkgevers)
Te bereiken in 2005 60%. Eind 2004 vindt een 0-meting plaats.
Begin 2005 zal overleg worden gevoerd over de algemene prestatie-indicatoren, die voor het jaarplan 2006 zullen gaan gelden. In dat kader zullen wij voorstellen doen voor de indicator of indicatoren die voor handhaving het meest effectief zijn. Voor het jaar 2005 hanteren wij nog de eerder gehanteerde set indicatoren. In 2005 worden verder de volgende accenten in ons handhavingsbeleid gelegd. Handhaving in het SUWI domein In de aanloop naar de invoering van de wet WFSV in 2006 gaan wij ons handhavingsproces opnieuw vormgeven. Uitgangspunt is dat handhaving een ondeelbaar proces is, een keten van fraudepreventie, detectie en controle, inspectie, opsporing en afdoening. In een dergelijke keten staat de samenhang tussen bestuurs- en strafrechtelijke aanpak voorop. De bestrijding van fraude is doelgroepgericht en wordt door risicoanalyse en klantprofilering aangestuurd. De ramingen die zijn afgegeven in het kader van het Handhavingsarrangement en bijbehorende prestatienormen dienen daarbij als leidraad. Voorts gelden de kaders van het Opsporingsbeleidsplan. Samenwerking in de keten Signalen over misbruik van identiteit wisselen wij uit met onze ketenpartners. Samen met CWI worden 10 pilots uitgevoerd op het gebied van identiteitsfraude. We geven uitvoering aan de handhavingsparagraaf van het SUWI Ketenprogramma 2005. Ten behoeve van de interventieteams zet UWV in 2005 70.000 mensuren in. In 2005 is geen onderzoekscapaciteit nodig ten behoeve van de SIOD, die dan op volledige organieke sterkte is. SUB / WFSV Tot uiterlijk 1 januari 2006 pakt UWV de opsporing van premiefraude aan. Daarna is dit een zaak van de Belastingsdienst en de FIOD/ECD. Over de aanpak na 1 januari 2006, het oppakken van signalen over en het doen van onderzoek naar ‘oude jaren’, maken wij afspraken met de Belastingdienst. Dat geldt ook voor signalering van uitkeringsfraudes, die bij onderzoeken naar premiefraude aan het licht komen. De personele uitfasering in het kader van de overdracht naar de Belastingdienst kan gevolgen hebben voor de in 2005 te realiseren aantallen processen-verbaal. Wij stellen alles in het werk om deze gevolgen tot een minimum te beperken, maar zijn daarbij deels afhankelijk van de inzet van de Belastingdienst en FIOD/ECD. Focus op uitvoering en kwaliteit In 2005 krijgt verbetering van de kwaliteit van het handhavingsproces prioriteit. De aanbevelingen uit het rapport “Fraudebestrijding: stand van zaken 2004” van de Algemene Rekenkamer zijn hierbij het vertrekpunt. We voeren een pakket aan verbetermaatregelen door in de fraudepreventie en opsporing. Bijzondere aandacht krijgt de kwaliteit van de informatievoorziening in samenhang met de monitoring van de uitvoering van het handhavingsbeleid en het sturen op resultaatsindicatoren. Het in 2004 ontwikkelde meetinstrumentarium voor benchmarking wordt in
18 2005 geïmplementeerd. Ten aanzien van de uniformering van handhavingsbegrippen treden wij graag met het ministerie in overleg. De uitvoering van de wet BMTi scherpen wij aan, in het bijzonder de toets verwijtbare werkloosheid en de toets op sollicitatieactiviteiten. Eind 2004 is een 0-meting naar de effecten van opgelegde maatregelen op de programmakosten uitgevoerd. In 2005 zal worden uitgewerkt op welke manier hierover kan worden gerapporteerd. Verhoging controlebeleving Wij breiden het aantal fysieke controles uit van 7.000 in 2004 tot 17.000 in 2005. Hiermee voldoen wij aan één van de intensiveringsdoelstellingen van het SZW Handhavingsprogramma 2003-2006. Door nadrukkelijk de publiciteit te zoeken beogen we de controlebeleving van uitkeringsgerechtigden te beïnvloeden. Alvorens te komen tot een verdere uitbreiding van de fysieke controles achten wij een nadere effectiviteitsmeting noodzakelijk. Deze ronden wij het tweede kwartaal 2005 af. Vergroting pakkans Vergroting van de objectieve pakkans realiseren wij door verbetering van de fraudebestrijding en door de verhoging van de fraudealertheid van onze medewerkers. Ook in 2005 trainen we 2.000 medewerkers in fraudealert denken en handelen. Voor de verdere vergroting van de pakkans voor uitkeringsfraudeurs ontwikkelen we een instrument “Waarneming ter plaatse” voor de risicogerichte opsporing van zwarte uitkeringsfraude. In het derde kwartaal 2005 starten wij experimenten met de inzet van dit middel. Afhankelijk van de resultaten hiervan bekijken wij de samenstelling van de controlemix voor 2006. Risicomanagement 25% van onze onderzoekscapaciteit wordt in 2005 via risicoanalyse aangestuurd. In 2005 stellen we een integrale analyse op van de risico’s op het gebied van het misbruik en het oneigenlijke gebruik van derdengegevens vanuit de polisadministratie. Bestrijding identiteitsfraude en illegale tewerkstelling Gezien het succes in 2004, worden in 2005 een zestal landelijke acties uitgevoerd voor de controle op identiteitsbewijzen. In 2005 wordt het consequent opvolgen van ACL signalen (risicoanalyse) – opeenhoping van dienstverbanden bij één sofi-nummer – gecontinueerd. Het personeel dat de identificatie en verificatie verricht krijgt een training documentherkenning. UWV levert 215 processen-verbaal identiteitsfraude in 2005 (2004: 125). De Illegalennota biedt een aantal effectieve middelen om zwarte fraude en illegale tewerkstelling te bestrijden. Op basis van een gerichte werkgeversbenadering gaan we vanaf 1 mei 2005 verscherpt toezien op een tijdige inzending van Meldingen SV. Overtredingen die bij controles aan het licht komen, worden vanaf 1 mei 2005 beboet. Bestrijding internationale fraude De dienstverlening aan de gemeenten en SVB zetten wij voort. Wettelijke verankering wordt voorzien per 1 januari 2005. Voor de bestrijding van internationale fraude blijft ook in 2005 het Interventieteam Buitenland (voorheen exportteam) actief. Volgend op de evaluatie in 2004 van de analysemodellen voor landen en populaties, gaan we in 2005 de uitkomsten ervan implementeren. Het onderzoek naar de werking en effectiviteit van de internationale handhavingsafspraken wordt ook in 2005 voortgezet.
19
5.
Bedrijfsvoering
5.1 Sturing In hoofdstuk 2 hebben wij in hoofdlijnen geschetst welke prioriteiten wij in 2005 stellen en welke sturingsmaatregelen er nodig zijn om de gestelde doelen te realiseren. In de vorige hoofdstukken is beschreven tot welke resultaten op het gebied van werk boven uitkering, klant- en ketengerichtheid en kwaliteit van de uitvoering die prioriteitstelling leidt. Hieronder werken we de maatregelen uit, die genomen worden om de sturing op de resultaten te optimaliseren. a.
Het ICT-programma is herijkt en primair gericht op ongestoorde voortgang van het going concern en het zo goed als mogelijk invoeren van het beleidsprogramma. De periodieke monitoring van de voortgang wordt ondergebracht in de nieuw op te zetten Veranderorganisatie. Met het oog op beheersing van risico’s is voor 2005 en 2006 een aantal uitgangspunten geformuleerd: 1. ICT-inzet voor vernieuwingsprojecten is beperkt mogelijk; 2. De convergenties van Zwaluw, AG Cadans D, ontslag WW, overig WW worden afgemaakt; 3. De uitfasering van de basisregistraties vindt plaats in de jaren 2006 – 2009; 4. De (doel)systemen worden pas na 2005 op de Polisadministratie aangesloten.
b.
Een centrale Veranderorganisatie wordt verantwoordelijk voor de sanering en aanpassing aan het beleidsprogrammma van het huidige veranderprogramma, bestaande uit 16 programma’s, waaronder 93 projecten vallen. De projectenportfolio zal worden geordend naar 5 domeinen: § afronding fusie/transformatie § de invoering van WALVIS/SUB § capaciteits- en reductiemanagement § werk boven uitkering en keteninnovatie § klantgerichtheid De bemensing van projecten wordt voor de sturing deels vernieuwd. Het inrichten van deze veranderorganisatie is eind september gestart.
c.
De ontstapeling van verantwoordelijkheden van het topmanagement is in het najaar van 2004 gerealiseerd. Uitgangspunt hierbij is dat het topmanagement primair verantwoordelijk is voor de integrale operationele verantwoordelijkheid voor het going concern, en dat dit beperkingen oplegt aan de mogelijkheden om ook leiding te geven aan vernieuwing, veranderprojecten en personele krimp. Er zijn hulpstructuren geregeld, die afhankelijk van het bedrijfsonderdeel verschillen.
d.
Capaciteits- en reductiemanagement wordt versneld ingevoerd om de condities te scheppen voor een verantwoorde reductie van de personele omvang. Het programma POAA, gericht op reductie van staf en overhead, zal voortvarend worden doorgevoerd. In de komende maanden worden de personele stromen in beeld gebracht en wordt duidelijk waar de reductie van ca. 9.300 arbeidsplaatsen in de komende jaren zal plaatsvinden. Daarna zullen alle medewerkers zo snel mogelijk weten wat hun toekomstperspectieven bij UWV zijn. In 2005 zijn mobiliteitscentra in bedrijf die medewerkers behulpzaam zijn bij het zoeken van ander werk. Zoveel als mogelijk is ondersteunen we hen daarbij. De omvang van de reductie zal ertoe leiden dat de oplossingen nagenoeg volledig buiten UWV moeten worden gezocht. Op centraal en regionaal worden contacten gelegd met bedrijven en overheidsinstellingen om herplaatsing van onze medewerkers te faciliteren.
20 e.
De invoering van het nieuwe besturingsmodel wordt uitgesteld. De ontwikkeling van de concentratie van front- en backoffices in de regio wordt wel doorgezet, maar zal niet in 2006 tot interne bestuurlijke reorganisaties leiden. Gelet op de krimp van de organisatie zal nader worden overwogen welk besturingsmodel het meest adequaat is voor de toekomst. De ontwikkeling van de frontoffice-dienstverlening krijgt prioriteit, omdat daar vooral de doelstellingen werk boven uitkering en klant- en ketengerichtheid samenkomen. Nog dit jaar wordt een eenduidige aansturing van die frontoffices gerealiseerd.
f.
De interne sturingscyclus, waarbij maandelijks wordt gerapporteerd over de behaalde prestaties en waarbij ook direct kan worden bijgestuurd, blijft in stand. Als gevolg van de prioriteitstelling en de versterking van de focus zal deze cyclus aan effectiviteit winnen.
5.2. Overige zaken bedrijfsvoering Rol Raad van Advies Vooruitlopend op de evaluatie van de wet SUWI en vooruitlopend op bespreking in de ministerraad van het rapport Kohnstamm is wijziging in de rol en verantwoordelijkheid van de Raad van Advies niet opportuun. Er is binnen de kaders van de wet SUWI wel ruimte voor verbetering in het functioneren van de Raad van Advies. Daarbij kan worden gedacht aan versterking van de adviserende rol van de Raad voor UWV. De toezichthoudende rol is thans voorbehouden aan de Minister en de Inspectie Werk en Inkomen en kan naar onze opvatting zonder wetswijziging niet bij de Raad van Advies worden belegd. Een versterking van de advisering kan gestalte krijgen door de informatievoorziening aan de Raad van Advies te intensiveren en de Raad van Advies eerder te betrekken bij de voorbereiding van besluitvorming. Integriteit Het bereiken van een volwaardig en evenwichtig integriteitbeleid is een groeiproces, dat bij de vorming van UWV in gang is gezet. Een dergelijk integriteitbeleid omvat preventieve en repressieve componenten alsmede elementen van compliance en stimulering van bewustzijn. In 2005 realiseren wij de cyclische aanpak van ons integriteitbeleid. De cyclus bestaat uit ontwikkeling, implementatie, naleving, toetsing/controle en evaluatie. Van dit beleid maken onder meer deel uit een gedragscode, een klokkenluidersregeling en een procedure voor afhandeling van meldingen van integriteitschendingen. Processen en procedures worden in 2005 gescreend op risico’s. Zoveel als mogelijk zal bij de uitvoering van het beleid worden aangesloten bij het model integriteit van de Rijksoverheid. Voor de uitvoering en coördinatie van activiteiten uit hoofde van het integriteitbeleid is in 2004 een Bureau Integriteit opgezet. Kwaliteitszorg In 2005 is de opzet en werking van het kwaliteitsmanagementsysteem zodanig dat UWV voldoet aan de minimale eisen van de kwaliteitsnorm ISO 9001. Het verbeterproces en in- en externe audits leveren in 2005 al aanknopingspunten voor verdere verbetering van de bedrijfsvoering. Wij willen met het ministerie overleggen om te komen tot een gemeenschappelijke definitie van de strategische succesbepalende factoren en de resultaatindicatoren. De primaire processen kennen een continu proces van kwaliteitsverbetering met behulp van het Minimale Controle Programma en het Dynamisch KwaliteitsverbeterProgramma. Wij zijn in gesprek met het ministerie over een andere en meer efficiënte wijze van meten en verantwoorden van de (financiële) rechtmatigheid, zonder overigens in te leveren op die kwaliteitseis zelf.
21 Informatiebeveiliging UWV heeft een beleid vastgesteld voor het verbeteren van de beveiliging en privacy. De implementatie van de maatregelen voortvloeiende uit dat beleid zal leiden tot het verkrijgen van een goedkeurend oordeel door de EDP-auditor voor de gegevensverwerking inclusief de beveiliging van de gegevensuitwisseling middels Suwinet over het verantwoordingsjaar 2005. Polisadministratie / gegevensdiensten UWV investeert in de ontwikkeling en bouw van de Polisadministratie. In de Polisadministratie worden gegevens over verzekerden, arbeidsverhoudingen, uitkeringen en lonen vastgelegd. Deze gegevens worden verstrekt aan interne UWV-afdelingen en aan externe partijen, zoals Belastingdienst, ziekenfondsen, sociale diensten en gerechtsdeurwaarders. De polisadministratie wordt daarmee de spil van de bedrijfsactiviteit gegevensdiensten van UWV. Het leveren van gegevensdiensten is een belangrijk aspect van onze maatschappelijke functie. Zo kunnen wij bijdragen aan administratieve lastenverlichting en helpen om misbruik van voorzieningen tegen te gaan. Wij gaan intensief met de belastingdienst samenwerken in het kader van de gegevensuitwisseling. Onze doelstelling is een deel van de polisadministratie uit te laten groeien tot een authentieke registratie voor lonen, uitkeringen en arbeidsverhoudingen. De (beoogde) status van authentieke registratie verplicht publieke uitvoerders gegevens van UWV te betrekken. Het feit dat actuele gegevens op voorraad verstrekbaar zijn maakt het ook voor private uitvoerders zeer aantrekkelijk gegevens van UWV af te nemen. Informatievoorziening Met het professionaliseren in 2005 van de bedrijfsvoeringsverantwoording verstevigen we onze verantwoordingsinformatie op basis van het VBTB-model. Het bereiken van de gewenste kwaliteit van de informatievoorziening blijft nog enige jaren een groeiproces. Overigens merken wij op dat de bouw van nieuwe UWV-informatiesystemen en de uitfasering van ex-uvi-systemen een belangrijke rol spelen bij het realiseren van de uiteindelijk beoogde kwaliteit van de informatievoorziening. Gezien het tempo van uitfaseren van exuvisystemen en de daarbij behorende procesuniformering zal dit echter pas op de middellange termijn leiden tot verbeteringen in de optelbaarheid van gegevens. In 2005 blijven we werken met de suboptimale huidige systemen en hun definitieverschillen. Met het ministerie bereiden we een nieuw kostprijssysteem voor met bijbehorende beleids-, stuuren verantwoordingsinformatie. Doel is invoering van het nieuwe stelsel vanaf 2006. Huisvesting De uitvoering van onze kerntaken vindt nu nog plaats vanuit een groot aantal locaties met behulp van nog niet volledig geïntegreerde bedrijfsprocessen en systemen en een voor klanten onduidelijke, want gefragmenteerde verschijningsvorm. De hoofdkantoorfuncties zijn eind 2005 geconcentreerd in Amsterdam. De front- en backofficefuncties worden de komende jaren geconcentreerd op 17 gecombineerde front- en backoffices en 10 stand alone frontoffices. Hiermee gepaard gaan veranderingen van werkplek voor een groot aantal medewerkers. Wij betrekken de ondernemingsraad daarom intensief bij dit programma. Eind 2005 is het aantal vestigingen van UWV ten opzichte van de start in 2002 teruggebracht van 171 tot ca. 100. Mede door afkoop van huurverplichtingen heeft deze vermindering nog geen direct effect op het kostenniveau.
22
6. BEGROTING 2005 6.1 ALGEMEEN In dit hoofdstuk presenteren wij de begroting voor 2005, inclusief de effecten van het sociaal akkoord 2005. Voor 2005 is de externe begroting (jaarplan) 2002 als startpunt genomen (inclusief de extra uitvoeringskosten als gevolg van de wet poortwachter). Zo houden we de vergelijkbaarheid met het beginjaar van de meerjaren reductietaakstelling in stand. Aanvankelijk vertrekpunt (2002-2005) Om de complexe veranderagenda te realiseren is een scherpe reductietaakstelling geformuleerd. De financiële taakstelling leidt uiteindelijk tot een reële reductie van 15% per jaar op de totale uitvoeringskosten. De totale reductie in uitvoeringskosten bedraagt 25% per jaar. In 2005 zal in overleg met het ministerie worden vastgesteld onder welke condities 10% van deze besparing structureel wordt geherinvesteerd in kwaliteit. De cumulatief gerealiseerde reductietaakstelling zal worden ingezet ten behoeve van de financiering van de veranderagenda. De totale financiële taakstelling voor 2005 is vastgesteld op 7% (cumulatief over 2002 tot en met 2005: 25%). Bovenop deze taakstelling is in 2004 een aanvullende éénmalige taakstelling opgelegd van € 5,6 mln. Gewijzigd vertrekpunt 2005 In het jaarplan staat toegelicht dat we genoodzaakt zijn voorrang te geven aan de invoering van nieuwe wetgeving boven de voortgang van het transformatieproces en de daarmee verbonden realisatie van de efficiencydoelstelling en de kwaliteitsverbetering. Concreet betekent dit dat we de efficiencytaakstelling 2005 nog niet realiseren. De tot en met 2004 gerealiseerde structurele besparingen van 18% worden wel in 2005 gecontinueerd. Beoogd was een besparing op de reguliere uitvoeringskosten van € 105 mln. Daarvan zou in 2005 € 60 mln. worden toegevoegd aan het transformatiebudget en € 45 mln. aan het kwaliteitsbudget. Wij stellen voor de efficiencytaakstelling voor 2005 (7%) door te schuiven naar 2006. De consequentie daarvan is, dat de voor 2005 bedoelde toevoegingen aan de transformatie- en kwaliteitsbudgetten eveneens pas in 2006 worden gerealiseerd. Deze verschuiving met één jaar biedt ons de mogelijkheid om de nu bekende nieuwe wetgeving in te voeren, het transformatieen kwaliteitsprogramma in een aangepast tempo te continueren en de druk op de medewerkers binnen aanvaardbare grenzen te houden. Indien wij mogen aannemen dat 2006 niet opnieuw zo’n beleidsintensief jaar wordt als 2005, dan zien wij geen beletselen om in dat jaar de beoogde voortgang van het transformatieprogramma te realiseren. Per saldo zullen de totale uitgaven voor de uitvoering in de periode 2002-2005 (inclusief de transformatiekosten) dan ook gelijk blijven – althans bij gelijkblijvende dienstenvolumes en weten regelgeving – en zal eind 2006 een netto reductie op de structurele uitvoeringskosten op jaarbasis gerealiseerd zijn van € 227 mln.
23
6.2
BEGROTING 2005
Begroting 2005 Beginpunt: bruto structurele uitvoeringskst Besparing obv 15% efficiencydoelstelling Besparing obv 10% efficiencydoelstelling
1.647,5 -166,2 -105,8
Startwaarde o.b.v. volume en prijspeil 2002 Jaarmutaties 2003 Loon- en prijseffect 2003 Startwaarde o.b.v. volume en prijspeil 2003 Jaarmutaties 2004 Loon- en prijseffect 2004 Startwaarde o.b.v. volume en prijspeil 2004 Effecten wet®elgeving na goedkeuring jaarplan 2004 Wijziging schattingsbesluit per 1-10-2004 Herinvoering sollicitatieplicht 57,5+ per 1-1-2004 Vereenvoudiging systematiek WSW-afdrachten Perceptiekosten WAZ Interventieteams Eenmalige taakstelling 2004 Aanvullend effect 2004 Gecorrigeerde startwaarde o.b.v. volume en prijspeil 2004
1.375,5 40,3 67,1 1.482,9 34,1 13,2 1.530,2
13,0 4,9 -0,5 -4,0 0,5 -5,6 8,3 1.538,5
Eenmalige taakstelling 2004 5,6 Eenmalige frictiekosten volume effect AG/WW 2004 -9,1 Vrijstelling VerzekeringsVerklaring Werkgevers 0,3 Overgang 475 fte's per 1-7-05 naar belastingdienst -14,3 Volumemutaties -7,0 Volumeontwikkeling REA -12,0 Effecten wet en regelgeving AG 13,0 Effecten wet en regelgeving WW 4,3 Internationaal bureau Fraudebestrijding 0,4 Jaarmutaties 2005 Prijseffect 2005 Netto structurele uitvoeringskosten 2005 *) Kwaliteitsbudget 2005 Totaal netto structurele uitvoeringskosten 2005 incl kwaliteit *) Transformatiebudget 2005** Totaal uitvoeringskosten 2005 incl kwaliteit en transformatie *)
-18,8 6,8 1.526,5 111,9 1.638,4 115,8 1.754,2
Separate budgetten: Sub/Walvis 2005 inclusief WFSV Implementatiekosten Wet & regelgeving 2005 Arbeidsadviseur 2005 Totaal wettelijke uitvoeringskosten 2005 *) Dotatie voorziening Sociaal Plan Dotatie voorziening Leegstand
50,3 p.m. 6,6 1.811,1 p.m. p.m.
Niet wettelijke uitvoeringskosten (kosten andere taken) *) telling is exclusief pm-post **) Transformatiebudget 2005 is verlaagd met € 60 mln a.g.v. afspraken Sub/Walvis
59,3
24
Toelichting Wet en regelgeving 2004 Na het indienen van het jaarplan 2004 zijn wetswijzigingen doorgevoerd, die niet waren voorzien in de begroting 2004. Inmiddels voert UWV deze wetten al wel uit. Voor de effecten hiervan op de uitvoeringskosten zijn financieringsverzoeken verstuurd aan het ministerie. In de begroting 2005 is een correctie aangebracht met betrekking tot deze effecten 2004. Wijziging schattingsbesluit per 1-10-2004 Als gevolg van de wijziging schattingsbesluit wordt de professionele capaciteit uit het project “Werk boven uitkering” vanaf 1 oktober 2004 ingezet voor de herbeoordelingoperatie en voor de bestaande professionele en overige herbeoordelingen. De hiermee gepaard gaande kosten bedragen 25% van € 52 mln., ofwel € 13 mln. in 2004. In 2005 wordt de volledige professionele capaciteit uit het project “Werk boven uitkering” ad. € 52 mln. ingezet om het uitgebreide beleidsprogramma te realiseren. Herinvoering sollicitatieplicht 57,5+ per 1-1-2004 Als gevolg van de invoering van deze wet stijgen de structurele kosten in 2004 met € 4,9 mln. Anticumulatie WSW-afdrachten In het kader van deregulering heeft UWV voorgesteld een andere methodiek te hanteren voor de verrekening van WSW-afdrachten. Het wetgevingstraject daartoe is inmiddels afgerond. De structurele besparing in de uitvoeringskosten van deze vereenvoudigde methodiek bedraagt € 0,5 mln. Wegvallen perceptiekosten WAZ De afschaffing van de WAZ (in die zin, dat geen nieuwe instroom meer mogelijk is) is ingevoerd met ingang van 1 augustus 2004; hierdoor stopt vanaf 1 augustus 2005 de instroom. Als gevolg hiervan worden de in het jaarplan 2004 opgenomen perceptiekosten WAZ van € 4 mln. niet gemaakt. Interventieteams Met de brief van 9 november 2004 zijn deze kosten door het Ministerie van SZW toegevoegd aan het budget voor 2004 en de jaren daarna. Het betreft de kosten van kantoorruimte en automatisering ten behoeve van de interventieteams tot maximaal € 450.000. Eenmalige taakstelling 2004 In 2004 is door de Minister een eenmalige aanvullende taakstelling opgelegd van € 9,5 mln., tevens is met terugwerkende kracht het budget perceptiekosten WAZ 2003 € 3,9 mln. toegekend. Per saldo resteert een eenmalige taakstelling van € 5,6 mln. Jaarmutaties 2005 Eenmalige taakstelling 2004 De startwaarde 2005 wordt voor € 5,6 mln. gecorrigeerd voor de eenmalige aanvullende taakstelling 2004. Wegvallen eenmalige frictiekosten volume effect AG/WW 2004 Voor 2004 zijn € 9,1 mln. eenmalige frictiekosten begroot om circa 500 fte’n intern te herplaatsen van AG naar WW en B&B. Dit betrof voornamelijk kosten van omscholing, inwerken en opleiden. Deze kosten worden in 2005 niet langer gemaakt. Vrijstelling Verzekeringsverklaring Werkgevers In 2004 is het volledige budget hiervan verantwoord onder separate budgetten. De structurele kosten bedragen voor 2005 € 0,3 mln.
25
Overgang naar belastingdienst Per 1 juli 2005 gaan 475 UWV-medewerkers op detacheringbasis over naar de Belastingdienst. De structurele kosten nemen als gevolg hiervan af met € 14,3 mln. Volumemutaties Bij de raming van het werkaanbod 2005 zijn de macro-economische prognoses van het Centraal Planbureau als uitgangspunt genomen. Het gepresenteerde volume-effect bestaat uit het verschil tussen het begrote werkaanbod 2004 en het begrote werkaanbod 2005. Dit effect is gecalculeerd tegen kostprijzen 2004, rekening houdend met de kostenvariabiliteit. De mutatie als gevolg van het afnemende werkaanbod vertaald zich in een negatief volume effect van € 7 mln. Volumeontwikkeling REA De omvang van de gebudgetteerde regelingen in het REA fonds is door het ministerie van Financiën voor 2005 naar beneden bijgesteld. In overeenstemming met deze bijlstelling van de programmakosten zijn de uitvoeringskosten REA met € 12 mln. verlaagd. Effecten wet- en regelgeving AG Het effect wet- en regelgeving AG is voor 2005 voorlopig bepaald op € 13 mln. De aanname hierbij is dat de resterende capaciteit uit het project WBU (in 2004 € 52 mln.), voorzover al niet ingezet in het Schattingsbesluit in 2004 en doorlopend in 2005 (groot € 13 mln.), in 2005 wordt ingezet in het Schattingsbesluit (effect € 39 mln.). Het voorlopige karakter van dit bedrag houdt verband met de complexiteit binnen het werkveld AG. Binnen AG is sprake van permanente en tijdelijke effecten als gevolg van wet- & regelgeving en hiermee samenhangende volumemutaties. UWV laat in 2005 de professionele capaciteit van verzekeringsartsen, arbeidsdeskundigen en daaraan gekoppelde ondersteunende medewerkers/reïntegratiebegeleiders in stand op het niveau van (het jaarplan) 2004. Daarbij is rekening gehouden met uitwisseling van capaciteit binnen de verschillende onderdelen, kostenvariabiliteit en de tijdelijke effecten van o.a. VLZ (geen nieuwe instroom in 2005, wel in 2006). Voor de financiering van de wet en regelgeving AG 2005 en het in 2004 al ingezette deel, welke doorloopt naar 2005, nemen wij in 2005 vooralsnog € 26 mln. op. Over de resterende € 26 mln. voor 2005 treden wij in het voorjaar in overleg met het ministerie. Effecten wet- en regelgeving WW Rekening houdend met het sociaal akkoord is in de uitvoering WW sprake van 2 effecten Aanpassing Schattingsbesluit WAO: Naast de conjuncturele instroom komt er nu een instroom van voorheen volledig arbeidsongeschikten. In de raming voor 2005 zijn de gevolgen van het nieuwe schattingsbesluit WAO meegenomen. Het nieuwe schattingsbesluit leidt bij bestaande gevallen tot een gemiddeld lagere arbeidsongeschiktheid. Een deel van deze gevallen zal een WW-uitkering aanvragen. Aanscherpen toetredingsvoorwaarden door aanscherping van de wekeneis: in de volumeraming voor 2005 is rekening gehouden met de verscherping van de toetredingsvoorwaarden. In de raming is door dit nieuwe beleid rekening gehouden met een verlaging van het aantal beslissingen WW en een navenante daling van de continueringen. Voor de beide effecten samen is voor 2005 bedrag van € 4,3 mln. begroot. Internationaal Bureau Fraudebestrijding Het Internationaal Bureau Fraudebestrijding voert vanaf 1 januari 2004 ten behoeve van gemeenten onderzoeken uit naar vermogen (geld dan wel onroerend goed) in het buitenland. Hiertoe zijn tot op heden met 80% van alle gemeenten van Nederland contracten afgesloten. Deze activiteit wordt ook in 2005 voorgezet. Tot 2004 werd deze activiteit met subsidie gefinancierd. Vanaf 2005 zijn de kosten van deze activiteit ad € 0,4 mln. in de reguliere begroting opgenomen. Uitbreiding fysieke controles In de begroting wordt rekening gehouden met uitbreiding van de fysieke controles naar 17.000 (2004: 7.000).
26 Loon- en prijseffect Bij de bepaling van het loon- en prijseffect 2005 is uitgegaan van de loon- en prijsindex uit de Augustusbrief van respectievelijk 0,9971 en 1,0217. In de loonindex is rekening gehouden met een correctie ten opzichte van 2004 tussen de toegekende index en de feitelijke loonontwikkeling (inclusief 0,63% ontwikkeling pensioenkosten). Voor UWV wordt uitgegaan van 70% loongevoelige kosten en 30% prijsgevoelige kosten. Voor 2005 bedraagt het loon- en prijseffect per saldo 0,448%. Door stijgende pensioen- en ziektekostenpremies en CAO-afspraken heeft UWV in 2005 in werkelijkheid te maken met een loon- en prijseffect van per saldo 3,2% ten opzichte van 2004. Op basis van het door het ministerie gehanteerde loon- en prijseffect in 2004 en 2005 wordt UWV geconfronteerd met een extra te behalen efficiencytaakstelling van in totaal 8% ten opzichte van 2003. Deze 8% is als volgt tot stand gekomen: Door SZW werd in 2004 0,88% loon- en prijskostenstijging gecompenseerd en in 2005 0,45%. Afgezet tegen de cumulatieve kostenstijging van 9,3% blijkt dat over de periodes 2004 en 2005 UWV 8% van zijn kostenstijging niet krijgt gecompenseerd. Dit wordt in onderstaand overzicht nader uitgewerkt.
categorie loonkosten overige kosten totaal
verdeling 2003 70 30
mutatie 2003/2004 8,1% 0,7%
2004 75,6% 30,2% 105,9%
verdeling mutatie 2004 2004/2005 70% 3,7% 30% 2,2%
2005 72,6% 30,7% 103,2%
cumulatief
109,3%
gecompenseerd door SZW
0,88%
0,45%
cumulatief
101,3%
niet gecompenseerd
8,0%
Toelichting op de berekeningen: Onderstaand wordt berekend met welke reële loonkostenstijging UWV in de periode 2004 en 2005 geconfronteerd is. categorie
verdeling 2003
mutatie 2003/2004
2004
loonsom pensioen overig
78% 11% 10%
2,4% 40,8% 14,9%
80,2% 15,9% 12,0%
74% 15% 11%
108,1%
100%
totaal cumulatief
100%
verdeling mutatie 2004 2004/2005 3,4% 9,3% -1,7%
2005 76,7% 16,0% 10,9% 103,7% 112,0%
De totale cumulatieve loonkostenstijging in 2004 en 2005 bedraagt 12%. In hoofdzaak kan deze als volgt worden toegelicht. De loonsom per 2004 ten opzichte van 2003 neemt met ongeveer 2,4% toe, door verhoging van de salarissen per 1 juli 2003 met 2% en per 1 januari 2004 met 0,5%, alsmede door het toekennen conform cao van periodieken per 1 januari 2004 wat een opwaarts effect heeft van 1%. De loonsom in 2005 neemt ten opzichte van 2004 naar verwachting toe met 3,4%. Dat is het gevolg van eenmalige uitkeringen van 1% in januari 2005 en van 1,25% in december 2005 en het toekennen conform cao van periodieken per 1 januari 2005 (1%). Deze eenmalige uitkeringen worden gedeeltelijk aangewend voor de financiering van de pensioenlasten. De pensioenlasten (vut-, prépensioen- en pensioenlasten) nemen in 2004 met ca. 40% toe ten opzichte van de begroting 2003 (20% resp. 14% van de loonsom). Ten opzichte van 2004
27 nemen de pensioenlasten in 2005 toe met 1,5% van de loonsom als gevolg van de in de cao overeengekomen eenmalige extra storting ten gunste van het pensioenfonds. De overige kosten zijn gelijkgesteld aan de opgave van SZW, in 2004 nemen deze toe met 0,7% en in 2005 met 2,17%. Kwaliteitsbudget 2005 UWV heeft een efficiencytaakstelling van 25%, waarvan 10% ter financiering van structurele kwaliteitsintensiveringen in de uitvoering. Doordat we de afgelopen jaren veel aandacht hebben moeten inzetten voor het fusieproces is beperkte capaciteit beschikbaar geweest voor kwalitatieve ontwikkeling. In de toekomst zal dit budget in toenemende mate en meer structureel aangewend worden voor ontwikkeling en vernieuwing (R&D), zodat UWV in staat is om de dienstverlening op het gewenste kwaliteitsniveau te brengen en te behouden. Als gevolg van het later realiseren van de efficiencytaakstelling blijft het kwaliteitsbudget op het niveau van 2004, gecorrigeerd voor loon en prijseffect 2005 zijnde € 111,9 mln. (€ 105,8 mln. op basis van prijspeil 2002). Transformatiebudget 2005 Gelet op het later realiseren van de efficiencytaakstelling blijft de gerealiseerde efficiency op het niveau van 2004, gecorrigeerd voor loon en prijs effect, zijnde € 175,8 mln. (€ 166,2 mln. op basis van prijspeil 2002). Overeenkomstig separate afspraken met het ministerie over de implementatie van het wetsvoorstel Walvis wordt een deel van de implementatiekosten van dit wetsvoorstel, namelijk € 85 mln. gedekt uit het transformatiebudget UWV. In 2005 wordt op het transformatiebudget € 60 mln. in mindering gebracht, daarna resteert € 115,8 mln. Zoals hiervoor in het jaarplan al aangekondigd is het transformatieprogramma eind 2005 nog niet afgerond. Belangrijke onderdelen zullen doorlopen tot na 2005. Separate budgetten Sub/Walvis 2005 Overeenkomstig de afspraken met het ministerie over de implementatie van het wetsvoorstel Sub/Walvis wordt aan UWV in 2005 een budget toegekend van € 50,3 mln. (tegen prijsniveau 2005), dit is inclusief € 1,4 mln. implementatiekosten 2005 voor de wet WFSV. Implementatiekosten overige wet en regelgeving 2005 Bij het opstellen van de begroting is nog onvoldoende duidelijkheid over de te leveren inspanning op de aanpassingen van wet en regelgeving, om die reden is deze post vooralsnog op P.M. gesteld. Arbeidsadviseur 2005 Met ingang van 2005 wordt de functie van arbeidsadviseur De hiermee samenhangende structurele kosten bedragen € voor zowel inspanningen door CWI als UWV. UWV heeft een de invoering. De in de begroting vermelde kosten 2005 goedgekeurde financieringsaanvraag.
(werkherkansingadviseur) ingevoerd. 6,6 mln. Het betreft een vergoeding financieringsaanvraag ingediend voor sluiten aan bij de op 2 juli 2004
Dotatie voorzieningen Sociaal Plan en Leegstand Als gevolg van de komende krimp van de organisatie en het niet gelijktijdig en in gelijke mate kunnen afbouwen van personeel en huisvesting door UWV treden er frictiekosten op die niet in het reguliere budget kunnen worden opgevangen en dus apart gefinancierd dienen te worden. Niet wettelijke uitvoeringskosten (kosten andere taken) De begrote omzet andere taken betreft onderstaande leveranties/ opdrachtgevers: Loyalis Programmaovereenkomst € 33,7 mln. ABP (PGI) € 7,5 mln.
28 Achmea ABP (HPT-IP) Totaal
€ € €
0,2 mln. 17,9 mln. 59,3 mln.
De kosten voor de uitvoering van andere taken naar kostensoort bedragen: Personeel € 40,5 mln. Huisvesting € 4,7 mln. Automatisering € 9,8 mln. Kantoor € 1,9 mln. Overig € 2,4 mln. Totaal € 59,3 mln.
Categorale kostenbegroting 2005 UWV Jaarrekening 2003
Jaarplan 2004
Jaarplan 2005
Personeel Huisvesting Automatisering Kantoor Overig
1.206,0 156,1 280,7 55,7 33,4
1.189,6 118,3 265,3 65,5 80,4
1.159,6 134,2 280,4 54,6 68,9
Totaal reguliere uitvoeringskosten incl. kwaliteit
1.731,9
1.719,1
1.697,7
78,3
77,5
59,3
1.653,6
1.641,6
1.638,4
50,0 116,2 15,9
175,0 120,6
115,8 56,9
1.835,7
1.937,2
1.811,1
Bedragen x € 1 mln.
Af: omzet andere taken Netto structurele uitvoeringskosten wettelijke dienstverlening
Migratieprojecten Transformatieprojecten Separate budgetten Totale uitvoeringskosten wettelijke dienstverlening
De categorale kostenbegroting betreft een inschatting van de reguliere uitvoeringskosten inclusief kwaliteit en kosten voor andere taken, hierbij is geen rekening gehouden met de dotatie aan de voorziening Sociaal Plan 2005 en de voorziening Leegstand 2005. Deze structurele kosten worden binnen UWV op categoraal niveau gemanaged. De kosten van de transformatieprojecten en separate budgetten zijn niet beschikbaar op categoraal kostenniveau. Kosteninformatie op dit niveau is niet beschikbaar is, daar deze projecten worden beheerst en aangestuurd op projectniveau en op het niveau van projectcategorieën omdat hier financieringsafspraken over zijn gemaakt. Opmerkingen: § Jaarrekening 2003 is de opstelling uit de jaarrekening vermeerderd met kwaliteitsbudget en kosten andere taken. § Jaarplan 2004 is vermeerderd met de kosten van andere taken. De weergegeven verdeling van het totaalbudget 2005 over de diverse kostencategorieën is indicatief van aard. Binnen UWV wordt in het laatste kwartaal van 2004 besloten over de feitelijke toewijzing van budgetten 2005 naar divisies en directoraten en (daarvan afgeleid) naar kostensoorten. De definitieve categorale kostenverdeling 2005 wordt daarom aan de Minister aangeboden wanneer het ministerie goedkeuring heeft verleend aan het jaarplan UWV en de interne budgetcyclus is afgerond. Kosten van RvB en RvA
29 In de kosten zijn meegenomen de bestuurskosten Raad van Bestuur over 2005 die € 0,9 mln. bedragen. In deze kosten zijn opgenomen de brutosalarissen, bonussen, pensioenlasten, kostenvergoedingen, ziektekostenbijdragen en waardegebruik dienstauto’s. De bestuurskosten Raad van Advies bedragen € 0,065 mln.
6.3 FINANCIËLE TAAKSTELLING De afgesproken efficiencydoelstelling is om in vier jaar tijd 25% kostenreductie te realiseren ten opzichte van het uitgangsjaar 2001, waarvan 10% geherinvesteerd wordt in kwaliteit. Gelet op de gewijzigde omstandigheden zoals hiervoor geschetst wordt de reductietaakstelling in 2005 niet gerealiseerd. De in 2005 behaalde interne efficiency door projecten wordt volledig aangewend voor de dekking van niet gecompenseerde loon en prijsstijgingen in de afgelopen jaren (zie hiervoor ook de toelichting op het loon en prijseffect 2005). De totale besparing voor 2005 - in prijspeil 2002 - is hierdoor ook gelijk aan 2004 zijnde € 272 mln. UWV zal zich inspannen om in 2006 de beoogde efficiencytaakstelling te realiseren.
6.4 TRANSFORMATIEKOSTEN EN KWALITEIT In dit onderdeel wordt nader ingegaan op de financiering van het Veranderprogramma. Het Veranderprogramma wordt periodiek geactualiseerd (1 à 2 keer per jaar). Het is aan de hand van de in dit jaarplan beschreven ontwikkelingen herijkt. De financiering van het veranderproces wordt bepaald door de gerealiseerde reductie op de uitvoeringskosten. Zoals eerder gemeld is de reductietaakstelling in twee delen gesplitst: een taakstelling van 15% daling in 2005 en 10% daling ten behoeve van structurele investering in kwaliteit. In afwijking van de eerdere gemaakte afspraken loopt het transformatieproces door na 2005 en wordt de 15% reductie gerealiseerd in 2006. Kwaliteitsprojecten die voor financiering in aanmerking komen, moeten leiden tot meetbare verhoging van kwaliteit of effectiviteit van de uitvoering. De vrijkomende besparingen in 2002-2006 (tot uiteindelijk netto 15%) leveren de volgende bedragen op (prijspeil 2002): Jaar Aanvullende besparing 2002 2002 Totaal 2002 2003 2004 2005 2006 Totaal
Besparingstempo 2% 3% 5% 7% 11% 11% 15%
Besparing (in euro mln.) 28,9 45,3 74,2 105,8 166,2 166,2 60,5 572,9
Het gecumuleerde bedrag aan netto besparingen in de structurele uitvoeringskosten over de periode 2002 - 2006 komt daarom uit op een bedrag ad € 572,9 mln.
6.5 KOSTENVERDELING Hierna volgt een overzicht van de voorlopige kostenverdeling en een overzicht van de voorlopige begroting naar werkproces/dienstcluster. De definitieve overzichten 2005 worden aan de Minister aangeboden na de goedkeuring van het jaarplan 2005 en afronding van de interne begrotingscyclus.
30 Voorlopige kostenverdeling De voorlopige dekking van de wettelijke uitvoeringskosten naar fonds/rijksbijdrage over de jaren 2003 tot en met 2005 bedraagt:
Aof AfZ AfJ AWf Wgf Tf Rf UfO Totaal
2003 795 58 54 462 303 12 97 63 1.845
2004 813 54 54 527 344 12 96 38 1.937
2005 779 0 52 562 289 12 75 42 1.811
Omdat tarieven 2005 ontbreken is het uitgangspunt bij de fondstoerekening 2005 de kostenverdeling van het jaarverslag 2003. Voor 2004 wordt uitgegaan van de totale begroting in het vastgestelde jaarplan 2004. Voor zover mogelijk worden de posten in de begroting 2004 specifiek toebedeeld naar fondsen. Vervolgens worden de niet specifiek toe te delen kosten verdeeld naar rato van de verdeling van 2003 waarbij gecorrigeerd wordt voor de volumemutatie 2004. Voor de toerekening 2005 geldt dezelfde methodiek, waarbij wordt uitgegaan van de totale begroting in het jaarplan 2005. Voorlopige begroting 2005 naar werkproces/dienstencluster De uitvoeringskosten 2005 voor wettelijke taken naar werkprocessen bedragen: Begroting 2005 naar werkproces (in mln. euro) Arbeidsgeschiktheid Werkgeverszaken Werkloosheidswet Inkoop reintegratie Bezwaar en beroep Bijzonder onderzoek Totaal uitvoeringskosten per taak
833,7 332,5 387,7 46,1 146,5 64,6 1.811,1
De werkprocessen in bovenstaand overzicht komen overeen met de bedrijfsonderdelen die de betreffende werkprocessen uitvoeren. Voor zover mogelijk zijn de kosten van projecten aan de betreffende processen toebedeeld. Daar waar onderscheid naar werkproces niet aanwezig is worden de kosten in verhouding van de kosten toebedeeld. Aangezien de interne budgetcyclus nog niet is afgerond, en het overzicht van volume maal tarief 2005 ontbreekt zijn bovengenoemde bedragen indicatief.
6.6 KASSTROOMOVERZICHT 2005 De in dit hoofdstuk eerder gepresenteerde begroting 2005 betreft de verwachte kosten van de uitvoering in het boekjaar 2005. Overeenkomstig de wet SUWI stelt UWV zijn jaarrekening op volgens de regels van BW2 Titel 9. De begroting sluit aan op deze baten-lasten systematiek. In aanvulling op de begroting volgens het baten-lasten stelsel, zijn onderstaand de voor 2005 geraamde inkomsten en uitgaven in een kasstroomoverzicht weergegeven.
31 De uitgaande kasstroom bedraagt totaal € 1.897,9 mln., waarvan € 1.608,1 mln. structureel en € 289,8 mln. projecten. Bij een begroting 2005 van totaal (exclusief PM posten) € 1.811,1 mln. en een uitgaande kasstroom 2005 van totaal € 1.897,9 mln., is er sprake van voorfinanciering van € 86,8 mln. De financiële middelen voor deze voorfinanciering kunnen ingevolge de artikelen 50 en 51 van de Wet SUWI uit de rekening-courant van de UWV-fondsen bij de Minister van Financiën worden opgenomen. UWV heeft deze financieringswijze met het ministerie SZW besproken. Kasstroomoverzicht uitvoering 2005
totaal (in mln euro)
Kasstroom uit operationele activiteiten Totaal uitvoeringskosten 2005 incl kwaliteit, transformatie en separate budgetten *) Afschrijvingen en waardeveranderingen Mutaties in voorzieningen Mutaties in het werkkapitaal Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in immateriële vaste activa Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in immateriële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Mutaties in financiële vaste activa
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Opgenomen langlopende schulden Aflossing langlopende schulden Netto kasstroom uitvoering
-1.811,1 38,4 -26,4 -15,0
0,0 -83,8 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0
-1.814,1
-83,8
0,0 -1.897,9
*) telling is exclusief PM-posten
Methode van presentatie Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de zogenaamde indirecte methode. Bij deze methode wordt aansluiting gezocht bij de begroting volgens het baten-lastenstelsel en dit wordt herleid tot inkomsten en uitgaven. De herleidingen betreffen inkomsten die geen opbrengsten zijn, opbrengsten die geen inkomsten zijn, uitgaven die geen kosten zijn en kosten die geen uitgaven zijn. Afschrijvingen en waardeveranderingen Dit betreft de afschrijvingskosten van investeringen in panden, ICT, vervoermiddelen en overige. Mutaties in voorzieningen Dit betreft voornamelijk mutaties in reorganisatievoorzieningen en in de huisvestingsvoorzieningen (herstelkosten en huurafkoop). Mutaties in het werkkapitaal De daling van het werkkapitaal wordt voornamelijk veroorzaakt door een lagere schuld aan leveranciers als gevolg van beter crediteurenbeheer. Investeringen in materiële vaste activa Bij het bepalen van het kasstroomoverzicht zijn inschattingen gemaakt van het verloop van de materiele vaste activa in 2004, van de investeringen in 2005 en van de voorzieningen.
32 Specificatie vaste activa per 1-1-2005
pandinvesteringen (incl. nieuwe panden en BTW-afkoop) nieuwe ICT nieuwe investeringen divers vervoermiddelen software overig (o.a. werkplekken/pc's) Totaal
balans 1/1/04 53,0 0,0 0,0 19,8 8,0 38,7 119,5
afschrijvingen 2004 10,5
desinvest. 2004 0,7
4,4 2,4 11,8 29,1
0,0 0,0 3,7 4,4
inv 2004 8,3 0,0 0,0 0,0 0,0 22,4 30,7
balans 31/12/04 50,1 0,0 0,0 15,4 5,6 45,6 116,7
Investeringen 2005 in materiële vaste activa Investeringen in materiële vaste activa bedragen x € 1 mln Investering in (nieuwe) panden BTW-afkoop Vervanging meubilair vervangingsinvesteringen Investeringen in ICT Totaal
Investering 56,9 20,5 1,2 0,0 5,2 83,8
Meerjarenprognose voorzieningen Meerjaren standenoverzicht voorzieningen Bedragen x € 1 mln. Reorganisatievoorzieningen Afkoop ICT-contracten Aanvulling AO Wachtgeld Herstelkosten Huurafkoop Totaal
2004
2005
2006
2007
26,2
10,4
1,1
0,0
4,0 1,5 14,1 5,9
3,5 1,1 10,2 0,0
3,0 0,8 9,5 0,0
2,5 0,5 9,6 0,0
51,7
25,2
14,4
12,6
Bovenstaand overzicht geeft inzicht in de ontwikkeling van de voorzieningen per ultimo boekjaar. § De reorganisatievoorzieningen betreffen voornamelijk de voorzieningen die voor 1 januari 2002 reeds door de ex-uvi’s zijn gevormd en nieuwe reorganisatievoorzieningen. § De voorziening voor afkoopverplichtingen contracten kantoorautomatisering wordt in 2004 voor het volledige bedrag onttrokken. § De voorziening voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten neemt af als gevolg van een lagere aanvulling vanaf het 2e ziektejaar (70%). § De voorziening herstelkosten wordt jaarlijks opgebouwd. De gemaakte herstelkosten worden hieraan onttrokken. § De voorziening huurafkoop loopt in 2005 af op nihil.
33
Bijlage I
II.A
UITBESTEDINGEN
UITBESTEDINGEN
Evenals in 2004 zullen in 2005 een aantal bedrijfsprocessen worden uitbesteed. Deze uitbestedingen zijn in de onderstaande tabel aangegeven. Daarbij zijn overeenkomstig de in 2003 gewijzigde Regeling SUWI uitbestedingen van facilitaire aard en op het vlak van personeelsbeleid buiten beschouwing gelaten Doorlopende uitbestede contracten Activiteit Contractpartner
Contractduur
Prognose jaarinkoopvolume
ICT WAN (Wide area network) Mantel-contract exploitatie en onderhoud maatwerk-applicaties (UWV-onderdeel ex uvi Gak) LAN (t.b.v. migratietraject)
Telefonie vast Telefonie mobiel Kantoorautomatisering, Generieke services / LAN Complete technische infrastructuur (UWV-onderdeel ex uvi Bouwnijverheid)
Getronics KPN PinkRoccade SZ
2005 2005 T/m 2004 met een optie tot verlenging t/m 2005 Huidige leverancier is Is meegenomen in Versatel, in 2003 zal aanbesteding aanbesteding binnen KA/LAN traject kantoorautomatisering plaatsvinden Versatel t/m 2004, nieuw contract wordt in 2004 gesloten. Leverancier nog nnb onbekend PinkRoccade T/m 2008 SFB Diensten
Complete technische infrastructuur (UWV-onderdeel ex uvi USZO)
ABP-CIS
Complete technische infrastructuur (UWV-onderdeel ex uvi Cadans en Guo) Systeemontwikkeling nieuwbouw Polis
Ordina Cap Gemini
T/m 2005 met optie tot verlenging t/m 2007 T/m 2005 met optie tot verlenging t/m 2007 T/m 2007 T/m 2007 met optie tot verlenging
€ 30 mln. € 6 mln. € 74 mln.
€ 7 mln.
€ 20 mln. € 3 mln. € 12 mln. € 17 mln.
€ 59 mln.
€ 85 mln € 4 mln
Verwerkingscapaciteit De verwerkingscapaciteit (applicatie-hosting) omvat de hardware en daaraan gerelateerde diensten om de primaire applicaties te kunnen laten draaien. Dit zal een uitfasering van deze diensten bij huisleveranciers tot gevolg hebben. De applicatie voor Polisadministratie zal als eerste (uiterlijk april 2005) in het nieuwe rekencentrum worden ondergebracht. De aanbesteding zal in 2004 worden afgerond.
34 Uitbestedingen ICT § Aard van deze taken` Geen van deze uitbestedingen behelst een kerntaak UWV; het gaat om ondersteunende activiteiten: onderhoud, exploitatie en nieuwbouw van systemen ten behoeve van de primaire processen. Dat de systemen naar behoren presteren en dat met cliëntgegevens vertrouwelijk wordt omgegaan wordt geborgd door uitgebreide test- en kwaliteitsprocedures. §
Cliëntgegevens Gegeven de functie van deze systemen – technische ondersteuning van de primaire processen – is sprake van toegang tot cliëntgegevens die in de gevalsbehandeling een rol spelen. Het onderhouden van de UWV-systemen brengt dat met zich mee. De betreffende ICT-bedrijven krijgen de beschikking over cliëntgegevens en moeten als gebruiker van deze gegevens worden beschouwd. Derhalve zijn waarborgen vastgelegd voor het vertrouwelijk hanteren van cliëntgegevens. In de contracten zijn afspraken vastgelegd inzake inregeling van een adequaat toegangsbeveiligingssysteem en in acht te nemen geheimhouding en privacy. Beide partijen dienen strikte vertrouwelijkheid in acht te nemen en zijn verplicht tot geheimhouding van informatie over elkaars cliënten. Voorts is bepaald dat de leverancier zich verbindt om informatie en gegevens op te slaan op een voor derden niet toegankelijke plaats. Hij draagt er zorg voor dat deze informatie en gegevens niet door derden kunnen worden ingezien.
•
Afhankelijkheid van huisleveranciers ICT UWV tracht de afhankelijkheid van de huisleveranciers van de voormalige uvi’s te verlagen door bij deze leveranciers (PinkRoccade, Ordina, ABP CIS en SFB Diensten) een uniformering van de producten, dienstverlening en tarieven door te voeren. Dit wordt in 2004 in de contracten met de huisleveranciers opgenomen. Naast het realiseren van uniformiteit is in 2003 in de mantelcontracten de dienstverlening zodanig vastgelegd dat een bepaald onderdeel daarvan – na Europese aanbesteding – uit de contracten kan worden verwijderd en worden ‘gemigreerd’ naar de leverancier die de aanbesteding ‘wint’. Voorbeeld hiervan is de gunning in 2004 van de generieke services en LAN van de Kantoorautomatisering.
II.B
AANBESTEDINGSPLANNING UITBESTEDINGEN 2005
Hieronder volgt een opsomming van de lopende en nog te starten aanbestedingen ter realisatie van de aanbestedingsplanning, voorzover geen betrekking hebbend op zaken van facilitaire aard en personeelsbeleid. 1. Nieuwbouw en onderhoud overige applicaties 2. Outputchannelling 3. Extranet access management tool 4. Public Key Infrastructure, kavel van kantoorautomatisering 5. Inputchannelling Verwachte aanbestedingen 2005 In 2005 zal een aantal aanbestedingen die in 2004 zijn gestart, worden afgerond. Momenteel vindt afstemming van segmentstrategieën met de business plaats. Daaruit vloeit de aanbestedingsplanning voort. De aanbestedingsplanning 2005 is dus afhankelijk van beslissingen die in 2004 nog moeten worden genomen op diverse niveaus in de organisatie. Bij een aantal contracten staat UWV voor de keuze om te verlengen of om af te laten lopen. Keuzes daaromtrent zullen aan de opdrachtgevers met een advies van Inkoop worden voorgelegd. De afdeling Inkoop verwacht uit een aantal projecten ook nog aanbestedingen te zullen genereren. Te denken valt aan een project als digitalisering.
35
Bijlage II OVERZICHT VAN ANDERE TAKEN De uitvoering van deze andere taken rekenen we niet tot onze kerntaken. Er zullen dan ook geen nieuwe contracten voor de uitvoering van andere taken meer worden afgesloten. De lopende contracten, behalve die met de publieke opdrachtgevers, zullen worden beëindigd. Op dit moment is overleg met de huidige opdrachtgevers gaande over deze ontvlechting. Onderstaand overzicht geeft in het kort de stand van zaken weer. Opdrachtgever(s) Afspraak 1. Relan Pensioenen Overeenstemming is bereikt over de beëindiging van de andere (Utrecht en Zoetermeer) taken per 1 januari 2005. Gezamenlijke uitwerking loopt. In 2005 zullen enkel nog enige nazorg-/uitloopwerkzaamheden worden verricht. 2. Interpolis Mens en Werk Overeenstemming is bereikt over de beëindiging van de andere taken per 1 januari 2005. Gezamenlijke uitwerking loopt. In 2005 Verzekeringen (Relan zullen enkel nog enige nazorg-/uitloopwerkzaamheden worden Zekerheid) verricht. 3. ABP Overeenstemming is bereikt over de beëindiging van de andere taken voor het AG- en WG-domein. AG-domein per uiterlijk 2011 en WG domein per 1-1-2006. Per domein vindt in samenwerking met ABP nadere uitwerking plaats. 4. Loyalis Contract Overeenstemming is bereikt over beëindiging van de andere management taken voor de Overheid- en Onderwijssector; WW-domein en wel uiterlijk per 1 januari 2008. In samenwerking met het VSO vindt nadere uitwerking plaats. 5. Achmea InkomensEr is overeenstemming met het stoppen van de uitvoering andere verzekeringen en taken door UWV per april 2005. Dit hangt samen met de looptijd 6. Achmea van de CAO (ABU) Voor de toekomst kan volstaan worden met Gakverzekeringen het leveren van gegevens. 7. Sichting Fondsenbeheer Het bestuur van de stichting (SFW) heeft besloten de aanvullende Waterbouw regelingen per 1 januari 2005 over te nemen en zelf uit te gaan (Baggerbedrijf) voeren. De overdracht wordt momenteel voorbereid/uitgewerkt. 8. SFB CAO-regelingen en 9. SFB-pensioenen 10. A en O services
Overeenstemming is bereikt over het beëindigen van de andere taken per 1 januari 2005. De uitwerking voor realisatie loopt. Overeenstemming is bereikt over het beëindigen van de andere taken per 1 januari 2005. De uitwerking voor realisatie loopt.
11. Stichting Controle Orgaan bij de CAO in de Schoonmaak- en Glazenwassersbranche 12. BEON
Ingestemd is met het stoppen van de uitvoering andere taken per 1 januari 2004. Dit is gerealiseerd.
13. Stichting Beheer Horecasecretariaten 14. CVZ (publiek)
Afgesproken is om de overeenkomst per 1 januari 2004 te beëindigen. Dit is gerealiseerd Afgesproken is de uitvoering van de andere taken te staken met ingang van het premiejaar 2004. Dit is gerealiseerd De toekenning/vergoeding voor huishoudhulp gaat met ingang van 1 januari 2005 over naar het persoonsgebonden budget. De afbouw van de huidige regeling wordt i.s.m. CVZ vormgegeven.