1.1.
De wetgever heeft reeds in uw plaats gedacht
3
U HEEFT VOORAF NIETS GEREGELD
Voor zover u geen testament opgemaakt heeft, heeft de wetgever de erfgenamen ingedeeld in vier categorieën, waarvan hij veronderstelt dat u uw goederen aan hen, in een bepaalde volgorde, wilt nalaten. Deze vier categorieën zijn: •
de kinderen, de kleinkinderen, de achterkleinkinderen, ... (eerste orde);
•
de ouders en de broers en zussen en hun afstammelingen (tweede orde);
•
de (groot)ouders als er geen broers of zussen zijn (derde orde);
•
de ooms en tantes en hun afstammelingen (vierde orde).
Deze indeling is wel van belang, want als er erfgenamen zijn van de eerste orde, zullen de erfgenamen van de tweede, derde en vierde orde niet erven. Juridisch gezien zegt men dan dat de dichtste orde de verdere ordes uitsluit. Zijn er geen erfgenamen van de eerste orde, dan erft de tweede orde. Is er geen eerste en tweede orde, dan erft de derde orde. Let op! Indien er geen broers of zussen zijn, dan is er geen tweede orde, maar komen de ouders wel terecht in de derde orde.
Is er geen eerste, tweede of derde orde, dan is het de beurt aan de vierde orde. Zijn er in geen van de vier ordes erfgenamen aanwezig, dan erft de staat. Naast deze vier ordes van erfgenamen heeft de wetgever eveneens het erfrecht van de langstlevende echtgenoot en de wettelijk samenwonende partner geregeld. Deze erven gewoonlijk samen met de hogergenoemde erfgenamen en zullen dus niet uitgesloten worden door een van de vier ordes. Tevens heeft de wetgever voorzien dat bepaalde erfgenamen steeds een bepaald deel van uw bezittingen moeten krijgen. Deze erfgenamen, die men de bevoorrechte erfgenamen noemt, zijn de af stammelingen, de ouders, de grootouders en de langstlevende echtgenoot. Dit betekent dus dat u niet over heel uw nalatenschap vrij kunt beschikken als er bevoorrechte erfgenamen zijn omdat deze hun deel steeds kunnen opeisen.
© Praktische Gids 2015 – Erven en schenken,
37
Wat gebeurt er met uw goederen w anneer u o verlijdt?
1.
Let op! In de algemene beleidsnota Justitie van 27 december 2012 wordt er voorzien dat in de volgende jaren het voorbehouden deel van de ouders zal wegvallen en dat het beschikbaar deel uitgebreid zal worden. Dit laatste heeft te maken met de steeds groter wordende groep ‘nieuw samengestelde gezinnen’, waarvoor de wetgever de mogelijkheid wil laten om stiefkinderen beter te bevoordelen dan nu het geval is. Deze wetswijzigingen moeten echter nog gestemd worden en zijn voorlopig dus nog niet van toepassing.
Wat gebeurt er met uw goederen w anneer u o verlijdt?
3
1.2.
U MAAKTE EEN OF MEERDERE TESTAMENTEN OP
Wanneer u vindt dat de regeling die de wetgever uitgewerkt heeft niet beantwoordt aan hetgeen u zelf voor ogen heeft, dan kunt u hiervan uiteraard afwijken via schenkingen of een of meerdere testamenten. Let op! Zijn er bevoorrechte erfgenamen, dan kunt u deze nooit volledig onterven, ook niet via een testament. Zij moeten dus steeds een deel, hun ‘voorbehouden deel’, uit uw nalatenschap ontvangen.
38
© Praktische Gids 2015 – Erven en schenken,
2.1.
Wat zit er in uw nalatenschap wanneer u overlijdt?
3
U BENT NIET GEHUWD EN OOK NIET SAMEN WONEND
Wanneer u niet (meer) gehuwd bent of niet (meer) wettelijk of feitelijk samen woont, dan zal alles wat u heeft in uw nalatenschap vallen. Alle goederen zijn immers van u en u hoeft ze met niemand te delen. Indien u toch samen met andere personen goederen zou hebben (bv. u heeft samen met uw broer een rekening bij de bank waarop u beiden geld gestort heeft om voor uw hoogbejaarde moeder te kunnen zorgen), dan zal uw aandeel daarin (bv. de helft, 1/3, …) ook in uw nalatenschap vallen.
2.2.
U BENT GEHUWD
Wanneer u gehuwd bent, zal er rekening gehouden moeten worden met uw huwelijksstelsel. Dit stelsel bepaalt nl. welke uw eigen goederen en uw eigen bezittingen zijn en welke goederen daarentegen gemeenschappelijk aan u en uw echtgeno(o)t(e) toebehoren. In uw nalatenschap zullen steeds uw eigen goederen vallen, alsook de helft van de gemeenschap (bij een gemeenschapsstelsel) of de helft van de onverdeeld heid (bij een stelsel van scheiding van goederen).
2.3.
U BENT SAMENWONEND
Wanneer u hetzij feitelijk, hetzij wettelijk samenwoont, zal uw nalatenschap voor het overgrote deel en dikwijls uitsluitend samengesteld zijn uit eigen goederen. In de mate waarin u echter samen met uw partner ook een onverdeeld vermogen heeft, zal uw aandeel in dit vermogen (de helft, 1/3, 1/4, ...) eveneens deel uitmaken van uw nalatenschap.
© Praktische Gids 2015 – Erven en schenken,
39
Wat gebeurt er met uw goederen w anneer u o verlijdt?
2.
3.
Hoe worden uw bezittingen en eventueel ook uw schulden verdeeld bij uw overlijden?
3.1.
U BENT NIET GEHUWD, NIET SAMENWONEND EN U LAAT GEEN KINDEREN OF KLEINKINDEREN NA
Wat gebeurt er met uw goederen w anneer u o verlijdt?
3
3.1.1.
U heeft vooraf niets geregeld
Wanneer u overlijdt zonder een of meerdere testamenten opgemaakt te hebben, gaat de wetgever ervan uit dat uw wens volledig overeenstemt met de wettelijke regeling. Bijgevolg zullen de erfgenamen van de orde die het eerst in aanmerking komt (de eerste komt vóór de tweede, de tweede vóór de derde, ... – zie 1.1.) uw nalatenschap in haar geheel verkrijgen. Wanneer u bv. één zus, twee broers en een paar nonkels en tantes heeft, dan zal gans uw nalatenschap toekomen aan uw twee broers en uw zus, elk voor 1/3 deel. De nonkels en tantes, erfgenamen behorend tot de vierde orde, worden immers uitgesloten door de broers en zus, want dit zijn erfgenamen van de tweede orde. Indien uw zus of een van uw broers vóór u overleden is en kinderen nalaat, dan zullen de kinderen van de vooroverleden broer of zus de plaats innemen van hun overleden ouder en dan zullen zij samen dat deel krijgen dat de zus of de broer ontvangen zou hebben indien hij/zij nog geleefd zou hebben. Als bv. de vooroverleden zus twee kinderen nagelaten zou hebben, dan zullen zij in ons voorbeeld samen het deel van hun moeder (zijnde 1/3) ontvangen, zodat zij elk 1/6 zullen erven. De broers behouden uiteraard ieder 1/3. Wanneer ook uw ouders (of een van beiden) nog in leven zijn (is) wanneer u sterft, ziet de verdeling er helemaal anders uit. Ouders, broers en zussen behoren nochtans allen tot dezelfde orde, maar in de tweede orde zijn de ouders bevoorrechte erfgenamen. Zij moeten dus steeds een welbepaald deel krijgen. Wat de ouders betreft, heeft de wetgever bepaald dat zij elk 1/4 van de nalaten schap moeten erven. Wanneer beide ouders nog in leven zijn, dan zullen vader en moeder bijgevolg ieder 1/4 (samen dus de helft van de nalatenschap) moeten krijgen, de twee broers en de zus erven dan samen de andere helft, dus elk 1/6. Wanneer slechts één ouder nog in leven is, dan zal deze zijn of haar deel (1/4) erven en zullen de twee broers en de zus samen de overige 3/4 erven, dus ieder 1/4. 40
© Praktische Gids 2015 – Erven en schenken,
3.1.2.
U laat ook een halfbroer of halfzus na. Erft die dan ook van u?
Vroeger bestond het uiteraard ook, maar in de huidige, steeds evoluerende
3
maatschappij gebeurt het meer en meer dat men naast gewone broers en zussen, ook broers en zussen heeft die enkel dezelfde vader of dezelfde moeder hebben. vorige relatie twee kinderen heeft en er later, in een nieuwe relatie, nog een paar bij krijgt. Deze kinderen hebben dezelfde moeder, maar niet dezelfde vader. Zij zijn dus halfbroers en/of halfzussen van elkaar. Stel dat een van de kinderen overlijdt zonder nakomelingen na te laten en dat ook de ouders reeds overleden zijn, dan zijn de broers en zussen de erfgenamen die in de dichtste orde staan, die dus m.a.w. de erfgenamen van een verdere orde uitsluiten. Aangezien volle broers en zussen allen dezelfde vader en moeder hebben en de halfbroers en halfzussen slechts één ouder gemeenschappelijk hebben, zal hun erfdeel er ook anders uitzien. Wanneer in ons voorbeeld een van de volle broers of zussen overlijdt, zal de nalatenschap opgesplitst worden in twee gelijke delen. Het eerste deel (het deel langs vaders kant) wordt verdeeld onder de volle broers en zussen, het tweede deel (het deel langs moeders kant) wordt verdeeld onder zowel de volle broers en zussen als de halfbroers en halfzussen. Voorbeeld Jan en An zijn kinderen uit een eerste huwelijk van moeder Maria. Piet en Karel zijn kinderen uit haar tweede huwelijk. Jan en An zijn dus volle broer en zus van elkaar, Piet en Karel zijn hun halfbroers. Jan overlijdt kinderloos en zijn ouders zijn ook reeds gestorven. Bijgevolg zijn zijn enige erfgenamen zijn zus An en zijn halfbroers Piet en Karel. Zijn nalatenschap, bestaande uit € 60.000, zal dus in principe overgaan naar An, Piet en Karel, maar niet in gelijke delen. Eerst moet men het nagelaten vermogen opsplitsen in twee gelijke delen, het deel langs vaders kant en het deel langs moeders kant. De eerste helft, nl. € 30.000, komt toe aan An, zijnde de volle zus van Jan. De andere helft, eveneens € 30.000, wordt verdeeld over An en de halfbroers Piet en Karel. An ontvangt dus uit de nalatenschap van Jan € 30.000 + € 10.000, zijnde € 40.000 en Piet en Karel moeten zich tevredenstellen met elk € 10.000.
© Praktische Gids 2015 – Erven en schenken,
41
Wat gebeurt er met uw goederen w anneer u o verlijdt?
Denk bv. maar aan de nieuw samengestelde gezinnen, waarin een moeder uit een