Afdeling. Postbus Bah. door: Afd. Hoofd 1 AWB..-weken 1 V

rombüu

PROVINSJB r R Y S U A N

Doe. nr.: Class, nr. aan

College van Gedeputeerde Staten van Fryslan Afdeling Stêd en Platteiän Postbus 20120 8900 HM LEEUWARDEN

Ingek.:

'2 Bipl 2015

Afdeling. Bah. door: Afd. Hoofd 1 AWB . .-weken 1

V

voor kennisg. aa ngenomen/tel. afgedaan

betreft referentie datum

aanvraag Nbwetvergunning Mts. P., M.E.A. en P.A.J. Lekkerkerker te Giekerk AS/JV/706/112-54827 27 juli 2015

Geachte heer, mevrouw, Namens Mts. P., M.E.A. en P.A.J. Lekkerkerker, Canterlandseweg 67 te (9061 CA) Giekerk, doe ik u hierbij in vijfvoud toekomen de aanvraag vergunning Natuurbeschermingswet 1998 voor de locatie Canterlandseweg 67 te Giekerk. Ik wil u verzoeken de aanvraag in behandeling te nemen. Graag ontvang ik een ontvangstbevestiging van deze aanvraag. Met vriendelijke groet.

ingTA. (Arjan) Sinnige adviseur ruimtelijke ordening en milieu

Zwartewaterallee 14 Postbus 240

t

(088) 888 66 61

[email protected]

8000 AE Zwolle

f

(088) 888 66 62

www.rombou.nl

Dit aanvraagformulier is nodig om een Natuurbeschermingswet (Nb-wet) vergunning aan te vragen. Dat moet ais het gaat het om een activiteit (plan of handeling) die een negatief effect kan hebben op (één van) de beschermde natuurgebieden in Frysiên.

~J9. >aaKraJbfeT!t^^..lï'^tve^^

-'ta..A^,^ -arî^^K*-- .•»:

Algemene gegevens

1.1

Aanvrager of gemachtigde Organisatie Naam

1.2

: Rombou B. V. ® dhr. O f evr.

ing. A. (Arjan) Sinnige

Straat

: Zwartewateraliee

Postcode en plaats

: 8031 DX Zwolle

Telefoonnummer

: 088 888 6661

Faxnummer

: 088 888 6662

E-mailadres

: [email protected]

huisnr. 14

Gebruiker Organisatie Naam

: Mts. P., M.E.A. en P.A.J. Lekkerkerker (§) dhr. O few.

P.A.J. Lekkerkerker

Straat

Canteriandseweg

Postcode en plaats

9061 CA Giekerk

huisnr. 67

Telefoonnummer Faxnummer E-mailadres

1.3

Locatie activiteit straat

Canteriandseweg

Postcode en plaats

9061 CA G iekerk

huisnr. 67

Omschrijving locatie*

Kadastrale gegevens Ligging in gemeente

: Tytsjerksteradiel

Voeg als bijlage een topografische kaarte bij. Zie 4.7.

* Indien locatie niet is gekoppeld aan een huisadres.

Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)

1.4

Natuurgebied(en) waarop project/handeling effect heeft* Naam

Aide Feanen Waddenzee Duinen Terschelling Duinen Am eland

1.5

Korte omschrijving hoofdlijnen van de activiteit. De maatschap realiseert met h aar bedrijf al mee rdere jaren een gestage groei tot de huidige ca. 200 melkkoeien en bijbehorende jongvee. Ook de komende periode wordt verwacht het bedrijf hoofdzakelijk uit eigen aanwas door te laten groeien. Het is de ondernemers gebleken dat voor een toename in vee ten opzichte van haar PAS-referentie er, ook voor de ruimte binnen haar milieuvergunning, in he t kader van de Natuurbeschermingswet 1998 toestemming benodigd is. Het bedr ijf beschikt tot dusver niet over een dergelijke vergunning en wil deze via deze weg aanvragen voor 342 melkkoeien en 102 stuks jongvee.

Voeg a/s bijlage een situatietekening bij. Zie 4.2.

1.6

1.7

Welke Nb-wetvergunning vraagt u aan? n

Nieuwe activiteit, waarvoor niet eerder een Nb-wetvergunning is verleend. Ga door naar vraag 1.9.

(2

Bestaande activiteit, waarvoor niet eerder een Nb-wetvergunning is verleend. Ga door naar vraag 1.9.

r~l

Bestaande activiteit, waarvoor eerder een Nb-wetvergunning is verleend.

Gegevens laatst verleende Nb-wetvergunning Naam activiteit Datum vergunning Nummer vergunning Voeg een afschrift bij van eerder verleende vergunningen. Zie 4.3.

* Maak hiervoor gebruik van de beschikbare gebiedsinformatie Bijvoorbeeld via: www.fryslan nl/nb-wet.


1.8

Wat is er veranderd ten opzichte van de laatst verleende vergunning?

1.9

Gaat het om een vergunning met bepaalde of onbepaalde tijd? n Bepaalde tijd, van f/l

1.10

tot

Onbepaalde tijd

Welke andere vergunningen vraagt u aan? Bijvoorbeeld; bouwvergunning, aanlegvergunning, milieuvergunning, vergunning in gevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo), ontheffing Flora- en faunawet etc.

Soort vergunning

Datum aanvraag

Aanvragen/aangevraagd bij (instantie en afdeling)

1. N.v.t. 2. 3. 4. 5. 5.

Voeg zo mogelijk een afschrift toe van (een aanvraag om) andere vereiste vergunningen voor de voorgenomen activiteit. Zie 4.4


^

I

2 2.1

•'»'i—fc'.'. .d f&V..- c

~

vi.ysâiAj'i.'^ •a-'t^-»? >.»••-,-. ',-a..

Beschrijving van de activiteit

Geef een gedetailleerde beschrijving van uw activiteit. Voor de beoordeling van uw aanvraag is het nodig om de effecten van uw activiteit op het betreffende natuurgebied inzichtelijk te maken. Wij vragen u daarom een gedetailleerde beschrijving te geven van de voorgenomen activiteit. Benoem daarbij de aspecten van de activiteit die effect kunnen hebben op het gebied (habitattypen) en aanwezige relevante soorten.Maak bij de beschrijving, indien relevant, onderscheid in de fase die nodig is voor het ontwikkelen en voorbereiden van de 'activiteit' (de aanlegfase) en de fase waarin de 'activiteit' wordt gebruikt of uitgevoerd (gebruiksfase).Besteed in ieder geval aandacht aan de volgende onderwerpen, indien ze van toepassing zijn:

a) Heeft de activiteit effect op de omvang (ruimtebeslag) van het natuurgebied? b) Wordt het gebied door de activiteit verdeeld in meerdere (losse) gebieden (versnippering)? c)

Heeft de activiteit effect op de kwaliteit en/ of kwantiteit van het grondwater, zoalswijzigingen in grondwaterstanden of veranderingen in de stroming van het water?

d) Heeft de activiteit effect op de kwaliteit en/ of kwantiteit van het oppervlaktewater, bijv. verlaging van het waterpeil? e) Wordt het gebied door de activiteit verstoord als gevolg van verkeersbewegingen? Bijv. door parkeren, (toename van) recreatiedruk, wegafsluitingen, omleidingen, etc. f)

Wordt er bij de activiteit gebruik gemaakt van machines of andere apparatuur, zoals bulldozers, kranen, vrachtwagens, etc ?

g) Welke werktijden of uitvoeringstijden horen bij de activiteit? Zijn deze werktijden bijv. dagelijks en/ of seizoensgebonden? h) Is er sprake van geluidsbelasting in het gebied door de activiteit? 1)

Heeft de activiteit invloed op huidige verlichting en duisternis in het gebied? Bijv. door het plaatsen van lichtmasten.

j)

Is het (bedrijfsmatig) houden van dieren onderdeel van de activiteit? Zo ja, welk effect heeft dit op het gebied? U kunt denken aan verzuring of verontreiniging.

k)

Is er sprake van ontgronding, egalisering of andere ingrepen in de bodem?

I)

Ontstaan er trillingen in de bodem door de uitvoering van uw activiteit?

m) Hoe past u het uiterlijk en/ of de fysieke omvang van de activiteit in het landschap? n) Betrek bij de beschrijving van de mogelijke effecten de gevoeligheid van habitattypen en soorten voor storingsfactoren, zoals deze in 2.2. zijn beschreven.


Beschrijving activiteit;

Het houden van melk- en jongvee, zie voor uitgebreide beschrijving de Verstorings- en verslechteringstoets in de bijlage. a) Heeft de activiteit effect op de omvang (ruimtebeslag) van het n atuurgebied? Nee, de veehouderij ligt op meerdere kilometers van de nabij gelegen gebieden. b) Wordt het gebied door de activiteit verdeeld in m eerdere (losse) gebieden (versnippering)? Nee c) Heeft de activiteit effect op de kwaliteit en/ of kwantiteit van het grondwater, zoals wijzigingen in grondwaterstanden of veranderingen in de stroming van het water? Nee d) Heeft de activiteit effect op de kwaliteit en/ of kwantiteit van het oppervlaktewater, bijv. verlaging van het waterpeil? Nee e) Wordt het gebied door de activiteit verstoord als gevolg van verkeersbewegingen? Bijv. door parkeren, (toename van) recreatiedruk, wegafsluitingen, omleidingen, etc. Nee, de aan- en afvoerwegen lopen niet door stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. f) Wordt er bij de activiteit gebruik gemaakt van machines of andere apparatuur, zoals bulldozers, kranen, vrachtwagens, etc.? De veehouderij maakt gebruik van tractoren en reguliere landbouwmachines. g) Welke werktijden of uitvoeringstijden horen bij de activiteit? Zijn deze werktijden bijv. dagelijks en/ of seizoensgebonden? De werkzaamheden vinden vo ornamelijk plaats in de dag en de avond. Incidenteel in de nacht. h) Is er sprake van geluidsbelasting in h et gebied door de activiteit? Nee, de afstand tot de gebieden voorkomt geluidhinder. i) Heeft de activiteit invloed op huidige verlichting en duisternis in het gebied? Bijv. door het plaatsen van lichtmasten. Nee, grote afstand tot gebieden en stalverlichting in de nok van de stal. j) Is het (bedrijfsmatig) houden van dieren onderdeel van d e activiteit? Zo ja, welk effect heeft dit op het gebied? U kunt denken aan verzuring of verontreiniging. Ja, zie Aerius-bijlagen. k) Is er sprake van ontgronding, egalisering of andere ingrepen in de bodem? Nee. I) Ontstaan er trillingen in de bodem door de uitvoering van uw activiteit? Nee. m) Hoe past u h et uiterlijk en/ of de fysieke omvang van de activiteit in het landschap? In een eerder stadium is voor het plan reeds een advies uitgebracht, n) Betrek bij de beschrijving van de mogelijke effecten de gevoeligheid van habitattypen en soorten voor storingsfactoren, zoals deze in 2.2. zijn beschreven. De depositie is berekend op de relevante stikstofgevoelige habitattypen. Zie hiertoe de bijgevoegde Aeriusberekeningen in de bijlage.


2.2

Welke habitattypen en diersoorten worden mogelijk verstoord? Geef in onderstaande tabel aan op welke soorten natuur (zoals Vochtige Heiden of Blauwgraslanden) en aanwezige diersoorten in het gebied (zie gebiedsinformatie) de voorgenomen activiteit mogelijk een verstorend effect heeft. U kunt de tabel invullen met behulp van informatie op de website www.synbio5ys.alterra.nl/natura2000/effectenindicator.aspx Deze site geeft per natuurgebied (Natura-2000 gebieden) informatie over de effecten waarvoor aanwezige habitattypen en soorten gevoelig zijn én in welke mate.

Storende factoren

vt Qi

X o;

>01

10

'c w

at

c

at O

a O

>

a >

0 01

c

c

tOi

Q.

Habitattypen

o> c

]o)

01 Ol

•ö

'S 01
u

•—

Diersoorten

G

Gevoelig voor deze storende factor

ZG

=

Zeer gevoelig voor deze storende factor

NG

=

Niet gevoelig voor deze storende factor

?

=

Niet voldoende informatie om hierover een uitspraak te doen

NVT =

Deze storende factor is op deze natuurwaarde niet van toepassing

Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998(Nb-wet)

2.3

Van welke stapeling van negatieve effecten is er sprake? Het is mogelijk dat er in een gebied meer activiteiten zijn of worden uitgevoerd. Dit kande (negatieve) effecten op het gebied versterken omdat ze zich opstapelen(cumulatie). Geef aan of én in welke mate er sprake is van een stapeling van negatieve effecten op de habitattypen en op de aanwezige relevante soorten. Bij de beoordeling van uw aanvraag wordt (alleen) uitgegaan van voorgenomen of reeds uitgevoerde activiteiten in of nabij het betreffende gebied waarover een formeel besluit genomen is. Voor informatie hierover kunt u vaak terecht bij de gemeente. n.v.L

2.4

Middels welke maatregelen kunt u de verstoringen beperken? Welke maatregelen kunt u binnen de uitvoering van uw activiteit ondernemen omeventuele schade en/of verstoring te beperken (mitigatie)? Geef aan op welke wijze deze maatrege len de negatieve effecten op het gebied (habitattypen) en/of aanwezige relevante soorten verminderen. Maak bij de beschrijving onderscheid in de fase die nodig is voor het ontwikke len en voorbereiden van de 'activiteit' (de aanlegfase) en de fase waarin de 'activiteit' wordt gebruikt of uitgevoerd (gebruiksfase). Let op! Maatregelen kunnen door u zelf meegenomen worden binnen de opzet van uw activiteit en/of opgelegd worden via de voorwaarden die verbonden zijn aan de verleende vergunning. Voorbeelden van mitigerende maatregelen; • het tijdsschema (timing en duur) van de uitvoering. Bijvoorbeeld geen werkzaamheden tijdens het voortplantingsseizoen van een bepaalde soort; • de wijze van uitvoering (in termen van werkzaamheden) en het gebruiktematerieel. Bijvoorbeeld het gebruik van een bepaald type baggermachine op eenovereengekomen afstand van de oever; • alternatieve bouwtechnieken. Bijvoorbeeld boren in plaats van heien, • afscherming van geluid, licht en andere verstoringsbronnen. • afbakening van delen van het gebied die in geen geval mogen worden betreden


n.v.t.

Let op! Indien uit de aanvraag blijkt dat de activiteit onherstelbare, negatieve effecten kan hebben op het gebied en/of aanwezige relevante soorten, kan de provincie Fryslan u vragen om een aanvullende analyse: de zogenaamde 'passende beoordeling'. De provincie neemt in dat geval contact met u op. Heeft u voor het indienen van uw aanvraag vragen over het uitvoeren van een eventuele 'passende beoordeling', dan adviseren wij u om zelf contact op te nemen met de provincie Fryslan.


3

Voorwaarden en verplichtingen

De aanvrager verklaart: 3.1

alle gegevens naar waarheid te hebben verstrekt.

3.2

bekend te zijn met het feit dat bij wijziging in de omstandigheden die van belang zijnvoor de beoordeling van de vergunningaanvraag, dit zo spoedig mogelijk door te geven aan de provincie Fryslan onder vermelding van het nummer waaronder de aanvraag in behandeling is;

3.3

dat de aanvrager alie gewenste inlichtingen met betrekking tot de voor de beoordeiingen controle benodigde gegevens ter stond en naar waarheid zal verstrekken aan demet behandeling en controle van de aanvraag en vergunning belaste ambtenaren;

3.4

ermee bekend te zijn. dat de vergunning meteen wordt ingetrokken indien hij/zij één of meer uit zijrVhaar vergunning voortvloeiende verpiichtingen niet nakomt dan wel in het kader van de aanvraag van deze vergunning onjuiste gegevens heeft verstrekt; voortsdat de vergunning kan worden gewijzigd of ingetrokken als de omstandigheden zodanig zijn gewijzigd dat deze niet verleend zou zijn op het tijdstip waarop de vergunning is verleend;

Ondertekening Ondergetekende, de aanvrager of degene die bevoegd is namens de aanvrager te handelen via machtiging, verklaart deze aanvraag en de daarbij behorende bijlage(n) naar waarheid te hebben opgesteld.

Plaats:

Zwolle

Datum:

27 juli 2015

Naam ondertekenaar:

ing. A. (Arjan) Sinnige

Functie / hoedanigheid ondertekenaar:

adviseur (gemachtigde)

Machtiging (bijvoegen indiende aanvraag niet door de aanvrager zelf is ondertekend):

Flandtekening :


romb u

Projecttoelichting Aanvraag Natuurbeschermings wetvergunning Mts. P., M.E.A. en P.A.J. Lekkerkerker, Canterlandseweg 67 te Giekerk

Opdrachtgever Naam

Mts. P., M.E.A. en P.A.J. Lekkerkerker

Postadres

Canterlandseweg 67, 9061CA Giekerk

Projectnummer

112-54827 Rombou

Bezoekadres

Zwartewaterallee 14,8031 DX Zwolle

Postadres

Postbus 240, 8000 AE Zwolle

Datum

27 juli 2015

Status

definitief

Projectleider

A. (Arjan) Sinnige

Telefoon

(088) 888 66 61

Fax

(088) 888 66 62

E-mail

[email protected]

Inhoudsopgave 1

INLEIDING

3

2

BEOOGDE SITUATIE EN PROJECTEFFECT

4

3

PAS REFERENTIE

5

4

ACTIVITEIT

7

BIJLAGEN

1.

Machtiging

2. 3.

Tekening beoogde situatie Aerius projecteffect

4.

Mail overschrijding grenswaarde Waddenzee

5.

Vigerende vergunning

6.

Administratieve dieraantallen

7.

Aerius activiteiteffect

romb u

1 Inleiding

Deze toelichting is bedoeld als bijlage bij de aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning. Op het adres Canterlandseweg 67 te Giekerk is de melkveehouderij Mts. P., M.E.A. en P.A.J. Lekkerkerker gevestigd. De maatschap realiseert met haar bedrijf al meerdere jaren een gestage groei tot de huidige circa 200 melkkoeien en bijbehorende jongvee. Ook de komende periode wordt verwacht het bedrijf hoofdzakelijk uit eigen aanwas door te laten groeien. Het bedrijf heeft binnen de door gemeente verleende vergunning nog ruimte voor de groei naar circa 340 melkkoeien en bijbehorende jongvee. Voor een groot gedeelte is deze stalruimte reeds aanwezig, een deel moet door interne aanpassingen nog worden gerealiseerd. Het is de ondernemers gebleken dat voor een toename in vee ten opzichte van haar PASreferentie er, ook voor de ruimte binnen haar milieuvergunning, in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 toestemming benodigd is. Het bedrijf beschikt tot dusver niet over een dergelijke vergunning. In deze toelichting worden de verschillende uitgangspunten van het project nader toegelicht,

lAATSCHAP LEKKÉRKFRKFP Tb" GIEKERK

Beoogde situatie en projecteffect Beoogd wordt verdere groei van de melkveehouderij naar de bij gemeente vergunde omvang van 342 melkkoeien en 102 stuks jongvee binnen de bestaande gebouwen. Het bedrijf is momenteel in werking o.b.v. de op 11 mei 2010 verleende oprichtingsvergunning Wet Milieubeheer i.c.m. de op 4 juli 2014 verleende Omgevingsvergunning inclusief milieuneutrale verandering. Uit de milieutekening blijkt onderstaande verdeling van dierplaatsen binnen het bedrijf, dit is eveneens de beoogde bedrijfssituatie. Ammoniak Stalsysteem stal

Diersoort

Emissie stalsysteem

Totale emissie kg

kgNHi/per dierplaats

NH3 per stal

Aantal (RAV-code) —

1

stal 2

jongvee

A 3.100

40

4,4

176,0

stal 4

melkkoeien

A 1.100

236

13

3068,0

stal 5

melkkoeien

A 1.100

106

13

1378,0

melkkoeien

A 3.100

46

4,4

202,4

jongvee

A 3.100

16

4,4

70,4

totaal

4894,8

1

iglo's

Het bedrijf beschikt momenteel niet over een Natuurbeschermingswetvergunning. Voor de berekening van het projecteffect is in Aerius zodoende de totale beoogde situatie ingevoerd. Uitkomst is dat de beoogde depositie kleiner is dan 1 m ol op de te beoordelen gebieden. In dit geval zou een melding kunnen volstaan. Het programma Aerius geeft echter in een e-mail aan dat de aanvraag niet als melding kan worden opgenomen aangezien de beschikbare ruimte voor meldingen niet groot genoeg is. Blijkbaar is de grenswaarde van één of meerdere van de nabije gebieden overschreden, dit maakt de aanvraag vergunningplichtig. Zowel de berekening van het projecteffect als ook de e-mail betreffende de grenswaarde zijn als bijlagen toegevoegd.

1

romb u

3

PAS referentie 1 januari 2015 vergunde situatie Het bedrijf was op 1januari 2015 en is momenteel in werking o.b.v. de op 11 mei 2010 verleende oprichtingsvergunning Wet Milieubeheer i.c.m. de op 4 juli 2014 verleende Omgevingsvergunning inclusief milieuneutrale verandering. Sinds 2010 beschikt het bedrijf over een vergunning voor het houden van 342 melkkoeien en 102 stuks jongvee in meerdere stallen. In 2014 is gebleken dat er in de vergunning van 2010 een aantal fouten zaten. M.b.v. een milieuneutrale verandering zijn deze fouten hersteld. Uit de tot de milieuneutrale melding behorende milieutekening blijkt onderstaande verdeling van dierplaatsen binnen het bedrijf Ammoniak Emissie stalsysteem

Stalsysteem Stal

Diersoort

Totale emissie kg

Aantal (RAV-code)

NH3 per stal

dierplaats

1

stal 2 stal 4

jongvee

A 3.100

40

4,4

melkkoeien

A 1.100

236

13

3068,0

melkkoeien

A 1.100

106

13

1378,0

melkkoeien

A 3.100

46

4,4

202,4

jongvee

A 3.100

16

4,4

176,0 1

1

stal 5 ; 1

iglo's

70,4 1

1

i

totaal

4894,8

Grootste feitelijk gehouden dieren De ondernemers hebben gegevens overlegd van de feitelijk gehouden dieren tussen 1 januari 2012 en 31 december in 2014. Gebleken is dat op het bedrijf op 10 december -2014 de volgende dieren aanwezig waren (de stukken zijn ais bijlage toegevoegd). Ammoniak Emissie stalsysteem

Stalsysteem

Totale emissie kg

Aantal

Diersoort

(RAV-code) melkkoeien jongvee i fokstieren

13 !

2548,0

A 1.100

196

A 3.100

92

4,4

404,8

A 7.100

5

6,2

31,0

2983,8 !

..AtSCHAP LEKKERKÊHKÉK

blEKER-'.

PAS referentie Het feitelijke aantal gehouden stuks melkkoeien en jongvee blijken passende binnen de vergunning. De 5 fokstieren zijn weliswaar niet bij gemeente vergund, maar vallen wel onder de hoofdcategorie rundvee en mogen zodoende worden meegerekend. Het bedrijf beschikt zodoende over onderstaande PAS-referentie. Ammoniak Staisysteem Stal

Diersoort

Totale emissie kg

kg NH3 /per dierplaats

NHs per stal

Aantal (RAV
Stal 2

Emissie staisysteem

jongvee

A 3.100

40

4,4

fokstieren

A 7.100

5

6,2

i

176,0 31,0

1

Stal 4

melkkoeien

A 1.100

180

13

2340,0

stal 5

melkkoeien

A 1.100

16

13

208,0

melkkoeien

A 3.100

46

4,4

202,4

jongvee

A 3.100

6

4,4

26,4

totaal

2983,8

Inglo's

1

1

romb u

4

Activiteit De activiteit is de beoogde groei tot de bij de gemeente vergunde omvang t.o.v. de PAS-referentie. Met Aerius is het verschil in depositie op de omliggende Natura 2000-gebieden inzichtelijk gemaakt (zie bijlage). Dit effect is kleiner dan 3 mol, en zou zodoende op basis van de vastgestelde beleidsregels kunnen worden vergund.

: ÂTSCHAP LEKKERKERKCR TE GiFKERK

romb u

Bijlage 1 Machtiging

rombou Machtiging

Ondergetekende, de heer P.A.J. Lekkerkerker, wonende aan Canterlandseweg 67 te (9061 CA) Gytsjerk, machtigt hierbij de heer ing. A. (Arjan) Sinnige, werkzaam bij Rombou B.V., Zwartewateraliee 14 te (8031 DX) Zwolle, om namens Mts. P., M.E.A. en P.AJ. Lekkerkerker een melding als bedoeld in artikel 8 van de 'Regeling programmatische aanpak stikstof of een aanvraag om vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 in te dienen voor "het veranderen van" de veehouderij aan Canterlandseweg 67 te Gytsjerk. Daarbij machtigt ondergetekende ing. A. Sinnige voornoemd namens hem nadere stukken in te dienen ofte ontvangen en desgewenst een nadere mondelinge toelichting te geven. Eén en ander met het recht van substitutie. Aldus verklaard en ondertekend te Gytsjerk, d.d. 8 juli 2015

P.A.J. Lekkerkerker

romb u

Bijlage 2 Tekening beoogde situatie

RENVOOI QEBOUWEN

RENVOOI VEE

CONSTRUCTIC CONSTRUCTie

ossouw

CONSTRUCTIE

assouw 1

FUNCTIE

AANTAL

VWWWWUW1 «UUIik-MjN

OfiBOUW 2

•MMK HM

OCBOUW 4

biftMMI«.

m

OSBOUW ft

UQMMMt

m

OEBOUW ft

«lllliftMBIW

8UITSN

M.Wft Mft

TOTABI.

OMOUW1

niNVOOI

•

OEBOUW 2

VEE

r TTTT

8TALBVBTEEM RAWÔE

M

ttlMIOMBft

«Ml

tfIMNUM»

«ftWU

«

iTiM 1 II1II ns n

«>

u

inn VMUMLUI MMZ

«a

4M

888 rrrrrrrrrr

r—

(-1

11X38 Ml

10X30 Hl

10X30 Hl

10X30 Hl

© 900

TERREININDELING MBM»

HILIEUTCKCNINC MTS. P.J i£.A. CN P AJ. LCKKERKERK»

NI»

83-06-2014

«CMK»

CANTCRLANDSCWCG 6 7 9061 CA GYTJERK liRKLD

13038 - Ol

rrrrrrrrrr

romb u

Bijlage 3

Aerius projecteffect

Calculation Situation ^ • Characterization Emission • Deposition nature areas • Deposition habtitat types

Calculation for permit

AERIUS B CALCULATOR Contact

Activity

Total emission

Legal entity

Location

Rombou

Canterlandseweg 67, Giekerk

Description

AERIUS reference

Mts Lekkerkerk

2EiYAiy6vc

Calculation date

Calculation year

24 July 2015,12:29

2015

situationi

4,894.80 kg/y

Deposition Highest project contribution (mol/ha/y)

Nature area

Province

Aide Feanen

Friesland

Situation 1

0.36

Explanation

projecteffect


Situationi

2EIYAiy6vc (24 July 2015) page 2/22


Location


•"»"«faiik

Sltuationi

2EIYAiy6vc (24 July 2015) page 3/22


Emission Situation 1

Anlm al

Name

Stal 2

Location (X.Y)

187335.583889

Height

5.0 m

Heat content

0.0 mW

NH3

176.00 kg/y

RAV code

Description

A 3-100

overige huisvestingssystemen (Rundvee; vrouwelijk jongvee tot 2 jaar) (Overig)

Amount Substa nee

Name Location (X.Y)

NM?

3,068.00 kg/y


RAV code

Description

yy

A 1.100

overige huisvestingssystemen (Rundvee; melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar) (Overig)

Situation 1

4.400

176.00 kg/y

Emission factor (kg/animal/y)

Emission

Stal 4 187299.583834

Heat content

Anlm al

Emission

40 NH3

5.0 m 0.0 mw

Height


Amount Substa nee

236 NH3

13.000 3,068.00 kg/y

zEi YAiySvc (24 July 2015) page 4/22


Anim al

yy


Name

Stal 5

Location (X.Y)

187337,583857

Height

5,0 m

Heat content

0.0 mW

NH3

1,580.40 kg/y

RAV code

Description

A 1.100


A 3.100


Amount Substa nee

Emission

106 NH3

13.000

1,378.00 kg/y

46 NH3

4.400

202.40 kg/y


Emission

Name

Iglo's

Location (X,Y)

187344,583903

Height

5-0 m

Heat content

0.0 mW

NH3

70.40 kg/y

Anim al

RAV code

Description

^

A 3.100


Situation 1


Amount Substa nee

16 NH3

4.400

70.40 kg/y

zEi YAiy6vc(24 July 2015) page 5/22


Deposition

• /• / ^

\

Nootd«nveld

-ht*

"!i

FQctit»l^rvegn | IhÜ

Miilden-Dr^nth*

kj_ '> ^ • "jS,^

^ •A. ^

f

Highest projectcontribution (Aide Feanen)

^

/£\ Highest projectcontribution per nature area

\

Vi/•', 10 KtTt

z'!o™no-Ffm.woi
- •

j(^t Habitatrichtlijn Vogelrichtlijn ^1^ Bescherm natuurmonument ^ Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn A Habitatrichtlijn, Bescherm natuurgebied Vogelrichtlijn, Bescherm natuurgebied A Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn, Beschermd natuurgebied


Situation!

aEiYAiySvc (ar) July 2015) page 6/22


Deposition PAS areas

Highest project contribution (mol/ha/y) Situation 1

Exceedanc e critica i load

Deposition space available

Fochteloërveen

0.07

Aide Feanen

0.36

O

Duinen Vlieland

0.05

O

Duinen Terschelling

0.10

O

Wijnjeterper Schar

o.n

O

Van Oordt's Mersken

0.09

O

Bakkeveense Duinen

0.10

O

Duinen Schiermonnikoog

0.29

O

Duinen Ameland

0.27

O

Drents-Friese Wold & Leggelderveld

0.07

O

Norgerholt

0.07

O

Waddenzee

0.34

O

C) Geen overschrijding ^ Wei overschrijding O Ontwikkellngsrulmte beschikbaar*

O Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar ^ Meer dan 5o% van ontwikkeiingsrulmte uitgegeven 1 tenminste één hectare *


Bij beoordeling van een vergunningaanvraag in het kader van de Nb-wet wordt vastgesteid of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat signicante verslechtering uitgesloten kan worden.

Situation!

aEiYAiyövc (24 July 2015) page 7/22


Fochteloërveen Area

Highest project contribution (mol/ha/y) Situation ^

Exceedanc e critical load


ZGH7i2oah Herstellende hoogvenen, actief hoogveen

0.06

O

H7i2oah Herstellende hoogvenen, actief hoogveen

0.07

O

Hgggg-.z^ Habitattype onbekend/onzeker KDW op basis meest kritische aangewezen type (HynoA, Hyizo)

0.05

O

H4030 Droge heiden

0.07

Aide Feanen Area





Hjisobaz Meren met krabbenscheer en 0.30 fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen

O

H7210 Galigaanmoerassen

0.12

O

H4010B Vochtige heiden (laagveengebied)

0.12

O

H6410 Blauwgraslanden

0.29

O

H714OB Overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden)

0.36

O

H91D0 Hoogveenbossen

0.33

Situation 1

O

zEiYAiySvc (24 July 2015) page 8/22


Duinen Vlieland Area

ZGH2i8oAbe Duinbossen (droog), berkeneikenbos


Situation,

Highest project contribution (mol/ha/y) Situation,

0.05

Exceedanc

%

Deposition ^Pace available

Ä

c i 2EiYAiy6vc (24 July 2015) oage 9/22


Duinen Terschelling Area





HzigoC Vochtige duinvalleien (entkalkt)

0.08

O

H214OA Duinheiden met kraaihei (vochtig)

0.09

O

H2130B Grijze duinen (kalkarm)

0.09

O

HaigoAom Vochtige duinvalleien (open water), oligo- tot mesotrofe vormen

0.06

O

ZGHaiBoAbe Duinbossen (droog), berkeneikenbos

0.09

H2150 Duinheiden met struikhei

0.08

O

H2120 Witte duinen

0.06

O

H2I6O Duindoornstruwelen

0.06

O

O

HzigoB Vochtige duinvalleien (kalkrijk)

0.06

O

O

ZGH2190C Vochtige duinvalleien (ontkalkt)

0.07

HI33OA Schorren en zilte graslanden (buitendijks)

0.06

H2130A Grijze duinen (kalkrijk)

0.08

HziSoB Duinbossen (vochtig)

0.10

O

O

H1310A Zilte pionierbegroeiingen (zeekraal)

0.07

O

O

H2i8oAbe Duinbossen (droog), berkeneikenbos

o.og

HI31OB Zilte pionierbegroeiingen (zeevetmuur)

0.07

Situation 1

O O

O O

O O

zEi YAiyßvc (24 July 2015) page1Q/22


Area

Highest project contribution (mol/ha/y) Situation i


H214OB Duinheiden met kraaihei (droog)

o.io

ZGH2I8OB Duinbossen (vochtig)

0.09

O

H2170 Kruipwiigstruweien

0.10

O


Wijnjeterper Schar Area




H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen

o.io

O

H40IOA Vochtige heiden (hogere zandgronden)

O.IO

O

H6230vka Heischrale graslanden, vochtig kalkarm

0.09

O


0.10

O

H4030 Droge heiden

o.n

Van Oordt's Mersken Area






0.09


0.09

O


0.09

O

Situation 1

zEiYAiySvc (24 July 2015) page n/22


Bakkeveense Duinen Area

Highest projea contribution (mol/ha/y) Situation ^




H2310 Stuifzandheiden met struikhei

0.10

H3160 Zure vennen

0.09

O

H2330 Zandverstuivingen

0.09

O

H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden)

0.08

O

H2320 Binnenlandse kraaiheibegroeiingen

0.10

O

ZGH2310 Stuifzandheiden met struikhei

0.07

O

Situationi

2E1YAiybvc (24 July 2015) page 12/22


Duinen Schiermonnikoog Area

Highest project contribution (moi/ha/y) Situation 1




ZGH2180C Duinbossen (binnendulnrand)

0.19

O

ZGH2170 Kruipwilgstmwelen

0.21

O

H2I8OB Duinbossen (vochtig)

0.29

O

ZGH2120 Witte duinen

0.23

O

ZGH2I6O Duindoornstruwelen

0.28

O

ZGH2130B Grijze duinen (kalkarm)

0.27

O


0.22

O

H2170 Kruipwilgstruwelen

0.25

ZGHzigoB Vochtige duinvalleien (kalkrijk)

0.12

ZGHaiSoB Duinbossen (vochtig)

0.24

H2130C Grijze duinen (heischraal)

0.22

O


0.29

O

H9999:6 Habitattype onbekend/onzeker KDW op basis meest kritische aangewezen type (H2130B, H2130C)

0.26

ZGH2130A Grijze duinen (kalkrijk)

0.15

O

H2i9oAom Vochtige duinvalleien (open water), oligo- tot mesotrofe vormen

0.21

O

H2190C Vochtige duinvalleien (ontkalkt)

0.24

Situation 1

O

O

O O

O

O

zEiYAiyövc (24 July 2015) page 13/22






HaigoB Vochtige duinvalleien (kalkrijk)

0.25

#

O

ZGHzigoCVochtige duinvalleien (entkalkt)

0.22

#

O

Situation 1

aEiYAiySvcCzq July 2015) page 14/22


Duinen Ameland Area


Calculation forpermt




0.15

H2160 Duindoornstruwelen

0.19

O

H2120 Witte duinen

0.18

O

O


0.16

O

O

ZGH2190C Vochtige duinvalleien (ontkalkt)

0.13

O

^9999:5 Habitattype onbekend/onzeker KDW op basis meest kritische aangewezen type (H2130B, H2i3oC, H6230)

0.21

O

H214OA Duinheiden met kraaihei (vochtig)

0.12

O


0.27

O

H2190C Vochtige duinvalleien (ontkalkt)

o.ii

O


0.15

O

H2180C Duinbossen (binnenduinrand)

0.14

HaigoAom Vochtige duinvalleien (open water), oligo- tot mesotrofe vormen

0.14

O

H213OC Grijze duinen (heischraal)

0.11

O

ZGHziSoAbe Duinbossen (droog), berkeneikenbos

0.14

O

ZGH623ovka Heischrale graslanden, vochtig kalkarm

0.12

O

ZGHzigoB Vochtige duinvalleien (kalkrijk)

0.15

Situation 1

O

O

O

O 2EiYAiy6vc(24 July 2015) oage 15/22


Area






0.19

O


0.26

O


0.24

O


0.19

O


0.19

H2130A Grijze duinen (kalkrijk)

0.21

ZGH2170 Kruipwilgstruwelen

0.16

O

O


0.26

O

O


0.27

H2140B Duinheiden met kraaihei (droog)

0.09

Situatiom

O

O

O O

O

aEi YAiySvc (24 July 2015) page 16/22


Drents-Friese Wold b Leggelderveld Area

Highest project contribution (moi/ha/y) Situation r




0.06

H4OIOA Vochtige heiden (hogere zandgronden)

0.06


0.06

O

H3130 Zwakgebufferde vennen

0.06

O

H4030 Droge heiden

0.06

O

H/noB Actieve hoogvenen (heideveentjes)

0.05

O

H5130 Jeneverbesstruwelen

0.06

O


0.07

O


0.05

O

H3160 Zure vennen

0.06

O

H9190 Oude eikenbossen

0.06

O


0.06

O

Norgerholt Area

Highest project contribution (mol/ha/y) Situation ^

Hgizo Beuken-eikenbossen met hulst


Situation 1



0.07

zEi YAiybvc (24 July 2015) page 17/22


Waddenzee Area

Highest proiert contribution (mol/ha/y) Situation 1


Depositron space available


0.14

HzigoC Vochtige duinvalleien (ontkalkt)

0.18

Hzno Embryonale duinen

0.15


o.i6

H2120 Witte duinen

0.16

O

O

H2I6O Duindoornstruwelen

0.14

O

O

Hggggn Habitattype onbekend/onzeker KDW op basis meest kritische aangewezen

O

O O

O

o.i6

type (H2130B)

HI33OA Schorren en zilte graslanden (buitendijks)

0.34


0.18

HI31OA Zilte pionierbegroeiingen (zeekraal)

0.25

O

O


0.16

O

O

HI320 Slijkgrasvelden

0.18

O

O

H5230 Heischrale graslanden

0.10

O

O

O Geen overschrijding ^ Wel overschrijding O Ontwikkelingsruimte beschikbaar*

O Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar ^ Meer dan 5o% van ontwikkelingsruimte uitgegeven i tenminste één hectare


Bij beoordeling van een vergunningaanvraag m het kader van de Nb-wet wordt vastgesteld of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat signicante verslechtering uitgesloten kan worden. Situation 1

2E1YAiybvc (24 July 2015) •age I8/22


Deposition remaining areas

Area



Noordzeekustzone

0.16

Lauwersmeer

0.12

O

Niedersächsisches Wattenmeer und angrenzendes Küstenmeer

0.07

O

Nationalpark Niedersächsisches Wattenmeer

0.07

O


C]) Geen overschrijding Wel overschrijding


Situation 1

zEiYAiySvc (24 July 2015) page 19/22


Deposition per Noordzeekustzone habitat Area




HI31OA Zilte pionierbegroelingen (zeekraal)

0.14

O

H213OA Grijze duinen (kalkrijk)

0.15

O

O


0.15

O

O

Hgggg;/ Habitattype onbekend/onzeker KDW op basis meest kritische aangewezen type (Hzno, HzigoB)

o.i6

O

H2110 Embryonale duinen

0.16

O

H213OB Grijze duinen (kalkarm)

0.15

O


0.16

O

H1330A Schorren en zilte graslanden (buitendijks)

0.16

O

O

H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk)

0.16

O

O

H2120 Witte duinen

0.16

O

O

O

Lauwersmeer

IMiedersächsisches Wattenmeer und angrenzendes Küstenmeer Area


Hggggnioo Habitattype onbekend/onzeker (buitenland)


Situationi

0.07



O

2EIYAiybvc (24 July 2015) page 20/22


Nationalpark Niedersächsisches Wattenmeer Highest project contribution (mol/ha/y) Situatiom

H9999:noi Habitattype onbekend/onzeker (buitenland)

0.07



O

O Geen overschrijding S Wel overschrijding


Situation 1

zEiYAiyövc (24 July 2015) Dage 21/22


Disclaimer

R6fer6nCGS for

calculations

Although the calculation is made with the utmost care, no responsibility will be taken with respect to the decisions taken ba sed on the results of the calculation. Theinformation provided can be used to substantiate a permit request. AERIUS accepts no responsibility for the content of information provided by third parties. Theabove data and corresponding resultsare valid till a new version of AERIUS is available. AERIUS is a registered trademark in the Benelux. Allrights not expressly granted herein arereserved.

TWS calculation is basedon:

AERIUS

version 20i4_20i50630_7iba5456ba

Database

version 20iq_20i5o630_obq97od9ae

More information about the used data onwww.aerius.nl/methodiek


Situationi

2EiYAiy6vc (24 July 2015) page 22/22

romb u

Bijlage 4 Mail overschrijding grenswaarde Waddenzee

Van: Verzonden: Aan: CC: Onderwerp: Bijlagen:

[email protected] vrijdag 24 Juli 2015 13:42 [email protected] Arjan Sinnige Meldingsbericht Huidige_Situatie.gml; Nieuwe_Situatie.gml

Geachte heer/mevrouw, U heeft op grond van artikel 8 van de Regeling Programmatische aanpak stikstof een melding

ingediend voor uw initiatief, op Friday 24 July 2015 om 13:40. Deze aanvraag kan niet als melding worden opgenomen aangezien de beschikbare ruimte voor meldingen niet groot genoeg is. Voor inhoudelijke vragen betreffende meldingsplicht en/of de vergunningplicht kunt u contact opnemen met het bevoegd gezag, voor meer toelichting verwijzen we u naar de websites pas.natura2000.nl en Das.bii12.nl. Met vriendelijke groet. Het AERIUS team PS: Dit is een automatisch gegenereerde email; u kunt op deze mailniet reageren via 'beantwoorden'.

AERIUS [email protected] www.aerius.nl twitter.com/AERIUSapp

Ministerie van Economische Zaken Programmadirectie Natura 2000

AERIUS wordt ontwikkeld in opdracht van de Rijksoverheid en de gezamenlijke provincies AERIUS isMH geregistreerd merk van her Ministerie van Economische ^ken

HBH Ministerie van Economische Zaken

Aan de verstrekte gegevens kunnen geen rechten worden ontleend. De eigenaar van AERIUS aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van de door de gebruiker aangeboden informatie. Bovenstaande gegevens zijn enkel bruikbaar tot er een nieuwe versie van AERIUS beschikbaar is. AERIUS is een geregistreerd handelsmerk In de Benelux. Alle rechten die niet expliciet worden verleend, zijn voorbehouden.

romb u

Bijlage 5

Vigerende vergunning

V/ gemeente

a om

g

Ik » j

tytsjerksteradiel „ ' ' s

BESLUITWET MILIEUBEHEER

No. S2010-1895 Wij hebben van de heer P. Lekkerkerker een aanvraag ontvangen voor een oprichtingsvergunning ingevolge de Waf milieubeheer voor e en veehouderij op het adres Canterlandseweg 67 in Gytsjerk. Kadastrale ligging: gemeente Giekerk, sectie O, nummer 2865. Omtrent de onderhavige aanvraag hebben wij het volgende overwogen: De aanvraag maakt in zijn geheel onderdeel uit van de vergunning op grond van de Wet milieubeheer. Activiteiten: Het houden van melkvee, jongvee, de opslag van voer, ruwvoer, krachtvoer, mest, diesel, en de stalling van voer en werktuigen. Inrichting: De inrichting is een inrichting in de zin van Bijlage 1 van het Inrichtingen en Vergunningenbesluit milieubeheer en valt onder de volgende categorieën 7.1 en 8.1. Vergunninqsituatie: De revisievergunning van 1 augustus 1992 is door de komst van het Besluit landbou w op 6 december 2006 beschouwd als melding op grond van het Besluit landbouw milieubeheer. De revisievergunning van 1 augustus 1992 is hiermee destijds komen te vervallen. Omdat het aantal dieren zal worden uitgebreid kan de inrichting niet meer onder de werkingsfeer vallen van het Besluit landbouw milieubeheer en wordt de inrichting weer vergunningplichtig. Omdat er voor de inrichti ng geen geldige milieuvergunning meer is, dient er bij het opnieuw van toepassing worden van de vergunningpiicht eerst weer een oprichtingsvergunning te worden aangevraagd. Wij h ebben derhalve de procedure zoals ve rmeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht uitgevoerd.

I. BESTAANDE TOESTAND VAN HET IVIILIEU Algemeen: Het bedrijf ligt in het buitengebied. De dichtstbijzijnde woningen van derden ligt op circa 110 meter afstand van de terreingrens in zuidoostelijke richting aan de Gytsjerksterhoeke 42 en 51 in Gytsjerk.

Bodem: In de inrichting vinden potentiële bodembedreigende bedrijfsactiviteiten plaats in de vorm van het stallen en huisvesten van dieren, de opslag en aflevering van dieselolie, de opslag van mest en kuilvoer.

" s

e

Lucht: Conform de melding van 6 december 2006 mag er het volgende worden gehouden: 172 stuks melkvee 80 stuks jongvee De nieuwe aangevraagde situatie betreft een stijging in het aantal gehuisveste dieren: 342 stuks melkvee 102 stuks jongvee 11. INVLOED VAN DE GEVRAAG DE VERANDERINGEN OP HET MILIEU Potentieel relevante aspecten zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Geur/stank; Bodem; Geluid; Afval en Bedrijfsafvalwater; Energie; Externe veiligheid.

Ad.1. Geur/stank. Wet Geurhinder en veehouderij De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) vormt vanaf 1 januari 2007 het toetsingskader voor de milieuvergunning, als het gaat om geurhinder vanwege dierenverblijven van veehouderijen. De Wgv geeft normen voor de geurbelasting die een veehouderij mag veroorzaken op een geurgevoelig object (bijvoorbeeld een woning). De geurbelasting wordt berekend en getoetst met het verspreidingsmodel VStacks vergunning. Dit geldt alleen voor dieren waar voor geuremissiefactoren zijn opgenomen in de Regeling geurhinder en veehouderij. Voor veehouderijen met dieren waarvoor geen geuremissiefactor is vastgesteld gelden wettelijk vastgestelde afstanden tussen veehouderij en geurgevoelig object. Voor wat betreft het houden van melkvee gelden vaste aan te houden afstanden ten opzichte van geurgevoelige objecten . Binnen de bebouwde kom geldt een afstand van 100 meter, buiten de bebouwde kom geldt een afstand van 50 meter. De afstand moet worden gemeten van het middelpunt van de stal tot de gevel van het geurgevoelige object. De omgeving ter plaatse kan het beste getypeerd worden als buitengebied. Wij beoordelen dan ook dat een afstand van 50 meter moet worden gehouden tot andere woningen in de omgeving. De woningen aan de Gytsjerksterhoeke 42 en 51 liggen op een afstand van ca. 220 meter van het gemiddelde emissiepunt van de stal. Hiermee wordt voldaan aan de afstandseisen. De Wgv vormt derhalve geen weigeringsgrond. Geografische ligging De ammoniakemissie afkomstig uit dierverblijven moet worden beoordeeld op grond van de Wet ammoniak en veehouderij (Wav). Hierbij is de afstand tot de dichtstbijzijnde kwetsbare gebieden in de zin van de Wav van belang. Binnen een straal van 250 meter van de dierverblijven bevinden zich geen kwetsbare gebieden in de zin van de Wav.

Luchtkwaliteit algemeen. Hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer stelt de toename van de concentratie van N02 (stikstofdioxiden) en fijnstof centraal. Op basis van dat hoofdstuk moet worden Beschikking Wet milieubeheer Antonides, Nieuwstad 82 Bargum, S2010-1895

beoordeeld of de activiteiten die zijn aangevraagd van invloed zijn op de luchtkwaliteit. Hierbij moeten de grenswaarden voor stikstofoxiden en zwevende deeltjes (PM10) in acht worden genomen. Uit gegevens van het RIVM blijkt dat grote delen van Nederland, vooral in de noordelijke provincies, erg lage achtergrondconcentraties fijnstof en stikstofdioxiden hebben. Projecten met kleine verwachte gevolgen zullen daar niet snel leiden tot overschrijving van de grenswaarden. De activiteiten hebben geen significante verhoging van de concentraties luchtverontreinigde stoffen tot gevolg.

Ad.2. Bodem Binnen het bedrijf vinden een aantal potentieel bodembedreigende activiteiten plaats, te weten de opslag van afgewerkte olie in vaten, de opslag van gasolie in een tank en de opslag van reinigingsmiddelen, bestrijdingsmiddelen en diergeneesmiddelen. We hebben algemene voorschriften opgenomen waarbij aansluiting is gezocht bij de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB). Dit betekent dat er voorschriften zijn opgenomen dat op die plaatsen waar bodembedreigende activiteiten plaatsvinden, er voorzieningen moeten worden getroffen die ertoe leiden dat het risico van bodemverontreiniging wordt gereduceerd tot een 'verwaarloosbaar risico op bodemverontreiniging van enige relevantie (bodemrisicocategorie A), zoals bepaalt in de NRB'. De voorschriften met betrekking tot de opslag en het afleveren van dieselolie zijn gebaseerd op of verwijzen naar de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 30 "Vloeibare aardolieproducten buitenopslag in kleine installaties" (PGS 30).

Ad.3. Geluid De inrichting is gelegen in het buitengebied. Ten zuidoosten zijn woningen van derden gelegen op een afstand van ongeveer 110 meter van de grens van de inrichting. Vanuit de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening Is het gebied het best te typeren als landelijk gebied. Hierbij hoort een richtwaarde van 40, 35 en 30 dB(A) in de dag, avond en nachtperiode. Het Besluit landbouw heeft echter voor de veehouderijen de standaard geluidsvoorschriften 45, 40 en 35 dB(A) op de gevel van derden. Hierbij is de dagperiode van 06:00 uur tot 19:00 uur, de avond periode van 19:00 uur tot 22:00 uur en de nachtperiode van 22:00 uur tot 06:00 uur. Dit in tegenstelling tot de handreiking. Wij vinden het als bevoegd gezag acceptabel om aan te sluiten bij de richtwaarden van het Besluit landbouw, om zo alle veehouderijen qua geluid gelijk te behandelen. Dit betekent dus een norm van 45, 40 en 35 dB(A) in de dag-, avond- en nachtperiode. Voor het maximale geluidsniveau geldt een maximaal te vergunnen niveau van 70, 65 en 60 dB(A) in de dag-, avond- en nachtperiode. De geluidsbronnen van het bedrijf zijn de kraan- en tractorbewegingen en de aan- en afvoerbewegingen. Alle activiteiten vallen onder de normale bedrijfsvoering. Wij hebben een indicatieve berekening uitgevoerd waaruit blijkt dat het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau of het piekniveau vanwege de geluidsbronnen niet hoger zal zijn dan de waarden, genoemd in het besluit Landbouw.

Beschikking Wet milieubeheer Antonides, Nieuwstad 82 Surgam, S2010-1895

Ad.4. Afval en bedrijfsafvalwater. Binnen de inrichting komen (beperkt) afvalstoffen vrij. Met betrekking tot deze afvalstoffen hebben we de gebruikelijke voorschriften opgenomen. De afvalstoffen moeten worden afgevoerd naar een erkende inzamelaar. Er is verder geen strijdigheid met het (Ontwerp)Landelijk Afvalbeheer Plan 2009-2012 (LaP2). Het binnen de inrichting vrijgekomen afvalwater wordt geloosd op het riool. Het hemelwater wordt geloosd op het oppervlaktewater. Deze lozing van hemelwater valt onder het stelsel algemene regels van het Activiteitenbesluit. Via deze vergunning worden voor de lozing van hemelwater geen verdere beperkingen opgelegd.

Ad.5. Energie Binnen de inrichting wordt beperkt energie verbruikt en er zijn een aantal maatregelen uitgevoerd om het verbruikt te beperken. Wij zien dan ook geen reden om nadere besparingsmaatregelen te verplichten.

Ad 6. Externe veiligheid De inrichting valt niet onder het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVl). Opslag en gebruik gevaarlijke stoffen Er worden diverse gevaarlijke stoffen opgeslagen. Dit zijn gasolie in een bovengrondse tank en diverse kleinere hoeveelheden milieugevaarlijke stoffen in emballage. Met betrekking tot de opslag van gasolie in de bovengrondse tank is de PGS 30 van toepassing. Relevante voorschriften uit deze richtlijn zijn van toepassing op deze activiteit verklaard. De overige stoffen moeten worden opgeslagen in overeenstemming met de daarvoor geldende voorschriften uit de PGS 15.

Beschikking Wet milieubeheer Antonides, Nieuwstad 82 Bargum, 32010-1895

III. ALGEMEEN De onderhavige inrichting is getoetst aan het hoofdstuk Bedrijven van het gemeentelijk meerjarig uitvoeringsprogramma milieu (MUP) van december 1991. Voor zover van toepassing is in het voorschriftenpakket rekening gehouden met de aspecten, die uit het onderdeel Bedrijven van het MUP voortvloeien. Gelet op de milieubeheer.

Wet milieubeheer

en het Inrichtingen en

Vergunningenbesluit

Besluiten Burgemeester en wethouders van de gemeente Tytsjerksteradiel: - de gevraagde vergunning te verlenen overeenkomstig de aangehechte en gewaarmerkte bescheiden en onder oplegging van de bijgevoegde voorschriften. Burgum, 11 mei 2010

Namens burgemeester en wethouders van Tytsjerksteradiel teamcoördinator vergunningen \

r

'

l

V

; , >1 V ^ \ \ i t J. Spruit

Tot en met 24 juni 2010 kunt u beroep instelien tegen deze beschikking, in de kennisgeving van ter inzage legging van deze beschikking staat aangegeven tot wie u zich moet wenden.

Beschikking Wet milieubeheer Antonides, Nieuwstad 82 Burgum, S2010-1895

WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING Datum Nummer aanvraag Gegevens aanvrager Naam aanvrager Adres Postbus Postcode en plaats Gegevens inrichting Naam inrfchting Adres Postcode en plaats Aard van de inrichting

P. Lekkerkerker Canterlandseweg 67 9061 CA Gytsjerk Lekkerkerker Canterlandseweg 67 9061 CA Gytsjerk veehouderij

Beschikking Wet milieubeheer Antonides, Nieuwsled 82 Burgum, S2010-1895

INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN . 1.1 Gedragsvoorschriften 1,2 Registratie en onderzoeken 2 AFVALSTOFFEN 2.1 Afvalscheiding 2.2 Opslag van afvalstoffen 3 BODEM ; 3.1 Doelvoorschriften 3.2 Aanvullende voorschriften voorzieningen 3.3 Onderzoeken 4 ENERGIE 4.1 Algemeen 5 GELUID EN TRILLINGEN 5.1 Algemeen 6 LUCHT 6.1 Aanvullende voorschriften algemeen 6.2 Aanvullende geurvoorschriften 7 HET HOUDEN VAN DIEREN 7.1 Algemeen 7.2 Behandeling en bewaring van mest - algemeen 7.3 Behandeling en bewaring van drijfmest 7.4 Behandeling en bewaring vaste mest 7.5 Opslag van veevoeder in een silo 7.6 Kuilvoer 7.7 Schrobwater stallen 7.8 De uitvoering van een bassin 7.9 Gebruiksvoorschriften 8 BOVENGRONDSE TANK VOOR DE OPSLAG VAN GASOLIE 8.2 Afleveren van brandstof 8.3 Beëindiging opslag 9 IN WERKING HEBBEN VAN EEN KOELINSTALLATIE 9.1 Algemeen BIJLAGE: BEGRIPPEN BIJLAGE: ACTIES

Beschikking Wet miiieubeheer Antonides, Nieuwstad 82 Burgum, S20W-1895

3 3 3 4 4 4 5 5 5 5 6 6 6 6 6 6 7 7 7 7 7 8 8 8 9 9 9 9 10 10 10 10 12 16

VOORSCHRIFTEN 1

ALGEMEEN

1.1

Gedragsvoorschriften

1.1.1

De inrichting moet schoon worden gehouden en in goede staat van onderhoud verkeren.

1.1.2

Alle binnen de inrichting aanwezige machines, installaties en voorzieningen moeten overzichtelijk zijn opgesteld en altijd goed bereikbaar zijn.

1.1.3

Het aantrekken van insecten, knaagdieren en ongedierte moet worden voorkomen. Zo vaak de omstandigheden daartoe aanleiding geven, moet doelmatige bestrijding van insecten, knaagdieren en ander ongedierte plaatsvinden.

1.1.4

De in de inrichting aangebrachte of gebruikte verlichting moet zodanig zijn afgeschermd dat geen directe lichtstraling buiten de inrichting waarneembaar is.

1.1.5

Installaties of onderdelen van installaties welke buiten bedrijf zijn gesteld, moeten zijn vera/ijderd tenzij deze in een goede staat van onderhoud verkeren.

1.1.6

In geval van een langdurige onderbreking van de werkzaamheden (langer dan 6 maanden), bij bedrijfsbeëindiging of bij een faillissement moeten alle in de inrichting aanwezige afvalstoffen c.q. gevaarlijke (afval)stoffen volgens de hierop van toepassing zijnde weten regelgeving worden afgevoerd.

1.1.7

Degene die de inrichting drijft, is verplicht aan een daartoe door het bevoegd gezag aangewezen ambtenaar op diens eerste verzoek alle berekeningen ten behoeve van leidingen, tanks, appendages, akoestische gegevens, emissiegegevens en dergelijke, en periodieke onderhoudsschema's en inspecties ter inzage te geven.

1.1.8

Indien uit de inhoud van keurings- en inspectierapporten blijkt dat gevaar voor verontreiniging dreigt, moet direct het bevoegd gezag daarvan in kennis worden gesteld.

1.2

Registratie en onderzoeken

1.2.1

In de inrichting moet een centraal registratiesysteem aanwezig zijn waarin informatie omtrent onderhoud, metingen, keuringen, controles en gegevens van relevante milieu-onderzoeken worden bijgehouden. In het registratiesysteem mpet ten minste de volgende informatie zijn opgenomen: • De resultaten van in de inrichting uitgevoerde milieucontroles, keuringen, inspecties, metingen, registraties en onderzoeken; • Meldingen van ongewone voorvallen, die van invloed zijn op het milieu, met vermelding van datum, tijdstip en de genomen maatregelen; • Afgiftebewijzen van (gevaarlijke) afvalstoffen;


Registratie van het energie- en waterverbruik; Registratie van klachten van derden omtrent milieu-aspecten en daarop ondernomen acties; Een afschrift van de vigerende milieuvergunning(en) met bijbehorende voorschriften en meldingen. metingen, keuringen en controles aan installaties of installatie onderdelen welke zijn voorgeschreven in deze vergunning; registers, rapporten en analyseresultaten welke ingevolge deze vergunning moeten worden bijgehouden. 1.2.2

2

AFVALSTOFFEN

2.1 2.1.1

2.2

Bovenstaande gegevens moeten 5 jaar worden bewaard. De inrichtinghouder is verplicht aan een daartoe door het bevoegd gezag aangewezen ambtenaar op diens eerste verzoek het registratiesysteem ter Inzage te geven.

Afvalscheidina Vergunninghouder is verplicht de volgende afvalstromen te scheiden, gescheiden te houden en gescheiden aan te bieden dan wel zelf af te voeren: • de verschillende categorieën gevaarlijke afvalstoffen, onderling en van andere afvalstoffen; asbest; papier en karton; elektrische en elektronische apparatuur; kadavers afgewerkte olie; kunststoffolie/kuilplastic. Opslag van afvalstoffen

2.2.1

De open overslag en het transport van afvalstoffen moet zodanig plaatsvinden dat zich geen afval in of buiten de inrichting kan verspreiden. Mocht onverhoopt toch verontreiniging van het openbaar terrein rond de inrichting plaatsvinden, dan moeten direct maatregelen worden getroffen om deze verontreiniging te verwijderen.

2.2.2

De verpakking van gevaarlijk afval moet zodanig zijn dat; • niets van de inhoud uit de verpakking kan ontsnappen; • het materiaal van de verpakking niet door gevaarlijke stoffen kan worden aangetast, dan wel met die gevaarlijke stoffen een reactie kan aangaan dan wel een verbinding kan vormen; • deze tegen normale behandeling bestand is; • deze is voorzien van een etiket, waarop de gevaarsaspecten van de gevaarlijke stof duidelijk tot uiting komen.

2.2.3

De termijn van opslag van afvalstoffen mag maximaal één jaar bedragen. In afwijking hiervan mag de termijn van opslag van afvalstoffen maximaal drie jaar bedragen indien de vergunninghouder ten genoegen van het bevoegd gezag

Beschikking Wet milieubeheer Antonides, Nieuwstad 82 Bargum, S2010-1895

aantoont dat de opslag van afvalstoffen gevolgd wordt door nuttige toepassing van afvalstoffen. 2.2.4

3

De opslag van K3-afvalvloeistoffen moet plaatsvinden In een vloeistofdichte bak, die tenminste de inhoud van de grootste in bewaring zijnde soort emballage met K3-vloeistof, vermeerderd met 10% van de overige emballage voor K3-vloeistoffen kan bevatten. Lege ongereinigde verpakking moet worden bewaard als volle.

BODEM

3.1 3.1.1

3.2

Doelvoorschriften Het bodemrisico van de opslag van de gevaarlijke stoffen moet door het treffen van doelmatige maatregelen en voorzieningen voldoen aan bodemrisicocategorie A zoals gedefinieerd in de NRB. (Opslag boven een lekbak) Aanvullende voorschriften voorzieningen

3.2.1

Een vloeistofdichte lekbak moet, indien het (licht) ontvlambare vloeistoffen betreft, de gehele inhoud van de totale hoeveelheid opgeslagen vloeistoffen kunnen bevatten. In de overige gevallen moet de bak een inhoud hebben van ten minste de grootste verpakkingseenheid vermeerderd met 10% van de inhoud van de overige emballage.

3.2.2

Boven een vloeistofdichte lekbak met vloeibare (afval)stoffen in emballage moet, indien deze buiten het bebouwde deel van de inrichting ligt, een afdak aanwezig zijn. Het afdak moet zo groot zijn dat regenwater niet binnen de vloeistofdichte lekbak kan komen.

3.2.3

Vloeibare (afval)stoffen in emballage moeten worden bewaard op een vloeistofdichte vloer. De vloer moet zijn omgeven door een vloeistofdichte omwalling, een gotensysteem of een gelijkwaardige constructie van een zodanige capaciteit, dat ten minste de gemiddelde neerslaghoeveelheid van twee maanden binnen deze constructie kan worden opgevangen. Het verzamelde water moet tijdig worden afgevoerd.

3.3 3.3.1

Onderzoeken Bij beëindiging van een bodembedreigende activiteit dient ter vaststelling van de kwaliteit van de bodem een bodembelastingonderzoek naar de eindsituatie te zijn uitgevoerd. Het onderzoek dient te worden uitgevoerd conform het protocol Bodemonderzoek Milieuvergunningen en BSB of conform een daaraan gelijkwaardige onderzoeksstrategie uit de NEN 5740. De opzet van het onderzoek dient alvorens tot uitvoering wordt overgegaan, te zijn overgelegd aan het bevoegd gezag.Ter zake van de uitvoering van het bodemonderzoek kunnen - binnen 3 maanden nadat voornoemde rapportage is overgelegd nadere eisen worden gesteld door het bevoegd gezag, inhoudende dat meerdere monsternemingen of analyses moeten worden verricht, indien dit op grond van de overgelegde hypothese(n) en onderzoeksstrategie noodzakelijk blijkt.

Beschikking Wet milieubeheer Antonides, Nieuwstad 82 Bargum, S201Q-1895

ENERGIE 4.1

Algemeen

4.1.1

5

Het jaarlijks energieverbruik moet worden geregistreerd. Er kan worden volstaan met het bewaren van de energienota's. De vergunninghouder houdt deze gegevens drie jaar in het bedrijf ter inzage voor het bevoegd gezag.

GELUID EN TRILLINGEN

5.1

Algemeen

5.1.1

Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) geprod uceerd door de inrichting, inclusief deze uitbreiding, mag, gemeten en beoordeeld volgens de "Handleiding meten en rekenen industrielawaai 1999", niet meer bedragen dan onderstaande tabel: beoordelingspunt

Gytsjerksterhoeke 42 Gytsjerksterhoeke 40

5.1.2

45

40

Nacht 22:00-06:00 uur(dB(A)) 5m 35 35

Het maximale geluidsniveau (LAmax) g eproduceerd door de inrichting, mag, gemeten en beoordeeld volgens de "Handleiding meten en rekenen industrielawaai 1999", niet meer bedragen dan: Beoordelingspunt

Gytsjerksterhoeke 42 Gytsjerksterhoeke 40

6

Periode en meethoogte Dag 06:00-19:00 Avond 19:00uur (dB{A)) 22:00 uur (dB(A)) 1.5 m 5m 45 40

Periode en meethoogte Dag 06:00-19:00 Avond 19:0022:00 uur (dB(A)) uur (dB(A)) 1.5 m 5m 65 70

Nacht 22:0006:00 uur(dB(A)) 5m 55

70

55

65

LUCHT

6.1 6.1.1

Aanvullende voorschriften algemeen Uitmondingen in de buitenlucht van afvoeren van ventilatiesystemen.


luchtbehandelingsinstallaties of afzuigsystemen, ten aanzien waarvan in deze' vergunning geen andere voorschriften zijn gesteld, moeten zodanig zijn gesitueerd dat een afdoende verspreiding van de dampen is gewaarborgd, zonder dat hinder buiten de inrichting wordt veroorzaakt. 6.2

Aanvullende qeurvoorschriften

6.2.1

7

^

De vergunninghouder treft alle maatregelen of voorzieningen ter voorkoming van geuroverlast en ter beperking van geun/vaarneming buiten de inrichting, die redelijkerwijs mogelijk zijn.

HET HOUDEN VAN DIEREN

7.1

Algemeen

7.1.1 • •

In de inrichting mogen ten hoogste de volgende aantallen dieren aanwezig zijn; 342 stuks melkvee 102 stuks jongvee

7.1.2

Dierlijk afval mag niet op het terrein van de inrichting worden begraven. Het afval moet zo spoedig mogelijk, volgens de bij of krachtens de Destructiewet en het Destructiebesluit gestelde regels, uit de inrichting worden verwijderd. Het bewaren van dierlijk afval, in afwachting van afvoer naar een destructiebedrijf, moet zodanig geschieden dat geen geurhinder optreedt, het aantrekken van ongedierte wordt voorkomen en geen vermenging met ander afval of m ateriaal optreedt. Verder mag het dierlijk afval geen visuele hinder veroorzaken.

7.1.3

Op het terrein van de inrichting mag geen mest worden verbrand.

7.1.4

Ramen en deuren van stallen moeten gesloten worden gehouden voor zover ze geen functie hebben voor luchtinlaat of het doorlaten van personen, dieren, vaste mest of goederen.

7.2 7.2.1

7.3

Behandeling en bewaring van mest - algemeen Transport van vaste mest moet geschieden in daarvoor geschikte transportmiddelen die op correcte wijze moeten zijn beladen. Behandeling en bewaring van driifmest

7.3.1

Het brengen van mest in de opslagruimte moet geschieden met een gesloten aanvoerleiding die zo dicht mogelijk bij de bodem van de opslagruimte uitmondt.

7.3.2

Dunne mest en gier (en eventueel schrob-en/of spoelwater uit de melkkamer/melktankruimte dat niet op de riolering is aangesloten) moet worden afgevoerd naar een hiertoe bestemde, vloeistofdichte opslagruimte (gierkelder, mengmestput, drijfmestput, mestbassin of opvangput). Leidingen voor het

Beschikking Wet milieubeheer Antonides, Nieuwstad 82 Burgum, 32010-1895

7

transport van dunne mest en gier moeten vioeistofdicht zijn. 7.3.3

De afvoerpunten van de opslagruimte moeten door middel van goed sluitende deksels gesloten worden gehouden, behoudens tijdens het ledigen ervan.

7.3.4

De opslagruimte mag niet zijn voorzien van een overstort (noodoverloop).

7.3.5

Het terrein van de inrichting mag niet worden bevloeid of op andere wijze van een laag mest of gier worden voorzien, behoudens bij het bemesten van grond volgens de normale bemestingspraktijk.

7.3.6

Transport van dunne mest en gier moeten plaatsvinden in volledig gesloten tankwagens.

7.4

Behandeling en bewaring vaste mest

7.4.1

Vaste mest, compost en organisch afval moeten zijn opgeslagen op een mestdichte mestplaat, die is voorzien van een opstaande rand of een gelijkwaardige voorziening.

7.4.2

Uitzakkend vocht en verontreinigd regenwater mogen niet op of in de bodem terechtkomen. Dit vocht moet door middel van een gesloten, mestdichte riolering worden afgevoerd naar een mestdichte opslagruimte.

7.4.3

Transport van vaste mest moet geschieden in daarvoor geschikte transportmiddelen die op correcte wijze moeten zijn beladen.

7.5

Opslag van veevoeder in een silo

7.5.1

Iedere silo alsmede zijn ondersteunende constructie, moet zodanig zijn geconstrueerd dat alle bij normaal gebruik optredende krachten veilig en zonder blijvende of ontoelaatbare vervorming kunnen worden opgenomen.'De silo moet stabiel staan opgesteld op een voldoende draagkrachtige fundering.

7.5.2

Hinderlijke stofverspreiding bij het vullen van silo's moet worden voorkomen door het opvangen van het via de ontluchting ontwijkende stof.

7.6

Kuilvoer

7.6.1

Eventuele restanten van het kuilvoer moet direct op een zodanige wijze worden opgeslagen dat er geen geuroverlast kan plaatsvinden.

7.6.2

Een voederopslag waaruit perssappen en eventueel percolatiewater kunnen vrijkomen, moet zijn voorzien van een vloeistofkerende vloer. De perssappen moeten via de bedrijfsriolering worden afgevoerd naar een mestput of opvangput.

7.6.3

De kuilvoeropslag van maïs of e en opslag van co-producten, moet blijvend zijn

Beschikking Wet milieubeheer Antonides, Nieuwsled 82 Burgum, S2010-1895

Q

afgedekt met een kunststoffolie, befialve tijdens fiet uitfialen van het product, 7.6.4

7.7

Eventuele beschadigingen aan de afdekfolie moeten zo spoedig mogelijk worden gerepareerd. Schrobwater stallen

7.7.1

Het waterverbruik moet worden beperkt. Hiertoe moet, tenzij dit om technische of organisatorische redenen niet mogelijk is, gebruik worden gemaakt van een hogedrukreiniger.

7.7.2

Afvalwater afkomstig van het schoonmaken van stallen mag niet in de riolering worden gebracht.

7.7.3

Schrobwater afkomstig van het schoonspuiten van stallen moet worden afgevoerd naar de mestput.

7.8

De uitvoering van een bassin

7.8.1

Een mestbassin voor het bewaren van dunne miest, moet zijn uitgevoerd overeenkomstig de door het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij uitgegeven publicatie Richtlijnen Mestbassins 1992 (RM 1992).

7.8.2

Een mestbassin voor het bewaren van dunne mest, moet zijn afgedekt. Een afdekking moet zijn uitgevoerd overeenkomstig de RM 1992.

7.9

Gebruiksvoorschriften

7.9.1

Bij het vullen of ledigen van een mestbassin of anderszins mag geen verontreiniging van de bodem of het oppervlaktewater plaatsvinden.

7.9.2

Bij het aan- en afvoeren van de dunne mest mag de omgeving niet worden verontreinigd. Transport moet plaatsvinden in gesloten tankwagens of in een gesloten mestdichte leiding.

8

BOVENGRONDSE TANK VOOR DE OPSLAG VAN GASOLIE

8.1.1

Voor de opslag in bovengrondse tanks van vloeibare aardolieproducten is de richtlijn PGS 30 uit de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen, getiteld "Vloeibare aardolieproducten, buitenopslag in kleine installaties. Opslag tot 150 m^ van brandbare vloeistoffen met een vlampunt van 55 tot 100 °C in bovengrondse tanks", 10 juni 2005 van toepassing.

8.1.2

Van elke beproeving, meting of inwendige inspectie moeten de bevindingen en de gegevens worden vastgelegd in een door of namens KIWA afgegeven bewijs; een afschrift van het beproevings- of inspectierapport moet aan het bevoegd gezag worden overgelegd.

Beschikking Wet milieubeheer Antonides, Nieuwsiad 82 Surgam, S2010-1895

8.2

Afleveren van brandstof

8.2.1

Het afleveren van brandstof dient zonder morsen te geschieden.

8.2.2

Aflevering vindt uitsluitend plaats aan voertuigen die niet bestemd zijn voor wegvervoer en die bestemd zijn voor eigen bedrijfsmatig gebruik.

8.2.3

Ter plaatse van het afleverpunt moet de opstelplaats van de voertuigen over een oppervlakte van tenminste 3x5 meter voorzien zijn van een aaneengesloten verharding, waarmee gedurende beperkte tijd het doordringen van gemorst product in de bodem wordt verhinderd. Gemorst product moet met behulp van absorptiemateriaal zo spoedig mogelijk worden venwijderd, tenzij de verharding vloeistofdicht is uitgevoerd en een voorziening is getroffen waarbij het hemelwater via een olie-afscheider wordt afgevoerd. In de nabijheid van het afleverpunt moet een daarop afgestemde hoeveelheid absorptiemateriaal in voorraad worden gehouden.

8.2.4

Een automatische afslagkraan van een vulpistool mag niet in geopende stand worden vastgezet. Een vulpistool dient na gebruik met de opening naar boven gericht te worden geplaatst op een daarvoor bestemde en geschikte plaats boven de opvangbak.

8.2.5

Indien het ontluchtingspunt op een afleverpomp zich bevindt beneden het hoogste vloeistofniveau in de voorraadtank, dan moet de ontluchtingsleiding van de pomp worden teruggevoerd naar de bovenzijde van de tank.

8.2.6

Bij de opstelplaats van een tankend voertuig moet binnen een afstand van 10 meter ten minste één draagbaar brandblustoestel aanwezig zijn met een blusvermogen van 43A/233B volgens NEN-EN 3-4.

8.3

Beëindiging opslag

8.3.1

Wanneer de opslag in een tank wordt beëindigd, dient dit minimaal vijf werkdagen van tevoren aan het bevoegd gezag te worden gemeld.

8.3.2

Wanneer een tank buiten gebruik wordt gesteld moet de tank worden geledigd, worden schoongemaakt volgens BRL-K 905 en afgevoerd door een tanksaneerder die door KIWA is gecertificeerd overeenkomstig BRL-K 902.

9

IN WERKING HEBBEN VAN EEN KOELINSTALLATIE

9.1

Algemeen

9.1.1

Een koelinstallatie moet altijd bereikbaar zijn voor bediening, inspectie en onderhoud.

9.1.2

Indien een keuring uitwijst dat de koelinstallatie onderhoud behoeft moet dit onderhoud binnen twee weken na de keuring plaatsvinden. Degene die de inrichting drijft vraagt naar een bewijs waaruit blijkt wanneer, door wie en welk onderhoud is verricht.

9.1.3

Het laatst opgestelde keuringsrapport en het laatst opgestelde onderhoudsbewijs worden bewaard. Keuringsrapporten moeten gedurende de openingstijden van het bedrijf door het bevoegd gezag kunnen worden


1Q

ingezien.


11

BIJLAGE: BEGRIPPEN " VOOR ZOVER EEN DIN-, NEN-, NEN-EN-, OF NEN-ISO-NORM, Voor zover in een voorschrift verwezen wordt naar een DIN-, DIN-ISO, NEN-, NEN-EN, NEN-ISO-, NVN-norm, Al-blad, BRL, CPR, PGS of NPR, wordt de uitgave bedoeld die voor de datum waarop de vergunning is verleend het laatst is uitgegeven met tot die datum uitgegeven aanvullingen of correctiebladen. Indien er sprake is van reeds bestaande constructies, toestellen, werktuigen en installaties is -de norm, BRL, CPR, PGS, NPR of het Al-blad van toepassing die bij de aanleg of installatie van die constructies, toestellen, werktuigen en installaties is toegepast, tenzij in het voorschrift anders is bepaald. Alle onderstaande verklaringen en definities zijn van toepassing op de in de voorschriften gebruikte benamingen en termen, aangevuld met, dan wel in afwijking van de in NEN 5880 (Afval en afvalverwijdering. Algemene termen en definities) en de NEN 5884 (Afval en afvalverwerking, termen en definities voor bouwen sloopafval) gegeven verklaringen en definities. BESTELADRESSEN: publicaties zijn in ieder geval verkrijgbaar bij de onderstaande instanties: - overheidspublicaties zoals Al-bladen en CPR-richtlijnen bij: SDU Service, afdeling Verkoop Postbus 20014 2500 EA DEN HAAG telefoon (070) 378 98 80 telefax (070) 378 97 83 - PGS-richtlijnen zijn digitaal verkrijgbaar via www.vrom.nl - DIN, DIN-ISO, NEN, NEN-EN, NEN-ISO, NVN-normen en NPR-richtlijnen bij: Nederlands Normalisatie-instituut (NEN), Afdeling verkoop Postbus 5059 2600 GB DELFT telefoon (015) 269 03 91 telefax (015) 269 02 71 www.nen.nl - BRL-richtlijnen bij: KIWA Certificatie en Keuringen Postbus 70 2280 AB RIJSWIJK telefoon (070) 414 44 00 telefax (070) 414 44 20 - InfoMil is het informatiecentrum in Nederland over milieu weten regelgeving. www.infomil.nl De in NEN 5880 (Afval en afvalverwijdering. Algemene termen en definitief) en de NEN 5884 (Afval en afvalverwijdering. Termen de definities voor bouwen sloopafval) gegeven verklaringen en definities zijn van toepassing op de in de voorschriften gebezigde benamingen en termen. De in deze begrippenlijst opgenomen termen en definities zijn daarop een aanvulling en/of geven afwijkingen aan. BASSIN: Een reservoir voor de opslag van vloeistoffen dat niet gelegen is onder een gebouw.

Beschikking Wet milieubeheer Antonides, Nieuwsiad 82 Bargum, S2010-1895

12

doch waarvan een aanwezige bovenafdekking de functie van vloer kan vervullen. BEDRIJFSENERGIEPU\N: Een bedrijfsenergieplan is een uittreksel van het gedetailleerde en vertrouwelijke energiebesparingsplan en geeft een overzicht van maatregelen die het bedrijf denkt te gaan nemen om het energiegebruik zodanig terug te dringen dat wordt voldaan aan gestelde doelstellingen. BEDRIJFSRIOLERING: Voorziening voor de afvoer van bedrijfsafvalwater vanuit de inrichting naar een openbare riolering of een andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater. BEOORDELINGSHOOGTE: De hoogte van het beoordelingspunt boven het maaiveld. BEOORDELINGSPUNT: Het punt waar het LA^LT en het LAmax worden bepaald en getoetst aan de (eventuele) grenswaarden. BODEMRISICO(CATEGORIE): Typering van de kans op (en omvang van) een bodembelasting door een specifieke bedrijfsmatige activiteit. BODEMRISICOCATEGORIE A: Verwaarloosbaar bodemrisico. EMBALLAGE: Verpakkingsmateriaal, zoals glazen en kunststof flessen, blikken en kunststof cans, metalen en kunststof vaten of fiberdrums, papieren en kunststof zakken, houten kisten, big-bags en intermediate buikcontainers (IBC's). ENERGIEBESPARINGSPOTENTIEEL: Een volgens de stand der techniek gangbare energiebesparende voorziening of maatregel, die vergunninghoud(st)er nog niet heeft uitgevoerd. ENERGIEKOSTEN: Alle kosten zoals vermeld op de eindafrekening van het energiebedrijf die samenhangen met het verkrijgen van aardgas, elektriciteit, warmte (uit een distributienet) en andere brandstoffen (stookolie, gasolie, diesel) voor de gebouwen, faciliteiten en processen in de inrichting, maar exclusief de kosten gemaakt voor brandstoffen voor motorvoertuigen. Voor aardgas moet met name worden meegenomen basisprijs, brandstofheffing, calorische toeslag, energieheffing (regulerende energiebelasting), vastrecht en BTW. Voor elektriciteit moet met name worden meegenomen de kosten voor normaaluren en laagtariefuren (is afhankelijk van kWh-verbruik), kW-tarief continu en piekuren (is afhankelijk van het opgestelde vermogen), brandstofkosten, transformatorverliezen, energieheffing, vastrecht en BTW. FEESTDAGEN: Feestdagen zoals gedefinieerd in de Algemene termijnenwet. FOLIEBASSIN: Dit begrip is gedefinieerd in het Besluit mestbassins milieubeheer.


13

GELUIDSNIVEAU IN DB(A); Het niveau van het ter plaatse optredende geluid, uitgedrukt in dB(A), overeenkomstig de door de Internationale Elektrotechnische Commissie (lEC) terzake opgestelde regels, zoals neergelegd in de lEC-publicatie no. 651, uitgave 1989. GEUROVERLAST: - De geur wordt binnen een bepaald tijdbestek langdurig of herhaaldelijk in vleugen waargenomen. - De geurbeleving wordt beoordeeld als negatief en de geur wordt daarbij als zwaar, eventueel als prikkelend of verstorend omschreven. - De geur dient herkend te worden als een geur afkomstig van de inrichting en niet van andere bronnen uit de omgeving. GEURWAARNEMING: • De geur wordt minstens eenmaal waargenomen. • De geur dient herkend te worden als een geur afkomstig van de inrichting en niet van andere bronnen uit de omgeving. GEVAARLIJKE STOFFEN; Indien sprake is van een opslag volgens CPR 15-1, 15-2, of 15-3: Stof of p reparaat dat bij of kra chtens het Besluit verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten is ingedeeld in een categorie als bedoeld in artikel 34, tweede lid, van de Wet milieugevaarlijke stoffen. Indien sprake is van een opslag volgens PGS 15: Gevaarlijke stof als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen. GEVOELIG OBJECT: Dit begrip is gedefinieerd in het Besluit mestbassins milieubeheer. GROND: Dit begrip is gedefinieerd in het Bouwstoffenbesluit. KIWA: Dienstverlenend centrum voor kwaliteitsbeheersing en onderzoek in de sectoren Drinkwater, Bouw en Milieu, Postbus 70, 2280 AB Rijswijk. KIWA-certificatie en -keuringen telefoon: (070) 414 44 00; telefax: (070) 414 44 20. KIWA-inspectie BV telefoon: (070) 414 45 11; telefax: (070) 414 44 24. e-mail: [email protected] internet: www.kiwa.nl LANGTIJDGEMIDDELD BEOORDELINGSNIVEAU (LAr,LT): Het A-gewogen gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse optredende geluid, bepaald in de loop van een bepaalde periode en vastgesteld en beoordeeld overeenkomstig de 'Handleiding meten en rekenen industrielawaai', uitgave 1999.


14

MAAIVELD; De hoogteligging van de gronden ter plaatse van en direct grenzend aan een voorgenomen ontgronding. MAXIMALE GELUIDNIVEAU (LAmax); Het hoogste A-gewogen geluidsniveau, afgelezen in de meterstand 'tast', verminderd met de meteocorrectieterm Cm. De meterstand 'tast' komt overeen met een tijdconstante van 125 ms. NEN: Een door het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN) uitgegeven norm. NEN 6411: Water -bepaling van de pH. NEN 6414: Water en slib - Bepaling van de temperatuur. NEN 6487: Water - titrimetrische bepaling van de concentratie aan sulfaat. NRB: Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten, Informatiecentrum Milieuvergunningen (InfoMil). REFERENTIEPERIODE: Tijdsbestek waarbinnen een bassin moet blijven voldoen aan de gestelde eisen. TERUGVERDIENTIJD: De verhouding tussen het investeringsbedrag voor de maatregel na aftrek van eventuele subsidies en de jaarlijkse opbrengsten van de maatregel ten gevolge van de met de maatregel samenhangende energiebesparing en andere besparingen. In geval van een investering in een installatie voorzien van afzonderlijke energiebesparende componenten moet in plaats van het totaalinvesteringsbedrag worden gerekend met de meerinvestering ten opzichte van een installatie zonder de energiebesparende componenten. Voor de berekening van de financiële opbrengsten ten gevolge van de met de maatregel samenhangende energiebesparing moet worden gerekend met de op het moment van het besparingsonderzoek geldende kosten (tarieven) voor de betrokken inrichting. Er wordt geen rekening gehouden met de eventuele kosten van het (vervroegd) uit bedrijf nemen van een installatie en niet met rentekosten. TRILLINGSTERKTE: De effectieve waarde van de gewogen trillingsgrootheid, gemeten en beoordeeld overeenkomstig de meet- en beoordelingsrichtlijn Richtlijn 2 "Hinder voor personen in gebouwen door trillingen" uit 1993 van de Stichting Bouwresearch Rotterdam (SBR). WONING: Een gebouw of deel van een gebouw dat voor bewoning gebruik wordt of daartoe is bestemd.


15

BIJLAGE: ACTIES Deze bijlage bevat een beknopte weergave van directe acties die uitgevoerd moeten worden op grond van de vergunning. Bij iedere actie is het nummer van het voorschrift in de vergunning en de frequentie vermeld. Het uitvoeren van deze acties houdt niet in dat hiermee is voldaan aan alle voorschriften van de vergunning. 1.1.2 1.1.6 1.1.8 1.2.1

Altijd Lange werkonderbreking Zonodig Altijd

1.2.2

Op verzoek Continue

4.1.1

Gedurende 3 jr

5.2.1 8.4.2 9.1.15

binnen 3 maandag lx per maand altijd

Machines e.d. goed bereikbaar Afvoeren (gevaarlijke) afvalstoffen Registratie klachten en acties verg. houder Bijhouden centraal registratiesysteem Gedurende 5 jaar Bewaren registers, rapporten e.d. Registratiesysteem ter inzage Registratie aangevoerde (afval)stoffen Bewaren energienota's Ixperjr Onderhoud stook-en verwarmingsinstallatie meetverplichting geluid meten concentratie zwavelwaterstof registratie storingen wkk

Beschikking Wet milieubeheer Antanides, Nieuwstad 82 Surgam, S2010-1895

16

Gegevens bevoegd gezag Referentienuninner

Formulierversie 2013.01

Datum ontvangst

Aanvraaggegevens Let op: vul het formulier alstublieft volledig in. Aanvraagnummer

1351531

Aanvraagnaam

Lekkerkerker, Giekerk

Uw referentiecode

54.827

Ingediend op Soort procedure

Reguliere procedure

Projectomschrijving

Bestaande ligboxenstal voorzien van nieuwe bovenbouw en realisatie werktuigberging c.q. opslagruimte

Gefaseerd

Nee

Overzicht bijgevoegde modulebladen Aanvraaggegevens Aanvragergegevens Locatie van de werkzaamheden Werkzaamheden en onderdelen Inrichting of mijnbouwwerk oprichten of veranderen (Milieu) • Milieuneutraal veranderen (voomnalige 8.19 Melding Wrii) Bijlagen Kosten Nawoord en ondertekening

Datum:23 juni 2014 16:10

Aanvraagnummer: 1351531

Pagina 1 van1

Aanvrager bedrijf

Formulierversie 2013.01 1

Bedrijf KvK-nummer

58068856

Vestigingsnummer

000003206912

Statutaire naam

Mts. P., M.E.A. en P.A.J. Lekkerkerker

Handelsnaam 2

Contactpersoon Geslactit

0 Man • Vrouw

Voorletters Voorvoegsels Actiternaam

Lekkerkerker

Functie 3

Vestigingsadres bedrijf Postcode

9061CA

Huisnummer

67

Huisletter Huisnummertoevoeging

4

Straatnaam

Canterlandseweg

Woonplaats

Gytsjerk

Correspondentieadres Adres

Canterlandseweg 67 9061CA Gytsjerk

5

Contactgegevens Telefoonnummer

058-256 2567

Faxnummer E-mailadres

Datum:23 juni 2014 16:10


[email protected]

Pagina 1 van 1

Gèâchtigde bedrijf


Bedrijf KvK-nummer Vestigingsnummer Statutaire naam Handelsnaam

54128404 000023940514 Rombou B.V. Rombou

Contactpersoon Geslacht Voorletters

0 Man • Vrouw A.

Voorvoegsels Achternaam Functie 1

Sinnige projectleider

Vestigingsadres bedrijf Postcode Huisnummer

8031DX 14

Huisletter Huisnummertoevoeging Straatnaam Woonplaats 4

Zwolle

Correspondentieadres

Postbus Postcode Plaats 5

Zwartewaterallee

240 SOOOAE Zwolle

Contactgegevens Telefoonnummer

088-8886661

Faxnummer E-maiiadres

[email protected]

Pagina 1 van1 ;23 juni 2014 16:10 Datum

Aanvraagnummer; 1351531

Locatie

Formulierversie

.2013.01 1

Adres Postcode Huisnummer

67

Huisletter Huisnummertoevoeging

2

Straatnaam

Canterlandseweg

Plaatsnaam

Gytsjerk

Gelden de werkzaamheden in deze aanvraag/melding voor meerdere adressen of percelen?

fl Ja Nee

Eigendomssituatie Eigendomssituatie van het perceel

0 U bent eigenaar van het perceel • U bent erfpachter van het perceel • U bent huurder van het perceel • Anders

Datum:23 juni 2014 16:10


Pagina 1 van1


Milieuneutraal veranderen ' (voormalige 8.19 Melding Wm) Inrichting of mijnbouwwerk oprichten of veranderen (Milieu) 1

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) Inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 ondere en art 3.10 lid 3)

Q Beschrijf de voorgenomen verandering van de inrichting.

Datum:23|uni 2014 16:10

De bovenbouw van de eind '70 jaren gebouwde ligboxenstal (gebouw 5 op milieutekening) heeft stormschade opgelopen. Plan is om deze stal van een geheel nieuwe bovenbouw (spanten en dakplaten) te voorzien. Deze bovenbouw zal hoger en breder zijn dan bestaand. De inrichting van de stal waaronder het aantal dierplaatsen blijft ongewijzigd. De nieuwe bovenbouw wordt to.v. van de bestaande onderbouw ca. 33 meter doorgetrokken. Deze nieuwe ruimte zal worden gebruikt als werktuigenberging c.q. opslagruimte.

Op grond van welke vergunning(en) is de inrichting opgericht dan wel in werking?

Voor de inrichting is op 11 mei 2010 een revisievergunning verleend.

Beschrijf van welke onderdelen van de vergunning(en) en de daaraan verbonden beperkingen en voorschriften wordt afgeweken en de mate waarin ervan wordt afgeweken.

T.o.v. de vigerende vergunning zal het gaan om toevoeging van de werktuigenberging c.q. opslagruimte. In voorbereiding op deze aanvraag is gebleken dat de vigerende vergunning gedeeltelijk foutief is. In het aanvraagformulier is aangehaald dat er voor de van een nieuwe bovenbouw te voorziene stal is aangevraagd met een stalsysteem A 1.2.1 en de andere bestaande stal (gebouw 4 op milieutekening) met stalsysteem A 1.5.1. Vast staat dat beide stallen ten tijde van de oprichting, de aanvraag van de revisievergunning medio 2010 en tot op heden zijn voorzien van het stalsysteem A 1.100.1. Ondernemers zijn nooit van plan geweest om dit stalsysteem A 1.100.1 aan te passen. Via deze aanvraag willen zij dit dan ook herstellen.

Wanneer voert u de voorgenomen verandering uit?

07-07-2014

Beschrijf waarom de verandering van de inrichting of de werking daarvan niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu.

Het aantal dierplaatsen en de inrichting van de bestaande stallen wordt niet gewijzigd. Het feitelijk aanwezige stalsysteem is en was A 1.100.1. De ondernemers hebben tot op de dag van vandaag de mogelijkheid om dit stalsysteem toe te passen.

Beschrijf waarom het maken van een milieueffectrapport als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer niet verplicht is.

De binnen inrichting aanwezige en vergunde dierplaatsen worden niet gewijzigd.

Beschrijf waarom de verandering niet leidt tot een andere inrichting dan waarvoor eerder een vergunning is verleend.

Het gebruik en het aantal dierplaatsen komt niet te veranderen.


Bevoegd gezag: Gemeente Tytsierksteradiel

Pagina 1 van1

Toelichting Milieuneutraal r J veranderen (voormalige 8. fSt/ Melding Wm)

Formulierversie 2013.01 1

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid Ionder e en art 3.10 lid 3) Beschrijf de voorgenomen verandering van de inrichting. - Het gaat om een verandering van de inrichting die niet in overeenstemming is met de vergunning of de daaraan verbonden beperkingen en voorschriften die al aan de inrichting is afgegeven.

Datum:23 juni 2014 16:10


Bevoegd gezag: Gemeente Tytsierksteradiel

Pagina 1 van 1


bijlagen Formele bijlagen

Datum:23|uni2ai4 16:10

Naam bijlage

Bestandsnaam

TVpe

BREGE2014_LEKKERKERKER_23-062014 M l

BREGE2014_LEKKERKERKER_23-062014_MILIEUTEKENING.pdf

Situatietekening milieu Plattegrond Milieu


Datum ingediend

Status document Concept

Pagina 1 van 1


Kosten Projectkosten Wat zijn de geschatte kosten voor het totale project in euro's (exclusief BTW)?

Datum:23iuni 2014 16:10


Pagina 1 van1


Nawoord en ondertekening Zijn de bijlagen bij deze aanvraag compleet

Alleen te beantwoorden als de bijlagen nog niet compleet zijn Alleen te beantwoorden als de bijlagen nog niet compleet zijn

• Ja • Nee

De volgende bijlagen dien ik later in

De volgende bijlagen dien ik niet in

Vul uw eventuele persoonlijke opmerkingen over uw aanvraag hier in. Als blijkt dat voor één van de onderdelen geen vergunning verleend kan worden, wilt u dan voor de overige onderdelen wel een vergunning ontvangen?

•

Geeft u toestemming om persoonsen adresgegevens van de aanvrager/melder en, indien van toepassing, de gemachtigde openbaar te maken?

• Ja Q Nee

Geeft u toestemming om de geschatte projectkosten / kosten van de werkzaamheden openbaar te maken?

Nee

Ja Nee

• Hierbij verklaar ik dat ik de aanvraag/melding naar waarheid heb ingevuld en dat ik weet dat er kosten verbonden kunnen zijn aan het indienen van een aanvraag.

Niet verplicht in te vullen indien u gemachtigde bent

Handtekening aanvrager

Datum Handtekening

Handtekening gemachtigde Datum Handtekening

Datum:23 juni 2014 16:10


Pagina 1 van1

Terugsturen van de aanvraag U kunt de aanvraag of melding Inclusief bijbehorende bescheiden versturen naar onderstaand adres van het bevoegd gezag. Bevoegd gezag omgevingsvergunning Naam: Gemeente Tytsjerksteradiel Bezoekadres: Raadhuisweg 79251 GH BUrgum Postadres: Postbus 39250 AA Burgum Telefoonnummer 140511 Faxnummer Emailadres: Website: Contactpersoon:

Datum:23iuni 201416:10


0511 460861 [email protected] www.t-diel.nl Team Vergunningen

Pagina 1 van 1

w orn gemeente

tytsjerksteradiel

n

t h g

e Mts. P., M.E.A. en P.A.J. Lekkerkerker Canterlandseweg 67 9061 CA GYTSJERK

VERZONDEN

Burgum, 4 juli 2014 ons kenmerk behandeld door doorklesnummer betreft adres onderwerp

04 JOLI 2014 : Z-HZ_WABO-2014-0435 Oio; 1211099 : team vergunningen : 140511 : uitbreiden en vernieuwen stal : Canterlandseweg 67 te Gytsjerk : Omgevingsvergunning reguliere procedure

Geachte heer, mevrouw, Op 5 maart 2014 hebben wij uw aanvraag omgevingsvergunning voor uitbreiden en vernieuwen van de stal op het perceel Canterlandseweg 67 te Gytsjerk ontvangen. In deze brief krijgt u ons besluit. Besluit Burgemeester en wethouders besluiten, gelet op de be palingen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning te verlenen. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken deel uitmaken van de vergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend voor de volgende activiteit(en): - Bouw - Milieuneutraal Veranderen Bedrijf Onderdeel van het besluit vormen: - Bezwaarclausule en inwerkingtreding - Voorschriften - Opmerkingen - Factuur Overige bijgevoegde documenten De volgende in het Oio opgenomen en gekenmerkte documenten behoren bij dit besluit: - het aanvraagformulier, datum ontvangst 5 maart 2014; - AanvraagstalLekkerkerker_pdf, datum ontvangst 5 maart 2014; - LichtplanLekkerkerker_pdf, datum ontvangst 23 juni 2014; - MilieuLekkerkerker_pdf. datum ontvangst 23 juni 2014

Postbus 3 I 9250 AA Burgum | Raadhuisweg 7 | tal 14 05 I I| fax 051 I 460 861 j [email protected] ( www.t-diel.nl

j

J

e

a

w om 0 f gem e enïe

tytsjerksteradiel

•> ^

Toelichting De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd volgens het bepaalde in artikel 3.7 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De aanvraag is getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriële regeling omgevingsrecht. Gebleken is dat uw aanvraag aan deze regels voldoet. Bouwen De aanvraag omgevingsvergunning voor het uitbreiden en vernieuwen van de stal is op grond van artikel 2.10 Wabo getoetst aande gemeentelijke welstandsnota, de bouwverordening, het Bouwbesluit en de geldende ruimtelijke regelgeving (o.a. bestemmingsplan). - Het bouwplan voldoet aan alle eisen en daarom kan de omgevingsvergunning worden verleend. Milieuneutraal Veranderen De milieuneutrale verandering is geaccepteerd. De ovenvegingen zijn omschreven in de bij deze omgevingsvergunning behorende pagina's 6 tot en met 8.

Vragen? Hebt u hierover nog vragen dan kunt u bellen met het team vergunningen, tel. 140511 Met vriendelijke groet. Namens burgemeester en wethouders van Tytsjerksteradiel de cnnrdinator van^pt team vergunningen

J.J. Spruit

g

O

a w om

g

gemeente

tytsjerksteradiel

Bezwaarclausule en inwerkingtreding Niet mee eens Bent u het niet eens met ons besluit? Dan kunt u een bezwaarschrift indienen. Dat doet u schriftelijk. U stuurt het bezwaarschrift binnen zes weken na de datum van deze brief naar h et college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tytsjerksteradiel (Postbus 3, 9250AA Burgum). in het bezwaarschrift vermeldt u: Uw naam en adres; De datum; Een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt; Waarom u het niet eens bent met ons besluit. Vergeet niet het bezwaarschrift te ondertekenen! Inwerkingtreding De algemene regel is dat het besluit op een aanvraag voor een omgevingsvergunning in werking treedt met ingang van de dag na haar bekendmaking. In afwijking van deze algemene rege/treedt de beschikking in werking met ingang van de dag na afloop van de bezwaartermijn, wanneer de omgevingsvergunning betrekking heeft op de activiteit kappen, slopen of op de activiteit uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit is bepaald (voorheen de aanlegvergunning). Voorlopige voorziening Tegen het besluit kan binnen zes weken na bekendmaking bezwaar worden aangetekend. Het indienen van een bezwaarschrift schorst d e werking van het besluit niet. Hebben u of derde belanghebbenden er veel belang bij dat dit besluit niet in werking treedt , dan kan een voorlopige voorziening worden gevraagd. Dat doet u schriftelijk bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, afdeling Bestuursrecht, Postbus 150, 9700 AD Groningen of digitaal via httD://ioket.rechtspraak.ni/bestuursrecht. N.B. voor het behandelen van uw aanvraag bij de rechtbank moet u griffierecht betalen (zie www.rechtspraak.nl). ü kunt alleen een voorlopige voorziening vragen als u ook een bezwaarschrift indient.

f

Ih » " g

a w om g

gemeente

tytsjerksteradiel , S

Voorschriften Voor de activiteit Bouwen: 1. De bouw dient uitgevoerd te worden volgens de voorschriften uit het Bouwbesluit 2012 en aanverwante normen en richtlijnen. 2. Voordat gestart wordt met de bouw dient aan het Team Vergunningen te zijn doorgegeven wie: het bouwwerk gaat bouwen; Hierbij kan het gaan om een aannemer, onderaannemers of zelfbouw. 3. Voordat gestart kan worden met de bouw dient u minimaal 3 weken voordat gestart wordt met de uitvoering van betreffend onderdeel de hieronder aangegeven gegevens, in tweevoud, bij het Team Vergunningen in te dienen (nadat de gegevens zijn goedgekeurd kunt u betreffend onderdeel uitvoeren): 1) Gegevens van het funderingsplan: • Een berekening van de maximale draagkracht van de bodem conform NEN-6740; • Een tekening van de fundering, met daarop de aanlegdiepte, lengte funderingspalen, diepte van de grondverbetering. 2) Constructieve gegevens: • Constructie tekeningen van de (systeem)vloeren, wanden, kap e.d.; • Statische berekeningen (conform de NEN-EN 1990 t/m 1999 "de Eurocodes"/ NEN 8700) 4. Eventuele aanvullingen en/of wijzigingen van de constructie dienen 3 weken voordat gestart wordt met het betreffende onderdeel bij Team Vergunningen ter beoordeling ingediend te worden. 5. Voordat ze worden toegepast dient een monster van de volgende materialen ter goedkeuring te worden aangeboden bij het Team Vergunningen: • gevelbeplating; • dakplaten;

F j

O

„ 6

a w om

Kf'»

g e m ft e n I e

tytsjerksteradie!

g

Opmerkingen Voor de activiteit Bouwen 1. De rooilijn en het peil dienen door het bouwtoezicht op het bou>/vterrein te worden aangegeven. Voor het maken van een afspraak kunt u contact opnemen met het Team Handhaving (telefoonnummer; 140511). 2. Wij vragen de houder van de vergunning om een aantal zaken zo spoedig mogelijk aan het Team Handhaving door te geven: • Minimaal twee werkdagen voor de feitelijke start van de bouwwerkzaamheden een melding "start bouwwerkzaamheden". U kunt melden via de website www.tdiel.nl/wonen-en-leven of schrijven naar gemeente Tytsjerksteradiel, Team Handhaving, Postbus 3, 9250 AA Burgum. • Tenminste twee werkdagen van te voren: het uitgraven van de bouwput of de start van de heiwerkzaamheden met opgave van soort heiblok, het slaan van proefpalen daaronder begrepen; • Tenminste één werkdag van te voren: de aanvang van het storten van beton; • De voltooiing van grondleidingen, huisaansluitingen en afvoerputten, direct na voltooiing, zonder dat de grond is aangebracht; • Op de dag van beëindiging van de bouwwerkzaamheden een bericht "gereedmelding bouwwerkzaamheden". U kunt melden via de website www.t-diel.nl/wonen-en-leven of schrijven naar gemeente Tytsjerksteradiel, Team Handhaving, Postbus 3, 9250 AA Burgum. 3. Na de bouw van het bouwwerk, waarvoor vergunning is verleend, is het verboden dit bouwwerk in gebruik te geven of te nemen indien het bouw werk niet gereed is gemeld bij het bouwtoezicht. 4. Zodra het bouwwerk klaar is, zal dit (zonodig) door de la ndmeetkundige dienst van de gemeente Tytsjerksteradiel worden ingemeten. 5. Indien u binnen 26 weken na verlenen van deze vergunning niet met de bouw bent gestart, kan de vergunning door de gemeente worden ingetrokken. Indien u geen gebruik wilt maken van deze vergunning kunt u deze laten Intrekken. Indien u dat binnen 1 jaar doet heeft u recht op teruggave van 30 % van de betaalde leges.

J

b

'

a

w om 9 gemeente

fh n J

tytsjerksteradiel ^

b

g Voor de activiteit Milieuneutraal Veranderen:

Omgevingsvergunning milieuneutraal veranderen Op 24 juni 2014 hebben wij een aanvulling op uw aanvraag om omgevingsvergunning voor het onderdeel bouw ontvangen. Het betreft een omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen van uw bedrijf, oionummer 1351531. De aanvraag bestaat uit een ingevuld aanvraagformulier en een plattegrondtekening. De aanvragen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daarom vind de afhandeling van de omgevingsvergunning voor het milieuneutraal wijzigen ook plaats in dit besluit. Verloop Op 5 maart 2014 heeft u een omgevingsvergunning aangevraagd voor het uitbreiden en vernieuwen van een bestaande stal. Tevens zal deze stal worden verlengd met een stallingruimte (opslagruimte annex werktuigenberging). Naast het vernieuwen van de stal zal deze in vergelijking met de vergunde situatie worden uitgevoerd met een aangepast stalsysteem. Ten aanzien van de wijzigingen hebben wij op 7 april 2014 een melding Activiteitenbesluit ontvangen. Deze melding hebben wij buitenbehandeling gelaten. Het bedrijf is vergunningsplichtig, en voor wat betreft de wijziging en kan niet worden volstaan met een melding Activiteitenbesluit. Bij brief van 26 maart 2014, ons kenmerk Z-HZ_WABO-2014-0435, hebben wij u daarom gevraagd uw aanvraag aan te vullen. Ven/olgens hebt u laten weten van oordeel te zijn dat inderdaad sprake is van een wijziging ten opzichte van de vergunde situatie die maakt dat feitelijk een omgevingsvergunning voor het onderdeel milieu moet worden aangevraagd. Vanwege de wijzigingen is tevens sprake van het wijzigen van een installatie (stallen) waarvoor een Mer-beoordelingsplicht aan de orde is. U stelt echter dat voor wat betreft de huisvestingsystemen dit in de vergunningsaanvraag destijds onjuist is aangevraagd, en daarom ook de vergunde systemen niet overeenkomen met de praktijk. Volgens u zeggen is het nooit de bedoeling geweest de in de vergunning genoemde huisvestingsystemen tot uitvoer te brengen. In uw optiek is de inhoud van de vergunning dan ook onjuist. Ondanks dat het aanvragen van de vergunning en de daarin opgenomen informatie strekt tot de verantwoordelijkheid van u als inrichtinghouder verzoekt u ons hiermee rekening te houden. Het is echter niet mogelijk om zonder vermindering van de dierenaantallen de situatie in te kunnen passen met een melding Activiteitenbesluit. Vervolgens hebt u via ons college verzocht om een oplossing voor deze situatie. Na beraad denken wij een passende oplossing te hebben gevonden in de vorm een omgevingsvergunning voor het milieuneutraal wijzigen van de inrichting (artikel 3.10 lid 3 Wabo). Bij brief van 5 juni 2014, kenmerk Z-HZ_WABO-2014-0435 hebben wij hierover geïnformeerd, en verzocht een omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen in te dienen. Vergunninassituatie milieu Voor het perceel is op 11 mei 2010 een revisievergunning verleend. In het kader van deze vergunning is voor de stal die wordt vernieuwd stalsysteem A.1.2.1, loopstal met hellende vloer en giergoot of met roostervioer; beide met speelsysteem (BWL 2001.28) met beweiden (emissie 7,5

e

w gemeente

a om Q f

tytsjerksteradiel

l

" j

'V

s gS

kg/NHs per dierplaats per jaar) van toepassing. Zoals aangegeven is dit stalsysteem niet aa nwezigen heeft volgens u ook nooit de intentie bestaan om tot aanleg van dit systeem over te gaan. Ten aanzien van de ander e stal, waarin melkvee wordt gehouden, is in de vergunning vermeld dat stalsysteem A 1.5.1 wordt gehanteerd, loopstal met sleufvloer en mestschuit (BWL 2010.24.V4) met beweiden (emissie 7,7 kg NH3 per dierplaats per Jaar). Zoals aangegeven is dit stalsysteem niet aanwezig en heeft volgens u ook nooit de intentie bestaan om tot aanleg van dit systeem over te gaan. De aanwezige stalsystemen betreffen het systeem A 1.100.1, traditioneel stalsysteem met roosters en met beweid gehouden vee (emissie 9,5 NH3 per dierplaats per jaar). Dit stalsysteem zal ook na vernieuwen van de stal aanwezig zijn. Immers u bent van voornemens de onderbouw, uitgezonderd de fundering, te blijven gebruiken. De aangepaste stallen worden gezien als een nieuwe huisvestingsystemen. Om te kunnen voldoen aan de emissienormen uit het Besluit ammoniakhuisvesting veehouderijen is beweiding noodzakelijk. Immers er Is sprake van een wijziging van het stalsysteem na 1 april 2008. Inrichtinghouder is hiervan op de hoogte en heeft bewust gekozen voor een beweide situatie. Mede gelet op het feit dat het systeem met beweiden voldoet aa n het Besluit ammoniak huisvesting veehouderijen, evenals de bijzonderheid van dit geval waarbij naar aanleiding van een calamiteit herbouw benodigd is, zijn wij van mening dat daarbij onder voorwaarden in de milieuneutrale omgevingsvergunning tot inpassing kan worden gekomen. Ten aanzien van het beweiden merken wij overigens op dat wanneer u enkel kiest voor een uitloopweide van circa 2 - 4 hectare (zoais door u eerder vermeld) u daarbinnen uiteraard moet zorgdragen dat het vee In de behoefte van drinken en voedsel wordt voorzien. Immers anders is het aannemelijk dat een grootdeel van de veestapel geruime tijd in de stal aanwezig is om voldoende te eten en te drinken, en is dus geen sprake van een beweide situatie. Wij verwijzen hierbij naar de richtlijnen die in het kader van de Maatlat Duurzame Veehouderij worden gehanteerd voor beweiden. Een belangrijke indicator is de huiskavei. Het betreft hier het "samenstel van aaneengesloten percelen, erf met stallen en weilanden waarop de beweiding plaats kan vinden, dat wordt begrensd door de percelen in gebruik bij derden of door niet overschrijdbare openbare wegen en waterwegen", [omschrijving ontleend aan de ontwerpwijziging van het Besluit vergunningen natuurbeschermingswet 1998], Een agrarische ondernemer kan op diverse manieren zijn vee in het weiland laten grazen. Een systeem is bijvoorbeeld het rantsoensysteem. Hierbij krijgt het vee elke dag een vers stuk grasland ter beschikking, incidenteel worden deze stukken grasland ook gemaaid en ingekuild. De minimale omvang van de huiskavei dient bij toepassing van dit systeem circa 15 rrf grasland per melkkoe per dag te zijn, waarbij je er vanuit gaat dat er vanuit gaat dat elke 40 dagen opnieuw beweid kan worden op dit stuk. Je hebt het volgende oppervlakte nodig: 15 m^ X 40 dagen = 600 m^ per koe. Bij 100 koeien heb je dus een huiskavei van circa 60 0 rrf X 100 koeien = 6 hectare nodig. Deze omvang moet gezien worden ais een grove richtlijn. Een ander systeem is het direct beschikbaar stellen van een groot perceel grasland aan het melkvee, in dat geval kan worden volstaan met een huiskavei met een oppervlakte van circa 8 rrf per melkkoe. Je hebt het volgende oppervlakte nodig: 8 rrf X 120 dagen weidedagen = 960 m^ per koe. Bij 100 koeien heb je dus een huiskavei van circa 960 rrf X 100 koeien = 9,6 hectare nodig. Zodra de huiskavei kleiner is dan 8 rrf per koe, is er bij dit systeem ai gauw sprake van een 'uitloopweide' (perceel grasland van beperkte omvang, waarin voor de melkkoe geen/nauwelijks te grazen gras aanwezig is. Deze weide wordt in dat geval min of meer gebruikt voor extra bewegingsvrijheid en frisse lucht voor de koe), indien er enkel een 'uitloopweide' aanwezig is, is het niet aannemelijk dat de gehele veestapel gedurende een substantieel deel van de dag

^

e

a w om 0 F

/•fe u»

gemeente

tytsjerksteradiel

o g

buiten het dierenverblijf aanwezig is. Het veebestand zai in dat geval nameiij'k een geruime tijd in de stal aanwezig zijn voor het opnemen van voldoende voedsel en water. Daarnaast zijn er nog aiierlei tussenvarianten waarbij er meer of minder noodzaak tot stalvoedering aanwezig is. Welk beweidingssysteem wordt toegepast is daarnaast afhankelijk van de plaatselijke en persoonlijke omstandigheden, (bron: Maatlat Duurzame Veehouderij) Milieuneutraal veranderen Ten aanzien van de wijzigingen stellen wij ons op het standpunt dat met de wisseling van stalsystemen feitelijke sprake is van een wijziging die niet met een milieuneutrale vergunning kan worden afgedaan. Nu echter is gebleken dat de vergunning zoals verleend op onjuiste gronden berust, en ten aanzien van de toe te passen stalsystemen nog steeds kan worden voldaan aan de uitgangspunten van het besluit ammoniakhuisvesting veehouderijen, zijn wij van mening dat hieraan invulling kan worden gegeven. Aan deze milieuneutrale verandering zijn een aantal voorschriften verbonden waarmee wordt geborgd dat inpassing van het initiatief in overeenstemming met aangevraagde situatie verloopt. Tevens is in deze voorschriften aandacht geschonken aan het aspect licht. In het kader van de omgevingsvergunning zijn eerder een tweetal lichtplannen aangeleverd, welke niet voldoen aan de daartoe gestelde eisen. Duidelijk is wel dat met de juiste verlichting de wijziging milieuneutraal verloopt. Ten einde de aanvraag toch te kunnen afhandelen stellen wij daarom een emissiemeting verplicht. Tevens bestaat de mogelijkheid een aangepast lichtplan aan te leveren dat voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld. Voorschriften: 1.1. Algemeen 1.1.1. De binnen de inrichting aanwezig stallen voor het houden van melkvee moeten voldoen aan stalsysteem A 1.100.1 overeenkomstig de Regeling ammoniak en veehouderij. 1.1.2. Het binnen de inrichting aanwezige melkvee moet overeenkomstig het gekozen stalsysteem op een beweide wijze worden gehouden. Toelichting Ten aanzien van het begrip beweiden wijzen wij op de Maatlat Duurzame Vee houderij waarin is gesteld op welke wijze invulling kan worden gegeven aan het begrip beweiden, 1.1.3. De op te richten opslagruimte annex werktuigenberging mag alleen voor dat doel worden gebruikt. Het is niet toegestaan deze ruimte te benutten voor het houden van vee van enerlei soort en hoeveelheid evenals de opslag van vaste mest.

a w om gemeente

tytsjerksteradiel

1.1.4. Binnen de opslagruimte annex werktuigenberging mogen geen vaste machines en installaties worden opgesteld, en geen bodembedreigende stoffen worden opgeslagen. Toelichting Gelet op de informatie uit de aanvraag is niet geheel duidelijk waaruit de opslag en werktuigen zullen bestaan, ondanks dat hierom wel Is verzocht In het verzoek om aanvullingen. Omdat Is aangegeven dat er geen sprake Is van een belasting voor de bodem, en daarom kan worden volstaan met de mllieuneutraie verandering, mag dan ook worden aangenomen dat deze voorzieningen en stoffen niet aanwezig zullen zijn. 1.2. Licht Deze voorschriften hebben alleen betrekking op de nieuwe stal die binnen de inrichting wordt opgericht. 1.2.1. Binnen twee maanden na oplevering dient een controiemeting te worden uitgevoerd om te controleren of aan de in het beleid aangegeven maximale luminatiewaarden van de lichtgevende oppervlakken kan worden voldaan. Toelichting Aangetoond moet worden dat de verlichting voldoet aan het door de gemeente gestelde verllchtingsbeleld, beleidsnotitie "kunstlicht in open stallen bij veehouderijen", 12 april 2011. Luminantie Dit is de hoeveelheid licht die van een oppervlak afkomt. De eenheid van iuminantle is candela per m2 (cd/m2). Het wordt ook wei helderheid genoemd. Hemeiheiderheid wordt gewoonlijk uitgedrukt in mcd/m2 (= 1/1000ste cd/m2 ). 1.2.2. De controiemeting dient te worden uitgevoerd door een veriichtingskundige welke door het bevoegd gezag wordt erkend. 1.2.3. Uiterlijk twee weken voor dat de in voorschrift 1.2.1 bedoelde controiemeting plaats vind moet de gemeente hiervan in kennis worden gesteld zodat deze bij de controiemeting aanwezig kan zijn. 1.2.4. De controiemeting o.a. apparatuur en meetwijze dient in ieder geval te voldoen aan de eisen zoals gesteld in paragraaf 4.2 (biz. 20) van de belei dsnotitie "kunstlicht in open stallen bij veehouderijen", 12 april 2011. 1.2.5. indien uit de controlemeting blijkt dat niet aan de gestelde normen wordt voldaan dienen aanvullende technische- of gedragmaatregelen te worden genomen om aan de normen te voldoen. Aangaande deze maatregelen dient aan het bevoegd gezag schriftelijk te worden gerapporteerd over de inpassing. Met aanvullende meting moet duidelijk worden gemaakt of deze maatregelen afdoende zijn.

r

t'h " i ^

a w om

g

gemeenre

/ #J

tytsjerksteradiei _

1.2.6. Er dient binnen één maand na meting een rapport met de resultaten van de controlemeting bedoeld in voorschrift 1.2.1 en 1.2.5 aan het bevoegd gezag te worden overlegd. 1.2.7. De voorschriften 1.2.1 t/m 1.2.6 zijn niet van toepassing indien met een lichtplan wordt aangetoond dat aan de voorwaarden van het gemeentelijk lichtbeleid wordt voldaan. Voorwaarde daarbij is dat het lichtplan door het bevoegd gezag wordt goedgekeurd.

10

f "

3

" .

g'

®

a w om

n

gemeente

tytsjerksteradiel ^ g'

Bodem: Voor het toepassen van een bouwstof (bv gebroken asfalt/ granulaat) dient een milieuhygiënische verklaring volgens het Besluit bodemkwaliteit overlegd kunnen worden met het bevoegd gezag. - U mag alleen bouwstoffen toepassen waarvan de kwaliteit voldoet aan de maximale samenstellings- en emissiewaarden. - U moet de kwaliteit kunnen aantonen met een milieuhygiënische verklaring. - U mag bouwstoffen alleen toepassen in een functioneel werk. - Bij hergebruik van bouwstoffen zonder bewerking en onder dezelfde condities, zonder verandering van eigenaar, moet u de toepassing melden bij het Meldpunt bodemkwaliteit. - U moet zich houden aan eventuele aanvullende toepassingsvoorwaarden of beperkingen. En voor grond: Bij hergebruik en toepassen van grond is het Besluit bodemkwaliteit van toepassing. Hergebruik en toepassen van grond is alleen toegestaan als het schone grond betreft (partijkeuring Besluit bodemkwaliteit) of als het voldoet aan de kwaliteitseise n zoals gesteld in het bodembeheerplan van de gemeente Tytsjerksteradiel. Wanneer er schone grond of baggerspecie > 50m3, licht verontreinigde grond of baggerspecie wordt toegepast of tijdelijk wordt opgeslagen dient u op basis van artikel 42. lid 1 en 2 van het Besluit Bodemkwaliteit dit te melden op de website bij het landelijke meldpunt bodemkwaliteit via Agentschap NL (www.meldpuntbodemkwaliteit.agentschap.nl). Op de gemeentelijke website www.t-diel.nl onder zoekfunctie "bodem en grond", product "bodemkwaliteit" kunt u onze bodembrochure en/of Nota Bodembeheer vinden. In aanvulling op de brochure zijn bodemkwaliteitskaarten (ontgravings- en toepassings- en functiekaart) aanwezig.

11

J

e

ua eiueejaip aAapejismiujpv 9 aSe hg nqujoj

AGIS

AANWEZIG VEE OP DATUM Alle nummers uit alle groepen . eerste sortering oplopend op geboorte datum Per 28-12-2014

1972395 Lekkeilêtker

AmS

Total Farm System

Agis Automatisering B.V. (0348) 44 38 40 Verwerkingsdatum 13-07-2015 blad 1

Samenvatting: 197

Melkkoeien Jongvee Jongvee Jongvee Jongvee Jongvee

0-3 3-6 6-12 12 - 24 > 24

maanden: maanden: maanden: maanden: maanden:

17 11 18 41 5 2

Stieren

291

Totaal

AANWEZIG VEE OP DATUM Alle nummers uit alle groepen , eerste sortering oplopend op geboorte datum 1972395 Lekkerkerker

Per 10-12-2014

Samenvatting: Melkkoeien Jongvee Jongvee Jongvee Jongvee Jongvee Stieren

Totaal

196 0-3 3-6 6 -12 12-24 > 24

maanden: maanden: maanden: maanden: maanden:

20 9 19 41 3 5 293

ASS

Total Farm System

Agis Automatisering B.V. (0348) 44 38 40 Verwerkingsdatum 13-07-2015 blad 1

romb u

Bijlage 7 Aerius activiteitbesluit

AERIUS B CALCULATOR Dit document bevat resultaten van een stikstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U dient dit document te gebruiken ter onderbouwing van een vergunningaanvraag in het kader van de Natuurbeschermingswet igg8. De resultaten geven de stikstofeffecten van deze activiteit weer voor haar omgeving. Tot de omgeving behoren zowel Natura 2000gebieden als beschermde natuurmonumenten. Calculator maakt enkel voor de PAS-gebieden inzichtelijk welke stikstofgevoelige habitattypen er voor komen en op welke hiervan een effect is. Op basis hiervan is aangegeven voor hoeveel hectares ontwikkelingsruimte benodigd is. De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak (NH3) en stikstofoxide (NOx), of één van beide. Hiermee is de depositie van de activiteit berekend en uitgewerkt. Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Calculation Situation i • Characterization • Emission »• Deposition nature areas • Deposition habtitat types

Further explanation of this PDF can be found in a corresponding tassel. This reading guide and other documentation can be accessed via: www.aerius.nl. iERfrxjisQ (24 July 2015) page1^4


AERIUS B CALCULATOR Contact

Activity

Total emission

Deposition Highest delta project contribution(m ol/ha/y)

Explanation


Legal entity

Location

Rombou

Canterlandseweg 67, Giekerk

Description

AERIUS reference

Mts Lekkerkerk

2ERfrxji3Q

Calculation date

Calculation year

24 July 2015,13:32

2015

Situation 1

Situation a

Difference

2,983.80 kg/y

4,894.80 kg/y

1,911.00 kg/y

Nature area

Province

Aide Feanen

Friesland

Situation i

Situation 2

Difference

0.22

0.36

+ 0.14

Activiteit

Situation 1

zERfnrjisQ (24 July 2015)

Situation 2

page 2/24

z uojjemis luoijenjis

tzji sSed

(Sioz Ä|nr Vi) öEilxjjygz

iiojjao joj uOQein3|e3

r i^-.

UOUBDOl

ijujjad Jojuo!iB|nD|B3


Emission Situation i

Name Location (X,Y) Height Heat content NH3

Anim al

RAV code

Description

^

A 3.100


A 7.100

overige huisvestingssystemen (Rundvee; fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar) (Overig)

Amount Substa nee


Emission

4.400

176.00 kg/y

6.200

31.00 kg/y


Emission

13.000

2,340.00 kg/y

40 NH3

5

NH3

Name

Stal 4

location (X,Y)

187299,583834

Height

5.0 m 0.0 mw 2.340.00 kg/y

Heat content NH3


Stal 2 187335. 583889 5.0 m 0.0 mw 207.00 kg/y

Anim al

RAV code

Description

^

A 1.100


Amount Substa nee

180

NH3

Situation!

aERfrxjiïQ (24 July 2015)

Situation a

page 4/24


Name Location (X,Y) Height Heat content NHj

Anlm al

RAV code

Description

A 1.100

overige huisvestingssystemen (Rundvee: melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar) (Overig)

A 3.100


Amount Substa

Emission

16 NH3

13.000

208.00 kg/y

46 NH3

4.400

202.40 kg/y

Emission faaor (kg/animal/y)

Emission

4.400

26.40 kg/y

Height Heatcontent

0.0 mW

NH3

26.40 kg/y

Location (X,Y)



Iglo's 187344,583903 5.0 m

Name

Anim al

Stal 5 187337.583857 5.0 m 0.0 mw 410.40 kg/y

RAV code

Description

A 3.100

overige huisvestingssystemen (Rundvee: vrouwelijk jongvee tot 2 jaar) (Overig)

Amount Substa nee

6 NH3

Situation i

aERfrxjijQ (24 July 2015)

Situation a

page 5/24


.J

Emission Situation 2

Name Location (X.Y) Height Heat content NH3

Anim a!

Anim al


Stal 2 187335, 583889 5.0 m 0.0 mw 176.00 kg/y

Amount Substa nee

RAV code

Description

A 3.100



Emission

4.400

176.00 kg/y


Emission

13.000

3,068.00 kg/y

40 NH3

Name

StaU

Location (X,Y)

187299,583834

Height

5-0 m

Heat content

0.0 mW

NH3

3,068.00 kg/y

RAV code

Description

A 1.100


Amount Substa nee

236 NH3

Situation 1

2ERfrxii3Q (24 July 2015)

Situation 2

page 6/24


Anim al


Name

Stal 5

Location (X,Y)

187337,583857

Height

5*0 rn

Heat content

0.0 mW

NH3

1,580.40 kg/y

RAV code

Description

Amount Substa nee

A 1.100


A 3.100



Emission

NH3

13.000

1,378.00 kg/y

46 NH3

4.400

202.40 kg/y


Emission

4.400

70.40 kg/y

106

Name

Iglo's

Location (X.Y) Height

187344.583903 5.0 m

Heat content

0.0 mW

NHj

70.40 kg/y

Anim al

RAV code

Description

yy

A 3.100


Amount Substa nee

16

NH3

Situation 1

zERfrxiijQ (24 July 2015)

Situation a

page 7/24


Deposition

Highest delta projectcontribution (Aide Feanen)

Highest delta projectcontribution per nature area

^ Habltatnchtlijn •U" Vogelrichtlijn Bescherm natuurmonument ^ Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn A Habitatnchtlijn, Bescherm natuurgebied A Vogelrichtlijn, Bescherm natuurgebied Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn, Beschermd natuurgebied


Situation i

aERfrxjisQ (24 July 2015)

Situation 2

page 8/24


Deposition PAS areas

Highest delta project contribution (mol/ha/y) Situation 1 Situation 2 Difference



Bakkeveense Duinen

0.00

0.08

+ 0.08

Van Oordt's Mersken

0.00

0.08

+ 0.08

O

Duinen Schiermonnikoog

0.17

0.29

+o.n

O

Fochteloërveen

0.00

0.07

+ 0.07

O

Drents-Friese Wold & Leggelderveld

0.00

0.07

+ 0.07

O

Aide Feanen

0.22

0.36

+ 0.14

O

Duinen Ameland

o.i6

0.27

+0.11

O

Wijnjeterper Schar

0.00

0.08

+ 0.08

O

Duinen Terschelling

0.00

0.08

+ 0.08

O

Norgerholt

0.00

0.07

+ 0.07

O

Waddenzee

0.21

0.34

+ 0.13

O

Duinen Vlieland

0.00

0.05

+0.05

O

Q Geen overschrijding ^ Wel overschrijding O Ontwikkelingsruimte beschikbaar*

O Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar ^ Meer dan 60% van ontwikkelingsruimte uitgegeven in tenminste één hectare *


Bij beoordeling van een vergunningaanvraag in het kader van de Nb-wet wordt vastgesteld of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat signicante verslechtering uitgesloten kan worden.

Situation 1

zERfrxjijQ (24 July 2015)

Situation 2

page 9/24


Bakkeveense Duinen Area

Highest delta project contribution (mol/ha/y) Situation 1

Situation a

Difference



ZGH2310 Stuifzandheiden met Struikhei

0.00

0.07

+0.07

O

H3I6O Zure vennen

0.00

0.08

+ 0.08

O


0.00

0.08

+ 0.08

O

H4010A Vochtige heiden (hogere

0.00

0.08

+ 0.08

O


0.00

0.08

+ 0.08

O


0.00

0.08

+ 0.08

O

zandgronden)

Van Oordt's Mersken Area


Situation 2

Difference



0.00

0.08

+ 0.08

H6410 Blauw/graslanden

0.00

0.08

+ 0.08

O

H6230vka Heischrale graslanden, vochtig

0.00

0.08

+0.08

O


kalkarm


Situation! Situation 2

zERfrxjisQ (24 July 2015) page 10/24


Duinen Schiermonnikoog Area



Situation 2

Difference



H219OC Vochtige duinvalleien (ontkalkt)

0.15

0.24

+0.09

O


0.17

0.28

+ o.n

O


0.14

0.23

+ 0.09

O


0.17

0.29

+ o.n

O


0.13

0.21

+0.08

O


0.09

0.15

+0.06

O


0.13

0.21

+ O.08

H9999:6 Habitattype onbekend/onzeker KDW op basis meest kritische aangewezen type(H2t3oB, H2130C)

o.i6

0.26

+ 0.10

O


0.14

0.22

+0.09

O


0.17

0.29

+0.11

W

O

ZGH2180C Duinbossen (binnenduinrand)

0.12

0.19

+0.07

O

O


0.15

0-24

+ 0-09

O

O

ZGH2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk)

0.00

0.07

+0.07


0.15

0.25

+0.10


0.14

0.22

+ 0.09

O

ZGHaigoC Vochtige duinvalleien (ontkalkt)

0.13

0.22

+0.09

O

O

O

O O

O

Situation i

2£Rfrxji30 (24 July 2015)

Situation 2

•age n/24


Area


Situation z Difference



ZGHzijoB Grijze duinen (kalkarm)

O.T6

0.27

+ 0.10

O


0.15

0.25

+0.10

O

Fochteioërveen Area

Highest delta project contribution

(mol/ha/y)

Situation 1


Situation 2

Difference



H4030 Droge heiden

0.00

0.07

+ 0.07

O

Hgggg-.z^ Habitattype onbekend/onzeker KDW op basis meest kritische aangewezen type (H7IIOA, H712O)

0.00

0.05

+ 0.05

O

H7i2oah Herstellende hoogvenen, actief hoogveen

o.oo

0.07

+0.07

O

ZGH7i2oah Herstellende hoogvenen, actief hoogveen

0.00

0.06

+0.06

O

Situation 1

2ERfrxji3Q (24 July 2015)

Situation 2

page 12/24


Drents-Friese Wold & Leggelderveld Area

Highest delta projea contribution (mol/ha/y) Situation 1


Situation 2

Difference



H9190 Oude eikenbossen

0.00

0.06

+ 0.06

H3I6O Zure vennen

0.00

0.06

+ 0.06

O


0.00

0.05

+0.05

O


0.00

0.07

+ 0.07

O

H5130 Jeneverbesstruwelen

0.00

0.06

+ 0.06

O

H7noB Actieve hoogvenen (heideveentjes)

0.00

0.05

+0.05

O


0.00

0.06

+ 0.06

O

H4030 Droge heiden

0.00

0.06

+ 0.06

O


0.00

0.06

+ 0.06

O

H3130 Zwakgebufferde vennen

0.00

0.06

+ 0.06

O


0.00

0.06

+0.06

O


0.00

0.06

+ 0.06

O

Situationi

2ERfrxii3Q (aq July 2015)

Situation 2

page 13/24


Aide Feanen Area

Highest delta project contribution (mol/ha/y) Situation i Situation 2

H7140B Overgangs- en trilvenen (veenmosrietlanden)


0.22

0.36

+0.14

o.i8

0.29

+o.n

H3i5obaz Meren met krabbenscheer en o.i8 fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen

0.30

+ 0.12

O

O

HgiDo Hoogveenbossen

0.20

0.33

+ 0.13

O

O

H401OB Vochtige heiden (laagveengebied)

0.07

0.07

0.00

H7210 Galigaanmoerassen

0.07

0.07

0.00


Calculation for pernnit

Difference

Exceedanc ecritical load

O

O O

O

Situation!


Situation 2

page ld/34


Duinen Ameland Area

Highest delta project contribution (mcl/ha/y) Situation 1


Situation 2

Difference



ZGHaigoC Vochtige duinvalleien (ontkalkt)

o.oo

0.08

+0.08


0.15

0.24

+0.09

G

139999:5 Habitattype onbekend/onzeker KDW op basis meest kritische aangewezen type(H2i3oB, H2i3oC, H6230)

0.00

0.08

+ 0.08

G

H219OB Vochtige duinvalleien (kalkrijk)

0.00

0.08

+0.08

O

H2t6o Duindoornstruwelen

0.00

0.08

+ 0.08

O

H2120 Witte duinen

0.00

0.08

+ 0.08

O


0.00

0.08

+ 0.08

ZGHaiSoB Duinbossen (vochtig)

0.16

0.26

+0.10

O


0.00

0.08

+ 0.08

O

ZGHaigoB Vochtige duinvalleien (kalkrijk)

0.09

0.15

+0.06

O


0.00

0.08

+ 0.08

G

ZGH2i8oAbe Duinbossen (droog), berkeneiken bos

0.08

0.14

+0.05

G

ZGH6230vka Heischrale graslanden, vochtig kalkarm

0.07

0.07

0.00


0.00

0.08

+0.08

G


o.i6

0.27

+0.11

G


0.00

0.08

+ 0.08

Situation 1


Situation 2

sage i5/2a


Area


Situation a

Difference



O

H2180B Duinbossen (vochtig)

o.i6

0.26

+0.10

ZGH2130A Grijze duinen (kaikrijk)

0.00

0.08

+ 0.08


0.00

0.08

+ 0.08

O

O

H2I8OC Duinbossen (binnenduinrand)

0.09

0.14

+ O,.06

O

O


0.00

0.08

+0.08

ZGH2I6O Duindoornstruweien

0.00

0.08

+ 0.08

H2130A Grijze duinen (kaikrijk)

0.13

0.21

+ 0.08

O


0.00

0.08

+ 0.08

O


0.16

0.27

+ 0.11

O

H2140A Duinheiden met kraaihei (vochtig)

0.00

0.08

+ 0.08

O

O

O

O O

O

Wljnjeterper Schar Area


Situation a

Difference




0.00

0.08

+0.08

O

H4030 Droge heiden

0.00

0.08

+ 0.08

O


0.00

0.08

+ 0.08

O

H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden)

0.00

0.08

+ 0.08

O

H6230vka Heischrale graslanden, vochtig

0.00

0.08

+ 0.08

kalkarm Calculation for permit

Situation 1

aE RfrxjisQ (aa July aoij)

Situation a

P3geió/2A


Duinen Terschelling Highest delta project contribution (mol/ha/y) Situation 1


Situation a Difference




0.00

0.08

+0.08

#

O


0.00

0.08

+0.08

9

O

HigioB Zilte pionierbegroeiingen (zeevetmuur)

0.00

0.07

+ 0.07

O

O


0.00

0.08

+0.08

#

O

HI3IOA Zilte pionierbegroeiingen (zeekraal)

0.00

0.07

+0.07

O

O

HzigoAom Vochtige duinvalleien (open water), oligo- tot mesotrofe vormen

0.00

0.06

+0.06

0

O


0.00

0.08

+0.08

O

ö


0.00

0.08

+ 0.08

#

O

H2140A Duinheiden met kraaihei (vochtig)

0.00

0.08

+0.08

%

^


0.00

0.08

+0.08

®

HaigoC Vochtige duinvalleien (ontkalkt)

0.00

0.08

+0.08

®

O

H1330A Schorren en zilte graslanden (buitendijks)

0.00

0.06

+ 0.06

O

O

ZGHzigoC Vochtige duinvalleien (ontkalkt)

0.00

0.07

+0.07

®

^


0.00

0.06

+ 0.06

O

ö

H2120 Witte duinen

0.00

0.06

+0.06

®

^

H2160 Duindoornstruwelen

0.00

0.06

+ 0.06

O

Situationi

aERfrxjijQ (24 July 2015)

Situation 2

page 17/24


Area


Situation a Difference



0.00

0.08

+ 0.08

O


0.00

0.08

+ 0.08

O


0.00

0.08

+ 0.08


Norgerholt Area


Hgi20 Beuken-eikenbossen met hulst


0.00

Situation 2

0.07

Difference



+ 0.07

Situation 1


Situation a

uage 18/24


Waddenzee Highest delta project contribution (mol/ha/y) Situation 1 Situation a Difference

Area

HI3IOB Zilte pionierbegroeiingen

Exceedanc e critica! load


0.00

3.O8

+ o-o8

O

0.00

.06

+ 0.06

O

O

+ 0.10

O

O

(zeevetmuur) Hzno Embryonale duinen HI31OA Zilte pionierbegroeiingen (zeekraal)



o.i5 0.00

0.08

+0.08

O

0.00

0.06

+ 0.06

O

0.08

+ 0.08

O

0.34

+ o-iS

O

3.O8

+ O.oS

H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk)

0.00

H1330A Schorren en zilte graslanden

0.21

(buitendijks) H9999;i Habitattype onbekend/onzeker KDW op basis meest kritische aangewezen

0.00

type (H2130B)

H2120 Witte duinen H2160 Duindoornstruwelen

H6230 Heischrale graslanden

H1320 Slijkgrasvelden H2150 Duinheiden met struikhei

+ o-o6

O

O

0.00

0.06

0.09

0.14

0.06

0.06

0.00

®

O

0.00

0.08

+ 0.08

O

O

0.10

0.16

+0.06

^

O

O

2ERfrxji3Q(24luly20i5) page 19/24 Calculation for permit

Situation 1 Situation a


Duinen Vlieland Area


ZGHziSoAbe Duinbossen (droog), berkeneikenbos

0.00

Situation 2

0.05

Difference



+ 0.05

Q Geen overschrijding Wel overschrijding ^ Ontwikkelingsruimte beschikbaar*

O

Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar

^ Meer dan 60% van ontwikkelingsruimte uitgegeven in tenminste één hectare *


Bij beoordeling van een vergunningaanvraag in het kader van de Hb-wet wordt vastgesteld of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat signicante verslechtering uitgesloten kan worden.

Situation 1

zERfrxjijQ (24 July 2015)

Situation 2

page ao/24


Deposition remaining areas

Highest delta projea contribution (mol/ha/y) Situation 1 Situation 2 Difference


Nationalpark Niedersächsisches Wattenmeer

0.00

0.07

+ 0.07

O

Niedersächsisches Wattenmeer und angrenzendes Küstenmeer

0.00

0.07

+ 0.07

O

Lauwersmeer

0.07

0.07

0.00

O

Noordzeekustzone

0.00

0.08

+ 0.08

9

O


O

Geen overschrijding

A Wel overschrijding


Situation 1 Situation 2

aERfrxjisQ (24 July 2015) page 21/24


Deposition per Nationalpark Niedersächsisches Wattenmeer habitat Area


Hggggnioi Habitattype onbekend/onzeker (buitenland)

o.oo

Situation z

0.07

Difference

+0.07



O

Niedersächsisches Wattenmeer und angrenzendes Küstenmeer Area


Hggggrnoo Habitattype onbekend/onzeker (buitenland)

0.00

Situation 2

0.07

Difference

+ 0.07



O

Lauwersmeer


Situation 1

aERfrxji^Q (24 July 2015)

Situation 2

page 22/24


Noordzeekustzone Area


HI31OB Zilte pionierbegroeiingen

Situations

Difference



0.00

0.08

+ 0.08

O


o.og

0.15

+ 0.06

O

O


o.og

0.15

+0.06

#

O

H2110 Embryonale duinen

0.00

0.08

+ 0.08

O

O

Hgggg:/ Habitattype onbekend/onzeker

0.00

0.08

+ 0.08

O

O

HI31OA Zilte pionierbegroeiingen (zeekraal)

0.00

0.08

+ 0.08

O

O

H2120 Witte duinen

0.00

0.08

+ 0.08

O

O

HaigoB Vochtige duinvalleien (kalkrijk)

o.io

0.16

+0.06

O

O

HI33OA Schorren en zilte graslanden

0.00

0.08

+ 0.08

O

O

0.10

0.16

+0.06

(zeevetmuur)

KDW op basis meest kritische aangewezen type (H2110, HzigoB)

(buitendijks)


C) Geen overschrijding A Wel overschrijding


Situation 1


Situation 2

page 23/24


Disclaimer

R6f6r6nC6S for CSlCUlStiOnS

Although the calculation Is made with the utmost care, no responsibility will be taken with respect to the decisions takenbased on the results of the calculation. TheInformation provided can be used to substantiate a permit request.AERIUS accepts no responsibility for the content of Information provided by third parties. The above data and correspondingresults are valid till a new version of AERIUS Is available. AERIUS Is a registered trademark In the Benelux. All rights not expressly granted herein are reserved.

This calculation is based on; AERIUS Database

version 2oi4_2Oi507i2_ei54408df2 version 20i4_20i5o630_ob497od9ae

More Information about the useddata on www.aerlus.nl/methodlek


Sltuatloni

aERfrxjIjQ (24 July 2015)

Situation 2

0^8^ 24/24

/

Zwartewaterallee 14 Postbus 240

(088) 888 66 61

8000 AE Zwolle

(088) 888 66 62

e

[email protected] www.rombou.nl

Afdeling. Postbus Bah. door: Afd. Hoofd 1 AWB..-weken 1 V

Recommend Documents