Algemene toelichting EVC procedure Master opleiding Archeologie
1
v-3
Versiebeheer Titel
Algemene toelichting
Versie
Datum publicatie
Auteur
1 2 3
19 december 22 januari 04 februari
MH/CNe MH/CNe MH/CNe
2
v-3
2009 2010 2010
Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................................... 4 Achtergrond en doel EVC archeologie .................................................................................................... 4 Samenvatting EVC methode .................................................................................................................... 4 EVC traject voor de kandidaat ......................................................................................................... 5 Van EVC naar diploma ............................................................................................................................. 8 Van EVC naar diploma ............................................................................................................................. 8 Organisatie .............................................................................................................................................. 8 1. Betrokken actoren ....................................................................................................................... 8 Programmabureau SIKB .................................................................................................................. 8 Archon ............................................................................................................................................. 9 Werkgroep EVC................................................................................................................................ 9 CCVD Archeologie .......................................................................................................................... 10 Projectdirectie werken & leren ministerie ZSW/ OCW ................................................................. 10 2. Organogram............................................................................................................................... 11 3. EVC begeleiding en EVC begeleiders ........................................................................................ 11 4. EVC Assessoren.......................................................................................................................... 12 5. Financiën ................................................................................................................................... 12 Training voor EVC betrokkenen............................................................................................................. 13 Bijlagen .............................................................................................................................................. 14 Overgangsregeling, besluit belangenafweging CCvD 22 mei 2008. .............................................. 14 Dublin descriptoren ....................................................................................................................... 17
3
v-3
Inleiding In deze Algemene toelichting staan de opbouw en de organisatie van de EVC regeling archeologie beschreven. U vindt hier samenvattende informatie over de methode die wordt gevolgd door EVC kandidaten en informatie over de betrokken partijen en hun taken. Ook worden de achtergrond en het doel van deze regeling weergegeven. Naast deze toelichting bestaat het EVC protocol uit de volgende documenten: 1. De Bezwaarprocedure, 2. Afspraken tussen kandidaat en EVC aanbieder, 3. Het portfolio-format met competentieprofiel, 4. Begeleiding van de kandidaat, 5. De Assessmentprocedure, 6. Van EVC naar MA diploma
Achtergrond en doel EVC archeologie Door nieuwe wetgeving in het kader van de kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie bleek in het betreffende werkveld een grote groep betrokkenen niet over voor de functie benodigde officiële kwalificaties te beschikken. In het licht van deze ongewenste situatie en om de door hen opgebouwde bijzonder waardevolle kennis en ervaring voor de sector te behouden is een zogenaamde belangen afweging gemaakt. Op grond hiervan is door het CCvD archeologie tot een overgangsregeling besloten (besluit d.d. 22 mei 2008 – zie bijlage blz. ). Een ieder krijgt tot 31 dec. 2011 de gelegenheid te voldoen aan de kwalificatie-eisen zoals genoemd in de KNA. Tot die tijd kunnen zij door de Erfgoedinspectie en de Rijksdienst Cultureel Erfgoed niet worden aangesproken op hun opleidingsniveau. De EVC regeling MA Archeologie is in eerste instantie opgezet in het licht van die overgangsregeling. EVC Archeologie is opgezet als een hulpmiddel, een instrument om aan de eisen te gaan voldoen; met EVC kunnen mensen die al geruime tijd werkzaam zijn in de archeologie hun ervaring laten erkennen in termen van landelijk geldende, academische competenties. Met het resulterende ErvaringsCertificaat kunnen ze vervolgens een verkort leertraject volgen tot een Master diploma Archeologie.
Samenvatting EVC methode De EVC regeling archeologie erkent de ervaring en kennis van kandidaten in termen van concrete academische competenties. Deze competenties zijn vastgelegd in het beroepscompetentieprofiel. De competenties zijn gebaseerd op de eindtermen van onderwijsmodules aan de vier Masteropleidingen Europese Archeologie in Nederland (Rijksuniversiteit Groningen, Vrije Universiteit, Universiteit van Amsterdam, Rijksuniversiteit Leiden). De niveaus van deze eindtermen, en dus ook van de competenties in het competentieprofiel, zijn gebaseerd op de Dublin descriptoren (zie bijlage). Het profiel is ontwikkeld door Archon (zie paragraaf betrokken actoren), in samenwerking met de SIKB. De vier faculteiten van de betrokken universiteiten zijn akkoord gegaan met de EVC regeling en dit beroepscompetentieprofiel. Zij erkennen het ErvaringsCertificaat dat uit dit traject voortkomt. Daarnaast hebben ook het CCVD Archeologie en de EVC werkgroep (zie paragraaf betrokken actoren)
4
v-3
ingestemd met het profiel. In deze twee instellingen zijn alle belangrijke gremia uit het archeologische werkveld vertegenwoordigd zijn. De EVC methode bestaat kort samengevat uit de volgende onderdelen:
1
Beroepscompetentieprofiel
2
Gedocumenteerd persoonlijk portfolio
3
Assessment
4
EVC-rapportage
5
Erkenning
Een uitgeschreven competentieprofiel, door de sector als zodanig erkend, dat als referentiekader dient voor het opstellen van de portfolio’s en het daarop gebaseerde assessment Een portfolio dat is opgebouwd volgens een vast stramien en waar duidelijk naar voren komt wat de specifieke ervaringen zijn en de daaruit ontwikkelde beroepscompetenties. Het portfolio wordt samengesteld door de EVC kandidaat en hij/zij ontvangt daar gerichte counseling voor. Een persoonlijk assessment door twee als zodanig opgeleide assessoren op basis van het portfolio, pre-masterassessment en criteriumgericht interview.
Een rapportage met daarin de erkende competenties.
Uitreiking ErvaringsCertificaat door EVC bureau
EVC traject voor de kandidaat 1. Aanmeldingsprocedure Vanaf januari 2009 kunnen kandidaten zich melden om op basis van de overgangsregeling in aanmerking te komen voor de EVC regeling. Daartoe kunnen zij contact maken via een digitaal aanmeldformulier. Sommige kandidaten geven de voorkeur aan telefonisch contact, of komen langs voor een oriënterend gesprek. Aan de hand van een zelftest krijgen de kandidaten al inzicht in Na aanmelding voor de EVC regeling ontvangen de kandidaten tevens een zelftest. Met deze zelftest krijgt de kandidaat een beeld van de haalbaarheid om met succes de EVC regeling te doorlopen. Nadat zij zich uitgebreid hebben geïnformeerd kunnen kandidaten zich formeel inschrijven voor het EV traject. Hiertoe vullen kandidaten het betreffende inschrijfformulier in. Met het ondertekenen van het formulier gaan ze akkoord met de afspraken tussen kandidaat en EVC aanbieder, zie Afspraken EVC kandidaat en EVC aanbieder. Hierover worden zij nadrukkelijk geïnformeerd. Dit formulier en de afspraken kunnen worden gedownload op de het EVC gedeelte van de website (http://www.sikb.nl/upload/documents/archeo/EVCregeling/inschrijfformulier.xls). De kandidaten ontvangen uiterlijk na twee weken een bevestiging van hun inschrijving via mail. Dan wordt hun tevens een persoonlijke EVC begeleider toegewezen.
5
v-3
2. Portfolio ontwikkeling Het portfolio zal de kandidaat persoonlijk vormgeven. Het portfolio wordt samengesteld op basis van een uitgebreide zelfanalyse in relatie tot de voor de eindkwalificatie benodigde competenties. Bij het samenstellen van het portfolio evalueert de kandidaat zelf welk niveau hij/zij heeft. Door middel van een persoonlijke toelichting en door het productenarchief in zijn portfolio onderbouwt de kandidaat zijn mening. Het portfolio is bij dit protocol opgenomen. 3. Begeleiding De kandidaat ontvangt desgewenst ondersteuning bij het samenstellen van zijn portfolio. Een van de EVC begeleiders wordt na zijn aanmelding voor de regeling aan de kandidaat toegewezen. De begeleiding kan ook in de vorm van een groepssessie worden uitgevoerd. Dit afhankelijk van het aantal kandidaten welke zich in een periode aanmelden. Voor meer informatie over de begeleiding zie de paragraaf Begeleiding. 4. Beoordelingsmethode Het portfolio wordt beoordeeld door twee assessoren, onafhankelijk van elkaar. Zij voeren na bestudering van het portfolio gezamenlijk een criteriumgericht interview met de kandidaat. Wanneer de kandidaat nog niet over een academisch Bachelor- of Masterdiploma beschikt legt de kandidaat tevens een pre-master-assesment af. Op basis van alle informatie erkennen de assessoren de ervaring in termen van competenties in het competentieprofiel. Dit wordt vastgelegd in een EVC rapportage en uiteindelijk in een ErvaringsCertificaat. Voor meer inhoudelijke informatie over de assessmentprocedure zie de paragraaf Assessmentprocedure. 5. Ervaringscertificaat Het EVC traject leidt tot het ervaringscertificaat waarin naar voren komt welke competenties worden beheerst. Het certificaat zoals dat wordt uitgereikt is opgesteld conform het format zoals dat door de kwaliteitscode EVC wordt voorgeschreven. In het certificaat zijn ook een aanbevelingen opgenomen op grond waarvan duidelijk wordt welke onderdelen uit het competentieprofiel nog moeten worden verworven voor het behalen van een Masterdiploma Archeologie.
6
v-3
Stappenschema EVC kandidaat Onderstaand stappenschema is vormgegeven vanuit het gezichtspunt van een kandidaat die de procedure doorloopt:
Oriëntatie op methode en instroomcriteria
Zelftest (heb ik een gerede kans op succes?
Stap 1
Inschrijven bij het EVC bureau (programmabureau SIKB)
Gesprek met EVC begeleider en eerste opzet portfolio doorspreken
Stappen 2 en 3
Uitwerken van het portfolio eventueel met steun van EVC begeleider EVC traject Inleveren portfolio ten behoeve van het EVC assessment
Kandidaat doet eventueel een premasterassessment
Het assessment wordt afgenomen door assessoren (beoordeling portfolio, gesprek)
Stap 4
Assessoren schrijven een EVC rapportage met daarin de competenties die worden erkend
Het EVC bureau stelt op basis van EVC rapportage een Ervaringscertificaat op voor de kandidaat
7
v-3
Van EVC naar diploma Na het EVC traject hebben kandidaten de mogelijkheid een verkorte leerweg te volgen tot een Master diploma Archeologie aan één van die vier universiteiten. Op grond van de aanbevelingen in het ervaringscertificaat zal de examencommissie van de universtiteit naar keuze bepalen welke vakonderdelen binnen het programma nog moeten worden gevolgd. De regeling is dan ook gericht op mensen die werkzaam zijn in de archeologie zonder academische achtergrond, dan wel met een academische scholing zonder archeologisch profiel. De kandidaat kan met het ErvaringsCertficiaat naar een van de onderstaande studierichtingen van de betrokken universiteiten: - Europese prehistorie (Leiden) - West europsee archeologie – romeins (VU A’dam) - Europese archeologie - Middeleeuwen (UvA) - Pre- en protohistorie (RUG) Hier wordt door de examencommissie bepaald wat de kandidaat nog moet doen voor het behalen van het masterdiploma Archeologie
Met ErvaringsCertificaat naar de universiteit Van EVC naar MA
Diplomering MA archeologie
Persoonlijk ontwikkelprogramma (bij- en nascholingsprogramma)
Organisatie 1. Betrokken actoren Bij de regeling zijn de volgende actoren betrokken: 1. Archon (universiteiten Groningen, Leiden, Amsterdam (VU, UvA), Groningen) 2. Programmabureau SIKB; EVC bureau 3. Werkgroep EVC Archeologie 4. CCvD Archeologie 5. Programmabureau Werken en Leren ministerie SZW, OCW
Programmabureau SIKB Het programmabureau SIKB is de aanbieder van EVC Archeologie. Zij is eindverantwoordelijk voor de praktische en inhoudelijke organisatie van de EVC regeling. Tevens is zij verantwoordelijk voor de kwaliteit en landelijke geldigheid van de ErvaringsCertificaten die zij binnen het EVC traject uitreikt. Vanuit het programmabureau SIKB zijn de volgende personen betrokken bij de regeling: 1. Dhr. W. de Koning, programmadirecteur SIKB; 2. Mevr. E. Wieringa, programmasecretaris SIKB Archeologie 3. Mevr. M. Hoogsteyns, projectleider uitvoering EVC MA archeologie
8
v-3
4. Mevr. T. Scherrenburg, administratie 5. Dhr. C. W.M. Neeft, projectleider ontwikkeling EVC MA Archeologie Binnen het programmabureau SIKB functioneert een EVC bureau. Die regelt de informatievoorziening aan de kandidaten, de EVC begeleiding en heeft tevens de ontwikkeling van het portfolio, competentieprofiel en de assessmentprocedure begeleid. Het EVC bureau bestaat uit de volgende personen binnen het SIKB programmabureau: 1. Mevr. M. Hoogsteyns, projectmedewerker 2. Mevr. T. Scherrenburg, administratief medewerker SIKB 3. Dhr. C. W. M. Neeft, projectleider EVC Archeologie Contactgegevens zijn: SIKB programmabureau – EVC regeling Postbus 420, 2800 AK Gouda T: 0182 540675 – F: 0182 540676 Email:
[email protected]
Archon Om de inhoudelijke kwaliteit te waarborgen heeft de SIKB een nauwe samenwerking opgezet met Archon. Archon is een samenwerkingsverband van de afdelingen Archeologie van de Nederlandse universiteiten. In Archon hebben alle faculteiten c.q. vakgroepen archeologie zitting. De inhoud van het competentieprofiel, het portfolio en de assessmentprocedure zijn tot stand gekomen vanuit Archon in samenwerking met de SIKB en zijn goedgekeurd vanuit Archon. Verder voert Archon de assessments uit van EVC kandidaten. De EVC rapportage en het Ervaringscertificaat zullen dan ook worden ondersteund en erkend door alle universiteiten welke in Archon samenwerken. Het betreffen: Contactpersoon: Universiteit Leiden Vrije universiteit Amsterdam Universiteit Amsterdam Rijksuniversiteit Groningen
Dhr. H. Fokkens Dhr. N. Roymans Dhr. F. Theuws Dhr. D. Raemaekers
De ondersteuning betekent dat de kandidaat met de EVC rapportage bij alle genoemde universiteiten zich kan aanmelden voor de opleiding MA archeologie (tbv afsluiting of voor het ontwikkelingsprogramma.)
Werkgroep EVC In aanvulling op de bovenstaande instellingen is er een werkgroep EVC gericht actief geweest bij de ontwikkeling van de EVC regeling. De werkgroep doet zijn werk vanuit het mandaat van het CCvD archeologie, het college dat tot de regeling besloten heeft.
9
v-3
De werkgroep is als volgt samengesteld: Maartje Hoogsteyns, programmabureau SIKB Cor Neeft, programmabureau SIKB Johanna de Groot, vertegenwoordiger Archon Erik Akkermans, bestuurslid NVvA (Nederlandse Vereniging van Archeologen) De werkgroep kent ook een aantal agendaleden welke alle uitvoeringsstukken krijgen, op de hoogte worden gehouden van alle ontwikkelingen en die hun achterban vertegenwoordigen bij de verdere uitwerking. De agendaleden vertegenwoordigen de belangrijkste gremia in het archeologisch werkveld. Het zijn: RCE CGA NVvA VOiA NVAO
mevr. G. de Bruijn; (Rijksdienst Cultureel Erfgoed) dhr. P. Deunhouwer; (Convent van Gemeentelijk Archeologen) dhr. B. Jansen; (Nederlandse Vereniging van Archeologen) mevr. C. Leeflang; (Vereniging van Ondernemers in de Archeologie) dhr. P. Franzen; (Nederlandse Vereniging Archeologische Ondernemers)
CCVD Archeologie Het Centraal College van Deskundigen Archeologie is een college waarin alle belanghebbende partijen binnen de Nederlandse archeologie zijn vertegenwoordigd: opdrachtnemers (archeologische bedrijven), opdrachtgevers (overheid en bedrijfsleven), derden (provincie, gemeenten en bedrijfsleven), adviseurs namens het Rijk (Rijksdienst Cultureel Erfgoed, Erfgoedinspectie), de NVvA (Registervereniging) en certificerende instellingen Het CCvD Archeologie draagt zorg voor het ontwikkelen en actueel houden van de archeologische kwaliteitsnormen voor bedrijfsleven en overheid. Het doel van het CCvD is borgen dat alle direct belanghebbenden inspraak hebben bij het ontwikkelen en actueel houden van richtlijnen voor certificering en de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) , en het bevorderen van het (juiste) gebruik. Na uitspraak van de rechter inzake SIKB/SOB was het CCvD Archeologie de initiatiefnemer van de EVC regeling en de overgangsregeling. Dit college wordt regelmatig geïnformeerd over de voortgang van de EVC regeling en dient, als initiatiefnemer en normstellend orgaan haar instemming te verlenen met de organisatie van de regeling.
Projectdirectie werken & leren ministerie ZSW/ OCW Het programma wordt mogelijk gemaakt door een subsidie van de projectdirectie Werken & Leren vanuit een samenwerkingsverband tussen de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Contactpersoon is dhr. P. Leushuis (
[email protected]) Anna van Hannoverstraat 4, Postbus 90801, 2509 LV Den Haag (www.leren-werken.nl) De subsidie is verleend voor: 1. Het ontwikkelen van de regeling 2. Het realiseren van maatwerktrajecten waarbij wordt nagegaan welke persoonlijke ontwikkelingstrajecten noodzakelijk zijn om de eindkwalificatie te bereiken. 1 0
v-3
2. Organogram
Leiden
Amsterdam (UvA en VU)
Groningen
Universiteiten
Taak: van EVC naar diploma -Erkennen Ervaringscertificaat -Leveren persoonlijke ontwikkelingsprogramma’s - Examinering
Taak: EVC traject - Uitvoering EVC assessments - Ontw. competentieprofiel en assessmentprocedure
Archon
EVC werkgroep Taak: -Ontwikkeling EVC traject -Raadplegen achterban
CCvD Archeologie
EVC-bureau (onderdeel van SIKB programmabureau)
Taak EVC traject: - Normstellend KNA - Initiatief tav regeling - Instemming EVC regeling
Rol/ taak: -Organisatie EVC regeling -Borgen kwaliteit EVC regeling -Begeleiding EVC kandidaten -Uitreiking ErvaringsCertificaat
De regeling is ontstaan op verzoek van het CCvD Archeologie. De SIKB voert de EVC regeling uit, in nauwe samenwerking met de universiteiten.
3. EVC begeleiding en EVC begeleiders De EVC begeleiding is in handen van het EVC bureau c.q. SIKB programma bureau. De EVC begeleiders verzorgen: 1. Begeleiding van de preselectietest 2. Begeleiding bij de ontwikkeling van het portfolio De EVC begeleiders zijn: 1. Dhr. H. Stoepker 2. Dhr. Prof. A. Bosman
1 1
v-3
Het competentieprofiel van de EVC begeleiders is in lijn met de EVC code. De begeleiders ontvangen een training om hen te begeleiden in hun taak. Deze training wordt uitgevoerd door mevr. Desiree Joosten ten Brinke van het programmabureau van de Open Universiteit.
4. EVC Assessoren De EVC assessoren zijn allen afkomstig vanuit Archon c.q. de universiteiten met een archeologie faculteit, vakgroep. De assessoren zijn: Prof. dr. H. Fokkens, universiteit Leiden Prof. dr. N. Roymans, Vrije universiteit Amsterdam De EVC begeleiders ontvangen een training om hen te begeleiden in hun taak. Deze training wordt uitgevoerd door mevr. Desiree Joosten ten Brink van het programmabureau van de Open Universiteit.
5. Financiën De regeling komt tot stand door een financiele bijdrage vanuit de overheid en wel vanuit de projectdirectie Werken Leren. Dit is een samenwerkingsverband van het Ministerie van SZW en OCW. Het ontwikkelbudget wordt besteed aan: Het samenstellen van het EVC protocol; Het opstellen van het beroepscompetentieprofiel; De ontwikkeling van de zelf test ; Opleiding van de EVC begeleiders en de EVC assessoren; Ontwikkelen van de EVC bezwarenprocedure; De communicatie in het kader van de EVC regeling; De bezetting van het projectbureau EVC gedurende de ontwikkelingsperiode; De exploitatie van het projectbureau Management en begeleiding De uitvoering van de procedure wordt tegen een kostendekkend tarief per kandidaat in rekening gebracht. De eerste termijn (€ 850,=) betreft alle kosten met betrekking tot de begeleiding. Daarbij gaat het om: Uitvoeren en reflectie op de prescan; Uitvoeren startgesprek; Counselling Portfolio ontwikkeling; Schrijven voordracht aan EVC commissie. De tweede termijn (€ 2.050,=) betreft alle kosten die gemoeid zijn met het EVC assessment door de EVC assessoren. Daar gaat het om: Portfolio onderzoek; Interview met de EVC kandidaat; Afstemming en oordeelsvorming in EVC commissie ; Vormgeven ervaringscertificaat (EVC rapportage). 1 2
v-3
Training voor EVC betrokkenen Begeleiders en assessoren ontvangen een training door dr. Desiree Joosten ten Brinke (Open Universiteit), onderwijstechnoloog en toetsdeskundige. Zij heeft ruime ervaring met het opzetten en evalueren van EVC trajecten in het hoger onderwijs, waaronder ook die op academisch niveau. Hieronder een programma van de eerste trainingsdag, waar zowel begeleiders als assessoren aanwezig waren. 10:00 – 10:15 10:15 – 10:20 10:20 – 10:30 10:30 – 11:15 11:15 – 12:00 Pauze 12:30 – 13:00 13:00 – 14:00 14:00 – 15:00 15:00 – 15:45 15:45 – 16:00
Kennismaking en toelichting op training Wat is EVC? Kwaliteitseisen EVC-model (kwaliteitscode EVC) De EVC-procedure en beoordelingsinstrumenten Uitwerking instrumenten (beoordelingscriteria, STARRT) Begeleiding Beoordelen van portfolio Assessmentgesprek Feedback geven en Ervaringscertificaat Evaluatie
De tweede trainingsdag betreft die van de assessoren. Het programma daarvoor is: 10.00 10.30 11.15 12.30 13.00 13.30 14.30
1 3
v-3
Inventarisatie ervaringen en vraagpunten Presentatie valkuilen en overzicht van richtlijnen voor een goed assessmentgesprek Oefenen van het assessmentgesprek (openen, afronden onderwerp, geven feedback) pauze Verslaglegging Openstaande vragen Afsluiting
Bijlagen Overgangsregeling, besluit belangenafweging CCvD 22 mei 2008.
1 4
v-3
1 5
v-3
1 6
v-3
Dublin descriptoren De Dublin descriptoren zijn de eindtermen voor de bachelor en master studies aan universiteiten en hogescholen in Europa. Het zijn algemene beschrijvingen voor het eindniveau van de eerste, tweede en derde cyclus in het hoger onderwijs, in Nederland voor de graden van Bachelor, Master en Doctor. De Dublin descriptoren zijn genoemd naar de plaats waar ze voor het eerst werden opgeschreven. Ze zijn ontstaan om een aantal redenen: De Bologna verklaring vroeg organisatie van onderwijs in drie cycli en transparantie In diverse landen van continentaal Europa werd één opleidingstraject in tweeën gedeeld om een Bachelor en Master traject te doen ontstaan Vraag daarbij was hoe de Bachelor te onderscheiden van de Master en dit ook transparant te doen Nederland en Vlaanderen signaleerden dit probleem en stapten gezamenlijk op buurlanden met een vergelijkbaar kwaliteitszorg systeem af voor afstemming inverband met gewenste transparantie. Na een gezamenlijke bijeenkomst met vertegenwoordigers van verscheidene landen en hun kwaliteitszorgorganisaties werd geconcludeerd dat de landen eenzelfde soort probleem hadden en besloten werd dit gezamenlijk aan te pakken via het “joint quality initiative”, een informeel open werkverband, waarvan de resultaten op internet beschikbaar zijn. Dus op initiatief van Nederland en Vlaanderen, die gezamenlijk accreditatiekaders voorbereidden zijn in 2001 bestaande beschrijvingen voor het eindniveau van een bachelor en een master naast elkaar gelegd. Vervolgens werd in een bijeenkomst in Dublin hieruit het gemeenschappelijke naar voren gehaald en eenduidig opgeschreven in de Engelse taal, en wel met zodanige mate van gedachtewisseling daarbij dat elke deelnemende kwaliteitszorgorganisatie het in eigen woorden naar het eigen systeem kon vertalen. (De geschiedenis is te vinden via www.jointquality.org agenda) De descriptoren voor het eindniveau van de Bachelor en de Master zijn als referentiepunten opgenomen in het accreditatiekader van de NVAO, en luiden als volgt. Omschrijving niveau Bachelor en Master (‘Dublin descriptoren’) Kennis en inzicht
Toepassen kennis en inzicht
1 7
v-3
Kwalificaties Bachelor Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen; functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is.
Kwalificaties Master Heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van Bachelor en die deze overtreffen en/of verdiepen, alsmede een basis of een kans bieden om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband.
Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te
Is in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende vermogens
passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied.
toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan.
Oordeelsvorming
Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaalmaatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten.
Is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening te houden met sociaal-maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen.
Communicatie
Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten.
Is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of niet-specialisten.
Leervaardigheden
Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan.
Bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter.
De descriptoren voor de graad van Doctor luiden vertaald: Heeft aangetoond een vakgebied systematisch te begrijpen en de vaardigheden en methodieken te beheersen van onderzoek in dat vakgebied; Heeft de bekwaamheid aangetoond om met de geëigende integriteit van een onderzoeker een omvangrijk onderzoeksproces te ontwerpen, ontwikkelen, uit te voeren en aan te passen; Heeft door origineel onderzoek een bijdrage geleverd aan verlegging van de grenzen van kennis door een omvangrijke hoeveelheid werk, waarvan een deel een nationaal of internationaal beoordeelde publicatie verdient; Is in staat tot kritische analyse, evaluatie en synthese van nieuwe en complexe ideeën; Kan communiceren met vakgenoten, de bredere wetenschappelijke gemeenschap en de samenleving als geheel over het terrein waarop hij of zij deskundig is; 1 8
v-3
Wordt binnen de academische en professionele context verwacht in staat te zijn om technologische, sociale of culturele vooruitgang te bewerkstelligen in een kennissamenleving.
De descriptoren voor het doctoraat zijn mede gebaseerd op ervaring vanuit de Nederlandse context van toekenning van doctoraten. Het zijn examencommissies van universiteiten die de niveaus van de doctoraten bewaken.
1 9
v-3