}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant
Vrijdag 7 juni 2013
Economie Sportschool in retrostijl
Actueel Pulchri wacht onzekere toekomst
5
jaargang 7 nummer 317
€ 1,95
Sport Beachvolleybal: wereldtop in Scheveningen
9
17
Dooievaar: renovatie theaters kan t nodig e i n m u r o f >Spui m in u i r o t a v r e >Cons Justitie n a v e i r e t s Mini iforum u p S n a d r ee én zaal m >E lager n e o j l i m 3 >Kosten 4 zie pagina 3
>Fotocollage: Hans Fresen Ingezonden mededeling
4=2
U komt met 4 personen eten en maakt alle 4 gebruik van het 4 gangen 4 = 2 menu à € 57,50 per persoon. De twee gasten die u inviteert eten gratis met u mee. Kijk voor meer informatie op pagina 11 UIT-agenda
Laan van Hoornwijck 29 l Rijswijk l
[email protected] l 070 - 3072050
www.savarin.nl
2>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 7 juni 2013
Uitbreiding Bijenkorf:
Alle merken onder één dak De verbouwing van de Bijenkorf is sinds deze week af. Opbrengst: geen enkel ander filiaal heeft zoveel cosmetica-artikelen als hier. En nog chiquer: Den Haag heeft de grootste schoenenafdeling van Nederland. Een gesprek over de noodzaak van luxe. Door Annerieke Simeone
Terwijl de roltrap in een ontspannen tempo naar beneden glijdt, kijken store manager Christian van Drumpt (39) en zijn collega Els den Dekker (31) geconcentreerd in het rond. Deze week wordt het laatste gedeelte van de verbouwing aan het publiek gepresenteerd. Alles moet er perfect uitzien. “Leuk gedaan”, zegt Van Drumpt, wijzend op de nieuwe herenmodelijn. Den Dekkers ogen glijden over de in pak gestoken paspoppen. Zij is verantwoordelijk voor de aankleding en de etalages van het warenhuis. “Ik kan niet meer normaal door een winkel lopen”, vertelt de teammanager visual. “Overal waar ik kom, of het nu hier is of ergens in het buitenland, leg ik stapels kleren recht. Het moet kloppen”. Lachend: “Typisch een geval van beroepsdeformatie”. Op de begane grond laten de twee zien waar de verbouwing vooral om te doen is geweest: een nieuwe damesschoenenafdeling met zestig luxe merken, daarmee de grootste van Nederland, en een uitgebreidere cosmeticacluster. Deze week presenteert het Haagse filiaal naast oude vertrouwde producten van onder meer Lancôme, Chanel en Dior twee exclusieve merken die nergens anders in Nederland worden aangeboden: Armani Cosmetics en Jo Malone. Maar niet alleen de vrouwen worden op hun wenken bediend, ook de mannenmode, die van de parterre naar de eerste etage is verhuisd, heeft meer vierkante meters gekregen. Voor de nieuwe stijl, formeel en klassiek, zijn namen als Ted Baker en vanaf volgend seizoen Paul Smith aan het herenassortiment toegevoegd. Om ruimte te creëren voor alle nieuwe merken, is de parterre nu net zo groot als de eerste etage. Van Drumpt: “Dat betekent dat we 1.700 vierkante meter aan verkoopoppervlakte erbij hebben gekregen”. Den Haag is niet de enige die een metamorfose heeft ondergaan. Ook de filialen Amsterdam en Eindhoven maken ruimte voor meer luxe merken. De upgrading van artikelen roept bij meerdere media de kritische vraag op: Zit de Nederlandse consument in tijden van crisis wel op die luxe te wachten? Den Dekker pareert de vraag. “We zijn zeker niet te luxe geworden. Het is wel zo dat we op alle niveaus merken toevoegen, maar dat zijn zowel mainstream- als exclusieve producten. De klant ervaart het misschien als luxe, maar eigenlijk zou je moeten spreken van nieuw”. Van Drumpt valt haar bij: “Natuurlijk is het crisis, maar deze plannen liggen er al jaren. In Den Haag wilden we op bepaalde afdelingen dominant worden. We hadden de grootste schoenenafdeling van Nederland voor ogen. Die hebben we gekregen. We wilden de grootste cosmetica-afdeling van alle twaalf de Bijenkorf-filialen. Die is er nu ook. Dat is ook de kracht van een warenhuis, dat je alle merken onder één dak hebt. En om een volledig merkenaanbod aan te bieden heb je een bepaald aantal vierkante meters nodig”. Superieur Meer oppervlakte, meer merken, maar niet luxer? In NRC Handelsblad, dat onlangs een interview had met de Bijenkorfbaas Giovanni Colauto, repte de journalist over de luxe strategie van de Bijenkorf. Ofwel premiumship: door jezelf als superieur neer te zetten en dito prijzen te hanteren, word je het vanzelf. Van Drumpt kijkt bedenkelijk: “Premiumship is wat
Het glas-in-lood-raam op de eerste verdieping is voor het eerst zichtbaar.>Foto’s: Eveline van Egdom
Trappenhuis Door de uitbreiding aan de zijde van de Gedempte Gracht is het glas-inloodraam in het trappenhuis op de eerste etage voor het eerst in het monumentale pand zelf zichtbaar. Voorheen was het kunstwerk alleen vanaf de buitenkant te bewonderen. Het originele trappenhuis uit 1926 is tot nu toe bij elke verbouwing gespaard gebleven. De Haagse Bijenkorf, gebouwd naar een ontwerp van de beroemde architect Piet Kramer, wordt gerekend tot de Amsterdamse School. Glas-in-loodramen waren zeer geliefd onder aanhangers van deze stroming vanwege de expressiviteit en de decoratieve werking. De trap is gemaakt van padouckhout met houtsculpturen van H.A. van den Eynde, die ook meewerkte aan het beeldhouwwerk aan de gevels. Het gebrandschilderde glas is van de hand van J. Gidding, P. Hofman en J. Linse en beeldt een ‘hoorn des vooruitgangsovervloed’ uit.
ons betreft het overtreffen van klantverwachtingen. En om dat te bewerkstelligen heb je bepaalde service en merken nodig, maar we kiezen ook voor mooie panden in de binnenstad. Bij alles denken we: wat vindt de klant handig?” Een typisch Haagse klant is er niet. Volgens de store manager kun je nog het best spreken van global shoppers: toeristen en Nederlanders die regelmatig reizen. “Zij zijn bekend met onze producten”. Hoe groot het aantal toeristen is in de Haagse vestiging wil Van Drumpt niet zeggen: “Dat is onze policy: niet over cijfers praten. Niet over het aantal klanten, niet over de groei en niet over de omzet”. Over onderzoeksresultaten wil hij wel wat kwijt. De klant bleek onder meer behoefte te hebben aan meer paskamers. Van Drumpt: “Waar we in het verleden
een grote centrale paskamerstraat hadden, voegen we nu paskamers op merkniveau toe”. Ook zijn de twee dominante roltrappenpartijen vanaf de parterre verdwenen. “Die namen veel zichtlijnen weg. Waardoor sommige klanten gedesoriënteerd raakten. De trappen hebben we recht naar boven doorgetrokken. Je hoeft nu ook niet meer een halve cirkel te lopen naar de volgende roltrap”. Niet alleen in het warenhuis, maar ook online wordt het de consument gemakkelijker gemaakt. De click en collect-service is populair. “Op internet gedane aankopen laat je hier in de winkel bezorgen”, vertelt de store manager. “Voordeel is dat je voor thuisbezorging moet betalen en als je het item hier laat brengen niet. En voor veel klanten geldt: dan heb ik de zekerheid dat mijn aankoop klaarligt, en dat ik een kle-
ding-item in meerdere maten kan passen. Als het item niet bevalt, kan het meteen worden teruggegeven. Voor ons is het goed dat de klanten weer even in onze winkel zijn en zien wat hier gebeurt”. Koffieconcept Acne, Burberry, Valentino en Chloé, het zijn slechts een paar labels die aan het assortiment worden toegevoegd. Maar hoe weet Den Dekker nou dat de klant op zoek is naar een Burberryjurk? “Dat weet je niet, het is een kwestie van uitproberen. Net zoals bij nieuwe merken. In het zogenaamde Labveld bieden we kleinere designermerken een podium. We kijken of het wordt opgepikt door de consument. Van Filippa K hadden we vroeger maar een paar items. Nu hebben we het kledingmerk een shop gegeven, omdat het
aansloeg”. Ook Nederlandse designers kunnen aankloppen bij de Bijenkorf. “Van Sjaak Hullekes hebben we in Rotterdam en Amsterdam al een tijdelijke minishop. Wie weet krijgt hij wel een plek hier. In theorie staan de deuren altijd open voor talentvolle ontwerpers. Maar niet hier in Den Haag, hè. Dat loopt via de hoofdvestiging. Daar buigen de Lidewij Edelkoorten van de Bijenkorf zich dagelijks over het inkoopbeleid”. Is het warenhuis voorlopig klaar met verbouwen? “Tuurlijk niet”, zegt Van Drumpt. “We zijn nooit klaar met onze winkel. Want als je klaar bent, sta je stil. In het najaar presenteren we een nieuw koffieconcept en een nieuwe meesterbanketbakker. Die verhuist van de derde etage naar de parterre. En nee, verder kan ik er nog niks over zeggen”.
3
actueel<
Vrijdag 7 juni 2013 > Den Haag Centraal
Het alternatief van Dooievaar:
‘Meer zalen, minder geld en het conservatorium in een eigen huis’ Door Casper Postmaa
In tegenstelling tot wat de gemeente beweert, is het toch mogelijk om de theaters van Residentie Orkest (RO) en Nederlands Danstheater (NDT) te behouden, terwijl het gehele complex een uitbreiding krijgt en een grootscheepse renovatie ondergaat. De Haagse werkgroep Dooievaar heeft de afgelopen maanden een alternatief plan opgesteld dat 22 juni (de Dag van de Architectuur) tijdens een manifestatie op het Spuiplein zal worden gepresenteerd. Het Dooievaarplan is goedkoper dan het Spuiforum (138 miljoen tegen 181 miljoen), het heeft een zaal meer en het Koninklijk Conservatorium krijgt een eigen gebouw met een eigen ingang in de toren van het voormalige ministerie van Justitie. Dooievaar, waarbij onder anderen de Haagse architecten Hans van Beek, Jan Ledderhof, Peter Drijver en Joop ten Velden zijn aangesloten, heeft zich van begin af aan fel verzet tegen de komst van het Spuiforum als nieuwe accommodatie van RO, NDT en Koninklijk Conservatorium. Volgens de architecten is het verkeerd dat het Spuiplein moet wijken voor het gebouw van het Spuiforum. Daarnaast, vindt Dooievaar, zal het supertheater (maximale hoogte 70 meter) een verpletterende werking hebben op de Nieuwe Kerk. “In de plaatjes van de gemeente krijg je dat effect niet te zien. Het zal lijken op een oceaanstomer die aan het Spui ligt afgemeerd”, aldus Drijver. Hans van Beek is nog stelliger. “Met dit plan maakt Den Haag zich volstrekt belachelijk. Zo ga je niet met de Nieuwe Kerk, een kostbaar icoon van de stad, om. Het Spuiplein moeten we niet weghalen, we moeten het verbeteren, want het is een prachtige plek voor een plein”. De uitkomst van het onderzoek van Dooievaar is opmerkelijk, want aanvankelijk was de gemeente tot een geheel andere conclusie gekomen. Renovatie zou veel te duur zijn, sloop en nieuw-
Actiegroep Dooievaar heeft een uitgewerkt alternatief gemaakt voor het door architect Neutelings ontworpen theatercomplex Spuiforum. Dooievaar handhaaft de zalen van NDT en RO, het Koninklijk Conservatorium komt in de toren van Justitie (midden) als de actiegroep zijn zin krijgt. >Foto: C&R
bouw de enige oplossing. Uit de daarop gehouden prijsvraag kwam het Nederlandse architectenbureau Neutelings Riedijk als winnaar uit de bus. Neutelings hield aanvankelijk het Spuiplein open, maar in een later stadium draaide het gebouw een kwartslag en kwam het theater aan het Spui te liggen. De gemeente wil voor de zomer een beslissing nemen over de bouw van het Spuiforum. Volgens Dooievaar is dat onmogelijk. “Er is nog steeds geen voorlopig ontwerp, Neutelings is nog aan het tekenen. Hoe kun je dan weten hoeveel het kost”, vraagt Van Beek zich af. “Dooievaar is wel al zover”, zegt Drijver. “Er is een voorlopig ontwerp inclusief alle plattegronden, zowel van de thea-
ters als van het nieuwe conservatorium”, aldus Ten Velden. Plein Het alternatieve plan is, volgens Dooievaar, op essentiële punten beter dan het Spuiforum. “Te beginnen met het Spuiplein. Dat wordt kleiner en intiemer”, legt Van Beek uit, “waardoor ook de Nieuwe Kerk veel beter tot zijn recht komt. De trappen van het Mercure-hotel slopen we en we vullen die ruimte op met lage bebouwing zodat het plein ook aan die zijde een wand heeft. Mercure wil daar graag zitten met een restaurant en een bar. De voorgevel van het theatercomplex schuiven we vijftien meter naar voren, zodat het plein een wat bescheidener
maat krijgt”. Het verschil met het Spuiplein, in het gemeentelijke plan, dat in de nieuwe situatie ligt ingeklemd tussen de zijkanten van stadhuis en theater, is groot. “Dat is een soort restruimte dat het grootste deel van de dag in de schaduw ligt. Maar ook dat zie je niet op de plaatjes van de gemeente”, oordeelt Ten Velden. Wisselzaal Waarschijnlijk het meest omstreden gevolg van het Spuiforum is de sloop van het Lucent Danstheater. De zaal is vanwege de goede zichtlijnen populair bij het publiek, bovendien heeft het theater internationaal gezien een bijna monumentale status. Het is het eerste werk van architect Rem Koolhaas, die nadien uitgroeide tot
één van de bekendste architecten ter wereld. In het plan van Dooievaar blijft de zaal, ook die van het RO, behouden. “Hij komt in een soort vitrine te staan. Dus die gouden kegel van Piccolo Mondo staat straks in de foyer te glanzen”, vertelt Van Beek. In het Dooievaarplan wordt tussen de bestaande theaters en het ministerie van justitie een grote theaterzaal gebouwd. Daarin kan, bijvoorbeeld, eerst het RO spelen tot de renovatie van de concertzaal gereed is, en daarna krijgt het NDT het ter beschikking. Beide gezelschappen hoeven dus tijdens de bouw niet te verhuizen. Vervolgens wordt de nieuwe zaal in twee kleinere gesplitst, zodat het conservatorium, net als in de huidige situatie, over twee zalen kan beschikken: één met een toneeltoren voor opera’s en een concertzaal. “Het Spuiforum heeft dat niet, tot verdriet van de deelnemende instellingen”, weet Drijver. Volgens Dooievaar is het conservatorium het grootste slachtoffer van het Spuiforum. “Hun ruimtes slingeren zich door het hele gebouw en worden als voering voor de zalen gebruikt”, oordeelt Ten Velden, “er is geen sprake meer van een eigen identiteit. In het ontwerp dat Jan Ledderhof heeft gemaakt voor het conservatorium hebben ze een eigen gebouw en een eigen identiteit, mét de sfeer van een grote onderwijsinstelling waar jongeren rondhangen en briefjes aan de muur of iemand nog een kamer weet”.
Architect Het Plan Dooievaar is volgens de actiegroep niet bedoeld om architect Neutelings zijn opdracht af te nemen. Van Beek: “Nee, hìj blijft de architect, we willen alleen dat er nieuwe uitgangspunten voor het ontwerp komen, want met dìt Spuiforum beschadig je de stad enorm”. Drijver vindt dat het plan van Dooievaar op waarde moet worden geschat. “Als je weet dat er zoveel tegenstand is in de stad, dan weeg je toch beide plannen tegen elkaar af. Laat ze allebei uitwerken door Neutelings. Dan heeft de gemeenteraad een echte keus”.
Dans Theater en Residentie Orkest spelen al jaren voor halfvolle zalen Het Nederlands Dans Theater en het Residentie Orkest spelen al jaren voor half gevulde zalen. De door accountants gecontroleerde bezoekerscijfers over 2011 en 2012 van het Lucent Danstheater en de Dr Anton Philipszaal laten daar geen misverstand over bestaan. Door Coos Versteeg
De schok was groot toen Jim Vincent in de zomer van 2009 op sollicitatiegesprek in Den Haag terugkeerde om de nieuwe artistiek directeur van het Nederlands Dans Theater te worden. De Amerikaan Vincent had als danser de bloeiperiode van de jaren tachtig bij het NDT met merendeels uitverkochte zalen meegemaakt. Nu trof hij een Lucent Danstheater dat slechts voor tweederde was gevuld. Hij begreep er niets van. “Is dit maandag of dinsdag vroeg ik mezelf af? Nee, het was vrijdagavond met niet
meer dan 650 mensen. En dat is niet goed”, vertelde hij in oktober 2009 in deze krant. Inmiddels is Jim Vincent alweer teleurgesteld vertrokken. Hij heeft twee jaar terug plaats gemaakt voor choreograaf Paul Lightfoot. Het aantal bezoekers is onderwijl alleen maar minder geworden. Bij de laatste première ‘School of Thought’ van Paul Lightfoot en zijn vrouw Sol León was de zaal nog niet eens voor de helft gevuld, terwijl bij premières een aanzienlijk deel van de gasten ook nog eens gratis uitgenodigd is. De cijfers over 2011 laten zien dat het Nederlands Dans Theater toen bij 45 voorstellingen in totaal 25.466 toeschouwers mocht begroeten. Dat komt op een gemiddeld aantal van 566 per voorstelling. De zaal van het NDT telt nèt geen duizend stoelen, namelijk 996. Het jaar 2012 heeft geen verbetering gebracht. Er werden 41 voorstellingen gegeven met een totaalresultaat van 23.105
bezoekers, ofwel een gemiddelde van 563. Daarnaast verzorgde het Nederlands Dans Theater in 2012 zes programma’s samen met het Residentie Orkest verdeeld over de beide zalen. Hierbij werden 8.563 bezoekers getrokken, wat neerkomt op een gemiddelde van 1427 mensen. Bij een zaalcapaciteit van 2886 (996 in het Danstheater plus 1890 in de Philipszaal) komt dat zelfs uit op minder dan de helft. Het Residentie Orkest kampt met dezelfde zorgwekkende resultaten. Weliswaar steeg het aantal bezoekers van 51.101 in 2011 naar 51.585 in 2012, terwijl er vorig jaar 56 concerten werden gegeven tegen 58 in het jaar ervoor. Gemiddeld geeft dat in 2011 een aantal van 881 bezoekers en in 2012 van 921 bezoekers per uitvoering bij een zaalcapaciteit van 1890 stoelen. Ondanks de stijging nog steeds een halfvolle – of zo men wil half lege – zaal, zij het dat daarin ook de vijf kamerconcerten in de Nieuwe Kerk
(400 plaatsen) begrepen zijn wat het gemiddelde omlaag haalt. Gecorrigeerd komt het daarmee op een gemiddelde van 992 bezoekers; op de valreep net boven de helft dus.
Achilleshiel Met de eigen programmering en culturele verhuringen erbij kwamen de twee Spuizalen met 312 voorstellingen/concerten in 2012 op een totaal van 184.061 bezoekers. Dat is 590 gemiddeld bij een zaalcapaciteit van 2886. Iets meer dan twintig procent dus. Niettemin een verbetering ten opzichte van 2011, toen men op gemiddeld 543 bezoekers uitkwam. Een hotel zou bij een dergelijke bezettingsgraad al lang de deuren hebben gesloten. Voor de exploitatie van het nieuwe Spuiforum spelen bezoekerscijfers straks een cruciale rol. In maart 2011 ging het college van B & W voor het nieuwe Spuiforum uit van ruim 400.000 bezoekers,
wanneer de nieuwbouw is gerealiseerd. Dat is meer dan een verdubbeling. Een wensdroom. De fracties van de PvdA, VVD, de PVV, de SP en de Haagse Stadspartij twijfelden begin 2011 ten zeerste aan de realiteit van deze sprong. “Het bezoekersaantal is de Achilleshiel van het hele project”, aldus de PvdA’er Jos de Jong toen. Hij kreeg bijval van de VVD’er Arjen Lakerveld. “Is zo’n forse stijging wel haalbaar?” Van de samenwerking met het Koninklijk Conservatorium zullen de gewenste extra inkomsten uit kaartverkoop op het Spui zeker niet komen. Het conservatorium beschikt nu in het Bezuidenhout over drie zalen met respectievelijk 650, 110 en 70 plaatsen. Volgens een woordvoerder heeft men echter geen bezoekerscijfers, omdat bijna alle concerten gratis zijn. >Zie ook de ingezonden brieven over het Spuiforum op pagina 6.
4>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 7 juni 2013
stadsmens
HDM’ers Eva, Marjet en anderen bieden in vakantie hulp in Oeganda “Spannend en interessant”. Zo omschrijven Eva Martens (17) en Marjet Joosse (16) hun komende verblijf in Oeganda. Ze kijken er weliswaar naar uit, maar denken niet lichtvaardig over hun bezoek in juli aan het ontwikkelingsland. De twee, die worden uitgezonden door de Haagsche Hockeyvereniging HDM om zich onder meer op scholen en in kinderziekenhuizen in te zetten, beseffen dat zij met heftige indrukken zullen worden geconfronteerd. Zoveel is wel duidelijk geworden uit de ervaringen van hun voorgangers. “Ze hebben ons verteld dat vooral het bezoek aan een vluchtelingenkamp er heel erg inhakt”. Marjet en Eva maken in juli deel uit van de Youth Academy van HDM, een project dat in 2003 is begonnen. Sindsdien zendt de hockeyclub leden van ongeveer 17 jaar oud uit naar een ontwikkelingsland. De jongeren moeten zelf de reis- en verblijfkosten, minimaal 1200 euro, bijeen brengen. Dit jaar zijn er vier groepen die naar Ghana, Nepal of Equador gaan, of, zoals Eva en Marjet, naar Oeganda. Met de laatste twee reizen ook Lisanne Verzijl, Astrid Rutten en Vincent Vroom mee. “Wij zijn de enige groep van vijf, de andere
jerrycan water kunnen meenemen naar huis. Ze hoeven dan ’s ochtends niet meer vroeg van huis om water te halen. Vaak konden ze daardoor niet naar school of kwamen ze veel te laat”. Marjet en Eva reageerden vorig jaar op de oproep van HDM voor een voorlichtingsbijeenkomst van de Youth Academy. Marjet: “Er waren veel meer jongeren op afgekomen dan verwacht; er zaten zelfs hele hockeyteams bij. Maar uiteindelijk hebben zich maar zeventien leden opgegeven voor het project”.
Eva Martens en Marjet Joosse worden uitgezonden door hockeyvereniging HDM. >Foto: Eveline van Egdom
groepen bestaan uit vier jongeren”. Zij logeren straks in Kisoro, een plaatsje in het uiterste zuidwesten van Oeganda aan de grens van Rwanda en Congo. Wat de vijf daar op scholen gaan doen, staat nog niet helemaal vast. Zeker is wel dat zij zullen sporten met leerlingen. “En ons plan is om een voorstelling te maken die over hygiëne gaat. We willen op een speelse manier voorlichting geven”.
Dat theaterstuk schrijven ze samen met Aagje en Wil Laarakker, oprichters van de stichting you4uganda. Het echtpaar bezocht Kisoro en werd geraakt door de schrijnende armoede. Sinds 2000 zetten de Laarakkers zich in om onder meer watertanks te realiseren en scholen te restaureren. Eva: “Wij gaan helpen met het bouwen van een watertank bij een school, zodat kinderen iedere dag een
Samenwerken De groepen zijn de afgelopen tijd voorbereid op hun verblijf in een ontwikkelingsland. Ook op het samenwerken met elkaar. Dat gebeurde onder leiding van Frank van der Laan, een van de initiatiefnemers van Youth Academy. De jongeren werd duidelijk gemaakt dat drie weken intensief met elkaar optrekken nogal wat vraagt. ‘Ergernissen uitspreken’, was een belangrijk advies. Marjet: “Vorig jaar had een van de groepen na het eten een klaagkwartiertje ingesteld. Alle irritaties werden meteen geuit”. Eva vult aan: “Je moet niets opsparen, hebben we geleerd. Als jou iets dwarszit, moet je dat zeggen. Dat is best moeilijk”.
Geld voor hun reis en verblijf brengt de groep van Eva en Marjet onder meer bijeen met de verkoop van armbanden en kettingen. Die worden in Oegandese gevangenissen gemaakt via het project Product of Prison, een initiatief van de Nederlandse Celesta Duivenvoorde. De helft van de opbrengst gaat naar de gevangenen. “Zij leven onder vreselijke omstandigheden in veel te kleine ruimten”, weet Eva. “Honderden mannen zitten er vast zonder enige vorm van proces”. Dankzij de opbrengst van de sieraden kunnen de gedetineerden hun gezin onderhouden. De vijf arriveren overigens niet met lege handen in Oeganda. “We nemen opblaasbare voetballen met pompen mee, hockeysticks en vijf grote dozen lego. De kleren die we bij ons hebben laten we daar achter”. Terug in Nederland zijn Marjet en Eva nog een paar weken vrij. Die hebben ze ook nodig. Want: “Volgens Aagje en Wil Laarakker zullen in Oeganda de indrukken binnenknallen; we moeten hier dan echt bijkomen”. Wie de groep van Marjet en Eva wil steunen, kan mailen naar
[email protected] Joke Korving
Ingezonden mededeling
Savelberg Ook op ons heerlijke terras serveren wij tijdens lunch en diner het
Zomerarrangement
Werft u een nieuwe jaarabonnee voor Den Haag Centraal? Dan ontvangt zowel de nieuwe abonnee als u een
aperitief, wijnarrangement, viergangenmenu, koffie met friandises
€ 85,00 p.p. all in www.restauranthotelsavelberg.nl voor de inhoud van het menu.
, 5 3 € n a v e hequ c t n a r u a t s e R
Wij hopen u binnenkort bij ons te mogen verwelkomen! Reserveren kan per telefoon: 070 387 20 81 o.v.v. zomerarrangement Of per e-mail:
[email protected]
óf een Kunstbon van Kunstuitleen Heden t.w.v. € 100,-
Ga naar www.denhaagcentraal.net of bel onze abonneeservice: 0172 – 476085 *vermeld in het vakje opmerkingen de actiecode AWA
~ Oosteinde 14, 2271 EH Voorburg ~ Op zondag en maandag is het restaurant gesloten ~
5
actueel<
Vrijdag 7 juni 2013 > Den Haag Centraal
Lege rijkskantoren zijn voor Norder geschenk uit de hemel
Het ministerie van buitenlandse zaken, in de volksmond ‘de apenrots’ genoemd, heeft nu al de uitstraling van een appartementencomplex in Torremolinos. > Foto’s: Pan Chen
Door Jan van der Ven
Als geen ander weet PvdA-wethouder Marnix Norder van de nood een deugd te maken. Dat bleek vorige week weer eens, toen hij onder het toeziend oog van minister Blok van wonen en rijksdienst zijn handtekening plaatste onder afspraken met het rijk over het afstoten van honderdduizenden vierkante meters rijkskantoorruimte. Normaal gesproken zou een wethouder die te maken krijgt met een onvoorstelbare hoeveelheid lege kantoorruimte direct in overspannen toestand het pand verlaten. Zo niet de PvdA-wethouder. Die tekende de afspraak met het rijk zelfs met enige graagte. Want hoe vreemd het ook mag klinken, Den Haag zit verlegen
om woonruimte. En de lege kantoren zullen voor een groot deel worden omgebouwd tot woningen, als het aan Norder ligt. De tevredenheid van Norder geldt tevens voor de afspraak die hij met het rijk maakte om niet alle kantoorkolossen in één keer te sluiten, want dan zou de markt voor kantoorruimtes ernstig ontregeld worden. Nu al staat 13 procent van de kantoren in Den Haag leeg. De gefaseerde komst van lege rijkskantoren biedt de gemeente kans om stapsgewijs te werken aan het ombouwen van de panden tot woningen. De kantoren komen leeg te staan als gevolg van het afslanken van het ambtenarenapparaat en het efficiënter werken van het rijk. Eerder al liet Norder zich verheerlijkt
De twee oude torens van justitie en binnenlandse zaken dreigen een blok aan het been van Norder te worden. Hij hoopt op meer levenskansen als daarnaast het nieuwe Spuiforum wordt gebouwd.
uit over de kansen die het complex van bijvoorbeeld buitenlandse zaken biedt voor de moderne stadsbewoner. Wonen in de binnenstad, het moet een plezier worden, te vergelijken met wonen in een Vinex-wijk. Norders propaganda voor wonen in de stad doet vergeten dat onder het toeziend oog van dezelfde wethouder de slopershamer een einde maakte aan de Zwarte Madonna om plaats te maken voor nieuwe kantoren van onder meer justitie en binnenlandse zaken. Deze sloop had tot gevolg dat er ruim 300 ruime en goede huurwoningen in het centrum tegen de vlakte gingen, terwijl er juist behoefte is aan meer woonruimte, zo becijfert Norder in een brief aan de gemeenteraad. Want jaarlijks moeten er in Den Haag 1500
woningen bijkomen om de groei van de bevolking op te vangen. De lege rijkskantoren komen in dit verband als een geschenk uit de hemel. Norder schat dat er 10.000 kleine en middelgrote woningen gecreëerd kunnen worden in al die lege rijkspanden. Het gaat dan om een stedelijke behuizing voor studenten, starters op de woningmarkt en arbeidsmigranten. Zomer Speciale aandacht is er voor de beide kantoortorens van justitie en binnenlandse zaken. Die worden deze zomer eigendom van de gemeente, als onderdeel van een ingewikkelde afspraak die eerder met het rijk werd gemaakt: Den Haag sloopte in dat kader de Zwarte Madonna en op dat terrein verrees
nieuwbouw voor justitie en binnenlandse zaken. De gemeente Den Haag kocht volgens de twee kantoortorens die deze zomer leeg komen voor 75 miljoen euro. De beide torens dreigen echter een blok aan het been van Norder te worden. Ze krijgen, hoopt hij, meer levenskansen indien om de hoek het Spuiforum wordt gebouwd. Want dan wordt het wonen in een verbouwd kantoor in dat stukje van de stad ineens extra aantrekkelijk, is de gedachte. De komst van dat Spuiforum is deze week een stukje dichterbij gekomen, het college van burgemeester en wethouders stemde in met versneld uitgevoerde bouwplannen. Die worden waarschijnlijk volgende week al gepresenteerd.
‘Musici, schrijvers, filmers, acteurs, architecten, wat mij betreft zijn ze allemaal welkom’
Pulchri, een nieuwe koers of op weg naar het einde Door Casper Postmaa
Even was er opwinding in de tent. Maar nee, Pulchri Studio (sinds 1847) wankelt toch niet. Een verslag van de laatste ledenvergadering in het blad van de kunstenaarsvereniging doet anders vermoeden. Voorzitter Siebrand Weitenberg stelde toen vast dat het voortbestaan van Pulchri op het spel staat. Hij doelde niet alleen op de financiële positie, maar ook de stroperige wijze waarop Pulchri besluiten neemt. Weitenberg bracht als tegengif ideeën ter sprake (‘een artistiek directeur, projectmanager, salesmanager, een communicatieprofessional’) die Jos Poels, hoofdredacteur van Pulchri’s huisorgaan, tot het inzicht bracht dat de voorzitter plannen heeft de vereniging om te vormen tot een
bedrijf waar weinig plaats is voor democratische besluitvorming. Maar volgens Weitenberg is niets besloten, hij is nog aan het onderzoeken, aan het luisteren. “En als het er op aan komt beslissen de leden”, zegt hij keer op keer. Dat wil niet zeggen dat hij loze dreigementen heeft geuit. “Als we ons niet opnieuw uitvinden is het over zes jaar gedaan. Het is crisis en ook bij ons lopen de inkomsten terug. We verhuren minder zalen, we verdienen minder aan de catering, kunstenaars exposeren minder en ze verkopen minder schilderijen. We maken elk jaar verlies. Je kunt uitrekenen wanneer het geld op is”, verzucht hij. Pulchri kan niet op de oude voet verdergaan. “Ook als de crisis voorbij is, zijn we niet uit de problemen als we
nu niet ingrijpen. Want de tijden van voor de crisis keren niet terug. Het gedrag van mensen is veranderd en wij moeten ons aanpassen. Kunstliefhebbers kopen steeds minder in galeries en wij hebben er zeven. Daar moet je dan wel over nadenken. Op onze openingen is het nog steeds stampvol, dán wordt er verkocht, maar de weken erna niet meer. Kunnen we daar niet iets aan doen? Zorgen dat je ook tijdens de exposities happenings hebt waardoor er opnieuw mensen, liefst uit andere groepen, komen kijken”.
Clustering Als het aan de voorzitter ligt, is Pulchri straks niet langer een schilderkundig genootschap. “Musici, schrijvers, filmers, acteurs, architecten, wat mij betreft zijn ze allemaal welkom”. Maar
het is niet genoeg. Weitenberg noemt ‘clustering’ als een mogelijkheid om de attractiviteit van de vereniging te verhogen. “Wat is het tentoonstellingsbeleid van Pulchri? Je ziet van alles wat, diversiteit is een sterke kant van ons, maar een visie zit er niet achter. Clustering kan daar een antwoord op zijn. Een voorbeeld: de tentoonstellingscommissie wijst twee man aan die een budget en een jaar krijgen om een ‘leading’ expositie over abstracte kunst neer te zetten. Andere kunstenaars die abstract werken, kunnen in de zalen er omheen exposeren. Dan heb je wat! Zo kun je allerlei thema’s bedenken die wellicht meer opleveren dan het gepraat in commissies”. Want dat is het stroperige besluitvormingsproces waarop hij doelt. Het moet allemaal dynamischer en slag-
vaardiger, anders gaat ook dit veranderingsproces jaren duren. Onder de kunstenaars heersen verschillende opvattingen over vernieuwing, Weitenberg is gecharmeerd van wat hij van de jongere leden hoort. “Die gaat het niet om gezelligheid en het goedkope pilsje in de sociëteit, zij willen inhoud. Workshops over nieuwe materialen, masterclasses en excursies”. Maar net als de andere kunstenaarsleden moeten ook zij zich vaker laten zien dan bij de opening van hun expositie, vindt de voorzitter. “Anders ontstaat er geen contact tussen kunstenaar en kunstliefhebber, en dat is juist ons unique selling point”. Op de volgende algemene ledenvergadering, dit najaar, zal Weitenberg met zijn eerste voorstellen komen. Tot dan blijft het onrustig aan het Lange Voorhout.
6>Varia terugblik
Den Haag Centraal > Vrijdag 7 juni 2013
foto’s uit het haags gemeentearchief
Van Franse kerk tot Boskantkerk Het rooms-katholiek Spiritueel Centrum De Boskant viert op 13 juni dat het 300 jaar geleden is opgericht als katholieke kapel, maar daar is een roerige geschiedenis aan voorafgegaan. De kapel werd in 1713 gesticht in een tijd van grote tegenstellingen tussen protestant en katholiek. De vorst bepaalde of zijn land protestants of katholiek zou zijn, met uitsluiting van andere kerken. Ons land was protestants en hier was alleen de Nederlands hervormde kerk toegestaan als ‘ware’ en officieel aanvaarde kerk.
Op 3 maart 1945 ging de kerk door een overslaande brand in vlammen op. Sinds 1579 was iedereen in ons land vrij zijn geloof privé te belijden, maar openbare diensten van andere kerken dan de officieel toegestane kerk, waren verboden. Men was hier relatief tolerant en in de praktijk waren kerkdiensten van andersdenkenden wel mogelijk, mits dit onopvallend
gebeurde en er geen nieuwe spanningen waren tussen katholieken en protestanten. De tamelijk grote katholieke bevolking moest zich behelpen met schuilkerken. Katholieke gezanten mochten besloten diensten houden in eigen kring, maar in 1608 tastte de eerste katholieke gezant Ambrogio Spinola de grenzen van de Haagse tolerantie af. Hij stelde zijn huiskapel aan de Lange Vijverberg open voor Haagse katholieken, maar dat was een stap te ver. Hij moest er van de landsregering mee stoppen. Later in de eeuw werd het minder ongewoon dat gezanten hun kapellen openstelden voor de lokale bevolking. Meestal werd het oogluikend toegestaan, maar dat veranderde op momenten dat ons land in oorlog was met het katholieke Frankrijk. Dan waren Haagse katholieken weer verdacht. Ze zouden immers met de vijand kunnen heulen. Dus sloot justitie een enkele keer een schuilkerk of bemoeilijkte men het bezoek aan een gezantschapskapel. Nadat in 1713 vrede met Frankrijk was gesloten, vestigde een nieuwe Franse ambassadeur zich op de hoek van de Prinsessegracht en de Casuariestraat. Eerst bedienden jezuïeten
Boskantkerk in brand op 3 maart 1945. >Foto: Collectie Haags Gemeentearchief
de katholieke kapel bij zijn ambtswoning. Vanaf 1763 deden de franciscanen dat. De Franse gezantschapskapel trok veel Hagenaars en moest regelmatig worden uitgebreid op het ruime achtererf. Katholieke kapellen zoals deze, stonden niet aan de straatkant, maar zoveel mogelijk verscholen op een achterterrein. De ingang van de Franse kerk stond onopvallend in de Casuariestraat. Vrijheid De omwenteling van 1795 bracht vrijheid van godsdienst en de katholieke kerk kon zich gaan manifesteren. Op 13 juni 1843 startte de bouw
van een nieuwe en grotere kerk, nu in het volle zicht aan de straatkant van de Prinsessegracht. In deze kerk kregen Franse diplomaten hun eigen zitplaatsen. De kerk werd gewijd aan de Heilige Antonius van Padua en, op verzoek van de Franse koningin, aan de vrome middeleeuwse koning Lodewijk IX de Heilige. De kerk werd echter bekend onder de naam Boskantkerk, naar de officieuze straatnaam van de Prinsessegracht, de Boskant. Het ontwerp van de Vlaamse architect Tieleman Suys voor de nieuwe kerk was in neoclassicistische stijl, met vlakke pilasters die de kerk een
strak, maar voornaam uiterlijk gaven. Op schaarse interieurfoto’s zie je een fraai en rijk interieur, dat paste bij de wijk waarin de kerk stond. Op 3 maart 1945 ging de kerk door een overslaande brand in vlammen op. Op de foto is het staketsel te zien dat is overgebleven. De staat nam de grond in 1956 over voor de bouw van het Ministerie van Financiën. De noodkerk stond toen al aan de Fluwelen Burgwal, in een minder welgestelde buurt. De nieuwe Boskantkerk, met nog enkele overblijfselen van de inventaris van de oude kerk, werd in 1984 ingewijd door de bisschop van Rotterdam, monseigneur Bär. De katholieke kerk had toen al de nodige veranderingen doorgemaakt. De kerk was na het Tweede Vaticaanse Concilie van 1962-1965 een modernere koers gaan varen. Door meerdere oorzaken nam het kerkbezoek sterk af en sinds 2002 is De Boskant op de Fluwelen Burgwal een spiritueel centrum. Er is eens in de week ruimte voor meditatie en je kunt er dagelijks terecht voor gebed of rust. Jan van Wandelen www.gemeentearchief.denhaag.nl
uw mening
Haastige spoed… Jan der Ven heeft in DHC van vorige week een goed overzicht gegeven van de stand van zaken met betrekking tot de plannen voor het Spuiforum. Met een stadsbestuur dat vooral goed is in het afbreken van allerlei voorzieningen, wij noemen hier slechts de Dr Anton Philipszaal, het Lucent Danstheater, de bibliotheek in onder meer de Schilderswijk, het Koorenhuis en Theater De Regentes, valt het op dat er met dit project wel erg veel haast wordt gemaakt. Vanwaar die plotselinge haast? Jan van der Ven geeft wel een verklaring: het college van B&W is bang voor de verkiezingen! Dat is nogal wat, als politici bang zijn voor verkiezingen!
Spuiforum inzet verkiezingen? Ja, graag! Als je echt gelooft dat je het goede voor de stad doet, dan ga je daar toch vol overtuiging en enthousiasme de verkiezingen mee in! Grappig dat ik, naarmate ik ouder word, steeds meer waarde ga hechten aan de oude spreekwoorden. In dit geval schieten mij er drie (alle goede dingen gaan in drieën) te binnen: Haastige spoed is zelden goed. Angst is een slechte raadgever. Bezint eer ge begint. Zou iemand op het stadhuis deze spreekwoorden nog eens onder de aandacht van het college willen brengen? Valentijn van Koppenhagen
SPUIFORUM? KRANKJORUM! TEKEN BEZWAAR AAN VOOR 26 JUNI
Programma Spuiplein nu al breed en divers Het nieuwe Spuiforum komt er alleen voor cultuurminnende blanke Hagenaars en de huidige zalen aan het Spuiplein zitten vaak half vol en dan ook nog met bezoekers met een vrijkaart. Die boodschap kon men afleiden uit een paginagroot artikel over het Spuiforum (‘de feiten op een rij’), vorige week in Den Haag Centraal. De feiten zijn anders. Trokken de Dr Anton Philipszaal en het Lucent Danstheater in 2011 167.355 bezoekers, in 2012 groeide dat aantal naar 184.061. Betalende bezoekers, cijfers die door de accountant zijn gecontroleerd. Dus wel degelijk toename van de publieke belangstelling zoals B&W onlangs aan de gemeenteraad lieten weten. Dan de samenstelling van het publiek. Den Haag telt 35.000 expats en inderdaad, die komen graag naar onze weinig taalgebonden (muziek en dans) programma’s. Den Haag telt ook ruim 50.000 Hindoestanen en ook voor (en
met!) hen programmeren we regelmatig. Een paar maanden geleden nog het Mega Bollywood Festival met meer dan duizend bezoekers; en komend seizoen onder meer het India Festival, de landelijke Divali-viering en een Nieuwjaarsfeest samen met de stichting Dosti. De Chinese gemeenschap was onlangs ruim aanwezig bij voorstellingen van de Peking Opera. We werken samen met het Afrika Festival. En in ons programma van volgend seizoen is culturele diversiteit één van de zwaartepunten. Dat zijn de feiten. En die lijn zetten we door. In onze huidige zalen, straks in een tijdelijk theater en vanaf 2018 in het Spuiforum, waar brede programmering en culturele diversiteit letterlijk en figuurlijk nog meer ruimte krijgen. Henk Scholten Directeur Dr Anton Philipszaal en Lucent Danstheater
WAAROM KRIJGT NORDER
ZO’N KOLOS IN HET CENTRUM?
spuiforum-krankjorum.nl
Tegenstanders van het cultuurpaleis hebben zich verenigd in ‘Spuiforum Krankjorum’. Met deze poster probeert men de bevolking te mobiliseren tegen het kostbare project. Op www.spuiforum-krankjorum staan achtergronden over alternatieven. Wrang item op de site is dat architect Rem Koolhaas onlangs de Johannes Vermeer Prijs 2013, de Nederlandse staatsprijs voor de kunsten, kreeg toegekend, terwijl Den Haag zijn Lucent Danstheater wil slopen.
In de krant van 31 mei wordt uit de doeken gedaan dat wethouder Norder probeert nog deze zomer ‘onomkeerbare’ stappen te zetten voor de realisatie van het Spuiforum. Omdat hij bang is dat het Spuiforum anders inzet van de verkiezingen zal worden. Ach, hoe aandoenlijk. Of er al een bestemmingsplan of een krediet is, dat zal echt niet uitmaken. Het Spuiforum zal sowieso inzet van de verkiezingen worden. Alle actievoerders zullen er alles aan doen om alle burgers van Den Haag ervan te doordringen dat als ze niet gediend zijn van zo’n eurovretende kolos die het hele Spuiplein laat verdwijnen, het Stadhuis wegdrukt, de Nieuwe Kerk tot een dwerg reduceert, dat ze dan niet op de PvdA en niet op D66 moeten stemmen. Voor de helft van het geld kan een prima – wél in de omgeving passend – alternatief worden geboden, heeft de actiegroep ‘Dooievaar’ aangetoond. En voor het geld dat daarmee bespaard wordt, kunnen investeringen gedaan worden die de doorstroming in de onroerendgoedmarkt weer op gang brengt. Marnix Norder en Marjolein de Jong denken dat als er al geld aan het Spuiforum is uitgegeven, het heel moeilijk wordt om later alsnog van dit onzalige plan af te zien. Alleen al het proberen van deze truc is in feite een frappant staaltje van onbehoorlijk bestuur. Als straks het nieuwe college (zonder PvdA en D66) het plan wil schrappen dan zal heel Den Haag juichen. En als er al voorbereidingskosten voor dat plan zijn gemaakt? Misschien is het wel de moeite waard om eens te proberen de collegeleden en de gemeenteraadsleden (voor zover ze hebben vóórgestemd) hiervoor persoonlijk aansprakelijk te stellen. Natuurlijk, ze hebben een bestuursaansprakelijkheids-verzekering. Maar is die wel geldig? Wie zijn eigen huis in brand steekt, kan toch ook geen beroep doen op zijn brandverzekering!? Eveline Blitz Voormalig topambtenaar in verschillende grote steden
7
opinie<
Vrijdag 7 juni 2013 > Den Haag Centraal
Herinrichting Laan van Meerdervoort
Meer parkeerplaatsen is een schijnoplossing drijfsplannen afgesteld en zijn daarmee succesvol geworden. In Nederland bestaan al zes bedrijven die deelauto’s exploiteren. Maar je kunt ook denken aan zelf je auto verhuren, de auto van de hand doen, een ov-kaart nemen, een kleinere auto aanschaffen, zoals de ANWB adviseert, of gewoon de fiets nemen. In de komende jaren zou het stadsbestuur van Den Haag niet langer moeten toegeven aan de druk om meer parkeerplaatsen te realiseren.
Door Otto Das
‘Doe je auto weg als-ie meer stilstaat dan dat je ermee rijdt. Stilstaan kost namelijk ook geld. Neem daarvoor in de plaats een abonnement op een deelauto, bijvoorbeeld van Greenwheels en Car2Go’. Dit staat in de Kampioen van mei 2013 waarin de ANWB aanbevelingen doet om te besparen op je vervoersuitgaven. Nog niet iedereen blijkt te beseffen dat alle personenauto’s 95 tot 99% van de tijd stilstaan. Daarmee is parkeren in een woonwijk een groter probleem dan het rijdend verkeer. In oudere stadswijken is namelijk nooit genoeg ruimte voor alle gewenste parkeerplaatsen, want bij de aanleg van die wijken is geen rekening gehouden met zoveel auto's. Een rigoureuze oplossing voor parkeren is ondergronds parkeren, maar dat is zo kostbaar dat alleen bij nieuwbouw of bij hoge uitzondering voor een dergelijke oplossing wordt gekozen. In Nederland hebben drie op de tien huishoudens géén auto en bijna een kwart van de huishoudens bezit twee of méér auto’s. In 1950 waren in Nederland ca. 300.000 personenauto’s, in 1987 ongeveer 4,5 miljoen en nu zijn dat er bijna 8 miljoen. Daarmee heeft Nederland ‘slechts’ 450 auto’s per 1000 inwoners, wat minder is dan in de ons omringende landen en veel minder dan in de Verenigde Staten (VS). De verklaring daarvoor is dat in ons land goede alternatieven aanwezig zijn, zoals openbaar vervoer en de fiets. Daarvan kunnen wij optimaal profiteren, omdat ons verstedelijkte land gemiddeld tien keer dichter is bevolkt dan de VS. Kappen Door de gemeentelijke plannen om op de Laan van Meerdervoort 206 nieuwe parkeerplaatsen aan te leggen voor de naastgelegen Vruchtenbuurt is de parkeerproblematiek in vooroorlogse wijken weer actueel. De bezwaren tegen de herinrichting van deze laan richten zich vooral op het kappen van honderden gezonde bomen en het versmallen van de trottoirs van 4,50 meter tot 3,00 meter breed om ruimte te maken voor de extra parkeerplaatsen. In oudere stedenbouwkundige plannen was het straatprofiel het beeldbepalend onderdeel van het stadsontwerp. Door op de Laan van Meerdervoort naast elke rijbaan twee parkeerstroken aan te leggen, gaat het
Een majestueuze Laan van Meerdervoort bij de aansluiting op de Pomonalaan kort na de realisatie (1931). Aan weerszijden van de rijbanen brede trottoirs, bijna geen auto’s en een jonge aanplant van bomen. >Foto : C. Beusenberg.
beroemde en fraaie ruimtelijke profiel met tot wasdom gekomen bomen definitief verloren. De herinrichting met honderden extra geparkeerde auto’s en smallere trottoirs gaat zeker ‘ten koste van de kwaliteit van de openbare ruimte’. Dat is volgens de Haagse parkeernota niet de bedoeling. Halteplaatsen Bij het opstellen van stedenbouwkundige plannen wordt in de regel uitgegaan van een lagere parkeernorm rond halteplaatsen van het openbaar vervoer. Naast de Vruchtenbuurt loopt lijn 2 over de Loosduinsekade/Oude Haagweg en aan de andere kant lijn 3 over de Laan van Meerdervoort. De afstand tussen beide tramlijnen van de Randstadrail is 920 meter. Daarmee wordt de Vruchtenbuurt al goed bediend. Centraal in de wijk rijdt ook nog buslijn 21 over de Mient richting Scheveningen, met daarnaast een fietspad richting centrum. Kortom: in de Vruchtenbuurt is een fijnmazig openbaarvervoersnetwerk aanwezig. Als dan langs een Randstadrail het aantal parkeerplaatsen wordt vergroot, is dat de stedenbouwkundige praktijk op zijn kop. Dat in Den Haag voor wonen een hoge parkeernorm wordt gesteld, gaat te-
uw mening
Het beoogde nieuwe straatprofiel van de gemeente. Ter weerszijden van de twee rijbanen komen geparkeerde auto’s. Aparte fietspaden op de trottoirs.
gen de trend in. Het is niet alleen Jan Rotmans, de hoogleraar transitiekunde, die pleit voor een omschakeling van het bezit van auto’s naar het gebruik daarvan. Ook het CBS constateert dat het aantal auto’s onder jongeren al twee jaar op rij afneemt. De jeugdige generatie is kennelijk minder belust op autobezit. Als de gemeente
Haagse Harry
De muziek-kale stad in de supermarkt niet toe. Dus geen menuetten meer, Telemann-sonates, laat staan Leclair of Haydn. Mijn 11-jarige dochter begon net lol te krijgen in de Cszardas van Mónti, maar het mag allemaal niet meer. Misschien hebben ze te veel driestemmig Julischka gespeeld, die kwam ‘aus Budapest’... De winkeliers die hen kennen zijn triest (het trok blij publiek aan – waarvan nota), want zij missen Bach Dubbelconcertjes en mijn kinderen missen hun eerlijk verdiende zakgeld. Wij als ouders ook, want studiekosten mogen niet worden afgetrokken als kinderen nog geen 18 jaar oud zijn. Weet de Belastingdienst wel hoe hoog de opleidingskosten zijn van talentvolle jongeren? Gita van Duinen
© Marnix Rueb
In Vrolijke Voortvarendheid en Driftroes zet wethouder Revis zich in om te kortwieken in de stad. Gaten in het wegdek en donkere hoekjes in het straatbeeld zullen verdwijnen. Ook lager allooi zoals onkruid, hoerenstraten en bedelaars zullen de Hagenaar niet meer tot last zijn. Maar de consequenties van het restrictieve vergunningenbeleid voor straatmuzikanten zijn nu al in ons huishouden merkbaar. Sinds kort kunnen mijn drie musicerende kinderen (School voor Jong Talent van het Koninklijk Conservatorium, de ‘vooropleiding’ voor kinderen en pubers) hun zakgeld voor snaren en concoursen niet meer repeterend voor blij publiek in de winkelstraten verdienen. Zij deden dat graag en met veel plezier, de schaarse tijd naast school, sport, piano- en vioolstudie laat vakken vullen
Den Haag in de naaste toekomst minder parkeerplaatsen beschikbaar stelt, dan is dat voor elke bewoner een stimulans om voor andere oplossingen dan de auto te kiezen. En die zijn er. Deelauto’s Autoverhuurbedrijven zoals Wheels4all en Connectcar hebben hierop hun be-
We leven met de paradox dat iedereen voor elke auto liefst over drie parkeerplekken kan beschikken en tegelijkertijd boos is omdat zijn buurman dat ook wil. Als we het aan een individuele autobezitter overlaten, dan verlangt deze een parkeerplaats dicht bij de woning, één bij het werk en één bij de recreatieplek. Wie realiseert zich hoeveel die parkeerplaatsen kosten? Een plek in de stad kost € 5.000,–, aan de stadsrand € 2.000,– en bij de recreatieplek € 1.000,–. Impliciet blijkt een autobezitter voor elke auto een voorziening te verlangen van in totaal € 8.000,–! Neem een stad als Tokio, daar mag je alleen een auto aanschaffen als je over een eigen parkeergelegenheid beschikt. Meer parkeerplaatsen aanleggen in oudere stadsdelen is een schijnoplossing die nooit aan de paradoxale vraag kan voldoen. Dwaling Het is op zijn minst twijfelachtig dat de gemeente Den Haag heeft gekozen voor het volgen van de parkeerbehoefte in woongebieden in plaats van daarop te sturen. Het hoeft niemand te verbazen als het huidige plan voor de herinrichting van de Laan van Meerdervoort binnen afzienbare tijd als een dwaling wordt beschouwd. De Vruchtenbuurt wordt al goed ontsloten. Voor een fraaie ruimtelijke inrichting en goed openbaar vervoer moeten er niet meer maar minder parkeerplaatsen komen aan de Laan van Meerdervoort. Vervolgens zou het stadsbestuur zijn pijlen bijvoorbeeld kunnen richten op extra plaatsen voor deelauto’s, aansluitpunten voor elektrische auto’s en een ultra laag parkeertarief voor korte auto’s. De Vruchtenbuurt kan dan dienen als proeftuin voor vooroorlogse wijken in Den Haag waar ook een relatief tekort heerst aan parkeerplaatsen. Otto Das is architect in Den Haag. Voormalig universitair docent woningbouw stedenbouw en UHD utiliteitsbouw aan de TU Delft.
8>regio verreck
Betrokken gezicht
Dione de Graaff, presentatrice bij Studio Sport, leunt met een doodgraversgezicht op haar deskje. Wat is er aan de hand? Heeft Mart Smeets zojuist bekend gemaakt dat hij weer in vaste dienst treedt? Had ze aandelen in de Fyra? Moet ze bijkomen van het bericht dat Toine van Peperstraten elders meer pepernoten kan verdienen? Waarom kijkt ze zo moeilijk? Vergeten voor de uitzending naar het toilet te gaan? Het is allemaal nog veel erger: de oude tennislerares van Novak Djokovic is overleden. Over haar was vorige week nog een reportage in Studio Sport uitgezonden. Een vieve grijzin die glimlachend videobeelden liet zien van het jongetje dat de beste tennisser ter wereld werd. En nu is ze dood. Wel oud. Maar toch. Niet-te-geloven. Dione voert een vijf minuten lang hakkelgesprek met onze man ter plekke in Parijs, commentator Jan Roelfs. De vraag is of deze droeve gebeurtenis invloed zal hebben op het spel van de grote Djokovic. Jan antwoordt dat hij dat niet weet. Daarom vraagt Dione het nog maar een keer. Jan zoekt naar woorden om zijn mededeling te herhalen, waarop Dione treffend opmerkt dat het natuurlijk allemaal speculeren is, terwijl Jan inmiddels heeft bedacht dat er waarschijnlijk toch iets veranderd is voor de tennisser. Maar ja, je weet het nooit. Hij heeft in ieder geval de persconferentie afgezegd. Dat is toch een teken, meent Dione. Men wisselt nog een aantal vergelijkbare zinsneden uit totdat de tijd vol is. Het ontzettend betrokken gezicht van Dione belooft nog een dagsluiting, maar gelukkig is ze door haar woorden heen. Ja, ja, televisieprogramma’s zijn ook handelswaar en in de strijd om de kijkcijfers is gratuite mee-beleving vaste prik. Nog zie ik alle zwaar geëmotioneerde verslaggevers staan voor dat slootje nabij Wijk bij Duurstede. Vreselijk natuurlijk, die twee vermoorde jongetjes, maar je zou van geharde journalisten distantie verwachten in plaats van oversentimenteel rouwbeklag. Ik hoorde op radio 1 (nota bene!) hoe een verslaggever van de Utrechtse omroep, die ook maar op een paar honderd meter van de plek des onheils zijn invoelende stand-upjes had gedaan, werd ondervraagd door een bezorgde vakbroeder: ‘Hoe verwerk je zoiets?’ En nog veel bonter: ‘Je hebt zelf kleine kinderen, heb je dan niet zoiets van...etcetera.’ Luister, beste vrienden van de pers, het is allemaal heel erg, maar jullie zijn ervoor om ons de feiten te vertellen. Als je die weet. Meer niet. Marcel Verreck www.marcelverreck.nl
Den Haag Centraal > Vrijdag 7 juni 2013
Wassenaar ontwikkelt Brede School
Wassenaar – De gemeente stelt een coördinator aan voor de ontwikkeling van een Brede School. Op dit moment worden er gesprekken gevoerd om de juiste kandidaat te selecteren. Per 1 september zal hij of zij alle organisaties aansturen, die samenwerken om tot een Brede School te komen. Het concept van de Brede School is in de jaren negentig ontwikkeld om knelpunten in zogeheten achterstandswijken op te lossen. Belangrijkste invulling was het creëren binnen scholen van een buitenschoolse opvang die veel activiteiten, onder meer
extra taallessen, kon bieden. Het doel van de Brede School in Wassenaar is niet om een nieuwe school te bouwen die veel extra activiteiten kan huisvesten. De wens is om een netwerkorganisatie te vormen die het mogelijk maakt meer samenhang aan te brengen in de leergang van en activiteiten voor jongeren. Om jongeren en kinderen veel aan te kunnen bieden op het gebied van sport, cultuur, welzijn, natuur, techniek en duurzaamheid. Onder meer scholen, sportorganisaties, de muziekschool, de bibliotheek, en het maatschappelijk
werk zullen, indien ze dat willen, een ‘keten’ vormen met een op elkaar afgestemd aanbod. Daar komt bij dat het overhevelen van het jeugdbeleid van het rijk naar de gemeente vraagt om meer samenwerking tussen alle organisaties die met ‘jeugd’ van doen hebben. De gemeente heeft om die reden een netwerk nodig om de ontwikkeling van kinderen zo breed mogelijk in goede banen te leiden. Het rijk verstrekt een subsidie voor het aanstellen van de coördinator die alle meewerkende partijen stimuleert
en aanstuurt. De coördinator wordt aangesteld volgens het principe van de ‘combinatiefunctie’: een functie waarbij iemand in dienst is bij één werkgever maar tegelijkertijd te werk wordt gesteld in twee of meer werkvelden. (onderwijs, sport, cultuur) De bedoeling is dat de toekomstige coördinator in eerste instantie inventariseert welke instellingen willen meewerken aan het ontwikkelen van de Brede School. Vervolgens zal de coördinator ook inhoudelijk het programma van activiteiten opzetten.
De Naald krijgt nieuwe eigenaar
Na bijna veertig jaar verlaat het NIAS haar campus in Wassenaar.>Foto: NIAS
Wassenaar betreurt vertrek NIAS
‘Van klooster tot bijenkorf’ Door Gilles Boeuf
WASSENAAR – De Koninklijke Academie van Wetenschappen heeft aangekondigd dat het NIAS (Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Sciences) haar huidige plek in Wassenaar zal verlaten. Met behoud van eigen naam en identiteit zal het instituut op termijn verhuizen naar Amsterdam. Burgemeester en wethouders betreuren de verhuizing van het unieke en internationale instituut. De rector, Professor dr. Aafke Hulk, licht de verhuizing toe. Het NIAS, een onderzoeksinstituut waar onderzoekers op het gebied van de mens-, maatschappij- en gedragswetenschappen vijf of tien maanden de mogelijkheid krijgen hun onderzoek te verrichten, is uniek in Nederland. In tegenstelling tot andere instituten heeft het NIAS geen vaste onderzoekers in dienst, maar vormen de wetenschappers er tijdelijk een internationale academische
gemeenschap. Professor dr. Hulk: “Het NIAS is in Nederland uniek, maar niet in de wereld. Het is vergelijkbaar met het Institute for Advanced Study in Princeton waar Robbert Dijkgraaf directeur van is”. Het NIAS valt onder de overkoepelende paraplu van de Koninklijke Academie van Wetenschappen (KNAW). De KNAW verdeelt de door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen beschikbaar gestelde budget over verschillende onderzoeksinstellingen. Het beschikbare budget is echter doelwit van een bezuinigingsronde en die bezuinigingen zijn voor een deel ook debet aan de aangekondigde verhuizing. Professor dr. Hulk: “De reden voor de verhuizing is de veranderde economische en sociale context. Het is jammer om te vertrekken omdat we hier fijn zitten, maar op langere termijn is het de overleving van het instituut”. Bereikbaarheid Een ander probleem waar het NIAS mee
kampt is de slechte bereikbaarheid. Professor dr. Hulk: “Er is geen openbaar vervoer hier. De helft van onze onderzoekers zijn Nederlanders, die willen heen en weer kunnen reizen. Vroeger werkten onderzoekers hier als in een klooster, maar nu is het eerder een bijenkorf”. Het onderhoud van de voorzieningen en de tuinen zijn een ‘dure business’. De huisvesting, de studie- en vergaderzalen, het restaurant. “ Er is hier niks vlakbij dus is er ook op het gebied van faciliteiten geen uitwisseling mogelijk met een andere universiteit”, aldus de rector. De huidige tijd vraagt van het NIAS om kosten bewuster en efficiënter te organiseren. In Amsterdam is er meer samenwerking mogelijk met andere instituten. In een raadsmededeling heeft het College van Wassenaar laten weten ‘het vertrek van het NIAS dat decennialang een plek heeft ingenomen in de Wassenaarse samenleving te betreuren’. Wanneer de verhuizing precies staat gepland is, is nog niet bekend.
RIJSWIJK – De Rijksgebouwendienst, eigenaar van het monument de Rijswijkse Naald, stoot in een bezuinigingsoperatie 34 monumenten af. Minister Blok (Wonen en Rijksdienst) heeft in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat hij voor de overname van de monumenten nu in gesprek is met de Nationale Monumentenorganisatie. De gemeente Rijswijk heeft al aangegeven geen eigenaar te willen worden van het monument dat de Vrede van Rijswijk (1697) gedenkt. De kosten voor het onderhoud zouden te hoog zijn. Bij de Nationale Monumentenorganisatie zijn diverse organisaties aangesloten die ruime ervaring hebben op het terrein van monumentenonderhoud. Op dit moment zijn dat onder meer de Utrechtse Maatschappij tot Stadsherstel, Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen en N.V. Monumentenfonds Brabant. Andere monumentenorganisaties kunnen zich aan sluiten. Minister Blok is van plan de 34 af te stoten monumenten aan hen aan te bieden. Op deze lijst staan onder meer ook de Vesting van Naarden en de Ruïne van Brederode.
Rotterdamsebaan ter inzage Het definitieve bestemmingsplan voor de Rotterdamsebaan, de nieuw aan te leggen weg tussen knooppunt Ypenburg en het centrum van Den Haag, ligt ter inzage. Geïnteresseerden kunnen tussen 7 juni en 18 juli de plannen en de uitkomsten van de Milieu Effect Rapportage inkijken op het stadsdeelkantoor van Leidschenveen/Ypenburg, het stadsdeelkantoor Laak en in het Haagse Stadhuis. Ook zijn de stukken op de website van de gemeente Den Haag te vinden. In het plan staat hoe de Rotterdamsebaan en de omgeving eruit gaan zien en aan welke voorwaarden de nieuwe weg moet voldoen. Voor meer informatie: www.denhaag.nl
Wassenaar en Voorschoten: gezamenlijke visie op Jeugdhulp Voorschoten en Wassenaar zoeken naar een mogelijkheid om de bestaande Centra voor Jeugd en Gezin gezamenlijk nieuw leven in te blazen. Deze week besprak de gemeenteraad van Wassenaar de eerste aanzet tot een gezamenlijke visie. Vanaf 1 januari 2015 valt de Jeugdzorg onder verantwoordelijkheid van de gemeenten. Gemeenten verzetten momenteel veel werk om de hele keten aan Jeugdhulp in kaart te brengen en tot een werkbaar geheel te maken. Terwijl de Jeugdzorg nog onontgonnen terrein is voor de gemeente, is het geheel aan opvoedingsproblematiek en jeugdbeleid in een nieuwe fase beland. Een fase waarin het noodzakelijk wordt de verschillende terreinen in het jeugdbeleid aan elkaar te koppelen. Niet alleen
de Jeugdzorg zal onder de verantwoordelijkheid van gemeenten vallen maar ook de jeugdreclassering, de jeugdbescherming, de jeugd-GGZ en de zorg voor licht verstandelijk beperkte jongeren. Per 1 januari 2015 zullen veel gemeenten trachten ook één fysiek loket te creëren waar de maatschappelijke instanties die deze gemeentelijke taken uitvoeren onder één dak zitten. Wassenaar en Voorschoten willen daartoe de bestaande Centra voor Jeugd en Gezin ‘doorontwikkelen’. In Wassenaar huist het Centrum voor Jeugd en Gezin, een destijds door minister Rouvoet ingestelde adviesinstantie, in raadhuis De Paauw. Een hoogdrempelige locatie die bovendien niet altijd bemand is. Gebleken is dan ook dat weinig gezinnen aankloppen voor opvoedings-
ondersteuning. Wil het Centrum inderdaad een spilfunctie krijgen, dan is het noodzakelijk een nieuwe locatie in gebruik te nemen. In januari 2012 is in het raadsprogramma opgenomen dat het Centrum voor Jeugd en Gezin moet worden verplaatst naar het Heeckerenhuis. Doelstellingen Terwijl de gesprekken met alle maatschappelijke instanties die met jeugd te maken hebben nog in volle gang zijn, staat er nog geen verhuizing op de agenda. Wel zijn de doelstellingen geformuleerd die de Centra in Wassenaar en Voorschoten moeten helpen zichzelf opnieuw vorm te geven vanuit de gewenste éénloketfunctie. Een belangrijke doelstelling is de preventie, en dus
vroege signalering van problemen binnen gezinnen. Om dat te bereiken zijn goede contacten met huisartsen, het onderwijs, de kinderopvang en welzijnsorganisaties van belang. Daarnaast is het creëren van een helder registratiesysteem noodzakelijk waarvan alle instanties die met een gezin te maken krijgen, gebruik kunnen maken. Het Centrum voor Jeugd en Gezin zou daarbij de rol van coördinator kunnen vervullen. De achterliggende gedachte bij het formuleren van de doelstellingen is dat het Centrum per gezin één plan maakt. Andere instanties, zoals een school, werken mee aan dit ene, integrale plan. De éénloketgedachte moet ook in het werk zelf tot uiting komen.
9
economie<
Vrijdag 7 juni 2013 > Den Haag Centraal
Sportschool in retrostijl
Terug naar de basis
De metalen rolschaatsen doen oude tijden herleven.
Een blik op het logo van De Gymnastiekfabriek roept direct een waaier aan associaties op met ordelijke gymlokalen uit de jaren vijftig: leren bokken, metalen rekken en het geluid van een ouderwetse houten sportvloer. Alles behalve hightech dus, en dat is precies de bedoeling. Door Jasper Gramsma
Er moet nog veel gebeuren in het industriële pand aan de Juffrouw Idastraat – een voormalige drukkerij – om te zorgen dat de nieuwe sportschool begin juli open kan. Letterlijk, want de ingang moet nog worden gebouwd: “Ik wacht op de vergunning om een deur in de gevel te maken, het is namelijk een monument. De deur is gepland op de plek waar er oorspronkelijk al één zat, dus ik hoop dat het lukt”, vertelt Kim Slabbers, oprichter van De Gymnastiekfabriek. Binnen is het leeg. Er staat alleen een geschilderd speelhuis en op de grond ligt wat speelgoed. De met tape beplakte vloer laat de contouren zien van de uiteindelijke inrichting. Met een beetje fantasie tekent de loungehoek zich al af, met een bar voor een kop koffie of een tosti na het sporten. Ook de ruimte voor personal training en de grote glazen wand waarachter de gymnastiekruimte komt zijn met plakband afgezet. Het wachten is nu op de houten vloer voordat Slabbers verder kan. Hoewel de tijd dringt, is bij de nieuwbakken sportschooleigenaresse geen stress te bespeuren. “Over twee weken gaat de website de lucht in”, zegt ze. “Ik ben nog niet actief leden aan het werven, maar op Facebook krijg ik enthousiaste reacties, vooral van moeders die met hun kinderen willen komen. Bovendien stromen de aanmeldingen van freelance sportinstructeurs binnen die graag lessen willen geven”. Het kleinschalige concept van de nieuwe sportschool is gericht op een persoonlijke benadering: “Bij ons geldt vrijheid blijheid. Het plezier moet voorop staan, dan komt het resultaat
De branche Fitness is qua aantal beoefenaars de nummer één sport van Nederland. Volgens de Kamer van Koophandel waren er in maart van dit jaar in totaal 1.650 sportscholen. Landelijk neemt dit aantal al geruime tijd af, maar in Den Haag is de situatie gunstiger: het aantal sportscholen groeide dit jaar al met twee. De omzet van de kleine bedrijven in de branche steeg licht tussen 2011 en 2012 met 1,2 procent. Hoewel tweederde van de sportscholen nog zelfstandig is, gaat de opening van een eenmansbedrijf als De Gymnastiekfabriek tegen de landelijke brancheontwikkelingen in. Ketenvorming zorgt er juist voor dat kleine ondernemers van de markt worden verdrongen. De Rabobank signaleert daarentegen ook de opkomst van persoonlijke begeleiding en flexibele abonnementen.
vanzelf. Je kunt rittenkaartjes kopen, zodat je alleen betaalt wat je versport. Als je een abonnement neemt, is dat alleen voor één bepaalde cursus”. Het is Slabbers’ antwoord op de massale sportscholen die elders in de stad te vinden zijn. “In tegenstelling tot de grote sportscholen wil ik geen slapende leden”, licht ze toe. “Ik wil graag dat mensen terugkomen en krijgen waar ze voor betalen, het moet zo laagdrempelig mogelijk zijn. Ik heb in mijn werk als personal trainer vreselijke dingen meegemaakt met mensen die om heel ingrijpende redenen niet konden sporten, maar toch hun abonnement moesten voortzetten. Dat wil ik niet. Geld verdienen is voor mij niet het belangrijkste”. De ondernemer heeft ook aandacht voor de sociale functie van het sporten. “Door de sportscholen wordt dat juist tegengewerkt, omdat alles zo goedkoop mogelijk moet. Bij ons zit er een half uur tussen de lessen, waarin je
De imperfectie van het handgeschilderde logo past volgens Kim Slabbers bij de schoolse uitstraling. > Foto’s: C&R
met elkaar wacht en je elkaar tussendoor tegenkomt”. Circusacts De Gymnastiekfabriek is wat Slabbers betreft bedoeld voor mensen van alle leeftijden. “Vanaf het moment dat kinderen motorisch een beetje ontwikkeld zijn, kunnen ze bij ons lessen volgen in bijvoorbeeld dansen en circusacts. Voor volwassenen zijn er lessen in onder meer Pilates, yoga en flamenco. Het unieke is dat we ook combinatielessen aanbieden voor ouders en kinderen. Ik merk dat veel mensen daar behoefte aan hebben”, aldus Slabbers, die zowel ervaring heeft in het onderwijs als in de sport. Ondanks de kindvriendelijkheid van de sportschool benadrukt ze dat het geen kinderopvang is. “Een oogje in het zeil houden als ouders aan het sporten zijn is prima, maar ik voed geen kinderen op. Daar heb ik bewust niet voor gekozen, want die verantwoordelijkheid is mij te groot. Omdat ik zoveel
mogelijk werk zelf wil doen, heb ik daar bovendien geen tijd voor”. Voor Slabbers breken drukke tijden aan. Ze is van plan zelf cursussen te geven en het bedrijf te runnen. Daarbij heeft ze ook de zorg voor haar acht maanden oude baby: “Het oude opzichterskantoortje van de drukkerij gebruik ik als slaapkamer voor de kleine”. De ideële houding van de startende ondernemer straalt af op de sportschool. Al heeft ze nog geen euro verdiend, er is nu al geld toegezegd aan het goede doel. “Bezoekers kunnen straks van die ouderwetse kraskaarten kopen voor eten en drinken. Van elke tien euro gaat er één naar het Jeugdsportfonds”, legt Slabbers uit. “Ik vind het belangrijk dat ieder kind kan sporten”. Investering Het plan voor De Gymnastiekfabriek is al jaren oud, maar het vinden van de juiste plek bleek een opgave: “Niet elke ruimte leent zich voor een sportschool. De naam
had ik al en dit mooie gebouw past daar perfect bij. Er hangt een natuurlijke energie. Als je binnenkomt wil je wat doen. Het voordeel van zo’n plek in het centrum is dat ik niet aan een bepaalde wijk gebonden ben. De aanloop is groot, men komt hier langs van of naar het werk”. In de nieuwe sportschool is geen dure elektrische sportapparatuur te vinden en voorlopig is er geen mogelijkheid om te douchen. Desalniettemin vraagt de inrichting van de nieuwe sportschool een forse investering van Slabbers en haar partner. Zeker in tijden van crisis is dat een risico. Toch heeft ze alle vertrouwen in een goede start: “Ik geloof niet dat mensen op sport zullen besparen. Het is een bewuste keuze waarvoor men zelfs bereid is iets meer te betalen. Net als de trend van biologische voeding geldt voor sporten dat het een duurzame investering is”. Voor meer informatie: www.facebook.com/ degymnastiekfabriek
Ingezonden mededeling
BAVA
LIGHT CONCEPTS
10% korting in juni op ons Art-rail systeem ( niet i.c.m. Andere aanbiedingen of kortingen )
ARCHITECTURE PRODUCTION SALES
SYLVAIN POONSSTRAAT 14 2548 XX DEN HAAG T TEL: 070-345 00 45 E
[email protected] WWW.BAVA.NL
10>interview Vilan
Onder xxxxx het hek
Den Haag Centraal > Vrijdag 7 juni 2013
Frank Deuning, eigenaar van Indonesisch restaurant The Raffles
‘Ik heb nooit een fascinatie gehad voor koken’
In Tilburg is een vrouw gestorven. Vilan de ging Loo op zondagochZe wasvan 77 jaar, tend naar Albert Heijn en daar viel er een hek op haar neer. ’s Middags is ze overleden. Het is een gek bericht en een onthutsende manier om dood te gaan. Dat had ze zich waarschijnlijk heel anders voorgesteld. Op die leeftijd denk je er vanzelf af en toe aan. Zelf hoop ik de regie in eigen handen te kunnen houden: ik wil een mooie dood op een dag dat het mij uitkomt. Aangezien mijn grootmoeder bijna 90 jaar werd en elke generatie wat langer leeft, heb ik mijn deadline gezet op mijn honderdste verjaardag. Zal je zien dat ik op mijn tachtigste onder een bus kom die naar de remise gaat. Ook zo’n dood waar je niks aan hebt. Het is natuurlijk erg sneu voor de nabestaanden van die mevrouw in Tilburg. De kinderen zijn volwassen, maar ’t is toch een heel ding om je moeder te moeten missen. Sta je daar met je verdriet waar je nergens mee naartoe kunt. “Hoe is het gebeurd?” Vertellen over Albert Heijn en het hek dat opeens naar beneden kletterde. Ja, ze wisten wel dat er iets met het hek was, maar dat het zó los zat, daar hadden ze geen idee van. Wat moet de ander zeggen? “Ik wist niet dat Albert Heijn al zo vroeg open is.” Elk gesprek loopt vast. Hoe je doodgaat, moet iets te maken hebben met hoe je geleefd hebt. Dat is het basisidee. Zijn dood en leven niet met elkaar in balans, dan vinden we dat gek. Ik in ieder geval wel. De 90-jarige die zijn hele leven zoop en rookte en niet eens verkouden werd als de verpleging per ongeluk op hem hoestte, die overlijdt in zijn slaap. Onbegrijpelijk. Dan is er de yogalerares – waterfilters, groene thee – die wel longkanker krijgt. Er valt geen touw aan vast te knopen. Wat voor leven heeft die mevrouw uit Tilburg gehad dat ze zo moest sterven? Er is geen antwoord te bedenken. Het duurt nog even voordat ik mijn honderdste verjaardag bereik, en ’t is niet zo dat het potje gif al op het aanrecht staat, maar zo’n krantenbericht stemt me toch nederig. Dat het leven niet helemaal maakbaar is, heb ik in de loop der jaren moeten leren. Maar ik dacht dat ik de dood wel in de hand had. Voorlopig mijd ik Albert Heijn. Voor de zekerheid.
Vilan van de Loo
Het had weinig gescheeld of restaurant The Raffles had zijn twintigjarig bestaan niet gehaald. Eigenaar Frank Deuning kampte met dalende inkomsten, een belastingschuld en een zwakke gezondheid. Toen hij zijn sluiting onder vaste klanten aankondigde, schoot boeddhist en vastgoedhandelaar Rob Lindeman te hulp. “Het leek hem niet zo nodig dat we dicht gingen”.
Door Annerieke Simeone Dramatisch koorgezang vult de ruimte van restaurant The Raffles. Op zijn vrije zondag doet exploitant Frank Deuning (54) waar hij zelf zin in heeft. Even geen Indonesische klassiekers die hij elke dag al draait voor zijn gasten, vandaag zit Hohe Messe van Johan Sebastian Bach in de cd-speler. Afgezien van deze Duitse mismuziek ademt hier alles Indonesië uit: batik tafelkleden met ikat draperieën, Yogya tafelzilver dat hij speciaal bij een zilversmid in een dorpje net buiten Djokjakarta heeft laten maken. En ook het Wedgwood servies dat zijn oma vroeger gebruikte, kregen zijn gasten voorgezet. “Het servies is inmiddels wel vervangen hoor. Dit is vaatwasbestendig”. Deuning die langzaam met twee koppen koffie op een arm naar de tafel loopt, oogt breekbaar. Misschien komt het door zijn ziekte. Al 28 jaar is hij MS-patiënt. Daardoor loopt hij niet meer zo snel. Misschien is het zijn zachte stemgeluid. Of toch zijn verlegen oogopslag. Voor het interview besluiten we elkaar te tutoyeren, maar het wil op één of andere manier niet echt lukken. Er blijft een bescheiden afstand. “Ik ben in alles Indisch”, zegt hij opeens, alsof hij iets wil uitleggen. “Ik ben tenger en heb een vrij lichte huidskleur, maar Indonesiërs zien van veraf dat ik een indo ben (iemand van gemengd bloed, red.). Al was het allen al omdat ik geen korte broek draag zoals toeristen doen, maar een overhemd en een lange broek. Indo’s hebben ook moeite elkaar recht in de ogen aan te kijken. Onze chef doet dat ook nog steeds niet. Laatst werd hij daar door een medewerker op aangesproken. Die zei tegen hem: “Je
moet mensen aankijken als je iemand een hand geeft”. Boeddhist The Raffles viert dit jaar zijn twintigjarig jubileum, een moment om bij stil te staan. Maar bijna was het hele feest niet doorgegaan. Drie jaar geleden was Deuning nog van plan zijn zaak te verkopen. “In 2010 kelderde de omzet met dertig procent, het jaar erop stabiliseerde zich dat wel, maar ik dacht: het heeft geen zin om door te gaan. Het is best veel werk om de zaak in je eentje runnen”. Hij somt op: “Elke dag verse inkopen doen, personeel aansturen, promotie bedrijven. En daarbij is mijn gezondheid niet al te sterk. Mijn hoofd liep over”. Tegen zijn vaste gasten kondigde hij de sluiting alvast aan. Een van die gasten was zakenman Rob Lindeman. Die nam de exploitant later apart. “Die plannen van jou”, zei de vastgoedhandelaar, “daar moeten we nog maar eens over praten”. Deuning: “Het leek hem niet zo nodig dat we
‘Koken deden mijn ouders eigenlijk niet. Daar had je personeel voor, inlanders deden dat. Als je al kookte, was dat meer als hobby’
dicht gingen. Hij wist wel een oplossing”. Na een korte stilte: “Hij is boeddhist. En die vinden dat ze goed moeten doen. Rob vond dat het restaurant bestaansrecht had. Zonder eigenbelang is hij erin gesprongen”. Lindeman opereert sindsdien achter de schermen en bemoeit zich met de pr en de organisatie. Anderhalf jaar geleden nam hij het voortouw voor een renovatie. Deuning: “Hij is in gesprek gegaan met de huisbaas. Die heeft een flink deel bijgedragen aan de verbouwing. Dat was wel even oorlog voeren. Zoiets doe ik alleen als het moet. Als iemand niet functioneert, ja dan kan ik degene wel op staande voet ontslaan. Maar het ligt eigenlijk niet in mijn karakter. Ik vind mezelf ook geen leider. De motivatie moet uit mensen zelf komen. Hooguit stuur ik een beetje aan”. Blauw En terwijl Deuning zich weer over het restaurant ontfermt, pakt de zakenman lekker door. Laatst nog bracht Lindeman een bezoek aan Des Indes. Het hotel bleek zijn gasten naar een niet zo’n goede Indonesische collega te sturen. “Domweg omdat ze het niet wisten. Dat hoorde ik van gasten die later toch hier terechtkwamen. Rob is toen met de receptie gaan praten. Nu zitten ze hier”. En dat is volgens de tot nu toe uiterst bescheiden man helemaal terecht. Zijn er dan geen andere restaurants die aan The Raffles kunnen tippen? “Jawel. Spandershoeve in Hilversum is ook goed. Als ik een restaurant in Den Haag moet kiezen, dan zeg ik Didong in de 2de Sweelinckstraat of Bali Breeze in de Zeestraat”. Dat laatste restaurant heet nu eigenlijk Bumburumba, maar Deuning kan niet goed wennen aan de naam. “Voor mij is het
>Foto: Piet Gispen
nog steeds Bali Breeze”. Over het algemeen vindt de restauranteigenaar veel Indonesische collega’s in Den Haag zwak. “En dan kunnen ze toch jaren blijven bestaan. Dat snap ik niet”. In zijn eigen Javastraat heeft hij sinds kort gezelschap van het nieuwe Indonesische restaurant Blauw. Horeca-ondernemer Stefan Vreugdenburg, die al zaken heeft in Utrecht en Amsterdam, haalde met crowdfunding binnen twee weken 125.000 euro op. De reacties op de culinaire recensiesite IENS zijn lovend, een 8.1 voor het eten. Maar wat vindt Deuning ervan? Na enige aarzeling: “Als gasten op zoek zijn naar een Indo op maandag, dan is Blauw de beste optie. Op alle andere dagen moet je bij mij zijn of bij de hiervoor genoemde restaurants. Het ligt niet zozeer aan de receptuur van Blauw, in Amsterdam hebben ze een uitstekende kok die zijn vak verstaat, maar Blauw is een rijsttafelrestaurant, dat betekent dat gerechten van te voren worden geprepareerd. En dat heeft effect op de knapperigheid van de groenten en de malsheid van het vlees. Hier wordt alles à la minute gekookt”. Tabaksplantage Achter de in Nederland geboren Deuning hangen tientallen foto’s, elk exemplaar vertelt het verhaal van
11
interview<
Vrijdag 7 juni 2013 > Den Haag Centraal
‘Het is heel simpel. Je moet veel vette vis eten. Bij voorkeur wilde vis. Verder is alles wat vliegt, dus kip en eend, neutraal. En van alles wat loopt, moet je zo min mogelijk nemen. Dus geen varken, geen rund’ zijn Indische familie. Op een foto zitten mensen ontspannen op een veranda. Achterover op zijn stoel geleund, vertelt Deuning: “Dat is het huis van mijn grootouders op Midden-Java en dat mannetje daar in het kleine stoeltje, dat is mijn vader”. Deunings opa was bedrijfsadministrateur op een tabaksplantage. “In maar twee gezinnen werd Nederlands gesproken, bij de directeur en bij ons. Het gezin leefde in grote weelde. Met paarden en auto’s”. Al meer dan een eeuw hoorde zijn familie tot de IndoEuropeanen, nazaten van Europeanen die in Indië zijn gaan wonen. “Doordeweeks aten ze Indisch en op zondag Hollands, vlees, aardappels en groenten. Koken deden mijn ouders eigenlijk niet. Daar had je personeel voor, inlanders deden dat. Als je al kookte, was dat meer als hobby”. De mooie tijd op de plantage werd wreed verstoord toen tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog zijn vader als kind gevangen werd gezet. “Mijn moeder zat in een Jappenkamp. Twee jaar geloof ik”. Zijn stem wordt nog zachter. “Zeker weten doe ik het niet. Daar werd thuis niet over gesproken”. Maar de oorlogservaring liet in huize Deuning zijn sporen na. “We moesten altijd ons bord leeg eten. Want in de oorlog hadden mensen honger geleden, zei mijn moeder.
En dat doe ik nog altijd. Ook bij anderen”. Soms is die gewoonte nadelig, zo ondervond hij een jaar geleden. “We zaten in een restaurant waar de porties veel te groot waren. Ik heb maar een klein lijf. Daar kom ik dan niet meer”. Ook na de repatriëring, toen het gezin gedwongen naar Nederland moest verhuizen, had de jonge Frank geen bijzondere affiniteit voor eten. “Ik vond varen leuk”. Op de middelbare school deed hij een beroepskeuzetest. De adviseur zag dat de hij geen beta-pakket had gekozen en raadde hem de hotelschool aan. Dan kon hij tenminste in de civiele dienst op het water werken. Eigenlijk wilde Deuning naar de hogere hotelschool, maar met zijn mavo was dat te hoog gegrepen. Gefrustreerd denkt hij aan die periode terug. “Ik heb vroeger wel last gehad van discriminatie als indo. Vanwege mijn accent werd ik naar de mavo gestuurd. Ik dacht: als ik nou goed mijn best doe, mag ik misschien naar de havo. Ik had prachtige cijfers. Andere kinderen met lagere cijfers mochten wel naar de havo, ik niet”. Daarna raakte de scholier ongemotiveerd, haalde zesjes. Maar in het laatste jaar dacht hij: “Laat ik toch maar eens wat gaan doen”. Zijn laagste cijfer was een acht. “Daardoor had ik een extra zetje in de rug. En werd ik
ondanks de vele aanmeldingen voor de middelbare hotelschool in Tilburg toch aangenomen”. Thais Kreeg hij op de middelbare hotelschool dan eindelijk de smaak van het koken te pakken? Deuning kijkt vertwijfeld. “Eh, nee, ik heb nooit een fascinatie gehad voor koken, wel voor wijn. Daarom ben ik sommelier geworden”. Hij kwam in dienst bij het driesterrenrestaurant Eugénie-les-Bains in ZuidWest Frankrijk waar hij de taal leerde spreken. Daarna volgden het Amstelhotel en Villa Rozenrust. Dat hij uiteindelijk toch een restaurant begon, kwam doordat zijn laatste werkgever, The Royal Dynasty aan het Noordeinde, ermee stopte. “Ja, ik kon wel weer in dienst, maar dit vond ik leuker”. Gelukkig voor Deuning had zijn oom, die met vervroegd pensioen uit Duitsland naar Den Haag kwam, wel verstand van koken. Ook werkte de oom de toenmalige hulp, Vichai Boonyuen, in als zijn vervanger. “Vichai is nu de chef en werkt hier net zo lang als ik. Met een glimlach: “Hij is een Thai, maar hij kan geen Thais koken. Mijn oom vond dat een voordeel: iemand zonder culinaire achtergrond kon je van alles aanleren. Het leuke is dat gasten hier vaak de stijl herkennen. Die zeggen: “Je proeft het zo, dit is typisch
West-Javaanse eten”. De West-Javaanse keuken is volgens de eigenaar elegant, niet te heet en niet te zwaar gekruid. De voormalig beste sommelier van Nederland, die meer dan tachtig flessen op de kaart heeft staan, raadt bij zijn Indonesische gerechten wijn aan zonder een hoog zuurgehalte. “Het zuur van de wijn botst met het zuur van de kruiden. Dan gaat het schiften in je mond”. Hij trekt een vies gezicht. “Bah”. Restaurant The Raffles staat bij liefhebbers bekend als Rieslingspecialist. Volgens de eigenaar hebben Duitse wijnen een enorme prijs-kwaliteitverhouding. “Iedereen denkt bij Duitse wijnen aan half-zoet, maar je hebt echt prachtige droge witte versies. Bij veel oude Rieslings is het zuur afgebouwd. Er ligt hier een fles uit 1995. Die koopt niemand, behalve wij. De gasten waarderen het”. En die gasten bestellen volgens Deuning bijna altijd volgens hetzelfde patroon. “Als iemand een loempia bestelt, komt daar meestal rund of kip achteraan. De pasar klewer (variatie van voorgerechten, red.) wordt vaak gevolgd door rund of de gulai domba (lamvlees, red.). En neemt iemand vis als voorgerecht, dan volgt daar vaak vis als hoofdgerecht op. Maar bestelt iemand heel raar, dan onthoud je het ook, want dan is het heel raar”.
De laatste jaren is Deuning gezonder gaan eten. “Met MS is redelijk goed te leven. Normaal krijg ik twee terugvallen per jaar, maar in december ging het een beetje mis. Toen had ik er drie achter elkaar”. Ook vanwege zijn te hoge cholesterol volgt hij nu een strikt dieet. “Het is heel simpel. Je moet veel vette vis eten. Bij voorkeur wilde vis. Verder is alles wat vliegt, dus bijvoorbeeld kip en eend, neutraal. En van alles wat loopt, moet je zo min mogelijk nemen. Dus geen varken, geen rund”. Als Deuning zijn dagelijkse rondje boodschappen doet, slaat hij ook vers in voor zijn medewerkers. Lachend: “Ja, die eten heel gezond. Vier van de vijf dagen staat vis op het menu”. Na anderhalf uur heeft de cd-speler inmiddels Bach vervangen door operamuziek. Deuning vertelt dat hij om te ontspannen regelmatig met zijn Engelse partner een opera of een museum bezoekt. “Kunst laadt mij enorm op. Ik ben zoals ze in het Engels zeggen een ‘culture vulture’, cultuurgierig”. En misschien zou Deuning het wat rustig aan moeten gaan doen. En opvolger zoeken misschien? “Welnee”, zegt hij bijna gepikeerd. “Ik denk nog niet aan een opvolger. Ik moet nog tien jaar vooruit. Waarom zou ik nu stoppen? Er zit weer leven in de brouwerij”.
Accordeon Bigband Brassband Drumfanfare Egerländer Fanfare Folk Harmonie Mandoline Symfonie Wereldmuziek en veel andere muziekvormen
en speciaal
Een muziekstuk met Constantijn Huygens als inspiratiebron
Zondag 9 juni 2013
12.00u - 17.30u
rondom en in
presentatie
de Grote Kerk en het Nutshuis – Den Haag
Gregor Bak
meer informatie
www.uthaagsnotuhfestival.nl
THC SCH Lustrum A3 FC:Opmaak 1 30-05-13 13:45 Pagina 1
VERRAS JE VADER Zondag 16 juni 2013 is het weer Vaderdag. De dag die geheel in het teken staat van alle vaders in Nederland. Verras je eigen vader met een culinaire brunch in het Steigenberger Kurhaus Hotel. U wordt ontvangen met een feestelijk aperitief en u geniet van een uitgebreid brunchbuffet met een metershoge chocoladefontein. Reserveer de Vaderdagbrunch voor € 42,50 per gast. Bij een reservering vanaf 4 gasten is de brunch exclusief drankjes voor Papa gratis. Reserveren kan via
[email protected] of neem contact op via 070-416 2713. Ga voor meer informatie naar www.kurhaus.nl/Vaderdag.
The Harbour Club Scheveningen Dr. Lelykade 5-13 | Scheveningen T +31(0)70 - 891 32 24
www.theharbourclub.nl
13
cultuur<
Vrijdag 7 juni 2013 > Den Haag Centraal
Biografie over Ab Visser
‘Zuig je je eigen vol met valse lucht?’ ‘De buurt’ maar liefst ƒ 6.000. Maar in de ogen van de ontevreden Visser was de reeks een soort ‘verdomhoek’. De boeken werden namelijk grotendeels buiten de reguliere boekhandel om verkocht aan abonnees van het sociaal-democratische dagblad ‘Het Vrije Volk’. Met Kuipers had Visser een haat-liefdeverhouding. Toen Visser ‘De buurt’ bij De Arbeiderspers aanbood, vond Kuipers dat ‘het ruwe materiaal voor een roman erin aanwezig’ was, maar dat ze moest worden herschreven. ‘God in Frankrijk’, het derde deel in de reeks, werd door Kuipers geweigerd. Vanaf dit deel werden de vervolgdelen van ‘De buurt’ en ‘De vlag halfstok’ gepubliceerd bij de Haagse uitgever A.A.M. Stols. Het is tekenend voor de moeizame verhouding die Visser zijn hele leven met zijn uitgevers heeft gehad.
Door Sjoerd van Faassen
Hoe zou de schrijver Ab Visser (19131982) het bekendst zijn? Als schrijver van het alleraardigste boekje vol met anekdotes over De Pauwhof in Wassenaar? Als geadresseerde van de hilarische en zuigende brieven die Gerard Reve hem schreef en die gebundeld werden in Reve’s ‘Het Lieve Leven’? Als schrijver van een boeiende reeks autobiografische romans, die in 1953 begon met ‘De buurt’? Als iemand die noodgedwongen gedurende zijn hele carrière voor het grote publiek op het tweede plan acteerde? Als detectiveschrijver om den brode? Of als de ‘eeuwige pechvogel’ zoals hij zichzelf ooit eens in een interview karakteriseerde? Van maart 1940 tot 1990 konden kunstenaars en wetenschappers zich op het Wassenaarse buiten De Pauwhof terugtrekken om ongestoord te werken of inspiratie op te doen. Het centrum bood gelegenheid tot concentratie in eenzaamheid, maar ook de stimulans van de ontmoeting en discussie met anderen. Er konden vijftien gasten per keer verblijven. Visser verbleef er ‒ voornamelijk uit geldgebrek ‒ tussen 1948 en 1953 geruime tijd. Of hij er veel inspiratie opdeed, is de vraag. Aan zijn ontmoetingen op De Pauwhof met collega-schrijvers als Clara Eggink, J. Greshoff, A. Marja, J.C. Bloem en anderen, wijdde Visser in 1974 zijn ‘Het Klooster van Sint Jurriaan’. Het is het soort boeken waardoor Visser nu nog enigszins in het collectieve geheugen voortleeft. Reve Zowel op De Pauwhof als later demonstreerde Visser een grote vaardigheid tot vaak wat schurende vriendschappen. Net alsof zijn tegenvoeters hem nooit helemaal serieus namen. Reve bombardeerde in zijn brieven zijn kunstbroeder met al dan niet welgemeende adviezen over goede boektitels en dergelijke. De kop boven deze boekbespreking komt uit één van de brieven. ‘Wat een brief!,’ spotte Reve daarin: ‘Houd je wel eens doorslagen? Hele werelden van weemoed, haat & vuur, en dan die beknoptheid, die kompaktheid! […] Als je zo schrijft, wie kan daar dan nog omheen? Ga je bij een boek er misschien op ene bepaalde manier voor zitten, of zuig je je eigen vol met valse lucht?’ Visser verdroeg de spot van Reve manmoedig. Zelf ging hij de rol van tragikomische figuur ook niet uit de weg, zoals in ‘Wat moet ik ermee’, een boekje vol zelfspot uit 1979 waarin hij zijn ervaringen met uiteenlopende uitgevers als Bert Bakker, Reinold Kui-
Albert Visser (zittend) met de boekvormgever Helmut Salden in de tuin van De Pauwhof, ca. 1950. >Foto: Edith Visser, collectie Letterkundig Museum
pers en De Arbeiderspers en Nijgh & Van Ditmar beschreef. Autobiografisch De beste roman van Visser is waarschijnlijk ‘Rudolf de Mepse’ uit 1945, die destijds ruime lof ontving van niet de minste recensenten. Ik zelf heb ook een zwak voor ‘Agneta in de tros van ’t grote leger’ (1941). Maar Visser’s autobiografische romans spannen voor mij de kroon, daarin is hij op z’n best. Herinneringen aan het vooroorlogse artistieke en literaire leven in zijn geboorteplaats Groningen legde hij in 1970 vast in het aardige ‘t Peerd van Ome Loeks is
dood’. Groningen is ook het beginpunt van Visser’s autobiografische Jo Rutgers-serie. Die begon met ‘De buurt’ en werd gevolgd door ‘De vlag halfstok’ (1955), ‘God in Frankrijk’ (1958), ‘De valstrik’ (1959) en ‘De hel met negen deuren’ (1962), alle ‘vertekende kronieken’, zoals de flaptekst beweert, waarin Visser versleuteld als Jo Rutgers acteert. Die romans verschenen in een straf tempo. Maar denk niet dat Visser in de tussentijd verder niets publiceerde. Hij schreef in jeugdboeken als ‘Haven in zicht’, ‘Een ander geluk. Roman voor oudere meisjes’ en ‘De rode grot’, ver-
halenbundeltjes als ‘Het achterdeurtje’ en ‘De oostganger’, de detective ‘Uitnodiging tot moord’ en een klein dichtbundeltje ‘Recitatief’. De eerste twee delen van de Jo Rutgersserie verschenen bij De Arbeiderspers, waar Visser’s jeugdvriend Reinold Kuipers de scepter zwaaide. Kuipers gaf ook in zijn reeks De Boekvink de twee genoemde verhalenbundeltjes uit. Maar denk niet dat de vaak bokkige en soms agressieve Visser hem daarvoor dankbaar was. De boeken verschenen in de Arbo-reeks. Die kende weliswaar een grote oplage en keerde navenant hoge honoraria uit. Zo kreeg Visser voor
Biografie Visser was met de Haagse uitgever Bert Bakker verbonden doordat zij beiden behoorden tot de zogenaamde ‘JongProtestanten’ rond het tijdschrift ‘Opwaartsche Wegen’ en uitgeverijen als Kok in Kampen en Callenbach in Nijkerk. Aan Bakker, dan directeur van de christelijke firma D.A. Daamen, schreef Visser in 1942: ‘Ik weet langzamerhand wat ik waard ben […]. Dit klinkt misschien erg pedant, maar ik verzeker je dat ik mijn weg zie. Ik zal niet verzanden in de bibliotheken van Kok, Keuning en Callenbach, zoals het gros van onze christelijke schrijvers. Ik zal daar ver bovenuit komen, en als dat grootsprakig klinkt, dan verzoek ik je, deze brief over tien jaar nog eens te lezen.’ Deze ambitie heeft Visser niet waar kunnen maken. Daar was niet alleen zijn slechte gezondheid – hij leed aan de ziekte van Bechterew ‒ voor verantwoordelijk. Het kwam ook omdat hij teveel genres beoefende, te weinig regie voerde over zijn schrijverscarrière en te veel klussen om den brode moest aannemen. Hij koos bewust voor een ‘roekeloze loopbaan’, zoals hij dat in 1958 noemde, toen hij de Hendrik de Vries-prijs kreeg. Michiel van Diggelen heeft Visser’s leven gedetailleerd (soms té) op een rij gezet. Van Diggelen heeft een goed oog voor de vele anekdotes die Visser omringden. Hij maakt van Visser geen groot schrijver, maar laat in zijn goedgedocumenteerde, maar wat schools geschreven boek uitstekend zien hoe die met zijn talent heeft gewoekerd en welke plaats Visser in het literaire landschap verdient. Michiel van Diggelen, ‘Ab Visser. Biografie’. Uitgeverij Passage, Groningen, ISBN 978905452-269-0, 490 pag., € 29,50
bas van pelt
Ingezonden mededeling
OP LOCATIE Geeft ruimte karakter, kleur, licht, telkens weer anders dat is wat wij van bas van pelt zoeken op locatie. Kijk voor informatie op facebook of de site bas van pelt binnenhuisarchitectuur
BARBARA NANNING en dat is wat ik doe; de essentie van beweging en groei vast leggen in mijn werk. expo 1 tot 19 juni in de tuingallerie
TIP
14>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 7 juni 2013
Kunst uit de broodfabriek Door Babeth Knol
Wat hebben brood en kunst met elkaar te maken? Petra Halkes, kunstenaar en curator die in Den Haag werd geboren maar in 1967 naar Ottowa in Canada verhuisde, vond een overeenkomst. En maakte een tentoonstelling die twee kunstenaarsgroepen met een vergelijkbare geschiedenis verenigt. In Ottowa is nu deel één van de tentoonstelling, ‘Dutch Settlement’, te zien. In augustus wordt het project vervolgd in Den Haag met de tentoonstelling ‘Interference’. Kunstenaarscollectief Quartair heeft wel vaker buitenlandse soortgenoten te gast. In april was nog een tentoonstelling van het New Yorkse Artcodex te zien. Maar de uitwisseling waarvoor een flink deel van de Quartair-kunstenaars afgelopen week afreisde naar Canada is een heel bijzondere. Want op precies hetzelfde moment dat de groep afgestudeerde kunstenaars die later Quartair zou vormen, in Den Haag zijn intrek nam in de oude broodfabriek op de Toussaintkade, voltrok zich een parallelle geschiedenis daar in Ottowa. Want in datzelfde jaar, 1992, kampte daar ver weg een groep jonge kunstenaars met hetzelfde probleem. Op zoek naar atelierruimte vonden ook zij uiteindelijk hun plek in een leegstaand pand... een verlaten broodfabriek, de Standard Bread Factory. Het kunstenaarscollectief the Enriched Bread Artists (EBA) ontleent zijn naam nog altijd aan die voormalige functie van het pand. Petra Halkes kwam deze overeenkomst tussen de beide kunstenaarscollectieven op het spoor toen zij in 2009 in het kader van een uitwisseling te gast was in de DCR-studio’s en sprak met Quartair-kunstenaar Jessy Rahman. In het hoofd van Halkes, vaker betrokken bij uitwisselingsprojecten tussen Nederlandse en Canadese kunstenaars, begon zich vanaf dat moment het idee voor de tentoonstelling te vormen. Tot het ongeveer een jaar geleden concreet vorm kreeg. De kunstenaars waren nauw betrokken bij de uitwerking en hadden tussentijds steeds contact met elkaar. Persoonlijk, maar vooral via Skype en een door één van de kunstenaars opgerichte blog, zodat ze elkaar deelgenoot konden maken van plannen, ideeën, tips en toeristische en culturele hotspots, of de juiste uitspraak van ‘Den Haag’. Alle elf Quartair-kunstenaars vaardigden een werk af naar Canada: Marlies Adriaanse, Harold de Bree (overigens nu ook te zien op de Biennale in Venetië), Paul Donker Duyvis,Geeske Harting, Rens Krikhaar, Erik-Jan Ligtvoet, Ingrid Mol, Pepijn van den Nieuwendijk, Jessy Rahman, Pietertje van
Splunter en Thom Vink. Sommigen gingen er zelf achteraan, voor de opening of om ter plaatse een werk te maken. Zo volgde Ingrid Mol de voetsporen van prinses Juliana, die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Ottowa verbleef, en zij hield van haar zoektocht een dagboek van tekeningen bij. Jessy Rahman ging voor zijn installatie op zoek naar de oorsprong van de plant Elodea canadensis, een waterplant die zich, nadat hij in de 19de eeuw in Nederland terechtkwam, razendsnel heeft verspreid en ook wel bekendstaat als waterpest. Nederzettingen Het eerste deel van de tentoonstelling kreeg het thema ‘settlements’ mee, ‘van oude nederzettingen in de Lage Landen tot kolonies en immigratie naar de Nieuwe Wereld’. Paul Donker
thuisblijvers in Den Haag gevierd, met een ‘Draw & Drink’, een tekenfeestje waar alle bezoekers via een rad van fortuin tot tekenen werden aangezet. Want geheel in de stijl van de parallelle geschiedenis was hier op diezelfde avond de 33ste editie van de culturele route Hoogtij. Nadat Ottowa’s kunstliefhebbers kennis hebben kunnen maken met de Haagse afvaardiging, komen in augustus vijftien Enriched Bread Artists naar Den Haag. Petra Halkes stelt met hen een tentoonstelling samen. Een tipje van de sluier: met behulp van 100 meter wit papier zullen Halkes en haar partner René Price de ruimte van Quartair omtoveren in een meer vloeiende versie van de ‘white box’, om zo de kunstenaars uit te dagen tot interactie met de ruimte. Net als de groep Quartair-kunstenaars
‘Dreams Free FASTival is een creatieve speeltuin voor volwassenen en kinderen’.> Foto: solarisdezine.com
Twee keer feest bij F.A.S.T. Schevenings surfdorp F.A.S.T. is twee weekenden achter elkaar speelterrein voor festivals. Eerst is er FestiFast met muziek van acht jonge bands en een show van Rät N FrikK; een week later is er twee dagen lang het Dreams Free FASTival waar iedereen naar eigen inzicht kan bijdragen. Door Olivier van Nooten
Pietertje van Splunter met haar installatie ‘Home is where the heart is’. >Foto: PR
Duyvis vertaalde dat thema in een performance gebaseerd op zijn herinneringen aan zijn oma, die hij hielp met het oprollen van wol, waarin hij mensen – letterlijk – verbindt via een lange streng blauwe stof. Pietertje van Splunter stelde een huiselijke mobile samen waarin flesjes kleurrijk schoonmaakmiddel, borstels, sponzen en andere donzige schoonmaakattributen door de ruimte dansen. In Ottowa vond de opening in het weekend van 1 juni plaats tijdens het culturele evenement Doors Open Ottawa. De opening werd ook door de
beheersen de Enriched Bread Artists samen vele disciplines, van schilderij tot performance en van keramiek tot fotografie, die ze ook naar hartelust combineren. Zo belooft een opvallende overeenkomst in de ontstaansgeschiedenis ook nog een leuke, gevarieerde tentoonstelling op te leveren, in meerdere opzichten grensoverschrijdend.
Op vrijdag 7 juni verzorgen vanaf 17 uur maar liefst acht bands uit de regio zes uur lang muziek. Drie van de formaties wonnen de bandwedstrijd op het Haganum Festival: The Hague Idiots, Cannonball Johnsons en Sandpaper Kiss. “Om 23 uur nemen wij de glowstick over”, vertelt producerend rapper Eelco van Proosdij. David van Akkeren en hij zijn sinds jaar en dag bekend als Rät N FrikK, een muzikaal duo dat tot ver buiten de stad fans trakteert op elektronische muziek. Van Proosdij: “De laatste tijd zijn we nogal op de beats gedoken. In de tussentijd heb ik mijn stemgeluid geoefend, vroegen mensen ‘waar is die ouwe shit?’ en deed ik een side-project met rapper Caza”. Het eerste half uur draait om die samenwerking, voor de gelegenheid bijgestaan door collega Amerildo de Krijger. Daarna vliegen nieuwe en oude producties (met extra focus op het vocale dus) van Rät N FrikK je om de oren.
Dutch Settlement, van 1 tot 10 juni in de EBA studios in Ottowa, Canada Interference, 24 augustus tot en met 1 september in Quartair, Den Haag www.enrichedbreadartists.com www.quartair.nl
Dreams Het weekend na FestiFast is het tijd voor het Dreams Free FASTival, op zaterdag 15 en zondag 16 juni. Met zijn broer begon Ralph Groenheijde dertien jaar geleden skatewinkel Dreams. Sindsdien staat de naam voor steeds meer, bijvoorbeeld surfles, kunst en muziek. Groenheijde heeft sinds drie jaar de winkel achter zich gelaten, onder meer om zich te richten op het fes-
hersens, ruggemerg, ogen of nieren. Meestal goedaardig, niet altijd. Hij was al vijf keer aan een hersentumor geopereerd waarbij één keer zenuwen beschadigd werden. “Ik kan niet meer doen op de piano wat ik wil, dus houd ik ermee op”, zei hij. Op 11 juni organiseert hij in de North Sea Jazz Club in Amsterdam een benefiet om geld in te zamelen voor de Von Hippel-Lindau stichting. Voor een betere screening, een betere behandelen operatiemethode voor de ziekte. Uit Den Haag komen onder meer vrienden uit jazz en klassieke muziek spelen: de Eef van Breen Group, het Wolfert Brederode trio, een klassiek duo met harpiste Eva Tebbe. De titel van zijn laatste cd is dus op z’n minst wrang, ‘Tomorrow’. Je moet de neiging achteraf te interpreteren onderdrukken, maar zijn muziek is gecom-
pliceerder dan op zijn eerste cd. Met stukken (zes van hemzelf) die vanuit een zachte, tastende melancholie bewegen naast veel heftiger klinkende, vaak door een ostinato-figuur gedreven composities. Naar Amsterdam dus. In Den Haag komt het meest bijzondere concert van Peter Beets op 12 juni in Chizone (de oude Lourdeskerk) op Scheveningen. Hij brengt er een programma dat ‘Opera meets the blues’ heet. Met twee klassieke zangeressen: Judith van Wanroij en Hetty Jansen. Zij brengen opera-melodieën (Bizets ‘Carmen’, Gershwins ‘Porgy and Bess’, het bloemenduet uit Delibes’ ‘Lakmé’), maar vooral opvallend zijn de prachtige liederen. Zoals ‘Nuit d’étoile’ van Debussy, ‘Pleurs d’Or’ van Fauré, ‘C’est ainsi que tu es’ van Francis Poulenc, diens ‘Les chemins d’amour’ – dat hij schreef voor
tival. “De basis is buiten spelen en nul euro”, legt hij uit. De gedachte is dat iedereen die wil iets kan toevoegen, zodat er twee dagen lang van alles te doen is op het gebied van sport, kunst en muziek. “Dingen die je interessant vindt, leer je sneller. Te veel mensen maken hun zeven dagen per week op en rennen achter de tijd aan. Door te ontspannen en structuur los te laten ontdek je nieuwe dingen. Ik ben dankbaar dat ik wordt omringd door zulke mooie mensen; een ieder heeft een specialiteit, die kan je delen. Durf je medemens te helpen met waar jij goed in bent”. Het doorgeven van kennis en waarden is een kenmerk van de skatecultuur. “In de straatsport is er eigenlijk geen onderscheid. Wie zijn best doet is al tof, of je nou van een stoepje of een trap van 3 meter hoog springt. Ik had verwacht op mijn achttiende in een rolstoel te zitten, maar het blijkt dat we alleen maar beter worden. Als je dromen nastreeft, hoe hard je ook op je bek gaat, leer je opstaan en doorgaan”, vertelt Groenheijde gedreven. Het tweedaagse evenement is voor iedereen toegankelijk (‘van 0 tot 100, dik, dun, mooi, lelijk, rijk, arm, maakt niet uit’), begint in de middag en gaat tot na middernacht door. De precieze invulling is pas kort van tevoren bekend, zodat er genoeg ruimte blijft voor ‘verrassing en avontuur’. De organisator legt uit dat het programma ook afhangt van het tijdstip. Overdag is er bijvoorbeeld een speurtocht en ’s nachts zijn er erotische verhalen bij het kampvuur. “Als de kinderen weg zijn, kunnen de volwassenen op hun manier lol trappen”. Vrijdag 7 juni (vanaf 17 uur): FestiFast, met o.a. Rät N FrikK. Zaterdag 15 en zondag 16 juni (vanaf 12 uur): Dreams Free FASTival. Voor meer informatie: www.fastthehague. com / www.enterdreams.com
jazz
Von Hippel-Lindau en Beets klassiek
In februari krijg ik een mailtje van pianist Walter Wolff: of ik interesse heb voor zijn nieuwe cd, ‘Tomorrow’ (Challenge records) met bassist Francesco Angiuli en drummer Andreas Fryland? Altijd. Walter is een Fin die in Den Haag studeerde, eerder de cd ‘Prélude’ maakte, te horen was met de Amerikaanse veteraan-vibrafonist Teddy Charles en deel uitmaakte van het ensemble van de Haagse trompettist Eef van Breen. Een jonge pianist
met erg veel talent. Maar, schreef hij, het was ook zijn afscheids-cd want om gezondheidsredenen moest hij de piano vaarwel zeggen. Als ik er over wilde praten, kon dat. Die mededeling verbijsterde me. Bij Vienna op de Plaats hebben we gepraat. Rustig, bijna koel, vertelde hij dat hij leed aan de ziekte van Von Hippel-Lindau. Een zeldzame, (nog) niet geneesbare genetische aandoening waarbij tumoren ontstaan in
chansonnière Yvonne Printemps – en zijn oorlogslied ‘Ponts de Cé’ (tekst van Aragon). Beets bewerkte ze voor zijn trio, laat ze waar dat kan swingen, en begeleidt de zang die klassiek blijft. Een zeer ongewone combinatie. In de Regentenkamer speelt bassist Paul Berner met gitaristen Ed Verhoeff en Peter Tiehuis muziek van de jonge Bob Dylan, in de kleine bodega Est Est Est aan het Wagenplein staat op 8 juni het Zane Massey New York Sax Quartet. Massey speelde onder meer in de band van zijn vader Cal, bij Sun Ra, maar werd het bekendst door zijn concerten in de New Yorkse ondergrondse en in Grand Central Station waar hij ook zijn mede-musici recruteerde. Bert Jansma
15
cultuur<
Vrijdag 7 juni 2013 > Den Haag Centraal
Krachtige ‘Mulisch’ bij Nationale Toneel
Grote bewondering voor ‘Het stenen bruidsbed’ Door Bert Jansma
Frappant in de toneelversie van ‘Het stenen bruidsbed’ is dat wat bij de boekuitgave destijds als ‘over de top’, als gemaniëreerd, meer satire dan pastiche, werd beoordeeld, bij Het Nationale Toneel in de Koninklijke Schouwburg ijzersterke scènes oplevert, zowel visueel pakkend als dramatisch verdiepend: de ‘gezangen’ van Harry Mulisch waarin de vernietiging van de stad Dresden op Homerische wijze verbaal wordt. Met zijn klassieke epitheta (‘de kaartlistige Harry’), zijn inversies (voorwerp voorop, onderwerp en werkwoord naar achteren in de zin) en zijn mythologiserend bouwwerk van taal. In de regie van Johan Doesburg worden ze in perfect unisono als vuistslagen gebracht door de in een stellage hangende ‘bomberpilots’ die de vernietiging uitvoerden. Goed voor adembenemende momenten in een opvallend krachtige voorstelling. Doesburg en Het Nationale Toneel hadden het geluk dat Stefan Bachmann voor het Staatschauspiel Dresden in 2011 deze theaterbewerking van Mulisch’ boek maakte. Ik kan me zo voorstellen dat wanneer een Nederlandse collega-auteur dat had moeten doen, het geharrewar over het ‘wie’ en ‘hoe’ niet te overzien zou zijn geweest. Dit is een Mulisch-getrouwe bewerking, zo trouw zelfs dat je een aantal van de beruchte filosofische roffels van de auteur iets te vaak hoort. Maar het is waarschijnlijk theatraal het allerbeste dat er met Mulisch’ werk werd gedaan. Want wie weet nog iets van diens eigen toneelbemoeienissen sinds ‘Tanchelijn’ en ‘De Knop’? Doesburgs ‘Het stenen bruidsbed’ is
vooral helder en indringend theater. Waarbij decor (Bernard Hammer), licht (Reinier Tweebeke) en het door Harry de Wit grotendeels ‘live’ gemaakte geluidsdecor de werking van het spel van de acteurs nauw omsluiten. Dat decor heeft een sterk hellend speelvlak met verscherpt perspectief dat ideaal de aandacht vasthoudt, maar dat met zijn helling van 11 procent (eenzelfde percentage als de hoogste stijging op de Alp d’Huez) veel eist van knieën en ruggen van de acteurs. De lijnen van Mulisch’ verhaal worden sterk neergezet door twee vertelsters (Antoinette Jelgersma en Sally Harmsen), hoofdrolspeler Jeroen Spitzenberger daalt in de eerste scène als aan een parachute neer op de planken. Zinloos Hij is Norman Corinth, de uiterlijk (zijn verbrande gezicht) en innerlijk beschadigde Amerikaanse ex-bombardier van Dresden. Hij is tandarts, komt in 1956 voor een congres terug naar de stad die hij in 1945 hielp vernietigen. Waarbij hij tegenover de overlevenden komt te staan en – typisch Mulischiaans – de grenzen tussen de rollen van dader en slachtoffer vervagen. Is de barokke Duitser Schneiderhahn (Stefan de Walle) niet zo’n typische geslaagde West-Duitser die ooit Nazi was? En is Corinths DDR-gids en overtuigde communiste Hella misschien ook medewerkster van de Stasi? Corinth zoekt naar mede-schuldigen om met zijn eigen oorlogsmisdaad te kunnen leven. Want hij maaide vanuit zijn vliegtuig zinloos en verlekkerd burgers van Dresden neer die voor de hitte van de brandende stad vluchtten in het water van de Elbe.
De bij velen bekende irritatie die Mulisch’ werk teweeg brengt door de neiging te koketteren en je met een kijk’ns-hoe-knap te overdonderen met kennis, wordt in deze visualisering wat gedempt. Natuurlijk is Dresden Troje, natuurlijk is hostess Hella ook de klassieke Helena en natuurlijk bespringt bombardier Corinth – genoemd naar de in 146 v.Chr. verwoeste Griekse stad – Helena als een oorlogsdaad, zoals hij Dresden ‘besprong’. Van: ‘ze gaat eraan’. Tot daar aan toe en passend bij de ‘mythische formule’ van Mulisch die regisseur Doesburg overtuigend overeind houdt. Maar er zijn toch ook die flodders filosofie. Over de ziel die achterblijft en zich niet kan samenvoegen met het lege lijf, over twee soorten oorlog, één die wél verder voert en de anti-oorlog die alleen leegte, het niets en het boze is. Net teveel, te intellectuele ‘Spielerei’ en gepraat dat de personages schaadt. Dit ‘Stenen bruidsbed’ is op z’n best in de visueel gemaakte totaalbundeling van vraagtekens en twijfels in een Dresden-zonder-antwoorden. Zoals Mulisch het sterkst is in structuren, ‘plots’ en zijn personages vaak levende ideeën zijn, ‘maskers’. Jeroen Spitzenberger speelt knap Corinth, tussen nonchant-Amerikanisme, cynisme en vertwijfeling in. Tamar van den Dop probeert een mens te maken van Hella, maar krijgt daar in haar tekst in feite te weinig ‘vlees’ voor mee. Zoals dit ‘Stenen bruidsbed’ ook minder wordt als het om de afwikkeling van de relatie tussen die twee gaat. Dan blijken ze toch té bedacht om je echt te beroeren in een voorstelling waar je grote bewondering voor moet hebben.
Goudglazen bloemen van Barbara Nanning. > Foto: Tom Haartsen
Gouden bloemen en kussen aan de wand In Pulchri zijn in een fraaie opstelling werken van de productieve en ondernemende glaskunstenares Barbara Nanning te zien. Door Egbert van Faassen
De Tuingalerie van Pulchri wordt gedomineerd door een ruitvormige tafel met zwarte kussens, ondersteund door een bouwstelling en enigszins afgescheiden door zwarte, doorzichtige gordijnen. Daar liggen goudkleurige bloemen en er staan gouden vazen, waar dezelfde soort bloemen los zijn ingezet. Het ziet er luxueus uit, als een vitrine bij de juwelier. Zelf ziet Barbara Nanning het geheel van haar werk graag als een ‘Wunderkammer’, de verzameling van alle mogelijke zeldzaamheden waaronder ook kunstwerken, de voorloper van het museum eigenlijk.
‘Hij zocht de plek op waar een lange traditie van glasbewerking nog bestond en Nanning volgde in zijn spoor’
V.l.n.r. Stefan de Walle, Tamar van den Dop, Jeroen Spitzenberger in ‘Het stenen bruidsbed’. > Foto: Maurice Haak
Barbara Nanning (1957) begon als keramiste. Grote ruimtelijke objecten maakte ze in samenwerking met de keramische werkplaats Struktuur ’68 aan de Nieuwe Molstraat. Een verzoek van het Nationaal Glasmuseum om een glazen object te maken, zette haar op het spoor van glas. Vanaf 2001 is ze regelmatig aan het werk in de Boheemse Ajeto-fabriek, opgericht door Borek Sipek die lange tijd in Nederland heeft gewerkt. Hij zocht de plek op waar een lange traditie van glasbewerking nog bestond en Nanning volgde in zijn spoor.
Ze heeft nooit nuttige potten of vazen willen maken. Liever probeert ze iets van de groeikracht van de natuur te vangen. Die belangstelling bleek goed toe te passen voor de decoratie van de plafonds van twee cruiseschepen van de HAL. Voor schepen van een andere rederij maakte ze kleurige glazen vormen, die ze over de wanden strooide. Sinds de komst van het stoomschip hebben de kunstenaars al de lange zeereis voor het betalend publiek veraangenaamd door feestelijke of boeiende ruimtes te maken. Bladvormen De vazen en bloemen zijn gemaakt van goudluster, glas dat al de kleur heeft van goud, dat ook nog eens is verguld. Eglomisé, een oeroude techniek. Gedraaide bladvormen en patronen zijn gemaakt met de tang. Dat gaat snel. Bij de tentoonstelling is een video waarop het werkproces is te zien. De monitor staat op een knaloranje doos. Op identieke sokkels staan schalen opgesteld van robijnglas, met behulp van een speciaal daarvoor bedacht stuk ijzer van een vloeiende inkeping voorzien. De concave vorm is weer van bladgoud voorzien. Ook de ‘kusjes’ rood glas gevormd als uitstulpende lippen, die daarnaast aan een wand hangen, zijn met behulp van zo’n ijzer in hun vorm gedrukt. In vorm zijn ze verwant aan de glazen objecten die drie schepen van de rederij Seaborn decoreerden. Aan de achterwand hangen fraaie, ondefinieerbare groeisels van ondoorzichtig wit glas, die uit een rotsblok lijken te groeien. De zwarte rots is van polyester. Zwarte gordijnen flankeren de ingang en maken de inrichting van Karel Bodegom af. Bloemen houden van mensen; glazen boeketten uit de collectie Eeuwige Lente in Pulchri, Lange Voorhout 15. Dinsdag tot en met zondag 11 tot 17 uur, tot en met 19 juni. Barbara Nanning is zaterdag 8 en zondag 9 juni aanwezig.
16>sport Marc
Keuze
Rotterdam is kampioen geworden bij de hockeyheren. Dat was de eerste keer in hun bestaan en dat is dan altijd bijzonder. SCHC is toch nog verrassend gedegradeerd. Nu is het tijd voor de clubs om zich intensief bezig te houden met een adequaat stukje loven en bieden. Nieuwe spelers worden gepaaid, de hemel voorgespiegeld en een handtekening afgetroggeld. Met als gevolg dat de sterken sterker worden en de zwakken internationaler. Nooit begrepen waarom de deskundigen nimmer hebben willen begrijpen dat je niet zomaar vier vertrekkende toppers vervangt door vier pubers uit de eigen jeugd. Dat ze ook nooit hebben begrepen waarom er dus clubs zijn die wel moeten winkelen in Canada, Nieuw Zeeland of Polen, willen ze niet gedoemd zijn tot dan onvermijdelijke degradatiewedstrijden. Het aantal buitenlanders is nog steeds een doorn in het oog voor het hockeyintellect. Zelfs de voorzitter van de hockeybond zei me laatst dat hij niet begreep dat clubs zich in tienduizend bochten wringen om maar in die hoofdklasse te willen blijven. Wat, zo zei hij, is er mis om dat niet meer te doen en er gewoon lekker te zijn voor de jeugd en de recreanten. Ja, wat doet het er eigenlijk nog toe? Spelen we toch gewoon met de bovenste vier een competitie. Kunnen we direct aan de play offs beginnen. Lekker korte competitie, bondscoach ook blij. Hoeven al die andere clubs zich niet meer druk te maken om verdwaalde buitenlanders of niet sluitende begrotingen. Wordt er nog slechts in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Eindhoven in de hoofdklasse gehockeyd. Iedereen blij. Ook in het hockey is er inmiddels een groot verschil tussen arm en rijk. Dat is helemaal niet erg, want net het gewone leven. Het betekent overigens niet dat de armen vrijblijvend met hun sport bezig zijn. Integendeel, zou ik zeggen. In hun strijd tegen de ondergang zijn ze vaak creatief, vastberaden en bereid om hun huid heel duur te verkopen. Geneuzel over het aantrekken van buitenlanders kunnen ze echter missen als kiespijn.
Marc Delissen Voormalig hockeyer en advocaat bij Delissen Martens advocaten belastingadviseurs mediation
Den Haag Centraal > Vrijdag 7 juni 2013
Jens Toornstra is bijzonder omdat hij zich normaal gedraagt
‘Oranje is een droom die uitkomt’ Het Nederlands elftal speelt op 7 juni in Jakarta tegen Indonesië. Vier dagen later is in Peking het elftal van China aan de beurt. In die duels kan Jens Toornstra (FC Utrecht) zijn eerste interland afwerken. Niemand in Den Haag die de bevlogen ex-middenvelder van ADO zijn oranjedebuut misgunt. Door Martin van Zaanen
Wat in het Zuiderpark ooit als hoofdveld van ADO Den Haag door het leven ging, is tegenwoordig trainingsveld. Er staat nog één tribune, in ontmantelde toestand. Wanneer ook ‘Zuid’ neergaat, weten we niet. Wel dat ze in de loop der jaren een hoop heeft meegemaakt en gezien. Zo aanschouwde ze van dichtbij de totstandkoming van het legendarische seizoen 2010/11, dat werd afgesloten met het behalen van Europees voetbal. Maar vooral was ze hoogstpersoonlijk getuige van de verrassende ontwikkeling van middenvelder Jens Toornstra. Hoewel verrassend, de Zuidtribune weet het als geen ander, want die zag elke dag met eigen ogen hoe Toornstra iedere training als eerste het veld opkwam. En het pas als laatste weer verliet. Zich telkens voor de omgeving afsloot en met volle concentratie in zichzelf investeerde. Dergelijke beleggingen blijven in de sport niet zonder rente; na verloop van tijd ben je dan ineens gewoon heel erg goed. Sinds de winterstop van 2012 draagt Jens Toornstra in plaats van het geelgroen van ADO Den Haag het roodwit van FC Utrecht, dat zich via de play-offs plaatste voor de voorronden van de Europa League. De Domstedelingen legden een miljoen euro op tafel voor de even slimme als onvermoeibare stayer – een financiële injectie die de club zeer goed kon gebruiken. Wie zag hoe overtuigend Toornsta het meteen in Utrecht deed, bekroop de gedachte dat afgelopen winter zijn ideale moment voor een overstap was. In werkelijkheid was dat moment al eerder daar. Toornsta had ook best eerder willen vertrekken. Alleen: die transfer kwam er niet van. Of hij daar diep teleurgesteld over was of lichtelijk, de mensen die ADO Den Haag op de voet volgen en geld voor een seizoenskaart of een toegangsbewijs neerleggen, hebben van enige frustratie niets gemerkt. Over Toornstra’s lippen kwam geen klacht. Stoïcijns ging hij verder met iedere oefensessie en elk duel 100% voor zijn werkgever te geven. Wat eigenlijk heel normaal is. Maar Toornstra in het profvoetbal anno nu juist zo bijzonder maakt. Kilometervreter Een ander voorbeeld van zijn bijzondere normaalheid zagen we op zondag 7 april, toen juist hij ADO Den Haag bij FC Utrecht de negende nederlaag van het seizoen toebracht. De 24-jarige kilometervreter uit Ter Aar scoorde in de 71ste minuut. De Haagse doelman Gino Coutinho kon een voorzet van Mark van der Maarel niet klemmen en Toornstra was er als de kippen bij om de winnende treffer in te schieten. Toen hij had gescoord, juichte Jens. Natuurlijk deed hij dat. Dat had hij aangekondigd; voor hem geen moderne fratsen dat wanneer je tegen je oude club een doelpunt maakt, je daar
Oranjedebutant Jens Toornstra deze week bij zijn vertrek naar Jakarta vanaf Schiphol. > Foto: Michel Utrecht/ WFA-Novum
‘uit respect’ niet verheugd om zou mogen zijn: “Ik ben een sportman en ik voetbal om te winnen. Als ik scoor, ben ik blij en ga ik dat niet verbergen. Ik hoop dat ze daar bij ADO Den Haag begrip voor hebben”. Dat hadden ze. Natuurlijk hadden ze dat. Dat Jens aan een hoger niveau toe was, blijkt eruit dat hij in de tweede seizoenshelft bij FC Utrecht vijf doelpunten maakte. Daar had hij twaalf wedstrijden voor nodig, in de eerste seizoenshelft had hij er ook al vijf in liggen. In de voorgaande twee jaargangen scoorde hij steeds driemaal. In zijn debuutseizoen in het Kyocera Stadion deed hij 18 keer mee, maar wist geen één keer het net te vinden. Ach, scoren was toen nog geen prioriteit, het ging om aanpassen aan het profniveau. Dat hij dat voor elkaar kreeg, was al knap genoeg aangezien hij daarvoor nog uitkwam voor de amateurs van Alphense Boys, terwijl hij fiscale econo-
Als eerste op het trainingsveld, als laatste eraf
mie studeerde aan de Universiteit van Amsterdam. Op aanraden (lees: doordrammen) van Hagenaar, Alphense Boys- voorzitter en Oranje-perschef Kees Jansma, werd Toornstra gescout door ADO Den Haag. In de zomer van 2009 begon hij, op amateurbasis. In december dat jaar tekende Toornstra zijn eerste contract. Na een half jaar FC Utrecht heeft inmiddels ook Ajax interesse voor hem. Nu dus een week met de fine fleur van
de Nederlandse topvoetballers naar de andere kant van de wereld; het is nogal wat. Ook deze ervaringen laat hij ongetwijfeld van zich afglijden. Wat wil je: hij maakte in drieënhalf jaar ADO Den Haag meer mee dan andere spelers in hun hele loopbaan. Eerst waren er de chaotische en onsmakelijke perikelen rond Raymond Atteveld die de zaken niet meer in de hand had. Vervolgens het droomjaar onder leiding van John van den Brom. Ten slotte anderhalf seizoen onder Maurice Steyn, waarin weliswaar sportief kalme waters werden bevaren, maar de club bestuurlijk onder hoogspanning stond. En nog steeds staat. In het wonderseizoen vielen Lex Immers, topscorer Dmitry Bulykin en Niemand misgunt ’m zijn debuut Er is niemand in Den Haag die de bevlogen ex-middenvelder van ADO Den Haag zijn oranjedebuut misgunt. Zelf loopt hij ook over van enthousiasme. “Het is een droom die uitkomt”, vertelt Toornsta. “Ik realiseer me heus wel dat het deels komt doordat een hoop goede spelers met Jong Oranje naar het EK meegaan, maar de bondscoach roept me niet voor niets op. Het niveau op de trainingen is hoog en ik werk hard om er enigszins bij te komen. Ik kijk zeer naar de wedstrijden uit en weet zeker dat ik veel kan leren van zo’n week. Ik hoop dat ik daar, als ik terug ben bij FC Utrecht, gebruik van kan maken”.
zijn aangever-op-rechts Wesley Verhoek danig op, maar vormde Toornsta de wonderolie die de geelgroene machine draaiende hield. Op een bepaald
moment was hij zo in vorm dat zijn trainer zich er hardop over verbaasde dat Toornsta niet voor Oranje werd uitgenodigd. Vooralsnog bleef het bij vier maal Jong Oranje. Dat er ooit een invitatie vanuit Zeist op zijn deurmat zou vallen, zat er net zo aan te komen als Eerste Kerstdag op 25 december. Al was het maar omdat hij vorig jaar al mocht ruiken aan het keurkorps van Louis van Gaal. 10 oktober was de eerste keer dat onze nationale keuzeheer Toornstra en ploeggenoot Aaron Meijers uitgenodigde om mee te trainen met Oranje, dat onder Van Gaals leiding in korte tijd zo’n verfrissende verjongingskuur heeft ondergaan. De bondscoach had Jordy Clasie, Adam Maher, Luuk de Jong en Jeroen Zoet afgestaan aan Jong Oranje, dat twee belangrijke duels in de play-offs om EKkwalificatie tegen Jong Slowakije moest spelen. Nu had Van Gaal extra mannetjes nodig om op de training elf tegen elf te kunnen spelen. Stralend Die week trainde Oranje, als voorbereiding op de WK-kwalificatieduels tegen Andorra en Roemenië, in Katwijk en in De Kuip. Op zondag – aardig detail – trainde Oranje wederom achter gesloten deuren, maar dan op het heilige gras van het Haagse Kyocera-stadion. Zelfs de gezamenlijke gloed van de vier lichtmasten straalde niet zo fel als Toornstra’s blije gezicht. Op 10 november werd hij, weer met Meijers, nogmaals voor een pittige oefensessie tijdelijk bij de nationale selectie gevoegd. Wederom genoot Toornstra volop van zijn korte periode als interim-international. En Van Gaal? Die keek toe en zag dat het goed was. De bondscoach spinde van tevredenheid: “De jongens draaiden moeiteloos mee”.
17
sport<
Vrijdag 7 juni 2013 > Den Haag Centraal
Grootste beachvolleybaltoernooi ooit in Nederland
Wereldtop beachvolleybal op Scheveningse strand
steld van het toernooi in Argentinië. En we hopen natuurlijk dat we tijdens de Grand Slam in Den Haag weer mooie dingen kunnen laten zien”.
mand op de deelnemerslijst staan. Dat wil niet zeggen dat zij zich niet inzetten voor de eerste Grand Slam in Nederland. “Ik ben head of court managers”, vertelt Tim Oude Elferink, momenteel succesvol in de beachvolleybal eredivisie. “Ik moet ervoor zorgen dat alles rond de velden goed verloopt. Het aansturen van ballen, kids, harkers, tellers en nog veel meer. Dat de sponsors er goed op staan en er geen spullen voor de boarding staan. Ik heb zelf nooit op een Grand Slam gestaan. Sterker nog, ik ben ook als toeschouwer nog nooit op zo’n groot toernooi geweest. In Nederland is het het grootste beach toernooi ooit en het ziet er naar uit dat het weer gaat meewerken. Dat is belangrijk voor het slagen van een toernooi. We verwachten veel toeschouwers en hopen natuurlijk op Nederlands succes. We hebben met enkele duo’s goede kansen op medailles. Het is goed voor het toernooi dat de Hollanders voor de medailles gaan”. Bij de heren komen Reinder Nummerdor en Richard Schuil voor het eerst dit seizoen samen in actie. De nummers vier van de Olympische Spelen in Londen krijgen uit eigen land onder meer concurrentie van het talentvolle duo Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen. Het draait bij het Grand Slam niet alleen om topbeachvolleybal, maar ook om het vermaak van de toeschouwers. Naast het stadion bevindt zich een tentendorp met standjes, eetgelegenheden en terrasjes. Elke wedstrijddag wordt hier afgesloten met een beach party.
Ballenkids Van het Beach Team Den Haag zal nie-
Meer informatie en kaartverkoop: www.transaviagrandslam.nl
De gehele wereldtop van het beachvolleybal komt van 12 tot en met 16 juni naar Scheveningen om deel te nemen aan het Transavia Grand Slam Beach Volleyball. Het is het grootste beachvolleybaltoernooi dat ooit in Nederland is gehouden. Voor het eerst is Nederland gastheer van een Grand Slam toernooi. Door Ronald Mooiman
Op het Scheveningse strand komen topteams uit Brazilië, de Verenigde Staten, Duitsland, China en de rest van de wereld in actie. Maar ook Nederland, en in het bijzonder Den Haag, spreekt een aardig woordje mee in het internationale beachvolleybal. Sanne Keizer en Marleen van Iersel werden vorig jaar in het The Hague Beach Stadium Europees kampioen. De Haagse vrouwen, die momenteel in grootse vorm verkeren, zijn Sophie van Gestel en Madelein Meppelink. Twee weken geleden wonnen ze voor het eerst een Grand Slam in het verre Argentijnse Corrientes. “De gouden plak was erg onverwachts”, vertelt Sophie van Gestel anderhalve week voor het begin van de Grand Slam op Scheveningen. “Maar een medaille zat er al wel een beetje aan te komen na tweemaal een vierde plaats in China”. Na de winst in Argentinië zullen de Haagse beachvolleybalsters zich in Duitsland gaan voorbereiden op de Nederlandse Grand Slam. “Afgelopen week hebben we voor het eerst in het stadion getraind. Op dit moment zijn we erg veel aan het trainen. Aankomend weekend spelen we in het Duitse Münster
Sophie van Gestel is samen met Madelein Meppelink één van de kanshebbers op een medaille tijdens de Grand Slam. >Foto: Creative Images
een toernooi ter voorbereiding op volgende week. “Een Grand Slam op Scheveningen betekent voor de meeste beachvolleyballers van het Beach Team Holland een thuiswedstrijd. “Vooral in Scheveningen is het voor de Nederlanders een voordeel”,
vervolgt Van Gestel. “Het waait er vaak hard. Hier kunnen wij aankomende week dus goed op trainen. Ook een voordeel natuurlijk dat het grootste deel van het publiek achter ons staat. De afgelopen weken hebben we laten zien dat we in vorm zijn. We zijn weer volledig her-
‘Grote familie’ gaat weekend old school zwaardvechten Door Saskia Herberghs
Hij laat zich er niet op voorstaan maar volgens kenners is de in Leiden woonachtige sensei Aad van de Wijngaart (53) één van de grootste zwaardvechtkunstenaars die er is. Dat leerlingen tot ver buiten deze regio naar de in 1978 gestichte school Kendo Kai Den Haag komen om zich in ‘martial arts’ te bekwamen, is veelzeggend. Half juni treffen zij leden van andere verenigingen voor een seminar in Zoetermeer. In Nederland leven zo’n 250 beoefenaars van ‘iaido’, oftewel de zwaardvechtkunst, die voortkomt uit de culturele krijgstraditie van samoerai in het klassieke Japan. De kunst is erop gericht om snel en vloeiend het zwaard te trekken en met diezelfde beweging de tegenstander te treffen. Van de Wijngaart: “In de oorspronkelijke religie in Japan, het Shintoïsme, is alles bezield. Daaruit komt het spreekwoord voort dat het zwaard de ziel is van de samoerai. Het idee is om vanuit een zittende houding je zwaard te trekken zodat je meteen kunt snijden. Dat is de kern van iaido”, zegt Van de Wijngaart. Vanwege de afmetingen van het zwaard, met een kling van 75 centimeter en een heft dat het zwaard één meter lang maakt, vraagt dat om grote behendigheid die slechts met jarenlange trai-
ning kan worden verkregen. Door films als Kill Bill, The Last Samoerai en diverse Japanse films nam de populariteit van ‘martial arts’ een paar jaar geleden toe, maar dat er een grote groep beoefenaars is van Japanse gevechtskunsten kan niet worden beweerd. Van de Wijngaart spreekt over ‘een grote familie’. Doorgaans trainen de tientallen leden van de Haagse vereniging wekelijks met elkaar op de twaalf kata, basisvormen, van de zwaardvechtkunst. Dat doen ze in Voorburg op scholen met gymzalen die – makkelijk voor de oefeningen – een houten vloer hebben. Voor het seminar zijn uitdrukkelijk ook leden van andere verenigingen uitgenodigd. Van de Wijngaart: “Andere geïnteresseerden kunnen contact met ons opnemen”. Slijtvast Dat het een bijzonder schouwspel wordt, is zeker. De beoefenaars van iaido zijn in traditionele Japanse kleding gestoken – al zijn de wijde broeken tegenwoordig van slijtvast polyester – en wordt de kleding via internet in Japan besteld. Ook de zwaarden zijn uit het oosten afkomstig. De kata van iaido zijn denkbeeldige gevechten die beginnen en eindigen met het zwaard in de schede. Als zich een tegenstander aandient, kan vanuit elke positie, zittend of lopend, het zwaard worden ge-
trokken om de vijand – of de vijanden – met een of meer slagen of steken uit te schakelen. Na de beslissende slag volgt ‘chiburi’, de symbolische reiniging van het wapen, waarna het zwaard in de schede wordt teruggestoken. Zodra de wapens gekruist moeten worden, gebruiken de beoefenaars om ongelukken te voorkomen houten zwaarden zoals die doorgaans bij jodo (Japans stokvechten) worden gebruikt. Want iaido oftewel zwaardvechten gaat wel degelijk over vechten, zegt Van de Wijngaart. In de kata wordt een tegenstander gevisualiseerd, maar het is niet de bedoeling daarbij een specifiek persoon voor ogen te nemen. Tijdens een training valt trouwens met name op hoe beheerst en gedisciplineerd de oefeningen worden uitgevoerd en hoe respectvol met elkaar wordt omgegaan. Voor het begroeten van allen die de sport ooit beoefenden, elkaar, de leraar én het zwaard wordt aan het begin en het eind van de les ruim de tijd genomen. Tijdens het seminar half juni verkennen de zwaarvechtkunstenaars dus een nieuw terrein, vertelt Van de Wijngaart, die in 1983 met iaido begon en de een na hoogste graad, namelijk de zevende dan, heeft behaald. Dan bestuderen de zwaardvechtkunstenaars ook oude kata van de Musô Shin-
Sensei Aad van de Wijngaart in actie.>Foto: PR
den Ryû, die zijn ontstaan in de Japanse landstreek Tosa. Die kate vertellen bijvoorbeeld hoe je een tegenstander kunt zien in het donker, of hoe je omstanders veilig opzij kunt schuiven om in te grijpen bij een gevecht. Van de
Wijngaart: “Dat is voor veel mensen echt nieuw. Het gaat om de verdieping van de kunst”. Voor meer informatie kijk op: www.kendokaidenhaag.nl
DRINKLAND = goed + goedkoop
www.drinkland.nl
Acties
WHISK(E)Y SPECIAL
GEDISTILLEERD RODE WIJNEN Fr. Chateau St. Christophe Medoc A.C. 2006 van 12,50 voor € 8,95 Chateau Haut Balastard Bordeaux A.C. 2006 van 8,25 voor € 6,50 Bourgognes Hospice de Beaune 2009 en 2010 op alle varianten 25% korting!
Iers – Jameson
Arg. Familia Barberis Mendoza 2009 Cabernet Sauvignon of Malbec van 13,20 voor € 9,95
Amerikaans – Jack Daniels
Chili. Tierra Alta Gran Reserva’s. Varieteiten; Cabernet Sauvignon, Carmenère en Merlot van 14,65 voor € 9,98
Vast Laag in prijs. 1 liter voor € 23,80 Nu extra laag. 0,7 liter 26,75 voor € 19,98
Famous Grouse
Bols Jonge Graanjenever
1 liter 19,95 voor € 16,98
De zuivere. 1 liter 14,95 voor € 10,95
Johnnie Walker Black Label 0,7 liter 30,20 voor € 24,95
Bols Vieux De Vieux met dat Franse vleugje. 1 liter 15,45 voor € 11,45 Coebergh Classic Bessenjenever De klassieke met 20%. 1 liter 11,75 voor € 9,98 Vodka Parliament Met de groeten uit Moskou. 1 liter 20,95 voor € 17,50 Rasputin Vodka Wel 70% dus veel bijmengen! 1 liter 24,45 voor € 19,98 Aguardiente–licor anijslikeur met tequila uit Colombia. 0,7 liter 15,75 voor € 12,50
Mac Killop’s Choice Lorne MacKillop is een onafhankelijke Malt-Whisky handelaar die de beste vaten van de distillery’s opkoopt, opslaat, behandelt en bottled. Drinkland houdt een breed assortiment van MacKillop’s malt Whisky’s op voorraad aan.
In het kader van ons 20 jarig jubileum geven wij op onderstaand MacKillop’s assortiment 20% korting op elke fles! De DeeLNeMeNDe MaLt’s ziJN:
WITTE WIJNEN Fr. Les Vigneaux Chardonnay of Sauvignon Blanc van 4,98 voor € 3,98 Per doos à 6 flessen € 22,50 Marques de Castilla blend van Chardonnay/ Sauvignon Blanc van 6,55 voor € 5,50 Per doos à 6 flessen € 29,50 Willm Gewurtztraminer Gran Cru 2003 Kirschberg de Barr Gruwelijk lekker! van 26,45 voor € 19,98
TOMATIN 1975 - 26Y PORT ELLEN 1979 - 31Y COAL ILA 1990 - 17Y SCAPA 1991 - 19Y ROAYAL BRACKLA 1976 - 34Y GLENROTHES 1990 - 20Y
Spaanse koffielikeur Lagar de Pedra 30%. 0,7 liter 17,45 voor € 14,95 Amaretto di Saronno orginale 1 liter 21,75 voor € 17,50 Armagnac Sempe VSOP
TOMINTOUL 1966 - 41Y LINKWOOD 1985 - 25Y GLENGARIOCH 1990 - 20Y BEN NEVIS 1991 - 19Y
Mooie 8 jaar oude armagnac. 0,7 liter 29,80 voor € 24,95
APERITIEVEN
Rum Havana Club anejo blanco Vast Laag in prijs. 1 liter voor € 18,50
den haag Prinsestraat 57 070 364 29 25
*
Voorhout
Jacoba van Beierenhof 28 0252 222 202 08
Port Quinta de Ventozelo vintage 2001 of 2005 nu met € 10 korting en bij elke fles een portglas gratis.
*
noordwijk Maarten Kruytstraat 24 071 361 21 82
*
oegstgeest Lange Voort 19 071 301 55 83
Cava Torreblanca Brut € 13,15 Bij elke fles een prachtig spiraalglas (waarde 4,50) cadeau.
Aanbiedingen t/m 30 juni
19
varia<
Vrijdag 7 juni 2013 > Den Haag Centraal
D66 loopt niet warm voor lijsttrekkers Door Jan van der Ven
De 1530 Haagse leden van D66 lopen niet echt warm voor de lokale politiek. Want slechts 371 leden van de partij namen afgelopen weken de moeite een stem uit te brengen op één van de twee kandidaten voor het lijsttrekkerschap voor de raadsverkiezingen van maart volgend jaar. Van deze 317 stemmers besloot 75 procent op kandidaat Ingrid van Engelshoven te stemmen, 22 procent stemde voor de tweede kandidaat: factievoorzitter Rachid Guernaoui. Drie procent kon of wilde geen keuze maken en stemde daarom blanco. De nieuwe lijsttrekker spreekt van ‘een stevig mandaat’ dat ze heeft gekregen van haar achterban. Wel vindt zij een opkomst van 24 procent voor de verkiezingen van een lijsttrekker niet hoog. “Maar”, zo voegt ze er aan toe, “bij ons wordt niet, zoals bij andere partijen, in een zaaltje gestemd. Dan telt dus alleen het aantal mensen dat naar dat zaaltje is
gekomen”. Bij D66 konden de leden vanuit de huiskamer of het kantoor hun e-stem uitbrengen. Het gemak dient de mens bij D66, de leden hoeven er de deur niet voor uit te komen. Toch ziet Van Engelshoven het als een belangrijke taak de Haagse leden van haar partij meer bij de lokale politiek te betrekken. De campagne voor het lijsttrekkerschap kende één openbaar moment: een debat op donderdagavond 16 mei tussen beide kandidaten. Het vervolg van de campagne speelde zich vooral af op de sociale media, zoals twitter en facebook. “Maar er waren ook één-opéén contacten”, zegt Van Engelshoven. Bibliotheken Van Engelshoven is momenteel wethouder voor onderwijs. Zij is tevens verantwoordelijk voor volwasseneneducatie en bibliotheken. De wethouder sloot afgelopen jaren zes bibliotheken als gevolg van opgelegde bezuinigingen. Als wethouder van onderwijs
maakte zij zich sterk voor de invoering van de brede buurtschool. Tot voor kort combineerde ze haar werk als wethouder met het landelijk voorzitterschap van D66. Na twee termijnen van elk drie jaar dwongen de statuten haar terug te treden als voorzitter. Niet lang daarna maakte zij bekend lijsttrekker te willen worden voor de gemeenteraadsverkiezingen. Aanvankelijk zag het er naar uit dat Marjolein de Jong, nu wethouder en vier jaar geleden lijsttrekker, opnieuw lijsttrekker zou worden. Zij zag hier echter van af en sprak haar voorkeur uit voor Ingrid van Engelshoven Indien D66 niet deelneemt aan een nieuwe coalitie zal Van Engelshoven volgend jaar de fractie van haar partij in de gemeenteraad leiden. Naast aandacht voor onderwijs vindt Van Engelshoven dat er meer aandacht moet komen voor duurzaamheid. Dit thema zal dan ook hoog op de lijst staan van het verkiezingsprogramma dat na de zomer verschijnt.
Crossing Border naar Kerkstraat
>Foto: Johan van Nieuwenhuize
Crossing Border verruilt dit jaar nog zijn pand aan de Weimarstraat voor het voormalig Stella Theater aan de Kerkstraat. Met het gebouw in Buurtschap 2005 krijgt de organisatie een betere kantoorruimte en een grote theaterzaal. Dat laatste is volgens Michel Behre, programmeur van het festival Crossing Border en de literaire avondserie Border Kitchen, hard nodig. “Voor Borderkitchen moeten we nu negen van tien keer uitwijken naar een andere locatie, omdat we teveel aanmeldingen krijgen”. Bovendien wil Behre de samenwerking met het Nationale Toneel,
Paul Cornelissen weg bij Dakota
Ron Goedvolk overleden
Paul Cornelissen (1962) wordt met ingang van 15 augustus de nieuwe directeur van Cultureel Centrum Jan van Besouw in Goirle. Daarmee neemt Cornelissen afscheid van Theater Dakota in Den Haag Zuidwest, waaraan hij sinds 2008 leiding geeft. Na vijf jaar durfde Cornelissen het aan om ‘weer eens rond te kijken’. “Bovendien woon ik in Tilburg, mijn nieuwe werkplek is een kwartiertje van mijn huis”. Het bestuur van theater Dakota beraadt zich momenteel op een opvolger.
die het pand nu in beheer heeft, intensiveren. “Het Nationale Toneel is al één van de onze festivallocaties, dus we zijn geen onbekenden van elkaar, bovendien gebeurt er nu niet zoveel in het Stellatheater”. Behre vindt het nog te vroeg om op de inhoud in te gaan. “Eerst maar eens verhuizen, daarna plannetjes verzinnen”. Wanneer de verhuizing precies plaatsvindt, kan Behre nog niet precies zeggen. “Aan het gebouw moet nog het een en ander worden geklust, we streven naar september, maar het zou ook oktober kunnen worden”.
stadsgroen
Een kleine kas
Het zal zes weken geleden zijn. Iets langer misschien. Op de tafel van de eetkamer stonden de noodzakelijke attributen. Een kleine kas in vensterbankformaat, een zak aarde, dertig opgespaarde kartonnen bekers, zakjes en doosjes vol zaden en een zilveren lepel. Ik begon
‘Omdat verrassingen het leven leuker maken stopte ik de overige grote harde ronde, piepkleine vliesdunne, zwarte, korrelige en vlezige, puntige zaden samen in een bekertje’ met het openscheuren van de zak aarde. Na het stofzuigen fatsoeneerde ik de gehavende zak met een schaar en één voor één stopte ik de bekers vol met klamme aarde. De eerste vijf vulde ik keurig af, een halve centimeter onder de rand blijvend, er onderwijl ervoor zorgend de aarde niet te hard aan te drukken. ‘Dan druk je de zuurstof eruit’, vertelde een oude leermeester me ooit. Bij de volgende beker werd het karwei echter al wat
saai. Ik verzon een ‘mise en place’, zette de resterende 25 bekers in vijf rijtjes en hield de zak aarde erboven. Achteraf had ik beter een kleed of een laken over de tafel kunnen leggen. Een ouwe handdoek desnoods. Maar die vlekken van vochtige aarde zouden na een tijdje wel weer uit het hout trekken. Ik schudde de zaden uit de papieren zakjes en rammelde wat met de doosjes. Tientallen korreltjes vonden zo hun weg naar de stoffige spleten achter het dressoir. Omdat verrassingen het leven leuker maken stopte ik de overige grote harde ronde, piepkleine vliesdunne, zwarte, korrelige en vlezige, puntige zaden samen in een bekertje. Een volgend bekertje kreeg een mix van langwerpige en erwtachtige zaden. Zo knutselde ik neuriënd aan een, naar wat ik hoopte, weelderige, luisterrijke bloemenvariatie om van de zomer ‘u’ tegen te kunnen zeggen. Ik zette de bekers in het kasje, deed de twee raampjes dicht en ruimde de boel op. De eerste week checkte ik de 30 potjes twee keer per dag. De tweede week één keer per dag. De derde week vergat ik ze. -wordt vervolgd. Wendy Hendriksen >Meer columns en een boek op www.wendyhendriksen.nl
Ron Goedvolk – de ‘burgemeester’ van de Denneweg – is afgelopen maandag overleden. Hij leed al enige tijd aan kanker. De markante horeca-ondernemer stond dertig jaar lang aan het roer van de ’s Gravenhaagse Eet- en Drinkinrichting waar hij de gastheer was van de Haagse society. Daarvoor al was hij exploitant van de befaamde Haagse ‘milkbar’ Tocci. Naast zijn ondernemerschap begeleidde Goedvolk in de jaren zeventig de pianovirtuoos Oscar Peterson tijdens diens Europese tournee. Dat was het begin van
een jarenlange samenwerking. Hij heeft veel betekend voor de Buurtschap Centrum 2005. Zo was Goedvolk de organisator van het Lange Voorhout Jazz Festival en stond hij 36 jaar lang met een horeca-stand met terras op de Antiekmarkt. De jaarlijks terugkerende Zweedse kerstboom voor het Paleis Lange Voorhout is ook een idee van hem. Goedvolk wordt in besloten kring gecremeerd. Komende zondag is er een herdenking tijdens de antiekmarkt op het Voorhout met jazz en champagne.
Wilt u mensen met echte groene vingers zien? Doe dan de Struinen in Haagse Tuinen route! Op 8 en 9 juni 2013 tussen 11.00 en 17.00 uur zijn er meer dan 30 tuinen te bezoeken. Het boekje met alle adressen is uw entreebewijs. U koopt het voor 4,– per persoon bij VVV Den Haag, Kaatje aan de Rein: Frederik Hendriklaan 63, Primera de Jongens: Reinkenstraat 93, Primera Bankastraat: Bankastraat 3a. www.struineninhaagsetuinen.nl
men (SE) meer dan 0,5 punten afwijkt van het Centraal Examen (CE) heb je een probleem als school en als docent. Er wordt te weinig gekeken naar wat die cijfers nou echt betekenen en waar ze voor staan. Het betreft met name bij de talen verschillende onderdelen: lees-, schrijf- en spreekvaardigheid. Wie is net zo goed in begrijpend lezen als in debatteren, leest het nieuwe deel van de romancyclus ‘De tandeloze tijd’ en schrijft zelf uitmuntend geconstrueerde zakelijke en creatieve teksten? Waarom mogen de cijfers van het SE en het CE eigenlijk niet veel van elkaar
verschillen? Fraude moet bestreden worden en de kans om op school B te slagen moet net zo groot zijn als op school C. Maar door zo krampachtig vast te blijven houden aan percentages, vergeet je bijna waar het om draait op de middelbare school. Het gevolg is dat de kranten vol staan met berichten over scholen die docenten verplichten alle examencijfers te laten zien voordat zij deze mogen publiceren. Afwijkingen kunnen zorgen voor kunstmatige aanpassingen in de vorm van oude CE’s die gegeven worden als SE, of een aanpassing van de norm. In een tijd waarin iedereen een mening heeft over het onderwijs en bonden en schoolbesturen er niet in slagen tot een overeenstemming te komen bij CAO-onderhandelingen, is het frustrerend om je met cijfers bezig te moeten houden. Leerlingen zien dit heel anders (natuurlijk): “Kan ik nog iets inhalen? Ik vond het aan het begin van het jaar onzinnig om me bezig te houden met alle proeven die je opgaf, daarom heb ik
ze niet gemaakt. Maar nu wil ik mijn cijfer ophalen”. “Ik kan nou eenmaal niet plannen, dat staat ook in de krant. Als ik de komende 6 weken hard werk, mag ik dan over?” “Ik werk altijd pas aan het einde van het jaar, waarom mag ik mijn proeven niet op dat moment maken?” Deze week draait het op alle scholen om de tweede correctie van het eindexamen. Een collega zag erg op tegen de bespreking omdat zij het niet eens was met de manier waarop het examen was nagekeken. Wanneer dit het geval is, kunnen er een aantal dingen gebeuren: je bespreekt het met de desbetreffende docent en je komt er samen uit of dat lukt niet en je wordt ervan beschuldigd dat je zeker zelf een lage score had. Iemand zei ooit zelfs tegen mij dat een tweede corrector altijd iets te zeuren wil hebben en dat hij daarom zelf altijd expres fouten maakte bij het nakijken. De tweede corrector zou daar dan iets over zeggen en hij zou ermee wegkomen dat hij af en toe te soepel had beoordeeld.
onderwijs
Cijfers
“Bedankt voor alle lessen die je gegeven hebt, leerling A. De cijfers zijn weer lekker laag. Nu we dat geregeld hebben, neem ik het weer over zodat het CEcijfer niet afwijkt van de norm en iedereen binnen de marge die bepaald wordt door de onderwijsinspectie zijn diploma haalt”. Alle verhalen over excellente scholen, het Convenant Leerkracht en de aandacht voor taal- en rekenbeleid ten spijt, waar het echt om draait in de wereld, dat zijn de cijfers. Belangrijk voor leerlingen (natuurlijk), maar ook voor de schoolleiding en de inspectie. Als het cijfer van het schoolexa-
Een logisch gevolg van de wereld waarin we leven? Van der Heijden geeft een geweldig weerwoord op de eisen van de tijd in het essay ‘Kruis en kraai’ (20087): ‘Ik zou niet weten hoe de rijkdom van de Nederlandse literatuur te handhaven met de eis van uitsluitend het uitbeenmes, de kaalslag, de o zo wendbare sloopkogel. Net zo min als de literatuur van een land gedragen kan worden door een potentaat met machtswanen, kan zij gedragen worden door een genre, ook al zou dat in z’n stoepjesschrobbende soberheid het dichtst onze volksaard benaderen’. Of blijven cijfers ons gedrag bepalen zoals in de bekende spreuk van Loesje over herkansingen: ‘Maar meneer, kunt u ons niet gewoon een zeven geven? Dat scheelt ons beiden een hoop werk’. Annette de Hoop Docent Nederlands Haags Montessori Lyceum www.hml.nl
20>society
Den Haag Centraal > Vrijdag 7 juni 2013
vilan, renate & de residentie
‘I am from Calcutta’
De 125ste verjaardag van Swami Vivekananda vieren met thee uit een plastic bekertje is wat zozo, maar een fraai gewaad maakt dan weer veel goed.
Meet and Greet met Swami Sarvatmananda, hij had de leiding van de Ramakrishna Mission. > Foto’s: Otto Snoek
Wat, alweer India? Ja. We moesten wel, wegens het morele tweede-kans systeem na de desillusie van vorige week. De ambassade zette groots in op een revanche, met de viering van de honderdvijftigste verjaardag van Swami Vivekananda, wie kent hem niet? Inderdaad, een man van aanzien. Monnik. Leraar. Iconic legend, zoals Madam Ambassador later prijzend zou zeggen, een grote zoon van India. Die avond werd de verjaardag gevierd met een groots programma. Eerst was er een Meet and Greet met onder meer Swami Sarvatmananda, hij had de leiding van de Ramakrishna Mission. Wij woonden ook de Meet and Greet bij en zagen de Swami binnenkomen. Een behoedzaam bewegende man, gekleed in perzikkleurig gewaad, die met zeer veel eerbied werd begroet door een groeiend aantal aanwezigen. We stonden in de wachtzaal van het Gandhi Centre, of beter gezegd, we zaten braafjes op een rij stoelen die tegen de wand was gezet. Uitzicht tegenover ons op een lange tafel, uitzicht naar rechts het theekanon met plastic bekertjes, uitzicht naar links op de nooduitgang. Goed om te weten waar je bent. Er waren slechts enkele Hollanders, die er stuk voor stuk nogal aangetrouwd uitzagen. Terwijl de Meet and Greet op stoom kwam, meenden we te zien dat er blauwe fleecedekens de filmzaal ingedragen werden. Vast voor de Guided Group Meditation die de avond zou besluiten. De jaren 70 waren er weer helemaal nu. Groepsmeditatie, groepsliefde, India, wierook en bijna waren we bij de Beatles beland en hoe het nu met Yoko Ono zou zijn, of we werden opgeschrikt door het prie-
En je kon ook meteen je hand laten lezen.
Bij de film liep het niet echt storm.
mende staren van Hari de dansleraar. Hij was pas in Nederland, wisten we, dus nog volstrekt onaangepast. O, wat een vrijmoedigheid in die donkere ogen waarmee hij ons fixeerde en wat een suggestie ging er uit van die zeer brede glimlach met parelwitte tanden. Hari kende het leven, of nou ja, zijn soort leven. Er kwam een pizzabezorger binnen die zijn helm op zijn hoofd had gezet. Hij droeg twee grote kartonnen dozen. Daar zaten de fruithapjes in.
Gesorteerde vruchten in een plastic cup, vergezeld van een wit prikvorkje. Madam Second Ambassador deelde ze uit, en van ‘nee dank u’ kon geen sprake zijn. Bij de lange tafel waren ook fruithapjes neergezet, en een vriendelijke man deelde witte servetten uit. Iedereen nam en at. Hari ook. Best gezellig. Jammer dat de voertaal ons geheel onbekend was, behalve het Engels. ‘I am from Calcutta’, zei een zakelijk uitziende vrouw tegen enkele heren. Het gesprek kwam
meteen op gang. Een goede openingszin, iets om te onthouden. Madam Second Ambassador dirigeerde ons allen naar de filmzaal. De bankjes kwamen redelijk vol voor wat de tweede voorstelling van die avond zou zijn. Kort voor de Meet And Greet hadden we in die zaal gegluurd om daar in het midden een eenzaam mannenhoofd naar het doek te zien staren. Wie het was, wisten we niet. Er werd ook niets over gezegd. In de filmzaal kwamen speeches.
Over hoe bijzonder het was dat deze film er was, dat deze Swami er was, en dat de andere Swami er was geweest. Madam Ambassador gaf een daverende inleiding over het belang van dit alles, en ging diep in op het gedachtengoed van Swami Vivekananda en de universele waarden ervan. Iconic. Legend. In this troubled world of today. Ieder mens was goddelijk. Ook vertelde ze, dat Swami Vivekananda zeer veel van Tagore had gehouden en dat er daarom later op de avond gezongen zou worden, Tagor muzikaal. Degenen die hun fruithapje nog niet op hadden, aten onbekommerd door. We begrepen dat we niet onder de indruk hoefden te zijn, al hadden we van Tagore altijd een vrij hoge dunk gehad. Hari zagen we intussen nergens meer. Zeker bezig met de voorbereidingen voor zijn persoonlijke love in. De film begon. We gingen weg. Op de gang stond een schuchter uitziende jongeman. Pas toen we hem aanspraken, keek hij ons aan. Zachtmoedig, streng, intelligent. Hij was de yogaleraar. “You are most welkom,” zei hij. En hij glimlachte, zonder enige ironie. Vilan van de Loo