Adviesrapport Kosten & Baten consumentenvuurwerk Onderzoek naar de maatschappelijke lasten van consumentenvuurwerk in Nederland
Rapport opgesteld in opdracht van de Stichting `Comité Staakt het vuren` gedurende de periode september - november 2008.
drs. J.B. Bergmann vuurwerkinstituut.nl
Rapportversie 1.00 1 december 2008
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 1
Maatschappelijke schade De hoeveelheid maatschappelijke schade (inzet brandweer, schade aan eigendommen) en het aantal lichamelijke letsels zijn toegenomen ten gevolge van vuurwerk. Dit feit komt onvoldoende naar voren doordat registraties van incidenten geen werkelijke weergave van het gebeuren weergeven. Berichtgeving hierover is niet in overeenstemming met de feitelijke situatie. Als er beweerd wordt dat de vuurwerknacht is meegevallen wordt daarbij vergeten dat de brandweer de hele nacht achter incidenten heeft moeten aanrijden. Citaat afkomstig uit: rapport Evaluatie Vuurwerkbesluit en Transportregelgeving, Twijnstra en Gudde, 18 januari 2008, p. 139
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 2
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Introductie
pag. 4
Hoofdstuk 2 De consumptie van consumentenvuurwerk
pag. 5
Hoofdstuk 3 Methode van onderzoek
pag. 9
Hoe worden de maatschappelijke lasten bepaald
pag. 10
Logistieke proces m.b.t. consumentenvuurwerk
pag. 13
Logistieke model
pag. 14
Van bedrijfseconomische naar maatschappelijke lasten
pag. 14
Voorbeeld 1 Even een telefooncel opblazen
pag. 14
Voorbeeld 2 Oogletsel
pag. 16
Hoofdstuk 4 De eerste resultaten
pag. 18
Hoofdstuk 5 De verdeling van de opbrengsten
pag. 21
Hoofdstuk 6 Een eerste voorspelling voor de periode 2010-15
pag. 23
Vuurwerkconsument: voer voor psychologen en/of sociologen
Hoofdstuk 7 Aanbevelingen en adviezen 6.1 6.2 6.3
pag. 23 pag. 25
Vervolgonderzoek Bepalen en verfijnen van methode …………
Bijlagen Verzoek van de Stichting Staakt het Vuren om onderzoek te doen Indicatieve berekening van het aantal vuurwerkconsumenten per provincie Vuurwerk in Europa Consumentenvuurwerk calculaties (PDF)
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 3
Hoofdstuk 1 Introductie Het bedrag dat tijdens de jaarwisseling aan vuurwerk in Nederland de lucht wordt ingeschoten groeit gestaag. Volgens diverse krantenartikelen gaat het bij de recentste jaarwisseling om een bedrag van circa € 70 miljoen alleen in Nederland. In feite is dat bedrag te zien als de ‘consumptie-uitgave’ van het consumentenvuurwerk. Wie echter de werkelijke totaalkosten voor de maatschappij als geheel in beeld wil brengen kan hiermee niet volstaan. De maatschappelijke lasten liggen vele malen hoger. In dit rapport wordt verslag gedaan van een globaal, exploratief onderzoek naar de genoemde maatschappelijke lasten in Nederland. Nadrukkelijk wordt opgemerkt dat het gaat om een eerste, voorlopige indicatie. Er wordt in Nederland, voor zover bekend, niet op structurele en systematische wijze onderzoek verricht naar dit onderwerp. Deze rapportage bevat daarom tevens de contouren van een model welke daarvoor gebruikt kan worden. Het onderzoek is verricht in opdracht van het bestuur van de Stichting “Comité Staakt het vuren”. De onderzoeksopdracht is opgenomen in de bijlagen. Bij de berekening van de maatschappelijke lasten zal onder meer rekening moeten worden gehouden met de volgende effecten: a. Aanwending van de verschillende productiefactoren: arbeid, kapitaal, natuurlijke grondstoffen; b. Milieueffecten; c. Overige effecten; d. Korte en (middel-)lange termijneffecten. Naast de bepaling van de bruto lasten zullen in een vervolgonderzoek ook de netto lasten berekend kunnen worden. Hierbij kan dan met name rekening wordt gehouden met de netto baten voor de samenleving als geheel. Want naast negatieve zijn, er macroeconomisch, zeker ook positieve effecten te noemen. Het gaat daarbij soms om de andere kant van dezelfde medaille: de oogletselschade van een vuurwerkslachtoffer leidt ook tot een inkomen van een oogarts, verpleegster en huisarts. En het opruimen van vuurwerkafval door medewerkers van de gemeentelijke reinigingsdiensten leidt tot inkomen en dus consumptief uitgaven bij deze groep werknemers. Voor zover deze inkomens weer worden aangewend voor bijvoorbeeld consumptieve doeleinden, ontstaat er een positief effect op de economische groei. Op deze secundaire effecten wordt in het onderhavige rapport slechts summier ingegaan.
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 4
Hoofdstuk 2 De consumptie van consumentenvuurwerk Tot voor kort waren er in ‘Den Haag’ weinig gegevens bekend over de consumptie van het consumentenvuurwerk. Het Tweede Kamerlid voor de SP, Remi Poppe, stelde in januari 2008 een tiental vragen aan de regering over met name het consumentenvuurwerk. In de antwoorden op deze vragen komen zinnen voor als: ´Onbekend is hoeveel schade specifiek door vuurwerk wordt aangericht.´, ´Opgemerkt moet worden dat deze getallen zijn vastgesteld op basis van interviews´ (en dus ontbreekt systematische verzameling), ´Omzetcijfers van de (vuurwerk)branche zijn mij niet bekend´, ´Er zijn hierover geen landelijke cijfers bekend.´ enz. Uitgebreid speurwerk op internet levert aanvullende informatie op. Het onderzoekbureau Gfk (Growth from knowledge) publiceert al zo´n twee decennia de z.g. Gfk jaargids. In deze jaargidsen wordt onderzoek gepresenteerd over een ´bonte mengeling van zaken uit onze samenleving in relatie tot het doen en denken van de consument´1. Dit bedrijf vermeldt in ondermeer de jaargidsen 2007 en 2008 interessante feiten over het onderwerp consumentenvuurwerk. Zoals, sinds 2002 schaffen steeds minder huishoudens tijdens de jaarwisseling vuurwerk aan. In 2007 koopt minder dan een kwart van de Nederlandse huishoudens nog zelf vuurwerk. ‘Met name binnen de huishoudens met kinderen wordt gemiddeld meer vuurwerk gekocht dan in een ander Nederlands huishouden, op grote afstand gevolgd door de tweeverdieners. Vooral jonge en oudere alleenstaanden en gepensioneerden kopen zelden vuurwerk.’ Als gekeken wordt naar regionale spreiding blijkt dat het afsteken van vuurwerk met name populair is in het noordoosten van het land en dan met name in Groningen en vooral Drenthe2. De Friese huishoudens kopen minder dan gemiddeld vuurwerk. In het westen van ons land is het afsteken van vuurwerk vooral populair in de provincie Utrecht, in Noord- en Zuid-Holland daarentegen minder. Tabel 1Iemand heeft in huishouden vuurwerk aangeschaft Regio Noorden Oosten Westen Zuiden Nederland
Aanschaf % 31 30 23 21 24,7%
Er zijn ook enige cijfers per provincie en type huishoudens opgenomen. En dit stelt ons in staat tot enkele interessante berekeningen naar de verdeling van de vuurwerkconsument 1 2
Gfk Jaargids 2007, Consumenten- en retailtrends in de Benelux, p.3. Gfk, Jaargids 2008, p. 152
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 5
over Nederland. Zie de bijlagen. Hierbij is gebruik gemaakt van de verdeling van de bevolking over de provincies in januari 2008 op basis van recente CBS gegevens. We hebben hierbij impliciet verondersteld dat de gezinsgrootte in Nederland in alle provincie ongeveer hetzelfde is. Dit betekent, als eerste indicatie, dat naar schatting ruim 4 miljoen Nederlanders tot een huishouden behoren waarin daadwerkelijk vuurwerk wordt gekocht. Aanvullend onderzoek kan e.e.a. beter in beeld brengen. Op basis van dezelfde bron kan over een periode van ongeveer 12 jaar een tijdreeks worden
40 35 30 25 20 Reeks1 15 10 5 0 1996
1998
2000
2002
2004
2006
opgesteld, waarin naar voren komt dat gedurende de periode 1996-2007 er sprake is van gestaag dalende aankoop van vuurwerk door huishoudens. Zie de bovenstaande grafiek. De conclusie die uit dit meerjarig onderzoek getrokken kan worden is dat sinds 2002 het vuurwerkenthousiasme zich vooral concentreert bij een steeds kleinere groep mensen. Als we dit combineren met het gegeven dat de jaarlijkse vuurwerkomzet de afgelopen jaren gestaag is gestegen, dan betekent dat dus dat steeds minder personen steeds meer uitgeven aan vuurwerk. De concentratiegraad neemt als het ware toe. Dit is een belangrijk gegeven vooral als dit gecombineerd wordt met de trend van fors stijgende maatschappelijke lasten. We komen hier in het vervolg van dit hoofdstuk op terug. Tenslotte een grafiek die de verdeling geeft van de vuurwerkconsumenten naar verschillende huishoudtypen, jaarwisseling 2007/08.
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 6
In de zomer van 2008 werden de resultaten bekend van een TNS NIPO onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties3. De centrale doelstelling van dit nieuwe onderzoek was vooral om inzicht te verwerven in de opvattingen van Nederlanders over afsteektijden van vuurwerk en de houding tegenover een eventuele beperking van de afsteektijden. Een van de belangrijkste conclusies is opnieuw dat de meningen inderdaad sterk verdeeld zijn. Maar in tegenstelling tot eerder onderzoek wordt nu gevonden dat ‘iets meer dan de helft (52%) van de Nederlanders staat tamelijk tot zeer positief tegenover het afsteken van vuurwerk met oud en nieuw, terwijl bijna de helft (47%) daar tamelijk tot zeer negatief tegenover staat. De groep die zeer negatief tegenover het afsteken van vuurwerk met oud en nieuw staat, is groter dan de groep die daar zeer positief tegenover staat (respectievelijk 21% en 13%).’ Dit onderzoek bevestigt tevens de eerdere conclusies van onderzoekbureau Gfk dat er slechts een kleine groep mensen is die vuurwerk afsteekt (zo’n 19% volgens dit TNS NIPO rapport; bijna 25% in het Gfk rapport). De rest steekt nooit of zelden bij jaarwisselingen vuurwerk af. ‘Ruim zes op de tien Nederlanders (64%) zeggen de afgelopen vijf jaarwisselingen zelfs nooit vuurwerk te hebben afgestoken.’
3
Tns nipo F2745, Vuurwerk gepeild, Kwantitatief onderzoek rond uitbreiding vuurwerkverbod oud en nieuw, juli/augustus 2008
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 7
Om het beeld compleet te maken nog een aantal relevante passages uit het TNS NIPO rapport: Het blijkt dat ruim vier op de tien mensen (42%) het ‘leuk vinden om naar vuurwerk te kijken, maar het zelf niet af te steken’. (p.11) Mannen (28%) vinden vuurwerk vaker leuk om naar te kijken én leuk om af te steken dan vrouwen (10%). De helft van de vrouwen (51%) vindt vuurwerk leuk om naar te kijken zonder het zelf af te steken. Dat geldt voor een op de drie (33%) mannen. (p.11) Siervuurwerk wordt door bijna alle gebruikers afgestoken, knalvuurwerk door slechts een op de vijf mensen die vuurwerk afsteken.(p.28) Vuurwerk veroorzaakt overlast in de publieke ruimte, aldus zes op de tien Nederlanders. De groep die persoonlijk overlast zegt te ondervinden door vuurwerk is een stuk kleiner (ongeveer een kwart). Als het gaat om de persoonlijke veiligheid op straat, dan voelt de helft van de Nederlanders zich bedreigd. Slechts een kwart zegt persoonlijke overlast te ervaren; mogelijk omdat mensen die zich bedreigd voelen de straat niet op gaan. Een op de tien Nederlanders zegt veel schade door vuurwerk te ondervinden: voor een deel is dit psychische of fysieke schade, voor een deel is dit materiële schade. Dat kwam, volgens de getroffenen, in alle gevallen door het afsteekgedrag van anderen. Volgens een meerderheid van de Nederlanders die overlast of persoonlijke schade ondervinden, is knalvuurwerk daar meer voor verantwoordelijk dan siervuurwerk. (p. 28) Het afsteken van vuurwerk is bij lange na niet het grootste probleem ten tijde van de jaarwisseling, aldus de Nederlander. Met name vandalisme en geweld tegen hulpverleners worden veel vaker als een groot probleem gezien. Als het aan de Nederlanders ligt, zou de bestrijding van deze twee vormen van overlast ten tijde van oud en nieuw topprioriteit moeten krijgen bij de politie. De overlast door vuurwerk, voor ongeveer een kwart van de Nederlanders een groot probleem met oud en nieuw, zou voor slechts een op de twintig Nederlanders topprioriteit moeten krijgen bij de politie. (p. 28) Ook een conclusie uit het kwalitatieve rapport die gestaafd kan worden: de meeste Nederlanders zijn niet goed op de hoogte van de huidige afsteektijden. Slechts een op de drie Nederlanders kent de juiste tijden. (p. 28)
Tot zover de opvattingen van de Nederlanders en datgene wat daarover bij regering en volksvertegenwoordiging bekend is. We gaan nu in op de vraag naar de totale maatschappelijke schade.
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 8
Hoofdstuk 3 Methode van onderzoek In december 2007 stelt de Partij voor de Dieren dat de jaarlijkse kosten van het afsteken van vuurwerk rond oud en nieuw zo rond 450 miljoen liggen en dit circa 3 miljoen kilo afval oplevert. De gemeente Groningen berekent voor deze jaarwisseling de kosten van schade op circa 122.000 terwijl de gemeente Vlissingen een bedrag van 22.000 bekend maakt. Twee gemeenten als voorbeeld, omdat niet van alle gemeenten deze schadepost bekend is. In dit onderzoekrapport wordt een eerste, globale berekening gegeven van de schade die optreedt voor de Nederlandse samenleving als geheel door o.m. het afsteken van het vuurwerk rondom de jaarwisseling. Wij geven in dit hoofdstuk zowel uitleg over de gebruikte methode(n) als een nadere onderbouwing van de berekeningen in het volgende hoofdstuk. Daar worden de belangrijkste resultaten weergegeven. In Nederland werd bij de jaarwisseling 2007/2008 voor rond de € 70 miljoen aan vuurwerk de lucht in geschoten. De kosten van de schade die het afsteken oplevert is niet op eenvoudige wijze vast te stellen. Behalve zeer beperkte schattingen in krantenartikelen hebben we geen bronnen kunnen vinden die de totale schade voor de Nederlandse samenleving berekenen. Bovengenoemde bedragen van de gemeenten zijn in feite slechts het topje van de ijsberg. In het in opdracht van de ministeries van VROM en VenW door organisatieadviesbureau Twijnstra en Gudde begin 2008 opgestelde rapport ‘Evaluatie Vuurwerkbesluit en Transportregelgeving’ komt dan ook de volgende passage voor: Maatschappelijke schade De hoeveelheid maatschappelijke schade (inzet brandweer, schade aan eigendommen) en het aantal lichamelijke letsels zijn toegenomen ten gevolge van vuurwerk. Dit feit komt onvoldoende naar voren doordat registraties van incidenten geen werkelijke weergave van het gebeuren weergeven. Berichtgeving hierover is niet in overeenstemming met de feitelijke situatie. Als er beweerd wordt dat de vuurwerknacht is meegevallen wordt daarbij vergeten dat de brandweer de hele nacht achter incidenten heeft moeten aanrijden.
Het is opvallend hoe weinig gegevens er feitelijk bekend zijn. Te meer omdat er reeds jaren over dit onderwerp wordt gesproken en gediscussieerd. Zoals verderop ook nog zal blijken worden veel gegevens ad hoc geproduceerd door middels enquêtes die door beleidsmakers worden geïnitieerd. Vrij algemeen is de mening onder beleidsmakers dat de lasten van de maatschappelijke schade over het algemeen te laag worden ingeschat. Relevant zijn dan ook daarover de opmerkingen in het rapport van de breed samengestelde commissie de Graaf. Hier wordt gesteld4: De omvang van de totale kosten gemaakt tijdens de jaarwisseling (extra inzet politie, brandweer, ambulancezorg, etc.) maar ook indirecte maatschappelijke schade geleden tijdens de jaarwisseling zal vele malen groter zijn dan de cijfers genoemd door de verzekeraars.
In het vervolg zullen wij vooral gebruik maken van de term Maatschappelijke lasten in plaats van de term Maatschappelijk kosten. Het woord kosten suggereert een verband met 4
Rapport Commissie overlast jaarwisseling, P. 13
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 9
geldelijke uitgaven, terwijl de term ‘lasten’ naast financiële vooral ook niet- financiële gevolgen meeneemt. Hoe worden de maatschappelijke lasten bepaald? Er kan daarbij worden gekozen voor verschillende invalshoeken. Een zeer gangbare methodiek is die waarbij aangesloten wordt bij de verschillende logistieke onderdelen van de totale keten (produktie-opslag-vervoer-verbruik-opruim). Een recent voorbeeld van deze analysemethode treft men aan in het rapport dat het organisatieadviesbureau Twijnstra Gudde in opdracht van het Ministeries van VROM en VenW heeft opgesteld en dat is verschenen op 18 januari 20085. Zie het bijgaand kader
Op deze wijze is gekomen tot de volgende 11 aandachtsgebieden: 1. Opslag consumentenvuurwerk 2. Keuringen door inspectie-instellingen 3. Opslag professioneel vuurwerk 4. Verkoop consumentenvuurwerk 5. Verpakkingsverplichtingen/aanduidingen 6. Afsteken professioneel vuurwerk 7. Invoer en doorvoer van vuurwerk 8. Transport en aflevering vuurwerk 9. Handhaving 10. Bestrijding calamiteiten 11. Samenwerking en kennisuitwisseling overheid en branche Over deze aandachtsgebieden zullen in het onderzoek uitspraken worden gedaan. Aan deze onderwerpen wordt in de gegevensverzameling aandacht besteed.
Deze methode is ook zeer geschikt om aan te geven welke verschillende ministeries en andere overheidsinstanties zich bezig houden met de problematiek rondom het consumentenvuurwerk. Een samenvatting daarvan treft men aan op pagina 55 van genoemd rapport en is hieronder opgenomen.
5
Rapport Evaluatie Vuurwerkbesluit en Transportregelgeving, Twijnstra en Gudde, 18 januari 2008,
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 10
Op deze wijze wordt een eerste indruk verkregen van het aantal ambtenaren, commissies, adviseurs, e.d. dat niet alleen bij de totstandkoming maar ook bij de implementatie, uitvoering en handhaving van deze regelgeving belast is. Daarnaast gaat het niet alleen om activiteiten door de particuliere sector, maar speelt ook de inzet van de semi-overheid en particuliere sector (zoals zorgverzekeraars, ziekenhuizen, oogartsen, etc.) een belangrijke rol. Bij een andere invalshoek ligt de nadruk meer op de totale lasten voor de maatschappij, waarbij de nadruk vooral ligt op de opgeofferde alternatieve aanwendbaarheid. Immers een fabriek, arbeidkracht of vervoersmiddel (of meer algemeen: productie- of vervoerscapaciteit) dat ingezet wordt voor de productie, opslag of vervoer van consumentenvuurwerk, kan niet meer worden ingezet voor andere, meer maatschappijverantwoordelijke doelen. Bovendien vindt er veelal een bepaalde, onomkeerbare belasting plaats van het ecologische systeem. We beginnen met een voorlopige inventarisatie, die gebaseerd is op een combinatie van de twee bovengenoemde methodieken. Enerzijds wordt er gebruik gemaakt van de ideeën die Dr. R. Hueting reeds in 1974 in z’n proefschrift formuleerde over Financiële Schade, Functieverlies, Milieuverslechtering, etc. Hiermee wordt in feite de alternatieve aanwendbaarheid in de vorm van maatschappelijke offers c.q. kosten gemeten. Anderzijds wordt aangesloten bij het logistieke model, waarbij verschillende hoofd- en subprocessen zullen (kunnen) worden onderscheiden. Het gehele model wordt gepresenteerd in figuur 1 (volgende pagina). Aan de hand van dit analysemodel zal een compleet (of in ieder geval zo’n volledig mogelijk) beeld verworven worden van de verschillende activiteiten en daarmee gepaard gaande kosten. Deze inventarisatie dient op een systematische manier te geschieden zodat op een Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 11
inzichtelijke manier niet alleen de gegevens gepresenteerd maar ook verantwoord kunnen worden. In deze fase van het onderzoek is dit extra relevant omdat ook andere onderzoekers dan gemakkelijk een bijdrage (in de vorm van een uitbreiding, verdieping of verfijning bijvoorbeeld) kunnen leveren aan het gepresenteerde cijfermateriaal.
Verborgen lasten: een voorbeeld TNT Post heeft volgens wikipedia ongeveer 20 000 brievenbussen in Nederland. “Vanaf eind december vernauwt TNT Post de openingen in de brievenbus om zo vandalisme met vuurwerk tegen te gaan. Door het ontsteken van vuurwerk in de brievenbus wordt er aan de rode en oranje kasten anders ieder jaar veel schade aangebracht. Rond de jaarwisseling wordt de opening helemaal afgesloten, of de hele brievenbus weggehaald.”
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 12
winkel 1
publiek
buitenland
productie buitenland winkel 2 opslag vuurwerk
productie binnenland
winkel 3
opslag door gemeente
vernietiging
winkel 4 binnenland winkel 5
Figuur 1 Het logistieke proces m.b.t. consumentenvuurwerk
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 13
Logistieke model De logistieke ‘doorloopprocedure’ kan als model dienen, waarbij onderscheid wordt gemaakt naar bijvoorbeeld productieprocessen, transportprocessen, afvalvernietiging, etc. Op deze wijze valt er een Integrale maatschappelijke kostprijs te berekenen, waardoor een relevant afwegingskader kan gaan ontstaan. Eventueel kan hier rekening worden gehouden met een toepassing van het ‘profijtbeginsel’ en dan met name voor negatieve effecten: de vervuiler betaalt! (cf. verwijderingsbijdrage in de huishoudelijke apparaten sector) Beschrijving categorieën en systematiek van het gegevensmodel Elk fase van de logistieke keten wordt voorzien van een hoofdnummer, waarbij een subnummer gebruikt wordt voor een andere detaillering. Bijvoorbeeld de volgende hoofdfasen worden onderscheiden: fase 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0
Aanduiding Productiefaciliteiten Opslag/transport groothandel Detailhandel Consumptie /afsteken door publiek Opruimen en bewaking Opslag afval en in beslag genomen zaken Verwerking afval en vernietiging Afvoer naar buitenland en binnenland
Van bedrijfseconomische kosten naar maatschappelijke lasten We lichten aan de hand van twee voorbeelden het verschil tussen bedrijfseconomische kosten en maatschappelijke lasten toe. Voorbeeld 1: Even een telefooncel opblazen? In de aanloop naar de jaarwisseling 2006-2007 werd in Sprang-Capelle door een vijftal jongens met vuurwerk een telefooncel opgeblazen. Zie het krantenartikel in het omrande kader. Als we de kosten van deze ´gebeurtenis ´op een rij zetten, dan blijkt dat deze veel groter zijn dan op het eerste gezicht wordt vermoed. Vijf arrestaties na opblazen telefooncel met vuurwerk De politie heeft zaterdagavond vijf mannen (18-21 jaar) uit Sprang-Capelle aangehouden die vlak daarvoor in hun woonplaats een telefooncel met vuurwerk hadden opgeblazen. Dat meldde de politie zondag. De vijf werden opgepakt op aanwijzing van getuigen. Ze zijn in voorlopige hechtenis genomen. De politie onderzoekt of zij verantwoordelijk zijn voor vernielingen de afgelopen weken in Sprang-Capelle. De politie verwacht de komende dagen meer arrestaties rond deze vernielingen te verrichten. December 2006, ANP-Novem
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 14
De gemeente zal waarschijnlijk melden dat de extra kosten bestaan uit de inzet van de milieudienst voor het opruimen van de opgeblazen cel. Dit wordt door ons berekend op een bedrag van € 500,-. De eigenaar van de telefooncel zal in eerste instantie de schade bepalen op de huidige boekwaarde van de telefooncel. In ons voorbeeld is deze geschat op circa € 2.000,- . Daarmee zijn echter slechts de meest in het ooglopende kosten bepaald. En het zijn bij benadering deze kosten die men in het verleden veelal terugvindt in de media. Daarbij valt al direct op hoe groot de onzekerheid is rondom de vaststelling van de werkelijke kosten. Immers, er zijn in dit eenvoudige voorbeeld al een drietal voor de handliggende schadebedragen te noemen: 500 (alleen de directe kosten van de inzet van de milieudienst), 2.000 (de actuele waarde van de opgeblazen telefooncel) of 500 + 2000 = 2.500 (de som van beide). Zonder nader onderzoek van de gegevens en duidelijke afspraken over de waardebepaling blijft onzekerheid bestaan en wordt het publiek verkeerd geïnformeerd. Wie echter het publieke debat wil voeren, dient niet alleen rekening te houden met de directe bedrijfseconomische uitgaven. Het gaat dan uiteindelijk om de maatschappelijke
vijf mannen blazen een telefooncel op A vuurwerk kopen, instellen, ploffen: B waarde opgeblazen telefooncel C nieuwe telefooncel installeren (aanschaf, installaties D E F G H I
getuigen melden zich bij politie, politieagent maakt proces-verbaal op recherche onderzoek: ondervragen, arrestatie, etc. rechtspraak, advocatuur, etc. brandweer met 5 pers opruimen milieudienst overige kosten totaal
aantal waarde totaal 2,5 25 63 2.000 5.000 1
100
5
200
100 500 500 1.000 500 338 10.000
schade waarover ook in het eerdere genoemde evaluatierapport van Twijnstra en Gudde wordt gesproken. En dat heeft tot gevolg dat het financiële plaatje er geheel anders uit komt te zien. Ons voorbeeld van de opgeblazen telefooncel kan leiden tot de volgende opsomming aan maatschappelijke lasten: De totale maatschappelijke lasten worden nu berekend op zo’n 10.000 euro. Dat is maar liefst meer dan twintig keer zoveel als de variant waarin alleen rekening wordt gehouden Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 15
met de inzet van de milieudienst. Hiermee worden de financiële effecten van de opgeblazen telefooncel vertaald naar maatschappelijke lasten. De vraag die gesteld kan worden ligt voor de hand: is het de bevolking van Nederland zo’n bedrag daadwerkelijk allemaal waard? Voorbeeld 2: oogletsel We willen nog een tweede voorbeeld geven waarbij met name niet effecten op een object maar juist op een mens (subject) centraal staan. In dit voorbeeld zal nog meer blijken hoe de meeste kosten en gevolgen in eerste instantie niet-zichtbaar zijn. Bij de jaarwisseling 20072008 zijn er ongeveer 1.100 gewonden geregistreerd, zo blijkt uit onderzoek van Consument en Veiligheid. Veelal waren dat kinderen jonger dan 15 jaar en de meeste slachtoffers vielen voor het einde van 2007. Van de gewonden werd ongeveer vijf procent opgenomen in het ziekenhuis. Een jaar eerder waren er ongeveer 960 gewonden, waarvan tien procent werd opgenomen in een ziekenhuis.
Jaarwisseling
1998
1999
2000
2001
Aantal ongevallen
1296
1200
900
972
908
908
908
Ziekenhuisopnamen
38
11
Gemiddeld aantal opnames
49
49
Gemiddeld aantal ongevallen
2002
2003 2004
2005
2006
2007
756
612 612
648
972
1116
908
908
908 908
908
908
908
51
56
22
53
60
51
93
53
49
49
49
49
49
49
49
49
Om voor al deze individuele gevallen de totale lasten te bepalen is geen eenvoudige rekensom. Het gaat daarbij immers niet alleen om de directe kosten, maar ook om de indirecte kosten die zich vooral op middellange termijn manifesteren. Bij de berekening van de financiële schade kan ook nu gekeken worden naar de individuele schade. Een oogoperatie kost een bepaald bedrag en de daarop volgende verzorging- en begeleidingsuren zijn in principe te berekenen. Waar echter bijvoorbeeld veelal onvoldoende rekening mee wordt gehouden, zijn de extra kosten die door de verschillende organisaties worden gemaakt omdat reeds vooraf rekening wordt gehouden met mogelijke gevolgen. Operatieteams moeten paraat staan, ziekenautochauffeurs evenals brandweerlui zijn stand-by, etc. Hiermee is het financiële plaatje echter nog niet volledig bepaald. Voor de bepaling van de maatschappelijke lasten zal ook een waarde moeten worden berekend voor het verlies aan gezichtsvermogen gedurende bijvoorbeeld 30 jaar, de verminderde economische inzetbaarheid, e.d. om maar iets te noemen. Ook in dit geval stijgen de maatschappelijke lasten tot grote hoogte.
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 16
Nu duidelijk is dat er grote verschillen bestaan tussen de in de media genoemde bedragen en de daadwerkelijke maatschappelijke lasten van het vuurwerk, kunnen we op eenvoudige wijze aangeven hoe deze verschillen vooral ontstaan. Daartoe hebben we onderstaande tabel opgesteld voor voorbeeld 1. het opblazen van de telefooncel. De posten genummerd
kostenpost
bedrijfseconomisch direct
indirect
A B
maatschappelijk direct
Totaal Indirect
75
75
2000
C
2000 5000
5000
D
100
100
E
500
500
F
500
500
G H
1000 500
500
I Totaal
1000
2500
5000
1075
325
325
1425
10000
A. t/m I. verwijzen naar de overeenkomstige rijen in de eerdere tabel. In het nieuws wordt voornamelijk gesproken over het totaalbedrag in de eerste kolom, in ons voorbeeld 2.500 euro. In de informatie die gemeenten verstrekken aan de gemeenteraad zijn de bedragen doorgaans nog lager. In ons voorbeeld zou waarschijnlijk slechts een bedrag van 500 euro als schade worden opgegeven. De totale maatschappelijke lasten bedragen echter hiervan het twintigvoudige! Het wordt tijd dat deze cijfers jaarlijks worden berekend en gepubliceerd worden per gemeente. De VNG zou hierin een belangrijke rol kunnen spelen. Onze tussenconclusie is dan ook dat er zeker meer onderzoek noodzakelijk is zodat de integrale maatschappelijke kostprijs zichtbaar wordt. Alleen met deze informatie kan door de politiek een weloverwogen beslissing worden genomen.
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 17
Hoofdstuk 4 De eerste resultaten
Het huidige onderzoek heeft tot nu toe geleid tot het volgende overzicht aan maatschappelijke lasten:
Fase
Bron
Pagina
aantal
prijs
totaal
toelichting
960.165.667 1.1 4.2
6.0 6.1 6.2. 4.1 4.1 4.2
1 1
1 1 1 1 1 2 2 3
12 12
12 12 12 14 16
1000 1000
30.000,00 1.000,00
2000 90.000,00 1,56 3.000.000,00 1000
10.000,00
50
5000
1500 433 300
2000 10000 1500
4 64
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
30.000.000,00 1.000.000,00 2.000.000,00 180.000.000,00 4.666.666,67 25.000.000,00 10.000.000,00 10.500.000,00 10.000.000,00 250.000,00 100.000.000,00 5.000.000,00 60.000.000,00 3.000.000,00 4.330.000,00 450.000,00
Geregistreerde slachtoffers ziekenhuizen Niet-geregistreerde slachtoffers bezoek huisartsen & andere medici Revalidatie: lichamelijk (brandwonden) en psychisch/traumaverwerking Levenslange effecten op inidividuele levens Gemiddelde aantal dodelijke slachtoffers 1996-2004 3% extra kosten brandverzekeraars brievenbus vervangen TPG post/JCDecaux maatschappelijke kosten verboden consumentenvuurwerk toezichts en opsporingstaken verboden consumentenvuurwerk 10 man, 2 maand, prijs per maand, schatting JBB fijnstof en milieu-effecten brandweer inzet bij niet-branden consumptieve aanschaf vuurwerk door particulieren jaarwisseling gerelateerde arrestaties zwerfafval afvoeren en opruimen Amsterdam brandweer: 300 meldingen, ambulance: 20 vuurwerkslachtoffers
Pagina 18
In een aparte bijlage (pdf-formaat) treft men de laatste calculaties aan. Zie de gegevens op de website van www.staakthetvuren.nl. Aantal effecten die nog op waarde gewaardeerd kunnen worden • • • • • • • • • • • • • • •
Hoofdprocessen Afsteken van het vuurwerk Beslag op de productie- en vervoercapaciteit van een land Hulpprocessen (p. 202): Afvoer en Verwerking van de afval, o.a. inzet van de milieudiensten (personeel, materiaal, etc.) Effect op mensen: ziekenhuisopnames, psychische schade Extra inzet politiediensten, beveiligingsdiensten, rechters, gevangenissen, etc. Overslag van de goederen Vervoer over het land Globale opwarming van de aarde p.m. Temperatuurverandering Geluidsoverlast Opruimen en herstelwerkzaamheden In de openbare ruimte (o.a. bushaltes) en van particulier bezit (auto´s!’ Overige effecten
Er moet uiteraard onderscheid worden gemaakt tussen kosten ten gevolge van vuurwerk en kosten van niet-vuurwerk gerelateerde zaken. Een andere indeling is die van de lasten op ‘korte termijn’ (dat betekent in dit geval op zeg ca 31/12 t/m 01/01) en op de ‘middellange termijn’ waarmee we doelen op de periode vanaf 02-1. Hierbij gaat het veelal om indirecte of gevolgkosten. De gevolgde methode is deels gebaseerd op bestudering van cases die in de media werden aangetroffen. Op basis van een eerste inventarisatie met behulp van het geschetste logistieke model kan worden gesteld dat de maatschappelijke lasten in de range van euro 800 miljoen tot 1 miljard vallen. Bij dit indicatief onderzoek is via verschillende openbare bronnen een bedrag berekend. Hierbij is onder meer slechts marginaal rekening gehouden met de effecten op het milieu. Deze lasten, die van significanteen soms onomkeerbare invloed lijken te zijn, moeten de komende tijd oed in beeld worden gebracht.
Illustratie van ambtelijke inspanningen: Gemeente Smallingerland Een overzichtelijk voorbeeld van de inspanningen die de gemeentelijke overheid pleegt treffen we aan in het door B&W van de gemeente Smallingerland in het kader van de Wet milieubeheer (Wm) uitgebracht milieuverslag 2006 (p. 12).
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 19
Vuurwerk In 2006 waren in Smallingerland 7 verkooppunten aanwezig. In eerste instantie zijn, voorafgaand aan de verkoopperiode, de bewaarplaatsen gecontroleerd. Daarbij is met name gelet op de constructie en de aanwezigheid van vuurwerk. De voorgaande jaren werden deze controles uitgevoerd in samenwerking met de politie. De politie heeft daar in 2006 echter geen capaciteit voor beschikbaar gesteld. In de verkoopperiode is intensief gecontroleerd op de voorschriften van de milieu- en verkoopvergunning. Bij deze controles is de politie op afroep beschikbaar. Geconstateerd is dat de verkooppunten de zaken goed op orde hebben.
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 20
Hoofdstuk 5 De verdeling van de opbrengsten In dit onderzoek hebben we gebruik gemaakt van het door ons ontwikkelde analyse- en voorspelmodel IFIM-i (Integral Fireworks Model version 1.0). Met dit eenvoudige model wordt inzicht verkregen in een aantal relevante zaken ,zoals de opbrengstverdeling van het vuurwerkomzet over verschillende groepen in Nederland en de globale verdeling van de milieu- en afvaleffecten over die groepen. We hebben enkele gesprekken gevoerd met financiële deskundigen van banken over de omvang van de benodigde investering door de vuurwerkdetailhandel. Een gemiddelde ondernemer die aan het eind van het jaar vuurwerk verkoopt dient een aanvullende investering te realiseren van globaal € 40 tot 80.000,- om te kunnen voldoen aan de geldende regelgeving (die vooral is vastgelegd in het Vuurwerkbesluit). De brutowinstmarge bedraagt circa 25%, hoewel daarbij grote verschillen voorkomen, afhankelijk van importeur, regio, plaatselijke concurrentie, etc. Op basis van een aantal theoretische en realistisch geachte aannames zijn verschillende berekeningen uitgevoerd. Wij bespreken de resultaten kort. Indien een Nederlandse vuurwerkconsument euro 1.000 in de winkel besteedt, dan heeft dat een aantal effecten: 1. Van het bestede bedrag vloeit circa 19% rechtstreeks naar de staatskas door de omzet- belasting. Uiteindelijk ontvangt de Nederlandse overheid (Rijk en Gemeente) zo’n 29% van deze consumentenuitgave. Circa 57% gaat naar het buitenland (vooral China) als inkoopprijs, terwijl de winkelier en de Nederlandse importeur elk zo’n 7% ontvangen. 2. Kijkt men alleen naar het effect op de Nederlandse economie dan wordt de ruim 43,3% (29% + 7% + 7%) ofwel 433 euro, als volgt verdeeld over de participanten:
Tabel 2 Verdeling van € 1000 vuurwerkomzet in Nederland Rijk en gemeente
287
66%
Detailhandel
73
17%
Importeur/Groothandel
73
17%
Totaal
433 100%
3. Hetzelfde model is gebruikt om de verdeling van de maatschappelijke milieu- en afvallasten te bepalen. Onze eerste indicatieve berekeningen geven het volgende beeld:
Tabel 3 Verdeling maatschappelijke lasten o.b.v. E 1000 besteding Rijk en gemeente
58,3
80%
Detailhandel
7,3
10%
Importeur/Groothandel
7,3
10%
72,9
100%
Totaal
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 21
Nader onderzoek moet worden gedaan naar de validiteit van het model IFIM-i, zodat toekomstige aanpassingen voor nauwkeuriger resultaten kunnen zorgen.
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 22
Hoofdstuk 6 Een eerste voorspelling voor de periode 2010-2015 Voor economen en statistici is het vuurwerk blijkbaar geen interessant studieobject. Er is in Nederland namelijk weinig tot geen economisch onderzoek gedaan naar de prijsontwikkeling van vuurwerkproducten. Wel is er in 2002 is door het bureau EIM een onderzoeksrapport opgesteld naar de mogelijke effecten van een belastingheffing op vuurwerk. In hoeverre kan een verhoging van de prijs, veroorzaakt door een specifieke prijsophogende belasting, de aanschaf en het gebruik ontmoedigen? In z’n algemeenheid zal dit betekenen dat er substitutie-effecten (vuurwerk vervangen door andere producten, waaronder mogelijk illegaal vuurwerk) en inkomenseffecten (meer belastinginkomsten en een winsteffect bij de handel) optreden. Dit valt wellicht mede te onderzoeken door gebruik te maken van de ervaringen en resultaten die het gevolg zijn van de invoering van de verwijderingsbijdrage enige jaren geleden. De ontwikkeling van de vuurwerkkosten voor de periode 2010-2015 kan op verschillende manieren onderbouwd worden. Bergmann heeft daarbij o.a. een inschatting gemaakt van de prijsaanpassingen die de komende jaren zich zullen voordoen. Door allerlei ontwikkelingen in China en in Nederland valt te verwachten dat de prijzen de komende jaren fors zullen stijgen: a. Door de verdergaande economische ontwikkeling van China (waar veruit het merendeel van de vuurwerkproductie plaatsvindt) zullen de arbeidskosten daar toenemen; b. Een relatief sterke stijging van de transportkosten o.a. het gevolg van de extra aanvoerkosten van papier, klei en springstof voor en tijdens de productie als mede de hogere transportkosten naar Nederland; c. Verhoogde veiligheidseisen door de verschillende overheden en daardoor steeds meer managementtijd vergende interne toezichteisen;
Uitgaande van een realistisch geacht scenario van gemiddeld 10% omzetstijging per jaar ontstaat het
2007/8 70
2008/9 77
2009/10 2010/11 2011/12 2012/13 2013/14 2014/15 2015/16 85
93
102
113
124
136
150
tabel Prognose ontwikkeling vuurwerkomzet in Nederland
volgende beeld voor de omzet aan consumentenvuurwerk. Zie bijgaande tabel.
Indien, als een eerste benadering, wordt verondersteld dat de verhouding tussen maatschappelijke lasten en de nationale vuurwerkomzet in Nederland de komende jaren ongeveer hetzelfde zal blijven, dan betekent dit dat de geprognosticeerde maatschappelijk lasten zullen stijgen naar een bedrag ver boven de 1 miljard. De ontwikkeling van de maatschappelijke lasten is weergegeven in bovenstaande tabel.
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 23
2007/8 840
2008/9 924
2009/10 2010/11 2011/12 2012/13 2013/14 2014/15 2015/16 1.016
1.118
1.230
1.353
1.488
1.637
1.801
tabel ontwikkeling maatschappelijke lasten
De vuurwerkconsument: voer voor psychologen en/of sociologen? In de door ons gelezen rapportages is het opvallend hoe weinig aandacht er is voor de vuurwerkconsument. Wat zijn eigenlijk de behoeften en motivaties die deze consument doen besluiten vuurwerk aan te schaffen? In het uitvoerige rapport van Twijnstra & Gudde bijvoorbeeld is dit dan ook een onderbelicht gebied. Ons inziens vraagt dit om aanvullend onderzoek. Onderzoek naar producenten- en vooral consumentengedrag. Waarom schaffen mensen überhaupt vuurwerk aan? Zijn sensatie, plezierbeleving of thrill seeking de enige motieven? Waarom halen bepaalde mensen gevaarlijke handelingen uit met vuurwerk? Etc. Centraal verzamelen van de gegevens in een databank voor analyse en nader onderzoek is noodzakelijk. Daartoe o.m. oprichting van een organisatie die allerlei gegevens systematisch verzamelt. Publicatie van statistieken door CBS.
Voorafgaande berekeningen zijn indicatief en dienen nader onderzocht te worden. Het vervolg zou dan ook kunnen zijn het verder uitwerken van het logistieke model.
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 24
Hoofdstuk 7 Andere aanbevelingen Branche onderzoek van de consumentenvuurwerkbranche kan nuttig zijn, zodat beter inzicht wordt verkregen in de investeringen die individuele bedrijven doen en de risico’s die zij in bedrijfseconomische zin lopen. Er is tot nu toe sprake van veel incidenteel onderzoek en er is amper structureel opgezet, meerjarig en multidisciplinair onderzoek. Ook gezien de bedragen die het de maatschappij jaarlijks kost, de verdeeldheid onder de bevolking en de consequenties indien er iets misgaat, verbaast het ons dat er geen onderzoeksprogramma/budget hiervoor is. Degene die van de baten genieten: de bedrijfstak (importeurs, winkeliers, banken/financiers, bouwers van vuurwerkbunkers (wat is eigenlijk de gemiddelde investering?),transporteurs, oogartsen, huisartsen, andere medici, de onderzoekbureaus, de commissieleden van cie de graaf, etc. journalisten. Deze baten zijn veelal indirect en moeilijker te meten dan de directe lasten. Gewenst is aanvullend branche/onderzoek, onze eerste indruk is gevestigd op basis van eigen gesprekken met financiers, brutowinstmarges zo rond 20-30% voor legaal vuurwerk, illegaal vuurwerk hoger (zelfs wel mogelijk 100%), Op bedrijfstakniveau kan een z.g. in- en outputanalyse hulp bieden om inzicht te krijgen in de werkelijke omvang en verdeling van de bruto/toegevoegde waarde. De Vereniging Evenementenvuurwerk Nederland (VEN) is een organisatie die - in de ruimste zin van het woord - de belangen van haar leden behartigt. Zo wordt er heel veel tijd en geld in kwaliteitscontrole geïnvesteerd. De VEN verzorgt in samenwerking met de Hogeschool van Utrecht een pyrotechnische opleiding voor het afleveren van zeer vakbekwame personen. Deze pyrotechnici dragen een groot deel bij aan kwaliteit en veiligheid bij evenementenvuurwerken en special effects. www.vuurwerkbranche.nl
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 25
Bijlage Verzoek van de Stichting Staakt Het Vuren aan drs. Benn Bergmann om onderzoek te doen Aan: Drs.J.B. Bergmann xxxxxxxxxxxxx xxxxxxx Groningen
Groningen, 11 Augustus 2008
Geachte heer Bergmann, Naar aanleiding van ons gesprek op vrijdag 8 augustus j.l. verzoeken wij u beleefd t een beperkt, exploratief onderzoek te verrichten naar met name de totale maatschappelijke lasten (en eventueel baten) van het afsteken van vuurwerk rond Oud en Nieuw 2007/2008. Ook verzoeken wij u beleefd om een indicatieve voorspelling te doen voor de komende vijf jaar. Graag horen we ook uw mening over de schatting van de Partij voor de Dieren, verwoord in haar brief aan de Tweede Kamer . Zoals u bekend organiseert de stichting op woensdag 10 december 2008 conform onze doelstellingen in Groningen haar eerste symposium ‘Staakt Het Vuren. Waarom één miljard verknallen? . Wij stellen het bijzonder op prijs uw rapportage uiterlijk 1 december 2008 te ontvangen.
Met dank voor uw medewerking,
Paul Steverink, voorzitter
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 26
Bijlage Indicatieve berekening van het aantal vuurwerkconsumenten per provincie
provincie
aanschaf% inwoners
vuurwerkconsument
Groningen
23,0%
572.975
131.784
Drenthe
42,0%
488.262
205.070
Friesland
29,0%
643.320
186.563
Overijssel
a)
25,1%
1.120.218
281.175
Flevoland
a)
25,1%
378.973
95.122
Gelderland
a)
25,1%
1.983.969
497.976
25,1%
1.201.844
301.663
Noord - Holland a)
25,1%
2.627.528
659.510
Zuid - Holland
25,1%
3.461.304
868.787
Noord - Brabant
23,0%
2.425.246
557.807
Limburg
17,0%
1.123.346
190.969
Zeeland
21,0%
380.634
79.933
16.407.619
4.056.358
16.407.619
4.052.682
Utrecht
Nederland
a)
a)
24,7%
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 27
Bijlage Vuurwerk in Europa Er zijn weinig cijfers bekend over de vuurwerkindustrie in Europa. Voor zover er gegevens beschikbaar zijn, wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende soorten vuurwerk, zodat er bijvoorbeeld geen afzonderlijke statistieken bekend zijn van consumentenvuurwerk per land. Interessante c.q. relevante analyses kunnen daardoor niet worden gemaakt. De belangenorganisatie van Europese vuurwerkprofessionals (bedrijven en personen) EUFIAS6 schat dat er circa 750 professionele vuurwerkbedrijven in Europa zijn, die als hoofd- of nevenactiviteit met vuurwerkproductie en/of handel bezig zijn. En er zijn circa 4.000 bedrijven en personen die een relevante opleiding of certificaat hebben. De spreiding is erg divers. In sommige landen in Europa zijn er 1 tot 5 bedrijven, terwijl in ander landen er verscheidene honderd zijn “If you take into account all the retail and outlet stores, EUFIAS believes there are over 20,000 (and perhaps more than 40,000) companies in someway involved with fireworks during part of the year. (…) According to non official figures from the European Community, based upon an enquiry among its 25 member states, the turnover for sales to consumers is 700 million Euro per year and the turnover for sales to professional end users is also 700 million Euro per year. (…) The consumer sales is probably more and the professional sales is less than € 700 million. For example, in the Netherlands the turnover for sales of consumer fireworks - 55 million- is at least ten times higher than the sales for professional fireworks. (…) When you add up these figures to the turnover for display operations and to the (fireworks related) turnover for organizers of events with fireworks; the total turnover for activities with fireworks in all 45 European countries can be 2,5 or 3 milliard Euro per year.”
De conclusie van de belangenorganisatie EUFIAS is dan ook dat de Europese vuurwerkindustrie een belangrijke bedrijfstak aan het worden is. Uit cijfers van de Europese Commissie blijkt dat jaarlijks in de EU tot 45.000 ongevallen met vuurwerk plaatsvinden. Met name kinderen worden het slachtoffer van slecht gefabriceerd of slecht gebruikt vuurwerk. Tot op heden loopt de wetgeving van de lidstaten sterk uiteen: vuurwerk dat in de ene lidstaat is verboden, is in de andere lidstaat gewoon toegestaan. Het doel van de nieuwe richtlijn is dan ook tweeledig: het terugdringen van het aantal slachtoffers en het bevorderen van het vrije verkeer van pyrotechnische producten. Naar schatting bedraagt de Europese markt voor pyrotechnische artikelen € 7 mrd per jaar.
6
Bron: www.eufias.org (geraadpleegd op 29-11-2008), Non official figures for the Fireworks industry n Europe.
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 28
Bijlage Consumentenvuurwerk calculaties Deze bijlage is opgenomen in een aparte PDF/bijlage behorende bij dit rapport.
Maatschappelijke Lasten Consumentenvuurwerk
Pagina 29