Advies keuring gezichtsvermogen voor verkeersdeelnemers
Wettelijke eisen Bij wet worden eisen aan het gezichtvermogen van rijbewijshouders gesteld. Het complete overzicht van deze eisen treft u in bijlage 1. Grofweg luiden deze eisen per rijbewijscategorie als volgt: Bromfiets, snorfiets, brommobiel geen eisen aan het gezichtvermogen Motor, personenauto en personenauto met aanhangwagen: groep 1 Visus: binoculaire visus, eventueel gecorrigeerd, ten minste 0,5 Gezichtsveld: horizontale gezichtsveld minimaal 120 graden het bereik links en rechts minstens 50 graden verticale gezichtsveld minstens 20 graden naar boven en beneden binnen een straal van 20 graden vanuit het centrum mogen zich geen gezichtsvelddefecten bevinden. Donkeradaptatie: maximaal toegestane afwijking bedraagt één logeenheid Vrachtwagen, vrachtwagen met aanhangwagen, autobus, autobus met aanhanger: groep 2 Visus: visus van het beste oog ten minste 0,8 en van het minder goede oog, eventueel gecorrigeerd, ten minste 0,1 Gezichtsveld: horizontale binoculaire gezichtsveld minimaal 160 graden het bereik links en rechts minstens 70 graden verticale gezichtsveld minstens 30 graden naar boven en beneden binnen een straal van 30 graden vanuit het centrum mogen zich geen gezichtsvelddefecten bevinden. Donkeradaptatie: maximaal toegestane afwijking bedraagt één logeenheid Contrastgevoeligheid: personen met een verminderde contrastgevoeligheid zijn ongeschikt voor rijbewijzen van groep 2. Landbouwvoertuigen geen eisen aan het gezichtvermogen Huidige testmethoden Op dit moment worden dus geen eisen gesteld aan houders van bromfiets-, snorfiets- en landbouwrijbewijzen. Er vindt bij het behalen en vernieuwen van deze rijbewijzen dan ook geen controle op het gezichtsvermogen plaats. Bij het behalen van het personenauto- dan wel het motorrijbewijs wordt in Nederland het gezichtsvermogen gecontroleerd aan de hand van een kentekentest uitgevoerd door een medewerker van het CBR. Bij het vernieuwen van deze rijbewijzen wordt geen controle van het gezichtsvermogen meer uitgevoerd tenzij een rijbewijskeuring vereist is. Deze rijbewijskeuring is vereist bij bepaalde medische aandoeningen en bij het bereiken van de leeftijd van 70 jaar, vanaf 2013 zelfs 75 jaar. Deze medische keuring van personen boven de 70 wordt uitgevoerd door een huisarts. De testmethoden van het gezichtsvermogen verschillen hierbij, afhankelijk van de uitvoerder. Voor het behalen en vernieuwen van het vrachtwagen- en busrijbewijs is medische keuring verplicht. Deze moet worden uitgevoerd door een geregistreerde bedrijfsarts of een arts verbonden aan een gecertificeerde arbodienst. In het geval dat de aanvrager ouder is dan zeventig jaar, dan mag ook een huisarts de keuring uitvoeren. De testmethoden van het gezichtsvermogen verschillen hierbij, afhankelijk van de uitvoerder.
NUVO voorstel controle van het zicht De Commissie Rijbewijskeuring stelt het NUVO-bestuur voor de volgende procedure rondom de controle van het zicht van verkeersdeelnemers na te streven:
Bromfiets, snorfiets, brommobiel Op dit moment worden er geen eisen gesteld aan het gezichtsvermogen van houders van deze rijbewijzen. Toch vormt deze groep een groot deel van de verkeersdeelnemers en kan verminderd zicht, mede door de snelheid die zij kunnen maken, leiden tot gevaarlijke verkeersituaties. De NUVO stelt daarom voor onderzoek te doen naar relevante eisen aan het gezichtsvermogen voor deze groep verkeersdeelnemers. Desgewenst kunnen optiekbedrijven op professionele wijze invulling geven aan de controle op deze in te stellen eisen. Motor, personenauto en personenauto met aanhangwagen: groep 1
Behalen rijbewijs:
Vervang de kentekenplaattest uitgevoerd door een medewerker van het CBR door een officiële visustest door ten minste een mbo-gediplomeerd opticien. De testresultaten van deze visustest dienen vanuit het optiekbedrijf direct naar het CBR gezonden te worden, bij voorkeur digitaal. Hierdoor kunnen de resultaten niet door de geteste persoon gewijzigd worden. De eisen die gesteld worden aan het gezichtsveld worden op dit moment niet gecontroleerd. Een goed gezichtsveld is belangrijk voor veilige verkeersdeelname. Desgewenst kunnen optiekbedrijven een rol spelen bij de controle van het gezichtsveld. Aan groep 1 verkeersdeelnemers worden nu geen eisen gesteld aan de mate van contrast zien. Ook het zien van contrasten is belangrijk voor veilige verkeersdeelname. Wij adviseren dan ook om ook voor deze groep verkeersdeelnemers wettelijke eisen op te stellen voor de mate van contrast zien. Desgewenst kunnen optiekbedrijven een rol spelen bij de controle van het contrast zien.
Vernieuwen rijbewijs:
Het voldoen aan de eisen aan het gezichtsvermogen is niet alleen belangrijk bij het behalen van het rijbewijs, maar gedurende de gehele rijperiode. De optiekbranche stelt daarom voor om ook bij het vernieuwen van het rijbewijs het slagen voor een visustest uitgevoerd door ten minste een mbogediplomeerd opticien verplicht te stellen. Mochten bij het behalen testen worden ingesteld voor het gezichtsveld dan wel het contrast zien, dan dienen deze bij het vernieuwen van het rijbewijs herhaald te worden. Ook hier kunnen optiekbedrijven bij de uitvoering een professionele rol vervullen. Op dit moment wordt bij een medische keuring van personen uit deze groep verkeersdeelnemers de controle van het gezichtvermogen uitgevoerd door een huisarts. Binnen optiekbedrijven is veel deskundigheid op het gebied van zichtcontrole aanwezig. Wij adviseren dan ook om het onderdeel zichtcontrole in deze medische keuring uit te laten voeren door de gediplomeerde professionals binnen een optiekbedrijf. De resultaten van de controle worden teruggekoppeld aan de huisarts die eindverantwoordelijk is voor de totale controle. Vrachtwagen, vrachtwagen met aanhangwagen, autobus, autobus met aanhanger: groep 2
Behalen en vernieuwen rijbewijs:
Aan deze groep chauffeurs worden strengere eisen gesteld aan het gezichtsvermogen dan aan chauffeurs uit groep 1. Bij het behalen en vernieuwen van dit rijbewijs is een medische keuring, over het algemeen uitgevoerd door een bedrijfsarts/arboarts, verplicht. Ook hier geldt dat er ons inziens een verbetering van de zichtcontrole te bereiken is wanneer dit onderdeel van de keuring wordt toevertrouwd aan optiekbedrijven waar gediplomeerde mensen met relevante deskundigheid werkzaam zijn. De resultaten van de controle worden teruggekoppeld aan de bedrijfsarts/arboarts die eindverantwoordelijk is voor de totale controle.
Landbouwvoertuigen Op dit moment worden er geen eisen gesteld aan het gezichtsvermogen van houders van deze rijbewijzen. Deze groep rijdt echter ook op de openbare weg met aanzienlijke snelheid en met zeer zware voertuigen. De NUVO stelt daarom voor onderzoek te doen naar relevante eisen aan het gezichtsvermogen voor deze groep verkeersdeelnemers. Desgewenst kunnen optiekbedrijven op professionele wijze invulling geven aan de controle op deze in te stellen eisen.
Praktische uitvoering
Stapeling rijbewijzen
In sommige gevallen zal een chauffeur binnen een korte termijn meerdere rijbewijzen behalen dan wel vernieuwen. Bij het gelijktijdig vernieuwen van meerdere rijbewijzen uit één groep kan gebruikgemaakt worden van dezelfde testresultaten. Bij het niet gelijktijdig behalen en vernieuwen adviseren wij om steeds een nieuwe professionele test verplicht te stellen.
Professionele uitvoering
Om het CBR zekerheid te bieden dat visustesten dan wel andere testen alleen door de mensen met de juiste diploma's worden uitgevoerd, kan de NUVO het CBR ondersteuning bieden. Gediplomeerde opticiens en optometristen kunnen zich laten inschrijven in een register dat de NUVO bijhoudt. Voor medewerkers van bij de NUVO-aangesloten bedrijven zal dit gratis zijn, aan andere wordt een bijdrage gevraagd. Bij deze inschrijving worden de diploma’s gecontroleerd en kunnen bijvoorbeeld inloggegevens voor een CBR-database worden toegekend waar testresultaten in geplaatst kunnen worden.
Kosten professionele controle
Het heeft de voorkeur dat de overheid voor een visustest en eventuele andere testen voor verkeersdeelname een vaste prijs vaststelt. De optiekbranche kan hierbij een calculatievoorstel doen.
Lobby De Commissie Rijbewijskeuring stelt voor om het door het NUVO-bestuur goedgekeurde voorstel voor zichtcontrole in het verkeer te bespreken met de ANWB en Veilig Verkeer Nederland en zo mogelijk tot een gezamenlijk voorstel te komen. Dit gezamenlijke voorstel zal worden voorgelegd aan het CBR en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Communicatiebureau Van Oort & Van Oort zal worden verzocht om bij dit lobbytraject bijstand te verlenen. De Commissie Rijbewijskeuring is bereid om desgewenst begeleiding te bieden bij dit verdere lobbytraject.
BIJLAGE 1
Regeling eisen geschiktheid 2000 a. groep 1: rijbewijzen van de categorieën A, B en B+E; b. groep 2: rijbewijzen van de categorieën C, C1, C+E, C1+E, D, D1, D+E en D1+E Aan houders van het AM-rijbewijs (bromfiets/snorfiets) worden deze eisen niet gesteld.
Hoofdstuk 3. Stoornissen van het gezichtsvermogen 3.1. Inleiding In dit hoofdstuk worden de eisen aan de geschiktheid gegeven voor het gezichtsvermogen. 3.2. Visus 3.2.1. Visuseisen rijbewijzen van groep 1 De binoculaire visus moet, eventueel gecorrigeerd, ten minste 0,5 te bedragen. Bij personen die het gezichtsvermogen aan één oog missen, of die in geval van diplopie slechts een oog gebruiken, dient de visus van het functionerende oog ten minste 0,5 te bedragen. Voor hen geldt tevens paragraaf 3.4. In uitzonderlijke omstandigheden kunnen personen met een visus tussen 0,4 en 0,5 geschikt worden verklaard voor rijbewijzen van groep 1. Voorwaarden zijn de afwezigheid van andere visuele functiestoornissen, een positief advies van een oogarts en een positieve rijtest (zie ook paragraaf 3.5). 3.2.1.1. Rijden met een monoculair bioptisch telescoop systeem Onder strikte voorwaarden kan een persoon die de visus van 0,5 bereikt met behulp van een monoculair bioptisch telescoopsysteem geschikt worden verklaard voor een rijbewijs van de categorie B. De voorwaarden zijn dat: o o o o
– de visus met beide ogen tezamen, eventueel gecorrigeerd, ten minste 0,16 bedraagt; – de visus bij kijken door de telescoop ten minste 0,5 bedraagt; – die persoon niet het gezichtsvermogen van één oog volledig is kwijtgeraakt of slechts één oog gebruikt; – er geen andere hinderlijke oogheelkundige afwijkingen met betrekking tot verkeersdeelname zijn.
Een rapport van een door het CBR aangewezen oogarts is vereist. Het rapport moet ingaan op oorzaak, prognose en stabiliteit van de lage visus en bevat een advies aan het CBR over de geschiktheidstermijn. De maximale geschiktheidstermijn is vijf jaar. De geschiktheid wordt bepaald in een rijtest met een deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid van het CBR. Het CBR heeft voor de rijtest een uitvoerig protocol. Voor een rijtest komen alleen personen in aanmerking die aantoonbaar voldoende training hebben gehad bij een door het CBR erkend trainingscentrum voor autorijden met een bioptisch telescoopsysteem. Na een positieve rijtest kunnen personen die een bioptische telescoop gebruiken slechts geschikt worden verklaard met beperking van de rijbevoegdheid tot:
o o o
– rijden bij daglicht (vanaf één uur na zonsopgang tot één uur voor zonsondergang); – privé gebruik, en – voertuigen met een automatische schakeling.
3.2.2. Visuseisen rijbewijzen van groep 2 De visus van het beste oog dient, eventueel gecorrigeerd, ten minste 0,8 te bedragen en van het minder goede oog, eventueel gecorrigeerd, ten minste 0,1. Ongeschiktheid bestaat ook bij een plotselinge, substantiële terugval van de visus in één oog. Deze personen kunnen na een aanpassingsperiode van minimaal drie maanden en op basis van een positief advies van een oogarts weer geschikt worden verklaard voor rijbewijzen van groep 2, mits de resterende visus voldoet aan bovengenoemde minimumnorm. 3.2.3. Brekingsafwijkingen o o
a. groep 1: Geen eisen. b. groep 2: Brillenglazen zijn toegestaan tot een sterkte van plus of min 8 dioptrieën. Contactlenzen zijn tot elke sterkte toegestaan, mits zij goed worden verdragen.
3.2.4. Kleurenzien Geen eisen. 3.2.5. Diplopie o a. groep 1: Personen met storende diplopie zijn ongeschikt voor rijbewijzen van groep 1. Bij het afdekken van een oog geldt paragraaf 3.4. o b. groep 2: Personen met diplopie zijn ongeschikt voor rijbewijzen van groep 2. 3.3. Gezichtsvelden o
a. groep 1: Het horizontale gezichtsveld moet minimaal 120 graden zijn en het bereik dient zich links en rechts minstens 50 graden uit te strekken. Het verticale gezichtsveld dient minstens 20 graden naar boven en beneden te zijn. Binnen een straal van 20 graden vanuit het centrum mogen zich geen gezichtsvelddefecten bevinden. In uitzonderlijke omstandigheden kunnen personen die niet voldoen aan de normen voor het gezichtsveld, zoals bij scotomen, kwadrantanopsie of homonyme hemianopsie, geschikt worden verklaard voor rijbewijzen van groep 1. Voorwaarden zijn de afwezigheid van andere visuele functiestoornissen, een positief advies van een oogarts en een positieve rijtest (zie paragraaf 3.5). Deze uitzondering geldt niet voor personen met een gezichtsveld van minder dan 90 graden horizontaal.
o
b. groep 2: Het binoculaire horizontale gezichtsveld moet minimaal 160 graden zijn en het bereik dient zich links en rechts minstens 70 graden uit te strekken. Het verticale gezichtsveld dient minstens 30 graden naar boven en naar beneden te zijn. Binnen een straal van 30 graden vanuit het centrum mogen zich geen gezichtsvelddefecten bevinden.
3.4. Verlies van het gezichtsvermogen van één oog o
a. groep 1: Ongeschiktheid bestaat bij het plotseling verlies van het gezichtsvermogen van één oog, dus ook bij storende diplopie waarbij afdekken van één oog noodzakelijk is. Deze
o
personen kunnen na een aanpassingsperiode van minimaal drie maanden en op basis van een positief advies van een oogarts weer geschikt worden verklaard voor rijbewijzen van groep 1. b. groep 2: In uitzonderingsgevallen kan een beroepschauffeur, die al in het bezit is van één of meer rijbewijzen van groep 2, na een aanpassingsperiode van minimaal drie maanden en op basis van een positief advies van een oogarts, weer geschikt worden verklaard voor een geografisch beperkt rijbewijs van de categorieën C/CE of D/DE, dat zich maximaal kan uitstrekken tot het grondgebied van Nederland. Voorwaarden zijn een positief oogartsrapport, een verklaring van de werkgever volgens door het CBR opgesteld model en een positieve rijtest (zie paragraaf 3.5).
3.5. Rijtest Indien het CBR voor een juiste oordeelsvorming over de geschiktheid een rijtest nodig acht, schakelt het een deskundige in op het gebied van de praktische geschiktheid (van de desbetreffende afdeling van het CBR) voor het afnemen ervan. Het CBR heeft voor de rijtest een uitvoerig protocol. 3.6. Nader oogheelkundig onderzoek Personen bij wie de keurend arts geen belangrijke oogheelkundige afwijkingen heeft gevonden kunnen op basis van de gegevens van de keurend arts geschikt worden bevonden. Indien er wel belangrijke afwijkingen zijn, is aanvullend onderzoek door een oogarts noodzakelijk in verband met een eventuele beperking van de geschiktheidstermijn. 3.7. Progressieve oogaandoeningen Beperking van de geschiktheidstermijn is aangewezen bij progressieve oogaandoeningen, zoals cataract, glaucoom met gezichtsveldbeperking, degeneratieve en vasculaire netvliesaandoeningen, progressief lijden van de nervus opticus. Voor de beoordeling is een rapport van een oogarts vereist. 3.8. Donkeradaptatie De donkeradaptatie dient min of meer ongestoord te zijn. Bij twijfel aan dit vermogen zal nader onderzoek met een adaptometer moeten plaatsvinden: de maximaal toegestane afwijking bedraagt één logeenheid. Personen met een afwijking in de donkeradaptatie van meer dan één logeenheid kunnen geschikt worden verklaard voor groep 1, waarbij de rijbevoegdheid wordt beperkt tot rijden bij daglicht (vanaf één uur na zonsopgang tot één uur voor zonsondergang). De beoordeling kan voorts ondersteund worden door een rijtest (zie paragraaf 3.5). 3.9. Contrastgevoeligheid o o
a. groep 1: Geen eisen b. groep 2: Personen met een verminderde contrastgevoeligheid zijn ongeschikt voor rijbewijzen van groep 2.
3.10. Intra-oculaire lenzen Intra-oculaire lenzen zijn toegestaan als er zich geen problemen voordoen zoals het bestaan van dubbelbeelden, storende mediatroebelingen of hinderlijke strooilichteffecten.