8.7. Programma Openbaar vervoer Onderdeel van Programma Fysiek beleid en mobiliteit Relatie met andere programmalijnen Het project is tevens verbonden met de volgende programmalijnen: Programmalijn 2.1: Regionaal openbaar vervoer Programmalijn 2.4: Bereikbaarheid en mobiliteit Beschrijving van het project In het coalitieakkoord 2012-2015 neemt het Openbaar Vervoer (OV) een belangrijke plaats in, zowel voor wat betreft beleidsontwikkeling als voor beleidsuitvoering. Daarnaast hebben Provinciale Staten op 14 december 2012 het Initiatiefvoorstel De Limburglijnen aangenomen, waarin met betrekking tot de spooragenda duidelijke ambities zijn geformuleerd. De ambities, zoals die in het Coalitieakkoord en De Limburglijnen zijn opgenomen, worden sinds eind 2012 uitgevoerd binnen het Programma Openbaar vervoer via de Railagenda en via de aanbestedingsprocedure voor de nieuwe OV concessie 2016 - 2031 vorm en inhoud gegeven. Deze twee sporen worden gekenmerkt door een hoge mate van integraliteit en worden in onderlinge samenhang uitgewerkt. Voor de borging van de integrale aanpak van de Railagenda en de nieuwe OV concessie is het Programma OV opgezet. De uitwerking van het Programma OV wordt beschreven in het Programmaplan Railinfrastructuur, spoor- en busvervoer. Het Programmaplan is in februari 2013 door Provinciale Staten vastgesteld en nadien geactualiseerd, laatstelijk op 10 juni 2014. Vanaf medio 2014 vallen de spoorprojecten binnen het Programma OV onder de Regeling Grote Projecten. Het Programma Openbaar Vervoer bestaat uit twee hoofdonderdelen: de aanbesteding van de nieuwe OV-concessie die per december 2016 ingaat en de Railagenda. In 2014 zijn twee belangrijke projecten richting uitvoeringsfase gegaan (Maaslijn en Heerlen-Aachen). Hierdoor zal in 2015 de aandacht meer gericht worden op het verbeteren van de (overige) grensoverschrijdende spoorverbindingen. De aanbesteding van de OV-concessie 2016 In 2016 loopt de huidige concessie voor het openbaar vervoer in Limburg af. Na het verlenen van de huidige concessie is gebleken dat de periode tussen het gunnen van de concessie en de feitelijke start van de uitvoering door de concessiehouder te kort was. Om deze keer aanloopproblemen zoveel mogelijk te voorkomen wordt de nieuwe aanbestedingsprocedure in 2014 afgerond en zal een implementatiefase worden gestart. Met een geschatte contractwaarde van circa € 1,5 miljard (totale omzet) over de looptijd van 15 jaar is de nieuwe OV-concessie één van de grootste opdrachten binnen de Provincie. De projecten binnen de Railagenda De Provincie heeft een stevige ambitie bij het onderdeel spoor, die onder meer zijn neergelegd in De Limburglijnen. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt in onderwerpen die een plek dienen te krijgen binnen de nieuwe OV-concessie, en dossiers die separaat met de betrokken mede-overheden, buitenlandse partners en/of vervoerders tot ontwikkeling moeten worden gebracht. Met name deze laatste dossiers verkeren vaak nog in een verkennings- of planvoorbereidingsfase. Het betreft de ICprojecten vanuit Eindhoven naar Düsseldorf, naar Heerlen en naar Luik, spoorverdubbeling van de Maaslijn, de treinverbinding Weert-Roermond, de verbinding Weert-Hamont, de Avantislijn, de zuidelijke spooraansluiting Chemelot en de Railterminal Venlo.
De dossiers decentralisatie stoptreindiensten, Tram Vlaanderen-Maastricht, railinfrastructuur HeerlenHerzogenrath (elektrificatie), en Quick-scan maatregelen en elektrificatie Maaslijn hebben het besluitvormingsproces doorlopen, en worden nu verder voorbereid. Voor de Tram Vlaanderen - Maastricht staan in 2015 de contractering en de eerste activiteiten op het gebied van conditionering centraal. Taakstellend budget is € 66,4 mln. (prijspeil 2012). Hierin zijn de jaarlijkse beheers- en onderhoudskosten van de (rail)infrastructuur niet opgenomen. Daarover dient nog afzonderlijke besluitvorming plaats te vinden. De elektrificatie van de Maaslijn zal in 2015 aanbesteed gaan worden. Daarnaast zullen de versnellingsmaatregelen en het station Grubbenvorst-Greenport Venlo qua planvoorbereiding verder worden voorbereid. Doelstellingen Om in Limburg te komen tot een betaalbaar en kwalitatief hoogwaardig openbaar vervoer zijn in de nota “Van aanbodgericht naar vraaggericht openbaar vervoer in Limburg” drie algemene uitgangspunten vastgelegd: De reiziger staat centraal. Het openbaar vervoer is er voor de (potentiële) reiziger; Openbaar vervoer vervult een substantiële rol bij het mogelijk maken van maatschappelijke participatie; Openbaar vervoer zorgt mede voor vitaliteit, de leefbaarheid en verkeersveiligheid van steden en platteland. Het programma draagt er zorg voor dat deze hoofddoelstellingen worden gerealiseerd en landen in de projectplannen voor de projecten in de Railagenda en het project aanbesteding OV-concessie. Betrokken partners Reizigers (ROL), aangrenzende OV-autoriteiten (Noord-Brabant en Gelderland), de Limburgse gemeenten, de vertegenwoordigers van de kleine kernen in Limburg, ProRail, het Ministerie van I&M, Milieufederatie Limburg, Duitsland: NVR en AVV, VRR, Vlaanderen/Belgisch Limburg: NMBS, De Lijn, Wallonië: TEC, onderwijsorganisaties (Universiteiten, HBO-instellingen, MBO-instellingen, basisonderwijs) en bedrijfsleven (LWV, MKB-Limburg, KvK). Rol van de Provincie in het project De Provincie heeft in de verschillende projecten diverse rollen: in het project Aanbesteding OVconcessie is de primaire rol die van vervoersautoriteit. Bij de realisatie van de ambities uit de Railagenda is de provincie, initiatiefnemer, gesprekspartner, opdrachtgever, (co-)financier.
Financiële zaken Financiële planning (bedragen € x 1.000)
Reguliere middelen (w.o. subsidies)* Heerlen-Aachen Inframaatregelen zuidelijke Maaslijn* Avantislijn* Electrificatie trace Heerlen-Herzogenrath Programmakosten Railagenda
2015 500 500 250 2.000 900
Totaal reguliere middelen
4.150
2016 500 2.000 0 4.000 0
2017 500 10.000 0 7.000 0
2018 500 10.000 0 2.000 0
6.500
17.500
12.500
e
*Bovenstaand overzicht geeft een planning weer, die bij de 2 afwijkingenrapportage 2014 nog administratief moet worden verwerkt.
Naast de beschikbare middelen voor Inframaatregelen zuidelijke Maaslijn vindt in een latere fase nog besluitvorming plaats over de toekenning van € 41,2 mln. voor de elektrificatie en het station Grubbenvorst – Greenport Venlo (zie ook Besluit PS 20 juni 2014). Besluiten 24-10-2008 10-07-2009 09-07-2010 10-02-2011 21-10-2011 16-03-2012 14-12-2012 07-02-2013 15-11-2013 07-02-2014
25-04-2014 20-06-2014
Provinciale Staten tot nu toe Agenda treinverkeer in Limburg, initiatiefvoorstel (w.o. procesmiddelen Avantislijn). Agenda Treinverkeer, 2e voortgangsrapportage. Basisrapportage groot project Openbaar Vervoer. 1e voortgangsrapportage groot project Openbaar Vervoer. 2e voortgangsrapportage groot project Openbaar Vervoer. 3e voortgangsrapportage groot project Openbaar Vervoer. Initiatiefvoorstel De Limburg-lijnen aangenomen. Programmaplan Railinfrastructuur, spoor- en busvervoer vastgesteld. Nota van Uitgangspunten OV Concessie incl. wijzigingen aanvaard. Besloten tot bijdrage € 7,5 mln. elektrificatie Heerlen-Herzogenrath-grens, alsmede tot reservering € 10 mln. spoorverdubbeling Heerlen-Landgraaf en tot intentionele politieke steun voor elektrificatie Maaslijn Ontwerp van het Programma van Eisen en de ontvangen inspraakreacties besproken in Provinciale Staten Besluitvorming in latere fase over toekenning van max. € 41,2 mln. voor e Elektrificatie Maaslijn en station Grubbenvorst-Greenport Venlo (2 tranche structuurversterkende projecten)
Mijlpalen project 2015 e.v. Definitieve gunning OV-concessie (start concessieperiode: 2016) Maaslijn: wat betreft versnellingsmaatregelen: o overgang van verkenning naar planvorming. o wat betreft elektrificatie: o variantenstudie elektrificatie ProRail o Plan van Aanpak elektrificatie ProRail
Heerlen-Herzogenrath: Variantenstudie elektrificatie Landgraaf-Herzogenrath. Weert-Hamont: Go-No go besluit richting planvorming na afronding verkenningsfase. Weert-Roermond: Go-No go besluit richting planvorming na afronding verkenningsfase. Eindhoven-Venlo-Düsseldorf: Planvorming, Besluitvorming. Go-no go besluit realisatie Avantislijn (na afspraken over de IC-verbinding Eindhoven-HeerlenAachen (Köln) Start aanbesteding (rail)infrastructuur Tram Vlaanderen Maastricht Gunning (rail)infrastructuur Afsluiten diverse overeenkomsten Tram Vlaanderen Maastricht
Resultaten programmalijn 2.4 Bereikbaarheid en mobiliteit Voorbereiding nieuwe OV concessie 2016 – 2031: In 2015 wordt een beheer- en managementplan voor de nieuwe OV-concessie opgesteld. Er wordt overeenstemming bereikt met de samenwerkende gemeenten over de aansluiting van het doelgroepenvervoer op de OV-concessie. Voortzetten van haalbaarheidsonderzoeken en verkenningen ter realisering van de ambities ten aanzien van de verbetering van de grensoverschrijdende spoorverbindingen: Weert-Hamont; Maastricht-Liège; Eindhoven-Heerlen-Aachen (Köln); Eindhoven-Venlo-Düsseldorf Op diverse projecten uit de Railagenda (als onderdeel van het programma Openbaar Vervoer) wordt door de provincie regie gevoerd vanuit haar rol als opdrachtgever of co-financier. Waar relevant worden noodzakelijke besluiten voorbereid: o Tram Vlaanderen – Maastricht: Opstellen en uitvoeren implementatieplan Wet o Lokaal Spoor Opstellen en uitvoeren plan van aanpak o Statuswijziging Opstellen technisch ontwerp incl. o onderzoeken Opstellen contractdocumenten ten behoeve o van realisatie railinfrastructuur Start aanbestedingsprocedure o railinfrastructuur Overeenstemming met partners / partijen met betrekking tot overeenkomsten Maaslijn, versnellingsmaatregelen: planuitwerking en contractering ProRail, planuitwerking station Greenport Venlo, Maaslijn, elektrificatie: planuitwerking elektrificatie. Heerlen-Herzogenrath: infrastructurele maatregelen: eerste civieltechnische uitvoeringsmaatregelen, voorbereiding contractering elektrificatie. Station Maastricht-Noord: planstudie uitbreiding station naar het traject Sittard-Maastricht. Railterminal Greenport Venlo: start planuitwerkingsfase. Zuidaansluiting Chemelot: afronding alternatievenstudie en start planuitwerkingsfase.
Beschrijving van de aan het project verbonden majeure risico’s en de beheersing ervan Onderstaande tabel geeft de belangrijkste risico’s weer op programma-niveau. Ook zijn er enkele risico’s benoemd m.b.t. de belangrijkste projecten, welke investeringen vragen op relatief korte termijn. Onderscheid moet worden gemaakt tussen risico’s m.b.t. investeringen (aanleg) en exploitatie- en beheer van projecten. In de laatste categorie zijn ook vaak afspraken met partners (gemeenten, buitenlandse overheden, marktpartijen) van belang. De exploitatie en beheer strekt zich ook vaak uit over langere perioden, zoals concessieduur of soms zelfs levensduur van een object (bijvoorbeeld spoorlijn).
Voor wat betreft de beheersing van de financiële risico’s is voorzien dat deze telkens door de faseaanpak per project worden beoordeeld en er steeds beslissingen worden genomen nadat bestuurlijk voldoende inzichtelijk is welke onzekerheden er spelen m.b.t. projectvoortgang.
Risico identificatie
Beheersmaatrel
Onnauwkeurigheidsmarge kostenramingen (investerings) projecten hierdoor bestaat het risico dat de werkelijke kosten tegenvallen en het budget vroeg onder druk komt te staan.
Per projectfase ramingen nauwkeuriger opstellen (methodiek "sneller en beter"beslisspoor MIRT); herijken businesscases per faseovergang.
BTW-compensatie; Het risico is dat minder BTW kan worden teruggevorderd hetgeen kostenverhogend werkt voor de Provincie.
Onomkeerbare investeringsbeslissingen in kaart brengen en kostenramingen van voldoende kwaliteit en een geaccep-teerde marge hieraan ten grondslag leggen voor besluiten in GS
Periodieke (1x 6 weken) voortgangsbesprekingen, incl. rapportage dashboard met projectmanagers over beheersing individuele (project)risico’s
Vooraf afspraken maken met de belastingdienst (ruling).
Fiscale toetsen en – analyse centraliseren op programma niveau: Programmamanager en – controller leggen fiscale situatie voor aan experts.
Betrekken fiscaal experts v.d. provincie bij complexe btwvraagstukken. Over de Zuidelijke Spooraansluiting en Tram Vlaanderen–Maastricht zijn afspraken gemaakt met de belastingdienst.
In afspraken met (buitenlandse) partners zijn aspecten als cofinanciering, prijsindexering en kasritmes soms niet expliciet genoeg, waardoor onduidelijkheid kan bestaan over interpretatie, met mogelijke negatieve gevolgen voor de Provincie.
Stand van zaken uitvoering beheersmaatregel Rapportages: programmaplan in PS in september ’14 vervangen voor rapportage conform format VGR (rapportage Grote Projecten) aan PS.
Het vastleggen van afspraken in overeenkomsten.
Tijdig overleg met belastingdienst zodat kan worden bijgestuurd in specifieke afspraken m.b.t. investeringen en financiering bijv. door partners (gemeenten, buitenlandse overheden) Overeenkomsten laten toetsen door controller, financiën en juristen binnen provincie
Bij TVM en Avantislijn: Onduidelijkheid over kosten beheer en instandhouding van voltooide lijn.
Voorstel (verdeelsleutel) doen aan beheer/exploitatie partners nadat per project de beheerkosten bekend zijn.
Dit voorstel moet voor definitieve investeringsbeslissing tot een akkoord leiden
Maaslijn elektrificatie: provincie is hoofdopdrachtgever/penvoerder. Dit brengt risico met zich, dat provincie méér dan evenredig wordt aangesproken. Maaslijn elektrificatie: risico dat aanbiedende partijen (in concessietraject OV) onvoldoende oplossing bieden c.q. onvoldoende kunnen overtuigen dat zij voorbereid zijn voor overstap op elektrisch rijden gedurende concessieperiode. Negatieve ontwikkeling (afbouw, schrappen indexering en/of volledig schrappen) Brede Doeluitkering leidt tot dekkingstekort c.q. gat in financiering programma OV
Harde afspraken maken met overige partijen (bijv. provincies N-Brabant en Gelderland) v.w.b. ieders verantwoordelijkheden
Risico is nog niet afgedicht; besprekingen zijn gaande.
Expliciet maken in informatievoorziening dat inframaatregelen voor elektrificatie nog niet gereed zijn bij aanvang concessie
Aanbiedingen OV-partijen scherp toetsen op afdoende (anticiperende) maatregelen t.b.v. tijdige beschikbaarheid materieel en inzet materieel t.b.v. vlotte overgang wanneer elektrificatie gereed
Investeringsbeslissingen zodanig plannen dat er – zoveel als mogelijk – zekerheid is over de beschikbaarheid BDUgelden.
Periodiek in VGR-rapportage stand van zaken opnemen m.b.t. dekking en dekkingsrisico’s
M.b.t. exploitatie- en beheerkosten rekening houden met wegvallen van (deel) BDUgelden op termijn; alternatieve dekkingsbronnen zoeken.