~atwijl{
Voorstel
Zaaknummer
: 200'$-21/63
: Openbaar
Datum
: 1 december
Afdeling
: Ruimtelijke Ontwikkeling
Paraaf
Raad:
: Ja
Medewerk(st)er
: Voormolen,
medewerk(st)er:
OR:
: Nee
Telefoonnummer
: 071 - 406 5170
Communicatie:
: Nee
Portefeuillehouder
: Vingerling, J.J.
Bijlage(n)
: 1:
Aan
: Burgemeester
Status
en Wethouders
B.
Notitie archeologische
2008
monumentenzorg
Onderwerp:
Archeologische
monumentenzorg
binnen de gemeente Katwijk, nu en in de toekomst.
Samenvatting:
Vanwege de vele ruimtelijke ontwikkelingen nu en in de nabije toekomst zal de komende jaren het archeologisch onderzoek alleen maar toenemen. Zeer waarschijnlijk zal dit onderzoek veel bijzondere en waardevolle archeologische informatie op gaan leveren. Het is van belang dat de gemeente goed is voorbereid en uitgerust voor een goed beheer van deze informatie. Beheer zowel in de vorm van wetenschappelijke synthese als in de vorm van publiciteit en marketing. De archeologie op het grondgebied van Katwijk is namelijk bijzonder genoeg om het in te zetten ter promotie van de gemeente en zo in het voetspoor te treden van grote Limes gemeenten zoals Utrecht en Nijmegen. Voorstellen voor een verdieping van het archeologiebeleid moeten daar aan bijdragen. Gevraagde beslissing:
- Instemmen met het voortaan aan het College van B&W ter besluitvorming voorleggen van archeologische selectiebesluiten voor grootschalig verkennend archeologisch onderzoek doormiddel van proefsleuven, definitieve archeologische opgravingen en in-situ behoud van vindplaatsen. - Het laten onderzoeken van de mogelijkheid tot de oprichting van een gemeentelijk archeologiefonds. - Een aanvang laten maken met de ontwikkeling van een gemeentelijke onderzoeksagenda archeologie. - Instemmen met het initiatief tot het doen van een subsidie aanvraag voor een kortlopend project in het kader van het Odyssee project van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. - Instemmen met het verkennen van eventuele samenwerkingsverbanden met meerdere buurgemeenten op basis van het archeologisch bevoegd gezag van Katwijk om daar in de loop van 2009 een advie~'aan het College en de Raad over uit te brengen. - De bij dit voorstel behorende
181 Intern
advies
Circuleren
B&W
Akkoord: Bespreken
[8l
VEI, RO Secr.
Burg.
~ 8&W-
vercadenne
notitie en deze besluiten ter kennisgeving
;I
Weth. I
0 !
weth!l
~
Weth. 111 IJ
Weth. IV
'j
Overeenkomstq het voorstel besloten 2008
aan de gemeenteraad.
Provincie Zuid- Holland
Extern advies
Besluit:
1 december
aanbieden
Datum
besluit B&WjBurgemeester
09
n~r..2008
Nr.
1":>
Zaaknummer Onderwerp
: 2.00'b-'2-7,6S : Archeologische monumentenzorg binnen de gemeente Katwijk, nu en in de toekomst.
~atwijl{
Inleiding Het archeologisch potentieel binnen de gemeentegrenzen van Katwijk is niet alleen enorm, maar ook van grote wetenschappelijke betekenis. Vanwege de vele ruimtelijke ontwikkelingen nu en in de nabije toekomst zal de komende jaren het archeologisch onderzoek alleen maar toenemen. Zeer waarschijnlijk zal dit onderzoek veel bijzondere en waardevolle archeologische informatie op gaan leveren. Het is van belang dat de gemeente goed is voorbereid en uitgerust voor een goed beheer van deze informatie. Beheer zowel in de vorm van wetenschappelijke synthese als in de vorm van publiciteit en marketing. De archeologie op het grondgebied van Katwijk is namelijk bijzonder genoeg om het in te zetten ter promotie van de gemeente en zo in het voetspoor te treden van grote Limes gemeenten zoals Utrecht en Nijmegen. Beoogd resultaat Het onderzoeken van de mogelijkheid tot het oprichten van een archeologiefonds verschaft inzicht over de mogelijkheden die er zijn om eventuele toekomstige schadevergoedingen of excessieve opgravingskosten op te vangen. Het verkennen van eventuele gemeentelijke samenwerkingsverbanden op het gebied van de archeologie is wenselijk. Een toekomstig regionaal samenwerkingsverband op het gebied van de archeologie zal tot een vooraanstaande positie van de gemeente Katwijk leiden en tot een betere garantie van de voortgang van het archeologisch werkproces en vergunningverlening bij ziekte of afwezigheid. In vervolg op het aannemen van archeologisch beleid en de implementatie daarvan binnen de ruimtelijke ontwikkeling en vergunningverlening is een beleidsverdieping wenselijk. Om de toename van archeologisch onderzoek beheersbaar te kunnen houden en om toekomstig onderzoek van een wetenschappelijk kader te voorzien is de ontwikkeling van een archeologische onderzoeksagenda ten behoeve van selectiebesluiten noodzakelijk. Een goede aanzet tot het ontwikkelen van een onderzoeksagenda zou zijn een subsidie aanvraag in het kader van het Odyssee Project van NWO. Dit project zou zich in 2009-2010 moeten richten op de Limes archeologiebinnen de gemeente Katwijk. Vanuit dit project kan tevens een kader worden ontwikkeld voor de vele archeologische selectiebesluiten die de komende jaren te verwachten zijn binnen de ontwikkeling van het plangebied 'Nieuw Valkenburg'. Dit sluit tevens mooi aan op het door de provincie Zuid-Holland uitgeroepen jaar van de Limes 2009 'Leve de Limes' in het kader waarvan de gemeente Katwijk activiteiten zal organiseren om zich nadrukkelijk te manifesteren als Limes gemeente.
Argumenten Vanwege de vele ruimtelijke ontwikkelingen nu en in de nabije toekomst zal de komende jaren het archeologisch onderzoek alleen maar toenemen. Om dit beheersbaar te houden is een archeologische onderzoeksagenda nodig. Een onderzoeksagenda verschaft de wetenchappelijke kaders op basis waarvan selectie besluiten weloverwogen kunnen worden genomen. De onderzoeksagenda geeft aan welke archeologie de gemeente Katwijk prioriteit geeft en waarom. Met name binnen grote plangebieden, zoals' Nieuw Valkenburg', is het onmogelijk alle archeologische vindplaatsen te beschermen en/of op te graven. Een onderzoeksagenda verschaft houvast bij de afwegingen welke vindplaatsen daadwerkelijk te behouden en welke "op te geven". Door de onderzoeksagenda steeds aan te vullen wordt de opgedane archeologische kennis bovendien gestructureerd. Een toekomstig gemeentelijk samenwerkingsverband op het gebied van de archeologie kan grote voordelen betekenen. Een eventueel toekomstig regionaal samenwerkingsverband zal tot een vooraanstaande positie van de gemeente Katwijk leiden indien zij de positie van bevoegd gezag blijft behouden. Door gebruik te kunnen maken van
1 december 2008
~atwijl{ beleidsmedewerkers
van, of gefinancierd
dOOT,
de aangesloten
gemeenten
is er tevens een betere garantie van de
voortgang van het archeologisch werkproces, ook bij ziekte of afwezigheid van de zittende beleidsmedewerker. Er is momenteel veel landelijke aandacht voor de Romeinse Limes archeologie. Het grondgebied van de gemeente Katwijk bezit een enorm potentieel
aan Limes archeologie
en kan zich daarmee meten met grote gemeenten
als
Utrecht en Nijmegen. De Provincie Zuid-Holland heeft 2009 uitgeroepen als Limesjaar. De gemeente Katwijk is al bezig met de organisatie van diverse puhlieksactiviteiten. De Limes aandacht en de plannen rond Valkenburg met betrekking tot de ontwikkeling van 'Nieuw Valkenburg' maken dat de Limes archeologie ook de komende jaren hoog op de agenda zal staan. Hoewel bevoegd gezag zal de gemeente Katwijk gezien de wetenschappelijk politieke belangen daarbij in overleg moeten treden met andere belanghebbende partijen binnen de archeologische monumentenzorg. Met behulp van een Odyssee subsidie van NWO kan een begin worden gemaakt met de formatie van een denktank omtrent de Limes archeologie
rond
Valkenburg en binnen de rest van de gemeente Katwijk. De gemeente Katwijk kan zich zo profileren als zowel initiatiefnemer als belangenbehartiger. Ze kan zich daarmee uitermate profileren, zowel regionaal als landelijk, als vooraanstaande
en aantrekkelijke
Limes gemeente.
Kanttekeningen Niet van toepassing.
Middelen Voorlopig zijn wat betreft de voorstellen
alleen met betrekking tot de organisatie van de Limesjaar 2009 activiteiten
en de Odyssee subsidie extra middelen nodig. Een projectplan en begroting met betrekking tot de activiteiten in het kader van het provinciale Limesjaar zullen later apart aan het college worden aangeboden ter besluitvorming.
2009
Met betrekking tot het voorzitterschap van het aan te vragen Odyssee project is een gemeentelijke bijdrage in het kader van matching een voorwaarde.
gemeentelijke bijdrage van €
Voor het voorgestelde
kortlopend
Odyssee project van een jaar gaat het om een
12.500,- .
Een deel van deze bijdrage zal komen uit de salariskosten
voor dat percentage
van de werktijd van de
Beleidsmedewerker Archeologie dat direct aan de uitvoering van het project wordt besteed. De rest van deze bijdrage zal komen uit het voor Archeologie beschikbare jaarbudget onder de post 'Externe Advisering'.
Uitvoering De verschillende
voorstellen
zullen indien aangenomen
resultaten zullen op verschillende
momenten
worden aan het College van Burgemeester
in 2009 ten uitvoer worden gebracht. De uitkomsten
gedurende
en Wethouders
2009 ter informatie
en eventueel
en besluitvorming
de Gemeenteraad.
BijIage(n) Interne Notitie: Archeologische
monumentenzorg
gemeente Katwijk, nu en in de toekomst.
en
nader gepresenteerd
Gemeente Katwijk Koningin Julianalaan 3, 2224 'fW Katwijk
~atwijk
Interne notitie
Aan College van Burgemeester en Wethouders Van Boudewijn Voormolen Kopie aan Betreft
De Archeologische Monumentenzorg binnen de gemeente Katwijk, nu en in de toekomst.
Katwijk, 1 decemher
2008
De Archeologische Monumentenzorg binnen de gemeente Katwijk, nu en in de
toekomst. Op 20 december 2007 heeft de gemeenteraad van Katwijk de Beleidsnota Archeologie 'Nieuwe Aandacht voor Oude Zaken' aangenomen. Doormiddel van de implementatie van dit beleid wordt er voortaan binnen de ruimtelijke ontwikkeling binnen de gemeente Katwijk rekening gehouden met archeologische waarden en verwachtingen. Hiermee voldoet de gemeente Katwijk aan de Wet op de Archeologische Monumentenzorg die sinds 1 september 2007 van kracht is geworden. Voor de verschillende inhoudelijke aspecten ten aanzien van het aangenomen archeologiebeleid kan hier volstaan worden met een verwijzing naar de nota zelf. In deze notitie worden een aantal adviezen gegeven ten aanzien van toekomstige beleidsontwikkelingen en een verdiepingslag op het gebied van de archeologische monumentenzorg. Het archeologisch potentieel op het grondgebied van de gemeente Katwijk is niet alleen enorm, maar ook van grote wetenschappelijke betekenis. Vanwege de vele ruimtelijke ontwikkelingen nu en in de nabije toekomst zal de komende jaren het archeologisch onderzoek alleen maar toenemen. Zeer waarschijnlijk zal dit onderzoek veel bijzondere en waardevolle archeologische informatie op gaan leveren. Het is van belang dat de gemeente goed is voorbereid en uitgerust voor een goed beheer van deze informatie. Beheer zowel in de vorm van wetenschappelijke synthese als in de vorm van publiciteit en marketing. De archeologie op het grondgebied van Katwijk is namelijk bijzonder genoeg om het in te zetten ter promotie van de gemeente en zo in het voetspoor te treden van andere grote Limes gemeenten zoals Leiden, Utrecht en Nijmegen. Aanpassingen
op het voorgenomen
beleid en adviezen voor toekomstig beleid.
De voorgenomen beleidskoers op het gebied van de archeologische monumentenzorg staat beschreven in de Beleidsnota Archeologie 'Nieuwe Aandacht voor Oude Zaken' gemeente Katwijk. Een aantal van deze voornemens staan direct in relatie tot het wettelijk en procedureel implementeren van de Archeologische Monumentenzorg. De stand van zaken is dat de beleidsnota door de gemeenteraad is aangenomen en overlegstructuren met belangenorganisaties inmiddels goed vorm krijgen. De archeologie speelt inmiddels een concrete rol binnen de ruimtelijke ontwikkeling (zie Bijlage 1) en ook de eerste publieksactiviteiten hebben inmiddels plaatsgevonden (de publieksfolder en lezingen over de Zanderij in oktober 2008).
[email protected]
071 - 4065065 I Bank Nederlandse Gemeenten 285120271
2/13
Een aantal aspecten ten aanzien van de gemeentelijke bevoegdheid over de archeologie moeten echter nog worden uitgewerkt en een aantal verdiepingsslagen op het gebied van de implementatie van het archeologisch beleid moeten worden overwogen. Deze worden hier puntsgewijs uiteengezet. Archeologische Se/ectiebesluiten door het bevoegd gezag. Op verschillende momenten binnen de AMZ-cyc1us moet de bevoegde overheid over gaan tot het nemen van een beslissing over de archeologie. Dit kan een beslissing tot uitvoeren van verkennend vervolgonderzoek zijn of de beoordeling van een rapportage, maar ook een beslissing ten aanzien van een keuze om op te graven of juist te beschermen. Met name de beslissing, een selectiebesluit, om een archeologische vindplaats op te graven heeft voor de verstoorder (een ontwikkelaar, burger of de gemeente zelf) soms vergaande financiële consequenties. Zowel het bepalen van een archeologische onderzoeksplicht als het adviseren en bewaken van aanvullend verkennend en waarderend archeologisch onderzoek zijn de taak van de Beleidsmedewerker Archeologie en zijn beslissingen die worden genomen onder het mandaat van het afdelingshoofd. Het advies is om de archeologische selectiebesluiten die grootschalig waarderend archeologisch onderzoek doormiddel van proefsleuven en definitieve archeologische opgravingen tot gevolg hebben voortaan voor te leggen aan het daadwerkelijke bevoegd gezag, het College van B&W. Paraplubestemmingsplan
Archeologie en een gemeentelijk archeologiefonds.
Sinds begin dit jaar is een zogenaamde Facet-of Paraplubestemmingsplan Archeologie in voorbereiding. Met behulp van een dergelijk bestemmingsplan kunnen alle binnen de gemeente Katwijk geldende bestemmingsplannen zonder archeologische paragraaf toch worden voorzien van archeologisch voorschriften, dit in afwachting van herziening. In de vergadering van de Raadscommissie Welzijn van 19 mei 2008 is al een Startnotitie Paraplubestemmingsplan Archeologie Gemeente Katwijk aangenomen. In het kader van de nieuwe WRO zullen de komende vijf jaar doormiddel van een inhaalslag oude bestemmingsplannen worden herzien en daardoor worden voorzien van archeologische inventarisaties en voorschriften. Het paraplubestemmingsplan is ter overbrugging van deze periode tot de herziening. Ter aanvulling hierop moet ook worden bekeken op welke wijze een schadevergoeding of subsidieregeling vorm te geven is met betrekking tot exceptionele archeologische onderzoekskosten en draagkracht bij onderzoeksverplichtingen. De Rijksregeling Tegemoetkoming Excessieve Opgravingskosten is nog maar beperkt aanspreekbaar en wordt in 2009 waarschijnlijk zelfs afgeschaft. Gemeenten kunnen daardoor in de toekomst niet langer bij het Rijk aankloppen voor een tegemoetkoming in de opgravingskosten. Het zou goed zijn om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om een gemeentelijk archeologiefonds op te richten om eventuele schadevergoedingen en excessieve opgravingskosten in de toekomst uit te kunnen vergoeden. Het is verstandig om de komende jaren de mogelijkheden voor een archeologiefonds en een schadevergoedingsregeling te verkennen. Een eigen Archeologische Onderzoeksagenda, een Odyssee (NWO) subsidie.
een selectiebeleid en een aanzet met behulp van
De gemeente Katwijk heeft een enorm archeologisch potentieel op haar grondgebied. Dit is een rijkdom die Katwijk in kan, eigenlijk moet, zetten ter promotie van de gemeente maar tegelijkertijd ook een belasting vanwege de vele onderzoeksverplichtingen en plankosten voor zowel de gemeente als ontwikkelaars maar natuurlijk ook voor de burger. Dit vraagt om een kritische omgang met aanwezige archeologische verwachtingen en de selectie van te behouden vindplaatsen (ondergronds en bovengronds). Er zal daartoe een wetenschappelijk kader moeten worden opgezet op basis waarvan afwegingen en selectiebesluiten kunnen worden gemaakt. Een Gemeentelijke Onderzoeksagenda Archeologie kan zo'n kader bieden.
3/13
Een onderzoeksagenda bevat de stand van archeologische kennis binnen de gemeente, de kennislacunes die bestaan en onderzoeksvraagstellingen op basis waarvan besluitvorming zich kan richten. Een gemeentelijke onderzoeksagenda zal op bepaalde aspecten aan moeten sluiten op de landelijke- en provinciale archeologische onderzoeksagenda's. Bij de opstelling van een agenda moeten adviezen van archeologische perioden- en regio experts worden meegenomen en moeten lokale en regionale archeologische belangenorganisaties de mogelijkheid hebben om hun bijdrage te leveren. Alleen al de ontwikkeling van "Nieuw Valkenburg" op en rond het voormalig marine vliegkamp Valkenburg maken de beschikbaarheid van een archeologisch onderzoeksagenda eigenlijk al noodzakelijk. De aanwezige, veelal Romeinse Limes, archeologie in en rond de dorpskern van Valkenburg omvat een belangrijk deel van de archeologische kennis die de basis zal vormen van een gemeentelijke onderzoeksagenda. De Limes archeologie loopt als een rode draad door de gemeente Katwijk, van Valkenburg via de Zanderij, Cleyn Duin en de uitwatering tot aan de veronderstelde Brittenburg. Een groot deel van de binnen de gemeentegrenzen opgegraven Limes archeologie is maar beperkt onderzocht en wetenschappelijk nog niet ontsloten. Het merendeel van de opgravingsdocumentatie en vondsten zijn verspreid over verschillende instituten in het land en slechts analoog beschikbaar. Ten behoeve van de uitwerking van achterstallig archeologisch onderzoek gedaan voor de implementatie van Malta heeft de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) een subsidiebudget vrij gemaakt onder de naam Odyssee Project. Zo kan een subsidie aanvraag van C 50.000,- worden gedaan voor kortlopende projecten van een jaar die de aanvrager moet aanvullen met een eigen bijdrage van € 12.500,- . Het voorstel is om in het kader van het Odyssee Project van NWO een subsidie aanvraag voor een kortlopend project in 2009-2010 te doen. Dit project moet zich dan richten op het inventariseren van bestaande opgravingsdocumentatie van Limes archeologie binnen de gemeente Katwijk en het digitaliseren, dus ontsluiten, daarvan. Dit verschaft een overzicht en bundeling van gedocumenteerde Limes archeologie dat tegelijkertijd als de basis voor de te ontwikkelen gemeentelijke onderzoeksagenda kan dienen. Voor het plangebied Nieuw-Valkenburg verschaft dit een referentiekader op basis waarvan aan te treffen vindplaatsen beter kunnen worden gewaardeerd en selectiebesluiten in het kader van de besluitvorming binnen de ruimtelijke ordening beter kunnen worden genomen (tevens een voorwaarde voor honorering van de Odyssee subsidie aanvragen). Het project en de aanvraag zal in samenwerking met een wetenschappelijk instituut worden uitgevoerd. De gemeente Katwijk zal fungeren als hoofdaanvrager en voorzitter. Hiermee kan de gemeente Katwijk zich binnen de regio goed profileren als een gemeente die niet alleen haar archeologisch erfgoed omarmt in het kader van wetgeving maar ook de stap durft te zetten naar wetenschappelijke verdieping en beheer. Een Odyssee aanvraag sluit goed aan op het provinciale Limesjaar 2009 'Leve de Limes!'. Een intern projectgroepje is momenteel bezig deelname van de gemeente Katwijk aan dit themajaar voor te bereiden. De gedachten gaan uit naar een klein symposium, publieksactiviteiten in de wijk en op straat en de plaatsing van informatiepanelen op Limes locaties binnen de gemeente. De Provincie Zuid-Holland heeft aangegeven subsidiemogelijkheden voor bepaalde activiteiten beschikbaar te hebben. Een projectvoorstel zal nog op een later tijdstip aan het college worden aangeboden. Regionale archeologie, gemeentelijke samenwerkingsverbanden bevoegd gezag.
op basis van
1 archeologisch
Zowel het rijk als de provincie stimuleren momenteel de gemeentelijke overheden om regionale samenwerkingsverbanden op het gebied van de archeologie in overweging te nemen. Het is mogelijk om op basis van een zogenaamde 'kleine gemeenschappelijke regeling' of wellicht een andere vorm van samenwerkingscontract een samenwerking met buurgemeenten aan te gaan op basis van 1gemeente met een archeologisch bevoegd gezag of/ en een archeologische opgravingsvergunning. De regio van de Rijnmonding zou een geschikte regio zijn om een dergelijke verband op te starten. Andere gemeenten zoals Noordwijk en Oegstgeest bezitten een archeologisch potentieel vergelijkbaar van aard en ook wat betreft de geologische context vergelijkbaar met Katwijk. Een samenvoeging van archeologische
4/13
informatie uit deze gemeenten kan leiden tot belangrijke inzichten over de vroegste bewoning van de Rijnmonding en het West-Nederlandse kustgebied. Een gemeentelijke onderzoeksagenda zou zich hier ook op kunnen richten. Noordwijk en Oegstgeest hebben geen eigen archeologische expertise in huis en wat betreft beleid staan deze nog aan het begin. De Provincie ZH is voor deze gemeenten daarom feitelijk nog het archeologisch bevoegd gezag. Om toch zelf te kunnen bepalen hoe om te gaan met de archeologie en de archeologische procedures beter in de hand te kunnen houden zouden deze gemeenten gebruik kunnen maken van een gemeente met archeologisch bevoegd gezag, zoals Katwijk. Als de belangrijke eindhalte van de Romeinse Limes in Nederland en haar archeologisch potentieel zou de gemeente Katwijk de aangewezen gemeente zijn om de rol van een archeologisch gezag op zich te nemen. Verder kan overwogen worden om op termijn binnen een samenwerkingverband ook een gemeente met een eigen archeologische dienst op te nemen, zoals bijvoorbeeld Leiden, zodat door alle aangesloten gemeenten van deze dienst gebruik kan worden gemaakt.
In het geval Katwijk bevoegd gezag voor meerdere gemeenten zou worden neemt de werkdruk met betrekking tot de archeologie wel aanzienlijk toe. Een belangrijk aspect van een eventueel samenwerkingsverband zou daarom moeten zijn dat de aansluitende gemeenten gezamenlijk zorg dragen voor de financiering van een extra beleidsarcheoloog of projectarcheoloog(en). Ziekte of afwezigheid van een beleidsmedewerker archeologie heeft dan geen gevolgen voor de voortgang van werkprocessen. Politiek gezien kan Katwijk zich uiteraard mooi profileren met de status van regionale archeologische bevoegdheid. Het advies is daarom om de mogelijkheden voor een regionaal archeologisch verband op basis van het bevoegd gezag van Katwijk in 2009 te gaan verkennen. Archeologie en publiek, voorlichting en publieksboeken. De ontsluiting van archeologische kennis naar het publiek, de inwoners van de gemeente Katwijk en daar buiten, heeft een dubbele functie: De archeologie is te benutten ter promotie van de gemeente als eenheid, het verbinden van de verschillende dorpskernen op basis van een gemeenschappelijke identiteit en afkomst, en het draagt tevens bij aan draagvlakvergroting voor de middelen die de archeologie vergt. In het kader van archeologisch onderzoek, opgravingen, moet daarom regelmatig gebruik worden gemaakt van communicatie zoals de uitgave en verspreiding van persberichten en folders. De gemeentelijke website die op termijn wordt uitgerust met een cultuurhistorische publiekskaart kan hier ook een grote bijdrage aan leveren. Opgravingsprojecten worden afgesloten met een eindrapport. Het mooiste zou zijn als van deze wetenschappelijke eindrapporten ook een toegankelijke publieksversie kan verschijnen om zo ook de inwoners te laten meedelen in opgedane kennis. Zo zou bijvoorbeeld het onderzoeksrapport over de 'Zanderij opgravingen 1996-2005' uitgegeven kunnen worden in een eerste publieksboek archeologie voor de gemeente Katwijk. De gemeente Katwijk heeft zich aangesloten bij het Convent van Gemeentelijke Archeologen (CGA). De leden van dit convent houden elkaar op de hoogte door middel van het rondzenden van publieksboeken en jaarverslagen over archeologisch onderzoek. Eenjaarverslag over gedurende het jaar uitgevoerde archeologisch onderzoek binnen de gemeente Katwijk zou ook niet misstaan, hier kan Katwijk zich namelijk ook binnen de gemeentelijke archeologiewereld profileren als een gemeente van archeologische importantie. Er is inmiddels overleg opgestart met de Katwijkse Citymarketeer om te kijken hoe de archeologie voor de gemeente Katwijk beter benut kan worden en welke vorm van organisatie hier geschikt en nodig voor is.
5/13
Besluiten 1.
Instemmen met het voortaan aan het College van B&W ter besluitvorming voorleggen van archeologische selectiebesluiten voor grootschalig verkennend archeologisch onderzoek doormiddel van proefsleuven, definitieve archeologische opgravingen en in-situ behoud van vindplaatsen.
2.
Het laten onderzoeken van de mogelijkheid tot de oprichting van een gemeentelijk archeologiefonds.
3.
In 2009 een aanvang laten maken met de ontwikkeling van een gemeentelijke onderzoeksagenda archeologie.
4·
Instemmen met het initiatief tot het doen van een subsidie aanvraag voor een kortlopend project in het kader van het Odyssee project van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (voor 13 januari 2009). En, het beschikbaar stellen van een eigen bijdrage van C 12.500,- indien de subsidie aanvraag door NWO gehonoreerd wordt (bekendmaking in maart
,
I I I I I I I
2009)·
5·
Instemmen met het verkennen van eventuele samenwerkingsverbanden met buurgemeenten op basis van het archeologisch bevoegd gezag van Katwijk om daar in de loop van 2009 een advies aan het College van B&W en de Raad over uit te brengen.
6.
Deze notitie en besluiten ter kennisgeving aanbieden aan de gemeenteraad.
6/13
Bijlage 1: De AMZ, betrokken afdelingen, werkzaamheden
en de ambtelijke taakverdeling.
Met betrekking tot de praktische uitwerking en uitvoering van de archeologische monumentenzorg binnen de ambtelijke organisatie moeten concrete afspraken over taakverdeling, procescontrole en handhaving worden gemaakt. In deze bijlage is uiteengezet hoe momenteel de Archeologische Monumentenzorg zijn plaats heeft gekregen binnen de ruimtelijke ontwikkeling en vergunningverlening. Tevens wordt een voorstel gedaan om tot een nog betere stroomlijning van het werkproces te komen. Ter handhaving van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (dit is eigenlijk een wijzigingswet, officieel is het de 'Monumentenwet 1988') bestaat in Nederland een zogenaamde Archeologische Monumentenzorg-cyclus (AMZ-cyclus). Deze cyclus behelst het gehele proces van archeologisch bureauonderzoek in het begin van het planvonningstraject tot aan archeologisch waarderend onderzoek, opgravingen of juist beschermende maatregelen aan het eind van het traject. Bijlage 2 laat in een schema zien welke stappen en beslismomenten er binnen de AMZ-cyclus moeten worden doorlopen. Deze cyclus bestaat uit een aantal evaluaties, beoordelingen en selectiebesluiten. Vanwege de noodzakelijke vakkennis vallen deze taken onder de verantwoordelijkheid van de Beleidsmedewerker Archeologie. Hetzelfde geldt voor de begeleiding van de uitvoerende kant van archeologische veldwerk door aannemers en het adviseren van collega's op het gebied van de Ai\1Zbinnen RO. Middelgrote tot grote archeologische vraagstukken / taken zullen voornamelijk voorkomen in het kader van het opstellen van nieuwe of het herzien van bestemmingsplannen en tijdens grote woningbouwprojecten. Aangezien de Beleidsmedewerker Archeologie werkzaam is binnen RO zijn de lijnen over het algemeen kort en is wederzijdse informatie uitwisseling goed op elkaar af te stemmen. De beleidsmedewerker archeologie draagt onder andere zorg voor de opstelling van een archeologieparagraaf ten behoeve van bestemmingsplannen en geeft adviezen over te nemen stappen in het kader van de AMZcyclus en de wettelijke bepalingen. In het geval de gemeente initiatiefnemer is zet de beleidsmedewerker ook het archeologisch onderzoek uit. De beleidsmedewerker archeologie beoordeeld altijd de archeologische rapporten en adviezen en geeft advies omtrent archeologische selectiebesluiten. Het nemen van selectiebesluiten is de taak van het College van B&W enjof Gemeenteraad maar in de praktijk de taak van een gemandateerde binnen de ambtelijke organisatie, dit ongeacht of de gemeente zelf of een private partij initiatiefnemer is. Anders is het archeologisch onderzoek dat verplicht wordt in het kader van bouw-, aanleg- en sloopvergunningen (aanlegvergunningen kunnen door het bevoegd gezag worden geëist in het geval van bodem ingrepen op archeologisch waardevolle terreinen, het sloopvergunningstelsel moet nog nader worden uitgewerkt). Vergunningaanvragen komen binnen bij het team Bouwen & Wonen van de afdeling Veiligheid. De behandelende ambtenaar binnen de afdeling veiligheid kan zelfstandig bepalen of er voorafgaande aan de verlening van een vergunning een archeologische onderzoeksverplichting is of niet. Om dit te vergemakkelijken is een beslisschema gemaakt waarmee in combinatie met de Archeologische Verwachtings- en Beleidsadvieskaart en een toelichting eenvoudig kan worden bepaald of deze plicht bestaat (zie Bijlage 3). Op de afdeling Veiligheid en Ruimtelijke Ontwikkeling zijn een toelichting en de Archeologische Verwachtings- en Beleidsadvieskaart voorhanden en op de gemeentelijke website is inmiddels een informatiepagina met toetsingskader geplaatst (bereiken via het pad producten en diensten > productinformatie> kunst en cultuur> archeologie). In 2009 komt bovendien de Archeologische Verwachtingskaart beschikbaar binnen de Nedbrowser omgeving. In het geval van een archeologisch onderzoeksverplichting bij een vergunningaanvraag wordt de vergunningaanvrager door de afdeling veiligheid op de hoogte gebracht van deze plicht. Vervolgens wordt de vergunningaanvraag met de beleidsmedewerker archeologie besproken en deze verzorgt een omschrijving van de onderzoekseisen dat door de afdeling veiligheid mee wordt genomen in een schrijven aan de vergunningaanvrager. Het verslag / rapport van het vereiste archeologisch onderzoek komt vervolgens binnen bij de afdeling veiligheid en wordt doorgezonden naar de beleidsmedewerker
7/13
archeologie ter controle en goedkeuring. Indien akkoord wordt dit aan de afdeling veiligheid doorgegeven waarna over kan worden gegaan op de vergunningverlening of melding van een eventuele vervolgeis. Indien een archeologisch vervolgonderzoek nodig is ontstaat een herhaling van de procedure. Op deze wijze blijven de vergunningaangelegenheden en communicatie met de aanvragers bij de afdeling veiligheid en komen de vakspecialistische adviezen van RO. De voorgestelde procedure is in schema gezet in Bijlage 4. Het behandelingsproces rond een vergunningaanvraag kan langer worden afhankelijk van de uit te voeren stappen binnen de AMZ-cycius, de verdeling van werkzaamheden over de afdelingen kan desondanks echter gelijk en daarom ook duidelijk blijven. In het geval er volgende op de procedure nog sprake is van een noodzaak tot handhaving dan zou dit in eerste instantie de taak van de afdeling veiligheid moeten zijn. De beleidsmedewerker archeologie zal echter in de praktijk vaak overleg hebben met handhavers en ook zelf regelmatig het veld in gaan om te monitoren. De noodzaak tot handhaving zal echter slechts voorkomen in bepaalde gevallen, bijvoorbeeld indien beschermende maatregelen zoals het bouwen zonder heien of ondiepe funderingen worden geëist. In principe is het uitgangspunt dat de AMZ-cyclus voltooid is bij afgifte van een vergunning, dan is handhaving dus niet langer noodzakelijk. Met betrekking tot de vergunningafgifte moet de aanvrager wel altijd gewezen worden op de archeologische meldingsplicht. Indien een perceel naar aanleiding van archeologisch vooronderzoek is vrijgegeven maar tijdens werkzaamheden toch archeologie wordt aangetroffen bestaat namelijk de wettelijke verplichting deze vondsten te melden aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag zal vervolgens bepalen of deze vondsten wel of niet waardevol genoeg zijn om alsnog een archeologische (noodlonderzoek te gelasten. De verantwoordelijkheid voor dit onderzoek, ook financieel, ligt dan echter wel bij de gemeente, of eventueel de provincie of het rijk. Aandachtspunten
met betrekking tot de stroomlijning van het werkproces.
Naast de eigen gezagsbevoegdheid is de winst van een gemeentelijk archeologiebeleid de mogelijkheid tot een vroegtijdige inpassing van de AMZ in de ruimtelijke planontwikkeling. Vroegtijdige inpassing van archeologisch onderzoek voorkomt vertraging tijdens bouwprocessen en komt de kwaliteit van onderzoek ten goede. Het is daarom van belang dat de beleidsmedewerker archeologie beschikt over overzichten en planningen met betrekking tot planontwikkeling en vergunningaanvragen die bodemverstoringen tot gevolg hebben. Binnen RO is dit overzicht te verkrijgen via de projectplanningen, het RO-overleg en rechtstreeks overleg met projectleiders. Met betrekking tot de binnengekomen vergunningaanvragen bij Bouwen & Wonen zou de beleidsmedewerker archeologie wekelijks voorzien moeten worden van een lijst met binnengekomen bouw- (cq aanleg-, sloop- 1 vergunningaanvragen die bodemverstoringen tot gevolg hebben. Op deze lijst moet dan ook zoveel als mogelijk de omvang, diepte en de aard van de voorgenomen bodemverstoring terug te vinden zijn. Tevens staat op deze lijst al aangegeven voor welke van deze aanvragen archeologisch onderzoek verplicht wordt geacht. Aan de hand van deze lijst kan de beleidsmedewerker archeologie dan omschrijvingen van het vereiste type archeologisch onderzoek verzorgen en deze terugkoppelen naar de afdeling Veiligheid. Deze omschrijvingen kunnen vervolgens worden meegenomen in het schrijven aan de vergunningaanvragers door het team Bouwen & Wonen. Momenteel is er sprake van een wekelijks overleg tussen een medewerker van team Bouwen en Wonen en de beleidsmedewerker archeologie over de binnengekomen vergunningaanvragen. Het is wenselijk dat het team Bouwen en Wonen van de afdeling Veiligheid zelf in staat is op een archeologische onderzoeksplicht te toetsen. Omdat de primaire beoordeling van vergunningaanvragen met betrekking tot het voorschrijven van wel of geen archeologisch onderzoek binnen Bouwen & Wonen wordt genomen moet duidelijkheid bestaan over wie deze verantwoording daar heeft. Mogelijk gaan meerdere personen zich binnen het team bezig houden met deze beoordeling, maar het kan ook zijn dat besloten wordt deze verantwoording bij 1 of enkele personen te leggen. Ook is het wenselijk op de hoogte te blijven van de
8/13
agenda en beslissingen binnen het overleg Ra-Veiligheid. Dit om onder andere overzicht te kunnen behouden over de principeverzoeken. Het toe mailen van de agenda en notulen is in feite al voldoende. Een dergelijke organisatie voorkomt dat bij ziekte of afwezigheid van de beleidsmedewerker archeologie vergunningen ondanks een onderzoeksplicht toch vroegtijdig worden verleend. Met betrekking tot de communicatie naar de burger is het wenselijk de "archeologie pagina" op de gemeentelijke website goed zichtbaar en herkenbaar te maken en niet verscholen onder verscheidene subpagina's zoals momenteel het geval is. De toelichting, de kaart en het beslisschema op deze pagina stellen de burger in staat al voorafgaande aan het indienen van een mogelijke vergunningsaanvraag te bekijken of rekening moet worden gehouden met archeologisch onderzoek. Ook bevat de pagina verwijzingen naar andere hulpbronnen met betrekking tot archeologisch onderzoek en wettelijke verplichtingen. Dit kan tevens gecombineerd worden met informatie over de gebouwde monumentenzorg. Vanwege de over het algemeen nog onbekende en daardoor onoverzichtelijke ksrakter van de archeologie is de beschikbaarheid van informatie op de gemeentelijke website belangrijk. Zo is toe te werken naar een soort digitaal loket. Een dergelijke internetservice moet wel goed vindbaar zijn anders verliest het haar kracht. Momenteel is een aanzet voor een archeologiepagina op de website van de gemeente Katwijk ingericht. Voor intern gebruik en vergunningentoetsing wordt binnenkort de Archeologische Verwachtingskaart in de Nedbrowser omgeving geplaatst.
9/13
Bijlage 2: Schema inpassing archeologische monumentenzorg in planvorming, de vetgedrukte onderdelen vallen in de praktijk in ieder geval onder de verantwoording van de gemeente (bron: Archeologienota Provincie Zuid-Holland). Bevoegd gezag'
I Initiatiefnemer
Archeologisch adviseur"
Archeologisch bedrijf
1. Vraagt vergunning of medewerking in verband met planrealisatie 2. Stelt noodzaak vooronderzoek vast 3. Stelt aan initiatiefnemer de eis tot archeologisch bureauonderzoek 4. Geeft opdracht tot bureauonderzoek 5. Verricht bureauonderzoek 6. analyseert en interpreteert
aanbevelingen bureauonderzoek 6. Neemt kennis van resultaten onderzoek en geeft eventueel opdracht tot vervolgonderzoek in het veld. 7. geeft opdracht tot het opstellen van Programma van Eisen (pvE) voor inventariserend veldonderzoek (ivo) 8. Stelt PvE op voor
inventariserend vooronderzoek*** 9. Keurt PvE zoed 10. Geeft opdracht voor inventariserend veldonderzoek (na offerteronde ) 11. Verricht inventariserend veldonderzoek 12. Analyseert en interpreteert resultaten inventariserend veldonderzoek in vorm van selectieadvies 13. Neemt selectiebesluit 14. Geeft opdracht tot opstellen Pv E voor definitief opgravend
10/13
onderzoek of werkbeseleidinz 15. Stelt PvE op voor
opgraving of werkbegeleiding 16. Keurt PvE zoed 17. Geeft opdracht tot directievoering van opgraving of werkbegeleiding
17. Geeft opdracht tot opgraving of werkbegeleiding offerteronde )
(na 18. Realiseert
directievoering tijdens opgraving of werkbegeleiding 19. Verricht opgraving of werkbezeleidina 20. Start eventuele
bescherminasnrocedure • Bevoegd gezag: het bestuursorgaan dat het besluit neemt of de vergunning verleent. Op basis van afspraken met het rijk fungeert de provincie als bevoegd gezag inzake de archeologie voor niet-vergunninghoudende gemeenten •• Archeologisch adviseur: de archeologisch adviseur is bij voorkeur een senior archeoloog bijvoorbeeld de, gemeentelijk, regionaal of provinciaal archeoloog. "'Degene die het PvE opstelt is bij voorkeur niet dezelfde als degenen die het PvE gaat uitvoeren.
11/13
Bijlage 3: Beslisschema aanvraag bouw-, aanleg- en sloopvergunningen
Planontwikkeling
Bodemingreep
Ja
>
en archeologie.
met bodem ingreep
30 cm - Mv ?
Geen archeologisch onderzoek, (m.u.v beschermde archeologische
.1
Beschermd archeologisch
Vegunningaanvraag bij de RAeM
I
Archeologisch
I
monument
1
J
.1
Archeologisch Waardevol
1
I.
I
I
onderzoek verplicht
Gebied
1
J Archeologisch Verwachtingsgebied met Lage verwachting
Archeologisch onderzoek niet verplicht
1
J Archeologisch Verwacbtingsgebted Met Middelmatige of Hoge verwachting
Omvang van verstoring > 100 m'
12/13
Archeologisch onderzoek niet
Archeologisch onderzoek verplicht
13/13
Bijlage 4: Stappenschema aan vergunningverleningen.
met betrekking tot de afhandeling van archeologisch
Aktie
Afdeling Veiligheid (Vergunningen)
Vergunningaanvraag
X
Beoordeling archeologische onderzoeksverplichting ja/nee
X
Omschrijving van vereist archeologisch onderzoek
Indiening van eis bij vergunningaanvrager
Ontvangst archeologisch Onderzoeksrapport
onderzoek verbonden
Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling (Areheoloog)
X
X
X
X
Beoordeling archeologisch onderzoeksrapport
X
Vergunningverlening of kennisgeving van eis archeologisch vervolgonderzoek
X
Handhaving
X
X