Vlaamse Regering Kabinet van de vicc-minister-president, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming Hendrik Consciencegebouw Koning Albert ll-laan 15. 1210 BRUSSEL Tel. 02-552 68 00 - Fax. 02-552 68 01 E-mail;
[email protected] E-mail:
[email protected]
VDAB T.a.v. dhr. Pons LEROY Administrateur-generaal Keizerslaan 11 1000 Brussel
uw kenmerk
ons kenmerk WG/WO/Wl/a50713/11417
bijlagen 1
vragen naar / e-mail
[email protected]
telefoonnummer 02/552.68.63'
datum
Betreft:
i 5 07- m i
Beheersovereenkomst Vlaamse Regering en de VDAB voor 2005 - 2009
Mijnheer de Administrateur-Generaal,
In bij lage gelieve u een originele versie te vinden van het 'Ontwerp van beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding voor de periode 2005-2009'.
Met vriendelijke groeten,
Mieke Van Gramberen Kabinetschef
Ontwerp van beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding voor de periode 2005-2009 Tussen de Vlaamse Regering, hiema genoemd "de regering", vertegenwoordigd door de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, de heer Frank VANDENBROUCICE, enerzijds, en de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, hiema genoemd VDAB, met zetel gevestigd te 1000 Brussel, Keizerslaan U, vertegenwoordigd door het beheerscomité, met als voorzitter de heer Hubert COSSEY, en door zijn waarnemend administrateur-generaal, de heer E. VERSCHUEREN, anderzijds, wordt volgende beheersovereenkomst afgesloten:
m
Artikel 1. Voorwerp van de overeenkomst Deze beheersovereenkomst wordt afgesloten ter uitvoering van art.12, paragraaf 2, lste lid van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding. Deze beheersovereenkomst wordt tevens afgesloten overeenkomstig artikel 14 van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 9 juli 2003, het Vlaams regeerakkoord 2004-2009 en de beleidsnota Werk 2004-2009. ' f-w
In uitvoering van het VDAB-decreet van 7 mei 2004 en de compartimentering van dc VDAB . zoals bepaald in het Vlaams Regeerakkoord 2004-2009 wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de regie- en actor-opdrachten van VDAB, en dit zowel beheersmatig, budgettair als managementmatig : Beheersmatig impliceert dat een duidelijk onderscheid gemaakt wordt tussen de regie- en actoropdrachten in deze beheersovereenkomst met de Vlaamse regering; Budgettair impliceert dat de financiële stromen en de allocatie van middelen transparant verlopen voor zowel de regie- ais actortaken; Managementmatig impliceert een transparant onderscheid tussen de regie- en actordienstverlening in de inteme organisatie en structuur van VDAB. De opdrachten van VDAB als regisseur en actor worden in het kader van deze beheersovereenkomst opgevolgd en geëvalueerd met behulp van een aantal doelstellingsparameters en monitoringsindicatoren, zoals opgenomen in addendum 1 en 2 van deze beheersovereenkomst. De concrete kwantitatieve objectieven voor elk van de doelstellingsparameters maken ook integraal deel uit van deze beheersovereenkomst. Deze worden uiterlijk 1 juni 2005 vastgelegd in overleg tussen beide contractanten en toegevoegd als een addendum aan deze beheersovereenkomst. A. De verbintenissen van de VDAB situeren zich op het vlak van: 1. haar decretale opdrachten; 2. optimaal beheer van de werkingsmiddelen; 3. de terbeschikkingstelling van gegevens; 4. de VDAB als werkgever.
B. De verbintenissen van de Vlaamse Regering situeren zich op het vlak van: 1. de budgettaire middelen voor het verzekeren van de decretale opdracht, met uitzondering van de opdrachten die zelffinancierend zijn; 2. de garantie bieden dat het personeel op een efficiënte wijze kan worden ingezet binnen het wettelijk kader van het personeelsstatuut van het Ministerie van dc Vlaamse Gemeenschap; 3. de terbeschikkingstelling van gegevens die de VDAB nodig heeft voor het garanderen van een goede werking; 4. de bevoegdheden van RESOC en SERR met betrekking tot de werking van de VDAB (cf tut i kei 16); 5. het faciliteren van dc opdrachten die de VDAB dient uit te oefenen in het kader van de in A. opgesomde verbintenissen.
Artikel 2. Duur van de overeenkomst en datum van inwerkingtreding Deze beheersovereenkomst heeft èen duur van 5 jaar met ingang van 1 januari 2005. Als bij het verstrijken van deze beheersovereenkomst geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden, wordt de bestaande overeenkomst van rechtswege verlengd, tot op het ogenblik dat een nieuwe beheersovereenkomst in werking treedt. Als er geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden binnen een termijn van 1 jaar na het verstrijken van de beheersovereenkomst, kan de Vlaamse regering na overleg met de VDAB voorlopige regels vaststellen die als overgangsbeheersovereenkomst gelden. Artikel 3. Definities Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder: Universele dienstverlening: het geheel van basisdienstverlening aan werkzoekenden, werknemers en werkgevers inzake werk en opleiding die als dienst van algemeen belang gratis door de VDAB worden gewaarborgd. Arbeidsbemiddeling: de activiteiten die erop gericht zijn werkzoekenden en werknemers bij te staan bij het zoeken van nieuw werk of werkgevers bij het zoeken van geschikte arbei dskrachten. Basisdienstverlening voor werkzoekenden : omvat het klantenonthaal, de inschrijving, de herinschrijving, ondersteuning aan de zelfbedieningspc's, informatie over opleiding en werk, de verwijzing op vacatures, afleveren van attesten en andere administratieve formaliteiten en de wekelijkse vacaturematching. Basisdienstverlening voor werkgevers omvat de registratie van vacatures, het bekendmaken onder verschillende vormen van de vacatures, de matching onder verschillende vormen, informeren van de werkgever over overheidsmaatregelen, het coachen van werkgevers in functie van een optimale invulling van de vacatures (vb. kwalitatieve formulering en registratie van vacatures) en het verstrekken van advies over het voeren van een diversiteitsbeleid inzake vacaturebehandeling.
V
Basisdienstverlening voor werknemers (op eigen verzoek) : omvat dc registratie als werkend werkzoekende, de informatie over én aankoop van opleidingscheques voor werknemers evenals de toegang tot de informatietools en zelfredzaamheidstools van de VDAB (vb. beroepsvoorkeur- en beroepsgeschiktheidstesten, gebruik van mijnVDAB, persoonlijke selectie van vacatures op VDAB-databanken, wekelijkse automatische vacaturematching, raadpleging opleidingsaanbod). Traject: is de kortste weg tussen niet-arbeid en passende duurzame arbeid. Een traject is een geplande, efficiënte en flexibele aaneenschakeling van verschillende stappen in cen logische volgorde, met als doel de inschakeling in de arbeidsmarkt en het significant verhogen van de tewerkstellingskansen.
Sluitende aanpak voor werkzoekenden: De sluitende aanpak voor werkzoekenden omvat een traject op maat voor zowel kortdurig als langdurig werkzoekenden. Voor de kortdurig werkzoekenden betekent dit dat tijdig een nieuwe start wordt geboden via het getrapte begeleidingsmodel, en dit in uitvoering van het Vlaams Regeerakkoord 20042009 waarin bepaald wordt dat elke werkzoekende binnen de 6 maanden wordt opgeroepen om een aangepast en verplicht individueel traject te volgen. De langdurig werkzoekenden worden gefaseerd benaderd, rekening houdend met de federale uitwerking van de controle op de beschikbaarheid. Het traject dat een werkzoekende in het kader van dit 'traject op maat' doorloopt is gericht op de kortste weg naar duurzaam werk. Geïntegreerde dienstverlening: het geheel van afgestemde dienstverlening die door de partners die diensten aanbieden in de werkwinkels wordt aangeboden en die, wat de dienstverlening aangeboden door VDAB betreft, in elk geval de basisdienstverlening voor werkzoekenden en de trajectwerking omvat. Deze geïntegreerde dienstverlening omvat dus het gezamenlijk aanbod van de diverse werkwinkel-partners (VDAB, OCMW, ATB, PWA, ...), zoals het in één concept en lokatie (de werkwinkel) wordt aangeboden met behulp van één cliëntvolgsysteem. Werkwinkel: een vlot bereikbaar en toegankelijk fysisch loket dat tot taak heeft, enerzijds, het verzorgen van de geïntegreerde dienstverlening en, anderzijds, het verschaffen van de basisinformatie voor werkzoekenden en gebruikers inzake de lokale dienstenwerkgelegenheid (o. m. dienstencheques, buurt- en nabij heidsdiensten, ...). Statuut van de werkzoekende ; het geheel van de bepalingen inzake de rechten en plichten van de werkzoekende; deze rechten en plichten maken deel uit van de trajectovereenkomst die met elke werkzoekende wordt afgesloten. Competentiecentrum: een fysieke lokatie of cluster van lokaties waar de volgende dienstverlening wordt verstrekt: informatieverstrekking, gespecialiseerde screening, competentieontwikkcling (opleiding), loopbaanbegeleiding, de certificering en de inschatting en herkenning van verworven competenties. Aanvullende opdrachten in opdracht van de Vlaamse regering: taken die aan de VDAB werden toevertrouwd gezien hun relatie met het operationele arbeidsmarktbeleid en die worden aangegeven met cen afzonderlijke kostprijs ten einde de wendbaarheid en de financiëie transparantie te verhogen.
Arbeidsmarktregie : het voeren van een effectieve en efficiënte arbeidsmarktregie impliceert in eerste instantie het operationaliseren van de door de politieke overheid toevertrouwde opdrachten inzake arbeidsmarktbeleid (bijvoorbeeld via jaaractieplannen), het in kaart brengen en ordenen van de activiteiten van de betrokken arbeidsmarktspelers (bijvoorbeeld via labeling van actoren in het kader van de opleidingscheques voor werknemers), het verwezenlijken van de afstemming tussen de betrokken spelers door het opnemen van een coördinerende rol (bijvoorbeeld via uitbesteding), het bewerkstelligen van oplossingen en het opzetten van een transparant en permanent arbeidsmarktgegevenssysteem (bijvoorbeeld via het ter beschikking stellen van arbeidsmarktstatistieken). Voor een doelmatige invulling van het regisseursschap dient de regisseur een uitvoeringsfiliaal te hebben, de "regie-uitvoering", zodat zij de garantie kan bieden op een kwalitatieve basisdienstverlening voor werkzoekenden, werknemers en werkgevers, de gegevensregistratie en opdrachten in het kader van het samenwerkingsakkoord van 30 april 2004 tussen de Federale staat, de Gewesten en de Gemeenschappen betreffende de actieve begeleiding en opvolging van werklozen, de objectieve meting van de afstand van de werkzoekenden tot de arbeidsmarkt en de eerste diagnosestelling. Wat de trajectwerking betreft, staat de arbeidsmarktregisseur zelf in voor de trajecttoewijzing en de trajectbewaking, dit met het oog op een onafhankelijke trajectallocatie en —uitvoering. Regie-uitvoering : opdrachten die door de Vlaamse Regering en/of de arbeidsmarktregisseur aan de VDAB worden toevertrouwd en gericht zijn op de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid onder toezicht van de arbeidsmarktregisseur. De regie-uitvoering voert deze opdrachten ofwel zelf uit ofwel via uitbesteding aan gecertificeerde arbeidsmarktspelers. Binnen het hierboven vermelde kader situeren zich minimaal de volgende opdrachten voor de regie-uitvoering: 1. de basisdienstverlening voor werkzoekenden, werknemers en werkgevers; 2. de kwalificerende intake (algemene screening) en de opmaak van trajectvoorstellen en trajectovereenkomsten op basis van een objectieve meting van de afstand van de werkzoekenden tot de arbeidsmarkt en de eerste diagnosestelling; 3. de begeleiding en ondersteuning van werkzoekenden op hun vraag of in het kader van de sluitende aanpak met het oog op een snelle en passende inschakeling op de arbeidsmarkt anderzijds. Opdrachten 1 en 2 kunnen enkel uitgevoerd worden door VDAB of door VDAB erkende organisaties. Actor: overheidsactor die opdrachten uitvoert die door de Vlaamse regering en/of de arbeidsmarktregisseur aan de VDAB worden * toevertrouwd én gericht zijn op de uitvoering van dc dienstverlening in de competentiecentra. In de compctcnticcentra worden de volgende services aangeboden : informatieverstrekking, gespecialiseerde screening, competentie-ontwikkeling (opleiding), loopbaanbegeleiding, inschatting en herkenning van competenties en certificering.
Artikel 4, Algemeen juridisch kader De overeenkomst kadert in het Europees regelgevend kader enerzijds en de decretale opdrachten van de VDAB anderzijds, zoals omschreven in: -
het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (De Vlaamse regering moet de datum van inwerkingtreding nog bepalen. Momenteel (mei 2005) geldt nog het decreet van 20 maart 1984 houdende oprichting van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en het decreet van 20 maart 1984 houdende uitbreiding van de bevoegdheden van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling);
-
artikel 3 van het decreet van 13 april arbeidsbemiddeling in het Vlaams Gewest;
-
het decreet van 30 april 2004 houdende het Handvest van de Werkzoekende;
1999 met betrekking tot de private
het decreet van 4 juni 2003 betreffende het inwerkingsbeleid; -
het decreet van 8 mei 2002 betreffende de evenredige participatie op de arbeidsmarkt.
Aan deze decretale opdrachten kan door deze beheersovereenkomst geen afbreuk worden gedaan. De VDAB verbindt zich tot het opnemen van bijkomende taken die de overheid haar nog zal opdragen, conform de bepalingen over de financiering ervan door de Vlaamse regering (zie artikel 13). Artikel 5. Regeringsbeleid De VDAB draagt via haar werking bij tot het realiseren van de doelstellingen in het Vlaams regeerakkoord 2004-2009 en de Beleidsnota Werk 2004-2009. In deze beleidsteksten komen twee centrale doelstellingen naar voor: meer mensen aan het werk en meer ruimte voor talenten. - Doelstelling 1: Meer mensen aan het werk De doelstelling 'meer mensen aan het werk' geldt als topprioriteit in het Vlaamse regeerakkoord en in de Beleidsnota Werk 2004-2009. Concreet wordt gestreefd naar een jaarlijkse stijging van de werkzaamheidsgraad. Deze centrale doelstelling wordl gerealiseerd door: 1. werkzoekenden op cen actieve wijze toe le leiden naar werk via cen sluitende aanpak van kortdurig én langdurig werkzoekenden; 2. de focus te richten op een aantal kansengroepen die momenteel beperkt deelnemen aari de arbeidsmarkt, met name de ouderen, kortgesehooiden, allochtonen en personen met een arbeidshandicap; 3. mensen die aan het werk zijn, ook aan het werk houden, door kwalitatieve jobs en door de vervroegde uittrede te vertragen, o.m. door hertewcrkstelling na herstructurering te stimuleren.
Doelstelling 2: Meer ruimte voor talenten Het creëren van ruimte voor de ontwikkeling van talenten vormt de tweede grote uitdaging. Een performante arbeidsmarkt (h)erkent en valoriseert de talenten van iedereen op de juiste plaats. Dit moet resulteren in een toename van het levenslang en het levensbreed leren en een drastische verhoging van de participatie aan volwassenenvorming. Gelijke kansen voor iedereen zijn in deze een belangrijke basis. Er dreigt immers een verdere dualisering in de samenleving, namelijk tussen wie zich kan ontwikkelen en wie dit niet doet of kan. Artikel 6. Missie en kernopdrachten 1. Missie van het agentschap :
VDAB heeft als missie om, in het belang van werkgevers, werknemers en werkzoekenden, enerzijds, de arbeidsbemiddeling en, anderzijds, de begeleiding en de opleiding met het oog op de levenslange en duurzame inschakeling op de arbeidsmarkt van werkzoekenden en werknemers te verzekeren, organiseren en te bevorderen.
^ W
Om deze doelstellingen te bereiken zal de VDAB: in haar kernopdracht van dienstverlening ten aanzien van werkzoekenden een sluitende aanpak realiseren, zoals voorzien in het Vlaams Regeerakkoord 2004-2009 waarin bepaald wordt dat elke werkzoekende binnen de 6 maanden wordt opgeroepen om een aangepast en verplicht individueel traject te volgen; bijdragen tot een verbetering van de afstemming tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt; conform het Vlaams Regeerakkoord 2004-2009 vanuit een partnerschapsbenadering op een dynamische en transparante wijze samenwerkingsverbanden aangaan met alle actoren, waaronder aangepaste uitbestedingsformules; via haar acties streven naar een evenredige participatie van kansengroepen op de arbeidsmarkt; de nodige maatregelen treffen om elke vorm van rechtstreekse of onrechtstreekse discriminatie op de arbeidsmarkt tegen te gaan, en zowel in haar regie- als actoropdrachten uitvoering geven aan de doelstellingen vervat in het decreet van 8 mei 2002 betreffende de evenredige participatie op de arbeidsmarkt; het bevorderen van de aanpasbaarheid en inzetbaarheid van werkzoekenden, werknemers en werkgevers; haar instrumentarium optimaliseren door het nog transparanter, efficiënter en effectiever maken.
(^
2. Kernopdrachten van het agentschap :
Het Regeerakkoord wijst op de noodzaak om een compartimentering binnen de VDAB aan te brengen. Deze compartimentering wordt doorgevoerd binnen het kader van het VDABdecreet van 7 mei 2004. De VDAB zal haar inteme organisatie en de allocatie van middelen aanpassen zodanig dat een duidelijk onderscheid tussen zijn regie- en actoropdrachten kan gemaakt worden (zie artikel 1). Het onderscheid tussen beide taakstellingen moet beheersmatig (via de beheersovereenkomst en de set van parameters), budgettair en managementmatig zichtbaar zijn uiterlijk medio 2005 en samensporen met het uitbestedingsbeleid in het kader van de sluitende aanpak.
2.1. De arbeidsmarktregte van de VDAB is gericht op : Het waarborgen van de universele dienstverlening en het volgens een gezamenlijk concept aansturen van de geïntegreerde dienstverlening, rekening houdend met het concept van traject werking en het aanbieden van deze dienstverlening via de lokale werkwinkels. Inzake werkwinkels impliceert dit onder meer: o Erkenning en labeling van de actoren, verzekeren van de organisatie van opleidingen van consulenten; o Zorgen voor een aanbod van gestandardiseerde instrumenten - garanderen van ftmctionele toegang tot databanken; o Waken over de gelijkwaardige toepassing van deontologische voorschriften voor zowel werkwinkel consul enten als VDAB-consulenten (privacywetgeving/ handvest van de werkzoekende). Het verzekeren van cen onathankelijke trajecttoewijzing en trajectbewaking.
trajectallocatie
en
-uitvoering
via
Het waarborgen van de realisatie van de sluitende aanpak en de trajectwerking voor werkzoekenden. o Dc sluitende aanpak wordt op marktconforme wijze gerealiseerd door beroep te doen op de overheidsactor en op derden, o.a. via het uitbestedingsbeleid en de organisatie van de proeftuin tendering. Met deze samenwerking geeft VDAB concreet uitvoering aan het Vlaams Regeerakkoord 2004-2009, waarin bepaald wordt dat de VDAB op een dynamische en transparante wijze samenwerkingsverbanden zal aangaan met alle actoren, waaronder aangepaste uitbestedingsfonnules. Hierdoor wordt de marktkennis en expertise van de diverse actoren optimaal benut, en kan flexibel worden ingespeeld op de conjunctuur- en marktgebonden schommelingen in de vereiste capaciteit op vlak van arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding voor Vlaamse werkzoekenden. Het waarborgen van cen geïntegreerde aanpak van hertewerkstclling na herstructurering. Deze aanpak moet gericht zijn op het verhogen van dc hcrtewerkstellingskansen van de betrokken werknemers, via de gecoördineerde inzet van de instrumenten opleidingssteun, tewerkstellingscellen, sectorconvenants, sociaal interventieadviseurs en het herplaatsingsfonds. De centrale regisseur zal de centrale aanslurings-, verzamel-,
uitbestedings-, monitoring- en evaluatie-instantie zijn bij de verschillende maatregelen (met o.a. het herplaatsingsfonds). De realisatie van deze opdracht zal in het kader van deze beheersovereenkomst worden opgevolgd via het bereik van de acties voor de met ontslag bedreigde/ontslagen werknemers. De erkenning en labeling van de instanties actiefin het domein van de arbeidsmarkt (incl. professionele vorming) voor zover door het Vlaamse Parlement of de Vlaamse regering aan de VDAB toevertrouwd. Het faciliteren en stimuleren van partnerschappen en netwerken met de andere overheidsactoren en de commerciële en niet-commerciële private actoren. o
o
In uitvoering van het VDAB-decreet van 7 mei 2004 wordt deze samenwerking met andere actoren gerealiseerd in het kader van de werkwinkel, met de sectoren in de competentiecentra, en met de Syntra en diverse andere vormings- en onderwijsactoren.
^x
ïn uitvoering van het decreet betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid van 28 februari 2003, van het decreet van 4 juni 2003 betreffende het inwerkingsbeleid, van hel decreet van 7 mei 2004 betreffende de Huizen van het Nederlands zal de samenwerking met de onthaalbureaus en de Huizen van het Nederlands verder geoptimaliseerd worden, dit in de eerste plaats met het oog op cen betere overgang van het primaire naar het secundaire inburgeringstraject en op een betere gegevensuitwisseling tussen alle partners.
Het faciliteren en stimuleren van Europese en intemationale netwerking binnen de reguliere middelen. Voor zover ze door de Vlaamse regering niet aan andere actoren werden toegewezen: toekennen van tegemoetkomingen met het oog op de inschakeling op de arbeidsmarkt sociale secretari aalsfunctie voor de tewerkstellingsprogramma's en IBO, administratieve afhandeling opleidingscheques, het toekennen van de premies stimulering van een opleidingskeuze naar knelpuntenberoepen enz.).
het (de de ter
Het stimuleren, dissimineren en coördineren (voor zover ze door de Vlaamse regering niet aan andere instanties zijn toevertrouwd) op Vlaams niveau van de productontwikkeling en innovatie inzake de dienstveriening aan werkzoekenden, werknemers en werkgevers inzake arbeidsbemiddeling, opleiding en begeleiding met het oog op de inschakeling op de arbeidsmarkt. Het waarborgen van databeheer, -analyse en -communicatie met het oog op kcnnisverzameling en verspreiding inzake de arbeidsmarkt en zijn werking: o verzamelen, aanleveren en verspreiden van beleidsgegevcns over de Vlaamse arbeidsmarkt; o verwerken van arbeidsmarktgegevens tot relevante rapporten (zowel uit eigen initiatief als op vraag van het beleid); o pro-actief leveren van beleidsadviezen.
(f^h
2.2. De regie-uitvoering van de VDAB is gericht op de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid onder toezicht van de arbeidsmarktregisseur. De regie-uitvoering voert deze opdrachten ofwel zelf uit ofwel via uitbesteding aan gecertificeerde arbeidsmarktspelers. De regie-uitvoering voert minimaal de volgende opdrachten uit (cf. artikel 3): -
de basisdienstverlening voor werkzoekenden, werknemers en werkgevers;
-
de kwalificerende intake (algemene screening) en de opmaak van trajectvoorstellen en trajectovereenkomsten op basis van een objectieve meting van de afstand van de werkzoekenden tot de arbeidsmarkt en de eerste diagnosestelling;
-
de begeleiding en ondersteuning van werkzoekenden op hun vraag of in het kader van de sluitende aanpak met het oog op een snelle en passende inschakeling op de arbeidsmarkt anderzijds.
2.3. De actor-opdrachten van de VDAB zijn gericht op de uitvoering van de dienstverlening in de competentiecentra informatieverstrekking, gespecialiseerde screening, competentieontwikkeling (opleiding), loopbaanbegeleiding, certificering en dienstverlening op het vlak van de inschatting en herkenning van verworven competenties, onder meer in het kader van de uitvoering van het decreet 'Titels van beroepsbekwaamheid' van 30 april 2004.
Artikel 7. Strategisch plan De vertaling van de engagementen in deze beheersovereenkomst in concrete kwantitatieve objectieven wordt vastgelegd in overleg tussen beide contractanten, en maakt er als addendum integraal deel van uit, conform de bepalingen in artikel 1.
iS)
De VDAB vertaalt deze beheersovereenkomst in cen meeijarenondememingsplan (MJOP) dat dezelfde looptijd heeft als de beheersovereenkomst (2005-2009). In dit MJOP worden de engagementen van de VDAB geconcretiseerd en uitgewerkt in functie van de concrete realisaties van het agentschap. Het meerjarenondememingsplan zal elk jaar worden verfijnd in een jaaractieplan (JAP). Het MJOP wordt in 2005 samen met het eerste JAP goedgekeurd door het VDAB-beheerscomité, na overleg met dc Vlaamse regering conform de bepalingen over de jaarlijkse evaluatie van deze beheersovereenkomst (zie artikel 22). In het MJOP en het JAP wordt op een herkenbare en transparante wijze aangegeven welke acties de VDAB neemt t.a.v. werkzoekenden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en hoe uitvoering wordt gegeven aan de Samenwerkingsakkoorden tussen de Vlaamse Regering en de regeringen van de andere Deelstaten inzake arbeidsmarktbeleid. De subregionale invulling van het JAP wordt voor advies voorgelegd aan de RESOC's.
De Beleidsnota Werk 2004 - 2009 geeft de uitdagingen aan die in deze legislatuur zullen worden opgenomen. Deze beleidsvisie vormt de basis voor de engagementen die zijn opgenomen in deze beheersovereenkomst, die worden geoperationaliseerd in concrete parameters. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de parameters, waarvoor een norm afgesproken wordt, en waarop VDAB bijgevolg kan afgerekend worden {de doelstellingsparameters), en parameters waarvoor geen normen vooropgesteld worden, maar die wel van belang zijn in de opvolging van de beheersovereenkomst {de monitoringsindicatoren). De doelstellingsparameters en monitoringsindicatoren worden weergegeven respectievelijk in addendum 1 -en 2. Aanpassingen in de definiëring en berekeningswijze van de verschillende parameters zijn mogelijk in overleg tussen beide contractanten. De specifieke objectieven en verbeterdoelen m.b.t. de doelstellingsparameters worden jaarlijks bepaald in het jaaractieplan. Als dit nodig blijkt uit de evaluatie van de realisaties van het afgelopen jaar kunnen in het volgende jaaractieplan ook nieuwe doelstellingen m.b.t. de monitoringsindicatoren worden afgesproken.
Artikel 8. Arbeidsmarktregie Voor de omschrijving van de arbeidsmarktregie van de VDAB wordt verwezen naar de definitie in artikel 3 en de meer concrete omschrijving in artikel 6.
Artikel 9. Regie-uitvoering 1.
Basisdienstverlening
1.1.
Algemeen k a d e r
1
m De VDAB verleent toegankelijke, kwaliteitsvolle, gratis basisdienstverlening inzake werk aan werkzoekenden, werknemers en werkgevers, dil met het oog op een optimale afstemming van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Deze basisdienstverlening wordt op een geïntegreerde wijze aangeboden via drie kanalen : face-to-face contacten in de werkwinkel, telefonische contacten en online dienstverlening. Elk kanaal is geen doel op zich. Er wordt rekening gehouden met dc zelfredzaamheid, de vraag en de noden van de doelgroep. Tevens wordt de kostenefficiëntie nagegaan. Tijdens deze legislatuur zal gestreefd worden naar een continue verbetering en verbreding van dc basisdienstverlening. Volgende initiatieven zullen onder meer hiertoe genomen worden: Er zullen nieuwe en structurele samenwerkingsovereenkomsten met partners worden opgezet om de transparantie van de vacaturemarkt te vergroten. De contacten met de KMO-wercld zullen verder uitgebouwd worden om ook deze vacaturemarkt voldoende te bespelen. 11
-
Er zal verder geïnvesteerd worden in de verbetering van de instrumenten. Er zal gestreefd worden naar een optimale kanalenmix in functie van de individuele behoeften van de werkzoekende en het nastreven van kostenefficiëntie. Er zal werk gemaakt worden van het verder uitbouwen en implementeren van een op competenties gebaseerd instrumentarium voor werkzoekenden, werknemers en werkgevers (competentiebilan). Er wordt werk gemaakt van een betere afstemming tussen de vacaturewerking en de werkzoekendenwerking.
1.2.
De basisdienstverlening aan werkzoekenden
In het kader van de basisdienstverlening garandeert de VDAB elke werkzoekende een vlotte inschrijving als werkzoekende, een eenvoudige toegang tot informatie op maat en een vlotte administratie. De basisdienstverlening voor werkzoekenden bestaat meer bepaald uit: -
klantenonthaal; inschrijving en herinschrijving; ondersteuning aan de zelfbedieningspc's; informatie over opleiding en werk; verwijzing op vacatures; afleveren van attesten en andere administratieve formaliteiten; wekelijkse vacaturematching.
De zelfsturing van de werkzoekende wordt gestimuleerd via het aanbieden van een aantal zelfbeheerinstrumenten. « ln het nieuwe getrapte begeleidingsmodel worden van bij dc inschrijving als werkzoekende openstaande vacatures overgemaakt die het best aansluiten bij het individuele profiel van de betrokken werkzoekenden. Deze vacaturematching wordt daarna wekelijks herhaald.,Indien de werkzoekende er desondanks niet in slaagt om binnen een aanvaardbare termijn een job te vinden, wordt een analyse gemaakt van zijn sterke en zwakke punten, en wordt indien nodig cen meer intensieve en persoonlijke begeleiding voorzien in de trajectwerking. De basisdienstverlening aan werkzoekenden wordt concreet opgevolgd aan de hand van een aantal kwantitatieve en kwalitatieve paramaters, waarvan de concrete operationalisering opgenomen is in addenda 1 en 2.
12
1.3.
De werkwinkel als centraal loket voor werk en opleiding
De werkwinkel vormt het centrale loket voor de dienstverlening van de VDAB. De werkwinkel is gebaseerd op een samenwerkingsverband tussen de VDAB, de lokale overheden, RVAPWA, ATB en andere partners betrokken bij het lokaal werkgelegenheidsbeleid. De VDAB streeft binnen deze constellatie vanuit een brede en constructieve * netwerkvisie' op partnerschap, met respect voor de eigenheid en de kwaliteiten van elke betrokken actor, naar een verbetering van de horizontale en verticale communicatie. Zoals in het VDAB-decreet van 7. mei 2004 bepaald, waakt de VDAB over het aanbod en de kwaliteit van haar dienstverlening binnen de lokale werkwinkel, met name de basisdienstverlening, de geïntegreerde dienstverlening en de trajectwerking. De VDAB coördineert de realisatie van een eenvormig dossier- en trajectbeheer in het kader van de werkwinkels. Verder in uitvoering van het decreet van 7 mei 2004 kan de werkwinkel georganiseerd worden onder de rechtsvorm van hetzij een vereniging zonder winstoogmerk, hetzij een feitelijke vereniging. De rechtsvorm wordt bepaald door de VDAB en de lokale overheid via de lokale samenwerkingsovereenkomst. Indien één van beide partijen een vzw structuur verkiest, wordt de werkwinkel opgericht als cen vzw. De realisaties en het functioneren van de werkwinkel worden in 2005 extern geëvalueerd. De resultaten van deze externe evaluatie zullen medio 2006 beschikbaar zijn.
1.4.
De basisdienstverlening aan werknemers
De VDAB draagt actief bij tot het ontwikkelen van de aanpasbaarheid van werknemers en werkt aan de uitbreiding van de basisdienstverlening voor werknemers (op eigen verzoek). In het kader van de basisdienstverlening garandeert de VD^^B elke werknemer een eenvoudige toegang tot de informatietools (bv. beroepenfilms, informatie over opleidingen enz.) en zelfredzaamheidstools van de VDAB. Deze dienstverlening fungeert daarbij als opstap naar de overige dienstverlening voor werknemers (o.a. loopbaandienstverlening en opleiding van werknemers op eigen verzoek tegen betaling). Dit engagement wordt concreet opgevolgd aan de hand van een aantal kwantitatieve en kwalitatieve paramaters, waarvan de concrete operationalisering opgenomen is in addenda 1 en 2. 1.5.
De basisdienstverlening aan werkgevers
Dc VDAB draagt bij tot de afstemming van vraag en aanbod op de Vlaamse arbeidsmarkt door de werkgevers een uitgebreide en kwalitatieve basisdienstverlening aan te bieden via een optimale kanalenmix. Deze (gratis) basisdienstverlening naar werkgevers bestaat meer bepaald uit: 1. Registratie van vacatures; 13
2. Bekendmaking onder verschillende vormen van vacatures; 3. Matching; 4. Informeren van de werkgever over tewerkstellingsmaatregelcn; 5. Het coachen van werkgevers in functie van een optimale invulling van de vacatures (vb. kwalitatieve formulering en registratie van vacatures); 6. Het verstrekken van advies over het voeren van een diversiteitsbeleid vacaturebehandeling.
inzake
De autonomie van de werkgevers wordt gestimuleerd via aanbieding van zelfbeheerinstrumenten voor het invoeren en beheren van vacatures en het zoeken naar geschikte kandidaten (Mijn VDAB). De basisdienstverlening functioneert als opstap voor de toeleiding naar de overige VDABdienstverlening voor werkgevers (o.a. bedrijfsopleidingen, begeleiding bij herstructureringen, . IBO's,...). Dc engagementen inzake de basisdienstverlening voor werkgevers worden opgevolgd aan de hand van onderstaande parameters, waarvan de operationalisering opgenomen is in addenda 1 en 2.
2.
De sluitende aanpak voor werkzoekenden
2.1.
Algemeen
(||)
Omwille van de leesbaarheid wordt de sluitende aanpak voor werkzoekenden hier in zijn geheel beschreven. Alle activiteiten verricht in dc competentiecentra als onderdeel van de sluitende aanpak behoren tot de actor-opdrachten van VDAB.
f
Het realiseren van de sluitende aanpak is de kem van de werking voor werkzoekenden: iedere werkzoekende heeft recht op cen aangepast en gratis aanbod gericht op duurzame tewerkstelling, met inbegrip van de toegang tot gratis beroepsopleiding. Tijdens deze legislatuur f
zal continu gewerkt worden aan de verdere uitbouw van een kwaliteitsvolle aanpak op maat. Het beleidskader van deze sluitende aanpak voor werkzoekenden wordt gevormd door: de bepaling in het Vlaams Regeerakkoord 2004-2009 dat elke werkzoekende binnen de 6 maanden wordt opgeroepen om een aangepast en verplicht individueel traject te volgen; het samenwerkingsakkoord van 30 april 2004 tussen de Federale staat, de Gewesten en de Gemeenschappen betreffende de actieve begeleiding en opvolging van werklozen; de doelstellingen vervat in het decreet van 8 mei 2002 houdende de evenredige participatie op de arbeidsmarkt, In dc sluitende aanpak wordt een onderscheid gemaakt tussen het preventieve luik gerichl op de nieuw ingeschreven kortdurig werkzoekenden, en het curatieve luik gericht op de langdurig werkzoekenden. Het preventieve luik: Aan alle nieuwe werkzoekenden wordt tijdig cen nieuwe start geboden via het getrapte begeleidingsmodel.
14
('§
[[et curatieve luik: Langdurig werkzoekenden worden gefaseerd benaderd, volgens leeftijd en rekening houdend met de federale uitwerking van de controle op beschikbaarheid (het samenwerkingsakkoord van 30 april 2004 vormt hierbij de uitgangsbasis). Spontane instroom en recruteringsacties: Werkzoekenden kunnen ook spontaan een begeleiding/opleiding aanvragen. Voor de invulling van bepaalde opleidingssessies (o.m. in functie van knelpuntvacatures) wordt ook actief gerecruteerd door de VDAB, en worden werkzoekenden aangeschreven met een passende vooropleiding, werkervaring of beroepsaspiratie. Dergelijke begeleidingen/opleidingen worden ook in rekening gebracht in het bereik van de trajectwerking voor werkzoekenden. De sluitende aanpak wordt gerealiseerd via een nieuw getrapt begeleidingsmodel voor werkzoekenden. Dit nieuwe model gaat uit van de optimale kanalenmix naargelang de zelfredzaamheid en de behoefte van de individuele werkzoekende. Dit nieuwe getrapte begeleidingsmodel start bij de inschrijving met een vacaturematching die wekelijks wordt herhaald (trap 1). Na een periode (3 a 6 maand) wordt een telefonische screening uitgevoerd (trap 2). In een derde trap (na 3, 6 of 9 maand werkloosheid) wordt een face-to-face intake georganiseerd, op basis waarvan het meest gepaste traject naar werk word uitgestippeld en uitgevoerd. In deze derde trap wordt een oververtegenwoordiging van een aantal kansengroepen vooropgesteld, met name van allochtonen, arbeidsgehandicapten, kortgesehooiden en ouderen. Wat de ouderen betreft dient deze doelstelling te worden bereikt door cen toename van hun vertegenwoordiging in de trajectwerking die op termijn en in lijn met het beleidskader moet leiden tot een oververtegenwoordiging in de trajectwerking. Ook het bereik van een aantal andere kansengroepen (zoals anderstalige nieuwkomers, leefloongerechtigden, deeltijds leerplichtigen, laaggeletterden, ex-gedetineerden,...) wordt gemonitord in het kader van deze beheersovereenkomst. De opvolging hiervan geschiedt evenwel in het kader van specifieke projecten voor deze kansengroepen. Het nieuwe getrapte begeleidingsmodel zal in 2006 worden geëvalueerd. Belangrijke toetsstenen zijn;
••m
-
de realisatie van de sluitende aanpak; de realisatie van een snelle en accurate diagnose van de afstand tot de arbeidsmarkt; de uitbouw van een kwaliteitsvolle aanpak op maat met goede doorstromingsresultaten; een goede mix van contactkanalen rekening houdend met de behoefte van de doelgroep; de ervaring met de tendering; de oververtegenwoordiging van kansengroepen.
m
Voorlopig bepalen de leeftijd en dc scholingsgraad het tijdstip waarop de werkzoekende gecontacteerd wordt. Dit model is evenwel een tussenmodel. De uiteindelijke bedoeling is om sneller cen juiste beslissing te nemen én de contactname op basis van competenties en nood aan begeleiding zo vroeg mogelijk te laten plaatsvinden (op basis van een 'competentiebilan'). Speciale aandacht zal worden geschonken aan het verhogen van de ICT-basisvaardigheden en het geletterdheidsniveau. Werkzoekenden met onvoldoende ICT-basis vaardigheden zullen dc gelegenheid krijgen om deze te verwerven via opleiding teneinde zelfsturing te bevorderen. In liet kader van het Strategisch Plan 'Geletterdheid verhogen*, goedgekeurd door de Vlaamse 1 Voor de definiëring van deze kansengroepen gelden de definities zoals vastgesteld in VESOC en/of de kwestieuze regelgeving. De Vlaamse Regering kan deze lijst op voorstel van het beheerscomité of na afspraak in VRSOC wijzigen of aanvullen
15
Regering op 10 oktober 2003 dient de VDAB voor de groep werkzoekende laaggeletterden te voorzien in een systematische screening en indien nodig verwijzing naar intensieve opleiding en trajectbegeleiding. Inzake deeltijds lerenden zal in afstemming met de onderwijsactoren gezorgd worden voor trajectbenadering op maat die de kansen van deze doelgroep om hun opleiding te combineren met een relevante werkervaring en/of aansluitende opleiding maximaliseert. Hiertoe wordt een concreet afsprakenkader uitgewerkt, dat o.m. de voorwaarden bevat waaronder deze doelgroep kan deelnemen aan het aanbod van de VDAB. Het aanbieden van opleiding en begeleiding op de werkvloer is een prioritaire doelstelling in het Vlaamse arbeidsmarktbeleid, in het bijzonder voor kansengroepen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Hiervoor bestaan verschillende instrumenten, zoals WEP+, IBO, diverse vormen van (altemerende) stages. VDAB zorgt voor een optimale toeleiding naar deze diverse vormen van werkervaring en werkplekleren. De ingeschreven werkzoekenden dienen op een correcte en volledige wijze te worden geïnformeerd over hun rechten en plichten, en dit o.m. in functie van de oproep en controle vanuit RVA en de mogelijke gegevenstransmissie naar RVA (zic addendum 3). Het Handvest van de Werkzoekende vormt hierbij het kader. 2.2.
Opvolging van de engagementen
De engagementen van de VDAB inzake de sluitende aanpak voor werkzoekenden worden opgevolgd aan de hand van een set van kwantitatieve en kwalitatieve parameters, waarvan de concrete operationalisering is opgenomen in addendum 1. In dc rapportering van de realisaties in het kader van de sluitende aanpak (profiel van de bereikte werkzoekenden per module, besteed budget per module,...) in opvolging van de engagementen uit deze beheersovereenkomst, wordt door de VDAB een duidelijk onderscheid gemaakt tussen het gedeelte van deze activiteiten dat door VDAB zelf werd uitgevoerd (als actor), en het gedeelte dat werd uitbesteed en dus gerealiseerd via andere actoren. Artikel 10. Actor-opdrachten : Dienstverlening in de competentiecentra 1.
De competenticccntra
De VDAB zal de nodige inspanningen doen om de aanpasbaarheid van de Vlaamse werkzoekenden, werknemers en werkgevers te bevorderen en hen zo de nodige ondersteuning en begeleiding te geven in een veranderende omgeving. De competentiecentra vormen een belangrijke pijler bij de uitbouw van deze competentie-dienstverlening voor werkzoekenden, werknemers en werkgevers. De dienstverlening inzake begeleiding en opleiding wordt er verbreed en verdiept met aandacht voor een kwalitatieve en kostenefficiënte aanpak. De verbreding slaat op de uitbouw van de dienstverlening rond vier servicepakkettcn die inspelen op het beleid van levenslang en levensbreed leren van de Vlaamse.Regering: informatieverstrekking; competcnticontwikkeling (opleiding);
loopbaanbegeleiding; certificering en de dienstverlening op het vlak van de inschatting en herkenning van competenties, conform het decreet 'Titels van beroepsbekwaamheid' van 30 april 2004.
-
Met de verdieping wordt de intensifiëring en de structurering van de samenwerking met de sectoren in de competentiecentra beoogd. De sectorale verankering van begeleiding en opleiding wordt uitgebouwd vanuit een onderhandelingskader dat gemodelleerd kan worden op diverse niveaus, gaande van het afsluiten van samenwerkingsovereenkomsten tot het gezamenlijk oprichten van afzonderlijke juridische entiteiten. Het VDAB-decreet van 7 mei 2004 geeft dc opportuniteit om partnerschappen te verduurzamen en te verbreden, met als doelstelling de aansluiting met de arbeidsmarkt optimaal te verzekeren en door wederzijdse inbreng van middelen én van kennis meerwaarde te generen. De samenwerkende partijen kunnen naast de VDAB o.m. zijn: sectorale sociale partners; Syntra's; expertorganisaties (zoals onderzoeksinstellingen); onderwijsinstellingen; derdenorganisaties; bedrijven. ledere persoon krijgt hier de mogelijkheid om zich gedurende de ganse professionele loopbaan te informeren, te (heroriënteren, om en bij te scholen, zijn vaardigheden en talenten te laten valoriseren en te certificeren. De werknemers kunnen zo hun eigen inzetbaarheid op de arbeidsmarkt verhogen en zich aanpassen aan de evoluties van het beroep en de loopbaan laten uitgroeien. Voor bedrijven is dit een middel om de talenten van hun werknemers te blijven ontwikkelen in functie van hun strategisch plan. Bij dit alles is een evenredige .participatie van kansengroepen een prioritaire zorg, in het bijzonder van de kortgesehooiden en ouderen.
2.
Concrete acties
De VDAB organiseert arbeidsmarkt georiënteerde opleidingen op vraag van werkzoekenden, werknemers en werkgevers. De VDAB zal binnen haar budgettaire mogelijkheden en binnen de beschikbare opleidingscapaciteit een aanbod voor opleidingen voor werknemers op eigen verzoek evenals een aanbod voor werknemers op vraag van werkgevers inrichten. Er wordt hierbij gewaakt over de vrijwaring van een voldoende opleidingscapaciteit voor werkzoekenden. Deze vrijwaring kan worden opgevolgd aan de hand van de parameter over het bereik van de acties in de competentiecentra (aantal opleidingsuren voor werkzoekenden, voor werknemers op vraag van de werkgever en voor werknemers op eigen verzoek). Het volgen van opleidingen wordt aangemoedigd via tegemoetkomingen aan werknemers (opleidings- en begeleidingscheques voor werknemers) en via tegemoetkomingen voor opleidingen voor bepaalde werkzoekende-, werkgevers- en werknemerscategoriecn en sectoren (het stimuleringsbeleid). Bij de opleidingschequcs voor werknemers zullen in overleg met imderc opleidingsactoren acties worden ontwikkeld om ook de kortgeschoolde en dc oudere werknemers proportioneel te bereiken. De VDAB verleent haar medewerking bij de oprichting van het Opleidingsfonds.
17
Opdat werkgevers hun vacatures efficiënter kunnen invullen zal de VDAB de nodige vraaggerichte opleidingen organiseren, ondersteunen en stimuleren. Dit gebeurt o.a. door de beroepsgerichte opleidingen in opleidingscentra, de individuele beroepsopleiding (IBO) in ondernemingen en de toekenning van premies voor beroepskeuze (knelpuntopleidingen). Daarbij zal zoveel mogelijk gefocust worden op de sectoren en de beroepen met de grootste problemen bij de invulling van de vacatures (knelpuntberoepen). Bij IBO zal de VDAB zorgen voor een optimale inzet van de begeleidingscapaciteit. Verdere aandachtspunten inzake IBO zijn een oververtegenwoordiging van de kansengroepen en een daling van het aantal ongunstige stopzettingen. De VDAB zal daarnaast instaan voor de loopbaandienstverlening voor werknemers en voor de beoordeling van competenties in het kader van de erkenning van verworven competenties (EVC), confonn de uitvoering van het decreet van 30 april 2004 m.b.t. de titel van beroepsbekwaamheid. Bij deze activiteiten zal de VDAB inspanmngen leveren om ook de kortgeschoolde en oudere werknemers proportioneel te bereiken.
Jj^'
#
De VDAB zal in uitvoering van dc Beleidsnota Werk bijdragen aan een performantere opleidingsmarkl en een betere aansluiting tussen onderwijs, vorming en arbeidsmarkt door: acties te ondersteunen die de opleidingsmarkl transparanter moeten maken via afstemming en afspraken tussen opleidings verstrekkers en de ontwikkeling van een vormingsdatabank en website; -
flexibilisering en modularisering van het opleidingsaanbod;
-
de uitbouw van e-lcaming en samenwerking met andere actoren op het vlak van infrastructuur, de intemationale standaarden die men respecteert bij de ontwikkeling en distributie van e-leaming materiaal en de ontwikkeling van c-leaming content; afstemming op operationeel niveau om zoveel mogelijk tot gezamenlijke investeringen te komen met andere opleidingsverstrekkers; sensibilisatie, met de nodige aandacht voor de kansengroepen; de ontwikkeling van partnerschappen tussen actoren uit het onderwijs, de vormingswereld en het so ei aal-economische veld vanuit een interdepartementale stuurgroep; te participeren in zowel de uitvoeringsorganen als de beleidsorganen zover nodig en relevant (een interdepartementale stuurgroep, een platform van de publieke op leidi n gs verstrekkers); een afsprakenkader uit te werken waarin de samenwerking met de onderwijspartners en andere vormingspartners nader wordt bepaald, in hel bijzonder met betrekking tot het gebruik van opleidingsinfrastructuur, lesmateriaal en deelname aan cursussen.
3.
Opvolging van de engagementen
De engagementen van de VDAB inzake competentie-dienstverlening voor werkzoekenden, werknemers en werkgevers worden opgevolgd aan de hand van een set kwantitatieve en kwalitatieve parameters, waarvan de concrete operationalisering is opgenomen in addenda 1 en 2.
'-•§)
19
Artikel 11. Innovatie en productontwikkeling
1.
Principiële uitgangspunten
De activiteiten inzake innovatie en productontwikkeling dienen de opdrachten vervat in deze beheersovereenkomst te ondersteunen en dit zowel voor de regie- als voor de actortaken. 2. 2.1.
De VDAB besteedt 5 % van dé beleidsbegroting aan innovatie-activiteiten (inclusief IT-kosten gerelateerd aan innovatieprojecten). De precieze verdeling van deze middelen in termen van werkbegroting wordt jaarlijks geconcretiseerd.
2.2.
Organisatorisch worden innovatieactiviteiten gestroomlijnd door middel van een corporale innovatieplan en worden ze beheerd via programmasturing en een projectmatige aanpak. Dit innovatieplan maakt elk jaar deel uit van de rapportering, opvolging en evaluatie in het kader van deze beheersovereenkomst (conform de bepalingen in artikel 22)
2.3.
De dienst zal vanaf 2005 passende maatregelen nemen om het organislatiemodel in de nieuwe structuur werkbaar te maken.
2.4.
Via cen projectbeheersysteem zullen de diverse gegevensstromen over de innovatieprojecten tot een coherent geheel geïntegreerd worden via een gestandardiseerd systeem.
3. ^\ 'Ji
Beheer en sturing
^gh
Inhoudelijke krachtlijnen
De inhoudelijke krachtlijnen voor innovatie zullen in het MJOP en het JAP worden vastgelegd.
20
^
Artikel 12. Aanvullende opdrachten in opdracht van de Vlaamse Regering - De sociale secretariaatsfunctie voor de tewerkstellingsprogramma's en IBO o
Wettelijke basis Tewerkstellingsprogramma's : Bijzondere wet van 8.8.1980;
o
Wettelijke basis IBO; Besluit van 21.12.1988.
Allerhande administratieve verplichtingen m.b.t. startbaanopvolging, stempelcontrole, arbeidsvergunningen, collectieve ontslagen... o
Wettelijke basis startbaanwetgeving: wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid (in werking vanaf 01.04.2000);
o
Wettelijke basis collectief ontslag KB van 24.5.1976 en wet van 13.2.1998;
o
Wettelijke basis arbeidsvergunningen wet van 30.04.1999 betreffende tewerkstelling van buitenlandse werknemers;
o
Stempelcontrole: administratieve activiteit ingevolge het protocol van 22.12.1988 tot regeling van de betrekkingen tussen de instellingen ontstaan uit de herstructurering vande Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening;
o
Informatieverspreiding over allerhande tewerkstellingsmaatregelcn basis zie hierboven bij administratieve verplichtingen).
de
(wettelijke
Ondersteuning van de subregionale structuren. Uitvoering van de secretariaals functie en ondersteuning van de STC's en hun rechtsopvolgers.
21
Artikel 13. Financiering De Vlaamse Regering verleent aan de VDAB dotaties voor de financiering van haar investeringen en dotaties van de werking van de VDAB. De regering verbindt zich ertoe, mits goedkeuring van de noodzakelijke kredieten door het parlement, om de dotatie gedurende de loop van deze beheersovereenkomst niet te laten dalen onder het in de definitieve begroting 2005 ingeschreven dotatiebedrag op 52.1 ba 41.01, op 52.1 ba 61.01, op 52.4 ba 41.01, op 52.4 ba 41.04, op 52.4 ba 41.08 en op 52.4 ba 61.01, zonder een grondige evaluatie van de toegekende middelen en de verbintenissen door beide partijen, uitgezonderd ten gevolge van collectieve beheersmaatregelen die van toepassing zijn op alle geledingen van de diensten van de Vlaamse Gemeenschap en de overeengekomen aanpassingen van de opdracht. De Vlaamse regering voorziet daarnaast de nodige middelen voor de betaling van de tewerkstellingsprogramma's. De middelen vanuit de Ondememingsconferentie nodig voor de sluitende aanpak evenals de middelen vanuit het Vlaams Werkgelegenheidsakkoord 2003-2004 o.a. m.b.t. de,, opleidingscheques en diversiteit worden in 2005 ingeschreven op provisionele basisallocaties. Deze middelen blijven gegarandeerd voor de in deze akkoorden afgesproken periodes. In de verantwoording van de dotatie zal rekening gehouden worden met de uitvoeringsrekening van" de begroting, met de kostprijzen per activiteit en prestatie (zoals ze blijken uit de analytische boekhouding) en met de gerealiseerde doelstellingen. Midden februari dient de voorlopige uitvoeringsrekening van de begroting en de directe kosten per activiteit beschikbaar te zijn. Uiterlijk eind maart stelt de VDAB de volledige kostprijsgegevens per activiteit beschikbaar na versleuteling van al de indirecte kosten. Dc dotatie wordt gekoppeld aan de kostenindex voorzien in de begrotingsinstructies van de Vlaamse regering. ^J
Naast de dotaties vanuit de Vlaamse regering beschikt de VDAB over additionele middelen, hoofdzakelijk in het kader van het federale inschakelingsplan en de Vlaamse programmatie van het Europees Sociaal Fonds. De Vlaamse Regering spant zich in om deze additionele middelen op peil te houden o.a. door het bevorderen van de toegang voor de VDAB tot de Europese middelen. Indien in het kader van het ESF en het inschakelingsplan deze bijkomende middelen niet kunnen worden verzekerd, worden de verbintenissen tussen de Vlaamse regering en VDAB in gemeenschappelijk overleg besproken en desgevallend aangepast. Bijkomende opdrachten kunnen aanleiding geven tot bijkomende middelen. Hiervoor zal de VDAB cen begrotingsvoorstel aan de Vlaamse Regering voorleggen, met inbegrip van eventuele inteme verschuivingen. Eventuele correcties op de toegekende middelen gebeuren op basis van een grondige evaluatie door beide partijen (cf. artikel 22). Additionele opdrachten met de bijhorende financiële repercussies worden in cen addendum aan de beheersovereenkomst opgenomen.
22
Artikel 14. Personeel De Vlaamse Regering draagt er zorg voor dat de VDAB over de nodige flexibiliteit inzake personeelsbeheer kan beschikken binnen het wettelijk kader van het personeelsstatuut van het Ministerie van dc Vlaamse Gemeenschap. Artikel 15. Gegevensverstrekking De Vlaamse Regering verbindt er zich toe om de gegevens die binnen haar invloedssfeer liggen en nuttig zijn voor het uitoefenen van de opdrachten van de VDAB ter beschikking te stellen van de VDAB. Artikel 16. Regionaal Economisch en Sociaal OverlegComité (RESOC) en Sociaal Economische Regionale Raad (SERR)
d
De Vlaamse regering verbindt er zich toe om op basis van het "SERR- en RESOC-decreet" de nodige maatregelen te nemen opdat de subregionale sociale partners ten volle betrokken worden bij de arbeidsmarktwerking en de competentiecentra die relevant is voor de subregio. Artikel 17. Jaarlijks te bepalen opdrachten De opdrachten van de VDAB wordt jaarlijks bepaald volgens de modaliteiten geëxpliciteerd in artikel 21.
f *%
23
aMii^^ Artikel 18. Opdrachten als werkgever De VDAB vervult als werkgever, en binnen haar engagementen zoals hiervoor aangegeven, cen voorbeeldrol inzake duurzaam ondememen. Dit vertaalt zich o.m. in het gevoerde HRM-beleid. Het opmaken en realiseren van een positief actieplan maakt hier integraal deel vanuit. Dit zal zich concretiseren in het (meerjaren)ondememingsplan.
fi
De VDAB is gebonden aan het decreet van 8 mei 2002 houdende de evenredige arbeidsdeelname en dient dus cen evenredig participatiebeleid te ontwikkelen. Krachtens dit decreet is de VDAB verplicht om jaarlijks een actieplan op te stellen en een voortgangsrapport over te maken aan de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement met een toelichting over de voortgang van het evenredig participatiebeleid. De modaliteiten en procedures over de opmaak en het indienen van het actieplan en het voortgangsrapport, worden bepaald door de Vlaamse Regering. Het beheer van personeel en financiële middelen door de VDAB is afgestemd op de geldende voorzieningen in het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. De evaluatie van de VDAB als werkgever zal gebeuren aan de hand van onderstaande parameters, waarvan de operationalisering opgenomen is in addendum 1.
24
Artikel 19. Opdrachten op financieel vlak ïn de uitvoering van deze beheersovereenkomst wordt gestreefd naar cen optimale financiële transparantie. De werking van VDAB als regisseur en actor wordt in functie van de begrotingscyclus opgevolgd en beoordeeld op vlak van de doelmatigheid en kosten-efficiëntie ervan. De VDAB rnaakt hiertoe gebruik van de geëigende managementtechnieken over de geleverde prestaties (zoals Balanced Score Card) met inbegrip van de meting van de efficiëntie en effectiviteit ervan, een systeem gericht op inteme kwaliteits- en procesverbetering en een inteme auditfunctie. Er wordt een analytische boekhouding gevoerd. De vertaling van de engagementen uit deze beheersovereenkomst naar concrete objectieven in het jaaractieplan dient te gebeuren o.b.v. een prestatiebegroting met een transparante kostenallocatie voor de diverse vooropgestelde parameters (welke middelen worden gealloceerd naar welke doelstelling en doelgroepen). De dotatie wordt jaarlijks verantwoord door de uitvoeringsrekening van de inteme werkbegroting (globale kosten venninderd met de afschrijvingen, de eigen opbrengsten en de investeringen). De jaarlijkse evaluatie van deze beheersovereenkomst (cf. artikel 22) en de vastlegging van de objectieven in het jaaractieplan dient optimaal te worden afgestemd en ingepast in de jaarlijkse begrotingscyclus van de Vlaamse overheid. Om dit te waarborgen is een strikte naleving van het jaarlijkse tijdsschema (cf. artikel 22) van prioritair belang. Evaluatie kan ook gebeuren aan de hand van de uitvoering van de beleidsbegroting die de kostprijzen per activiteit en per module bevat. Bij deze evaluatie wordt rekening gehouden met marktconforme kostprijzen. De evaluatie zal een afzonderlijke rubriek bevatten met een rapportering over: de procedure van de boeking van de directe kosten; -
de procedure van de versleuteling van de indirecte kosten met aanduiding van eventuele wijzigingen; een met de VDAB besproken analyse van de vaste en variabele kosten.
25
Artikel 20. De terbeschikkingstelling van gegevens De VDAB als regisseur werkt aan het optimaliseren van een transparant en permanent arbeidsmarktsysteem in samenwerking met andere arbeidsmarktactoren (PPS). Zij werkt actief mee aan de voorbereiding en ontwikkeling van hel arbeidsmarkt- en werkgelegenheidsbeleid. Daartoe brengt zij haar expertise in en stelt zij op eigen initiatief en op vraag afgesproken gegevens ter beschikking aan: , de minister van Werk, Onderwijs en Vorming en de Administratie Werkgelegenheid, en dit o.m. met betrekking tot de monitoring in het kader van de Europese Werkgelegenheidsrichtsnoeren, de Vlaamse tewerkstellingsprogramma's, de VDABprestaties in uitvoering van de beheersovereenkomst en het onderzoek in het kader van het VlONA-onderzoeksprogramma; de SERV, de sectoren, subregio's (RESOC en SERR) en de andere opleidings- en vormingsactoren. Van alle werkzoekenden in opleiding zal, op grond van het rijksregistemummer de gegevens inzake geslacht, leeftijd, statuut en cursisturen geregistreerd en als statistische bron beschikbaar gehouden worden. De koppeling van deze VDAB-gegevens met de DIMONA-bestanden (afkomstig van de RSZ en de RSZPPO) uit de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid (KSZ) wordt door de VDAB verder gefaciliteerd en geoptimaliseerd, zodat de meting van de doorstroom van werkzoekenden naar werk effectief mogelijk wordt tegen eind 2005. De Vlaamse Regering verbindt zich tot het opnemen van een faciliterende rol indien zou blijken dat de opstartdatum (eind 2005) in het. gedrang zou komen door oorzaken die buiten de invloedsfeer van de VDAB liggen, en indien nodig dit dossier te agenderen op het overlegeomité met de federale regering. Artikel 21. De opmaak van het laaractieplan
•
Het jaaractieplan (JAP) bepaalt de concrete opdrachten van de VDAB als regisseur en actor in functie van de doelstellingen vanwege de Vlaamse Regering en de concrete invulling van deze opdrachten door het beheerscomité van de VDAB. De bespreking en goedkeuring van een nieuw jaaractieplan wordt voorafgegaan door een evaluatie volgens de procedure zoals vermeld in artikel 22.
26
Artikel 22. Evaluatie De beheersovereenkomst en de resultaten ervan worden jaarlijks geëvalueerd op een volwaardige en evenwaardige wijze door beide contractanten. Deze evaluatie vindt plaats op basis van volgende documenten: 1. Een rapportering van de VDAB met een stand van zaken en vooruitzichten van de door haar aangegane engagementen aan de hand van de in dit beheerscontract opgenomen parameters. Deze rapportering omvat tevens een financiële rapportering volgens het systeem van analytische boekhouding en een personeelsrapportering. 2. Het beleidsmatige toetsingsrapport van de Administratie Werkgelegenheid op basis van de door de VDAB ter beschikking gestelde gegevens. Om deze beleidsmatige evaluatie van de VDAB-prestaties in uitvoering yan de beheersovereenkomst mogelijk te maken worden de nota's die geagendeerd worden in het Beheerscomité van de VDAB ook systematisch ter informatie overgemaakt aan de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming en de Administratie Werkgelegenheid. 3. Het auditrapport van het Rekenhof, indien dit rapport betrekking heeft op de werking van de VDAB. Opdat de hiervoor beschreven organisaties hun opdracht op een kwaliteitsvolle en efficiënte manier zouden kunnen uitvoeren, verleent de VDAB toegang tot en bezorgt zij op vraag de afgesproken gegevens en documenten. Dit evaluatieverslag en het jaaractieplan wordt ter informatie overgemaakt aan de Vlaamse regering, de leden van de Commissie voor Economie, Werk en Sociale Economie van het Vlaams Parlement en de Inspectie van Financiën.
27
Tijdsschema jaarlijkse evaluatie beheersovereenkomst VDAB-VR 2005-2009 Wanneer?
Wat?
eind februari Terbeschikkingstelling volledige cijfers jaar X jaar X+l (parameters Beheerscontract)
door Wie?
aan Wie?
VDAB
VDAB-beheerscomité, VR, AW
april jaar X+l
Rapport m.b.t. de VDAB-preslaties in jaar X
VDAB
VDAB -beheerscom i té, VR,AW
april jaar X+l
beleidsmatige evaluatie van de VDABprestaties in jaar X
AW
VDAB-beheerscomité, VR
mei jaar X+l
bespreking van de beide rapporten (rapport VDAB en evaluatie AW)
mei jaar X+l actualisering parameters Beheerscontract voor het eerste kwartaal van het jaar X+l mei jaar X+1
ontwerp Jaaractieplan X+2
mei jaar X+l
bespreking ontwerp Jaaractieplan X+2
VDAB-Beheerscomité bilateraal overleg VDAB - VR (secretariaat door AW) VDAB
VDAB-beheerscomité, VR,AW
VDAB
VDAB-beheerscomité, VR, AW
VDAB-Beheerscomité bilateraal overleg VDAB - VR (secretariaat door AW)
begin juni jaar X+l '
definitief Jaaractieplan X+2 (met inbegrip van nieuwe jaardoelstellingen en begroting)
ter goedkeuring voorgelegd aan het VDAB-Beheerscomité
Artikel 23. Sanctionering Indien uit de jaarlijkse evaluatie blijkt dat de VDAB zijn verbintenissen uit het beheerscontract niet nagekomen is, kan dc Vlaamse Regering haar dotatie voor de volgende jaren bijsturen, rekening houdend met de vaste en variabele kosten en «met het effect van een eventuele vennindering van de dotatie op de dienstverlening voor werkzoekenden, werkgevers en werknemers. Artikel 24. Geschillen Geschillen waartoe deze overeenkomst aanleiding geeft, worden geregeld via een verzoeningsprocedure waarbij een college van deskundigen een voorstel tot oplossing van het geschil formuleert. Dit college bestaat uit een afgevaardigde van de regering en cen afgevaardigde van de VDAB die samen een derde persoon aanduiden. Indien op grond van dit voorstel geen vergelijk wordt gevonden wordt het geschil, onverminderd dc bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 voorgelegd aan de Inspectie van Financiën die binnen 1 maand een advies uitbrengt. Op basis van dit advies beraden beide contractanten zich en wanneer dan nog geen consensus mogelijk blijkt beslist de Vlaamse Regering na standpuntbepaling van het Beheerscomité.
28
3teili$S69ti&!i3lfêi!S^^ Artikel 25. Aanpassingen beheersovereenkomst, opschortende voorwaarden Deze beheersovereenkomst kan herzien worden op initiatief van de Vlaamse Regering. Indien de grondige evaluatie zoals voorzien in hoofdstuk 8 noopt tot een aanpassing, bijsturing of verfijning van de beheersovereenkomst moet deze dan ook effectief kunnen gebeuren in gemeenschappelijk overleg tussen beide contractanten via een door beide contractanten ondertekend document zodat desgevallend hiermee rekening kan worden gehouden bij de opmaak van de begroting van de VDAB. Indien op basis van nieuwe beleidsontwikkelingen zich nieuwe uitdagingen aandienen zal de onderhavige overeenkomst worden bijgestuurd via de goedkeuring van een addendum aan de beheersovereenkomst. Er wordt onder meer gedacht aan: de evolutie van de economische conjunctuur en van de werkloosheid; -
de uitvoering van de bestuurlijke hervorming van de Vlaamse overheid (Beter Bestuurlijk Beleid), met o.m. de integratie van het luik tewerkstelling van het Vlaams Fonds voor de Sociale integratie van Personen met een Handicap (VFSIPH) binnen het beleidsdomein werkgelegenheid; de financiering en organisatie van het Europees Sociaal Fonds in de nieuwe programmaperiode van de Europese structuurfondsen 2007-2013; de ontwikkelingen in het Europese regelgevend kader.
29
ÖnjsseJ
1 4 -07- 2öC5 D
e Vlaam» ^ minister van Werk n . k 0nde ~ ' ^enV0miil]g)
^ V A N D E ^ o ^
^ ^ o r z i t t e r van het R.K ^ " e t Beheerscomité
H
"bert COSSEY
*' dBüai yj£*éL M l Fo
s
O
V\
ns LEROY
30
— Bijlage 1 — Doelstellingsparameters DE DOELSTELUNGSPARAMETERS IN OPVOLGING VAN DE ENGAGEMENTEN IN DE VDAB-BEHEERSOVEREENKOMST 2005-2009 Leeswijzer
In deze beheersovereenkomst wordt beleidsmatig een onderscheid gemaakt (ussen de parameters waarvoor een norm afgesproken wordt, en waarop VDAB bijgevolg kan afgerekend worden (doelslellingsparameters), en parameters waarvoor geen normen vooropgesteld worden, maar die we! van belang zijn in de opvoiging van de beheersovereenkomst (monitoringsindicatoren). Bij sommige doelstel)ingsparameters wordt de mogelijkheid tot afwijking voorzien via het jaaractieplan. De aanpassing van de doelstellingsparameters kan enkel mits overleg en akkoord van de bevoegde minister. Natuurlijk kan hel beheerscomité in het jaaractieplan eenzijdig hogere objeciieven voorde doelstelUngsparameters opstellen. Analytisch wordt een onderscheid gemaakt tussen volume-indicatoren die een inspanningsverbintenis meten, en resultaaisindicatoren die een resultaatsverbintenis meten. Bijlage 1 bevat de doelstellingsparameters. De beschrijving van de monitoringsindicatoren bevindt zich in bijlage 2. De inteme kwaliteitsmetingen worden beschouwd als inteme managementinformatie. De VDAB stelt zich garant dat deze metingen jaarlijks worden uitgevoerd maar ze worden niet afzonderlijk opgenomen in de beheersovereenkomst. Als bij de jaarlijkse evaluatie van de beheersovereenkomst blijkt dat een voorgesteld objectief niet wordt behaald, zal de dienst aan de hand van de omgevingsfactoren (conjunctuur, statistische aanpassingen, structurele schokken in dc economie , . . . ) in voorkomend geval deze afwijkingen duiden.
I. Basisdienstverlening
(hoofdstuk 3 - art.9)
1.1. De basisdienstverlening a a n w e r k z o e k e n d e n as*
P a r a m e t e r 1 : tevredenheidsmetingen bii w e r k z o e k e n d e n (doelstelling - resultaat)
Als lange termijn objectief stelt de dienst een vork voor.
Basisdienstverlening contactdiensten Basisdienstverlening servicelijn Basisdienstverlening on line (Mijn VDAB)
70%<x<75% 85%<x<90% Te bepalen in 2006
Opmerking: ln de enquêtes over de basisdienstverlening contactdiensten en on line zullen tevredenheidsvragen over dc automatische vacaturematching worden geïntegreerd 1,2. De werkwinkel als uniek loket voor w e r k en opleiding
VDAB Beheersovereenkomsl 2ÜÜ5-2009- bijlage
pagina 1
Parameter 2 : tevredenheid klanten en medewerkers van de lokale werkwinkels (doelstelling- resultaat)
definitie/ operationalisering regelmatige bevraging van een represenlalief staal van klanten en medewerkers van de lokale werkwinkels over hel onthaal en de samenwerking in dc lokale werkwinkels; deze elementen worden meegenomen ïn de bevraging van de geïntegreerde dienstverlening.
In 2005 zal een klanten- en medewerkersenquête georganiseerd worden die mogelijk knelpunten aan het licht zal brengen. Dit wordt beschouwd als een nulmeting. Daaruit zal de nood aan mogelijke structurele ingrepen blijken Aan de hand van de resultaten van deze enquête zullen doelstellingen worden geformuleerd. Dc verbeteracties die de VDAB afleidt uit de tevredenheidsmetingen in de werkwinkels zijn vooralsnog niet afdwingbaar bij de andere partners..Daarom zullen vanuit deze parameter vooral de punten van samenwerking bij de werkwinkel partners bevraagd worden. Indien het nieuwe decreet in voege gaat_en/of nieuwe inzichten uit externe onderzoeken beschikbaar worden, kan deze parameter herbekeken worden.
1.3. De basisdienstverlening aan werknemers
tr
Werknemers maken vooral gebruik van het online-aanbod van VDAB en van het opleidingsaanbod. Dit laatste wordt reeds apart gemeten. M.b.t. het online-aanbod worden omwille van de kostenefficiëntie en klantvriendelijkheid de werkzoekenden niet gevraagd om zich eerst te registreren alvorens gebruik le kunnen maken^van de VDAB-dienstverlening. De meting van de kwaliteit van de basisdienstverlening aan werknemers zal dan ook enkel gebeuren voor de werkende werkzoekenden die effectief gebruik maken van de services van de VDAB-dienstverlening en zich als klant hebben geregistreerd. Parameter 3: tevredenheidsmetingen bii werknemers (doelstelling —resultaat) Als lange termijn objectief stelt de dienst cen vork voor. Basisdienstverlening contactdiensten Dienstverlening on line (Mijn VDAB)
VDAB Bcheersuvcreenkomsl 2005-2009 - bijlage 1
70% ^ x <75% Te bepalen in 2006
pagina 2
1.4. De basisdienstverlening aan werkgevers (doelstelling - resultaat) Parameter 4: bereik van de vacaturewerking (doelstelling - resultaat) Objectief definitie/ operationalisering
% van de Vlaamse vestigingen dal de VDAB bereikt in haar vacaturewerking 17%
De parameter wordt berekend door het klantenbestand van de VDAB te koppelen met het RSZ-repertorium (Vlaamse vestigingen).
ln de huidige omstandigheden kan de dienst een bereik van 17% garanderen. Er is een ambitie om hogere resultaten te halen. Om de haalbaarheid hiervan in te schatten dient dc parameter verder verfijnd te worden. Deze oefening kan aanleiding geven tot een aanpassing van het objectiefin het jaaractieplan.
,n Parameter 5: iobaanbod en transparantie op de vacaturemarkt (doelstelling- volume) Objectief definitie / operationalisering in de toop van het jaar geregistreerde jobs in de vacaturebeheersystemen AMI en
120.000- 165.000 ontvangen jobs op jaarbasis
jobmanager en dit voor het normaal economisch circuit, exclusief de interimopdrachten; opgedeeld volgens omvang van het bedrijf
KMO's 60%
Grote ondernemingen 40%
Transparantie op de vacaturemarkt: Marktaandeel VDAB op vacaturemarkt i.s.m. andere actoren Deze indicator is voorlopig niet beschikbaar in België en Vlaanderen, • deze parameier veronderstelt infoirnatie over het totale aanlal vacatures op de Vlaamse arbeidsmarkt en het aandeel daarvan dat via de VDAB wordt verspreid. Hiervoor is een survey nodig bij een representatief staal van bedrijven (zoals dit gebeun in de meeste andere EU-landen). Een dossier kan worden voorbereid om deze indicator in de toekomst ouk voor België te laten verzamelen door het NIS. Een altcmadeve mogelijkheid is om deze variabele toe te voegen in de toekomstige PASO-bcvragingen in Vlaanderen (ten vroegste vanaf 2006)
VDAB Öchecrsovcreenfcamst 2005-2009 - hijfagc I
pagina 3
Parameter 6 : vervulling van vacatures (doelstelling - resultaat) Objectief Definitie / operationalisering'
Vervul lingspercentage vacatures: aanlal ingevulde jobs in verhouding tot het aantal afgehandelde jobs (in het normaal economisch circuit, opgenomen in het AMI 82%
vacaturebeheersysteem)
Vervul lingstijd vacatures: mediaan van de looptijd van de ingevulde jobs voor vacatures in het normaal economisch circuit (vaste en tijdelijke circuits), opgenomen
42 dagen
in het AMi vacaturebeheersysteem
Parameter 7: tevredenheidsmetingen bii bedrijven (doelstelling- resultaat) Als lange termijn objectief stelt de dienst een vork voor. Basisdienstverlening contactdiensten Dienstverlening servicelijn Dienstverlening on line (Mijn VDAB)
70% < x < 75%
Te bepalen in 2006 Te bepalen in 2006
Opmerking: vanuit het oogpunt van kostenefficiëntie wordt er geen afzonderlijke enquête over de vacaturewerking gehouden. De vragen over dat onderwerp worden toegevoegd in de bestaande enquêtes. De dienst onderzoekt of de tevredenheid yan werkgevers m.b.t. de automatische vacaturematchipg gemeten kan worden.
VDAB UchccrsovCTccnkomsi 2005-2009 - bijlage I
pagina 4
2. De sluitende aanpak voor werkzoekenden
(hoofdstuk 3 - art.9)
Parameter 8: vertegenwoordiging van kansengroepen in de traiectwerking (doelstelling — volume)
Laaggeschoold Arbeidsgehandicapt AJIochtoon Oudere
Populatie Absoluul Procentueel 45,1% 214059 35344 7,5% 14,1% 66951 44004
9,3%
bereik in 2004 Absoluut Procentueel 90460 47,8% 19521 10,3% 34253 18,1% 8475
4,5%
Te realiseren bereik op basis populatie 2004
Objectief 2009 HO % tov populatie ^40 % tov populatie +40 % tov populatie Toenemende vertegenwoordiging
Voor de ouderen wordt een toenemende vertegenwoordiging in de trajectwerking vooropgesteld die moet leiden tot een oververtegenwoordiging op termijn (cf. artikel 9).. Jaarlijks wordt in het JAP bepaald welk bereik men vooropstelt, daarbij rekening houdend dat een grotere sprong dient gemaakt te worden in de tweede helft van dit beheerscontract in lijn met het beleidskader inzake ouderen. Het objectiefis gesteld op regie-niveau. In de jaarlijkse rapportering wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds trajecten in eigen beheer en derden-trajecten met VDAB - financiering en anderijds derden-trajecten zonder VDAB - financiering. Parameter 9 : realisatie van een sluitende aanpak voor werkzoekenden behorende tot de preventieve doelgroep (doelstelling - resultaat) Parameter 9a : realisatie van een sluitende aanpak voor werkzoekenden behorende tot de preventieve doelgroep (doelstelling - resultaat) Beschrijving parameter Maandelijks wordt dc doelgroep van de preventieve werking gelabeld. Het labelingsmoment varieert naargelang de leeftijd en de scholingsgraad en is zo goed als mogeiijk afgestemd op de timing van de Europese Richtsnoeren; • voor de min 25-jarigen die niet bereikt zijn via dc telefonische screening vindt de labeling anderhalve maand voor de deadline van dc Europese Richtsnoeren plaats • voor de min 25-jarigen die wel bereikt zijn via de telefonische screening vindt de labeling op de deadline van de Europese Richtsnoeren plaats • voor de 25-plussers vindt de labeling steeds minstens 3 maand voor de deadline van de Europese Richtsnoeren plaats Van dc cohorte gelabelde werkzoekende, behalve de herintreders (max. 1 jaar geleden dat ze bezig waren met cen traject of een kwalificerende intake hebben gehad), wordt 3 maand na het (voorziene) moment van labeling nagekeken of ze: VDAB Bdiccrsnverwnkomsi 2005-2009 - bijlage 1
pagina 5
49,6% 10,5% 19.7%
in traject opgenomen zijn uitgestroomd zijn medewerking geweigerd hebben een nieuwe datum eurostat gekregen hebben uitgenodigd — niet bereikt zijn < 25 jaar Doelgroep in traject opgenomen Uitgestroomd medewerking geweigerd nieuwe datum eurostat uitgenodigd - niet bereikt Bereikt
aantal 91.825 32.357 66.380 2.138 6.258 85.673
resultaat 2003 - 2004 25 jaar of ouder % Aantal % 123.821 35% 34% 42.209 72% 75.700 61% 2% 1.147 1% 7% 12.399 10% 93%
110.499
89%
Bij de min 25-jarigen (RS1) betreft het de instroom van de maanden april jaar X tot maart jaar X+l. Bij de 25-plussers (RS2) betreft het de instroom van de maanden januari jaar X tot december jaar X. De resultaatscategorie "uitgenodigd- niet bereikt" dient nog verder te worden geoperationaliseerd en mogelijks moeten ook nog enkele andere methodologische verfijningen aangebracht worden. Uiteindelijk moet jaarlijks de volledige doelgroep worden bereikten moet het resultaat in kaart worden gebracht (bereikt = 100%).
Parameter 9b : preventieve aanpak van werkloosheid Jn Vlaanderen: het Europese nietnavolgingspercentage (nulmeting 2003) Jongeren (<25) Aandeel i on ee/vol wassen werkzoekenden dat 6/12 maand werkloos werd zonder intake, screening en oriëntatie (module 2a / a, module 2b / a)
Volwassenen (>25)
4.5% 4,6%
De bij parameter 9a vermelde verdere detaillering van het bereik moet ervoor zorgen dat parameter 9b hieruit kan worden afgeleid. Op dat ogenblik kan parameter 9b mogelijks een monitoringsindicator worden (mits akkoord van dc bevoegde minister). Parameter 10 : realisatie van cen sluitende aanpak voor dc curatieve doelgroep (doelstelling - resultaat) VDAB heeft zich geëngageerd om iedere werkzoekende die bij RVA tot dc doelgroep behoort voor een controlegesprek en waarvan uit zijn dossier blijkt dat hij de
VDAB Beheersovereenkomst 2005-2009 - bijlage
pagina 6
afgelopen 2 jaar niet in trajectbegeleiding geweest is of een begeleidingsaanbod heeft gehad, in de curatieve werking op te nemen. Omwille van afstemming op de RVA-procedure werd de instroom van de curatieve doelgroep als volgt gefaseerd : Timingjaar 1 (vanaf maart 2004): • Labeling: o < 25 jaar en minstens 15 maanden werkloos, o 25 a 30 jaar en minstens 21 maanden werkloos. • Reservelijst; o 30 a 40 jaar en minstens 36 maanden werkloos. Timingjaar 2 (vanafmaart 2005): • Labeling: o < 25 jaar en minstens 15 maanden werkloos, o 25 a 40 jaar en minstens 21 maanden werkloos. • Reservelijst: o 40 a 50 jaar en minstens 36 maanden werkloos. Timingjaar 3 (vanaf maart 2006): • < 25 jaar en minstens 15 maanden werkloos • 25 a 50 jaar en minstens 21 maanden werkloos Om dit te kunnen realiseren werkt VDAB pro-actief. D.w.z. op voorhand schatten we zelf in welke werkzoekende tot de doelgroep behoort, deze wordt gelabeld en opgenomen in de doelgroep. Het grootste gedeelte van de doelgroep zit in de stock die eenmalig gelabeld wordt. Er is slechts een beperkt aantal werkzoekenden per maand die op dat moment voor de eerste keer voldoen aan de voorwaarden (flow). Hierdoor wordt er telkens een groot aanlal gelabeld bij het begin van het doelgroepjaar (de leeftijdsgroep varieert naargelang de RV A-fasering) en maandelijks diegenen die nieuw instromen in de doelgroep. " Uiteraard kunnen die werkzoekenden uit de stock niet allemaal tegelijkertijd opgenomen worden, maar dienen ze verspreid te worden over de verschillende maanden, volgens de beschikbare capaciteit in de regio en bereikbaarheid van de werkzoekenden. Er is telkens 1 jaar voorzien om de ganse doelgroep (stock + flow) te verwerken. De RVA start op 1 juli met een nieuw doelgroepjaar Deze indicator kan pas na het einde van het doelgroepjaar definitief worden berekend. Eind april is de cohorte van 2004 voor meer dan 89.4 % bereikt. Hier engageert de VDAB zich om alle gelabclden die desondanks op het einde van de opvolgingstermijn nog werkzoekend zijn zonder aanbod uit te nodigen naar een oriëntatiecentrum. Parameter 11: VPAB-activeringspercent age voor langdurig werklozen (doelstelling- resultaat)
VDAB BeheersovcTccnkomst 2005-2009 - bijlage I
pagina 7
Het aantal werkzoekenden die geactiveerd worden in module 3-6 wordt geleld. Vooreerst worden alle acties (binnen module 3-6) geselecteerd van werkzoekenden die bij de start van de actie 1 jaar werkloos zijn. Vervolgens wordt dit terug gebracht tot unieke personen (persoon met meerdere acties wordt slechts éénmaal geteld). Vervolgend wordt de verhouding berekend tussen het aantal bereikte langdurig werkzoekenden en het totaa) aantal langdurig werkzoekenden in het betrokken jaar. Bereik 20004
Populatie
Activcrings
2004 Langdurig werkzoekenden
25.832
Objeclief
percentage 170.465
16,6%
15,1 %
+ 10% tov resultaat 2004
/ *
Parameter 12: uitstroom uit dc werkloosheid na het beëindigen van een traject (doelstelling - resultaat) De VDAB blijft de uitstroom uit de werkloosheid meten. De uitstroomresultaten worden gemeten 6 maanden na de afloop van het traject. Om de duurzaamheid van deze uitstroom na te gaan zal in een pilootproject de vergelijking gemaakt worden met de uitstroom na 7 en 8 maanden. Vervolgens kan beoordeeld worden of deze extra meetmomenten (na 7 en 8 maanden) voldoende extra informatie bieden om ze systematisch te integreren in de uitstroommeting. Objectieven 2005
uitstroom uit de werkloosheid
Alle niet-werkende werkzoekenden
63%
Kortgesehooiden
5Q%
Ouderen*
44%
Allochtonen
52%
Arbeidsgehandicapten
56%
Langdurig werklozen (1 jaar of+)
59%
bemiddelingstraiecten(Zelfredzamen)"" • De minimum uitstroom bedraagt 42%, dit is een resultaatsverbintenis; de VDAB verbindt zicht (ot dc inspanningsverbintenis om een hogere uitstroom te realiseren nl. 44%. Gegeven het feit dal statistische ingrepen de/e cijfers zwaar vertekenen is het niet mogelijk om één cijfer te poneren. De analyse (cf, artikel 13) in het najaar van 2005 moei wel toelaien om een correct en ambitieus cijfer naar voren te schuiven voor volgende jaren. ** In het nieuwe wcrkingsmodel kan na de kwalificerende intake geoordeeld worden da( cen werkzoekende enkel behoefte heeft aan vacatures (via dc wekelijkse matching) om te kunnen uitstromen. Deze werkzoekenden volgen een zogenaamd bemiddelingstrajecl. 6 maand nu de intake zal de uitstroom van deze bemiddelingstrujecten geëvalueerdworden. Vanuit deze optiek is hel logisch dal de uiistroom van deze bemiddelingsirajecten opgenomen wordt in de globale uitstroom na traject. Bovendien is hel ook interessant om dc uitstroom van deze groep apart te melen.
De opgestelde objectieven gelden voor 2005 en volgende jaren tenzij, in functie van relevante omgevingsfactoren (conjunctuur, statistische aanpassingen, structurele schokken in dc econo-
VDAB Beheersovereenkomsl 2005-2009 - bijlage I
pagina 8
mie,...), een bijsturing noodzakelijk is. Deze bijsturing zal gebeuren via het jaaractieplan. Dit moet resulteren in objectieven die voldoende uildagend zijn voor de dienst zonder volledig onhaalbaar te worden. Parameter 13: uitstroom naar werk na het beëindigen van een traject (doelstelling - resultaat) Daarnaast wordt de uitstroom naar werk gemeten. Tijdens de voorbereiding van deze beheersovereenkomst (begin 2005) kan de indicator 'uitstroom naar werk' echter nog niet volwaardig worden opgevolgd. Daartoe is immers een koppeling nodig met de data van de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid (KSZ), die op basis van volledige en actuele administratieve gegevens uitspraken toelaten over de effectieve uitstroom naar werk. Medio mei 2005 werd de koppeling tot stand gebracht en vanaf het najaar 2005 hoopt de dienst de uitstroomgegevens naar werk te genereren.
3. Dienstverlening in de competentiecentra
(hoofdstuk 3-art. 10)
Parameter 14: bereik van de acties in de competentiecentra (doelstelling - resultaat)
Definitie
opleidingen (VDAB en i.s.m.)
voor werkzoekenden - aantal personen - aantal opleidingsuren
gemiddelde laatste 3 jaren 40.000 12.000.000
loopbaanbegeleiding kortgesehooiden middengeschoolden ouderen (45+) allochtonen arbeidsgehandicapten
Alte doelgroepen samen 40 % van het bereik (in 2006 : 50 %)
Parameter 15: bereik van de IBO's (doelstelling- resultaat) Definitie Individuele
aantal opgestarte IBO
beroepsopleiding (IBO) aantal ongunstige stopzettingen / totaal aantal gestarte IBÖ •
Objectief 12.000 17,2%; 10% vermindering t.o.v. de 19,1% in 2004 legen 2009, a rato van 2,5% per jaar
Het lange termijn objectief bij IBO is een verdere daling met 10% van de ongunstige stopzettingen. In 2005 is het objeclief voor de gestarte IBO's: 12.000
VDAB BchecrsovereCTikomst 2005-2009 - bijlage I
pagina 9
4. Innovatie en productontwikkeling
(hoofdstuk 3 - art. 11)
Parameter 16: investeringen in innovatie-activiteiten (doelstelling- volume) Objectief % van de beleidsbegroting besteedt aan innovatieactiviteiten (incl. IT-kosten innovatieprojecten)
5%
5. VDAB als werkgever
(hoofdstuk 5)
Parameter 17: vertegenwoordiging van kansengroepen in de nieuwe aanwervingen en in het totale personeelsbestand (doelstelling - volume) Definitie
Objectief
% allochtonen in de nieuwe aanwervingen
10%
% arbeidsgehandicapten in de nieuwe aanwervingen
4%
De definitie van 'allochtonen' en 'arbeidsgehandicapten' zijn de definities die ook gehanteerd worden in het besluit Vlaamse Regering van 30/01/2004 tot uitvoering van het decreet van 8/5/2002. De vergelijking van de vertegenwoordiging van de verschillende kansengroepen in het personeelsbestand zal gebeuren aan de hand van externe bronnen over de vertegenwoordiging van kansengroepen in de totale populatie in Vlaanderen. Het streefdoel is te komen tot een vertegenwoordiging van de verschillende kansengroepen in het VDAB-personeelsbestand die evenredig is aan de vertegenwoordiging van de kansengroepen in de totale Vlaamse bevolking op beroepsactieve leeftijd.
VDAB Behccniovcreenkomsi 2005-2009 - bijlage
pagina 10
— Bijlage 2 — Monitoringsindicatoren D E M O N I T O R I N G S I N D I C A T O R E N IN OPVOLGING VAN D E E N G A G E M E N T E N IN DE VDAB-BEHEERSOVEREENKOMST 2 0 0 5 - 2 0 0 9
Leeswijzer In deze beheersovereenkomst wordt beleidsmatig een onderscheid gemaakt tussen de parameters waarvoor een norm afgesproken wordt, en waarop VDAB bijgevolg kan afgerekend worden {doelsteliingsparamelers), en parameters waarvoor geen normen vooropgesteld worden, maar die wel van belang zijn in de opvolging van de beheersovereenkomst {monitoringsindicatoren). Als dit nodig blijkt uit de jaarlijkse evaluatie van de realisaties van het afgelopen jaar kunnen in het volgende jaaractieplan nieuwe doelsteUingen m.b.t. deze monitoringsindicatoren afgesproken worden. In lijn met de Europese richtsnoeren komt in alle moniloringsindicatoren de genderdimensie aan bod. Analytisch wordt een onderscheid gemaakt tussen volume-indicatoren die een inspanningsverbintenis meten, en resullaatsindicaioren die een resultaatsverbintenis meten. Bijlage 1 bevat de doelstellingsparameters. 1 . Basisdienstverlening
(hoofdstuk 3 - a r t . 9 )
1.1. De basisdienstverlening aan w e r k z o e k e n d e n
M o n i t o r i n g s i n d i c a t o r M l : contacten met w e r k z o e k e n d e n (monitoring — volume)
Parameter
Definitie
• aantal nieuwe (echnologie-contacten me werkzaekenden, opgesplitst volgens contactkanaal: - Contacten via servicelijn
Aantal contacten met werkzoekenden via de VDAB-servicelijn (telefoon en e-mail)
- Onlinc-contadcn
Benchmark lussen VDAB-site en andere jobsitcs op basis van het gemiddeld aantal bezoekers
VDAB Uchccrsovcrcenkomsl 2005-2009 - bijlage 2
pagina
Monitoringsindicator MZ: inschriivingen per contactkanaal (monitoring ~ volume)
Parameter
aantal en aandeel werkzoekenden dat zich inschrijft via de diverse contactkanalen: - Consulent - Servicelijn - Zeifinschrijving (via zelfmschrijvings-pc's of internet)
1.2. De basisdienstverlening aan werknemers Monitoringsindicator M3: InSites enquêtes Werknemers maken vooral gebruik van het oniine-aanbod en het opleidingsaanbod van de VDAB. Het opleidingsaanbod wordt apart bevraagd. Bij het online-aanbod worden omwille van de kostenefficiëntie en klantvriendelijkheid de werkzoekenden niet gevraagd om zich eerst te registreren alvorens gebruik te kunnen maken van de VDAB-dienstverlening, Als alternatief zullen de enquêtes van InSites, die beschouwd kunnen worden als een proxy van de algemene tevredenheid over de VDAB website, opgenomen worden als monitoringsindicator.
1,3, De basisdienstverlening aan werkgevers Monitoringsindicator M4: bereik van de vacature werking
definitie/ operationalisering
% van dc Vlaamse vestigingen dat dc VDAB bereikt in haar vacaturewerking opgesplitst volgens sector bedrij fsgrootte Dc sector van de vestiging wordt bepaald door de NACE-code in het RSZrepertorium.. Daarbij kunnen de sectoren worden gegroepeerd tol een aantal huofdsectoren. Deze groepering gebeurt in onderling overleg en in afstemming met dc parameters rond de vraaggerichte opleidingen. De opdeling volgens grootte gebeurt in overeenstemming met de 9 dimensieklassen die in het RSZ-repertorium worden gehanteerd.
VDAS Dclieerïovcrcaikomst 2OÜ5-2O0V- bijhigc;
(Wgira 2
Monitoringsindicator MS: iobaanbod en transparantie op de vacaturemarkt
Transparantie op de vacaturemarkt: in de loop van hel jaar ontvangen werkaanbiedingen, waarvan: aantal geregistreerde vacatures uit het normaal economisch circuit in AMI en jübmanager exclusief de interi mopdrachten aanlal geregistreerde interimopdrachten aantal ontvangen vacatures via EURES aantal ontvangen vacatures uit dc tewerkstellingsmaatregelcn aantal ontvangen vacatures via dc andere samenwerkingsverbanden
Monitoringsindicator M6: vervulling van vacatures
definitie / operationalisering Vervul lingspercentage vacatures opgesplitst volgens: - sector (lijst van sectoren op te maken in onderling overleg) - grootte van de onderneming ( in klassen) Vervullingstijd vacatures opgesplitst volgens: - sector (lijst van sectoren op te maken in onderling overleg) - grootte van de onderneming (in klassen)
___^__
1.4. Bereik van acties voor de met ontslag bedreigde - ontslagen werknemers
Monitoringsindicator M7: bereik van acties voor de met ontslag bedreigde / ontslagen werknemers Definitie Sociale intervenlieadviseurs
Aanlal bereikte werkgevers - waarvan KMO's (<50 werknemers) Aantal bereikte werknemers
Indien dc VDAB een tewerkstellingscel opzet, zal over het bereik en het resultaat gerapporteerd worden:
VDAB Bchemuvcrcenkomsl 2005-2009 - bijlage 2
pagina 3
Definitie Tcwerkstel 1 ingscellen
Aantal bereikte werkgevers (inclusief toeleveringsbedrijven) - waarvan KMO's (<50 werknemers) Aantal bereikte werknemers
In overleg met de VDAB zal het moment bepaald worden waarop zal gemeten worden of de bereikte werknemers nog werkzoekend zijn. De norm die in dit verband gehaald moet worden, zal in overleg met de VDAB worden vastgelegd. Van zodra de VDAB de regie over het Herplaats ings fonds krijgt toegewezen zal gerapporteerd worden over de activiteiten ervan; Definitie Hcrplaatsingsfonds
Aantal bereikte werkgevers (inclusief toeleverinRsbedri j ven) - waarvan KMO's (<50 werknemers)
Aantal bereikte weiknemers
In overleg met de VDAB zal het moment bepaald worden waarop zal gemeten worden of de bereikte werknemers nog werkzoekend zijn. De norm die in dit verband gehaald moet worden, zal in overleg met de VDAB worden vastgelegd.
2. De sluitende aanpak voor werkzoekenden
(hoofdstuk 3 - art.9)
Monitoringsindicator M8: aantal nieuw bereikte werkzoekenden in het getrapte begeleidingsmodel op jaarbasis (monitoring - volume) definitie
Aantal bereikte werkzoekenden in de eerste trap
passende vacatures voor eike ingeschreven werkzoekende via dc vacaturewerking, opmaak van competentiebilan
Aantal bereikte werkzoekenden in de
module 2a (telefonische screening)
tweede trap Aantal bereikte werkzoekenden in dc derde trap =
module 2b (face lo face intake, screening en oriëntatie) module 7 (trajectbegeleiding) module 3 t.e.m. 6 (opleiding en werkervaring)
trajectwerking
VDAB Ucheersoverecnkomst 20Ü5-2009 - bijlage 2
pagina 4
Monitoringsindicator M9: aantal bereikte werkzoekenden per module en kansengroep Het bereik van de trajectwerking voor werkzoekenden wordt opgevolgd per module en kansengroep. Om de rol van VDAB als regisseur en actor te kunnen evalueren zal in deze rapportering een onderscheid gemaakt worden tussen de trajecten die de VDAB uitvoert als actor en de modules die worden gerealiseerd door andere actoren (onder de regie van VDAB).
Monitoringsindicator MIO : bereikte aantal werkzoekenden in dc diverse modules van dc traiectwerking (monitoring-volume) Module
Bereikte werkzoekenden per module en opgesplitst volgens actor (VDAB, VDAB in samenwerking met derden, zuiver derden)
,
Opleiding en begeleiding op de werkvloer
4
beroepspecifleke opleiding
5
persoonsgerichte vorming
3
Sollicitatietraining
7
Trajectopvol ging
2a
Telefonische screening
-,
Face to face screening, oriëntatie en diagnose
-
Totaal aantal bereikte werkzoekenden
VDAB Bchecmovcreenkomst 2005-2009 - bijlage 2
pagina 5
Monitoringsindicator Mil : vertegenwoordiging traiectwerking (monitoring-volume)
van
kansengroepen
in
de
bereJWCNVyvyZioiyojtr^octw^Htiriö: afzonderlijke r a p p o r t e r i n g :
kansengroep
möduiëi^** c u m u l a t i e f aantal NWWZ (referentie-populatie)
mfn^Qna'féép^Kèr^rn^ptiiitè (opgesplitst v o l g e n s actor ( V D A B , V D A B i n s a m e n w e r k i n g met d e r d e n , zuiver derden)
(a)
(%)
(b) (%)
(b)
preventief 1 curatief 2
O
Vrouw zeer langdurig werkloos (> 5 jaar) jongeren (-25 jaar) anderstalige nieuwkomer bestaansminimumtrekker deeltijds leerplichtigen laaggeletterden 3 NWWZtn absolute aantallen
Naast de aanwezigheid van kansengroepen in de algemene trajectwerking is ook hun aanwezigheid in de diverse opleidingsmodules van de trajectwerking van belang als cen monitorings gegeven
' De atbakening van de preventieve en curatieve doelgroep van werkzoekenden sluit aan bij de definitie in het l c Europese werkgelegenheidsrichtsnoer 2003-2005. Indien deze Europese definitie wijzigt (vanaf 2006) zal ook de definitie in het kader van de monitoring van de VDAB-beheersovereenkomst aangepast worden. 1 idem 3 De kansengroep 'laaggeletterden' wordl geïdentificeerd op basis van een screening si nsirumeiit dat wordt ontwikkeld en uitgevoerd door VDAB
VDAB Beheersovereenkomst 2005-2009 - bijlage 2
pagina 6
Monitoringsindicator M12 : vertegenwoordiging van kansengroepen in de modules van de traiectwerking (monitoring-volume) modules opgesplitst volgens actor (VDAB, VDAB In samenwerking met derden, zuiver derden) nulmeting 2003
Cumulatief aantal nwwz
2a
2b
(%) ouderen (+50 jaar) Allochtonen arbeidsgehandicapten Kortgesehooiden preventieve doelgroep curatieve doelgroep Vrouwen > 5 jaar werkloos jongeren (-25 jaar) anderstalige nieuwkomers bestaansminimumtrekkers deeltijds leerplichtigen Laaggeletterden Legende Module 2 = telefonische screening en face-to-face screening, oriëntatie en diagnose Module 3 = sollicitatietraining en -begeleiding Module 4 = beroepsspecifieke opleidingen (doorgaans in de T&O-centra) Module 5 = persoonsgerichte vorming (o.m. NT2) Module 6 = opleiding en begeleiding op de werkvloer (alternerende stages. IBO, ...)
VDAB Behcersoverefflknmst 2U05-2009 - bijlage 2
pagina 7
Monitoringsindicator M13: preventieve aanpak van werkloosheid in Vlaanderen: het niet-navolgingspercentage
Jongeren (<25)
-
Totale instroom in de werkloosheid (a) Volwassenen (>25) Aantal werkzoekenden dat nog steeds werkloos is 6 maand later en niet bereikt met trap 1 van het nieuwe bepeleidingsmndel: vacaturewerkine (bl) oomaak competentiebilan (b2)
W
Jongeren (<25)
-
Volwassenen (>25)
-
Aantal werkzoekenden dat nog steeds werkloos is 6 maand later (< 25 jaar) of 12 maand later (> 25 iaar) en niet eestart met trap 2 en 3 van het nieuwe beg el ei d ingsmodel: • telefonische screenina en opvolpins via de serviceliin (module 2a) • face to face intake, screenina en oriëntatie f module 2b)
Jongeren (<25)
Aantal werkzoekenden dat nog steeds werkloos is 6 maand later (< 25 jaar) of 12 maand later (> 25 iaar) en niet eestart met module 7 van de traject werki ne (traiectopvoleina)
Jongeren {<25)
Aantal werkzoekenden dat nog steeds werkloos is 6 maand later (*; 25 jaar) of 12 maand later (> 25 iaar) en niet eestart met module 3 t.e.m. 6 van de traiectwerking (opleiding of werkerarinal
Jongeren (<25)
Aandeel werkzoekenden dat 6 maand werkloos werd zonder te ziin bereikt in Crao 1 van het beaeleidinesmodel (hl/n. b2/a)
Aandeel ionec/volwassen werkzoekenden dat 6/12 maand werkloos werd zonder traiectopvoleine (module 7 / a) Aandeel ionee/volwassen werkzoekenden dat 6/12 maand werkloos werd zonder opieidine of werkervarinE (module 3 t.e.m. 6 / a)
-
Volwassenen (^25)
Volwassenen (>25)
Volwassenen (>25) Jongeren (<25) • • • — ' • • — -
Volwassenen (>25) Jongeren (<25) Volwassenen (>25) Jongeren (<25) Volwassenen (>25)
Monitoringsindicator M14: uitstroom (zowel uit de werkloosheid als naar werk) na het beëindigen van trajecten Kansengroepen waarvoor geen doelstelling wordt geformuleerd
uitstroom uil de werkloosheid
uitstroom naar werk
Anderstalige nieuwkomers Leefloon gerechti gden Deeltijds leerplichtigen Laaggeletterden
VDAÜ Beheersovereenkomsl 200S-2mi) - bijlage 2
pagina S
Monitoringsindicator M15: evenredige vacaturevervuUing (monitoring - resultaat) Om te evalueren of het begeleidingsaanbod voor de werkzoekenden gericht is op doorstroming naar werk, zal worden nagegaan of de verschillende kansengroepen een evenredige kans hebben om geplaatst te worden op een vacature. De VDAB beschikt voor ongeveer de helft van de ingevulde vacatures over de profielgegevens van de geplaatste werkzoekenden. Om na te gaan in hoeverre er sprake is van een evenredige vacaturevervulling, kan het aandeel geplaatste werkzoekenden uit de kansengroepen vergeleken worden met hun aandeel in de totale populatie werkzoekenden. Voor de afbakening van deze referentiepopulatie zal worden gewerkt met het cumulatieve aantal NWWZ in de loop van het jaar.
Kansengroep
bereikte nwwz in verwijzingen
referentiegroep
bcrcikle nwwz in plaatsingen
ouderen (+50 jaar) Allochtonen —
-
-
-
• • •
-
-
- -
•
-
•
-
—
-
-
-
-
•
Arbeidsgehandicapten Kortgeschoold zeer langdurig wcikloos(> 5 jaar) jongeren (-25 jaar) anderstalige nieuwkomer Uceflooiigcreclitigden deeltijds leerplichtigen LaaggcJelierdcn NWWZ in absolute aantallen
Monitoringsindicator M16: tevredenheidsmetingen bii de klant (monitoring— resultaat) Trajectwerking algemeen Sollicitatietraining en -begeleiding Beroepsspecifieke opleiding Persoonsgerichte vorming Opleiding en begeleiding op de werkvloer
VDAB Bcheersoveieenkomst 2005-2009 - bijlage 2
pagina 9
3. Dienstverlening in de competentiecentra
(hoofdstuk 3 - art.IQ)
Monitoringsindicator M17 : bereik van de acties in dc competentiecentra
Definitie Opleidingen
Alle opleidingen - aantal personen - aantal opleidingsuren Opleidingen voor werknemers op vraag van de werkgever - aantal personen - aantal opleidingsuren aanlal beëindigde opleidingen opgesplitst volgens de sector van tewerkstelling
rr
Opleidingen voor werknemers op eigen verzoek - aantal personen % kortgesehooiden % ouderen (+50 jaar) - aantal opleidingsuren Loopbaanbegeleiding
Aantal nieuw bereikte klanten in de loop van het jaar
EVC
Aanlal personen waarvoor procedure werd opgestart % kortgesehooiden % ouderen (+50 jaar)
VDAÜ Beheersovereenkomsl 2005-2009 - bijlage 2
pagina 10
Monitoringsindicator M18: bereik van de stimuleringsmaatregelen Definitie Stimuleringsbeleid
Stimuleringsbeleid voor KMO's - aantal opgeleide personen - aantal opleidingsuren Stimuleringsbeleid voor werknemerscategorieen (rncf opsplitsing naarde verschillende werknemerscategorieën) - aantal opgeleide personen - aantal opleidingsuren - aantal opgeleide personen - aantal opleidingsuren
Opleidings- en begdeidingscheques voor werknemers
Totaal aantal aanvragen % kortgesehooiden (geen diploma van HSO) % ouderen (+50 jaar)
Het stimuleringsbeleid beperken tot de in artikel 89 p. 4 opgenomen mogelijkheden. De profielkenmerken van de aanvragers van de opleidings- en begeleidingscheques voor werknemers (geslacht, scholingsgraad en leeftijd) zullen vergeleken worden met het profiel van alle werkenden en de werkenden die een opleiding volgden in Vlaanderen (op basis van de meest recente gegevens van NIS EAK.). Monitoringsindicator M19 : bereik van de IBO's en opleidingen in knelpuntberoepen Definitie Individuele Beroepsopleiding (IBO) - waarvan in knelpuntberoepen aantal stopzettingen % kortgesehooiden % ouderen (+50 jaar) % werkzoekenden met niet-EU nationaliteit % langdurig werkzoekenden -1 tot 2 jaar -2 lot 5 jaar -5 jaar en meer Opleidingen in
Opleidingen van werkzoekenden in knelpuntberoepen
knelpuntberoepen - aanlal werkzoekenden - aantal opleidingen - uitstroom naar werk Aantal verstrekte premies voor beroepskeuze
De profielkenmerken van de deelnemers aan IBO zullen vergeleken worden met het profiel van dc totale populatie van niet-werkende werkzoekenden (gemiddelde aantallen).
VDAB Beheersovereenkomst 2005-2009 - bijlage 2
pagina 11
Monitoringsindicator M20: tevredenheidsmetingen bii (monitor ing-resulta at)
werknemers en werkgevers
Opleiding werknemers eigen verzoek Deelnemers loopbaanbegeleiding Opleiding werknemers op verzoek werkgever Werkgever opleiding werknemers
5. VDAB als werkgever
(hoofdstuk 5)
Monitoringsindicator M21: omvang en evolutie van het personeelsbestand (monitoring — volume) Definitie Statutairen - aantal personen - in voltijds equivalenten (VTE) Contractuelen - aantal personen -in VTE Totaal - aantal personen -in VTE
In de rapportering wordt bovendien een onderscheid gemaakt tussen de verschillende personeelscategorieën en -functies bij VDAB: trajectbegeleiders, onthaalbedienden, vacature-consulenten, instructeurs in de competentiecentra,... (in personen en in VTE).
VDAB Ueheerso vereen komst 2OO5-2U09 - bijlage 2
pagina 12
Monitoringsindicator M22: vertegenwoordiging van kansengroepen in de nieuwe aanwervingen en in het totale personeelsbestand (doelstelling - volume) Definitie Vrouwen
aantal vrouwen in het personeelsbestand % vrouwen in het personeelsbestand aantal vrouwen volgens ftmetieniveau - niveau A - niveau B - niveau C - niveau D % vrouwen per functieniveau - niveau A - niveau B - niveau C - niveau D
Ouderen
Aantal werknemers volgens leeftijd - jonger dan 30 jaar - 3 0 tot 40 jaar -41 tot 50 jaar - ouder dan 50 jaar % in het totale personeelsbestand volgens leeftijd -jongerdan 30 jaar - 3 0 tot 40 jaar -41 tot 50 jaar - ouder dan 50 jaar
Allochtonen
Aantal allochtonen in het personeelsbestand % allochtonen in het personeelsbestand
Arbei dsgehandi captcn
Aantal arbeidsgehandicapten in het personeelsbestand % arbeidsgehandicapten in hel personeelsbestand
Monitoringsindicator M23: investeringen in opleiding (monitoring - volume) Definitie Dcetnamekans
Aantal personeelsleden dat een opleiding heeft gevolgd % van het personeel dat cen opleiding heeft gevolgd
Opleidingsinvestering
totale opleidingskoslen totale loonmassa van de VDAB % van de loonmassa geïnvesteerd in opleiding
VDAB Beheersovereenkomsl 2005-2009 - bijlage 2
pagina 13
Vlaamse Regering Kabinet van de vicc-minister-president, V l a a m s m i n i s t e r v a n W e r k , O n d e r w i j s en V o r m i n g Hendrik Consciencegebouw Koning Albert Il-luan 15, 1210 BRUSSEL Tel. 02-552 68 00 - Fax. 02-552 68 01 E-mail; kabinet,
[email protected] E-mail:
[email protected]
3
VDAB T.a.v. dhr. Fons LEROY Administrateur-generaal Keizerslaan 11 1000 Brussel
•1
uw kenmerk
ons kenmerk WG/WO/W9/W8
vragen naar / e-mail
[email protected]
bijlagen
kws?
telefoonnummer 02/552 .'68.47
datum
2 6 -09- 2005
Betreft:
- addendum 1 • aan de beheersovereenkomst 2Ó05-2009 tussen de VDAB en de Vlaamse Regering betreffende het steden- en gemeentenplan m.b.t. j eugdwerkloosheid - addendum 2 aan de beheersovereenkomst 2005-2009 tussen de VDAB en de Vlaamse Regering n.a.v. het meerbanenplan dd. 10 februari 2006.
Mijnheer de Administrateur-Generaal,
in bijlage gelieve u de originele versie te vinden van bovenvermelde addenda. {^
Met vriendelijke groeten,
Mieke Va»: Gramberen Kabinetschef
/L / \
Addendum 1 aan de beheersovereenkomst 2005-2009 tussen de VDAB en de Vlaamse Regering betreffende het steden- en gemeentenplan m.b.t jeugdwerkloosheid Tussen De Vlaamse Regering, hiema genoemd "de regering", vertegenwoordigd door de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, de heer Frank VANDENBROUCICE, enerzijds,
{~\ '***
en de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, hiema genoemd VDAB, met zetei gevestigd te 1000 Brussel, Keizcrslaan 11, vertegenwoordigd door de Raad van Bestuur, met als voorzitter de heer Hubert COSSEY, en zijn administrateur-generaal, de heer Fons LEROY, anderzijds, wordt in toepassing van de artikelen 4, in fine, 13 en 25 van de beheersovereenkomst van 14 juli 2005 volgend addendum afgesloten.
Hoofdstuk 1: Opdracht voor de VDAB Artikel 1 Het steden- en gemeentenplan goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 14 oktober 2005 omvat 2 luiken. Het eerste luik omvat de begeleiding en opleiding, het tweede luik omvat de buurt- en nabijheidsdiensten (lokale diensteneconomie). Voor het eerste luik is de VDAB de regisseur van de trajectwerking en dus verantwoordelijk voor de intake, screening en trajectbepaling van de werkzoekende. .
Q
Artikel 2 [n partnerschap met de betrokken lokale besturen zal de VDAB in de 13 steden/gemeenten die kampen met hardnekkige jeugdwerkloosheid extra acties ontwikkelen die volledig geënt zijn op en complementair zijn met de sluitende aanpak en die kaderen binnen de rechten en plichten van de werkloosheidsreglementering. Voor de uitvoering van deze acties doet de VDAB zoveel mogelijk en bij voorkeur beroep op de expertise van de lokale actoren. De acties dienen zeer sterk vraaggericht te worden uitgewerkt en prioritair gericht op doorstroming naar werk in het Normaal Economisch Circuit (NEC). Artikel 3 De VDAB zal het draagvlak in de acties versterken door de sociale partners te consulteren en te betrekken via de geëigende overleg- en adviesstructuren.
Addenda VDAB-beheersovereenkomst 2005-2009
Hoofdstuk 2: Doelgroep Artikel 4 De doelgroep betreft de -25 jarige laaggeschoolde jongeren in de preventieve aanpak; de -25 jarige jongeren die deeltijds leren en werken; de -25 jarige laaggeschoolde werkzoekenden, inclusief zij die gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie of die gerechtigd zijn op een vervangende financiële maatschappelijke hulp omdat ze vanwege hun nationaliteit niet in aanmerking komen voor het recht op maatschappelijke integratie, op voorwaarde dat ze in het vreemdelingenregister zijn ingeschreven en de -25 jarige laaggeschoolde jongeren uit de curatieve doelgroep.
Hoofdstuk 3:Periode Artikel 5 Dc uitvoering van de acties loopt van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2007.
Hoofdstuk 4: Objectieven Artikel 6 Van de totale doelgroep van -25 jarige werkzoekenden dient 60 % bereikt te worden met een uitstroom per stad/gemeente die minimaal 50% bedraagt en significant hoger is dan de nulmeting, waarvan een overzicht in bijlage bij de modelconvenant is opgenomen en integraal deel uitmaakt in dit addendum.
Addenda VDAB-beheersovereenkomst 2005-2009
Hoofdstuk 5: Middelen Artikel 7 De Vlaamse minister van Werk stelt een supplementair budget van 6.100.0006 ter beschikking voor de periode 2006-2007 voor de uitvoering van de acties m.b.t. begeleiding en opleiding. Met dit budget worden de acties gefinancieerd. Artikel 8 De VDAB beheert het budget. Artikel 9 Op jaarbasis wordt het budget als volgt verdeeld tussen de 13 betrokken gemeenten:
Stad/gemeenten 1. Antwerpen 2. Genk 3. Gent 4. Ronse 5. Beringen 6. Maasmechelen 7. Mechelen 8. Heusden-Zolder 9. Oostende 10. Houthalen-H el ch teren 11. Leuven 12. Hasselt 13. Aalst TOTAAL
Voorziene middelen vanuit bevoegdheid Werk 1.000.000 218.400 591.900 100.000 100.000 108.900 198.000 100.000 137.700 100.000 121.800 100.000 168.000 3.044.700
Hoofdstuk 6: Werkwijze Artikel 10 De engagementen worden vastgesteld in een convenant waarvan het model als bijlage is toegevoegd en integraal deel uitmaakt in dit addendum.
Addenda VDAB-beheersovereenkomst 2005-2009
Hoofdstuk 7: Monitoring en evaluatie Artikel H Alle acties worden geregistreerd in dossiermanager. De VDAB zal een permanent monitoringsysteem uitwerken aan de hand van de acties zoals opgenomen in het actieplan en rekening houdend met artikel 6. Artikel 12 De VDAB stelt maandelijks een boordtabel op. In het najaar 2006 is er een eerste tussentijdse evaluatie van de resultaten van alle acties. Op basis van dc tussentijdse evaluatie, waarin de VDAB haar bijdrage levert, kunnen dc acties, in overleg tussen de partners, worden bijgestuurd. Eind 2007 volgt de definitieve evaluatie. Brussel, De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming,
Frank VANDENBROUCXE
De voorzitter van de Raad van Bestuur,
De administrateur-generaal,
Addenda VDAB-beheersovereenkomst 2005-2009
Addendum 2 aan de beheersovereenkomst 2005-2009 tussen de VDAB en de Vlaamse Regering n.a.v. het meerbanenplan d.d. 10 februari 2006
Tussen Dc Vlaamse Regering, hiema genoemd "de regering", vertegenwoordigd door de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, de heer Frank VANDENBROUCICE, enerzijds, En de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, hiema genoemd VDAB, met zetel gevestigd te 1000 Brussel, Keizerslaan 11, vertegenwoordigd door zijn Raad van Bestuur, met als voorzitter de heer Hubert COSSEY, en zijn administrateur-generaal, de heer Fons LEROY, anderzijds, wordt in toepassing van de artikelen 4, in fine, 13 en 25 van de beheersovereenkomst van 14 juli 2005 volgend addendum afgesloten.
Addenda VDAB-beheersovereenkomst 2005-2009
Hoofdstuk 1: Kader Artikel 1 Het Vlaamse mcerbanenplan goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 10 febmari 2006 omvat verschillende luiken waarin nieuwe opdrachten aan de VDAB worden toevertrouwd en bestaande opdrachten werden gewijzigd op het gebied van: het bevorderen van de instroom: o de tewerkstellingspremie 50plus o dc uitbreiding en de kwaliteitsverbetering van de individuele beroepsopleiding in de onderneming (IBO) o IBO interim o de verhoging van de toeleiding naar opleidingen in knelpuntberoepen. het bevorderen van de diversiteit: o JOBKANAAL - de versterking van de begeleiding, opleiding en toeleiding van specifieke groepen: o 50plusclubs voor ouderen o Dc begeleiding van werk naar werk bij herstructurering
^
Addenda VDAB-beheersovereenkomst 2005-2009
Hoofdstuk 2: uitbetaling van de tewerkstellingspremie SOplus Artikel 2 Opdracht VDAB De VDAB verbindt zich tot de registratie van de aanvraag, de controle op de geldigheid van aanvraag, het uitvoeren van de betalingen aan de werkgever en het budgetbeheer in kader van de tewerkstellingspremie SOplus. Daarnaast verbindt de VDAB zich ertoe om deze maatregel promotioneel te ondersteunen zodat zowel werkgevers als werkzoekenden de voordelen van deze maatregel optimaal kunnen benutten.
Artikel 3 Middelen De dienst ontvangt voor de administratieve uitvoering van deze maatregel en voor de uitbetaling van de premies op kruisnelheid jaarlijks 30 miljoen Euro. Gezien de opstartdatum in 2006 en bij verrekening naar 12 maanden wordt dit bedrag voor 2006 herverdeeld naar 8 miljoen benutting en 22 miljoen saldo. Voor de promotie en informatieverstrekking ontvangt de dienst een eenmalig budget van 400.000 euro in 2006.
Artikel 4 Monitoring en evaluatie De VDAÖ staat in de voor de budgettaire opvolging van de maatregel, zodat dreigende uitputting van het beschikbare budget tijdig kan worden aangekondigd. De VDAB zal hiervoor de noodzakelijke monitoringsinstmmenten ontwikkelen. Via de Servicelijn van de VDAB (call center) kunnen werkgevers navragen of een geplande aanwerving nog in aanmerking kan komen voor de premie. De SERR's hebben een opvolgingsbevoegdheid, onder de voorwaarden vastgesteld door de Raad van Bestuur van de VDAB, dat aanleiding kan geven tot een aan de VDAB gericht advies. De VDAB zal hiertoe maandelijks aan de SERR rapporteren over dc benutting van de premies. , Twee jaar na datum van inwerkingtreding wordt de maatregel in overleg met de sociale partners en regering geëvalueerd. Het departement Werk en Sociale Economie zal een evaluatierapport opstellen. In het bijzonder zal worden nagegaan of de maatregel effectief heeft geleid tot duurzame tewerkstelling (langer dan 1 jaar)., Indien nodig wordt de maatregel bijgestuurd. Het gebmik van de tewerkstellingspremie zal gemonitord worden via een nieuwe monitoringsparameter (M14 bis) waarover de VDAB zal rapporteren aan de raad van bestuur en de Vlaamse Regering. Deze monitoring bestaat uit een maandelijkse prognose van het vereiste budget voor het lopende en volgende werkingsjaar o.b.v. de reeds goedgekeurde premies, en een maandelijkse rapportering van het aantal aangevraagde en uitbetaalde premies met cen verdeling naar; leeftijdsklasse van de tewerkgestelde oudere werkzoekenden (50-54 jaar, 55-59 jaar, 60-64 jaar); - werkloosheidsduur van de tewerkgestelde oudere werkzoekenden; hoogte uitbetaalde premies; sector van tewerkstelling.
Addenda VDAB-beheersovereenkomsl 2005-2009
Hoofdstuk 3: de uitbreiding en kwaliteitsverbetering van de individuele beroepsopleiding in de onderneming (IBO) Artikel 5 Opdracht VDAB De VDAB verbindt er zich toe om het in de beheersovereenkomst vooropgesteld aantal IBO's te verhogen van 12000 tot 16000 en om dc IBO kwalitatief te verbeteren door D de IBO meer competentiegericht in te zetten; • de verworven competenties na de IBO te certifieren: • de begeleiding meer te differentiëren naargelang de behoefte van het bedrijf cn/of de cursist: • een bijzondere aandacht voor de inschakeling van kansengroepen met het oog op het bereiken van een oververtegenwoordiging; D een duidelijke communicatie naar werkgevers te voeren over onderscheid IBO — IBOinterim - instapopleiding; D de inzet van bijkomende consulenten, waardoor de begeleiding geïntensifieerd wordt en de caseload van de consulenten daalt tot 130 opgestarte IBO begeleidingen per jaar.
Artikel 6 Middelen Voor deze bijkomende inspanningen ontvangt de VDAB voor 2006 3.144 miljoen euro en voor 2007 4,237 miljoen euro die worden aangewend voor de compensatie vergoeding, de begeleidingspremie en de inzet van 52.5 extra IBO consulenten. De begeleiding zal in de mate van het mogelijke uitbesteed worden.
Artikel 7 Monitoring en evaluatie Deze versterking moet toelaten om een toenemende vertegenwoordiging van kansengroepen te realiseren. Dit wordt opgevolgd via monitoringparameter 19. Deze wordt als volgt uitgebreid: % kortgesehooiden in opgestarte IBO's - % allochtonen in opgestarte IBO's % arbeidsgehandicapten in opgestarte IBO's - % langdurig (+1 jaar) werkzoekenden in opgestarte IBO's
De maandelijkse kwantitatieve opvolging gebeurt door de SERR..
Addenda VDAB-beheersovereenkomst 2005-2009
Hoofdstuk 4: de IBO interim Artikel 8 Opdracht VDAB De IBO interim heeft als doel de kans op een duurzame tewerkstelling van personen uit de kansengroepen te verhogen via interim en via kennisverwerving door opleiding. IBO interim richt zich hierbij exclusief op ouderen (50+), personen met een arbeidshandicap en allochtonen. Het IBO interim-traject bestaat uit maximum één maand uitzendarbeid voorafgaand aan een IBO van maximum 26 weken gevolgd door een contract van onbepaalde duur. De begeleiding tijdens de IBO gebeurt door het uitzendkantoor. De dienst sluit een samenwerkingsakkoord met FEDERGON voor de realisatie van 1000 IBO interim contracten met een uitstroomnorm van 90%. De VDAB krijgt de opdracht om : - het opleidings- en begeleidingsplan te evalueren en goed te keuren - de IBO's administratief te beheren - de uitzendkantoren te vergoeden voor de geleverde prestaties - de kwaliteitsborging van de begeleiding te verzekeren - de uitstroomnorm te bewaken Dc VDAB beslist over de toekenning, de slopzetting en de eventuele verlenging van de IBOinterim.
Artikel 9 Middelen De dienst ontvangt 1 miljoen euro op jaarbasis voor de monitoring, de omkadering, de uitbetaling van de begeleidingspremie aan de uitzendkantoren, de uitbetaling van de compensatievergoeding en het administratief beheer.
Q
Artikel 10 Monitoring en evaluatie Aangezien de IBO interim een proeftuin is zullen tussentijdse evaluaties worden gemaakt door de VDAB. Na twee jaar volgt een grondige evaluatie met alle partners. De maandelijkse kwantitatieve opvolging gebeurt door de SERR. Er zal een nieuwe doelstellingsparameter 15bis worden ontwikkeld om het aantal gestarte IBO interim-trajecten te meten evenals een uitstroompercentage van 90%, gemeten 6 maanden na het beëindigen van de IBO.
Monitoringsparameter M19 wordt uitgebreid als volgt: % allochtonen in de opgestarte IBO-interim % ouderen in de opgestarte IBO-interim % arbeidsgehandicapten in de opgestarte IBO-interim
Addenda VDAB-beheersovereenkomst 2005-2009
Hoofdstuk 5: de verhoging van de toeleiding naar opleidingen in knelpuntberoepen Artikel 11 Opdracht VDAB De vaststelling dat bedrijven en sectoren voor bepaalde beroepen zeer moeilijk of zelfs geen geschikte kandidaten vinden voor hun openstaande vacatures is een blijvende bekommernis. Naast de reeds genomen maatregelen inzake knelpuntenbel eid wordt de VDAB een extra budget voor knelpuntopleidingen toegekend. Dit budget dient prioritair aangewend te worden om: •
in overleg met sectoren specifieke acties (o.a. het verhogen van de capaciteit voor knelpuntopleidingen) te ondememen die tegemoet komen aan een aantal structurele problemen die men in de sector ondervindt;
•
In de eerste plaats kwalitatieve knelpunten aan te pakken die via een korte beroepsopleiding kunnen worden geremedieerd. Met de nodige aandacht voor de toeleiding van de werkzoekende naar de knelpuntopleidingën zodat bij het einde van de opleiding ook een effectieve uitstroom naar het beroep kan gerealiseerd worden;
•
Daarbij is er eveneens de nodige aandacht voor de toeleiding van oudere werkzoekenden naar knelpuntberoepen die leeftijdsneutraal zijn (bvb. via Jobkanaal).
Artikel 12 Middelen De dienst ontvangt hiervoor van de Vlaamse regering een bijkomend budget van 2.700.000 'euro voor 2006 (waarvan 250.000 euro voor opleidingen in horeca- en toerismesector). Vanaf 2007 op jaarbasis 2.200.000 euro. Artikel 13 Monitoring en Evaluatie Deze afspraken worden monitoringparameter 19.
opgevolgd
• via de
Addenda VDAB-beheersovereenkomst 2005-2009
bestaande
doelstellingsparameter
6
en
10
Hoofdstuk 6: JOBKANAAL Artikel 14 Opdracht VDAB Jobkanaal is een samenwerkingsverband tussen enerzijds een aantal partners, VOKA, UNIZO, VCSPO, die instaan voor het sensibiliseren van de werkgevers en voor de vacatureacquisitie, en anderzijds diverse bemiddelingsdiensten en -organisaties die moeten zorgen voor de toeleiding en verwijzing van werkzoekenden naar werkgevers die een jobkanaal vacature plaatsen. Jobkanaal heeft als doel mee te werken aan het verwezenlijken van de evenredige participatie van ouderen, allochtonen en arbeidsgehandicapten op de arbeidsmarkt. Onder de voorwaarde dat de sensibiliseringsactie en toeleidingsinspanningen van de JOBKANAALpartners voldoende, nog niet bij de VDAB gekende vacatures opleveren verbinden de VDAB en andere partners in dit project er zich n.a.v. het meerbanenplan toe om op jaarbasis 5000 plaatsingen te realiseren van werkzoekenden uit de kansengroepen op vacatures die aangebracht zijn door Jobkanaal (samenwerkingsverband VOKA, UNIZO en VCSPO) Per jobkanaalvacature.zal de VDAB 4 werkzoekenden uit de bovenvermelde kansengroepen verwijzen (tenzij in het werkzoekend en bestand van de VDAB niet voldoende voor de vacature geschikte kandidaten uit de kansengroepen aanwezig zijn). De VDAB verbindt er zich toe om op jaarbasis 600 jobcoachings extra te realiseren gekoppeld aan de bovengenoemde 5000 plaatsingen. Artikel 15 Middelen Dc dienst ontvangt hiervoor van de Vlaamse regering een bijkomend budget van 600.000 euro op jaarbasis voor de aanwerving van 12.5 FTE jobcoaches. fT\
Artikel 16 Monitoring en evaluatie Er zal een nieuwe monitoringsparameter Ml5 bis worden opgenomen die het aantal nieuwe vacatures van Jobkanaal meet en het aantal plaatsingen per kansengroep. Het aantal verwijzingen per vacature door VDAB per kansengroep wordt gemonitord.
Addenda VDAB-beheersovereenkomst 2005-2009
11
Hoofdstuk 7: begeleiding SOplussers Artikel 17 Opdracht VDAB Voor de toeleiding van de oudere werkzoekenden naar de arbeidsmarkt zullen in samenwerking met partners specifieke infosessies , voor werkzoekende 50-plussers georganiseerd worden. Deze informatiesessies moeten oudere werkzoekenden inlichten over hun mogelijkheden en maximaal motiveren naar de arbeidsmarkt en naar trajectbegeleiding bij de 50plusconsulent Deze begeleiding kan individueel zijn of deels collectief binnen de 50+ club, een specifieke en exclusieve daartoe georganiseerde oriëntatie- en sollicitatieruimte. De VDAB zal hiervoor specifieke consulenten aanwerven. Deze ingreep moet ervoor zorgen dat de in 2006 dalende participatie van oudere werkzoekenden aan de trajectwerking t.o.v. 2005 wordt omgebogen, zodat eind 2006 temg hetzelfde bereik van 2005 wordt gerealiseerd. In 2007 kunnen er via deze maatregel 5000 werkzoekenden meer worden bereikt als in 2006 . In het beheerscontract werd voorzien om het objectief voor 2008 en 2009 te koppelen aan de evolutie van het beleidskader. Meer bepaald werd afgesproken dat er een 'grotere sprong dient gemaakt te worden in de tweede helft van dit beheerscontract in lijn met het beleidskader inzake ouderen.' Daarom stelt de dienst voor om dit objectief vast te leggen bij de evaluatie van het beleidskader voor de activering van werkzoekenden (samenwerkingsakkoord met federale overheid) half 2007, en eveneens te baseren op de ervaringen met de 50+ clubs (alsook rekening te houden met de ervaringen van de andere, recent genomen maatregelen inzake ouderen). Dit objectief dient conform te zijn met de bepaling in de beheersovereenkomst over de toenemende vertegenwoordiging van 50-plussers die moet leiden tot een oververtegenwoordiging op termijn. *
Voorwaarden om deze objectieven te halen zijn: een voldoende toeleiding naar de 5 Op lusconsulenten vanuit de infosessies bij de VDAB en bij de partners. eenzelfde niveau van instroom van ouderen in de werkloosheid een toenemend bereik van 50-plussers in de trajectwerking zoals uitgevoerd door derden-actoren Artikel 18 Middelen De dienst ontvangt in 2006 4.220.000 euro (met aandacht voor het infrastructurele aspect ) voor de aanwerving van de 50plusconsulenten, de installatie en werking van 25 50plusclubs en de organisatie en omkadering van dc acties. Vanaf 2007 ontvangt de dienst 5 miljoen euro. Artikel 19 Monitoring en evaluatie De monitoring van het bereik van de actie 50plus gebeurt via de bestaande doelstellingsparameter 8 en via monitoringsparameter 9 en 12. De toeleiding naar de 50+ clubs wordt gemonitord via een nieuwe parameter M9bis: de doorstroom van de totale doelgroep naar de collectieve infosessies, en vervolgens hun
Addenda VDAB-beheersovereenkomst 2005-2009
12
doorstroom naar de 50+ clubs. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de doorstroom vanuit de infosessies bij VDAB en vanuit de partner-organisaties (bijblijfconsulenten).
Addenda VDAB-beheersovereenkomst 2005-2009
13
Hoofdstuk 8: begeleiding naar werk bij herstructurering Artikel 18 Opdracht VDAB De dienst krijgt de opdracht om de coördinatie en dc organisatie van de tewerkstellingscellen te verzekeren via dc sociale interventieadviscurs. Artikel 19 Middelen De dienst krijgt hiervoor in 2006 1.242.000 euro en vanaf 2007 1.988.000 euro voor de aanwerving van bijkomende interventieadviseurs, de administratieve ondersteuning van de adviseurs, en de inrichting en de werking van de tewerkstellingscellen. Artikel 20 Capaciteit Maximale capaciteit : 17.400 ontslagen werknemers (300 tewerkstellingscellen met gemiddeld 58 bereikte werknemers) Artikel 21 Monitoring en evaluatie De monitoringsparameter 7 zal als volgt worden aangepast: Definitie Sociale interventieadviseurs
Aantal bereikte werkgevers - waarvan KMO's (<50 werknemers) Aantal met ontslag bedreigde weri^nemers (= zelfde definitie als bereikte nu)
Hi
Indien de VDAB een tewerkstellingscel opzet, zal over het bereik en het resultaat gerapporteerd worden: Definitie
Tewericstcllingsccilen
Aantal bereikte werkgevers (inclusief toeleveringsbedrijven) naar aard van de lewerkslellingscel (pennanent of ad hoc) - waarvan K.MO's (<50 werknemers) Aantal bereikte werknemers (= begeleiding in lewerkslellingscel) naar aard van de lewerkslellingscel (permanent of ad hoc) Uitstroom naar werk na nog Ie bepalen aantal maanden en naar aard van dc lewerkslellingscel (permanent of ad hoc)
Addenda V D A B - b e h e e r s o v e r e e n k o m s t 2005-2009
14
In overleg met de VDAB zal het moment bepaald worden waarop zal gemeten worden of de bereikte werknemers nog werkzoekend zijn. De norm die in dit verband gehaald moet worden, zai in overleg met de VDAB worden vastgelegd.
Brussel, De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming,
rank VANDENBROUCKE
De voorzitter van de Raad van Bestuur,
Hubert COSSEY
De administrateurTgeneraal,
r\
Addenda VDAB-beheersovereenkomst 2005-2009
15