juni 2010 nr
03/04
Vereniging Openbaar Onderwijs
School!
Inzicht is een uitgave van de Vereniging Openbaar Onderwijs
Magazine voor het openbaar onderwijs september 2010
08 12 14
Centrale aanmelding Nijmegen werkt! Kwaliteitsslag door verzelfstandiging
Maatregelen nodig van Cadzand tot Roodeschool
Ouders en School maken verschil Schoolleiders aan het woord
SCHOOL! heeft de toekomst
14
De komst van een nieuw onderwijsmagazine
Vereniging Openbaar Onderwijs
Opbrengstgericht werken OBS de Taaltuin in Schiedam
22
38
Illustratie Dick Bruna, © copyright Mercis b.v. 1966
NIET APART MAAR SAMEN
DE OPENBARE SCHOOL Vereniging Openbaar Onderwijs vragen over onderwijs of medezeggenschap?
Bel gratis 0800 5010 de informatie- en adviesdienst voor ouders en MR-leden
www. voo.nl/5010
inhoud
redactioneel
Michiel Jongewaard
08 Centrale aanmelding Nijmegen werkt!
Naar SCHOOL!
Door Evert Bosman
Volgens onderwijswethouder Hannie Kunst worden met een centraal aanmeldpunt stappen gezet op weg naar meer gemengde scholen en minder onderwijssegregratie, zonder dat dit afbreuk doet aan het recht van ouders op een vrije schoolkeuze.
Met het onderwijsmagazine Inzicht houdt de Vereniging Openbaar Onderwijs u op de hoogte van het onderwijsnieuws, onderwijsbeleid en de verenigingsactiviteiten. In de artikelen worden uiteenlopende thema’s en schoolzaken naar voren gebracht, zoals de identiteit en de kernwaarden van het openbaar onderwijs, ouderbetrokkenheid en medezeggenschap op school. Komend schooljaar maakt Inzicht, na maar liefst 144 jaargangen, plaats voor hét nieuwe magazine voor het openbaar onderwijs: SCHOOL!, een gezamenlijke uitgave van de Vereniging Openbaar Onderwijs en VOS/ABB. De titel van het magazine van de Vereniging Openbaar Onderwijs veranderde in de loop der jaren, van Volksblad naar Volksonderwijs naar Inzicht en straks naar SCHOOL!. Wat blijft, is dat wat ú en de vereniging bindt: openbaar onderwijs.
12 Kwaliteitsslag door verzelfstandiging Door Wietske Idema
De Rekenkamer Stadsdelen Amsterdam deed op eigen initiatief onderzoek naar de kwaliteit van het pas verzelfstandigde schoolbestuur Amsterdam West Binnen de Ring (AWBR). Een unieke situatie volgens directeur René Peeters.
14 Maatregelen nodig van Cadzand tot Roodeschool Door Martin van den Bogaerdt
Veel plattelandsgebieden hebben te kampen met bevolkingskrimp. Maatregelen zijn nodig, ook in het onderwijs. Een rondreis door leeglopend Nederland.
04 Kort nieuws 07 Rimpels column Rob Limper
17 Niet het systeem, maar de leerling centraal Door Alexander Pechtold, Tweede Kamerlid en fractievoorzitter D66
18 Opbrengstgericht werken op obs De Taaltuin in Schiedam Door Sanne van der Most
20 Hoe komen hoogbegaafden tot hun recht? Door Lineke Eerdmans
Hoogbegaafdheid heeft de laatste twintig jaar meer aandacht gekregen binnen de Nederlandse scholen. De Stichting Koepel Hoogbegaafdheid, het pas opgerichte samenwerkingsverband van ouderen belangenverenigingen, heeft de kennis gebundeld.
24 De taal van de krant Door Fifi Schwarz
26 Ouders en school kunnen samen een verschil maken Door Patrizia Antuzzi
28 Symposium en algemene ledenvergadering VOO Door Michiel Jongewaard
30 Competentiegericht onderwijs mbo sluit aan op de praktijk Door Patrizia Antuzzi
32 De echte montessorischool is op de weg terug Door Jan Barendse
35 VOO: Rapport Inspectie over ouderbijdrage te negatief Door Michiel Jongewaard
36 De toekomst van het onderwijsbestel Door Jan Barendse
38 SCHOOL! heeft de toekomst Door Michiel Jongewaard
40 Vraag en Antwoord 0800-5010
Openbaar onderwijs heeft de toekomst. In de naam van het symposium dat de Vereniging Openbaar Onderwijs en VOS/ABB in april organiseerden, stond ‘de’ tussen haakjes. Wat mij betreft laten we die haakjes voortaan weg. Wij geloven in de toekomst van het openbaar onderwijs, in dat wat het openbaar onderwijs juist bijzonder maakt: een plek voor ieder kind en elke leerkracht. De Vereniging Openbaar Onderwijs en VOS/ABB gaan die toekomst vol vertrouwen tegemoet. Het gezamenlijke magazine SCHOOL!, hét magazine voor het openbaar onderwijs, getuigt van een goede, onderlinge samenwerking, die concreet iets oplevert. Waar goede samenwerking ook toe kan leiden, blijkt uit de voorlopige resultaten van het centrale aanmeldpunt voor het basisonderwijs in Nijmegen. Daar sloegen openbaar en bijzonder onderwijs vorig jaar de handen ineen, om te komen tot een evenwichtige spreiding van leerlingen over de scholen in de gemeente. De Vereniging Openbaar Onderwijs stak haar sympathie voor dit initiatief niet onder stoelen of banken. Op pagina 8 van dit dubbelnumer van Inzicht leest u over de bevindingen van de betrokken onderwijswethouder Hannie Kunst en schoolbestuurder Rini Braat. Zij zien het aanmeldpunt als een stap op weg naar meer gemengde scholen en minder onderwijssegregatie. De Vereniging Openbaar Onderwijs wil nog wel een stap verder: SCHOOL!
44 Opmerkelijk
Jaargang 144 nr. 3/4, juni 2010 Verschijnt 7x per jaar - Oplage 10.000
FOTO OMSLAG José Krijnen
REDACTIE Jaap Adema, Jan Barendse, Lineke Eerdmans, Fred Kruidenberg en Rob Limper. Eindredactie: Michiel Jongewaard (
[email protected]) E-mail redactie:
[email protected]
LIDMAATSCHAP EN ABONNEMENTEN Een persoonlijk lidmaatschap van de Vereniging Openbaar Onderwijs kost € 18,50 per jaar, inclusief het abonnement op het onderwijsmagazine Inzicht. Aanmelden en meer informatie over alle lidmaatschapsvormen en tarieven op www.voo.nl/lidmaatschap. Het lidmaatschap loopt van 1 januari t/m 31 december. Opzegging van het lidmaatschap dient schriftelijk te geschieden vóór 1 december.
AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Patrizia Antuzzi, Paul Bijlsma, Martin van den Bogaerdt, Evert Bosman, Marion Braat, Wietske Idema, Sanne van der Most, VORMGEVING EN DRUK Stadsdrukkerij Amsterdam N.V. Alexander Pechtold en Fifi Schwarz. Aryen Bouwmeester
ADVERTENTIES Bureau Vereniging Openbaar Onderwijs, tel. 036 533 1500.
Het nieuwe magazine SCHOOL! nummer 1 verschijnt rond 8 september 2010
REDACTIE EN LEDENADMINISTRATIE Bureau Vereniging Openbaar Onderwijs, Postbus 60182, 1320 AE Almere tel.: (036) 533 15 00 fax: (036) 534 04 64 Bezoekadres: Louis Armstrongweg 120, 1311 RL Almere e-mail:
[email protected], website: www.voo.nl
De uiterste inleverdatum voor kopij nummer 1 is 15 juli 2010.
Overname van artikelen is, mits met vermelding Inzicht, onderwijsmagazine Vereniging Openbaar Onderwijs, toegestaan.
Met de nieuwe website is het algemene ledenwachtwoord vervallen. Leden kunnen vanaf nu een persoonlijk wachtwoord instellen op www.voo.nl.
Vereniging Openbaar Onderwijs
04 kort nieuws Subsidieregeling scholing overblijfmedewerkers rond 5 september 2010 opengesteld De subsidieregeling voor scholing van overblijfkrachten en coördinatoren geldt ook voor het kalenderjaar 2010-2011. Rond 5 september 2010 wordt de regeling opengesteld, waarna schoolbesturen bij DUO (voorheen CFI) hun subsidieaanvraag kunnen indienen. Inschrijven op het scholingsaanbod van de Vereniging Openbaar Onderwijs kan al voor de zomervakantie. Bij te weinig ontvangen subsidie kan in de loop van het najaar kosteloos worden geannuleerd. Meer informatie is te vinden op www.voo.nl/scholing. ●
Kamervragen over bevorderen openbaar onderwijs Kamerleden Margot Kraneveldt (PvdA) en Jasper van Dijk (SP) hebben zich in Kamervragen op initiatief van de Vereniging Openbaar Onderwijs opnieuw bezorgd getoond over de gang van zaken bij het Limburgse openbare schoolbestuur Akkoord! PO. Nadat vorig jaar op initiatief van enkele CDA-wethouders het bestuur van Akkoord! PO werd ontslagen en vervangen door een interim-bestuur, werden de statuten van de stichting zo gewijzigd dat het bestuur zichzelf verbiedt om nieuwe openbare scholen te stichten. De statutenwijziging is in tegenspraak met een door voormalig staatssecretaris Dijksma (PvdA) toegezegde wetswijziging, die ervoor zorgt dat ook verzelfstandigde openbare schoolbesturen nieuwe scholen kunnen stichten, in navolging van bijzondere schoolbesturen. Op dit moment kunnen uitsluitend de gemeenten het openbaar onderwijs bevorderen (nieuwe scholen stichten). ●
VO-scholen gezocht voor pilot profilering De Vereniging Openbaar Onderwijs vraagt scholen voor voortgezet onderwijs zich te melden voor een pilot ‘profilering’ in het schooljaar 2011 - 2012. De pilot ‘Identiteit, Kwaliteit en Profilering’ is bedoeld om scholen te ondersteunen bij het toewerken naar een duidelijke profilering. Door de kernwaarden van de eigen school te definiëren, wordt duidelijk welk karakter de school wil uitstralen en wat de belangrijke kwaliteiten zijn. In aansluiting daarop kunnen ideeën ontstaan om de eigenheid en de kwaliteit in concrete activiteiten vorm te geven. Eerder vonden al succesvolle pilots in het basisonderwijs plaats. Bij de pilot worden naast het personeel ook ouders en leerlingen betrokken. De voorbereiding van de pilot start na de zomervakantie en de uitvoering vindt plaats in het schooljaar 2011 2012. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met beleidsadviseur Ton Gelmers van de Vereniging Openbaar Onderwijs, telefonisch via 036-533 15 00. ●
Vereniging Openbaar Onderwijs
Alexander Jansen is “Nieuwsmaker 2010” Alexander Jansen (15) uit de derde klas van het openbare Coornhert Gymnasium in Gouda is de winnaar van de wedstrijd Nieuwsmakers 2010. De wedstrijd is een initiatief van Stichting Krant in de Klas, in samenwerking met onder andere de Nederlandse Vereniging van Journalisten. Onderliggend doel van de wedstrijd is het koppelen van de actualiteit aan taalvaardigheid, mediawijsheid en Burgerschap. Jansen won met zijn winnende artikel ‘Amalia extra vrij voor Olympische Spelen’ een netbook. Meer informatie is te vinden op www.nieuwsmakers.nl. Meer informatie over Krant in de klas leest u ook op pagina 24 van deze Inzicht. ●
Inzicht nr 3/4 - juni 2010
05 MBO Ombudslijn voor studenten en ouders Mbo-studenten en hun ouders die klachten hebben over een mbo-opleiding kunnen terecht bij de nieuwe MBO Ombudslijn. Aanleiding voor de nieuwe lijn is de grote hoeveelheid klachten die bij het ministerie van Onderwijs binnen komen. Het is de bedoeling dat de adviesdienst een tijdelijk karakter kent. Naast inventarisatie van het aantal klachten is het de bedoeling om individuele klachten sneller aan te kaarten bij de roc’s. Klachten kunnen op verschillende manieren kenbaar worden gemaakt aan de Ombudslijn MBO. Op www.ombudslijnmbo.nl is een klachtenformulier beschikbaar. De dienst is ook telefonisch bereikbaar via 0318-698422. ●
Obs De Vrijheid wint wedstrijd Win een schoolreis
De leerlingen van obs De Vrijheid uit Elburg zijn de winnaar van de wedstrijd Win een schoolreis, die door de informatie- en adviesdienst 0800-5010 (voor ouders en MR-leden) van de Vereniging Openbaar Onderwijs was uitgeschreven. De leerlingen en ouderraad hebben de eerste prijs, een cheque van € 1.000,- voor een gratis schoolreis, in ontvangst genomen. De school won de prijs, omdat de ouderraad en leerlingen de meest originele manier bedachten om 0800-5010 onder de aandacht te brengen van alle (toekomstige) ouders. Meer informatie is te vinden op de website van de school: www.obselburg-devrijheid.nl. ●
Witte lijst ouderbijdrage VO-raad De Vereniging Openbaar Onderwijs vindt dat de ‘witte lijst ouderbijdrage’ van scholen in het voortgezet onderwijs met onmiddellijke ingang moet verdwijnen. De lijst zet ouders en leerlingen op het verkeerde been en in plaats daarvan moet er volgens de Vereniging Openbaar Onderwijs een zwarte lijst komen van scholen die zich niet houden aan de regels. Op de witte lijst van de VO-raad hebben ruim 600 scholen zichzelf aangemeld. Naar eigen zeggen geven ze op heldere wijze inzicht in de hoogte en besteding van de schoolkosten. Uit onderzoek van de inspectie blijkt echter dat veel scholen, waarvan er ook een aantal op de witte lijst staat, geen informatie of onjuiste en onvolledige informatie geven over de vrijwillige ouderbijdrage. ●
Leerlingen openbaar Stedelijk Gymnasium Nijmegen vallen in de prijzen Twee leerlingen van het openbaar Stedelijk Gymnasium in Nijmegen hebben met hun profielwerkstuk de Onderwijsprijs van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) gewonnen. De KNAW Onderwijsprijs is bestemd voor de twaalf beste vwo-profielwerkstukken die blijk geven van creativiteit, een dimensie van eigen onderzoek en oorspronkelijk denkwerk. De KNAW ontving in totaal 491 inzendingen van 190 scholen. Een jury van wetenschappers selecteerde de beste twaalf werkstukken. De leerlingen van het Stedelijk winnen een studiebeurs ter waarde van 1500 euro, bestemd voor hun eerste collegejaar aan een Nederlandse universiteit of hogeschool. De school zelf ontvangt een plaquette. ●
De school heeft uw kind geschorst?
O800 5010
of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg
06 kort nieuws Nieuwe voorzitter Landelijke Klachtencommissie Als nieuwe voorzitter van de Landelijke Klachtencommissie (LKC) is benoemd de heer prof. mr. A.G. (Geert) Castermans. Castermans is voormalig voorzitter van de Commissie Gelijke Behandeling en is op dit moment hoogleraar burgerlijk recht aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden. Voor meer informatie over de klachtencommissie: www.onderwijsgeschillen.nl. ●
Ouderavond Veilig internetgebruik: thuis en op school! Alle scholen in Noord-Nederland ontvingen in juni een informatiebrief met uitnodiging om een ouderavond over veilig internetgebruik aan te vragen. Tijdens de ouderavonden, die in 2010 en 2011 plaatsvinden, wordt met ouders gesproken over internetveiligheid, thuis en op school. Ouders kunnen zich op de nieuwe website www.cyberouders.nl aanmelden om cyberouder op school te worden. Cyberouders is een initiatief voor het basisonderwijs van de Vereniging Openbaar Onderwijs en wordt ondersteund door Digivaardig Digibewust, Mediawijzer en het ministerie van OCW. Kijk voor meer informatie op www.cyberouders.nl. ●
Gratis deelnemen aan Summer Schools Kennisnet Kennisnet organiseert in augustus drie Summer Schools over informatietechnologie. Docenten en bestuurders kunnen gratis inschrijven tot 30 juni. Kennisnet werkt voor de Summer Schools 2010 samen met enkele ict-bedrijven. De laatste ontwikkelingen op het gebied van onderwijs en ict komen er aan bod. De doelgroep bestaat uit bestuurders, managers en docenten in het primair, voortgezet en beroepsonderwijs. Meer informatie is te vinden op www.summerschool2010.nl. ●
Meld u aan voor de e-nieuwsbrief van de Vereniging Openbaar Onderwijs De e-mailnieuwsbrief van de Vereniging Openbaar Onderwijs is vernieuwd. Blijf op de hoogte van actuele ontwikkelingen in het openbaar onderwijs en het nieuws van de Vereniging Openbaar Onderwijs. Op www.voo.nl/nieuwsbrief kunt u zich gratis aanmelden.
Vereniging Openbaar Onderwijs
Inzicht nr 3/4 - juni 2010
rimpels 07 Rob Limper
Directeur Vereniging Openbaar Onderwijs
Schoolfruit voor kinderen basisscholen In april start de Europese Unie met een campagne om kinderen op de basisschool meer fruit te laten eten. Met het ‘EU-Schoolfruitprogramma’ wil men bevorderen dat schoolgaande kinderen samen fruit en groenten eten in de klas. Scholen krijgen voor elke deelnemende leerling gratis fruit en groenten. Na de campagneperiode bepalen de ouders en school samen of zij met het programma willen doorgaan. Scholen kunnen zich aanmelden op de website http://schoolgruiten.kennisnet. nl/eu_schoolfruit. ●
WMS congres ‘Naar een professionele medezeggenschap’ Op woensdag 24 november 2010 organiseert Stichting Onderwijsgeschillen het 4e landelijke WMS congres, met als thema ‘Naar een professionele medezeggenschap’. Het congres vindt plaats in de Reehorst in Ede. In drie ronden vinden verschillende workshops plaats, die worden uitgevoerd door onder anderen beleidsadviseurs van de Vereniging Openbaar Onderwijs. Enkele workshops zijn ‘Medezeggenschap binnen het samenwerkingsverband bij passend onderwijs’, ‘ MR-start’, ‘Medezeggenschap in de praktijk: de rechten en plichten van de (G)MR’ en ‘MR of GMR: wie is aan zet?’ Meer informatie is te vinden op www.infowms.nl. ●
Heroverwegen Alle departementen hebben de opdracht gekregen om 20% te bezuinigen, zo ook OCW. In het jargon heet dat ‘heroverwegen’. Heroverwegen klinkt veel minder erg dan bezuinigen, maar dat is het natuurlijk wel. Voor het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs gaat het om 4,1 miljard euro in 2015. Onder de veelbelovende titel ‘Productiviteit onderwijs’ verschenen van de ambtelijke top van OCW 200 pagina’s bezuinigingsvoorstellen voor deze sectoren. Waar de titel vandaan komt, is een raadsel. De ambtelijke top zag zich voor een dilemma geplaatst. Hoe kun je tot de top vijf van de wereld in onderwijs gaan horen, zoals het parlement wil, en tegelijkertijd bezuinigen? Over een dergelijke politieke beslissing gaan ambtenaren niet. Zij hadden daar in de uitwerking verder geen last van, net zo min van dat de meeste voorstellen vooral de kwetsbare groepen in de samenleving treffen. De opdracht was immers simpel: bezuinig 20%. Houd u vast: • De klassengrootte gaat terug naar vóór 1997: minimaal 28 leerlingen per klas. • Basisscholen met minder dan 145 leerlingen worden samengevoegd. Dat scheelt 1200 scholen. • Het voortgezet onderwijs krijgt een eenvoudiger programma en 850 uur onderwijstijd in plaats van 1.000. • Het mbo wordt met een jaar ingekort. De helft in de vorm van intensivering en de andere helft als besparing. Zittenblijven wordt bestraft, versnellen wordt beloond. • De BAPO-regeling (minder werken voor oudere leerkracht) en de bovenwettelijke WW vervallen. • Het budget voor zorgleerlingen gaat terug naar 2003, het jaar van vóór de rugzak. • Ouders betalen lesgeld en een bijdrage voor de schoolboeken. • Er wordt 50 miljoen bezuinigd op subsidies. Als je niet (meer) investeert in het onderwijs, kun je uitrekenen wat dat de samenleving op termijn kost. Die berekening is echter niet gemaakt. Er ontbreken twee opvallende onderwerpen: de bezuiniging op het ministerie zelf en die op de extra kosten van het verzuilde onderwijsbestel. Het eerste komt wellicht in een van de andere publicaties voor. Het tweede is een misser van de eerste orde. Circa twee miljard kunnen bezuinigen zonder dat je ook maar iets inboet op de kwaliteit van het onderwijs ligt voor de hand. In die zin hebben de ambtenaren een politiek besluit op hun geweten. Niets is heilig, was de afspraak; dan ook de verzuiling niet. De politieke partijen hebben voor de verkiezingen om het hardst geroepen dat er op onderwijs helemaal niet wordt bezuinigd. Of dat nu na de verkiezingen ook echt zo is, moeten we afwachten. Altijd jammer dat je je eenmaal gegeven stem niet mag heroverwegen.
08
Tekst Evert Bosman Beeld José Krijnen en gemeente Nijmegen
Centrale aanmelding Nijmegen werkt!
Ouders hebben recht op vrije schoolkeuze Nijmegen wil basisschoolleerlingen niet spreiden, maar zo veel mogelijk in de eigen wijk naar school laten gaan. Volgens onderwijswethouder Hannie Kunst worden met een centraal aanmeldpunt stappen gezet op weg naar meer gemengde scholen en minder onderwijssegregratie. ‘En’, benadrukt zij, ‘zonder dat dit afbreuk doet aan het recht van ouders op een vrije schoolkeuze.’
D
e Vereniging Openbaar Onderwijs liet vorig jaar al weten het initiatief in Nijmegen toe te juichen. Het centrale aanmeldpunt voor het basisonderwijs in Nijmegen verdient volgens de belangenbehartiger van het openbaar onderwijs navolging in andere plaatsen. Het Nijmeegse initiatief, dat voor een rechtvaardigere verdeling van de beschikbare plaatsen op
len en grote animator achter het idee van de centrale aanmelding. ‘De scholen waren bereid mee te werken. En de ouders ontdekten in verreweg de meeste gevallen dat hun eerste keuze voor een school werd gehonoreerd.’
Gemengde wijken
Onderwijswethouder Hannie Kunst wil met het centraal aanmeldpunt onder meer
In de meeste gevallen werd de eerste keuze voor een school gehonoreerd scholen moet zorgen, getuigt van breed draagvlak onder de Nijmeegse schoolbesturen. Ouders die een kind voor komend schooljaar 2010-2011 voor het basisonderwijs wilden inschrijven, konden dit niet meer direct op de school van hun keuze doen, uitsluitend bij het centraal aanmeldpunt. ‘En dat is goed verlopen’, zegt Rini Braat, algemeen directeur van de Stichting Josephscho-
Inzicht nr 3/4 - juni 2010
het probleem van segregatie in het onderwijs in Nijmegen tegengaan. Kunst: ‘Ik praat niet over zwarte of witte scholen. De ambities van het (linkse) college van B&W zijn gericht op het creëren van gemengde wijken. Dan volgt daar vanzelf uit dat je voorrang geeft aan kinderen om naar de school in hun eigen buurt te gaan. Op die manier vormen de scholen een betere afspiegeling van de buurt waarin ze staan.
We hebben moeten vaststellen dat dit niet overal in Nijmegen het geval is. Je ziet dan een vlucht uit de wijk van hoogopgeleide, autochtone en allochtone ouders, die hun kind elders in de stad op school doen. Daardoor ontstaan er scholen waar meer dan veertig, soms zelfs zestig procent van de schoolbevolking bestaat uit kinderen van laagopgeleide ouders. Dit is een vorm van onderwijssegregatie waar we op tegen zijn. Er was een sterke ontwikkeling van populaire scholen. Daar werden kinderen in grote getale aangemeld, je zag die scholen groeien. Waardoor er de afgelopen jaren steeds meer onderwijsgeld moest naar die scholen voor uitbreiding. En tegelijk hadden scholen in een minder populaire omgeving te maken met afnemende leerlingaantallen.’
Transparant plaatsingsbeleid
‘Over de onwenselijkheid van deze situatie waren zowel de schoolbesturen als de gemeente het eens. Dat leidde er toe dat we vorig jaar concrete stappen hebben gezet om scheefgroei in het basisonderwijs
09
In Nijmegen konden ouders die een kind voor komend schooljaar 2010-2011 wilden inschrijven, dit uitsluitend doen bij het centraal aanmeldpunt.
tegen te gaan’, zegt Hannie Kunst. ‘Uitgangspunten waren: gunstige schoolsamenstellingen, een eerlijk en transparant plaatsingsbeleid en duidelijke voorlichting over plaatsing en onderwijsaanbod. Op grond daarvan zouden ouders een bewuste keuze kunnen maken. Met een centraal aanname-
geven op plaatsing op een school van hun keuze. Dat gebeurt nu bepaald niet.’ Rini Braat geeft daar voorbeelden van. ‘Tot nu toe had je het systeem “wie het eerst komt, het eerst maalt”. Je zag gebeuren dat daardoor veel ouders steeds vroeger hun kinderen lieten inschrijven op een populaire school. Ze kwamen bij wijze van spreken met een ‘echofoto’ naar school om hun nog niet-geboren kind alvast aan te melden. Dat was geen goede ontwikkeling. Maar het voornemen van een centraal aanmeldpunt werd ons in het begin niet door iedereen
Het aanmeldpunt geeft ook rust en zekerheid beleid willen we in Nijmegen alle, maar dan ook alle kinderen en hun ouders een eerlijke kans
in dank afgenomen. We kregen heel wat boze ouders op bezoek of aan de telefoon. Men vond dat het recht op vrije keuze geweld werd aangedaan. Maar dat bleek in de praktijk helemaal niet zo te zijn.’
School in eigen buurt als eerste keus
‘De ouders krijgen in het systeem van de centrale aanmelding de keuze om minimaal drie en maximaal zes scholen van hun voorkeur aan te geven. En het maakt niet uit of die scholen wel of niet in de wijk zijn gevestigd. En wat bleek: 57 procent van de ouders kreeg de school van hun eerste keuze toegewezen. Dat was het resultaat bij de start van het nieuwe aanmeldpunt in het voorjaar 2009. Inmiddels een ➜
De directeur wil u de klachtenregeling niet geven?
BEL 5010
op schooldagen tussen 10 en 3
10
Hannie Kunst, wethouder Onderwijs in Nijmegen
Rini Braat, algemeen directeur Stichting Josephscholen
jaar laten werden er in Nijmegen vijftienhonderd kinderen aangemeld voor het basisonderwijs. Nu blijkt dat 68 procent van de ouders de school in de eigen buurt als eerste keus op hebben gegeven. Dat heeft ons prettig verrast’, zegt Rini Braat. ‘De ouders kunnen hun kinderen aanmelden als die twee jaar en negen maanden oud zijn.
De aanmelding loopt goed, tien procent van de kinderen is nog niet ingeschreven. Voor die late ouders is er in juni een tweede ronde.’
Proefproces
Nijmegen is de eerste stad waar een poging om tot meer evenwichtige verdeling van leerlingen over alle scholen, tot
Hoe werkt centraal aanmelden in de praktijk In de voorlichtingsbrochure van de gemeente Nijmegen en alle schoolbesturen wordt een voorbeeld gegeven hoe centrale aanmelding werkt. Basisschool De Klomp (een fictieve naam) in Nieuw-West kan voor Schooljaar 20102011 vijfentwintig nieuwe leerlingen plaatsen in groep 1. Maar er zijn dertig aanmeldingen. Voor 23 van hen is De Klomp de eerste voorkeurschool. Eerst worden de kinderen geplaatst die al een broertje of zusje op De Klomp hebben. Dat zijn er vijftien. Daarna worden de kinderen geplaatst voor wie De Klomp de dichtstbijzijnde school is. Het gaat om zeven kinderen. Wie dan volgen zijn kinderen die een positieve bijdrage leveren aan de 30-70 procent verhouding. De Klomp heeft gemiddeld twintig procent kansarme kinderen (ook wel gewichtsleerlingen genoemd). Eén van de nieuwe aanmeldingen is een gewichtsleerling, deze wordt geplaatst. Er zijn nog twee plekken te vergeven. Vijf kinderen uit de gemeente Beuningen willen ook naar De Klomp. Maar voor hen is deze school de tweede voorkeurschool. Net als bij de drie andere kinderen uit de wijk Nieuw-West. Twee van hen krijgen een plaatsingsadvies voor De Klomp. Voor het buurtkind dat overblijft en de vijf uit Beuningen volgt een plaatsingsadvies op een andere school in Nieuw-West.
Inzicht nr 3/4 - juni 2010
succes leidt. Braat: ‘Hiervoor zijn er minstens driehonderd pogingen geweest om iets te doen aan de segregratie in het basisonderwijs. Die liepen vaak stuk op formele zaken. Zoals het beroep dat tegenstanders deden op artikel 23 van de grondwet, dat gaat over de vrijheid van de inrichting van het onderwijs. Het systeem van de centrale aanmelding zou daarmee in strijd zijn. Wij hebben onze plannen laten toetsen door professor Dick Mentink en professor Paul Zoontjes, hoogleraren Onderwijsrecht aan respectievelijk de Erasmus universiteit en de Universiteit van Tilburg. Volgens hen was het juridisch mogelijk en niet in strijd met de wet. Vrije schoolkeuze is iets anders dan het recht op plaatsing op een specifieke school. Dat recht bestaat niet. Niettemin wacht ons nog een proefproces. Maar dat zie ik met vertrouwen tegemoet.’
Centrale aanmelding geeft rust en zekerheid
Rini Braat benadrukt dat de informatie over het centraal aanmeldpunt zorgvuldig is geweest. De communicatie vanuit de schoolbesturen en het gemeentebestuur was open en volledig. Met de medezeggenschapsraden van de scholen is uitvoerig overleg geweest. ‘We hebben een uitgebreide hoorzitting georganiseerd, waarvoor de belangstelling groot was: bezocht door ruim 250 ouders. Daarnaast hebben veel scholen thema-avonden over het onderwerp op hun eigen school georganiseerd. Dit alles leidde er toe dat er brede instemming werd verkregen voor de invoering van de centrale aanmelding, ook van de ouders die deel uitmaken van de medezeggenschapsraden.’
11
Wethouder Hannie Kunst (rechts) tijdens een werkbezoek op een school in Nijmegen.
Rini Braat concludeert: ‘Er waren drie factoren die hebben bijgedragen aan het succes. Ten eerste waren alle schoolbesturen het inhoudelijk met elkaar eens, alle neuzen stonden dezelfde kant op. Ten tweede is er een goede spreiding van de verschillende denominaties over Nijmegen. En tot slot zijn er in Nijmegen geen zeer zwakke scholen. En zo kom je tot een situatie dat de kinderen in hun eigen omgeving naar school gaan, dat de
school het kloppend hart van de wijk wordt en dat de sociale cohesie groter wordt.’ Wethouder Hannie Kunst: ‘Ik heb met één boze ouder te maken gehad, omdat zijn kind niet geplaatst was op de school van zijn eerste voorkeur. Maar ik kreeg ook reacties van ouders die eerder altijd gespitst waren op het principe van “wie het eerst komt, het eerst maalt”. Volgens hen geeft het systeem van centrale aanmelding rust en zekerheid.’ ●
Het schoolkamp zorgt nu al voor nachtmerries?
O800 5010
of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg
12
Tekst Wietske Idema Beeld Ella Tilgenkamp
René Peeters (rechts), algemeen directeur van AWBR, toont zich tevreden met de kwaliteitsslag van zijn scholen.
Uniek onderzoek door Rekenkamer Stadsdelen Amsterdam
Kwaliteitsslag door verzelfstandiging Het schoolbestuur Amsterdam West Binnen de Ring (AWBR) van het openbaar primair onderwijs in Amsterdam West is sinds 2,5 jaar zelfstandig. Volgens René Peeters, algemeen directeur van AWBR (inmiddels wethouder in Almere), heeft dit geleid tot een aantoonbare kwaliteitsslag op de openbare basisscholen in het stadsdeel. ‘We kunnen het onderwijs nu op een professionele manier aansturen.’
H
et openbaar basisonderwijs in Amsterdam-West kreeg lovende woorden in een pas uitgebracht rapport van de Rekenkamer Stadsdelen Amsterdam. Een unieke situatie: de rekenkamer deed op eigen initiatief onderzoek naar de kwaliteit van het pas verzelfstandigde schoolbestuur Amsterdam West Binnen de Ring (AWBR). Het leidde tot een rappport waaruit blijkt dat er met minder geld kwalitatief goed onderwijs wordt geboden.
Inzicht nr 3/4 - juni 2010
Het schoolbestuur van het openbaar primair onderwijs in de stadsdelen West Binnen de Ring (Bos en Lommer, De Baarsjes, Oud-West en Westerpark) is sinds 1 augustus 2007 verzelfstandigd. Onder het bestuur vallen 17 openbare basisscholen en ongeveer 4600 leerlingen. Het verzelfstandigingsproces verliep in het begin niet zonder slag of stoot. ‘Raadsleden kregen plotseling een andere, marginalere, rol. Dit leidde tot teleurstelling en in sommige gevallen zelfs tot wantrouwen
naar de AWBR’, vertelt directeur René Peeters. ‘Raadsleden vroegen zich af of wij niet te veel zouden gaan verdienen en of scholen nog wel voldoende autonomie zouden hebben.’ Op verzoek van de stadsdeelraden is daarom besloten een onderzoek in te stellen dat de Amsterdamse Rekenkamer heeft uitgevoerd. Dit onderzoek ging in op de vraag of het bestuur van de AWBR en de stadsdelen hun doelen wel weten te bereiken: is het extra onder-
13 wijsaanbod (schoolzwemmen, cultuureducatie, schooltuinen) gerealiseerd? Zijn de identiteit en autonomie van scholen nog aanwezig? Hoe loopt het fi nancieel gezien? En wat vinden personeel en ouders van de veranderde organisatievorm? Na een intensieve onderzoeksperiode concludeert de Rekenkamer dat het proces goed is verlopen: de
heidsdossier. Daarnaast heeft de AWBR een kwaliteitsmonitor ontwikkeld. Twee keer per jaar leggen ze schoolbezoeken af, waarbij wordt gelet op de leraren, de leerlingen, resultaten, het onderwijsconcept en de fi nanciën. ‘Wij kennen onze scholen dus door en door. Van daaruit kunnen we het juiste beleid formuleren’, meent Peeters. Bovendien won de AWBR onlangs de ‘Prijs van de dialoog’, omdat ze naast het jaarverslag ook een publieksjaarverslag maken. Peeters: ‘Met dit verslag gaan we het gesprek aan met de omgeving: welzijnsorganisaties, de inspectie en de schoolbegeleidingsdienst. Dit doen we, omdat we een transparante organisatie willen zijn, die verantwoordelijkheid aflegt aan alle betrokken partijen.’
Ook de leerlingenaantallen zitten in de lift vooraf ingeschatte nadelen van de verzelfstandiging doen zich maar nauwelijks voor. ‘Uiteraard zijn wij ontzettend blij met deze uitkomst’, zegt Peeters tevreden. ‘Naast dat het voor ons prettig is om te horen dat het goed gaat, hebben we nu ook het maximale vertrouwen van de raadsleden gekregen.’
Kwaliteit voorop
Na het besluit om zelfstandig te worden, is het bestuur meteen aan de slag gegaan met het opstellen van een strategisch beleidsplan. ‘Wij willen het openbaar primair onderwijs op een professionele manier aansturen en hebben er daarom voor gekozen om alle partijen uit het veld te betrekken bij het opstellen van het plan. Onze kracht is dat we dit plan ook daadwerkelijk in de hand nemen en uitvoeren, in plaats van het naast ons neer te leggen’, zegt Peeters. Kwaliteit van het onderwijs staat bij de AWBR voorop en loopt als een rode draad door het beleidsplan heen. Ze investeert allereerst in de kwaliteit van het personeel: naast de functioneringsgesprekken heeft iedereen een bekwaam-
Praktijk
De vraag is wat de verzelfstandiging nu daadwerkelijk in de praktijk betekent voor het bestuur, de scholen, leraren en ouders. ‘Wat wij horen, is dat er kortere lijnen zijn ontstaan en dat individuele scholen meer invloed kunnen uitoefenen op het bovenschoolse beleid’, vertelt Peeters. ‘Daarnaast voeren wij een voortdurende dialoog met de betrokken partijen, zoals de GMR, het personeel en de ouders. Toen uit het onderzoek bleek dat ouders niet zoveel merken van de verzelfstandiging, hebben we meteen geprobeerd de communicatie naar hen toe te verbeteren. Bijvoorbeeld met behulp van een ouderkrant die drie keer per jaar verschijnt. Daarin vertellen we waar we mee bezig zijn en welke beslissingen we nemen of moeten nemen.’
Risico’s
Hoewel de hoofdconclusie van de Rekenkamer positief was, bleek uit het onderzoek dat er in de nabije toekomst ook bedreigingen of risico’s op de loer liggen. Bijvoorbeeld de bekostiging van de bestuurlijke en administratieve lasten. Peeters: ‘We hebben inderdaad weinig fi nanciële middelen voor de ondersteuning van het stafbureau. Ook hebben we weinig geld voor het onderhouden van de schoolgebouwen, terwijl sommige gebouwen naar onze mening onder de maat zijn. Dat is voor ons een grote zorg. Een andere zorg die met name bij het personeel leeft, is hoe het zal gaan met de ontwikkeling van het passend onderwijs. Onze leraren staan er voor open, maar ze weten dat ze tegelijkertijd voor een enorme uitdaging staan.’
Toekomst
De AWBR heeft sinds de verzelfstandiging werk gemaakt van drie door de Inspectie van het Onderwijs benoemde zwakke scholen: sindskort zijn alle drie de scholen geen zwakke school meer. Daarnaast ziet de AWBR de leerlingaantallen op haar scholen stijgen, terwijl dit niet voorspeld was. ‘Dat is voor ons een teken dat onze scholen aantrekkelijker zijn geworden en van betere kwaliteit zijn dan voor de verzelfstandiging. Naar mijn idee hebben we dus een aantoonbare kwaliteitsslag geslagen. Over een paar jaar zijn we nog professioneler en weten we meer te halen uit de kracht van het personeel’, voorspelt Peeters. ‘Maar wat minstens zo belangrijk is, is dat we elkaar uiterst serieus nemen en elkaar vertrouwen. Iedereen kent zijn verantwoordelijkheden én die van elkaar. Ik heb het idee dat er één organisatie begint te ontstaan.’ ●
U loopt alleen maar tegen de schoolmuren aan?
BEL 5010
op schooldagen tussen 10 en 3
14
Tekst Martin van den Bogaerdt Beeld Arthur Lebacq
Nederland in tijden van bevolkingskrimp
Maatregelen nodig van Cadzand tot Roodeschool Wie dagelijks in de Randstad in de file staat of zich weer eens in een propvolle trein perst, denkt niet direct aan bevolkingskrimp. Maar veel plattelandsgebieden hebben ermee te kampen. Maatregelen zijn nodig, ook in het onderwijs. Een rondreis door leeglopend Nederland.
D
e fusieorganisatie LeerTij wordt, met 27 scholen met in totaal 3500 leerlingen, in de gemeenten Terneuzen en Hulst het grootste bestuur voor primair onderwijs in de provincie Zeeland. De stichting Open Basis voor openbaar primair onderwijs en het bestuur De Linie voor bijzonder onderwijs slaan vanwege de bevolkingskrimp in hun werkgebied de handen ineen. In januari maakten ze bekend te willen fuseren, in februari werd de nieuwe naam LeerTij bekendgemaakt. Bestuurlijke schaalvergroting is een must.
nanciële mogelijkheden is een bedreiging voor de kwaliteit van het onderwijs. Door samen te gaan, kunnen zaken als huisvesting en personeelsbeleid beter worden geregeld. ‘Ook het onderwijs kunnen we samen beter neerzetten’, aldus Langeraert. De nieuwe onderwijsorganisatie krijgt een eigen administratiekantoor en technisch bedrijf. Verwacht wordt dat de fusie soepel zal verlopen, omdat beide organisaties nu al hetzelfde werken. Voor de nieuwe scholenkoepel wordt
Bestuurlijke schaalvergroting is een must
Door de krachten te bundelen willen beide organisaties de kwaliteit van het huidige onderwijs behouden en zo mogelijk verbeteren, zegt directeur Gerard Langeraert van Open Basis. ‘Tot 2020 zal de bevolking in ZeeuwsVlaanderen met een kwart dalen en dus ook het aantal kinderen. Dat zijn forse aantallen.’ Door de bevolkingskrimp komen de voorzieningen voor de kleine kernen in het gedrang. Terugloop van de fi-
Inzicht nr 3/4 - juni 2010
een raad van toezicht benoemd. Sbo De Springplank in Terneuzen heeft laten weten open te staan voor een gesprek om zich na de besturenfusie eventueel ook bij LeerTij aan te sluiten.
Arbeidsplaatsen op de tocht
In Gelderland is ook bevolkingskrimp en zijn er dus dalende leer-
lingenaantallen. Dertig schoolbesturen in de Achterhoek, overig Oost-Gelderland en De Liemers luiden de noodklok. Zij vrezen dat de krimp in combinatie met bezuinigingen zal leiden tot een verlies van meer dan 500 arbeidsplaatsen. Ze hebben daarover een brandbrief gestuurd aan de Vaste Kamercommissie voor Onderwijs. In de brief schrijft het Personeelscluster Oost-Nederland (PON) namens de betrokken besturen dat de komende jaren het leerlingenaantal in de regio’s waar het om gaat, met 20 tot 25 procent zal dalen. Dit zal leiden tot een ‘dramatische situatie’, met ernstige gevolgen voor de werkgelegenheid en de kwaliteit en continuïteit van het onderwijs. PON waarschuwt ook voor de negatieve gevolgen van de ‘afroomprocedure’ waar het onderwijs mee te kampen heeft. Daardoor zal er veel geld verloren gaan. De bezuiniging van ruim 90 miljoen euro op het budget voor bestuur en management (B&M) is in vergelijking met de afroomprocedure ‘nog beperkt’, zo staat in de brief. De B&M-korting zal in de regio’s waar het PON actief is, leiden tot
15
School als oplossing in kleine kernenbeleid Gemeenten, schoolbesturen en inwoners hebben in het behoud van de dorpsschool een gedeeld belang. Al die betrokkenen willen gewoon één school, waar alle kinderen naartoe kunnen. Doordat de politiek vasthoudt aan het verzuilde onderwijsbestel, is dat nu nog niet mogelijk. Het wordt tijd dat de politiek snel en kordaat reageert op de vraag van ouders, schoolteams en schoolbesturen naar een alternatief. School, zonder het voorvoegsel openbare, protestantschristelijke, katholieke of welk dan ook, kan volgens de Vereniging Openbaar Onderwijs de oplossing zijn voor het behoud van die ene dorpsschool. Kijk voor meer informatie over ‘school’ op www.voo.nl/school.
het verlies van tientallen arbeidsplaatsen. In het hele land gaat het om een verlies van zeker 1500 fte’s. In de brief staat verder dat de overheid onbetrouwbaar is. Dit wordt onderbouwd met een voorbeeld over de functiemix, waarvan de fi nanciering nog steeds niet helder is. Ook wordt de commissie-Don genoemd, die adviseert om bestuur en management verder te professionaliseren, wat erg moeilijk is als daarop wordt bezuinigd. Met de krimp en de negatieve fi nanciële gevolgen die daarbovenop komen, wordt het helemaal onmogelijk.
Basisschooltjes moeten dicht
De provincie Friesland heeft met een demografisch onderzoek de gevolgen van de bevolkingskrimp voor de komende jaren in beeld ➜
Geen inzage in het leerlingvolgsysteem?
BEL 5010
op schooldagen tussen 10 en 3
16
Het behoud van de dorpsschool is van groot belang voor de leefbaarheid van de dorpen.
gebracht. Het basisonderwijs zal als eerste de gevolgen ervan ondervinden. Veel kleine plattelandsscholen zullen hun deuren defi nitief moeten sluiten. In bijna de helft van de 342 Friese dorpen met minder dan 1500 inwoners staat nu al geen basisschool meer. In 2008 dook 16 procent van de basisscholen in de provincie onder de opheffi ngsnorm. Daar komt nog bij dat toen 8 procent nog maar net boven die norm zat. Voor de komende jaren wordt een verder dalende trend verwacht. In 2020 zullen er 10 procent minder Friese basisschoolleerlingen zijn dan nu. Dat aantal neemt af van 73.000 naar minder dan 66.000. Op het Friese platteland is de daling het sterkst. Er zijn gebieden in de provincie Friesland met een daling van ongeveer 20 procent.
Inzicht nr 3/4 - juni 2010
Verschillende gemeenten in het noorden van het land voelen sterk de fi nanciële druk van het openhouden van kleine schooltjes. De gemeente Heerenveen bijvoorbeeld pleit er daarom voor om schooltjes te sluiten. Burgemeester Peter de Jonge (PvdA) zei afgelopen najaar op een discussiebijeenkomst in Leeuwarden dat Heerenveen daar jaarlijks 6 miljoen mee kan besparen, wat in tijden van bezuinigen een aantrekkelijke optie is. Wethouder Kees Feenstra (GroenLinks) zei toen dat het openhouden van kleine schooltjes ten onrechte in verband wordt gebracht met leefbaarheid. ‘Leefbaarheid in dorpen heeft te maken met de mensen die er wonen en niet met scholen’, aldus Feenstra.
Elders in het noorden, in de provincie Drenthe, vreest het protestants-christelijk primair onderwijs dat het als gevolg van de bevolkingskrimp langzaam maar zeker in het nauw wordt gedreven door de openbare scholen. Algemeen directeur Albert Velthuis van de Christelijke Onderwijsgroep Drenthe ziet dat bij fusies van kleine basisschooltjes de scholen die ontstaan meestal openbare zijn. ‘Als dit zo doorgaat, verdwijnt het protestants-christelijk onderwijs’, aldus Velthuis. Dit is overigens een logische ontwikkeling, omdat bij wet is geregeld dat er voldoende openbaar onderwijs moet zijn.
Krimp en vergrijzing
In Limburg ten slotte leidt oudonderwijsminister Wim Deetman
column 17
Alexander Pechtold Tweede Kamerlid en fractievoorzitter D66
Niet het systeem, maar de leerling centraal Het Nederlandse onderwijsstelsel kent een relatief vroege selectie van leerlingen. Voor sommige kinderen is het rond hun 12e jaar echter nog moeilijk in te schatten welk niveau ze kunnen bereiken. Dat maakt dat kinderen die bijvoorbeeld minder snel meekomen, in eerste instantie beginnen op een lager niveau dan zij uiteindelijk aankunnen. Te veel laatbloeiers zitten gevangen in het onderwijssysteem en dat betekent te veel onbenut potentieel. De leerling moet centraal staan, niet het systeem. Jongeren moeten de ruimte hebben om zich te ontwikkelen, omwegen te bewandelen en via stapelen en doorstromen zich te ontplooien. Om ieder individu het maximale uit zichzelf te laten halen, is een betere doorstroming in het onderwijs van groot belang. Ik pleit er al langer voor dat je kinderen een beter perspectief op vervolgonderwijs aanbiedt. Gelukkig word ik daarin gesterkt door een rapport dat de Onderwijsraad onlangs uitbracht over vroege selectie. Daarin concludeert de Onderwijsraad dat de doorstroming in het voortgezet onderwijs veel beter kan. De onderwijssoorten moeten dichter bij elkaar komen, om de mogelijkheden voor kinderen te verduidelijken. Dit geldt voor groep 8 en het begin van het voortgezet onderwijs, voor de combinatie mavo en havo en voor de combinaties van algemeen en beroepsonderwijs.
een commissie die onderzoekt welke maatregelen nodig zijn om deze krimpregio leefbaar te houden. Gedeputeerde Staten installeerde de AdviescommissieDeetman in november, eind dit jaar wordt het eindadvies verwacht. In de commissie zitten naast voorzitter Deetman oud-burgemeester Jan Mans van onder meer Enschede, Zaanstad en Venlo en Pieter Zevenbergen, voormalig lid van de Algemene Rekenkamer. In Limburg is niet alleen sprake van een bevolkingskrimp, maar ook van een sterke vergrijzing. In 2040 zal het aantal jongeren ten opzichte van 1970 zijn gehalveerd en het aantal ouderen bijna verviervoudigd. ● Dit artikel werd ook geplaatst in Over Onderwijs van VOS/ABB
Vooral leerlingen die in afzonderlijke vmbo-tl leerklassen onderwijs volgen, lopen het risico lager te presteren. De onderwijsraad adviseert bijvoorbeeld om een vmbo-tl brugklas te combineren met een havo-brugklas en leerlingen doorstroomvakken aan te bieden op twee niveaus. Zo krijgen zij voor Nederlands en Wiskunde een beoordeling volgens de vmbo-norm en de havo-norm. Een andere aanbeveling is dat er een groter aanbod moet komen van beroepsgerichte vakken. Dat bevordert de doorstroom tussen het beroeps- en algemeen voortgezet onderwijs en geeft leerlingen meer zicht op het beroepenveld. Aanbevelingen waar ik mij erg in kan vinden en waar scholen direct mee aan de slag kunnen. Daar is geen wetswijziging voor nodig. Uitgebreider wil ik stilstaan bij het keuzemoment voor het vervolgonderwijs. Uit het rapport blijkt dat uitstel van het selectiemoment niet altijd leidt tot betere schoolprestaties. Voor kinderen die bovengemiddeld goed meekomen, werkt een vroege keuze juist in hun voordeel. Maar de kinderen die minder goed meekomen, vallen hier buiten. Volgens mij is maatwerk het antwoord op deze problematiek. En dat kan onder andere door betere doorstroming. Het zou ook mogelijk moeten zijn om de studiekeuze op het vmbo langer uit te stellen. Verder spelen de leraren natuurlijk een belangrijke rol. Het is van belang dat zij beter zijn opgewassen tegen de uitdagingen van hun werk. Het omgaan met kinderen die een achterstand hebben, vergt speciale kennis en inzet. Het zou mooi zijn als leraren leerlingen meer begeleiden in hun keuze voor vervolgonderwijs. Ook is het goed om kopklassen of schakelklassen te creëren, die specifiek gericht zijn op het wegwerken van taalachterstanden. Mijn boodschap: geef kinderen een duidelijk perspectief voor de toekomst. Dat kan door een goede doorstroming, gecombineerde brugklassen en stages en leertrajecten. Ieder kind moet de kans krijgen het beste uit zichzelf te halen. Daarbij moet je als kind de tijd hebben om te ontdekken wat je echt leuk vindt en waar je goed in bent.
18
Tekst en beeld Sanne van der Most
Opbrengstgericht werken op obs De Taaltuin in Schiedam
Na een jaartje schakelklas is Op de meeste scholen is taal een middel om de leerstof te verwerken. Op openbare basisschool De Taaltuin, een volledig zwarte school in Schiedam, is het precies andersom. Hier leren de kinderen de taal door middel van de lesstof. ‘Technisch en begrijpend lezen in samenhang met leesplezier en beleving, is bij ons de rode draad’, vertelt directeur Betty van Dam. Met de zogenaamde ‘schakelklas’ is de eerste stap gezet. Een gesprek met een zeer bevlogen directeur.
W
aar de meeste scholen lezen en woordenschat als basis zien voor taalvaardigheid, legt De Taaltuin vooral de link met mondelinge vaardigheden. ‘Spreken gaat immers voor lezen’, zo vindt Van Dam, zelf afgestudeerd taalwetenschapper. ‘Het is een primaire vorm van communicatie. Mooie goedlopende zinnen die grammaticaal correct zijn, vinden wij dan ook erg belangrijk. Toch wordt daar op de meeste zwarte scholen veel te weinig aandacht aan besteed.’ Zo niet op De Taaltuin. In de schakelklas, die in 2007 van start is gegaan in groep 5, wordt een zeer duidelijke link gelegd tussen techniek, inhoud én beleving. ‘Al is het misschien tegen de heersende stroming in; die drie elementen kun je volgens ons simpelweg
Inzicht nr 3/4 - juni 2010
niet loskoppelen’, vindt Van Dam. ‘Inhoud en beleving zorgen dat een kind enthousiast raakt over lezen. En wie lezen leuk vindt, is veel succesvoller in het vervolgonderwijs.’
Populair
Maar wat is zo’n schakelklas precies? Waarom groep 5 en voor wie is het eigenlijk bedoeld? Vragen waar Van Dam maar al te graag antwoord op geeft. ‘Wij hebben gekozen voor groep 5 omdat de leerlingen dan voor het eerst te maken krijgen met langere teksten en in staat zijn te reflecteren op hun eigen leergedrag. Rond die leeftijd treedt als het ware een taalboost op en zijn de resultaten het grootst.’ Het eerste jaar hield De Taaltuin zich heel strikt aan de toelatingscriteria die landelijk zijn geformuleerd: een normale rekenscore, een
bepaalde vorm van taalachterstand, betrokken ouders en gemotiveerde kinderen. Ze moeten wel echt wíllen. ‘In het begin waren sommige ouders wat argwanend’, vertelt Van Dam. ‘Ze waren bang dat hun zoon of dochter naar een klasje voor domme kinderen werd gestuurd. Inmiddels is de schakelklas zo populair dat we ook andere leerlingen hebben toegelaten. We krijgen nu zelfs aanvragen vanuit andere scholen. Maar daar kunnen we eigenlijk niet aan beginnen, want anders worden de schakelklassen veel te groot.’
Echte slangen
Waar komt die grote populariteit vandaan? ‘Het komt door ons lesprogramma’, zegt Van Dam trots. ‘Wij halen de hele wereld de klas in. We nodigen gastsprekers uit om te komen praten over allerlei verschillende onderwerpen. Iemand van het Natuur Educatief Centrum met een mooi verhaal over echte slangen. Maar ook een Romeinse soldaat uit het Archeon die na afloop met de kinderen gaat exerceren op het schoolplein.’ Door de uitgebreide voorbereiding die aan zo’n bezoek vooraf gaat, worden de kinderen gemotiveerd een heleboel vragen te stellen. Van Dam: ‘Meer dan eens krijgen we na zo’n bezoek van de gastspreker te horen dat hij nog nooit
19
hun Nederlands stukken beter Functioneringsgesprek
Directeur Betty van Dam met een aantal leerlingen van obs De Taaltuin.
zo’n geïnteresseerde groep heeft meegemaakt. Geweldig toch?’ In het kader van het Maatjesproject worden alle leerlingen van de schakelklas verbonden aan een gymnasiast van het Stedelijk Gymnasium, die hen helpt met huiswerk en met wie ze kunnen praten over van alles en nog wat: school, de toekomst, hun onzekerheden. ‘Het is vaak hun enige contact met de ‘witte’ wereld’, vertelt Van Dam. ‘Na afloop van het project zijn er meestal zeer hechte banden ontstaan. Dat is zo mooi om te zien.’
Schooltaalwoorden
Ook voor ouderbetrokkenheid is er in de schakelklas volop aandacht. Door het uitvoeren van gezamenlijke thuisopdrachten bijvoorbeeld. Van Dam: ‘Zo vragen we de kinderen samen met hun ouders de koelkast door te spitten en een verdeling te maken in thema’s als gezond-ongezond, lekker-niet lekker en groente-fruit. Maar we vragen ze ook om samen na te denken over het woord ‘nuttig’ en vervolgens het meest nuttige voorwerp in huis te zoeken en dat te fotograferen.’
De vorderingen van de schakelklas worden uitgebreid gemonitord. Iedere twee weken krijgen alle leerlingen een soort functioneringsgesprek. ‘Door met hen te bespreken wat ze goed vonden gaan en ze te laten benoemen waar ze minder enthousiast over zijn, leren we ze reflecteren op hun eigen leergedrag’, vertelt Van Dam. ‘Langzamerhand zie je dat ze steeds makkelijker over zichzelf leren praten. Goed voor hun taalontwikkeling nu en een mooie vaardigheid voor later.’ Dat de schakelklas inmiddels zijn vruchten begint af te werpen, is duidelijk. Aan het eind van het schakeljaar spreken de leerlingen merkbaar beter Nederlands en hebben ze meer zelfvertrouwen. Ook de cijfers liegen er niet om. Vroeger zaten kinderen in groep 6 nog in AVI 5. Nu zitten de meeste vanaf groep 5 al op niveau en vorig jaar scoorde iedereen zelfs AVI 9. De schakelklas wordt beschouwd als een proeftuin. ‘Op dit moment worden de resultaten besproken en kijken we in hoeverre we de opbrengstgerichte aanpak schoolbreed kunnen invoeren’, aldus Van Dam. ‘Je ziet dat steeds meer leerkrachten worden aangestoken en dat is natuurlijk prachtig.’ ●
Meer informatie? www.primoscholen.nl/scholen/de-taaltuin.nl
De schooldag is te lang?
BEL 5010
op schooldagen tussen 10 en 3
20
Tekst Lineke Eerdmans Beeld José Krijnen en Lineke Eerdmans
Hoe komen hoogbegaafden tot hun recht? Hoogbegaafdheid heeft de laatste twintig jaar meer aandacht gekregen binnen de Nederlandse scholen. Er zijn verscheidene programma’s ontwikkeld voor onderwijs aan hoogbegaafde kinderen en vrijwel iedereen is bekend met het Leonardoconcept. Diverse ouderverenigingen hebben hoogbegaafdheid op de agenda gezet binnen hun school.
D
e Stichting Koepel Hoogbegaafdheid, het pas opgerichte samenwerkingsverband van ouder- en belangenverenigingen, heeft de aanwezige kennis gebundeld om zo onder andere een vast aanspreekpunt te zijn voor beleidsinstanties met betrekking tot hoogbegaafdheid. Het geeft bovendien inzage in de knelpunten binnen het onderwijs aan hoogbegaafden.
‘Er gebeurt veel, maar het is nog niet genoeg’, aldus Ria Havinga, voorzitter van de Koepel Hoogbegaafdheid. Ria Havinga weet waar ze over praat. Ze is moeder van zeven kinderen en ze wist gauw genoeg dat zij een snelle ontwikkeling doormaak-
zo spontaan geworden als hij was. Uit zijn IQ-test bleek dat hij een score van 150 had. Toen kregen wij voor het eerst met het label hoogbegaafdheid te maken. Zijn motivatie en uitlaatklep heeft hij gelukkig altijd gevonden in de muziek. Inmiddels is hij afgestudeerd aan het conservatorium.’
Heeft ons onderwijs een achterstand? ‘Het onderwijs in Nederland loopt inderdaad achter op de ontwikkelingen in de maatschappij. We zouden toe moeten naar een verplichting op bijscholing van leerkrachten en dit verbinden aan accreditatie en salariëring. Dit geeft kwaliteitsborging. In Canada is het heel normaal dat op deze wijze een kwalitatieve input aan het onderwijs wordt gegeven. Hoogbegaafde leerlingen lopen met name vast in het basisonderwijs, omdat het voortgezet onderwijs hen al meer differentiatiemogelijkheden biedt. Juist in het basisonderwijs moet een kind leren de eigen grenzen te verkennen en uit zichzelf halen wat er in zit. Een hoogbegaafd kind dat niet heeft leren werken en leren falen, gaat faalangstig gedrag vertonen. Het kind concentreert zich alleen nog maar op wat goed gaat, en verkent niet zijn grenzen. Dit leidt tot onderpresteren. In het voortgezet onderwijs uit dit zich in een slechte leerhouding en in het niet kunnen werken, plannen, organiseren. Het kind heeft nooit geleerd te leren.’
Ook een hoogbegaafd kind moet leren om te leren ten. Haar vijfde kind kon toen hij 2,5 jaar oud was al lezen en schreef zelfstandig briefjes achter de typemachine. ‘We hadden al kinderen die een groep hadden overgeslagen, maar bij dit kind begonnen we ons serieus af te vragen hoe hij kon blijven meedraaien in de klas. Hij was altijd heel open en spontaan, beschouwend ingesteld. Maar in groep 3 maakte hij geen contact meer met mensen en thuis lag hij op de bank naar het plafond te staren. Hij had geen levenslust meer. Toen zijn we naar de school gestapt. Een leraar had net een cursus hoogbegaafdheid gevolgd en zei dat het dat wel eens kon zijn. Onze zoon kwam in een zorgklas terecht, groepsoverstijgend. Voor die tijd (eind jaren ’80) was dat ongelofelijk meedenkend. Hij kreeg zijn vertrouwen weer terug, maar is nooit meer
Inzicht nr 3/4 - juni 2010
‘Hoogbegaafde kinderen meten zich aan hoe het in hun optiek hoort. Ze leggen de lat hoog. Ons kind kon op vierjarige leeftijd al zelf van blad spelen op de piano. In groep 3 hebben we hem aangemeld voor muziekles, maar hij was al veel verder dan de
21
andere kinderen in de groepsles. Toen kozen we voor privéles aan de muziekschool. Zijn juf gaf aan dat hij bij iedere fout die hij maakte, dichtsloeg en niet meer verder wilde. Op 12-jarige leeftijd kreeg hij pianoles van een vakdocent. Ook die gaf aan dat onze zoon blokkeerde als hij fouten maakte. Toen heeft hij hem mee laten lopen in de groepsles van de conservatoriumstudenten die zes jaar ouder waren. Het is voor onze zoon heel verhelderend geweest toen hij zag dat die studenten ook fouten maakten. Toen wist hij dat fouten maken normaal is én nodig is om verder te komen.’
maal dingen kunnen doen, is ondergesneeuwd geraakt. De focus in het onderwijs ligt daarbij niet meer zozeer op kennisoverdracht, maar meer op groepsprocessen. Docentenopleidingen steken ook steeds meer in op competentiegericht onderwijs. Daar kan voor hoogbegaafden ook een spanningsveld liggen. Ze hebben iemand nodig waar ze zich qua kennis aan op kunnen trekken, een rolmodel. Deze kinderen zijn erg ingesteld op inhoud, op top-down leren. Terwijl competentiegericht onderwijs gericht is op het zelf ontdekken van onderaf via groepswerk. Daar ligt een spanningsveld tussen.’
Verkeerde focus
Zoektocht
Ria Havinga: ‘Voor zwakke leerlingen is er van alles ontwikkeld in Nederland. Terwijl de groep hoogbegaafde leerlingen net zo groot is. De tijd van het egalitaire denken, met het oog op de basisvorming en aandacht voor de zwakkere, heeft een keerzijde. De balans is mijns insziens doorgeslagen naar de visie dat iedereen moet meekomen en minimaal dingen moet kunnen doen. De groep die floreert bij maxi-
‘Gelukkig zijn er tegenwoordig signalerings- en diagnosticeringsprotocollen voor hoogbegaafdheid. De vraag is of leerkrachten er naar op zoek zijn. Vaak komt het eerste signaal vanuit de ouders. Die gaan vervolgens zélf op zoek, want hun kind valt buiten het systeem. Door hun grotere betrokkenheid lopen ouders daarbij vaak voor in hun informatie op de leerkrachten. ➜
De directeur wil u de klachtenregeling niet geven?
BEL 5010
op schooldagen tussen 10 en 3
22
Ria Havinga, voorzitter van de Koepel Hoogbegaafdheid.
Passend onderwijs zou een oplossing kunnen bieden, maar dat is met name ontwikkeld voor de onderkant. Het aantal kinderen met een etiket of een rugzakje is enorm toegenomen door de open eindconstructie van de rugzakjesfi nanciering en lijkt daarmee ook geen goede en betaalbare oplossing voor de lange termijn. Het is heel goed dat er aandacht is voor de zwakken, maar kinderen uit het speciaal onderwijs komen nu doorgaans terecht in de Wajong. Ze worden afgerekend op hun zwakke punten en afgeserveerd door de maatschappij. We zouden in het onderwijs en in de maatschappij moeten uitgaan van wat kinderen wél kunnen, dat motiveert!’
Welke onderwijsvorm sluit het beste aan bij de behoeften van hoogbegaafden? ‘Het montessorionderwijs is erop ingesteld dat het kind leert in sprongen, dat het leert in de gevoelige periodes. Bij hoogbegaafde kinderen liggen die gevoelige periodes veel vroeger. Het montessorionderwijs biedt misschien meer mogelijkheden voor het hoogbegaafde kind omdat er meer diversiteit qua
Inzicht nr 3/4 - juni 2010
leeftijdsopbouw in de groepen zit, maar of het voldoende uitdaging biedt, is de vraag. Theoretisch zou je kunnen veronderstellen dat de aansluiting beter is. Datzelfde geldt voor daltononderwijs. Maar ik weet daar niet genoeg van en er is voor zover ik weet geen onderzoek naar gedaan om daar een harde uitspraak over te kunnen doen.’
Biedt Leonardo de oplossing? ‘De Leonardoschool is nog maar een paar jaar op de onderwijsmarkt en nog in ontwikkeling. Het onderwijsconcept is onderdeel van de reguliere basisschool met daarbinnen een aparte klas. Het biedt extra lessen zoals informatica, Spaans, fi losofie, science en schaken. Dus in die zin is het een exclusief leerconcept. Inclusief onderwijs onderstreept dat elk kind met alle soorten mensen in de maatschappij om moet kunnen gaan. Daar sluit ik me bij aan, maar we moeten goed kijken hoe je inclusief en exclusief onderwijs voor hoogbegaafden van elkaar kunt laten leren. In 2006 is een pilot gestart met twaalf begaafdheid-
23 profielscholen van het CPS. Inmiddels zijn er twintig begaafdheidprofielscholen in het VO en acht in het PO. Daarnaast zijn er op eigen initiatief binnen scholen zelf ook plusklasjes ontwikkeld. Dit is gebaseerd op een integrale aanpak; hoe houd je de leerlingen binnen de school. Dit inclusief onderwijs heeft veel minder bekendheid in Nederland, omdat het niet zo aan de weg timmert. Het Leonardo neemt nu vooral een grote vlucht omdat het mediageniek is. Maar Leonardo-onderwijs is niet de enige optie. Ouders en scholen hebben te weinig kennis van de huidige mogelijkheden. Het is een belangrijk streven van de Koepel Hoogbegaafdheid om de opgedane ervaringen binnen de verschillende onderwijsconcepten voor hoogbegaafden via informatie erover helder te maken voor ouders en scholen. In 2012 zou passend onderwijs ingevoerd moeten zijn. Dit houdt in dat iedere regio bepaalde profielen moet kunnen aanbieden aan de specifieke extra zorgbehoefte van verschillende leerlingen. Hier is voor ons winst te behalen om te zorgen voor een hoogbegaafdheidprofiel.’
als keurmerk voor hoogbegaafdheid. Alle betreffende partijen zouden bij elkaar moeten komen en kwaliteitscriteria ontwikkelen voor onderwijs aan hoogbegaafden.’
Laat altijd het kind centraal staan
Ria Havinga benadrukt dat het uiteindelijk vooral draait om het kind. ‘Het hoogbegaafde kind heeft net als andere kinderen veiligheid nodig, een stimulerende omgeving, het moet fouten mogen maken, het moet worden uitgedaagd. En zeer belangrijk; er moet worden ingezet op zijn sterke kanten en niet worden afgerekend op zijn zwakke kanten. Bij een hoogbegaafd kind dat uitblinkt in wiskunde en minder goed
Scholen hebben tijd en ruimte nodig voor omgaan met hoogbegaafdheid
Actuele knelpunten
‘De knelpunten aangaande hoogbegaafdheid zijn terug te vinden op individueel niveau, schoolniveau en beleidsniveau. Individuele knelpunten liggen voor het hoogbegaafde kind in het onderpresteren, het top-down leren, de vervroegde gevoelige periodes en het psychologische spanningsveld. Als je een kind serieus wilt nemen, moet je ook eisen durven stellen. Daarmee bevorder je zelfwaardering en verantwoordelijkheid bij het kind. Op schoolniveau zijn er de knelpunten aangaande herkenning en signalering, realistisch zelfbeeld en de scholing van leerkrachten. Daar is heel veel winst te behalen. Er zou in de opleiding van leerkrachten meer aandacht besteed moeten worden aan leerontwikkelingsverschillen, zowel voor de zwakke als de hoogbegaafde leerling. Op beleidsniveau zou de onderwijsinspectie meer moeten controleren op het curriculum van de scholen, op plusklassen en ontwikkelingen aan de bovenkant. Daarnaast zou er meer bundeling van kennis moeten komen en toegankelijke informatie voor iedereen. Er moet kritisch gekeken worden naar commerciële instituten die hun concept opwerpen
is in taal, zou de juf de focus bij wiskunde moeten leggen en het kind deze wiskundekennis via taal of een presentatie laten delen met andere leerlingen, want dat motiveert de taalontwikkeling dan van binnenuit. Met de zwakke punten wordt het kind echt vanzelf wel geconfronteerd in het leven. Ik ken een kind dat dyslectisch is, maar supergoed in wiskunde. Die zei: “Als ik later een eigen bedrijf heb, dan huur ik iemand in voor het schrijven van mijn brieven”. Het is jammer als zo’n kind op het vmbo blijft steken. Ook kinderen die nu aan de onderkant in het onderwijs extra zorg krijgen aangeboden, zouden in de maatschappij op hun sterke kanten moeten worden ingezet, in plaats van bij voorbaat te worden afgeserveerd.’ ‘Voor ouders van hoogbegaafde kinderen is er eerst het acceptatieproces; wat moet ik hiermee? Ik zou hen als ouder willen adviseren om niet de uitdaging en de oplossing primair bij de school neer te leggen. Natuurlijk moet je het op school wel aan de orde stellen, maar verwacht er niet alles van. De school en de leerkracht hebben tijd en ruimte nodig voor ontwikkeling op dit punt. Het informele leren buiten de school om is minstens zo belangrijk voor het kind. Kijk naar wat het kind graag doet, stimuleer hem in zijn hobby’s. Kijk naar de mogelijkheden van je kind. Die verwondering die de kinderen hebben, de vragen die ze stellen over het leven, geniet er als ouders en leerkracht van!’ ●
Paasmaaltijd of Suikerfeest?
O800 5010
of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg
24
Tekst en beeld Fifi Schwarz, directeur Krant in de klas
Krant in de klas helpt grip te krijgen op de lesstof
De taal van de krant
De leerlingen van 6 atheneum druppelen op vrijdagochtend het klaslokaal in van Tom Stroobach, docent maatschappijleer en geschiedenis aan de openbare scholengemeenschap Rietlanden in Lelystad. ‘Treedt binnen, crême van de natie!’ Liefkozend, maar met gevoel voor ironie, heet Tom Stroobach de leerlingen welkom in zijn klaslokaal. Later op de ochtend herhaalt dit ritueel zich met 5 havo. Voor beide klassen staat het thema ‘massamedia’ op de agenda. Stroobach gebruikt daarbij de krant.
M
aar leerlingen lezen toch geen kranten meer? ‘Juist daarom’, zegt Stroobach. ‘Bij de meeste gezinnen valt geen krant meer op de deurmat. Daardoor komen mijn leerlingen zelden in aanraking met betaalde dagbladen. Terwijl ik dat wel belangrijk vind voor hun intellectuele ontwikkeling.’ Stroobach, die al 25 jaar lesgeeft, begint deze lessen dan ook door eerst te laten zien welke kranten allemaal in Nederland verschijnen, zodat zijn leerlingen zien dat er meer is dan alleen Spits en Metro. Eén voor één pakt hij de 30 verschillende dagbladen op en houdt hij deze in de lucht, zodat zijn leerlingen allemaal goed de voorpagina zien. ‘Hey, Brabants Dagblad, mag ik die? Ik kom uit Brabant!’ roept één van de leerlingen, die daarmee bevindingen uit diverse onderzoeken bevestigt dat jongeren vooral belangstelling hebben
Inzicht nr 3/4 - juni 2010
voor nieuws uit hun eigen regio. Vervolgens laat Stroobach zijn leerlingen in koppels kranten lezen en opdrachten maken over de verschillen in nieuwsvoorziening tussen populaire en kwaliteitskranten, en over de kleuring van het nieuws.
gen afleidt. De koppen van diverse berichten prikkelen hen om de artikelen van A tot Z te lezen en daarover met elkaar in gesprek te gaan. Drie leerlingen bespreken uitvoerig met elkaar waarom een politieke cartoon die ze tegenkomen heel grappig is, of juist niet.
Aandacht erbij houden
Activeren
Lang niet alle leerlingen redden het om binnen het lesuur de antwoorden op alle opdrachten op te schrijven. De havisten vinden het lastig om het hele lesuur de
Op de vraag of het kranten lezen niet te veel afleidt van de lesstof, stelt Stroobach dat hij hierin juist een praktische aanvulling ziet. In de lesmethode, Actua, worden weliswaar verschillende begrippen behandeld, maar daarbij wordt volgens hem te veel uitgegaan van passief ‘leerwerk’, de theorie. De methode geeft leerlingen weinig handvatten om begrippen toe te passen. Stroobach activeert zijn leerlingen door ze de taal van de
De krant lezen is goed voor de intellectuele ontwikkeling aandacht erbij te houden en gaan tien minuten voor tijd met elkaar kletsen. In 6 atheneum is het de inhoud van de krant die de leerlin-
25 Kranten lezen moet je leren
krant te laten doorgronden, zodat ze zelf kunnen onderzoeken op welke teksten de begrippen uit de methode van toepassing zijn. Sommige collega-docenten zijn er huiverig voor om kranten in de les te gebruiken. Ze vinden dat het ordeverstorend werkt als de leerlingen niet allemaal dezelfde tekst voor zich hebben. Volgens Stroobach is deze angst onterecht. Hij vindt het belangrijk dat zijn leerlingen het nut en het plezier van kranten lezen beleven. Dat bereikt hij door ze te confronteren met de verschillen en overeenkomsten tussen de diverse titels. Bovendien behaalt hij dezelfde leerdoelen als zijn collega’s; juist doordat de leerlingen verschillende bronnen gebruiken, worden ze geprikkeld om te reflecteren op de teksten die ze lezen.
Kritisch omgaan met de media
Twee meisjes uit de havoklas discussiëren over de zin en onzin van
serviceberichten in de krant, zoals het weer, fi lewaarschuwingen, de programmagegevens van televisiezenders en recepten. Die hebben immers weinig met nieuws te maken. Toch besluiten ze: ‘Dat het geen nieuws is, wil niet zeggen dat het niet in de krant moet staan. Het is wel informatie waar je wat aan hebt.’ Zonder dat zij zich daar van bewust zijn, hebben de meisjes zich gebogen over een van de functies van media: naast (onder meer) nieuws, context en amusement bieden media ook praktische informatie en kunnen zij een platform bieden aan het publieke debat. Het indirecte effect van deze lessen is dan ook dat Stroobach’s leerlingen hun mediageletterdheid vergroten: door de berichtgeving te bespreken en de mogelijke invalshoeken van de auteurs na te gaan, zijn zij actief bezig met het kritisch beoordelen van mediainhouden.
Soms moet de docent hen wel een handje helpen. Dat is het geval bij twee leerlingen, die moeite hebben met de opdracht waarbij ze de nieuwsselectie van redacties moeten vergelijken op basis van de voorpagina: ‘Meester, deze kranten hebben allebei dezelfde foto op de voorpagina, dus hoe kunnen we nou zien wat het verschil is?’ Daarop daagt Stroobach ze eerst uit om zich af te vragen of en waarom hoofdartikelen moeten verschillen. Om vervolgens optimistisch te adviseren: ‘Maar de beste manier om achter dat antwoord te komen, is door de teksten eromheen te lezen.’ Kranten lezen gaat niet vanzelf, dat moet je leren. Van Tom Stroobach leren wij bovendien dat leerlingen dat zelf best wel willen, als je ze maar op de juiste manier weet te motiveren. ●
Krant in de Klas, zowel voor VO als PO Docent Tom Stroobach heeft de dagbladen, die hij voor zijn les gebruikt, aangevraagd bij Stichting Krant in de Klas. Behalve voor maatschappijleer wordt de krantenservice ook veel gebruikt voor het vak Nederlands, bijvoorbeeld voor het vergelijken van tekstsoorten. Ook voor de zaakvakken bieden dagbladen actuele aanknopingspunten met de lesstof. En hoewel vaak wordt gedacht dat het taalniveau van dagbladen te hoog gegrepen is voor het primair onderwijs, maken ook leerkrachten op basisscholen veel gebruik van kranten. Zij besteden aandacht aan kortere berichten en foto’s en aan het bespreken van de actualiteit. Voor meer informatie, zie www.krantindeklas.nl.
Het tussenuur wordt meegeteld als lestijd?
BEL 5010
op schooldagen tussen 10 en 3
26
Tekst Patrizia Antuzzi Beeld José Krijnen
Schoolleiders aan het woord over belang van ouderbetrokkenheid
Ouders en school kunnen Eerst zaaien, dan oogsten. Dat is wat Henk van Dijk, directeur van de openbare Vier Leeuwenschool in de Rotterdamse wijk Crooswijk, voor ogen had toen hij de ouderbetrokkenheid op school wilde vergroten. De afgelopen anderhalf jaar hebben Van Dijk en adjunct-directeur Joke van Immerzeel dan ook diverse initiatieven ontplooid om de ouders meer bij de school te betrekken. Waarom vindt de schoolleiding die ouderparticipatie zo belangrijk en hoe reageren de ouders?
H
enk van Dijk heeft een duidelijk antwoord: ‘We willen dat de kinderen een goede basis hebben als ze naar het voortgezet onderwijs gaan en voordat ze de gevaarlijke leeftijd van 15, 16 jaar bereiken.’ Van Dijk zet de feiten op een rijtje: ‘Wij zitten in een wijk van Rotterdam waar 95% van de kinderen allochtoon is. Velen hebben Marokkaanse of Turkse ouders. Daaronder zijn ouders die prima Nederlands spreken, maar we hebben ook ouders die niet alleen geen Nederlands spreken, maar die ook nog analfabeet zijn. Daarnaast hebben we in de buurt te maken met loverboys, jeugdbendes, drugscriminaliteit en andere bedreigingen.’ Joke van Immerzeel vult aan: ‘Bedreigingen waar ook de ouders zich zorgen om maken, maar ze zijn niet bij machte dat aan te pakken. De ouders en de school samen kunnen wel een verschil maken.’
Deuropening
‘Het begint allemaal met contact leggen’, zegt Van Dijk. ‘Heel simpel, elke ochtend staat Joke of ik in de deuropening om de ouders en kinderen welkom te heten. Een praatje, een aai over de bol van een kleiner broertje of zusje. Zo leren zij ons kennen en wij hen. Ik kan duizend keer zeggen of schrijven dat ons kantoor open
Inzicht nr 3/4 - juni 2010
staat voor ouders met vragen of problemen, maar ze komen pas als ze zien wie wij zijn.’
Bedplassen
‘Daarnaast halen we de ouders de school in door elke donderdagochtend een koffieochtend te organiseren, bijgewoond door de ouderconsulente. Ik ga daar vaak
benadrukt Joke van Immerzeel. ‘Ook hierbij betrekken we de ouders. Ik heb dit jaar voor de kinderen uit groep 1 tot en met 4 lijsten opgesteld van woorden die we vaak gebruiken. Die woordlijsten hangen niet alleen in de klaslokalen, maar ook de brede schoolmedewerkers, de overblijfouders en de vakleerkrachten hebben die lijsten en gebruiken de woorden zoveel mogelijk. Daarnaast krijgen de ouders de lijsten met een uitleg mee naar huis. Op die manier worden de woorden steeds onder de aandacht van de kinderen gebracht en zo leren niet alleen zij de betekenis, de juiste spelling en het juiste lidwoord, maar ook de ouders.’
Ouders komen pas als ze weten wie we zijn bijzitten. Het lijkt mij voor elke school belangrijk om de ouders van de leerlingen te kennen, maar voor ons is het dat zeker. We organiseren een keer per maand een ochtend waarop in de ouderkamer een onderwerp wordt besproken. Een onderwerp kan van de ouders zijn of van ons. Zo hebben we het bijvoorbeeld over bedplassen gehad, over pubergedrag en seksuele voorlichting. Ook bij die ochtenden is één van ons erbij. Zo horen we wat er in een gezin speelt.’
Taalachterstand
‘De kinderen die bij ons op school beginnen, hebben gemiddeld een taalachterstand van ongeveer twee jaar, dus taal is een heet hangijzer binnen onze school’,
Bijdrage
‘Vanuit onze schoolsportvereniging De Vier Leeuwen, die is aangesloten bij vijf reguliere sportclubs, doen we veel voor de kinderen. Maar ook de ouders moeten een bijdrage leveren.’ Henk van Dijk geeft een voorbeeld: ‘De kinderen die willen voetballen, kunnen twee keer per week na schooltijd vanuit onze sportvereniging voetbaltraining krijgen. Maar dan zijn ze ook automatisch lid van de reguliere voetbalclub
27
samen een verschil maken
Als de school activiteiten organiseert, staat binnen een mum van tijd een groepje ouders klaar om te helpen.
hier in de buurt en dan spelen ze ook mee in de regionale competitie in het weekend. En het is dan weer de verantwoordelijkheid van de ouders om te zorgen dat de kinderen daar op tijd zijn, om af en toe de kinderen te vervoeren of iets anders voor de club te doen.’
Gezond
‘In het kader van de ‘Gezonde School’ is de inzet van de ouders onmisbaar’, vervolgt de adjunctdirecteur. ‘Zo geven we niet alleen kooklessen aan de kinderen als brede schoolactiviteit, maar we hebben ook kookworkshops voor de ouders verzorgd. Hoe kunnen ze wat minder vet of suiker
gebruiken en wat meer variëren.’ Van Dijk vult aan: ‘We hebben de diëtiste bovendien gevraagd op school spreekuur te houden. We merkten dat de afspraken nog weleens werden ‘vergeten’ en hier hebben we daar meer controle op.’ Volgens Van Immerzeel is het van groot belang dat de ouders bij hun school worden betrokken. ‘Het is echt in het belang van de kinderen. En dat wordt door de ouders ook gewaardeerd. De groep ouders die meedoet aan schoolactiviteiten wordt steeds groter. Ook de streng islamitische vaders hebben geen bezwaar tegen deelname van hun vrouw aan de activiteiten vanuit en op school.’
‘De wederkerigheid groeit’, constateert Van Dijk tevreden. ‘Als wij activiteiten organiseren voor de kinderen, hebben we binnen een mum van tijd een groepje ouders klaarstaan om te helpen. Ook zijn er ouders die als overblijfouder werken en daarvoor de cursus hebben gevolgd. De ouders merken dat we echt in het belang van hun kinderen werken en natuurlijk wil het grootste gedeelte van de allochtone ouders graag het beste voor zijn of haar kind.’ ●
Dit artikel werd ook in Over Onderwijs van VOS/ABB geplaatst.
Vijf verschillende juffen per week?
O800 5010
of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg
28
Tekst Michiel Jongewaard Beeld Martin van den Bogaerdt en Michiel Jongewaard
Symposium en algemene ledenvergadering in Zwolle
Inspirerend symposium
Ruim honderd leden van de Vereniging Openbaar Onderwijs en VOS/ABB kwamen op woensdag 21 april af op het symposium ‘Openbaar onderwijs heeft (de) toekomst’. De identiteit van het openbaar onderwijs vormde de leidraad van deze boeiende dag, waarin theater, zang, workshops en presentaties elkaar afwisselden. Aansluitend vond de Algemene Ledenvergadering van de Vereniging Openbaar Onderwijs plaats. In de theaterzaal van de Nieuwe Buitensociëteit in Zwolle opende zangeres Joy Wielkens het programma, met een persoonlijke ode aan haar jeugd, haar Surinaamse afkomst en de zoektocht naar haar eigen identiteit. Een lofzang ook, op een cultuur en maatschappij waarin iedereen in vrijheid zijn of haar eigen weg kan vinden. Iets dat als een van de kernwaarden van het openbaar onderwijs mag worden gezien.
Identiteitsvorming
In zijn toespraak zette hoogleraar culturele antropologie Oscar Salemink de zaal vooral aan tot nadenken over identiteitsvorming in het algemeen én in het openbaar onderwijs. Welke processen en rituelen op school maken het voor kinderen mogelijk om de eigen identiteit vorm te geven? Kinderen komen juist spelenderwijs tot een eigen zelfbeeld. Een prikkelende gedachte vormde Saleminks constatering dat
Inzicht nr 3/4 - juni 2010
het, om tot een bepaalde groep te behoren, nodig is om ook een ‘tegenstander’ te benoemen. Ajax- en Feijenoordfans kunnen tenslotte wél met elkaar door één deur wanneer Oranje tegen Duitsland speelt, aldus Salemink. In de lezing van rector Pieter Hogenbirk van openbare scholengemeenschap Helen Parkhurst in Almere kwam nadrukkelijk het proces van identiteitsvorming van de school zelf naar voren, waarbij Hogenbirk de profi lering van Helen Parkhurst als daltonschool als voorbeeld nam.
Workshops
Zowel ‘s ochtends als ‘s middags vond een aantal workshops plaats, waaronder Deep Democracy, waarin de deelnemers zelf dit democratische proces van besluitvorming ondervonden. Schoolleider Fred Timmermans gaf een aansprekende workshop over
29
‘Openbaar onderwijs’ het inspireren van professionals in de school. In de middag zette Theater AanZ de zaal aan tot reageren en meedoen met de voorstelling zelf. Onderwerp van de voorstelling was de acceptatie van homoseksualiteit in het onderwijs, waarbij het publiek zelf de gang van zaken in de voorstelling kon beïnvloeden door in te grijpen en suggesties te doen.
Algemene Ledenvergadering
De dag werd besloten met de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering van de Vereniging Openbaar Onderwijs. De bestuurder en de Raad van Toezicht lichtten het inhoudelijk en fi nancieel jaarverslag toe, alsmede de herziene begroting 2010 en begroting 2011. Directeur/bestuurder Rob Limper en voorzitter van de Raad van Toezicht Marijke van Hees blikten in hun toelichting vooruit op de kansen voor de Vereniging Openbaar Onderwijs in de komende jaren en de op samenwerking met VOS/ABB.
Congresbesluiten
Nadat directeur/bestuurder Rob Limper een korte impressie van de ondernomen activiteiten in het afgelopen jaar had gegeven, werden zowel het inhoudelijk als het fi nancieel jaarverslag vastgesteld, alsmede de herziene begroting 2010 en ontwerpbegroting 2011. Daarbij gaf hij een toelichting op de stand van zaken met betrekking tot de aangekondigde bezuinigingen. De vereniging houdt er rekening mee dat ook op onderwijs fl ink zal worden bezuinigd. Om de verenigingsfi nanciën gezond te houden, is een lichte inkrimping van het aantal formatieplaatsen op het landelijk bureau onvermijdelijk. De ledenvergadering ging vervolgens akkoord met de voorgestelde contributieverhoging van dertig procent per 1 januari 2011. Enkele leden stelden vragen naar aanleiding van het inhoudelijk jaarverslag en de fi nanciële situatie, waarbij soms ook zorgen werden geuit. Rob Limper gaf daarop uitleg over de visie van het bestuur en de Raad van Toezicht op de verenigingsactiviteiten in de nabije toekomst. Daarbij blikte hij ook vooruit op het gezamenlijke onderwijsmagazine SCHOOL!, dat vanaf september 2010 door de Vereniging Openbaar Onderwijs en VOS/ABB wordt uitgegeven. ●
Contributie 2011 De ledenvergadering op 21 april j.l. heeft de jaarcontributie voor de komende drie jaren als volgt vastgesteld. Persoonlijk lid Jeugdlid (t/m 22 jaar) Schoolbestuur (buitengewoon lid) Bedrijf / Instelling Donateur
€ 24,50 € 14,00 € 80,00 € 35,00 € 7,25
Medezeggenschapsraad of ouderraad 0 - 50 leerlingen 51 - 100 leerlingen 101 - 200 leerlingen 201 - 300 leerlingen 302 - 500 leerlingen 501 - 750 leerlingen 750 of meer leerlingen
De directeur wil per se bij de MR-vergadering zijn?
O800 5010
€ 31,00 € 42,00 € 55,50 € 70,00 € 83,50 € 100,00 € 118,50
of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg
30
Tekst Patrizia Antuzzi Beeld Henri Cormont / Inzicht-foto
Roc Zadkine start nieuwe mbo-opleiding
Competentiegericht onderwijs mbo sluit aan op de praktijk Het begon allemaal met een gesprekje in een Rotterdams voetbalstadion tussen een medewerker van roc Zadkine en een medewerker van een salaris- en personeelsdienstverlener. Het leidde tot een fonkelnieuwe mbo-opleiding salarisadministrateur, die in het schooljaar 2010-2011 op het Zadkine van start gaat. Ilaine Wijngaarde (40), teamleidster bedrijfsadministratieve opleidingen bij het regionaal opleidingscentrum, vertelt wat de nieuwe opleiding inhoudt.
‘W
aar een gesprekje al niet toe kan leiden’, lacht Ilaine. ‘Het begon met de vraag die het administratiekantoor aan één van onze mensen stelde: ‘Waarom hebben jullie geen opleidingen tot salarisadministrateur? Wij zitten erom te springen.’ Die opmerking kwam eigenlijk op het juiste moment. Sinds twee jaar zijn de roc’s namelijk overgestapt van modulair gericht onderwijs naar competentiegericht onderwijs, met als doel de leerling
opleidingen tot boekhoudkundig medewerker, assistent accountant en bedrijfsadministrateur. Ook deze opleidingen zijn in nauw contact met werkgevers opgesteld, zoals bijvoorbeeld de Belastingdienst.’
administratie) en PDL (PraktijkDiploma Loonadministratie). In de praktijk komt het erop neer dat de bedrijven zelf de mensen opleiden tot salarisadministrateurs, maar dat kost veel tijd en geld.’
Behoefte
Beide organisaties zagen veel voordelen in een samenwerking. Ilaine Wijngaarde: ‘Uiteraard hebben we bij het opstellen van de opleiding inhoudelijk advies gevraagd over de gewenste kwalificaties waaraan een salarisspecialist moet voldoen, maar daarnaast voorziet het bedrijf in stageplaatsen, verzorgen ze gastcolleges, docentenopleidingen en voorlichtingsactiviteiten. Zo heeft hun personeelsfunctionaris onlangs op voorlichtingsbijeenkomsten hier aan onze tweedejaarsleerlingen verteld over de mogelijkheden die het beroep biedt en konden de studenten vragen stellen. De studenten die belangstelling voor de opleiding en het vak hebben, gaan binnenkort naar het bedrijf
Toen de voormalig docente economie contact opnam met de personeelsfunctionaris van het bedrijf, kreeg Ilaine bevestigd dat er grote behoefte is aan salarisadministrateurs: ‘De vraag neemt door allerlei oorzaken eigenlijk alleen maar toe, zowel bij bedrijven als bij de gespecialiseerde dienstverleners. Doordat er geen mbo-opleiding bestaat voor dit vak, is specialiseren tot salarisadministrateur momenteel alleen mogelijk via de vervolgopleidingen BKL (BasisKennis Loon-
De opleiding sluit goed aan op de behoefte van bedrijven beter te begeleiden tot beginnend beroepsbeoefenaar.’ Wijngaarde haalt een aantal voorbeelden aan van nieuwe opleidingen in haar sector die door deze wijziging ontstonden: ‘We bieden sinds kort de
Inzicht nr 3/4 - juni 2010
Voordelen
31
Ilaine Wijnngaarde, teamleidster bij het ROC Zadkine in Rotterdam.
toe om een dag mee te draaien en de sfeer te proeven.’
‘Het resultaat van de inspanningen is een driejarige opleiding, bestaande uit twee basisjaren en een specialisatiejaar, waarmee onze studenten diverse kanten opkunnen’, constateert Ilaine tevreden. ‘Ze kunnen aan de slag bij bedrijven die voor andere organisaties de loonadministratie verwerken, maar ze kunnen ook als salarisadministrateur bij een bedrijf de salarisverwerking voeren. De leerlingen die na de opleiding besluiten door te leren, vinden met deze opleiding een goede aansluiting op het hbo, in de richtingen fiscale economie en fiscaal recht. Ook is de opleiding tot salarisadministrateur binnenkort als avondopleiding te volgen.’
bezig de opleiding in te delen qua vakken en uren, maar het wordt een opleiding waarin sowieso de opleidingen BKL en PDL zijn geïntegreerd. Verder is er veel aandacht voor recht en dan voornamelijk arbeidsrecht en natuurlijk sociale verzekeringen, belastingen en loonadministratie. Leerlingen die deze opleiding willen volgen, zullen dan ook zeker economie en wiskunde in hun vakkenpakket moeten hebben gehad. In het laatste jaar van de opleiding lopen de leerlingen stage bij een bedrijf onder begeleiding van een stagebegeleider, waarbij een aantal proeven van bekwaamheid zullen moeten worden afgelegd. Denk daarbij bijvoorbeeld aan verklaren van een salarisstrook of jaaropgave. De assessor en de stagebegeleider zullen de proeven beoordelen.’
Vakken
Stoffig
Mogelijkheden
Over de inhoud van de opleiding kan Ilaine Wijngaarde het volgende vertellen: ‘We zijn nog volop
‘Het is jammer dat de functienaam ‘salarisadministrateur’ een beetje stoffige bijklank heeft. Mis-
schien zou een andere naam als ‘payroll specialist’ of ‘salarisspecialist’ het imago wat verbeteren. Het is in ieder geval zeker geen saaie functie. Het is een beroep dat inhoudelijk altijd in beweging is, omdat de overheid steeds weer nieuwe regels en wetten invoert, die doorwerken op salarisgebied. Daarnaast is het een belangrijk beroep. Als de salarissen niet op tijd en niet correct zijn, is er echt heibel in de tent. Het is een opleiding en functie bij uitstek voor mensen die van puzzelen met cijfers houden, die secuur werken en die het fijn vinden om zelfstandig te kunnen opereren.’ Ilaine Wijngaarde besluit: ‘Eerlijk gezegd vraag ik me serieus af of het niks voor mij zou zijn.’ ●
Invoering competentiegericht onderwijs in mbo Competentiegericht onderwijs is praktijkgericht onderwijs, dat leerlingen niet alleen de vereiste kennis en vaardigheden bijbrengt, maar ook een ‘beroepshouding’. In 2009 besloot de Tweede Kamer om de vernieuwing verplicht in te voeren in het mbo. Het competentiegericht leren is gericht op het ontwikkelen van ‘persoonlijke vaardigheden’ en het functioneren in een ‘beroepsgerichte situatie’. Tegen de invoering was en is veel tegenstand, onder andere bij de vereniging Beter Onderwijs Nederland (BON). Volgens BON voldoet de invoeringsoperatie van het competentiegerichte onderwijs op fundamentele punten niet aan de eisen die de Commissie-Dijsselbloem stelt aan onderwijsvernieuwingen. De vereniging vindt dat binnen roc’s twee gescheiden werelden naast elkaar bestaan: ‘De papieren wereld van beleid en bestuur en de wereld van het klaslokaal, waar leraren en leerlingen tegen de verdrukking in proberen om nog iets van onderwijs te verzorgen’.
Geen kopieën van het leerling-dossier?
O800 5010
of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg
32
Tekst Jan Barendse Beeld Fred Kelpin
Veel scholen doen montessorionderwijs ‘erbij’, maar...
De echte montessorischool is op de weg terug
Fred Kelpin Fred Kelpin staat onder montessorianen bekend als het geweten van de beweging. Kelpin is 25 jaar lang lid geweest van het dagelijks bestuur van de in 1929 door Maria Montessori zelf opgerichte Association Montessori Internationale. In die functie heeft hij al het montessorimateriaal gedocumenteerd en in werktekeningen opgeslagen. Hij was tevens actief in een montessorigroep van het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum.
Inzicht nr 3/4 - juni 2010
Hoeveel ‘Maria’ zit er nog in de huidige montessorischool? Fred Kelpin, montessoriaan in hart en nieren zag de laatste vijftien jaar belangrijke grondprincipes wankelen, veelal onder druk van de onderwijsinspectie. Op veel montessorischolen verscheen het Cito-leerlingvolgsyteem, raakte het principe van de keuzevrijheid van kinderen in verval en werden er rekenmethodes ingevoerd die de kralenstaafjes en het gouden materiaal verdrongen. Er werd zelfs gemorreld aan de heilig geachte, verticale groepsindeling. Maar Kelpin ziet gelukkig ook tekenen dat de ‘magere jaren’ voorbij zijn.
33
I
k ben niet iemand die zegt dat alles zo moet blijven als het was’, benadrukt Kelpin. ‘Maar als je het montessorionderwijs verandert, doe het dan alsjeblieft zoveel mogelijk in de lijn van de oorspronkelijke bedoelingen. Er is een onderzoek geweest door het Kohnstamminstituut, gericht op de toekomst van het montessorionderwijs en in dat onderzoek worden drie typen montessorischolen onderscheiden: de klassieke montessorischool die zo precies mogelijk werkt, zoals Maria Montessori het ooit heeft opgeschreven. Daar bestaan er nog maar een stuk of zes van. Daarnaast heb je de authentieke montessorischool, die zich wel heeft aangepast aan de tijd, maar met behoud van de uitgangspunten en het derde type is de school die eigenlijk montessori ‘erbij doet’. Deze scholen houden zich voornamelijk bezig met het lesgeven volgens methodes. En dat heeft vervelende consequenties. Dat methodegebruik gaat namelijk gepaard met lesjes geven en als je dat moet doen in verticale groepen die gaan van 6 tot 9 jaar en van 9 tot 12, dan moet je dat verhaaltje drie keer vertellen. Daarom hebben ze die groepen teruggebracht tot tweejarige groepen, waarbij vaak groep 8 helemaal apart wordt gehouden. Zodra je aan die verticale opbouw begint te morrelen, dan handel je eigenlijk in strijd met alles wat authentiek montessoriaans is. Want die driejarige opbouw is gebaseerd op ontwikkelingspsychologische inzichten!’
Vrije werkkeuze
‘Type drie’, vervolgt Fred Kelpin, ‘is in de laatste tien, vijftien jaar
ontstaan. En die scholen zijn zo geworden door druk van buitenaf, maatschappelijke druk. Maar ook doordat inspecteurs zich steeds meer inhoudelijk met de scholen zijn gaan bemoeien. De ‘adviezen’ die ze dan geven, zijn op z’n zachtst gezegd niet erg montessorivriendelijk. Gelukkig hebben ze bij het algemeen bijzonder onderwijs nog steeds niet zoveel te eisen. Die druk wordt overigens ook ervaren door andere traditio-
jaren veel is gebeurd. Kelpin: ‘Dat kwam ook door de populariteit van het realistisch rekenen. In veel montessorischolen kwam een methode als Pluspunt en die ging het montessorimateriaal vervangen. Want als je een methode hanteert als opbouw, dan moet je met kleine getallen beginnen en dan pas met grote. Maar in het montessorionderwijs is dat niet het geval! De kleine getallen -de kralenstaafjes- en de grote getallen -het gouden materiaal- lopen naast elkaar op; dat loopt parallel. Je kunt dus niet het materiaal en de methode tegelijkertijd gebruiken, want dan raak je in de knoop met de leerlijnen. En als dan ook de inspecteur liever ziet dat je een rekenmethode gebruikt, omdat je dan qua inhoud in de richting van de eindtoets zit, dan is het besluit snel genomen.’
Sommige scholen doen montessori er maar bij nele vernieuwingsscholen, zoals jenaplanscholen en vrije scholen.’ De vrijheid van werkkeuze is voor Fred Kelpin wel een van de allerbelangrijkste principes. ‘Een montessorischool mag zich eigenlijk niet meer zo noemen als daar aan wordt gepeuterd. Het idee is dat het kind zelf het beste weet waar het aan toe is en binnen dat raamwerk van mogelijkheden zelf moet kunnen kiezen wat het gaat doen. Maar op veel van die verwaterde montessorischolen beperkt de keuzevrijheid zich tot het tijdstip waarop een kind mag werken aan een opdracht die de leerkracht heeft gegeven.’
Rekenmethodes
Elke echte montessoriaan zou moeten zweren bij het authentieke montessorimateriaal, maar Fred Kelpin in het bijzonder: Hij bracht dit allemaal in kaart. Hij is dan ook, om het voorzichtig te zeggen, niet blij met het verschijnen van rekenmethodes op de montessorischool zoals dat de laatste
Kindvolgsyteem
‘We hebben een periode achter de rug van compromissen’, vindt Kelpin. ‘Veel montessorischolen hebben zich het Cito-leerlingvolgsysteem laten opdringen en dat betekent min of meer toetsen vanaf de kleutergroepen. Steeds moet er met toetsjes worden vastgesteld of een kind zich ontwikkelt zoals het volgens het volgsysteem zou moeten gaan. Daarvoor is alles opgeknipt in periodes van een week of zes. Met tussendoelen die in zo’n periode moeten worden bereikt. Dat moet dan weer worden getoetst en dat kost handenvol kostbare tijd. Bovendien blijft er zo van keuzevrijheid nauwelijks iets over. In de klassieke ➜
Langdurig ziek thuis, wie verzorgt het onderwijs?
BEL 5010
op schooldagen tussen 10 en 3
34
montessorischool was er altijd een mooi folioboek. Daarin schreef de leerkracht op welke lesjes de kinderen hadden gekregen. Dat was toen het hele kindvolgsysteem. Dan zei een inspecteur natuurlijk op een zeker moment: “Dat noem ik geen kindvolgsysteem. Ga de Cito maar doen.” Maar gelukkig is er nu uit de montessoriwereld een antwoord gekomen. Els Westra heeft een montessoriaans kindvolgsysteem ontwikkeld, zonder al die toetsen. Dat is het MKVS. Dat volgt de kinderen op een heel andere manier, namelijk door ze te observeren. De onderwijsinspectie heeft dat -zij het met enige aarzeling- geaccepteerd. Nu is het aan de scholen die het Cito-leerlingvolgsysteem zijn gaan gebruiken om het MKVS te adopteren. De moeilijkheid is echter dat zij er niet veel voor voelen om opnieuw een ommezwaai te maken. De Nederlandse Montessori Vereniging doet daar nu gelukkig erg haar best voor.’
Pauze
‘Spanningen tussen de inspectie en het montessorionderwijs zijn overigens een verschijnsel dat al heel lang bestaat. In de jaren zestig, toen ik nog hoofd van de vijfde montessorischool in Amsterdam was, heb ik een keer een inspecteur op bezoek gehad die
Inzicht nr 3/4 - juni 2010
zei: “Kelpin, ik heb een probleem met die school van jou, want je hebt weliswaar vrijstelling van lesrooster, maar niet van pauze.” Ik heb me er toen, samen met collega’s tegen verzet om pauzes in te voeren, maar dat gevecht hebben we verloren. En dat staat haaks op
een lesrooster strookt niet met de vrije werkkeuze. Die vrijstelling werd mogelijk in het geval dat pedagogische eisen daarom vroegen en dat was het begin van het lager montessorionderwijs in Nederland. Het was tevens een erkenning van deze pedagogische signatuur en bovendien kwamen deze scholen nu ook in aanmerking voor bekostiging. Maar dat liep in de jaren vijftig weer fout. Toen werd het kleuteronderwijs bij wet geregeld en deze wet schreef voor dat het kleuteronderwijs een aanvang nam bij het vierde levensjaar. Maar dan is de gevoelige periode voor zintuiglijk materiaal al voorbij! De bruine trap, de roze toren, enzovoort. De dwang van het systeem, de maatschappelijke druk die tegen de belangen van het montessorionderwijs inwerkt, is bijna van alle tijden. Gelukkig is de montessorischool de afgelopen vijftig jaar steeds vitaal genoeg geweest op de opgelegde beperkingen te overwinnen. De recente ontwikkelingen binnen de Nederlandse Montessori Vereniging geven mij het vertrouwen dat dat ook nu weer gebeurt.’ ●
Een lesrooster strookt niet met vrije werkkeuze wat Montessori daar over zegt in haar beschrijving van het ritme van een werkdag. Als kinderen een activiteit hebben gekozen, moet dat niet worden onderbroken door een leerkracht die roept dat er nu pauze is. Je stoort ze dan in hun concentratie. En dat moet je zeker niet doen tussen kwart voor tien en kwart over elf.’
Vrijstelling van lesrooster
‘Toen Maria Montessori in 1920 Nederland bezocht, heeft ze gesproken met minister De Visser en hem uitgelegd dat er in Nederland kansen waren voor lagere montessorischolen, maar dat er dan wel vrijstelling van lesrooster mogelijk moest worden gemaakt. Want
35
Tekst Michiel Jongewaard
Rapport Inspectie over ouderbijdrage te negatief De Inspectie van het Onderwijs oordeelt te negatief over de wijze waarop scholen omgaan met de vrijwillige ouderbijdrage. Deze conclusie trekt de Vereniging Openbaar Onderwijs naar aanleiding van het inspectierapport dat op 21 april is verschenen. De inspectie heeft onderzocht op welke manier scholen ouders informeren over de vrijwillige ouderbijdrage en concludeert in haar rapport dat veel scholen het niet zo nauw nemen met wet- en regelgeving. Daarbij wordt echter onvoldoende rekening gehouden met de positie van de ouderraad of oudervereniging. De Vereniging Openbaar Onderwijs heeft de inspectie daarom uitgenodigd voor een overleg.
D
e Vereniging Openbaar Onderwijs deelt de zienswijze van de inspectie dat op veel scholen niet juist wordt omgegaan met de vrijwillige ouderbijdrage. De vereniging drong al bij herhaling bij besturen en scholen aan op een juiste naleving. Maar in het recente rapport stelt de inspectie als voorbeeld dat ouderraden of ouderverenigingen die zelf de hoogte van de ouderbijdrage vaststellen, in de fout gaan. Die zienswijze is volgens de Vereniging Openbaar Onderwijs niet juist. Er is immers een verschil tussen de ‘ouderbijdrage vanwege de ouderraad’ (bijvoorbeeld voor het Sinterklaas- of Kerstfeest) en de ‘ouderbijdrage vanwege het bevoegd gezag’ (bijvoorbeeld voor borg voor het kluisje of excursies). In het eerste geval gaat de ouderraad hier zelf over en in het tweede geval de oudergeleding van de MR.
Positie ouderraad of oudervereniging
Volgens de inspectie is de besluitvorming over de hoogte van de
ouderbijdrage op grond van de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) voorbehouden aan de oudergeleding van de MR. De inspectie vindt dat het medezeggenschapsrecht boven het verenigingsrecht van de ouderraad of -vereniging gaat. Dat is op zichzelf correct, voor zover het gaat om de ‘ouderbijdrage vanwege het bevoegd gezag’. Maar de inspectie verzuimt onderscheid te maken tussen deze bijdrage en de ‘ouderbijdrage vanwege de ouderraad’. Daarmee ontkent de inspectie het recht van ouders om via een ouderraad activiteiten te organiseren en te bekostigen en dus ook zelf over de hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage te besluiten. Rob Limper, directeur van de Vereniging Openbaar Onderwijs: ‘De ouderraad of -vereniging heeft noch een formele relatie met de MR, noch met het bevoegd gezag en is een initiatief en praktijk van ouders zelf. De jaarvergadering of de ledenvergadering zijn de geëigende momenten om daar met de ouders over te spreken en besluiten te nemen. Er bestaat
geen enkele wettelijke bepaling die zich daar tegen verzet.’
Ouderbijdrage via de ouderraad
Omdat scholen en ouders niet zijn gebaat bij tegenstrijdige informatie over de vrijwillige ouderbijdrage, heeft de Vereniging Openbaar Onderwijs de inspectie inmiddels uitgenodigd om hierover van gedachten te wisselen. Rob Limper: ‘In het openbaar basisonderwijs is de ouderbijdrage vanwege de ouderraad de gangbare praktijk. In het voortgezet onderwijs komt vooral de ouderbijdrage van het bevoegd gezag voor. In het licht van het voorgenomen vervolgonderzoek wil ik graag hierover met de Inspecteur-Generaal van gedachten wisselen.’ ●
Meer informatie over de ouderbijdrage Uitgebreide informatie over schoolkosten, waaronder de ouderbijdrage, vindt u op www.voo.nl/onderwijsbeleid > dossiers > schoolkosten
De leerkracht praat wel, maar luistert niet?
O800 5010
of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg
36
Tekst Jan Barendse Beeld José Krijnen
Het stelsel beschouwd: van herijking tot onmiddellijk opdoeken
De toekomst van het onderwijsbestel De Vereniging Openbaar Onderwijs staat al jaren voor een ingrijpende stelselwijziging en propageert het ideaal SCHOOL, het type onderwijs dat toevoegingen als christelijk, katholiek, islamitisch en zelf openbaar overbodig maakt. In 2017, zo is de wens, is de verzuiling geschiedenis geworden en gaan alle kinderen naar een school zonder levensbeschouwelijk etiket.
O
p een vorig jaar door de Vereniging Openbaar Onderwijs georganiseerd symposium leverden een aantal tot de verbeelding sprekende mensen een discussiebijdrage. Niet in de zaal, maar via een videoboodschap. Een weergave.
Lodewijk de Waal, directeur Humanitas ‘Als voorzitter van de Humanistische Alliantie en directeur van Humanitas voel ik natuurlijk altijd wel een band met het openbaar onderwijs. Dat ligt eigenlijk heel sterk in elkaars verlengde. Dat is familie van elkaar. Maar als ik nadenk over de voordelen van het openbaar onderwijs gaan mijn gedachten ook terug naar de tijd dat ik voorzitter van –ik zou bijna zeggen de algemene- vakcentrale FNV
Meer informatie of meepraten? Ga naar www.voo.nl/school voor meer informatie over SCHOOL en praat mee op de discussiepagina.
Inzicht nr 3/4 - juni 2010
was. Ik heb de fusie meegemaakt met het Nederlands Katholiek Vakverbond en later meegemaakt hoe islamitische leden in de vakcentrale kwamen. En dan merk je hoe je vanuit verschillende inspiraties toch dezelfde goede dingen kan doen. En dat verschillen in religie en levensbeschouwing geen muren hoeven te zijn; dat je juist aan integratie kan werken door samen met hetzelfde bezig te zijn. Dat geldt natuurlijk ook voor de openbare scholen en daarom spreekt het concept SCHOOL mij zo erg aan. Omdat je dan samen kunt werken aan de goede dingen, ieder vanuit zijn eigen achtergrond, levensbeschouwing en religie. Je werpt geen muren op. Je gaat segregatie tegen en bevordert integratie. Dat spreekt mijn in het concept SCHOOL zo erg aan.’
Elbeth Etty, columniste
‘Omdat ik als kind altijd van school werd gestuurd wegens brutaal gedrag, heb ik op alle mogelijke scholen gezeten: van katholiek tot protestant tot vrijzinnig christelijk -wat dat ook moge zijn- tot openbare scholen. Vooral op die protestantse en katholieke scholen heb ik mij kostelijk
geamuseerd. Ik heb er ontzettend veel geleerd. Bijbellezing, gebeden die ik nog altijd uit mijn hoofd ken. Maar toch ben ik een groot voorstander van neutraal onderwijs. Niet omdat dat dat integratie zou bevorderen. Ik vind helemaal niet dat onderwijs integratie moet bevorderen! Ik vind dat onderwijs tot doel moet hebben om kinderen kennis bij te brengen. Kennis, heel veel kennis. En bij voorkeur kennis die ze niet van huis mee krijgen. Christelijke en ook islamitische kinderen krijgen thuis, in de kerk of in de moskee al te horen dat homo’s slecht zijn en vrouwen minderwaardig. Dat moet je niet ook nog eens op school inpeperen. Je moet de meester en de juf niet laten vertellen wat kinderen thuis, in de kerk of in de moskee ook al te horen krijgen. Op neutrale scholen wordt, als het goed is, aan neutrale kennisoverdracht gedaan en daarbij hoort natuurlijk ook de kennis van godsdiensten en allerlei andere bijgeloven en ideologieën. Het verzuilde schoolsysteem, dat kinderen eenzijdig informeert, zoniet indoctrineert, is volkomen achterhaald en dient zo snel mogelijk te worden opgedoekt.’
37
Mohammed Mohandis, voorzitter Jonge Socialisten ‘Wij hebben het onderwijs in Nederland op zich heel goed geregeld, maar het gevolg van dit stelsel is dat verschillende mensen kiezen voor een bepaalde richting: bijvoorbeeld islamitisch, christelijk of openbaar onderwijs. Ik denk dat het heel belangrijk is om daar een fundamentele discussie over te voeren, over enerzijds de vrijheid van onderwijs en anderzijds het segregatieaspect daarvan. Persoonlijk vind ik dat religie iets is dat in de privésfeer hoort. Gewoon thuis. Je zou eigenlijk naar een soort onderwijs toe moeten waarbij het niet uitmaakt wat je gelooft. Het gaat erom dat je samen goed onderwijs wilt volgen. Je zal altijd godsdienstlessen kunnen implementeren. Maar als je kijkt naar de toekomst van het openbaar onderwijs en naar het verder groeiende bijzonder onderwijs, moet je je afvragen of juist dat er niet voor zorgt dat mensen elkaar niet op jonge leeftijd ontmoeten en dat zouden
we met z’n allen moeten willen. Met een blik op de toekomst vind ik een fundamentele discussie over artikel 23 onvermijdelijk. Want kinderen, ongeacht afkomst, moeten elkaar op jonge leeftijd kunnen ontmoeten.’
Doekle Terpstra, voorzitter HBO-raad ‘De vrijheid van onderwijs is een groot goed in het Nederlandse bestel. Dat is iets dat we al bijna een eeuw kennen. Dus al heel erg lang geleden is dat beruchte, beroemde artikel waar die borging op de vrijheid van onderwijs plaatsvindt, in artikel 23 van de grondwet geformuleerd. Maar in die periode hadden we een hele homogene samenstelling van de bevolking. En niemand van de verantwoordelijke politici had op dat moment kunnen bevroeden op welke wijze wij vandaag geconfronteerd worden met immigratievraagstukken. De samenstelling van de bevolking is heel divers. En het is in dat licht dat het wellicht de moeite waard
is om ook na te denken over de vraag of die oude bepalingen van toen, die ongetwijfeld hun waarde nog kennen, niet herijkt zouden moeten worden. Ik vind dat je over die bepalingen van weleer geen taboe moet uitspreken, maar juist in die ingewikkelde samenleving van vandaag moet nadenken over de vraag: hoe verhoudt het oude zich met de complexiteit van vandaag? En als het nodig is om dan een herziening te laten plaatsvinden omdat dat het integratievraagstuk ten goede komt, dan moeten we dat onderwerp niet uit de weg gaan. Als het helpt om de integratie vorm te geven, dan moeten we het ook durven te benoemen. Geen taboe, ga het gesprek aan en probeer de emotie van je af te schudden. Laten we er in volledige rationaliteit naar proberen te kijken.’
Boris van der Ham, Tweede Kamerlid D66 ‘Het idee van de Vereniging Openbaar Onderwijs om te komen tot SCHOOL, waarin religieuze achtergronden niet meespelen, is een heel mooi ideaal om naar te streven, maar ik zou het via de volgende tactiek willen aanpakken: alle privileges die instellingen voor bijzonder onderwijs hebben, zoals het feit dat ze nog steeds in bepaalde omstandigheden leerlingen mogen weigeren, of leraren mogen weigeren, moeten worden afgeschaft. Het is belachelijk en niet van deze tijd dat instellingen voor bijzonder onderwijs niet hoeven te voldoen aan een acceptatieplicht of dat ze onder bepaalde omstandigheden leraren mogen weigeren. Als zij afwijken wat betreft hun sexuele geaardheid, bijvoorbeeld. Dat soort wetten, dat soort privileges moet worden afgeschaft en daarmee zul je zien dat de meest extreme varianten van het bijzonder onderwijs naar het midden zullen opschuiven.’ ●
De school heeft uw kind geschorst?
O800 5010
of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg
38
Tekst Michiel Jongewaard Beeld Archief Vereniging Openbaar Onderwijs
Een nieuw onderwijsmagazine voor het openbaar onderwijs
SCHOOL! heeft de toekomst
Vanaf het komende schooljaar slaan de Vereniging Openbaar Onderwijs en VOS/ABB de handen ineen met het nieuwe gezamenlijke magazine voor het openbaar onderwijs: SCHOOL! Het nieuwe onderwijsmagazine belooft hèt nieuwe blad van, voor en over het openbaar onderwijs te zijn: met succesverhalen van openbare scholen, achtergronden, columns en praktijk- en achtergrondverhalen voor ouders, leerkrachten, schoolleiders, schoolbestuurders, MR-leden en andere betrokkenen in het openbaar onderwijs. Kortom, voor alle leden van de Vereniging Openbaar Onderwijs en van de vereniging VOS/ABB.
M
et de komst van het nieuwe magazine SCHOOL! neemt de Vereniging Openbaar Onderwijs na ruim veertig jaar afscheid van de naam Inzicht. Het magazine zelf bestaat al langer, zelfs net zolang als de vereniging
en wisselde in de loop der jaren verschillende keren van naam: van Volksblad naar Volksonderwijs naar Inzicht. Op de afbeeldingen van de verschillende historische covers ziet u het blad met de tijdsgeest meegaan.
School!
Ideologie
Magazine voor het openbaar onderwijs september 2010
Inzicht nr 3/4 - juni 2010
Ouders en School maken verschil Schoolleiders aan het woord
14
Vereniging Openbaar Onderwijs
Opbrengstgericht werken OBS de Taaltuin in Schiedam
22
Sinds de oprichting van de Vereniging Openbaar Onderwijs in 1866 neemt het verenigingsblad een prominente plaats in. De oplage steeg gestaag mee met het ledenaantal van de vereniging, tot het hoogtepunt van ruim 170.000 aan het eind van de jaren zestig van de twintigste eeuw. In ieder nummer opnieuw weerklonk de betrokkenheid van de vereniging bij de kwaliteit van het onderwijs, de positie van ouders op school en niet in de laatste plaats de ideologie van het openbaar onderwijs, die zich al decennialang krachtig laat verwoorden in de slogan ‘niet apart, maar samen’. Met de komst van het nieuwe magazine voor het openbaar onderwijs geven de Vereniging Openbaar Onderwijs en VOS/ABB een nieuwe inhoud aan ‘niet apart, maar samen’. De openbare school is van iedereen, van alle betrokkenen, van de samenleving. Dat kinderen goed onderwijs krijgen, is immers in ieders belang. Beide organisaties slaan daarom de handen ineen. SCHOOL! illustreert deze samenwerking. ●
39
Ve Operenigin Ond nbaa g er w r ijs
02 april
2010
nr
Inzi cht is Op van d een u enb e V aar erenitgave Ond igin erw g ijs
08 Sy 10 S mposium O cho pen len baa 14 ado r on pte Sp de litsin
g va
nd
ep
rwij ren s he een ef t oor (de log ) to smo eko num een mst ent go e d id ee ?
abo
08 v 00 en oor ou5010, MR de rs ovevoor v leden r on rag , derw en ijs
32
De directeur wil u de klachtenregeling niet geven?
BEL 5010
op schooldagen tussen 10 en 3
40 vraag & antwoord
Rapportcijfers Heeft u een vraag over het onderwijs van uw kind? Bel 5010, hét telefonische en digitale loket voor ouders en MRleden, voor informatie en advies over onderwijs.
5010 is op schooldagen bereikbaar tussen tien en drie, via 0800-5010 (gratis), kies ‘onderwijs’, toets 4 (of mobiel naar 0900-5010123 / 45 ctpg). Vragen stellen kan ook via www.voo-50tien.nl
Inzicht nr 3/4 - juni 2010
Heeft de medezeggenschapsraad (MR) instemmings- of adviesrecht met betrekking tot de rapportcijfers? Er wordt namelijk niet hoger gegeven dan een 8 en niet lager dan een 5. Volgens school is het toekennen van cijfers echter geen zaak van de MR, maar van het team. Klopt dat? Ja, dat klopt. Het team stelt de rapporten op en daar heeft de MR inderdaad niet iets over te
zeggen. Het toekennen van rapportcijfers tussen een 5 en een 8 komt voort uit een visie op onderwijs en die visie is vastgelegd in het beleid van de school. De meest waarschijnlijke ‘vindplaats’ van deze visie is het schoolplan. Dit document dient iedere vier jaar opnieuw te worden vastgesteld, met instemming van de MR. Als het schoolplan op de agenda staat, kunt u deze kwestie bespreken. Wanneer u dit eerder aan de orde wilt stellen, dan kunt u gebruikmaken van uw initiatiefrecht. ●
Zittenblijven Kan een school weigeren om een vroege leerling die in oktober is geboren, nog een keer groep 8 te laten doen? Onze dochter is van 4 oktober 1998 en wij zien haar liever nog een jaar langer op de basisschool, omdat zij last heeft van faalangst. Maar de school wil dat ze naar het vmbo gaat. Ja, de school kan dit weigeren. In Wet op het Primair Onderwijs (WPO), artikel 39 lid 4, staat dat leerlingen de basisschool verlaten als de grondslag voor het volgen van voortgezet onderwijs in voldoende mate is gelegd. Ook staat er dat hierover overeenstemming met de ouders moet zijn. U moet goede onderwijskundige argumenten hebben om uw dochter nog een keer groep 8 te laten doen. Deze argumenten heeft u naar onze mening niet. De basisschool zal stellen dat faalangst niet exclusief een onderwijskundig onderwerp is en dat daar ook via andere wegen iets aan kan worden gedaan. Daarnaast heeft de school hierbij het zwaarwegende argument dat uw dochter voor wat betreft het onderwijs op de basisschool ‘klaar’ is. ●
41
Ouder én personeelslid Een personeelslid is tevens ouder op de school en stelt zich verkiesbaar voor de oudergeleding van de medezeggenschapsraad (MR). Kan dit? Ja. Iedere ouder van de school mag zich verkiesbaar stellen voor de MR, ook als hij of zij een personeelslid is. Het is wel de vraag of dit verstandig is. Er kan sprake zijn van een schijn van belangenverstrengeling. Daarnaast kan hij of zij zelf ook in een moeilijk parket komen, omdat er soms binnen de MR onderwerpen worden behandeld waarbij de belangen van het personeel en de ouders tegenovergesteld kunnen zijn. ●
UITGELICHT
Niet meegymen Mijn dochter zit in het eerste jaar van het voortgezet onderwijs doet de havo. Ze is wat stevig, maar verder gezond. Nu hebben wij als ouders besloten dat ons kind niet meer hoeft te gymmen. Kun je daar vrijstelling voor krijgen en zo ja, welke wegen moeten wij daarvoor bewandelen? Ja, het is mogelijk om een vrijstelling voor het vak lichamelijke opvoeding te krijgen. Maar de kans dat uw dochter vrijstelling krijgt vanwege overgewicht, is zeer klein. Uw dochter is verplicht om alle vakken te volgen die door de school worden aangeboden en het besluit over een eventuele ontheffing voor lichamelijke opvoeding wordt door de school genomen. Artikel 11d van het Wet op het Voortgezet Onderwijs regelt dat de school een leerling ontheffing kan verlenen van het onderwijs dat is gebaseerd op de kerndoelen. U kunt de directeur of rector van de school benaderen met een verzoek tot ontheffing, op basis van dit artikel. Mocht uw dochter ontheffing krijgen, dan zal de school vervangend onderwijs moeten aanbieden. ●
Bedrijfshulpverlening Moet een bedrijfshulpverlener worden bijgeschoold en hoe vaak? Ja. Een bhv-diploma (bedrijfshulpverlening) is twee jaar geldig. De werkgever heeft de verplichting om de bhv-ers op hun taak toegerust te houden. Dit houdt in dat in het veiligheidsbeleid moet worden beschreven dat er één keer per jaar een ontruiming wordt geoefend en dat er een jaarlijkse oefendag wordt gehouden voor de bhv-ers. Als dit niet wordt gedaan, dan verloopt het diploma. Op de website van het Nederlands instituut bedrijfshulpverlening kunt u hier meer over lezen: http://www.nibhv.nl. ●
Groepsindeling Over de groepsindeling worden ieder jaar via 08005010 veel vragen gesteld aan de Vereniging Openbaar Onderwijs. Veel ouders die bellen, zijn het niet eens met de groep waarin hun kind is geplaatst en willen alles uit de kast halen om het besluit over de groepsindeling, in ieder geval voor hun kind, ongedaan te maken. Vaak zijn ouders, na een gesprek hierover met 5010, teleurgesteld over hun mogelijkheden om iets te kunnen ondernemen. Deze mogelijkheden zijn ook zeer beperkt. De school besluit over de indeling in de groepen. Op het eerste gezicht hebben ouders hierbij vanuit wetgeving geen ‘rechten’. Maar net zoals bij andere thema’s mag de ouder van de school verwachten dat het besluit over de groepsindeling op een verantwoorde en transparante manier wordt genomen. Hieraan zijn wel enkele rechten te ontlenen. Het besluit over de groepsindeling dient te worden genomen op basis van criteria die zijn vastgelegd in beleid. Over dit beleid heeft de medezeggenschapsraad adviesrecht, dit valt onder organisatie van de school (art. 11f WMS). De MR kan nagaan of het beleid inhoudelijk goed in elkaar zit en of er aan de voorwaarden van ‘behoorlijk bestuur’ wordt voldaan. Bij dat laatste zou in ieder geval moeten worden meegenomen dat de school de criteria op basis waarvan tot de groepsindeling wordt besloten, duidelijk communiceert en dat het besluit ook tijdig kenbaar wordt gemaakt. Het handelen naar dit vastgestelde beleid van de school geeft de ouder rechtszekerheid en de zekerheid dat er niet willekeurig wordt besloten. ●
De directeur wil u de klachtenregeling niet geven?
BEL 5010
op schooldagen tussen 10 en 3
Vereniging Openbaar Onderwijs
NIEUW
CURSUSSEN ADVISERING MAATWERK
Kwaliteitstoets tso Met de kwaliteitstoets krijgt u als schoolbestuur en school een helder inzicht in de kwaliteit van uw tussenschoolse opvang.Een beleidsadviseur van de Vereniging Openbaar Onderwijs komt op het door u gewenste moment op school langs en spreekt met verschillende betrokkenen, waaronder de schoolleider, leerkrachten, overblijfkrachten en ouders. U krijgt op maat advies over de overblijfsituatie. Een schriftelijke analyse met aanbevelingen wordt u naderhand toegestuurd. Vraag nu de kwaliteitstoets aan via www.voo.nl/scholing en maak een afspraak voor een bezoek van een van onze beleidsadviseurs. U betaalt nu tot 31 december 2010 slechts € 950,- (all-in). Vanaf 1 januari 2011 kost de Kwaliteitstoets € 1.495,-.
Scholing voor overblijfmedewerkers en coördinatoren in het openbaar en bijzonder onderwijs
Schoolbesturen kunnen ook voor al hun basisscholen tegelijk een kwaliteitstoets aanvragen. Tarief op aanvraag via www.voo.nl/scholing of telefonisch via 036 5331500.
Vanaf 1 augustus 2011 moet wettelijk minimaal de helft van uw overblijfkrachten geschoold zijn.
Cursus EHBO/BHV Locatie: Cursusduur: Wanneer: Prijs:
in uw regio twee bijeenkomsten (minimaal 16 deelnemers) vrijdag van 9.00 tot 16.00 uur € 300,- per cursist (inclusief lunch), elke vierde cursist betaalt € 100,-. Deelname is gratis met subsidie van het ministerie van OCW. Dien uw aanvraag in bij DUO (voorheen CFI).
Tijdens de EHBO/BHV-cursus leren overblijfmedewerkers wat ze kunnen doen om de veiligheid van de kinderen te vergroten. Na het volgen van de cursus ontvangen zij het certificaat EHBO/BHV. Deze cursus wordt uitgevoerd in samenwerking met Rosier bedrijfshulpverlening. Aan de orde komen:
Vereniging Openbaar Onderwijs Louis Armstrongweg 120 Postbus 60182, 1320 AE Almere T 036 533 15 00 F 036 534 04 64 E
[email protected] F www.voo.nl
Preventie
Brandveiligheid
Wetgeving overblijven
Eerste hulp aan kinderen
Veiligheidsbeleid
Reanimatie
Basiscursus
Voor medewerkers tussenschoolse opvang Locatie: Cursusduur: Wanneer: Prijs:
in uw regio vier bijeenkomsten (min. 12 en max. 20 deelnemers) woensdagochtend van 9.00 tot 11.30 uur € 300,- per cursist, elke vierde cursist betaalt € 100,-. Deelname is gratis met subsidie van het ministerie van OCW. Dien uw aanvraag in bij DUO (voorheen CFI).
In de vernieuwde basiscursus leert u als overblijfmedewerker door middel van praktische tips en het uitwisselen van ervaringen omgaan met veelvoorkomende situaties bij het overblijven. De volgende vier modules komen aan de orde:
Module 1
Een positieve sfeer creëren
Module 2
Communicatie
Module 3
Omgaan met lastig gedrag
Module 4
Praktische overblijfzaken of een (als cursusgroep) zelf te kiezen module uit het VOO-aanbod.
Gratis deelname Deelname aan een van de cursussen van de Vereniging Openbaar Onderwijs kan volledig worden vergoed via de subsidieregeling scholing overblijfmedewerkers van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het schoolbestuur of bevoegd gezag moet hiervoor het aanvraagformulier opsturen aan DUO (voorheen CFI). De subsidieregeling wordt rond 5 september 2010 opengesteld. U kunt al wel medewerkers en coördinatoren inschrijven voor een cursus op www.voo.nl/scholing. Indien er uiteindelijk geen of onvoldoende subsidie wordt ontvangen, kan uw inschrijving tot 1 november 2010 kosteloos worden geannuleerd. Houd de berichtgeving over de subsidieregeling in de gaten op www.voo.nl.
VERNIEUWD
Vervolgcursus
Coördinatorcursus
Locatie: Cursusduur: Wanneer: Prijs:
Locatie: Cursusduur: Wanneer: Prijs:
Voor medewerkers tussenschoolse opvang in uw regio vier bijeenkomsten (min. 12 en max. 20 deelnemers) woensdagochtend van 9.00 tot 11.30 uur € 300,- per cursist, elke vierde cursist betaalt € 100,-. Deelname is gratis met subsidie van het ministerie van OCW. Dien uw aanvraag in bij DUO (voorheen CFI).
Voor coördinatoren tussenschoolse opvang in uw regio twee bijeenkomsten (min. 12 en max. 20 deelnemers) vrijdag van 9.30 tot 14.30 uur € 300,- per cursist (inclusief lunch), elke vierde cursist betaalt € 100,-. Deelname is gratis met subsidie van het ministerie van OCW. Dien uw aanvraag in bij DUO (voorheen CFI).
De vernieuwde vervolgcursus sluit direct aan op de basiscursus en biedt verdieping. In de vervolgcursus wordt verder ingegaan op enkele thema’s die in de basiscursus al aan bod kwamen. Daarnaast wordt een aantal nieuwe onderwerpen behandeld. Vier modules komen aan de orde:
In de coördinatorcursus leert u als coördinator tso de basisvaardigheden met betrekking tot leiding geven, organiseren en coachen van medewerkers. Ook uw eigen ervaringen worden besproken. Vier modules komen aan de orde:
Module 1
Conflicten tussen en met kinderen
Module 1
Wetgeving
Module 2
Omgaan met hyperactieve kinderen
Module 2
Overblijven in de praktijk
Module 3
Verantwoordelijkheid en betrokkenheid
Module 3
Communicatie
Module 4
Naar keuze (een als cursusgroep zelf te kiezen module uit het VOO-aanbod)
Module 4
Financieel beleid (coaching, vergaderen en administratie)
opmerkelijk Ook iets opmerkelijks gehoord? Mail naar:
[email protected]
Met vier jaar gaan we naar school
Rondhangende, scholieren in de pauze Veel omwonenden van scholen voor voortgezet onderwijs is het een doorn in het oog. Ook in Dordrecht heeft de buurt, waarin aardig wat onderwijs bijeen is gebracht, er de nodige moeite mee. Maar kijk aan, de directie vond een oplossing. Het hek om de school gaat tegenwoordig, na afloop van de ochtendlessen, een half uur dicht. Leerlingen die er in de lunchpauze niet uit kunnen, kunnen immers ook niet gaan rondzwerven. Een redenering waar geen speld tussen te krijgen is. Wel jammer voor de jongens en meiden die toevallig de middag vrij hebben. Die zóuden na hun laatste les naar huis kunnen... maar ja, dat hek hè….dat gaat dan net dicht. ●
Een mijlpaal voor menig kleuter. Zo ook voor een kleuter in het midden van het land. Het jongetje was al een tijdje in de peuterspeelzaal geweest en verheugde zich nu op de gang naar de ‘echte’ school. Een recht immers, voor iedere kerel die geen drie meer is! De ouders meldden het kind aan bij een school in de buurt. Maar als het aan de directeur van die school ligt, is het nog maar de vraag of hij na zijn verjaardag welkom is op de school. De ouders van de leerling in spe spreken eerlijk gezegd niet zo goed Nederlands. En de jongen beheerst daardoor, ondanks zijn contact met leeftijdgenootjes, de taal eigenlijk ook niet al te best. De directeur van de basisschool gaf daarom een ‘negatief schooladvies’. Toen de adviseur van de Vereniging Openbaar Onderwijs dit hoorde viel ze bij na van haar stoel! Een negatief schooladvies voor een vierjarige! Ach…misschien kan ‘ie het over een jaar of drie nog ’s proberen? ●
lesuitval en ophokuren
Een interessante leerplichtkwestie in Brabant
Afgelopen moest het zijn met lesuitval en ophokuren. Scholieren moeten gewoon voldoende uren les krijgen. In het voortgezet onderwijs betekent dat tegenwoordig dat, afgezien van het examenjaar, ieder leerjaar in ieder geval 1000 uren telt. Staatssecretaris Van Bijsterveldt kondigde vorig jaar aan dat de onderwijsinspectie daar voortaan streng op zou toezien: de scholen konden zich opmaken voor een keihard “zero tolerance-beleid”. En zo gebeurde het. De inspecteurs togen de scholen in, bekeken roosters en agenda’s en concludeerden dat inmiddels 68% van de scholen voldeed aan de nieuwe norm. Voor de gein keken ze ook nog even hoe de uitslag zou zijn op basis van de oude eisen. Hm, dan voldeed ineens nog maar 43% van de onderzochte scholen aan de norm. De staatssecretaris reageerde enthousiast; volgens haar was er veel vooruitgang geboekt. Tja, het is maar hoe je het bekijkt natuurlijk. Hele grote kans dat het percentage stijgt naar 100 als de norm voor het aantal lesuren op bijvoorbeeld ….600 wordt gesteld! ●
De gemeente Breda sleepte de ouders van twee leerplichtige kinderen voor de rechter. De leerlingen stonden namelijk niet ingeschreven bij een basisschool in de buurt. De ouders zijn aanhangers van het Mystiek Christendom en daar sluit geen enkele school in de omgeving bij aan. “Ontduiking van de leerplichtwet”, zo vond een ijverige ambtenaar. De rechter oordeelde anders. De beide kinderen gaan weliswaar niet naar een school van stenen en cement, maar ze volgen wel degelijk een vorm van onderwijs. Virtueel onderwijs namelijk. Hun school is de Clonlara School in Michigan. Van alle scholen in de hele wereld is deze school in de Verenigde Staten van Amerika nu eenmaal de school die het beste aansluit bij de geloofsovertuiging van de familie. De rechter vond dit onderwijs-op-afstand voldoende om aan de leerplichtwet te voldoen. Gelukkig maar voor Breda. Stel je voor dat de ouders om leerlingenvervoer gaan vragen... ●
Loten voor de school van je dromen Als scholier in Amsterdam valt het niet mee om op de school van je dromen terecht te komen. De populairste scholen voor vmbo tl, havo en vwo krijgen altijd meer inschrijvingen dan ze aankunnen. De gemeente verzon er wat op en maakte afspraken met alle Amsterdamse scholen om de toelatingsprocedure te standaardiseren, de Kernprocedure. In het kort: ouders schrijven hun kinderen in voor de gewenste school, waarna – op basis van schooladviezen, testresultaten en loting – een leerling al of niet wordt toegelaten. Vooral het uitgeloot worden is sneu. Zeker omdat na de eerste ronde een tweede ronde volgt, waarbij dezelfde criteria gelden. Maar dan natuurlijk voor de minder gewilde scholen. Er zijn jongeren die twee maal worden uitgeloot. Helaas. Een bezorgde ouder belde nadat dat zijn dochter was overkomen maar eens met de gemeentelijke afdeling onderwijs, met de vraag wat te doen na twee maal uitloten. Het antwoord stelde hem niet helemaal gerust. Als hij zijn dochter helemaal nergens meer zou inschrijven werd ze wel ergens geplaatst. Het maakte eigenlijk niet zoveel meer uit in de derde ronde…de ene school of de andere, uitgeloot zal ze daar niet meer worden... ●