[ Jaarverslag 2000 ]
GROEN BELEGGEN
8
De Groenverklaring
Subsidies
3
Overleg met VROM
Groen Beleggen is een fiscale faciliteit om spaarders
Groene financiering kan gecombineerd worden met
Voor projecten in de categorieën fietspaden, bodem-
en beleggers te stimuleren te beleggen in duurzame
subsidies. De financiering geldt dan voor het project-
sanering en andere projecten, en voor projecten boven
energie-, milieu- en natuurprojecten. De inkomsten
vermogen minus de eventuele projectsubsidies.
een financiële omvang van NLG 20 miljoen wordt de
uit deze beleggingen zijn vrijgesteld van inkomsten-
Daarnaast blijven fiscale regelingen zoals de VAMIL-
Groenverklaring pas na overleg met het Ministerie
belasting. Tegelijkertijd wordt de uitvoering van deze
regeling (Regeling willekeurige afschrijving milieu-
van VROM afgegeven. Ook de projecten binnen deze
projecten gestimuleerd omdat hiervoor een goedkopere
investeringen), de energie-investeringsaftrek (EIA) en
categorieën op de Nederlandse Antillen en Aruba en
financiering beschikbaar komt. Een project komt in
de milieu-investeringsaftrek (MIA) van kracht.
in het buitenland worden door het Ministerie van VROM
aanmerking voor deze goedkopere financiering, als
6
afgegeven.
het voldoet aan de criteria zoals in de Regeling groenprojecten aangegeven en als het project een Groenverklaring van het Ministerie van VROM heeft.
Aanvraag Groenverklaring
Bij het afgeven van een Groenverklaring zijn ver-
4
Groen Label Kas
7
schillende partijen betrokken. De stappen zijn hieronder in het kort weergegeven.
Het Groenfonds van de bank vraagt - voor de initiatief-
Bij de afgifte van Groenverklaringen voor Groen
nemer of projectbeheerder - de Groenverklaring aan
Label Kassen wordt veelal een enigszins afwijkende
bij de uitvoeringsinstantie LASER of Novem. Bij de
werkwijze gevolgd. De kas wordt eerst gecertificeerd.
aanvraag voegt de projectbeheerder een projectplan
Tuinders die beschikken over een voorlopig certificaat,
met een beschrijving van het project, de verwachte
ontvangen voor hun kas een voorlopige Groenverklaring.
milieuverdienste, de benodigde financiering, het
Na de bouw wordt het project getoetst door een
verwachte rendement en de risico's. Een project-
certificerende instantie en volgt de definitieve
De Regeling groenprojecten is een gezamenlijke
beheerder kan in geval van twijfel vooraf met LASER
Groenverklaring.
regeling van het Ministerie van Volkshuisvesting,
of Novem contact opnemen voor overleg of om te
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM),
informeren of het project kans maakt op de
het Ministerie van Financiën en het Ministerie van
Groenverklaring.
De Regeling groenprojecten
1
Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV). Het Ministerie van VROM is verantwoordelijk voor de
Afgifte Groenverklaring
8
uitvoering van de Regeling.
Beoordeling
5 Na beoordeling geeft LASER of Novem namens het Ministerie van VROM de Groenverklaring af, de
Bank met Groenfonds
2
procedure duurt circa zeven weken. De Groenverklaring De projecten worden namens VROM getoetst door LASER of Novem. LASER beoordeelt de projecten in
blijft voor de meeste projecten maximaal tien jaar geldig, voor natuurprojecten maximaal dertig jaar.
de categorieën natuur, bos en landschap, biologische Een initiatiefnemer of projectbeheerder die een groene
landbouw en Groen Label Kassen. De projecten op het
financiering wil aanvragen, dient daarvoor bij een bank
gebied van duurzame energie, duurzame woningbouw
met een Groenfonds een projectplan inclusief invester-
en andere milieuprojecten worden beoordeeld door
ingsplan in. Voor het verkrijgen van een groene
Novem, evenals projecten op de Nederlandse Antillen
financiering voor het project is een Groenverklaring
en Aruba. Het Ministerie van VROM beoordeelt zelf de
nodig. Het Ministerie van VROM verklaart daarmee
projecten in het buitenland.
dat het project voldoet aan de voorwaarden voor groene financiering. De benodigde informatie voor het verkrijgen van een Groenverklaring is voor elke categorie beschreven in de Handleiding Projectplan bij de Regeling groenprojecten.
Groenstatus
Na afgifte van de Groenverklaring en goedkeuring van de bank voor financiering kan de groene lening verstrekt worden. Uit een jaarlijks accountantsrapport van het project dient de groene status te blijken. Verandert de uitvoering van het project, dan is de beheerder verplicht dit te melden aan de bank.
9
Groen Beleggen 1995-2000 De faciliteit Groen Beleggen bestaat sinds 1995 met het doel milieuvriendelijke initiatieven te stimuleren. In de loop van haar bestaan is de regeling systematisch uitgebreid met nieuwe categorieën die voor de status van Groenproject in aanmerking komen. Sinds 1995 hebben in totaal 1637 projecten met een totaal vermogen van ruim NLG 6,2 miljard een Groenverklaring gekregen.
totaal 1995-96 cat
Omschrijving
a t/m d e1/e2
1997
aantal
projectvermogen
Natuur, bos en landschap
2
Biologische landbouw
17
e3
Groen Label Kassen
f
1998
1999
aantal
projectvermogen
20.659.186
16
590.708.269
2
290.627
3
11.343.954
244
220.251.544
140
88.845.363
143
0
0
0
0
26
55.367.418
77
Agrificatie
0
0
1
4.385.000
0
0
g
Duurzame energie
120
393.784.590
77
650.455.822
68
h
Duurzame woningbouw
4
16.800.000
42
134.775.000
100
i
Fietspadinfrastructuur
0
0
0
0
j
Bodemsanering
0
0
0
k
Andere projecten
17
364.457.713
TOTAAL
162
807.045.443
Groenverklaringen 1995-2000: aantallen en goedgekeurd projectvermogen in NLG
projectvermogen
aantal
projectvermogen
3.079.325
3
144.368.454
94
135.570.862
28
750.308.269
96.890.801
638
561.709.116
262.509.958
64
344.701.290
167
662.578.666
0
0
0
0
1
4.385.000
529.284.691 138.300.000
62
302.024.307
56
208.465.981
383
2.084.015.391
103
168.075.000
75
191.778.559
324
649.728.599
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
2.912.410
1
2.912.410
17
338.535.429
23
298.240.541
24
460.083.182
14
65.350.792
95
1.526.667.657
397
1.939.111.064
359
1.110.337.640
412
1.340.140.226
307
1.044.670.735
1637
6.241.305.108
aantal
projectvermogen
1995-2000
aantal
aantal
projectvermogen
2000
Inhoudsopgave 3 Stappenplan voor het aanvragen van de Groenverklaring
omslag
Groenprojecten en projectvermogen 1995 - 2000
binnenzijde omslag
Voorwoord
4
Samenvatting
6
De Regeling groenprojecten
8
Ontwikkelingen in de Regeling groenprojecten
10
Belastingherziening 2001
13
Projectcategorieën
15
Kerncijfers 2000
18
Milieurendement
22
Groenprojecten 2000 - totaal
25
Toelichting per categorie
26
• Natuur, bos en landschap
26
• Biologische landbouw
28
• Groen Label Kassen
31
• Agrificatie
33
• Duurzame energie
34
• Duurzame woningbouw
36
• Fietspadinfrastructuur
39
• Bodemsanering
39
• Andere projecten
40
De Nederlandse Antillen en Aruba
41
Buitenland
42
Uitvoering van de Groenregeling
44
Aangewezen groene instellingen
46
Betrokken instanties
48
Voorwoord 4 Maatschappelijk beleggen wordt door de overheid aangemoedigd door die vorm van beleggen fiscaal extra aantrekkelijk te maken. De regeling Groen Beleggen, als onderdeel van maatschappelijk beleggen, is tot dusver buitengewoon succesvol gebleken, zoals ook uit dit Jaarverslag Groen Beleggen over het jaar 2000 mag blijken.
Groen Beleggen is een bijzonder instrument. Vanwege de fiscaal vriendelijke behandeling van de groene beleggers en spaarders wordt op grote schaal privaat geld tegen gunstige voorwaarden beschikbaar gesteld voor investeringen in milieu-, energie- en natuurprojecten. Anders dan bij vele andere economische instrumenten zijn de rol en de bijdrage van de overheid beperkt. De hoofdrol is weggelegd voor de particuliere spaarders en beleggers, die hiermee bewust bijdragen aan een duurzamere leefomgeving. Een andere belangrijke rol is voor de financiële sector. Deze zorgt met haar Groene Beleggingsfondsen en Groene Banken voor het beheer van de ingelegde gelden en de financiering van de groene projecten.
Het jaar 2000 was voor Groen Beleggen en de vele betrokkenen eveneens bijzonder. De herziening van het belastingstelsel zorgde aanvankelijk voor terughoudendheid bij spaarders en beleggers. Daardoor dreigde er een tekort aan financieringsmiddelen voor nieuwe projecten. Maar toen duidelijk werd dat Groen Beleggen vrijgesteld zou zijn van de nieuwe vermogensrendementsheffing en bovendien een heffingskorting in de inkomstenbelasting zou genieten, volgde in het najaar een royale inhaalslag. Zozeer zelfs dat het dreigende tekort aan middelen bij sommige fondsen omsloeg in een overschot aan middelen en een schijnbaar tekort aan te financieren Groenprojecten. Middelen en projecten zijn overigens inmiddels weer in balans.
Groen Beleggen is bedoeld voor nieuwe hoogwaardige projecten en technieken die voor het milieu van groot belang zijn, maar waarvan het economisch draagvlak nog beperkt is. Dat betekent dat er ruimte moet zijn voor nieuwe initiatieven, ook budgettair. In 2001 zal daarom een 'verdonkergroeningsoperatie' plaatsvinden. Hierbij worden aard en inhoud van de soorten projecten die nu zijn gekwalificeerd nog eens goed tegen het licht gehouden. De uitkomst daarvan zal in de loop van 2001 aan het parlement worden gepresenteerd.
Voorwoord 5 Ondanks de turbulentie rond Groen Beleggen in 2000 is het aantal particuliere spaarders en beleggers in 2000 gestegen met 62% naar ruim 125.000. Het ingelegd vermogen is met 81% toegenomen, naar ruim NLG 4,7 miljard. Het aantal groene projecten nam in 2000 toe van 1330 naar 1637. De projecten in 2000 hadden onder meer betrekking op een toename van het areaal biologische landbouw met 3020 ha, 61 windturbines en 2559 duurzame woningen. Voorts werd groene financiering ingezet voor ruim 8600 ha natuurontwikkeling en voor 560 ha natuurverbetering. Met de in 2000 groen verklaarde projecten voor duurzame energie, Groen Label Kassen en duurzame woningbouw wordt een totale jaarlijkse reductie van CO2 uitstoot gerealiseerd ter grootte van ruim 120.000 ton.
Groen Beleggen heeft derhalve ook in 2000 een belangrijke bijdrage geleverd aan een verbeterd milieu.
Ir. J. van der Vlist Directeur-generaal Milieubeheer • Ministerie van VROM
Samenvatting 6 Dit Jaarverslag Groen Beleggen 2000 geeft de ontwikkeling van de Groenregeling in het afgelopen jaar weer. Groen Beleggen is een fiscale faciliteit waarmee de overheid sinds 1995 milieuvriendelijke initiatieven stimuleert. Projecten die voldoen aan de criteria van de Regeling groenprojecten kunnen een Groenverklaring krijgen en komen daarmee in aanmerking voor een financiering met een lager rentetarief dan gebruikelijk. De gang van zaken bij het aanvragen van een Groenverklaring wordt geschetst op de omslag van dit jaarverslag.
1939
2000
1500
1340
Totaal Projectvermogen in NLG 1.000.000
1110
1000
1044
807 397
500
359
412 307 Aantal afgegeven Groenverklaringen
162
0
Het gebruik van de Groenregeling vanaf 1995
1995 / 96
1997
1998
1999
2000
1
Een totaaloverzicht van het gebruik van de Regeling groenprojecten van 1995 tot en met 2000, uitgesplitst per aandachtsgebied, is te vinden in de vooromslag van dit jaarverslag.
Samenvatting 7 De stijgende lijn in de jaarcijfers is dit jaar onderbroken: er werd zo'n NLG 300 miljoen minder projectvermogen groen verklaard dan in 1999. De stagnatie in 2000 in de groei van Groen Beleggen hing samen met de herziening van het belastingstelsel in dat jaar. Deze zorgde voor terughoudendheid bij beleggers en spaarders om in Groenfondsen te investeren, zodanig dat bij de Groenfondsen een tekort ontstond van groen vermogen om nieuwe groene financieringen te verstrekken. In november stelde de Tweede Kamer vast hoe Groen Beleggen in het nieuwe belastingstelsel fiscaal zal worden behandeld. Op de pagina's 13 en 14 komen de gevolgen van de belastingherziening aan de orde.
Eén hoofdstuk van dit jaarverslag (pagina 22) is gewijd aan het milieurendement van de Groenregeling. Hoewel de winst voor natuur en milieu niet eenvoudig is te kwantificeren, is per aandachtsgebied zoveel mogelijk het effect weergegeven van de betreffende activiteit op natuur of milieu.
Het werkingsgebied van de Regeling groenprojecten is sinds haar ontstaan systematisch uitgebreid. Het wettelijk kader van de regeling en de ontwikkelingen daarin worden geschetst op de pagina's 8 en 9. Een beschrijving van de projectcategorieën die in aanmerking komen voor een Groenverklaring wordt gegeven op pagina 15.
De belangrijkste ontwikkelingen in 2000 zijn samengevat in de Kerncijfers op pagina 18. Ontwikkelingen binnen de verschillende aandachtsgebieden van Groen Beleggen worden geschetst in het totaaloverzicht op pagina 15 en de toelichtingen per categorie vanaf pagina 26. De laatste twee hoofdstukken gaan in op groene financiering van projecten op de Nederlandse Antillen en Aruba (pagina 41) en in Centraal- en Oost-Europa en in de ontwikkelingslanden (pagina 42).
Het jaarverslag wordt afgesloten met adreslijsten van de instanties en financiële instellingen die betrokken zijn bij de uitvoering van de faciliteit Groen Beleggen.
Tot slot mogen de 125.000 particuliere beleggers en spaarders die per ultimo 2000 in Groenfondsen beleggen of bij Groene Banken sparen en daarmee de financiering van Groenprojecten mogelijk maken, hier niet onvermeld blijven.
De Regeling groenprojecten 8 De overheid stimuleert milieuvriendelijke initiatieven. Een van de middelen die zij daarvoor gebruikt is 'groene financiering' of 'Groen Beleggen'. Met groene financiering kan een windturbine, duurzaam gebouwde woning, biologisch landbouwbedrijf of natuurproject tegen een lager rentetarief dan gebruikelijk gefinancierd worden. De financiële instellingen kunnen dit lagere tarief hanteren doordat spaarders en beleggers gecompenseerd worden voor lagere opbrengsten uit groene beleggingen en spaarregelingen. De compensatie hield tot en met het jaar 2000 in, dat rente- en dividendopbrengsten uit groene projecten onbeperkt waren vrijgesteld voor heffingen van de inkomstenbelasting.
Groen Beleggen is een fiscale faciliteit die is opgenomen in de Wet op de inkomstenbelasting. De wet wordt uitgevoerd door middel van twee uitvoeringsregelingen: de Regeling groenfondsen en de Regeling groenprojecten.
Groene instellingen De Regeling groenfondsen regelt de aanwijzing van krediet- en beleggingsinstellingen tot groene instellingen en stelt eisen met betrekking tot hun functioneren. De groene instellingen staan onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Belastingdienst. Dit toezicht is van belang als waarborg voor de particuliere spaarder of belegger. De meeste Nederlandse banken hebben een De particulier kan met fiscaal voordeel sparen of beleggen.
Groenfonds of een Groenbank. Een overzicht is te vinden achterin dit jaarverslag. Om bewegingsvrijheid te hebben bij het vullen en onderhouden van de beleggingsportefeuille is in
De investeerder in het Groenproject profiteert
de Regeling groenfondsen opgenomen dat de groene instelling haar vermogen niet volledig in
van een financiering tegen een laag rentetarief.
groene projecten hoeft te beleggen, maar voor minimaal 70%. Ook wordt hiermee de
Groene investeringen komen ten goede aan
mogelijkheid geboden op beperkte schaal het financieren van nauwelijks rendabele projecten te
het milieu .
compenseren met rendabeler niet-groene projecten of bijvoorbeeld staatsobligaties.
De Regeling groenprojecten 9
Groenprojecten In de Regeling groenprojecten wordt aangegeven welke categorieën van projecten in aanmerking komen voor de status van Groenproject. Voldoet een project aan de gestelde criteria, dan wordt door de Minister van VROM een zogeheten Groenverklaring afgegeven. Met deze Groenverklaring kan het project tegen de lagere groene rente worden gefinancierd door een Groene Bank.
De Regeling groenprojecten geldt voor projecten in Nederland die het milieu beschermen of natuurbelang hebben. De projecten kunnen ingedeeld worden in de volgende aandachtsgebieden:
• Natuur, bos en landschap • Biologische landbouw • Groen Label Kassen • Agrificatie • Duurzame energie • Duurzame woningbouw en renovatie • Fietspadinfrastructuur • Bodemsanering • Andere projecten die een aanzienlijke en directe milieuwinst opleveren
Voorwaarde voor het verkrijgen van een Groenverklaring is dat het een nieuw project betreft en het projectvermogen minimaal NLG 50.000 bedraagt. Tevens moet het project enig financieel rendement opleveren, dat echter lager ligt dan normaal gesproken interessant is voor beleggers.
Groenprojecten buiten Nederland Naast de Groenregeling voor projecten in Nederland bestaat er een soortgelijke Regeling groenprojecten Nederlandse Antillen en Aruba en een Besluit groenprojecten buitenland. Dit laatste heeft betrekking op overeenkomstige Groenprojecten in ontwikkelingslanden en Centraal- en Oost-Europa.
Ontwikkelingen in de Regeling groenprojecten 10 Groen Beleggen past in de 'vergroening' van het fiscale stelsel. Met deze vergroening wordt enerzijds bedoeld een verschuiving van belasting op arbeid naar belasting op milieu-onvriendelijk gedrag. Tegelijkertijd geeft de fiscale wetgeving positieve prikkels om milieu- en energie-investeringen te stimuleren. Voorbeelden van dergelijke 'groene' fiscale prikkels zijn de VAMIL-regeling (Regeling willekeurige afschrijving milieu-investeringen), de energie-investeringsaftrek (EIA) en de milieuMet deze vergroening wordt enerzijds bedoeld
investeringsaftrek (MIA). Dit zijn regelingen die ondernemers stimuleren om te investeren in
een verschuiving van belasting op arbeid
energiezuinige en milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen.
naar belasting op milieu-onvriendelijk gedrag.
De Regeling groenprojecten is in december 1994 op initiatief van het toenmalige kamerlid Vermeend
Tegelijkertijd geeft de fiscale wetgeving
tot stand gebracht. Inmiddels is de regeling een belangrijk stimuleringsinstrument geworden voor
positieve prikkels om milieu- en energie-
projecten op het gebied van bos, milieuvriendelijke landbouw, natuur, duurzame energie, duur-
investeringen te stimuleren.
zame woningbouw en milieubescherming.
Uitbreidingen en wijzigingen De Regeling groenprojecten vertoont een sterke dynamiek door de aanpassingen aan de technische en economische ontwikkelingen en aan de politieke prioriteiten. Het werkingsgebied van de regeling is in de jaren van haar bestaan systematisch uitgebreid. Regelmatig wordt de bestaande regeling op onderdelen geëvalueerd en wordt onderzoek uitgevoerd naar de wenselijkheid en mogelijkheden om haar verder uit te breiden.
De Regeling groenprojecten trad in werking in 1995. Na uitbreiding met duurzame woningbouw in 1996 volgden twee jaar later uitbreidingen met fietspadinfrastructuur, vrijwillige bodemsanering en Groen Label Kassen. In 1998 is de regeling tevens opengesteld voor projecten in ontwikkelingslanden en Centraal- en Oost-Europa en op de Nederlandse Antillen en Aruba. De Regeling groenprojecten vertoont een sterke
In 1999 is de regeling verder verbreed met particulier natuurbeheer en duurzame renovatie van
dynamiek door de aanpassingen aan de tech-
woningen. Tevens werden in 1999 de technische eisen voor duurzame woningbouw en de Groen
nische en economische ontwikkelingen en aan de
Label Kas geactualiseerd. Dit gebeurde naar aanleiding van ervaringen met het gebruik ervan en
politieke prioriteiten. Het werkingsgebied van de
in verband met de ontwikkelingen in de techniek en het milieubeleid. Voor duurzame woningbouw
regeling is in de jaren van haar bestaan syste-
werd onder andere de energie-efficiency-eis aangescherpt door de energie-prestatie-
matisch uitgebreid.
coëfficiënt (epc) te verlagen van 1,1 naar 0,9.
Ontwikkelingen in de Regeling groenprojecten 11 In verband met de lange levensduur van natuurprojecten, werd in 1999 voor projecten met betrekking tot aanleg en instandhouding van bos en natuurgebieden de maximale looptijd van de Groenverklaring verhoogd van 10 jaar naar 30 jaar.
Wijzigingen in 2000 In 2000 is de regeling uitgebreid met de categorieën d3 en d4: beheerslandbouw. Hierbij is het mogelijk groen geld te lenen wanneer men een beschikking heeft op basis van de Regeling beheersovereenkomsten en natuurontwikkeling. Deze regeling is gericht op landbouwbedrijven in belangrijke natuurgebieden: agrariërs kunnen een vergoeding ontvangen voor natuur- en milieuvriendelijk beheer van hun grond.
Onderzoek in 2000 In 2000 is door Novem onderzoek gedaan vanwege het opnieuw actualiseren van de Maatlatten voor duurzame woningbouw en duurzame renovatie. Het voornemen is de Maatlatten in 2001 aan te passen om ze zoveel mogelijk te laten aansluiten bij het Nationaal pakket Duurzaam bouwen. Het Ministerie van VROM heeft in 2000, in samenwerking met Novem, de mogelijkheden onderzocht om duurzame utiliteitsbouw onder de Groenregeling te brengen. Inmiddels is door de Rijksgebouwendienst een passende maatlat gedefinieerd en wordt de wenselijkheid van implementatie onderzocht.
Veranderingen in 2001 De Groenregeling blijft in 2001 onverminderd van kracht. De herziening van het belastingstelsel heeft geen invloed op de inhoud van de Groenregeling. De belastingheffing over inkomsten uit
De Groenregeling blijft in 2001 onvermin-
vermogen vindt onder het nieuwe belastingstelsel zoals dat per 1 januari 2001 geldt, op for-
derd van kracht. De beleggingen in en
faitaire wijze plaats. Vanwege deze wijze van heffen worden de beleggingen in en tegoeden bij
tegoeden bij de Groenfondsen zijn vrij-
de Groenfondsen vrijgesteld van de zogeheten vermogensrendementsheffing in box 3. Daarnaast
gesteld van de zogeheten vermogens-
bestaat recht op een heffingskorting van 1,3% van het in een Groenfonds belegde vermogen.
rendementsheffing. Daarnaast bestaat
Hierdoor springt het groene beleggen er ten opzichte van regulier beleggen gunstig uit.
recht op een heffingskorting.
Ontwikkelingen in de Regeling groenprojecten 12 In 2001 wordt de toepassing voor natuurbeheer uitgebreid. Een agrariër of natuurbeheerder komt in aanmerking voor groene financiering van milieuvriendelijk beheer op basis van de Subsidieregeling natuurbeheer 2000 of de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer. Voor duurzame woningbouw wordt mogelijk de grens van de maximaal toelaatbare stichtingskosten aangepast aan de marktontwikkelingen. Dat zou een verhoging betekenen van NLG 400.000 naar NLG 600.000. Verwacht wordt dat hiervan een stimulerende werking zal uitgaan en dat voor deze categorie meer gebruik zal worden gemaakt van de Groenregeling.
Belastingherziening 2001 13 Groen beleggen wil zeggen dat door particuliere spaarders en beleggers geïnvesteerd vermogen door banken met een Groenfonds wordt gebruikt voor financiering van milieuvriendelijke projecten. Het gaat hierbij om projecten die volgens de criteria van de Regeling groenprojecten als zodanig erkend zijn door middel van een Groenverklaring. Een probleem bij groen beleggen is dat het rendement veelal lager ligt dan bij beleggingen in puur commerciële projecten. Daarom maakt de overheid het groen beleggen en sparen voor de belegger aantrekkelijk door middel van fiscale voordelen.
Groen beleggen en sparen in 2000 Door de ontwikkeling van het nieuwe belastingstelsel ontstond bij de Groenfondsen, beleggers en spaarders terughoudendheid met investeren. De Groenfondsen waren daardoor in de tweede helft van het jaar niet meer in staat voldoende groen geld aan te trekken om nieuwe groene financieringen te verstrekken. Het betekende tevens een stagnering van groene projecten, wat zowel merkbaar was aan het aantal aanvragen voor Groenverklaringen als aan het per ultimo 2000 geïnvesteerde projectvermogen.
Regeling 2001 De Tweede Kamer heeft op 23 november 2000 definitief vastgesteld op welke wijze Groen Beleggen ook in het nieuwe belastingstelsel fiscaal wordt gestimuleerd. Bovendien werd een overgangsregeling aangenomen voor bestaande groene beleggers. Met ingang van 1 januari 2001 betalen beleggers en spaarders per saldo 1,2% vermogensrende-
Groene beleggers en spaarders zijn met
mentsheffing over het belegde of gespaarde vermogen. Groene beleggers en spaarders zijn hier-
ingang van 1 januari 2001 vrijgesteld van
van echter vrijgesteld tot een maximaal belegd vermogen van NLG 103.539 per persoon. Tevens
de vermogensrendementsheffing van per
krijgen zij - tot hetzelfde maximum - een extra belastingkorting van 1,3% van de waarde van de
saldo 1,2% tot een maximaal belegd ver-
vrijgestelde Groene Belegging. Tezamen geven deze maatregelen Groene Beleggingen een extra
mogen van NLG 103.539 per persoon.
stimulans van 2,5% over het bedrag dat is belegd bij een erkende groene instelling. De overgangsregeling voor bestaande beleggers houdt in dat Groene Beleggingen die zijn afgesloten
Tevens krijgen zij een extra belastingkorting van 1,3% van de waarde van de
voor 1 januari 2001 gedurende tien jaar voor het gehele bedrag vrijgesteld zijn van de
vrijgestelde Groene Belegging. Tezamen
vermogensrendementsheffing én over dat gehele bedrag de extra heffingskorting van 1,3%
geven deze maatregelen Groene Beleg-
ontvangen.
gingen een extra stimulans van 2,5%.
Belastingherziening 2001 14
Herstel Inmiddels zijn er aanwijzingen dat de Groenfondsen weer ruim groene gelden beschikbaar hebben en dat in het verlengde hiervan weer in voldoende mate een beroep wordt gedaan op de Groenregeling. Eind 2000 was al merkbaar dat er een inhaalslag plaatsvond. Zodra er duidelijkheid was over de fiscale gevolgen van het nieuwe belastingstelsel, schreven veel banken met Groenfondsen aandelenemissies uit en wisten zij spaarders voor groen sparen te interesseren. Mogelijk speelde de gunstige overgangsregeling voor bestaande - d.w.z. voor 1 januari 2001 - spaarders en beleggers hierbij ook een rol. De verwachting bestaat dat het Groene Beleggen ook onder de Wet inkomstenbelasting 2001 in trek blijft.
Projectcategorieën 15 In de Regeling groenprojecten zijn twintig categorieën benoemd van projecten die in aanmerking komen voor een Groenverklaring en groene financiering. Naast de gespecificeerde categorieën is er een categorie Andere projecten voor projecten die naar het oordeel van de Minister eveneens een aanzienlijke bijdrage leveren aan de bescherming van het milieu, maar niet in één van de benoemde categorieën zijn onder te brengen.
De twintig categorieën zoals ze in 2000 zijn gehanteerd, zijn in de volgende aandachtsgebieden verdeeld:
•
Natuur, bos en landschap [categorieën a t/m d] • a ontwikkeling en instandhouding van bos en andere houtopstanden • b natuur- en landschapsprojecten in gebieden die als beschermd natuurmonument, Staatsnatuurmonument of als Gebied Waardevol Cultuurlandschap zijn aangewezen • c projecten met betrekking tot natuur- en landschappelijke waarden passend in het Structuurschema Groene Ruimte of behorende bij landgoederen • d projecten die gericht zijn op de ontwikkeling en de instandhouding van nieuwe natuur- en landschappelijke waarden in bepaalde gebieden
•
Biologische landbouw [categorieën e1 en e2] Productie en verwerking van landbouwproducten volgens de voorschriften van het Landbouwkwaliteitsbesluit biologische productiemethode, onderverdeeld in:
• e1
akkerbouw en tuinbouw
• e2
veeteelt
• e1/2 gemengd bedrijf
Projectcategorieën 16 •
Groen Label Kassen [categorie e3] Kas voor het bedrijfsmatig telen van tuinbouwgewassen die voldoet aan de eisen van de Maatlat Groen Label Kas.
•
Agrificatie [categorie f] Industriële verwerking van landbouwgrondstoffen tot goederen die niet bedoeld zijn voor menselijke of dierlijke consumptie. De producten mogen in Nederland nog niet in productie zijn en ze moeten leiden tot een vermindering van de aantasting van het milieu.
•
Duurzame energie [categorie g] Projecten die het opwekken van duurzame energie tot doel hebben als alternatief voor fossiele brandstoffen, onderverdeeld in:
• g1 het opwekken van energie uit hout en energierijke gewassen • g2 het opwekken van elektrische energie door middel van windturbines • g3 het opwekken van elektrische energie met behulp van fotovoltaïsche cellen • g4 het gebruik van thermische zonne-energie door middel van zonnecollectoren • g5 het benutten van aardwarmte • g6 het opwekken van elektrische energie uit waterkracht • g7 het opwaarderen van laagwaardige warmte met warmtepompen • g8 aquifers: warmte- of koude-opslag in waterhoudende grondlagen • g9 warmtedistributienetten ten behoeve van stadsverwarming of verwarming van tuinbouwkassen
Projectcategorieën 17 •
Duurzame woningbouw [categorie h] De woningen moeten voldoen aan de eisen van de Maatlat duurzame woningbouw of de Maatlat duurzame renovatie en de stichtingskosten van de nieuwbouwwoningen mogen de NLG 400.000 niet overschrijden. De categorie is als volgt onderverdeeld:
• h1 nieuw te bouwen woningen • h2 herbestemming van niet-woningen • h3 renovatie van woningen
•
Fietspadinfrastructuur [categorie i] • vrijliggende fietspaden die woonkernen verbinden • knelpunten in het fietsroutenet opheffen
•
Bodemsanering [categorie j] Vrijwillige sanering van verontreinigde (water)bodems waarvoor een saneringsplan is opgesteld en goedgekeurd.
•
Andere projecten [categorie k] Projecten die niet in één van de benoemde categorieën vallen maar een aanzienlijke milieuverdienste hebben die direct is toe te schrijven aan het project. Tot deze categorie worden vaak unieke projecten met een sterk innovatief karakter gerekend.
Kerncijfers 2000 18 1939
2000
1500
1340
Totaal Projectvermogen in NLG 1.000.000
1110
1000
1044
807 397
500
359
412 307 Aantal afgegeven Groenverklaringen
162
0
Het gebruik van de Groenregeling vanaf 1995
1995 / 96
1997
1998
1999
2000
1
De stijgende lijn in de jaarcijfers is in 2000 onderbroken. Totaal werd zo'n NLG 300 miljoen minder projectvermogen groen verklaard dan in 1999. Een en ander hing samen met de herziening van het belastingstelsel. Deze zorgde aanvankelijk voor terughoudendheid bij beleggers en spaarders om in Groenfondsen te beleggen.
Kerncijfers 2000 19
Aangevraagde en afgegeven Groenverklaringen In 2000 was het totale aantal afgegeven verklaringen hoger dan het aantal aanvragen. Gezien de doorlooptijd van een aanvraag is er altijd enig verschil tussen het aantal binnengekomen aanvragen en het aantal afgegeven Groenverklaringen. Het relatief grote verschil in 2000 is te verklaren doordat de aanvragen stagneerden als gevolg van de herziening van het belastingstelsel. De verwachting is dat het evenwicht tussen het aantal aangevraagde en het aantal afgegeven Groenverklaringen zich herstelt wanneer in de loop van 2001 de aangehouden aanvragen uit 2000 alsnog worden ingediend. 2
Aantal projecten 1999
Aantal projecten 2000
Projectvermogen in NLG 2000
Projecten en projectvermogen verdeeld naar
Aanvragen
Verklaringen
Aanvragen
Verklaringen
Aanvragen
Verklaringen
Natuur, bos en landschap
2
3
3
3
6.132.610
153.570.862
Biologische landbouw
147
143
73
94
77.638.413
96.890.810
Groen Label Kassen
80
77
55
64
279.152.975
344.701.290
Agrificatie
0
0
0
0
0
0
Duurzame energie
56
62
56
56
213.310.601
208.465.981
Duurzame woningbouw
99
103
54
75
148.350.000
191.778.599
Fietspadinfrastructuur
0
0
0
0
0
0
Bodemsanering
3
0
0
1
0
2.912.410
Andere projecten
34
24
13
14
522.422.307
64.350.792
TOTAAL
427
412
254
307
1.244.556.896
1.044.670.735
In de categorie Natuur, bos en landschap is het verschil tussen het aangevraagde en het toegekende projectvermogen te verklaren doordat één Groenverklaring werd afgegeven voor een groot project dat al in 1999 was aangevraagd. Het betrof hier aankoop van grond ten behoeve van natuurontwikkeling in het kader van de ecologische hoofdstructuur.
aandachtsgebied
Kerncijfers 2000 20 In de categorie Andere projecten waren enkele zeer grote aanvragen die per ultimo 2000 nog in behandeling waren.
Verdeling groen projectvermogen Het aandeel Natuur, bos en landschap is in 2000 aanzienlijk toegenomen. Dit is te verklaren door het eerder genoemde grote project. Het grootste aandeel groen verklaard vermogen is in 2000 voor het aandachtsgebied Groen Label
Kassen. Er vindt kennelijk relatief veel nieuwbouw van kassen plaats op een hoogwaardig niveau. Was vorig jaar het grootste aandeel in de categorie Andere projecten, in 2000 is dit teruggebracht tot 5,9%. In 1999 zorgden twee grote projecten op het gebied van natuurontwikkeling gecombineerd met waterwinning, voor een relatief groot aandeel van deze categorie.
1999
2000 0,3 %
5,9 %
2,3 %
13 %
10,8 % 34,3 %
18,4 %
9,3 % 19,6 %
20,0 % 33,1 %
12,5 % 22,5 %
Natuur, bos en landschap
Duurzame energie
Biologische landbouw
Duurzame woningbouw
Groen Label Kassen
Bodemsanering
De procentuele verdeling van het projectvermogen over de aandachtsgebieden 3
Andere projecten
Kerncijfers 2000 21
Beleggers en spaarders Het aantal particulieren dat heeft belegd in Groenfondsen is in 2000 opgelopen tot 125.000 met een gezamenlijk belegd vermogen van NLG 4,7 miljard, een stijging ten opzichte van 1999 met respectievelijk 62 en 81%. Het overgrote deel van de beleggers/spaarders (90%) neemt deel met een inleg tot NLG 100.000. Het aantal particulieren dat meer dan NLG 100.000 in groene fondsen belegt is dus relatief klein, maar het door hen belegde vermogen bedraagt NLG 1,8 miljard, 38% van het totale groen belegde vermogen.
Groene instellingen Van het ingelegde vermogen moeten de groene instellingen minimaal 70% beleggen in groene projecten. Per 31 december 2000 hadden de groene instellingen voor NLG 2,7 miljard geleend aan of belegd in Groenprojecten of waren hiervoor verplichtingen aangegaan, terwijl er NLG 4,7 miljard groen vermogen beschikbaar was. Dit is gemiddeld ongeveer 59% (ultimo 1999 was dit 90%). Toen eind 2000 zekerheid kwam over de fiscale gevolgen van het nieuwe belastingstelsel, toonden spaarders en beleggers weer massaal belangstelling. Gevolg was dat de banken in december ruim NLG 1 miljard aantrokken. Dit geld kon niet altijd onmiddellijk in groene projecten worden belegd, waardoor bij enkele banken een te groot groen vermogen ontstond. Omdat het om een tijdelijke situatie ging, is de groenstatus van deze instellingen niet in gevaar geweest.
Milieurendement 22 De Groenregeling is in het leven geroepen om projecten te stimuleren die een positief effect op het milieu hebben. Een andere doelstelling is de burger meer te betrekken bij de zorg voor het milieu. Resultaten van de regeling zijn enerzijds uit te drukken in het aantal Groenprojecten, het projectvermogen en in het aantal beleggers en spaarders. Anderzijds moet het rendement uiteindelijk weer te geven zijn in de effecten die deze Groenprojecten hebben op natuur en milieu. Elders in dit jaarverslag wordt uitgebreid ingegaan op de aantallen en categorieën Groenprojecten en het projectvermogen dat hiermee gemoeid is. 'Het hele jaar door ben ik bezig met projecten op het gebied van
Via de Groenfondsen is eenduidig vast te stellen dat eind 2000 aan de inlegkant
warmtepompen.' Maus Dieleman is specialist duurzame energie bij
125.000 burgers als groene spaarder of belegger betrokken waren bij de
Novem. Een aanvraag voor een Groenverklaring wordt beoordeeld
Groenregeling en dus bij het bevorderen van de realisatie van milieu- en
door iemand die gespecialiseerd is in het betreffende gebied. Als
natuurprojecten.
het om warmtepompen gaat, beoordeelt Maus Dieleman deze aan-
Het kwantificeren van het milieueffect is complexer. De onderhavige projecten
vragen. 'Vaak zijn het aanvragen van projecten waar ik al in een
worden beïnvloed door een stelsel van wetten en regelingen. Dit maakt het
eerder stadium bij betrokken ben geweest. Novem is promotor en
moeilijk de invloed van één regeling nauwkeurig te meten. Voor de Groen-
stimulator op het gebied van duurzame energie. In die hoedanig-
regeling komt daar nog bij dat bepaalde projecten tot doel hebben de
heid zitten we om de tafel met zakelijke partners, aannemers en
integrale milieukwaliteit te verbeteren. Het op biologische wijze houden van
architecten, met de bedoeling het gebruik van duurzame energie te
dieren en verbouwen van gewassen vermindert milieuschade door het gebruik
stimuleren. Daarnaast heeft de overheid hiervoor diverse financiële
van bestrijdingsmiddelen en heeft een vermindering van emissies tot gevolg.
regelingen en subsidiemogelijkheden gecreëerd, die door Novem
Ook draagt het bij aan de biodiversiteit. Dit is echter moeilijk te kwanti-
worden uitgevoerd.' Hoewel er in 2000 een paar honderd warmte-
ficeren, te meer daar dergelijke parameters herleid zouden moeten worden
pompen in Nederland gebouwd zijn, zijn hiervoor slechts vijf
op de hoeveelheid geproduceerd product. Duurzaam bouwen heeft gevolgen
Groenverklaringen afgegeven. 'Dat kan ik eigenlijk niet verklaren.
voor zowel energie- en waterbesparing als voor materiaalgebruik en binnen-
In de voorfase worden projectbeheerders wel geïnformeerd over de
milieu. Ook duurzame glastuinbouw (Groen Label Kas) heeft zijn effecten op
Groenregeling, maar men maakt er kennelijk weinig gebruik van.'
energiegebied, bestrijdingsmiddelen, nutriënten, bodem- en luchtemissies en waterbesparing.
Milieurendement 23
Milieueffecten 2000 In 2001 zullen verdere milieukengetallen worden ontwikkeld om de effecten van de Groenregeling nader te kunnen specificeren. Voor 2000 is geput uit informatie die bij de twee uitvoeringsorganisaties LASER en Novem beschikbaar was om de milieueffecten aan te geven.
• Natuur, bos en landschap Op het gebied van natuurontwikkeling is er een drietal projecten groen verklaard, gezamenlijk gaat het om 8663 ha natuur.
• Biologische landbouw Er zijn 94 bedrijven op het gebied van biologische landbouw onder de werkingssfeer
In 2000 zijn 94 biologische land-
van de regeling gebracht, in totaal met 3020 ha grond. Dit betreft met name groot-
bouwbedrijven met een gezamenlijke
veebedrijven (ruim 2000 ha) en akkerbouw (475 ha) maar ook kleinvee (40 ha),
oppervlakte van 3020 ha groen
fruit (15 ha) en tuinbouw (180 ha). Tevens is 13 ha biologisch bos gehonoreerd en
verklaard.
2 bedrijven die biologische producten verwerken.
• Groen Label Kassen In totaal zijn 66 Groen Label Kassen gehonoreerd met een oppervlak van 212 ha. Naast een positief effect op bestrijdingsmiddelen en meststoffen wordt een jaarlijkse energiebesparing gerealiseerd van circa 17 miljoen m3 aardgas met als effect 30.000 ton CO2 uitstootvermindering. De kassen voor teelt van groenten nemen hiervan het leeuwendeel (ruim 60%) voor hun rekening.
• Duurzame woningbouw In 2000 zijn 2559 duurzame woningen onder de werkingsfeer van de Groenregeling gebracht. De woningen voldoen aan een relatief hoog niveau van duurzaamheid. De woningen scoren qua duurzaamheid op materiaalgebruik, binnenmilieu, waterbesparing, afval en vooral op energie-efficiency. De woningen besparen jaarlijks ruim 900.000 m3 aardgas, hetgeen overeenkomt met een reductie van zo’n 1600 ton CO2.
Milieurendement 24
• Duurzame energie De 61 windturbines die in 2000 groen verklaard zijn, hebben een gezamenlijk vermogen van 61 Windturbines leveren genoeg energie om
55 MW en produceren jaarlijks ruim 100 miljoen kWh. Dat komt overeen met het elektrici-
40.000 huishoudens van groene stroom te
teitsverbruik van 40.000 huishoudens. Deze elektriciteitsopbrengst voorkomt jaarlijks een
voorzien.
uitstoot van 67.000 ton CO2. De andere duurzame energieprojecten (o.a. zonnepanelen, warmte-distributie, energiewinning uit hout en warmtepompen) zijn goed voor een CO2-reductie van jaarlijks ruim 20.000 ton. Daarnaast levert een waterkrachtproject te Roermond jaarlijks circa 2 miljoen kWh elektriciteit. Zou dit vermogen op conventionele manier worden opgewekt, dan zou dat voor een CO2-uitstoot van 710 ton zorgen.
• Andere projecten In de categorie Andere projecten zijn projecten van uiteenlopende aard groen verklaard. Zeven projecten betroffen innovatieve vormen van energiebesparing (jaarlijks circa 4500 ton CO2-reductie). Eén project betreffende de productie van biologische mest en zes natuurontwikkelingsprojecten hebben gezamenlijk een positieve invloed op natuurontwikkeling ter grootte van 560 ha.
Groenprojecten 2000 - totaal 25 4
Aantal projecten
Projectvermogen
Gemiddeld
Afgegeven Groenverklaringen in 2000 naar aandachtsgebied en
in NLG
projectvermogen
gemiddelde projectgrootte
Natuur, bos en landschap
3
135.570.862
45.190.287
Biologische landbouw
94
96.890.801
1.030.753
Groen Label Kassen
64
344.701.290
5.385.957
Duurzame energie
56
208.465.981
3.722.606
Duurzame woningbouw
75
191.778.599
2.557.048
Bodemsanering
1
2.912.410
2.912.410
Andere projecten
14
64.350.792
4.596.485
TOTAAL
307
1.044.670.735
3.402.836 ‘Het is onder andere de taak van mijn afdeling om de aanvrager van een Groenverklaring te helpen deze ook te krijgen.’ Richard
Het grootste aantal projecten is gerealiseerd in het aandachtsgebied Biologische land-
Paardenkooper is hoofd van de Milieudesk van ING Bank. Bij
bouw. Tegelijkertijd was de gemiddelde projectgrootte, ofwel de investering, hier
deze afdeling komen de aanvragen voor Groenverklaringen van
per project het laagst. Bij deze projecten gaat het vaak om uitbreidingen van
de lokale ING-kantoren binnen. De Milieudesk beschikt ook over
bestaande biologische bedrijven of om omschakeling van reguliere naar bio-
de specifieke knowhow om deze kantoren te ondersteunen bij het
logische bedrijfsvoering.
verstrekken van een groene financiering. ‘Bij een windenergieproject is de verkrijging van een Groenverklaring eenvoudig, het
Het grootste projectvermogen was in 2000 gemoeid met Groen Label Kassen, ook het
gaat daarbij in beginsel al om een groen project doordat wind-
gemiddelde projectvermogen was hier - na Natuur, bos en landschap - het hoogst.
energie als groene categorie in de regeling is benoemd.’
De projecten vragen relatief veel kapitaal.
Bij aanvragen in de categorie Andere projecten is dat niet zo:
De uitschieter in de categorie Natuur, bos en landschap is niet representatief, maar
de aanvrager moet dan aantonen dat het project een hoog
wordt veroorzaakt door het geringe aantal projecten en de aanwezigheid van een
milieurendement heeft. ’Dat is veel spannender. Het komt wel
heel groot project van NLG 132 miljoen. Het ging hier om aankoop van grond
voor dat we on the spot gaan kijken en met tien man door de
voor natuurontwikkeling in het kader van de ecologische hoofdstructuur.
duinen fietsen om een projectterrein te bekijken. Of tot onze
Het Nationaal Groenfonds heeft hiervoor de Groenverklaring aangevraagd.
enkels in het water staan in een natuurgebied in Limburg.’
Toelichting per categorie 26 •
Natuur, bos en landschap [categorieën a t/m d] a Ontwikkeling en instandhouding van bos en andere houtopstanden. b Natuur- en landschapsprojecten in gebieden die als beschermd natuurmonument, Staatsnatuurmonument of als Gebied Waardevol Cultuurlandschap zijn aangewezen. c Projecten met betrekking tot de ontwikkeling en instandhouding van natuur- en landschappelijke waarden van NSW-landgoederen (landgoederen die erkend zijn volgens de Natuurschoonwet 1928) of in landinrichtingsgebieden. d Projecten die gericht zijn op de ontwikkeling en instandhouding van nieuwe natuur- en landschappelijke waarden in gebieden waarvoor een beheersovereenkomst is afgesloten. Het gaat hier om agrarische bedrijven in een natuurgebied, waar een zekere mate van natuurbescherming plaatsvindt, zoals nestbescherming of milieuvriendelijk slootkantbeheer. De criteria gelden tevens voor particuliere natuurbeheerders die aan de regeling voldoen.
Het aantal Groenprojecten in deze categorie heeft zich sinds de start van de regeling als volgt ontwikkeld: 20 16 15
10
5 2
2
3
3
Afgegeven Groenverklaringen natuur, bos en
0
landschap
1995 / 96 5
1997
1998
1999
2000
Toelichting per categorie 27 In het jaar 2000 zijn in de categorieën a t/m d slechts drie Groenverklaringen afgegeven, alle in de categorie d, voor een gezamenlijk investeringsbedrag van ruim NLG 135 miljoen. Hiervan is NLG 132 miljoen aangevraagd door het Nationaal Groenfonds. Dit fonds financiert natuurprojecten die passen in het overheidsbeleid om natuurgebieden te koppelen, de zogeheten ecologische hoofdstructuur. Ook in voorgaande jaren was het gebruik van deze categorieën gering, met uitzondering van enkele soortgelijke projecten via het Nationaal Groenfonds in 1997.
Gering gebruik De omzetting van agrarische gronden in natuurgebieden gebeurt slechts in beperkte mate. Deze omzetting is economisch onaantrekkelijk. Om het effect van de Groenregeling te verbeteren, is door een wijziging van de Groenregeling per 26 september 1998 de mogelijkheid gecreëerd om voor projecten in deze categorieën de looptijd van een verklaring te verlengen van 10 naar 30 jaar. Toch is het totaal van geboden faciliteiten voor natuur en bos in relatie tot de kosten zodanig dat de omzetting beperkt blijft. De verwachting is dan ook niet dat de komende jaren voor deze categorieën een aanmerkelijk hoger bedrag dan NLG 135 miljoen per jaar zal worden geclaimd voor Groen Beleggen. De uitbreiding van de regeling in 2000 met particulier natuurbeheer en beheerslandbouw schept meer mogelijkheden, maar heeft in 2000 nog niet tot een toename van het aantal aanvragen voor Groenverklaringen geleid.
Toelichting per categorie 28 •
Biologische landbouw [categorieën e1, e2 en e1/2] Biologische landbouw betreft de productie en verwerking van landbouwproducten volgens de voorschriften van het Landbouwkwaliteitsbesluit biologische productiemethode. Het aantal Groenprojecten in deze categorie heeft zich sinds de start van de regeling als volgt ontwikkeld:
6
Afgegeven Groenverklaringen biologische landbouw
244
250
200
'Regelmatig heb ik te maken met ondernemers die een Groen-
150
140
143
verklaring willen aanvragen, zowel voor biologische landbouw als voor windenergieprojecten.' Dick Waiboer is relatiemanager agrarische bedrijven bij ING Bank in Noord-Holland. 'Het zijn wel
94
100
heel verschillende onderwerpen, maar voor ons is het dezelfde doelgroep: agrariërs. Landbouw is de hoofdactiviteit en wind-
50
energie komt erbij. De bank heeft daarin een voorlichtende rol,
17
want voor de ondernemers is dit een grote investering op een voor hen nieuw gebied.' Het aanvragen van de Groenverklaring
0
1995 / 96
1997
1998
1999
2000
zorgt eigenlijk nooit voor problemen, al kan het in bepaalde gevallen wel eens lastig zijn. 'Windenergie is per definitie groen, maar bij biologische landbouw is het wat ingewikkelder, omdat
De biologische landbouw vormt een onderdeel van de regeling dat een gestage groei vertoont.
het te financieren object uitsluitend dienstbaar mag zijn aan de
In 1997 hebben veel bedrijven gebruik gemaakt van de mogelijkheid de bestaande
biologische landbouw. Dat is wel eens moeilijk, zeker bij een
financiering om te zetten in een groene lening. Indien rekening wordt gehouden met dit
bedrijf dat in de omschakelingsfase zit of bij een bedrijf dat
verschijnsel, is in de jaren vanaf 1995 een flinke toename te zien. In 2000 was er een
gedeeltelijk omschakelt, maar daar komen we meestal wel uit.'
forse inzinking, als gevolg van de discussies rond de belastingherziening.
Toelichting per categorie 29 De verdeling naar akker- en tuinbouw, veeteelt en gemengde bedrijven is weergegeven in figuur 7. Deze bedrijven zijn tezamen met de verwerkende bedrijven verdeeld in plantaardig, dierlijk en gemengd.
7
Aantal projecten
Aantal projecten
Projectvermogen
2000
1999
2000 in NGL
Plantaardig [e1]
27
51
41.163.169
Dierlijk [e2]
61
85
51.159.973
Gemengd [e1/2]
6
7
4.567.659
TOTAAL
94
143
96.890.801
Projecten biologische landbouw naar activiteit
Dick Sloetjes van boerderij 't Helder in Winterswijk is blij met de groene financiering. Vorig jaar is zijn bedrijf omgeschakeld van
Onder ‘plantaardig’ vallen biologische akker- en tuinbouw, bosbouw, champignon- en
reguliere naar biologische varkenshouderij. 'Financieel en
andere paddestoelenteelt. De verwerking van de hiervan afkomstige producten
technisch loopt het de eerste twee jaar natuurlijk nog niet.
wordt ook onder deze term opgenomen, bijvoorbeeld een verpakkingslijn of een
Zonder groene financiering zou het wel heel moeilijk geworden
bakkerij.
zijn.' Zijn vrouw Berdy vult aan: 'Omschakelen is echt pionieren.
De categorie biologische landbouw ‘dierlijk’ bevat zowel de veehouderij als bedrijven die dierlijke producten verwerken, zoals slagerijen en kaasmakerijen. 'Gemengd' geldt voor bedrijven die zich zowel met dierlijke als plantaardige biologische landbouw bezighouden.
Onze geijkte kanalen en contacten, daar kunnen we niet meer op terugvallen. Je kunt eigenlijk wel zeggen dat we helemaal opnieuw begonnen zijn. De groene financiering is dan echt een steuntje in de rug, een stimulans.' Het kostte wel wat moeite om het allemaal rond te krijgen. Dick: 'De regeling zat dicht vanwege die belastingherziening, er was te weinig groen geld. De Groenverklaring was geen probleem - maar dat wisten we eigenlijk wel van tevoren - en gelukkig is het met het geld uiteindelijk ook gelukt.'
Toelichting per categorie 30
Regionale spreiding Net als in 1999 was Flevoland de provincie waar de meeste aanvragen voor Groenverklaringen in de categorie biologische landbouw vandaan kwamen. De regionale spreiding van de projecten wordt weergegeven in onderstaande figuur:
8
Groningen
Regionale spreiding Groenverklaringen
3
Friesland
biologische landbouw
15
11 Noord-Holland
5 Drenthe
Flevoland
16
12 Overijssel
Zuid-Holland
Utrecht
7
2 11
Zeeland 2
Gelderland 7
Noord-Brabant
Limburg 3
Toelichting per categorie 31 •
Groen Label Kassen [categorie e3] De glastuinbouw is een activiteit die een forse druk op het milieu legt. In overleg tussen overheid en bedrijfsleven is een 'modeltype' van een kas ontwikkeld die een sterke verlaging van die milieudruk oplevert. Deze zogeheten Groen Label Kas voor het bedrijfsmatig telen van tuinbouwgewassen voldoet aan hoge eisen op het gebied van milieubescherming en energiebesparing zoals neergelegd in de Maatlat Groen Label Kas. Het toepassen van deze kas levert een sterke bijdrage aan een milieu- en energievriendelijke glastuinbouw. Het aantal Groenprojecten in deze categorie heeft zich sinds de opname in de regeling als volgt ontwikkeld: 0
20
40
60
80
9
Afgegeven Groenverklaringen Groen Label
1995 / 96
Kassen 1998 - 2000
1997 1998
26 77
1999 2000
64
In 1999 is de Maatlat Groen Label Kas geëvalueerd en op onderdelen aangepast naar aanleiding van de ervaringen en de ontwikkelingen op het gebied van technologie en milieubeleid.
Toelichting per categorie 32 De eisen waaraan een Groen Label Kas moet voldoen, hebben betrekking op:
• mineralengebruik • mineralenemissies naar de bodem en naar het oppervlaktewater • beperking van de lichtuitstraling • energiegebruik • efficiënte energieopwekking • beperking van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen • bevorderen van biologische bestrijdingsmethoden • beperken van watergebruik
Bij de afgifte van Groenverklaringen voor Groen Label Kassen wordt veelal een enigszins afwijkende werkwijze gevolgd. Het bijbehorende certificatieprogramma wordt beheerd door de Stichting Milieukeur.
10
Projecten Groen Label Kassen en projectvermogen
Groen Label Kassen
Aantal projecten
Aantal projecten
Projectvermogen
2000
1999
2000 in NGL
64
77
344.701.290
De tuinbouwsector heeft - mede gesteund door andere instrumenten - de Groen Label Kas snel opgenomen. Het concept is zeer succesvol gebleken en heeft inmiddels tot snelle verschuivingen binnen de sector geleid. In 2000 werden 64 projecten met Groen Label Kassen onder de Groenregeling gebracht. De in 2000 groen verklaarde projecten vertegenwoordigen een gezamenlijke oppervlakte van 212 hectare, in 1999 was dat 174 ha. Het gemiddelde projectvermogen bedraagt NLG 5,4 miljoen (in 1999 NLG 3,4 miljoen), de gemiddelde oppervlakte 3,31 ha per project (in 1999 2,25 ha). De Groen Label Kasprojecten zijn in 2000 dus niet in aantal, maar wel in oppervlakte en geïnvesteerd vermogen aanzienlijk toegenomen.
Toelichting per categorie 33
2000 7%
Groente Verdeling van het areaal Groen Label Kassen
31 %
62 %
Bloemen over de groente-, bloemen- en potplantenteelt
Potplanten 11
•
Agrificatie [categorie f] Agrificatie betreft de industriële verwerking van landbouwgrondstoffen tot goederen die niet bedoeld zijn voor menselijke of dierlijke consumptie. Voorwaarde is dat de productie van deze goederen nieuw is voor Nederland. In 2000 is er, net als in de twee voorafgaande jaren, geen project in deze categorie aangemeld en dus ook geen verklaring afgegeven. In Nederland komen agrificatieprojecten zeer moeilijk van de grond. Alleen in 1997 is een project aangemeld, waarbij met kunststof vergelijkbare producten worden vervaardigd uit zetmeel.
Toelichting per categorie 34 •
Duurzame energie [categorie g] Deze categorie betreft projecten die het opwekken van duurzame energie tot doel hebben als alternatief voor fossiele brandstoffen. Het aantal Groenprojecten in deze categorie heeft zich sinds de opname in de regeling als volgt ontwikkeld:
120
120 77 68 90
62 56
60
30
0
Afgegeven Groenverklaringen duurzame energie
1995 / 96
1997
1998
1999
2000
12
In 2000 is aan 56 projecten in de categorie Duurzame energie een Groenverklaring verleend. Hiervan hadden 37 projecten betrekking op windturbines. In totaal gaat het om 61 turbines die een gezamenlijk vermogen van 55 MW vertegenwoordigen.
Toelichting per categorie 35 13
Aantal projecten
Aantal projecten
Projectvermogen
2000
1999
2000 in NGL
Hout en energierijke gewassen [g1]
1
0
17.450.000
Windturbines [g2]
37
38
108.531.794
Zonnecellen [g3]
4
5
3.107.689
Zonnecollectoren [g4]
0
1
0
Aardwarmte [g5]
0
0
0
Waterkracht [g6]
1
0
3.217.278
Warmtepompen [g7]
5
5
5.339.119
Aquifers [g8]
2
2
799.184
Stadsverwarming [g9]
6
12
70.120.917
TOTAAL
56
63
208.465.981
Het aantal duurzame energieprojecten is met circa 12% afgenomen ten opzichte van vorig jaar. Het projectvermogen is relatief meer afgenomen: van NLG 302 miljoen in 1999 naar NLG 208 miljoen in 2000, een daling van ruim 30%. De oorzaak hiervan ligt in de beperkte actuele beschikbaarheid van lokaties voor het oprichten van bijvoorbeeld windturbines. Omdat de overheden hier inmiddels op ingespeeld hebben, zullen in 2001 en daarna weer meer aanvragen in deze categorie verwacht mogen worden.
Projecten duurzame energie naar activiteit
Toelichting per categorie 36 •
Duurzame woningbouw [categorie h] Om in aanmerking te komen voor een Groenverklaring moeten woningen voldoen aan de criteria van de Maatlat duurzame woningbouw of de Maatlat duurzame renovatie. Het betreft criteria ten aanzien van materiaalgebruik, isolatie, binnenklimaat en energie- en waterbesparing. Het aantal Groenprojecten in deze categorie heeft zich sinds de opname in de regeling als volgt ontwikkeld:
0
20
40
60
80
120
75
2000 1999
103
1998 Afgegeven Groenverklaringen duurzame
100
100
1997
42
woningbouw
1996
5
14
In 2000 is aan 75 projecten in de categorie Duurzame woningbouw een Groenverklaring afgegeven, een daling van 27%. Voor het onderdeel herbestemming van niet-woningen zijn dit jaar geen verklaringen afgegeven.
15
Projecten duurzame woningbouw naar activiteit
Aantal projecten
Aantal projecten
Projectvermogen
2000
1999
2000 in NGL
Nieuwbouw [h1]
72
102
172.125.000
Herbestemming [h2]
0
0
0
Renovatie [h3]
3
1
19.653.599
TOTAAL
75
103
191.778.599
Toelichting per categorie 37 Uitgedrukt in aantallen woningen is er in 2000 in totaal voor 2559 woningen een Groenverklaring afgegeven. In 1999 waren dat er 2241. Ondanks het afgenomen aantal projecten betekent dat toch een beperkte toename van het aantal duurzaam gebouwde en gerenoveerde woningen. 3000 2559 2500
2241
2000
1733
1730
1500
1000
500 224 Aantal woningen per jaar waarvoor een
0
1996
1997
1998
1999
Groenverklaring is afgegeven
2000 16
Achterblijvende groei De Groenregeling biedt ruimte voor het groen verklaren van 5000 nieuwbouw- en 5000 renovatiewoningen. Dit aantal is ook in 2000 niet benut. Het gebruik van de Groenregeling voor duurzaam bouwen blijft achter bij de verwachtingen. Uit de evaluatie die in 1999 is afgerond, bleek dat dit onder meer te maken heeft met de lange doorlooptijd en ontwikkeltijd van bouwprojecten. Er moet in feite al op de tekentafel rekening worden gehouden met de duurzaamheidseisen. Een belangrijke factor is de voortdurende onzekerheid ten aanzien van de continuering van de dubo-categorie in de regeling. In tegenstelling tot andere categorieën waarop de Regeling groenprojecten van toepassing is, wordt voor duurzaam bouwen jaarlijks opnieuw bezien of de categorie verlengd wordt. Dat betekent dat projectontwikkelaars, gemeenten en bouwbedrijven steeds in onzekerheid verkeren of dit onderdeel nog bestaat op het moment dat het voor hen van belang is.
Toelichting per categorie 38 Daar komt bij dat de financiële prikkel die van de Groenregeling uitgaat, door de marktpartijen voor dit onderdeel relatief gering gevonden wordt: per woning kan maximaal NLG 75.000 door een groene lening gefinancierd worden. Ook blijkt de grens in de stichtingskosten - die sinds de aanvang van de regeling in 1996 op NLG 400.000 is gesteld - een steeds beperkender factor te zijn nu de prijs van woningen de laatste jaren aanzienlijk is toegenomen. Er zijn inmiddels diverse maatregelen getroffen om de genoemde knelpunten op te lossen en er worden nog enkele maatregelen overwogen.
'We hebben voor acht woningen in de sociale huursector een
Duurzame renovatie
Groenverklaring aangevraagd. En gekregen. Dat kwam ons heel
Eind 1999 is de Regeling groenprojecten verbreed met duurzame renovatie. De
goed uit, want we kregen de huurprijs moeilijk rond, ons budget
komende jaren zal in veel gemeenten in Nederland de keuze moeten worden
stond behoorlijk onder druk.' Aan het woord is Jan van Wiggen,
gemaakt tussen ingrijpend renoveren of slopen. Aangezien renoveren in de
hoofd technische zaken van de Stichting Betuwse Combinatie
meeste gevallen vanuit milieuoogpunt veruit de voorkeur geniet, is besloten
Woongoed in Culemborg. 'Voor het EVA-project waarvan deze
tot uitbreiding van de regeling met renoveren, indien dit op een hoog niveau
woningen deel uitmaken, gold een zwaar programma van eisen,
van duurzaamheid gebeurt. Ook voor dit onderdeel hanteert de regeling een
veel zwaarder dan het dubopakket. Het project is ook geselec-
maatlat om de duurzaamheid van een renovatieproject te toetsen.
teerd als landelijk voorbeeldproject voor duurzame stedenbouw.
Gezien de beperkte financiële ruimte bij de Groenfondsen is in 2000 geen
Het kostte ons dus weinig moeite om aan de eisen voor de
grootscheepse aandacht besteed aan deze nieuwe projectcategorie. Om
Groenverklaring te voldoen.' Voor 21 nieuwe woningen die nu op
deze reden kon in 2000 slechts een drietal renovatieprojecten groen worden
de tekentafel liggen, zal ook een Groenverklaring aangevraagd
verklaard. Het ging hierbij om in totaal 350 woningen. In 2001 wordt het
worden. 'Het extra budget dat groene financiering geeft,
onderwerp in samenwerking met de koepelorganisatie voor woningstichtingen
investeren we graag in kwaliteit en duurzaamheid, tenslotte
Aedes verder onder de aandacht van de woningcorporaties en gemeenten
willen we deze woningen zo'n vijftig jaar exploiteren.'
gebracht.
Toelichting per categorie 39 •
Fietspadinfrastructuur [categorie i] In deze in 1998 geïntroduceerde categorie gaat het om het aanleggen van vrijliggende of verhoogde fietspaden die verhard zijn met asfalt. De fietspaden moeten woonkernen verbinden en/of knelpunten in het landelijk fietsroutenet opheffen, waardoor het fietsgebruik gestimuleerd wordt. Ondanks de nodige publiciteit over de mogelijkheden van de Groenregeling via de Stichting Landelijk Fietsplatform in Amersfoort zijn er ook in 2000 geen aanvragen in deze categorie ontvangen en geen beschikkingen afgegeven. Wel toonden enkele gemeenten belangstelling, maar tot een concrete aanvraag is het niet gekomen.
•
Bodemsanering [categorie j] Categorie j betreft vrijwillige sanering van ernstig verontreinigde (water)bodems. Voorwaarde is onder meer dat er een saneringsplan is opgesteld en goedgekeurd. Voor de categorie j is in 2000 één beschikking afgegeven en wel voor een saneringsproject in het centrum van Hoorn. In voorgaande jaren zijn in deze categorie geen verklaringen afgegeven. 17
Vrijwillig bodemsanering
Aantal projecten
Aantal projecten
Projectvermogen
2000
1999
2000 in NGL
1
0
2.910.410
Projecten bodemsanering en projectvermogen
Toelichting per categorie 40 •
Andere projecten [categorie k] Het aantal Groenprojecten in deze categorie heeft zich sinds de start van de regeling als volgt ontwikkeld: 0
18
Afgegeven Groenverklaringen andere projecten
5
10
15
2000
20
25
14
1999
24
1998
23 17
1997 1996 1995
15 2
Deze categorie omvat projecten die niet in een van de andere categorieën kunnen worden benoemd, maar wel een aantoonbaar hoog milieurendement hebben, zoals een duurzaam gebouwd kantoorpand. Het kunnen ook projecten zijn waarvan de investering over meerdere categorieën verdeeld is, bijvoorbeeld zonne-energie en natuurbescherming. 19
Projecten categorie k en projectvermogen
Andere projecten
Aantal projecten
Aantal projecten
Projectvermogen
2000
1999
2000 in NGL
14
24
65.350.792
De projecten vertoonden in 2000 een zeer divers karakter. Er waren bijvoorbeeld projecten bij waar economische activiteit werd gekoppeld aan natuurontwikkeling, herstel van een historisch stadspark, hoogwaardige duurzaam-bouwenprojecten buiten de woningbouw, afvalverwerking, gasexpansie, natuurgeïntegreerde drinkwaterwinning en diverse natuur- en energieprojecten.
De Nederlandse Antillen en Aruba 41 Naast de Groenregeling voor projecten in Nederland, bestaat er sinds 1998 een soortgelijke Regeling groenprojecten Nederlandse Antillen en Aruba. Het aantal Groenprojecten dat onder deze regeling valt, heeft zich als volgt ontwikkeld:
0
2000 1999
5
20
Afgegeven Groenverklaringen Nederlandse
0 2
De regeling is in grote lijnen gelijk aan die voor projecten in Nederland. Op een aantal onderdelen zijn er verschillen. Vanwege klimatologische verschillen tussen Europa en het Caribisch gebied is bijvoorbeeld de projectenlijst sterk afwijkend. In de regeling is voor de overheid van de Antillen en Aruba ruimte gecreëerd om advies te geven over de projecten.
In 1999 is voor het eerst gebruik gemaakt van de regeling voor de Nederlandse Antillen en Aruba en zijn twee projecten met een gezamenlijk projectvermogen van ruim NLG 59 miljoen groen verklaard. Het eerste project betrof 18 windturbines. Het andere is een milieu- en natuurbeschermingsproject bij Sint Maarten in verband met herstel en aanleg van de havenfaciliteit. De vorig jaar uitgesproken verwachting dat in de toekomst jaarlijks enkele projecten uit de Antillen en Aruba zullen worden ingediend is dit jaar niet bewaarheid: er zijn in 2000 geen Groenverklaringen voor de Nederlandse Antillen en Aruba aangevraagd.
Antillen en Aruba
Buitenland 42 In 1998 is het initiatief genomen de toepassing van Groen Beleggen te verbreden naar projecten in ontwikkelingslanden en landen in Centraal- en Oost- Europa, gebieden die gekenmerkt worden door een beperkte economische draagkracht. Het aantal Groenprojecten dat onder dit besluit valt, heeft zich als volgt ontwikkeld:
21
0
5
Afgegeven Groenverklaringen buitenland
2000 1999
1 5
Er is niet zoals voor Nederland een lijst met projecten opgesteld die in aanmerking komen voor de regeling, de projecten worden afzonderlijk beoordeeld. De grote verschillen in klimaat, de regionale en lokale natuur en milieu, en de mate van ontwikkeling maken maatwerk noodzakelijk. Voorwaarde voor groenverklaring is dat het project nieuw is (van na 1 januari 1998) of dat het gaat om verbetering van een bestaand project. De projecten moeten van hoge kwaliteit zijn en kunnen o.a. liggen op het gebied van milieu, energie, natuurbescherming en -ontwikkeling, biologische landbouw en duurzaam bosbeheer. Verder is in het besluit aangegeven dat niet alleen economische en natuur- en milieuaspecten een rol spelen bij de beoordeling. Ook sociale criteria, armoede, participatie- en genderaspecten tellen mee. Hierdoor is er niet alleen sprake van groen beleggen maar meer van integraal ethisch beleggen. Het maximale bedrag waarvoor een verklaring wordt afgegeven is gesteld op NLG 10 miljoen.
Buitenland 43 22
Buitenland
Aantal projecten
Aantal projecten
Projectvermogen
Projecten categorie buitenland en
2000
1999
2000 in NGL
projectvermogen
1
5
3.066.320
In 2000 is in deze categorie voor 1 project een Groenverklaring afgegeven. Het betreft een zonneenergieproject in Mali van 1700 zonnepanelen. Met deze zonnepanelen worden 40.000 inwoners van 20 dorpen van elektriciteit voorzien. De financiële risico’s van beleggingen in het buitenland verklaren de beperkte omvang van de Groen Beleggen-activiteiten in het buitenland.
Uitvoering van de Groenregeling 44 De Groenregeling is een gezamenlijke activiteit van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Het Ministerie van VROM is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Groenregeling.
Sinds 1995 wordt de Groenregeling in opdracht van het Ministerie van VROM uitgevoerd door de 'Onze rol in het hele Groenverklaringstraject is eigenlijk beperkt.
uitvoeringsinstanties LASER en Novem. LASER beoordeelt de categorieën a t/m f en Novem de
Wij vaardigen de algemene richtlijnen uit en hebben de uitvoe-
overige categorieën. Brachten de uitvoeringsinstanties voorheen advies uit aan VROM (waarna
ring voor het grootste deel uitbesteed aan LASER en Novem.'
deze al dan niet de Groenverklaring afgaf), met ingang van 2000 hebben beide uitvoerings-
Theo van Bellegem is coördinator Financiële Instrumenten van
instanties mandaat van het Ministerie van VROM om de Groenverklaringen rechtstreeks af te
het Ministerie van VROM en in die functie verantwoordelijk voor
geven. Deze werkwijze heeft een verkorting van de projectbehandeling van ruim twee weken
de uitvoering van de Groenregeling. 'We streven naar objectieve
opgeleverd tot circa zeven weken. Voor de projectcategorieën i, j en k en in geval van negatieve
beoordeling van de projecten, de inhoudelijke kwaliteiten moeten
beschikkingen vindt vooraf overleg plaats met VROM. Groenverklaringen voor de Nederlandse
de doorslag geven, LASER en Novem hebben de technische
Antillen en Aruba en in de categorie Buitenland worden door VROM afgegeven met proces-
deskundigheid in huis om dat goed te beoordelen.'
ondersteuning door Novem.
Het Ministerie beoordeelt zelf ook enkele categorieën van projecten. 'Bij projecten in het buitenland spelen niet alleen
LASER is een agentschap van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. LASER is
technische criteria een rol, maar ook sociaal-ethische factoren
de vaste uitvoeringsinstelling van LNV en werkt daarnaast ook voor andere departementen en
zoals economische afhankelijkheid, mensenrechten of kinder-
lagere overheden. LASER is gespecialiseerd in de implementatie en uitvoering van regelingen
arbeid.' Innovatieve technische ontwikkelingen wil VROM ook
op het gebied van primaire landbouw, visserij, bosbouw, recreatie en beheer van natuur en
graag zelf beoordelen, ook met het oog op eventuele precedent-
landschap. Het regelingenpakket dat LASER uitvoert bestaat uit regelingen in het kader van
werking of belemmering van andere ontwikkelingen.
het Gemeenschappelijke Europese Landbouwbeleid, subsidie- en stimuleringsregelingen en
Van Bellegem: 'Zo kan bijvoorbeeld een nieuwe vorm van afval-
nationale en internationale ontheffingen en vergunningen. In opdracht van de Europese Unie
verwerking strijdig zijn met het streven van de overheid naar
wordt eveneens uitvoering gegeven aan interventietaken (o.a. opkoopregelingen voor land-
hergebruik van materialen.'
bouwoverschotten).
Uitvoering van de Groenregeling 45 Novem (Nederlandse onderneming voor energie en milieu) voert het management van tal van programma's gericht op duurzame energiebesparing en milieuverbetering bij vele doelgroepen. Novem stimuleert de ontwikkeling en toepassing van energiezuinige en milieuvriendelijke technieken, technologieën en instrumenten. Daarbij wordt intensief samengewerkt met het bedrijfsleven (industrie, handel, transport, land- en tuinbouw), onderzoeksinstellingen, overheden en de energiesector. Novem is een intermediaire organisatie die overheidsbeleid en marktontwikkelingen samenbrengt en de kloof tussen theoretische kennis en praktische toepassing overbrugt. De activiteiten van Novem worden samengevat in verschillende thema's. De beoordeling van aanvragen voor een Groenverklaring valt onder het thema Duurzaam Produceren.
'Uit een gesprek met onze bankier bleek dat de herinrichting van een waterwingebied ook voor groene financiering in aanmerking zou kunnen komen.' Johan Bommeljé werkt bij de afdeling geld-
Adressen van de genoemde instanties vindt u achterin dit jaarverslag.
middelenbeheer en crediteurenadminstratie van DELTA Nutsbedrijven in Middelburg. Het Waterwingebied is het als Natuurmonument aangemerkte duingebied Kop van Schouwen op Schouwen-Duiveland. Door de herinrichting is het grondwaterpeil gestegen, zodat in de zogeheten natte duinvallei een gunstige situatie is ontstaan voor zeldzame soorten en meer diversiteit. Dit past in het verdrogingsbeleid van de overheid. 'We hadden voor het project al een subsidie toegekend gekregen in het kader van de Regeling gebiedsgerichte bestrijding van verdroging, dat maakte het automatisch tot een groen project.' Het verkrijgen van de Groenverklaring was dan ook geen probleem. 'Als beheerder van het gebied hebben we ook een taak om het gebied toegankelijk te maken voor het publiek. De groene financiering helpt dan om de lasten te drukken.'
Aangewezen groene instellingen 46 De onderstaande banken en instellingen zijn door de overheid aangewezen als groene instelling, in de regeling omschreven als (een bank met) een Groenfonds. Tenminste 70% van het vermogen van een Groenfonds dient in erkende groene projecten belegd te worden. De groene instellingen bieden verschillende financiële producten aan:
• In een groen aandelenfonds kan een particuliere belegger risicodragend beleggen. • Op een groene spaarrekening kan de particulier sparen tegen een afgesproken rente. • Groen krediet biedt de ondernemer de mogelijkheid zijn groene project goedkoper te financieren. • De bank met een Groenfonds verzorgt de aanvraag van de Groenverklaring bij de uitvoeringsinstantie.
Hoewel onderstaande lijst met zorg is samengesteld kan geen aanspraak worden gemaakt op juistheid en volledigheid. Voor aanpassingen of aanvullingen kunt u contact opnemen met het Ministerie van VROM, afdeling Economie en Technologie (070-3394089).
ABN AMRO
Algemene Spaarbank voor Nederland
ABN AMRO Groen Fonds
ASN Groenprojectenfonds
Milieudesk AA 1243
R.J. de Graaf
Ir. K.A. Berkhout
Postbus 30502
Postbus 283
2500 GM Den Haag
1000 EA Amsterdam
Tel. 070 - 356 93 33
Tel. 020 - 628 39 48 ING/Postbank ABN AMRO
Postbank Groen NV
ABN AMRO Groenbank
Milieudesk HF 02.01
Th.J. Riper
Drs. R.P.H. Paardenkooper
Postbus 2355
Postbus 1800
3000 CJ Rotterdam
1000 BV Amsterdam
Tel. 010 - 282 03 37
Tel. 020 - 652 38 93
Aangewezen groene instellingen 47 Rabobank Nederland Rabo Groen Bank BV Drs. L. Hans Postbus 17100 3500 HG Utrecht Tel. 030 - 216 68 79
Stichting Nationaal Groenfonds Nationaal Groen Beleggingsfonds Drs. H.R. Balk Postbus 15 3870 DA Hoevelaken Tel. 033 - 253 92 55
Triodos Bank Triodos Groenfonds NV Drs. S. Holvast Postbus 55 3700 AB Zeist Tel. 030 - 69 36 500
(Per 1 september 2001) Fortis Groenbank BV Drs. T. van den Berg Postbus 749 3000 AS Rotterdam Tel. 010 - 40 19 501
Betrokken instanties 48 Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer DGM/Directie Strategie en Bestuur Postbus 30945 2500 GX Den Haag Internet www.minvrom.nl
Ministerie van Financiën Directie Centrum voor Proces- en Productontwikkeling Postbus 20101 2500 EE Den Haag Internet www.minfin.nl
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij Stafbureau Algemene Leiding Postbus 20401 2500 EK Den Haag Internet www.minlnv.nl
LASER - Dordrecht Postbus 1191 3300 BD Dordrecht Telefoon (078) 639 52 00 Internet www.minlnv.nl/laser/
Novem (cluster MIF) Postbus 8242 3503 RE Utrecht Telefoon (030) 239 34 16 Internet www.novem.nl
49
Productie en coördinatie Novem
Vormgeving en realisatie Buro Kloeg natuur- en milieuvoorlichting
Teksten Ria de Jong Tekstproducties
Fotografie Hans Pattist Buro Kloeg natuur- en milieuvoorlichting