Sint – Lutgardisbasisschool Bovenkassei 12A 9506 Zandbergen Tel: 054/32.18.62 Fax: 054/34.14.86 e-mail:
[email protected] http://www.slz.be
Zorgvisie Versie 07.09.12
1) Waarom een zorgbeleid? “Wanneer men aanneemt dat kinderen mogen verschillen, aanvaardt men dat zowel het leertraject als het begin- en eindpunt mogen verschillen. Niet alle kinderen moeten op hetzelfde ogenblik en op dezelfde leeftijd hetzelfde kunnen. En niet alle leerlingen moeten op het einde van het schooljaar op dezelfde wijze geëvalueerd worden.” Binnen ons opvoedingsproject krijgt de pijler ‘Werken aan de ontplooiing van elk kind met brede zorg’ een belangrijke plaats. Het is onze doelstelling elk kind te laten ontwikkelen met zijn eigen mogelijkheden en zijn eigen talenten en hierbij rekening te houden met zijn beperkingen. We willen dus al onze kleuters en de leerlingen van de lagere school vanuit een brede zorgvisie ondersteunen en hun maximale ontwikkelingskansen bieden.
2) Wat doen we om deze visie te realiseren? We baseren ons op het zorgcontinüum:
Goede preventieve basiszorg voor alle leerlingen Verhoogde zorg voor lln. die extra begeleiding nodig hebben(MDO) Uitbreiding van zorg
1
Zorgvisie - versie 07.09.12
A) Wat betekent zorg voor mij als leerkracht in mijn klas? Fase 0: Preventieve basiszorg: Zorgbreed werken - preventie Hoe? -Krachtige leeromgeving aanbieden: flexibele klasorganisatie, lln. stimuleren, samenwerken (coöperatieve werkvormen), denkproces ondersteunen via materiaal, pc-klas, … -Welbevinden van de leerlingen trachten te verhogen. -Werken aan een participatieve school: meewerken aan leerlingenraad, … -Overleg op het einde van het schooljaar tussen leerkrachten van opeenvolgende klassen geeft ons informatie over leerlingen om een preventieve aanpak mogelijk te maken. -Info in dossiers van de leerlingen leert mij waar ik preventief kan aan werken. Via de dossiers krijgen we zicht op de ontwikkeling van leerlingen om hen daarna gericht te helpen. -Analyses van vb. LVS Spelling van verschillende schooljaren leren mij waar ik preventief kan aan werken (vb.: verschillende schooljaren op rij dezelfde fouten (verenkelen, verdubbelen, afkortingen, …): volgend schooljaar hier op voorhand meer aandacht aan besteden). =>Dus toetsen over meerdere jaren bekijken leert mij waar ik preventief kan aan werken -Differentiëren naar tempo en hoeveelheid -Projecten op schoolniveau:
-Dierenstad -Leerlingenraad
-Dossiers aanvullen zodat collega’s na mij ook preventief kunnen werken.
Differentiatie en remediëring: -Differentiatie naar doelen -Hoekenwerk (in klas en pc-klas) -Contractwerk -Kiesuur -Differentiatie bij rapportering -Ten gevolge van de resultaten van het LVS Spelling, Wiskunde, Socio-emotionele vaardigheden (zie 3.1) -Differentiatie en remediëring na een toets of taak
Bijscholingen:
-zorgbreed ploegspel, relationele vorming, vormingsavonden, bijscholingen zorgteam
2
Zorgvisie - versie 07.09.12
B) Wat doe ik als leerkracht wanneer ik hulp nodig heb? Fase 1: Verhoogde zorg: Wanneer structurele en preventieve acties niet meer volstaan. Het schoolteam is in staat om binnen de reguliere werking en de extra omkadering, zoals zorg, SES en GON, aan deze leerlingen onderwijs te bieden. Het CLB-team treedt eerder op de achtergrond op, als ondersteuning voor het schoolteam. Hoe? Hulp vragen op tussentijds overleg of op MDO (signaleren via zorgfiche → hulpvraag → handelingsplan - afspraken (zie 3.2)): Ik kan dan hulp krijgen van: - zorgcoördinator (zie 4.1): klasintern of klasextern remediëren, differentiëren -SES-leerkracht -GON-leerkracht -(CLB) Met de hulp (vb materiaal, info, …) kan ik dan weer eventueel werken in de klas (fase 0 van het zorgcontinuüm).
Fase 2: Uitbreiding zorg Wanneer bepaalde vragen niet te beantwoorden zijn in fase 1, tijdens het MDO => -Leerlingbespreking -Handelingsgerichte diagnostiek of begeleiding door CLB -Verwijzing voor externe hulp Hoe? Hulp vragen op tussentijds overleg (leerlingbespreking) via zorgcoördinator of op MDO (signaleren via zorgfiche → hulpvraag → handelingsplan - afspraken (zie 3.2)) Ik kan dan hulp krijgen van: -CLB, Logo, Revalidatiecentrum, …
Fase 3: Overstap naar een school op maat Voor de meeste leerlingen zullen de inspanningen in fase 0, 1 en 2 volstaan. Voor een enkele leerling is meer nodig. Ondanks alle investeringen om het onderwijsaanbod af te stemmen op diens onderwijsbehoeften, zijn de grenzen van de huidige school in zicht. De draagkracht van de school is bereikt en alle betrokkenen zijn het erover eens dat we op zoek moeten gaan naar een school die adequater kan inspelen op de specifieke onderwijsbehoeften van deze leerling. We zullen nu – in het belang van het kind – de overstap maken naar ‘een school op maat’. Een school die voor deze leerling meerwaarde heeft omdat ze structureel kan afstemmen op wat deze leerling nodig heeft. Het kan hierbij gaan om een andere school of een school voor buitengewoon onderwijs.
Hoe? Hulp vragen op tussentijds overleg (leerlingbespreking) via zorgcoördinator of op MDO (signaleren via Zorgfiche → hulpvraag → handelingsplan - afspraken (zie 3.2) 3
Zorgvisie - versie 07.09.12
3) Een woordje uitleg over enkele zorgtaken 3.1. Het Kindvolgsysteem 3.1.1. Het kleutervolgsysteem 3.1.1.1. Socio-emotionele ontwikkeling Aan de hand van “Groeilijnen voor hulp aan ontwikkelingsbedreigde kleuters” (blz. 1 t.e.m. 18) worden alle kleuters op klasniveau geobserveerd op gebied van: relatie met zichzelf, relatie met medekleuters, relatie met de juf en relatie met de spel- en klaswereld. A.d.h.v. bijhorende stappenplannen worden de kleuters die het moeilijk hebben positief bevestigd, gestimuleerd en aangemoedigd (llniveau) 3.1.1.2. Motorische ontwikkeling De turnjuf observeert de kleuters op klasniveau en leerlingenniveau in verband met: bewegingsgedragingen, bewegingsvaardigheden en bewegingsexpressie. A.d.h.v. “Groeilijnen voor hulp aan ontwikkelingsbedreigde kleuters” wordt fijne motoriek, zelfredzaamheid en potloodgreep op klasniveau door de kleuterjuffen geobserveerd en a.d.h.v. bijhorende stappenplannen worden de kleuters die het nodig hebben op leerlingenniveau gestimuleerd 3.1.1.3. Wiskunde A.d.h.v. het leerplan wiskunde worden de kleuters op klasniveau geobserveerd voor: -getallenkennis: hoeveelheden vergelijken en ordenen (zie leerplan blz. 40) -getallenkennis: telrij opzeggen en één-één-relatie (zie leerplan blz. 40) -meten en metend rekenen: vergelijken zonder maateenheid (zie leerplan blz. 60) -meten en metend rekenen: tijdstip – tijdsduur (zie leerplan blz. 68) -meetkunde: ruimtelijke oriëntatie: omsluiting – positie van voorwerpen (zie leerplan blz. 74) A.d.h.v. observatielijsten kan men op leerlingenniveau noteren wanneer ze de begrippen verworven hebben. De lijsten schuiven door naar de volgende kleuterklas. 3.1.1.4. Taal- en denkontwikkeling K3 gaat voor taal observeren met “Kijkwijzer taalontwikkeling in de kleuterklas” samengesteld door de zorggroep van de scholengemeenschap van Geraardsbergen-Deftinge Aan de hand van “Groeilijnen voor hulp aan ontwikkelingsbedreigde kleuters” (blz. 1 t.e.m. 32) worden alle kleuters op klasniveau geobserveerd i.v.m. taalvaardigheid, woordenschat, auditieve en visuele discriminatie, memory en logisch rangschikken, puzzelen, symboolbewustzijn en kalenders aflezen. A.d.h.v. bijhorende stappenplannen worden de kleuters op leerlingenniveau individueel gestimuleerd en opgevolgd
4
Zorgvisie - versie 07.09.12
3.1.1.5. Toeters: Alle kleuters van de derde kleuterklas maken in het midden van het schooljaar de “Toetertest”. De testen worden door de klasleerkracht geanalyseerd. Aan de hand van deze analyse wordt er op klasniveau bijgestuurd door de klasleerkracht waar het nodig is (vb. veel fouten bij “Rijmen” => extra oefenmomenten “Rijmen”). Indien het resultaat van een test bij een bepaalde leerling onder het gewenste minimum ligt, kan op leerlingenniveau een individueel remediëringsplan worden opgesteld en worden uitgevoerd door de klasleerkracht en/of het zorgteam. Aan de hand van de resultaten die blijken uit het KVS en/of uit de speel/leermomenten biedt de zorgleerkracht wekelijks individuele hulp in de klas aan de hulpbehoevenden 3.1.2. Het leerlingvolgsysteem 3.1.2.1. Spelling: Alle leerlingen van de lagere school (behalve L1) worden minimum 2 maal per jaar getest voor spelling (controledictees “Tijd voor taal”). De testen worden door de klasleerkracht geanalyseerd (via het bijhorende softwareprogramma of het analyseblad). Aan de hand van deze analyses wordt er op klasniveau bijgestuurd door de klasleerkracht waar het nodig is (vb. veel fouten aan v.t. => extra les(sen) over v.t.). De analyses van de testen van alle klassen (L2->L6) worden door de zorgcoördinator geanalyseerd om eventuele tekortkomingen in de methode “Tijd voor taal” op te sporen en op schoolniveau bij te sturen. Indien het resultaat van een test bij een bepaalde leerling onder het gewenste minimum ligt, kan op leerlingenniveau een individueel remediëringsplan worden opgesteld en worden uitgevoerd door de klasleerkracht en/of het zorgteam. Na een analyse van de testen van alle klassen (L2 -> L6) bleek dat er zwak werd gescoord op schoolniveau op verenkelen en verdubbelen. Er werden 4 extra lessen aangemaakt over verenkelen en verdubbelen waaruit de klasleerkracht kan kiezen om preventief of remediërend aan dit probleem te werken 3.1.2.2. Wiskunde: Alle leerlingen van de lagere school worden in het begin en in het midden van het schooljaar getest voor Wiskunde (toetsen LVS van het VCLB). De testen worden door de klasleerkracht geanalyseerd (via het bijhorende analyseblad). Aan de hand van deze analyse wordt er op klasniveau bijgestuurd door de klasleerkracht waar het nodig is (vb. veel fouten bij hoofdrekenen. => extra les(sen) hoofdrekenen). De analyses van de testen van alle klassen (L1->L6) worden door de zorgcoördinator geanalyseerd om eventuele tekortkomingen in de methode “Talrijk” op te sporen en op schoolniveau bij te sturen. Indien het resultaat van een test bij een bepaalde leerling onder het gewenste minimum ligt, kan op leerlingenniveau een individueel remediëringsplan
5
Zorgvisie - versie 07.09.12
worden opgesteld en worden uitgevoerd door de klasleerkracht en/of het zorgteam. Na een analyse van de testen van alle klassen (L1 -> L6) bleek dat er zwak werd gescoord op schoolniveau voor hoofdrekenen, vooral aftrekken, en dit vooral in L4 en L5. We kwamen tot het besluit dat we wat meer aandacht zouden besteden aan aftrekken dan dat er in de Nieuwe Talrijk werd aangeboden. Het aanbod in de Nieuwe Talrijk hieromtrent is te verwarrend voor de kinderen. We opteerden om steeds vanuit dezelfde strategie (splitsen) te vertrekken. Na duidelijke inoefening van de splitsingsstrategie merken we betere resultaten voor aftrekken. 3.1.2.3. Socio- emotionele ontwikkeling: Zesmaal per jaar wordt er voor elke leerling een socio- emotioneel rapport opgesteld. Aan de hand van deze rapporten wordt er op klasniveau bijgestuurd door de klasleerkracht waar het nodig is (vb. onbeleefd gedrag bij veel leerlingen in een klas => extra les(sen) over beleefdheid). De rapporten van alle klassen (L1->L6) worden jaarlijks door de zorgcoördinator geanalyseerd om eventuele tekortkomingen op te sporen en op schoolniveau bij te sturen (vb. Jaarproject “Dierenstad”). Indien het resultaat van het socio- emotioneel rapport bij een bepaalde leerling onder het gewenste minimum ligt, kan op leerlingenniveau een individueel remediëringsplan worden opgesteld en worden uitgevoerd door de klasleerkracht en/of het zorgteam. 3.1.2.4. Lezen Door een opeenvolging van beoordelingen over de leesvaardigheid, waarbij de evolutie of de hoeveelheid leeswinst bepaald wordt, willen we het leesonderricht binnen onze school gunstig beïnvloeden. De term dyslexie willen we reserveren voor leesproblemen met weinig groeimarge Bij het begin van het schooljaar wordt het AVI-niveau bepaald van alle kinderen uit het tweede en derde leerjaar. Kinderen uit de bovenbouw die AVI 9 nog niet bereikten worden ook getest. De bedoeling van deze afname is enerzijds een richtlijn te hebben naar aangepast leesmateriaal (op school, maar ook thuis). Anderzijds biedt het via de evolutietabel AVI-lezen van het leerlingendossier een zicht op de leesvorderingen van elk kind en wordt er zichtbaar welke kinderen extra ondersteuning dienen te krijgen. Verder worden ook de signaleringstoesten LVS-CSBO (woorden) afgenomen van alle kinderen op de volgende momenten - Midden eerste leerjaar. - Eind eerste leerjaar. - Begin tweede leerjaar * - Midden tweede leerjaar * - Eind tweede leerjaar * 6
Zorgvisie - versie 07.09.12
-
Begin derde leerjaar. Midden derde leerjaar. Eind derde leerjaar. * + Bijkomende genormeerde leestest (doorlopende tekst) “Oom Koen”
Het verloop en bedoeling van de afname van deze leestesten staat ook beschreven in “Stappenplan opvolging lezen voor het eerste, tweede en derde leerjaar”. Het stappenplan “Opvolging lezen tweede leerjaar” groeide uit het samenwerkingsverband van de werkgroep zorgcoördinatoren van onze scholengemeenschap. In het leerlingendossier worden de vorderingen voor technisch lezen onderbouw bijgehouden binnen het leerlingvolgsysteem. De zorgcoördinator neemt deze genormeerde toetsen af, vult scoringsformulieren in en de overzichtslijst van de klas. Hij interpreteert de leesresultaten en stelt op leerlingenniveau een individueel handelingsplan op dat uitgevoerd wordt door klasleerkracht/zorgteam. Externe hulp wordt ingeschakeld indien nodig. Door de afname van verschillende testen kunnen we binnen de groep van zwakkere lezers die kinderen met dyslexie opsporen en gerichter handelen. Door inspanningen te leveren in de volg- en begeleidingsperiode van een volledig schooljaar willen we de gebrekkige leesvaardigheid verbeteren.
Al deze gegevens van de leerlingen (+ alle andere nuttige informatie over de lln. in kwestie) worden eveneens verzameld in een leerlingendossier waardoor we duidelijker de evolutie van de prestaties van de kinderen kunnen volgen (o.a. aan de hand van lijngrafieken) gedurende gans hun kleuter en lagere school.
3.2. Overleg -Ons zorgteam werkt nauw samen met het CLB. Maandelijks hebben we minstens één overleg met het CLB waarop eventuele problemen kunnen vermeld, besproken en opgelost worden met behulp van de deskundigheid van de CLB-medewerkers. Wekelijks is er contact via e-mail: interventies aanvragen, info, afspraken maken, verslagen opsturen, ... - MDO:
-3 maal per jaar -het MDO heeft plaats in de PC-klas -o.l.v. zorgcoördinator -aanwezigen: zorgcoördinator, klasleerkracht, zorgleerkracht, CLB, directeur, eventueel externe experten -het MDO wordt voorbereid door de klasleerkacht: probleemstelling, reeds gedane zorginitiatieven en hulpvraag (= vragen 1, 2, 3 van de MDO-fiche) worden ingevuld op de MDO-fiche voor de leerlingen die dienen besproken te worden op het MDO (→ de klasleerkracht signaleert). Tijdens het MDO 7
Zorgvisie - versie 07.09.12
trachten de aanwezigen een handelingsplan op te stellen (zie 4 op MDO-fiche) voor de leerling(en) in kwestie. Het handelingsplan wordt nadien uitgevoerd door de klasleerkracht en/of zorgteam en/of externen. -De zorgcoördinator en SES-leerkracht vergaderen regelmatig met zorgcoördinatoren en GOK-leerkrachten uit de regio Denderdal via een netwerkgroep waarin ieder z’n ervaringen kwijt kan en waarin men van elkaar kan leren. -De zorgcoördinator en SES-leerkracht van de school maken ook deel uit van de gespreksgroep van zorgcoördinatoren en SES-leerkrachten van de scholengemeenschap. -De zorgcoördinator organiseert contacten met CLB, therapeuten, …, en andere experten. -De zorgcoördinator (lager) is o.a. wekelijks aanspreekbaar tijdens een “spreekuur” (dinsdag van 10.25 uur tot 10.45 uur en woensdag van 10.25 uur tot 10.45 uur), op dit moment kunnen o.a. problemen door klasleerkrachten gesignaleerd worden. -Het zorgteam is aanspreekbaar voor ouders om te praten over eventuele problemen die zich voordoen binnen de school rondom hun kind(eren) teneinde oplossingen te kunnen zoeken.
3.3. Hulp door zorgteam binnen en buiten het klasgebeuren Het zorgteam staat in voor de begeleiding van individuele leerlingen of groepjes bij lees-, reken-, schrijf- en / of socio-emotionele problemen. Ook de sterkere lln. hebben recht op individuele begeleiding om ook deze kinderen op hun niveau te kunnen benaderen. Dit kan zowel binnen als buiten de eigen klas gebeuren.
3.4. Projecten, zorginitiatieven organiseren (preventief en/of remediërend) Het zorgteam en klasleerkachten engageren zich om zorgprojecten op schoolniveau uit te werken. -Jaarproject “Dierenstad”: preventief werken rond socio- emotionele vaardigheden aan de hand van de axenroos. Vanuit de leerkrachten werd geopteerd om hiermee te starten vanaf september 06.
3.5. Bijscholingen -Het zorgteam engageert zich om zich bij te scholen (zie lijst bijscholingen).
3.6. Hulp bieden op leerkrachtenniveau door het zorgteam -Materiaal aanmaken, informatie opzoeken, informeren, coachen, overleg/spreekuur, handelingsplannen opstellen. 8
Zorgvisie - versie 07.09.12
3.7. Zorg in de computerklas In het 4e, 5e en het 6e leerjaar worden o.l.v. de ICT- en zorgcoördinator wekelijks de computers gebruikt in het kader van:
1) hoekenwerk 2) differentiatie 3) zorg 4) niveaurekenen 3.7.1. Hoekenwerk: Elke computer vormt een hoek. Aan elke computer is een verschillende opdracht gekoppeld die ze “zelfstandig” trachten uit te voeren. De opdrachten zijn verdeeld in verschillende categorieën: -Taal: spelling, begrijpend lezen, gericht luisteren, taalsystematiek -Wiskunde: meten en metend rekenen, getallen, hoofdrekenen -W.O.: de lln. lossen opdrachten op gekoppeld aan enkele van hun W.O.-thema’s die ze in de loop van het jaar in de klas leren -Frans: de lln. oefenen de geziene leerstof van de tekst die ze op dit moment zien in de klas Elke computer vormt een schakel van een ketting die de lln. doorlopen. Elke week schuiven de leerlingen één computer op via een doorschuifsysteem.
3.7.2 Differentiatie: In de meeste softwareprogramma’s kun je kiezen uit verschillende niveaus. De leerlingen worden aangeraden te beginnen met “gemiddeld”, indien dit te moeilijk is gaan ze naar “gemakkelijk”. Indien “gemiddeld” te gemakkelijk is gaan ze naar “moeilijk”. Ieder werkt dus op z’n eigen niveau en tempo en tracht op die manier telkens een stapje verder te komen.
3.7.3. Zorg: Leerlingen die extra zorg nodig hebben tengevolge van bijvoorbeeld een slecht resultaat op een controledictee, krijgen vanuit het remediëringsplan hierop remediëringsoefeningen (zie Spellingmachientjes) of typopdrachten wanneer ze aan de computer “Spelling” zitten. De sterkere leerlingen krijgen op hun beurt dan weer de kans om in de computerklas via het niveau “moeilijk” moeilijkere oefeningen dan de oefeningen die ze in de klas krijgen te maken. Op die manier kunnen we niet alleen zorg bieden aan bijvoorbeeld de zwakke spellers maar ook aan de rekenknobbels die hun honger naar meer, beter, moeilijker gestild zien door het rijke aanbod oefeningen waaruit ze kunnen kiezen.
9
Zorgvisie - versie 07.09.12
3.7.4. Niveaurekenen: Via het programma “Hoofdwerk” gaan de kinderen hoofdrekenen, ieder op z’n eigen tempo en eigen niveau.
3.8. De leerlingenraad De zorgcoördinator begeleidt maandelijks de leerlingenraad. Doel: het welbevinden van de leerlingen in onze school verhogen.
3.9. Zorgtaken vanuit het GOK-beleid waren: -Tijdens de eerste GOK-cyclus (schooljaren 2005-2006, 2006-2007 en 2007-2008) werkten we binnen volgende twee peilers een aantal concrete thema’s uit : 1. Socio-emotionele ontwikkeling: -
Project derde kleuterklas-eerste leerjaar: hier verhogen we de betrokkenheid van de derde kleuters naar het eerste leerjaar toe.
-
Thema Dierenstad.
-
Project meter- en peterschap 6e leerjaar – 1e kleuterklas: kleuters die de stap naar school zetten, voelen er zich vlugger thuis.
-
Rapportering naar socio-emotionele vaardigheden.
2. Preventie en remediëring: -
Invoeren van coöperatieve werkvormen: om de betrokkenheid van de leerlingen te bewerkstelligen.
-
Leesbevordering en niveaulezen.
Leesbevordering vindt plaats in het tweede en indien nodig in het derde leerjaar. Leerlingen komen gedurende een bepaalde periode (in samenspraak met klastitularis) bij de ZORGGOK-juf leesmateriaal halen om thuis te lezen. Ouderbetrokkenheid wordt aangemoedigd. -Tijdens de tweede GOK-cyclus (schooljaren 2008-2009, 2009-2010 en 2010-2011) werken we binnen volgende twee peilers aan volgende concrete thema’s : 1. Socio-emotionele ontwikkeling : -
Speelmaatjes Leefregels Afspraken speelplaats Speelplaatswerking Relationele vorming. 10
Zorgvisie - versie 07.09.12
2. Doorstroming en oriëntering : -
Beleid rond zittenblijven. Beleid rond klas overdoen. Gedifferentieerd evalueren en curriculumdifferentiatie. Beleid rond schoolloopbaan.
Deze laatste 2 peilers worden verder uitgewerkt tijdens de SES-uren
3.10. Verhogen van kleuterparticipatie: ZORG + Kleuterparticipatie verhogen is tevens een onderdeel van het Gelijke Onderwijskansenbeleid. Binnen onze scholengemeenschap Geraardsbergen-Deftinge wil de ZORG + coördinator in alle kleuterscholen van onze scholengemeenschap samen met betrokkenen een beleid ontwikkelen om van bij de start in de kleuterschool alle kleuters optimale ontwikkelingskansen te bieden. Binnen de scholengemeenschap wordt expertise rond ZORG+ beleid uitgewisseld. Concreet betekent ZORG + : - Oog hebben voor niet-ingeschreven kleuters -
Aandacht hebben voor het regelmatig naar school komen.
-
Tijdig in het kleuterklasje aanwezig zijn.
Verder worden ook in lokale samenwerkingsverbanden, rond kleuterparticipatie, initiatieven ondernomen. LOP, Kind en Gezin zijn enkele van deze samenwerkingsverbanden.
3.11. Zelfevaluatie Elk schooljaar wordt ons zorgbeleid geëvalueerd door het zorgteam en de leerkrachten om eventuele zorginitiatieven bij te sturen, op te richten of te beëindigen.
11
Zorgvisie - versie 07.09.12
4. Functiebeschrijving + taakverdeling 4.1 Zorgcoördinator:
Stefan (10/36): lager Melissa (8/36): kleuters
4.1.1. Schoolniveau: -De analysebladen van de testen Wiskunde en Spelling van het LVS op schoolniveau analyseren om eventueel de methoden van Wiskunde en Spelling op schoolniveau bij te sturen. (Lager) -Het LVS voor socio-emotionele vaardigheden analyseren op schoolniveau om eventueel op schoolniveau bij te sturen (vb. Jaarproject Dierenstad) (zie 3.5). (Lager) -De zorgcoördinator engageert zich om zich bij te scholen. -Bijwonen van netwerkgroepen (zie 3.2): de zorgcoördinator en SES-leerkracht vergaderen regelmatig met zorgcoördinatoren en GOK-leerkrachten uit de regio Denderdal via een netwerkgroep waarin ieder z’n ervaringen kwijt kan en waarin men van elkaar kan leren. -Overleg organiseren: (zie 3.2) -MDO -maandelijks zorgoverleg met CLB -wekelijks contact met CLB via mail, telefoon, … -de zorgcoördinator is o.a. wekelijks aanspreekbaar tijdens een “spreekuur” (Lager: dinsdag van 10.25 uur tot 10.45 uur en woensdag van 10.25 uur tot 10.45 uur), op dit moment kunnen o.a. problemen door klasleerkrachten gesignaleerd worden -De zorgcoördinator organiseert contacten met CLB, therapeuten, …, en andere experten. -Elk schooljaar wordt ons zorgbeleid geëvalueerd door het zorgteam en de leerkrachten om eventuele zorginitiatieven bij te sturen, op te richten of te beëindigen.
4.1.2. Leerkrachtenniveau -Materiaal aanmaken, informatie opzoeken, informeren, coachen, overleg/spreekuur, handelingsplannen opstellen.
4.1.3. Leerlingenniveau -Individuele leerlingen (of kleuters) of groepjes begeleiden bij lees-, reken-, schrijf- en / of socio-emotionele problemen. Dit kan zowel binnen als buiten de eigen klas gebeuren -Leerlingenraad begeleiden (Lager). -Begeleiding hoekenwerk en niveaurekenen in de PC-klas (zie 3.8). (Lager)
4.2. Klasleerkracht -zie punt 2
4.3. SES-leerkracht Anne: 12/24 12
Zorgvisie - versie 07.09.12