Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.
Tijdschrift - toelating gesloten verpakking
Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
2099 Antwerpen X n° BC 6379
erkenning: p303221
PB-nr. B-4883
2 8 a p r il 2 0 10 | nr 8 | 2 1s t e j a a r g a ng | w w w. k ul e u v e n . be / c k /
t i jdschrif t va n de k .u.l eu v en
“Ik ben verliefd op Wallonië” le ven na leuven: vl a ams parlementsvoorzit ter jan peumans [14]
Hogeropgeleiden leven gezonder doctor a at over gezondheid en socio-economische positie [2] (© Rob Stevens)
Fijnbesnaarde fiets
Voor een project rond de kwaliteit van de fietspaden in Vlaanderen ontwikkelde ingenieur Paul Meugens (foto) van FaBeR een meetfiets die het rijcomfort op fietspaden met verschillende soorten wegbedekking registreert. Het toestel toont via curves elke oneffenheid in de weg en geeft het afgelegde traject een score op tien. De Fietsersbond was zo enthousiast dat ze ging lobbyen bij de Vlaamse overheid en minister Hilde Crevits. Met succes: FaBeR sloot met het Agentschap ‘Wegen en verkeer’ een contract af voor de levering van vijf meetfietsen, één voor elke Vlaamse provincie. Lees het artikel op pagina 13.
Universiteitsbestuur kiest voor transparantie Op 21 april keurde de Inrichtende Overheid de hervormingsvoorstellen over het universitair bestuur goed, na vroegere goedkeuringen door de Academische Raad en de Raad van Bestuur. De tekst wordt nu ingepast in ons organiek reglement, onze grondwet dus, en treedt op 1 augustus in werking. Rector Waer, na 55 vergaderingen duidelijk tevreden dat de hervorming rond is, legt uit waar het over gaat. Ludo Meyvis “Het gaat over een hele reeks componenten van ons bestuur, teveel om hier even op te sommen. Ik beperk me tot drie onderdelen. De meest in het oog springende wijziging is dat het reglement over de evaluatie van de rector afgevoerd wordt. Na een mandaat van vier jaar komt er een nieuwe verkiezing. Daarmee is het reglement dat anderhalf jaar geleden voor zoveel commotie zorgde, voorgoed van de baan.” “Op termijn allicht ingrijpender is dat het bestuur van onze universiteit nu een transparante structuur krijgt. Het wordt volgens duidelijke krachtlijnen gedelegeerd vanuit de Raad van Bestuur – die de rechtspersoon ‘K.U.Leuven’ belichaamt. Acade-
mische materies horen voortaan eenduidig tot de bevoegdheid van de Academische Raad. Alles wat met patiënten te maken heeft, ressorteert onder het Bestuurscomité van onze UZ, en valorisatie onder het Bestuurscomité van LRD. Wat het nog vorm te geven bestuur van de geacademiseerde hogeschoolopleidingen betreft, wachten we op het wetgevend kader.” “De Raad van Bestuur is het hoogste bestuurlijk orgaan, maar houdt zich niet bezig met het concrete dagelijks bestuur van de universiteit. Dat wordt gedelegeerd aan de Academische Raad en het Gemeenschappelijk Bureau of Gebu – we spreken dus niet meer van ‘College van Bestuur’. Het basisconcept van de subsidiariteit schraagt ons
Verschijningsdata Campuskrant 2010
bestuursmodel. Die aanpak zal er bijvoorbeeld voor zorgen dat academische benoemingen of programmawijzigingen niet langer langs de Raad van Bestuur moeten ‘passeren’, maar dat de Academische Raad er de finale zeggenschap over heeft.” “Verder wordt ook de verhouding tussen de groepen, de faculteiten en de departementen helderder omschreven.”
Mensenwerk “Of dit de finale hervorming is? Natuurlijk niet. De universiteit evolueert voortdurend, en haar bestuur dus ook. Bovendien heb je aan de universiteit een permanente – en gezonde – spanning tussen twee soorten legitimiteit.”
nr. 9 – 26 mei 2010
pagina 2
Opiniepeilingen: een eindeloze lus doctor a at over de rel atie tussen nieuwsmedia, peilingen en opinies [3]
Uit de kleren voor het goede doel studenten maken na ak tk alender [4]
“Jazz is een taal” Benefie tconcert brengt ja z zlegende Toots Thielemans na ar Leuven [7]
To .be or not to .be domeinna am viert 20 ste verja ardag [8]
Zo doof als een kwartel? ‘Rechtgezet’ legt zijn oor te luisteren [19]
nr. 10 – 23 jun 2010 NR. 1/22 – 22 sep 2010
nr. 2/22 –20 okt 2010
nr. 3/22 –24 nov 2010
2 Nieuws colofon Campuskrant Maandelijks tijdschrift van de K.U.Leuven
Redactie Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Reiner Van Hove, Wouter Verbeylen
Redactieadres Oude Markt 13 - bus 5005 3000 Leuven 016 32 40 18,
[email protected]
Adreswijzigingen Alumni Lovanienses Naamsestraat 63 - bus 5601 3000 Leuven
[email protected]
Losse medewerkers Tine Bergen, Jelle De Mey, Lien Lammar, Rob Stevens, Katrien Steyaert, Els Vandeborght, Henk Van Nieuwenhove, Tim Willekens
Grafisch ontwerp Catapult, Antwerpen
Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen
Fotografie Rob Stevens
Cartoons Joris Snaet
Reclameregie Wouter Verbeylen T 016 32 41 46 Wouter.Verbeylen@dcom. kuleuven.be
Oplage 34.000 ex.
Drukwerk Eco Print Center, Lokeren
Verantwoordelijke uitgever Pieter Knapen Oude Markt 13 - bus 5005 3000 Leuven
Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming. Het volgende nummer verschijnt op 26 mei. Suggesties voor artikels zijn welkom op het redactieadres. Campuskrant op Internet: www.kuleuven.be/ck/
campuskrant
Hoe hoger opgeleid, hoe gezonder je eet Gezonde eet- en leefgewoonten worden voornamelijk bepaald door iemands opleiding en minder door zijn inkomen. Dat concludeert voedingsdeskundige Patrick Mullie in zijn doctoraatsonderzoek. Lien Lammar Op 28 april verdedigt Patrick Mullie zijn doctoraatsonderzoek ‘Relationship between dietary pattern, health, lifestyle and socioeconomic position.’ Vier jaar lang onderzocht hij de relatie tussen iemands gezondheid en zijn socio-economische positie: “Hoe hoger je op de sociale ladder staat, hoe langer je leeft”, zegt Mullie. “Dat is algemeen bekend. Mensen in een hogere socio-economische positie roken minder, doen meer aan sport en eten evenwichtiger, terwijl de lagere klasse meer verzadigde vetten eet en bier op het menu heeft staan.” Bijzonder aan Mullie’s onderzoek is dat het uitgevoerd werd in het leger. Met de hulp van vragenlijsten werd een voedingspatroonanalyse gedaan van ruim vijfduizend militairen. “Normaalgezien vind je in het leger een vrij homogene populatie”, legt Mullie uit. “Iedereen heeft er werk en is zeker van inkomen en pensioen. Toch zie je een verschil in eet-en leefgewoonten tussen officieren, onderofficieren en soldaten. Zo rookt 33 procent van de soldaten tegenover negen procent van de officieren. Bij de militairen uit de lagere sociale klasse zie je meer overgewicht en obesitas dan bij militairen uit de hogere klasse, ook al krijgen alle werknemers de kans om te sporten. Zelfs in dergelijke populatie, waarin je in principe minder contrasten hebt dan in de maatschappij, zie je dus socio-economische ongelijkheden.” “De meeste gewichtsproblemen beginnen rond de 35-40 jaar. Op die leeftijd maken veel militairen een minder actieve periode in hun loopbaan door. Ze krijgen meer administratieve functies en bewegen minder, waardoor ze gemakkelijk enkele kilo’s bijkomen. Het is een vicieuze cirkel: hoe zwaarder je wordt, hoe minder actief, en hoe minder actief je bent, hoe zwaarder je wordt.”
Hervorming universitair bestuur pagina 1 “De democratische legitimiteit garandeert dat de basis diegenen verkiest die zij haar beste bestuurders vindt. Daarnaast heb je ook de wettelijke en stakeholderslegitimiteit. Dat betekent dat we aan een aantal wettelijke en maatschappelijke vereisten
Digitale diëtist “Het is een veelgebruikt argument dat mensen uit de lagere sociale klasse ongezond eten omdat gezond voedsel te duur is”, zegt Mullie, “maar dat is een beetje simplistisch voorgesteld. Roken is bijvoorbeeld verschrikkelijk duur en toch wordt er het meest gerookt door mensen uit de lagere klasse. Niet inkomen, maar opleiding is één van de sterkste determinanten. Hoe hoger je opgeleid bent, hoe gezonder je eet, onafhankelijk van hoeveel je verdient. Opvoeding, familie en vrienden drukken een veel grotere stempel op iemands eet- en leefgewoonten dan inkomen. Die bevindingen zijn belangrijk voor preventiecampagnes. Zo zal je bijvoorbeeld weinig bereiken met groenten goedkoper te maken.” Nu de evaluatie van de situatie achter de rug is, is het tijd om de problemen concreet aan te pakken. “Je kan moeilijk duizend militairen met overgewicht individueel op raadpleging sturen”,
moeten voldoen. Het komt erop aan die normale spanning zo harmonieus mogelijk te houden. Bestuur blijft echter altijd eerst en vooral mensenwerk. Soms klikt het, soms klikt het niet.” “In het laatste geval kan de spanning abnormaal toenemen. Dat wordt dan niet noodzakelijk veroorzaakt door de structuren of het bestuursmodel, maar door de mensen die een en ander moeten concretiseren. Die mogelijkheid kan je nooit uitsluiten. Maar afgezien daarvan heb ik er vertrouwen in dat we met dit pakket hervor-
zegt Mullie. “Daarom zijn we nu bezig met de ontwikkeling van een digitale diëtist bedoeld voor mensen rond de 35-40 jaar die kampen met overgewicht. Als je hen kan helpen enkele kilo’s te verliezen en kan vermijden dat ze binnen tien jaar obees zijn, heb je al een heel mooi resultaat. Dat is de echte preventie van obesitas: mensen met overgewicht stabiliseren. Bij obesitas ben je eigenlijk al een stap te laat.” Passie Wat was de grootste motivatie van Mullie om op zijn tweeënvijftigste als vader van vier kinderen en met een fulltime job te doctoreren? “Goeie vraag”, lacht hij. “Ik denk dat er geen ander woord voor is dan passie. Als kind was ik één van de weinige leerlingen op school die met overgewicht kampten. In die tijd werd je daar serieus voor met de vinger gewezen. Mede door mijn eigen gewichtsproblemen ben ik diëtist geworden. Sindsdien zijn voeding en gezondheid me altijd blijven boeien.”
mingen toch wel voor enige tijd van institutionele rust gezorgd zullen hebben, en dat is maar goed ook.” “Daar komt nog bij dat het de eerste keer is dat er zo uitvoerig gecommuniceerd is over bestuurlijke hervormingen. Iedereen, personeel en studenten, is er individueel over aangeschreven, meer dan veertigduizend mensen, met het verzoek om kritiek en feedback te sturen. Daar zijn ongeveer honderd reacties op gekomen. Misschien is dat niet veel, maar je kunt het ook zien als een uiting van glo-
Pieter Knapen
(© Rob Stevens)
Pieter Knapen nieuwe directeur Communicatie Pieter Knapen is de nieuwe directeur Communicatie van de K.U.Leuven. Na bijna 22 jaar dienst bij de openbare omroep maakte hij de overstap naar de communicatiedienst van zijn Alma Mater. Als hoofd van de Dienst Communicatie zal Pieter Knapen het algemeen communicatiebeleid van de universiteit mee uittekenen en vormgeven. Hij geeft leiding aan een dertigtal medewerkers, en staat samen met hen in voor de uitvoering van drie hoofdopdrachten van de dienst: de verspreiding van nieuws en informatie, de positionering en versterking van het imago van de K.U.Leuven en de organisatie van corporate en wetenschappelijke evenementen. Pieter Knapen heeft een lange carrière achter de rug binnen de VRT. Hij begon er in 1988 als radiojournalist en werd snel eindredacteur van het ochtendnieuws en van het vroegere duidingsmagazine Voor De Dag. In 2004 werd hij hoofdredacteur van de onlineredactie en drie jaar later kwam hij aan het hoofd van de eengemaakte nieuwsdienst bij de VRT. Pieter Knapen was een van de drijvende krachten achter de integratie van de drie nieuwsdiensten tot één crossmediale redactie. In 2009 werd Pieter Knapen kwaliteitsmanager bij de openbare omroep. In die hoedanigheid stelde hij onder meer een deontologie op voor alle media, programmagenres en programma’s van de VRT.
bale tevredenheid en van geloof in het gehanteerde bestuursmodel.” “En, niet te vergeten: voor héél veel mensen is dit een ver-vanmijn-bed-show. Dat kan geen kwaad. Bestuurlijke hervormingen mogen al eens in the picture komen, maar niet te vaak. Waar het voor de universiteit en haar bewoners op aankomt, is de kern van de zaak, dus onderzoek, onderwijs en dienstverlening. Bestuur en bestuurlijke hervormingen dienen alleen om dat mogelijk te maken of te verbeteren, en ze mogen geen doel op zich zijn.”
28 april 2010
Nieuws 3
Resultaten opiniepeiling te vaak als feiten verkocht Op 29 april verdedigt sociologe Nathalie Sonck haar doctoraat over de relatie tussen nieuwsmedia, peilingen en opinies. Ze pleit er onder meer voor dat nieuwsmedia de waarde van peilingsresultaten correct weergeven. “Als media zelf zeggen dat peilingen eerder entertainment zijn, moeten ze ze misschien meteen op de horoscooppagina plaatsen.” Wouter Verbeylen
hun opinies een effect was van de blootstelling aan peilingen. Het resultaat: er werden slechts kleine effecten gevonden, vooral op de percepties van de collectieve opinie, en veel minder op de persoonlijke opinies die men heeft. Dat is dus bemoedigend: mensen gaan niet zomaar hun persoonlijke mening veranderen op basis van een peilingresultaat.”
“Er bestaat een nauwe relatie tussen nieuwsmedia, peilingen en opinies,” vertelt Sonck. “In de V.S. hebben de grote nieuwsredacties al sinds de jaren 60 zelfs interne peilingdepartementen die voltijds met opiniepeilen bezig zijn. Bij ons blijven de media toch vooral opdrachtgever voor externe peilingbureaus.” “De media kiezen vaak een actuele kwestie waarvan ze opinies willen laten peilen, en daarna publiceren ze nieuws op basis van de resultaten. Dat kan op zijn beurt de individuele opinies en het ruimere debat beïnvloeden, waarna de media opnieuw een peiling bestellen om eventuele opinieveranderingen te meten, enzovoort. Zo wordt er een eindeloze lus gecreëerd waarbij nieuwsmedia, peilingen en resultaten nauw verweven raken.”
Mediageletterdheid
Push polls Klopt de indruk dat we steeds vaker met opiniepeilingen rond de oren worden geslagen? Sonck: “Daar bestonden geen gegevens over, dus heb ik de peilingberichten in Vlaamse kranten tussen 2000 en 2006 geanalyseerd. Daaruit bleek dat publicaties over peilingresultaten enorm zijn toegenomen, van een tweehonderdtal naar bijna 1.500 artikels per jaar. De nieuwsmedia zelf treden zoals gezegd ook vaak op als opdrachtgever, waardoor ze zelf kunnen beslissen welke onderwerpen worden bevraagd, bij wie, en met welke methode.” “Ze kiezen bijvoorbeeld voor online-bevraging, om snel nieuwe resultaten te kunnen publiceren: op één dag tijd of zelfs al na enkele uren kan je enorm veel respondenten hebben. Daardoor ontstaat er een soort ‘clash’ tussen de nieuwscriteria die voorschrijven wat nieuws is, en de voorschriften voor degelijk opinieonderzoek. In het geval van online peilen: het grote aantal respondenten wordt als argument gebruikt voor de kwaliteit van de peiling, terwijl de representativiteit van de steekproef veel belangrijker is dan het aantal mensen dat je bevraagt.” Maar het kan erger, vertelt Sonck. “Een redelijk recente manier van opiniepeilen, die in de V.S. vaak wordt ingezet tijdens verkiezingen, zijn de ‘push polls’. In een erg kort telefoongesprek wordt dan hypothetische, maar erg negatieve en misleidende informatie over een politieke tegenkandidaat in de vraagstelling gebruikt. Zoals: ‘Zou u bereid zijn op persoon X te stemmen als u wist dat hij fraude heeft gepleegd of kinderen heeft misbruikt?’ Bedoeling van dat soort polls is de peilingresultaten én de opinies zelf te beïnvloeden. Dit is uiter-
aard een foute manier van peilen, waarbij men niet geïnteresseerd is in het accuraat meten van de opinies. In Vlaanderen komt dit gelukkig nog niet voor.”
‘Vlaanderen onafhankelijk’? Nathalie Sonck ging zelf na hoe groot de invloed van opiniepeilingen is op onze opinies. Sonck: “Ik maak altijd het onderscheid tussen de ‘echte’ collectieve opinie, de perceptie van deze opinie, en de persoonlijke opinie. Uit academisch onderzoek weten we bijvoorbeeld dat ongeveer één op
afhankelijk Vlaanderen is. In die opinievorming kunnen de media een grote rol spelen: in dit geval kopten ze meermaals dat bijna de helft van de Vlamingen voor onafhankelijkheid is, en ze gebruikten deze ‘feiten’ om het publieke debat errond aan te wakkeren. De persoonlijke opinie ten slotte is of mensen zelf voor of tegen de onafhankelijkheid zijn. Ook hierop kunnen de media een directe invloed hebben.” Sonck onderzocht die invloed van opiniepeilingen in de aanloop naar de Vlaamse verkie-
Publicaties over peilingresultaten zijn enorm toegenomen, van een tweehonderdtal naar bijna 1.500 artikels per jaar tien Vlamingen voor de onafhankelijkheid van Vlaanderen is. Dat is een collectieve opinie, een optelsom van opinies.” “De perceptie van die collectieve opinie is iets heel anders: mensen kunnen de indruk krijgen dat een minderheid of een meerderheid van de Vlamingen voor een on-
zingen van 2009. “Vijf maanden voor de verkiezingen heb ik alle nieuwsberichten over peilingen in kranten en op tv bijgehouden. Vervolgens heb ik twee groepen samengesteld: mensen die de peilingen hadden gevolgd, en mensen die ze niet hadden gevolgd. Bij hen ben ik nagegaan of er op
Maar er is dus wel degelijk een invloed, en daarom vraagt Nathalie Sonck dat de peilers en de media hun verantwoordelijkheid opnemen voor het correct weergeven van peilingresultaten. “Men heeft wel eens voorgesteld om eenvoudigweg beperkingen aan de ‘peilingwoede’ op te leggen. In België bestond er eind jaren 80 bijvoorbeeld een wet die peilingpublicaties voor de verkiezingen verbood. Maar dat verbod werd door de media zelf overschreden, en bovendien druist het in tegen de algemene vrijheid van pers en informatievoorziening.” “Ik zou de nieuwsmedia willen adviseren om hun drang naar nauwkeurigheid bij het gewone nieuws ook toe te passen bij nieuws over opiniepeilingen. Peilingresultaten worden te vaak als feiten gepresenteerd, terwijl ze altijd voortkomen uit een schatting op basis van een steekproef, en daaraan is dus altijd een zekere mate van onbetrouwbaarheid verbonden. Wereldwijd zijn standaarden opgesteld voor het minimum aan informatie over de methodologie dat de media zouden moeten vermelden, zoals opdrachtgever en gebruikte methode. Journalisten zouden ook een goede training moeten krijgen in het interpreteren van de betrouwbaarheid van peilingen. Eventueel zou elke nieuwsredactie zelfs een expert terzake moeten hebben, net zoals elke redactie een aparte sportjournalist heeft.” “Misschien kunnen de media zo zorgen voor een betere algemene mediageletterdheid bij het publiek, zodat het beter de peilingresultaten kan interpreteren en de werkelijke waarde ervan kan inschatten. Want als je opinieonderzoek erg vaak na elkaar uitvoert op een verantwoorde manier, dan is de verwachting dat er eigenlijk helemaal niet zoveel beweegt als men ons soms doet geloven. Maar dit soort stabiliteit heeft dan weer niet zoveel nieuwswaarde.” Conclusie? “Als media en politici luidkeels roepen dat peilingen niet zo belangrijk zijn en eerder voor entertainment zorgen, kan je je afvragen waarom soms die grote koppen in het nieuws worden gebruikt. Peilingnieuws zou dan beter op de pagina met de horoscopen worden geplaatst...”
Geciteerd Killer coffee Het Belang van Limburg, 25.03.2010
Een rockartiest die met een overdosis koffie in het ziekenhuis belandt: niet echt het toppunt van rock-’nroll. Toch overkwam het Dave Grohl: sloten koffie veroorzaakten pijn in zijn borststreek. Toxicoloog Jan Tytgat: “Te veel cafeïne kan allerlei klachten veroorzaken: van hoofdpijn, rusteloosheid en maagklachten tot een versnelde ademhaling en een verhoogde hartslag. Een overdosis cafeïne komt niet zo frequent voor, maar kan in theorie wel dodelijk zijn. Cafeïne zet calcium vrij op het hart, waardoor het sneller en krachtiger gaat slaan. Bij een overdosis kan dit leiden tot een hartinfarct. Maar alles hangt natuurlijk af van de dosis. Algemeen wordt aangeraden om nooit meer dan 300 mg cafeïne per dag op te nemen. Dat komt overeen met zeven of acht tassen gewone koffie. Pas als we over een gram – of dertig tassen – per dag spreken, wordt het echt gevaarlijk.”
Een ijzeren IQ Het Laatste Nieuws, 31.3.2010
In 80 Londense scholen verving Jamie Oliver fishsticks en dergelijke door verse vis en groenten. Gevolg? De examenresultaten voor Engels en wetenschappen werden respectievelijk 4,5% en 6% beter. (…) Voedingsdeskundige Patrick Mullie: “Het is wetenschappelijk bewezen dat kinderen die een ijzergebrek hebben met een lager IQ kampen. Door dat kind ijzertabletten toe te dienen, kan men het IQ laten stijgen. Maar dan moet het al om echt ondervoede kinderen uit ontwikkelingslanden en niet zozeer uit GrootBrittannië gaan. Meer belang in het Jamie Oliver-experiment hecht ik aan de plotse schrapping van al die vetten en suikers. Door een kind op school voortaan lichtere, gezonde voeding voor te schotelen zal het zich tijdens de lessen in de namiddag minder loom en dus veel fitter en aandachtiger voelen. En zoiets zal zich uiteindelijk weerspiegelen in de schoolresultaten.”
Ongestraft falen Bodytalk, mei 2010
Verlamd door de angst om te falen: sommige studenten blokkeren bij het blokken. Professor psychologie Eric Depreeuw was jarenlang studentenpsycholoog aan de K.U.Leuven en is expert op dit terrein. (…) “Studenten die in een negatieve spiraal verglijden, geven soms de brui aan hun studies of in extreme gevallen aan hun leven. Of ze zoeken heil in een subcultuur (bv. drugsmilieu, criminaliteit) waar ze wel succes boeken. Daarom ben ik een voorstander van een onderwijssysteem zoals in Denemarken, waar kinderen tot op de leeftijd van 14 jaar geen punten krijgen. Tot dan mogen ze ‘ongestraft’ fouten maken. Ze leren dat falen ook een positieve betekenis heeft. Het levert informatie op over hoe het in de toekomst anders en beter kan. Ik pleit ook voor faaltolerantie op het werk. Als we appreciëren dat mensen voor hun mislukkingen uitkomen en we hen dan niet afstraffen of belachelijk maken, wapenen we hen tegen faalangst. En dat komt hun prestaties alleen maar ten goede.”
4 Nieuws
campuskrant
Wina maakt naaktkalender voor weeshuis Drie meisjes en vier jongens verbonden aan Wina, de studentenkring voor wiskunde-, fysicaen informaticastudenten, gingen uit de kleren voor het goede doel. “Als we nu nog niet bewezen hebben dat Wina echt niet uit nerds bestaat.” Tine Bergen “Tijdens de verkiezingen van het nieuwe presidium is er ook een kiescomité dat alles in goede banen moet leiden en daarvoor gebruiken ze ludieke straffen. Een van de straffen waar tijdens onze verkiezingen mee gedreigd werd, was het maken van een naaktkalender,” vertelt preses Mattia Walschaers. “En één van onze campagnepunten was dat we ook iets wilden doen voor het goede doel, om te bewijzen dat studenten vandaag nog wel geëngageerd zijn. De link met de naaktkalender was dan snel gelegd.”
Weeshuis “De vader van Charlotte Philippe, een van de modellen, is nauw betrokken bij de werking van het Vietnamese weeshuis van de zusters van de Heilige Paul van Chartres. Daardoor wisten we zeker dat ons geld daar ook goed terecht zou komen,” vertelt Vincent Verhoeven. “Op hun website kan je terugvinden waar ze op dit moment grote nood aan hebben.
Ze hebben bijvoorbeeld voor de zesendertig meisjes die er wonen maar twee kasten. Zodra we weten hoeveel geld we verzameld hebben, kunnen we dus zo een project uitkiezen om hen te steunen.” Het goede doel was snel gevonden, het vinden van de modellen verliep iets minder vlot. “In eerste instantie waren er een vijftiental enthousiastelingen, maar toen puntje bij paaltje kwam haakten velen toch af. Dat de fotoshoot plaatsvond op Valentijnsdag bij fotograaf Norbert Maes in Ruiselede zorgde natuurlijk ook voor excuses. Ruiselede ligt niet bij de deur en heel wat lieven vonden de foto’s al geen goed idee, laat staan dat ze er dan ook nog een keer Valentijnsdag voor moesten opofferen. Ook niet alle ouders waren het ermee eens en sommigen hebben onderwijsplannen en wilden niet dat de foto’s bij hun toekomstige leerlingen terecht zouden komen. Uiteindelijk bleven we nog met zes over. Ik heb op het laatste moment aan Tim gevraagd of hij ook niet wilde meedoen en hij zag het meteen
De maand februari: v.l.n.r. Yannick Reekmans, Charlotte Philippe, Mattia Walschaers, Kiki Willems en Vincent Verhoeven.
zitten,” vertelt Lynn Houthuys.
Rectoraat “Jezelf overwinnen geeft gewoon een heel goed gevoel,” vindt Tim Vercruysse. “Natuurlijk stonden we in het begin onwennig in onze boxershorts op de set. Maar toen er een foto werd genomen van de vier jongens samen hebben we besloten: we doen het gewoon! We hadden heel wat materiaal meegenomen zoals schoolboeken en laptops, maar uiteindelijk zijn de mooiste foto’s die geworden die heel spontaan zijn genomen. Het is jammer dat we maar twaalf foto’s kunnen selecteren voor de uiteindelijke kalender,
want er zitten zoveel mooie beelden tussen.” “Natuurlijk hadden we nooit gedacht dat we met onze kalender bovenaan de Standaard Online terecht zouden, komen, naast het hoofd van Jean Luc Dehaene. Wina-studenten hebben het imago nerds te zijn en we hopen dat deze kalender toont dat dit ten onrechte is,” benadrukt Mattia. “We hebben ondertussen ook al mails gehad van proffen die ons proficiat wensen met de persbelangstelling en ook een kalender willen reserveren. En nee, we vinden het niet erg om in het bureau van een prof te hangen. De bedoeling van de kalen-
der is dat hij verkocht wordt en er is uiteindelijk ook niets te zien dat niet gezien mag worden. Het ultieme zou natuurlijk zijn als onze kalender ook op het rectoraat terechtkomt.” “Ik vermoed dat we op veel wc’s te vinden zullen zijn,” merkt Kiki Willems nuchter op, “het is immers een verjaardagskalender. Ik ben trouwens ook benieuwd naar het moment dat de zusters onze kalender te zien krijgen. Zij weten voorlopig alleen dat we ‘iets’ doen met een kalender om hen te steunen.” Wie een kalender van 7,5 euro wil reserveren, kan terecht op http:// www.wina.be/naaktkalender
Congo-expeditie rond biodiversiteit Op 26 april ging de Congo river expeditie van start, die 47 dagen lang fauna en flora rond de rivier in kaart zal brengen. Frederik Van den Broeck zal voor de K.U.Leuven onderzoek doen naar nieuwe soorten van parasieten bij vissen en mensen. KMMA, speelt als medeorganisator een prominente rol,” vertelt postdoc Tine Huyse, die Frederik Van den Broeck begeleidt bij zijn onderzoek. “Doel is zoveel mogelijk habitats in en rond de stroom te onderzoeken, ecologische metingen van het rivierwater uit te voeren en een biologische verzameling van allerlei plant- en diersoorten aan te leggen in het kader van het internationale jaar van de biodiversiteit.”
Konijnen
Frederik Van den Broeck
Tine Bergen “De expeditie zal van Kisangani naar Kinshasa varen en is een gezamenlijke onderneming van een aantal Belgische en Congolese
(© Rob Stevens)
wetenschappelijke instellingen, waaronder het Koninklijk Museum van Midden-Afrika en de Universiteit van Kisangani. Professor Jos Snoeks, Afdeling MiddenAfrika en ook verbonden aan het
“Parasieten worden meestal niet betrokken in biodiversiteitstudies, ook al zijn ze het talrijkst aanwezig op onze planeet. Onder parasieten vallen immers alle organismen die voor hun overleving afhankelijk zijn van een ander organisme – de gastheer – en die gastheer daardoor ook schade berokkenen. Nagenoeg elk organisme is geïnfecteerd met minstens één parasiet.” “Parasieten worden dan ook
steeds meer erkend als sleutelsoorten die het ecosysteem reguleren, waarbij ze een prominente plaats in het voedselweb innemen. De impact van bijvoorbeeld predatoren is heel duidelijk: als een vos een konijn doodt, zijn er minder konijnen. De invloed van parasieten is veel subtieler, maar daarom zeker niet minder. Parasieten doden hun gastheer meestal niet maar beïnvloeden wel zijn ontwikkeling en voortplanting, ze dwingen hem om zich continu aan te passen en zijn daardoor één van de belangrijke factoren die biodiversiteit op aarde sturen.” “Er zijn spectaculaire voorbeelden van parasieten die het gedrag van hun gastheer ‘manipuleren’ om zo hun eigen overlevingskansen te maximaliseren. Zo gaan de larven van de botworm de tentakels van de slak die als tussengastheer optreedt, omvormen tot gestreepte en pulserende tentakels die op rupsen lijken. Tegelijk maken ze
dat de slak hoog op een boomstam gaat zitten. Daar trekken de pulserende tentakels de aandacht van vogels, die de slakken oppikken. Hierdoor komen de parasieten in hun eindgastheer terecht en kan de cyclus herbeginnen.”
Vergrootglas “In ons Laboratorium voor Diversteit en Systematiek van Dieren richten we ons op de parasitaire wormen van vissen en mensen. We gebruiken de parasieten ook om meer te weten te komen over hun gastheer: zijn voeding, migratiepatronen, maar ook zijn ontstaansgeschiedenis. Zo zijn de cichlide vissen in de Afrikaanse slenkmeren hét tekstboekvoorbeeld van snelle evolutie. Maar omdat deze vissoorten zo recent ontstaan zijn, is het moeilijk om hun verwantschappen – stamboom – te achterhalen. Het recente doctoraatsonderzoek van pagina 5
28 april 2010
Nieuws 5
Wie ‘letterlijk’ denkt over geloof, heeft meer depressieve gevoelens Wat is het verband tussen religie en geestelijke gezondheid? De vraag houdt mensen al sinds mensenheugenis bezig. Het antwoord is niet eenvoudig en psychologe Jessie Dezutter, die onlangs promoveerde over het thema, dringt aan op een genuanceerde visie ter zake. “Als er al een positief of negatief verband kan worden vastgesteld, dan is dat afhankelijk van bepaalde aspecten van religie en geestelijke gezondheid, en vooral van de situatie waarin de persoon zich bevindt.” Henk Van Nieuwenhove
ken in normatieve en klinische groepen in Vlaanderen. Die onderzoeken leverden een aantal zeer interessante pistes op, zoals de vaststelling dat het verband tussen religie en geestelijke gezondheid sterker is bij chronische pijnpatiënten. “Het belang van religie neemt blijkbaar toe wanneer iemand geconfronteerd wordt met heel hoge levels van stress”, zegt Dezutter. “Over het algemeen is dat een positief verband, maar ook die vaststelling moet genuanceerd worden. Iemand met een positief godsbeeld zal inderdaad een hoger niveau van welbevinden hebben. Iemand met een negatief godsbeeld daarentegen, zal omgekeerd minder welbevinden hebben. Een andere studie heeft uitgewezen dat religie een buffer vormt voor de invloed van pijn. Dat betekent niet noodzakelijk dat de patiënt minder pijn heeft, wel dat hij ondanks de pijn meer tevredenheid over zijn leven aan de dag legt.” Een ander belangrijk resultaat in het onderzoek is dat niet zozeer religie, maar wel de manier waarop men met religie omgaat, van doorslaggevende aard kan zijn. Dezutter: “Zo hebben we kunnen aantonen dat wie letterlijk gelooft of letterlijk niet gelooft, met andere woorden: wie zich letterlijk aan de religieuze teksten houdt – ‘het staat zo in de bijbel dus is het zo’ – of vanwege het letterlijk lezen de teksten net verwerpt – ‘de wetenschap heeft toch al lang aangetoond dat dit niet kan’ –, meer kans heeft op depressieve gevoelens dan wie symbolisch omgaat met religie. Niet zozeer religie, als wel de cognitieve manier waarop je met religie omgaat, is dus een bepalende factor in de verhouding tot de
geestelijke gezondheid.” En dat is geen goed nieuws voor creationisten of fundamentalisten die zich wel heel letterlijk beroepen op teksten uit de bijbel of de koran. Maar dus net zo min voor de hardcore wetenschapper die alles verwerpt wat met religie te maken heeft omdat hij enkel ‘letterlijk’ leest en niet open staat voor een interpreterende, symbolische houding.
In het licht van de maatschappelijke vragen die godsdienstbeleving oproepen, is dergelijk onderzoek vandaag dan ook van groot belang. Jessie Dezutter, die doctoreerde bij het Centrum voor Godsdienstpsychologie, onderdeel van de Onderzoeksgroep Schoolpsychologie en Ontwikkelingspsychologie van Kind en Adolescent, hoopt haar research te kunnen voortzetten.
den Broeck ook zoetwaterslakken bestuderen die als tussengastheer optreden voor onder andere de Schistosoma intercalatum parasiet. “Dat is een humane parasiet die in 1934 beschreven werd door Fisher in Kisangani, het vertrekpunt van de expeditie. Hij ontdekte bijvoorbeeld dat de plaatselijke Wagenia vissers, die voortdurend in contact kwamen met de parasiet, er resistent tegen bleken te zijn. De verspreiding van deze parasiet hangt nauw samen met de bosbouw. Hoe meer bomen er gekapt worden, hoe beter de slakken zich kunnen nestelen en hoe meer parasieten er dus ook zijn. Die effecten van menselijke praktijken willen we Slakken nu grondiger onderzoeken. Fisher Naast vissen gaat Frederik Van had bovendien nog niet de midde-
len om de parasiet ook genetisch te beschrijven. Die hebben wij nu wel met DNA-onderzoek.” “Logistiek gezien is deze expeditie een grote uitdaging,” vertelt Frederik Van den Broeck. “Het is immers niet evident om elke dag met veertig wetenschappers af te spreken wie welke boot wanneer mag gebruiken en uiteraard wil iedereen graag zoveel mogelijk data verzamelen, want Congo is wat dit soort onderzoek betreft echt nog onontgonnen gebied.” “Overdracht van kennis staat centraal. Ik werk in de ‘visgroep’, geleid door professor Snoeks, en zal de Congolese onderzoekers die daar inzitten leren hoe ze parasieten kunnen herkennen en classificeren. Zij kunnen mij dan weer
veel bijbrengen over het bestuderen en identificeren van vissen. Op 26 april is er ook de eerste steenlegging van het nieuwe centrum voor biodiversiteitonderzoek in Kisangani. Van elke nieuwe parasiet die we ontdekken en beschrijven, wordt er bijvoorbeeld een ‘voucher specimen’ gedeponeerd in het centrum om zo een referentiedatabank op te bouwen. De bedoeling is immers dat dit uitgroeit tot iets duurzaams.” Over de expeditie zal drie keer per week live verslag worden uitgebracht in het Journaal. Er wordt een uitzending van Koppen aan gewijd. De expeditie kan ook worden gevolgd via De Standaard Online op http://www.standaard.be
Freud en Jung hebben zich over de mogelijke relatie tussen religie en geestelijke gezondheid gebogen, maar ook zij kwamen niet tot eensgezindheid. Onderzoeken in Noord-Amerika, waar dit onderwerp een ‘hot item’ is, raken het evenmin eens, maar durven geregeld poneren dat er wel een duidelijk aantoonbaar verband is, het weze een negatief of een positief verband. Niet dus. Jessie Dezutter, verbonden aan de Onderzoekseenheid Psychologie, heeft de bestaande literatuur doorgenomen en kwam tot de vaststelling dat, in een West-Europese context, nagenoeg alles nog bewezen moet worden. Jessie Dezutter: “Religie en geestelijke gezondheid zijn complexe fenomenen die bestaan uit zoveel verschillende aspecten en dimensies. Op dit moment is de vraag of religie een positieve dan wel een negatieve invloed heeft op geestelijke gezondheid, onmogelijk te beantwoorden omdat de vraag de realiteit té simplistisch voorstelt. Het onderzoek over deze thematiek werd vooral in NoordAmerika gevoerd en slechts in geringe mate bij West-Europese populaties. De verschillen tussen het religieuze landschap van Noord-Amerika en Europa maken het bovendien erg moeilijk om de Noord-Amerikaanse bevindingen zomaar toe te passen op West-Europa.”
Chronische pijn Neem nu een doorsnee Vlaamse katholieke populatie. Om haar onderzoek de nodige diepgang te geven, voerde Jessie Dezutter, onder leiding van professor Dirk Hutsebaut, een zestal onderzoe-
pagina 4
Maarten Vanhove toont aan dat de parasietengemeenschap van de cichlide vissen in het Afrikaanse Tanganyika-meer zeer gastheerspecifiek is. Daarom gebruiken we de parasiet nu als vergrootglas voor de vis. Omdat de parasieten zich veel sneller voortplanten dan de vis, gaan ze veel sneller mutaties en dus informatie opstapelen in hun DNA, waardoor zij ons informatie kunnen geven over de ontstaansgeschiedenis van hun gastheer die nog niet terug te vinden is in het DNA van de vis zelf. Een gelijkaardige procedure volgen we voor de Afrikaanse katvis.”
Hemofilie K.U.Leuven, het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) en Cellectis (Alternext: ALCLS) starten een samenwerking rond een nieuwe manier om hemofilie te genezen. Bedoeling is om foutieve genen voor bloedstolling te vervangen door nieuwe, werkende exemplaren. Thierry Vandendriessche and Marinee Chuah van het VIB Vesalius Onderzoekscentrum (VRC) zullen gebruik maken van meganucleases – op maat gemaakte enzymes geproduceerd door de Franse genoomspecialist Cellectis. Omdat de genetische fouten bij hemofiliepatiënten gekend zijn, wordt gentherapie al lang beschouwd als een beloftevolle manier om de ziekte te genezen. Tot nu toe was het grootste probleem met gentherapie dat het nieuwe genetisch materiaal op willekeurige plaatsen terecht kon komen in het DNA. Daarbij bestaat het gevaar dat de werking van andere, nuttige genen worden verstoord. “Meganucleases hebben het potentieel om het probleem van het willekeurig invoegen van de stukken DNA op te lossen,” zeggen Vandendriessche en Chuah. “De techniek maakt het mogelijk om heel precies nieuwe genen aan te brengen op een vooraf bepaalde en veilige locatie in het genoom. Als deze aanpak slaagt, kan dit onderzoek leiden tot een levensverbeterende therapie voor hemofiliepatiënten.”
Museum M
Het economische effect van de tentoonstelling Rogier van der Weyden 1400|1464 - De Passie van de Meester bedraagt 7,3 miljoen euro. Uit onderzoek blijkt dat de tentoonstelling ook een gunstig effect had op het imago van Leuven. De tentoonstelling in Museum M, die meer dan 150.000 bezoekers trok, werd gerealiseerd door Artes.Leuven vzw, waarin ook de K.U.Leuven participeert.
Navelstrengbloedbank Vzw Sofhea (Sociaal Fonds voor Hematologische Aandoeningen) schenkt 250.000 euro aan de navelstrengbloedbank van UZ Leuven. Het geld werd verzameld via giften en acties en zal worden gebruikt om de navelstrengbloedbank verder uit te bouwen en voor stamceltransplantaties voor mensen met, vaak levensbedreigende, bloedziekten.
Cemetery State De documentaire Cemetery State van antropoloog Filip De Boeck kreeg op 24 april de Spiegelprijs 2010 voor een realistische beeldvorming over Afrika. Lees meer recent nieuws op http://dagkrant.kuleuven.be
6 Nieuws
campuskrant
Benefietconcert brengt Toots Thielemans naar Leuven Een beetje jazz, wat Braziliaanse ritmes en een streep filmmuziek, dat brengt Toots Thielemans op 28 mei mee naar Leuven. Bijna zeventig jaar geleden begon hij er wiskunde te studeren. “Maar ik was niet goed genoeg. En de muziek had toen al mijn leven overgenomen.” Katrien Steyaert Menig dokter zou een vermogen geven om het geheim te kennen van Toots Thielemans. Zopas floot ’s lands grootste jazzlegende 88 kaarsjes uit, maar hij speelt nog makkelijk tweehonderd concerten per jaar. “We zijn net terug van de Blue Note in New York”, zegt hij aan de telefoon vanuit Nederland. “Het uurverschil weegt wel, zeker op mijn leeftijd. Het was een plezier om er te spelen, maar ik zeg u, het is niet altijd gemakkelijk. You wanna be as good as you can be.” De ondertussen legendarische Thielemans komt al zestig jaar in Amerika. Hij verhuisde ernaartoe in 1952, werd Amerikaans staatsburger en musiceerde er met onder meer Charlie Parker en Miles Davis. Vele anderen, van Dizzy Gillespie, Ella Fitzgerald tot Paul Simon en Stevie Wonder, vervoegden later het lijstje. “Ik heb met iedereen geleefd, gespeeld, geleerd. Het zou te lang duren om het allemaal te vertellen”, grinnikt hij.
was het begin van de bezetting. De universiteit van Brussel was gesloten, dus ging ik naar de unief in Leuven. Ik probeerde wiskunde te studeren maar was niet goed genoeg”, lacht hij. “Maar ik was al met jazz bezig, en dat werd mijn leven. Jazz, muziek, kunst, het is een taal.” In zijn begindagen sprak hij met zijn gitaar en wereldberoemd geworden gefluit. “Ik mis mijn gitaar soms een beetje. Je kunt er meer dan één noot tegelijk mee aanslaan. Maar ik heb altijd nog mijn mondharmonica.” Thielemans’ onnavolgbare geluid – nu eens weemoedig, dan weer buitelend – weerklinkt op 28 mei in de Pieter de Someraula, tijdens het eerste benefietconcert voor het Perdaens Fonds Eye Research. “Oogonderzoek? Dat kan ik zelf ook gebruiken”, grapt hij. “Nu en dan treed ik op voor goede doelen. Natuurlijk, I am a human being. Niet origineel hé? In Leuven breng ik mijn gewone reperVitamines toire, met een beetje jazz, hier en Begin jaren veertig verkende daar wat Brazilië en filmmuziek. gebeurt er iets. Het gaat om emoToots even een andere piste. “Het Ik doe mijn best, en misschien tie. You have emotion or you don’t. It’s a personal thing. Waarom ben je gelukkig of ongelukkig? Waarom lach je of niet?” Toots denkt in ieder geval niet aan stoppen. “Vraag het aan elke kunstenaar, dichter of wetenschapper: zolang je je creatieve vitamines hebt, ga je door. Nee, dromen heb ik niet meer. Misschien is dat niet zo interessant, maar dat is het leven. Ik hoop dat ik gezond mag blij-
Thielemans is sinds 2001 baron, kreeg een straat naar hem vernoemd en ontving vorig jaar nog een erg belangrijke Amerikaanse jazzonderscheiding, maar hij is er de man niet naar om te pronken met zijn titels en trofeeën. Zijn bescheidenheid – recht evenredig met zijn wereldfaam – is onderhand bekend. “Ik doe altijd mijn best. Soms lukt het minder, soms lukt het beter. Ik voel het als we goed gespeeld hebben, maar ik kan het moeilijk expliceren. De muzikanten stralen iets uit, de improvisaties zitten goed. We kiezen vaak dezelfde nummers maar dat zijn alleen de thema’s waarop we variëren. Wanneer ik tevreden ben? Dat weet ik niet. Bij mijn meer dan duizenden concerten waren hoogtepunten en dieptepunten. Ik speel voor mezelf. Muziek is nog altijd mijn hele leven, dat is niet veranderd sinds zestig jaar geleden.”
(© Jos L. Knaepen)
ven, kan voortluisteren en oefenen wat ik graag zou willen spelen.” Op zijn verlanglijstje staan geen grote namen meer. “Het is niet gemakkelijk mensen te vinden met wie je een gevoel deelt, of een goede dialoog hebt. Enfin, ik ben gelukkig. Ik heb kunnen doen wat ik wou. Ik heb maar één devies: be yourself, no more, no less.” 28 mei, Pieter De Somer-aula, Leuven, http://www.kuleuven.be/ mecenaat/Events/index.htm
Stilte! Opname! In de gangen van de Universiteitshal was het maandag 19 en dinsdag 20 april op de tippen van de tenen lopen. De Rectorale Salons (foto boven) deden immers dienst als opnameset voor de Nederlandse speelfilm Majesteit over de regeerperiode van koningin Beatrix. Op zoek naar ‘vorstelijke’ locaties belandde de productieploeg onder meer in het Kasteel van Beloeil en het Parlement in Brussel, en dus ook in Leuven. De Salons zullen in de film de kleedkamer zijn waar Beatrix verblijft vlak voor ze haar troonrede uitspreekt. Majesteit komt in het najaar in de Nederlandse zalen.
Koning Albert bezoekt CME Op donderdag 25 maart bracht Koning Albert een bezoek aan het Centrum Menselijke Erfelijkheid (CME) van de K.U.Leuven (foto onder). Hij informeerde er zich over de meest recente ontwikkelingen in het wetenschappelijk onderzoek en over de klinische werking van het centrum in de UZ Leuven. Verschillende onderzoeksgroepen van het CME, een departement binnen de groep Biomedische Wetenschappen, maken deel uit van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB). Het centrum staat ook in voor de genetische raadplegingen in de UZ Leuven. De aandacht van het CME gaat in de eerste plaats naar erfelijke aandoeningen, kanker en neurologische ziekten. Doelstelling is deze aandoeningen beter te begrijpen zodat patiënten tijdig een correcte diagnose krijgen en optimaal behandeld kunnen worden. (© Rob Stevens)
28 april 2010
Maatschappij 7
Jobonzekerheid verzwakt een bedrijf Jobonzekerheid heeft duidelijk negatieve gevolgen voor werknemers én werkgevers. Daarom organiseerden de K.U.Leuven en Prevent een Lucina-studiedag die ook keek naar de oplossingen: werken aan voorspelbaarheid en beheersbaarheid. Tine Bergen “Jobonzekerheid is de subjectieve perceptie dat men zijn huidige baan zal verliezen op korte of langere termijn. Een ontslag is heel onplezierig, maar het is wel duidelijk: je weet hoe je toekomst er uitziet en je kan daarnaar handelen. Daar wringt het schoentje bij jobonzekerheid: je tast in het duister,” vertelt professor Hans De Witte van de Onderzoeksgroep Arbeids-, Organisatie- en Personeelspsychologie, één van de sprekers tijdens de studiedag. “Een grote factor zijn veranderingen op macroniveau. Vandaag kennen we een economische crisis met veel werklozen, dan zijn er ook meer mensen jobonzeker. Ook demografische kenmerken spelen een grote rol. Zo kampen arbeiders met meer jobonzekerheid, omdat zij weten dat ze sneller kans maken om af te vloeien. Daarnaast hebben ook persoonlijkheidstrekken een beperkte invloed. Een zwartkijker zal anders omgaan met een economische crisis dan iemand die het leven door een roze bril bekijkt.” “Te veel bedrijven redeneren dat jobonzekerheid economisch gezien een goede zaak is, omdat het mensen aanzet tot betere prestaties. Onderzoek toont nochtans duidelijk aan dat dit helemaal niet het geval is. Bij jobonzekere mensen zal het wantrouwen ten opzichte van het bedrijf stijgen, terwijl hun inzet daalt. Het zorgt voor een neerwaartse spiraal die
de effectiviteit van een organisatie verzwakt.” “Onzekerheid straalt af op elk domein in het leven en heeft impact op het welzijn en de gezondheid van mensen. Het zorgt voor minder arbeidstevredenheid, geeft meer kans op een burn-out, maakt angstiger, depressiever. Mensen gaan slechter slapen, voelen zich meer gespannen, hebben meer kans op virale infecties … Jobonzekerheid is niet de grootste werkgerelateerde stressor, maar wel één met een duidelijke impact.” “Jobonzekerheid draagt ook bij tot verrechtsing. Mensen hebben immers een zondebok nodig en dan is het makkelijk om te kijken naar ‘de migrant die mijn job heeft afgepakt’. Er is ook een duidelijke correlatie tussen jobonzekerheid en pesten op het werk. Mensen die onzeker zijn, gaan anderen sneller pesten en een klimaat van jobonzekerheid geeft ook meer mogelijkheden daar kunnen ze iets mee. Persoom te pesten.” neel zal hoe dan ook op zoek gaan Shockreactie naar meer informatie. Dan kan “We leven gelukkig in Europa, je er als bedrijf maar beter voor waar bedrijven een sociale verant- zorgen dat je de communicatie woordelijkheid hebben en meest- zelf in de hand houdt en correcte al ook willen opnemen. Heel be- informatie geeft. Duidelijke comlangrijk in het verminderen van municatie geeft in eerste instanjobonzekerheid is mensen het tie een shockreactie, maar heeft gevoel geven dat ze de situatie op de langere duur een positief beheersen en kunnen voorspel- resultaat. Als een bedrijf zich op len. Duidelijke communicatie is de vlakte houdt, voelen werknedaarbij een eerste stap. Als werk- mers zich niet serieus genomen: nemers weten dat er afvloeiingen er wordt hen informatie onthoukomen en dat er over een maand den waar ze recht op hebben en verteld zal worden hoeveel precies: die heel belangrijk is voor hun le-
ven. Dat zorgt voor een negatieve impact op de langere termijn.” “De voorspelbaarheid die bedrijven kunnen bieden, heeft veel te maken met rechtvaardigheid. Weet iedereen bijvoorbeeld welke criteria er gehanteerd worden bij afvloeiing, zijn die eerlijk en worden ze ook correct gehanteerd? Opel is een winstgevende fabriek die goed draait en toch wordt er een vestiging gesloten. Dat is in de omstandigheden een onproportionele maatregel die indruist tegen rechtvaardigheid, en daardoor de voorspelbaarheid van het
gebeuren reduceert.” “Daarnaast moeten bedrijven mensen ook opvangen, de kans geven om het nieuws te verwerken en hen ondersteunen in hun zoektocht naar nieuw werk. Dat doen de meeste grote bedrijven ondertussen ook. We leven in turbulente tijden en het is belangrijk dat we daarmee leren omgaan. Als mensen weten dat hun capaciteiten worden gestimuleerd, dat er daardoor ook alternatieven zijn, dan verzacht dat de pijn en komen werknemers minder weerloos op de arbeidsmarkt terecht.”
“Schrijf kernenergie niet bij voorbaat af” Toen we nog een federale regering hadden, besliste die om de kerncentrales langer open te houden dan gepland. Goed idee, vindt professor William D’haeseleer. “We hebben kernenergie nodig als deel van een gezonde energiemix.” Jelle De Mey Die boodschap zal D’haeseleer op 4 mei ook brengen op een lezing van de werkgroep Kennis en Maatschappij van Alumni Lovanienses. D’haeseleer was voorzitter van de commissie Energie 2030, die enkele jaren geleden in opdracht van de toenmalige energieminister Marc Verwilghen (Open VLD) de toekomstige uitdagingen van de Belgische energiesector bestudeerde. “Het uitfaseren van nucleaire energie zal zeer duur worden en onze economie zwaar hinderen”, luidde de conclusie van het rapport. Verwacht wordt dat de levensduur van de Belgische kerncentrales binnenkort opnieuw op de politieke agenda verschijnt. Zoals bekend draaide minister van Energie, Paul Magnette (PS), in oktober vorig jaar de beslissing over de kernuitstap uit 2003 terug. Hij kondigde aan dat de drie oudste kernreactoren tien jaar
langer zullen draaien dan wettelijk bepaald. Nu moet het parlement zich hierover uitspreken. Uitgangspunt voor het hele debat is volgens D’haeseleer duurzame energie: bevoorradingszekerheid van schone en betaalbare energie: “De uitdaging is om deze drie elementen tegelijk te garanderen. Wat de bevoorrading betreft, betekent dat in het kleine en dichtbevolkte België dat we moeten diversifiëren. Van een energiebron afhankelijk zijn, maakt ons kwetsbaar. Denk maar terug aan januari 2006 en 2009, toen Rusland de gaskraan naar Europa dichtdraaide.” “Daarnaast is er de realiteit van de klimaatverandering. De EU heeft beslist dat haar uitstoot tegen 2020 met 20 procent naar omlaag moet, in vergelijking met referentiejaar 1990. Ook voor België betekent dat een drastische daling op tien jaar tijd, want voor de industrie en de elektriciteitsector eist Europa een
daling van ongeveer 26 procent ten opzichte van 1990 via het emissiecertificatensysteem. Zonder toen te weten wat Europa zou opleggen, hebben we binnen de commissie Energie 2030 verschillende simulaties gedaan voor 2030. In een scenario zonder kernenergie zal ons land bijna al zijn uitstootrechten in het buitenland moeten ‘afkopen’.” “Maar ook investeren in hernieuwbare energie is een dure aangelegenheid en kan niet zonder subsidies. Daarom pleit ik ervoor de kerncentrales langer open te houden, de uitbaters een concessievergoeding te laten betalen en dat geld dan te stoppen in de ontwikkeling van hernieuwbare energie. Zoals dat voor de kerncentrale van Borssele in Nederland het geval is.”
Robin Hood D’haeseleer: “De wet op de kernuitstap is een gevolg van een politiek compromis, waarbij de groenen mee in de regering zaten. Maar ik zie geen fundamentele problemen met de veiligheid van onze kerncentrales, en ik denk die politieke beslissers ook niet: op het ogenblik van de uitstapbeslissing zouden die kerncentrales immers nog ongeveer twintig jaar mogen
draaien. Ook voor radioactief afval is er volgens mij een technische oplossing: level A-afval bovengronds in bunkers, hoogradioactief afval ondergronds. Nucleaire energie is betaalbaar voor de maatschappij, al moet de financiering wel transparant gebeuren. Bovendien kan ons land moeilijk zonder kerncentrales, vooral wegens de CO2-beperkingen. Pogingen om offshore windmolens te bouwen vóór de Belgische kust vormen een zeer grote uitdaging omdat de locaties ongeveer 30 tot 40 km in zee liggen. En de CO2-afvang en -opslag voor steenkoolcentrales – carbon capture and storage ofwel CCS – staat nog niet op punt.” Is het niet gevaarlijk de kerncentrales langer open te houden gezien de beperkte ervaring met oude reactoren wereldwijd? D’haeseleer: “De levensduur is niet vooraf bepaald. Een kerncentrale is een systeem, als er aan componenten iets schort, vervang je die. Ook de verbrossing van het reactorvat kan men inschatten. Er is natuurlijk supervisie nodig, om zeker te zijn dat de centrales het veiligheidsniveau halen. Maar laat dat aan de experts over. Wanneer de kosten voor de uitbater te hoog oplopen, zal hij zelf wel
besluiten om de centrale dicht te doen. We moeten die datum niet vooraf vastleggen.” Waarom niet meteen inzetten op hernieuwbare energie? D’haeseleer: “De Belgische middelen kunnen beter besteed worden. Zo vind ik het zinvoller om te investeren in energiebesparing en projecten voor hernieuwbare energie op plaatsen die beter geschikt zijn. Bijvoorbeeld voor zonne-energie in Zuid-Europa. Zonnepanelen hier zorgen voor een soort omgekeerd Robin Hood-effect: het zijn de rijkere mensen die ze op hun dak installeren, terwijl iedereen betaalt voor de certificaten. Dat geld kan beter naar onderzoek in fotovoltaïsche energie gaan.” “Als blijkt dat er in de toekomst geen plaats meer is voor kernenergie, omdat het te duur of te onveilig is, heb ik er geen probleem mee van het nucleaire af te stappen. Het is aan de nucleaire sector om te bewijzen dat kernenergie een plaats heeft in de toekomstige energiemix. In ieder geval getuigt het van weinig gezond verstand kernenergie a priori uit te sluiten.” ‘Kernenergie als deel van een gezonde energiemix’, 4 mei, 19u15, Promotiezaal, http://alum. kuleuven.be/Kennis.html
8 Nieuws
campuskrant
‘Young ICT Personality’ Paschalis Tsiaflakis streeft naar groener internet Recent onderzoek bracht aan het licht dat de ICT-industrie verantwoordelijk is voor twee procent van de totale CO2-uitstoot - evenveel als de hele luchtvaartindustrie. Hoog tijd om daar iets aan te doen, dacht onderzoeker Paschalis Tsiaflakis (ESAT). Zijn onderzoek naar een ‘Groene DSL’ leverde hem de Young ICT Personality 2010 Award op. Henk Van Nieuwenhove Tijdens de finaleronde op 14 april stelden drie jonge ICT-professionals hun visie en ideeën over ‘The Internet: Past & Future’ voor aan een publiek van professionals en industrieleiders. Eén van de hoofdvragen was: hoe ziet het internet er over tien of twintig jaar uit en welke nieuwe verbazende diensten zal het ons bieden? De presentaties werden geëvalueerd op originaliteit, innovatie, presentatievaardigheden, personaliteit en business potentieel. Paschalis Tsiaflakis, postdoctoraal onderzoeker aan de onderzoeksgroep ESAT/SCD/SISTA, wist de jury succesvol te overtuigen van het belang van een milieuvriendelijker internet en zijn bijdrage hiertoe met de ‘Groene DSL’. “Terwijl wij onze Facebookaccount raadplegen, een online zoekopdracht uitvoeren of onze e-mails opvragen, zijn we ons niet altijd bewust van het energieverbruik van onze internetverbinding”, zegt Paschalis Tsiaflakis. “De permanente beschikbaarheid van het internet gaat gepaard met ICT-infrastructuur die continu vermogen verbruikt. De energie-
kosten die nodig zijn om ICT-infrastructuur draaiende te houden, zijn gigantisch. Het reduceren van het ICT-energieverbruik biedt dan ook een enorm potentieel om deze kosten te verminderen. Om een voorbeeld te geven: een reductie van vijftig procent in het energieverbruik van breedbandinfrastructuur kan in 2015 leiden tot een besparing van 25 TWh/jaar, wat overeenkomt met een besparing van 7,5 miljard euro/jaar, en dat enkel voor Europa.”
Spectaculair Naast de gigantische energiekosten is het internetgebruik ook verantwoordelijk voor heel wat ecologische schade waarvan de impact niet te onderschatten is. “De ICT-industrie is nu al verantwoordelijk voor twee procent van de totale CO2-uitstoot. Er wordt zelfs verwacht dat dit aandeel significant zal toenemen aangezien onze maatschappij steeds verder evolueert naar een informatiegedreven e-society”, stelt Tsiaflakis. Onder supervisie van professor Marc Moonen en in samenwerking met professor Mung Chiang van Princeton University (New Jersey), professor Yung Yi van KAIST
20 kaarsjes voor .be Als u een mailtje wil sturen, hoeft u er zich niet om te bekommeren langs welke weg dat moet gebeuren. U ‘gaat’ naar uw mailprogramma, en twee minuten later is uw bericht in Australië. Een foto van een paar honderd megabyte, of een film van een paar gig? Geheugen bijkopen met wat pasmunt? Allemaal koude kunstjes. Geloof mij echter, goede vrienden: er waren andere tijden. Ludo Meyvis Hoe bizar u het ook vindt, er was een tijd toen de computer er nog niet was. Het internet, het web, mailen, mega-irritante onzin op Twitter en Facebook, ze zijn niet van alle tijden. Het is allemaal ooit gemààkt, en de wieg van nogal wat leuks stond dichter bij huis dan u
denkt. Professor Pierre Verbaeten, departementsvoorzitter van Computerwetenschappen, was erbij. En zeggen dat hij pas over enkele maanden emeritus wordt! “De computer is nu overal. Connectiviteit is er gewoon. Nog geen veertig jaar geleden was dat heel andere koek. Hier op het departement dateert de eerste computer van ongeveer 1975. De allereerste stond nog in gebouw 200B, op een oud palet dat we ergens scheefgeslagen hadden. Onze tweede computer werd opgesteld in een nieuwe computerzaal op de eerste verdieping van gebouw 200A. Dat ding had 128 K werkgeheugen.” Ik tik dit verhaal op een inmiddels alweer wat verouderde machine met 4 gigabyte geheugen. “Daar konden dan acht gebruikers tegelijk op aan de slag, als ze tenminste zelf een terminal naar hun bureau gereden hadden. Bedrading naar alle kantoren was al wel voorzien. De harde schijf was maar liefst 34 megabyte groot. Ze kon amper op deze tafel.” Een geheugenstick van acht gigabyte koopt u tegenwoordig indenaldi. “Van een min of meer werkbare verbinding naar de buitenwereld
University (Zuid-Korea) en AlcatelLucent (Antwerpen) slaagde Paschalis Tsiaflakis erin wiskundige technieken te ontwikkelen voor de optimalisatie van breedband internetsystemen. “Dankzij deze ‘dynamic spectrum management’ (DSM) technieken zijn we erin geslaagd de datasnelheden van toekomstige ADSL/VDSL internetverbindingen spectaculair te verhogen”, zegt de onderzoeker. “Daarnaast kan ook het energieverbruik van breedbandinfrastructuur significant gereduceerd worden. Op die manier werken we aan een groene internettechnologie, ook wel ‘Groene DSL’ genoemd. Het kader dat daarvoor ontwikkeld werd, bestaat uit een reeks van energiebewuste spectrumcoördinatie-probleemformuleringen die het mogelijk maken om een eerlijke afweging te krijgen tussen datasnelheden en energieverbruik. Gebruikmakend van het Groene DSL kader, hebben we verder kunnen aantonen dat enorme energiebesparingen mogelijk zijn met slechts een minieme opoffering van datasnelheidsperformantie.” De nauwe samenwerking met telecommunicatiebedrijf Alcatel-Lucent zal bovendien in de was in ons land pas sprake vanaf het begin van de jaren ’80. Je had toen twee erg van elkaar verschillende werelden, Bitnet/EARN en uucp. De K.U.Leuven speelde in allebei een belangrijke rol. Je kon van het ene systeem naar het andere mailen, wat geweldig was, maar het bleef erg complex.” “Als je een adres in zo’n netwerk had, kon je mail sturen en ontvangen. Maar het vervelende was dat de adresstructuur niet erg consistent en transparant was. Op Bitnet kon je bijvoorbeeld een mail sturen naar jean@BLEKUL60, maar op uucp zag een adres eruit als mcsun!prlb2!kulcs!jean. Dat was het adres van Jean Huens van ons departement, die samen met Herman Van Uytven van het Rekencentrum de technische vader van het Leuvense netwerk genoemd mag worden.” “Als zij een mail naar elkaar wilden sturen, moest dat bericht via Dortmund passeren. Eerst moest het adres geconverteerd worden. Bovendien waren adressen locatie-afhankelijk. Iemand die uit de States via uucp een mail wilde sturen, kon niet zomaar het mcsunadres van daarnet gebruiken: hij moest zijn bericht sturen naar sei smo!uunet!mcsun!prlb2!kulcs!jea n. Seismo gaf aan dat het bericht uit de VS kwam. Een bericht uit Duitsland zou er weer anders uitgezien hebben. Bovendien moest je de te volgen route van het bericht weten om het correcte adres te achterhalen. Doffe ellende, dus.”
Paschalis Tsiaflakis
(© Rob Stevens)
komende jaren duidelijk maken en de mogelijkheden van de techhoe deze mogelijkheden con- nologie nog verder kunnen verbecreet kunnen aangewend wor- teren”, besluit Tsiaflakis . den in toekomstige ADSL/VDSL De ‘Young ICT Personality AWARD’ modemtechnologie. “De betref- is een initiatief van FITCE.be, de fende groene DSL-technologie Belgische poot van het Forum van zal uitgebreid worden met extra Europese ICT professionals. componenten die de flexibiliteit http://www.fitce.be/node/180
To .be or not to .be “Dat beterde aanzienlijk toen op het einde van de jaren ’80 de domain names werden ingevoerd. We vieren dus min of meer de twintigste verjaardag van die belangrijke stap. Daarmee werd internationaal aanvaarde en gestructureerde naamgeving van computeradressen mogelijk. Er werd gewerkt met zogenaamde top levels, bijvoorbeeld .be of .com. Een organisatie kon zich als het ware ‘inschrijven’ in zo’n domein, bijvoorbeeld kuleuven.be, en binnen die organisatie was verdere onderverdeling mogelijk, bijvoorbeeld arts.kuleuven.be. Daarmee kregen onze hedendaagse mail-adressen vorm. Dezelfde benadering werd enkele jaren later gevolgd bij de uitbouw van het web.” “Die adressen moesten vertaald worden in een cijfercode. Dat gebeurde door de domain name servers. Voor België heeft de eerste DNS een aantal jaren hier op Computerwetenschappen gestaan, in onze computerzaal. Je kunt dus zeggen dat een groot deel van het mailverkeer en het webverkeer van die dagen hier gebeurde. Bovendien was ik administratief beheerder van het .be-domein geworden – op vrijwillige basis, overigens. Dat betekende dat we hier met een medewerkster en regelmatige vergaderingen met een raad van beheer beslisten over het al dan niet toekennen van een domeinnaam.” “In een artikel van Trends uit
1995 gaf men mij daarom maar de titel van virtuele paus van het internet. Dat was iets teveel eer, maar het illustreert wel dat Leuven toen een centrale rol speelde. Té centraal, vond ik, want de groei van het internet nam door de opmars van het web héél snel toe, en het beheer van het .be-domein was voor één persoon eigenlijk niet meer te doen, omdat er stilaan ook de nodige juridische betwistingen volgden bij een weigering. Een webdomein hebben werd voor een bedrijf immers vrij snel even belangrijk als een telefoonnummer, en er konden aanzienlijke commerciële belangen mee gemoeid zijn. Er ging ook een flinke administratie mee gepaard.” “Als je ziet dat er op dit ogenblik ongeveer één miljoen domeinnamen onder .be bestaan, is mijn beslissing om in 2000 de fakkel door te geven net op tijd gekomen.” “De toekenning van domeinnamen in .be wordt nu geregeld door een vzw, DNS Belgium of DNS. be, waarin de commerciële internet-providers een plaats hebben, naast Beltug, een organisatie die zowat 750 ICT-bedrijven en -organisaties groepeert. Verder neemt ook Agoria eraan deel – en ikzelf.” “Op internationaal vlak is ICANN de grote baas van de domeinnamen, en éigenlijk dus van het internet: zonder domeinnaam, en zonder domeinnaam-technologie, bestààt het internet zoals wij pagina 9
28 april 2010
Expo 9
Het leven zoals het is... in Ghana Nog tot eind oktober loopt in het Afrika Museum in Berg en Dal bij Nijmegen een merkwaardige tentoonstelling over de wooncultuur van de Kasena, een volk uit het grensgebied tussen Ghana en Burkina Faso. Professor Ann Cassiman, die al vijftien jaar in het gebied werkt, is de curator van deze mooie expo ‘Songo. Ritmes van Wonen’. Henk Van Nieuwenhove Wat is een huis? Wat is wonen? Hoe kan een huis een lichaam zijn? Wat betekent ‘modern’ in ruraal Afrika? Hoe zijn lokale en globale werelden met elkaar verbonden? Dit zijn een aantal vragen waarop de tentoonstelling, die gewijd is aan de architectuur in Kasenaland, een antwoord wil geven. Het woord ‘Songo’ verwijst zowel naar de woning als naar de familieclan. ‘Woning’ is in deze context trouwens een rekbaar en organisch begrip. Het gaat eerder om een woondorp dat tot tachtig personen kan herbergen die door familiebanden met elkaar verbonden zijn. Op symbolische wijze wordt in de exporuimte een Songo geconstrueerd – beter gezegd: gesuggereerd – dankzij de bijzondere scenografie van Peter Missotten van De Filmfabriek. Ann Cassiman, docent aan het Instituut voor Antropologie in Afrika van de K.U.Leuven, werkt al sedert 1996 in Kasenaland en heeft er ook haar doctoraal onderzoek verricht over het dagelijkse leven van de vrouwen in en rond de woning. Ze publiceerde het boek Stirring Life: Women’s paths and places among the Kasena of Northern Ghana. Haar kennis wilde ze nu ook via een tentoonstelling aan een breder en ander publiek overbrengen.
Patriclans Op een indringende wijze schetst de tentoonstelling het leven zoals het is … in Kasenaland. Via filmbeelden, fotomateriaal, digitale informatie en vooral geluiden wordt de bezoeker geïntroduceerd in de woning en leefwereld van de Kasena die gebouwd is rond een centrale kraal waar de dieren de nacht doorbrengen. Het gaat om polygame patriclans, pagina 8 dat kennen immers niet. ICANN staat voor Internet Corporation for Assigned Names and Numbers. De organisatie vergadert een drietal keer per jaar, en beslist onder meer over de toekenning van top level domeinnamen.” “Dat levert soms boeiende discussies op. Zo was enkele jaren geleden in de vergadering in Lissabon sprake van de invoering van een .xxx-topdomein, waaronder alle pornosites zouden ressorteren. Een afgevaardigde van de pornowereld, een keurige dame, kwam zich daar hevig tegen verzetten. Begrijpelijk, overigens, want als alle sites uit deze sector onder één topdomein zouden horen, zou het wel erg gemakkelijk worden om dergelijke sites van het net te weren of ze te blokkeren. Voorlopig geen .xxx dus.” Op de komende vergadering van ICANN in Brussel staat het punt opnieuw op de agenda.
waar de vrouw inhuwelijkt en de mannelijke nakomelingen een vaste stek hebben. Ondanks de sterke continuïteit tussen de verschillende generaties die het huis bewonen, wordt ook duidelijk hoe de huizen en de levens van hun bewoners vandaag de dag veranderen onder invloed van de stad en de meer globale ‘moderne’ wereld. Dat veranderingen niet noodzakelijk leiden tot een verlies van de eigen identiteit, wordt duidelijk in de wijze waarop de Kasena nieuwe bouwelementen op een heel dynamische manier opnemen in de bestaande architectuur en hoe lokale praktijken van wonen hun betekenissen opleggen aan deze nieuwe elementen. De bezoeker dringt de woning binnen via een smalle inkom, ziet weinig, maar hoort vooral de klanken van de bewoners die werken, praten, lachen. Als in een verduisterd labyrint zoekt hij zijn weg in de woning en zuigt hij de informatie op via filmopstellingen, familieportretten, informatiezuilen en –eilandjes, om zich op die manier een totaalbeeld te vormen van een woonwereld die in voortdurende verandering is, de plek ook waar leven en dood samenvallen, kinderen geboren worden en doden begraven worden.
Leven en dood “De Songo is een organische constructie die leven en dood, heden en verleden verbindt, en die voortdurend gecreëerd wordt door de dagelijkse handelingen van de vrouwen”, vertelt curator Ann Cassiman. “Mannen leggen de fundamenten van de woning, maar voor het overige spelen hun activiteiten zich voornamelijk buiten de woning af: het veld, de markt, de bar, de stad. Het zijn de
Een familie poseert voor de belangrijkste kamer van de woning (Chiana, Noord-Ghana, 2001). (© Ann Cassiman/Jan Missotten)
vrouwen die zorgen voor de dagelijkse continuïteit. De woning wordt uit aarde gebouwd en heeft veel onderhoud nodig. Bovendien wordt heel veel aandacht besteed aan de decoratie, de muurschilderingen die de vrouwen een aanzien bezorgen. Voortdurend worden kamers bijgebouwd, verdwijnen andere kamers, op het ritme van de clan.” “De woning weerspiegelt ook heel mooi de organisatie van de familie, ja hun levensfilosofie. Het huis is de plek waar familiebanden worden gedefinieerd, en de band tussen de intieme en de publieke ruimte, maar ook tussen het vrouwelijke en het mannelijke vorm krijgt. De meest
intieme kamer is de kamer waar de vrouwen geboorte geven aan de nakomelingen. Het is ook dezelfde kamer waar de doden worden opgebaard voor ze in het woondorp worden begraven. Wat meteen de cyclische levensfilosofie illustreert. Bovendien, en dat hebben we op de expo tot leven willen brengen, is het auditieve in zo’n woonhuis belangrijker dan het visuele. Je hoort elkaar, maar je ziet elkaar niet goed. De bezoeker van de Songo ziet op het eerste gezicht niemand, maar wordt gezien.” Op een bijzondere indringende wijze heeft Ann Cassiman het leven in Kasenaland tot leven gebracht. Het Afrika Museum van
Berg en Dal is overigens een heel mooie locatie voor deze tentoonstelling die organisch aansluit bij de filosofie van het museum. Niet alleen de mooie collectie, maar ook het prachtige buitenmuseum waar een Kusasihuis – de Kusasi zijn een buurvolk van de Kasena – werd gereconstrueerd, maken van het museumbezoek een zeer mooie familieuitstap. De expo ‘Songo. Ritmes van Wonen’ loopt tot 31 oktober in het Afrika Museum, Postweg 6, Berg en Dal (bij Nijmegen). Open van maandag tot vrijdag, 10-17u; zaterdag, zondag en feestdagen, 11-17u. http://www.afrikamuseum.nl
Onbevleesde deegwaren Sabine, Stephanie, Ann, Riet, Evelien en Netje zijn duidelijk te spreken over ‘Donderdag Veggiedag’, een initiatief van de Onderzoekseenheid Psychologie. Op 22 april serveerden de Bureau-leden van de eenheid vegetarische spaghetti, om te wijzen op de nadelige gevolgen van vleesconsumptie voor het milieu. Na de mislukte klimaatconferentie in Kopenhagen plant de onderzoekseenheid nog meer initiatieven om duurzaamheid en de daarvoor noodzakelijke gedragsveranderingen onder de aandacht te brengen.
(© Rob Stevens)
10 Studenten
campuskrant
Pieter-Augustijn Van malleghem:
“Ik pleit droog en zakelijk, dat is mijn kracht” Rechtenstudent Pieter-Augustijn Van Malleghem (23) won op 16 april de prijs voor beste commissievertegenwoordiger in de finale van de European Law Moot Court, een prestigieuze pleitwedstrijd. Het is het tweede jaar op rij dat de K.U.Leuven de prijs in de wacht sleept. “De jury van Europese rechters zei achteraf zelfs dat ze vergat dat ze studenten voor zich had. Dat is een groot compliment.” Lien Lammar De Faculteit Rechtsgeleerdheid stimuleert de deelname van haar studenten aan internationale pleitwedstrijden. De European Law Moot Court (ELMC) is er daar één van. Sinds twee jaar kunnen studenten zelf de keuze maken: een thesis schrijven of deelnemen aan de pleitwedstrijd. Voor laatstejaarsstudent Pieter-Augustijn Van Malleghem uit Ieper was de keuze snel gemaakt. “Wie rechten studeert, krijgt veel theorie, maar weinig praktijk”, vertelt hij. “De wedstrijd leek me de kans bij uitstek om te proeven van het echte werk van een advocaat. Daarom wilde ik er absoluut voor gaan. Ook het feit dat deelnemen aan de wedstrijd een groepswerk is, sprak me aan. Je werkt maandenlang samen met één team. Dat leek me interessanter dan jezelf weken aan een stuk te moeten opsluiten in de bibliotheek.” Op 1 september werden de fictieve rechtszaken toegewezen, op 3 september zaten Pieter-Augustijn en zijn teamgenoten al samen voor een eerste analyse. “Een lan-
ge zomervakantie was er niet bij”, lacht hij. “Na heel wat schriftelijke voorbereidingen zijn we tijdens de kerstvakantie en blokperiode beginnen oefenen op het pleiten. Het waren bijzonder intensieve weken. Professoren en advocatenkantoren hielpen ons met advies. Ze gaven commentaar, stelden vragen en leerden ons de trucjes van het vak. Niet alleen de inhoud van je pleidooi is belangrijk, ook de stijl. Wanneer hou je pauzes? Waar leg je nadruk op? We hebben een stevige training gekregen.”
Zenuwen Tijdens de eerste selectieronde, waaraan tachtig universiteitsteams deelnamen, moesten de studenten conclusies schrijven en argumentaties geven. Het Leuvense team slaagde en mocht door naar de tweede ronde, die plaatsvond in New York. “Dat was een geweldige ervaring”, vertelt Pieter-Augustijn. “Twee dagen aan een stuk hebben we er gepleit. Daar heb ik voor het eerst de rol opgenomen van commissievertegenwoordiger.” Een rol die hem blijkbaar wel
lag, want Pieter-Augustijn mocht door naar de finale. Op 16 april kreeg hij de kans om samen met de andere finalisten te pleiten in het Europees Hof van Justitie in Luxemburg. “Daar stond ik in een schitterende rechtszaal voor een jury van 27 rechters uit de verschillende Europese lidstaten. Normaal gezien heb je al een hele carrière achter de rug voor je dat mag doen. Het was heel indrukwekkend allemaal.” En de zenuwen? “Die waren er zeker”, lacht hij. “Ik moest pleiten tegen het European University Institute, een prestigieus instituut waar ze enkel doctoraatsstudenten en master-na-masterstudenten toelaten. Ik was bang voor lastige vragen van de tegenpartij, maar was tegelijkertijd heel gedreven om goed te presteren. Mijn vrienden en teamleden die in de zaal zaten te supporteren, gaven me extra moed.”
Unieke kans Die moed werd beloond: PieterAugustijn werd door de jury verkozen tot beste commissievoorzitter. “Ik pleit vrij droog en
Pieter-Augustijn Van Malleghem
zakelijk”, vertelt hij. “Volgens mijn coaches was dat net de kracht van mijn pleidooi. Ook inhoudelijk stond ik sterk: ik kon mijn argumenten grondig staven en wist goed te antwoorden op de vragen van de tegenpartij. Ik ben best wel trots op mezelf. Het niveau lag hoog. De jury van Europese rechters zei achteraf zelfs dat ze vergat dat ze studenten voor zich had. Dat is een groot compliment.” Deelnemen aan de wedstrijd vraagt flink wat inspanning en investering, maar het was PieterAugustijn absoluut de moeite
(© Rob Stevens)
waard. “Het is een unieke kans die je krijgt. Ik zou het iedere rechtenstudent aanraden. De Law Moot Court Competition is een grote wedstrijd die gekend is bij iedereen die in de juridische sector werkt. Als laatstejaarsstudent staat dat natuurlijk mooi op je cv. Mijn deelname aan de wedstrijd heeft me alleen maar meer van overtuigd dat ik in de toekomst iets wil doen met Europees Recht. Voorlopig heb ik nog geen aanbiedingen gekregen nee. (lacht) Maar dat hoeft ook niet: ik ben van plan om volgend jaar nog verder te studeren.”
Student Bram Vergote in Vs-delegatie op world urban forum
“ Lobbyen en netwerken is wat ik wil blijven doen” Bram Vergote studeert in het kader van Europe and the World aan de Lehigh University in Pennsylvania. Hij was eind maart een van de vier studentenvertegenwoordigers van de VS op het World Urban Forum in Brazilië. Tine Bergen “Amerika heeft me altijd al geïntrigeerd. Ik heb tijdens mijn studie geschiedenis zoveel mogelijk vakken gevolgd over Amerika omdat ik het heel interessant vind om te zien hoe Europa en de Verenigde Staten met elkaar omgaan. Het was dus een logische stap dat ik ook een jaar naar Amerika zou trekken. Ik heb voor mijn studies ‘Europe and the World’ heel bewust gekozen voor de Lehigh University, omdat die een goede naam heeft wat internationale studenten betreft. Ik volg hier nu vakken rond internationale relaties en politiek, waaronder ook het vak Verenigde Naties.” “Professor Mattern, die het vak geeft, werkte aan een project waarbij vier studenten van Lehigh deel konden uitmaken van
de VS-delegatie naar het World Urban Forum in Rio de Janeiro. Dat is een tweejaarlijkse conferentie rond verstedelijking waarbij zowel NGO’s als delegaties van de overheid, bedrijven, religieuze associaties … rond de tafel schuiven. Dit jaar werd er gefocust op de kloof tussen rijk en arm. Daaraan kunnen deelnemen als student is uiteraard een unieke ervaring, dus er waren heel wat gegadigden. Er werden in eerste instantie twintig studenten geselecteerd op basis van onder andere een motivatiebrief en academische resultaten. Nu hadden we voor het vak Verenigde Naties net een simulatieoefening gedaan waarbij we een VN-conferentie naspeelden. Ik had erg genoten van de oefening, want ik ben gepassioneerd door politiek. Thuis in Wingene was
ik ook sterk betrokken bij de gemeentepolitiek via JONGCD&V. Ik kreeg als enige van de groep een A en dat bracht me wellicht dichter bij Rio.”
Kalashnikovs “We zijn de voorbije maanden goed klaargestoomd voor onze taak met onder andere seminaries rond stedelijke ontwikkeling en de agenda van de VS, een dinervergadering met de CEO van de NGO Global Urban Development … Ik werd verbonden aan twee NGO’s: The Hague Academy en het Forum Européen pour la Sécurité Urbaine. Vooral via mail heb ik met hen druk gecommuniceerd over mijn precieze rol. Al blijft die heel bescheiden. Je staat daar tussen allemaal ministers, dan doe je niet meteen je mond open.”
“De conferentie zelf was een aaneenschakeling van intense ervaringen. Zoals de favela-tour die we gemaakt hebben. De drugskartels zwaaien in de sloppenwijken de plak, maar er werd sterk benadrukt dat zij ook voor orde en veiligheid zorgen. Het zijn weliswaar veertienjarigen met kalashnikovs die de orde bewaken en er worden straffen gehanteerd zoals levende verbranding voor moord. Zoiets kan je alleen maar plaatsen omdat je daar staat en die ervaring heb je nodig om bruggen te kunnen maken tussen hun systeem en het onze. Want het volgende moment neem je deel aan een wandelbuffet in het chique Marriott hotel, nadat je door drie verschillende veiligheidscontroles bent gepasseerd. Ik heb uiteraard ook veel bijgeleerd over netwerken en lob-
byen. Ik weet nu bijvoorbeeld dat de belangrijkste gesprekken in de wandelgangen gebeuren en dat voorbereiding het halve werk is. Je mag de kracht van een agenda echt niet onderschatten. Bij de VS lag er nadruk op veiligheid in de steden, anderen hechtten dan weer belang aan bijvoorbeeld sociale cohesie.” “De volgende conferentie is in Bahrein en als de omstandigheden het toelaten wil ik daar graag bij zijn. Maar als ik in mei thuiskom, ga ik eerst zoeken naar een job. Ik heb in Rio nog maar een keer ervaren dat lobbyen en netwerken dingen zijn die ik heel graag doe. Of dat nu in een overheidsfunctie is of voor een privébedrijf maakt me op dit moment niet veel uit. Misschien zelfs voor een Amerikaans bedrijf, want ik ga Amerika zeker niet loslaten.”
28 april 2010
Diversiteit 11
‘Divers talent’ de weg wijzen naar hogere studies “Er is al heel wat werk verzet, maar we zijn er nog lang niet.” Dat antwoordt Jo Huys van de Dienst Communicatie op de vraag hoe het staat met haar project Instroom van allochtone studenten. Het is opgestart in 2008 met middelen van het Aanmoedigingsfonds, dat Vlaamse instellingen voor hoger onderwijs kunnen aanspreken voor initiatieven omtrent diversiteit. Els Vandeborght Projectmedewerker An Moerenhout legt uit waarom er vandaag nog geen duurzame resultaten kùnnen zijn. “Op dit ogenblik zijn er weinig allochtone studenten. Te weinig om al een sneeuwbaleffect te veroorzaken, waardoor andere jongeren haast vanzelf de weg vinden naar het hoger onderwijs. Wat we nu doen, is fundamenten leggen.” “Op infosessies richten we ons bijvoorbeeld ook tot ouders met jongere kinderen. We maken ze onder meer duidelijk dat het belangrijk is om betrokken te zijn bij de studiekeuze van hun kinderen en dat hogere studies echt niet alleen weggelegd zijn voor autochtone jongeren.” Vanuit datzelfde langetermijnperspectief is er onlangs in het kader van de Kinderuniversiteit samengewerkt met Leuvense wijken waar veel allochtonen wonen.
Muntthee Misschien hebt u ze al gezien: de affiches met het glaasje muntthee – daaronder de prangende vraag ‘Plantkunde? Arabistiek? Ademtest?’. Ook een realisatie van het project? Projectpromotor Jo Huys: “Inderdaad. We proberen in onze standaardcampagnes elementen binnen te smokkelen
die ook allochtonen kunnen aanspreken. De foto’s in onze brochures zullen bijvoorbeeld meer en meer ‘gekleurd’ worden. Maar met deze geïntegreerde aanpak alleen komen we er niet.” An Moerenhout bevestigt dat in deze fase doelgroepgerichte initiatieven ontzettend belangrijk zijn. “Allochtonen bereik je het best via de kanalen waarmee zij vertrouwd zijn: zelfverenigingen, contactpersonen, het vrijdaggebed, noem maar op. Een infomoment organiseren is op die manier natuurlijk wel erg arbeidsintensief. Een zaaltje huren, flyers verspreiden en affiches ophangen, het volstaat écht niet. Elke keer weer gaan we op zoek naar de best werkbare formule: wat is het beste tijdstip voor de infosessie? welke locatie is geschikt? hoe maken we reclame? welke tolken zijn nodig?”
Quizzen Voor allochtone jongeren die hun kans wagen in het hoger onderwijs en in Leuven terechtkomen, is er het Contactpunt Allochtone Studenten. Ze kunnen er aankloppen met de meest uiteenlopende vragen. Saloua Belahrir van het contactpunt legt uit waarom de inspanningen van de universiteit niet beperkt mogen blijven tot de instroom. “Veel allochto-
Onze fotograaf Rob Stevens begeeft zich in de jungle van het studentenleven en spreekt een wildvreemde aan. AANGESPROKEN WILD!
Feest in de tuin van Loko, waar – niet voor het eerst – bij iemand de vraag opwelde: “Moet ik híermee naar de bank?” Bedenker dezes was Nicky Vancaudenberg, het object van haar twijfel een heloranje cheque, toegangsbewijs voor tien dagen ongebreideld golfsurfplezier, en dat nog wel voor vier personen. In ruil voor dit fraais leverde Nicky het winnende ontwerp voor een nieuw logo van het Studentenwelkom. “Ik zag de oproep staan in de Dagkrant en vond het wel een leuke uitdaging. Ik zit in mijn laatste jaar burgerlijk ingenieur architectuur en
ben wel gewend ontwerptekeningen te maken. En vorige zomer ben ik al eens met een groep gaan golfsurfen, uiteraard wou ik dat met alle plezier nog eens overdoen.” Nog tijd voor iets anders buiten de hectiek van architectuur en surfen? “Ik speel ook hobo in het Universitair Symfonisch Orkest, een fijne groep waarmee we ook regelmatig een stapje in de wereld zetten. Voor hen ontwerp ik trouwens regelmatig de brochures en programmaboekjes, dus mijn proefstuk was het niet.” Dan mag ze gaan, terug naar tekentafel en golfgedroom.
(© Rob Stevens)
nen voelen zich bij aankomst in Het Contactpunt Allochtone dels hun weg gevonden hebben Leuven verloren, meer nog dan Studenten doet meer dan alleen aan de universiteit en met plezier autochtone studenten, die net informeren. Saloua Belahrir: “We hun ervaringen delen.” iets gemakkelijker aansluiting brengen ook allochtone studen- Er is wel één probleempje: de nieuwe studenten snel bereiken. Door de wet op de privacy is het onmogelijk te achterhalen wie allochtoon is. Het komt er dus op aan om het contactpunt bij zo veel mogelijk mensen bekend te maken. Via affiches en brochures in verschillende talen, maar ook mond-tot-mondreclame is belangrijk. En dan zijn er nog de quizzen. Saloua Belahrir: “Ik heb er geen flauw benul van hoe het komt, maar elke quiz die we organiseren, vinden bij medestudenten.” Vaak ten met elkaar in contact. Want brengt gegarandeerd heel wat alzitten deze jongeren ook met spe- precies omdat ze met zo weinig lochtone studenten op de been.” cifieke vragen, zoals ‘kan ik een zijn, zijn spontane ontmoetingen http://www.kuleuven.be/diversihoofddoek dragen?’ of ‘bestaan niet evident. Terwijl een jongere teit/allochtonen er studentenhuizen voor alleen net veel steun kan hebben aan een Studentenverenigingen: Turkse meisjes?’ Zonder het contactpunt medestudent met een vergelijk- Studenten Leuven: http://www. zouden heel wat nieuwe studen- bare achtergrond. Daarom zijn tsleuven.be; Dyma Leuven (Dynaten het erg moeilijk krijgen en we zo blij met onze ‘rolmodellen’ mische Maghrebijnen); beide ook voortijdig afhaken. – dat zijn ouderejaars die inmid- te vinden op Facebook.
“Precies omdat allochtone studenten met zo weinig zijn, zijn spontane ontmoetingen niet evident.”
12 Interview
campuskrant
Géry d’Ydewalle benoemd tot vast secretaris van de Academie Professor Géry van Outryve d’Ydewalle is gewoon hoogleraar, verbonden aan het Laboratorium voor Experimentele Psychologie. En hij houdt van carrièrewendingen. Ludo Meyvis Aanvankelijk leek hij evengoed een loopbaan in de muziek te kunnen uitbouwen als in de psychologie. Hij was voltijds lid van het Collegium Instrumentale Brugense. “We hadden in de jaren 70 gemiddeld zeker twee concerten per week. Reken daar nog de repetities bij, de vele verplaatsingen, ook vaak in het buitenland, en je begrijpt dat dat niet te verzoenen was met een wetenschappelijke loopbaan in wording. Het deed me pijn, maar in 1978 moest ik stoppen met professionele muziekbeoefening.” “In 1980 werd ik vastbenoemd in Leuven. Ik kwam terecht in een onderzoeksgroep met welgeteld twee ZAP’ers en zonder medewerkers. We hielden ons vooral bezig met geheugenonderzoek, later ook perceptie-onderzoek. Momenteel telt onze groep zeven ZAP’ers en ongeveer zeventig medewerkers. Dat betekent dat er ook veel managementwerk bij komt kijken – jammer genoeg, maar blijkbaar onvermijdelijk. Gelukkig krijg ik veel en goede administratieve ondersteuning.” “Ik voel me eerst en vooral onderzoeker. Of ik een goede bestuurder ben, moeten anderen Professor d’Ydewalle voor het Paleis der Academiën in Brussel. maar beoordelen. Men heeft in elk geval geoordeeld me met ruime meerderheid te verkiezen als wereld van het onderzoek, die me wil ik zeker werk van maken. De vast secretaris van de KVAB, voluit zo ter harte gaat, weliswaar niet kern van de werking van de Acade Koninklijke Vlaamse Academie door zelf aan onderzoek te doen, demie gebeurt in de vier klassen voor Wetenschappen en Kunsten maar door onderzoek te sturen, – Menswetenschappen, Natuurvan België. Dat betekent zoveel te faciliteren en te communice- wetenschappen, Technische Weals dagelijks bestuurder. Aan het ren. Uiteraard blijf ik nog wel een tenschappen en Kunsten. Elke hoofd van de Academie staat de aantal doctoraten en masterscrip- klasse bevat momenteel dertig voorzitter, maar die wordt slechts ties begeleiden, maar dat zal toch en in de nabije toekomst veertig leden. Jaarlijks organiseert de voor een periode van twee jaar langzaamaan uitdoven.” KVAB ongeveer vierhonderd weverkozen. Het is de vast secretaris tenschappelijke bijeenkomsten.” die de lijnen uitzet, ook al omdat Goede buren het gaat om een benoeming à per- “Ik ken de KVAB goed. Ik ben er al “Waar het de Academie wat aan lid van sinds 1992, het jaar waarin ontbreekt, is uitstraling naar een pétuité, concreet tot 75 jaar.” “Het gaat om een voltijdse, be- ik ook de Francqui-prijs ontving. groter publiek. Om dat te bereizoldigde aanstelling. Daardoor Wellicht was die prijs de reden ken, moet je durven vulgariseren of populariseren, via goed overmoet ik mij terugtrekken van de voor mijn lidmaatschap.” universiteit, ook officieel. Een “Als vast secretaris van de Acade- wogen publicaties, en met voorbelangrijke stap dus, waar ik veel mie bepaal je het beleid van een drachten, concerten, tentoonover heb moeten nadenken. Wat genootschap dat de crème de la stellingen enzovoort. We hebben uiteindelijk de doorslag gegeven crème van onze wetenschappelij- daar trouwens schitterende ruimheeft, is de afweging dat ik mijn ke wereld groepeert. Ik denk dat tes voor, in het Academiegebouw, emeritaat nader, en dat ik me in de Academie en de samenleving zeker wanneer de opknapbeurt de Academie nog heel wat jaren op een meer optimale manier met voltooid zal zijn. Ik zou ook wilzal kunnen bezighouden met de elkaar kunnen interageren. Daar len ijveren voor snellere reacties DOC_ADV_KUFKA_2010:DOC_Aff Succes in de VS 4/02/10 17:26 Pagina 1
(© Rob Stevens)
bij bepaalde maatschappelijke gebeurtenissen: de grote expertise bij de leden van de Academie wordt soms niet, te laat of te weinig aangesproken. Het spreekt vanzelf dat de maatschappelijke relevantie van de wetenschappelijke wereld aanzienlijk zou kunnen toenemen wanneer we op dat vlak het tij kunnen keren. En dan is er de verjonging en ‘vervrouwing’, al is er op beide vlakken al evolutie te merken. Verder wil ik heel graag ook werk maken van betere contacten tussen de vier academies van Vlaanderen en van contacten over de taalgrens heen. Daar bestaan al wel fora voor, maar het mag wat intenser, wat sneller, wat krachtiger. Het contact met onze Franstalige confraters ligt soms een beetje gevoelig, om evidente historische redenen. Maar we huizen in hetzelfde ge-
bouw! Waarom zouden we dan ook geen goede buren kunnen zijn, met een relatie die niet op politiek wantrouwen maar op wetenschappelijke verwantschap gebaseerd is?” “Als het economisch haalbaar is, wil ik ook graag het publicatiebeleid van de Academie dynamiseren. Maar daarvoor stuit je natuurlijk op het complexe probleem van de distributie.” “Ik treed op 1 september in functie. Ik kijk er heel erg naar uit, al weet ik dat het mijn leven ingrijpend zal beïnvloeden. Ik vind het jammer dat mijn onderzoekswerk afgelopen is, maar het besef dat ik nog meer dan tien jaar aan de bevordering van wetenschap en kunst zal kunnen werken in de heel stimulerende omgeving van de Academie, maakt veel goed.” http://www.kvab.be
Ontdek eenvoud, begin bij uw administratie www.kuleuven.be/kufka
28 april 2010
Personeel 13
[19] gelijke noemers
Patrick Maes Ooit al tot uw grote verbazing moeten vaststellen dat u niet de enige Jan Pieters of Piet Janssens bent aan onze universiteit? En vraagt u zich dan ook al jaren af wie die illustere collega die dezelfde naam draagt als u wel mag zijn? Tine Bergen Wat is jullie functie aan de K.U.Leuven? Informatie-Patrick: “Ik teken de grondplannen van alle universitaire gebouwen, ik kom daardoor overal om op te meten. Daarnaast digitaliseert onze dienst ook de plannen die nog op papier bestaan. Op basis van die plannen wordt alles wat elektriciteit, sanitair en klimaat betreft geregeld en aangepast.” Residentie-Patrick: “Als technieker zorg ik voor het onderhoud van zes residenties in het centrum. Dat kan gaan van loodgieterij tot het vervangen van een lamp. Alle grote verbouwingen in de residenties waarin ik werk, moeten dus aangeven worden bij Patrick.” Is er een speciale reden waarom jullie Patrick zijn genoemd? Residentie-Patrick: “Ik ben genoemd naar de wielrenner Patrick Sercu en ik heb zelf ook een tijdje aan wielrennen gedaan, vooral dan aan veldrijden. Maar ik voetbalde toch liever, want dat
is een teamsport. Dat heb ik dan ook intensief gedaan.” Informatie-Patrick: “Voor zover ik weet vonden mijn ouders Patrick gewoon een mooie naam. Maar ik heb ook lang vijf, zes dagen per week gevoetbald. Tot ik mijn kruisbanden scheurde en een MacIntosh heb laten zetten zoals ze dat zeggen. Toen was het tijd om te stoppen.” Residentie-Patrick: “Dat hebben ze bij mij ook gedaan toen ik mijn kruisbanden scheurde en toen ben ik ook gestopt, want je wil je broodwinning uiteindelijk niet in gevaar brengen. Voetbal was een hobby.” Welke hobby’s hebben jullie dan nu? Residentie-Patrick: “Ik heb in ‘98 een huis gekocht dat ik zelf verbouwd heb en daar blijf ik toch wel in bezig. We verwachten binnenkort ons tweede kindje, dus nu moet ik de kinderkamer inrichten, maar dat is al de derde keer dat die kamer wordt aangepast. Ik richt graag in. Onze woonkamer wordt ook elk seizoen anders geschikt. In de winter zitten we bijvoorbeeld
dichter bij de haard, in de zomer verhuizen we het salon zodat we zicht hebben op de tuin. Ik heb daarom bewust vierentwintig stopcontacten en zeven tv-aansluitingen in de woonkamer voorzien.” Informatie-Patrick: “Ik heb ons nieuwbouwhuis zelf getekend en ik blijf er ook in bezig. We wonen er nu tien jaar en ik ga voor de derde keer alles opnieuw verven. We zijn ondertussen ook al aan onze derde keuken toe en de badkamer wordt opnieuw vervangen. Bovendien hebben we een grote tuin, die er ook niet lang hetzelfde bijligt. Ik denk dat stilzitten er bij geen van ons beiden echt inzit.” Worden jullie wel eens met elkaar verwisseld? Informatie-Patrick: “Een keer of drie per jaar krijgen we een mail(© Rob Stevens) tje dat voor de ander is bestemd, Residentie-Patrick (links) en informatie-Patrick. maar dan verwijzen we gewoon door. Zo zijn we ook te weten gekomen dat er hier nog iemand Informatie-Patrick: “Het zou voor ik kasseien. Het werk staat me rondliep met dezelfde naam.” mij moeilijk gaan, want ik kan dus zeker niet tegen.” maar een arm gebruiken. Dat Residentie-Patrick: “Ik zie het heZien jullie het zitten een dag met is ook de reden dat ik me omge- lemaal zitten, een dag gebouwen elkaar te wisselen? schoold heb, want vroeger legde tekenen.”
Meetfietsen onderzoeken kwaliteit van Vlaamse fietspaden Eén simpele druk op de knop en de meetfiets registreert elke oneffenheid op het fietspad. Nu staan de fietsen nog veilig in de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen, binnenkort zie je er in elke Vlaamse provincie één rondrijden. Minister Crevits kocht vijf exemplaren aan om de kwaliteit van de Vlaamse fietspaden in kaart te brengen. Lien Lammar “Het idee is een viertal jaar geleden ontstaan naar aanleiding van de jaarlijkse actie van de fietsersbond om de vaak povere kwaliteit van de fietspaden aan te klagen”, vertelt Paul Meugens, ingenieur elektronica aan de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen. “Daarbij kruipt de paashaas op de fiets, met achterop een karton eieren. Hoe minder eieren de trip overleven, hoe slechter het fietspad (lacht). Die ludieke actie stemde ons tot nadenken: is er geen betere methode om de kwaliteit van de fietspaden te meten?” Onder leiding van professor Jan Pauwels startte de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen een onderzoek naar de kwaliteit van de fietspaden in Vlaanderen. Speciaal voor dit project ontwikkelde Meugens een meetfiets die het rijcomfort op fietspaden met verschillende soorten wegbedekking registreert. “In Nederland heb je een onderzoeksinstituut dat fietspa-
den opmeet. Ze gebruiken daarvoor een klein voertuigje met daarachter twee fietswielen met versnellingsmeters op. Het probleem is dat dat voertuig niet geschikt is voor alle fietspaden en bovendien vrij duur is.” Dus ging Meugens zelf aan de slag. “Drie jaar geleden ben ik begonnen met het maken van een prototype ter grootte van een rekenmachine dat je op je fiets kan zetten. Sensoren registreren, meten en verwerken de trillingen na één druk op de knop. Ze berekenen
de standaardafwijkingen van alle ruwe metingen. Het toestel geeft nadien een score aan het afgelegde traject in de vorm van een puntenaantal op tien. Die score kan je in detail bekijken op curves.”
Eén fiets per provincie De elektronica werd door Meugens volledig zelf ontwikkeld en bevat twee snelle microcontrollers van de Amerikaanse fabrikant ‘Microchip’. “De meetfiets is uniek in die zin dat het om een klein toestel gaat dat heel nauw-
keurig meet. Elke oneffenheid in de weg wordt getoond. Heb je over een kasseiweg gereden, dan kan je op de curve precies aflezen over hoeveel kasseien. In de nieuwe, verbeterde versie worden die gegevens opgeslagen en weggeschreven op een geheugenkaartje. Er zit ook een gps in zodat je kan zien waar je gefietst hebt.” De Fietsersbond, die met de meetfiets een goeie tienduizend kilometer door Vlaanderen heeft gefietst, was zo enthousiast dat
ze is gaan lobbyen bij de Vlaamse overheid en minister Hilde Crevits. Met succes: FaBeR sloot met het Agentschap ‘Wegen en verkeer’ een contract af voor de levering van vijf meetfietsen, één voor elke Vlaamse provincie. “Bedoeling is dat de Fietsersbond alles gaat opmeten”, vertelt Meugens. “Alle gemeten fietspaden worden nadien verzameld op een website, zodat je in enkele simpele muisklikken je eigen fietsroute kan samenstellen met de beste fietspaden.”
Trip Trap 2010 Personeelsfeest • Zaterdag 26 juni
www.kuleuven.be/triptrap
14 Leven na Leuven
campuskrant
communicatiedeskundige en Vlaams parlementsvoorzitter
Jan Peumans Precies op het moment dat BHV de regering doet barsten, uit Vlaams parlementsvoorzitter Jan Peumans (59) een opmerkelijke wens. “Als ik met pensioen ben, wil ik studeren of doctoreren aan de universiteit van Luik. Ik vind de Franstaligen fantastische mensen.”
“Ik ben verliefd op Wallonië” Katrien Steyaert Op het bureau van Jan Peumans prijkt de Vlaamse vlag naast de Catalaanse. “We zouden de fierheid van de Catalanen moeten hebben”, zegt de N-VA-ondervoorzitter en Vlaams parlementsvoorzitter. “Maar als er nu één maf volk is, dan wel het Vlaamse. Wie volksaard zegt, ziet meteen vendelzwaaiers. Daar heb ik even weinig boodschap aan als aan de petjes, lintjes en flauwekul van de studentenclubs toen ik studeerde. Halfnaakte cantussen waren niet aan mij besteed. Ik drink nauwelijks alcohol – nu nog –, en dat voor de achterkleinzoon van een bierbrouwer”, lacht hij. “Wij van de politieke en sociale wetenschappen waren de wereldverbeteraars. Met Jos Bouveroux (radiojournalist – red.) en anderen predikten we tot twee uur ’s morgens de revolutie in de Politikabar. Ik was zelfs zes weken lid van Amada (Alle Macht aan de Arbeiders, de voorloper van de PvdA – red.), vanuit mijn sociaal engagement, maar was er snel weer weg toen ik doorhad dat er niet mocht worden gelachen. Mijn belangstelling voor Habermas, Adorno en het marxisme kwam er door Eugeen De Jonghe, hoogleraar filosofie, een straffe man. Hij bracht ons een hoop progressieve ideeën bij, en nodigde ons thuis uit. Dat zag ik Mark Eyskens nog niet doen, en misschien maar goed ook”, lacht hij. Lustig rijgt Peumans de anekdotes aan elkaar. “Ik wilde toneel- of filmregisseur worden maar dat vonden mijn ouders zedeloos. Je kunt ermee lachen maar vanuit mijn Limburgse bescheidenheid vroeg ik me af of ik wel geschikt was voor de universiteit. Met de partiële kerstexamens was ik stevig gebuisd. Ik zei: ‘Zie je wel, ik ben veel te stom’, maar mijn ouders moedigden me aan flink
door te blokken. Naar het schijnt sprong ik een gat in de lucht toen ik in juni geslaagd was. Nu zou ik rechten of geschiedenis studeren want – tussen ons gezegd en gezwegen – communicatiewetenschappen viel soms te licht uit. Ik ben een studax en nam er andere vakken bij, van het instituut voor ontwikkelingslanden en de lerarenopleiding. Ik was zo fier toen ik na vier jaar mijn bul kreeg. Ik was de enige van het dorp.”
(© Rob Stevens)
Flamingant Na zijn studies begint Peumans in het wilde weg te solliciteren. “Mijn ambitie? Minister worden”, grijnst hij. Na de verkiezingen van 2009 benoemt N-VA onverwachts Philippe Muyters tot minister en niet Peumans, die zijn sporen had verdiend als Vlaams volksvertegenwoordiger en fractieleider. “Ik heb meteen mijn knop omgedraaid. De Vlaams parlementsvoorzitter heeft ook veel aanzien, ik schrok er zelfs van. Bij de opening van het academiejaar in Leuven zit ik voor de kabinetschef van de koning.” Niet onbelangrijk voor een republikein die opmerkelijk afwezig bleef op de nieuwjaarsreceptie van het paleis… “Voor hetzelfde geld was mijn leven totaal anders uitgedraaid. In het begin moest ik stempelen. Voor 1200 frank huurden we een huisje in Heverlee. Maar mijn vrouw, die ik had leren kennen in een Zuid-Limburgse studentenvereniging, wilde terug naar de heimat. Onze zoon Peter is aan het einde van mijn tweede licentie geboren.” Er zouden nog drie kinderen en drie kleinkinderen volgen. De foto’s in zijn kantoor liegen er niet om. “Mijn kleinzoon Jonas is 14 en heeft een Antwerpse mentaliteit. Soms zegt hij: ‘Grootvader, je bent een sukkelaar’, maar hij bedankt me wel als ik hem vijftig euro heb gege-
ven”, knipoogt hij. “Lientje wordt vijf en Noortje één. Ze komt soms logeren, en kruipt dan tussen ons in zodat opa bijna uit bed valt. Ach, ik zie er toch al slecht uit met die wallen.” “Mijn probleem is dat hoe minder ik slaap, hoe meer energie ik
meester van Riemst, waar hij nu nog eerste schepen is. “Ik ben in de politiek gerold via de milieubeweging. Twee founding fathers van de Volksunie Riemst zochten me in 1982 op. Het woord heeft nu een andere betekenis maar mijn pa was een
“Hoe minder ik slaap, hoe meer energie ik heb.” heb.” Het lijkt eerder een voordeel voor iemand met zijn loopbaan. Na zijn eerste job, in het vormingswerk, werkt Peumans tien jaar als coördinator preventie en voorlichting in de geestelijke gezondheidszorg. Daarna is hij adjunct-kabinetschef van Johan Sauwens en in 1991 wordt hij directeur marketing en strategie van De Lijn. In 2004 wordt hij Vlaams volksvertegenwoordiger. Hij had al ervaring opgedaan in de Limburgse provincieraad en tijdens zijn elf jaar als burge-
hevige flamingant. Ik herinner me nog goed dat ik aan zijn hand de marsen op Brussel meeliep. Toen ik voor het eerst deelnam aan de gemeenteraadsverkiezingen behaalde ik als onbekende zeshonderd stemmen. Amai, ik zit mezelf hier te bestoefen…”
Onbehouwen “Het is belangrijk te zeggen dat ik consequent politiek verlof genomen heb. Ik mag niet uitrekenen wat me dat gekost heeft; op dat vlak ben ik altijd een zot geweest.
Eén keer, toen ik het Visa-gebruik van de Limburgse gedeputeerden heb uitgespit, stond ik zo alleen in mijn strijd dat ik ermee wilde stoppen. Maar na een nachtje slapen zie je de wereld helemaal anders. Met ouder worden relativeer je ook meer.” Geen wonder dat de verwijten – van ‘Kleutermans’ tot bemoeizieke arbiter – hem niet deren. “Ik onderga hier niet alles als een bloempot, maar meng me in de grote dossiers. Ik wil opkomen voor dit parlement, dat meer betrokken zou moeten worden bij de decreetvorming en op langere termijn zou moeten denken.” Het staat allemaal in Peumans’ Actieplan Plenum 2009-2014, dat controverse uitlokte doordat het gsm’s en laptops wou verbieden en de parlementsleden op welsprekendheidcursus zou sturen. “De media hebben het plenum onheus behandeld. Het is toch normaal dat ik zestig procent van de parlementaire vragen afwijs als die gaan over zwerfvuil onder een Vilvoordse brug of het verkeer in de zeer belangrijke stad Diest? Als volksvertegenwoordiger moet je je – in alle onafhankelijkheid – inwerken in enkele serieuze dossiers, en je profileren pagina 15
28 april 2010
pagina 14 als de ambetanterik voor de minister. Dat lukt niet door de papegaai uit te hangen, maar velen denken dat ze hun hand moeten openhouden voor hun partij. Ik heb altijd als een vrij man mijn gedacht kunnen zeggen, bijvoorbeeld over het BAM-dossier. Mijn voorzitter (Bart De Wever – red.) vindt me soms te onbehouwen maar ik heb gemerkt dat mensen mijn uitgesproken meningen respecteren.”
Stijve knoken Gevraagd naar de BHV-onderhandelingen, die op dat moment nog gaande zijn, is het antwoord simpel: “Ze moeten hier aan de overkant gewoon stemmen. Wat een bananenmonarchie is dit! Waarom moeten wij Vlamingen vier belangenconflicten ondergaan voor iets onnozels waar we potverdorie recht op hebben? De grens is de grens, daar moet je niet aan morrelen. Ik ken Leterme niet meer. Geef mij maar Peeters, die heeft tenminste humor. Na mijn stomme val met de Vespa (vorige week dinsdag – red.) smste hij: ‘Beste Jan, heb je de val overleefd? Neem in het vervolg een paard. Kris.’ Het enige wat Leterme deed, was De Wever sms’en dat ik mijn mond moest houden.” De kans is klein dat hij dat snel doet. “Ik hoop hier nog vijf jaar te blijven, ik amuseer mij. Als ik met pensioen ga, wil ik veel lezen, over het koningshuis, en mijn favoriete barokmuziek beluisteren. Ik rijd speciaal naar Antwerpen om het ‘Stabat Mater’ van Pergolesi te horen. Mijn grote plan is te gaan studeren aan de universiteit van Luik. Ik kan gratis met de bus vanuit Riemst”, grinnikt hij, “en heb altijd spijt gehad dat ik niet in het Frans heb kunnen studeren. Ik ben zeer verliefd op Wallonië. En die Franstaligen, dat zijn toch fantastische mensen? Hoe ze nu alle vier, zelfs Ecolo, aan hetzelfde zeel trekken…”, lacht hij geamuseerd. “Misschien ben ik er te stom voor maar ik zou graag doctoreren, over de relatie tussen grote infrastructuurwerken, zoals in Antwerpen, en het brede maatschappelijke draagvlak – het woord dat nu zo misbruikt wordt. Nooit werd er zoveel geld uitgegeven aan communicatiebureaus, van onder meer de heer Slangen, voor een project waar zo weinig draagvlak voor bestond. Misschien kom ik aan de universiteit mijn zoon Wim tegen. Hij wil doctoreren over de problematiek van politieke vluchtelingen die holebi zijn.” Maar eerst nog te voet naar Banneux. “Ik hou er stijve knoken aan over maar het is een jaarlijkse traditie. Ik hou een dagboek bij van mijn tochten. Ik heb mijn wandelliefde overgehouden aan mijn tijd op het internaat in Maaseik, waar we kilometers vraten. Op straat liepen vrouwen, die we anders niet te zien kregen. Het laatste jaar wilde ik niet meer op internaat, en legde ik de 37 km af via autostop. Ik ben altijd een koppigaard geweest.”
Alumni 15
“Als zanger bén je je instrument” Musicoloog Thomas Blondelle (27) liet zich niet tegenhouden door een aswolk en deed achthonderd kilometer Autobahn om van de Deutsche Oper in Berlijn af te zakken naar Leuven voor een optreden dat humor en muziek samenbracht. En wij leerden: “Muziek is communicatie.” Tine Bergen “Ik ben als zevenjarige begonnen in het koor van mijn vader en eigenlijk nooit meer gestopt met zingen. Toen ik mijn stembreuk kreeg, ben ik zangles gaan volgen en ik heb het geluk gehad bij een goede lerares terecht te komen. Ik wilde al heel vroeg zanger worden, maar ik wist uiteraard niet of dat ook zou lukken. Na het middelbaar heb ik dus lang getwijfeld tussen klassieke talen en musicologie. Latijn en Grieks liggen mij heel nauw aan het hart, maar ik heb uiteindelijk voor musicologie gekozen en daar heb ik nog geen spijt van gehad.” “Als musicus heb je snel de neiging alles teveel van de praktische kant te zien, bij musicologie gingen we het repertoire net wetenschappelijk bekijken. De opleiding heeft mij een goede achtergrond gegeven en ook een grondig algemeen cultureel beeld met vakken als filosofie en kunstgeschiedenis. Door mijn artiestenstatuut kon ik mijn examens spreiden en dat was in mijn laatste jaren echt wel nodig. Het was soms best zwaar om alle ballen in de lucht te houden. Maar ik heb nu net mijn contract verlengd bij de opera in Berlijn en dat voelt goed, het is een teken van bevestiging.”
Sinaasappels “Opera brengt al mijn interesses samen. Er is muziek, dans, beeldende kunst in de decors en er is ook theater, wat ik heel belangrijk vind. Een zanger moet vandaag ook acteur zijn. Opera zorgt er ook voor dat ik met heel veel soorten mensen kennis kan maken. De Italiaan die al begint te roepen als er een plankje verkeerd ligt, de Zweedse sopraan die Scandinavisch koel doet.” “Mijn eerste rol in een professionele productie, op mijn twintigste, zal ik me uiteraard altijd blijven herinneren. Ik speelde Hans Scholl in Die weisse Rose, een opera gebaseerd op het verhaal van Hans en Sophie Scholl, die in hun cel zitten een uur voor hun terechtstelling. Ik moest alles nog leren kennen en besefte ook: het personage dat ik nu speel was maar twee jaar ouder dan ik nu ben. Ik heb nooit zo sterk de verbinding gevoeld tussen wat je in een stuk zegt en wat je ook zelf kan voelen.” “Een andere rol waar ik heel erg van genoten heb ik is de prins in De liefde voor de drie sinaasappels. Dat is een frivool stuk over een hypochondrische prins die zichzelf steendood verveelt en niet meer kan lachen. Iedereen heeft goede en slechte dagen. Maar hoe komt dat en hoe kan je dat verhelpen? Dit stuk plaatst de ene emotie heel hoekig naast de andere en dat vond ik heel fas-
Thomas Blondelle tijdens zijn optreden op de Germanistendag (© Rob Stevens)
cinerend om te spelen.”
Mona Lisa “Als student heb ik een aantal masterclasses gevolgd en die geven de kans om te ervaren hoe een groot musicus is en denkt, want het kleine groepje aan de top bestaat echt wel uit bijzondere mensen. Daar heb ik geleerd hoe belangrijk uitstraling is. In klassieke muziek wordt veel te vaak schaamteloos over het hoofd gezien dat muziek uiteindelijk communicatie is. Kunst verbergt de kunst wordt er wel eens gezegd. Voor mij spreekt goede kunst onmiddellijk aan, zonder inhoudsloos te zijn. Kijk naar de Nachtwacht of de Mona Lisa. Werken die iedereen meteen meenemen, maar kunstkenners kunnen er tegelijkertijd heel veel lagen in terugvinden.” “Op termijn is het een stille droom zelf voorstellingen te kunnen regisseren die goed verteerbaar zijn zonder oppervlakkig te zijn. Ik componeer en schrijf ook zelf en daarbij werk ik graag voor kinderen. Ze vormen een extreem eerlijk publiek. Op dit moment brengen we in Berlijn Der Ring des Nibelungen, zo ongeveer het moeilijkste werk uit de muziekgeschiedenis, dat normaal vier avonden omvat. Naast die ‘klassieke’ opvoering met vier opera’s loopt er ook een alternatieve versie: een kindervoorstelling die één uur duurt. Dan zit er af en toe een kind in het publiek dat ‘Fertig!’ roept als het vindt dat het lang genoeg geduurd heeft. Maar als je een pupiter op het podium zet en je zegt: dit is een eik, dan is dat ook een eik. Die verbeeldingskracht is wat een artiest in zichzelf moet terugvinden en wat hij zijn publiek ook moet leren. Uiteindelijk spelen we theater.”
Humor “Het is vreemd om opnieuw in Leuven te zijn. Ik was hier altijd student, nu sta ik hier als zanger. Op een namiddag rond humor dan nog, een onderwerp dat mij altijd al erg heeft geïnteresseerd.
Humor is immers een sterk communicatiemiddel, vandaar dat ik humor en muziek combineer in een concertprogramma dat Banalités heet. Ik gebruik woordspelletjes, gezichtsuitdrukkingen, klanknabootsingen, goede muziek … De componisten die ik echt bewonder zoals Händel, Mozart en Strauss, waren privé ontzettend grappige mensen. Goede muziek is vaak humorvol omdat hij zichzelf kan relativeren. Muziek die zichzelf al te ernstig neemt, wordt snel ontoegankelijk. Neem Mahler, hij wisselt een dodenmars probleemloos af met een lustig joods deuntje. Die zelfrelativering, die balans bewaren, dat vind ik heel belangrijk.” “Als zanger ben je je instrument. Voor je stem is het belangrijk dat je voldoende slaapt en zuinig bent met alle genotsmiddelen. Maar ik geloof dat het belangrijkste is dat je als zanger plezier hebt in het leven. Natuurlijk zit er in een opera tristesse en heeft iedereen wel eens donkere momenten, maar net daarom is het belangrijk daar ook lichtheid tegenover te kunnen plaatsen. Een zanger die zich niet goed voelt, kan volgens mij ook niet goed zingen.”
David Mitchell en The Sedan Vault Op 19 mei geeft auteur David Mitchell de derde tweejaarlijkse Herman Servottelezing. Aansluitend daarbij brengt de Belgische experimentele rockband The Sedan Vault een live presentatie van hun e-novel Vanguard, die deels is geïnspireerd door Mitchell’s Ghostwritten. Na afloop wordt een receptie aangeboden. 19 mei, 20u (deuren 19u30), Pieter de Somer Aula, Deberiotstraat 24, 3000 Leuven. De lezing is gratis, vooraf aanmelden is nodig via http://www2.arts. kuleuven.be/info/servottelecture Info: http://www.kuleuven.be/ mecenaat/Fondsen/letteren/ hermanservotte.html
Telex Alumni
*** Alumni op de tatami: tijdens het EK judo in Wenen heeft oudstudente lichamelijke opvoeding Ilse Heylen (foto) de bronzen plak behaald in de categorie tot 52 kilogram. In de kamp om het brons won ze met waza-ari tegen de Turkse Aynur Samat. Het is de zesde Europese medaille uit haar carrière. De 33-jarige Heylen, die op de Olympische Spelen van 2004 in Athene ook brons pakte, werd eerder Europees kampioene in 2005, greep het zilver in 2004 en brons in 2006, 2007 en 2009. *** Ook schrijfster en oud-studente antropologie Marita de Sterck kan al een indrukwekkend palmares voorleggen. Zo kreeg ze in 1994 een Gouden Welp voor haar boek Een vijf met negen nullen, en in 2007 een Boekenleeuw voor Kwaad bloed. Die twee katachtigen krijgen nu het gezelschap van een vogel: op 25 april kreeg De Sterck de Gouden Uil van de Jonge Lezer voor haar oorlogsroman De hondeneters. “‘t Is van het beste en indringendste wat de hedendaagse jeugdliteratuur te bieden heeft,” schreef de jury, en daarmee waren de jonge lezers die stemden voor de prijs het duidelijk eens.
*** Voor hondeneters die wel een wijntje lusten bij hun poedelfilet hebben we een tip: de honingwijn Brabantse Mede. De eens zo populaire godendrank ‘mede’ – ook wel hydromel genoemd – was de laatste tijd alleen nog in kruiswoordraadsels te vinden, maar oud-student wijsbegeerte en politieke wetenschappen Bas Verdin (foto) blaast de traditie nu nieuw leven in. Zijn Brabantse Mede, waarin hij de honing van imker Herman Torfs verwerkt, kreeg het label ‘Streekproduct Vlaams-Brabant’. Verdin is overigens van vele markten thuis: in Campuskrant presenteerde hij eerder zijn muzikale project Ice King. *** Van wijnmaker naar Wyndaele: oud-student geschiedenis Bruno Wyndaele heeft met zijn productiehuis De Filistijnen een eerste bescheiden internationale hit beet. Sinds begin april zendt de AVRO op Nederland 1 de Nederlandse versie van Eeuwige Roem uit, het programma waarin ex-topsporters elkaar in verschillende proeven bekampen. In Humo vertelde Wyndaele dat eerder ook Zweden en Noorwegen het format aankochten en al een tweede seizoen aan het uitzenden zijn. “Voor ‘Eeuwige roem’ is er interesse vanuit de hele wereld,” zei Wyndaele nog. “Maar voor mij is een deal pas rond wanneer de handtekeningen gezet zijn.” *** Daar zijn wij het volledig mee eens. Was getekend: (rvh)
16 Alumni Agenda Alumni LAO Concert ‘LAO groet Sjanghai’. • 1 mei, 20u15, Aula Pieter De Somer, Deberiotstraat 24, 3000 Leuven • Info:
[email protected], (t) 016 32 03 40 • http://www.lao.be Alumni Lovanienses vzw Voordracht van professor William D’haeseleer over Kernenergie. • 4 mei, 19u15, Promotiezaal, Universiteitshal, Naamsestraat 22, Leuven • Info: Erik.Gobin@alum. kuleuven.be, (t) 016 32 40 02 • http://alum.kuleuven.be/ Kennis.html Domus Lovaniensis Brugensis Zevende lenteconcert door Collegium de Dunis o.l.v. Ignace Thevelein • 7 mei, 20u, abdijkerk van Steenbrugge, Baron Ruzettelaan, 8310 Brugge (Assebroek) • Info: Erik.Gobin@alum. kuleuven.be, (t) 016 32 40 02 • http://alum.kuleuven.be/ verenigingen/dlb.html Alfagen Ledendag, met lezingen over biodiversiteit, migratie en ziekten en prijsuitreiking ‘Alumnus van het Jaar 2010’. • 5 juni, 9-13u, Herestraat 49, 3000 Leuven • Info: Inge.Moerman@med. kuleuven.be, (t) 016 33 74 76 VRG-Alumni Reünie promotie 1990, walking dinner, verrassingsact en dansavond met optreden • 5 juni, 18u, feestzaal Den Bontes Os, Rijmenamsesteenweg 214, 2820 Rijmenam • Info: http://www.jaar-reunie. net Reünie promotie 1960 • 9 juli vanaf 10u, Leuven, met gedenkmis voor de overleden promotiegenoten, receptie en feestbanket. Programma volgt later.
LAO op Wereldtentoonstelling Het Leuvens Alumni Orkest (LAO) vertrekt op 6 mei naar China. Tijdens een tiendaagse rondreis zal het orkest een zestal concerten geven. Orgelpunt wordt een concert op het plein aan het Belgische Paviljoen van de Wereldtentoonstelling in Sjanghai. Geïnteresseerden zullen alles op de voet kunnen volgen via een blog in de Dagkrant, op http://dagkrant.kuleuven. be/?q=node/7947/
campuskrant
Jan Hautekiet wordt voorzitter Letterenvereniging Alle alumniverenigingen letteren worden voortaan gebundeld in de vereniging Alumni Letteren Leuven. Voorzitter wordt radiomaker en muzikant Jan Hautekiet. Tine Bergen De laatste jaren zijn er binnen de letterenopleidingen heel wat verschuivingen geweest over de grenzen van de vroegere opleidingen heen, als gevolg van de invoering van de bachelor-masterstructuur. Bovendien heeft het huidige wetenschappelijke onderzoek een sterk multidisciplinair karakter. Die evolutie wordt nu weerspiegeld in de kringwerking met een overkoepelende vereniging: Alumni Letteren Leuven. “Ik ben als germanist zelf een alumnus van letteren en ben in mijn werk voortdurend bezig met communicatie en coördinatie. Dat komt me nu als voorzitter van de Alumni Letteren goed van pas,” vertelt Jan Hautekiet. “Mijn taak is namelijk ervoor te zorgen dat de coördinatie tussen de verschillende kringwerkingen goed verloopt en daarnaast ook een gezamenlijk draagvlak te creëren. In eerste instantie zal ik de komende maanden dus vooral met veel mensen gaan praten en aftasten wat de mogelijkheden zijn.” “Ik vergelijk het een beetje met de vorming van Europa. We blijven allemaal Belg, maar we worden ook Europeaan. De eigenheid van elke kring blijft behouden, maar tegelijkertijd kunnen we wel bruggen slaan tussen de verschillende opleidingen. Vorige week was ik op de Germanistendag in het STUK die rond humor draaide. Dat is een thema dat je perfect
Jan Hautekiet
kan opentrekken naar alle letterenopleidingen en daardoor ook meteen nog kan uitdiepen, zonder dat de eigenheid van bijvoorbeeld een linguïstische invalshoek in het gedrang komt.
(© Rob Stevens)
De kringwerking wil alumni, ook de jongere generaties, immers enerzijds dat stukje gezamenlijk verleden bieden, maar hen anderzijds ook blijven prikkelen en voeden.”
Reizen met Alumni Moskou Van 11 tot 18 augustus organiseert Alumni Lovanienses een cultuurhistorische reis naar Moskou en haar Gouden Ring. In Moskou brengen we een bezoek aan het historische centrum met het Rode Plein, het Kremlin, de metro, kathedralen, kloosters en musea zoals de Tretjakov-galerie. Buiten de hoofdstad zullen we een aantal prachtige historische steden bezoeken – zoals Soezdal, Vladimir, Yaroslavl, … – die bekend staan als de Gouden Ring van Moskou. Begeleiding door Nina Igochina (Alumni Lovanienses) en lokale gids. • De richtprijs bedraagt 1.595 euro per persoon (min. 25 personen – supplement éénpersoonskamer 380 euro – aantal beperkt). We overnachten in viersterrenhotels. • http://alum.kuleuven.be/reizen/ Moskou.html Valencia Van 18 tot 21 november organiseert Alumni Lovanienses een alumnireis naar Valencia. We bezoeken onder meer het historische centrum, de oude stadswijk en de havenregio, het archeologisch museum Almoina, de Ciudad de las Artas y las Cienias, de Oceanographica, het museum van Schone Kunsten en het museum van Keramische en Weelderige Kunsten. We overnachten vier maal in een viersterrenhotel. Begeleiding door Erik Gobin en lokale gids. • De richtprijs bedraagt 1.095 euro per persoon (min. 25 personen; bij 21 deelnemers 1.135 euro – supplement éénpersoonskamer 125 euro – aantal beperkt) • http://alum.kuleuven.be/reizen/ Valencia.html Inschrijven voor deze reizen kan via Avatours nv, (t) 056 21 50 00,
[email protected]
Leest u Campuskrant liever online?
Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.
Tijdschrift - toelating gesloten verpakking
Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
2099 Antwerpen X n° BC 6379
erkenning: p303221
PB-nr. B-4883
16 DE C E MBE R 2 0 0 9 | NR 4 | 2 1S T E J A A R G A NG | W W W. K UL E U V E N .BE / C K /
T I JDSCHRIF T VA N DE K .U.L EU V EN
“Ik ken nog al mijn examencijfers” LE VEN NA LEUVEN: GABRIEL FEHERVARI, JURIST EN CEO ALFACAM GROUP [14]
Impact echtscheiding op jongeren ONDERZOEK: ADOLESCENTEN EN GEZINNEN [6] Cineasten Jean-Pierre en Luc Dardenne.
(© Christine Plénus)
GEBROEDERS DARDENNE ONTVANGEN EREDOCTORAAT
neem een digitaal abonnement op http://www.kuleuven.be/ck/digitaalal.html
Eredoctoraten in het teken van het kind
Banaan in een glaasje
Onze universiteit kent ieder jaar het eredoctoraat toe aan personen met bijzondere verdiensten op wetenschappelijk, maatschappelijk of cultureel vlak. Op 2 februari 2010 mogen zes vooraanstaande personen de titel van doctor honoris causa van de K.U.Leuven in ontvangst nemen. De Academische Raad koos voor het thema: ‘Het kind’.
Uit de muur of à la carte?
Radhika Coomaraswamy (Sri Lanka) is momenteel Speciaal Vertegenwoordiger van de VN Secretaris-Generaal voor Kinderen in Gewapende Conflicten, met rang van Vice-Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties. Zij staat bekend als voorvechtster van de mensenrechten, in het bijzonder de rechten van kinderen en vrouwen in conflictsituaties. Haar persoonlijke actie heeft bij de leden van de VN-veiligheidsraad ook geleid tot een verregaande bewustwording van de problematiek van seksueel geweld als oorlogswapen. De K.U.Leuven reikt haar een eredoctoraat uit als bijzondere blijk van waardering en erkenning voor de belangrijke rol die zij in eigen land en internationaal speelt in de verdediging van de rechten van vrouwen en kinderen. Professor Christopher Colclough (Cambridge) gaat in zijn werk op zoek naar de noden van
de maatschappij en haar economie en probeert dan politieke maatregelen met betrekking tot onderwijs te formuleren. Enerzijds benadert hij het onderwijs vanuit het perspectief van economische vooruitgang, wat de algemene vooruitgang van het land ten goede zou moeten komen. Anderzijds stelt hij het kind centraal door op zoek te gaan naar systemen waarbij elk kind van onderwijs kan genieten en later ook zijn plaats kan vinden in het economisch systeem. De K.U.Leuven reikt hem een eredoctoraat uit voor de grote wetenschappelijke en maatschappelijke relevantie van zijn onderzoek. Cineasten Jean-Pierre en Luc Dardenne ontvangen hun eredoctoraat omdat hun films op een zeer sterke en onontkoombare manier ‘de werkelijkheid van het kind’ tonen. Niet enkel in de betekenis van de wording
VERSCHIJNINGSDATA CAMPUSKRANT 2009-2010
en vorming van het kind maar ook ‘de werkelijkheid van het steeds opnieuw kunnen beginnen’. Hun films zijn realistisch en hard, maar in wezen ook optimistisch en uitgesproken humanistisch, een cinema van hoop op menselijkheid. Professor Giacomo Rizzolatti en professor Vittorio Gallese zijn beiden hoogleraar in de fysiologie aan de universiteit van Parma. Zij zijn de ontdekkers van het spiegelneuronensysteem (MNS) en toonden het cruciaal belang ervan aan voor de neurocognitieve en sociale ontwikkeling van de mens. Waar de wetenschap vroeger een strakke scheiding maakte tussen neuronen met een motorische functie en neuronen met een waarnemingsfunctie, bewijst hun werk dat er een categorie neuronen bestaat die beide functies integreert. Interviews met de eredoctores vindt u op pagina’s 2, 3 en 4.
NR. 5 – 27 JAN 2010
NR. 6 – 24 FEB 2010
NIEUWE LEUVENSE LIKEUR MUSA LOVA STEUNT ONT WIKKELINGSPROJECTEN [7]
HOE EET DE LEUVENSE STUDENT? [8]
“De serene sfeer is weergekeerd” INTERVIEW MET RECTOR MARK WAER [11]
Kan je een lawine ‘oproepen’? RECHTGEZET [19]
Stoepkrijtactie voor mobiele schooltjes ALUMNUS ARNOUD R ASKIN [20]
NR. 7 – 24 MA A 2010
Ontdek jezelf. Begin bij de infobeurs bachelors & co. Dé infobeurs waar je een overzicht krijgt van alle bacheloropleidingen.
Leuven en Kortrijk, Zaterdag 1 mei 2010 www.kuleuven.be/bachelorsenco
NR. 8 – 28 APR 2010
NR. 9 – 26 MEI 2010
28 april 2010
Claudia Van Gool
Universiteitsfonds 17
(© Rob Stevens)
Meaza Woldemichael (© Rob Stevens)
Op 22 april werden de excellentiebeurzen van het Fonds Dillemans voor dit academiejaar plechtig uitgereikt. Dankzij de beurzen kunnen talentvolle studenten na hun masteropleiding nog een specialisatie volgen.
Ererector Dillemans kreeg een boek van de bursalen
(© Rob Stevens)
Fonds Dillemans stimuleert maatschappelijk engagement Tine Bergen Waar er verschillende beurzen zijn voor het behalen van een bachelor- of masterdiploma, richt het Fonds Dillemans zich als enige op studenten die zich willen specialiseren. Claudia Van Gool greep de kans met beide handen: “Ik heb communicatiewetenschappen gestudeerd met de major media en samenleving. Het effect van communicatie op mensen boeit me sterk en dan vooral de combinatie ontwikkelingshulp en communicatie. Mijn moeder komt uit Peru, ik ben er zelf geboren, heb er al heel wat tijd doorgebracht en heb van dichtbij kunnen zien welke problemen er daar zijn omdat mensen geen toegang hebben tot onderwijs, tot de rest van de wereld … Vanuit die context was de Master of Cultures and Development Studies bij Cades voor mij een erg logische stap.”
Faire communicatie “Om in aanmerking te komen
Kort nieuws Leerstoel Op 21 april werd de Eli Lilly L. Hertel Leerstoel voor Respiratoire Oncologie ingehuldigd (titularis: prof. dr. Johan Vansteenkiste, schenker: Eli Lilly België)
Tickets voor marathon van New York in ruil voor uw steun! De Managers Marathon Club kon nog de hand leggen op 60 tickets voor de editie 2010 van de marathon van New York. Wie zich via de MMC inschrijft, steunt meteen het astma-onderzoek van professor Lieven Dupont.
[email protected].
voor het Fonds Dillemans moet je minstens onderscheiding hebben behaald in je master en je moet een uitgebreide motivatie schrijven waarbij maatschappelijk engagement erg belangrijk is. Ik heb mijn verhaal dus op papier gezet en ben heel blij dat ik dankzij de beurs de opleiding kan volgen.” “Ik heb het afgelopen jaar al een goede theoretische basis gekregen met vakken rond bijvoorbeeld de verschillende betrokken actoren van ontwikkelingssamenwerking. Ook een meer antropologische en kritische kijk op ontwikkelingssamenwerking kwam aan bod. Bij Cades wordt er veel belang gehecht aan de onderdompeling in een andere cultuur, je moet uit je veilige cocon komen en dat is wat ik de komende maanden ga doen. Ik heb eerst twee maanden stage in België bij BTC, het Trade for Development Centre dat onder andere de week van de Fair Trade organiseert.” “Daarna ga ik in Peru drie maanden stage lopen bij Minka Fair
Likeur brengt op Tijdens zijn bezoek aan Leuven nam professor Benoit Dhed’a Djailo van de universiteit van Kisangani een cheque in ontvangst ter waarde van duizend euro. Het geld is afkomstig van de verkoop van Musa Lova, de bananenlikeur die werd ontwikkeld door Brasserie Improviso en professor Rony Swennen, en is bedoeld voor het ontwikkelingsproject van professor Rony Swennen dat professor Dhed’a Djailo in Congo begeleidt. http://www.brasserieimprovisio. be/musalova.html (© Rob Stevens)
Trade. Ik zal er meedraaien in de organisatie, maar tegelijkertijd ook onderzoek doen voor mijn thesis. Die heeft een sterk antropologische invalshoek, waarbij ik waarschijnlijk ga kijken naar de effecten die fair trade heeft op de sociale omgeving in Peru. Wat betekent het fair trade toerisme bijvoorbeeld voor de identiteit van de Peruvianen? Ik hoop dat de stage de start kan zijn van een job in Peru waarbij ik communicatie en ontwikkelingshulp kan blijven combineren.”
Extra bagage Naast Claudia Van Gool studeren er dit jaar nog vijf anderen studenten met behulp van het fonds. Het Fonds Dillemans streeft ernaar ook studenten uit ontwikkelingslanden de extra bagage van een specialisatiejaar te geven voor ze terugkeren. Een profiel dat Meaza Taddese Woldemichael perfect past. “Ik heb in Ethiopië filosofie en theologie gestudeerd, waarna ik
een vijftal jaar als priester in een eigen parochie heb gewerkt. Ik werkte het eerste jaar nauw samen met de zusters van Moeder Theresa, die HIV-slachtoffers opvingen. Elke dag stierven er mensen, elke dag werden er heel pertinente existentiële vragen gesteld die bijzonder moeilijk te beantwoorden zijn. Daarna werkte ik verschillende jaren in Adis Ababa, waar zowel de rijksten als de armsten tot mijn parochie behoorden.” “Als priester moet je nederig blijven, een manier vinden om mensen graag te zien ongeacht wat er allemaal gebeurd is, makkelijk communiceren … Ik had het gevoel dat ik meer basis nodig had om op terug te vallen, zodat ik die taak beter kan vervullen. Ik wilde ook graag zien hoe het er op andere plaatsen aan toegaat en mijn blik verbreden, omdat ik geloof dat dat voor een priester essentieel is. Leuven is wat dat betreft de perfecte plaats voor mij. Ik heb hier eerst een master
in theologie en religie gestudeerd en kan daar nu dankzij het fonds Dillemans nog een Advanced Master aan toevoegen.” “Die Advanced Master opent deuren. Hij maakt het bijvoorbeeld mogelijk dat ik in Ethiopië kan lesgeven op een hoog niveau en daardoor heel wat belangrijke contacten kan leggen. Dit jaar wordt ook gezien als een soort pre-PhD-jaar en ik hoop volgend jaar te kunnen beginnen aan een doctoraatsonderzoek waarbij ik een goede opleiding wil samenstellen die priesters ook een basis als counselor geeft. Daarvoor wil ik vertrekken van westerse counseling modellen en kijken waar er aanpassingen nodig zijn om te maken dat de modellen goed werken in Ethiopië. Het lijkt misschien een kleine stap, maar hij is dringend nodig. Je moet immers eerst sporen leggen voor je een trein kan laten rijden.” http://www.kuleuven.be/ mecenaat/Beurzen/Dillemans/ dillemans.html
18 Erfgoed
campuskrant
Collectie laat in bodemkaarten kijken Als bodemkundige leek heb je er, net als uw reporter, waarschijnlijk niet echt een idee van hoe een collectie bodemprofielen er wel uit zou kunnen zien. Na een rondleiding met uitleg van professor Seppe Deckers en postdoc Karen Vancampenhout begrijp je echter dat je in het Geo-Instituut net wat meer te zien krijgt dan een reeks mooie kleurovergangen die moeder natuur ergens in het bovenste laagje aardkorst verstopte. Tim Vuylsteke Er zijn twee manieren om een bodemprofiel te maken, dat is de eerste les die professor Deckers me bijbrengt. “Je hebt monolieten en lakprofielen. Beide laten een plaatselijke doorsnede zien van een bodem, maar ze worden op een andere manier gemaakt. Als je een put graaft, zie je naarmate je dieper gaat, verschillen in textuur, kleur en bodemmateriaal. Om zo’n doorsnede te conserveren en elders te onderzoeken kan je een monoliet maken door tegen een verticale wand voorzichtig materiaal weg te schrapen tot je een blok overhoudt met de afmetingen van onze ondiepe, lange houten bakken. Als je die dan over je blok schuift en ook de achterkant ervan voorzichtig los schraapt, heb je een mooi bodemprofiel in je bak zitten.” De werkwijze van het lakprofiel heeft Vancampenhout van onder het stof gehaald en geperfectioneerd. “In plaats van een volledige monoliet te maken kan je ook een soort lijmlaag over de verticale doorsnede van de bodem laten lopen. Als die uitdroogt blijft er een laagje bodemmateriaal aan kleven dat nadien gefixeerd wordt met lak. Die methode is goedkoper en het resultaat is minder fragiel.” Dat de profielen gemakkelijk schade oplopen is inderdaad goed te zien. In een lange gang van het Geo-Instituut zijn er een zestigtal opgehangen in mooie glazen kasten. Sommige profielen hebben wat zand verloren dat onder in de kast ligt, maar het kan ook erger. “Soms valt er wel eens een heel stuk af,” vertelt Vancampenhout. “Ook toen de monolieten enkele jaren geleden vanuit de Vital De Costerstraat naar hier werden verhuisd hebben verschillende exemplaren schade opgelopen.”
Zo beneden, zo boven Tussen de profielen zitten enkele
fraai ogende exemplaren, maar Deckers geeft aan dat de verzameling vooral didactisch interessant is. “We slagen erin een mooi overzicht te geven van de verschillende bodems die in ons land en in de rest van de wereld voorkomen. Ik kom hier dan ook regelmatig met studenten, vooral met onze bio-ingenieurs. Ook vanuit Louvain-la-Neuve en vanuit het buitenland krijgen we bezoek. Onze collectie is immers uniek in België, en zelfs vrij uniek in de wereld. Enkel de universiteit van Wageningen heeft een gelijkaardige verzameling.” “De wetenschappelijke interesse in bodemprofielen ontstond vooral na de Tweede Wereldoorlog, in de jaren vijftig en zestig. De wereldvoedselorganisatie stelde zich toen de vraag welke voedselproductie onze aardbol eigenlijk zou aankunnen. Ze gaf een groep wetenschappers de opdracht om een bodemkaart te maken van de hele wereld, zodat het totale landbouwpotentieel kon worden berekend.” “De leiding van die enorme onderneming was in handen van de Leuvense professor Dudal. België had dan ook heel wat ervaring met bodemprofielen: in die tijd had het team van professor Tavernier maar liefst 2 boringen per hectare gedaan in heel het land. Daardoor hebben wij nu nog steeds de meest gedetailleerde bodemkaart ter wereld. Mijn collega professor Van Orshoven heeft alle informatie over de boringen gedigitaliseerd, en enkele monolieten die toen als referentiestalen werden gemaakt vormen nu nog steeds de basis van onze collectie.” “Dat bodems vaak sterk gerelateerd zijn aan ons leefmilieu heeft de bodemkunde de laatste jaren weer populairder gemaakt,” vertelt Deckers. “Denk maar aan zware metalen, die door sommige bodemlagen volledig worden opgenomen of in een andere bodem gemakkelijk weer vrijkomen
Professor Seppe Deckers en postdoc Karen Vancampenhout bij de bodemprofielen.
als de zuurtegraad verandert.” Vancampenhout doet dan weer onderzoek naar de eigenschap van bepaalde bodems om koolstof vast te houden, een actueel thema gezien de huidige aandacht voor de invloed van CO2 op ons klimaat. Vaak is het ook om andere redenen belangrijk om te weten wat er zich onder de oppervlakte bevindt. Deckers: “In sommige bodems spoelen meststoffen bijvoorbeeld gemakkelijk zonder effect weer uit, terwijl andere gronden onomkeerbaar zo hard worden als beton als je ze probeert te draineren. Een poging om zulke bodems geschikt te maken voor landbouw zal dus geen of zelfs een omgekeerd effect hebben.” “Bepaalde kleirijke bodems zijn dan weer hyperactief onder invloed van regenwater. De verschillende delen zwellen en krimpen, en bewegen op die manier over
elkaar. Uiteraard moet je niet proberen op zo’n grond een huis te bouwen of een vliegveld aan te leggen.” Tijdens de wandeling langs de bodemprofielen vallen voor de aandachtige kijker ook nog enkele leuke details op. Zo kan je bijvoorbeeld kevergangetjes, een termietennestje of een holletje van een mestkever ontdekken. “Alles wat leeft, zit met wortels, nesten en holen in de bodem,” legt Deckers uit. “Die bepaalt dan ook voor een groot stuk welke biodiversiteit we boven zullen vinden en wat je bovengronds kan doen.”
Uitdaging Over de hele wereld verdwijnen de natuurlijke bodems door de invloed van landbouw, bouwwerken en erosie in sneltreinvaart. “Het is dan ook belangrijk om dat bodemerfgoed te documenteren en indien mogelijk zelfs te
(© ingezonden)
beschermen,” vindt Vancampenhout. “Ook bodemeducatie wordt belangrijk. Zo werken we in natuurgebied De Liereman momenteel een educatiepad uit, waarbij we met lakprofielen de bodems tonen zoals ze onder de grond zitten.” Zo’n twee jaar geleden werd de hele collectie opnieuw geordend, zodat die nu een overzicht biedt van de meest relevante stukken: een aantal erg oude bodems uit de tropen, en een mooie overgang van onze eigen Belgische zandbodems, over zandleembodems, leembodems, naar de keienrijke bodems van Condroz en Ardennen. Deckers is echter nog niet tevreden. “Ik ben van plan om nog enkele stukken toe te voegen om het overzicht te vervolledigen. Daarnaast willen we elk profiel voorzien van nog wat meer informatie en een mooie landschapsfoto.” Grondig documenteren, heet dat dan.
Opendeurdagen CIT – MTM 7 en 8 mei
GEZOCHT Gezonde mannelijke vrijwilligers (niet-rokers tussen 18 en 45 j) voor deelname aan klinische studies met nieuwe geneesmiddelen. Een billijke vergoeding is voorzien. Voor meer informatie en opname in ons gegevensbestand: http://www.ckf.be CENTRUM KLINISCHE FARMACOLOGIE U.Z. GASTHUISBERG Herestraat 49 B-3000 LEUVEN
Kennismaken met Chemische Technologie en Materialen Op 7 en 8 mei 2010 organiseren de departementen Chemische Ingenieurstechnieken (CIT) en Metaalkunde en Toegepaste Materiaalkunde (MTM) van de Faculteit Ingenieurswetenschappen een opendeurdag. U kunt er kennismaken met de opleiding materiaalkunde en chemische technologie en de onderzoeksinfrastructuur bezoeken. Daarnaast worden de lokale en internationale samenwerking en onderzoekstopics toegelicht. 7 mei is voorbehouden voor alumni, overheid en industrie. Op zaterdag 8 mei zijn alle geïnteresseerden welkom. Voor meer informatie: Huberte Cloosen (tel. 016 32 13 14); Alena Vaes (tel. 016 32 27 26) of surf naar http://www.mtm.kuleuven.be/opendeur
28 april 2010
doctoraten Godgeleerdheid 5 februari - David Kirchhoffer Human Dignity: Beyond Suspicion? On the Meaning of Human Dignity for Contemporary Ethics 10 februari - Lea Verstricht Leven in de belofte. Over het confessionele karakter van het hedendaagse autobiografische schrijven van Kader Abdolah in confrontatie met de theologie van Johann Baptist Metz
Rechtsgeleerdheid 11 februari - Bert Keirsbilck Foundations of economic law in Europe: a harmonized law of unfair commercial practices and its interaction with competition law after modernization 15 februari - Ellen Desmet The Twin of Green. The Rights of Indigenous Peoples and Local Communities Entwined with Nature Conservation
Economie en Bedrijfswetenschappen 18 januari - Slimane Grine Multi-layer model of correlated instruments. Application to energy markets 24 februari - Patrick Verghote Essays on international account management 25 februari - Fay Dunkerley Essays in transport economics 25 februari - Thi Ngoc Tuan Bui Spot and Forward Prices in the Brussels Stock Exchange: Differential Costs, Informativeness and Price Discovery
Sociale Wetenschappen 21 januari - Dorien Dossche How the research method affects cultivation outcomes
Letteren 5 februari - Katharina Van Cauteren Le printemps au milieu de l’hyver. Hendrick De Clerck (1560-1630) en het aartshertogelijke zelfbeeld tussen canon en propaganda 26 februari - Jochem Valkenburg Time and tempo in non-linear music by Karlheinz Stockhausen, John Cage and Louis Andriessen
Wetenschappen 19 januari - Luk Peeters Groundwater and Geochemical Modelling of the Unconfined Brussels Aquifer, Belgium 19 januari - Marieke De Rydt A dedicated beta-NMR/beta-NQR setup for LISE-GANIL and study of the nuclear moments of the neutron-rich Al and Cl isotopes 1 februari - Kasper Baert Fluorescence in self-assembled colloidal photonic crystals
Ad Valvas 19 12 februari - Eva De Boever Dynamic evolution of hydrocarbon migration and carbonate diagenesis – Study of an ancient methane seep system (Varna, Bulgaria) 12 februari - Paula Delia Copil Small scale magnetohydrodynamic waves in coronal structures 22 februari - Matthias Van Hiel The leucine-rich repeat containing GPCRs in the fruit fly. A unique cluster of G protein-coupled receptors 23 februari - David Cornelis Interketen interacties in chirale, pigeconjugeerde systemen
Ingenieurswetenschappen 19 januari - Oanamaria Luiza Muraru Study of Adaptive Response around Screw Shaped Endosseous Implants by Individualised Finite Element Modelling 20 januari - Maarten Van Segbroeck Robust Large Vocabulary Continuous Speech Recognition using Missing Data Techniques 21 januari - Min Li Algorithm and Architecture Co-Design for Software Defined Radio Baseband 11 februari - Jasper Knockaert Economic and Technical Analysis of Road Transport Emissions 15 februari - Daniël Ruijters Multi-Modal Image Fusion during Minimally Invasive Treatment 18 februari - Thierry Janssens Dynamic Characterisation and Modelling of Dry and Boundary Lubricated Friction for Stabilisation and Control Purposes 23 februari - Svetlana Ebzeeva Univariant Eutectic Growth in Ternary Aluminium Alloys 25 februari - Gorka Aguirre Rejado Optimized Design of Active Air Bearings for Ultra-Precision Positioning Slides 26 februari - Raquel Hellin Rico Study and Characterization of Thin Indium-Nickel Membranes for MEMS Encapsulation at Temperatures below 200ºC
Bio-ingenieurswetenschappen 19 januari - Annick Pollet Functional and structural analysis of glycoside hydrolase family 8, 10 and 11 xylanases with focus on Bacillus subtilis xylanase A 19 februari - Nele Bleyen Histomonas meleagridis (blackhead): molecular characterisation, diagnosis and prevention
Geneeskunde 18 januari - Kimberly Daenens Platelet interactions during vessel wall inflammation and thrombosis in mice 20 januari - Xenia Rubleva Prenatal interventions modulating lung development in the rabbit model: ef-
In Memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van: Stefanie Janssen Studente master in de psychologie geboren te Duffel op 18 maart 1984 en overleden in het H.-Hartziekenhuis te Lier op 2 maart 2010. Professor Martinus Joannes Brabers Emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen geboren te Tilburg (Nederland) op 13 mei 1926 en overleden te Overpelt op 16 april 2010
fects on vascular development 20 januari - Robert Vrancken Development of Potent Inhibitors of the Classical Swine Fever Virus Replication: a proof-of-concept study 25 januari - Marie Joossens A bacterial signature of Crohn’s disease 27 januari - Piet Dirix Optimization of intensity-modulated radiotherapy for head and neck cancer 29 januari - Karolien Goffin Translational imaging of the type 1 cannabinoid receptor in epilepsy 3 februari - Sarah Denayer The rules of DNA recognition by the androgen, progesterone, mineralocorticoid and glucocorticoid receptors 5 februari - Joke Vanderhaegen The effect of physiological and pathophysiological changes on the neonatal cerebral oxygenation, as measured by near-infrared spectroscopy 8 februari - Caroline Sage Visualization and Quantification of White Matter Impairment in Motor Neuron Disease using Diffusion Tensor Imaging 8 februari - Stefaan Nijs The rotator cuff insufficient shoulder in trauma patients 10 februari - Sara Reekmans RMCE in the LRP1 gene: Functional analysis of knock-in mutants 23 februari - Liesbeth Vermeire Ttrap: aspects of its biochemistry and generation of mutant mouse models 24 februari - Olivier Joly Visual and Auditory Processing in Macaque Monkeys: Functional Imaging studies 25 februari - Joke Lemiengre Written ethics policies on euthanasia in Flemish hospitals and nursing homes: An empirical-ethical study on development, content and impact
Farmaceutische Wetenschappen 26 februari - Nele Evens Synthesis and biological evaluation of radioligands for in vivo visualization of type 2 cannabinoid receptor using positron emission tomography
Bewegings- en Revalidatiewetenschappen 26 februari - Peter Iserbyt Reciprocal Peer Tutoring with task cards: Fostering learning outcomes in psychomotor tasks
benoemd of onderscheiden Dr. Ina Jochmans, FWO-aspirant op de Dienst Abdominale Transplantatiechirurgie en ASO heelkunde, heeft de Prijs voor het beste abstract gewonnen tijdens de jaarlijkse meeting van de Belgische Transplantatie Vereniging. Haar werk werd ook geselecteerd voor een presentatie tijdens het jaarlijkse congres van de European Surgical Association en zij heeft een prestigieuze International Young Investigator Award gewonnen om dit werk te presenteren tijdens het jaarlijkse American Transplant Congress in San Diego. Professor Jean Poesen, hoofd van de Afdeling Fysische en Regionale Geografie, ontving een Doctor of Science degree in geomorphology and soil science van de Universiteit van Wolverhampton.
RECHTgezet
Zijn kwartels doof? Reiner Van Hove Ooit zagen wij in het vogelverblijf van de Antwerpse zoo een Chinese dwergkwartel neurotisch achtjes lopen rond een boompje en een hoopje zand. Vervuld van medelijden hieven wij een kalmerende mantra aan, maar het beestje bleef volharden in de rusteloosheid. Stond de beglazing van zijn krappe woonst een goede ontvangst van onze bezwerende zang in de weg? Of zijn kwartels echt zo doof als een, eh, kwartel? Voor all things animal kunnen we – zo weten we uit eerdere rechtzettingen over olifanten, muizen, goudvissen en apen – terecht bij professor Rudi D’Hooge van het Laboratorium voor Biologische Psychologie. “Kwartels hebben wel degelijk een prima gehoor,” zegt D’Hooge. “Zoals de meeste vogels hebben ze geen oorschelpen, maar wel een trommelvlies, een middenoor en een binnenoor. Hun gehoorsorgaan verschilt dus niet zoveel van het onze.” Dat zintuig hebben ze ook nodig bij hun communicatie: “De vrouwtjes maken bijvoorbeeld een specifiek geluid om hun jongen bij elkaar te roepen. Naar verluidt hebben kwartels ook een alarmknor waarmee ze hun soortgenoten verwittigen voor dreigend gevaar. Het meest karakteristiek is de driedelige baltsroep die de mannetjes gebruiken om hun territorium af te bakenen. Eén van mijn collega’s, een verwoed ornitholoog, kan die perfect imiteren, maar ik
ga er me niet aan wagen (lacht). (Volgens ornithologische gidsen klinkt de roep als ‘kwik-me-dit’ – red.) Kwartels zijn trouwens polygaam en hebben de reputatie promiscue vogels te zijn. In sommige Engelse dialecten is het woord voor kwartel – quail – zelfs een synoniem voor prostituee. Jagers plaatsen wel eens een vrouwtjeskwartel in een kooi om de mannetjes uit de omgeving te lokken: nog een bewijs dat ze heel goed kunnen horen.” Vanwaar dan die zegswijze ‘zo doof als een kwartel’? D’Hooge: “In tegenstelling tot felgekleurde hoenders als de mannetjesfazant zijn kwartels goed gecamoufleerd. Als er gevaar dreigt, rekenen ze op die schutkleuren en drukken ze zich tegen de bodem. Ze blijven zo lang mogelijk stilzitten, waardoor je de indruk zou kunnen krijgen dat ze doof zijn. Pas op het laatste moment zullen ze gaan lopen en – als het echt niet anders kan – de vleugels uitslaan.” Het hyperactieve specimen uit de Antwerpse zoo blijkt overigens geen uitzondering te zijn: “Ik ben een liefhebber van wilde hoendersoorten – niet alleen culinair – en de kwartel vind ik extra charmant vanwege zijn kleine formaat en zijn levendigheid. Een kwartel in gevangenschap is inderdaad continu in beweging. Toen ik nog in Antwerpen werkte, heb ik zelf nog dwergkwartels gehouden, in de tuin van de geheugenkliniek. Na mijn vertrek is die kwarteltuin helaas opgedoekt.”
[conclusie] De kwartel is luisterbereid, zeker in de paringstijd.
20 Buitenkant
campuskrant
(© Rob Stevens)
Lage stemmen
‘Freeing the natural voice’: dat is de specialiteit van de dame achter de piano. Kristin Linklater is niet alleen actrice en hoofd van de drama-afdeling van de Columbia University in New York, maar ook één van de meest gerenommeerde stemdocenten in de wereld. In het kader van een samenwerking tussen de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, het Lemmensinstituut Leuven en het Expertisecentrum Stem van de K.U.Leuven was ze van 12 tot 16 april te gast in Leuven. Ze gaf workshops aan een divers publiek van o.m. logopedisten, acteurs en zangers.
“ Leuven en Buurman zijn één verhaal” Harry Viaene (31) is musicoloog en muzikant bij Buurman. Tine Bergen “Ik ben in 2000 van Tielt naar Leuven gekomen omdat ik musicologie wilde studeren. Leuven was de enige plaats waar je dat als aparte richting kon volgen. Bovendien was ik hier tijdens de infodag met open armen ontvangen door professor Bossuyt en professor Delaere van musicologie. Zij dachten niet: oei, een blinde, gaat dat wel lukken? Ze redeneerden: als jij dat wil doen, dan gaan wij ons daar ook voor engageren. Dat er hier een goede omkadering op kot is voor mensen met een handicap, trok mijn ouders ook over de streep.” “Zo kwam het dus dat ik op een dag in december net voor de les piano zat te spelen in de kelder van het MSI. Geert Verdickt kwam langs, hoorde mij spelen en vroeg of ik met hem wilde deelnemen aan het Interfacultair Songfestival. Ik wist toen totaal nog niet wat Geert precies van plan was. Maar ik heb gelijk ja gezegd, want ik had zin in een muzikaal avontuur. Bovendien is Geert een heel warme, innemende mens die iedereen meteen mee heeft. Mij dus ook. We zijn beginnen repeteren, te elfder ure hebben we nog een drummer gevonden en toen Geert ons ging inschrijven heeft hij ook
ter plekke een groepsnaam verzonnen. Hij speelde op dat moment in het Germania-toneel de rol van Buurman. Dat vond hij een mooi woord en zo is het dus Buurman geworden.” “We hadden het nooit durven dromen, maar op dat songfestival werden we wel gedeeld eerste. We kwamen onder andere in Veto en omdat ik een blinde muzikant ben, kregen we ook net iets meer aandacht dan gemiddeld. Vooral het feit dat we ook wel eens andere instrumenten gebruiken, maakte dat het balletje ging rollen. Met behulp van onze producer Jo Francken hebben we de laatste jaren echt onze sound gevonden. Ik zou het rock noemen met een vleugje chanson erin, en met gebruik van alle middelen die we hebben: trompet, klarinet, accordeon ...” “Ondertussen zijn we negen jaar en heel wat eerste keren verder. De eerste keer dat we onze muziek op de radio hoorden, zal ik bijvoorbeeld nooit meer vergeten. Ik zat toen met Geert in Normandië. We konden Radio 1 nog net ontvangen op de middengolf, maar de ontvangst was al een paar keer uitgevallen. Toen kwamen we het centrum van Abbeville binnen en daar was de ontvangst beter. Net op dat moment draaiden ze Buur-
man. We zijn al toeterend drie keer over het ronde punt gereden. Daarna kwam er Nekkanacht en Zo is er maar één. Onze eerste cd, Rocky (komt altijd terug), is sinds 2008 een feit en in het najaar van 2010 komt er een volgende. Het begint nog altijd met Geert die komt met de zin: ‘Mannen, ik heb een idee.’ Ik hoop dat we nog heel lang kunnen doen wat we nu doen: mensen beroeren met goede muziek.” “Eigenlijk zijn Buurman en Leuven dus bijna één verhaal. In diezelfde week dat ik Geert heb ontmoet, heb ik trouwens ook Nele, mijn vriendin, leren kennen. Ineens kreeg daar heel mijn leven vorm. Toen wist ik natuurlijk nog niet dat het blijvend zou zijn. Voor hetzelfde geld had het niet gewerkt met Buurman, of met Nele. Dat gevoel dat ik had in dat gammele busje op weg terug naar huis van het Interfacultair Songfestival met Nele naast mij, zal ik nooit meer vergeten. Ik had net mijn proefexamens achter de rug, dus ik wist dat het met musicologie ook wel zou lukken als ik mijn best deed. Het was een soort ontwaken, beseffen dat mijn leven veranderd was en dat het nooit meer zo zou worden als het voor Leuven was geweest.” Harry Viaene van Buurman http://www.buurman.be/
(© Rob Stevens)