Provinciale Staten
Ontwerpverslag Hoorzitting Provinciale Staten - Omgevingsvisie/-verordening 16 april 2014 in Arnhem PS2014-275 Aanwezig: VVD PvdA CDA SP D66 ChristenUnie GroenLinks PVV PvdDieren Groep Wullink
dhr. Vos de Wael mw. Hijman dhr. Schol dhr. Lucassen mw. Van der Schalk dhr. Vreugdenhil dhr. Sözen mw. Kouwenberg dhr. Van der Veer dhr. Wullink
Voorzitter Secretaris
mw. Prins dhr. Foks
1.
Opening en mededelingen De voorzitter opent de hoorzitting om 19.00 uur en verwelkomt alle bezoekers en insprekers. Zij memoreert het proces van de totstandkoming van de Omgevingsvisie/-verordening en de wijze waarop PS en de commissie hierover gaan besluiten. Vervolgens geeft de voorzitter enkele spelregels (max. 5 min. spreektijd, etc.) aan om de Hoorzitting goed te laten verlopen.
2.
Insprekers Wethouder F. van Rooijen, spreekt in namens de gemeente Overbetuwe en de Stadsregio Arnhem-Nijmegen. Hij hoopt dat de provincie de ruimtelijk-economische clustervorming (3 topsectoren) de enige Gelderse beleidskoers wordt zonder spreiding van sectoren. De Stadsregio gaat ervan uit dat het RPD (Regionaal Programma Detailhandel) en het RPB (regionaal Programma Bedrijventerreinen) voor de vaststelling door de Staten in de Omgevingsverordening worden opgenomen. Verzocht wordt gezien het belang van natuur- en landschappelijke waarden de ambities op dit vlak in de Omgevingsvisie krachtiger met middelen en instrumenten te ondersteunen. Zie verder bijlage 1. Op een vraag vanuit de commissie over perifere detailhandel antwoordt inspreker dat eerst gekeken moet worden naar versterking van de bestaande detailhandelcentra zoals verwoord is in de Omgevingsvisie. Dat geldt niet alleen voor de steden Arnhem en Nijmegen maar voor alle bestaande detailhandelscentra. Op een vraag over de toekomst van de ‘maakindustrie’ antwoordt inspreker dat de focus moet liggen bij de benoemde 3 topsectoren. Op een vraag over het vervallen van woningbouwgebieden in zoekgebieden antwoordt dhr. Van Rooyen, dat met de gemeenten constructief is besproken de manier waarop dit proces vorm gegeven kan worden via de instrumenten (ladder van duurzaam ruimte gebruik) en hij schat in dat dit zal leiden tot resultaten. Dhr. B. van de Heg (en zoon Jaap) is er toevallig achter gekomen dat de visie over het gebied gewijzigd is. Destijds ruim 5 jaar geleden is er voor gestreden om van het gebied bij Barneveld een land bouwontwikkelingsgebied (LOG) te maken zodat de bedrijven verder kunnen groeien. Nu blijkt dat dit gebied een ‘verwevingsgebied’ wordt met veel negatieve consequenties voor de landbouw. Op 7 mei heeft inspreker een avond georganiseerd waarbij de Staten- en commissieleden alle facetten van de bedrijfsvoering van een aantal bedrijven ter plaatse kunnen zien. Nagekomen bericht van Van de Heg: problematiek is opgelost, dus uitnodiging vervalt. Zie nagezonden mail (bijlage 2).
Wethouder mw. A. van Norel-Hansen spreekt in namens de gemeente Zevenaar en vraagt specifieke aandacht voor drie onderwerpen: 1. de flanken (stedelijke regio’s) en dus niet alleen voor de centrale stad; 2. regionale afspraken niet per definitie hanteren als sturingsfilosofie; 3. geen windmolens in ‘waardevol open landschap’ bouwen. Wat betreft punt 1 wordt gepleit om niet uitsluitend de aandacht voor de centrale stad op te nemen maar dit te wijzigen in de stedelijke regio’s en hierbij tevens de zogenaamde S-as leidend te laten zijn. Wat betreft punt 2 wordt verzocht om in de tekst van de Omgevingsvisie in voorkomende gevallen, PS bij het wijzigen van bestaande afspraken een rol te geven, vanwege de procesmatige insteek van de Omgevingsvisie. Wat betreft punt 3 wordt verzocht om ‘waardevol open landschap’ eveneens te benoemen als ‘locatie waar windturbines zijn uitgesloten’. Zie verder bijlage 3. Op een vraag vanuit de commissie over punt 1 antwoordt inspreekster dat binnen de Stadsregio afgesproken is dat de (economische) ontwikkelingen zullen plaatsvinden langs de S-as, terwijl de Omgevingsvisie alleen spreekt over het middengebied. De S-as wordt in de Omgevingsvisie slechts alleen genoemd in het kader van ‘mobiliteit’. Wat betreft de detailhandel is de wethouder er mee eens dat er geen nieuwe locaties voor detailhandel bij moeten komen naast de bestaande en de planologisch vastgestelde locaties. Dhr. Schoonman spreekt in namens LTO Noord Gelderland en heeft op basis van een analyse van de Omgevingsvisie 10 conclusies getrokken (zie bijlage 4). Inspreker vindt dat eventuele onjuistheden in het kaartmateriaal behorend bij de Omgevingsvisie die later aan het licht komen via een eenvoudige procedure moeten kunnen worden gecorrigeerd. Op een vraag vanuit de Hoorcommissie antwoordt inspreker dat hij vooral iets wil toevoegen aan de Omgevingsvisie namelijk ‘toets ook op economisch perspectief’ als aanvulling op de vier gestelde maatschappelijke eisen. Dit aspect kan het beste meegenomen in het vervolg op de Omgevingsvisie. De provincie wil hiervoor pilots beginnen, maar daarbij moet de provincie wel de regie houden zodat niet iedere gemeente ‘het wiel gaat uitvinden’. Landelijk zijn daarvoor al instrumenten ontwikkeld. Dhr. M. van Wassenaar spreekt in namens het landgoed Nederrijk (600 hectare) in de gemeente Zaltbommel. Voor een goede instandhouding van het landgoed is nodig de versterking van de economische dragers en dient de landbouw de ruimte te krijgen. Voor het gehele gebied is er een visie ontwikkeld. De laatste jaren heeft het landgoed te maken met de overheid in het kader van diverse plannen zoals ‘ruimte voor de rivieren’ en de kaderrichtlijn water. Deze plannen gaan helaas ten koste van het landbouwareaal. Hierdoor kunnen deze plannen een bedreiging vormen voor de landbouw en het landgoed. Samen met de landbouw zou het landgoed voorzien in haar eigen behoeften. Inspreker verzoekt de provincie om samen met de stakeholders in het gebied de uitvoering van de Omgevingsvisie vorm te geven. Dhr. V. Vintges spreekt in namens de Gelderse Natuur en Milieufederatie (GNMF) en heeft intensief meegedacht over onderdelen van de Omgevingsvisie. Met name aan de natuur- en landschapsparagraaf heeft de GNMF meegeschreven. De GNMF deelt een aantal uitgangspunten, maar zet vraagtekens bij de eenzijdige gerichtheid van de Omgevingsvisie op de economie. De GNMF is bereid om bij de fracties langs te komen om nog een nadere toelichting te geven op de voorliggende Omgevingsvisie. Zie verder bijlage 5. Op vragen vanuit de Hoorcommissie antwoordt dhr. Vintges dat de genoemde onderwerpen niet in cocreatie met de GNMF zijn besproken. Verschillende fracties (GroenLinks, 50PLUS) geven aan graag een keer de GNMF te willen uitnodigen. Mw. Van der Linde-Schurer spreekt in namens Linde Vastgoed Maatschappij BV en heeft bezwaar dat de sauna in Putten (Tolweg 13-15) niet is ingedeeld in het GeldersNatuurNetwerk (GNN) en ook niet in de GelderseGroeneOntwikkelingszone GGO). Verzocht wordt om de Omgevingsvisie/-verordening aan te passen zodat de sauna ofwel in het GNN of in
2
de GGO terecht komt en de kernkwaliteiten duidelijker te omschrijven. Zie verder bijlage 6. Dhr. R. Barends spreekt in namens namens Nieuw Leefbaar Gelderland (NLG) en de Onafhankelijke Nijmeegse Partij/ PSP ’92. NLG wil graag ‘meer, meer, meer..’ voor een nieuw leefbaar Gelderland. Dit betekent bijvoorbeeld dat er prettige huizen komen om in te wonen in een duurzame provincie met een goed energie- en landbouwbeleid. Veel van deze zaken worden benoemd in de Omgevingsvisie en zijn besproken in het cocreatieproces. NLG heeft daarover in haar zienswijze veel stukken opgestuurd. De commentaarnota is een ingewikkelde puzzel geworden waarbij het lastig is om het antwoord terug te vinden op de zienswijze. GNL wil graag met alle fracties over de diverse onderwerpen in gesprek gaan. Zie bijlage 7. Dhr. F. Wulterkens van het bureau LBP Sight spreekt in namens PNO-Pactum BV die gronden heeft in de uiterwaarden langs de Waal nabij gemeente Druten. Deze gronden zijn ingebracht in het private consortium Drurensche Waarden dat het initiatief genomen heeft tot de ontwikkeling van de Drutensche Waarden. Dit project is ook opgenomen in de visie Waalweelde. Nu in de Omgevingsvisie nieuwe grootschalige ontwikkelingen binnen GNN en GO feitelijk alleen nog kunnen indien er sprake is van groot openbaar belang en er geen alternatieven zijn, lijken er voor gebiedsontwikkeling in de Drutensche Waarden problemen te ontstaan. In welke mate dit het geval is, hangt af van de invulling en uitleg van de begrippen ‘nieuwe kleinschalige’ en ‘nieuwe grootschalige ontwikkelingen’. Daarom verzoekt PNO Pactum aan PS om te bevorderen dat de Omgevingsvisie/-verordening op dit punt wordt aangepast. Zie verder bijlage 8. Mw. Haan van Ditzhuyzen spreekt in namens Stichting Behoud historische landgoederen Oosterlijke Veluwezoom. Inspreekster vindt dat de provincie de Stichting de afgelopen jaren heeft tegengewerkt door een gaaf landgoed Rhederhof te degraderen tot ‘stedelijk gebied’. Tot 2002 was het landgoed onderdeel van het Centraal Veluws Natuurgebied. Inspreekster pleit ervoor dat de natuur en landschap in de Omgevingsvisie/-verordening veel dwingender worden beschermd en verzoekt om het landgoed Rhederhof onderdeel te maken van het Gelderse Natuur Netwerk, zodat onwenselijke stedelijke ontwikkelingen van projectontwikkelaars tegengehouden kunnen worden. Zie verder bijlage 9. Op vragen vanuit de commissie antwoordt inspreekster dat het landgoed inmiddels is verkocht en opgedeeld aan 2 verschillende eigenaren die elk wat anders willen met het gebied. Deze ontwikkeling maakt het planologisch erg gecompliceerd om een goede planologische regeling te maken. Het noordelijke deel is voldoende beschermd en aangewezen als GNN. De discussie gaat over het zuidelijke deel van het landgoed dat landschappelijk ook van hoge waarde is. De Stichting is er niet tegen dat er kleinschalig gebouwd wordt in het zuidelijke deel ver af van het noordelijke deel van het landgoed, maar is wel tegen grootschalige bouwplannen (3 torens). Op dit moment is de bestemming ‘maatschappelijke doeleinden: bejaardenoord’. De Stichting heeft in de klankbordgroep getracht om tot een compromis te komen namelijk een bescheiden bouwplan. De ontwikkelaar heeft echter plotseling het oude bestemmingsplan van 1989 als uitgangspunt genomen en daar al een vergunning voor aangevraagd. Volgens de inspreekster is de gemeente Rheden ook niet blij met deze ontwikkeling. Dhr. D. Van Uitert spreekt in namens de Vereniging Vrienden van de Veluwe. De vereniging vindt, dat herstel en verdere ontwikkeling van natuur en landschap op de Veluwe, met name het Centraal Veluws Natuurgebied, verreweg de meeste aandacht en inzet verdienen. Als daar de focus op gericht wordt dan volgt de gewenste economische spin-off vanzelf. De vereniging heeft in haar zienswijze aangegeven waaraan prioriteit en een extra investeringsimpuls moet worden gegeven (zie verder bijlage 10). Op vragen vanuit de commissie wat concreet moet gebeuren op de Veluwe antwoordt inspreker dat er bijvoorbeeld sprake is van grootschalige grondwateronttrekkingen op de Veluwe. Minimaal moet ervoor gezorgd worden, dat de onttrokken hoeveelheid water weer
3
teruggegeven wordt aan de Veluwe. Het Rijnwater zou veel meer ingezet kunnen worden ter ontlasting van de het schone hoogwaardige water uit de Veluwe. Alleen met strenge regelgeving kan voorkomen worden dat teveel water uit de Veluwe wordt onttrokken. Voor de uitvoering van de Omgevingsvisie is het belangrijk, dat de provincie het gebied ingaat en gaat praten met en luisteren naar vooral de betreffende natuur- en landschaporganisaties. De vereniging onderhoudt goede contacten met de GNMF en zoomt haar aandacht vooral in op de natuur van de Veluwe. Inspreker beveelt aan om het artikel ‘verrommeling Veluwe’ en een WUR- rapport ‘bedrijventerreinenbeleid op de Veluwe’ te lezen, zie PS2014-346. Dhr. J.J. Dirkmaat spreekt in namens de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap en betoogt dat ‘natuur’ geen specifiek sectoraal belang is. De natuur wordt niet bedreigd door zichzelf of ‘marsmannetjes’ maar door de mens zelf. De enige manier voor de mensheid om te overleven is door de natuur goed in stand te houden. Helaas gaat het met de natuur wereldwijd heel slecht en in Nederland na Malta het slechtste in Europa. Belangrijk is dat Nederland en de provincie internationale verplichtingen nakomen. Nog geen 60 procent van die verplichtingen zijn nagekomen. Per saldo wegsnijden van 6.000 ha natuur uit de Gelderse ecologische hoofdstructuur betekent dat veel ecologische verbindingen worden doorgesneden. Helaas zijn er lukraak zonder overleg en een heldere analyse stukken uit de ecologische hoofdstructuur gesneden, zodat de hoofdstructuur verbrokkeld is en niet goed kan functioneren. Op een vraag vanuit de commissie wat de provincie concreet kan doen, antwoordt inspreker dat allereerst de provincie gezamenlijk met de andere provincie een (bedreigde) soortenlijst moet opstellen. Ten tweede moet bekeken worden of de leefgebieden voldoende groot zijn en goed worden beheerd. Grensoverschrijdend moeten er heldere afspraken gemaakt worden over het aanbrengen van goede verbindingszones. Dhr. B. van Eeten, wethouder van de gemeente Lingewaard spreekt in namens het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Glastuinbouwproject Bergerden. De gemeente Lingewaard en de gemeente Nijmegen werken samen aan de ontwikkeling van het glastuinbouwgebied Bergerden. In het Streekplan is al gekozen voor de concentratie van de glastuinbouw in een beperkt aantal gebieden en een actief beleid om de glastuinbouw naar die gebieden te verplaatsen. Het glastuinbouwgebied Bergerden is één van de twee Gelderse concentratiegebieden voor grootschalige glastuinbouwontwikkeling. Voorwaarde voor succes van de concentratiegebieden is een stringent concentratiebeleid en de continuering van de stimuleringsregeling voor verplaatsing van solitaire glastuinbouwbedrijven. Toelaten van uitbreidingen van tuinbouwbedrijven buiten de concentratiegebieden staat hier haaks op. De afgelopen jaren is dit echter met grote regelmaat wel gebeurd. Deze ontwikkelingen verslechteren de concurrentiepositie van de concentratiegebieden en maken verplaatsingen naar de concentratiegebieden lastig. Het provinciale beleid moet gericht zijn op het verder beperken en niet langer toestaan van regionale clustering van tuinbouwgebieden buiten de concentratiegebieden. Zie verder bijlage 11. Dhr. H. Hollemans spreekt in namens de drie Gelderse Regio’s van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV). Volgens de NVV voldoen de vanuit de provincie gewenste bovenwettelijke eisen voor de verbetering van de volksgezondheid niet aan relevante juridische en wetenschappelijk onderbouwde toetsingskaders. Fundamenteel en breed maatschappelijk gedragen rapportages ontbreken vooralsnog nationaal. Ook dierwelzijn valt volgens de NVV onder dit ‘grijze’ gebied. Volksgezondheid en dierenwelzijn zijn maatschappelijke punten die dienen te vallen onder uitnodigingsplanologie. Met betrekking tot mestbewerking/-verwerking zit volgens de NVV een onnavolgbare tegenstelling met het nieuwe landelijk beleid, geldend per 1 januari 2014. Zie verder bijlage 12. Op een vraag vanuit de commissie over de samenwerking met de LTO antwoordt inspreker dat er sprake is van een intensieve goede afstemming met de LTO maar de NVV zich met name richt op de veehouderij en LTO op ander gebieden georiënteerd is. Op een vraag over de genoemde uitnodigingsplanologie antwoordt inspreker dat de NVV
4
grote vraagtekens zet bij de juridische relevantie met betrekking tot de kaders in de Omgevingsvisie over volksgezondheid en dierenwelzijn. Inspreker wijst erop dat Nederland al extra regelgeving heeft bovenop de Europese regelgeving. Dit gaat al ten koste van de concurrentiepositie in Nederland. Mw. J. de Kruijff spreekt in over het grensgebied Zoelen tussen Buren en Tiel grenzend aan het industriegebied Medel. Zij is mede erfgenaam van dit gebied (16 ha recreatie). De gemeente Tiel bereidt een beeldkwaliteitsplan voor waarin o.a. een 300 meter buffergebied moet worden opgenomen. In de kosten-batenanalyse wordt ten onrechte alleen naar de eigen kosten gekeken en niet naar de kosten en de planschade van het recreatiegebied. Door de plannen kan de mogelijkheid van extra vakantiewoningen worden beperkt. Onduidelijk is wat voor soort geluidswal en bufferzone tussen de beide gebieden gerealiseerd zal worden. Op een vraag vanuit de commissie over de wensen van de inspreekster antwoordt zij dat er een groene geluidswal zou moeten komen dat het geluid goed tegenhoudt en past bij het beeld van het recreatiegebied. Wethouder A de Kruijff spreekt in namens de gemeente Barneveld en de Regio Food Valley. Hij licht de ingediende zienswijze van de Regio nader toe en vult deze aan met een zestal punten. De noodzaak van een railterminal wordt in een bijgevoegd rapport nader toegelicht (zie bijlage 13 B / railterminal Barneveld). Het regiobestuur neemt graag de uitnodiging aan om mee te werken aan de verdere uitwerking in de vorm van een Omgevingsagenda en te werken aan onze gemeenschappelijke maatschappelijke opgaven. Zie verder bijlage 13. De gemeente Barneveld roept de provincie op om de Omgevingsverordening zodanig aan te passen dat er flexibiliteit wordt ingebouwd om kleinschalige initiatieven met winst voor de natuur mogelijk te maken. Aan de hand van een casus (Hunnenweg 64) wordt dit verzoek voor win-win-oplossingen nader toegelicht (zie bijlage 13A). Op een vraag vanuit de commissie of in de Omgevingsvisie wel concrete projecten genoemd moeten worden, antwoordt inspreker dat de genoemde projecten van betekenis zijn voor de gehele regio en daarom aandacht verdienen in de Omgevingsvisie. Op een vraag over een mogelijke tegenstrijdigheid tussen de Omgevingsvisie en verordening antwoordt inspreker dat die zit in de gedetailleerdheid van de verordening (harde strakke regels tot in detail/ zie art. 2.5, lid 2.3) en de gewenste flexibiliteit (rollende agenda) van de Omgevingsvisie. Pas na het overleg met de partners zouden aanvullende regels bepaald moeten worden. Het beleid rond volksgezondheid zou beter landelijk geregeld kunnen worden. Dhr. S. Fonk spreekt in namens de Stichting EVS Transitie. De Stichting is een vrijwilligersorganisatie dat zich bezighoudt met duurzaamheid, gezondheid, milieu (voedselproduktie) en de laatste tijd ook steeds meer met minimabeleid. Voor wie wordt deze visie geschreven? Uitgangspunten? Welke richting willen we op met deze samenleving? De gewenste samenleving is kernachting verwoord in een flyer (zie bijlage 14). Deze samenleving moet ‘leefbaar’ en menselijk zijn waarbij iedereen zijn eigen ontwikkelingsweg kan volgen. In de Omgevingsvisie mist de inspreker een aantal concrete onderwerpen voor het opbouwen van een wenselijke gelukkige samenleving zoals het bouwen van energieneutrale woningen en de realisering van bijvoorbeeld een natuurlijke waterzuivering. Al jaren is de Stichting tevergeefs bezig in Arnhem om een locatie te krijgen waar geleerd kan worden om groenten en fruit te verbouwen en zo een bijdrage te leveren aan natuurontwikkeling gecombineerd met voedselproductie. Op vragen vanuit de commissie antwoordt inspreker dat de provincie kantoorpanden kan aanwijzen voor maatschappelijke doelen en niet alleen gebieden kan aanwijzen voor economische bedrijvigheid maar ook voor maatschappelijke initiatieven.
5
Mw. A. Jordense spreekt allereerst in namens de bedrijven Van Dalen b.v. en VBI beiden gevestigd op het industrieterrein Looveer te Huissen. De zienswijze van deze bedrijven is niet terug te vinden in de commentaarnota. Voor de bedrijven is het verwerkingsproces van de zienswijzen een onnavolgbaar proces geweest. Wat betreft bovengenoemde twee bedrijven wordt het Looveer niet als een kadegebonden bedrijfsterrein genoemd, terwijl het provinciaal beleid transport over water stimuleert. Verzocht wordt om het Looveer als zodanig te benoemen in de stukken en het kaartmateriaal. Beide bedrijven wensen dat op het industrieterrein Looveer in het kader van de voorliggende stukken, alle vigerende bestemmingen gehandhaafd blijven en deze worden ontdaan van de gelegde bestemming Gelders Natuurnetwerk. Tevens wensen beide bedrijven dat het industrieterrein Looveer als kadegebonden industrieterrein wordt aangeduid waarbij toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden worden toegestaan vanwege het provinciale belang. Namens de Bedrijvenkring Spijkse Dijk (BKS) gevestigd in Rijnwaarden geeft mw. Jordense aan dat de bedrijven een samenwerkingsovereenkomst met de gemeente en de provincie hebben afgesloten om gezamenlijk te komen tot een nieuw bestemmingsplan voor het bedrijventerrein. Uitgegaan wordt daarbij van een integraal plan (goede landschappelijke inpassing) waarbij het specifieke karakter van het terrein (watergebonden locatie) centraal staat. BKS vindt dat de regels van het RBP niet voor deze locatie zouden moeten gelden. In de Omgevingsvisie/-verordening wordt niet uitgegaan van de bovengenoemde samenwerkingsovereenkomst en de bestuurlijke afspraken. In strijd ermee worden bestemmingen gelegd en verkeerd kaartmateriaal gebruikt die niet passen bij de vigerende bestemmingen. De Omgevingsvisie moet doorwerken naar de bestemmingsplannen. BKS eist daarom dat het kaartmateriaal wordt gecorrigeerd en de bestuurlijke afspraken op een correcte wijze worden doorvertaald naar de Omgevingsvisie/-verordening. VAR is ook gevestigd op het bovengenoemde bedrijventerrein in Rijnwaarden en lid van de BKS. Op dit moment ligt een voorontwerpbestemmingsplan ter inzage. Een gedeelte van het terrein van de VAR heeft nog een heel oude bestemming en krijgt in het voorontwerpplan een bedrijfsbestemming op basis van een goed integraal plan. In juni 2013 is dit afgesproken met de gemeente, provincie en de BKS. In de Omgevingsvisie is echter dit stukje aangegeven met een groene bestemming. Tenslotte wordt door mw. Jordense aangegeven dat ook voor het bedrijf Swanenberg een verkeerde bestemming (Groene Ontwikkelingszone) is opgenomen in de Omgevingsvisie en verwacht het bedrijf dat dit alsnog wordt gecorrigeerd. Zie verder bijlage 15. Voorzitter stelt voor dat de ontbrekende zienswijze alsnog wordt meegenomen door het toe te voegen aan het verslag en de zienswijze ambtelijk nog wordt meegenomen in het proces en er een reactie opkomt naar de indiener van de zienswijze. Vanuit de Hoorcommissie wordt meegedeeld dat de provincie op de zienswijze van BKS heeft gereageerd en dat inmiddels in goed overleg met BKS de uitgangssituatie in beeld is gebracht op basis van de vigerende bestemmingsplannen. De teksten en het kaartmateriaal van de provincie zullen daarop worden aangepast. Mw. Jordense reageert dat zij deze reactie van de provincie niet kent en hierover 2 weken geleden nog overleg heeft gehad, maar als dit klopt haar inspreekbijdrage natuurlijk anders was geweest. Voorzitter zegt toe aan de inspreekster dat over de reactie van de provincie nog nader ambtelijk overleg (uitleg) zal plaatsvinden met de provincie. 3.
Sluiting (22.10 uur) Voorzitter dankt allen hartelijk voor de moeite die zij hebben genomen om aan de Staten hun mening kenbaar te maken en deelt mee dat de commissie Ruimtelijke Ordening, Water en Wonen op woensdag 14 mei om 13.00 uur vergadert over de Omgevingsvisie en Provinciale Staten uiteindelijk hierover op 9 juli definitief. U kunt beide vergaderingen volgen vanaf de publieke tribune in het Provinciehuis, maar ook live via de site www.gelderland.nl. Na de zomervakantie zal de commissie ROW op 17 september over de Omgevingsver-
6
ordening vergaderen en zullen de Staten op 24 september over de Omgevingsverordening besluiten. Arnhem, 22 april 2014, zaaknr. 2014-000011
7
uw kenmerk ons kenmerk Behandelaar productnummer betreft
,
14.0002030 Suzanne Hesseling 1305.001.001 Hoorzitting Omgevingsvisie 16 april 2014
/
STADSREGIO ARNHEM NIJMEGEN
bijlage(n)
Aan Provinciale Statenleden van de Provincie Gelderland Postbus 9090 6800 GX ARNHEM
VERZO DEN 1 5 APH 20 4 Nijmegen, 14 april 2014
Geachte Statenleden, Het College van Gedeputeerde Staten heeft op 14 januari 2014 de Omgevingsvisie en verordening in concept vastgesteld. Op 9 juli respectievelijk 24 september aanstaande
stellen uw Staten beide documenten definitief vast. Voorafgaand aan deze vaststelling
biedt u tijdens een hoorzitting op 16 april aanstaande de indieners van een zienswijze
de gelegenheid om in te spreken. Van deze gelegenheid maken wij als Stadsregio
Arnhem Nijmegen, namens onze 20 regiogemeenten, graag gebruik.
e
Majeure opgave stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen en 4 economische regio van
Nederland
Allereerst willen wij u complimenteren met de nu voorliggende documenten. Zoals al
aangegeven in onze zienswijze hebben wij de keuze voor een nieuwe aanpak bij het
opstellen van de Omgevingsvisie door middel van co-creatie zeer gewaardeerd. Uit de
vele passages in de concept-Omgevingsvisie blijkt dat de provincie Gelderland en de
vele "co-creatoren" een veel sterker accent dan voorheen leggen op stedelijke
netwerken als economische kerngebieden van Gelderland: "Stedelijke netwerken als
motor voor de economie en vanwege de voorzieningen voor de gehele regio". Niet voor
niets zijn 3 stedelijke netwerken in Gelderland door GS aangemerkt als majeure
opgaven, waaronder het stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen.
In onze zienswijze hebben wij ook aangegeven dat de focus op stedelijke netwerken èn
e de specifieke positie van de regio Arnhem Nijmegen als 4 economische regio van
Nederland voor ons van groot belang zijn . De positionering van het stedelijk netwerk
Arnhem Nijmegen als majeure opgave ziet ons College dan ook als een belangrijke
koerswijziging en is GS daarvoor erkentelijk. Ook heeft uw College het grote belang van
de regio Arnhem Nijmegen voor de gehele provincie onderkend en aangegeven zich
e mèt de partners in de regio te willen inzetten om minimaal die 4 positie te behouden,
ook dit waarderen wij zeer. Wij hopen dan ook dat U deze koerswijziging overneemt èn
e de positie van de regio Arnhem Nijmegen -minimaal 4 economische regio van
Nederland blijven!- ondersteunt.
Topsectoren
De Stadsregio Arnhem Nijmegen is dè thuisbasis van Health Valley. Tevens is een
aantal andere (top)sectoren sterk vertegenwoordigd in de regio (o.a. EMT, logistiek,
creatieve industrie). De economische kracht van deze regio, óók voor de provincie,
wordt versterkt door de aanwezigheid èn vooral de concentratie van belangrijke (top)sectoren in dit gebied. Concentratie en clustering van dergelijke sectoren, zo blijkt uit onderzoek èn Rijksbeleid, is niet alleen van groot belang voor de betreffende regio, maar ook voor de betreffende sectoren (agglomeratiekracht en urbanisatievoordelen). Uit de diverse planstukken (concept Omgevingsvisie, Commentaarnota) en mondelinge toelichtingen is tot op heden niet helder welke koers de provincie wil uitstippelen: zowel clustervorming als passages over spreiding zijn in de diverse planstukken te vinden. Dit lijkt op gespannen voet te staan met de realiteit (steeds verdergaande clustering), de visie van de Rijksoverheid (voorstander van ruimtelijk-economische clustering) maar ook met het grijpen van kansen van de sector. Concentratie van bedrijven stimuleert immers uitwisseling van kennis, ervaring, geeft voedingsbodem aan onverwachte crossovers en is daarmee ook stimulerend t.b.v. innovaties. Gelet op het voorgaande hopen wij dat U wilt bevorderen dat ruimtelijk-economische clustervorming de Gelderse beleidskoers wordt. Tot slot merken wij bij dit punt op dat in de concept-Omgevingsvisie 4 (rijks)topsectoren onderscheiden worden, terwijl er volgens het SVIR maar 3 topsectoren (Health, Food en Creative Industrie) te onderscheiden zijn in de provincie Gelderland. Naast topsectoren wordt in de planstukken ook gesproken over aandachtsectoren. Dit wekt niet alleen verwarring, maar verdeelt ook de "focus". Detailhandel De Stadsregioraad heeft op 24 oktober 2013 het Regionaal Programma Detailhandel (RPD) vastgesteld. De provincie is, net als de betrokken gemeenten, van begin af aan nauw betrokken geweest bij de opstelling van dit programma. Uw College heeft aangegeven zeer positief te zijn over het RPD en -na definitieve besluitvorming hierover het RPD, net als het Regionaal Programma bedrijventerreinen, herijking 2013 (RPB) op te nemen in de Omgevingsverordening. In de nu voorliggende planstukken is dat nog niet het geval. Wij gaan er vanuit dat het RPB en RPD vóór de vaststelling door uw Staten op 24 september aanstaande worden opgenomen in de Omgevingsverordening. Gelders NatuurNetwerk en Groene Ontwikkelingszone De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) wordt in de Omgevingsvisie omgevormd in het Gelders NatuurNetwerk en de Groene Ontwikkelingszone. Hiermee zet de provincie stevig in op het verbeteren van de Gelderse natuur en de landschappelijke kwaliteiten. De ambities van de provincie voor wat betreft het Gelders NatuurNetwerk en de Groene Ontwikkelingszone zijn hoog. De beschikbare middelen en instrumenten die hiervoor ingezet kunnen worden zijn, zoals blijkt uit de nu voorliggende planstukken, echter beperkt. Een aantrekkelijk vestigingsklimaat is naast een goede bereikbaarheid en de aanwezigheid van topsectoren belangrijk voor de positionering van de regio Amhem Nijmegen. Een aantrekkelijk vestigingsklimaat wordt voor een belangrijk deel ook bepaald door de aanwezige natuur- en landschappelijke waarden in onze regio. Mede gelet op het voorgaande verzoeken wij U dan ook de ambities voor wat betreft natuur en landschap krachtiger met middelen en instrumenten te ondersteunen. Tot slot wensen wij U veel inspiratie en wijsheid toe bij uw beraadslagingen en besluitvorming ter attentie van de Omgevingsvisie en -verordening. Hoogachtend, Het College van Bestuur Stadsregio Arnhem Nijmegen d e eta ris
e
G LDERLAND
In
Bijlage 2 ONTVANGEN MAIL -----Oorspronkelijk bericht----
Van: Bertus van de
Verzonden: donderdag 17 april 201410:45
Onderwerp: zienswijze Van de Heg, nr 1680009
Goede dag, heren.
Gisteravond zijn wij, Jaap en Bertus van de Heg in Arnhem wezen inspreken na aanleiding van
onze zienswijze.
gesprek waar we onze zorgen uit konden spreken, ook het feit
Dit was in onze ogen een dat er zonder enige informatie verstrekking veranderingen werden doorgevoerd werd als
zeer onwenselijk.
We hebben ook de Statenleden en geïnteresseerde uitgenodigd om 7 mei s' avonds om een uur
of 8 bij ons langs te komen en dan in overleg te gaan met de betreffende ondernemers uit het
te komen zodat wij onze
gebied, deze heb ik al uitgenodigd en hebben toekomstvisies voor onze bedrijven kunnen delen met de Statenleden en geïnteresseerde.
Na afloop van de hoorzitting zijn wij benaderD door de heer Fons Goselink (ambtenaar) en hij
wees ons op het feit dat al durende het proces het betreffende gebied weer is ingedeeld als
landbouwontwikkeling gebied.
Hiermee is voor ons de angel eruit en zal 7 mei kunnen komen te vervallen.
Als er geïnteresseerde zijn deze uiteraard wel welkom op deze avond voor een goed
gesprek.
Met vriendelijke groeten,
Bertus en Jaap van de Heg.
9
•• •••• Aan Provinciale Staten van de Provincie Gelderland Postbus 9090 6800 GX ARNHEM
Zevenaar
Gemeente Zevenaar Postbus 10 6900 AA Zevenaar T (0316) 595 111 f (0316) 595100 E
[email protected] www.zevenaar.nl
datum: ons kenmerk: behandeld door:
16 april 2014 S& O/Bestu urssecretariaat J.G. van Norel-Hansen,
Geachte Statenleden, Ik wil beginnen met een compliment voor de inspanning om de Omgevingsvisie in co-creatie tot stand te brengen. Dit past in de nieuwe rol van de overheid en de veranderende relatie tussen overheden en samenleving . De gemeente Zevenaar ziet dit als een doorlopend gezamenlijk proces, waarbij partijen met elkaar in gesprek blijven. Naar aanleiding van de Commentaarnota wil ik nog specifiek aandacht vragen voor 3 onderwerpen: 1. -Meer aandacht voor de flanken (stedelijke regio's) dus niet alleen voor de centrale stad
-Het opnemen van de ontwikkelingsas (S-as)
2. -Regionale afspraken niet per definitie als sturingsfilosofie 3. -Geen windturbines in "waardevol open landschap" 1. Meer aandacht voor de 'flanken': De nu voorliggende tekst van de Omgevingsvisie zet nadrukkelijk in op meer aandacht voor de stad dan voorheen. De gemeente Zevenaar, met zowel een stedelijke kern als landelijke dorpen, kan deze gedachtenlijn volgen. De stad wordt echter te beperkt begrenst. In de stedelijke regio Arnhem-Nijmegen , functioneren de 'flanken ' als een integraal onderdeel van de netwerk stad . Neem de Zwaan bv als metafoor, waarbij de romp (middengebied) niet zonder de vleugels (flanken) kan . Op de flanken wonen werknemers en zijn bedrijven en voorzieningen gevestigd . Deze leveren een belangrijke bijdrage aan het functioneren en de concurrentiekracht van de stedelijke regio. Op de flanken zijn nieuwe locaties gevonden voor regionale bedrijven. Zo is zo'n 10 jaar geleden expliciet aan Zevenaar het verzoek gedaan om regionale bedrijven te accommoderen , de locatie 7Poort is vervolgens als regionaal bedrijventerrein in ontwikkeling gebracht. Op de flanken wordt een substantieel programma van woningen en voorzieningen, ó6k ten behoeve van het stedelijk netwerk, gerealiseerd . Friso de Zeeuw, praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling TU Delft, constateerde recentelijk nog dat "het de stedelijke regio's zijn waarnaar het zwaartepunt verschuift, en dus niet de stad alleen" 1.
1
Friso de Zeeuw, praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling TU Delf!; Groepen komen en gaan in Krentenbollendorpen , Binnenlands
Bestuur, 7 april 2014 ht!p:/Iwww.binnenlandsbestuur.nl/krentenbollendorp. "het maakt eens te meer scherp dat het de stedelijke regio's zijn waarnaar het zwaartepunt verschuift, en dus niet de stad alleen"
Bankrekening: 28.50 .10.085 IBAN reken ing: NL45 BNGH 0285 0100 85
Bezoekadres: Kerkstraat 27 6901 AA Zevenaa r
Openingstijden: ma. t/m vr. Avondopenstelling: woensdag
8.30 - 12.30 uur 16.00-19 .30 uur
2/2
In de omgevingsvisie dient daarom de focus niet uitsluitend op de centrale stad gelegd te worden, maar ook op de stedelijke regio; de steden inclusief de 'sub-urbane' flanken . In die zelfde lijn mis ik in de omgevingsvisie de vertaling van de zogenaamde S-as. De verstedelijkingsas die de lijn volgt van het regio-spoor van Wijchen naar Zevenaar en onderdeel is van de verstedelijkingsafspraken binnen de regio . De S-as is de verbinding tussen de west en de oost flank. Naast een algemene focus betekent dit dat met name langs deze as naast mobiliteit en regionale knooppunten ook mogelijkheden zijn voor ruimtelijke ontwikkeling, geïnvesteerd wordt in de bestaande voorraad én het op orde brengen van de regionale infrastructuur. ~ Dit pleit ervoor om NIET uitsluitend de aandacht voor de centrale stad op te nemen maar dit te wijzigen in de stedelijke regio's en hierbij tevens de zogenaamde S-as leidend te laten zijn .
2. Regionale afspraken niet per definitie als sturingsfilosofie De Omgevingsvisie zet in op het maken van regionale afspraken. De provincie wil afspraken die in de regio worden gemaakt over bijvoorbeeld programmering en ruimtelijke ontwikkelingen overnemen en daarmee als beleidskader vaststellen . Om de Omgevingsvisie flexibel te houden worden de afspraken periodiek geactualiseerd. Wij onderschrijven deze benadering maar vragen ook uw aandacht voor rechtszekerheid en de positie van de individuele gemeente. Het zal u niet vreemd zijn dat belangen van de individuele gemeenten anders kunnen zijn . Het is daarom niet wenselijk om regionale afspraken per definitie bij meerderheid vast te stellen . Bij ruimtelijke ontwikkelingen is vaak sprake van een langdurig voorbereidingsproces met bijbehorende risico's. Het is niet opportuun dat afspraken en of spelregels tijdens dit langdurige proces gewijzigd worden. ~
Zonder afbreuk te willen doen aan flexibiliteit en maatwerk en afhankelijk van de effecten en de reikwijdte , verzoek ik u om in voorkomende gevallen, Provinciale Staten bij het wijzigen van bestaande afspraken een rol te geven . Vooral omdat de Omgevingsvisie meer procesmatig is ingestoken , is het wenselijk dat dit duidelijker in de tekst wordt verwoord.
3 Geen windturbines in "waardevol open landschap": In de Omgevingsvisie zijn locaties opgenomen waar windturbines nadrukkelijk zijn uitgesloten. Dit betreft de gebieden met kwetsbare ecologische en cultuurhistorische waarden . Daarnaast beoogd u kwetsbare gebieden waarbij openheid de kernkwaliteit is te beschermen met de aanduiding 'Waardevolopengebied'. Tot zover kunnen wij de verschillende gebiedswaarden volgen . Het is echter onbegrijpelijk dat nou net in deze gebieden waarbij openheid als kernkwaliteit, wordt gezien , windturbines NIET zijn uitgesloten. Dit omdat windturbines per definitie de openheid van een gebied aantasten . Het toestaan van windturbines, die de kwaliteit van openheid aantasten , valt naar onze mening echter niet te rijmen met de waarden die we in het "Waardevol open gebied" willen beschermen. Ook niet wanneer aangegeven wordt dat deze landschappelijk moeten worden ingepast want dat is namelijk onmogelijk! ~ In dit kader verzoeken wij u dan ook dringend om 'Waardevol open landschap' eveneens te benoemen als 'Locatie waar windturbines zijn uitgesloten'.
Hoogachtend, Namens bur e§.[Il~~
Land- en Tuinbouw Organisatie Noord
Notitie
Standpunt van LTO Noord Gelderland over de Omgevingsvisie Omgevingsvisie Gelderland Op 14 januari 2014 hebben Gedeputeerde Staten de omgevingsvisie Gelderland in concept vastgesteld . LTO Noord Gelderland heeft de volgende analyse van de omgevingsvisie gemaakt en er 10 conclusies aan verbonden . Proces GS hebben de omgevingsvisie vastgesteld na beoordeling van alle ingediende zienswijzen. Zij hebben de
overleggen en gesprekken met medeoverheden, maatschappelijke organisaties en burgers hierbij betrokken.
Co-creatie is het sleutelwoord.
GS hebben de omgevingsvisie ter vaststelling aangeboden aan Provinciale Staten. Het vervolg staat nog niet vast,
omdat PS over hun eigen agenda gaan. Alles wijst erop dat de omgevingsvisie voor de zomer wordt vastgesteld en
de omgevingsverordening na de zomer. PS zijn voornemens om een aantal bijeenkomsten te organiseren waarbij
zij de indieners van zienswijzen en eventuele andere betrokkenen de gelegenheid bieden om hun mening naar
voren te brengen over de omgevingsvisie. Ook PS willen invulling geven aan de co-creatie.
Toekomstbestendig Gelderland (1) In het eerste hoofdstuk worden de sturingsfilosofie, het doel en de aanpak van de omgevingsvisie verwoord. Centraal staan de maatschappelijke opgaven. De provincie heeft gezocht naar gedeelde opgaven. Dit zijn opgaven die tot stand zijn gekomen na gesprekken met overheden, organisaties en particulieren. De doelen, die hierop zijn geënt, worden vaak alleen in kwalitatieve zin beschreven. Sturen op kwaliteit; niet op kwantiteit. De overheid lost deze opgaven niet alleen op. De opgaven zijn namelijk niet 'van' de provincie, zo valt te lezen. De overheid is één van de vele spelers. De provincie nodigt partijen uit om bij te dragen aan het oplossen van deze opgaven en het realiseren van de doelen. Partijen wordt gevraagd initiatief te nemen. Zij hebben dan een behoorlijke mate van vrijheid om te bepalen wat zij willen doen en hoe zij het willen doen. De provincie wil zo weinig mogelijk normerend zijn; alleen als het echt nodig is. Dat wordt vastgelegd in de provinciale omgevingsverordening. De verordening is het - noodzakelijkerwijs strenge - sluitstuk. Toch is er een sterke neiging bij medeoverheden, maar ook bij maatschappelijke organisaties om meer duidelijkheid te vragen. Wat bedoelt de provincie? Hoe moeten kwaliteitsdoelen worden getoetst? Dit leidt tot meer informatie, meer kaders en het meer dichtregelen van mogelijkheden. Hier staat tegenover dat minder beleidsruimte meer rechtszekerheid, meer objectivering en minder willekeur oplevert. Deze laatsten zijn belangrijke grondslagen in de ruimtelijke ordening. GS hebben nog meer dan in de vorige versie het belang van co-creatie, een gezamenlijke aanpak, partnerschap benadrukt. LTO Noord Gelderland vindt dit een belangrijk vertrekpunt. Wij stellen vast dat deze omgevingsvisie een goede basis vormt om invulling te geven aan onze eigen toekomstvisie Agrarisch Ondernemend Gelderland. Deze toekomstvisie heeft als doel een agrarische sector die perspectiefvol is en maatschappelijk gewaardeerd wordt. In Agrarisch Ondernemend Gelderland staat dat de land- en tuinbouw een economisch gedreven sector is. Ontwikkelingen zijn alleen perspectiefvol als zij ook in economisch opzicht duurzaam zijn. Dat betekent dat investeringen terugverdiend moeten kunnen worden. De agrarische sector moet in nationaal en internationaal verband concurrerend zijn. Daar is haar voortbestaan van afhankelijk evenals het kunnen halen van haar ambities. Deze randvoorwaarde is uiterst essentieel. Wij willen de uitdaging van co-creatie, een gezamenlijke aanpak en partnerschap zeker aangaan, maar deze randvoorwaarde dient in de omgevingsvisie duidelijker naar voren te komen. De sturingsfilosofie in dit hoofdstuk is een verademing en inspirerend, zeker in vergelijking met het streekplan van 2005. Toch ligt het gevaar van 'dichtregelen' op de loer. Bij het streekplan hoort een veelheid aan bijlagen, toelichtingen, verdiepingen en niet in de laatste plaats de omgevingsverordening, ook weer met een uitgebreide toelichting. De terugval naar 'oud beleid' en 'oud gedrag' is ondanks alle goede bedoelingen nog zeer reëel. LTO Noord - Zwartewaterallee 14 - 8031 DX Zwolle - Postbus 240 - 8000 AE Zwolle T 088 - 888 66 66 - F 088 - 888 66 34 - E
[email protected] - I www.ltonoord.nl Het hoofdkantoor is gevestigd in Zwolle
Conclusie 1 LTO Noord Gelderland vindt dat bij de ambities van de omgevingsvisie het economisch randvoorwaarde duidelijker naar voren dient te komen.
als
Conclusie 2 LTO Noord Gelderland hecht aan het uitgangspunt van decentralisatie: 'centraal wat moet, decentraal wat kan'. Dat wil zeggen dat verantwoordelijkheden op het juiste niveau moeten worden gelegd. Aspecten als objectiviteit en (rechts)gelijkheid moeten evenwel niet uit het oog worden verloren. Dat pleit ervoor om een aantal onderwerpen bovengemeentelijk • regionaal of zo nodig • te Dan gaat het bijvoorbeeld om de invulling van de grondgebondenheid bij de melkveehouderij en om de extra eisen voor de intensieve veehouderij. Dit mag evenwel niet leiden tot een zodanige detaillering dat centrale begrippen als uitnodigingsplanologie en beleidsvrijheid teniet worden gedaan.
De twee provinciale hoofddoelen zijn:
- Duurzame economische structuurversterking
- Borgen van de kwaliteit en veiligheid van de leefomgeving.
Deze twee doelen zijn onveranderd. Wel valt op dat bij het tweede doel het belang van de volksgezondheid
Dat is nieuw, althans wordt nu expliciet genoemd. Energietransitie (3.2)
De provincie streeft naar energieneutraliteit in 2050. Een omslag van fossiele energie naar hemieuwbare energie.
Zuinig van energie en grondstoffen; de kringloop sluiten. biobased economy, waaronder innovaties
rond biomassa, ruim De omgevingsvisie sluit wat dit betreft goed aan op toekomstvisie van Noord Gelderland. Wat betreft windenergie faciliteert de provincie het voor gemeenten en regio's om tot locaties te komen. Als dit zoekproces niet voldoende megawatt oplevert om te kunnen voldoen aan de provinciale taakstelling met he! rijk is afgesproken, dan zal de provincie zelf locaties gaan aanwijzen. Windenergie in parkopstelling is de hoofdlijn. Solitaire turbines worden niet uitgesloten. De neemt in met de gemeenten in regionaal verband hierover nog een besluit. Hier wordt dus een kleine opening Ç!etlo
De ambitie van provincie is dal land- en tuinbouw bijdraagt aan een sociaal en maatschappelijk draagvlak heeft en concurrentie op de wereldmarkt aan kan.
De provincie noemt in dit verband specifiek:
- vergroting van agrarische bouwpercelen
- structuurversterking van de grondgebonden landbouw
clustering en herstructurering van de tuinbouw - stimulering van innovaties
landelijk gebied,
Grondgebonden landbouw (3.4.1)
Hier staat een aantal opgaven, maar de beleidsdiscussie spitst zich toe op grondgebondenheid. De provincie wil
voorkomen dal er grondloze melkveehouderijbedrijven ontstaan. De productie moet grondgebonden blijven.
2
Dat wil zeggen dat het beschikt over cultuurgrond om voor de dieren op hel voor meer dan 50% in de ruwvoerbehoefte te kunnen voorzien. ondernemer moet bij de vergunningaanvraag een grondgebruiksplan overleggen. Dit Îs de omschrijving. De exacte definitie laat de provincie over aan de f'lorno",nta Grondgebondenheid komt dus niet in de provinciale verordening te staan. Evenmin kom! er een grens in de verordening te staan voor de omvang van grondgebonden veehouderijbedrijven. Gemeenten moelen de uitbreiding van een bedrijf wel toetsen aan de ruimtelijke kwaliteit. Gemeenten kunnen uiteraard wel een bovengrens stellen in het bestemmingsplan. Vaak gebeurt dat al. In Provinciale is er brede steun voor grondgebondenheid. Wel zijn er opmerkingen bij de omschrijving. Is die wel duidelijk genoeg? Sommige Statenfracties vinden de definitie te ruim; anderen te streng. Conclusie 4 Noord Gelderland stelt vast dat de omschrijving van grondgebondenheid in principe voldoende ruimte biedt voor de gewenste ontwikkeling van melkveehouderij. Gemeenten zullen deze omschrijving nader moeten invullen in het bestemmingsplan. De omschrijving moet voldoende concreet zijn om eraan te kunnen toetsen. Deze invulling kan het beste op regionaal niveau plaatsvinden. l TO Noord Gelderland vindt hierbij betrokken dient te worden. Niet·grondgebonden veehouderij (3.4.2)
De provincie handhaaft de reconstrucliezonering. In wordt zij uitgebreid omdat het Rivierengebied nu
wordt aangemerkt als verwevingsgebied.
Wel de provincie voor te sorteren op het verdwijnen van de door de verschillen tussen LOG's,
verwevingsgebieden en extensiveringsgebieden te verkleinen.
Nieuwvestiging in LOG's wordt verboden behoudens de lopende verplaatsingsgevallen.
Ontwikkelingsruimte moet worden verdiend in alle 3 gebiedscategorieën. Het onderscheid is bijna
verwaarloosbaar.
Bij uitbreiding waarbij een vergroting van hel bouwblok nodig is, moel ondernemer op minimaal drie van de
vier aspecten een 'plus' Die
- milieu
- dierwelzijn
- volksgezondheid
- ruimtelijke kwaliteit
De provincie gaat deze plussen concreet invullen, bijvoorbeeld door een puntensysteem. Wel overlegt de
provincie met de gemeenten om in regionaal verband tot een nadere invulling te komen. Een soort handreiking. De
individuele beoordeling in het kader van het vergunningentraject blijft bij de gemeente. De provincie toetst of het
gemeentelijk bestemmingsplan invulling geeft aan de omgevingsvisie.
De aanscherping zit in het feit dat nu voor elke uitbreiding waarvoor een bouwblokvergroting nodig is, extra eisen
worden gesteld. In vorige versie waren de extra eisen gekoppeld aan de bovengrens van LOG's en
Een gevolg hiervan is dat de provincie geen bovengrens meer hanteert voor de niet-grondgebonden veehouderij.
De maatvoering van 1,5 hectare respectievelijk 1 hectare staat meer in de omgevingsvisie.
In Provinciale zijn er nogal wat fracties bezwaren hebben tegen voorstel van GS om extra eisen te
stellen. De argumentatie is wat verschillend. Er echter ook partijen die vinden dat de intensieve veehouderij
te ruimte wordt Die dat strenger moet. wordt dan voorbeeld Conclusie 5
Het onderscheid tussen lOG's, verwevingsgebieden en extensiveringsgebieden is nu nagenoeg vervallen.
lTO Noord Gelderland kan instemmen met het schrappen van de nieuwvestigingsmogelijkheid in
LOG's en met de van 'plussen'.
3
Voorwaarde is dan wel dat de reconstructiezonering wordt geschrapt. LOG's, verwevingsgebieden en extensiveringsgebieden moeten worden samengevoegd tot één gebiedscategorie. De extensiveringsgebieden hebben als doel kwetsbare natuur te beschermen. Die bescherming blijft bestaan als gevolg van landelijk beleid: Natura 2000 beleid en het handhaven van de Wet Ammoniak en Veehouderij waardoor de WAV-zones blijven. Extensiveringsgebieden voegen niets meer toe en zijn dus overbodig. Conclusie 6 LTO Noord Gelderland vindt de aanscherping van GS te ver gaan om voor elke uitbreiding van het bouwblok extra eisen te stellen. Dan wordt een onnodig zware procedure gehanteerd ook voor beperkte uitbreidingen. LTO Noord Gelderland vindt dat de extra eisen alleen van toepassing moeten zijn bij uitbreiding van het bouwblok boven de 1 of 1,5 hectare. De te stellen eisen moeten reëel zijn, dat wil zeggen haalbaar en betaalbaar voor de ondernemer. De ondernemer moet erop kunnen rekenen dat hij zijn investering kan terugverdienen. LTO Noord Gelderland vindt dat er een evenwicht moet zijn tussen de drie p's: people, planet, en profit. De eerste twee p's zijn beschreven in de omgevingsvisie; de derde niet. Dat is onterecht. Ook 'profit' dient een volwaardige plaats te krijgen in de omgevingsvisie. LTO Noord Gelderland vindt dat de uitwerking van de plussen het beste op regionaal niveau kan plaatsvinden. Zij wenst hierbij betrokken te worden. Tuinbouw (3.4.3) Het beleid voor de glastuinbouw wordt ongewijzigd voortgezet: concentratie en herstructurering.
Een wijziging is dat de reservelocatie Kamervoort niet meer in haar geheel voor de glastuinbouw wordt
gereserveerd. De provincie reserveert slechts een deel van deze reservelocatie. Een en ander is afgestemd met
de gemeente Lingewaard. Volledige reservering lijkt niet meer haalbaar. Wel is het van belang dat ook in het deel
van Kamervoort dat als reservering wordt geschrapt, geen ontwikkelingen plaatsvinden die de vestiging van
glastuinbouw op termijn onmogelijk maken. Het bestemmingsplan van Lingewaard zal hierin moeten voorzien.
De omgevingsvisie geeft geen kader meer aan voor de grondgebonden tuinbouw. Geen woord over containerteelt
of teeltondersteunende voorzieningen . Dit ziet de provincie als een gemeentelijke aangelegenheid . Dit is een mooi
voorbeeld van loslaten.
Mooi Gelderland (4)
In dit hoofdstuk staat de ruimtelijke kwaliteit - het verbeteren ervan - centraal. De provincie wil ontwikkelingen
mogelijk maken met behoud en verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Bouwmeesterschap is het sleutelwoord.
Het gaat om zaken als vormgeving, architectuur, beeldkwaliteit en sfeer maar ook sociaal-culturele inbedding,
identiteit, cultuurhistorie en erfgoed .
Archeologie (4.1.8.2) De omgevingsvisie is omtrent archeologie vrij abstract en mild. Ruimtelijke plannen en projecten die archeologische gegevenheden in de bodem kunnen aantasten, moeten zoveel mogelijk rekening houden met bekende en te verwachten archeologische waarden. De invulling hiervan laat de provincie over aan de gemeenten. Voor de Romeinse Limes heeft de provincie eigen beleid (zie 4.2.4.1.4). Dat gaat verder. Gelders Natuurnetwerk (4.2.1) Het GNN bestaat uit alle terreinen met een natuurbestemming binnen de voormalige EHS. Het GNN wordt met 5.300 hectare nieuwe natuur uitgebreid in plaats van met 11 .500 hectare. Er wordt een zoekgebied van 7.300
hectare begrensd, dat uiteindelijk wordt teruggebracht naar 5.300 hectare. De vrijkomende 2.000 hectare krijgt dan
de status groene ontwikkelingszone (GO).
Voor het GNN geldt het 'nee, tenzij' beginsel, zoals we dat ook al kenden voor de EHS.
4
(economische) functies
beperkte ontwikkelingsmogelijkheden. Bij aantasting is vereis!. Uit de definitie van het GNN volgt dat alle bebouwde delen binnen GNN worden aangemerkt. Dan om fabrieksterreinen, maar ook bedrijven. Zij krijgen aanduiding groene ontwikkelingszone. Op waarop het GNN is aangegeven moet dit blijken. De kaart heeft hierdoor een zeer grote detaillering. Het is niet doenlijk dit voor alle agrarische bedrijven in het GNN te controleren. We gaan er vanuit dat dit zonder fouten is gebeurd of dal de kaart anders nadien wordt gecorrigeerd. Kleine grenswijzigingen in het GNN en de GO kunnen via een eenvoudige procedure worden doorgevoerd. Dat wil dat PS dit mandateren aan GS. K"''''OIOIln".''
Groene ontwikkelingszone
De GO bestaat uit de voormalige EHS-verweving en EHS-verbindingszones. Ook de weidevogel- en
ganzenfoerageergebieden maken uit van de GO. Als de foerageergebieden worden vervangen door
rustgebieden voor ganzen, dan wordt de desbetreffende kaart hierop aangepast. In de GO is een sterke verweving
van functies. Er is ruimte voor verdere economische ontwikkeling in combinatie met een (substantiële)
van samenhang tussen en inliggende natuurgebieden. In de GO is ruimte voor nieuwe
ontwikkelingen en voor een beperkte uitbreiding van bestaande bedrijven. Bij een beperkte uitbreiding gaat het om
het saldo' versterken van de kernkwaliteiten. In dat saldo zijn een vergroting van de oppervlakte natuur en
versterking van de ecologische samenhang een belangrijke voorwaarde.
Nieuwe natuurelementen gerealiseerd zijn, toegevoegd aan het GNN.
~"rr":"CrI,t"n moeten dit opnemen in hun bestemmingsplannen. In de verordening staat hierover
een bepaling opgenomen. In GO kan uitbreiding van functies met meer dan 30% mogelijk worden
gemaakt indien wordt aangetoond dat de kernkwaliteilen in onderlinge samenhang bezien, per saldo substantieel
worden versterkt. Voor uitbreidingen tot 30% is het voldoende als er een goede landschappelijke inpassing is en
de kernkwaliteiten van GO niet worden (art.
Conclusie 7
LTO Noord Gelderland vindt het planologisch regime voor het GO te streng. De substantiële versterking
van de kernkwaliteiten waaraan bij uitbreiding moet worden voldaan, zal in praktijk een verplichting
betekenen om nieuwe natuur te realiseren. Dit lijkt op verplichte winkelnering en dat gaat te ver. Nieuwe
natuur moet gefinancierd te uit publieke middelen en niet door een planologische plicht. Dit is een
verkeerde manier van het invullen van 'ontwikkelingsruimte moet je verdienen'.
De gekozen systematiek heeft als veronderstelling in zich dat elke uitbreiding van het agrarisch bedrijf
leidt tot een aantasting van de kernkwaliteiten. Dat is onjuist. Landbouw is een bestaande functie en de
belangrijkste drager van het landschap in de GO. Uitbreiding is dan geen aantasting maar veeleer een
versterking.
LTO Noord Gelderland stelt vast dat de omgevingsvisie de agrarisch ondernemer al een algemeen
regime voorschrijft. Hij moet zijn uitbreidingsplannen overleggen met omgeving en hij moet zorgen
voor een goede landschappelijke inpassing. Voor de veehouderij komen daar nog een aantal specifieke
eisen bij. Nog meer eisen vindt LTO Noord Gelderland niet acceptabel. Het regime voor uitbreidingen tot
30% moet voor alle uitbreidingen van agrarische bedrijven gelden.
Nationale landschappen (4.2.4.1.1)
Ontwikkelingen zijn mogelijk zolang zij de kern kwaliteiten van voortzetting van het huidige beleid.
nationale landschappen niet aantasten. Dit is een
5
Waardevol open gebied (4.2.4.1.2) en Nieuwe Hollandse Waterlinie (4.2.4.1
Ook hier is van voortzetting van het beleid, Openheid is in deze een kernkwaliteit. Die
moet behouden worden. Voor deze twee is expliciet opgenomen dat uitbreiding van agrarische
bebouwing op of aansluitend op het bestaande bouwperceel mogelijk is. Voorwaarde is een zorgvuldige
landschappelijke inpassing.
Romeinse Limes (4.2.4.1.4)
De wil Limes tegen ongewenste ingrepen en verder en beleefbaar maken.
Er loopt een bij de Unesco om de Limes aan te wijzen werelderfgoed,
Vooralsnog worden de bestaande archeologische monumenten aangewezen samen met de overige terreinen van
Archeologische Monumentenkaart In gebieden die deze monumenten en terreinen met elkaar verbinden mogen de kemkwaliteiten niet worden aangetast. De verordening dat activiteiten die de kern kwaliteiten van de Limes niet zijn De kernkwaliteiten zijn zeer summier omschreven, De kaart met een begrenzing van Limes ontbreekt tot nog toe. groot deel van de Oost Betuwe en het Rijnstrangengebied vallen onder Limes. Conclusie 8 Gebieden waar archeologische waarden uit de Romeinse tijd daadwerkelijk aanwezig zijn, moeten worden beschermd. LTO Noord Gelderland vindt dat de dit nauwkeurig moet onderzoeken en op kaart moet vastleggen. De huidige kaart met een globale begrenzing van begrenzing van de Limes is niet acceptabel. Daar waar niet vaststaat dat deze waarden aanwezig zijn, moet de agrarische sector niet worden belemmerd. pilot archeologie en boomteelt, in de Nederbetuwe is uitgevoerd, moet zijn vertaling krijgen in omgevingsvisie. Water en natuur (4.2.6) De provincie wil de watercondities voor verdroogde natte landnatuur herstellen. Het doel is om in 2016 in de belangrijkste gebieden de waterhuishouding op orde te hebben en in 2020 voor alle Natura 2000 gebieden. De voor verdroogde natte landnatuur mogen niet tenietgedaan worden waterhuishoudkundige ingrepen in de directe omgeving. Daarom handhaaft de provincie vooralsnog de hydrologische bescherrningszones, Voor zover deze zones builen het GNN liggen, wordt in eerste helft van 2014 met partners bezien of en hoe het aantal en de omvang van de beschermingszones kan worden ingeperkt. Daarbij zal ook worden bezien of opname in de omgevingsverordening aan de orde is, Conclusie 9
LTO Noord Gelderland vindt de hydrologische beschermingszones veel te Het voorstel van GS om
deze zones nader te bezien en in te perken kan worden onderschreven. Het is belangrijk om hiermee snel
te beginnen en dit te vertalen in de kaart van de omgevingsvisie. Binnen hydrologische
beschermingszones die blijven, mogen bestaande agrarische activiteiten niet worden belemmerd.
HEN-wateren (4.2.6.3.1)
Het huidige beleid wordt Alleen wateren zelf deze en niet de
strook grond. Deze wateren maken deel uit van het GNN met bijbehorende beschenming,
Rust, ruimte en stilte (4.3.5)
De diversiteit van geluid, wat in sommige een laag geluidsniveau betekent, is een hal<>nl'lrlll<
belevingskenmerk, Een laag geluidsniveau positieve gezondheidseffecten op mensen. De provincie laat de
aanwijzing van de huidige stiltegebieden vervallen. Dat is positief. Maar er komt wel iets voor in de De
provincie merkt rust, ruimte en stilte aan als kernkwaliteiten van het GNN en de GO.
6
Het risico zit erin dat agrarische ontwikkelingen binnen de GO toch niet mogelijk zijn vanwege geluidstoename dan wel geen geluidsafname. Conclusie 10 Geluid dat voortkomt uit agrarische activiteiten moet worden aangemerkt als gebiedseigen. Dat geldt ook voor de GO. LTO Noord Gelderland vindt dat uitbreiding van agrarische bedrijven, wat leidt tot een hogere geluidsbelasting, mogelijk moet zijn. De huidige regelgeving biedt voldoende bescherming. Eventuele compensatie ter versterking van de kernkwaliteiten van de GO kan niet aan de orde zijn. WAV-zones In één van de bijlagen bij de omgevingsvisie valt te lezen dat de WAV-zones gehandhaafd blijven. Vestiging van veehouderij is niet toegestaan. Melkveebedrijven kunnen uitbreiden tot 200 melkkoeien met bijbehorend jongvee. Dit is een gevolg van landelijk beleid. Zolang de WAV blijft bestaan, blijven er noodzakelijkerwijs WAV-zones. Kaarten bij de omgevingsvisie De provincie bepaalt voor een aantal gebiedscategorieën het planologisch beleid. Dat wordt vastgelegd in de provinciale verordening. De desbetreffende kaarten zijn zeer gedetailleerd. Het is niet doenlijk om al deze kaarten op detailniveau te controleren. Eventuele onjuistheden die later aan het licht komen, moeten via een eenvoudige procedure kunnen worden gecorrigeerd. Slotopmerking De omgevingsvisie is op zichzelf een relatief beknopt document. Maar de vele bijlagen, toelichtingen en verdiepingen maken dit alles met elkaar tot een zeer omvangrijk document. Het gevaar bestaat dat de sturingsfilosofie van de omgevingsvisie hierdoor ernstig in het gedrang komt.
7
van Provinciale Staten,
Geachte
Natuur en Milieufederatie heeft intensief meegedacht over onderdelen van
De
voor u liggende Omgevingsvisie. Met name aan
natuur en landschapsparagraaf
we als GNMF meegeschreven. De GNMF wil de provincie complimenteren met ken over
waarop we hebben kunnen Alhoewel de
manier
paragraaf.
MF vraagtekens zet bij de eenzijdige gerichtheid van deze Omgevingsvisie op
de economie onderschrijft zij wel
volgende uitgangspunten:
omgevingsvisie een rollende agenda
1. Maak van
2. Realiseer nieuw beleid door middel van 3.
aan dit nieuwe beleid
4. Leg nadruk op uitnodigingsplanologie en
verhogen van kwaliteit.
Vanuit bovenstaande gedeelde uitgangspunten hebben we de volgende opmerkingen en aanvullingen: 1. Ten aanzien van Onderwerpen
rollende agenda: de Gelderse ladder voor duurzaam ruimtegebruik, hydrologische
bescherming natte landnatuur, stiltebeleid en windenergie zijn onderwerpen die genoemd worden om De GNMF stelt voor
op te ontwikkelen.
komende tijd nieuw
volgende onderwerpen aan dit rijtje toe te voegen: Wat is
landbouw en wat verstaan we onder een 'plus' voor mi dierenwelzijn, volksgezondheid en ruimtelijke kwaliteit bij Bij wie
veehouderij?
de invulling op het bordje: provincie enjof
het selectief schrappen van onderdelen van omdat
geldt ook voor
Reconstructie. We stellen dit voor
beleidspunten in de Omgevingsvisie niet door co-creatie zijn vastgesteld
én het meer
antwoorden
Ook is
ten aanzien
van de veehouderij volop in beweging. Vorige week nog heeft
Tweede Kamer
gestemd over het beleid van staatsecretaris Dijksma t.a.v. derogatie, mestbeleid, dierrechten en
van dit
moeten nog nader worden
uitgewerkt. Dit gebeurt de komende maanden. Het is wenselijk dat gemeentelijke beleid aansluit bij het landelijke, met heel verschillende en wellicht tegenstrijdige 2. Ten Net hebben
provinciale en
boeren niet te maken krijgen van rijk en provincie.
van het co-creatieve proces: Oost Achterhoek en omwonenden van dat:
waar
volop in
al met recht
wordt gewerkt aan het
formuleren van nieuw beleid,
nu al in de Omgevingsvisie moet worden
vooruitgelopen op de resultaten van niet nu al vooruitlopen op de mogelijke uitbreiding van Lelystad mogelijkheden en
nu al
voor de uitbreiding van Teuge in beeld te brengen. De
provincie heeft h
juist het luchthavenbesluit met een jaar uitgesteld! Maar
eerst in overleg
met de Commissie Regionaal Overleg
Vlieghinder
het Platform
overheden, bedrijfsleven en omwonenden.
geldt
voor Biezenburg. Dit
ook voor onderwerpen als bescherming natte landnatuur, waar voordat
hierover in co-creatie gesproken is nu al de verordening ten aanzien van hydrologische beschermingszone's is ingetrokken. Hierdoor wordt de bescherming van
bijvoorbeeld
minder, met alle gevolgen van
Dus niet schrappen uit
verordening, zeker ook gezien het
dat
Omgevingsvisie zelf stelt dat opnieuw opname in de verordening bezien zal worden. Ofwel: Gooi
oude
Ditzelfde geldt voor
voordat nieuwe zijn aangeschaft. stiltebeleid De provincie geeft aan te wil
beleid t.a.v. stilte
onderzoeken
is. We stellen voor dat tot die tijd stiltegebieden
worden gehandhaafd. Weliswaar doen bordjes bij het ASK met
'Stiltegebied
alleen in het weekend'
zien we
maar aan
MF
van
andere
ingsplannen wel
rekening houden met het feit dat een bepaald gebied stiltegebied is. Ook hier geldt dus:
weggooien voordat nieuwe
De provincie
ook voor
aangeschaft.
provinciale regeling natuur en
boscompensatie in te trekken. Dit betekent dat
10.000 ha natuur buiten het
huidige GNN nu zo maar kan worden omgeploegd
volgebouwd. Dit lijkt ons
uitermate onwenselijk.
de provincie juist kwaliteit wil
ook
het feit
doordat aantasting van natuur en landschap moet worden . De RO werkgroep van de manifestpartners heeft de provincie juist geadviseerd om met een basisbescherming te komen voor alle natuur en landschap. nu in te trekken zonder dat er iets nieuws voor in de plaatst komt lijkt ons uiterst onwenselijk.
3. Ten aanzien van in co-creatie gemaakte provincie
zich in
afspraken met
realisatie van 5300 ha nieuwe natuur,
manifestpartners verbonden aan de jaarlijkse
ubbeld van 200 naar 400 ha en 600 ha wordt i
wordt . Dit ook om de
van schaduwwerking van deze nieuwe natuur te beperken. Daarvoor in
plaats
waren de manifestpartners bereid om in te stemmen met het schrappen van 6000 ha nieuwe natuur. De afspraak over jaar is niet
in
ha nieuwe natuur en 600
inrichting
We dringen er op aan dit wel te doen,
nu al stemmen binnen de provincie op om de jaarlijkse ambitie weer te
want er
verminderen. Afspraak is Toen de GNMF, landbouworganisaties en provincie enige jaren geleden overleg voerden over het Gelders convenant stikstof en Natura2000 is binnen 3 beheerplan perioden ofwel 18 jaar Gelderse Natura2000 gebieden dat
stikstofdepositie zover is gedaald in
Natura2000 doelen gehaald worden, ofwel afspraak zouden we graag
een goede staat van instandhouding is bereikt. Ook
opgenomen willen zien in deze Omgevingsvisie, want ook hier geldt: afspraak is afspraak. Vandaag is de evaluatie van de Algemene Rekenkamer naar de wijze waarop de provincies omgaan met blijkt dat
ruimtelijke bescherming van de EHS gepubliceerd. Daaruit
provincie Gelderland veel steken laat vallen o.a. wat betreft het toezicht
op natuurcompensatie. Er is te
overzicht, en verplichtingen blijken vooral op
Blijkbaar is
bescherming van het GNN bij
goede handen. Ook is het doodzonde omdat op
provincie niet in
goedkope, door anderen
betaalde natuur kan worden toegevoegd aan het GNN. te maken met het hebben van voldoende menskracht om plannen te kunnen begeleiden en om controle uit te kunnen worden nageleefd. Onze
is
of gemaakte
werken met kwalitatieve
meer en deskundiger personeel vergt dan de vele
op basis van
ouderwetse manier van
werken. Om dit goed uit te kunnen voeren is er personeel nodig.
ook
meer dan minder
op
zoals op planbegeleiders
maken we ons hier grote zorgen over. 4.
ten aanzien van uitnodigingsplanologie en verhogen van de kwaliteit: De manier waarop dit door wij.
provincie in GNN en GO is uitgewerkt onderschrijven
aanzien van Nationaal Landschap
uitnodigen
het wat ons
zelfs wel wat
worden geformuleerd. Wel verbaast het ons dat de provincie nog
spreekt van een 'compact' woord
van natuurgebieden. Van Dale geeft aan dat
klein, dicht op elkaar gedrongen, m.a.w. geen
kwalitatief maar een kwantitatief criterium. Nu
Blekertijd voorbij is hadden we
toch verwacht dat dit woord weer geschrapt zou worden. Ik wil weer
met de landbouw: terwijl de provincie overal streeft naar
ontwikkelen met kwaliteit zie bijv.
gebouwde
natuur en landschap, een
gezonde en veilige leefomgeving, is het landbouwbeleid nog steeds gericht op kwantitatieve groei van de agrarische bouwpercelen en aantallen beesten. Wanneer verlaten we eindelijk
heilloze weg die alleen maar leidt tot meer overlast,
aantasting van de ruimtelijke kwaliteit en de niet tot een economisch gezondere veehouderij. Ter
de GNMF is bereid om bij fracties langs te komen om nog een
toelichting te geven op onze
op
Omgevingsvisie.
natuur en
Mondelina=e toelichtina= Betreft: ontwerpomgevingsvisie en ontwerpomgevingsverordening Insprekers: E. van der Linde en M. van der Linde Schurer Datum: 16 april 2014
Mijne Dames en Heren, 1.
We hebben er bezwaar tegen dat de sauna uit Putten (Tolweg 13-15) niet is ingedeeld in het
Gelders Natuurnetwerk (GNN) en ook niet in de Gelderse Groene Ontwikkelingszone (GGO).
2.
De sauna had in het GNN ingedeeld moeten worden vanwege de natuurontwikkeling die op 3,5
hectare landbouwgrond zou hebben plaats gevonden (zie het goedkeuringsbesluit van
gedeputeerde staten inzake het plandeel Tolweg 13-15/Poolseweg 20 uit het bestemmingsplan
"Westelijk Buitengebied" van 14 november 2012, bijgevoegd als bijlage 1).
De sauna had ingedeeld moeten worden in de GGO omdat alle voormalige EHS-gebieden GGO
gelabeld zijn. Tolweg 13-15 is, zoals u weet, een voormalig EHS-gebied.
3.
Uit de reactienota blijkt dat niet aan ons verzoek om de sauna in GNN of GGO in te delen
tegemoet gekomen zal worden. Dat verbaast ons. In hun heroverwegingsbesluit van 8 april 2014
betreffende het bestemmingsplan "Westelijk Buitengebied" (plandeeJ Tolweg 13-15 en
Poolseweg 20) melden gedeputeerde staten dat de sauna wel in de GGO terecht komt (bijlage
2). Wat is nu de status van deze percelen? Wel of geen GGO?
4.
In het heroverwegingsbesluit van 8-4-2014 wordt vermeld (bijlage 3) dat Sauna Dr6me de
Raad van de gemeente Putten en B&W heeft verzocht de natuurontwikkeling van voornoemde
3,5 hectare te borgen in het bestemmingsplan.
Volgens de omgevingsvisie moet de gemeente als er natuur ontwikkeld wordt dit doorgeven aan
de provincie zodat de provincie zorg kan dragen voor de aanpassing van de begrenzing van GNN
en GO aan de nieuwe situatie. (Hoofdstuk 1.2). Is u dit bekend en hoe gaat u daar mee om?
5.
We raken van deze tegenstrijdige berichten in de war. Hebben gedeputeerde staten de Afdeling
wel juist voorgelicht? Zijn uw staten juist geïnformeerd over de beoogde status van Tolweg 13 iS? Het zou immers niet de eerste keer zijn dat gedeputeerde staten er - in deze kwestie - blijk
van geven geen goed zicht te hebben op de indeling die zij hanteren en de gebieden die daartoe
behoren.
6.
Het feit dat Tolweg 13-15 nu niet in de GGO ligt, terwijl dat wel de bedoeling is, is voor ons reden
om in te spreken. We verzoeken u Omgevingsvisie/Omgevingsverordening aan te passen en wel
in die zin dat Tolweg 13-15 ofwel in het GNN ofin de GGO terecht komt Voorts verzoeken wij u
de kern kwaliteiten duidelijker te omschrijven.
7.
Onze overige bezwaren zijn duidelijk. Die gaan we hier niet herhalen. Ik dank u voor uw
aandacht.
Putten, 16 april 2014
M. Van der Linde-Schurer
nieuw
LEEFBAAR
GELDERLAND
U I T NO D I GI
G
Namens nieuw Leefbaar Gelderland heb ik u als Statenfracties uitgenodigd en uitgedaagd om de co-creatie verder voort te zetten. De Gelderse Omgevingsvisie is een zeer belangrijk document voor onze provincie. Het vaststellen van deze visie is een van de kerntaken van de provinciale overheid. Het is een waardevol proces geweest tot nu toe. Met de ambtelijke diensten van de provincie hebben we echt aan co-creatie gedaan. Samen werken aan een nieuw leefbaar Gelderland. Samen praten over de toekomst van de ruimte, de natuur, de dieren, het welzijn en de mobiliteit in onze provincie. Nu bent u als Staten aan bod. U bespreekt in mei en juni de toekomst van de provinciale ruimte. Nieuw Leefbaar Gelderland wil met u werken aan deze punten. Zo kunnen wij ook onze verbindende rol invullen. Graag gaan wij het gesprek aan over de voorliggende stukken en zien wij een uitnodiging om met u als Statenfractie van gedachten te wisselen graag tegemoet. U bent aan zet. Maak Gelderland Anders, Nieuw en Leefbaar!
Arnhem, 16 ar ril 2014.
nieuw Leefbaar Gelderland
[email protected]
LBP
Notitie
17
2014
V085642aa.00028.fw 01_000
Excluion Druten BV Druten Hoorzitting Gelderland
Dames en heren Mijn naam is Frank werkzaam LBPISIGHT. Ik vertegenwoordig in deze PNO-Pactum. PNO-Pactum heeft gronden in de Uiterwaarden langs de Waal gemeente Druten. Deze gronden zijn ingebracht in het consortium Drutensche Waarden (met 1("i(,F>rn,f'lIT,_~~I""::I1 B,V., PNO-Pactum B.V. en Rodruza BV) welke het initiatief genomen heeft tot de ontwikkeling van de Drutensche Waarden. De belangrijkste aanleiding van het komt voort uit de Ruimte voor de Rivieropgave voor het gebied. In de huidige situatie worden de Drutensche Waarden niet optimaal benut bij hoogwater. Het project waardoor de kan worden valt uiteen in vier met elkaar verbonden onderdelen: zandwinning, vernieuwen bedrijfsterrein, woningbouw en natuur ontwikkeling. In de Planologische Kern Beslissing Ruimte voor de Rivier is het project opgenomen als aanvullend project. In het Streekplan 2005 is het project opgenomen als kansrijk project. In 2007 is de startnotitie m.e.r. voor het project verschenen met daarin een aantal sterk van elkaar verschillende Om de publieke belangen en te coördineren en af te stemmen hebben Druten en provincie Gelderland begin 2009 besloten de te nemen over het publieke proces. Het doel van dit proces: een publiek kader met randvoorwaarden voor de ontwikkeling van het gebied de Drutensche Waarden, In de tijd daarna zijn ook de gemeenten West Maas en Waal en Neder-Betuwe, LNV, Oost Nederland en Rivierenland in het overleg omtrent dit gaan Het project Drutensche Waarden is opgenomen in de Visie Waalweelde, Waalweelde Midden Op de site wordt het als volgt beschreven: 'een andere opgave is een reconstructie van het Drutensche Waarden die in Midden-Waal in beeld waarmee onder andere waterstandsdaling, uitbreiding van het riviergebonden bedrijfsterrein en versterking van de ruimtelijke kwaliteit mogelijk is. Het beschikbaar hebben en houden van voldoende ontwikkelingsruimte en milieugebruiksruimte op en rond haar eigendommen vanuit het oogpunt van een ook in de toekomst nog gezond ontwikkelingsperspectief is voor PNO-Pactum essentieel.
Kelvinbaan 40, 3439 MT Nieuwegein I Postbus 1475, 3430 BL Nieuwegein I T (030) 231 1371 F (030) 234 17 541 E
[email protected] Bank 3642.36.5581 KvK 30073990 I BTW Nl007093159BOl
LBP
Het Drutensche Waarden is, de economische omstandigheden, welîswaar op een wat lager pitje maar zeker niet uit beeld verdwenen. Gebiedsontwikkelingsinitiatief 'Drutensche Waarden' in GNN en GO Met het Gebiedsontwikkelingsinitiatief 'Drutensche Waarden' wordt een rivierverruiming en natuurontwikkeling en wordt voorzien in de en woningbouw. Door middel van de winning van de delfstoffen (klei en wordt nieuwe rivier natuur gerealiseerd en wordt bijgedragen aan ook uw streven naar het veiligstellen van de verscheidenheid (biodiversiteit) en kwaliteit van de Gelderse natuur; in combinatie met een bijdrage aan een rivierveiligheid.
hebben bij onze zienswijzen verzocht om in de Omgevingsvisie enlor de Omgevings verordening: te dat delfstoffenwinning in combinatie met natuurontwikkeling, het vernieuwen van hef bedrijfsterrein en woningbouw in de Drutensche Waarden als een gebiedsverantwoorde ontwikkelingsmogelijkheid binnen de GO en GNN. Hoewel provincie Gelderland hier thans in de Nota van Beantwoording en de Omgevingsvisie op heeft gegeven is er ten aanzien van de ontwikkelingsmogelijkheden in de Groene Ontwikkelingszone (GO) en het Gelders Natuurnetwerk (GNN) nog onduidelijkheid en onzekerheid. We lezen dat van een combinatie van bestaande activiteiten is onder voorwaarden visie moet per saldo een versterking van de kernkwaliteiten opleveren). ingrepen in één Nieuwvestiging binnen de GNN kan uitsluitend in geval van groot openbaar belang en indien er geen alternatieven zijn (pag. 146). uitbreiding van een bestaande bestemming (tot maximaal 30% van Binnen de GO is bestaand oppervlak) mogelijk mits de kernkwaliteiten niet worden aangetast. Grootschalige uitbreidingen binnen de GO (> 30%) uitsluitend mogelijk als de kernkwaliteiten substantieel worden versterkt (pag. 1 binnen de waardoor het karakter wijzigt kan uitsluitend ingeval van groot belang en indien er geen alternatieven zijn (pag. 149). Nu nieuwe ontwikkelingen binnen GNN en GO feitelijk alleen nog kunnen indien er sprake is van groot openbaar belang en indien er geen alternatieven zijn, lijken er voor Gebieds ontwikkeling in de Drutensche Waarden te ontstaan. In welke mate dit aaaalNelfKeli1 het is onder meer af van de invulling c.q. uitleg van de h .. ,rtrlr"'""n en nieuwe grootschalige' ontwikkelingen. Dit biedt onvoldoende waarborg en zekerheid voor PNO Pactum. PNO-Pactum moet derhalve concluderen dat de en vooralsnog ,i
V085642aa.00028Jw I \lersie 01_o00
I
april 2014
LBP
PNO-Pactum verzoekt u als leden van Provinciale Staten van Gelderland om te bevorderen dat de en -verordening op dit punt aangepast wordt. Ik dank u voor uw aandacht.
MeBa
V085642aao00028Jw I versie 01_000 117 april 2014
3
LBP SIGHTri
Bijlage: Kaartmateriaal Drutensche Waarden langs de Waal ter hoogte van gemeente Druten (kaart bij Omgevingsvisie en Omgevingsverordening Gelderland)
Lichtgroen: Groene Ontwikkelingszone
Donkergroen: Gelders Natuurnetwerk
Drutensche Waarden - Voorbeeld eindbeeld inrichting (alternatief 1 uit startnotitie)
V085642aa .00028.fw 1versie 01_000117 april 2014
4
HISTORISCHE LANDGOEDEREN
Leden van Provinciale Staten, Deze Omgevingsvisie ziet natuur en landschap niet als iets dat intrinsiek bescherming nodig heeft. Hij ademt de sfeer dat in het landelijk gebied uiteindelijk alles wel mogelijk moet zijnl . Ontwikkelen staat voorop, meer landbouw, meer bedrijven, wie met een goed plan komt krijgt wat hij wil. Ook legt de visie veel meer dan voorheen de verantwoordelijkheid voor natuur en landschap bij burgers en ondernemers. Ik ben een van die Gelderse burgers die de afgelopen 15 jaar de verantwoordelijkheid voor natuur, landschap en erfgoed hebben opgepakt. En ik kan u verzekeren dat de provincie ons daarin met grote volharding heeft tegengewerkt door een gaaf landgoed te degraderen tot stedelijk gebied: landgoed Rhederhof Kijkt u eens op de kaart Natuur. Ten noordwesten van het dorp Rheden ziet u, vlak boven de Arnhemsestraatweg, tussen al het groen een grijsroze uitsparing. Dat is landgoed Rhederhof. Gelegen tegen de stuwwal, rijk aan natuurwaarden, landschapswaarden en cultuurhistorische waarden. Tot 2002 was het onderdeel van het Centraal Veluws Natuurgebied. Er staat een vervallen bejaardenoord dat daar in de jaren 60 is gebouwd, tegen de zin van de provincie vanwege de natuurwaarden. Maar het was een geschenk van de laatste freule Brantsen en een gegeven paard enz ...... Toen de bejaarden in 1999 vanuit de natuur naar de dorpskom
ver~ huisden,
kochten twee projectontwikkelaars het landgoed,
natuurlijk een droomlocatie voor woningbouw. Zij jubelden: "Mensen uit Amsterdam kopen huizen op deze plek ongezien". De wethouder had wel oren naar een woonwijk en ook de provincie kon blij gemaakt worden toen de ontwikkelaars het leegstaande bejaardenoord aanboden voor de opvang van asielzoekers (5 jaar). De provincie was daar blij mee en deed de toezegging dat de ontwikkelaars konden rekenen op een extra woningcontingent van 60 huizen. Deze toezeggingen betekenden het einde van een nog gaaf landgoed langs de Veluwezoom, met een rijksmonument, een gemeentemonument, een rijk dassenleefgebied, majestueuze beuken, middeleeuwse grenswallen, een historische moestuin, sprengvijvers, enz. Burgers die zich sterk maakten om dit erfgoed te behouden werden stelselmatig genegeerd. Pas in 2008 boog de gemeenteraad zich over de bouwplannen. Maar toen was de planvorming al zó ver dat de raad niet meer aan de rem wilde of durfde trekken.
1
Zie ook het advies van Provinciale Raad voor Omgevingsbeleid juni 2014
ARNH EMSESTRAATWEG 137,6991 AL RH EDEN
Vanaf 1999 heeft de provincie zich ingespannen om de toezegging aan de ontwikkelaars waar te maken. Het landgoed lag in
Centraal Veluws Natuurgebied (CVNj, daar mocht
natuurlijk niet gebouwd worden. Dus landgoed om. De
de provincie de
van State tikte
grens (2002). Maar
provincie
provi
op
rde
van
vingers en vernietigde die nieuwe en zette de
bebouwingsgrens gewoon op alle beleidskaarten. Daarna de EHS: provincie de
hiervan verlegde de
om woningbouw op Rhederhof mogelijk te maken. Intussen lanceerden
ontwikkelaars twee
hun
burgers negen werden
CVN buiten
was te danken aan
leden schipbreuk. Dat door
en rechtbank in het gelijk
dwingende voorschriften in bv. de Wet Ruimtelijke
Ordening, FloraFaunawet, enz. Wij pleiten er dan ook krachtig voor dat natuur en landschap in de Omgevingsvisie en vooral in
Verordening veel dwingender worden
beschermd. om landgoed Rhederhof onderdeel te maken van het
Wij verzoeken u
Natuur Netwerk. De provincie heeft met enkele kunstgrepen dit landgoed gedegradeerd tot stedelijk gebied om tegemoet te komen aan de
belangen van de ontwikkelaars.
maatschappelijk belang van behoud van een waardevol zijn nooit
twee mislukte bestemmingsplannen trachten de ontwikkelaars
nu de bouw te forceren van drie stenen torens met samen
70 appartementen. De
historische moestuin wordt een parkeerplaats ....... Die appartementen zijn overbodig. concurreren met alle andere kwijnende nieuwbouwprojecten en dragen bij aan c.q.
In
verlengde
rvan
wij ervoor om
Gelderse
ladder zo snel mogelijk breed in te zetten. Dit om de problematiek van leegstand en overcapaciteit te lijf te gaan. In het laat zien in
I van Rhederhof zal
instrument heilzaam werken,
wordt verspild. Immers, van de
kostbare ruimte
h
die nu
dorpskern Rheden worden gebouwd moesten de prijzen al twee keer worden verlaagd
vanwege te weinig kopers.
bouw van
bosgebied van Rhederhof is dan van Provinciale Staten, u kunt
eens 70 overbodige appartementen in
ruimteverspilling. missers ten
van Rhederhof nog
goedmaken door het landgoed in elk geval de bescherming terug te geven die het toekomt.
April 2014
ARNHEMSESTRAATWEG 137,6991 AL RHEDEN
Secreta riaat:
155,
HH
11 14
Uitgesproken tekst geldt
Inspreekbeurt Hoorcommissie Omgevingsvisie Arnhem, 16 april 2014 Geachte voorzitter, leden van
Hoorcommissie en overige aanwezigen,
Mijn naam is Dirk van Uitert en ik ben voorzitter van de Vereniging Vrienden van de Veluwe. Als Veluwevrienden hebben we een zienswijze ingediend op de concept omgevingsvisie. Vanzelfsprekend waren wij zienswijze door vervolgens zeer geïnteresseerd in de behandeling van GS. De functie 'zoeken door het POF-bestand' was ons daarbij zeer behulpzaam, want evenals alle andere indieners van zienswijzen werd ook onze vereniging in dit verband een nummer gereduceerd. Ik moet u melden ik de inhoud van onze zienswijze in de diverse onderdelen van de commentaarnota niet echt heb terug kunnen vinden. samengevoegd Dat komt natuurlijk omdat thema's en onderwerpen en samengevat. In elk geval hebben wij op concrete door ons aangedragen zaken echte concrete kunnen vinden, in het licht van de co-creatie vanzelfsprekend wij betreuren. In één opzicht vinden wij dat wij er met onze zienswijze wel in zijn geslaagd om tot een gedachtensprong te brengen. dat betreft het hopelijk herstellen van de fout die destijds gemaakt is om het Veluwebeleid niet langer een te beschouwen, maar toe delen aan maar liefst vier bestuurlijke regio's. Samen met vele anderen hebben wij daar telkens bezwaar tegen gemaakt. Wij constateren dat inmiddels van mening zijn dat er een Majeure Opgave Veluwe moet komen. En wij zijn dat met eens. Wel gaan wij er van uit dat nu niet een bataljon Gelderse ambtenaren op de Veluwe wordt losgelaten om d majeure opgave met Arnhemse directieven handen en voeten te geven. De provincie heeft de omgevingsvisie in co-creatie tot stand willen brengen. Nu het op uitvoeren
aankomt past daar een aanpak van co-operatie bij. Wij als Veluwevrienden zijn in dat verband van mening dat herstel en verdere ontwikkeling van natuur en landschap op de Veluwe -in het bijzonder het Centraal Veluws Natuurgebied- verreweg de meeste aandacht en inzet verdienen. Als daar de focus op gericht wordt dan volgt de door GS gewenste economische 'spin oft' vanzelf. Wat ons betreft moeten beschikbare middelen en energie door de provincie ingezet worden op het samen met de Veluwe versterken van het natuurlijk en landschappelijk profiel. In dat verband loop ik onze zienswijze nog even door om aan te geven waaraan wij daarbij prioriteit geven:
+ Allereerst is het van belang dat er onverkort gewerkt wordt aan het afronden van het Gelders Natuurnetwerk en alle groot- en kleinschalige ecologische verbinding die daarbij horen, ook richting aanpalende provincies. Concreet noem ik de Voorthuizer Poort naar de Utrechtse Heuvelrug. Wat ons betreft wordt er een tandje meer geschakeld dan tot op heden in de plannen is vermeld. Ik kom daar nog op terug. + Vervolgens passen in de natuur en het landschap van de Veluwe natuurlijk geen windmolens, daar hebben we in dit land andere geschikte plekken voor en daarvoor komen ook zeker die zo gewenste toeristische natuur- en landschapsliefhebbers niet naar de Veluwe. + De Veluwe kan voor het behoud en de versterking van de biodiversiteit aan zijn natte randen niet nog meer grondwateronttrekking aan. Wij pleiten dan ook voor een moratorium op grondwateronttrekking. Wie alsnog wil onttrekken zal ik elk geval voldoende suppletie moeten realiseren. Volgens ons is dit een mooi onderwerp voor een motie of amendement. Wij reiken u graag de hand bij het opstellen daarvan. + Verrommeling van bedrijventerreinen en kleine bedrijfslocaties past ook niet bij die Veluwe. Dat van die verrommeling in hoge mate sprake is toont het onderzoeksrapport 'De Veluwe tussen de bedrijven door' aan . Een rapport voor ons opgesteld door de WUR. Een rapport waarvan de gedeputeerde beloofde het in de omgevingsvisie te verwerken. Hetgeen tot op heden niet gebeurde. Wat ons betreft al weer een motie of amendement. + Wij vragen aandacht voor de ontsluiting van de Veluwe. Vanzelfsprekend niet de ontsluiting via gemeentelijke, provinciale of rijkswegen, daar lobbyen anderen wel voor. Wij pleiten voor een sluitend netwerk van fiets- en wandelroutes en -paden . Eenheid en hoogwaardige kwaliteit zijn daarbij van belang. Thans is sprake van een ratjetoe van
paden, waarvan hierin de regie en
kwaliteit per verschilt. Provincie neem toeristen en recreanten komen als vanzelf.
+ Als het om verblijfsrecreatie en andere toeristische bedrijven gaat pleiten wij voor werkelijke verduurzaming daarvan. behoefte aan duurzame kwaliteit op de Veluwe. Neem als provincie daarin het voortouw en regie. Tenslotte, voorzitter, de Veluwe is het grootste laagland natuurgebied van West Europa. Met de huidige ambities t.a.v. nieuwe natuur en realisatie van verbindingszones zult u er, getuige in opdracht van GS door natuurdoelen PBL/Alterra verricht onderzoek, niet in slagen de halen. En dat betekent ons inziens dat u uw ambities moet opschroeven. goed als u recent investeringsimpulsen vastgesteld voor economische en culturele beleidsterreinen moet er ook een extra investeringsimpuis natuur en landschap komen. dergelijke impuls zal op de Veluwe niet slechts ten goede komen aan natuur en landschap maar , ik zei het al eerder, ook bijdragen aan het bevorderen van werkgelegenheid en economische groei.
Geachte statenleden, Graag wil ik namens de Gemeenschappelijke Regeling Bergerden gebruik maken van de mogelijkheid om tijdens deze hoorzitting over de Omgevingsvisie in spreken. gemeenten Lingewaard en Nijmegen werken samen met de stichting Stimulering Tuinbouw Overbetuwe Lingewaard (STOL) aan de ontwikkeling van het glastuinbouwgebied Bergerden. De glastuinbouw is van groot sociaal en economisch belang voor Gelderland en voor onze regio Arnhem - Nijmegen. Kassen kunnen echter ook de omgeving verstoren. Provincie Gelderland heeft daarom in het Streekplan van 2005 al gekozen voor concentratie van de glastuinbouw in een beperkt aantal gebieden en een actief beleid voeren om glas verplaatsen naar concentratiegebieden. Bergerden is één van deze concentratiegebieden. Bergerden is ook oorspronkelijk door de van de tien landelijke locaties in Nederland landelijke overheid aangewezen als voor grootschalige glastuinbouwontwikkeling. Met het gebied tussen Huissen en Angeren, waar Lingewaard en provincie menIijk aan de herstructu ng werkt, vormt dit één glastuinbouwontwikkelingsgebied. Wij juichen de provinciale ambitie voor concentratie toe. Voor een duurzame ontwikkeling van de glastuinbouw is concentratie ook noodzakelijk. energievoorziening, waterhuishouding, ontsluiting, logistiek, landschappelijke inpassing zijn in een concentratiegebied beter op te lossen. Even of misschien nog belangrijker is dat de overlevingskansen van tuinbouwbedrijven in concentratiegebieden gunstiger zijn. Bedrijven werken samen, wisselen kennis uit en benutten schaalvoordelen die er anders niet zijn. De productieomstandigheden zijn beter en er zijn uitbreidingsmogelijkheden. Een voortvarende en succesvolle ontwikkeling van het concentratiegebied Bergerden is in het bela van Gelderland, van onze én van de twee betrokken gemeenten Lingewaard en Nijmegen. Voorwaarden voor succes is wel een stringent provinciaal concentratiebeleid en continuering van de stimuleringsregeling voor verplaatsing van solitaire glastuinbouwbedrijven. provinciaal beleid gericht op het toelaten van uitbreidingen bij glastuinbouwbedrijven buiten de concentratiegebieden staat hier echter haaks op. Concurrentie vanuit (project)locaties in de omgeving en de omliggende regio maakt het werven van potentiële kopers niet eenvoudig. Daarbij komt dat door de huidige economische crises de investeringsmogelijkheden niet groot zijn, waardoor een voortvarende ontwikkeling van Bergerden al moeilijk genoeg is. Bij ongewijzigd beleid, dus uitbreidingen blijven toestaan buiten de concentratiegebieden, vrezen wij verdere stagnatie van verplaatsbewegingen naar het concentratiegebied. Het provinciaal beleid moet ons inziens gericht zijn op het verder beperken van
regionale clustervormi Uitbreidingen van inbouwbedrijven buiten de n. concentratiegebieden zouden niet langer moeten worden Glastuinbouw heeft in Gelderland in de concentratiegebieden toekomst. De gemeenten Lingewaard en Nijmegen investeren op dit moment volop in een gezond en sterk toekomstperspectief voor Bergerden. Een stringent en ondersteunend provinciaal beleid is daarbij noodzakelijk. Een succesvolle ontwikkeling van Bergerden wordt daardoor echt kansrijk. Bergerden kan dan met recht één van de toplocaties voor glastuinbouw in Nederland zijn. Ik dank u voor de aandacht. Barth van Eeten, lid Dagelijks bestuur GR Bergerden Wethouder gemeente Lingewaard.
/2
Inspraakreactie Gelderse regio's Nederlandse Vakbond Varkenshouders Provinciale Staten 16 april 2014 m.b.t. de Omgevingsvisie en -verordening Geachte voorzitter en Statenleden, Namens de drie Gelderse regio's van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders uit de Achterhoek, Veluwe en het Rivierengebied brengen wij graag onze inzichten, op het voorliggende, onder uw aandacht. Provinciale kaders vormen de uitgangsbasis van verdere regionale invulling en uitvoering. Vanuit onze Gelderse regio's zijn een veelvoud aan verschillende omgevingsfactoren onderling van invloed op een voorspoedige verduurzaming van de varkenshouderijtak. Verder implementatie en invulling in regio's maken inbrengen van belanghebbenden en sectorale vertegenwoordiging niet alleen wenselijk maar feitelijk noodzakelijk. De NW is derhalve content met de ter hand genomen werkwijze in FoodVally waarin de sectorale inbreng brede maatschappelijke en breed gedragen doelstellingen positief bewerkstelligd. De agrarische sector vormt een belangrijke economische drager in het landschap. Een rol die dynamiek vereist om de leefbaarheid en landschappelijke uitstraling te blijven garanderen en versterken. Landschappelijke inpassing, met gewenste architectonische inbreng, ondersteunen wij van harte. Echter hierbij uitdrukkelijk wijzende op de noodzakelijke financiële ondersteuning aangezien deze kostenverhoging wel tot draagvlak leidt maar niet tot een beloning vanuit de markt. Het economisch verdien model, welke alleen een verduurzaamheidsslag positief beïnvloed, niet uit het oog verloren kan en mag worden. Haalbaarheidseisen, realiteit en betaalbaarheid vormen de basis om verpaupering te voorkomen en aantrekkelijkheid van het landelijk gebied te blijven garanderen (InnovatieNetwerk rapport nr 14.2.325 Vrijkomende agrarische bebouwing in het landelijk gebied). Bij nieuwbouw van bedrijfsgebouwen zal er juist vanuit de markt regerende, altijd sprake zijn van een slagvaardige verduurzaming van dierenwelzijn en verlaging van milieubelasting t.O.V. bestaande en aanwezige huisvestingssystemen op de bedrijven.
De vanuit de Provincie gewenste bovenwettelijke eisen als verbetering van de volksgezondheid voldoen onsinziens feitelijk niet aan relevante juridische en wetenschappelijk onderbouwde toetsingskaders. Fundamenteel en breed maatschappelijk gedragen rapportages ontbreken vooralsnog nationaal. Daarbij afvragende of dergelijke subjectieve veronderstellingen derhalve wel thuishoren in een verordening. Aannames op basis van emotie kunnen en mogen nooit leiden tot 'vage toetsingskaders' en zo mogelijk vervolgen in extra slepende zienswijzenprocedures bij de Raad van State. De juridische relevantie met het toetsingskader ruimtelijke ordening/ontwikkeling ontbreekt volledig . Ook dierenwelzijn valt, onsinziens, onder dit 'grijze' gebied. Uitsprekende dat vanuit het oogpunt van decentralisatie het moet blijven leiden tot praktisch haalbare en realiseerbare beleidsuitvoering. Zoals eerder gezegd moet de provincie de kernstelling van de omgevingsvisie en -verordening, t.w. de ruimtelijke kaders, niet uit het oog verliezen. De Staatssecretaris komt op termijn met de Wet Dieren die een nationaal kader dient te worden en uitputtelijk recht- en regelgevend zal worden. Een provinciale verordening valt derhalve niet dan niet meer onder een Provinciale of een opvolgende gemeentelijke bevoegdheid. Volksgezondheid en dierenwelzijn zijn maatschappelijke punten die puur gezien dienen te worden als uitnodigingsplanologie. M.b.t. mestbe-/verwerking in de verordening zit een onnavolgbare tegenstelling met het nieuwe landelijk beleid, geldend per 1-1-2014. Digistaat, de fractie die overblijft na bijvoorbeeld mest-/biomassavergisting zou regionaal afgezet moeten worden. Echter de Rijksoverheid stimuleert afzet van gescheiden dikke, fosfaatrijke, fractie juist buiten de landbouw en m.n. export. Dialoog met economische sectorale dragers in het landelijk gebied juist kan en zal leiden tot een goede vertaalslag en maatwerk voor daadwerkelijke invullingen. Een dergelijke voorstelling het algemeen maatschappelijk draagvlak en de samenhang van de velerlei functies in het Gelders buitengebied ten goede zal komen. Daarmee wordt perspectief geboden voor het bestaansrecht en duurzame bedrijfsontwikkeling, zeker ook voor de varkenshouderijsector. Postbus 591
Dank u voor uw de belangstelling en betrokkenheid nu en in het voorliggende procestraject voor onze inbreng als vertegenwoordigers en belanghebbenden in het landelijke gebied.
3770 AN BARNEVELD Tel 103421418478
Namens de regio's Achterhoek, Veluwe & Rivierengebied van de NW Eric Holleman
Fax (0342)418 472
E-maJl
[email protected] www.nvv.nl KvK nr. 40124982
J3
regiofOOd
valley
Aan: Datum: Betreft:
Provinciale Staten Gelderland 16 april 2014 Hoorzitting 16 april- Regio FoodVailey
Geachte Statenleden , Met dank voor de gelegenheid die u ons heeft geboden om onze reactie op de ontwerp omgevingsvisie nader toe te lichten en om aanvullende punten onder de aandacht te brengen , geef ik u namens de Regio FoodVailey de volgende punten mee.
1.) Waardering voor de gekozen aanpak van de Omgevingsvisie Wij hebben waardering voor de wijze waarop de visie tot stand is gekomen . De gekozen koers van "Uitdagen, inspireren, uitnodigen en samenwerken" spreekt ons als Regio FoodValley aan . Wij zien in de omgevingsvisie veel elementen terug uit het co-creatieproces en onze Gebiedsvisie Regio FoodValley. Wij zijn blij te constateren dat het stedelijk netwerk Ede-Wageningen en de Veluwe als majeure opgaven zijn benoemd . Uw uitnodiging voor verdere uitwerking in de vorm van een Omgevingsagenda nemen wij graag aan. Bij de majeure opgaven zouden wij graag de volgende ontwikkelingen in FoodVailey willen toevoegen , aangezien deze naar onze mening van belang zijn voor zowel onze regio als voor heel Gelderland : • De komst van het World Food Centre is van groot belang voor de verdere ontwikkeling en profilering van onze regio. • Poultry Exepertise Centre Barneveld . • ICT campus Veenendaal • FoodProductiecentrum Nijkerk. Wij vragen de provincie om ons daarin te ondersteunen .
2.) Noodzaak railterminal en duurzaam organiseren containervervoer De Regio FoodValley biedt een uitstekend vestigingsklimaat voor bedrijven in de food en feedgerelateerde bedrijvigheid . In de regio bevinden zich grote exporterende bedrijven en importeurs, die gebruik maken van import vanuit Rotterdam en exporteren naar onder andere Oost Europa. (Bijlage 1 Rapport). Daarnaast heeft het bedrijfsleven belangstelling voor het duurzaam organiseren (over water) van containervervoer in Nijkerk en directe regio. De provincie Gelderland wil komen tot een gebiedsgerichte aanpak gericht op logistieke ontwikkeling . Met dit traject worden ontwikkelingen zoals de havenontwikkeling in Nijkerk op integrale wijze onderzocht om een duurzame ontwikkeling van de regio en de provincie te maximaliseren. Uit inmiddels uitgevoerde onderzoek is gebleken dat er in de regio voldoende aanbod van goederen is om tot een haalbare exploitatie te komen . Gelet op de logistieke positie van Regio FoodValley wordt vanwege de ligging , bereikbaarheid en ruimte voor deze functie geopteerd voor de regio Barneveld/Nijkerk. Een regionale railterminal en/of een containerterminal c.q. 'containeropstappunt' in de noordwesthoek van Regio FoodValley biedt, met een verzorgingsgebied met een straal van 30 kilometer, een functie voor bedrijven uit zowel Regio FoodVailey als uit de gemeenten Amersfoort en Apeldoorn. Graag zien wij deze ambitie terug in de omgevingsvisie.
Postbus 9022 16710 HK Ede
I t (0318) 680 667 I f (0318) 680 841 I e
[email protected] www.regiofoodvalley.nl
Voorstel aanpassingen: • Paragraaf FoodValley 2.1 Omgevingsvisie. De gezamenlijke inspanningen, opgenomen in de Omgevingsvisie en in de van de richten zich op zes speerpunten. Wij zien dat onder het "Mobiliteit en bereikbaarheid" van de regio FoodValley wordt "Inzetten op railterminal bij Barneveld en duurzaam containervervoer Nijkerk". • Paragraaf Werken in FoodValley 3.1.4.8, Omgevingsvisie. Graag zien wij de volgende tekst toegevoegd: "De provincie zet in op de doorontwikkeling van Europese corridors. Dit door onder meer plekken, zoals een railterminal of een containerterminal c.q. 'containeropstappunt', in te richten in waar veel logistieke verbindingen samenkomen". 3.) Duurzame verbetering zuidelijke en noordelijke ontsluiting regio Wij hebben gesteld dat de aandacht voor de problemen bij de Rijnbrug bij Rhenen ons tevreden stelde voor de korte termijn. Voor de termijn zien wij graag een duurzame verbetering van de zuidelijke ontsluiting van de FoodValley, niet alleen de focus is op verbetering van deze bestaande brug. Daarnaast vinden wij het als regio van belang dat de doorstroom bij knooppunten Hoevelaken en de A1/A30 wordt verbeterd. Voorstel • Paragraaf mobiliteit 3.5.2. Mobiliteit. Toevoegen volgende tekst. "De provincie agendeert de duurzame verbetering van de zuidelijke en noordelijke ontsluiting van de regio FoodValley. 4.} Kantorenbeleid Ten aanzien van het kantorenbeleid vragen wij aandacht voor een mogelijke ongelijke behandeling van maar nog niet voltooide, kantorenlocaties in de provincie Gelderland en in de provincie Utrecht. Dit op andere regelgeving in de provincie Utrecht. Deze reactie heeft niet geleid tot een wijziging van de inhoud van de omgevingsvisie of verordening, maar tot het commentaar dat "de beide dezelfde doelen hebben en contact over dit onderwerp hebben" Wij pleiten er daarom bij u voor de regelgeving van beide provincies op elkaar af te stemmen. Handhaving van de verschillen in een ongewenste ongelijkheid in vestigingsmogelijkheden voor kantoren, met name in de {provincie)grenszones. De vestigingsmogelijkheden voor kantoren in die regio's worden daarmee mogelijk niet bepaald volgens de criteria van een goede ruimtelijke ordening, maar op basis van ongelijke regelgeving. 5.} Flexibele, brede omgevingsvisie versus starre Omgevingsverordening Wij kunnen ons vinden in de nieuwe vorm van de geen dichtgetimmerd plan, maar een rollend document dat richting geeft en ruimte biedt. In onze reactie van 1 juli 2013 hebben wij aangegeven dat wij een onbalans constateren tussen de Omgevingsvisie, waarin gesproken wordt over 'loslaten, maatwerk, inspireren, uitnodigen en verbinden' en de dwingende teksten uit de Omgevingsverordening. Vanuit provinciaal oogpunt zal een norm uit de verordening mede de inzet zijn aan het begin van een co-creatieproces. We willen bendrukken dat we een denkomslag moeten maken van toelatingsplanologie naar een uitnodigingsplanologie. Dat betekent dat we willen gaan werken aan maatschappelijke akkoorden waarbij partijen (LTO, natuurorganisaties, gemeenten, provincies, enz) werken aan het bereiken van maatschappelijke doelen zoals natuur, vitale agrarische gezinsbedrijven, kwaliteit van het landschap, reductie ammoniak etc. Samen met de provincie willen wij zoeken naar oplossingen voor maatschappelijke opgaven. Niet vanuit een normerende verordening, maar vanuit de filosofie van "inspireren en uitnodigen". 6.) Begrenzing Groene Ontwikkelingzones (GO)
Het beleid voor de GO is gericht op het versterken van de ecologische samenhang door de aanleg van ecologische verbindingszones. De GO bestaat uit de voormalige EHS-verweving en EHS verbindingszones. In deze gebieden is een sterke verweving van functies . Wij vinden het regime voor de GO veel te strikt. Wij pleiten voor een meer landschappelijk koers voor de GO. Een stevig landschap heeft als mooie 'bijvangst' dat dit waardevol is voor de ecologie. Helaas blijkt in de Omgevingsvisie dat er feitelijk voor is gekozen de GO te blijven beschouwen als toekomstige natuur, in de vorm van ecologische verbindingen . We zijn niet tegen natuur, maar dit geeft wel een focus en kleur die meer gericht is op "enige ontwikkeling ondanks de ecologisch doelen ' in plaats van wat wij als gemeenten voorstonden "aan het landschap bouwende passende economische doorontwikkeling" . Daarnaast is de kaart waarop het Gelderse Natuurnetwerk (GNN) en de Groene Ontwikkelingszones staan aangeven, zeer gedetailleerd. De zoneaanduiding van de Groene Ontwikkelingszone (GO) is gebaseerd op de grenzen van percelen. De strakke begrenzingen leiden bovendien tot een gebrek aan flexibiliteit. Het laat kansen liggen voor initiatieven die toevallig net buiten een grens liggen. Wij gaan hier graag met u over in gesprek. 7.) Vervolg
Uw uitnodiging voor verdere uitwerking in de vorm van een Omgevingsagenda nemen wij graag aan . Wij hopen samen met u belangrijke stappen te zetten om onze ambities te verwezenlijken en te werken aan onze gezamenlijke maatschappelijk opgaven.
Hoogachtend, Namens de Regio FoodValley,
Aart de Kruijf Voorzitter portefeuille Ruimtelijke Ordening en Leefomgeving
!3A
Knelpunt Verordening m.b.t. flexibiliteit GNN voor win-win-oplossingen d.d. april 2014/ Casus: Hunnenweg 64
Korte beschrijving casus: Landgoed Pauwenhof, bijna 60 hectare groot, staat te koop. Zie hiernaast (boven). Initiatiefnemer wil dit kopen en alleen het voor Horeca bestemde deel doorverkopen . Zie uit snede bestemmingsplan hiernaast (onder), Het bruinrode vlak heeft de bestemming horeca. Het plan met de gronden die initiatiefnemer wil behouden is als volgt: Natuurbeheer door de nieuwe eige naar/bewoner, dit is de initiatiefnemer; Sloop van de bestaande woning met bijge bouwen, in totaal ca. 560m2. Inleveren van de daar geldende bestemming Wonen, naar Natuur, dit is ca. 3.300 m2. De als Agrarisch bestemde grond omzetten naar Natuur, zowel feitelijk als w.b. bestem ming; dit is ongeveer 3,5 hectare; Een nieuwe aardewoning realiseren (150m2) tegen de noordgrens van het landgoed , zodat er zoninval is vanuit het zuiden t.b.v. energie. De woning wordt opgebouwd uit natuurlijke materialen. Zie onderstaande schets.
\ I
:0. .. I \ ..
.
: ••••• : . . . . lP
"'110...~~.. ~ •
:
""
"
".'....
.,~
. : ••••• ,. ..... 1" • •
"
• • .... tI. "" • : . :.,.: , .....
: ••• " . :•• '
." ...........
. " . , . . '. . . .. :.! .! : .. :.....': .. '.. '......" ": 'I: .. "" .. ":~: ' . ..-' : :. ,'. : .. : ..~ I
I
I
....
.,
•
Op de volgende bladzijde zijn zowel in een luchtfoto als op de Natuurkaart van de Omgevingsvisie de ze planelementen aangegeven. Op de bladzijde daarna is de locatie van de sloop en natuuromvorming nogmaals weergegeven, maar dan in een uitsnede van het bestemmingsplan Buitengebied .
Uitsnede kaart GNN en GO Omgevingsvisie Groen: GNN Roze: GO
Uitsnede bestemmingsplan BuitengebIed Geel : bestemm ing W onen Groen: bestemming Natuur Lichtgroen : bestemming Agrarisch
Beoordeling Gemeente Barneveld Wij zijn van mening dat hier sprake is van een bijzonder gunstige ontwikkeling voor de natuur. Een ac tieve natuurbeheerder, sloop van een forse hoeveelheid oude opstallen , ophefffen van een Woon bestemming en een flink perceel Agrarische bestemming, beide om te zetten naar een Natuurbe stemming . Tegenover deze winst staat slechts één nieuwe woning , die daarbij ook geheel opgaat in het landschap en natuur- en energievriendelijk wordt gebouwd. Voorop gesteld dat de ontsluiting goed geregeld kan worden , daar ziet het vooralsnog naar uit, vinden wij medewerking aan dit initiatief gewenst.
Het knelpunt in de Omgevingsvisie I -Verordening Naar ons inzicht behoort een (kleinschalige) ontwikkeling zoals deze direct mogelijk te zijn op basis van de Verordening. Deze flexibiliteit voor een dergelijke plan dat per saldo leidt tot een forse winst voor de natuur, is dringend gewenst. Wij komen echter tot de conclusie dat de door GS vastgestelde verordening geen ruimte biedt om dit plan doorgang te laten vinden . Hieronder staat het beschermingsregime uit de Verordening. Met name artikel 2.7.1 .1 is van belang. Binnen de GNN is de beoogde woning een nieuwe functie zodat dit artikel van toepassing is en artikel 2.7.1.2 over uitbreiding geen uitkomst biedt.
Dit artikel kent 4 voorwaarden . Wellicht dat aan voorwaarde a. voldaan kan worden , maar in het licht
van de jurisprudentie van afgelopen jaren , is dat niet heel waarschijnlijk. Maar vervolgens loopt het
sowieso vast op voorwaarde b. omdat wij niet zien hoe gemotiveerd kan worden dat er voor één wo
ning van één eigenaar sprake kan zijn van 'groot openbaar belang '.
Wellicht is er een optie om voor een casus zoals dit de ontheffingsbepaling van artikel 2.9.1 toe te passen? (zie ook hieronder). Het is voor ons echter in het geheel niet duidelijk of een casus zoals de ze in het licht van dat artikel door de provincie beschouwd kan worden als een "bijzondere omstand ig heid " waarmee "verwezenlijking van gemeentelijk beleid onevenredig wordt belemmerd". Het komt ons voor dat dit niet zo is, omdat er vermoedelijk geen enkele gemeente is die beleid heeft ontwikkeld voor dit soort onvoorziene initiatieven . 2.7.1 Beschermingsregime Gelders Natuurnetwerk (G NN ) Artikel 2.7.1 .1 Beschermingsregime GNN 1. In een bestemmingsplan dat betrekking heeft op gronden gelegen binnen het Gelders Natuur netwerk (GNN) worden geen nieuwe functies mogelijk gemaakt, tenzij a. geen reële alternatieven aanwezig zijn ; b. sprake is van redenen van groot openbaar belang ; c. de negatieve effecten op de kernkwaliteiten van het gebied, de oppervlakte en de samen hang zoveel mogelijk worden beperkt; en d. de overblijvende negatieve effecten op de kernkwaliteiten van het gebied , de oppervlakte en de samenhang gelijkwaardig worden gecompenseerd . 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan een bestemmingsplan dat betrekking heeft op een gebied gelegen binnen het GNN nieuwe bebouwing of terreinverharding binnen omheinde militaire terreinen mogelijk maken, indien : a. de negatieve effecten op de kernkwaliteiten , de oppervlakte en de samenhang zoveel moge lijk worden beperkt; en b. de overblijvende effecten op de kernkwaliteiten, de oppervlakte en de samenhang gelijk waardig worden gecompenseerd . 3. Compensatie als bedoeld in het eerste en tweede lid : a. wordt gerealiseerd op gronden die nog geen natuurbestemming hebben in of grenzend aan de GO of in het zoekgebied van 7300 ha nieuwe natuur in het GNN ; b. wordt, voor zover mogelijk, gerealiseerd aan of nabij het aangetaste gebied , met dien ver stande dat een duurzame situatie ontstaat; c. wordt planologisch verankerd in hetzelfde dan wel in een ander gelijktijdig vast te stellen be stemmingsplan ; d. vindt plaats in een compensatiepoule, indien combinatie van de ingreep en de compensatie in hetzelfde of een gelijktijdig vast te stellen plan niet mogelijk is; e. vindt plaats op afstand van het gebied, indien fysieke compensatie aansluitend aan of nabij het aangetaste gebied en compensatie van gelijkwaardige natuur in een compensatiepoule niet mogelijk is. 4. De omvang van de compensatie wordt bepaald door de omvang van het aangetaste areaal waarbij een toeslag op de omvang van het aangetaste areaal wordt berekend, zowel in opper vlak, als in budget, te onderscheiden in de categorieën : a. natuur met een ontwikkeltijd van 5 jaar of minder: geen toeslag; b. tussen 5 en 25 jaar te ontwikkelen natuur toeslag van 1/3 in oppervlak, vermeerderd met de gekapitaliseerde kosten van het ontwikkelingsbeheer;
5.
c. tussen 25 en 100 jaar te ontwikkelen natuur: van 2/3 in oppervlak, vermeerderd met de gekapitaliseerde kosten van het ontwikkelingsbeheer; d. bij een ontwikkelingsduur van meer dan 100 jaar: de toeslag van tenminste 2/3 in oppervlak en de gekapitaliseerde kosten van het ontwikkelingsbeheer zijn maatwerk. Indien fysieke aantoonbaar niet, of niet volledig is, wordt een financiêle bepaald aan de hand van: a. de kosten van de aanschaf en de verwerving van vervangende grond op dezelfde plaats; b. de kosten van de basisinrichting; en c. de kosten van het ontwikkelingsbeheer gedurende de ontwikkelingstijd.
26 Omgevingsverordening Gelderland
6. De kosten als bedoeld in het vierde en vijfde lid worden gelabeld aan de betreffende ingreep in het provinciaal compensatiefonds gestort
Artikel 2.7,1.2 Uitbreiding In een bestemmingsplan dat betrekking heeft op gronden gelegen binnen het GNN kan uitbreiding van bestaande functies mogelijk worden gemaakt indien in de toelichting bij het plan wordt aangetoond dat per saldo worden versterkt de kernkwaliteiten van het gebied, in hun onderlinge samenhang en deze versterking planologisch is verankerd in hetzelfde dan wel een ander, gelijktijdig vast te stel len bestemmingsplan. 2.9 Ontheffing wegens bijzondere omstandigheden Artikel 2.9.1 Ontheffing wegens en wethouders ontheffing verlenen van Staten kunnen op aanvraag van het bepaalde in dit hoofdstuk voor zover de verwezenlijking van het gemeentelijk ruimtelijk beleid we gens onevenredig wordt belemmerd in verhouding tot de met die regels te dienen provinciale belangen.
Dringend verzoek m.b.t. aanpassing Verordening De Barneveld de Provincie Gelderland dringend op om de aan te passen dat er flexibiliteit wordt 'ingebouwd' om initiatieven met winst voor de natuur mogelijk te maken. Wij zijn van mening dat dit goed past en zelfs logisch is binnen de filosofie van de Omgevingsvisie om te sturen op doelen en uitnodigend te zijn. Een oplossing kan zijn om de voorwaarde m.b.t. "verwezenlijking van gemeentelijk beleid" te schrap pen uit artikel 2.9.1. Voor dit type bijzondere situaties is het niet waarschijnlijk dat gemeenten beleid hebben ontwikkeld. Daar is het immers te specifiek voor, Je kunt niet alles voorzien. Het incidentele karakter van dit soort plannen, maakt ook dat het niet logisch is dat een gemeente ad-hoc hiervoor be leid gaat ontwikkelen. Door deze voorwaarde is dus de maatwerk-functie van dit artikel helaas voor naar verwachting diverse initiatieven niet bruikbaar.
-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0
1313
QJ
V
ereniging Eigen Huis vroeg het zich vorig jaar af: Wat doet Barneveld beter?" Ik kan mij die vraag goed voorstellen. Waar elders in Nederland sprake is van krimp en teruggang, groeit en bloeit Barneveld. Nieuwe woningen worden gereali seerd en nieuwe bedrijventerreinen gerealiseerd. Ondernemers vestigen zich in Barneveld of hervestigen zich op één van de (nieuwe) bedrijventerreinen. Een dynamische, ondernemende locatie in Midden-Nederland. Wie wil daar eigenlijk niet zijn ge vestigd?
.-
'e:
QJ
~
QJ
et)
=
QJ
~
'E en dynamische regio kan niet zonder een goede infrastruc tuur. Dat geldt voor de regio FoodValley in het bijzonder als het gaat om goederenvervoer. Een ontbrekende schakel is de mogelijkheid van een overstappunt voor goederenvervoer per spoor. In dit document vindt u informatie over de vraag vanuit het bedrijfsleven en technische mogelijkheden en omgevingsfacto ren van een overslagpunt voor containers en bulkgoederen op het bedrijventerrein Harselaar in de gemeente Bameveld. De regio en de gemeente spannen zich in om van een mooie ambitie te komen tot realisatie voor een voorziening die bijdraagt aan de economische ontwikkeling van de regi regio's FoodValley, Amersfoort en Ste dendriehoek. Om succesvol te zijn, is daarvoor samenwerking en steun no dig van veel partijen. Ik roep u op om met ons mee te denken en werken. G.J. (Gerard) van den Hengel MBA Wethouder Economische Zaken Bar neveld
Barneveld mag wereldwijd bekend zijn van de kip en het ei (en terecht!), maar de transport- en logistieke sector behoren, samen met de pluimveesector, tot de speerpunten van de Bameveldse economie. Wat mij daarbij iedere keer opnieuw aanspreekt, is het innovatieve karakter van de ondernemers in Barneveld. Nieuwe producten en toepassingen worden bedacht en ontwik keld; nieuwe (en soms niche!) markten worden aangeboord. Die innovatieve houding heeft niet alleen te maken met de pro ducten zelf,' dat heeft ook betrekking op het vervoer daarvan. Juist daarom hebben wij enthousiast gereageerd op het plan om de mogelijkheden voor een goederenoverslag per spoor in Bar neveld te verkennen. En wat blijkt? Op basis van die eerste be rekeningen moet het zeer wel mogelijk zijn om dit plan 'handen en voeten te geven'. Voldoende mogelijkheden dus om vervolgstappen te zetten. We leveren daar als bedrijfsleven graag onze bijdrage aan. Want - - ,• samen zorgen we ervoor dat onderne mers kunnen ondernemen. En dat in een dynamische, innovatieve omge ving. Daarom Bameveld! Ubbo Hempenius Voorzitter van de Barneveldse Industri ijle Kring
• •
•
eIJ
=
Wageningen en Nijkerk. De importerende bedrijven, zoals vrieshuizen, werken met containers vanaf Rotterdam en
...... ~ ...... QJ
=
exporterende bedrijven in agrofood en toeleverende industrie gebruiken containers . Andere bedrijven in de regio maken veelvuldig gebruik van containers voor de export van food- en foodgerelateerde producten, zoals
~
•
•
•o
~
<
machines en installaties richting Oost Europa . De regio
D
e Regio FoodValley biedt een uitstekend vestigings
heeft op verzoek van het bedrijfsleven een overslagpunt
klimaat voor bedrijven in de food en feedgerelateer
voor goederenvervoer per spoor geagendeerd.
de bedrijvigheid. In de regio bevinden zich grote exporte rende bedrijven en importeurs, die gebruik maken van
Verzorgingsgebied
import vanuit Rotterdam en exporteren naar onder andere
Gelet op de logistieke positie van Barneveld in de regio
Oost Europa. Voor de aanvoer van bulkgoederen in de
wordt vanwege de ligging, bereikbaarheid en ruimte voor
feedproductie wordt gebruik gemaakt van de havens van
deze functie geopteerd voor het Barneveldse bedrijventer
• rein Harselaar. Een regionale terminal op die locatie biedt, met een verzorgingsgebied met een straal van 30 kilome ter, een functie voor bedrijven uit zowel Regio FoodValley als uit de gemeenten Amersfoort en Apeldoorn.
Transport en logistiek behoren tot de speerpunten van het economische beleid van de gemeente Barneveld. In de gemeente zijn veel transportbedrijven gevestigd. Alle gro te merken vrachtauto's hebben er een vestiging. Uit gesprekken met het Havenbedrijf Rotterdam blijkt dat er behoefte is aan in land terminals voor spoorgoederen
~ ~
•
vervoer ter ontlasting van de verkeersdruk van de haven.
Dat
is~één
van
de~voorwaarden
die verbonden is aan de
I""~
realisering van de Tweede Maasvlakte.
•
=
=
=
35% van de containers over de weg wordt vervoerd, 45%
QJ
~
over water en 20% over het spoor. Als gevolg daarvan moet het vervoer per spoor en binnenvaart verviervoudi
gen . Deze ontwikkeling is niet mogelijk zonder groei van de achterlandknooppunten .
;..
el)
;..
QJ ~
~
~
<
Provincie Gelderland
D
e ambitie wordt gevoed door de verwachte groei in
Provinciale Staten hebben op 25 april 2012 het strategisch
het containervervoer en de groeiende congestie op
uitvoeringsprogramma 'Logistiek als Gelderse Motor' vast
de wegen en in de Rotterdamse en Amsterdamse havens.
gesteld. In dit programma wordt ingezet op een tweetal
Een verschuiving in de vervoerwijze is noodzakelijk. De
actielijnen:
verwachting van het Havenbedrijf Rotterdam is dat de
1. Voorzien in een goed toegerust multimodaal vervoer
containeroverslag in Rotterdam zal toenemen van 10,8 miljoen TEU in 2008 naar maximaal 34,6 miljoen TEU in
netwerk; 2. Versterken logistiek als economische sector.
2040, dat wil zeggen een verdriedubbeling . Voor de Twee de Maasvlakte geldt als doelstelling dat in 2035 maximaal
vorming te komen voor de verschillende modaliteiten van
b e$ t..e rn", l ng,
-
_
_
be ste mm i ng
;tec h a v e n ...... c '.(
b C"1. l il:- rnrnin
-
_
_
b cs t e rnnl' n g
_
_
b " ~ ",,.... ~ ; n 8
bC :!O t c rn rn l nB
_
b est~rn rnlnB
_
b eS t c rnrnln t:
"" C!.B _
kennis en innovatie als de stuwende krachten van de regi onale economie kunnen worden gezien . De groeiverwach aanzienlijk dat redelijkerwijs verwacht kan worden dat daardoor ook een groei van uiteenlopende mobiliteitsstro
t e,. rnln ~.1
b ê~ tc:: rnrninlil
goederenvervoer. Voor Regio FoodValley zelf geldt dat
ting ten aanzien van dit economische cluster is dusdanig
s
.... e e h a v
Vanuit een integraal perspectief is getracht om tot visie
_
b c~. te rnrnln a
Bron: Multimodale achterlandknooppunten in Nederland: Een
men zal plaatsvinden . Het is de vraag in hoeverre de ver schillende modaliteiten in de regio op dit moment hiervoor afdoende toekomstbestendig zijn.
studie /Jaar confainerove,.slagterminal,ç in het achterland van Nederlandse zeehavens, Kennisinstituut voor Mobiliteitsheleid. mei 2012.
Europese Unie Barneveld ligt aan de A 1 en behoort tot het core network
richtingen: Apeldoorn (oosten) en Amersfoort (westen); • Bij de inpassing van de terminal moet rekening worden gehouden met een mogelijk toekomstig te realiseren station aan dit spoor nabij Transferium Barneveld Noord; • Over de Stationsweg (N805) is een nieuw viaduct voor zien; • De terminal is bestemd voor diverse soorten van goe deren, waaronder containers; • De railterminal is voor derden toegankelijk; • Binnen het terminalontwerp moet rekening worden ge weg en met het spoor tot het comprehensive network van
TEN-T.
Voor een bijdrage aan infrastructurele verbeteringen kan
houden met een groeimodel ; • Maximale treinlengte gebaseerd op UIC-norm: 750 me ter.
aanspraak gemaakt worden op de subsidieregeling TEN
T. In de nieuwe periode (2014-2020) heet het programma
Het onderzoek leverde de conclusie op dat treinpaden
CEF (Connecting Europe Facilities). Het Trans-Europese
voor goederenvervoer op de lijn Amersfoort - Apeldoorn
transportnetwerk (TEN-T) maakt deel uit van de centrale
zijn mogelijk, met een voorkeur voor de late avond en
Europese transportplanning. Voorwaarden om in aanmer king te komen, is dat het project op de MIRT-agenda van het rijk staat. In het MIRT 2012 wordt de A 1 als een be langrijke corridor aangemerkt. Technische haalbaarheid
Met inschakeling van het Bureau Logitech heeft een on derzoek naar de technische haalbaarheid van een railter minal op bedrijventerrein Harselaar plaatsgevonden . Daarbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd : • Bij voorkeur aan- en afvoer van goederen van/in twee
6
')
3. Aan.lultlng H.......r..zuld
directe aansluiting op hoofdbaan via wachtspoor in geval van tegengestelde rijrichting. Bij de Driehoek zal de Han
Locatie Harselaar-Zuid Schema aansluiting wachtspoor
zeweg moeten worden afgesloten of de spoorwegover gang moet ongelijkvloers worden. Voor Harselaar Zuid is een aansluiting op bestaand wachtspoor bij Stroe een op tie. Voor beide locaties geldt dat nadere uitwerking door ProRail nodig is , alvorens de technische haalbaarheid en de daaraan verbonden randvoorwaarden definitief kunnen worden vastgesteld .
~ 20'O
~ 1 1oNW
..:_ _ _ _
'0
• . Aansluiting De Driehoek
Locatie De Driehoek
Scbema aansluiting op hoofdbaan
Ri. AmetIIoorI
Ru~ing
s,..ion
Ri . Barr"lleWfd
Wordt
......
angoIijk•
_ _ _ 2010 6!oI ~ 1y.w ...........
.
nacht. Er zijn op Harselaar twee potentiële locaties: ten noorden en ten luiden van de spoorlijn, respectievelijk de Driehoek en Harselaar Zuid . Wachtspoor
Er is in beide gevallen wel een wachtspoor nodig voor de
el) ~ ~
;.
>
~
~
;. ~
~
O
m te kunnen beoordelen of een businesscase voor economisch verantwoorde exploitatie van een regio
nale goederenterminal kan worden opgesteld, is in op dracht van de gemeenten Barneveld en Amersfoort en de Barneveldse Industriële Kring een inventarisatie gedaan naar de potentiële overslagcapaciteit door B-IC Advice uit Venray. Er zijn circa 45 bedrijven individueel benaderd voor deze inventarisatie. Hierbij is een scheiding aangebracht tussen het containertransport (intermodaal transport) en het bulk transport (multimodaal transport). De resultaten die zijn verzameld tijdens de individuele be drijfsbezoeken zijn collectief gebundeld uitgewerkt om hiermee te kunnen voldoen aan de vertrouwelijkheid van de individuele logistieke bedrijfsgegevens. De gegevens zijn ter verificatie teruggekoppeld naar de deelnemende bedrijven. Op basis van verkregen transportgegevens voor het schrijven van deze rapportage kan een eerste inschatting gemaakt worden omtrent het jaarvolume voor zowel het intermodale als multimodale transportpotentie
8
per spoor. Voor het intermodale transport is dit circa
verplaatst wordt tussen modaliteiten en het multimodale
26.500 Teu export en 13.000 Teu import. En voor het mul
transport het bulktransport waarbij het goed wordt ver
timodale transport per spoor is dit circa 130.000 ton. Voor
plaatst tussen de modaliteiten. Daarnaast is het belangrijk
gedetailleerde informatie wordt verwezen naar het hoofd
met welk equipement en onder welke condities het trans
stuk Conclusies .
port wordt uitgevoerd. Transportstromen hangen samen met verbindingen. Om een gebundelde inventarisatie mo
Er zijn twee vormen geïnventariseerd: het intermodale en
gelijk te maken waar diverse ketenpartijen bij betrokken
multimodale transport per spoor. Hierbij is het intermodale
zijn, zijn de transportstromen opgeknipt in 4 trajecten . Zie
transport het containertransport waarbij de 'verpakking '
onderstaande afbeeldingen.
'- ......' / ~ . \ ........... ..
== l.IiiI -
la.-. /~ " . j'JI =
./
...--- ... ...... \
~ ,.--..----
..1-.i1ï~=~ - '- ~
"'-
=.
.- ......-
___;;o U),
,. .-.. ~
J.t J.t J.t
- .~
J.tJ.nt
'
\.............
. ..
'-- I
\, " '/ ..............r............. 1Irw'D
_ _ .. rw· I:WII '-1iIUII1II
/
/
,.
.. ~
-~
-
~
:::= , - - ', "._
l
. .a-a . ÎIÏ .. ==-=--
==-
,
1. . . . . . . .\
~
+t H+t
ïIi
-.~ \Jllllt\l ~_t
J"-"--,~,,,,,\j;·"''''''ltl
1-"'IoIDIl.. tr~.-..J
==," '-J
*1
<-
.t_. .........
' . ....... Ia. la. '. . . / = = ~ --_ . . . _ . . . . 1 __ . . . __..
:::::--= 1,
1-t 1I
\-
. . . . . ....
..:.:...-:::::-=-
.. &iiIiiiI"~ ~
. .............. If,~
........... ~
~.=..~~~~~~:;"'~
.............
..;::..ua_...
---
-==..:.:.~~=
- - " ' l p I - . - l J j .. lJu·_rOOlUj
"\:::.....
I
~
~,:~
/mportlinbolll1d:
Export/Ollfbollnd:
Traject J.' Rotterdam - Regio Barneveld,
Traject 3: Regio Barneveld - Rotterdam,
Traject 2: Regio Barneveld - Achterland.
Traject 4: Achterland - Regio Barneveld.
L lila
het algemeen geldt dat een railterminal haalbaar is als tussen de 20.000 en 30.000 Teu via de railterminal wordt r'voerd; de toekomstige railterminal in Barneve'ld zit daar (ver) boven . Daarnaast gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat op dit moment niet alle potentiêle bedrijven met container- en bulktransport zijn geconsulteerd. Het aantal Teu zal daarom naar verwachting in de praktijk hoger uitvéilllen. Dit leidt tot de conclusie dat er voor een goederenoverslagpunt in Regio FoodValley ruimschoots voldoende draagvlak is. Het bedrijventerrein Harselaar in Barneveld is daárvoor d.e meest locatie. Om dit initiatief verder te brengen is samenwerking nodig met veel partijen . Allereerst zal met verladers, vervoerders en potentiêle exploitanten een businessplan moeten worden opgesteld. Met investeerders, grondeigenaren en spoorpartij en zal een programma van eisen in relatie tot de beoogde locatie moeten worden uitgewerkt met de technische rand voorwaarden voor aansluiting op het railnet en inpassing in de diensregeling. Dat leidt tot een investeringsprogramma dat naast investeerders uit de markt gesteund moet worden door overheidsinvesteringen in de initiêle aanlegkosten. Daarvoor is een stappenplan
opg~steld .
Fase 1: qe (huidige) inventarisatiefase. Hierin is een eerste inschatting gemaakt van de technische haalbaarheid van een overslag terminal in Barneveld en zijn ~
de feiten en verwachtingen met betrekking tot het in de brede regio Barneveld aanwezige volume en producttype wat geschikt zou kunnen zijn voor vervoer via de railterminal geïnventariseerd. Dat laatste is gebeurd door een persoonlijke 'I
benadering van bij verladers en hun ketenpartijen, bij logistieke dienstverleners en andere relevante (handels)bedrijven, platforms en netwerken. Deze fase is afgesloten met een presentatie op 16 januari 2014.
Fase 2: Business case. Verwerking van de geïnventariseerde vervoersstromen via een terminal in Barneveld: Technische en operationele vraagstukken met het oog op transport, goederen en equipement (bijv. venstertijden, frequenties materiaal- en goederencondities) (Daarnaast dient steeds blijvend geïnventariseerd te worden welke regionale bulk- en containerstromen verder een rol kunnen spelen bij de terminal. De keuzes die vervoerders maken
zijn en blijven een dynamisch proces.)
ven voor de belangrijke stakeholders en de opdracht
b. Globaal programma van eisen waaraan een railtermi
vormt voor de in te stellen Projectorganisatie
nal moet voldoen gezien de aard en omvang van de
Fase 4: de realisatiefase van de terminal.
vervoersvraag. c. Definiëren stakeholders
Daarbinnen vallen de ruimtelijke aspecten
d. Locatiekeuze: van belang voor de vraag wie qua
(vergunningstrajecten omgevingswet e.d .), onderzoeken
grondpositie en gerelateerde belangen stakeholders
en aanbestedingen .
zullen zijn . Grove financiële analyse van investeringsomvang en exploitatie Eerste scan van potenüêle investeerders c.q. exploitanten. Fase 2 eindigt met een concept businessplan dat wordt
• CONTACTINFORMATIE
gepresenteerd in een (werk-)conferentie met de stakehol Gemeente Barneveld
Postbus 63, 3770 AB Barneveld
Fase -3: Operationalisering en planning Uitwerking investeringen inclusief (spoor-)technische rand-
Bezoekadres Raadhuisplein 2, 3771 ER Barneveld
Inbedding in rijks- en provÎnciaal beleid en (investerings-)
Tel. +31 140342 I E-mail:
[email protected]
programma's. Selectie- en contractprocedure van de investeerders en de exploitatie. Deze fase is vooral ook afhankelijk van de
Informatie Voor meer informatie over de Railterminal Barneveld kunt u contact opnemen met:
mogelijkheden die de provincie en het bedrijfsleven zien om middelen vrij te maken voor
d~ terminal.
Hoe concreter
de tweede fase eindigt hoe overzichtelijker dat deze derde
Wethouder ing. G.J. (Gerard) van den Hengel MBA Tel. +31 140342·
[email protected]
fase kan lopen. Met name de investeringsbereidheid van Rijk en met name de provincie is van groot belang. Fase 3 eindigt met een projectplan dat wordt onderschre
De heer J.J.M. Berkvens
Beleidsadviseur Economische Zaken
Tel. +31342 495228 of +31611392597
Eetbaar Arnhe
We
1A.rt1'"~ MM..
k
~~~ ~ ~ 9 r ().t..k, ~~~
~~
ft t
.--_ ....
www.eetbaararnhem.nl evstra
[email protected] 026 707 1858/ 06404 35 405
•
Eetbaar Arnhem Is een visie op de leefbare stad en samenleving
Waarin ruimte is voor ieders eigenheid
Een droomstad en een ideaal;
Een stad die leeft ën adembenemend mooi is in alle facetten
Eetbaar Arnhem is het beeld van een stad die !JfJzondheid brengt
waar architectuur mooi is, me,t,..v.eel fr:issa..lue.ht en~eeds mooier wordend
Vol is van leefbaar groen, m . ~t m . óoie plekken vo.. s . en, samenkomst en buiten zijn
Waar voor ieder diJÇ, lE 0dZj/ielijkf3 , basi$b . .efJ.en voorhanden zijn op de toeko . , gertc~t is Een s . Wa,/Jrin ~ . t samengewerkfl" ét de natuur Waar je"met ellfaar op tvïfirRt en hetbesflftlat vóorha woiTlfuitaenodiOd .(kel te hp-bban
:= ,
Deelnemen aan ert. rken aan voorbem ll. Wij leveren diverse concep Wij doen ons werk Voor meer informatie rJIlfJI707
[email protected] • Wij geven·elke twee weken eer8n dleiding en een introductiecursus • Daarbij hebben wij een informatiep'SM waar u een afspraak voor kunt maken. • Opgave per email. Eetbaar Arnhem is de ideale stad van de 21e eeuw!
kvk 50879804
•
Stichting EVS Transitie EcoVrede - een erkende ANBI
de
F.Foks griffier
Inspraakreactie 16 april 2014 Omgevingsvisie en verordening. 19.00 uur
Arnhem
Ik ben namens een aantal bedrijven verzocht vanavond het woord te voeren. Dat betekent dat ik voor elke tijd Allereerst spreek ik namens de bedrijven Dalen en VBI te Huissen gevestigd op het industrieterrein Looveer. Voor alle geldt dat ane indieners totstandskomingsproces van de Visie en de Verordening afWijzen. Geen locale publicaties, ter beschikbaar. fysieke stukken lagen bij de provincie, het kaartmateriaal, waaruit Een zoals hierna blijkt dat veel fouten bevat. Door middel van co-creatie is onnavolgbaar proces voor bedrijven. is met partners overleg dat waren bedrijven genoemd. 1.
Van Dalen en VBI aan het industrieterrein Looveer.Tot mijn verbazing is van juni 2013 niet opgenomen in de Commentaarnota. Vandaar dat ik de zienswijze aan zal met het verzoek om inhoud te deze dan ook gedeeltelijk voor verwerken en te beantwoorden. Ik ik heb de 5 minuten
2. Bedrijvenkring Spijksedijk. In 2009 hebben de bedrijven op het bedrijventerrein aan de Spijksedijk Spijk een samenwerkingsovereenkomst met gemeente Rijnwaarden en de provincie met doelstelling om in gezamenlijk overleg te komen tot de van een nieuw voor dat bedrijventerrein. Een integraal plan, waarbij het specifieke karakter van het en ligging aan Europa's druk vaarweg wordt vastgelegd en waarbij een goede landschappelijke inpassing moet plaatsvinden. Dit betreft een watergebonden locatie, hiervoor gelden de "boekhoudkundige" regels van niet. Deze voor regionale bedrijventerreinen. (NB. is weliswaar en goede hoop, maar toch moet ik dit opmerken op dit moment). Dat is nadrukkelijk vastgelegd in samenwerkingsovereenkomst. Uitgangspunt is een goede ruimtelijke ordening. vigerende plan voor grote delen van het plan dateert (mind you!!) van 1973. Uit Omgevingsvisie en de verordening blijkt de provincie heeft aan de bestuurlijke afspraken, samenwerkingsovereenkomst. In strijd met de bestuurlijk geaccordeerde afspraken worden bestemmingen gelegd, die niet De heeft om de bestemmingen te Dit moet als een An"7ATO"IJ1 voorbereiding worden gezien het dat de Visie en de moeten doorwerken naar bestemmingsplannen. Het toch zo zijn kan voor die doorwerking. Uit stukken blijkt dan ook dat vigerende bestemmingen gewoon verkeerd in het kaartbeeld en tekst Ondanks dat BKS samen met provincie en een hp"tPn,rnl voorbereidt, is dit gebeurd. Hiermee wordt de verantwoordelijkheid voor een juiste doorvertaling van vigerende bestemmingsplannen bij het dan jammer en gaat bedrijfsleven neergelegd. dit dan is de gewoon verder op van kan en dat
BKS tot dat is geconfronteerd met """rlr.,,,,r,..l,,, fout kaartmateriaal. Daarbij is het zo, dat walU1eer in samenwerking gedurende een aantal jaren geaccordeerd door de twee betrokken overheden, het niet zo kan zijn dat tijdens de wedstrijd de doelpalen worden verzet. afspraken is onbehoorlijk. De BKS mag erop vertrouwen dat de provincie nakomt. Ik verwijs verder naar de De eist het kaartmateriaal wordt en dat de afspraken correct in Visie en Verordening worden doorvertaaid. 3. VAR in de gemeente Rijnwaarden op het Spijkedijk. VAR is ook lid van de bedrijvenkring heeft ook zelfstandig een zienswijze ingediend. geldt ook voor Swanenberg waarover hierna. Op dit moment ligt is er voorontwerpbestemrningsplan waarbij een gedeelte van van de taartpunt) wordt voorzien van een bedrijfsbestemming. is geheel in VAR (de overeenstemming met hetgeen is in juni 2013 tussen Rijnwaarden, de Bedrijvenkring Spijksedijk en provincie. Geheel in strijd daarmee wordt nu taartpunt voorzien van een groene bestemming. Ook voor de V AR geldt afspraken dienen worden nagekomen zeker in zo'n langdurig proces van voorbereiding. Uitgangspunt bij het bestemmingsplan is een kwalitatief goed plan opstellen. Nu blijkt dat via Visie en Verordening en het daaraan gekoppelde RPB voor een kwantitatieve wordt geldt voor van de een watergebondenterrein als Spijksedijk Dat is in strijd met samenwerkingsovereenkomst. VAR verzoekt dan ook een herziening, zodanig dat de gemaakte worden neergelegd in Visie en Verordening. 4. Namens Swanenberg Yzergroep wordt erop gewezen dat het bij de Omgevingsvisie behorende kaartmateriaalonjuist is, Bepaalde terreindelen die behoren tot het en die een bedrijfsbestemming hebben ten onrechte Trn,~nl" Ontwikkelzone. moet worden gecorrigeerd. Voorts wordt bij n.a.v. de ingediende opgemerkt dat men bij de voorbereiding van dit beleidsstuk geen inventarisatie heeft gedaan van de vigerende bestemmigen.Nu dit niet is geschied kan niet anders worden worden dan dat in dit beleidsdocument onzorgvuldig is voorbereid. De Visie is nu bedoeld om beleid te laten doorwerken naar o.,..TIp.,;>nTI"1 Met deze handelwijze wordt de verantwoordelijkheid van de vigerende bestemmingsplansituatie kelU1elijk neergelegd de Dit van een fundamenteel onjuiste rechtsopvatting.
ik verzoek u deze tekst letterlijk in het verslag op te nemen. Namens de bedrijven VBI en Van Dalen en de BKS, VAR en Swanenberg. Mr. AJ .M.
Inrr!p",",p
M0651233761
o -f<-,
Mr A.J.M. Jordense juridisch adviesburo b.v. Specialisatie in milieu en rui mtelijke ordening
L . ("--
I &. Ol-/
~ /t.,
Provi nc i G Iderland College van GS Postbus 9090 6800 GX Arnhem
Datum: 27 juni 2013
Onderwerp: zienswijze Ontwerp-Omgevingsvisie inclusief Verdieping en Ontwerp
Verordening
Namens Van Dalen b.v. (hierna Van Dalen) en VB] b. '. Huis en (hierna YB! ) . beid n gevestigd op het industrieterr in Looveer te Huissen. dien ik een zienswij ze in met betrekking tot bovenvenneld onderwerp. 1.Bekendmaki ng. [er inzage legging en proces. Allereerst een opmerking over de bekendmakjng en de ter inzage legging van
bovengenoemde stukken.
De bekendmaking heeft ni t plaatsgevonden in een plaatselijk enJof regionaal blad.
In het gemeentehuis van Lingewaard zijn de stukken niet in te zien.
Via de website van de provincie Gelderland kan men digitaal inzage krij gen in alle slukken.
incl usief kaartmateriaal.
Op verzoek heb ik analoge versies van teksten toegez nden gekrg n. Ec hter analoog
kaartmateriaal was niet aanwezig, en desgevraagd ook niet verkrijgbaar op het provinciehuis
of gemeentehuis.
De stukken zij n dennate complex met di vers" verwijzing n, dat het noodzakelij k is dat men
analoog moet kUlUlen beschikken over zowel teksten, als kaartmateriaal. Het is een
ingewikkelde materie.
De provincie stelt dat er sprake is van een co- r atief proces. Dat veronderstelt in ieder geval
een gemakkelijk toegankelij kheid van de stukken voor alle betrokken n lees de burger.
Daarnaast is het zo, dat niet van een burger kan worden verw cht dat hij een com put r moet
aanschaffen om stukken van de overheid te kunnen inzien. ~en analoge versi e is hoe dan ook
vereist.
De gevolgde wijze an publicatie, alsmede de ter inzage legging moet in strijd met de Awb
worden geacht.
I
I .1. Co-creatief proces.
Ramstraat 16 - 5555 KX Valkenswaard ' Tel. : 040 - 204 77 07' Fax: 040 • 204 19 18 ABN·AMRO bank Valkenswaard nr: 52.n 37.11 9 · ING bank nr.: 6236773
info @Jordensejuridischadvies.nl
Handelsreg. K.vK Ein dhoven nr.: 17070795
Er is met partners overlegd over de ruimtelijke visie en Verordening wordt gesteld. Deze partners zijn in ieder geval niet het bedrijfsleven geweest. Er zijn weinig kadegebonden industrieterreinen; een overleg met betrokkenen daarover had zeker voor de hand gelegen bij dit proces. 2. Algemeen. Omgevingsvisie en Verdieping en Omgevingsverordening., Er is sprake van een Visie, een Verdieping (???) en een omgevingsverordening (inclusief toelichting en kaartmateriaal). Wat de juridische functie van de Visie en de Verdieping is, is onduidelij k. Hoe toetsing daaraan plaatsvindt mede in relatie tot de Verordening is eveneens onduidelijk?! Alleen de verordening is juridisch bindend. Daarin is vastgelegd, waaraan bestemmingsplannen moeten voldoen. De provincie gebiedt aan gemeenten hoe zij hun bestemmingsplannen moeten inrichten. Geen toelatingsplanologie, maar gebodsplanologie derhalve. De provinciale belangen, en die zijn er nogal wat, moeten in bestemm ingsplannen worden vastgelegd. Als men de inhoudsopgave van de verordenjng bekijkt, dan is het verbazingwekkend wat tot het provinciale belang wordt gerekend; zelfs het toestaan van solitaire recreatiewoningen is kennelijk een provinciaal belang. Kort en goed, indien een gemeente een bestemmingsplan gaat opstellen moet zij eerst te biecht bij de provinciale verordening. Bij de wijziging van de Wro was het uitgangspunt wat decentraal kan, moet decentraal. Dit uitgangspunt lijkt met voeten te worden getreden. De betrokken gemeenten hebben het nakijken wat betreft hun eigen beleid in hun eigen gemeente. Er is rigide regelgeving tot stand gebracht, die voorbijgaat aan de praktijk van het leven. Een bureaucratisch instrument dat ontwikkelingen tegenhoudt, eR-weinig dynamisch is, en tevens allerlei stroperige procedures veroorzaakt, indien gewenste ruimtelijke ontwikkelingen niet in het provinciaal bedachte "format" passen. In die zin moet de tot stand gebrachte verordening inclusief Visie en verdieping worden afgewezen. Wat betreft de gepresenteerde Visie en verdieping het volgende. Zoals gezegd, onduidelijk is de functie van deze documenten, en wanneer en hoe daaraan wordt getoetst. Dit mede in relatie tot de Verordening. Laatstgenoemde i juridisch bindend. Een reactie daarop wordt graag tegemoet gezien. ~
3. Zienswijzen Van Dalen en VBI locatie Looveer te Huissen. VanDalen en VBl zijn sinds jaar en dag gevestigd op de locatie industrieterrein Looveer, een geluidsgezoneerd industrieterrein, dat tevens als kadegebonden industrieterrein in de zin van de Verordening kan en moet worden gekwalificeerd. Tevens wordt daar veel werkgelegenheid gegenereerd. (ca 500 personen) Deze moet ook gegenereerd kunnen blijven !
2
Gelderland heeft een beleid dat transport over water stimuleert, en heeft daartoe behoefte aan kadegebonden terreinen. Looveer is er een van, maar wordt niet als zodanig in genoemde stukken en kaartmateriaal genoemd. Verzoek is om Looveer als zodanig te benoemen. Hier gaat het wel om een reëel provinciaal belang, dat borging verdient en vereist.
o Beide bedrijven zijn qua activiteiten gebonden aan de rivier. De ligging aan de rivier is noodzakelijk voor hun bestaansrecht. Bovendien werken beide bedrijven samen aan hergebruik en nuttige toepassing van betonproducten en andere materialen Dat moet ook voor de langere termijn mogelijk kunnen zijn op die specifieke locatie. Het hebben van loswallen en kaden is noodzakelijk. Op dit moment is er sprake van een ter inzage legging van het project Huissensche Waarden. Met geen woord wordt in stukken en kaartmateriaal over dit project gerept. Wel wordt het gebied waarin het industrieterrein Looveer ligt als Gelderse Poort Noord geduid en worden kemkwaliteiten opgesomd. Het gebied gaat echter letterlijk en figuurlijk op de schop in het kader van maatregelen voor Ruimte voor de Rivier. Rondom het industrieterrein vinden af- en vergravingen plaats. Het bestaande wordt volledig vervangen. Het kan niet zo zijn dat de provincie in de voorliggende stukken daarvan geen melding wordt gemaakt. Dat betekent dat het beleid voor de Gelderse Poort niet meer kan worden uitgevoerd. Overigens hebben Van Dalen en VBI in het verleden bezwaar gemaakt tegen de Ontwerpaanwijzing Natura 2000. Daarop is nimmer een reactie ontvangen, en toch handelt de provincie alsof de aanwijzing definitief is. Echter het bestaand gebruik dient te worden gerespecteerd.!! Dat betekent dat de bestaande loswallenfkaden en industrieterrein tenminste nu en in de toekomst moeten worden gerespecteerd.
oIn ieder geval wensen van Van Dalen en VBI dat op het industrieterrein Looveer in het kader van de voorliggende stukken, alle vigerende bestemmingen gehandhaafd blijven, en dat deze worden ontdaan van de gelegde bestemming Gelders Natuurnetwerk, Groene Ontwikkelingszone enJofNatuur. Tevens wensen Van Dalen en VBI dat het industrieterrein Looveer als kadegebonden industrieterrein wordt aangeduid, waarbij toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden worden toegestaan vanwege dat provinciale belang, dat tevens hun belang is. In afwachting van een reactie, teken ik, vriendelijk groetend, A.J.M. Jordense
3