BERAADSLAGING RR Nr 14 / 2006 van 24 mei 2006 O. Ref. :
SA2 / RN / 2006 / 013
BETREFT :
Aanvraag van de NV Nationale Loterij om toegang te verkrijgen tot de informatiegegevens van het Rijksregister en om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken o.a. met het oog op de kanalisatie van het spelgedrag.
De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen; Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid artikel 31bis; Gelet op de wet van 25 maart 2003 tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen en van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid artikel 19, § 3; Gelet op het Koninklijk Besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, inzonderheid artikel 18; Gelet op de aanvraag van de Nationale Loterij, ontvangen op 31 maart 2006; Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies op 13 april 2006; Gelet op het verslag van de voorzitter; Beslist op 24 mei 2006 , na beraadslaging, als volgt:
Ber RR 14 / 2006 - 1 / 5
I. VOORWERP VAN DE AANVRAAG ------------------------------------------------------De aanvraag heeft tot doel om de Nationale Loterij, hierna de aanvrager genoemd, te machtigen om: -
-
toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen, meer in het bijzonder tot deze vermeld in artikel 3, eerste lid, 1°, 2° en 5° , en tweede lid van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen (hierna WRR); het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken;
met het oog op o.a. de kanalisatie van het spelgedrag via de nieuwe media
II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG -------------------------------------------------------A. TOEPASSELIJKE WETGEVING A.1. Wet van 8 augustus 1983 (WRR) De toegang tot of de mededeling van de informatiegegevens uit het Rijksregister is voorbehouden aan openbare en private instellingen van Belgisch recht voor de informatie die zij nodig hebben voor het vervullen van taken van algemeen belang die hen zijn toevertrouwd door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie of voor taken die uitdrukkelijk als zodanig erkend worden door de Commissie (art. 5, eerste lid, 2° WRR). De aanvrager werd bij artikel 4 van de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de nationale loterij, omgevormd van een openbare instelling tot een naamloze vennootschap van publiek recht. Hij heeft tot doel in het algemeen belang en volgens handelsmethodes o.a. openbare loterijen, kansspelen, weddenschappen en wedstrijden te organiseren. De aanvrager komt bijgevolg aanmerking om toegang tot of mededeling van de gegevens uit het Rijksregister te bekomen (artikel 5, eerste lid, 2°, WRR) evenals om het identificatienummer ervan te gebruiken (artikel 8 WRR). A.2. Wet van 8 december 1992 (WVP) Op grond van artikel 4 WVP vormen de informatiegegevens en het identificatienummer van het Rijksregister persoonsgegevens, waarvan de verwerking slechts is toegelaten voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden. Persoonsgegevens dienen bovendien toereikend, ter zake dienend en niet overmatig te zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt.
B. FINALITEITEN B.1. Het beheerscontract tussen de aanvrager en de Belgische Staat, dat werd goedgekeurd bij koninklijk besluit van 4 april 2003 houdende de goedkeuring van het beheerscontract tussen de Belgische Staat en de Nationale loterij, naamloze vennootschap van publiek recht, omschrijft de opdracht van de aanvrager onder meer als volgt: “Art. 5. De Nationale Loterij dient doelgericht het spelgedrag in België te kanaliseren en speelplezier te verschaffen aan een brede groep mensen door het aanbieden van recreatieve spelen.
Ber RR 14 / 2006 - 2 / 6
De Nationale Loterij moet erover waken via haar productbeleid geen risico tot gokverslaving teweeg te brengen. Zij dient actief en autonoom bij te dragen tot de preventie en behandeling van de gokverslaving door initiatieven in die zin te ondersteunen.” De aanvrager stelt vast dat er via de nieuwe media, zoals internet, talrijke gokspelen worden aangeboden door niet toegelaten organisatoren die vanuit andere landen opereren. Dit ondermijnt volgens de aanvrager niet alleen zijn inspanningen om het spelgedrag te kanaliseren, maar draagt tevens bij tot het heropleven van de gokverslaving met alle sociale gevolgen vandien. De aanvrager is voornemens hierop te reageren door een website op te zetten met als doelstelling het spelgedrag via de nieuwe media te kanaliseren en hiermee kwetsbare personen, waaronder minderjarigen en wilsonbekwamen (personen in verlengde staat van minderjarigheid, personen die onder voorlopig bewindvoerder zijn gesteld en personen die onder gerechtelijk raadsman staan), te beschermen. De spelers die kiezen voor spelvertier kunnen zich bij de aanvrager registreren die deelnamebeperkingen zal programmeren (toegangsvoorwaarden en inzetlimieten). De Commissie is van oordeel dat deze doeleinden op zich welbepaald, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigd zijn in de zin van art. 4, § 1, 2°, WVP. B.2. De aanvrager wenst tevens de dagelijkse mededeling te verkrijgen van de identificatienummers van de personen die volgens de publicaties van het Belgisch Staatsblad onbekwaam zijn verklaard of voor wie een verzoekschrift is ingediend overeenkomstig de artikelen 487ter of 488bis, b) van het Burgerlijk Wetboek of artikel 5 van de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke. De Commissie vestigt er de aandacht op dat: - deze informatie geen deel uitmaakt van de informatie die door het Rijksregister kan en mag verstrekt worden; - niet alle personen die onbekwaam zijn verklaard, personen zijn die gevaar lopen om gokverslaafde te worden, laat staan dat ze al geïnteresseerd zijn in de producten die door de aanvrager via de nieuwe media worden aangeboden. De Commissie oordeelt dan ook dat dit doeleinde in het licht van artikel 4, § 1, 2°, WVP als niet gerechtvaardigd moet bestempeld worden. B.3. De aanvrager wenst tevens een toegang tot het Rijksregister te verkrijgen en het identificatienummer te gebruiken in de gevallen waar hij ertoe verplicht wordt om de middelen van een speler te blokkeren naar aanleiding van een derdenbeslag. De Commissie stelt vast dat derdebeslagen een uitvloeisel zijn van geschillen waaraan de aanvrager vreemd is. Indien er beslist wordt tot bewarend of uitvoerend beslag onder derden, dan is het de verantwoordelijkheid van de beslagleggende partij om ervoor te zorgen dat het beslag lastens de juiste persoon wordt gelegd. Indien de persoon die erdoor getroffen wordt van oordeel is dat dit ten onrechte gebeurde, dat is het aan hem, als getroffene en betrokken partij, om daartegen actie te ondernemen. Dit doeleinde heeft dus niets te maken met de taken van algemeen belang waarmee de aanvrager door de wetgever en het eruit voortspruitende beheerscontract werd belast. In het licht hiervan is de Commissie dan ook van oordeel dat het niet gerechtvaardigd is in de zin van art. 4, § 1, 2°, WVP.
Ber RR 14 / 2006 - 3 / 6
C. PROPORTIONALITEIT De vraag die inzake moet gesteld worden is of een toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister en eventueel het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister ertoe zal bijdragen dat de aanvrager de hoger vermelde doeleinden kan realiseren, namelijk de gokverslaving beperken en kwetsbare personen beschermen. De Commissie is hiervan niet overtuigd: - De gokverslaving is geen nieuw fenomeen. De nieuwe media kunnen bijgevolg niet verantwoordelijk gesteld worden voor het bestaan van de gokverslaving, ze vormen een van de vele kanalen via dewelke deze verslaving kan ontwikkeld worden of erop ingespeeld worden. - Zoals de aanvrager zelf in zijn aanvraag vermeldt, wordt de persoon die louter voor het spelplezier een beroep doet op het dienstenaanbod van de aanvrager, de mogelijkheid geboden om zich via de nieuwe media te registreren. Hij zal dus onderworpen worden aan inzetbeperkingen en toegangsvoorwaarden. De vraag is of de aanvrager zijn doelgroep, namelijk gokverslaafden en kwetsbare personen, zal bereiken. Daarenboven is de kans reëel dat een gokverslaafde hoe dan ook een beroep zal blijven doen op de alternatieve kanalen, eens hij zijn mogelijkheden bij de aanvrager heeft uitgeput. Dit kan trouwens ook uit de eigen argumentatie van de aanvrager afgeleid wordt. De toegang en het gebruik van het identificatienummer sluit een veeleisende registratieprocedure uit, waardoor wordt vermeden dat wilsbekwame spelers een beroep op ongeautoriseerde operatoren zouden doen omdat de inschrijving eenvoudig is. Als men deze redenering doortrekt is het duidelijk dat minderjarigen en wilsonbekwamen die bij de aanvrager niet aan de bak komen, automatisch op de ongeautoriseerde operatoren zullen terugvallen. - De aanvrager levert een hele waaier van producten af, die op sommige personen eveneens een verslavend effect hebben. Deze producten zijn gewoon vrij in verkooppunten beschikbaar zonder dat men zijn identiteit moet bewijzen, zonder dat er een limiet wordt gesteld op het bedrag dat men aan dergelijke producten kan besteden. Daarenboven kan men zijn aankopen hoe dan ook over verschillende verkooppunten spreiden. Een wilsonbekwame die op een of andere manier over geld beschikt, zal probleemloos die producten kunnen aanschaffen. Dit geldt ook voor minderjarigen. De visu is iemands leeftijd niet altijd makkelijk in te schatten. Sommige minderjarigen geraken zo probleemloos aan de producten die in de verkooppunten worden aangeboden, omdat ze er ouder uitzien. Daarenboven zal een vindingrijke “jonge” minderjarige altijd wel kunnen terugvallen op een meerderjarige vriend die hem ten dienste zal zijn. - Het is best mogelijk dat in het buitenland bonafide instellingen gokspelen op internet aanbieden, net zoals de aanvrager. Niets belet een gokverslaafde of een kwetsbare persoon om zich daar eveneens voor in te schrijven. Daardoor worden de inspanningen van de aanvrager hoe dan ook geneutraliseerd. - Uit het jaarverslag van de kansspelcommissie van 2004 blijkt dat er in België: o 7.573 drankgelegenheden zijn waarin kansspelen mogen geïnstalleerd worden (2 eenheden) o 180 speelautomatenhallen zijn (waar 45 terminals mogen geplaatst worden) o 8 casino’s zijn. - Daarnaast zijn er nog de legale weddenschappen op paarden, voetbalwedstrijden, enz.
Ber RR 14 / 2006 - 4 / 6
De Commissie is van oordeel dat het initiatief van de aanvrager, hoe goedbedoeld en lovenswaardig ook, de vooropgestelde doestellingen niet zal bereiken, gelet op het feit dat: - een ruime waaier van legale weddenschappen, kansspelen en dergelijke, aanwezig is van waarmee een kwetsbare persoon geconfronteerd wordt of waarop een gokverslaafde kan terugvallen; - de alternatieve kanalen via de moderne media beschikbaar blijven . Het door de aanvrager vooropgestelde doeleinde lijkt geen haalbare kaart. In die optiek is zowel een toegang tot het Rijksregister evenals een gebruik van het identificatienummer niet terzake dienend in de zin van artikel 4, §1, 3°WVP.
OM DEZE REDENEN, De Commissie weigert de NV Nationale Loterij om toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister en om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken. De administrateur,
De voorzitter,
(get.) Jo BARET
(get.) Michel PARISSE
Ber RR 14 / 2006 - 5 / 6