Verslag van een studiereis gemaakt voor liet Spaans, Portugees en Iberoamerikaans Instituut en liet Instituut voor Toegepaste Taalkunde (9 juli - 11 september 1966) 1
Het doel van de reis was tweeledig:
a. het volgen van de Curso Superior de Filología Española te Málaga; dit gedeelte werd geheel bekostigd door de Rijksuniversiteit Utrecht; en b. gebruikmakend van het feit dat Madrid op de reisroute ligt, daar vakantiedagen opnemend - de naar eigen oordeel noodzakelijke tijd blijven, zowel vóór als na afloop van de cursus in Málaga, voor het leggen van contacten op het gebied van de toegepaste taalkunde en meer nog, proberen bandenmateriaal bij de Spaanse Radio en andere instanties te mogen copiëren voor mijn lessen Spaans in het Talenpracticum (T.P.) van het Instituut voor Toegepaste Taalkunde en eventueel voor de spreekvaardigheidscolleges Spaans op het Spaans, Portugees en Iberoamerikaans Instituut. 2 Curso Superior de Filología Española, georganiseerd door het Instituto 'Miguel de Cervantes' van de Consejo Superior de Investigaciones Científicas, gehouden te Málaga van 19 Juli tot en met 27 augustus 1966.
2.1 Doel van de cursus: het geven van een serie colleges voor afgestudeerde Spaanse en buitenlandse hispanisten over de algemene stand van zaken in de hispanistiek en oriëntatie voor studie van de cursisten wat betreft de noodzakelijke methodologie voor het opstellen van scripties en proefschriften, het benutten van enquêtes voor dialectonderzoek, voor sociologisch en etnografisch onderzoek en het hanteren van archieven, etc. Het postacademiaal contact tussen cursisten en hoogleraren, en tussen de cursisten onderling moet vruchtbare perspectieven kunnen openen. De cursus die dit jaar onder de naam "Curso Superior de Filología Española" in Málaga is gehouden, is hopelijk de eerste van een reeks, waarin jonge afgestudeerden uit het buitenland in contact kunnen treden met Spaanse en buitenlandse hoogleraren, Spaanse afgestudeerden, jonge universitaire onderzoekers en leraren met meer onderwijservaring. 2.2 De cursus was georganiseerd in twee cyclussen, één gericht op de Middeleeuwen en één op de Gouden Eeuw en later. Binnen deze hoofdgroepen moet een onderscheid worden gemaakt tussen taal- en letterkunde. Het was vooral de aankondiging van de colleges in de serie moderne taalkunde die mijn belangstelling wekte in verband met de research voor de lessen in het T.P. van het Instituut voor Toegepaste Taalkunde. Naast taal- en letterkunde was er een ruime plaats ingeruimd voor de vakken etnología, geschiedenis en kunst om een indruk te geven van de methoden die heden
ten dage worden gevolgd in die takken van wetenschappelijk onderzeek in Spanje. Naar een volledig overzicht werd niet gestreefd. 3
Taalkunde
3.1 Don Manuel Alvar, hoogleraar te Granada (herhaaldelijk gasthoogleraar o.a. in California) en directeur van de cursus heeft in zijn eerste cyclus het dialect van de Rioja behandeld en zich de vraag gesteld of men van een afzonderlijk dialect ofwel van een randgebied van het Castiliaans ofwel van het Aragonees moet spreken. De ontwikkeling van het dialect werd nagegaan aan de hand van fueros, heiligenlevens, de werken van bv. Berceo en de verdere teksten die voor detailpunten te raadplegen zijn. Prof. Alvar gaat heel gemakkelijk over van de historische fonetiek en syntaxis naar een zuiver letterkundige uiteenzetting, als hij meent dat deze laatste, bv. voor een etymologische verklaring, zijn betoog kan verhelderen. Aan de hand van dit thema heeft hij zijn werkwijze gedemonstreerd. Prof. Alvar is gespecialiseerd in dialectonderzoek. Onder zijn leiding is een korte enquête gehouden te Fuengirola omtrent het lexicon van de vissersbevolking aldaar om materiaal te verzamelen voor het vierde deel van zijn Atlas Lingüístico de Andalucía. Tijdens de enquête (het ondervragen van slechts één informant kost ongeveer acht uur!) was er gelegenheid om wat de informant antwoordde fonetisch te transcriberen. De vaak zeer geringe variaties van b.v. klinkerfonemen waarvan de open- of geslotenheid verandering in het foneempatroon teweeg kan brengen (pro-blemen rond de implosieve -s), waarbij het systeem uiteraard een wijziging ondergaat, zijn voor een niet geoefend oor slechts met moeite te horen. Prof. Alvar was in staat van één van de twee informanten, een visser van een jaar of dertig, te zeggen dat hij niet uit Fuengirola kwam: het bleek dat hij in El Palo, een aan Málaga geannexeerd dorpje, dus op slechts 30 km. van Fuengirola, was geboren en verder al twaalf jaar in Fuengirola woonde. In de cyclus gewijd aan moderne thema's heeft Prof. Alvar het lot van de implosieve -s in Andaluzië behandeld, een algemene linguïstische theorie over Andaluzië gepresenteerd en een overzicht gegeven van het Spaans op de Canarische eilanden. Beide series colleges waren gebaseerd op citaten en enorme hoeveelheden gegevens, die bij het hoge spreek- (of: lees-)tempo van Prof, Alvar jammer genoeg grotendeels verloren gingen. Tevens was het onmogelijk werkcolleges te organiseren om nader op deze en andere punten in te gaan. 3.2 Prof. Eugenio Coseriu, hoogleraar te Tübingen, heeft een uitgebreide serie colleges gegeven over algemene en Spaanse taalwetenschap. Hij heeft een inleiding gegeven tot de structurele lexicologie. Eerst heeft hij in vogelvlucht de verschillende opvattingen en de ontwikkeling naar het hedendaagse standpunt - dat is het zijne en dat van Prof. Pottier, die in hoofdzaak met hem overeenstemt - behandeld. Prof Coseriu heeft van alle richtingen alleen in die van Weinreich gewerkt. Weinreich heeft het echter slechts terloops over structurele lexicologie gehad. De theorie van Coseriu streeft ernaar niet bij de vorm, maar bij de inhoud uit te komen. Dit is het verschil met Hjelmslev en Greimas, want Coseriu wil niet meteen bij de minimumelementen komen, hetgeen betekent dat hij alle betekeniselementen voor de geest moet hebben. Vervolgens heeft hij het structurabele gedeelte van het lexicon bepaald, zowel wat betreft welke elementen structurabel zijn als op welk vlak of veld. Verder heeft hij het begrip historische taal in zijn theorie, de verschillende typen van lexicale structuur, de lexicale velden, klassen, en de secundaire en syntagmatische
2
structuren uitgelegd. Het zou te ver voeren in detall te spreken over deze overigens uitermate gecompliceerde theorie van een groot specialist. Een zinnig resumé geven is ook bijna onmogelijk. Voor vele van de cursisten was het of de ene helft van het betoog terminologie was en de andere ophalen van dingen die voor de hand liggen. De colleges waren dan ook niet bedoeld als een eerste inleiding. Het boek dat de basis vormt voor deze colleges, zal in Málaga worden uitgegeven door de Diputación Provincial.
3.3 Prof. Mario Wandruszka, hoogleraar te Tübingen heeft gesproken over romaanse en germaanse linguïstische structuren. Op grond van vergelijking van een zelfde literaire tekst in verschillende vertalingen (Tormenta de verano, van Juan García Hortelano, Premio Formentor 1961) is hij gekomen tot een systematische vergelijkende grammatica voor het Erans, Duits, Engels, Spaans, Portugees en Italiaans. De methode heeft bij de cursisten vele bezwaren opgeroepen. De kwaliteit van de vertalingen was zeer ongelijk; een vertaling van dit type is veelal een te vrije bewerking om nog als meest directe te kunnen gelden. De conclusies zijn dan ook zeer betrekkelijk. Maar toch kunnen ze bruikbaar zijn voor het onderwijs, met name voor het geven van vertaalcolleges. Een vergelijking van dit type kan een duidelijk beeld geven van de verschillende structuur van de bestudeerde talen afzonderlijk als die gebruikt worden om een zelfde gedachte uit te drukken uiteraard zonder te beweren dat de sprekers van verschillende talen bepaalde zaken ook anders zouden ervaren. Toch meen ik dat de grondslagen voor deze theorie eerst beter gelegd moeten worden; in ieder geval werden ze hier verward gepresenteerd. Vergelijk eeventueel met Mario Wandruszka. Über den Konjunktiv. In: Praxis des neusprachlichen Unterrichts. 13. Jahrgang. April-Juni 1966, 2/66, pp. 119-130. De colleges van Prof. Wandruszka zullen te Málaga in boekvorm verschijnen, eveneens verzorgd door de Diputación Provincial.
3.4 Voor mij waren de colleges van Prof. Antonio Quilis, van de Universiteit van Madrid en directeur van het fonetisch laboratorium van het Instituto "Miguel de de Cervantes" dat op zijn beurt een onderdeel is van de Consejo Superior de Investigaciones Científicas, C.S.I.C., over Spaanse fonetiek en fonologie, van het grootste belang, in verband met de te geven lessen praktische taalbeheersing in het talenpracticum van het Instituut voor Toegepaste Taalkunde. Het fonetisch laboratorium van het Instituto "Miguel de Cervantes" werkt ook nauw samen met Prof. Robert Lado, van Georgetown University, een autoriteit op het gebied van de toegepaste taalkunde. De fonologie is eigenlijk alleen tijdens de inleiding ter sprake gekomen. De colleges gaven een overzicht van de meest recente ontwikkelingen van het fonetisch onderzoek, een indeling van de Spaanse fonemen volgens deze laatste vondsten en een inleiding op de interpretatie van spectrogrammen. Deze punten geven, zij het van verre, een theoretische vorming voor fonetische correctie in een T.P. De fysiologische bestudering van de voortbrenging van de klanken kan (sinds kort op bevredigende wijze) aangevuld worden met de bestudering van de klanken volgens de waarneming (registratie in spectrogrammen). Deze ontwikkeling heeft ook gevolgen voor de terminologie. De perceptie van klanken is trouwens niet alleen voor taalkundigen van belang. De studie ervan wordt bijna geheel uitgevoerd in de bfaculteiten. Vergelijk ook het werk van het Instituut voor Perceptieonderzoek van de Technische Hogeschool in Eindhoven.
3
Deze uitgebreide serie colleges van Prof. Quilis zijn voor mij in ieder geval van veel nut geweest. Zij alleen rechtvaardigen al mijn verzoek aan de Rijksuniversiteit deze cursus te mogen studie ervan bijwonen.
4
Letterkunde
4.1 De cursus werd geopend door don Dámaso Alonso, dichter en nestor in de Spaanse poëziekritiek, en onbetwist beschermheer van de cursus. Hem gehoord hebben is een ervaring die we niet licht zullen vergeten. In de openingsrede sprak hij over wat realiteit is in de Lazarillo de Tormes. Dit thema kwam terug in verband met het bepalen van de minimumeisen die gesteld moeten worden aan de studie van bronnen en navolging van thema's en gemeenplaatsen (tópicos) om te kunnen spreken van een literaire traditie. In zijn korte serie colleges heeft hij deze problematiek uitgelegd aan de hand van voorbeelden ontleend aan het Poema de Mio Cid, de Lazarillo de Tormes, Berceo, Fray Luis de León en Garcilaso. De nu gepresenteerde werkwijze en terminologie, zoals tradicionalidad directa of indirecta, troncalidad común, vivencia propia en het hoofdthema van zijn colleges ¿Tradición o poligénesis? zijn een welkome aanvulling geweest op oudere studies van zijn hand. Het beperkte aantal cursisten en de ongedwongen sfeer heeft het voor enkelen, meest Spanjaarden, mogelijk gemaakt zelfs vrij uitgebreid bv. een promotieonderwerp te bespreken. Dit is in Madrid, waar don Dámaso altijd hoorcolleges geeft voor ver over de honderd studenten tegelijk en bovendien een leerstoel heeft over een ander onderwerp, namelijk Fragmentación de la Romania, historische fonetiek dus, en daar de poëziekritiek niet aanroert, ten enen male onmogelijk. 4.2 Prof. Dra. Margherita Morreale (Universiteit van Bari, Italië), heeft gesproken over de laatste uitgaven van het Libro de Buen Amor. In een soort werkcollege heeft zij uitsluitend commentaar gegeven op detailpunten in de tekstkritiek. Op deze manier hebben de cursisten een indruk kunnen krijgen van haar werkwijze wat betreft Middeleeuwse letterkunde. Een heel goed geheugen en een respectabel aantal citaten en plaatsen geven de enige oplossing als men in moeilijke gevallen vergelijkingsmateriaal beschikbaar moet hebben. 4.3. Prof. Emilio Orozco (Universiteit van Granada) heeft een cyclus van tien colleges gegeven over de dichtkunst van de Gouden Eeuw (Van Garcilaso tot Góngora) en in details de carmelitaanse mystiek behandeld. Deze colleges zijn niet geworden wat wij ervan hadden verwacht. Er werd vrij weinig nieuws geboden. 4.4 Hetzelfde moet gezegd worden van de colleges van Prof. Soria (eveneens Universiteit van Granada) die gesproken heeft over Spaanse Middeleeuwse literatuur in verband met de Romaanse letterkunde. 4.5 Prof. Cintra (Universiteit van Lissabon) heeft op zeer sympathieke wijze een overzicht gegeven van zijn naspeuringen omtrent de legende van koning Wamba (672), die voortspruit uit een Portugese kroniek en voortleeft in het Oude Spaanse Toneel en in het zgn. Romancero. Zijn studie van de oude kronieken die deze legende vermelden, in historisch en literair opzicht en vooral de methoden hierbij
4
gebruikt (het is zelfs mogelijk geweest de mondelinge traditie te hulp te roepen) heeft ons zeer geboeid. Het zelfde geldt voor een dergelijke studie over Afonso Henriques (1139-1185), de eerste koning van Portugal. Het enthousiasme van Prof. Cintra kwam vooral tot uiting op de excursies die door gebrek aan leiding veelvuldig in het honderd dreigden te lopen. Zijn liefde voor Spanje heeft ons hem zelfs een verschrikkelijke voordracht van gedichten van García Lorca, in Granada, vanuit de Sillón del Moro uitziend over een verlicht Alhambra, doen vergeven. 4.6 De heer Mercado (Málaga en Granada) heeft over enkele thema's uit de Middeleeuwen en het begin van de Renaissance gesproken. Met hem heb ik een goed persoonlijk contact gehad en van zijn kennis geprofiteerd in verschillende gesprekken. Zijn colleges konden de cursisten over het algemeen niet erg boeien, maar ik geloof dat dit ten onrechte zo uitviel. De zeer persoonlijke aanpak en brede interesse, ook de critische houding ten opzicht van de Spaanse literatuur van deze docent ziet men niet zo vaak in Spanje. 4.7 In plaats van Prof. Balbín - die over Métrica zou spreken maar verhinderd was - heeft Prof. Gregorio Salvador enkele colleges gegeven over methodologie. Hoewel deze verhandeling over de indeling van de leerstof van Spaans als moedertaal bij het middelbaar onderwijs ons zou moeten kunnen helpen, zijn we er helaas niet veel wijzer van geworden.
5
Etnologie, geschiedenis en kunst
5.1 Van de aanvullende series colleges noemen we allereerst die van don Julio Caro Baroja die zonder zich te storen aan allerlei theorieën gepraat heeft over de beschavingsgeschiedenis van het Spaanse volk. De details en de grotere lijnen van zijn betoog vooral over de levensvormen van de verschillende beschavingen en de hedendaagse sociale groepen, sloten aan bij veel van wat we reeds wisten in kleiner verband. De docent zou zich waarschijnlijk beter op zijn gemak voelen in gesprekken in kleine groepen dan voor een grote collegezaal. Ik geloof zelfs dat college geven hem tegenstaat. Dit alles doet niets af aan bewondering voor zijn enorme kennis, ook op detailpunten en sympatliieke manier van optreden en overdragen van zijn wetenschap. Deze colleges zullen ook in boekvorm verschijnen in Málaga en eveneens verzorgd worden door de Diputación Provincial. 5.2 Prof. Cepeda (Universiteit van Granada) heeft een zeer duidelijk overzicht gegeven van de periode van de Napoleontische vrijheidsoorlogen tot aan het einde van de Burgeroorlog in 1939. Prof. Cepeda's colleges vielen zowel bij de buitenlandse als bij de Spaanse studenten zeer in de smaak, niet in het minst om de onafhankelijkheid en objectiviteit van oordeel, waarmee hij de oorzaken van de huidige Spaanse problemen analyseerde, een en ander beslist niet op de in Spanje gebruikelijke, officiële manier. Hij heeft de verschillende periodes eerst historisch belicht en zich daarna moeite gegeven zoveel mogelijk verband te leggen met hoofdthema's uit de romanliteratuur van dezelfde tijd, zo twee vakken met elkaar in verband brengend. Het resultaat was, vooral door de helderheid van het betoog, zeer de moeite waard.
5
5.3 Prof. Hernández Perera (Universiteit van La Laguna, Tenerife, Canarische Eilanden) heeft de Zuid-Franse en Spaanse (dat is vnl. Catalaanse) monumenten in Romaanse stijl behandeld. Iedere theoretische uiteenzetting werd gevolgd door vaak zeer fraaie dia's.
6
Conclusies
Voor de eindconclusie moet ik er rekening mee houden dat iedere cursist eigen, zeer scherp bepaalde wensen heeft, waarmee de docenten onmogelijk rekening kunnen houden. Buitenlandse cursisten blijken vaak zeer veeleisend te zijn. Zo ging ik naar Málaga in de verwachting samen met andere cursisten die evenals ik betrokken zouden zijn bij het onderwijs van het Spaans als vreemde taal en liefst in vergelijkbare omstandigheden, d.w.z. in een T.P. of in ieder geval werkend volgens een moderne aanpak, een soort werkcollege te kunnen organiseren in correctieve fonetiek of iets dergelijks. Er waren echter weinig buitenlanders: op zijn hoogst twintig van de vijfenzestig; van deze twintig kwam de meerderheid uit Spaans-sprekende landen van ZuidAmerika; bijna niemand was dan ook geïnteresseerd in mijn zeer specialistische problemen. Op een bijeenkomst van de cursisten aan het eind van de cursus bleek dat men algemeen vond dat het taalkundige gedeelte op een veel hoger peil stond dan het letterkundige. Voor mij persoonlijk is de cursus dankzij dit feit tot een nuttige ervaring geworden. De colleges fonetiek, dialectologie en lexicologie hebben direct nut voor mijn werk. Tevens prikkelen zij, en ook de andere colleges, tot verdere studie. Wat betreft het doel van de cursus (zie 2.1) moet ik helaas zeggen dat nooit expliciet over proefschriften e.d. gepraat is. Don Dámaso Alonso heeft er terloops iets over gezegd. Maar alles wat we aan aanpak hebben geleerd, moesten we uit de colleges destilleren. Ook werd het contact onderling niet bijzonder aangemoedigd. Werkcolleges en dergelijke hadden dit, meer dan de gezamenlijke excursies, zeker tot stand kunnen brengen. 6.1 Ik heb de indruk dat de kennis van de moderne algemene taalwetenschap in Spanje bijzonder gering is, zeker onder de studenten. De structuralisten genieten enige bekendheid, maar slechts in beperkte kring. De moderne Amerikaanse scholen zijn volledig onbekend onder de studenten. Dit is waarschijnlijk te wijten aan het feit dat het onderdeel Algemene Taalwetenschap in Spanje altijd Romaanse taalkunde omvat, dus vergelijkende morfologische en fonetische studies van de Romaanse talen. Door het werk van enkele brillante figuren zijn de publicaties van sommige taalkundigen bekend geworden, bv. door don Amado Alonso is De Saussure, en door Prof. Alarcos zijn indertijd de school van Praag en later Hjelmslev en Pottier bekende namen geworden. De Amerikaanse taxonomisten of Bloomfieldians zijn slechts in zeer beperkte mate bekend. 6.2 Het is te hopen dat deze eerste Curso Superior de Filología Española de eerste is van een lange reeks. Voor volgende jaren zijn uitgenodigd Prof. Bernard Pottier (Straatsburg) die dit jaar verstek moest laten gaan, Prof. Robert Lado
6
(Washington) een specialist op het gebied van de toegepaste taalkunde (toegepaste taalkunde ontbrak volkomen, vgl. 6), Prof,. Salomon uit Bordeaux, Prof. Kurt Baldinger uit Heidelberg, Prof. Badía Margarit uit Barcelona. Zij hebben allen positief gereageerd. De herhaalde aanwezigheid van Prof. Coseriu en don Dámaso Alonso kan ook getuigen van het niveau waarop de cursus dit jaar stond. Prof. Alvar is echter nog lang niet tevreden en heeft zeer scherp omlijnde plannen voor verbetering. Aan het einde van de cursus is behalve de genoemde gedachtenwisseling van de cursisten onderling een vragenformulier uitgereikt waarop de cursisten hun klachten en wensen kenbaar konden maken. Wat betreft de docenten moet ik nog zeggen dat ik mensen uit de school van don Ramón Menéndez Pidal heb gemist; tevens ontbraken leerlingen van don Manuel García Blanco. Ik ben er zeker van dat een cyclus van bij voorbeeld don Fernando Lázaro Carreter over syntaxis een goede aanvulling zou zijn. Maar zo zal iedereen mensen die hij toevallig kent in een programma als dit graag ingepast willen zien. Ik weet van Prof. Alvar dat hij Prof. Alarcos en don Eugenio de Nora heeft uitgenodigd. Alarcos wilde Oviedo niet verlaten en Nora was verhinderd. Bij leven en welzijn zal de cursus volgend jaar wél weer onder het patronaat van don Dámaso Alonso staan, die zich althans voor de zomermaanden trouwens metterwoon in Málaga gaat vestigen. Enkele cursisten vonden tijdens de eindwaardering dat het niveau lager lag dan dat van vergelijkbare cursussen in Frankrijk en Italië. Ik geloof toch dat met de zoëvengenoemde plannen voor verbetering deze cursussen tot de beste zullen gaan behoren die er in Europa op dit gebied in de zomermaanden worden georganiseerd. Het bijeenbrengen van een groep hoogleraren en jonge afgestudeerden uit vele landen kan alleen maar een grote stimulans zijn. Niet alleen de leiding en de docenten bepalen het niveau, maar ook de cursisten kunnen, zoals ik zojuist heb gezegd, de inhoud en de onderwerpen van de colleges mede bepalen. Naar mijn mening zou deze cursus gevolgd kunnen worden door studenten die vlak na hun kandidaatsexamen (=licenciatura) of halverwege hun doctoraalstudie zitten. Een cursus als die van Salamanca (de voorjaarscursus) staat beslist op een lager peil en lijkt mij meer geschikt voor studenten die vlak vóór hun kandidaatsexamen staan.
7
7
Contacten in Madrid
7.1 Het tweede doel van mijn reis was het leggen van contacten voor samenwerking op het terrein van de toegepaste taalkunde, onderzoeken of het mogelijk is medewerking van de Spaanse Radio te verkrijgen voor het copiëren van programma's die gebruikt kunnen worden als practicumoefeningen, en verder alle andere eventuele mogelijkheden aftasten. Voor dit doel ben ik een week vóór het begin van de cursus in Málaga naar Madrid vertrokken en ben daar na het einde van de cursus nog tien dagen gebleven. 7.2 José María Olona de Armenteras, oud-eerste omroeper van Radio Nacional de España, oud-medewerker van de Wereldomroep te Hilversum, en thans directeur van S.A.V.l. (Servicio Audiovisual Internacional), een soort Spaanse Wereldomroep in ontwikkeling, en persoonlijk vriend sinds we twee jaar geleden hebben samengewerkt bij de opname van geluidsmateriaal voor een platencursus Spaans, heeft me voorgesteld aan de directeur van de afdeling Programma’s voor het Buitenland van het Ministerie van Informatie en Tourisme, waaronder de gehele Spaanse Radio ressorteert. De directeur van deze afdeling, don Félix FernándezShaw, heeft me alle faciliteiten verleend. Met de hulp van een regisseur van de hoorspelgroep van Radio Nacional (La Gran Compañía de Actores de Radio Nacional), de heer Alfredo Gabrielli, mocht ik in de fonotheek een kleine selectie maken van programma's die me interesseerden. Deze werden op uit Holland meegebrachte banden meteen gecopieerd op de snelcopieerinstallaties van de Spaanse Radio. Zo hebben wij de beschikking gekregen over enige moderne Spaanse toneelstukken in hoorspelaanpassing (Divinas Palabras van Valle-Inclán en La señorita de Trevélez van Arniches), een forumdiscussie over het Spaanse Middelbaar onderwijs (uit de serie Gran Familia), een aantal lezingen over moderne dichters, met voordracht van hun gedichten (Poesía en la Radio, o.a. over Bousoño, de Machado's, Salinas en Diego) enige praatjes over Spaanse steden (van Federico García Sanchiz) en een humoristisch programma (Sonrisa y Humor) waarmee Spanjaarden hun ochtendhumeur plegen af te reageren. Het is misschien niet zo veel, maar ik heb van deze radiomensen de verzekering gekregen op ieder willekeurig moment terug te mogen komen om op (liefst meegebrachte) banden neer materiaal te copieren. 7.3 De heer Olona zelf, als directeur van S.A.V.I., als vriend en als Spanjaard met een grote sympathie voor Nederland, heeft me persoonlijk zeer veel steun gegeven. Alleen had ik zo vlug niet zo veel klaar gekregen. S.A.V.I. heeft momenteel een serie diapositieven over kunstvoorwerpen, schilderijen en gebouwen in voorbereiding, waarvan ik proeven heb gezien en die hij ons tegen kostprijs ter beschikking kan stellen. Zowel de uitstekende kwaliteit als het woord kostprijs openen perspectieven. Catalogus op aanvraag: c/. Miguel Ángel, 1 dupl., Madrid - 16. 7.4 Ook ben ik nog geweest in de studios van Fonópolis S.A., eveneens oude bekenden, maar de opnames die zij maken (reclamespots en dergelijke) kunnen ons, behoudens een enkel uitgebreider programma, waarschijnlijk niet van veel nut zijn. Een serie dia's die zij in voorbereiding hebben is de onder 7.3 reeds genoemde. De planning en verkoop van deze dia's wordt geheel verzorgd door S.A.V.I. Het is
8
namelijk zó dat de dia's in een fraaie cassette worden geleverd (ongeveer het formaat van een boek) waarbij ingesloten is een bandopname met de bijbehorende tekst. 7.5 Teneinde een probleem dat verband houdt met de cursus die we dit jaar experimenteel gaan gebruiken op te lossen, had ik van een andere vriend, de heer Luis Grandía, leraar Frans te Granada (catedrático de Instituto), een aanbeveling meegekregen voor de heer José Rodulfo Boeta, die directeur is van de fonotheek van het Spaanse Ministerio van Onderwijs, Calle Santa Fe, 4, Madrid - 8. Zij beschikken bij voorbeeld over de volledige bandenserie van het bachillerato radiofónico (een op de band opgenomen middelbare schoolopleiding bestemd om over de Spaanstalige radiostations te worden uitgezonden) en een uitgebreide serie (hun totale catalogus beslaat 382 bladzijden) banden over allerlei onderwerpen, zoals taal- en letterkunde etc. Wij kunnen de banden kopen of ook ter leen vragen. De catalogus is aanwezig op het Instituut voor Toegepaste Taalkunde, Biltstraat 136, Utrecht. 7.6 De bovengenoemde fonotheek ressorteert onder de Comisaría de Extensión Cultural van het Ministerio van Onderwijs. Onder auspiciën van deze zelfde Comisaría staat de ontwikkeling van de audio-visuele cursus "Vida y Diálogos de España" die voorbereid wordt door Antonio José Rojo Sastre en Paul Rivenc, en uitgegeven zal worden door Didier (Parijs) en Chilton (New York). Het is gebruikelijk dat alvorens een docent een audio-visuele cursus gaat gebruiken, hij in de gelegenheid wordt gesteld om een inleidende stage te volgen. Deze stages duren voor het Frans een maand. Voor een experiment onderwijs Nederlands aan Spaans arbeiders onder auspiciën van de Raad van Europa heb ik in de zomer van 1965 zo’n stage gelopen in Besançon. Gedurende de winter heb ik enige ervaring opgedaan in de praktijk van het lesgeven. Het leek daarom niet nodig de stage die speciaal voor het Spaans werd georganiseerd in Parijs van 1 tot en met 10 juli, te volgen. Tijdens een uitgebreid gesprek op zaterdagavond 9 juli in Parijs met de heer Haverkate, de docent Spaanse taalkunde van de Universiteit van Amsterdam en evenals Mej. Evenhuis van de R.U. te Groningen en ikzelf, betrokken bij het audio-visuele experiment in de resp. talenpractica, begreep ik dat de stage die ik gevolgd had in Besançon grotendeels deze andere van 10 dagen voor het Spaans overlapte. Toen ik al geruime tijd in Málaga was hoorde ik evenwel dat het uitgesloten was materialen te krijgen zonder deze stage te hebben gelopen. Om onze zuinigheid niet uit te laten lopen op de onmogelijkheid voor mijn cursus van oktober af "Vida y Diálogos de España" te gebruiken, de enige cursus die algemeen aanvaardbaar bleek na een uitgebreid marktonderzoek, moest ik in Madrid proberen alsnog een oplossing te vinden. De heren in Parijs schreven dat de richtlijnen voor gebruik van de cursus die overigens nog in experimenteel stadium is afkomstig zijn van de Comisaría de Extensión Cultural; één van de commissieleden hiervan vertelde dat de commissie nog niets te vertellen heeft over de cursus zolang deze niet definitief goedgekeurd is door diezelfde commissie. Daarna zou het "Patrocinio" van het Ministerie van Onderwijs officiëel zijn. Maar dan beslist er niemand. Toevallig was de heer Rojo zelf in Madrid en met hem heb ik een tussenoplossing gevonden: we krijgen de beschikking over de materialen, als ik na 15 oktober, een donderdag, een vrijdag en een zaterdag naar Parijs kom om te spreken over de methode, enkele klassen in volle gang te zien en zelf een les te verzorgen op het Collège d'Espagne. Op het moment dat ik dit verslag schrijf zijn de films, banden, teksten en leerlingenboeken al in Utrecht aangekomen. Voor het beproeven van "Vida y
9
Diálogos de España" zal ik regelmatig contact moeten onderhouden, niet alleen met de heer Rojo maar ook met drs. Haverkate van de Amsterdamse Gemeenteuniversiteit en Mej. Dra. Evenhuis van de Rijksuniversiteit Groningen, die deze zelfde cursus gaan beproeven. 7.7 Via Prof. Alvar ben ik in contact gekomen met de heer Márquez, directeur van de zomercursussen voor buitenlanders te Fuengirola, die ook bezig is aan de voorbereiding van een audio-visuele cursus Spaans, in samenwerking met het Spaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Belgische Regering. Deze cursus zal onstreeks eind december van dit jaar verschijnen, althans een gedeelte. De heer Márquez is ook bezig aan een lijst van syntactische frequentie en prioriteit voor het onderwijs. Een en ander met de frequentievocabulaires die nog steeds in Besançon in voorbereiding zijn. Vgl. de lijsten die hierover aan de deeltjes van "Le Français Fondamental" zijn toegevoegd (Crédif). Ik ben bang dat de heer Márquez te laat komt met zijn cursus om commercieel een markt te veroveren. Dit betekent echter niet dat we geen aandacht zouden hoeven besteden aan zijn materiaal. 7.8 Als laatste punt wil ik nog zeggen dat ik dankzij de medewerking van Prof. Antonio Quilis, de docent fonetiek en fonologie van de cursus in Málaga, de banden die behoren bij het door hem zelf en Joseph A. Fernández geschreven, "Fonética y Fonología Españolas" heb kunnen copiëren. Deze cursus zou kunnen worden gebruikt als herhaling van fonetieklessen. In het boek is een groot aantal oefeningen gebaseerd op fonologische minimale opposities opgenomen. Het kan een aanvulling en/of correctie zijn op het "Manual"van don Tomás Navarro Tomás. Een nieuw handboek is in voorbereiding. Dit boek is uitgegeven in de serie "Collectanea Phonetica" van het C.S.I.C. waarin ook Bertil Malmberg en Bohuslav Hala hebben gepubliceerd. Ook de heer Quilis heeft zich aangeboden voor toekomstige samenwerking en assistentie op het gebied dat ons interesseert.
7.8 Ik heb Prof. Alvar naar ziijn mening gevraagd over de A.V. cursus "Vida y Diálogos de España". Hij had het volgende bezwaar: voor het samenstellen van een frequentiewoordenlijst zijn enquêtes gehouden met behulp van draagbare bandrecorders. De enquêtes zijn uitgevoerd volgens een vooraf vastgestelde sociale en regionale spreiding. Alleen de enquêteurs waren niet of nauwelijks opgeleide studenten. Prof. Alvar is specialist in het houden van taalkundige enquêtes en dit bezwaar moet, geloof ik, zwaar aangerekend worden. Prof. Quilis was het hiermee eens en zei verder dat er geen Spaanse lingüisten van betekenis aan het project meewerkten. Prof. Lado en Georgetown University overwegen, zo zei hij mij, in het Instituto "Miguel de Cervantes" een talenpracticum in te richten.
8 Resumerend geloof ik dat we een goed begin hebben gemaakt voor de ontwikkeling van het onderwiijs van het Spaans in talenpractica en voor het bijeenbrengen van materiaal voor een redelijke fonotheek. In de besprekingen die de afgelopen cursus door vertegenwoordigers van de Spaanse secties van de Nederlandse Universiteiten onderling zijn gehouden over deze onderwerpen, werd besloten tot de instelling van een pool van geluidsmateriaal. Onze inbreng hierin kan nu positief zijn.
10
9
Algemeen
Ik heb sterk de indruk dat in Spanje niet veel gedaan wordt (behalve dan de cursus LANCO/Ministerio de Educación Nacional; die van Márquez/Ministerio de Asuntos Exteriores/ Belgische Regering en "Fonética y Fonología Españolas para estudiantes angloamericanos" van Quilis en Fernández) op het punt van de ontwikkeling van cursussen Castiliaans-Spaans als vreemde taal, bestemd voor gebruik in het buitenland. De belangstelling is er wel, ook op hoog niveau, maar posten en kredieten ontbreken. Het is misschien symptomatisch dat een uitgeverscombinatie als Didier-Chilton al het geld moet fourneren voor de uitgave en ontwikkeling van een audio-visuele cursus, terwijl het Ministerio de Educación, dat behalve zijn opnamestudio’s en tekenateliers ook met zijn naam bescherming verleent, in feite niets te vertellen heeft over de opzet en beheer over een project dat vooral in de Verenigde Staten, maar waarom niet evenzeer in de rest van de wereld, de bekendheid met Spanje op een ongekende wijze kan vergroten. Een en ander betekent dat, willen de Spaanse secties van de Nederlandse Universiteiten hun in de loop van het cursusjaar 1965/1966 voorgestelde plan om te komen tot een practicum-methode Spaans voor Nederlandse studenten uitvoeren, zij misschien niet wat betreft know-how, adviezen, inspreken en luistermateriaal, maar beslist wel op het punt van ontwikkelen, testen en afwerken hoofdzakelijk op eigen werklust en kredieten zullen moeten vertrouwen. Het belang van continuering van onze zaterdagse besprekingen - zeker van een regelmatig contact tussen de docenten van het audio-visuele practicum-experiment - neemt hierdoor alleen maar toe. Er zal bij ontwikkeling van een methode om redenen van efficiency en rationaliteit niet alleen aan een tiental hoofdvakkers gedacht moeten worden zoals nú in Groningen, Amsterdam en Utrecht gebeurt voor het testen van "Vida y Diálogos de España", doch er zal zeer beslist ook gewerkt moeten worden aan stafcursussen, cursussen voor bijvakkers of belangstellenden (onderzoekers die congressen of stages moeten bijwonen in Spaans-sprekende landen) of mensen die om welke reden dan ook voldoende kennis van het gesproken Spaans moeten hebben binnen de door hun hoofdvak of onderzoekingen gestelde termijnen. 10 Tot slot wil graag zeggen dat dit verslag niet volledig kan zijn. Mijn opinie over verschillende onderdelen van de "Curso Suprior de Filología Española"hoe groter het te omvatten terrain, des te ernstiger ook de lacunes - is die van een nmoment in mijn studie en opleiding. Wat betreft de contacten in Madrid kan ik alleen maar hopen dat ik het belangrijkste gezien heb. Mijn verblijf daar was te kort om zeker te weten dat dit alles was. Ik ben erg blij deze reis te hebben kunnen maken en hoop alleen maar dat mijn negatieve conclusies over niet al te lange tijd in hun tegendeel verkeren. P.J. Slagter Spaans, Portugees en Iberoamerikaans Instituut; Instituut voor Toegepaste Taalkunde; Rijksuniversiteit Utrecht 28 september 1966
11