1. Een werkvergunning is een document: a) dat het overleg moet bevorderen tussen iedereen die met het werk te maken heeft. b) waarin de voorwaarden hoe gewerkt moet worden, vastgelegd zijn c) dat toestemming verleent dat met het werk begonnen mag worden d) de antwoorden a, b en c zijn juist 2. De maatregelen vermeld op een werkvergunning: a) moeten altijd nageleefd worden b) zijn een richtlijn voor de gebruiker c) worden opgelegd door de uitvoerder van het werk d) worden gebruikt om de uitvoerders erop te wijzen dat ze zeer voorzichtig moeten werken 3. Wanneer een werkvergunning wordt gegeven aan de uitvoerders, betekent dit dat het werk: a) mag uitgevoerd worden b) mag uitgevoerd worden als aan alle voorwaarden, vermeld op de werkvergunning, voldaan is c) niet gevaarlijk is d) niet gevaarlijk is voor de gezondheid 4. Indien de werkzaamheden langer duren dan de geplande tijd: a) dan mag de vergunning een week verlengd worden b) dan mag de vergunning dagelijks verlengd worden voor een periode van maximaal een week c) mag de vergunning niet verlengd worden, maar moet men meer mensen inzetten d) moet een nieuwe vergunning aangevraagd worden 5. Als tijdens het werk blijkt, dat de werkzaamheden op een andere wijze moeten worden uitgevoerd: a) mag men verder werken na overleg met de verstrekker b) kan men dit doen zonder verder iemand in kennis te stellen c) moet een nieuwe werkvergunning worden aangevraagd d) moet de uitvoerder een aantekening op de werkvergunning maken
6. Wat geeft dit bord aan?
a) een mogelijk gevaar b) een evacuatieweg c) brandbestrijdingsmateriaal d) richting toiletten 7. Wat betekent dit symbool?
a) richting EHBO b) richting nooduitgang c) richting uitgang d) de antwoorden a, b en c zijn juist 8. Wat betekent dit symbool?
a) een EHBO post b) een nooduitgang c) een veilige werkzone d) brandbestrijdingsmateriaal 9. Vanaf welke hoogte zijn leuningen verplicht? a) 1,50 meter b) 3 meter c) 2 meter d) 2,5 meter 10. Op welke hoogte moet de bovenste leuning op een stelling geplaatst worden? a) tussen 0,80 en 1,10 meter b) tussen 0,95 en 1,10 meter c) tussen 1 en 1,20 meter d) op 1,50 meter
11. Hoeveel meter kan een ladder best uitsteken boven de te bereiken werkvloer? a)1 meter b) 2 meter c) 0,5 meter d) 1,5 meter 12. Een keuringssticker op een stelling geeft aan : a) dat de stelling al dan niet betreden mag worden b) dat de stellingbouwer een opleiding gekregen heeft c) dat de stelling nog gekeurd moet worden d) dat er hijsmateriaal aan de stelling bevestigd mag worden 13. Hoe klinkt het ontruimingssignaal? a) een onderbroken toon hoog en laag b) een sirene die korte stoten geeft c) een megafoon waarlangs iedereen wordt opgeroepen om te ontruimen d) een ééntonig continu signaal 14. Wat geeft dit pictogram aan?
a) verzamelplaats bij evacuatie b) plaats van de medische dienst c) plaatsen waar bezoekers toegelaten zijn d) besloten ruimte waar een mangatwacht vereist is 15. Alle materiaal dat u meebrengt : a) moet door Umicore genummerd zijn b) moet de naam van uw bedrijf vermelden c) wordt eigendom van Umicore d) dient voorzien te zijn van een groene keuringssticker 16. Een start-werk vergadering : a) moet dagelijks gehouden worden b) moet vooraf aan de werken plaatsvinden om het werk en de risico’s te bespreken c) wordt door Umicore aan de leidinggevenden van uw firma gegeven d) dienst om na afloop de werken te evalueren
17. Een werkvergunning is nodig : a) alleen bij werken met gevaarlijke producten b) altijd c) alleen bij werken met brand of explosiegevaar d) alleen bij werken die langer dan één dag duren 18. Bij de betreding van een besloten ruimte : a) moet altijd een mangatwacht aanwezig zijn b) moet een mangatwacht aanwezig zijn als het op de vergunning wordt vermeld c) als er meer dan één werknemer de besloten ruimte betreedt d) moet men steeds een walkie-talkie meenemen 19. Ik moet lassen : a) ik krijg altijd een vuurvergunning b) ik krijg een vuurvergunning samen met een werkvergunning c) ik moet zelf voor een vuurvergunning zorgen d) ik krijg een vuurvergunning samen met een betredingsvergunning 20. Ik geef de werkvergunning terug af : a) op het einde van de dag b) op het einde van de werken c) als de opdrachtgevende dienst erom vraagt d) nooit 21. Vooraleer het werk aan te vangen meldt ik mij aan : a) in de betrokken dienst b) op de preventiedienst c) bij de portier aan ingang A d) bij zijn eigen baas 22. Welk noodnummer moet ik gebruiken bij een ongeval? a) 100 b) 900 c) 112 d) 6300 23. Indien ik een klein wondje oploop : a) verzorg ik dat zelf b) meld ik dit aan mijn overste en ga ’s avonds naar mijn huisdokter c) laat ik dit onmiddellijk verzorgen op de medische dienst van Umicore d) meld ik dit aan een collega en ga naar het ziekenhuis
24. Opruimen na het werk : a) gebeurt door Umicore b) maakt deel uit van mijn werk c) gebeurt door mijn collega’s d) is niet nodig 25. Als je baas je geen beschermingsmiddelen heeft gegeven : a) ga je toch aan het werk met de nodige voorzichtigheid b) meld je dit aan je baas en gaat toch aan het werk c) meld je dit aan je baas en wacht tot hij beschermingsmiddelen te ebschikking stelt d) kan je ze op Umicore verkrijgen 26. De basisuitrusting tijdens werken bestaat uit : a) werkpak, veiligheidshelm, veiligheidsbril, veiligheidsschoenen b) is niet bepaald c) werkpak, veiligheidshelm, stofmasker d) veiligheidshelm, stofmasker, veiligheidsschoenen 27. Ik mag mijn werkzaamheden starten : a) zodra ik een werkvergunning heb b) zodra de opdrachtgever de installatie heeft vrijgegeven c) zodra ik de nodige controles heb uitgevoerd d) zodra alle maatregelen op de vergunning door de opdrachtgever en door mezelf werden gecontroleerd en deze werd afgetekend 28. Om aan een installatie te mogen werken : a) moet deze door de opdrachtgever vergrendeld zijn b) moet ik deze vergrendelen c) moeten ze door de opdrachtgever en door mezelf vergrendeld zijn d) moet ze stil liggen 29. De LMRA wordt ingevuld : a) door de opdrachtgever b) door mezelf op het einde van de werken c) door mezelf bij de start van de werken d) door mijn baas 30. Hoe moet je steeds omgaan met gevaarlijke producten? a) zonder extra maatregelen b) met gezond verstand c) rekening houdend met de maatregelen op de vergunning d) met de blote handen
31. Wat doe je in de eerste plaats bij een brandwonde? a) overvloedig spoelen met water ( minstens 20 minuten ) b) je baas verwittigen c) naar je huisdokter gaan d) naar de medische diens gaan 32. Wanneer is roken toegelaten? a) overal zonder beperking b) op de aangeduide plaatsen tijdens de lunchpauzes c) nergens d) in de controlezalen 33. Eten en drinken : a) is overal toegelaten b) is enkel toegelaten in de refter c) is enkel toegelaten op de werkplaatsen d) is enkel toegelaten in de verpozingslokalen 34. Waar bevindt zich de vergunning tijdens het werk : a) bij je baas b) in de controlezaal c) op de plaats van de werken d) in de werfkeet 35. Wat doe je bij toestellen met beschadigde elektrische kabels? a) ze moeten eerst hersteld worden vooraleer er verder mee te werken b) je brengt ze op het einde van de werkdag binnen bij je baas c) je werkt er gewoon mee verder maar let extra op d) geen probleem zolang het toestel maar werkt 36. Mag je zelf een stelling aanpassen? a) altijd b) nooit c) in dringende gevallen d) tijdelijk
37. Wat betekent dit symbool?
a) schadelijke stof b) giftige stof c) doorgang verboden d) verboden voor voetgangers 38. Wat betekent dit symbool?
a) lekkende leiding b) giftige stof c) corrosieve stof d) paraplu meenemen 39. De werkvergunning vermeld kans op arsine-vorming : a) ik mag geen aluminium of gegalvaniseerd staal gebruiken b) dat is een probleem voor de opdrachtgever c) ik neem geen bijkomende voorzorgen d) dit is ongevaarlijk 40. Wat is het risico van zware metalen? a) ik kan pletwonden oplopen b) ze zijn schadelijk voor de gezondheid als ik ze inadem c) ik krijg er vuile handen van d) ik moet gekeurd hijsmateriaal gebruiken 41. Wat betekent dit symbool?
a) plaats van de medische dienst b) niet in omgeving komen c) geen risico d) giftig product
42. Wat betekent dit symbool?
a) verboden voor stressgevoelige mensen b) verboden voor mensen met een pacemaker c) liefdesverdriet d) verboden voor bange mensen 43. Wat betekent dit symbool?
a) dragen van handschoenen verplicht b) geen doorgang voor onbevoegden c) verboden te roepen d) opgepast voor knellen van handen 44. Koolstofmonoxide ( CO ) is : a) zeer slecht voor de ozonlaag maar ongevaarlijk voor de gezondheid b) een geurloos, kleurloos maar zeer giftig gas c) een verstikkende stof met de geur van verbrande plastic d) zeer gevaarlijk bij het lassen 45. Hijsmateriaal : a) moet driemaandelijks gekeurd worden b) moet geschilderd zijn c) mag niet vervormd of beschadigd zijn d) mag niet ouder zijn dan twee jaar 46. De kleuren van gebodsborden zijn : a) zwart op geel b) rood op wit c) wit op blauw d) wit op zwart
47. De kleuren van verbodsborden zijn : a) zwart op geel b) rood-zwart-wit c) wit op blauw d) wit op zwart 48. De kleuren van waarschuwingsborden zijn : a) zwart op geel b) rood op wit c) wit op blauw d) wit op zwart 49. Wat is het risico van corrosieve stoffen? a) je wordt er misselijk van b) ze tasten de huid aan bij contact c) ze zijn giftig d) ze zijn brandbaar 50. Wat is het risico van brandbare stoffen? a) ze kunnen ontbranden door vonken b) ze zijn giftig bij inademing c) ze veroorzaken brandwonden bij contact met de huid d) ze vormen alleen een risico in de zomer 51. Wanneer zijn giftige of schadelijke stoffen gevaarlijk? a) bij inademing b) bij inslikken c) bij inademing en inslikken d) bij inademing, inslikken en contact met de huid 52. Wat betekent dit symbool?
a) rookverbod b) vuurtje stoken verboden c) vuur, open vlam en roken verboden d) lucifers verboden, aansteker toegelaten
53. Wat betekent dit symbool?
a) verboden te werken b) lopen verboden c) verboden toegang voor voetgangers d) dragen beschermingsmiddelen verplicht 54. Wat betekent dit symbool?
a) lossen van schepen b) risico op hangende lasten c) verhuis bezig d) gevaar op rondvliegende scherven 55. Wat betekent dit symbool?
a) alleen doorgang voor industriële voertuigen b) gevaar voor industriële voertuigen c) transport met heftruck verboden d) transport met heftruck toegelaten 56. Wanneer worden de alarmsignalen getest? a) de eerste donderdag van de maand b) de eerste zaterdag van elke maand c) de tweede vrijdag van elke maand d) wekelijks
57. Wat betekent dit symbool?
a) verplicht douchen na het werk b) plaats van de kleedzaal c) plaats van de nooddouche d) oppassen voor spatten 58. Hoe lang moet men spoelen met water na contact met een gevaarlijk product? a) 1 minuut b) zolang het pijn doet c) tot het lichaamsdeel voldoende proper is d) 20 minuten 59. Wat doe je bij contact met gevaarlijke producten nadat je voldoende gespoeld hebt? a) onmiddellijk verder werken b) melden aan je chef en verder werken c) naar de medische dienst gaan voor naverzorging en controle d) melden aan je chef en naar huis gaan 60. Wanneer moet men beschermingsmiddelen dragen bij het werken aan installaties met gevaarlijke producten? a) altijd b) nooit c) soms d) alleen als er lekken zijn 61. Wat doe je met je badge tijdens de werken? a) je houdt hem steeds bij je b) je hangt hem op op de werkplek c) je bergt hem op in de werfkeet d) je geeft hem af op de meldingsplaats van de dienst 62. Mag een mangatwachter zijn plaats verlaten zolang er iemand in een besloten ruimte aanwezig is? a) ja b) nooit c) voor korte periodes d) indien het risico beperkt is
63. Bij werken op hoogte met valgevaar : a) breng je gevaarslinten aan b) breng je waarschuwingsborden aan c) breng je houten of metalen leuningen aan d) moet je zeer aandachtig werken 64. Wat moet er gebeuren bij putten of andere uitgravingen? a) breng je gevaarslinten aan b) breng je waarschuwingsborden aan c) breng je houten of metalen leuningen aan d) moet je zeer aandachtig werken 65. Wanneer mag je een stelling betreden? a) altijd b) als er een goedkeuringssticker op werd aangebracht c) als je baas je de toelating geeft d) als Umicore je de opdracht geeft 66. Van op een ladder mag men werken uitvoeren : a) altijd b) nooit c) alleen voor kleine en ongevaarlijke werken van korte duur d) alleen als het dubbele ladders zijn 67. Wanneer gebruik ik tijdens het lassen of branden gasmasker? a) altijd b) bij werken aan bevuild materiaal en inox c) alleen in besloten ruimten d) alleen bij werken met oxy-acetyleen 68. Vooraleer ik begin te lassen : a) kijk ik na waar zich een brandblusser bevindt b) breng ik een brandblusser ter plaatse c) zet ik een emmer water klaar d) roep ik de brandweer op 69. Persoonlijke beschermingsmiddelen die op de werkvergunningen vermeld staan : a) draag ik permanent tijdens het uitvoeren van het werk b) draag ik bij een alarm c) moeten ter plekke aanwezig zijn d) doe ik aan als er een gevaar dreigt