O.C.M.W.- LOCHRISTI FUNCTIEBESCHRIJVING AFDELING: DIENST: FUNCTIEBENAMING:
WOONZORGCENTRUM VERZORGING/ VERPLEGING verpleegkundige (bachelor)
1. Plaats in de organisatie De bachelor verpleegkundige werkt onder de leiding van de hoofdverpleegkundige. Hij/zij behoort tot een team van verpleegkundigen en verzorgenden en werkt nauw samen met de andere disciplines binnen het woonzorgcentrum. 2. Functie -analyse 2.1. Doelstelling van de functie Het voorzien van een zo goed mogelijke verpleging en verzorging op alle levensterreinen van de bewoners van het WZC. De bachelor verpleegkunde staat mee in voor de algemene organisatie van de gehele werking. Dit omvat een superviserende rol, naast de hoofdverpleegkundige, waarbij de collega’s worden gecoördineerd en opgevolgd in hun taken. Daarin wordt een optimale verpleging gekoppeld aan een zo comfortabel en aangenaam mogelijk verblijf waarbij op een effectieve en kwalitatieve wijze bijgedragen wordt tot een aangenaam leefklimaat in het WZC, opdat de bewoners zich gewaardeerd en gerespecteerd weten en hun zelfredzaamheid gestimuleerd wordt. 2.2. Inhoud van de functie - t.a.v. de bewoners van het woonzorgcentrum 1. Peter-meterschap met de nodige betrokkenheid opnemen opdat de bewoners tegemoet gekomen kan worden in hun eigen persoonlijke wensen/noden/behoeften. 2. Verzorging van bewoners a. Het toedienen van hygiënische zorgen b. De bachelor verpleegkundige coördineert de verzorging die rond een bewoner gebeurt. Dit houdt het toezicht in op de deeltaken van de gediplomeerd verpleegkundigen en de verzorgenden en het afstemmen van verschillende activiteiten rond één bewoner c. De bachelor verpleegkundige draagt zorg voor aangepaste voeding voor de bewoner en coördineert het maaltijdgebeuren. d. De bachelor verpleegkundige draagt zorg voor het fysisch comfort en de veiligheid van de bewoner. 3. Verpleegkundige taken a. Het toedienen van verpleegkundige zorgen WZC
Actualisatie 01.2014
b. De bachelor verpleegkundige volgt de uitvoering van het individule zorgendossier op en evalueert of de verstrekte zorgen tegemoetkomen aan de noden van de bewoners. De bachelor verpleegkundige zorgt voor de observatie van een aantal vitale parameters en onderneemt interventies waar nodig. Dit kan onder meer inhouden het initiatief nemen in rapporteren aan en oproepen van artsen. De bachelor verpleegkundige zorgt voor rapportage, registratie en administratie i.v.m. de bewoners. Dit houdt o.m. het bijhouden en eventueel aanpassen van de zorgendossiers, het scoren van de graad van zorgbehoevendheid, het informeren van anderen (bvb. de arts) omtrent de zorgevolutie, … c. Communiceert met de huisartsen en ziekenhuizen. d. De bachelor verpleegkundige specialiseert zich in een domein van de geriatrische zorg, relevant voor het WZC. e. De bachelor verpleegkundige neemt, in geval van afwezigheid van de hoofdverpleegkundige, de nodige contacten op met de andere diensthoofden binnen het WZC of externen (vb.: palliatieve thuiszorg, …), in belang van de continuïteit van de werking 4. De bachelor verpleegkundige draagt zorg voor het woon- en leefklimaat a. De bachelor verpleegkundige begeleidt de bewoner. Dit houdt o.m. in het luisteren naar problemen en vragen van bewoners. Het betekent meeleven in moeilijke omstandigheden en de emotionele ondersteuning van de bewoner. b. Als aanspreekpunt fungeren voor de bewoners wat de gehele werking betreft en daarbij gericht doorverwijzen. c. Stimuleert de zelfzorg en zelfredzaamheid van de bewoners. d. Creëert mee de materiële voorwaarden voor een thuisomgeving bij de bewoner. e. Draagt bij tot het bekomen van een gezellige, huiselijks sfeer. - t.a.v. de familie van de bewoners, bezoekers en vrijwilligers van het woonzorgcentrum
De omstandigheden creëren waarbinnen familieleden en bezoekers op een warme, betrokken en professionele manier onthaald en opgevangen worden. Als aanspreekpunt fungeren voor familieleden en bezoekers wat de gehele werking betreft en daarbij gericht doorverwijzen. Een open houding ontwikkelen om voldoende bereikbaar te zijn voor de betrokkenen.
- t.a.v. collega’s van de eigen dienst en andere diensten binnen het woonzorgcentrum en O.C.M.W.
WZC
Onderling op elkaar afstemmen van de organisatie en dagdagelijkse werkzaamheden van de eigen dienst met de werking van andere diensten. Correct en tijdig doorgeven van alle nuttige gegevens nodig voor de werking van de eigen dienst en andere diensten. Actief participeren aan overleg binnen het woonzorgcentrum. Bij afwezigheid van de hoofdverpleegkundige coördineert de bachelor verpleegkundige de werkzaamheden.
Actualisatie 01.2014
Collegiale opstelling naar alle medewerkers binnen het WZC. Constructieve samenwerking nastreven tot het creëren van een aangenaam werkklimaat en dit ten behoeve van de kwalitatieve ondersteuning van de bewoners.
- t.a.v. de hoofdverpleegkundige
Regelmatig overleggen en afstemmen met betrekking tot de werking van de dienst. Dit houdt o.m. in rapporteren (zowel schriftelijk als mondeling) van observaties, deelname aan werkoverleg en bewonersbesprekingen. Meedenken aan de invulling van de inhoudelijke en operationele aspecten van de eigen werking binnen het geheel van het woonzorgcentrum. Wederzijdse open en constructieve houding waarbij voor ieder individu ruimte is voor eigen inbreng en ontwikkeling.
- Verruimende bepalingen
Op verzoek van de hoofdverpleegkundige en in het belang van de goede werking van het woonzorgcentrum kan de bachelor verpleegkundige ook belast worden met andere taken, zonder dat zijn/haar hoofdopdracht in het gedrang komt.
2.3. Aard van de functie 2.3.1.Verantwoordelijkheidsdomein
De bachelor verpleegkunde draagt in eerste instantie de verantwoordelijkheid over het welzijn (lichamelijk/geestelijk/sociaal) van de bewoner, in het bijzonder m.b.t. de handelingen die hij/zij uitvoert.
2.3.2. Specifieke moeilijkheidsgraad van de functie
Zelfstandig noodsituaties kunnen inschatten en gepast reageren. Het opbouwen van een vertrouwensrelatie met bewoners. Oog hebben voor de dagdagelijkse werking en probleemoplossende acties en voorstellen doen met een afdelingsoverschrijdend effect Blijvend oog hebben voor hygiëne, orde en netheid. Beschikken over de nodige omgangsvaardigheid t.a.v. de bewoners, familie, bezoekers en collega’s. Tact, discretie, aandacht voor het beroepsgeheim en een correct inschattingsvermogen zijn hierbij van essentieel belang. Kunnen werken onder tijdsdruk en in continudienst.
2.3.3. Voornaamste contacten in de functie
WZC
De contacten in deze functie zijn hoofdzakelijk intern: bewoners woonzorgcentrum en hun familie, hoofdverpleegkundigen, directe collega’s en collega’s andere diensten, directeur woonzorgcentrum, vrijwilligers en de dokters.
Actualisatie 01.2014
2.4. Functieprofiel - Vakkennis
Grondige kennis van specifieke WZC-thema’s zoals dementie, diabetes, wondzorg ,… (Weten waar de specialistische kennis te vinden is en indien nodig deze raadplegen). Goede kennis van de ouderenproblematiek en geriatrische pathologie Goede kennis van actuele technieken van verzorging en verpleging van ouderen. Goede kennis ergonomisch werken op de werkvloer Goede EHBO-kennis Basiskennis van de werking en doelstelling van het O.C.M.W. (incl. WZC)
- Technische en administratieve vaardigheden
De aangehaalde vakkennis op een professionele manier in de praktijk kunnen toepassen. Weet op een economische, ergonomische en respectvolle manier gebruik te maken van het verzorgings/verplegingsmaterieel en ander materieel (bvb. incontinentiematerieel, tilliften, …). Alle gemaakte observaties correct invullen in het zorgdossier. Beschikken over de nodige pc-basisvaardigheden met het oog op het actueel bijhouden van zorgendossier, medicatiefiches, verslaggeving, bestellingformulieren en het verder ontwikkelen van het bewonersdossier.
- Persoonlijke en organisatorische vaardigheden
Werkzaamheden zelfstandig en systematisch kunnen organiseren en uitvoeren (in juiste volgorde, met juiste frequentie, …). Kunnen stellen van prioriteiten binnen de ruime context van de organisatie in het belang van de bewoners.. Snel en doeltreffend informatie kunnen opzoeken en functioneel toepassen. Praktische problemen zelf kunnen oplossen. Doorspelen van problemen die betrokkene zelf niet kan oplossen naar de leidinggevende of de juiste dienst/persoon binnen het WZC.
- Relationele en communicatieve vaardigheden
Doelgericht en bewust kunnen omgaan met zeer verschillende mensen en culturen. Zich kunnen inleven in de leefwereld van de bewoner en eigen handelen erop afstemmen. Kunnen werken in teamverband. Kunnen omgaan met positieve en negatieve feedback. Overzichtelijke en ordentelijke rapportage, zowel mondeling als schriftelijk.
- Leidinggevende vaardigheden
WZC
Actualisatie 01.2014
Kan het team coördineren en werkzaamheden zelfstandig en systematisch inplannen (in juiste volgorde, met juist frequentie, …) ter ondersteuning van de hoofdverpleegkundigen.
- Attitudes
WZC
Heeft een professionele betrokkenheid tegenover de bewoners van het woonzorgcentrum. Objectief zijn en kunnen relativeren. Bereidheid om verworven vaardigheden voortdurend te hanteren en verder te ontwikkelen. Bereidheid om eigen mogelijkheden en beperktheden te onderkennen en, indien nodig, spontaan advies te vragen of doorverwijzen wanneer een probleem de eigen competentie te boven gaat. Bereidheid tot permanente vorming, opvolgen van relevante vakliteratuur,… Beschikken over een actieve werkhouding en een grote dosis doorzettingsvermogen. Spontaan initiatief nemen met een creatieve aanpak en een grote dosis doorzettingsvermogen. Het beroepsgeheim respecteren. Anderen benaderen met tact, discretie en respect. Zin voor orde en stiptheid. Aandacht voor een goede handhygiëne Geduldig en stressbestendig zijn. De nodige flexibiliteit vertonen om zonder moeite te kunnen overstappen van de ene in de andere situatie (bvb. bij nieuwe functie-inhoud of nieuwe beleidsopties die van invloed zijn op de functie). Bereid zijn om sporadisch te werken buiten de normale werkuren indien nodig in het belang van de dienst. Loyaal zijn t.a.v. het bestuur.
Actualisatie 01.2014
3. Benoemings- en aanwervingsvoorwaarden Wordt begeven bij aanwerving en bevordering . Overeenkomstig de modaliteiten uiteengezet in de rechtspositieregeling van het WZCpersoneel. 4. Functiewaarderingsniveau -
Niveau: B Weddeschaal: BV1-BV3
5. Specifieke beoordelingscriteria Eerste beoordelaar: hoofdverpleegkundige Tweede beoordelaar: directeur WZC
WZC
Actualisatie 01.2014