Portfolio EVC procedure voor toelating tot de Masteropleiding Archeologie
Het portfolio is naar waarheid ingevuld en bevat alleen bewijzen van eigen werk,
Naam
Plaats, Datum Handtekening
1
v-3
/
/ 20
Versiebeheer Titel
Portfolio EVC procedure MA Archeologie
Versie
Datum publicatie
Auteur
1 2 3
19 december 22 januari 04 februari
MH/CNe MH/CNe MH/CNe
2009 2010 2010
Het portfolio moet ingevuld en op het voorblad voorzien worden van uw naam en handtekening in tweevoud (zowel het portfolio als de bijbehorende bewijsmateriaal in tweevoud) verstuurd worden naar: SIKB programmabureau EVC KNA Archeologie Postbus 420 2800 AK Gouda.
2
v-3
Portfolio EVC Archeologie
Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................................... 4 Opbouw portfolio ................................................................................................................................ 4 Het competentieprofiel en de productenlijst.................................................................................. 4 De bewijzen ..................................................................................................................................... 6 Hoe moet het portfolio worden aangeleverd? ............................................................................... 7 Personalia ............................................................................................................................................ 8 Persoonlijke motiviatie/ ambitie mbt het EVC traject .................................................................... 9 Gegevens met betrekking tot de EVC:............................................................................................. 9 Beschrijving werkervaring ............................................................................................................. 10 Opleidingen/trainingen/ cursussen ............................................................................................... 11 Competentieprofiel ............................................................................................................................... 12 I Academische vaardigheden............................................................................................................. 12 Lezen, schrijven en communicatie ................................................................................................ 12 Onderzoekscompetenties ............................................................................................................. 12 Houding ......................................................................................................................................... 13 II Vakspecifieke competenties: Theoretische vaardigheden en kennis ............................................ 14 Geschiedenis en wetenschappelijke context van de archeologie ................................................. 14 Theoretisch debat in de archeologie ............................................................................................. 14 Ethiek ............................................................................................................................................. 14 III Vakspecifieke competenties: Praktische vaardigheden en kennis................................................ 15 Veldwerk........................................................................................................................................ 15 Algemene archeologische vaardigheden ...................................................................................... 15 Database en digitalisering ............................................................................................................. 16 IV Vakspecifieke competenties: Inhoudelijke vaardigheden en kennis ............................................ 17 Prehistorie ..................................................................................................................................... 17 Romeinse tijd ................................................................................................................................. 18 Middeleeuwen............................................................................................................................... 19 Nieuwe tijd .................................................................................................................................... 20 Ecologische archeologie ................................................................................................................ 21 Productenlijst ........................................................................................................................................ 22 Bijlage: voorbeeld STARRT-beschrijving ................................................................................................ 23
3
v-3
Portfolio EVC Archeologie
Inleiding
Met behulp van dit portfolio kunt u uw werkervaring en achtergrond in kaart brengen en presenteren in termen van landelijk geldige competenties. De competenties zijn namelijk gebaseerd op de eindtermen van de vier universitaire Bachelor- en Masteropleidingen Archeologie in Nederland en worden als zodanig door de betrokken faculteiten erkend.
Opbouw portfolio Het portfolio bevat in totaal vier onderdelen: 1. De personalia en motivatie van de kandidaat 2. Het ingevulde competentieprofiel 3. De productenlijst 4. De bewijsstukken Uw portfolio begint dus met een overzicht van uw persoonlijke gegevens. Daarnaast schrijft u een motivatie waarom u in aanmerking wil komen voor de EVC regeling MA-Archeologie. De volgende stap is het invullen van het competentieprofiel. Het competentieprofiel en de productenlijst Het competentieprofiel valt uiteen in vier onderdelen: academische kennis en vaardigheden, praktische kennis en vaardigheden, theoretische kennis en vaardigheden en vakinhoudelijke kennis en vaardigheden. Elk onderdeel bestaat weer uit themablokken. Bij academische vaardigheden zijn dit bijvoorbeeld: Lezen, schrijven en communicatie, Onderzoekscompetenties en Houding. Deze themablokken bestaan uit circa zeven concrete competenties, waarvan enkele op bachelorniveau en enkele op masterniveau. U vult het competentieprofiel in op het niveau van de competenties. U baseert het invullen van het competentieprofiel op een zelfanalyse. Die analyse voert u uit in samenspraak en (desgewenst) onder begeleiding van uw EVC-begeleider. U geeft in het competentieprofiel aan wat naar uw idee het niveau is waarop u de betreffende competenties beheerst. Uw zelfbeoordeling drukt u uit aan de hand van een cijfer: 0
Geen kennis /ervaring
1
Weinig kennis/ervaring
2
Voldoende kennis/ervaring
3
Ruime kennis/ervaring
Vervolgens onderbouwt u uw zelfbeoordeling met verwijzingen naar schriftelijke bewijsmaterialen, zoals rapporten, artikelen, met referentenverklaringen of naar situatiebeschrijvingen (volgens de STARRT-methode: zie hieronder). Dit doet u door nummers te noteren in de derde kolom (zie onderstaand voorbeeld). Deze nummers corresponderen met de nummers in de productenlijst.
4
v-3
Portfolio EVC Archeologie
Voorbeeld ingevulde competentie Vaardigheden en kennis
niveau
II-17
BA
Kennis van en vaardigheid in het gebruik van databases in de archeologie en de inzet hiervan bij het beantwoorden van onderzoeksvragen
bewijsstukken
2, 3
Zelfbeoordeling 3
De productenlijst bestaat uit een opsomming van de bewijsmaterialen en de argumentaties voor de inzet van dat bewijsmateriaal (zie tevens onderstaand voorbeeld). Uiteraard is het mogelijk dat een bepaald product aantoont dat u meerdere competenties bezit. U kunt dan in de productenlijst aangeven voor welke verschillende competenties het document bewijsmateriaal vormt. Wel moet u per competentie afzonderlijk beargumenteren waarom een product hiervoor bewijs levert. Voorbeeld productenlijst Nummer product
Naam product
Bewijs voor eindterm(en)
onderbouwing
2
Puk, P., 2002, Handleiding digitaal rapporteren, intern stuk.
II-17, II-19
Ik heb binnen mijn bedrijf een digitaal inventarisatie-systeem ontwikkeld (zie tekst). Deze tekst toont mijn vaardigheden in de omgang met complexe databases en digitaal gegevensbeheer.
3
Puk, P., 1998, Rapport opgraving X
O-9, O-11, I-3, I4, I-5, I-6, I-7, I-9, II-2, II-4, II-5, II10, II-12, II-14, II15, II-16, II-17, III4, III-9, III-10, III11, III-12, III-19, III-20, III-37, III38, III-40, III-42
Opgravingrapport betreffende een grootschalig nederzettingsonderzoek naar erven in landschap x uit de periode y. Het stuk getuigt van mijn academische vaardigheden, theoretisch/inhoudelijke kennis, praktische vaardigheden en de omgang met complexe wetenschappelijke vraagstellingen en gangbare theorieën.
Uw ervaring wordt uiteindelijk erkend op het niveau van de themablokken. Sommige Bachelor- en Mastercompetenties binnen de blokken zijn vetgedrukt weergegeven. De vetgedrukte competenties worden als cruciaal, oftewel kritisch beschouwd. Dit betekent dat, voor de erkenning van dat themablok, die competenties voldoende moeten worden aangetoond (minimaal score 2). Bij de andere, niet-vetgedrukte competenties is het mogelijk deficiënties te compenseren met andere vaardigheden/kennis binnen hetzelfde themablok.
Heeft u al een Master of Bachelor-diploma? Dan worden enkele competenties in het profiel automatisch erkend. Deze hoeft u niet meer aan te tonen of in te vullen. Voor iemand met een master-diploma geldt dat hij/zij het domein Academische Vaardigheden niet hoeft in te vullen. Tevens geldt dat hij/zij de niet-kritische Bachelor-competenties niet hoeft aan te tonen
5
v-3
Portfolio EVC Archeologie
Wanneer u reeds over een academisch Bachelordiploma beschikt, vervallen voor u de Bachelorcompetenties in het domein Academische Vaardigheden. De bewijzen In het competentieprofiel staat per competentie staat aangegeven welke vorm van bewijsvoering geschikt is. Het gaat er niet om bij elke competentie zoveel mogelijk bewijsmateriaal te leveren, maar om doeltreffend te laten zien dat u de competentie op een bepaald niveau beheerst. Indien u bij een competentie meer dan twee bewijsstukken aanvoert, dient u aan te geven welke twee bewijsstukken het meest relevant zijn voor het aantonen van die competentie. Als bewijzen kunnen onder andere gelden: 1. Verslag van evaluatie/ functionerings- of beoordelingsgesprekken 2. Officiële documenten die aangeven dat u betrokken bent geweest bij een – voor de te bewijzen competentie relevant – project en die uw bijdrage aan het project concretiseren; 3. Zelf geschreven teksten, zoals rapporten, presentaties, folders, artikelen, essays, dagrapporten, PvE’s, brieven aan instanties, notulen, verslagen; 4. Andere gemaakte producten, waaronder kaartmateriaal, websites en relevante visuele opnamen die uw handelen bewijzen in een (beroeps)situatie en uw competentie bewijzen; 5. Tot slot kunt u als bewijsmateriaal een situatiebeschrijving opvoeren. Deze situatiebeschrijvingen dienen te zijn opgebouwd met behulp van de zogenaamde STARTT methode. Het format hiervoor Hieronder staat uitleg over deze methode. De bewijzen moeten aan de volgende eisen voldoen: a. relevant (voor het aantonen van de betreffende competentie) b. zich richten op de werkzaamheden die u daadwerkelijk in de praktijk heeft uitgevoerd (authentiek) c. transferwaarde hebben als ze in een andere context behaald zijn dan in de context van de opleiding
Starrt-methode 1. U noemt een situatie die rijk genoeg is om de onderbouwing voor het bereiken van criteria volledig uit te kunnen werken (Situatie); 2. U geeft de taakomschrijving (Taak); 3. U omschrijft de activiteiten die u in deze taak, opdracht, functie heeft uitgevoerd. Gebruik hierbij de ik vorm (Activiteiten). 4. Beschrijf het resultaat van uw activiteiten (Resultaat) 5. Geef tenslotte aan wat u voor uzelf leerde in deze taak, opdracht, functie (Reflectie); 6. Hoe kunt u uw ervaringen in de praktijk vertalen naar de competenties mbt het MA-archeologie niveau (Transfer)? Geef hier een beargumenteerde onderbouwing waarmee u aantoont deze competentie of onderdelen ervan tot een bepaald niveau te bezitten. Haal, indien mogelijk, concreet materiaal aan, verwijs naar relevante situaties, vermeld gebruikte bronnen. U kunt hierbij ook uitgaan van uw werkervaringen en andere relevante ervaringen: de complexiteit van uw leerervaringen; het type/ de grootte/ hiërarchie van de organisatie, de geboden diensten of producten; het soort werk dat u hier deed en de taken en verantwoordelijkheden die hierbij 6
v-3
Portfolio EVC Archeologie
hoorden; hoe u werd begeleid en hoe uw functioneren werden beoordeeld; wat de relevantie hiervan is voor de betreffende eindterm. Ook bij een STARRT-beschrijving kunt u aanvullende documenten of referentenverklaringen inbrengen als ondersteuning. Voor een voorbeeld van een STARRT-beschrijving: zie bijlage 1. Hoe moet het portfolio worden aangeleverd? De eerste drie onderdelen van het portfolio, de personalia, het ingevulde competentieprofiel en de productenlijst, mogen samen maximaal 30 pagina’s lang zijn. Deze documenten dient u hardcopy en in drievoud aan te leveren. De kandidaat dient uit alle bewijsstukken er drie te selecteren die als cruciaal kunnen worden beschouwd voor het portfolio. Het gaat om bewijsstukken, zoals rapporten, starrt-beschrijvingen of artikelen, die meerdere belangrijke competenties tegelijk aantonen, bijvoorbeeld onderzoekscompetenties en vakinhoudelijke competenties (prehistorie/romeinserijd/middeleeuwen/nieuwe tijd/ecologie). Daarbij kan men denken aan bewijzen die qua complexiteit vergelijkbaar zijn met een bachelor- of masterscriptie. Deze drie bewijsstukken moeten hardcopy worden aangeleverd. De overige bewijsstukken kunnen digitaal worden aangeleverd. Degenen die niet digitaal beschikbaar zijn hoeven niet te worden meegestuurd. Wanneer de assessoren dit noodzakelijk achten kunnen die alsnog worden opgevraagd.
7
v-3
Portfolio EVC Archeologie
Gegevens
Personalia Naam Adres Woonplaats Tel. Mobiel Email adres Initiële opleiding: Niveau / beschrijving
O Basisonderwijs O MAVO/HAVO O VWO O LBO O MBO O HBO O Propedeuse O Bachelor O Doctoraal/MA O Overige
Nadere toelichting initiële opl.
Pasfoto (Plak hier uw pasfoto)
8
v-3
Portfolio EVC Archeologie
Persoonlijke motiviatie/ ambitie mbt het EVC traject Beschrijf hieronder je persoonlijke ambitie ten aanzien van het EVC traject
Gegevens met betrekking tot de EVC: Datum inschrijving
…../ …… / 20…
Naam EVC-begeleider Datum startgesprek
…../ …… / 20…
Datum voordracht aan EVC commissie
…../ …… / 20…
Na(a)m(en) EVC assessor Datum EVC rapportage
9
v-3
…../ …… / 20…
Portfolio EVC Archeologie
Beschrijving werkervaring Gegevens (huidige) werkgever: Naam Adres Plaats Tel. Geef hieronder de meest relevante opgedane werkervaring weer (in relatie tot dit portfolio), bestaande uit maximaal 15 projecten. Indien u dit wenst kunt u in aanvulling hierop nog een CV toevoegen met een compleet overzicht van uw werkervaring. Beknopte beschrijving werkervaring
1 0
v-3
Periode (tijdvak) m/j - m/j
Functie
Portfolio EVC Archeologie
Opleidingen/trainingen/ cursussen Noem hier de aanvullende opleidingen en trainingen die u heeft gevolgd na uw initiële (basis)opleiding Beknopte beschrijving aanvullende opleiding/ training
1 1
v-3
Wanneer gevolgd/ afgesloten
Opleiding/ instituut
Portfolio EVC Archeologie
Competentieprofiel
I Academische vaardigheden Lezen, schrijven en communicatie Vaardigheden en kennis
I-1.
Een goede taalvaardigheid in het Nederlands
niveau
BA
bewijsstukken
Zelfbeoordeling
zelf geschreven tekst : (vul hier telkens de nummers van de bewijsstukken in)
I-2.
Lezen, analyseren en interpreteren van relevante wetenschappelijke teksten en daarover een standpunt verdedigen
BA
zelf geschreven tekst met lit.verwijzingen :
I-3.
Herkennen van zwakke punten in een argumentatie (kritische houding)
BA
zelf geschreven tekst
I-4.
Op een begrijpelijke wijze mondeling en schriftelijk informatie, ideeën en oplossingen overbrengen op een publiek bestaande uit specialisten en nietspecialisten
BA
gegeven lezingen en/of zelf geschreven tekst:
I-5.
Een goede schriftelijke en actieve mondelinge taalvaardigheid in het Engels of Duits
MA
gevolgde cursussen, gegeven lezingen en/of zelf geschreven tekst:
I-6.
Conclusies, alsmede kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen duidelijk (mondeling en schriftelijk) overbrengen op een publiek van specialisten en niet-specialisten
MA
gegeven lezingen en/of zelf geschreven tekst:
I-7.
Gegevens op academisch niveau analyseren, vergelijken, kritisch toetsen en verantwoorde conclusies trekken
MA
zelf geschreven tekst en/of STARRT:
Onderzoekscompetenties Vaardigheden en kennis
niveau
I-8.
Effectief bronnen raadplegen en informatie uit verschillende bronnen integreren
BA
zelf geschreven tekst met lit.verwijzingen
I-9.
Opzoeken van internationale, academische publicaties mbt archeologische onderwerpen
BA
zelf geschreven tekst met lit.verwijzingen
I-10.
Identificeren en formuleren van problemen en vragen in de vorm van een onderzoeksvraag
BA
zelfgeschreven tekst en/of STARRT
1 2
v-3
bewijsstukken
Zelfbeoordeling
Portfolio EVC Archeologie
Vaardigheden en kennis
niveau
bewijsstukken
I-11.
Een oordeel vormen over een onderwerp in het vakgebied, mede gebaseerd op het afwegen van relevante maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten
BA
zelf geschreven tekst, waarin informatie samenkomt en een logisch oordeel is geformuleerd
I-12.
Produceren van een heldere en goed gestructureerde argumentatie/betooglijn, ondersteund met relevante gegevens
MA
zelf geschreven tekst
I-13.
Toepassen van kennis in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een brede of multidisciplinaire context, gerelateerd aan het vakgebied
MA
zelf geschreven tekst en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
I-14.
Leveren van originele (= nieuwe) bijdragen aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, in onderzoeksverband
MA
zelf geschreven tekst en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
I-15.
Beslissingen nemen mbt archeologisch onderzoek op academische gronden ( bijv. met inachtneming van de actuele onderzoekstechnieken en recente ideevorming over het betreffende object)
MA
zelf geschreven tekst en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
Zelfbeoordeling
Houding Vaardigheden en kennis
niveau
bewijsstukken
I-16.
Kennis hebben van en kunnen reflecteren op actuele modellen en methoden in het werkveld
MA
zelf geschreven tekst
I-17.
Nemen van verantwoordelijke rollen in het veld en in staat op de eigen rol te reflecteren
MA
STARRT (ev. referentenverklaring)
1 3
v-3
Zelfbeoordeling
Portfolio EVC Archeologie
II Vakspecifieke competenties: Theoretische vaardigheden en kennis Geschiedenis en wetenschappelijke context van de archeologie Vaardigheden en kennis
niveau
bewijsstukken
II-1.
Kennis van de geschiedenis van de Nederlandse archeologie
BA
zelf geschreven teksten, gelezen publicaties
II-2.
Kennis van de wetenschapsfilosofische achtergrond van geesteswetenschappelijk onderzoek, waarbinnen de archeologie thuishoort
BA
cursussen, zelf geschreven teksten
II-3.
Kennis van verschillende benaderingen en begrippen waarmee het verleden kan worden begrepen en geconstrueerd
BA
zelf geschreven teksten
II-4.
Kennis van actuele wetenschappelijke discussies in de archeologie
BA
zelf geschreven tekst
Zelfbeoordeling
Theoretisch debat in de archeologie Vaardigheden en kennis
niveau
Bewijsstukken
II-5.
Inzicht in de problematische en gevarieerde aard van archeologische gegevens
BA
zelf geschreven teksten en/of STARRT
II-6.
Kritisch evalueren van benaderingen waarmee het verleden wordt geconstrueerd en geïnterpreteerd
MA
zelf geschreven teksten
II-7.
Toepassen van theoretische principes en concepten bij de interpretatie van archeologische vraagstukken
MA
zelf geschreven teksten
niveau
Bewijsstukken
Zelfbeoordeling
Ethiek Vaardigheden en kennis
1 4
II-8.
Inzicht in de ethische dimensies van archeologiebeoefening
BA
zelf geschreven teksten en/of STARRT
II-9.
Op een kritische manier omgaan met eigen wetenschappelijke interpretaties (en die van anderen) in het licht van de veranderlijke theoretische, methodologische, ethische of sociale context van de archeologische praktijk
MA
zelf geschreven teksten en/of STARRT
v-3
Zelfbeoordeling
Portfolio EVC Archeologie
III Vakspecifieke competenties: Praktische vaardigheden en kennis Veldwerk Vaardigheden en kennis
niveau
Bewijsstukken
III-1.
Kennis van bodemkundige processen die het Nederlandse landschap hebben gevormd en herkennen van deze processen in stratigrafieën
BA
zelf geschreven teksten en/of functiebeschrijving en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
III-2.
Kennis van de opbouw van het (historische) landschap en begrip hebben van de relatie ervan met de eventuele aan-/afwezigheid van menselijke bewoning
BA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
III-3.
Kennis van dateringstechnieken (14C, dendrochronologie, stratigrafie, typochronologie)
BA
Cursussen en/of zelfgeschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
III-4.
Kennis van en inzicht in de oorzaken van variabiliteit in de betrouwbaarheid van het archeologisch bestand; zoals taphonomie, culturele en natuurlijke formatieprocessen en (post)depositionele processen
BA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
III-5.
Onderscheiden van natuurlijke en culturele sporen (verstoringen) in de bodem
BA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
III-6.
Toepassen van basistechnieken benodigd voor veldwerk: landmeten, waterpassen
BA
Cursussen, zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
II-10.
Kennis hebben van de verschillende methoden en technieken waarmee archeologische verschijnselen (mobilia, grondsporen en antropogene landschapsvormen) kunnen worden opgespoord, zoals survey, grondboringen en opgraven
BA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
II-11.
Op basis van een zelf geformuleerde probleemstelling, zelfstandig onderzoek verrichten, waaronder archeologisch veldwerk, met gebruikmaking van primaire en secundaire bronnen en met toepassing van wetenschappelijke methoden en theorieën
MA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
Zelfbeoordeling
Algemene archeologische vaardigheden Vaardigheden en kennis
1 5
niveau
Bewijsstukken
II-12.
Classificeren van archeologische data aan de hand van hun objectieve kenmerken; begrip van werken met typochronologieën
BA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
II-13.
Onderscheiden en dateren van aardewerk en (vuur)steen in het veld (Prehistorie, Romeins, Middeleeuwen, Nieuwe Tijd)
BA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
v-3
Zelfbeoordeling
Portfolio EVC Archeologie
Vaardigheden en kennis
niveau
Bewijsstukken
II-14.
Herkennen van organische resten (bot, botanisch materiaal)
BA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
II-15.
Basaal herkennen en classificeren van materiële cultuur uit de prehistorie (vnl. vuursteen en aardewerk), van Romeinse materiële cultuur (aardewerk, glas, metaalvondsten zoals munten en fibulae), van Middeleeuwse materiële cultuur (aardewerk, glas, metaal), en van vroeg moderne materiële cultuur (aardwerk, glas en metaal)
BA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
II-16.
Herkennen van grondsporen uit de prehistorie (zoals huisplattegronden); Analyseren van grondsporen (zoals reconstructie huisplattegronden); Herkennen van vroegmoderne sporen (zoals huizen, wegen en nijverheid)
BA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
Zelfbeoordeling
Database en digitalisering Vaardigheden en kennis
1 6
niveau
Bewijsstukken
II-17.
Kennis van en vaardigheid in het gebruik van databases in de archeologie en de inzet hiervan bij het beantwoorden van onderzoeksvragen
BA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
II-18.
Kennis van analoge en digitale kaarten van de site en de omgeving (met behulp van GIS, Total Station, MAPinfo)
BA
zelf geschreven teksten/kaarten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
II-19.
Selecteren en gebruiken van statistische methoden voor het verwerken van archeologische data; op de hoogte zijn van de potentie en beperkingen van dergelijke technieken
BA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
v-3
Zelfbeoordeling
Portfolio EVC Archeologie
IV Vakspecifieke competenties: Inhoudelijke vaardigheden en kennis Let op! U hoeft slechts één specialisatie op Bachelorniveau en één specialisatie op bachelorniveau én Masterniveau hoeven aan te tonen, dus bijvoorbeeld: - Romeins op Bachelorniveau - Middeleeuwen op Bachelorniveau en op Masterniveau Laat u niet verleiden uw competenties in andere specialisaties ook aan te tonen bij dit onderdeel. In dit geval geldt: less is more. De assessoren hebben dan de tijd om uitvoerig te kijken naar uw bewijzen en komen zo tot een beter oordeel dan wanneer zij een overvloed aan informatie krijgen (en dan dingen over het hoofd zien). Prehistorie Vaardigheden en kennis
Niveau
IV-1. Globale kennis van de hoofdperioden en veranderingsprocessen (klimaat, technologie, economie) in de prehistorie van Noordwest Europa (Paleolithicium, Mesolithicum, Neolithicum, Bronstijd, IJzertijd)
BA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
IV-2. Kennis van de sociale organisatie van tribale gemeenschappen in de prehistorie, zoals de mobiliteit en machtsstructuren op lokaal en regionaal niveau
BA
zelf geschreven teksten
IV-3. Kennis van het verschil tussen handel en uitwisseling, m.a.w. kennis van de wijze waarop sociale netwerken tot stand komen (b.v. in relatie tot grafgiften en deposities)
BA
zelf geschreven teksten
IV-4. Kennis van de belangrijkste archeologische site-typen in de prehistorie van Noordwest Europa, zoals akkersystemen, grafritueel, deposities en nederzettingen en hun ontwikkelingen
BA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
IV-5. Kennis van de belangrijkste vindplaatsen m.b.t. de prehistorie in Noordwest Europa en Nederland in het bijzonder
BA
zelf geschreven teksten, gelezen publicaties
IV-6. Geïntegreerd beeld van het prehistorisch cultuurlandschap
BA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
IV-7. Bedenken van opgravings- en prospectiestrategieën voor het onderzoeken van ruimtelijke relaties tussen verschillende archeologische site-typen of tussen structuren binnen steden en/of tussen stad en land
MA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
IV-8. Zelfstandig uitwerken en interpreteren van gecompliceerde archeologische gegevenscomplexen en deze plaatsen in een breder maatschappelijk en wetenschappelijk debat
MA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
IV-9. Integreren en toepassen van kennis, vaardigheden en concepten om tot vernieuwende inzichten te komen over een onderzoeksonderwerp
MA
zelf geschreven teksten
Dit houdt in: kennis van ruimtelijke relaties tussen verschillende archeologische site-typen in deze periode, zoals akkersystemen, grafstructuren, heiligdommen, deposities en nederzettingen
1 7
Bewijsstukken
v-3
Zelfbeoordeling
Portfolio EVC Archeologie
Vaardigheden en kennis
Niveau
Bewijsstukken
Romeinse tijd IV-10. Globale kennis van de historische ontwikkelingen in de Romeinse wereld tussen ongeveer 100 voor Chr. en 400 na Chr.
BA
Cursussen en/of zelfgeschreven teksten en/of gelezen publicaties
IV-11. Globale kennis van de ontwikkelingen in de materiële cultuur van de Romeinse wereld (bouwkunst, beeldende kunst) tussen ongeveer 100 voor Chr. en 400 na Chr.
BA
Cursussen en/of zelfgeschreven teksten en/of STARRT
IV-12. Kennis van de belangrijkste hoofdperioden en veranderingsprocessen (sociaal-politiek, economisch en cultureel) gedurende de Romeinse tijd van Romeins Gallië en de Germaanse provincies in het Rijnland
BA
Zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
IV-13. Kennis van de belangrijkste archeologische site-typen zoals akkersystemen, grafritueel, heiligdommen, deposities en nederzettingen in de Romeinse provincies Gallia Belgica, Germania Inferior en Germania Superior
BA
Zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
IV-14. Kennis van de belangrijkste vindplaatsen m.b.t. de Romeinse tijd in Noordwest Europa, en Nederland in het bijzonder
BA
Cursussen en/of zelf geschreven teksten
IV-15. Geïntegreerd beeld van het Romeins cultuurlandschap
BA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
IV-16. Bedenken van opgravings- en prospectiestrategieën voor het onderzoeken van ruimtelijke relaties tussen verschillende archeologische site-typen of tussen structuren binnen steden en/of tussen stad en land
MA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
IV-17. Zelfstandig uitwerken en interpreteren van gecompliceerde archeologische gegevenscomplexen en deze plaatsen in een breder maatschappelijk en wetenschappelijk debat
MA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
IV-18. Integreren en toepassen van kennis, vaardigheden en concepten om tot vernieuwende inzichten te komen over een onderzoeksonderwerp
MA
zelf geschreven teksten
Omvat kennis van ontwikkelingen in politieke geografie, urbanisering, villa landschappen, cultus en religie, dodenrituelen en de discussie over romanisering
Dit houdt in: kennis van ruimtelijke relaties tussen verschillende archeologische site-typen in deze periode, zoals akkersystemen, grafstructuren, heiligdommen, deposities en nederzettingen
1 8
v-3
Zelfbeoordeling
Portfolio EVC Archeologie
Vaardigheden en kennis
Niveau
Bewijsstukken
Middeleeuwen IV-19. Globale kennis van de historische ontwikkelingen van de Romeinse wereld tussen ongeveer 100 voor Chr. en 400 na Chr. en de invloed ervan op Noordwest Europa
BA
Cursussen en/of zelfgeschreven teksten en/of STARRT
IV-20. Kennis van de belangrijkste hoofdperioden en veranderingsprocessen (politiek, religieus, economisch, landschappelijk, groepsculturen) gedurende de Middeleeuwen in Noordwest Europa (300 na Chr. – 1400 na Chr.)
BA
Cursussen, zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
IV-21. Kennis van de belangrijkste archeologische site-typen en hun ontwikkelingen in de Middeleeuwen in Noordwest Europa en Nederland in het bijzonder, zoals grafcomplexen, rurale en stedelijke nederzettingen en kloosters/kerken
BA
Zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
IV-22. Kennis van de belangrijkste vindplaatsen m.b.t. de Middeleeuwen in Noordwest Europa en Nederland in het bijzonder
BA
Cursussen, zelf geschreven teksten
IV-23. Geïntegreerd beeld van het Middeleeuws cultuurlandschap
BA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
IV-24. Bedenken van opgravings- en prospectiestrategieën voor het onderzoeken van ruimtelijke relaties tussen verschillende archeologische site-typen of tussen structuren binnen steden en/of tussen stad en land
MA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
IV-25. Zelfstandig uitwerken en interpreteren van gecompliceerde archeologische gegevenscomplexen en deze plaatsen in een breder maatschappelijk en wetenschappelijk debat
MA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
IV-26. Integreren en toepassen van kennis, vaardigheden en concepten om tot vernieuwende inzichten te komen over een onderzoeksonderwerp
MA
zelf geschreven teksten
Omvat kennis van de kernthema's in de Middeleeuwse archeologie, zoals Christianisering, verstedelijking, opkomst groepsculturen (burgers, krijgers, boeren, priesters)
Dit houdt in: kennis van ruimtelijke relaties tussen verschillende archeologische site-typen in deze periode, zoals grafstructuren, rurale/stedelijke nederzettingen, kerkelijke/wereldlijke domeinen, nijverheid
1 9
v-3
Zelfbeoordeling
Portfolio EVC Archeologie
Vaardigheden en kennis
Niveau
Bewijsstukken
Nieuwe tijd IV-27. Kennis van de globale historische ontwikkelingen van de volle Middeleeuwen in Noordwest Europa (1000-1300 na Chr.)
BA
Cursussen en/of zelfgeschreven teksten en/of STARRT
IV-28. Kennis van de hoofdperioden en veranderingsprocessen (economisch, politiek, cultureel, technologisch, landschappelijk) gedurende de Nieuwe Tijd in Noordwest Europa (1400 na Chr. – 1950)
BA
Zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
IV-29. Kennis van de belangrijkste archeologische site-typen, zoals rurale/stedelijke nederzettingen, nijverheid en infrastructuren in de Nieuwe Tijd in Noordwest Europa en Nederland in het bijzonder
BA
Zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
IV-30. Kennis van de belangrijkste vindplaatsen m.b.t. de Nieuwe Tijd in Noordwest Europa en Nederland in het bijzonder
BA
Cursussen en/of zelf geschreven teksten
IV-31. Geïntegreerd beeld van het Vroeg moderne cultuurlandschap
BA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
IV-32. Bedenken van opgravings- en prospectiestrategieën voor het onderzoeken van ruimtelijke relaties tussen verschillende archeologische site-typen of tussen structuren binnen steden en/of tussen stad en land
MA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
IV-33. Zelfstandig uitwerken en interpreteren van gecompliceerde archeologische gegevenscomplexen en deze plaatsen in een breder maatschappelijk en wetenschappelijk debat
MA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
IV-34. Integreren en toepassen van kennis, vaardigheden en concepten om tot vernieuwende inzichten te komen over een onderzoeksonderwerp
MA
zelf geschreven teksten
Omvat kennis van globalisering, opkomst geldeconomie, civilisatietheorie, sociale stratificatie, opkomst luxe-producten, expansie overzee, bouwgeschiedenis
Dit houdt in: kennis van ruimtelijke relaties tussen verschillende archeologische site-typen in deze periode, zoals rurale/stedelijke nederzettingen, nijverheid, regionale infrastructuren en internationale relaties
2 0
v-3
Zelfbeoordeling
Portfolio EVC Archeologie
Vaardigheden en kennis
Niveau
Bewijsstukken
Ecologische archeologie
2 1
IV-35. Kennis van de ontwikkeling van de relatie tussen mens en dier vanaf de pre- en protohistorie, in samenhang met de omgeving
BA
Cursussen en/of zelfgeschreven teksten en/of STARRT
IV-36. Kennis van de exploitatie van de natuurlijke vegetatie, waarbij zowel de akkerbouw, domesticatie als de introductie en handel in cultuurplanten aan bod komen
BA
Cursussen en/of zelfgeschreven teksten en/of STARRT
IV-37. Kennis van de wijze waarop onderzoek naar subfossiele plantenresten en dierresten kan worden uitgevoerd
BA
Cursussen en/of zelfgeschreven teksten en/of STARRT
IV-38. Kennis van wat onderzoek naar ecologische resten kan opleveren voor archeologisch onderzoek, bijvoorbeeld in de vorm van landschap- of klimaatreconstructies, reconstructie van voedingspatronen, uitwisselingsnetwerken en culturele rituelen
BA
Cursussen en/of zelfgeschreven teksten en/of STARRT
IV-39. Kennis van de belangrijke onderzoeksmethoden en -technieken in de archeologie afkomstig uit de archeobotanie en zoöarcheologie
BA
Cursussen en/of zelfgeschreven teksten en/of STARRT
IV-40. Begrip van de wijze waarop dergelijke technieken kunnen worden opgenomen in een archeologisch onderzoek en hoe deze tijdens veldwerk moeten worden toegepast
BA
Cursussen en/of zelfgeschreven teksten en/of STARRT
IV-41. Bemonsteren en determineren van ecologische gegevens, en interpreteren van deze gegevens in relatie tot vraagstellingen over een archeologische vindplaats
MA
STARRT
IV-42. Bedenken van opgravings- en prospectiestrategieën voor het onderzoeken van ruimtelijke relaties tussen verschillende archeologische site-typen of tussen structuren binnen steden en/of tussen stad en land
MA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
IV-43. Zelfstandig uitwerken en interpreteren van gecompliceerde archeologische gegevenscomplexen en deze plaatsen in een breder maatschappelijk en wetenschappelijk debat
MA
zelf geschreven teksten en/of STARRT (ev. referentenverklaring)
IV-44. Integreren en toepassen van kennis, vaardigheden en concepten om tot vernieuwende inzichten te komen over een onderzoeksonderwerp
MA
zelf geschreven teksten
v-3
Zelfbeoordeling
Portfolio EVC Archeologie
Productenlijst
Nummer product
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 Tot maximaal 40
2 2
v-3
Naam product
Bewijs voor eindterm(en)
Onderbouwing
Portfolio EVC Archeologie
Bijlage: voorbeeld STARRT-beschrijving
Bewijsnr 34: STARRT voor onderbouwing competentie III-19: Zelfstandig uitwerken en interpreteren van gecompliceerde archeologische gegevenscomplexen en deze plaatsen in een breder maatschappelijk en wetenschappelijk debat. (Romeinse Tijd) 1. Situatie: Ik heb gewerkt aan een grootschalige gebiedsinventarisatie van Romeinse sites in gebied X (gemeenten a, b, en c, zie ook bewijsmaterialen 44, 46, 47). 2. Taak: - Inventarisatie van bekende en waarschijnlijke locaties met archeologische spoor- en vondstcomplexen op basis van bestaande bronnen (ARCHIS, CMA, CAA), archiefmateriaal (historisch kaartmateriaal), en amateurgegevens (heemkundeverenigingen etc.). - Analyse van de landschappelijke kenmerken van deze gebieden - Opstellen van een zogenaamd archeologisch verwachtingsmodel op basis van bodemkundiglandschappelijke en historisch-landschappelijke kenmerken. 3. Activiteiten: Naast uitvoering van de bovenstaande taken heb ik de geïnventariseerde archeologische gegevens samengevoegd in een geografisch informatiesysteem en analoog in de vorm van archeologische waarden- en verwachtingskaarten met bijhorende inhoudelijke toelichting gerapporteerd. 4. Resultaat: Op gemeentelijke toepassingsniveau uitgewerkte detailkarteringen (kaartschalen 1:10.000 en 1:15.000) van archeologisch relevante landschappelijke zones, inclusief verwachtingswaarde en zones met bekende vindplaatsen. Tevens een hoofdstuk met prioriteiten- en actiepunten voor de (verdere) ontwikkeling van autonoom gemeentelijk archeologiebeleid. 5. Reflectie: De GIS-omgeving (binnen het bedrijf) waar ik de bovenstaande, veelsoortige informatie heb verwerkt, is zeer efficiënt en biedt bovendien een schat aan detailkennis. Dit biedt een goede basis voor een verdere kwalitatief volwaardige uitvoering van Malta-onderzoek. Daar is onder andere door mij behoorlijk in geïnvesteerd, ondanks de geringe kosten die in een dergelijk onderzoek kunnen worden gestoken. 6. Transfer: Ik heb in deze situatie als (senior) projectleider, onderzoeker en auteur zeer diverse sets archeologische data (vondstmateriaal, landschap, gearchiveerde data, AHN-data) gesynthetiseerd tot een voor maatschappelijk gebruik toegesneden product. In wetenschappelijke zin is vooral de verdieping die is aangebracht tussen de landschappelijke context enerzijds en de aard en verspreiding van archeologische complexen anderzijds van belang. Het inzichtelijk maken van die dwarsverbanden tussen landschap, landgebruik en archeologie is van groot belang voor het vergroten van draagvlak voor archeologie, en voor geïsoleerde archeologische onderzoeken in betreffende gebieden.
2 3
v-3