Amblyopie
Verminderd gezichtsvermogen
Wat is amblyopie? Amblyopie is een verminderd gezichtsvermogen in een of beide ogen, ontstaan doordat dit oog zich in de vroege kinderjaren niet normaal heeft kunnen ontwikkelen. Een andere naam voor amblyopie is een ‘lui oog’. Wanneer een oog een goed gezichtsvermogen ontwikkelt, terwijl het andere oog dat niet doet, wordt het oog met de slechtere gezichtsscherpte het ‘luie oog’ genoemd. Een lui oog kan ook aan beide ogen voorkomen. Normale ontwikkeling De ontwikkeling van een goed gezichtsvermogen in beide ogen is belangrijk. Niet alleen worden voor verschillende beroepen een goed gezichtsvermogen in beide ogen gevraagd, maar ook is het belangrijk om twee goede ogen te hebben voor het geval er gezichtsverlies in één oog zal optreden ten gevolge van een ongeval of oogafwijkingen op latere leeftijd. In de eerste maanden na de geboorte ontwikkelt het gezichtsvermogen heel snel. Ook gedurende de vroege kinderjaren is het visuele systeem in staat tot verandering. Het gezichtsvermogen van de ogen blijft zich ontwikkelen wanneer de ogen goed kunnen functioneren. Maar als er sprake is van een stoornis in de ogen ontwikkelt het gezichtsvermogen zich niet normaal. Het kan blijven stil staan of zelfs achteruitgaan. In het algemeen wordt aangenomen dat de ontwikkeling van het visuele systeem rond het 10e jaar voltooid is, daarna kunnen er geen verbeteringen meer optreden. Oorzaken Er zijn een aantal oorzaken voor het ontstaan van amblyopie:
• scheelzien, waarbij de ogen niet op hetzelfde punt gericht staan. Meestal is dit scheelzien naar binnen. Bij scheelzien naar buiten komt minder vaak amblyopie voor; • een ongelijk brekend vermogen in de ogen (een verschil in brilsterkte); • een hangend ooglid; • een vertroebeling van de normaal heldere delen van het oog (lens en hoornvlies); • een combinatie van bovenstaande
Ad 1: amblyopie treedt meestal op in combinatie met scheelzien. Het beeld van het afwijkende oog wordt in de hersenen uitgeschakeld om dubbelzien te voorkomen en op den duur verleert
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
2
het oog te kijken en wordt daarbij amblyoop (of lui). Het kind kijkt steeds met het goede oog. Als het scheelzien wisselt tussen het rechteroog en het linkeroog, ontwikkelt een kind vrijwel nooit amblyopie, omdat beide ogen even vaak gebruikt worden en dus gelijk zien. Ad 2: amblyopie kan ook optreden wanneer het beeld dat in één oog wordt gevormd onscherp is door een sterkteafwijking in dat oog. Dit onscherpe beeld krijgt in de hersenen minder aandacht en wordt min of meer verdrongen. Op den duur kan een lui oog ontstaan. Als beide ogen een hoge sterkteafwijking hebben, kunnen beide ogen ook lui worden. Ad 3: een hangend ooglid zorgt ervoor dat er minder licht in het oog valt, hierdoor krijgen de hersenen ook een minder goed beeld binnen en kan het oog lui worden. Afhankelijk van hoe ver het ooglid voor de pupil hangt, kan het oog in meer of mindere mate achter blijven. Ad 4: een oogziekte, waarbij een vertroebeling van de ooglens, zoals cataract (staar) of een vertroebeling van het hoornvlies optreedt, kan ook leiden tot amblyopie. In dit geval wordt door de vertroebeling geen scherp beeld gevormd, waardoor een lui oog kan ontstaan. Ad 5: een combinatie van bovenstaande oorzaken is ook mogelijk. Wanneer er in de familie sprake is van scheelzien, sterke brillenglazen, luie ogen of andere oogheelkundige afwijkingen, dan is het verstandig op jonge leeftijd een oogheelkundig en orthoptisch onderzoek te laten verrichten. De diagnose De diagnose amblyopie wordt gesteld door het aantonen van een duidelijk verschil in gezichtsscherpte tussen beide ogen. Dit wordt op kinderleeftijd bepaald met de plaatjeskaart, op iets oudere leeftijd met de E-haken of C-ringen en op latere leeftijd met de letterkaart. Aangezien het bepalen van de gezichtsscherpte op jonge leeftijd moeilijk is, wordt er ook door de orthoptist gekeken naar de samenwerking tussen de ogen (dieptezien), de oogstand en de oogbewegingen.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
3
Behandeling Er zijn een aantal methoden om het luie oog te behandelen: 1. het afplakken van het goede oog 2. het zonodig voorschrijven van een bril 3. soms zijn oogdruppels nodig Als het luie oog veroorzaakt wordt door een brilafwijking of door cataract (staar), is het belangrijk om eerst deze oorzaken te behandelen. In het geval van een brilafwijking zal de orthoptist zonodig een bril voorschrijven. In het geval van staar of een andere vertroebeling zal de oogarts u adviseren in de mogelijkheden van behandeling. Een lui oog heeft een achterstand in de ontwikkeling van het zien. Deze achterstand moet ook weer ingehaald worden. Dit wordt bereikt door het goede oog af te plakken gedurende een aantal uren per dag en gedurende een bepaalde periode. Deze periode kan weken tot jaren bedragen. Uw orthoptist zal u hierin adviseren. Een vroegtijdig gestarte behandeling die trouw wordt uitgevoerd leidt tot de beste resultaten! Amblyopie kan alleen met succes behandeld worden gedurende de vroege kinderjaren en daarom is het heel belangrijk dat deze afwijking vroeg wordt ontdekt. Hoe ouder het kind en/of hoe lager de gezichtsscherpte is, des te langer het oog moet worden afgeplakt om een goed effect te bereiken. Het afplakken van het goede oog heeft als doel de ontwikkeling van de gezichtsscherpte van het luie oog weer te stimuleren. Het heeft dus geen invloed op de brilafwijkingen en het verbetert de oogstand ook niet. Als er sprake is van scheelzien en een lui oog wordt eerst het luie oog behandeld door middel van een bril en/of afplakken. Pas bij een gelijke gezichtsscherpte van het rechter- en het linkeroog kan geopereerd worden. Het rechtzetten door middel van een operatie van kinderen met scheelzien geeft dus geen gezichtsscherpteverbetering! Als een kind met één oog slecht ziet, is de kans dat de ogen na de operatie recht blijven staan kleiner. Voor meer informatie over scheelzien, verwijzen wij u naar de folder ‘scheelzien’ van het ziekenhuis.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
4
Een hangend ooglid hoeft ook niet meteen operatief gecorrigeerd te worden. Door het afplakken verbetert de gezichtsscherpte. Er bestaat geen goed alternatief voor afplakken. Er is wel een minder goede behandeling zoals het indruppelen van het goede oog met pupilverwijdende druppels. Hierdoor ziet dat oog tijdelijk wazig en moet het luie oog gebruikt worden om te kunnen zien. Niet elke vorm van een lui oog is geschikt voor deze behandeling en ook door de bijwerkingen van deze behandeling, heeft het gebruik van de pleister de voorkeur. Voor een succesvolle amblyopie-behandeling zijn de ouders het allerbelangrijkst. Zij moeten ervoor zorgen dat het kind de pleister draagt en dat het afplakken lang genoeg wordt volgehouden. De oogarts en de orthoptist zullen zoveel mogelijk doen om dit te ondersteunen. In het algemeen wordt aangenomen dat boven de leeftijd van tien jaar een amblyopie-behandeling geen zin meer heeft. Tot slot Voor verdere vragen kunt u terecht bij uw oogarts of orthoptist.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
5
© 03-2012
Internet www.orbismedischcentrum.nl
633
Oogheelkunde Meldpunt Oost 02 Afsprakennummer 088 - 459 7903 Informatienummer 088 - 459 7770 Maandag t/m vrijdag van 08.30 – 16.30 uur