ACTIEPLAN SSZ 1998 MET TOELICHTING
Actieplan SSZ
1998 met toelichting
-1-
Novern
Actieplan 'Stiller, Schoner, Zuiniger 1998' Het ondersteuningsprogramma "Stiller, Schoner en Zuiniger Verkeer en Vervoer in het Stedelijk Gebied" (SSZ) van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat stimuleert de ontwikkeling en toepassing van innovatieve voertuigtechnieken en vervoersystemen in het stedelijk gebied, die schoner, zuiniger, en stiller zijn. Het programma moedigt marktpartijen aan om met voorstellen voor dergelijke innovaties te komen. Het programma wordt beheerd door Novem. Het programma SSZ kent drie onderdelen: de subsidieregeling SSZ, de regeling MIBU voor de stimulering van de aanschaf van extra milieuvriendelijke bussen voor het collectief personenvervoer, en een onderdeel waarbinnen de ondersteuning en de uitvoering van het programma zijn ondergebracht. In het actieplan zijn de doelstellingen van het programma voor 1998 uitgewerkt voor wat betreft de subsidieregeling SSZ. Daarnaast worden in dit actieplan binnen de grenzen van de functionaliteit ook de beide andere onderdelen behandeld. De uitvoering van het programma is gebaseerd op de subsidieregeling Stiller, Schoner en Zuiniger Verkeer en Vervoer in het Stedelijk Gebied. Deze regeling legt vast welke projectcategorieën in welke mate ondersteund kunnen worden. In het algemeen kunnen projecten in elke fase van een innovatietraject ondersteund worden, dus haalbaarheidsonderzoeken, onderzoeks- of ontwikkelingsprojecten, praktijkexperimenten, demonstratieprojecten, en tenslotte kennisoverdracht. Het aan SSZ gelieerde MIBU-programma ondersteunt marktintroductie met investeringssubsidies, vooralsnog alleen voor milieuvriendelijke bussen. Inhoudelijk vallen te ondersteunen projecten binnen de SSZ 'technologievelden': vervoersystemen, voertuigenkomponenten, aandrijfsystemen, of energiedragers. Binnen het programma i s het jaarlijkse actieplan in de eerste plaats een kader voor partijen die voor ondersteuning in aanmerking willen komen. Volgens de subsidieregeling worden projectvoorstellen namelijk inhoudelijk getoetst aan het actieplan voor het betreffende jaar. Een tweede, en minstens zo belangrijke functie van het actieplan i s die van een oproep aan marktpartijen om het programma met gedegen projecten te vullen.
,
In het actieplan zijn de inhoudelijke zwaartepunten voor de programma-uitvoering in i998 aangegeven. Die hebben de vorm van thematische aandachtsgebieden, en daarbinnen speerpunten voor actie. In onderstaande tabel i s een en ander kort aangegeven.
Aandachtsgebied
Speerpunt voor actie
innovatieve systemen
Haalbaarheidsstudies,samenwerking met PlatformStedelijke Distributie, voertuigen Nabehandeling uitlaatgassen, motor elektronica, on-board diagnosticr,toepassing verworvenhedenvan het gedragsbeïnvloedingsprogrammaKoop Zuinik Rij Zuinig (KZRZ)
Mechanischeen elektrischecomponenten ~~
~
Onderzoeksprojecten geluid, anti-geluid, follow-up resultaten inventariserendonderzoek, i.v.m. AMvB voertuigen voor reinigingsdiensten
Geluid
1
Gewicht ~~
I
Toepassing op grote schaal van alternatievematerialen en componenten, ontwikkelingvoorbeelden voenuigen en componenten, voorlichting
Gasvormige brandstoffen
Ontwikkeling motoren, gasinstallaties(goederenvervoer)en randapparatuur,praktijkproeven en demonstraties, goedkooplsnellveiligtanken (incl. regelgeving), bevordering marktintroductie(convenant?)
Elektrische en hybride tractie
Praktijkproeven in nieuwe toepassingen, praktijkproef goederenvervoergekoppeld met techniekontwikkeling, ontwikkeling hybriden, laadinfrastructuur, continue kennisopbouw; onder voorbehoud: 'masterplan'categorieën
Gemeenten
Onderzoek naar vraag, opbouw van doelgroepgerichteacties
Actieplan SSZ
1998 met toelichting
-2-
I
Novern
Naast bovengenoemde punten zullen het gebruik van convenanten, het aanstellen van mm. overheden als ‘launching customers’ en uitbreiding van de MIBU-regeling in 1998 extra aandacht krijgen. De zwaartepunten voor 1998 zijn richtinggevend voor aanvragers. Ook projecten die niet direct vallen onder de zwaartepunten maar wel vallen binnen de doelstellingen van het programma en het actieplan worden op hun merites beoordeeld, en kunnen gehonoreerd worden. De mate waarin een project bijdraagt aan de realisering van de doelstellingen van het programma wordt tevens bepaald door de volgende aspecten: de bijdrage aan de kerndoelstellingen van het programma: stiller, schoner en zuiniger verkeer en vervoer, met name voorkomend in het stedelijk gebied, en het vigerende actieplan de mate waarin toepassing van de voorgestelde techniek innovatief is voor Nederland de relevantie voor het collectief personenvervoer en/of het stede1ijk goederenvervoer de relatie met overig beleid van de overheid de slaagkans van het project de marktpotentie van de te ondersteunen innovatie de verhouding van kosten van het project en (milieu-)opbrengstenvan de innovatie de mate waarin het project ondersteunend is voor het midden- en kleinbedrijf, aansluit bij doelstellingen van Europese werkprogramma’s en/of de samenwerking tussen ondernemingen en openbare onderzoeksinstellingen bevordert.
-
Actieplan SSZ 1998 met toelichting
-3-
~~
Novem
inhoud Actieplan ‘Stiller, Schoner en Zuiniger 1998
2
Toe1ichting
1.
Een kader en een oproep
- een inleiding op het Actieplan SSZ 1998 1.1 1.2
2.
Een innoverende aanpak
- over de contouren van het SSZ programma 2.1 2.2 2.3
3.
4.
Doel en functie van het actieplan Leeswijzer
Focus en karakter Projecten die ondersteund worden De weg naar ondersteuning
5
5 6
7
7 8 10
Een veld in beweging
12
Een plan in actie
15
- trends en ontwikkelingen: overwegingen bij het actieplan 1998 - prioriteiten en activiteiten in 1998 4.1 4.2
SSZ aandachtsgebieden 1998: status, knelpunten en speerpunten Specifieke programma-ondersteuning
15 21
Tot nu toe gehonoreerde SSZ projecten per hoofdlijn
22
Bijlagen: 1:
Actieplan SSZ
1998 met toelichting
-4-
Novem
i.
Een kader en een oproep
- een inleiding op het SSZ Actieplan 1998 Tientallen projecten leverden sinds 1992 via het Programma SSZ een bijdrage aan het stiller, schoner en zuiniger maken van verkeer en vervoer in het stedelijk gebied. Ook in 1998 kan een groot aantal nieuwe initiatieven opbloeien met steun vanuit het programma. De sinds 1997 operationele regeling biedt daartoe een groot aantal mogelijkheden. In 1998 worden voorbereidingen getroffen om het fundament van het programma, het Meerjarenprogramma SSZ, te vernieuwen. Hoewel de uiteindelijke vorm daarvan nog niet bekend is, geeft dit Actieplan voldoende aanwijzingen voor een succesvolle verdere verbetering van het stedelijk leefklimaat op basis van het vigerende Meerjarenprogramma. Het programma zorgt ervoor in te spelen op die ontwikkelingen die zich in de markt als kansrijk aandienen, maar geeft tevens aan op welke gebieden de overheid vanuit een beleidsoogpunt een versterkte inzet van middelen, zowel van de kant van de overheid als van de kant van de marktpartijen, noodzakelijk acht. Dit Actieplan vormt een oproep aan alle partijen om in de volle breedte in te zetten op de nog altijd in noodzaak toenemende veranderingen in het stedelijk leefklimaat.
1.1
Doel en functie van het actieplan. Die uitdagingen zijn in dit 'SSZ Actieplan' vertaald naar aandachtsgebieden en speerpunten voor de programma uitvoering in 1998. Het plan schept zo kader en richting voor marktpartijen die aanvragen willen indienen. Het scheppen van zo'n kader is de eerste belangrijke functie van dit actieplan. Immers, de uitvoering van het programma SSZ is gebaseerd op de "Subsidieregeling Stiller, Schoner en Zuiniger Verkeer en Vervoer in het Stedelijk Gebied", waarin gesteld wordt dat projectvoorstellen worden getoetst aan het actieplan voor het betreffende jaar. De tweede functie die dit actieplan vervult is die van uitnodiging. Het plan is nadrukkelijk een oproep aan geihteresseerden om de aandachtsgebieden met gedegen projecten te 'vullen'. SSZ i s afhankelijk van de markt. De impact van het programma wordt bepaald door de kwantiteit en kwaliteit van projecten die daaruit voortkomen. Inhoudelijk is het actieplan tot stand gekomen in nauw overleg met de programmacommissie SSZ. Hierin zijn vertegenwoordigd branche-organisaties en overheden, ten einde de programmaleiding van het ministerie van Verkeer en Waterstaat te adviseren over het programma SSZ. Het i s gebaseerd op een analyse van de stand van zaken met betrekking tot de verschillende speerpunten.
Actieplan SSZ
1998 met toelichting
-5-
Novem
1.2
leeswijzer In hoofdstuk 2 van dit plan worden de contouren van het programma SSZ geschetst. Het karakter en de structuur van het programma komen aan de orde, er wordt een globaal overzicht gegeven van het type projecten dat voor ondersteuning in aanmerking komt, mét de aandachtsgebieden en speerpunten voor 1998, en er wordt aangegeven hoe de ondersteuning voor projecten verworven kan worden. Hoofdstuk 3 presenteert een aantal trends en ontwikkelingen, die als overwegingen een rol hebben gespeeld bij de formulering van de aandachtsgebieden en speerpunten voor 1998. In hoofdstuk 4, de eigenlijke kern van dit actieplan, worden alle aandachtsgebieden nader besproken. Steeds worden de stand van zaken, en de daaruit afgeleide speerpunten voor acties aangegeven. Afzonder1ijk wordt het aandachtsgebied kennisoverdracht gepresenteerd. Ter verdere ondersteuning van geïnteresseerden bevat dit actieplan een bijlage waarin ter illustratie een overzicht van al onder CSZ gerealiseerde of gehonoreerde projecten is opgenomen.
Actieplan SSZ
1998 met toelichting
-6-
Novem
2.
Een innoverende aanpak
- over de contouren van het SSZ programma Het ondersteuningsprogramma SSZ stimuleert de ontwikkeling en toepassing van innovatieve voertuigtechnieken en vervoersystemen, die schoner, zuiniger, en stiller in het stedelijk gebied zijn. Het programma moedigt marktpartijen aan om met voorstellen voor dergelijke innovaties te komen, en ondersteunt ook de verspreiding van de kennis die nodig is om innovaties tot toepassing te brengen.
2.1
Focus en karakter Aangezien de middelen voor ondersteuning niet onbeperkt zijn, is een geconcentreerde inzet daarvan nodig. Een eerste beperking vloeit voort uit de aandacht voor het stedelijk gebied, waar naar verhouding zowel de emissie als de hinder van geluid en schadelijke stoffen het hoogst zijn. Er zijn, in mindere mate weliswaar, ook mogelijkheden voor vervoer dat zich deels buiten de stadsgrenzen begeeft. Verder is gekozen voor nadruk op het collectief personenvervoer en het stedelijk goederenvervoer. Met name in het elektrisch veivoer ontstaan evenwel mengvormen van collectief en individueel personenvervoer, waar deze begrenzing minder telt. Tenslotte ligt de nadruk op voertuig- en systeemtechnologie, en niet op infrastructurele aspecten. Voor wat betreft het karakter van SSZ kan nog opgemerkt worden dat de ondersteuning van SSZ er op gericht is om ontwikkelingen uiteindelijk ‘op eigen benen’, en dus tot commerciële zelfstandigheid te brengen. Projecten worden niet te snel losgelaten. Een traject kan beginnen met een haalbaarheidsonderzoek, dan ontwikkelingssteun en demonstratie, vervolgens kennisoverdracht, en, in het kader van de MIBU-regeling, implementatie subsidie. Recent is steeds duidelijker geworden, dat er behoefte bestaat aan een mogelijkheid voor grootschalige proeven dan wel ondersteuning bij marktintroductie. Het SSZprogramma voorziet in dit laatste met de gelieerde MIBU-regeling, vooralsnog alleen voor innovatieve milieuvriendelijke bussen. Plannen voor het toevoegen van enkele andere categorieën zijn in de maak. Voor kleine demonstraties, van maximaal ca. 1O gelijksoortige voertuigen, biedt het SSZ-programma mogelijkheden. In andere gevallen zal, waar mogelijk, een beroep op andere programma’s moeten worden gedaan. Gestreefd wordt naar structurele ondersteuning door het gehele proces heen, om de risicodrempel voor deelnemers te verlagen. Zo komt er ruimte voor innovatieve en daardoor inherent ’risicovolle’ activiteiten. Het programmabureau i s in dit verband de aangewezen verkeersleider. Marktwerking is de centrale motor van de beoogde vernieuwing De huidige SSZ projectenportfolio is meer het resultaat van ‘market-pull’ dan van ’policy-push’. Te verwachten is, dat meer en meer activiteiten hun basis zullen vinden in beleid dat door overheid en gebruikers gezamenlijk is geformuleerd en waarvan deze partijen vaststellen dat ontwikkeling of toepassing van technologische maatregelen bevorderd moeten worden. Voorbeelden hiervan zijn o.a. te vinden in de projecten samenhangend met de activiteiten van het Platform Stedelijke Distributie. Uiteindelijk wordt gestreefd naar een situatie waarin ’market-pull’ en ‘policy-push’ beide evenwichtig tot projecten leiden Het programmabureau zal in beide gevallen actief meewerken aan de totstandkoming.
Actieplan SSZ 1998 met toelichting
-7-
Novem
2.2
Projecten die ondersteund worden De projecten die in aanmerking komen voor ondersteuning door SSZ, kunnen worden gerubriceerd in categorieën op basis van de fase in een innovatietraject. De subsidieregeling onderscheidt op die manier:
I. li. II I. IV. V.
Haalbaarheidsonderzoek Onderzoek of ontwikkeling Praktijkexperimenten Demonstratieprojecten Kenn isoverdrachtprojecten
Dwars daarop staat een technisch inhoudelijke rubricering, die duidelijk maakt in welk technologieveld een te ondersteunen project moet vallen. Dit leidt tot 'hoofdlijnen', en onderscheiden worden: 1. 2. 3. 4. 5.
Ve rvoersystemen Voertuigen/Componenten Aandrijfsystemen Energiedragers Kennisoverdracht
Binnen de hoofdlijnen 1-4 kunnen communicatie-activiteitenworden ondergebracht die gerelateerd zijn aan de betreffende projecten. Ook separate kennisoverdrachtprojecten kunnen worden ondersteund, binnen de daarvoor openstaande hoofdlijn 5. Voor 1998 i s een aantal aandachtsgebieden vastgesteld, die in hoofdstuk 4 nader worden uitgewerkt. Dit zijn de volgende: a.
b. C.
d. e. f.
Voertuigen in innovatieve systemen Mechanische en elektrische componenten Geluid Gewicht Gasvormige brandstoffen (LPG, aardgas) Elektrisch en hybride tractie
Sommige aandachtsgebieden zijn relevant voor meerdere technologievelden; zo kan bijvoorbeeld de aandacht voor elektrische en hybride tractie zowel projecten in het veld van 'aandrijfsystemen' opleveren, als in het veld 'energiedragers'. In de bijgaande figuur zijn de projectcategorieën, hoofdlijnen en aandachtsgebieden geschetst, en is aangegeven wat voor typen projecten ondersteund worden.
Actieplan SSZ 1998 met toelichting
-8-
Novem
Roofdiijqcn
r Anndnchfsgebieden
c otegorie
Figuur 1 : SSZ hoofdlijnen, aandachtspunten en projectcategorieën. De '+'-en geven aan welke projecten met name ondersteund worden.
Actieplan SSZ
1998 met toelichting
-9-
Novem
De weg naar ondersteuning
2.3
Voor aanvragers van subsidie is enig inzicht in de programmastructuur zinvol. Aanspreekpunt voor potentiële contractanten is het programmabureau Novem. Daar kunnen zij advies en informatie inwinnen. Projectvoorstellen, met de aanvraag voor ondersteuning, worden ingediend bij Novem. Novem toetst en analyseert de aanvraag, en adviseert de programmaleiding omtrent het voorstel. De programmaleiding beslist over eventuele honorering, na advies van de programmacommissie. Aanvragen dienen door de programmabeheerder te zijn ontvangen in de periode vanaf publikatie van de subsidieregelingvoor 1998 tot 16 november 1998, of conform de subsidieregeling voor 1998 en de publikatie daarvan in de Staatscourant indien deze hiervan afwijkt. In het kort worden hieronder de taken en rollen van de belangrijkste SSZ partijen genoemd. Deze zijn ook in de figuur geillustreerd. De vetgedrukte nummers verwijzen naar de nummers in figuur 2.
I
I
I
I
1
1. 1 5 &
4./
I
J
H Ad+
Rogràmmabeheerder Novem
m
I
3.
6.
Aanvragers I
I
I
V
b
Project
1
Uitvoering SSZ Projecten
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Programmasturing Actieplan en informatie Proj. Voorstel Pre-advies Besl. Indiv. Projecten Ondersteuning
Figuur 2: SSZ uitvoeringsstructuur
Actieplan
SSZ 1998 met toelichting
-10-
Novem
De programmaleiding is eindverantwoordelijk voor het totale SSZ programma. Zij is aangesteld door de Directie Innovatie en Omgeving van het Directoraat Generaal Personenvervoer binnen het ministerie van V&W. De programmaleiding neemt de operationele en strategische sturing van het programma voor haar rekening (1). Uiteindelijk beslist de programmaleiding over het ondersteunen van individuele projecten (5). Novem beheert het programma SSZ, in opdracht van het ministerie van V&W. Jaarlijks wordt het actieplan SSZ opgesteld op basis van de sturing door de programma leiding, en Novem zorgt voor een adequate communicatie naar potentiële contractanten (2). Ook behandelt, analyseert en toetst Novem projectvoorstellen en subsidie-aanvragen, en geeft een preadvies aan de programmaleiding over eventuele honorering (4). Na een positieve beslissing van de programmaleiding draagt Novem zorg voor de ondersteuning van projecten (6). Aanvragers dienen projectvoorstellen in, met een aanvraag voor ondersteuning (3). Zij baseren zich op de subsidieregeling SSZ en het actieplan 1998. De noodzakelijke informatie voor het indienen van hun aanvraag kunnen zij bij Novem verkrijgen (zoals de precieze voorwaarden uit de subsidieregeling). De programmacommissie SSZ, onder voorzitterschap van de programmaleider, speelt een belangrijke adviserende rol. Deze commissie bestaat uit betrokkenen en deskundigen uit de verkeer- en vervoerwereld, en vertegenwoordigers van de ministeries van V&W, EZ en VROM. Novem voert het secretariaat van de commissie. De programmacommissie adviseert over voorstellen en aanvragen aan de hand van voorbereidende analyses van Novem. Tevens adviseert de programmacommissie over bijstellingen van het programma en over de jaarlijkse actieplannen. Rond onderwerpen die daarvoor door hun omvang en samenhang in aanmerking komen kunnen coördinatiecommissies worden gevormd. In hun veld van competentie adviseren de commissies programmaleiding, programmacommissieen Novem. Voor de begeleiding van individuele projecten kan de programmaleiding begeleidingscommissies in het leven roepen. Bovengenoemde partijen hebben expliciet of impliciet bijgedragen aan de totstandkoming van het actieplan, dat uiteindelijk door de programmaleiding is geaccordeerd. Naast de programmatische benadering van SSZ bestaat nog de mogelijkheid om investeringen van busbedrijven in milieuvriendelijke bussen te ondersteunen. De daarvoor geldende MIBU-regeling wordt beheerd door Senter. Er wordt overwogen om met de regeling in de toekomst ook andere voertuigcategorieën te ondersteunen. Via de regeling kan de toepassing van onder SSZ ontwikkelde technologieën worden gestimuleerd. In het ontwikkelingstraject i s dit de fase na 'demonstratie'. In het volgende hoofdstuk komen enkele meer generieke overwegingen bij dit actieplan aan de orde. In hoofdstuk 4 wordt een en ander geconcretiseerd naar aandachtsgebieden en speerpunten.
Actieplan SSZ 1998 met toelichting
-1 1-
Novem
3.
Een veld in beweging
- trends en ontwikkelingen: overwegingen bij het actieplan 1998 Het actieplan 1998 is mede gebaseerd op de inbreng van o.a.branche-organisaties,en overheden. Hun inbreng werd expliciet geleverd door hun vertegenwoordigers in de programmacommissie. Het plan reflecteert zo een groot aantal relevante maatschappelijkeen beleidsmatige ontwikkelingen. Hieronder worden er daar acht van geschetst, die een generieke invloed op het totale SSZ programma hebben. Steeds wordt de ontwikkeling puntsgewijs aangeduid, met daaropvolgend een indicatie van de voorgenomen "SSZ respons". De respons vindt in de praktijk zijn uitdrukking in de keuze van aandachtsgebieden, en vooral speerpunten daarbinnen (zie hoofdstuk 4). Achter elke respons is aangegeven met welk aandachtsgebied de geschetste ontwikkeling samenhangt. 1.
De uitstoot van NO, en deeltjes in het stedelijk gebied neemt relatief nog maar langzaam en onvoldoende af. Onderkend wordt, dat wat dit betreft relevante technologische ontwikkelingen pas na jaren flinke resultaten op zullen leveren. Respons: Projecten met een duidelijk potentieel voor emissiereductie zullen worden ondersteund. Deze overweging leidt tot acties binnen de aandachtsgebieden voertuigen in innovatieve systemen, gasvormige brandstoffen, en elektrischdhybride tractie.
2.
De aandacht voor het langere termijn perspectief neemt voortdurend toe. Dit komt onder meer tot uitdrukking in de beleidsmatig richtinggevende conceptstudies die onder INIT (Innovatie Inland Transport) van V&W worden uitgevoerd. Duurzaamheid van verkeer en vervoer wordt daarin steeds belangrijker. Respons: SSZ is innovatief, en draagt zo bij aan het realiseren van concepten. Tegelijkertijd blijft SSZ gericht op het binnen afzienbare termijn realiseerbare. De nadruk ligt op toepasbaarheid op de middellange termijn (ca. 5 jaar). Een minimum voorwaarde is wel dat innovaties die ondersteund worden niet belemmerend mogen zijn voor geaccepteerde lange termijn visies. O p bescheiden schaal zullen verkenningen voor de lange termijn ondersteund worden.
3.
Na een periode van een zekere terughoudendheid wordt de rol van de overheid als initiator voor techniekontwikkelingen weer benadrukt. Dit blijkt uit diverse overheidsmaatregelen, nota's en programma's (o.m. EET, VROM nota 'voertuigtechniek en brandstoffen: CO,-reductieplan, Platform Stedelijke Distributie, Nota Milieu en Economie etc.). Ook voor wat betreft het aanpakken van de 'leefbaarheidsnadelen' (geluid, emissies) van stedelijk vervoer is de markt alléén onvoldoende innovatief (zie ook 2.1). Respons: SSZ sluit hier uitstekend bij aan. Het programma i s gericht op technologische innovaties, en geeft zo vorm aan de geschetste overheidsrol. Tegelijkertijd maximaliseert de marktgeoriënteerdheid van SSZ de kans op commercialisering en brede implementatie van innovaties. Deze overweging speelt een rol bij acties binnen alle aandachtsgebieden. SSZ zal inspelen op de vraag naar grootschaliger proeven, hetzij via eigen wegen, hetzij via daartoe nog in te stellen programma's, zoals m.n. de grootschalige demonstraties van VROM.
Actieplan SSZ
1998 met toelichting
-1 2-
Novem
4.
De aandacht voor duurzaam transport neemt toe. Respons: Belangrijk i s dat SSZ nadrukkelijk twee belangrijke routes naar duurzaamheid ondersteunt: elektrische tractie en gasvormige brandstoffen. "Zuinigheid", tenslotte, i s de derde pijler onder het programma, en dat is een noodzakelijke voorwaarde voor een ontwikkeling naar duurzaamheid. Deze overweging ondersteunt m.n. de acties binnen het aandachtsgebied elektrisch/hybride tractie. Via het 'Masterplan Elektrische Hybride Voertuigen' wordt het kader geschapen waarbinnen de gewenste activiteiten zich geconcentreerd kunnen afspelen. Als volgende stap op weg naar duurzaam vervoer geldt de toepassing van brandstofcellen. De ontwikkeling hiervan kent een fundamenteel traject . Sinds kort i s ook een toepassingstraject in voertuigen zichtbaar. Aan dit laatste kan SSZ op Nederlandse schaal bijdragen.
5.
De belangstelling voor geïntegreerde vervoersystemen en vervoersketens (met optimale voertuigen, knooppunten en eventuele overslag) blijft hoog, ook in het licht van lange termijn vervoersconcepten. Respons: SSZ speelt in op deze structureel grote belangstelling. Er zal vooral aandacht zijn voor de voertuigcomponent in ketens en systemen. Acties binnen het aandachtsgebied voertuigen in innovatieve systemen.
6.
Er zijn steeds meer kansen voor geavanceerde elektronica in voertuigen. Respons: Onder SSZ kunnen ontwikkelingen op het gebied van 'on board diagnostics' ondersteund worden. Regelgeving-aspecten spelen naast techniekontwikkeling een rol. Een andere respons is nadere aandacht voor motor en driveline management. Deze overweging leidt tot acties binnen het aandachtsgebied mechanische en elektrische componenten.
7.
Gemeenten spelen verkeersafhankelijke gesteld kunnen beleidsinstrumenten ingezet.
een
steeds
belangrijker rol
in de
realisatie van
miIieudoelstell ingen (die overigens wel van rijkswege
worden). Zowel regulerende als stimulerende worden in toenemende mate op gemeentelijk niveau
Respons: SSZ voert gerichte communicatie naar gemeenten toe. Dit betreft zowel de aansporing gebruik te maken van de in SSZ ontwikkelde produkten, als de uitnodiging om mee te werken aan projecten. Meer en meer zullen de zelf uitgesproken wensen van de gemeenten vorm en inhoud van projecten gaan bepalen. De dialoog met de gemeenten zal aanzienlijk geïntensiveerd worden met als doel meer initiatieven uit die kring te verkrijgen.
8.
O p velerlei gebied dienen zich telkens weer nieuwe technieken en systemen aan. Respons: Rekening houdend met de primaire middellange termijn-doelstelling van SSZ, zal toch anticiperend studie worden verricht naar kansrijke nieuwe concepten, met name waar andere subsidie-mogelijkheden te kort schieten. Mogelijke gebieden zijn o.a. applicatie van brandstofcellen, ondergrondse logistiek en telematicdinformatica applicaties voor het stedelijk verkeer.
Actieplan SSZ
1998 met toelichting
-13-
Novem
Uiteraard beschrijven de genoemde ontwikkelingen de dynamiek van het stedelijk transport slechts zeer ten dele. Wel is gei’llustreerd hoe de voortgang van het programma steeds tegen het licht van de actualiteit gehouden wordt. In het volgende hoofdstuk worden de aandachtsgebieden en speerpunten nader besproken, en worden concrete handvatten gegeven voor potentiële indieners van projectvoorstellen.
Actieplan SSZ
1998 met toelichting
-14-
Novem
4.
4.1
Een plan in actie
- prioriteiten en activiteiten in i998 SSZ Aandachtsgebieden 1998: Status, knelpunten en speerpunten In deze paragraaf zijn de aandachtsgebieden zoals die gei'ntroduceerd zijn in hoofdstuk 2 nader uitgewerkt. Elk van de aandachtsgebieden wordt met enkele zinnen ingeleid. in een tabel daaronder wordt van elk gebied eerst de stand van zaken geschetst (toegespitst op de rol van SSZ daarin, en eventuele knelpunten), en vervolgens een aantal speerpunten voor actie. Van die speerpunten is in de laatste kolom aangegeven binnen welk 'technologieveld' (i.e. SSZ hoofdlijn) zij gerealiseerd kunnen worden. De speerpunten per aandachtsgebied zijn in nauw overleg met de programmacommissie en coördinatiecommissies geselecteerd. Zij komen voort uit een afgewogen reflectie op de stand van zaken zoals die in de tabel is aangeduid, en een brede overeenstemming over de mogelijkheden van SSZ die stand van zaken te beïnvloeden. De zes aandachtsgebieden zijn: (a) Voertuigen in innovatieve systemen, (b) Mechanische en elektrische componente?, (c) Geluid, (d) Gewicht, (e) Gasvormige brandstoffen, en (f) Elektrisch en hybride tractie. in het algemeen, en in aansluiting op de eerste overweging van hoofdstuk 3, dient te worden onderstreept dat acties die deeltjes en NOx-emissiesreduceren van groot belang worden geacht. Acties binnen een aantal aandachtsgebieden dragen bij aan een dergelijke reductie. De tabellen vormen de basis voor presentatie van activiteiten per hoofdlijn in paragraaf 4.2. Daar worden de acties, nu ingedeeld per technologieveld, gerecapituleerd.
a.
Innovatieve systemen Binnen dit aandachtsgebied ligt het grootste potentieel voor verbetering. Tegelijkertijd is het zeer complex, zijn veranderingen kostbaar, en bestaat er een grote afhankelijkheid van ontwikkelingen waar SSZ geen invloed op heeft. Binnen het aandachtsgebied concentreert SSZ zich op haalbaarheidsonderzoeken en de 'voertuigkant'. Veelal bestaat er een verband met andere programma's. Zo i s in 1997 een samenwerking tot stand gekomen met het Platform Stedelijke Distributie (PSD). Projecten die daarin gegenereerd worden, kunnen doorgaans via SSZ voor subsidie in aanmerking komen.
Actieplan SSZ
1998 met toelichting
-1 5-
Novem
I
Stand van Zaken
.
Grootste potentieel, grote belangstelling (geïntegreerde vervoersystemen, vervoerketens)
.
Forse mogelijkheden om emissies (NO,, deeltjes) terug Ie brengen
.
Stelselmatige aandacht voor dit onderwerp binnen SSZ,zowel voor OV als CV
.
Moeizame invoering van transferia voor personen en goederen
.
Toenemende aandacht voor combinatie voertuiglsysteem
.
Voertuig én systeem moeten tegelijk worden 'omgezet'
Speerpunten
Technologieveld voor actie per speerpunt (hoofdlijn nummer) Vervoersystemen (1)
Projecten zijn complex, veel partijen, grote samenwerkingsverbanden Hoge kosten Grote afhankelijkheid van ontwikkelingen die niet met SSZ te kinvloeden zijn Ondersteuning aan andere programma's, m.n. projeoen rnet verwijzing naar het Platform Stedelijke Distributie
b.
Vervoersystemen (1). voenuigenlcomponenten (2)
Mechanische en Elektrische componenten Gezien de aard en focus van SSZ liggen hier vele aangrijpingspunten, onder andere voor de reductie van deeltjes- en NOx-emissie. Belangrijk is de al in hoofdstuk 3 genoemde overweging dat steeds meer mogelijkheden worden gezien voor het gebruik van geavanceerde elektronica in voertuigen. Een goed voorbeeld is 'on board diagnostics'. Naast de vereiste produktontwikkeling vraagt de ontwikkeling van emissieregelgevingom aandacht voor dit onderwerp.
~
Stand van zaken
Speerpunten
Technologieveld voor actie per speerpunt (hoofdlijn nummer)
.
Gevarieerdeprojecten gerealiseerd onder SSZ
Fundamenteel onderzoek en toepassen nabehandeling uitlaatgassen.
Voertuigenkomponenten (2)
.
Goede koppeling met Nederlandsetoeleverende industrie
.
Gebied heeh een redelijk potentieel om projecten te verwerven en SSZ doelstellingen naderbij te brengen
Motor-elektronica (on board diagnostics)
Voertuigenkomponenten (2)
Toepassen van componenten die naar voren komen uit het gedragsbeïnvloedingsprogramma Koop Zuinig, Rij Zuinig (KZRZ), zoals econometers en boordcomputers, rnet name voor het OV.
Voertuigenkomponenten (2)
. .
Beperkt aantal mogelijkheden door beperkt aantal 'original equipment manufacturers' in Nederland Veel buitenlandse onhvikkelingen die niet of nauwelijks door Nederland te beïnvloeden zijn
Actieplan SSZ 1998 met toelichting
-1 6-
Novem
C.
Geluid
Geluidsoverlast blijft wellicht de voornaamste directe aanslag op de leefbaarheid in het stedelijk gebied. Veel resultaten komen voort uit de ontwikkelingen op het gebied van elektrische voertuigen en gasvormige brandstoffen. Daarnaast wordt inmiddels ook veel aandacht gevraagd voor projecten die geluid als hoofdzaak behandelen. In 1997 is uit een voornemen middels de AMvB voor winkelcentra goederendistributie na 19.00 aan te pakken, een aantal activiteiten gestart, mede onder begeleiding van het Platform Stedelijke Distributie. Een technologiespoor zal in de komende jaren technieken en maatregelen genereren, die met behoud van de distributiefunctie een aanzienlijke reductie in geluidshinder geven. Veel aandacht zal dan ook gegeven moeten worden aan projecten die in dit spoor passen.
1
Stand van zaken
. . . .
Tot nu toe vooral als 'spin off meegenomen (EV, Gas) Inventariserend e onderzoeken afgerond
I 1
I
Technologieveldvoor actie per speerpunt (hoofdlijn nummer)
Onderzoeksprojeaengeluid, antigeluid als vervolg op resultaten van inventariserendonderzoek
voertuigedcomponenten (2)
Maatregelen aan voertuigen uit de dienstensedor
voertuigedcomponenten (2)
Vermindering piekgeluiden distributie
Vervoensrytemen (1)
A d e dringend gewenst i.v.m. druk AMvB (Winkelcentra) Onvoldoende kennis over de prijs van maatregelen (in gewicht, en in geld)
Voertuigcomponenten(2)
d.
Gewicht
Een lager voertuig gewicht kan fors bijdragen aan de zuinigheid van het stedelijk vervoer. In de praktijk resulteren de 'SSZ aanpassingen' aan voertuigen echter in een hoger gewicht. Dit punt verdient daarom specifiek aandacht.
Actieplan SSZ 1998 met toelichting
-1 7-
Novem
Stand van zaken
Enige aandacht besteed aan ontwikkeling Vanuit SSZ activiteiten is er een opwaartse druk op gewicht
Speerpunten
Technologieveld voor actie per speerpunt (hoofdlijn nummer)
Toepassen op grote schaal van alternatieve materialen, met oog voor de economische aspecten
Voenuigenlcomponenten(2)
Veel onbenut potentieel, er is Nederlands know-how op het gebied van aluminium en kunststof Sterke afhankelijkheid van het buitenland(batterijen, chassis, etc.) Weinig innovatie gerichte Nederlandsecarrosseriebouw (wel tot op zekere hoogte als toeleverancier) Performance van alternatief materiaal niet altijd adequaat Door kleine series hoge kosten, R&D last, duurder materiaal Kosten vaak nog hoger dan opbrengsten Ontwikkelen componenten en integratie in voertuigen Voorlichting over mogelijkhedenen milieutechnische en financiële aspecten
e.
I
Voenuigenicomponenten(2)
Kennisoverdracht (5)
Gasvormige brandstoffen Gasvormige brandstoffen kunnen vooral een bijdrage leveren aan een veel schonere vorm van vervoer (in het bijzonder ten aanzien van NO, en deeltjes), en hebben daarom vanaf het begin veel aandacht gekregen in SSZ. In het algemeen zal gelden dat CNG vooral daar zal worden ingezet, waar de inzet van LPG op bezwaren stuit (bijvoorbeeld beschikbaarheid, regelgeving). Meer recent wordt duidelijk dat gasvormige brandstoffen ook een bijdrage kunnen leveren aan de verduurzaming van het transport. Het synthetisch maken van gas uit duurzaam gewonnen waterstof en biomassa wordt als onderdeel gezien van een innovatief energiesysteem. De aandacht voor gasvormige transport brandstoffen blijft groot. Gezien het vele dat al bereikt is verschuift het zwaartepunt van techniekontwikkeling naar praktijkproeven en demonstraties. Marktintroductie rondt het proces af. Inmiddels is al een groot aantal projecten met LPG in het goederenvervoer van start gegaan: te verwachten is dat in 1998 een representatief deel geëvalueerd kan worden. Vanuit het programma zal daartoe het initiatief genomen worden. Met steun van het REV-programma van het Ministerie van Economische Zaken wordt onderzoek verricht naar de mogelijkheden van DME als voertuigbrandstof. In overeenstemming met de huidige toekomstverwachting voor DME, kunnen in beperkte mate toepassingsprojecten in het kader van SSZ overwogen worden.
Actieplan SSZ
1998 met toelichting
-1 8-
Novem
Stand van zaken
I
Speerpunten ~~~
Onder SSZ is een grote inspanninggeleverd -eerst voor het openbaar vervoer (OV), nu ook het goederenvervoer ( C )
~~~
Ontwikkelen motoren en gasinstallaties (vooral voor het lichte goederenvervoer) en randapparatuur
Technologieveldvoor actie per speerpunt (hoofdlijn nummer) Voertuigenkomponenten(2); Energiedragers (4)
Goede mogelijkhedenerkend Voor CNC zijn de verbeterings mogelijkheden nu bekend OV is positief, gas is nu reële optie. ProjectgroepVerkeer, Milieu en Technologiewerkt samen met SSZ een grootschalige toepassinguit. Voor G heeft motor ontwikkeling, plaatsgevonden praktijkproef CNG vuilnisauto’s Voor OV is marktintroductie zonder ondersteuning moeilijk Aantonen bedrijfszekerheidin heavyduty toepassingen van LPG en CNC is nog nodig Tankinfrastructuur CNC kostbaar Regelgevingin ontwikkeling Nog grote acceptatidimplementatiedrempelvoor taxi’s op gas
Bestelwagensegmentheeft nog weinig belangstelling Financiëledrempels (m.n. investeringen)zijn hoog Praktijkproevenen demonstraties
I
Energiedragers (4)
-
tankinstallaties inclusief reaekevina Bevorderen marktintroductie (convenantlMIûU1
I
Combinatie projecten met meerdere iypen voertuigen
f.
Elektrische en hybride tractie
Voor de lokale emissies van geluid en schadelijke stoffen (met name ook NOx- en deeltjes) bieden elektrische en hybride tractie een duidelijke oplossing. Vanuit een groeiend besef dat deze technieken een nationaal draagvlak en bundeling van krachten nodig hebben om in Nederland tot bloei te kunnen komen, is in 1997 een Masterplan ontwikkeld. Dit plan zal in 1998 de leidraad zijn voor de SSZ-activiteit op dit gebied, onder het voorbehoud dat de officiële acceptatie in1998 nog dient plaats te vinden. De lopende projecten kunnen overigens doorgaan, aangezien zij de ingeslagen weg ondersteunen. Wel is voor het Masterplan steun voor een aanzienlijke verbreding van taken nodig, waarvan op dit ogenblik niet volledig zeker is dat alles zich binnen het SSZ-kader zal gaan afspelen. Dit is evenwel van ondergeschikt belang voor het ontwikkelen van projecten, omdat er naast SSZ ook andere programma’s bestaan of aangekondigd zijn, waaruit ondersteuning mogelijk kan zijn. Totdat de bundeling geëffectueerd is zal schriftelijke informatie schaars zijn, waardoor het programmabureau de aangewezen gids is.
Actieplan SSZ
1998 met toelichting
-1 9-
Novem
In het Masterplan is een viertal speerpunten omschreven, te weten: elektrische en hybride bussen elektrische en hybride voertuigen voor stedelijke distributie elektrische tweewielers hybride personenauto’s.
1.
2. 3. 4.
Deze vier categorieën, met een categorie overige ondersteunende activiteiten, vormen de kern van de door het Masterplan aangekondigde Nederlandse inzet. Een stappenplan geeft aan wat de te realiseren acties zijn.
1 1
I
I
Stand van zaken
Speerpunten
Technologieveld voor actie per sneemunt (hoofdliin nummer)
Veel is ontwikkeld onder SSZ,deels verpakt in praktijkproeven
Praktijkproef voor nieuwe toepassingen
Energiedragers (4)
Veel kennis is beschikbaar over gebruik, en ‘onwff voertuigen’
Praktijkproef goederenvervoer, eventueel gecombineerd het techniekontwikkeling
Energiedragers (4)
Zroot potentieel voor lokale emiss:e reducties (NOx deeltjes), en voor stiller verkeer
Ontwikkelen en beproeven van (componentenvoor) hybriden
Aandriifsystemen (3) en Energiedragers
Gemeentelijke betrokkenheid in ontwikkeling
Laadinfrastructuur
Eneraiedraaers (4)
Beperkte actieradius
Continue kennisopbouw, o.a. ten behoeve van nichemarketingen regelgeving
Energiedragers (4)
Complexiteit van Hybridefilektrische voertuigen
Elektrische en hybride bussen
Energiedragers (4)
Hoge kostprijs
Hybriden voor stedelijke distributie
Energiedragers (4)
Nauwelijks verkrijgbaar, m.n. voor de C secior
Elektrische tweewielers
Energiedragers (4)
Beperkte belangstelling gebruikersAlanten
Hybride personenauto’s
Energiedragers (4)
Onvoldoende kennis van de randapparatuur
Ondersteuning
Energiedragers (4) en Programmaondersteunina(5)
-11
(4)
Complexe nieuwe opties, e.g. met zonnecellen
In relatie met elektrische en hybride tractie is ook de opkomst van de brandstofcel interessant. Onderzoek op haalbaarheid en toepassing gericht, kan via SSZ ondersteuning verkrijgen.
g*
Programma-ondersteuning en kennisoverdracht In het kader van het SSZ-programma, doch doorgaans vallend buiten de voorwaarden van de regeling, kunnen activiteiten gehouden worden die een duidelijk programmaondersteunend karakter dragen. Hieronder kan bijvoorbeeld verkennend onderzoek vallen. Het initiatief hiervoor ligt doorgaans bij de programmaleiding. In het kader van dit actieplan zal hier niet nader op worden ingegaan: voor het relatienetwerk is het evenwel van belang bekend te zijn met de mogelijkheid hiertoe.
Van groot belang voor het programma is de functie van kennisoverdracht. Hieronder vallen enerzijds projecten en activiteiten die bekendheid geven aan het SSZprogramma, anderzijds activiteiten die bekendheid geven aan de resultaten van de SSZprojecten in de diverse ‘technologische’ hoofdlijnen. Hiermee worden potentiële projectaanvragers geactiveerd om projectvoorstellen in te dienen bij het programmabureau en wordt toepassing en verspreiding van de projectresultaten bij potentiële aanbieders en gebruikers bevorderd. Met name kennisoverdracht op basis van de resultaten van projecten kan onder de subsidieregeling vallen.
Actieplan SSZ
1998 met toelichting
-20-
Novern
Ook in 1998 zal worden voortgegaan op de ingeslagen weg: gerichte en actieve verspreiding van verschillende vormen van schriftelijk informatiemateriaal over resultaten van diverse SSZ-projecten, en het ondersteunen van communicatie-acties door derden (zoals branche-organisaties).In 1997 is gebleken dat de aansluiting met de gemeenten meer aandacht vraagt. De manier waarop de interesse voor het werken met de door SSZ aangereikte oplossingen en voor participatie in nieuwe projecten gewekt kan worden zal allereerst onderzocht worden. Hieruit volgt, indien nodig, ook bijsturing van programma-onderdelen. Daarnaast zal de strategie verder uitgewerkt worden. Totdat een en ander voldoende i s uitgewerkt, zal een 'no regret'-beleid gevoerd worden. Dit laat de mogelijkheid open om activiteiten waarvan nut en slaagkans hoog worden ingeschat, te realiseren. Onder de hoofdlijn 'Kennisoverdracht' vallen enerzijds projecten en activiteiten die bekendheid geven aan het SSZ-programma, anderzijds activiteiten die bekendheid geven aan de resultaten van de SSZ-projecten in de diverse 'technologische' hoofdlijnen. Hiermee worden potentiële projectaanvragers geactiveerd om projectvoorstellen in te dienen bij het programmabureau en wordt toepassing en verspreiding van de projectresultaten bij potentiële aanbieders en gebruikers bevorderd. Met name kennisoverdracht op basis van de resultaten van projecten kan onder j e subsidieregeling vallen. Ook in 1998 zal worden voortgegaan op de ingeslagen weg: gerichte en actieve verspreiding van verschillende vormen van schriftelijk informatiemateriaal over resultaten van diverse SSZ-projecten, en het ondersteunen van communicatie-acties door derden (zoals branche-organisaties). In 1998 zal speciaal aandacht gegeven worden aan de doelgroep Gemeenten. De volgende activiteiten zijn voorzien: * i op 1 benaderingvan mogelijke voorbeeld gemeenten; * marktonderzoek onder 'top 50'; * actieplan maken; uitvoering hiervan. Novem zal zoveel mogelijk bevorderen dat van de in haar andere programma's ontwikkelde kennis en netwerken geprofiteerd zal worden om de benadering van gemeenten (en, waar aan de orde, bestuurlijke regio's en provincies) met SSZonderwerpen, tot een succes te maken.
4.2
Specifieke programma-ondersteuning
In 1998 zullen als verdere programma-ondersteunende activiteiten de volgende onderwerpen aandacht krijgen (hetzij op zich zelf staand, hetzij gecombineerd uit te voeren): streven naar 'launching customers'. De rijksoverheid, gemeenten, energiebedrijven enz., kunnen worden geworven als launching customers. Hiertoe zal een zeer gerichte discussie met hen gevoerd moeten worden. streven naar convenanten: het tot stand komen van een convenant voor het aanschaffen van gasbussen voor het openbaar vervoer, verwacht rond de jaarwisseling, geeft aanleiding tot onderzoek naar meer mogelijkheden. In eerste instantie wordt gedacht aan huisvuilauto's, eveneens op gas: dit aan te vullen met andere voertuigcategorieën en markten. uitbreiden MIBU-regeling met andere voertuigen, technieken en/of doelgroepen.
Actieplan SSZ
1998 met toelichting
-21-
N ovem
Bijlage 1: Tot nu toe gehonoreerde SSZ projecten per hoofdlijn (nog aanvullen na conceptfase) Overzicht van SSZ-projecten die per i5 december 1997 afgerond dan wel nog in uitvoering waren, gegroepeerd per hoofdlijn. Voor meer informatie kunt u zich wenden tot het programmabureau.
Hoofdliin 1: Vervoersvstemen
- Tussen autobus en taxi. Onderzoek naar de mogelijkheid de inzet van voertuigen in het openbaarvervoer af te stemmen op de momentane vervoersvraag. - Citybus. Proef met milieuvriendelijk openbaarvervoer voor autoluwe binnenstad, als deel van gemeentelijkbeleid. - Verkeersmanagement energie en milieu. Energie- en milieu-aspecten van wegconstructies toevoegen aan brochures voor planners van gemeentelijke infrastructuur. - Nachtdistributie. Onderzoek naar de milieu- en energie-aspecten van nachtdistributie in vergelijking met distribuiie overdag. - Distributie in combinatie met retributie. Onderzoek naar de mogelijkheid om distributie-activiteiten in stedelijk gebied te combineren met afvoer van 'schoon' afval. - Vervoer over water. Onderzoek naar de energie- en mi I ieu-aspecten van personenvervoer over water tussen de Drechtsteden en Rotterdam, met zowel snelle als langzame schepen. - Kabeltram Nijmegen. Onderzoek naar de energie- en milieu-aspecten van een vervoersysteem met hangend aan een kabel voortbewogen cabines. Tevens studie naar mogelijke toepassing in Nijmegen. - Gecombineerd goederen- en personenvervoer. Onderzoek naar de mogelijkheid van het gelijktijdig en met eenzelfde voertuig vervoeren van goederen en personen.
Hoofdliin 2: Voertuigen en comDonenten
- Oxidatiekatalysator en zwavelarme dieselbrandstof. Onderzoek naar effecten van oxidatiekatalysatoren in combinatie met zwavelarme diesel in het openbaar vervoer. - Rondvaartboot op aardgas. Proef met rondvaartboot met aardgasmotor voor lagere emissies, ook van geluid. - Roetfilters. Proeven met roetfilters bij diverse openbaar vervoerbedrijven ten einde gebruik en werking te evalueren. Tevens is een samenvattend rapport over deze proeven verschenen. - Stadsdistributievoertuig. Definitie van stadsdistributievoertuig waarbij de factoren techniek, regelgeving en gebruikerseisen e Ikaar beïnvIoeden. - licht laadplatform. Ontwikkeling laadklep die door ander materiaalgebruik groter laadvermogen en minder geluidsbelasting in gebruik oplevert. - Stadsoplegger. Oplegger met verbeterde verhouding tussen laadruimte en ruimtebeslag en grote wendbaarheid. - Stopautomaat. Ontwikkeling en praktijkbeproeving van instrument dat onder bepaalde condities de motor stopt, met eenvoudige herstart.
Actieplan SSZ
1998 met toelichting
-22-
Novern
- Lichtgewicht bussen. Onderzoek naar de mogelijkheden van lichtgewicht bussen. Constructie en praktijkbeproeving van een viertal bussen met speciale bouw en o.a. een veel lichtere drive-line. 3-Compartimenten vuilophaalauto. Onderzoek naar de gebruikswaarde van een nieuw stil vuilophaalsysteem met centrale inzameling en splitsing in 3 fracties op 1 voertuig, hetgeen tot een reductie van het aantal ritten leidt. - Aërodynamische en stille omkapseling koelaggregaat. Ontwikkeling multifunctionele ornkapseling voor aggregaat op stadsoplegger. - Lichte opbouw voor Stadsdistributievoertuig. Haalbaarheidsonderzoek naar lichte en geluidsarme opbouw voor speciaal stadsvoertuig, in combinatie met sturende achteras. - Verbruiksreductie door coating cylinderwanden. Onderzoek naar prestaties van additief aan motorolie.
-
Hoofdliin 3: Aandriifsvstemen
- Duobus.
Ontwikkeling en beproeving trolleybus met ook dieselmotor om buitengebied en stadscentrum met één voertuig te bestrijken. Vliegwielhybride aandrijving voor bus. Ontwikkeling hybride bus met gasaggregaat en vliegwiel voor recuperatie van energie. - Verlaging interne wrijving verbrandingsmotoren. Onderzoek naar de energie- en milieuwinst van smeermiddel op Teflon-basis, inclusief onderzoek naar de ongereglementeerde emissies en de schadelijkheid van de reststoffen. Zelfreinigend roetfilter voor stadsbussen. Beproeving van een zelfreinigend roetfilter in gebruiksvriendelijke toepassing. - Zelfreinigend roetfilter voor stadsbussen van vroegere generatie. Zelfde principe als voorgaand, nu toegepast op niet-turbo-motoren, waardoor retrofittoepassing voor meer vervuilende bussen mogelijk zou kunnen zijn. - Praktijkproef vliegwielhybride bus. In de praktijk beproeven van eerdergenoemde bus om de mogelijkheden in de reguliere markt verder te verkennen.
-
-
HoofdI iin 4: E nergiedraaers
- Aardgasbuscirculatieplan (ABCplan). Praktijkbeproevingvan aardgasbussen bij enkele vervoerbedrijven.
- Duurproef aardgasbus.
Langlopende proef met vloot van 10 (later 9) bussen met naar aardgas omgebouwde standaardmotoren. - Knelpuntenbestrijding toepassing aardgas. Serie projecten om nadelen bij toepassing van aardgas te reduceren of op te heffen, o.a.: * inventarisatie knelpunten; * ontwikkeling vulrobot; * ontwikkeling sneltankeenheid; * onderzoek naar betere benutting tankvolume op voertuig; * optimalisatie traject voertuigtank-motor. - Toepassing sneltankeenheid. Praktijkproef met sneltankeenheid ontwikkeld in hierboven genoemde serie projecten. - Marktpotentie commercieel aardgasvulstation. Onderzoek naar de economische haalbaarheid van een snelvulctation voor aardgasvoertuigen en invloed op voertuigmarkt.
Actieplan SSZ 1998 met toelichting
-23-
Novem
- Vuilnisauto's op aardgas. Praktijkproef met vuilophaalauto's op aardgas in twee specifieke omgevingen, met onderzoek van diverse randfactoren. - 2*3 Gasbussen. Ontwikkeling en beproeving van (telkens 3) LPG- en aardgasbussen om verschil in exploitatie en gebruik vast te stellen. - Marktonderzoek aardgasvulstation. Haalbaarheidsstudie voor het beleveren van aardgas aan (rondvaart-)schepen en wegvoertuigen in Amsterdam. - Gasmotoren. Ontwikkeling en beproeving van enkele 'liggende' motoren met LPG- en aardgasaandrijving voor toepassing in bussen. - Katalysatorvoorverwarming. Ontwikkeling van een katalysatorvoorverwarming voor motoren op aardgas en LPG, om aan ultra-laag emissieniveau te voldoen. - Retrofit motor voor bussen op LPC. Ontwikkeling ombouw van een standaard busmotor van diesel naar LPG met aansluitend praktij kproef. - Lichte LPC-tank. Voorontwikkeling van kunststof LPG-tank om gewichtsnadeel bij gebruik LPG te reduceren en voor meer vrijheid in vormgeving. - LPG in het goederenvervoer. Ontwikkeling en praktijkbeproeving van een +tal zwaardere trekkers met LPG-motor voor stedelijk en regionaal distributievervoer. - Vuilnisauto's op LPC. Ontwikkeling en praktijkbeproeving van een LPG-uitvoering van een tweetal vuilophaalauto's voor de gemeente Zwolle. - LPG in het goederenvervoer. Ontwikkeling en beproeving van een aantal varianten van distributie- en vuilophaalauto's uitgerust met LPG-motor. - Praktijkproef elektrische voertuigen. Ontwikkeling en grootscheepse beproeving van een aantal typen elektrische voertuigen voor stedelijk gebruik. - Metingen elektrische voertuigen. Vergelijkende metingen van min of meer commercieel voorhanden zijnde elektrische voertuigen voor eerste waardering. - Elektrische binnenstadsbus. Ontwikkeling van een elektrische 9-m bus voor gebruik in binnensteden, met gunstige exploitatiekenmerken. - Verhuur elektrische bestelauto's. Praktijkproef met twee elektrische bestelauto's in verhuur, afkomstig uit eerdere praktijkproef en geopt imal iseerd. - Koeriersdienst met elektrische bestelauto's. Onderzoek fietsbesteldiensten meer actieradius en capaciteit te geven met eveneens schone en stille elektrische tractie. - Opslag remenergie trolleybussen in vliegwiel. Onderzoek naar mogelijke opslag van bij remmen vrijkomende energie in landzijdige vliegwielaccumulatoren voor trolleybus. - Introductiestrategie Elektrische voertuigen. Studie naar de omstandigheden waaronder elektrische voertuigen via te onderzoeken niches in de Nederlandse situatie geÏntroduceerd kunnen worden, en de vereiste randvoorwaarden. - Actuele technologie voor bestaande trams en trolleybussen. Studie naar de energetische en economische aspecten van het ombouwen van tram- en trolleymaterieel met state-of-the-art elektrische componenten voor hoger rendement.
Actieplan SSZ
1998 met toelichting
-24-
Novem
- Hybride voertuig met kleine actieradius in elektrische stand. Ontwikkeling van parallel-hybride 1Ctons vrachtvoertuig met beperkte reikwijdte wanneer elektrisch wordt gereden, om belasting bij doorkruisen van woonwijk te reduceren.
Hoofdliin 5: Proaramma-ondersteuninq
- Stadsbusritcyclusmeetmethode.
Ontwikkeling representatieve en reproduceerbare methode voor bepaling van emissies en verbruik in Nederlands stadsvervoer. Ongereglementeerde emissies. Onderzoek naar effecten ongereglementeerde emissies van voertuigen met benzine-, diesel-, LPC- en aardgasmotoren. - Kansrijke opties in het stedelijk goederenvervoer. Inventarisatie van op korte termijn toepasbare verbeteringen voor stil, schoon en zuinig stede1ijk goederenvervoer. - Steekproef schone bussen na in dienstneming. Onderzoek naar de emissie van met MIBU-subsidie aangeschafte bussen na periode van gebruik. - Energiegebruik en milieubelastingin stedelijk gebied. In kaart brengen energie- en milieukenmerken stedelijk verkeer, ondersteunend voor bewaken programmadoelstelI ing. 12 Elektrische uren. Ondersteuning manifestaties van Europese steden met interesse in elektrisch vervoer, in jaren dat deze in Nederland plaatshadden. - Tv-programma 'elektrische voertuigen'. Bijdrage aan educatief programma over elektrisch vervoer in Zwitserland en Nederland. - Inventarisatie geluidsbronnen aan voertuigen. Studie naar de voor enkele voertuigtypen representatieve geluidsbronnen, met inventarisatie van de mogelijke maatregelen en hun effecten. Opgezet als richtlijn voor verder initiatief. - Geluidsbelasting door distributiefunctievoor winkelcentra. inventariserend onderzoek naar oorzaken van piekgeluiden in de distributiefunktie, en naar mogelijkheden tot een drastische reducering hiervan in verband met komende regelgeving. - Brochure 'Nachtdistributie'. Uitgave waarmee meer bekendheid wordt gegeven aan een in Hoofdlijn 1 verricht onderzoek naar nachtdistributie, speciaal bedoeld voor gemeenten. - Symposiumverslag Elektrische voertuigen. Verslag van toonaangevend internationaal symposium over elektrische voertuigen in november 1996 in Japan. Bestemd voor relatie-netwerk Nederlandse belanghebbenden. - Studiedag toekomstige aandrijfsystemen. Organisatie van informatieve technische dag voor openbaar vervoer-branche.
-
-
Actieplan SSZ 1998 met toelichting
-2 5-
Novem
trmatie
ector Verkeer en vervoer I242 Utrecht -239 34 93 -231 64 91