Aan: Van: cc:
Betreft: Datum:
ACTB Yvonne Brouwers, Ferdi Ploeger, ouders van Sterre Kees Joustra, onderwijsconsulent Karen Barnhoorn, secretaris ACTB Pierik l’Istelle, directeur IVKO Reinoud Buijs, zorgcoördinator IVKO Pieter Hettema, Ferd Stouten en Rik van Riel, centrale directie MSA opmerkingen nav voorlopig advies van Kees Joustra inzake Sterre Ploeger 18 juli 2004
Inhoud Inleiding ..................................................................................................................................... 1 Huidige situatie en leeswijzer voor de volgende hoofdstukken ............................................. 2 HOOFDSTUK 1 Inzake het advies aan IVKO / MSA............................................................... 3 1.1 Voorbereiding op aanmelding van lgf-leerlingen ............................................................ 3 1.2 Deelname aan de Kernprocedure ..................................................................................... 4 1.3 Bewaken van procedures en beslistermijnen ................................................................... 4 1.4 Volgen van de ontwikkelingen ten aanzien van onderwijs aan leerlingen met een beperking................................................................................................................................ 5 HOOFDSTUK 2 Inzake andere partijen .................................................................................... 6 2.1 REC Noord Holland Zuid cluster 3.................................................................................. 6 2.2 Samenwerkingsverband 28-2: vo-scholen in Amsterdam beneden het IJ........................ 7 2.3 Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, gemeente Amsterdam ...................................... 8 2.4 Inspectie van het Onderwijs ............................................................................................. 8 2.5 Leerplichtambtenaar......................................................................................................... 9 2.6 Minister ............................................................................................................................ 9 2.6.1 Beslistermijnen........................................................................................................ 10 2.6.2 Verplichte winkelnering bij het REC ...................................................................... 10 2.6.3 Bekostiging.............................................................................................................. 10 HOOFDSTUK 3 Hoe verder ? ................................................................................................. 11 3.1 Hulp inroepen van de onderwijsconsulenten ................................................................. 12 3.2 Bodemprocedure ............................................................................................................ 12 3.3 Thuiszitten...................................................................................................................... 12 3.4 Website........................................................................................................................... 12 3.5 Pers ................................................................................................................................. 12 3.6 Tweede Kamer ............................................................................................................... 13 HOOFDSTUK 4 Tot slot ......................................................................................................... 13
Inleiding Wij, Yvonne Brouwers en Ferdi Ploeger, ouders, hebben voor onze dochter Sterre Ploeger, geboren 11 juni 1991, op 2 februari 2004 schriftelijk verzocht om toelating tot de vmbo-t afdeling van het IVKO per 1 augustus 2005. Het IVKO is een school voor Individueel Vormend Kunstzinnig Onderwijs, gevestigd aan de Plantage Middenlaan 27 te Amsterdam. Opmerkingen van ouders Sterre ten behoeve van het advies van de ACTB
1
De school maakt deel uit van de Monstessori Scholengemeenschap Amsterdam (MSA) en het bevoegd gezag is de centrale directie van de MSA, met als voorzitter Pieter Hettema. Hierna zal de aanduiding MSA gebruikt worden voor het bevoegd gezag van het IVKO. Sterre heeft een mg-indicatie voor speciaal onderwijs cluster 3. Tot 1 augustus 2005 zit Sterre op de openbare basisschool de @rchipel in Almere. Zij verlaat de basisschool op de leeftijd van 14 jaar. De aanmelding bij het IVKO was ruim anderhalf jaar voor de gevraagde schoolgang om school en ons in staat te stellen een curriculum voor te bereiden en personeel en fondsen te verwerven. Voorafgaand aan de aanmelding hebben ouders al een traject van meer dan een jaar achter de rug waarbij plaatsing werd gezocht via hulp van het REC en het samenwerkingsverband.
Huidige situatie en leeswijzer voor de volgende hoofdstukken Sterre is door het IVKO afgewezen. Wij ouders hebben hiertegen bezwaar gemaakt. Alvorens het bevoegd gezag mag besluiten op ons bezwaarschrift, is MSA wettelijk verplicht eerst advies in te winnen bij de ACTB (art XIII lgf-wet). Genoemd advies zal zich richten tot de MSA en moet ook door de MSA worden aangevraagd. Bij een aanmelding van een leerling als Sterre voor het voortgezet onderwijs staan veel seinen op rood. Evenzoveel partijen zijn verantwoordelijk voor die rode sein-stand. De ACTB is ingesteld omdat deze weerstanden verwacht werden bij de invoering van de leerlinggebonden financiering. Behalve dat de ACTB nu over het toelatingsverzoek van Sterre een advies moet uitbrengen aan de MSA moet de ACTB ook jaarlijks rapporteren aan de minister en deze rapportage toezenden aan beide kamers der Staten Generaal. Wij denken dat Sterre toegelaten kan worden tot het IVKO. Wij verkeren in de overtuiging dat een aanpak vergelijkbaar aan die op haar huidige basisschool, evenzeer kans van slagen heeft op het IVKO. Zonder de school tekort te willen doen denken wij dat er voor een groot deel sprake is van een weigering van toelating op oneigenlijke gronden die het gevolg zijn van koudwatervrees. In het belang van Sterre (en soortgelijke aanvragen) moeten deze oneigenlijke gronden worden benoemd en geëlimineerd. De afwijzingen van Sterre voor andere basisscholen zijn in de Tweede Kamer onderwerp geworden van het debat rond de invoering van de lgf. Dit heeft ertoe bijgedragen dat zij wel is toegelaten tot haar huidige basisschool. Sterre heeft er daarom ook belang bij dat over de verwikkelingen rond deze aanmelding gerapporteerd wordt aan de Minister en de kamers der Staten Generaal. Eind 2004, begin 2005 wordt door de Tweede Kamer een eerste evaluatie gehouden van de invoering van de lgf. Bij ministeriële regeling (regeling ACTB, Gele Katern, 10 dec 2003) is er voor gekozen dat de onderwijsconsulenten voorwerk verrichten voor de ACTB. In deze hoedanigheid heeft Kees Joustra, onderwijsconsulent, op 13 juli 2004 een pre-advies uitgebracht. Hierin heeft hij
Opmerkingen van ouders Sterre ten behoeve van het advies van de ACTB
2
de standpunten van partijen (MSA, IVKO en ons ouders) geïnventariseerd en geeft hij daarover zijn mening. Wij zien in zijn beschrijving van de standpunten van partijen een goede weergave van hetgeen wij zelf hebben aangetroffen. Daarnaast zijn wij blij met zijn mening over wat het IVKO en MSA zou moeten kunnen. Toch willen wij enkele aanvullende opmerkingen maken bij dit pre-advies ten behoeve van het definitieve ACTB-advies aan de MSA. Deze opmerkingen zijn als volgt ingedeeld: Opmerkingen over het IVKO en MSA in hoofdstuk 1. Opmerkingen over de andere partijen die een rol hebben gespeeld of gaan spelen bij de aanmelding van Sterre in hoofdstuk 2. Tot slot zullen wij aangeven welk traject/scenario wij voor ogen zien als MSA blijft bij haar standpunt Sterre niet toe te laten. Wij doen dit in hoofdstuk 3.
HOOFDSTUK 1 Inzake het advies aan IVKO / MSA 1.1 Voorbereiding op aanmelding van lgf-leerlingen Het IVKO en de MSA waren bij de aanmelding van Sterre niet op de komst van lgf-leerlingen voorbereid. In de hoorzitting die ten behoeve van de bezwaarprocedure van Sterre op 5 juli 2004 met ouders gehouden werd, zei MSA te hebben afgezien van voorbereidingen voor lgfleerlingen uit pragmatische overwegingen: “Dat komt toch nooit voor” Op basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs rust de verplichting om het beleid ten aanzien van lgf-leerlingen op te nemen in schoolplan en gids (art 24 en 24a WVO). MSA en IVKO hebben hier geen gevolg aan gegeven zodat zij niet voorbereid zijn met tot gevolg dat de lgf een ver-van-mijn-bed-show lijkt voor IVKO, het team en de MSA. Een van de argumenten om Sterre af te wijzen is voor MSA dat zij geen draagvlak heeft binnen het team voor toelating. Draagvlak is er niet automatisch. Draagvlak moet worden gecreëerd. Voor het creëren van draagvlak is de MSA en de directie van het IVKO verantwoordelijk. Wij denken niet dat, waar MSA zegt dat aanmelding van lgf-leerlingen toch niet voorkomt, bij het team een draagvlak voor lgf-leerlingen aanwezig mag worden verondersteld. Wij raden aan te adviseren dat MSA en het IVKO samen met het team het komend jaar hard aan de slag gaan met het opstellen en implementeren van het verplichte beleid voor leerlingen met een leerlinggebonden budget en daarbij als belangrijk aandachtspunt noteren: “Wat moet er gebeuren om Sterre per 1 augustus 2005 toe te laten?” Het is hierbij van essentieel belang dat MSA en IVKO de deskundigheid niet louter binnen haar eigen gelederen zoekt (dit heeft namelijk nu geleid tot de afwijzing!), maar dat zij gebruik maken van de aangeboden en voorhanden zijnde hulpbronnen als Seminarium van Orthopedagogiek en de ervaring met inclusief onderwijs op de @rchipel.
Opmerkingen van ouders Sterre ten behoeve van het advies van de ACTB
3
1.2 Deelname aan de Kernprocedure In Amsterdam geldt voor ALLE leerlingen die overstappen van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs de Kernprocedure, althans zo stelt de Handleiding Kernprocedure vast op bladzijde 6. Deze Kernprocedure is een convenant tussen de gemeente Amsterdam en de besturen van de scholen voor voortgezet onderwijs in Amsterdam. De Kernprocedure is bedoeld om de toeleiding naar het voortgezet onderwijs voor scholen beheersbaar te maken: vóór de invoering van die procedure meldden ouders hun kinderen aan voor meerdere scholen en raakten er leerlingen door de daardoor ontstane administratieve chaos tussen wal en schip. Scholen met overaanmeldingen moesten leerlingen gaan weigeren terwijl zij achteraf toch niet vol bleken te zitten. De Kernprocedure wordt beschreven in de jaarlijks uitgebrachte Handleiding Kernprocedure. Het bevat een draaiboek voor de aanmelding van leerlingen in eerste en tweede ronde en een vangnet voor leerlingen die na twee rondes aanmelding nog geen plaats op een school hebben gekregen. Daarnaast bevat de Handleiding Kernprocedure criteria (cito-scores) op grond waarvan leerlingen toelaatbaar zouden zijn tot de verschillende vormen van voortgezet onderwijs. Leerlingen zonder cito-scores zijn in de Kernprocedure alleen toelaatbaar voor het PRaktijkOnderwijs (PRO) en het LeerwegOndersteunend Onderwijs (LWOO). Leerlingen mogen tot deze vormen van voortgezet onderwijs alleen na een positieve indicatie van de Regionale VerwijsCommissie (RVC) worden toegelaten. De Handleiding Kernprocedure wordt opgesteld door de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) van Amsterdam en de samenwerkingsverbanden samen met de bij die samenwerkingsverbanden aangesloten scholen. De Regionale Expertisecentra, althans REC Noord Holland Zuid cluster 3, hebben ervoor gekozen niet af te stemmen met de samenwerkingsverbanden maar de ontwikkelingen niet-pro-aktief te volgen (citaat uit gesprek tussen ouders en REC op 8 juni 2004). Dit is overigens in strijd met de Regeling regionale afstemming van REC’s met de samenwerkingsverbanden (Gele Katern, 7 nov 2001). (Zie hierover ook de opmerkingen in Etappe 8 van de Wegbereiders). Door het hanteren van de in de Handleiding Kernprocedure genoemde criteria wordt toelating van lgf-cluster-3 leerlingen impliciet onmogelijk gemaakt, waar de regelgeving terzake (Inrichtingbesluit w.v.o. art 2 t/m 4) dit wél mogelijk maakt. Zo wordt in de afwijzing van Sterre van 23 (?) april 2004 ten ontrechte als afwijzingsgrond een cito-score genoemd die vereist zou zijn. Het al dan niet deelnemen aan de Kernprocedure is een verantwoordelijkheid van de MSA. Als de Kernprocedure niet aangepast wordt aan lgf-leerlingen en aan de bijzondere positie van leerlingen die op de leeftijd van 14 jaar de basisschool verlaten (zoals Sterre), en als alleen de criteria van Kernprocedure worden gehanteerd bij een beslissing over toelaten, handelt MSA in strijd met de regelgeving bij het afwijzen van leerlingen (als Sterre). Wij zouden MSA willen adviseren om, als de Kernprocedure niet wordt aangepast, uit het convenant te stappen.
1.3 Bewaken van procedures en beslistermijnen Op dit moment is het meer regel dan uitzondering dat lgf-leerlingen worden geweigerd dan dat ze worden aangenomen. Daarom is het voor lgf-leerlingen van belang dat de procedures goed worden gevolgd. Gebeurt dit niet, dan kunnen ouders niet goed verder procederen.
Opmerkingen van ouders Sterre ten behoeve van het advies van de ACTB
4
De afwijzingsbrief van 23(?) april bevatte veel vormfouten: het besluit was niet gedateerd, niet namens het bevoegd gezag ondertekend, niet gericht aan Sterre en er was geen kopie aan ouders. Ouders hebben op 24 april 2004 een bezwaarschrift ingediend bij MSA. Na aandringen van ouders wilde MSA bevestigen op 10 mei 2004 dit bezwaarschrift te hebben ontvangen (tussen 24 april en 10 mei was het paasvakantie). Het inrichtingsbesluit w.v.o. (art 15) schrijft voor dat MSA binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift een nieuw besluit moet nemen. Door verschillende oorzaken is de MSA niet voorbereid op deze procedure. MSA vindt het redelijk dat er tijdens de zomervakantie niet gewerkt wordt aan het opstellen van het besluit op het bezwaarschrift. Het gevolg is dat het besluit nu pas na de zomervakantie zal worden genomen. Hierdoor wordt Sterre ernstig gedupeerd want als na het uitbrengen van het besluit op het bezwaarschrift gestart moet worden met een bodemprocedure, zal deze zeker niet vóór 1 augustus 2005 tot een uitspraak leiden. Wij zouden willen adviseren dat de MSA bij aanmelding van (lgf-)leerlingen zich verantwoordelijk stelt voor het bewaken van de procedures en termijnen. Bij deze termijnen horen geen vakanties. Termijnen genoemd in het inrichtingsbesluit w.v.o. en gehanteerd door de rechter betreffen termijnen in kalenderdagen, niet in schooldagen.
1.4 Volgen van de ontwikkelingen ten aanzien van onderwijs aan leerlingen met een beperking. Onderwijs aan kinderen als Sterre was tot voor kort uitsluitend voorbehouden aan het speciaal onderwijs. (Het speciaal onderwijs wees Sterre overigens in eerste instantie ook af en verwees naar een kdc). Het kwam nauwelijks voor dat gehandicapte leerlingen die integreerden in het regulier onderwijs groep 8 bereikten, laat staan dat de overstap naar het regulier voortgezet onderwijs gewaagd werd. Hierdoor was het regulier onderwijs gëexcuseerd om zich niet te hoeven verdiepen in de aspecten horend bij het geven van onderwijs aan leerlingen met een beperking. Ook al doet de school her en der aan zorgverbreding, leerlingen met grotere beperkingen gaan naar het LWOO of PRO en komen om die reden (volgens de Kernprocedure) niet terecht bij het IVKO. Bij het opstellen van een beleid ten aanzien van lgf-leerlingen en het nadenken over hoe het onderwijs voor deze doelgroep moet worden ingericht is het van belang dat men daarbij betrekt wat er al bekend is. Het is niet verstandig beleid te formuleren vanuit de gevoelens die men heeft over gehandicapten in plaats van hierbij te betrekken wat er in internationale verdragen en binnen- en buitenlandse ervaringen op het gebied van inclusief onderwijs bekend is. Het zou goed zijn als MSA begrijpt dat toelaten van Sterre een recht is in plaats van de aanmelding van Sterre te beschouwen als een gril van de ouders of van de tijd. De onderwijswet- en regelgeving in Nederland gaat uit van schoolbesturen die een grote beslissingsvrijheid hebben en een overheid die in het uiterste geval de bekostiging zou kunnen stopzetten. MSA is er zich niet voldoende van bewust dat zij door Sterre af te wijzen haar kansen om zich verder te kunnen ontwikkelen ernstig beperkt. Dat Sterre thuis komt te zitten als MSA volhardt in haar afwijzing lijkt geen rol in de overwegingen gespeeld te hebben. Ten onrechte wordt voor Sterre wellicht een of ander vangnet vermoed of het belang van regulier onderwijs voor Sterre onderschat. Het feit dat MSA onder de huidige wet- en regelgeving weg lijkt te komen met een weigering Sterre toe te laten zal MSA wellicht in haar mening sterken in redelijkheid te handelen.
Opmerkingen van ouders Sterre ten behoeve van het advies van de ACTB
5
Wij adviseren MSA, het IVKO en haar team tijd in te ruimen voor en werk te maken van het bestuderen van literatuur en ervaringen op het gebied van inclusief onderwijs. Het minste dat van MSA, voorafgaand aan het nemen van een besluit op het bezwaarschrift, mag worden verwacht, is dat het zich ter plaatse op de hoogte stelt van de ervaringen van de huidige basisschool van Sterre en in gesprek gaat met het huidig expertisecentrum ‘Gewoon Anders’ in Almere. Bij de aanmelding van Sterre (2 februari 2004) hebben wij in tweevoud een cd-rom gevoegd bevattende literatuur over inclusief onderwijs in het algemeen en over het huidige onderwijs aan Sterre in het bijzonder. Deze cd-rom was bij MSA ten tijde van de hoorzitting onbekend.
HOOFDSTUK 2 Inzake andere partijen Niet van direct belang voor het advies aan MSA, maar wel ten behoeve van de rapportage aan de minister en de beide kamers der Staten Generaal zijn de ervaringen en aanbevelingen over de bij de aanmelding van lgf-leerlingen betrokken partijen. De invoering van de wet op de leerlinggebonden financiering is een ingrijpende verandering op het gebied van onderwijs. Hoewel er bij de betrokkenen veel mensen zullen zijn die de nieuwe ontwikkelingen toejuichen, zijn er ook mensen die niet van veranderingen houden en dus ook niet van deze verandering. De tegenwerking / obstructie is er dan ook maatschappij-breed en blijft vooralsnog leiden tot een moeizame invoering van inclusief onderwijs. Natuurlijk moeten wij de positieve ontwikkelingen en vorderingen toejuichen, maar daarbij moeten wij onze ogen niet sluiten voor de keiharde tegenwerking van groeperingen uit alle geledingen van het onderwijs en de maatschappij. De ACTB en onderwijsconsulenten zijn ingesteld omdat men inzag dat deze tegenwerking uit maatschappij en onderwijsveld een gegeven is.
2.1 REC Noord Holland Zuid cluster 3 Het REC NHZ cluster 3 is een kamer van het REC Noord Holland cluster 3. Het is een samenvoeging van de REC’s i.o. 3-7 en 3-8, toen vlak voor invoeringsdatum van de lgf-wet nog geen oplossing gevonden was voor het voortgezet speciaal onderwijs in beide voormalige REC’s i.o. Behalve met de gewone anti-sentimenten die in het speciaal onderwijs heersen ten aanzien van gehandicapte leerlingen in het regulier onderwijs, kampt het REC wegens haar omvang met afstemmingsfricties waar het het beleggen van de wettelijke taken betreft. Wij kennen de voorloper van het REC en haar attitudes doordat Sterre vier jaar op de Tyltylschool in Amsterdam heeft gezeten. Wij hebben de ware aard van de Tyltylschool leren kennen toen zij zich samen met het bestuur van een basisschool heeft ingespannen om aan de symbioseconstructie waarin Sterre nog een dagdeel per week naar haar oude basisschool kon, een eind te maken. De Tyltylschool mocht destijds niet meedoen aan de KDC-Cluster3 pilots: de aanvraag werd afgewezen. In het bij de aanvraag horende onderzoeksvoorstel wilde de Tyltylschool de mogelijkheden onderzoeken om ouders er beter van te overtuigen dat een kdc de beste
Opmerkingen van ouders Sterre ten behoeve van het advies van de ACTB
6
oplossing voor hun kind was. Kort daarvóór had de Tyltylschool nog in een uitgebreide rapportage aangegeven niet toegerust te zijn voor het geven van onderwijs aan (kinderen als) Sterre (evaluatierapport OB3-pilot, 1999). Wij hebben tussen november 2002 en juni 2004 met het REC gesproken over het voortgezet onderwijs aan Sterre. Wij zijn tot de conclusie gekomen dat wij hiervoor niet bij dit REC moeten zijn, hoewel op geografische gronden daartoe veroordeeld. Toen wij de laatste jaren met het REC NHZ cluster 3 spraken had men de wettelijke RECtaken (nog) niet centraal geregeld maar liet men die over aan de afzonderlijke scholen. Hierdoor was niet echt duidelijk of wij nu spraken met het REC of met de Tyltylschool. Het REC biedt een onsamenhangend aanblik, ook als men afgaat op de website (http://home.wanadoo.nl/rec3nhz/indec1.html) De gedateerde website spreekt teleurstelling uit dat het Rugzakje uiteindelijk toch is ingevoerd en waarschuwt ouders die hun kinderen naar het regulier onderwijs willen sturen: “als ze naar ons speciaal onderwijs gaan krijgen ze het dubbele!” Onze conclusies waren dat (overleg van 8 juni 2004 tussen ouders en REC): x Het REC NHZ cluster 3 zijn weg nog moet vinden in de nieuwe en bestaande regelgeving. x Het REC NHZ cluster 3 bij herhaling en nadrukkelijk vaststelt onvoldoende middelen te krijgen voor wat het als zijn taak ziet. x de regelgeving nog steeds wordt aangepast aan de praktijk (Algemeen Overleg vaste commissie voor Onderwijs van 19 februari 2004). x Sterre geen ‘gewoon’ cluster 3 kind is. x Wij ouders onvoldoende vertrouwen hebben in het handelen van het REC NHZ cluster 3 als het aankomt op het toeleiden en begeleiden van Sterre in het voortgezet onderwijs. x Het afbreukrisico te groot is: wij zijn er in 2001 voor moeten verhuizen! Wij denken dat in ieder geval dit REC NHZ haar taken niet zelfstandig op de rails kan krijgen maar daarvoor geholpen moet worden zoals dat door de Wegbereiders gebeurde.
2.2 Samenwerkingsverband 28-2: vo-scholen in Amsterdam beneden het IJ Het samenwerkingsverband moet op grond van artikel 10h van de WVO scholen advies geven over zorgleerlingen. Het lijkt dus voor de hand te liggen dat aansluiting wordt gezocht bij (de belangen) van de REC’s. Het is een territoriumkwestie. Het is of lijkt helaas waar, zoals een medewerker van het samenwerkingsverband stelde, dat REC’s niets weten van regulier voortgezet onderwijs. Zoals onder 2.1 aangegeven wíl REC NHZ ook helemaal niets weten van het voortgezet onderwijs. In de opzet van de huidige lgf-wet en de Regeling regionale afstemming moeten de REC’s het initiatief nemen af te stemmen met de samenwerkingsverbanden WSNS, samenwerkingsverbanden voor het VO en VSO. Hiervoor hebben de Wegbereiders handreikingen gedaan in de vorm van publikaties als “Afstemmen is ieders Zorg” en “Afstemmen in de Regio”.
Opmerkingen van ouders Sterre ten behoeve van het advies van de ACTB
7
Het samenwerkingsverband voor het voortgezet onderwijs heeft veel meer kennis over en invloed bij het voortgezet onderwijs dan het REC. Het REC (NHZ cluster 3) is voornamelijk gericht op het speciaal onderwijs. Het ware beter geweest als zowel de REC’s als de samenwerkingsverbanden verantwoordelijk gemaakt worden voor de invoering van de lgf. In Amsterdam zou dat missers als de Kernprocedure voorkomen.
2.3 Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling, gemeente Amsterdam De gemeente heeft een verantwoordelijkheid inzake het gemeentelijk achterstandenbeleid en de leerplicht. Daarnaast heeft de gemeente een verantwoordelijkheid voor de openbare orde die niet gediend is bij spijbelende leerplichtige jongeren en de uitwassen daarvan. Tevens is de gemeente het bevoegd gezag voor de openbare scholen. (openbare scholen voor voortgezet onderwijs zijn er bijna niet in Amsterdam ). Hoezeer ook voor de hand liggend dat de gemeente (Amsterdam) het onderwijs niet op zijn beloop laat en wil sturen door bijvoorbeeld het organiseren van de Kernprocedure, de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) vaart daarbij te veel blind op de veronderstelde kennis en verantwoordelijkheid van de schoolbesturen en de samenwerkingsverbanden als er iets moet worden afgesproken over de toeleiding van leerlingen naar het voortgezet onderwijs. De Kernprocedure is een convenant tussen gemeente en scholen, het is geen schriftelijke overeenkomst tussen partijen maar wordt beschreven in de jaarlijkse uitgave van de Handleiding Kernprocedure. Niemand, want allen, lijkt verantwoordelijk voor de match met de geldende regelgeving. Omdat de gemeente als grootste en wijste partij wordt gezien, wordt teveel uitgegaan van de gemeente als alleswetende partij. Die positie kan de gemeente niet waarmaken. Wij hebben de wethouder van onderwijs in Amsterdam, Ahmed Aboutaleb, op 22 juni 2004 gevraagd in een voor beroep vatbare beslissing (vbvb) te besluiten dat in de Handleiding Kernprocedure 2004/2005, die gaat over de toeleiding van scholieren voor het schooljaar 2005/2006, rekening gehouden gaat worden met lgf-leerlingen die nu in de Kernprocedure worden uitgesloten van voortgezet onderwijs. Wij denken dat de ACTB de minister en kamers der Staten Generaal zou moeten adviseren dat er meer toezicht moet komen op initiatieven zoals de Kernprocedure teneinde deze te laten aansluiten op de bestaande regelgeving.
2.4 Inspectie van het Onderwijs De taken van de Inspectie staan met ingang van 2002 beschreven in de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT). Met de invoering van deze wet zijn de eerdere bepalingen die de Inspectie opdroeg toe te zien op naleving van de wettelijke bepalingen in de onderwijswetten komen te vervallen. Ouders die voorheen met een beroep op genoemde wetsartikelen zich tot de Inspectie wendden konden nog wel op hulp van de Inspectie rekenen. Dit betrof bijvoorbeeld gevallen waar scholen weigerden een afwijzing schriftelijk te doen of scholen die het niet zo nauw namen met verwijderprocedure. Het lijkt op dit moment alsof scholen die geen beleid in schoolplan en gids hebben geformuleerd ten aanzien van lgf-leerlingen, geen strobreed in de weg wordt gelegd.
Opmerkingen van ouders Sterre ten behoeve van het advies van de ACTB
8
Conflicten tussen ouders en school over toelaten of verwijderen beschouwt de Inspectie als een aangelegenheid tussen ouders en school en de verantwoordelijkheid voor het vinden van een oplossing vindt zij ook bij die partijen liggen. Wij hebben dit alles aan den lijve ondervonden tijdens de confrontatie met de basisschool waar wij Sterre hebben aangemeld (http://www.xs4all.nl/~fploeger/sterre ). Hierdoor onstaat er, zeker voor lgf-leerlingen, een jungle. Wat kunnen ouders doen aan een schoolbestuur die een beslistermijn van 4 weken sanctieloos met vele maanden oprekt (zoals de MSA)? In de lgf-wet staat dat de ACTB er is tot 1 augustus 2005. Door het jaar uitstel van de invoering van de lgf zal er zeker draagvlak zijn daarvan 1 augustus 2006 te maken. Met de ervaringen tot nu toe ziet het er vooralsnog niet naar uit dat de gang naar het regulier onderwijs voor lgf-leerlingen in de periode na 2006 smetteloos zal verlopen. Ouders moeten voorlopig nog geruime tijd beschermd blijven tegen scholen die het met de wettelijke verplichtingen inzake de lgf allemaal niet zo nauw nemen. Daarvoor moeten de taken van de Inspectie weer worden uitgebreid of de ACTB worden gehandhaafd.
2.5 Leerplichtambtenaar De minister was onaangenaam verrast dat, bij de behandeling van de lgf in de vaste commissie voor OC en W op 19 februari 2004, er zo weinig medewerking van de leerplichtambtenaren is bij het in kaart brengen van de thuiszitsituatie: maar een kwart van de leerplichtambtenaren had gevolg gegeven aan de vraag van de minister te rapporteren over de thuiszitters in hun regio. Leerplichtambtenaren zijn verenigd in de Landelijke Vereniging voor Leerplichtambtenaren (lvla). Op de website van de lvla staan folders over de leerplicht. Hierin wordt de schuld van thuiszitsituaties vaak aan ouders gegeven die niet willen meewerken aan een plaatsing op het speciaal onderwijs. Wij hebben de toenmalige voorzitter van de lvla (de heer Veldhoen) daarop begin 2003 aangesproken. Hij deelde ons daarop mee dat die folders in het licht van de lgf wellicht enige aanpassing behoefden. Tot op heden is dat niet gebeurd en inmiddels is hij geen voorzitter meer. Wij hebben de leerplichtambtenaar in Amsterdam, in het stadsdeel waar Sterre woont, aangesproken op de thuiszitsituatie die voor Sterre dreigt. Hij voelt zich niet aangesproken en wenst ons veel succes in onze verdere pogingen Sterre op een school te krijgen. Wij denken dat bij de leerplichtambtenaren nog wel wat neuzen een kant op gedraaid moeten worden. Zij zitten op sleutelposities maar scholen hebben daarvan weinig te duchten.
2.6 Minister De minister zit in een netelige positie. Waar artikel 23 van de Grondwet het geven van onderwijs vrij laat, heeft zij als enig machtsmiddel het intrekken van de bekostiging van scholen die zich niet houden aan eisen van deugdelijkheid. Als zij de bekostiging zou
Opmerkingen van ouders Sterre ten behoeve van het advies van de ACTB
9
intrekken creëert zij daarbij voor zichzelf een probleem omdat dan leerlingen en personeel op straat komen te staan en zijzelf verantwoordelijk wordt voor het oplossen van dit probleem. Bij de lgf komen veel knelpunten naar voren. Dreigen met maatregelen kan door scholen worden gepareerd waarna de discussies verzanden in eindeloze beschouwingen over artikel 23. Toepassen van maatregelen snijdt bij de minister in het eigen vlees. De eerste kamerbrede evaluatie van de invoering van de lgf, eind 2004, begin 2005, zal veel knelpunten aan het licht brengen. Wij zijn ook wat knelpunten tegengekomen: 2.6.1 Beslistermijnen
Tijdens het lgf-uitwerkingsoverleg is er op aangedrongen om ook voor bijzondere scholen een termijn te stellen waarbinnen scholen moeten besluiten op een toelatingsverzoek. Alleen openbare scholen waren op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht gehouden aan termijnen. Deze termijn is in de uitwerkingsnotitie lgf gesteld op 6 weken maar in het wetsvoorstel gewijzigd in 3 maanden. Dit heeft geleid tot een aanpassing van artikel 63 WPO. Omdat in het voortgezet onderwijs openbaar onderwijs een uitzondering is, was hier deze termijnbegrenzing wel bijzonder van belang, maar is helaas niet opgenomen in het Inrichtingsbesluit w.v.o.. Het IVKO is zo vriendelijk geweest zich te houden aan de drie maanden die wij als redelijk hebben voorgesteld. Scholen die er belang bij hebben zich lgfleerlingen van het lijf te houden, zullen minder welwillend met zo’n voorstel omgaan. Voor het besluiten op een bezwaarschrift geldt een termijn van 4 weken. Dit stond al in het Inrichtingsbesluit w.v.o. (art 15) vóór de besluitprocedure nog eens belast werd met het verplichte advies van de ACTB. Hoewel 4 weken bij een voortvarende aanpak volgens ons nog steeds haalbaar lijkt, is het wellicht reëeler die termijn op 8 weken te stellen en tegelijkertijd een bewakingsstructuur van deze termijn in te stellen. Nu lijkt die termijn van 4 weken zo overtuigend niet haalbaar, dat besturen er vervolgens geen enkele moeite mee hebben de termijn dan maar verder op te rekken tot een half jaar.
2.6.2 Verplichte winkelnering bij het REC
Een school die een leerling met een lgf-indicatie inschrijft moet aangeven bij welke school voor speciaal onderwijs expertise wordt ingekocht. Voor Sterre zou dat dan wellicht de Tyltylschool moeten worden. Deze school heeft in het verleden uitvoerig gedocumenteerd waarom ze aan (kinderen als) Sterre geen onderwijs kan geven. Hoezeer de bekostiging van het speciaal onderwijs daardoor ook op de tocht komt te staan, het wordt door ons niet als redelijk ervaren dat een verplicht deel van Sterre’s rugzakje besteedt wordt bij een REC dat zegt het niet te kunnen. Wij hebben de Minister verzocht om ontheffing van die verplichte herbesteding. De minister verwees ons voor advies door naar de ACTB. Op 25 juni 2005 hebben wij ons voor dit advies tot de ACTB gewend.
2.6.3 Bekostiging
Het zou niet zo mogen zijn dat een leerplichtige leerling, die op grond van de lgf-wet mag kiezen voor regulier onderwijs, vanwege bekostigingsaspecten daar niet geplaatst kan worden.
Opmerkingen van ouders Sterre ten behoeve van het advies van de ACTB
10
Het Rugzakje voor een mg-geïndiceerde leerling (zoals Sterre) voor het voortgezet onderwijs lijkt op het eerste gezicht gering; tevens is niet duidelijk hoeveel aan het onderwijs uit de zorgstructuur van de school voor voortgezet onderwijs kan worden besteed., Door deze onduidelijkheden wordt het voor ouders en rechters moeilijk te beoordelen of het wel bekostigd kan worden. Hierdoor kan het risico ontstaan dat men onterecht gaat geloven dat bekostiging onmogelijk is. Ouders worden met het gebrek aan bekostiging afgebluft, rechters oordelen dat het bevoegd gezag het recht heeft het allemaal te duur te vinden (rechtszaak Zutphen, 17 nov 2003). Bij een school die het onderwijs niet zodanig inricht dat leerlingen SAMEN kunnen leren (peer tutoring, coöperatief leren) lijkt 1-op-1 begeleiding door een volwassene nodig. Waar gebruik van PGB voor zorgbegeleiding in het onderwijs steeds verder wordt beperkt, kan de minister niet blijven volhouden dat zij voor de bekostiging van (leerlingen als) Sterre geen verantwoordelijkheid heeft. Wij vinden regulier onderwijs voor Sterre zó belangrijk dat wij uiteindelijk zullen besluiten de begeleiding zelf te betalen (hetgeen onderwijsconsulent Kees Joustra zegt een verwerpelijke situatie te vinden).
HOOFDSTUK 3 Hoe verder ? Wij hebben sinds de invoering van de lgf het recht om voor Sterre een reguliere school voor voortgezet onderwijs te kiezen. Wij denken dat scholen lgf-leerlingen voornamelijk afhouden omdat ze niet willen. Omdat ‘niet-willen’ geen reden tot afwijzing is worden gekunstelde argumenten gebruikt als afwijzingsgrond. Daarbij nemen scholen vaak niet eens de moeite om zich ervan te vergewissen of hun redenen wel echt hout snijden. Wij hebben dat gemerkt toen wij in een juridische procedure verwikkeld zijn geraakt bij de aanmelding van Sterre voor een basisschool (http://www.xs4all.nl/~fploeger/sterre) en we merken het nu bij de afwijzing van het IVKO. Wij vinden speciaal onderwijs, voor Sterre wordt dat de Tyltylschool, geen optie. Sterre heeft daar vier jaar gezeten, de Tyltylschool heeft uitvoerig aangegeven het niet te kunnen. De Tyltylschool heeft ook laten merken onze wens om Sterre in het regulier onderwijs te krijgen niet te willen respecteren. Dat hebben we gemerkt toen de Tyltylschool samen met de basisschool waar Sterre symbioseonderwijs genoot een einde wist te maken aan de symbioseconstructie. Dat hebben wij gemerkt aan de lakse manier van meewerken aan het zoeken naar een school voor voortgezet onderwijs. Dat hebben we ook gemerkt tijdens het gesprek dat wij op 8 juni 2004 met het REC voerden. De Tyltylschool heeft om deze redenen niet ons vertrouwen. Maar bovendien willen we het Sterre niet aandoen om, nu zij vier jaar goed in het regulier onderwijs blijkt te functioneren, haar terug te sturen naar een gesegregeerde setting.
Opmerkingen van ouders Sterre ten behoeve van het advies van de ACTB
11
3.1 Hulp inroepen van de onderwijsconsulenten Als MSA volhardt in haar afwijzing dreigt er voor Sterre een thuiszitsituatie. Voor zulke situaties zijn de onderwijsconsulenten ingesteld. Wij zullen daarom de hulp van die onderwijsconsulenten inroepen. Wij zijn evenwel benieuwd welke middelen de onderwijsconsulenten ten dienste staan die wij ouders niet al hebben aangeboord.
3.2 Bodemprocedure Als MSA volhardt in de afwijzing zullen wij een bodemprocedure starten. Dat kost alle betrokkenen veel geld en emoties. Daarbij moet MSA aantonen dat ze echt niet in staat is tot de taken die zij als school tot haar pakket zou moeten rekenen. Voor de school moet dat een beschamende situatie worden. De energie die MSA moet gaan steken in het halen van het eigen gelijk zouden zij beter kunnen steken in het toelaten van Sterre. 3.3 Thuiszitten Als er geen school voor voortgezet onderwijs kan worden gevonden die Sterre wil toelaten, komt Sterre per 1 augustus 2005 thuis te zitten. Wij zijn bij het zoeken naar een school top-down te werk gegaan. Wij hebben eerst het REC benaderd voor hulp. Van het REC mochten wij verwachten dat zij het beste overzicht hadden van scholen die Sterre eventueel zouden willen opnemen. Dat bleek niet het geval. Daarna hebben wij het samenwerkingsverband van de 47 vo-scholen in Amsterdam beneden het IJ benaderd. Het Samenwerkingsverband heeft Sterre in het maandelijkse directeurenoverleg aan de orde gesteld. Er gingen geen vingers omhoog “Laat Sterre maar bij ons komen”, er gingen ook geen vingers omhoog “Sterre kan absoluut niet bij ons komen”. Tijdens die presentatie was bekend wie Sterre was. Wij kregen via het samenwerkingsverband van de scholen terug: “Laat die ouders Sterre eerst maar eens aanmelden!” Dat hebben we gedaan. Op dit traject terugkijkend denken wij niet dat het zin heeft om het aanmeldingstraject nu eens bij een andere school in Amsterdam te proberen. 3.4 Website Wij zullen de verwikkelingen rond de aanmelding van Sterre voor het IVKO op internet plaatsen. Net zoals wij dat voor de aanmelding van basisschool de Regenboog hebben gedaan. Wij hebben gemerkt dat de website destijds ertoe heeft geleid dat er een school opstond en zei: “Dit is gekkenwerk in een beschaafd land waar leerplichtige leerlingen worden uitgesloten van onderwijs”. De website van de aanmelding van Sterre heeft in belangrijke mate bijgedragen aan de toelating van Sterre op de @rchipel. Wij denken dat die website en de rechtszaak van invloed zijn geweest voor de moties Smits en Rabbae die om onderwijsconsulenten en een ACTB vroegen (kamerstuk 27728 nr 40 en 48). De website is bovendien een goed middel om de pers te informeren.
3.5 Pers Wij zullen alle mogelijke moeite gaan doen de aanmelding van Sterre bij zoveel mogelijk persmedia onder de aandacht te brengen. Dat hebben we eerder gedaan en Sterre is daardoor Opmerkingen van ouders Sterre ten behoeve van het advies van de ACTB
12
redelijk bekend geworden in onderwijsland. Ons rest geen andere mogelijkheid dan het mobiliseren van de publieke opinie
3.6 Tweede Kamer Wij zullen ten behoeve van de evaluatie van de invoering van de lgf rond de jaarwisseling kamerleden gaan aanspreken op wat er hier gebeurt.
HOOFDSTUK 4 Tot slot Wij vinden het belangrijk dat Sterre op de juiste plek terecht komt. Daar hebben we veel voor over. Wij denken niet dat wij daarin verschillen van de meeste andere ouders. Wij vonden een kinderdagcentrum voor verstandelijk gehandicapten voor Sterre onaanvaardbaar en hebben later gemerkt dat de Tyltylschool, die Sterre tot tweemaal toe naar een kinderdagcentrum heeft verwezen, zoekende is om de leerlingen als Sterre die ze inmiddels niet meer mag weigeren, toch af te schepen met een kinderdagcentrum in de Tyltylschool. Daarom is speciaal onderwijs voor Sterre en voor ons onbespreekbaar. Wat volgens het speciaal onderwijs onmogelijk was, is in Almere gelukt. Sterre heeft nu drie jaar op een reguliere basisschool gezeten. Volgend jaar is het laatste jaar en zit zij in groep 8. Sterre heeft er veel geleerd, niet op hetzelfde niveau als haar klasgenootjes, maar ze heeft zich er ontwikkeld. Ze heeft veel vriendjes en vriendinnetjes door school gekregen. Ze voelt zich goed in haar vel en wil iedere dag graag naar school. De school is blij met Sterre. Sterre is leerplichtig. Kinderen van 14 jaar mogen niet meer naar de basisschool. Wij vinden de inspanningen die wij moeten doen om Sterre op een reguliere school voor voortgezet onderwijs te krijgen bizar. We zijn niet door de tegenwerking verrast maar vinden het bizar. Bizar, dat er in héél Amsterdam niet één school voor voortgezet onderwijs te vinden zou zijn waar wij het recht te mogen kiezen voor een reguliere school kunnen verzilveren. Het maakt daarbij blijkbaar niet uit dat Sterre daarvoor al vier jaar op een reguliere basisschool heeft gezeten. Het maakt blijkbaar ook niets uit dat Sterre volgens de regelgeving zonder meer toelaatbaar is. Het lijkt erop alsof de scholen er zijn voor het personeel en niet voor de leerlingen.
Opmerkingen van ouders Sterre ten behoeve van het advies van de ACTB
13