Entertainment
ALL IN THE FAMILY Toneelgroep Amsterdam bestaat 25 jaar! Negen acteurs over wat het gezelschap van directeur Ivo van Hove zo bijzonder maakt. Door Floor Overmars Fotografie Frank Ruiter HET UUR VAN DE WOLF: BLOOT DINSDAG, NEDERLAND 2, 23:OO UUR | VANAF MAANDAG IN THEMAWEEK OP CULTURA24
18
VARAGIDS - 8 - 2013
Entertainment Van links af: Janni Goslinga, Halina Reijn, Roeland Fernhout, Hélène Devos, Hugo Koolschijn, Eelco Smits, Barry Atsma, Kitty Courbois, Gijs Scholten van Aschat, Hans Kesting, Frieda Pittoors, Chris Nietvelt, Fred Goessens, Marieke Heebink, Alwin Pulinckx, Karina Smulders, Celia Nufaar, Bart Slegers.
VARAGIDS - 8 - 2013
19
Entertainment HALINA REIJN HALINA REIJN
(1975) Sinds 2003 bij Toneelgroep Amsterdam
‘I
k ben verslaafd aan Toneelgroep Amsterdam. We werken hier in een moordend tempo. Ivo leidt het bedrijf heel nuchter en daardoor is de sfeer ook nuchter. Ik hou daarvan want acteren is zo intens, je gaat zo diep, je wordt elke dag geconfronteerd met de smerigste geheimen van jezelf. Daar moet je mee werken alsof het een potlood is waarmee je schrijft. Ik voel de noodzaak om op dit niveau te kunnen spelen. Ik kan niet als freelancer van hot naar her een beetje mijn kunstje doen. Dat is me te leeg. Hier bouwen we een intimiteit met elkaar op waardoor we heel ver kunnen gaan. Natuurlijk zijn er ook irritaties – juist omdat je op zo’n intense manier omgaat met je vak. Het is een lange termijn-verbintenis die je met elkaar aangaat. Die heb je niet als freelancer.’ ‘Ik heb geen gezin, maar de dynamiek bij TA lijkt wel heel erg op hoe ik met mijn zussen omga. Je kunt boos zijn, maar het komt altijd wel weer goed. En met sommigen heb je meer dan met anderen, maar iedereen vindt zijn weg.’ ‘Toen ik hier begon, keek ik vooral op tegen Hans Kesting en Marieke Heebink. Ik was doodsbang. Dat ging gelukkig snel over. Op een kantoor heb je dat niet, maar hier gaan barrières snel neer, je moet door die muren heen. Tijdens de repetities is Ivo er, alle assistentes, je medespelers, maar verder is er nog niks. Dat is het meest gênante, angstige, walgelijke moment in je leven. Dat je moet gaan beginnen met repeteren. Ik ga er dan vól in. Nee, ik hou niets achter. Ik kan niet anders.’
20
Bekijk de totstandkoming van deze fotoshoot op varagids.vara.nl
BARRY ATSMA BARRY ATSMA
(1972) Sinds 2003 bij TA
‘D
e befaamde wisseling van Gerardjan Rijnders naar Ivo van Hove heb ik niet meegemaakt, maar ik herinner me wel dat mensen er erg mee bezig waren. Nu is Ivo een gevestigd instituut. Toneelgroep Amsterdam is een geoliede machine en een hecht gezelschap, net als een familie. Bij film is het vluchtiger – je bent drie maanden beste vrienden en daarna gaat ieder zijn eigen weg.’ ‘Ik ga nu toevallig weer wat minder doen bij TA. Zelf heb ik het gevoel dat ik er erg bij hoor, maar natuurlijk is het spannend; misschien wordt mijn plek wel ingenomen. Er zijn talloze acteurs die hier willen werken. En terecht. Hier komen de beste, interessantste gastregisseurs uit het buitenland en de acteurs zijn van het hoogste niveau. Maar het is ook goed om wat rond te gaan snuffelen, misschien kom ik wel enorm geïnspireerd terug straks.’ ‘Tijdens de eerste repetities álles meteen geven, zoals Halina en Marieke Heebink doen, kan ik niet. Ik ben wat zoekender, voorzichtiger, hou in het begin nog wat afstand tot de materie. Ik moet altijd even wennen. Het is een glibberige emotionele glijbaan – zeker aan het begin van de repetities. Bij film is een deel van het proces een montagekwestie, het resultaat is een gemanipuleerde werkelijkheid. Zo acteer ik weleens tegen een stickertje op de camera, als mijn tegenspeelster bijvoorbeeld even geen shots heeft. Als er geen klik is tussen ons zal het publiek dat niet merken. Toneel is net een tandje intiemer. What you see is what you get.’ ‘Een weekend op de hei met z’n allen? Heb je onze speelschema’s gezien? En hoe vaak we met elkaar op reis zijn? Ik denk dat als je dat hier zou opperen iedereen je zou aankijken alsof de hei in brand staat!’
VARAGIDS - 8 - 2013
Styling: Anette Sonneveld & Jael Headley voor Raquel Headley – Farouk EU | Set: Johan Klungel – facebook.com/klungel
KITTY COURBOIS
(1937) Sinds de oprichting bij TA
‘V
anaf het begin ben ik hier. Gerardjan Rijnders belde mij op en zei: “Jij komt bij mij.” Dat was geen vraag, dat was een bevel. Samen met Joop Admiraal en Hans Kesting. Los van dat de groep veranderd is, is er niets veranderd eigenlijk. Ik kwam bij Ivo toen ik met pensioen ging. Tenminste, dat dachten Joop Admiraal en ik. We dachten dat we een afscheidsspeech kregen, maar toen zei Ivo: willen jullie blijven? Om 10:00 uur hoorden we dat en om 10:45 uur waren we dronken. Van blijdschap natuurlijk.’ ‘Momenteel doe ik Parels van poëzie, een solovoorstelling. Los van het succes van die voorstelling speel ik veel liever samen. Ik vind het heel moeilijk, heb ook meer respect voor mensen gekregen die dingen alleen doen. Nu ben je in je eentje verantwoordelijk, dat is echt totaal anders hoor. In een groep is het zo dat als jij het niet goed doet je je heel verantwoordelijk voelt voor de rest.’ ‘Ik heb in stukken van Ibsen gestaan, die man was zijn tijd ver vooruit, maar nooit in Tsjechov. En heel raar, maar ik heb Virginia Woolf gemist, en dat is me natuurlijk op het lijf geschreven. Maar daar ben ik nu te oud voor. Hekabe, uit Trojaanse vrouwen, had me ook prachtig geleken, dat is een enorme emotionele rol, daar hou ik van.’ ‘Repeteren is leuker dan spelen, dan ontdek je van alles. Bij spelen is het een beetje klaar; repeteren is een zoektocht. Tijdens dat zoeken ben je op je best. Nee, ik ben na afloop van een repetitie helemaal niet uitgeput. Ik krijg juist adrenaline van repeteren. Ik kan me ook niet voorstellen dat er mensen zijn die zich tijdens de repetitie niet voor de volle 100 procent geven. Met die mensen wil ik ook niet werken. Je gaat toch niet half spelen?’
VARAGIDS - 8 - 2013
Entertai
nt
GIJS SCHOLTEN VAN ASCHAT
(1959) Sinds 2010 bij TA
‘I
edereen die hier werkt, mag in principe geen ander toneelwerk doen, wel film en tv. Dat betekent dat de TA-acteurs in heel veel verschillende stukken tegelijk kunnen spelen en je dus veel stukken op het repertoire kunt houden. TA doet soms drie stukken per avond, in drie steden met verschillende mensen. Dat vergt een enorme organisatie – temeer we ook in New York, St. Petersburg, Barcelona, Parijs, München, Antwerpen, Gent spelen. Je hebt bij TA het idee dat het een Europees gezelschap betreft, geen Nederlands gezelschap. Dat zijn we wel, maar het straalt verder uit. In New York elke avond spelen voor 1500 man… En je werkt met regisseurs als Johan Simons, Luk Perceval, Ivo van Hove. Straks komt de Duitse regisseur Thomas Ostermeier hier De meeuw regisseren. Dat is een van de beste regisseurs in Duitsland. Je hebt het gevoel dat je in de Champions Leage speelt, dat is natuurlijk heel leuk.’ ‘Bij Toneelgroep Amsterdam ben ik louter acteur als onderdeel van een groter geheel. Je zit in een rollercoaster waar je deel van uitmaakt. Bij Orkater en het Nationale Toneel maakte ik veel meer deel uit van de mensen die de beslissingen namen. Dat is hier anders en dat vergt aanpassingsvermogen. Er wordt voor jou beslist wat je doet: je staat in dat stuk, dat is je regisseur, dan moet je repeteren en dat moet je spelen. Er wordt niet gevraagd aan mij wat ik leuk vind of zo. Het is een huwelijk dat je aangaat. Een goed huwelijk, dat wel. Want ik krijg prachtwerk.’ ‘Ik ben een van de oudere acteurs hier, met Hans samen. En Hugo, Kitty, Celia en Frieda – maar die zijn eigenlijk gepensioneerd. We hebben veel meegemaakt, veel ervaring en zo wordt het ook wel gezien. We kunnen met iets meer afstand naar de dingen kijken, denk ik. Dat de jonge garde nerveuzer is, merk je niet zo. TA is een gezelschap waar je goed voor jezelf moet zorgen. Je moet naar de repetitie komen, je tekst kennen en húp gaan – er wordt efficiënt gewerkt. Dat vind ik leuk, er wordt weinig tijd verspild, maar je moet wel vrij zelfstandig zijn. Je kunt niet steeds zeggen: “Ik weet niet hoe ik dit moet doen. Help me.” Dan krijg je na twee keer wel te horen: “Zeg, we huren je in om dat wat je kan, kom op nu.” You have to deliver. Anders zit je op de reservebank.’ 21
Entertainment ALWIN PULINCKX (1979) Sinds 2001 bij TA
‘I
k zat in het laatste jaar van de toneelschool in Antwerpen en het was vakantie. Ivo stond op mijn voicemail. Of ik hem terug wilde bellen. Ivo was een van de directeuren op school, een ongenaakbare man waar ik tegenop keek. En dan belt-ie opeens! Ik had veel werk van hem gezien en elke voorstelling raakte me op een bepaalde manier. Ik wilde heel graag met hem werken.’ ‘In de eerste voorstelling – Massacre at Paris – stond ik met Ina van Faassen en Joop Admiraal op het podium. Ook al was het in de publieke opinie misschien geen succes, ik vond het fantástisch.’ ‘Ik herinner me van de beginjaren onder meer dat het soms stroef liep bij Toneelgroep Amsterdam. Er gingen acteurs weg, er kwamen nieuwe bij. Het was niet altijd makkelijk, want ineens zit je tussen acteurs die er al jaren zitten en je wilt je toch thuis voelen. Strubbelingen hebben niet lang geduurd gelukkig. Alles wat we hebben meegemaakt heeft ervoor gezorgd dat we nu een hecht ensemble en een prachtig gezelschap zijn.’ ‘Het gezelschap is hecht, maar tegelijk ook flexibel. Dat komt mede door het reprisebeleid, dat gaat in blokken. Zo kan het gebeuren dat ik na 8 jaar nog steeds Het temmen van de feeks speel. Die voorstelling hebben we gemaakt toen ik 25 was, het is een fysiek heftige voorstelling waarin veel getrapt en gebeukt wordt. Dat is nu – ik ben 33 – best heftig. Aan de andere kant denk ik ook: met deze scène had ik indertijd zoveel moeite, nu speel ik dat zo weg.’ ‘Ik was de jongste binnen de TA-familie en gevoelsmatig blijf ik dat ook. Hajo Bruins toonde me indertijd de weg, daar ben ik hem eeuwig dankbaar voor. Als er nu nieuwe acteurs arriveren ben ik me bewust van het feit dat we zo’n hecht gezelschap zijn. En voor een nieuwkomer kan het natuurlijk indrukwekkend zijn om naast Barry Atsma in een voorstelling te staan. Ik probeer daarom ook een beetje te coachen. Maar de vorige generatie ligt nog erg dichtbij hoor, voor mij.’ ‘Ik heb geen flauw idee hoe lang ik zal blijven, zo lang ik voel dat ik me nog kan ontwikkelen is het hier geweldig. En ik ben nog lang niet klaar met Ivo, dat voel ik heel sterk.’
KARINA SMULDERS (1980) Sinds 2002 bij TA
‘E
igenlijk hebben wij een raar beroep: wij handelen in emoties. Dat betekent dat je ook iets aan moet gaan met je collega’s, iets dat je in een kantoor of in een winkel niet aangaat. Je werkt op een intieme, intense manier samen. En je brengt veel tijd met elkaar door – zowel in Nederland als in het buitenland. Je wordt vanzelf een soort gezin. Ivo is mijn toneelvader. En ook -moeder, trouwens. Ik ben inmiddels wel een volwassen kind van hem, onze verhouding is veranderd, dat moet ook. Hoe ik mezelf nu zou positioneren in de groep? Dat verschilt, ik hou erg van gezelligheid en kletsen in de bus, maar ik trek me ook weleens terug. Dat is het fijne aan je ergens thuis voelen: je kunt ongeveer zo zijn als je bent.’ ‘Natuurlijk, soms heb je helemaal genoeg van iemand. Net als in een gezin. Als je heel veel met die ene broer opgetrokken hebt dan wil je wel eens even niets met die broer meer doen. Groepsdynamiek kan moeilijk zijn, maar het levert ook veel op – je gaat door dingen heen met je collega’s waar je als freelancer niet doorheen gaat omdat je toch weer vertrekt.’ ‘Het is hier anders dan 10 jaar geleden, de groep is hechter geworden. Ik was toen 22, nu 32. Dat is een derde van mijn leven. Ik kan bewondering voelen voor oudere, meer ervaren acteurs, maar geen zenuwen. Het is wel heel spannend om te spelen met iemand die nieuw is, maar dat heeft niet veel te maken met of iemand een beroemd acteur is. Daarnaast: ik zit hier met zulke grote acteurs, veel enger wordt het niet.’
De repetities van Husbands werden continu gevolgd door Paul Cohen en Martijn van Haalen (bekend van de documentaire Janine). Het resultaat is Bloot, een film over acteren (productie van IDTVdocs en NTR). Husbands, gebaseerd op de gelijknamige film van John Cassavetes, is vanaf 10 april exclusief in de Stadsschouwburg Amsterdam te zien. www.tga.nl
22
VARAGIDS - 8 - 2013
Entertainm JANNI GOSLINGA
ROELAND FERNHOUT
HANS KESTING
(1969) Sinds 1995 bij TA
(1972) Sinds 1999 bij TA
(1960) Sinds 1987 met enkele onderbrekingen bij TA
‘T
oneelgroep Amsterdam is zo’n groot onderdeel van mijn leven, je kunt het familie noemen, zeker. Vroeger onder Gerardjan was ik een groentje, Hans Kesting en Marieke Heebink hebben mij toen echt onder hun hoede genomen. Kitty Courbois oefende net zo lang met me tot ik een stem tegen haar op durfde te zetten. Daar denk ik vaak aan terug en ik vind dat je daar zelf ook genereus in moet zijn. Maar iedereen staat behoorlijk sterk op zichzelf hoor, binnen TA.’ ‘Veel mensen van mijn leeftijd zijn vertrokken. Ik zit als vrouw een beetje tussen de jongere en oudere generatie in. Dat is fijn, maar het ligt er ook aan hoe het hele palet gecast wordt, hoor. De groep moet vooral in energie kloppen. In Rouw siert Electra speel ik Halina’s moeder, terwijl we maar zeven jaar schelen. Ik dacht: hoe kan ik haar moeder spelen? Ivo heeft daar lak aan, het moet op een bepaalde manier kloppen, dat overstijgt leeftijden. Je kunt je veel permitteren op het toneel.’ ‘De voorstellingen van TA zijn heel fysiek, heel dicht op de huid. En we reizen veel rond. Je weet zelf vast ook wel hoe het is om op vakantie te gaan met anderen. In de rij staan, je programma bepalen, eten… Bij die groepsprocessen komt veel kijken. We hebben twee keer per jaar een functioneringsgesprek, daar kunnen ook ruzietjes en akkefietjes aan bod komen. En we hebben een beoordelingsgesprek. Dat klinkt misschien raar omdat je al zó met elkaar bezig bent in dit vak, ook met de regisseur, die vraagt veel van je tijdens de repetitie, en je geeft veel bloot. Toch is het goed om los van alles af en toe tegenover elkaar te zitten en te praten over wat je vindt.’
VARAGIDS - 8 - 2013
‘W
e zijn absoluut familie. We zijn tot elkaar verdoemd. Het zijn mensen van wie je intens houdt, maar van wie je soms ook krankjorum wordt. En we weten álles van elkaar. Ik durf te beweren dat we meer over elkaar weten dan sommige partners.’ ‘Ik vind het heel leuk dat ik van benjamin, middenkader geworden ben. Dat betreur ik niet. Groeien en veranderen, daar gaat het toch om in het leven? Met wie ik op de kamer lig tijdens de buitenlandtournees? Met niemand! Ik denk dat ik gek zou worden. We zijn zo veel weg. Het is niet zo dat we in allerlei chique vijfsterrenhotels slapen en ons daar naartoe laten vervoeren met onze rolkoffertjes, maar een bed voor jou alleen is wel geregeld, godzijdank. Overigens zou ik met iedereen wel een kamer kunnen delen. Behalve met Ivo. Die zou zó gek van me zou worden dat-ie me de hersens in zou slaan.’ ‘Er wordt vaak aanstellerig gedaan over acteren. Het is heel simpel: wij zeggen zinnetjes voor geld. Je kruipt in de huid van een ander voor geld. Meer is het niet. Daarom is de vraag waaróm je er zo van houdt zo interessant. Maar als je die in woorden probeert om te zetten wordt dat vervelend, hoogdravend. En daar moet je deze documentaire Bloot voor kijken. Daar zie je: wat is spelen? En: wat doet het met je leven? Het is knap gedaan.’
‘T
ussen 1993 en 2000 ben ik even weggeweest bij TA. Mijn terugkeer vond plaats onder Ivo, het was afwachten hoe zich dat zou ontwikkelen maar dat ging vanaf het eerste moment fantastisch. En het gaat alleen maar beter. Ik ben gehecht geraakt aan de groep en vice versa.’ ‘Ivo kan heel goed naar acteurs kijken en zien waar hun talenten liggen. Hij ziet waar ze iets laten liggen. Hij bereidt zich heel, heel goed voor, alles klopt. Maar hij is niet rigide in zijn aanpak – hij staat ook open voor wat jij inbrengt. En heel prettig is dat hij het ook zegt als hij iets níet weet. Hij is er voor de volle 100 procent bij in het repetitielokaal. Dat is zo’n efficiëntie, zo’n inzet, dan gaan we er meteen voor. Ik werk het liefst met Ivo, we hebben een bijzondere invloed op elkaar.’ ‘Gijs en ik hebben dezelfde leeftijd, maar daar is alles mee gezegd. Ik zie hem niet als mijn grootste concurrent. We zijn allebei zulke verschillende acteurs en er is genoeg te doen bij Toneelgroep Amsterdam.’ ‘Ik denk bij TA nooit in termen van familie. Met de een heb ik meer contact dan met de ander, en natuurlijk zijn er dynamieken, ergernissen die je ook binnen gezinnen tegenkomt. Het merendeel van de acteurs zijn gewoon collega’s. In het weekend wil ik graag andere mensen zien. Maar het is wel een goeie groep, een groep die graag samen is. Ik zit niet zo maar bij Toneelgroep Amsterdam, dan zou ik wel gaan freelancen. De groep moet bij mij passen en andersom.’ 23