Hoofdstuk 4, intro In Microsoft Word for Windows is een fout opgetreden en het programma moet worden afgesloten. (Microsoft Word for Windows is in het eerste gedeelte van de zin een bijwoordelijke bepaling en in de tweede deelzin (waar het weggelaten is) onderwerp. Je mag geen zinsdeel weglaten als het een andere grammaticale functie heeft dan in de eerste deelzin. Zie paragraaf 4.3 over foutieve samentrekking.) Binnen vier weken kunnen we al beginnen met de renovatiewerkzaamheden aan uw woning. U kunt dus binnenkort al profiteren van de luxe die uw vernieuwde huis biedt. (De foute zin begint als een mededeling en eindigt als een wens aan de lezer, in de vorm van een gebiedende wijs. De beste manier om deze zin te herschrijven is hem te splitsen. Zie paragraaf 4.1.3 over ontsporende zinnen.) Hoofdstuk 4, oefening 1 1. Het koffiezetapparaat begon te pruttelen [deelzin 1: hoofdzin] de koffie liep door [deelzin 2: hoofdzin] Standaardwoordvolgorde en is verbindingswoord 2. De zon scheen de hele dag [deelzin 1: hoofdzin] we konden lekker op het terras zitten [deelzin 2: hoofdzin] Standaardwoordvolgorde dus is verbindingswoord 3. Wat de dieven vorige week gestolen hebben [deelzin 1: bijzin] [Dat] is apparatuur ter waarde van 25.000 euro [deelzin 2: hoofdzin] Standaardwoordvolgorde Opmerking: de bijzin fungeert als onderwerp bij de hoofdzin. Daarom lijkt het alsof de hoofdzin niet op zichzelf kan staan en daarom moet je in deze zin het onderwerp laten staan (of vervangen door Dat). 4. Ze is bang [deelzin 1: hoofdzin] dat ze in deze functie te veel verantwoordelijkheid krijgt [deelzin 2: bijzin] [ze] heeft daarom besloten niet te solliciteren [deelzin 3: hoofdzin] Standaardwoordvolgorde en is verbindingswoord Opmerking: in de tweede hoofdzin is het onderwerp ze weggelaten (samentrekking). 5. Hij zei [deelzin 1: hoofdzin] dat de directie tachtig mensen wil ontslaan [deelzin 2: bijzin]
ik geloof [deelzin 3: hoofdzin] dat hij niet erg goed geïnformeerd is [deelzin 4: bijzin] Standaardwoordvolgorde 6. Dit is een mooi boek [deelzin 1: hoofdzin] het gaat over geometrieën in alle bestaansvormen [deelzin 2: hoofdzin] Standaardwoordvolgorde De dubbele punt is een verbindingsteken. 7. Weet jij nog [deelzin 1: hoofdzin] wie je dit verhaal verteld heeft? [deelzin 2: bijzin] Inversie in de hoofdzin (vraagzin) 8. Ik durf niet met zekerheid te zeggen [deelzin 1: hoofdzin] of ik het zal vinden [deelzin 2: bijzin] Standaardwoordvolgorde Let op: of is hier geen verbindingswoord dat twee hoofdzinnen verbindt, maar een verbindingswoord dat een bijzin aan een hoofdzin koppelt. 9. Tijdens de vergadering viel Piet in slaap [deelzin 1: hoofdzin] was hij met de grootste moeite wakker te krijgen [deelzin 2: hoofdzin] Inversie in beide zinnen en is verbindingswoord 10. Op de beurs kwam ik Lotte tegen; [deelzin 1: hoofdzin] zij vertelde me dat Jaap binnenkort naar Australië vertrekt [deelzin 2: hoofdzin] Inversie in de eerste zin De puntkomma is een verbindingsteken. Hoofdstuk 4, oefening 2 1. Deze kant-en-klare schutting is eenvoudig te plaatsen, maar het is noodzakelijk dat de beplanting langs de erfgrens eerst wordt verwijderd. Of: […] Het is echter noodzakelijk … 2. Hoewel zijn navigatiesysteem niet werkte, wist hij de plaats van bestemming eenvoudig te vinden. 3. We kunnen geen e-mail verzenden, want het netwerk ligt er sinds gisteren uit. Of: […] Sinds gisteren ligt het netwerk er immers uit. 4. De kantoorbeveiliging wordt zo optimaal benut en het wordt voor inbrekers onmogelijk nog het pand binnen te komen. 5. Met dit gedrag heb ik veel moeite.
6. Ik heb het gevoel dat dit geen slimme keuze is. 7. Nadat we door de Gotthardtunnel gereden waren, was het weer totaal anders. 8. Ik wil graag concrete afspraken met u maken over de levering van de bureaus en stoelen, zodat ons kantoor tijdens de opening volledig ingericht is. Hoofdstuk 4, oefening 3 1. De zin is niet fout, maar om is niet nodig. 2. Over dit soort kwesties heb ik geen mening. 3. U kunt nog steeds gebruikmaken van onze speciale aanbiedingen, maar u dient vanaf nu uw persoonlijke voordeelnummer te vermelden bij uw bestelling. 4. Voor het stapelen van chips heeft dit bedrijf de technologie in huis, maar het moet investeerders zoeken om het werkelijk van de grond te krijgen. 5. Behendig schakelend reed de chauffeur de Porsche door de bocht. Of: Terwijl de chauffeur behendig schakelde, zoefde de Porsche door de bocht. 6. Goed. (Om kan niet weggelaten worden.) 7. Van een auto die moeilijk start, zijn mogelijk de bougies versleten. 8. Het uitzendbureau bood me een uurloon van tien euro, waarmee ik natuurlijk geen genoegen neem. Hoofdstuk 4, oefening 4 1. Goed. (De vorm ‘gewonden’ is weliswaar meervoud, maar je denkt aan het geheel en niet aan de afzonderlijke gewonden.) 2. Goed. 3. Er zit tien euro in mijn portemonnee. (Je denkt aan het gehele bedrag, niet de afzonderlijke euro’s.) 4. Goed. 5. Mijn ouders werd valse hoop gegeven. 6. Goed. (had is ook goed.) 7. Een handvol toeschouwers stond aan de zijlijn. 8. Dit is een van de punten die tijdens de evaluatie besproken worden. 9. Goed. 10. Zowel mijn oma als mijn opa zijn (is is ook goed) in Moskou geboren. Hoofdstuk 4, oefening 5 1. Het is wezenlijk dat bewoners niet de mond wordt (worden mag eventueel ook) gesnoerd wanneer er wijkvernieuwing plaatsvindt. 2. Vergaderen, plannen bespreken, een wijkmarkt organiseren en ideeën ontwikkelen zijn belangrijk. Een aantal ideeën wordt (worden is ook goed) dan ook al uitgevoerd en een tweetal wijkmarkten is (zijn is ook goed) reeds achter de rug.
3. Een van de leukste plannen die ontwikkeld zijn, zijn ongetwijfeld de muurschilderingen die kinderen mogen maken op de zijkanten van schuurtjes. 4. Goed. 5. Na afloop werd (werden mag eventueel ook) de luisteraars de gelegenheid gegeven vragen te stellen. 6. Onderzoek wijst uit dat 80% van de Nederlanders zichzelf bovengemiddeld slim vindt. Ben jij ook een van de velen die dat denken? 7. Hoewel de biologische vader het kind erkend heeft, werden hem alle rechten ontnomen. 8. Dat soort problemen is moeilijk te voorkomen (zijn is ook goed). 9. Het merendeel van de mensen vindt dat je zoiets niet kunt maken. 10. Goed. Hoofdstuk 4, oefening 6 1. Hij was vroeger erg verlegen maar tegenwoordig is hij haantje de voorste. (was en is hebben niet dezelfde vorm) 2. Zij zorgt intensief voor haar moeder, maar zorgt er ook voor dat haar gezin niets tekortkomt. (zorgen voor en ervoor zorgen dat betekenen niet hetzelfde.) 3. Wij hebben een nieuwe pannenset en we hebben vanavond heerlijk gekookt. (hebben is in de eerste deelzin zelfstandig werkwoord, in de tweede deelzin hulpwerkwoord.) 4. We beginnen morgen aan ons werkstuk en gaan er helemaal voor. 5. Wij blijven nog een maand in Panama, maar blijven regelmatig contact houden met het thuisfront. (blijven is in de eerste deelzin zelfstandig werkwoord, in de tweede deelzin hulpwerkwoord.) 6. Tot vorig jaar studeerde ik altijd keihard, maar nu studeer ik alleen nog maar in de tentamenweken. (studeerde en studeer hebben niet dezelfde vorm) 7. De docent gaf Jaco een 5,4 en deze probeerde tijdens de tentameninzage een nakijkfout te ontdekken. (De docent is niet het onderwerp van de tweede deelzin; dat is Jaco.) 8. Hij wordt altijd geprezen om zijn intelligentie en wordt ongetwijfeld later een goede wetenschapper. (wordt is in de eerste deelzin hulpwerkwoord, in de tweede koppelwerkwoord.) Hoofdstuk 4, oefening 7 1. Ik vertrouw erop dat iedereen zijn bijdragen op tijd af heeft. 2. De directie hoopt dat u onze mening deelt en dat u begrijpt dat zij deze maatregelen neemt om uw veiligheid te waarborgen. 3. De carrièrewending van mijn broer is te vergelijken met die van mijn vader in 1985. 4. Zij moet afleren altijd alles op het laatste moment te doen. 5. Ik herinner u eraan dat u mij vandaag de brochures zou toesturen.
6. Wij vertrouwen erop dat u hiermee akkoord gaat. 7. We moeten ervoor waken een speelbal te worden van het management. 8. Ik heb nooit een bekeuring gehad voor te hard rijden. Hoofdstuk 4, afsluitende oefening A 1. Deze driedimensionale chip neemt niet alleen weinig ruimte in, maar bovendien zijn de verbindingen in de chip korter, waardoor de verwerkingssnelheid groter is. (foute inversie) 2. Aan goedbedoelde adviezen heb ik momenteel geen behoefte. (onlogische woordvolgorde) 3. Ik vind dat we onze aandelen niet nu al moeten verkopen. (onlogische woordvolgorde) 4. We hopen in de voorjaarsvakantie weer te gaan skiën. (onlogische woordvolgorde) 5. Juichend gooide hij de gevangen forel in de emmer. (foutieve beknopte bijzin) 6. De kosten voor de opleiding ‘Coachen voor managers’ zijn fiscaal aftrekbaar. (onvolledige zin) 7. Dit zwembad voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd. (onvolledige zin) 8. Hij heeft haar opgezocht in het ziekenhuis en haar een bos bloemen gegeven. (foutieve samentrekking: haar is lijdend voorwerp in de eerste deelzin en meewerkend voorwerp in de tweede) 9. Met deze zin neem je de lezer niet serieus en hij zal zich ergeren. (foutieve samentrekking: de lezer is lijdend voorwerp in de eerste deelzin en onderwerp in de tweede) 10. Linet is gek op slangen en deze dieren boezemen haar totaal geen angst in. (foutieve samentrekking: slangen is voorzetselvoorwerp in de eerste deelzin en onderwerp in de tweede) Hoofdstuk 4, afsluitende oefening B 1. Het spijt ons dat er geen andere oplossing is en wij vragen daarom uw begrip voor deze situatie. 2. In deze notitie beschrijf ik ons probleem en onze voorlopige oplossing. 3. Nadat de ovenschotel vijf minuten onder de hete grill had gestaan, genoten wij van een heerlijke maaltijd. 4. De NS heeft een aantrekkelijke zomeractie. 5. Goed. 6. Na een intensieve partij klaverjassen hadden we de fles wijn leeggedronken. 7. Goed. 8. Ondanks zijn intensieve training kon hij niet voorkomen dat zijn tegenstander hem inmaakte. (Of: Hoewel hij intensief getraind had, …) 9. Het vergaat hem slecht en hij kan daarom niet mee op wintersport. 10. Alle treinreizigers wordt verzocht in Deventer over te stappen. (worden mag ook.
Hoofdstuk 4, afsluitende oefening C 1. Uw heg of schutting moet minimaal dertig centimeter van de erfgrens geplaatst worden. 2. Tijdens de clubkampioenschappen was zijn vader noch zijn moeder er om hem aan te moedigen. 3. Tien jaar geleden emigreerde hij naar Australië, maar hij voelt zich er nu pas thuis. 4. Archiveren behoort tot de klusjes die vaak tot het laatst blijven liggen. 5. Veel studenten voelen wel aan dat deze zin niet loopt, maar zij weten niet wat er fout aan is. 6. Goed. 7. Voor mij als vrachtwagenchauffeur is deze snelweg vertrouwd terrein. 8. We moeten ervoor waken dat de koopkracht verder daalt. 9. Vergeet niet je in te schrijven voor de training! 10. Met microkrediet krijgen arme mensen een relatief kleine lening om een eigen bedrijfje op te zetten waarmee ze kunnen voorzien in hun levensonderhoud. Daarmee kan armoede dus bestreden worden. Hoofdstuk 5, oefening 1 1. Tangconstructie. Herschrijving: De zogenoemde drieslag is een stijltruc die inmiddels beproefd is en door vele befaamde sprekers gehanteerd wordt. 2. Lange aanloop. Herschrijving: De jaarlijkse barbecue kon niet doorgaan door gladheid en het plotselinge bezoek van de president-directeur. 3. Tangconstructie. Herschrijving: Hij wordt inmiddels als de nieuwe deskundige op het gebied van nanotechnologie gezien door nieuwe boek maar ook door zijn vele televisieen radio-optredens. 4. Te lange zin en ingewikkelde zinsconstructie. Herschrijving: Vooral deze laatste vorm van onderzoek is in dit verband zeer weinig gebruikt. Hieruit kunnen echter interessante gegevens gehaald worden. Daarmee kan tussen nu en de aanstaande onderwijsvernieuwing zowel het leesniveau van de leerlingen als de werkbaarheid voor docenten verbeterd worden. 5. Tanconstructie en te lange zin. Herschrijving: De schoonmaak van deze enorme olievlek kan pas beginnen als er een getekende verklaring van de verschillende partijen komt. Die moet zowel de verantwoordelijkheid voor deze milieuramp als de financiële afwikkeling ervan afhandelen. Hoofdstuk 5, oefening 2 Als de Klant verhuist naar een adres binnen het gebied waar Ziggo haar diensten levert, dan stelt hij Ziggo daarvan ten minste een maand van tevoren op de hoogte. Ziggo bepaalt in overleg met de Klant vanaf wanneer de Diensten die door de Klant worden afgenomen, op het nieuwe adres worden geleverd.
Ziggo neemt alle technische en organisatorische maatregelen die redelijkerwijs mogelijk zijn om haar netwerken en alle persoonsgegevens te beschermen. Ze houdt daarbij rekening met de aard van de risico’s, de stand van de techniek en de kosten om deze maatregelen door te voeren. Hoofdstuk 5, oefening 3 1. De koppigheid van de patiënt bemoeilijkt de behandeling. 2. De staat ondersteunt de bank, die door een ingezakte huizenmarkt in problemen is geraakt. 3. Israëlische burgers hebben een nieuwe beweging opgericht die meer oog heeft voor de Palestijnse belangen. 4. De spreker van die avond trok de aandacht van de mensen buiten. 5. Dit onderzoek schenkt juist extra aandacht aan dit probleem in plaats van het uit de weg te gaan. 6. De directie heeft een te passieve houding ingenomen. Daarom zoeken wij nu nog steeds naar oplossingen voor dit probleem. 7. De docent heeft het al twee keer gezegd, maar misschien moet hij het nog eens herhalen. 8. Het ministerie geeft geen nieuwe subsidie. Hoofdstuk 5, oefening 4 1. Het is mogelijk dat er bij de behandeling van deze patiënt fouten zijn gemaakt. Of: Er zijn mogelijk fouten gemaakt bij de behandeling van deze patiënt. 2. De uitstraling van deze actrice vertedert bijzonder. Hierdoor lachte het publiek met enige vertraging. 3. Een dergelijke blunder maakt het waterschap niet snel meer. 4. Het kost natuurlijk tijd en energie als je een nieuwe studie gaat doen. De kans dat het je stimuleert, is echter groter. 5. Denk jij dat de grond droog is, wanneer ze morgen gaan oogsten? 6. Er komt in de toekomst nog wel een aantal andere mislukkingen boven tafel. 7. Het is mogelijk dat er iemand met een beter idee komt. 8. Wat geeft volgens jou vanavond de doorslag, de verdediging of de aanval? Hoofdstuk 5, oefening 6 1. De beroemdheid, die door alle kranten beschuldigd werd, wist in zijn partners auto te ontkomen aan de paparazzi. (verwijderd: tangconstructie) 2. Hoe zou er in de onderhandelingen omgesprongen zijn met de zaakwaarnemer van een van Ajax’ topvoetballers? (verwijderd: voorzetselketen) 3. Het brak de steenrijke huisjesmelker uiteindelijk op dat hij met voorkennis had gehandeld in aandelen. (verwijderd: naamwoordstijl, voorzetselketen) 4. De vrouw die in 1976 uit het westen van Ghana gevlucht was, kreeg binnen afzienbare tijd een Nederlandse verblijfsvergunning voor een bepaalde tijd. (verwijderd: tangconstructie, voorzetselketen)
5. Door geleidelijk vestigingen op te heffen, behield het bedrijf toch het vertrouwen van zijn klanten. (verwijderd: naamwoordstijl) Hoofdstuk 5, oefening 8 Het is weer herfst: het weer wordt guurder, de bladeren vallen van de bomen, de dagen worden korter en de nachten langer. Sommige mensen vinden het dan ook een moeilijke tijd om door te komen. Ze raken in een zogeheten herfst- of winterdepressie. Hierdoor slaat hun stemming om en ze zien de wereld ineens een stuk somberder in. Deze mensen kunnen sinds kort terecht in speciale klinieken die een lichtbehandeling aanbieden. Tijdens zo’n behandeling bootst een speciale lichtkamer daglicht na. Veel patiënten hebben daar baat bij en voelen zich daarna voor enige tijd weer beter. Hoofdstuk 5, oefening 9 De schrijver breekt vanaf de zin ‘En laten we eerlijk zijn […]’ met zijn ingezette stijl. Met de zin ‘De rokers zouden zich moeten verenigen […]’ pakt hij deze stijl weer op. Veel rokers voelen zich tegenwoordig een paria. Nergens voelen ze zich nog welkom, nu ze vanaf 1 augustus ook niet meer mogen roken in hun kroeg, club en eettent. En laten we eerlijk zijn, het is toch ook een heksenjacht. Waar gaat het nog over? Jarenlang hebben ze in alle harmonie de horeca gedeeld met hun niet-rokende medemens en opeens moeten ze hun sigaret buiten oproken. Schandelijk. De rokers zouden zich moeten verenigen en de horeca moeten boycotten. Dan zal de overheid de gemiste belastinginkomsten uit deze bedrijfstak nog missen en de rokers smeken hun sigaret weer binnen op te roken. Hoofdstuk 5, oefening 10 Vanaf 'Ik vind het natuurlijk ontzettend belachelijk […]’ ontstaat stijlbreuk. Het is een vraag die mij laatst nog is gesteld: “Bestaat er ook zinvol geweld?” Ik moest het antwoord hierop schuldig blijven. De redenen dat mensen het nodig achten lichamelijk geweld te gebruiken om een geschil te beslechten, zijn zo divers, dat een simpel ja of nee hier niet op zijn plaats is. Het gaat natuurlijk veel te ver als iemand een ander te lijf gaat omdat diegene zijn biertje omstoot. Ik kan mij echter ook een situatie voorstellen waarin een geplaatste tik dé manier is om een ander op zijn grenzen te wijzen. Hoofdstuk 5, afsluitende oefening A 1. Hij kwam te laat door de sneeuwstorm die de weerman al had voorspeld. Zijn medestudenten, die anders zo begripvol zijn, hadden echter geen medelijden.
2. De medewerkers van de EHBO-post van het evenement konden de druk die veroorzaakt werd door een grote groep dronken festivalgangers, niet meer aan. Hierdoor konden ze niet meer de zorg bieden die ze zouden willen. 3. De beslissing van de directie is definitief, tenzij de raad van bestuur ingrijpt. 4. Dit is een van onze meeste gewilde woningen. De redenen daarvoor zijn het uitzicht op de haven en de stad, en de vier ruime slaapkamers. Daarnaast ligt het station op steenworp afstand. 5. Zij brengen morgen een bezoek aan de beurs, omdat ze het vandaag erg druk hadden met een nieuwe klant. 6. Wij hadden gisterochtend een bijeenkomst met de projectleider. Hierin lieten wij met een presentatie zien waartoe we in staat zijn. 7. Het is volgens ons mogelijk dit rapport voor vrijdag op te leveren. / Wij kunnen dit rapport voor vrijdag opleveren. 8. Kabbelend water kalmeert de geest. 9. Je verwijdert een splinter het snelst met een pincet. Hoofdstuk 5, afsluitende oefening B 1. Het sloopbedrijf heeft het gebouw met de grond gelijkgemaakt. 2. De overheid houdt geen toezicht op dit soort financiële instellingen. 3. Hebben jullie geen afspraak gemaakt met een communicatieadviesbureau? 4. De voogd stelt de ouders op de hoogte van een eventuele terugplaatsing. 5. Hij heeft nog geen normale opmerking gemaakt. 6. Heeft een sollicitatiecommissie hem wel eens afgewezen? 7. Je kunt alles zeggen van de nieuwe directie, maar ze heeft nog geen maatregel genomen die slecht uitpakt. 8. Veruit de beste voetballer van dit team is de rechtsback. Hij verliest geen duel. Hoofdstuk 5, afsluitende oefening C 1. De enquête is afgenomen onder honderd studenten. 2. Dit rapport geeft een overzicht van de landelijke organisatie. 3. Uit de resultaten blijkt dat er nu ingegrepen moet worden. De aanbevelingen zijn dan ook als directe actiepunten geformuleerd. 4. De onderzoekers hebben alle betrokkenen geïnterviewd alvorens het projectplan op te stellen. 5. In paragraaf 5.1 staat dat er weinig draagvlak is voor deze maatregel. Het is daarom waarschijnlijk verstandiger de voorgestelde acties niet uit te voeren. 6. De commissie verbindt hier waarschijnlijk geen conclusies aan. Hoofdstuk 6, intro heeft betrekking tot moet zijn ‘heeft betrekking op’ (verkeerd voorzetsel) vakjargon moet zijn ‘vaktaal’ of ‘jargon’ (contaminatie) schijnen moet zijn ‘blijken’ (het lijkt niet alleen zo, het is ook echt het geval)
mond-op-mondreclame moet zijn ‘mond-tot-mondreclame’ (contaminatie met mond-opmondbeademing) is in staat te kunnen moet zijn ‘is in staat te zorgen voor’ of ‘kan zorgen voor’ (tautologie) Hoofdstuk 6, oefening 1 1. U heeft nog steeds niet gereageerd op mijn e-mail; daarom verzoek ik u mijn vraag alsnog te beantwoorden. (‘willen’ weggelaten) 2. Na een wereldreis van ruim twee jaar stond hij ineens (of: zomaar) voor haar neus. 3. Vanwege de hoge kosten vind ik dat dit project geen meerwaarde heeft voor onze organisatie. (‘toegevoegde’ weggelaten) 4. De gasten van dit hotel hebben het recht gebruik te maken van (of: mogen gebruik maken van) de sauna en het zwembad. (‘aanwezige’ weggelaten) 5. Uitgangspunt voor deze cursus is de behoefte van baliemedewerkers aan scholing. Een belangrijk onderdeel is dat cursisten tijdens de bijeenkomsten onderling ervaringen uitwisselen. (‘aanwezige’ en ‘met elkaar’ weggelaten) 6. Het is mogelijk dat we om 12.00 uur al arriveren; daarom vraag ik u ruim op tijd op het vliegveld te zijn om ons op te halen. (‘kunnen’, ‘dan ook’, ‘aanwezig’ en ‘willen’ weggelaten) 7. De bankmedewerker vroeg me het bedrag te herhalen. (‘geld’ en ‘opnieuw’ weggelaten) 8. Kwantumfysica is een vakgebied waarin ik me vorig jaar flink verdiept heb. (‘in’ weggelaten) Hoofdstuk 6, oefening 2 1. rondcirculeren moet zijn: rondgaan of circuleren. irriteren zich aan moet zijn: ergeren zich aan of de oproep […] irriteert veel mensen. Deze e-mailhoax circuleert al een tijdje op het internet; veel mensen ergeren zich aan de oproep het bericht ongelimiteerd door te sturen. 2. als arts zijnde moet zijn: als arts of arts zijnde. Als arts ben ik bevoegd u dit geneesmiddel voor te schrijven. 3. tegen het licht van moet zijn: tegen de achtergrond van of in het licht van. In het licht van deze ontwikkelingen geloof ik dat we dit project moeten opschorten. 4. uitgeselecteerd moet zijn: uitgezocht of geselecteerd. Na afloop van de sollicitatiegesprekken worden de beste kandidaten geselecteerd. 5. zo optimaal mogelijke moet zijn: optimale of zo goed mogelijke. Thermopane zorgt voor een optimale isolatie. 6. vonden er zich plaats moet zijn: vonden er plaats of deden er zich voor. Vanochtend vonden er twee ongelukken plaats op de A2. 7. kiezen tussen x of y moet zijn: kiezen tussen x en y of x of y kiezen. Voor het hoofdgerecht kunt u kiezen tussen hertenbiefstuk en rode poon.
8. staat symbool voor moet zijn: is een symbool van of staat model voor. Het idee om tulpeilanden aan te leggen voor de kust is een symbool van grootschalige innovatieve waterbouwwerken. Hoofdstuk 6, oefening 3 1. In horrorfilms figureren vaak grote spinnen die op een slachtoffer loeren. Tenminste, dat schijnen ze te doen, want in werkelijkheid blijken spinnen heel slecht te zien. 2. Je studieboek ligt op tafel. Als je de stof nog niet kent, kun (kan mag ook) je morgen beter geen tentamen doen. 3. Als we haar ochtendhumeur niet in aanmerking nemen, is ze een leuke meid. 4. Ik heb vergeten de opdracht op tijd in te leveren. 5. De verkoop van fietssloten loopt ineens als een trein; blijkbaar zijn mensen allesbehalve gerust op de veiligheid van hun fiets. 6. De Amerikanen volgden de verkiezingsuitslagen op de voet, de presidentskandidaten niet het minst. 7. Tijdens het coachgesprek knipperde de cliënt steeds onwillekeurig met zijn ogen. 8. Officieus is het al een tijdje bekend, maar vandaag hebben de directeur en haar secretaresse meegedeeld van baan te ruilen. (meedelen betekent: melden op een neutrale manier; attenderen op betekent: met nadruk melden, wijzen op) Hoofdstuk 6, oefening 4 1. Door een rechterlijke beslissing werd hij volledig aansprakelijk gesteld voor de schade. 2. Omdat er zo veel ziekteverzuim is, fungeert onze chef vandaag als vliegende keep. 3. De omzetdaling is te wijten aan een slechte klantenservice, zo meldt het onderzoeksrapport. 4. We zijn bereid met u in zee te gaan, mits we het eens worden over de prijs. 5. Als je een lage bloedsuikerspiegel hebt, is het belangrijk regelmatig te eten. Je voorkomt dan immers (namelijk is ook goed) dat je je flauw gaat voelen. 6. Omdat we in een lastig parket zitten, wil ik onze achterban om advies vragen. 7. Goed. 8. Ik schaats graag op natuurijs; daarom ben ik blij dat het al drie dagen vriest. Hoofdstuk 6, oefening 5 1. Door het zeldzaam heftige onweer brandde bij onze buren de meterkast door. 2. Bij massale protesten moet de politie meestal ingrijpen. 3. Het gerucht gaat dat de hoogste baas volgende maand de Nederlandse vestigingen bezoekt. 4. Na de operatie ondervond de hartpatiënt een enorme afname van zijn klachten. 5. Toen bleek dat ze de brand niet zelf konden blussen, werd uiteindelijk de brandweer ingeschakeld.
6. Hij neemt te veel risico’s, dat wil zeggen: vroeg of laat gaat het fout. 7. In de jaren tachtig was hij een vooraanstaand politicus. 8. Dit computersysteem voert gelijktijdige processen razendsnel uit. Hoofstuk 6, oefening 6 1. sommige, allen 2. wat 3. jongsten 4. als 5. enkele, Sommige, andere 6. Mijn, dat 7. besten 8. uw, dan, hen Hoofdstuk 6, oefening 7 1. Het dakterras dat via openslaande deuren bereikbaar is, staat vol met bloemen. 2. Hij koopt altijd het beste wat er is. 3. Dit is een voorstel dat veel bijval zal oogsten. 4. Goed 5. Zij is niet zo slim als ze lijkt. 6. Er is weinig wat hem echt boeit. 7. Jan vindt Sofie leuker dan mij, wat me erg teleurstelt. 8. Is dit jouw boek of is het van hen? Hoofdstuk 6, oefening 8 1. In deze brief refereren wij aan het gesprek dat we op 5 oktober in Amstelveen voerden. 2. De oorzaak van de kredietcrisis is het gemak waarmee mensen geld kunnen lenen. 3. Het is strijdig met de voorschriften uw hond hier uit te laten. 4. De vertegenwoordiger sprak namens zijn achterban toen hij verklaarde niet akkoord te gaan met de plannen van de tegenpartij. 5. Rust nemen is goed voor mensen met stress. Regelmatig een vrije dag nemen is goed tegen stress. 6. Vanaf de Kjerag hadden wij een prachtig uitzicht op het omringende landschap. 7. In uw brief verwijst u naar ons telefoongesprek van 24 oktober, waarin wij beloofden de schade voor onze rekening te nemen. 8. Als iemand er niet in slaagt zelf in zijn bestaan te voorzien, kan hij een beroep doen op bijstand.
Hoofdstuk 6, oefening 9 1. Dit hotel voldoet niet aan mijn verwachtingen; ik ben vooral teleurgesteld in de kwaliteit van de matrassen. Deze voorzien niet in mijn behoefte aan een goede nachtrust. 2. De schaatser faalde in zijn poging de gouden medaille in de wacht te slepen. 3. Met betrekking tot toekomstige veranderingen wil ik me graag verzekeren van een goede baan. 4. Ik zie uit naar de zomervakantie: dan kan ik me weer volledig storten op het windsurfen. 5. Als u niet aan uw verplichtingen voldoet, moeten wij overgaan tot sancties. 6. De toeristen waren niet op de hoogte van de Nederlandse verkeersregels. Daarom wendden ze zich tot de VVV. 7. We houden een enquête onder internationale studenten. Wij willen hun mening over huisvesting in kaart brengen. 8. Italië heeft vele kunststeden die bijdragen aan goede inkomsten uit het toerisme. Hoofdstuk 6, afsluitende oefening A 1. steeg snel of ging snel omhoog (contaminatie) tot later uit te stellen moet zijn: uit te stellen of later te doen (pleonasme) 2. Vanzelfsprekend of uiteraard (tautologie) reeds of al (tautologie) 3. helaas of jammer genoeg (tautologie) waren we gedwongen (‘moeten’ weglaten) 4. andere moet zijn: anderen 5. in de kiem gesmoord of de kop in gedrukt (contaminatie) over of opnieuw (contaminatie) 6. duur zijn of veel kosten (contaminatie) uit het buitenland te halen of te importeren (pleonasme) 7. me moet zijn: mijn, u moet zijn: uw 8. onder de vingers moet zijn: in de vingers 9. Hun moet zijn: Zij; als moet zijn: dan; doordat moet zijn: omdat 10. als moet zijn: dan Hoofdstuk 6, afsluitende oefening B 1. dan 2. ik 3. dat 4. dat, blijkbaar
5. wat (verwijst naar de gehele voorafgaande zin). ‘dat’ is ook te verdedigen als je alleen naar Portugal wilt verwijzen, bijvoorbeeld in de betekenis: Portugal stelde ons diep teleur door de keiharde overtredingen en het defensieve spel) 6. haar 7. hun 8. Zij, mijn, daardoor 9. hen, hun 10. als, jij, hen
Hoofdstuk 6, afsluitende oefening C 1. dat 2. haar, aan 3. voor 4. op, op 5. in, van 6. aan, naar 7. tot 8. met 9. aan 10. over, aan