* * * DE ZIJLIJN * * * * * * De Spiegel * * * Uit duizenden Tis groen tis wit
GROEN ALS GRAS
De col umn “Groen als gras” i n Facet nr 3 va n deze ja argang begon a ls volgt: “Ti mon nadert het einde va n SRC’s voetbalschool. En daarmee zijn va der het einde va n een rubri ek”. Voor ons cl ubblad zal dit een groot verlies zijn, het is naar onze mening de meest gel ezen bladzijde uit de Facet. -kk-’s eerste column komt uit Fa cet nr 3 va n 1985. Bi jna 30 ja ar hebben we dus kunnen geni eten de kijk va n Kees op ons, op SRC, op de s port kortom alles wat hij met ons wilde del en. Meer dan 300 col umns hebben we kunnen terugvi nden in het a rchief. Het zi jn er bes list meer geweest want hoewel het Facetarchief redelijk compleet i s, missen we toch nog een behoorlijk a antal clubbladen uit het verre verleden Kees zi jn bijdrage aan de Facet en aan SRC bestond niet alleen uit columns. In de perioden wa a rin er even geen columns verschenen maakte Kees zi ch a ltijd wel op een ander terrein nutti g voor SRC. In de bi jlage zijn hiervan wa t voorbeelden te vi nden : Vers l a gen va n de weds tri jden va n Juni oren A (s ei zoen 1972-1973) Eén va n de vel e vers l a gen NKS s portka mpen (ei nd ja ren 70 – begi n ja ren 80) Een vl a mmend protest over het s amengaan va n de Fa cet met het parochieblad, de toneelvereniging, het vrouwengilde, de a thletiekclub Advendo. - Een ni et geheel duidelijke verwijzing naar “de Debutant” a ls onbekende ra pporteur va n mys terieuze gebeurtenissen bij SRC. (1978) Da a rnaast deed Kees jarenlang regelmatig ka ntinediensten meestal s amen met Johan Louter. -
Door de ja ren heen is de Facet voor SRC een belangrijke bindende factor geweest voor onze l eden. Tegenwoordig komt de facet eens per maand uit maar i n de ja ren 70 wa s er een peri ode waarin de Facet wekelijks uit kwam. In de beginjaren werden de columns a angeleverd in geschreven vorm bij Reigershof 30, l ater werd di t Populierenlaan 18. Getikt werd de Facet op een ouderwetse typemachine. La ter werd overgegaan op een electrische typemachine. Op een gegeven moment zag Wout Ui terwijk Winkel kans om een handige computer op de kop te tikken. (Een Tandy Ra dioshack DOS computer, overgenomen va n de SZVV). Na in gebruikname va n een Wi n95 computer werden er tussen Kees en de redactie floppy’s uitgewisseld. Kees bezorgde de floppy met column op het redactieadres en de redactie bezorgde de l eeggemaakte fl oppy weer op Valkkogerweg i n Valkkoog. Eers t wa ren dit DD (Double density) floppies met een ca paciteit va n 720 kb, l a ter ook HD (Hi gh density met een capaciteit va n wel 1.44 mb ).
We mogen het eigenlijk niet vra gen, maar misschien borrelen er in Kees (misschien niet als va der, ma ar a ls SRC-er, oud SRC of oud voetballer) nog wel eens i deeën op die hij met ons wi l delen. Mocht dat een keer zo zijn; we hebben daarvoor a ltijd ruimte beschikbaar Kees , veel dank voor een heel lange periode wa arin jij een behoorlijk bijdrage l everde a an het SRC i n het a lgemeen maar aan de Facet i n het bijzonder
Overzicht columns -kk1985 Terug naar de sport Recreanten die winnen willen Homo ludens, homo ludens Voortaan op zondagmiddag weer een boek En morgen gezond weer op De overkant van de zomervakantie De eerste kampioenen zijn al bekend Over de atlas en de draaier Voetbal is opium voor het volk Ode aan het menselijk lichaam Als niet de scheidsrechter mij Racing Schagen, topper in de tweede klasse De competitie duurt 6½ boek Een gezond uiteinde 1986 Kiekeboe, maar dan anders Een schip van bijleg Op voetbal of op pianoles Bijzondere algemene ledenbijeenkomst SRC doet ‘t . . . of niet natuurlijk Moedwil of misverstand ? Gemiste kansen De schuld van de mens in de zomer Het lied van het einde
1992 1993
1993 1994
* * * DE ZIJLIJN * * *
1994 1995
* * * De Spiegel * * *
1995 1996
Uit duizenden
1996 2002
Tis groen tis wit
GROEN ALS GRAS 2003-2014
Bijlagen:
Verslagen van de wedstrijden van Junioren A (seizoen 1972 -1973) Eén van de vele verslagen NKS sportkampen (eind jaren 70 – begin jaren 80) Een vlammend protest over het samengaan van de Facet met het parochieblad, de toneelvereniging, het vrouwengilde, de athletiekclub Advendo. Een niet geheel duidelijke verwijzing naar “de Debutant” als onbekende rapporteur van mysterieuze gebeurtenissen bij SRC. (1978)
10/1992
Een van
zaak
gewicht is ook de verantwoording. Wie bent U eigenlijk? Bent U wel lid van SRC? Zulke vragen. En dan ben ik nog maar drie jaar lid af. Drie jaar geleden schreef ik een vaste bijdrage voor de Facet. En nu moet ik me verantwoorden. Zoals de trainer de uitgave voor nieuwe ballen moet verantwoorden. Waarom nieuwe ballen? Waarom z ulke dure? Er moeten andere doelen komen op het hoofdveld en de cornervlaggen op het B -veld zijn af. De oude ballen konden makkelijk nog een jaar mee. De begrotingspost voor materiaal is toch niet oneindig? De verantwoording dus. Na de actieve carrière hoeft men geen afscheid te nemen van de club. De eerste wordt bestuurder. De tweede begeleidt een pupillenteam. De derde wordt vaste supporter van het eerste elftal. De vierde wordt donateur. De vijfde tapt bier in de kantine. De zesde drinkt het op. De ze vende trekt 's morgens vroeg de lijnen. Nummer acht ontvangt op Groenoord de scheidsrechters. Nummer negen meldt zich voor de schoonmaakploeg. De tiende organiseert een bingo-avond. En nummer zoveel schrijft een stukje voor het clubblad, want dat moet ook nog vol. Er zijn ook nog steeds mensen die na hun voetballoopbaan scheidsrechter worden. Gek, maar het is zo. Het lijkt me zoiets als doodgraver worden na mooie jaren als verloskundige. Je roept de ellende als het ware over je af. Lijden is lekker. Basic Instinct, maar dan omgekeerd. Een zwager van me voelde er ook wel voor. Niet voor scheidsrechter, maar voor doodgraver. Ik zei: doen! Ik vond het een logische stap in zijn carrière. Hij was op dat moment verpleegkundige op de longafdeling in het MCA en stu urde in die hoedanigheid regelmatig mensen-met-kanker door naar Petrus, zoals hij het zelf formuleerde. Gezien de goede connecties met boven, leek doodgraver hem wel wat. Op het gevaar af voor de Jan Buisman van de Facet te worden uitgemaakt, neem ik U allen mee naar de tijd, dat boven de steeg naast Volten een groene plank hing met daarop in witte letters: R.K.V.V. "S.R.C.". De tijd dat wij als pupillen op zaterdagmiddag op het terrein aan de Laagzijde stonden te trappelen van ongeduld, terwijl Carry Verduin de schapen van het veld joeg. Wijlen Carry Verduin, moet ik zeggen. Zijn naam roept bij mij veel op, maar bovenal die "glijm". De glimlach zoals die alleen in het geslacht der Verduinen te zien was en nog is. Wie die tijden heeft meegemaakt, dames en heren SRC-ers, die bezit een lidmaatschap dat over de administratie heenreikt. Die band met de club beperkt zich niet tot de uitslag van zondag en de training van dinsdag. Dat is een stuk geschiedenis van Schagen dat men deelt met SRC. De mens lag op zijn sterfbed. Magere Hein kwam langs en zei: Zeg kerel, heb jij nou wat gedaan in je leven? Nee, moest de mens ontgoocheld antwoorden, ik heb niets gedaan, maar kan het dan alsnog? Vooruit, sprak Hein, ik geef je nog een kans. De opdracht luidt: Word wild en doe mooie dingen. -kk11/1992
13/1992
Menig sportvereniging bestaat van de bierpomp. Nergens ontbreekt een barcommissie. Elk clubblad presenteert naast verslagen en programma's een kantinerooster. Een legioen vrijwilligers vult wekelijks de glazen en de patatbakken. Enne...wie houdt dat allemaal in de gaten? Nee, ik doel niet op de financiële zuiverheid van de medewerkers. Wat dacht U van de monteur die op zondag even een klus deed en direct doorging naar de kantine om de nassischijven in het vet te gooien? Drinkt U ook soms twee vingers bier en een handvol schuim? Of probeer eens een broodje kaas met een dot haar ertussen. Geen misverstanden. Ik heb het niet over de kantine van SRC. Daar treft niemand een uitgedroogde gevulde koek. En daar staan nooit de "poezen" op het vet. Nee, het gaat over die andere 12.264 kantines in Nederland. Daar staat rustig twee weken hetzelfde spoelwater in de bak. Of er worden laxerende fricandellen verkocht of broodjes met groene ham. Het bier wil nog wel eens zurig smaken en is deze fles koffiemelk nog wel...ach, zonde om weg te gooien. De Keuringsdienst van Waren inspecteerde vorig jaar 8455 maal een kantine en deelde 1170 maal een waarschuwing uit, zo lees ik in het jaarverslag. Het kwam 18 keer tot een proces verbaal, omdat een vereniging de elementaire regels omtrent hygiëne niet in acht nam. Boeiende lectuur voor elke kantinecommissie, dat jaarverslag. Ook al om het brood met ingebakken spijkers dat men tegenkomt. En om de braadworst met maden die uit een vitrine werden geplukt. En meer van dat smeuigs. Warenklachten mogen somtijds voorkomen in kantines. Meestal zijn klachten natuurlijk het gevolg van het consumptiepatroon. Neem nou die tennisser uit Barsingerhorn die zich 's middags in de kantine tegoed deed aan een borrel en later nog naar een verjaardag moest. Hij ging met een onbestemd gevoel mee naar het feestje. Al tijdens de koffie met gebak voelde hij, dat hij iets kwijt moest. Hij keek benauwd de kring rond, tilde een bil op en liet de lucht ontsnappen. De lucht? Was het maar lucht. Er kwam wat mee de broek in en U beseft, dat we in de afdeling "Borrelpraat" zijn aangeland. Spoorslags ging de man richting toilet, waar hij de bevuilde onderbroek uittrok en voorzichtig het naakte lijf in de pantalon hees. Met een vieze prop in de hand nam onze feestganger weer plaats op zijn stoel. Ongemerkt liet hij de broek onder de stoel verdwijnen in de handtas van zijn vrouw. Opgelucht kwam hij de avond door en thuisgekomen raadde hij zijn vrouw aan, om vooral die broek even uit haar handtas te halen. Zijn vrouw reageerde verbaasd:"Broek? Welke broek? Waar heb je het over? Ik had helemaal geen tas mee!". Klassiek tenslotte mag wel de klacht genoemd die zoveler lippen ontsteeg na het gebruik van een weinig teveel. Had ik het maar nooit gedaan! Haar tijd ver vooruit waarschuwde mijn onvolprezen schoonmoeder haar kinderen op zaterdagavond, voordat zij de deur uitgingen. "Jongens, jullie weten het. Vijf minuten vreugde en negen maanden armoed". -kk14/1992
De ABN en de AMRO werden één. Heineken zette haar dochter Buckler op de wereld. Volvo en DAF werden partners. Er is een ING-bank. De LTS en de Skavel gingen op in een scholengemeenschap. Lycurgus en Advendo smolten samen tot een nieuwe club. Fusies, overnames, samenwerkingsovereenkomsten zijn aan de orde van de dag. Klein is niet meer fijn. Dat was vroeger. In de vloed van de tijd gaat het kleintje als eerste kopje onder. In vrijwel alle dorpen is "de handbal" het kleintje. Binnen bijna elke sportvereniging is de handbalafdeling het zorgenkind. Dus wil elk bestuur groter groeien. Men kijkt naar het wassende water. Hoe snel is de vloed! Wat moeten we doen? De zondag was rustdag, SRC-dag, familiedag. Voor vader en moeder altijd een drukke dag. Eerst de kerk. Dan kijken bij de meiden. SRC-Tonegido bijvoorbeeld. Uitslag 12-5. Ria Kager scoort 6 goals. Pa en moe tevreden naar huis om soep te eten. Dan naar het voetbalveld. SRC-Hollandia T bijvoorbeeld. Er spelen schoonzoons in de groenwitte brigade. SRC wint met nipte cijfers: 2-1. Ab Ploeger scoort de winnende goal. Berend Schop fungeert als aangever. Pa en moe trots naar huis. Goede zondag, alles gewonnen. Vooral de vroegere grote teamsporten met veel leden uit sociaal lagere klassen hebben in verhouding tot andere sporten aan populariteit ingeboet: voetbal, gymnastiek, zwemmen en handbal. Handbal was in 1963 nog de negende meest beoefende sport van Nederland. Sporten die destijds over het algemeen beoefenaars uit sociaal hogere kringen trokken zijn dat imago kwijtgeraakt en doen het anno nu goed of beter: hockey, skiën, squash en tennis. Over ledenwerving hoeft "de handbal" dus niet te prakkizeren. Een fusie tussen SRC en Schagen dreigt. Dreigt? Vanwaar dit woordgebruik? Natuurlijk zijn de argumenten wel bekend. Het proces loopt immers al een jaar. Het is beter zo...uit bestuurlijk oogpunt, uit financieel oogpunt, uit prestatief oogpunt. Maar ik zit nog ergens mee. Uit deel 3a van leesmethode 'Ik lees, dus ik ben`. Een methode die nog geschreven moet worden. -Oom Kees loopt op straat. -Wie komt daar aan? -Het is Inge. -Dag Inge. -Dag oom Kees. -Wat heb jij daar? -Dat is mijn tas?
-Zozo. -Oom Kees trekt aan zijn pijp. -Ik ga handballen. -Op Groenoord zeker? vraagt -Neehoor. Bij de Spartahal. -Hm. Oom Kees bromt. -Bij de Spartahal? Zit jij dan -Inge lacht. -Nee. Ik zit op Super Swing. -Pardon? -Op Super Swing. -Uche, uche. Oom Kees hoest. -En dat is handbal? -Ja, onze nieuwe club. -O juist. Nou, ik ga maar weer -Dag Inge. -Dag oom Kees.
oom Kees. op "Schagen" tegenwoordig?
eens. -kk-
15/1992
Algemeen voorzitter Hans Wessel opende de jaarvergadering vorige week maandag in de SRC-kantine met een alarmbel. Hij luidde de noodklok over sportvereniging SRC. In zijn openingswoord maakte hij duidelijk waarom. Het trieste was alleen, dat er niemand was, om naar hem te luisteren. Helemaal niemand? Nee, niemand. Nou ja...Bij elkaar was e r twintig man. Ik herhaal man. Er waren geen vrouwen. Ook een onderwerp op zichzelf, maar niet alles kan tegelijk. Van de twintig zaten er vijf achter de bestuurstafel. Vader Schop en vader Russer moeten tot het meubilair gerekend worden. De overige aanwezigen waren leden die sinds jaar en dag een functie bekleden in één van de afdelingen. Verder dus niemand van de leden aanwezig, om de boodschap van de voorzitter op te vangen. Wat een gewicht torstte na afloop van de vergadering uw reporter. In feite tilde hij op zijn schouders de taak, om de slechte tijding via de Facet te verspreiden onder de groenwitte aanhang. Neemt U het mij vooral niet kwalijk. Het is mijn schuld niet. In de antieke wereld kwam de boodschapper na een lange, barre tocht van het slagveld ten lange leste aan in het paleis en berichtte de koning, dat de oorlog verloren was. En de koning beval:"Hak die man zijn kop eraf!". Kop eraf. Dat brengt me bij het bericht over die drie criminelen. Heeft U toevallig nog drie ontsnapte gevangenen zien passeren onlangs? Ze zaten in de extra beveiligde gevangenis De Grittenborg bij Hardenberg. Tijdens het fitnessen zetten ze de sportinstructeur een selfmade scherp voorwerp op de keel en gijzelden enkele bewakers. Zo kwamen ze de poort uit en gingen buiten spelen. Dat bericht deed me denken aan de verhalen die de huidige SRC-trainer weleens vertelde. Wij zaalvoetbalden destijds samen in de hoofdklasse met The Red Lions/BP. Een goed team trouwens. Derde in de eindrangschikking van dat jaar. Een team ook, waar meerdere knappe trainers uit zijn opgestaan. Naast Siem van Ham ook Han Weel en Gerard Stad. Maar dit allemaal terzijde. Heer Ham werkte in de Schutterswei te Alkmaar als sportinstructeur en maakte de nodige listige dingen mee. In elk geval kon hij het zich geen tel veroorloven, om de lieverds zijn rug toe te draaien. Wat ik zeggen wou, Simon, ook A-selecties van voetbalclubs zijn tegenwoordig geboefte. (Neem nou Helder). Dus altijd aankijken blijven die hap. Niemand achterlangs laten lopen. Maar waar had ik het over? Waar was ik? Ik zat in de SRC-kantine op de algemene jaarvergadering. De voorzitter opende de vergadering met een noodkreet. Hij deed dat met verve, ik kan niet anders zeggen. Zo heb ik in het verleden nog eens een sterke openingsspeech aangehoord van ex-voorzitter Siem de Lange (Er is veel goeds in Schagen). Geen twintig, maar honderdvijftig leden aanwezig toen. Reden: fikse verhoging van de contributie. Als het om geld gaat, dan komende mensen wel. Maar wat hield nou die alarmkreet van Hans Wessel in? -kk16/1992
De kantine dicht. Geen Facet meer. Met zulke draconische maatregelen dreigde voorzitter Hans Wessel op de algemene jaarvergadering. Sportvereniging SRC kraakt in zijn voegen, omdat één van de pijlers onder de club dreigt weg te vallen: het vrijwilligerskader. De voorzitter vertelde op de vergadering van de cirkel die rond is. Er staat één ploeg enthousiastelingen klaar en er ligt werk voor wel twee ploegen. Op de enthousiaste ploeg wordt een dringend beroep gedaan. Zouden jullie alstublieft...? Oké, dat doet de ploeg voor 'n keertje. De ploeg doet zelfs een tweede extra dienst. Maar als er opnieuw gevraagd wordt, dan haken er een paar af. Voor hen is de maat vol. Met als gevolg, dat de achterblijvers met nog meer werk worden opgezadeld. De afloop is voorspelbaar. "Voor mij is SRC net zoiets als Albert Heyn of de Vomar of Siem Stam. In de winkel koop ik melk en honing; de winkelier zorgt voor voorraad. Bij de sportclub koop ik sport, bijvoorbeeld veldvoetbal. Ik koop 22 competitiewedstrijden en 30 weken training. Het bestuur zorgt ervoor, dat ik aan de bak kan". In een uitgave van Sportservice Noord-Holland wordt verslag gedaan van een onderzoek naar kaderproblematiek bij sportverenigingen in Amsterdam. Zoals zo vaak het geval is bevestigt het onderzoek de bangste vermoedens. Het gaat slecht met het verenigingsgevoel, de clubbinding. Het verantwoordelijkheidsgevoel dat leden ten opzichte van hun vereniging hebben, is tanende. De vrijwilliger, de bekende kurk waarop menige vereniging al tientallen jaren drijft, dreigt een sprookjesfiguur te worden. Sportservice doet de suggestie, om ervaring & deskundigheid van zittend kader te combineren met jeugdig élan. Jeugdleden in commissies en werkgroepen vragen. Geef ze duidelijke, afgeronde taken. Geef ze de gelegenheid, om binnen de club "stage" te lopen en laat ze als het ware in het kaderwerk "rollen". Aldus Sportservice. Verzinnen gaat doorgaans wel lekker vanachter het bureau. Gedeelde smart is halve smart. Volleybalclub Polisport luidt in een rondschrijven aan de leden ook al de noodklok. "Het voortbestaan van de vereniging staat op het spel. Een vereniging zonder dagelijks bestuur verliest zijn bestaansrecht. Als in de huidige situatie niets verandert dan ziet het er naar uit, dat de afdeling volleybal van Polisport aan het eind van het seizoen wordt opgeheven". De aarzeling bij leden om in een officiële functie te stappen is begrijpelijk. Men hoort niet anders dan rampverhalen over overbelasting & stress. Maar is het zo'n malheur, om eens per jaar een klusje voor de club op te knappen? Nog één keer terug naar de jaarvergadering. De voorzitter zei, dat elk elftal eenmaal per jaar de beurt krijgt, om de Facet te voegen en te nieten. Het komt voor, dat complete elftallen op hun avond verstek laten gaan. Laten wij nu de lamp uitdoen en allemaal zachtjes huilen gaan. -kk17/1992
Even over de zaalvoetbal. Het is natuurlijk het verhaal van opa, maar....het is niet meer wat het geweest is. Het aantal actieve beoefenaren is dras tisch teruggelopen. Publiek komt er niet meer. En Scagha. Nou ja, Scagha exit. Mijn team mocht onlangs op een vrijdag aantreden in Harenkarspel. Na ons speelde de locale FC. Een hoofdklassewedstrijd. Drie man op de tribune. En in de kantine alleen de natte koppen van ons en van de tegenstanders. Gastheer Purk klagen. Dat het zaalvoetbal helemaal ingezakt was. Of wij wilden of niet. We hieven het glas, we deden een plas en beaamden, dat niets meer zoals vroeger was. Purk: "Vroeger jongens, met Pandora, De Klok, De Ruif. Als we een derby hadden, dan zat er 200 man op de tribune. En na afloop vanzelf volle bak in de kantine". Tja. Mister Kaagvogels, Jan Groet, klaagde laatst ook al zijn nood. Ja n zat vooral in over de verandering qua mentaliteit. "Als wij eens op de paal schoten of net voorlangs, dan draaiden we ons om en waren als speren terug op de eigen helft. Moet je tegenwoordig om komen. Ik zit als coach op de bank. En als er wat misgaat, d an staan ze maar te 'shitten` en te 'kutten`. Alleen maar, omdat ze op de lat of tegen de keeper aangeschoten hebben. En helemaal achterover hangen. Handen voor het gezicht. Of ze zakken op hun knieën. Dan denk ik: Man, sloof je niet zo uit en verdedig een keer mee!" Was vroeger alles beter? Het adagium is vanzelf niet tot in het oneindige vol te houden. Als alles vroeger beter was, dan zou de mensheid alles, om te beginnen het zaalvoetbal, wel zo gelaten hebben. Dat is vrij lang gebeurd. Toch wel een jaar of twintig, op een enkele spelregelwijziging na (inworp, schietlijn). Maar de attractiewaarde liep om de een of andere reden toch terug. Termen als achteruitvoetballen en computerpatronen werden niet voor niets gemeengoed. Zaalvoetballen werd heenschu iven en terugschuiven. Het publiek bleef thuis. Het aantal teams in de competitie zakte terug. Een ongewenste ontwikkeling. De bobo's bij de KNVB zullen gedacht hebben: er moet iets gebeuren. Op zichzelf geen gekke gedachte. De bobo's worden zelfs betaald voor zulke gedachten. Hoe zou het zaalvoetbal weer leuk worden? Tom Poes kreeg in moeilijke situaties van Heer Bommel de opdracht een list te verzinnen. En de KNVB verzon een aantal nieuwe spelregels. De clubs kregen ze als dictaat opgelegd. Da's de democratie bij de KNVB. En nu zitten we bijvoorbeeld met de 5 meterregel. Vrije schop op de cirkel. Verdedigers 5 meter naar achteren tot op de doellijn. De doelman ervoor. En de aanvallende partij prijsschieten. Verdedigers bang, dat hun kop eraf gaat of -nog erger- dat zij nooit, maar dan ook nooit kinderbijslag zullen ontvangen. Nee. Ik denk, dat de KNVB met andere ideeën moet komen, als men Ben Verkaar nog eens van de ring in de arena wil zien springen. Misschien eens aan de zaalvoetballers zelf vragen wat zij ervan vinden? De nieuwjaarsreceptie is op zondag 3 januari 1993 ! ! ! -kk18/1992
Te lezen in de vorige Facet. Verslag van de E 4-pupillen. "We speelden uit tegen Hollandia T. Johan moest afzwemmen en Milo was jammer genoeg ziek (...)". Johan moest afzwemmen en Milo was ziek. Dank U wel, alstublieft. Kinderen hebben vandaagdedag niet alleen de gym en de hand- of voetbal. Ze zitten ook op zwemles. En op ballet. Op muziek. Er wordt extra gerepeteerd voor het Kersttoneelstuk op school. Er is tennis. Ze worden om 15.00 uur uit school vandaan opgehaald voor het verjaarspartijtje van Machteld en 's avonds om 19.00 uur thuisgebracht. Er is mini -volleybal. Sint Nicolaas heeft bij de ene oma kadootjes gebracht, een dag later bij de oppasmoeder, ook nog bij de andere oma. Er is Sinterklaasfeest bij SRC en op 5 december vanzelf thuis. Er is voetbaltraining. Eh...kinderen hebben geen tijd meer om te spelen, denk ik. Ze trekken misschien de agenda's, om te kijken of er nog ergens een gaatje is. Maar als er gevoetbald moet worden, dan is er een probleem. Johan moest afzwemmen en Milo was jammer genoeg ziek. Wij moesten vroeger niet afzwemmen. En we waren nooit ziek. Dat wil zeggen. Geld voor zwemles was er niet. En wie op maandag ziek was, die was dinsdagavond om 18.00 uur beter. Want dinsdagavond was de pupillentraining van (Ome) Arie Rottier. Hadden kinderen het vroeger ook druk? Ja. Met spelen. En met voetballen. Mijn generatie is grootgegroeid op het plein van 'de Aloysius`. De partijtjes op het schoolplein. Het ene doel tussen twee pilaren. Het andere werd gevormd door een rooster (jas erop) en een vuilnisbak. Binnenkant pilaar scoorde het lekkerst. Vóór de ene pilaar stond bovendien een gemetselde put die tot voordeel strekte. Heel grote binnenkant paal was dat. Eindeloos konden ze duren, de zomeravondpartijtjes op het schoolplein. Danny Jimmink stond op woensdagavond vaak met de deur van de gymzaal in de hand op ons te wachten. "Jongens, komen jullie nog?" want we zaten ook op Advendo, de toenmalige katholieke gymvereniging. Maar eerst moest het partijtje af. Tot de tien. Met de gymbroek omgekeerd op het hoofd. Het schoolpleinvoetbal duurde de pupillentijd, het duurde de ads pirantentijd, het strekte zich uit tot in de juniorentijd. Na het avondeten was het -roets!- naar 'de Aloysius`, twee jongens "poten", ploegen kiezen en daar ging het weer. Na afloop togen de deelnemers die Ploeger heetten, Beemster of Stam of Koomen, Berkvens, Huyberts of Pater, Verduin, Hoosemans of Bruin, Dol, Kortenaar, Redecker naar Tante Annie Deutekom op de Gedempte Gracht (Dumpstore-Vogelpoel). Tante Annie werd wel "Antje Tet" genoemd. Ze verkocht van die dieprode Friesche Koe-waterijsjes. Soms drongen we met 10 man tegelijk de overvolle snoepwinkel binnen. Als we eenpestbui hadden, dan gingen we één voor één naar binnen. Dan liep tante Annie een keer of vier, vijf voor een kwartje van achteren naar voren. De volgende kon dan een Friesche Koe voor zi jn hersens krijgen. Maar gelukkig was er ook nog Bakker-Schonk aan de overkant. -kk19/1992
HET GEWICHT DER DINGEN De zorg voor het lichaam. Wie kw am daarover onlangs aan het w oord? Marco Heddes, als fysiotherapeut van AZ 2 goed voor een interview plus foto in het Schager Weekblad. Door de dames ter redactie w erd hij "een snoepie" genoemd. Nou dames, ik heb hem w el anders meegemaakt. Een echte boef w as het, zow el op de sportkampen van SRC als in de z esde klas van de Willibrordschool. Op school zat hij op de achterste bank. Een lange Heddes vanzelf. Er gebeurde van alles in die groep van dik dertig kinderen. Hoogtepunt w as mijn verjaardag. Op die dag kw am Heddes met een fles bier aan. Gevolg van een reputatie kennelijk. Nog vóór het speelkw artier moest en zou die pot bier open. Zo geschiedde. Onder luid gejoel nam ik een slok. Toen ik me even omdraaide naar het bord klonk een veel luider gejoel. Ik keek over mijn schouder. Wat denkt U? Staat Heddes daar met de fles bier aan zijn mond. Grote slokken verdw enen in dat keel-gat. Tw aalf jaar!
Naast de fysiotherapeut-in-de- dop zat trouwens destijds Jack Hoogervorst. Ook al zo'n banjer. Tegenw oordig speler van SRC-zaterdag en buurman van me op Valkkoog. En over Valkkoog gesproken. Laatst kreeg ik na een vergadering een lift van Ellen van Gaalen, Schagens w ethouder van w elzijn. Ze bood aan me naar "Het Aerdenhout van de Noordkop" te brengen? Ik w ist niet w at ik hoorde. Doe maar Valkkoog, antw oordde ik. En ze zei, dat ze dat ook bedoelde. Overigens w as de rit zo kort, dat ik de w ethouder geen mening kon ontfutselen over een fusie tussen SRC en Schagen. Jammer, w ant ik had w eleens w illen horen w aar ze v.v. Schagen ziet voetballen, als er een bejaardenhuis op het Sparta-veld staat. Immers, aan de Julianalaan zou de gezamenlijke nieuw bouw van Villa Scagha en de Christoffelhof moeten verrijzen? Vanuit de gemeente is bij mijn w eten weleens gezinspeeld op één Groenoord met tw ee bewoners. Men ziet dat vaker. Een sportcomplex met daarop meerdere voetbalverenigingen of een fusieclub. Het is in elk geval in de geest van de CBS-statistieken die de KNVB een daling van het ledental met 200.000 in het vooruitzicht stellen en de tennisbond een groei met datzelfde cijfer. De Gemeente Schagen heeft de STC dan ook terecht toestemming gegeven, om tw ee extra banen aan te leggen. Dat de gemeente er geen zak met geld bijzet, past ook al in de geest van de tijd. De overheid heeft geen geld meer (over) voor w elzijn. Zeker niet voor sport.
Intussen is dit stukje mij danig uit de hand gelopen. Het zou over een zaak van gew icht gaan, de zorg voor het lichaam. Maar het zijn vooral personen van gew icht gew orden. Het toeval bestaat trouw ens nog. Het eerste deel van deze column w as afgelopen weekend persklaar, maar toen kon ik de roep van het gitzw arte ijs niet langer w eerstaan. Met het gezin op naar het w iel bij Valkkoog. Wat een natuurschoon! En w ie staan daar op de noren? Heddes en Hoogervorst. In het gezelschap van nog meer natuurschoon.
-kk1/1993
HET GEWICHT DER DINGEN De zorg voor het lichaam. De behandeling van blessures. Het is een vak gew orden. Vroeger kende Nederland maar één fysiotherapeut en dat w as Salo Muller van Ajax. Bij Europacupduels op de TV meldde Herman Kuiphof dan hijgerig, dat Piet Keizer lelijk w as geraakt. Het leek erop, dat dit het einde van de w edstrijd was voor "de schaar", maar gelukkig kw am de magische Muller in ijltempo het veld op en hij w ist op miraculeuze w ijze de linksbenige vedette van de landskampioen w eer op de been te krijgen. Kuiphof dreef altijd een beetje over. Tegenw oordig heeft elke amateurclub een fysiotherapeut op de loonlijst staan. De beroepsgroep is niet meer w eg te denken uit de sport. En ze kneden niet alleen, ze laten ook nog van zich horen. Cees Damen is intussen w ereldberoemd in Schagen en Omstreken. Onlangs las ik een interview met ene Marco Heddes. (Waar ken ik die man toch van?). En ook recentelijk mocht de fysiotherapeut van PSCK in de regionale pers uitpakken. Wie van ZAP w int heeft recht van spreken, dus ik las de w oorden van deze paramedicus met aandacht. "Sporters lopen vaak te lang door met een blessure. Hoe eerder een blessure behandeld w ordt, hoe sneller de klacht verholpen kan w orden. Pijn is een signaal dat iets niet in orde is. Dat moet je respecteren. Luisteren naar je lijf, dat is heel belangrijk", aldus de fysiotherapeut van de Zaanse derdeklasser. Ik vond dat mooie w oorden. Weet U trouw ens naar wier lijf zegsman ook soms luisterde? Dat van Daphne Jongejans, de schoonspringster. Nou, ik zou Daphne ook w eleens w illen kneden. Het zou beslist een sensuele massage w orden. "Daf, meid" zou ik zeggen, "Kom hier eens liggen en vergeet die rot plank voor een keertje". Wedden, dat haar prestaties met sprongen omhoog zouden gaan? (Sic!) Even serieus. Rust en ontspanning zijn volgens mij de meest w ezenlijke factoren die bijdragen aan genezing van een blessure. Kijk naar Rijkaard. Na een half jaar nietsdoen speelde hij w eer als een jonge God. Kijk naar Vriezekoop. Na een lange rustperiode en de overw eging om er maar helemaal mee te stoppen tafeltennist ze op haar sterkst. Maar meestal is er haast bij herstel. Hoe is het met de blessure van Van Basten drie dagen voor de belangrijke interland tegen Turkije? Is hij nog op te lappen? En hoe is het tw ee dagen voor de w edstrijd? En... In het geval van "San Marco" mogen w e zelfs vernemen, dat het om de achterste loge van het onderste spronggew icht gaat. Ja, dokter Kessel en chirurg Marti houden ons volledig op de hoogte. De verdw azing ten top.
Als de tijden minder w orden, dan w orden de mensen beter, zei mijn schoonmoeder laatst. Betrek dat eens op het amateurvoetbal. Als al die voetballers de behandeling door de fysiotherapeut zelf moesten betalen. Zouden die tafels dan net zo vol liggen?
-kk 2/1993
Onlangs passeerde een folder over sportweekends voor de jeugd mijn bureau. Het zijn w eekends voor jeugdleden van sportverenigingen van 16 tem 20 jaar. Ze w orden gehouden in het bos bij Schoorl. De organisatie is in handen van de Sportservice Noord-Holland. Gratis voor niks twee w eekenden vol met binnen- en buitenactiviteiten, w aaraan per vereniging maximaal zes jongeren mogen deelnemen. Doel: jongeren enthousiast maken voor het kaderw erk in hun club. Dit onderw erp is een reclamespot in de Facet w aard, dacht ik, toen ik het las. Dus vanaf dit punt kunnen SRC-ers van 16 tem 20 jaar doorlezen. De anderen mogen TV-kijken.
Met tw ee juniorenteams bevonden w e ons in Uden (Noord-Brabant). Een w eek lang sportkamp. Voetballen tegen clubs uit heel Nederland. Handballen, atletiek, volleybal. In de avonden bosspelen, dropping en klooien in de tenten natuurlijk. Prachtige w eken. Als leiders togen w e elke avond naar de staftent voor "de vergadering". Tw ee van de vier gingen om elf uur alvast heen. De andere tw ee volgden, als de jongens sliepen of in elk geval een beetje rustig w aren. Eigenlijk w aren allebei leuk. Vergaderen én w achtlopen. Dan zaten w e getw eeën aan de lange tafel in de duisternis. En achter dat tentzeil hoorden w e ze fluisteren. "Zijn ze al w eg?" "Slaapt Pannekeet al?" "Ik moet pissen". "Wie gaat er straks mee naar de tent van NEA?" Niks daarvan! brulden w ij dan. Niemand de tent uit en w ie betrapt w ordt is morgen de klos. Begrepen? (Ik herinner me die krachtpatser van een zaklamp. Na jaren pielen met zo'n rotdingetje had ik me een staaflamp aangeschaft, waarmee ik vanaf de staftent de SRC-tenten aan de overkant van het terrein kon doorboren. Geen hond hoefde zich buiten de tent te w agen, w ant het w erd gesignaleerd. Na een "vergadering" die tot diep in de nacht had geduurd begaven de SRC-leider s zich via de toiletten naar hun slaapzak. Terw ijl ik mijn zw ager een hand gaf, hield ik de zaklamp onder een arm geklemd. Of het slordigheid is gew eest. Of ik de contrôle enigszins kw ijt w as. Of er een duw tje is uitgedeeld. Ik w eet het niet. Feit is, dat opeens de lamp de pot indook. De uitgang van de pot moet vrijw el verticaal richting riool hebben geleid, w ant van mijn schitterende paal was niets meer te zien. Ik had mijn collega-leiders Verduin, Dekker en Pater geen kostelijker afsluiting van de avond kunnen bezorgen).
Maar nu die w eekenden van de Sportservice. Schrijf gew oon in met een paar vrienden of vriendinnen. Voor een inschrijfformulier bellen naar 023-319475 van Sportservice. Tijdens de w eekenden slaap en eet je in Het Zeepaard in de Schoorlse bossen. Ervaren leraren zien erop toe, dat alle activiteiten -w aaronder een mini-survival- en de nachten goed verlopen. Overdag veel sport en spel. Leren samenw erken met anderen. En je krijgt de beginselen onder de knie van leiding geven en het organiseren van activiteiten. Dus inschrijven. Gew oon doen!
-kk3/1993
Alle facetten van de sport w orden "op heden" onderzocht. Onderzoek is heel gew ichtig. Neem nou de competitievervalsing bij vrouw ensporten als gevolg van zw angerschappen. Die is meetbaar. Of w e er met zijn allen w ijzer van w orden is een tw eede, maar die is meetbaar. En dus gebeurt dat. Ander onderw erp voor een dissertatie. De economische schade ten gevolge van sportblessures. Lijkt me een stuk relevanter. Ik zou niet graag de bazen de kost geven die aan sollicitanten vragen of ze in het w eekend aan w edstrijdsport doen. Wie "Ja" antw oordt kan de baan vergeten. Ander onderw erp: w inst/verlies van topsportinternaten. Ander onderw erp: oorzaken van individualisering in de sport. Anders nog iets?
Wij speelden in de pupillen altijd tegen Schagen, Hollandia T of VIOS. Het w as, of er geen andere clubs bestonden. Elke w eek Schagen, Hollandia T of VIOS. Uit en thuis w erd redelijk verdeeld. Uit gingen w e nogal eens met de bloemenw agen van Nuyens. Heel spannend w as dat. Als de w agen arriveerde, dan kriebelde het in de jongensmagen. Het rolluik ging omhoog en w ij klauterden naar binnen met onze voetbaltassen. Als het hele elftal tussen de bloemenrekken geklemd zat, keek Ad of Max de boel met een grijns aan. Rolluik omlaag. En dan zaten w e in het donker. De deur van de cabine sloeg dicht en door een heel klein gaatje vooraan vroeg onze chauffeur, of w e het konden zien. "Nee!" klonk het dan luid uit een stuk of tw aalf kelen. En dan ging er bovenaan een flauw peertje aan. De motor trilde onder onze tassen en onderw eg ging nog een paar maal het licht uit. Dan w ist Ad of Max meteen, dat w e er nog w aren.
Het Planbureau heeft onderzoek gedaan naar vervoersmotieven. Wist U, dat vrijetijdsbesteding tegenw oordig het meest voorkomt als vervoersmotief? Dat is niet alleen voor sport. Maar de sport veroorzaakt toch mede de piekbelasting op de w eg. De Nederlander trekt er zes keer per w eek op uit om visites af te leggen, sport te beoefenen, uit te gaan of actief te zijn met politiek, levensbeschouwing of het verenigingsleven. Deze uithuizige vrijetijdsbesteding veroorzaakt veel meer verplaatsingen dan bijvoorbeeld arbeid. Dat heeft gevolgen voor het w eggebruik, mogelijk voor de aanpak van het fileprobleem. Of minister May verzint straks, dat leden van sportclubs meer w egenbelasting moeten betalen en voor de argumentatie verw ijst ze dan naar dit onderzoek van het Planbureau. Want w e overbelasten de w eg én het milieu.
Laten w e maar eerlijk zijn. Voor elke training en voor elke w edstrijd dient het gemak de mens. Als de auto op het thuisfront niet nodig is, dan pakken w e 'm. En let eens op het zaalvoetbal. Mijn team moest laatst in Wieringerw erf. Van de zeven spelers zaten er tw ee samen in een auto. De rest reed apart. Zes auto's voor het vervoer van één zaalvoetbalteam. Het w ordt weer tijd voor de bloemenw agen. -kk4/1993
Sneu voor de persoon Karel Bakker. Vier jaar voorzitter van SRC Handbal. Vier jaar heeft hij getrokken aan een fusiekar. Reken maar, dat dat zw aar is geweest! Die kar w as volgeladen met vergaderingen, met klemmen, met kennismakingen, met w antrouwen, met telefoontjes, met hindernissen, met collegabestuurders, met stukken, met besprekingen, met nota's. A hell of a job, zegt men dan op zijn Westfries. Daar zijn zoveel uren in gaan zitten. Uren die een bevlogen mens niet telt. Je dóet het allemaal, w ant je gelooft erin. En dan opeens is het afgelopen. Het is gedaan. Karel Bakker voorzitter af. Sneu voor de man, ronduit sneu.
Groot stuk in de krant. De exvoorzitter schreef het mislukken van het fusieproces toe aan één enkele fout: vergeten een telefoontje te plegen naar medebestuursleden. Dat zou hem de kop gekost hebben. Nee dus. Nee, daar geloof ik niet in. Uit het interview kw am een man naar voren die rationeel, stap voor stap naar een fusie toew erkte. Een bestuurder die planmatig te w erk ging. Maar terw ijl Karel Bakker in zijn verbeelding nog aan de kar trok, had de vereniging achter zijn rug die kar allang losgekoppeld. SRC Handbal liet zich niet op sleeptouw nemen, w ant SRC is SRC en geen Schagen. Einde verhaal. Een club is niet een gebouw met een veld en een doelnet. Een club is een gemeenschap, een club is een emotie. Wie van Texel komt, behandelt als neutraal toeschouw er een samengaan van SRC en Schagen. Maar een SRCer is diep van binnen teugen de geelzw arte buren en een Schagenees is teugen SRC.
Ambtshalve maakte ik het mee met de handbalsters van Kolhorn. Kluppie van 65 leden. Kluppie van niks dus eigenlijk. Slecht veld. Amper accommodatie. Geen kantine, dus nauw elijks inkomsten. Het veld w as onlangs aan een nieuw e toplaag toe. Investering van 30 duizend gulden. Omdat het om een relatief zw are investering ging voor zo'n kleine club, vroeg de gemeente het bestuur eens na te denken over een fusie. Bijvoorbeeld met Niedorp. Wat denkt U dat de Zw aluw dames riepen? In koor en uit volle borsten: NEE.!!!
Op een andere manier w as clubliefde laatst cruciaal bij de voetbal van Schagen. De heren De Jong en Kiew iet hadden problemen met de contractverlenging van trainer Verra. Een binnenbrandje. Van Bert Kiew iet dacht ik meteen al. Dat is een Schagenman, bovendien de jongste niet meer, die zal w el blijven. De Jong kende ik niet. Hij rebelleerde. En jahoor, daar kw amen de amateurclubs uit de regio. ZAP had interesse. Kolping Boys, AFC '34. En de Vriendenclub van VZV bood tw ee mille, als hij w ilde komen. Wat w ilde De Jong? Bij Schagen blijven, w ant bij Schagen speelde hij in de pupillen, in de adspiranten, in de junioren en nu in de senioren. Het redelijk inzicht van voorzitter Gilles van Dalen w as de emmer en de liefde voor de club w as het w ater. Binnenbrand geblust. De Jong blijft bij Schagen, w ant Schagen is zijn jeugd, Schagen is zijn hart. En zo moet het toch ook? -kk5/1993
Ik zie het er nog van komen, dat de Groenew eghal straks gesloopt w ordt. De sporthal is een kleine 25 jaar geleden door de firma Pellikaan uit Tilburg neergezet voor een half miljoen. De boekw aarde is inmiddels aardig afgedooid en de sloopkosten kunnen laag blijven met zo'n dak van golfplaten. Het slopen kan zelfs gratis geschieden, als de gemeente de jeugd een paar w eken de kans geeft. Maar w aarom zou de Groenew eghal moeten w ijken? Simpel. Zo'n binnensportaccommodatie is tegenw oordig bijna niet meer sluitend te exploiteren. (Tenzij er een managing director rondloopt van het kaliber Hans Duin, maar dat is in de Groenew eg bepaald niet het geval). Er zijn plannen voor een nieuw verzorgingshuis op het Sparta-veld. Voor import-SRC-ers: Sparta-veld is van oudsher de benaming voor de accommodatie van voetbalvereniging "Schagen". De gezamenlijke nieuw bouw van Christoffelhof en Villa Scagha zou aan de Hoflaan moeten verrijzen. De gedachte van tw ee clubs op één complex is niet nieuw . Maar daarvoor zal dan toch ruimte moeten w orden gemaakt nabij "Groenoord". En dan w ordt het een kw estie van rekenen.
Hoeveel brengt de grond aan de Hoflaan de gemeente op bij verkoop aan de gezamenlijke bejaardenhuizen? Met w elke boekw aarde van de Groenew eghal moet rekening w orden gehouden? Hoeveel kost de aanleg van tw ee velden ten behoeve van vv "Schagen"? Hoeveel de bouw van een vleugel aan de SRC-accommodatie aan de noordoostkant van de kantine? Want dat lijkt een zinnige opzet. Eén kantine met aan elke kant per vereniging een vleugel met kleedkamers en vergaderkamers. De beheerder van de Groenew eghal komt in dienst van een door SRC en "Schagen" gezamenlijk in het leven te roepen stichting. Het bestuur van de Groenew eghal w ordt door de gemeente geholpen bij het treffen van een nette afkoopregeling met de kantinebaas. En dan is het verhaal rond.
Gevolg is natuurlijk w él, dat de Gemeente Schagen met één sporthal komt te zitten. Eén sporthal voor het sportief w elzijn van 17.000 inw oners. Da's niet echt veel, als men bedenkt, dat er in Niedorp (10.000 inw oners) en in Harenkarspel (14.000) tw ee sporthallen staan. Het is een keuze...w at heeft de plaatselijke politiek over voor de sport? En dan te bedenken, dat SRC nog niet zo lang geleden plannen uitw erkte voor de bouw van een eigen hal! Het bestuur had in voorzitter Siem Stam (De kleine tussen de groten) een fervent aanhanger van het idee. Ook die hal moest een half miljoen gaan kosten. Realisering via subsidies, giften, zelfwerkzaamheid, obligaties, acties, U kent het w el. Dat de hal er niet kw am had niet eens zozeer te maken met dat half miljoen. Nee, toen al w erd langzaamaan duidelijk, dat het grote probleem bij een sporthal de jaarlijkse exploitatie vormt. Gelukkig is de SRC-hal niet verrezen. Het w as een molensteen gew orden!
-kk6/1993
Jong en oud. Daar zal het over gaan ditmaal. Jong zag ik onlangs dartelen tegen DEM. De A1junioren dus die uit drie w edstrijden nog één puntje moesten halen, om promotie te bew erkstelligen. Ik zag de jongens met 0-1 verliezen, w ant dat w as de ruststand. De kleuter aan mijn hand stond mij geen tw eede helft toe. Ze had gelijk. Het w as koud langs de lijn. En de staantribune op en af is vijf minuutjes leuk, maar geen anderhalf uur. Bij het rustsignaal stond de ploeg dus achter. Ik naar huis. Las ik later in de krant, dat DEM in de tw eede helft met 4-0 was opgerold. Einduitslag: 4-1. Ten eerste: mannen, gefeliciteerd! Ten tw eede: jullie zijn me tegengevallen. Oké, oké, ik heb maar een halve w edstrijd gezien. Daar komt nog bij, dat aan de ene kant een kleuter naast me stond die me afleidde. Mag ik een ijssie? Gaan w e al naar huis? En aan de andere kant een zw ager (Ploeger) die naar een andere zw ager (grensrechter Ploeger) riep, dat hij zich niet met het publiek moest bemoeien. Toch had ik in 45 minuten genoeg gezien. Tegenvallende show. Tw ee uitblinkers. Schop en Ploeger. Die zitten in de familie, z iet U en de familie moet je te vriend houden. Neem nou mijn tuin. Die moet w at opgehoogd en eerdaags komen de vrachtw agens met zw arte grond voorrijden. Weet U, hoeveel kruiw agens er uit een kuub gaan? Dat bedoel ik. Nee maar serieus. Iedere speler stond zijn mannetje. Dat zeker en dat is lang niet bij elk elftal zo. Maar ik had w at meer spel verw acht. Het w as een drukte van belang op het middenveld. Soms een uitval van SRC over rechts, w aar Van Ee nu en dan de turbo erop zette. Werkelijk uitzonderlijk, die snelheid! DEM kw am amper bij de 16 meter-lijn. Er w erd vooral gehakt rond de middenstip. Door beide ploegen trouw ens. Zondag gehaktdag w as het. En w aar gehakt w ordt, vallen spaanders. Waterbeek liep het op. Moest het rood w ezen? Ach, volgens de huidige richtlijnen w el. Het w range is alleen, dat je ze op de TV voor zw aardere overtredingen ziet ontsnappen. En verder... Schop en Ploeger. Ik vond ze erboven uitsteken. The times, they are a'changing, zong Dylan...maar is dat nou w el zo? In mijn tijd pakten Jack Ploeger, Gerard Ploeger, Jan Schop en iets later Cees Schop de hoofdrollen. Even daarvoor w aren het Ab Ploeger, Cees Ploeger, Gert Schop en Berend Schop die voor amateurbegrippen uitblinkers w aren. En gaan w e dan nu opnieuw de tijd beleven, dat een Schop en een Ploeger? Ik w eet w el, het moet eigenlijk nog niet geschreven worden. Zulke jongens krijgen van de w eeromstuit verbeelding en dat zou zonde zijn. Laat ik er daarom gauw aan toevoegen, dat ze nog hopen fouten maken. Ploeger zoekt tot vervelens toe het duel op in plaats van eerder te kijken en met een directe pass ruimte te scheppen. En Schop is ellendig éénbenig. Maar de neutrale toeschouw er kan er niet omheen. Het talent zit erin. Jong en oud, ik zei het aan het begin al. -kk7/1993
Verhaal met Peter Buter in de krant gelezen. Leuke goser. Gemoedelijk. Ex -Hollandia T. Nu Volendam 2. Zullen gemoedelijke jongens het halen in het profmilieu? vroeg ik me bij het lezen af. Moet men in het betaalde voetbal niet in elke w edstrijd, jazelfs op elke training de tanden laten zien? Buter zei, dat hij door zijn gemoedelijkheid zijn schouder s kon ophalen over het gekanker op hem en dat is w eer een voordeel. De pro's & con's van een karakter. Maar je zult dagelijks voor een training naar Volendam moeten! Investeren in een toekomst die komt...of niet komt. Bert Kiew iet van Schagen kan ervan meepraten. Ook SRC's Edw in Russer. De eer en het imago. Gevraagd w orden door een heuse profclub. En dan sterven, w ou ik erachteraan tikken, maar dat w as iets met Hannibal. Die trok met zijn olifantenleger over de Alpen, om Rome te zien en te sterven. Dagelijks naar de training bij een profclub rijden is volgens mij net zoiets. Ontberingen. Afzien. Hopen op succes. En streven naar onvergetelijke roem. Opeens de kans van de hoofdtrainer. Van mijn part als gevolg van blessures bij de basiself. Een plek op de reservebank. Een invalbeurt. Nog een invalbeurt. Een halve w edstrijd in de basis. Opeens vaste kracht. Profvoetballer. Een carriere in het betaalde circuit. Hannibal, Julius Caesar, Pele, Cruyff. Betaald voetballer. Een beetje onsterfelijk. Het klinkt overdreven, maar is het niet. Van iedere amateur die -al is het maar één jaar- tot de profrangen heeft behoord w ordt de naam met ontzag uitgesproken. Ik w eet nog, dat Scagha in de gloriejaren moest aantreden tegen Sportshop Hazelhekke. Gerdo Hazelhekke w as prof bij Wageningen of De Graafschap, ik haal die tw ee altijd door elkaar. Een collega van hem maakte ook deel uit van dat team. Die ging later naar Ajax. Shit, hoe heette die ook al w eer? Even zw ager Schop bellen. Dick Schoenaker! Berend w ist het natuurlijk nog. Dick Schoenaker. Ik verzeker U. De w edstrijden tegen Sportshop Hazelhekke w aren er voor de eeuw igheid. Lijstje erom en ophangen. Zo spannend. Zo mooi. Zulke staaltjes. Zulke kogels. Maar vooral die David/Goliath-dimensie. Hoeveel mensen om die tw ee profs naar de hal kw amen. Imago! Terug naar Buter. Volendam 1993. Amateur of prof. De grote verschillen voor Buter: conditie en handelingssnelheid. En kijken, voeg ik eraan toe. Kijken, kijken, kijken, riep ome Arie Rottier al. Kijken is de helft van het voetbal. Voetballen is lastige problemen oplossen. Wie kijkt w eet de oplossing uit elke situatie al, terw ijl de bal nog naar hem onderw eg is. Een filosofie van de kouw e grond w il zelfs, dat voetbal een spiegel van het leven is. Het hele leven is problemen oplossen... Mijn peuter van nog geen drie is daar alvast mee begonnen. Laatst zag ze bij de dam naar een boerderij tw ee dode lammeren liggen. De lammeren lagen daar om opgehaald te w orden door 'de verw erking'. Ach en w ee. Zielig natuurlijk en mag niet lammetjes dood. Toen w e een paar dagen later w eer langsreden, w aren de beesten w eg. Opgetogen w erd het geregistreerd. Volgens de peuter w aren de lammetjes naar de stal teruggekropen. "Naar hun mama, w ant ze w ilden niet dood w orden". De oplossing voor een lastig probleem. Het is dat het een meisje is, maar anders zou ik zeggen: dat w ordt een voetballer! -kk8/1993
Er zijn van die w eken. Dan gebeurt er zoveel in de plaatselijke en regionale sportw ereld. ZAP w ordt tweedeklasser en verliest spielmacher Alois Wijnker aan AZ. Oud-Scagha w int een toernooi op Koninginnedag. VZV-dames balanceren op de rand van de eredivisie. Fusiebesprekingen tussen de zaalvoetbalclubs Jac Vink en Scagha '66. Bob van Tw uijver in de krant over de A1junioren van SRC. Het kan ook te gek. Voor een columnist is één onderw erp per keer genoeg. Moet het in deze Facet dan over alles gaan? En ik ben ook nog met een groep collega-docenten op overlevingstocht naar de Ardennen gew eest. Laat ik die 'survival' nou zo beknopt mogelijk samenvatten. Des te meer ruimte blijft er over voor al die andere dingen van gew icht. Ik heb het overleefd. Korter kan een overlevingstocht niet w orden samengevat, lijkt me.
ZAP w ordt met vijf spelers "van buiten" kampioen. Een w eek later w ordt de overstap van Wijnker naar AZ bekendgemaakt. Van de VZV-dames is bij het verschijnen van deze Facet w el duidelijk, of er nog een jaar eredivisie in zit. Aan een w orsteling van een jaar is in elk geval een eind gekomen. Scagha '66 verzint een list, om uit de negatieve spiraal te komen: een fusie met Jac Vink. Die club w as al het rusthuis van Scagha en w ordt nu ook het scholingsinstituut. Tenslotte Bob van Tw uijver die met zoveel w oorden tegenover de man van de Schager Courant toegeeft, dat hij "ronselt" voor de A1-junioren van SRC. Op het oog een verzameling losse feiten. Toch niet! Er valt een lijn te ontdekken in al die op zichzelf staande sportberichten. Het gegeven namelijk, dat tegenw oordig een club-met-ambitie het op eigen kracht niet meer redt. Nog niet zo lang geleden telde Schagen 10.000 inw oners en van de tw ee voetbalverenigingen speelde "Schagen" enkele jaren tw eede en eerste klasse KNVB en SRC handhaafde zich vele jaren op derde klasse-niveau. Geheel en al op basis van het eigen talent. Wie anno 1993 tw eede klasse of hoger w il spelen, moet in de grote stad zitten (HRC uit Den Helder met 60.000 burgers) of zich versterken met spelers "van buiten" (ZAP). Wie herinnert zich trouw ens niet het aanbod van 2000 gulden dat de vriendenclub van VZV-voetbal dit jaar aan De Jong van "Schagen" deed, toen die mot had met Verra? VZV -handbal moet ook regionaal talent aantrekken, om het aan de top van Nederland bol te w erken. Scagha blijkt dus behoefte te hebben aan een ruimere kw eekvijver. Anders gaat de club eraan. En volgens trainer Van Tw uijver moeten de SRC-junioren eveneens een regiofunctie krijgen. Het gaat in al deze gevallen om ambitie, w edijver, pure prestatiesport. Werd een club voorheen op de golven van de eigen kw eek opgestuw d naar het hoogste amateurniveau en net zo makkelijk teruggeslagen naar de kelder van de onderafdeling, tegenw oordig wenst een ambitieus bestuur de mate van succes niet van dit toeval te laten afhangen. Hoe valt zulks nu te verklaren? -kk9/1993
Persoonlijk w erd ik misselijk, toen ik het las. Van Tw uijver en Calvisi van SRC naar WGW. Helemáál misselijk w erd ik van het w aarom. Sportieve verbetering.....bwwrhuuuhh! Naar WGW, derde klasse...ober, een teiltje...bw w rhuuuhh! Sorry hoor, maar zeg dan gew oon, dat gevraagd w orden leuk is en dat er een hogere kilometervergoeding dan 64 cent is afgesproken. Zoals Van der Wardt van Wieringerw aard naar ZAP verhuist, omdat hij dan een baantje krijgt op het accountantskantoor van voorzitter Tummers die ook nog zijn best zal doen om hem uit militaire dienst te houden. Nee, ik gooi niet met modder naar Van Tw uijver en Calvisi. En ik geef ze ook geen schop na. Al w as mijn eerste gedachte w el: Opsodemieteren en nooit meer terugkomen. SRC is geen duiventil.
Tot voor kort heerste er alleen in het zaalvoetbal aan het eind van het seizoen een transferwoede. Helaas zien w e die ontw ikkeling nu dus ook in het veldvoetbal. Triest w ord ik ervan. In het verleden w erd alleen door de scouts van AZ en Volendam naar talent gespeurd. Dan raakte de amateurclub een speler tenminste nog kw ijt, omdat de knaap kans maakte op een carriere in het betaald voetbal. Maar onderling als amateurclubs spelers bij elkaar w egkapen... Ik begrijp trouw ens ook de heren zelf niet. Nou vooruit, van de vierde klasse naar eerste of hoofdklasse, dat w il ik een sportieve verbetering noemen, maar verder. Naar WGW, derde klasse KNVB. Hola, w aar is dat teiltje...bw w rhuuuhh! Maar laten w e de verontw aardiging in toom houden, als het over ronselpraktijken gaat. Het "regioteam" van Van Tw uijver. Talentvolle junioren van andere verenigingen w orden uitgenodigd, om een paar jaar bij SRC te komen voetballen. De A1 van SRC kan daardoor op het hoogste juniorennivo meedraaien. Bij de overgang naar de senioren staat het de import vrij, om naar de eigen club terug te keren. Ja, denk ik dan, w aar is SRC nou mee bezig? Ik zeg met opzet SRC en niet Van Tw uijver, want kiezen voor een dergelijke aanpak mag een coach alleen, als hij w ordt gedekt door het bestuur. Wat is de zin van het streven naar topnivo bij de junioren zonder je te bekommeren om de voeding van het vlaggeschip? Werkt straks iedereen aan zijn eigen "dreamteam"? Wordt SRC een eilandenrijk? Er zit toch een opbouw in een vereniging! Ronselen voor een juniorenformatie noem ik het Veronica-denken in de sport. Leef snel, leef rijk, leef nu. Tuurlijk, het is een kick voor de spelers, om het eens te hebben meegemaakt en een kick voor de begeleiding, om de jongens zover te hebben gebracht. Maar is het een prestatie? Een grotere prestatie is het, om met eigen kw eek in de hoofdklasse mee te draaien zoals w ij vroeger dan met jongens van buiten in een landelijke Coca Cola-competitie.
Vanw aar deze litanie? Pure angst. Ik hoor zojuist, dat er F-jes van Con Zelo door HRC zijn gevraagd. Bw w rhuuuhh...! Als het zo doorgaat, moet ik nog een teiltje mee op vakantie. -kk10/1993
* * * DE ZIJLIJN * * * Frustratie voor de sporter aan het begin van het seizoen: een blessure. Vaak een liesblessure. Of een enkelband. Te hard van stapel gaan. Spieren te zw aar belasten. Banden overrekken. Verw oede pogingen doen de voorsten bij te houden tijdens de Cooper -test. Zw oegen in partijtjes, om conditie te tonen, om al uit te blinken. En opeens is er die pijn. En meteen het besef, dat het over en sluiten is voorlopig. Rust. Niets forceren en naar de fysiotherapeut. En de rest maar trainen. Conditie opbouw en. Trainen, trainen en nog eens trainen. De maand vóór de competitie doen alle selecties op KNV B- en afdelingsniveau niks anders. Behalve de tw ee reguliere trainingsavonden vrijw el overal op maandagavond nog een aparte conditietraining. Uren maken. Transpireren. Werken. Trainingsarbeid verrichten. En terw ijl de achterstand op de anderen dramatische vormen aanneemt, de competitie alw eer begonnen is, zit de geblesseerde in de w achtkamer van de fysiotherapeut. En denkt aan het gras dat naar Oek de Jong groener lijkt dan voorgaande jaren en het hout dat heerlijk net geverfd ruikt. Witter en groter zijn de doelen. Ronder, smekend om een knal. En de kicksen, soepel en glimmend van het ledervet. Ze staan zielig onderin de kast. Tw ee verw aarloosde huisdiertje die te lang niet zijn uitgelaten.
Terw ijl ik dit schrijf valt mijn oog op een advertentie in een z ondagskrantje. Te koop: houten hobbelpaard f 20,-, autoped f 20,-, kinderw agen f 35,-, oma f 15,-. Vreemd. Maar heel leuk, als je erover gaat nadenken. Foutje van de zetter? Goedbedoelde grap? Of geboren uit afkeer? Blessure. Ik heb er ook één. Balen aan het begin van het sportseizoen. Oorzaak is niet teveel trainen. Ook niet te w einig trainen. De oorzaak komt in het hele sportboek niet voor. Ik stootte mijn scheenbeen schandalig hard tegen de aanhanger van mijn buurman. Die mocht ik lenen, om een hoop puin af te voeren naar gemeentew erken. Ik liep met een groot blok beton om de kar heen en toen gebeurde het. Een stalen uitsteeksel w aar de lichten in gemonteerd zitten. Ik kon w el janken. En buurman later ook. U begrijpt het w el. Beton uit mijn handen, lichten kapot. Een puinhoop eigenlijk. Daar gaat de seizoenstart! Was ik nog maar junior en w oonde ik nog maar bij moeder thuis. Dan w as dit niet gebeurd en hoefde ik alleen maar mijn eten op te eten en lekker te trainen en te voetballen. Ik heb buurman trouw ens teruggepakt. Van dat ben ik net Hans Kraay jr. Op de erfgrens tussen onze percelen steekt ergens een ijzeren pen de grond uit. Je ziet hem niet, maar hij is er w el. Die heb ik eens in beton gegoten, om er een schuttingpaal mee te verankeren. Laatst w ilde buurman na een praatje op ons terras over straat naar huis gaan. Ik w ees hem op de kortere w eg via de erfgrens en sprak een paar pijnlijke w oorden. "Ga hier maar langs, buurman". -kk13/1993
* * * DE ZIJLIJN * * * Ook zo genoten van het Nederlands Elftal vorige w eek? Oh, oh, oh. En dat w il naar Amerika. Mocht het er nog van komen, dan moet Wim Kieft op de fiets, vrees ik. Erg hé, van die kansen. Hij kreeg echt mooie. Je zag hem balen van zichzelf. Niets menselijks is Willem vreemd, dus ineens zocht de frustratie een uitw eg. Gele kaart. Dank U w el. En meteen maar een w isseltje in de rust. Hoe gaat het lied ook w eer? Die zien w e nooit meer..terug. Jammer, w ant ik vind Kieft een hele goeie spits. Maar op de Oranje-avond leek hij zich ongemakkelijk te voelen tussen al die "Italianen", al die zeer goed verdienende, jongere collega's. Niet dat ik medelijden met hem heb, hoor. Hij verdient zelf ook een vermogen bij PSV. Maar het w ou niet bij hem. In plaats van de jonkies laten zien hoe scoren moet, w erd het geel en vroeg douchen voor Willem. De afgang van een ex -vedette. Geel in de sport is een mooi strafsysteem. Maar w at dacht U van geel in het verkeer? Ik voel er w el voor. Wie betrapt w ordt bij een overtreding, krijgt geen bon meer, maar een gele kaart. Tw ee keer geel is rood. Net als bij voetbal. Moet U eens opletten, hoe rustig er opeens gereden w ordt op de Nederlandse w egen. Ik kom hierop, omdat ik laatst op het Journaal zoiets ongelooflijks zag. De politie had de beschikking gekregen over een of andere superinstallatie langs de snelw eg die de automobilist meerdere boodschappen verstrekte. Eerste bericht. "U rijdt nu 160 km/uur". Volgende bericht. "U rijdt 120 km/uur". Nog een halte verder w erden hardnekkige hardrijders gegrepen. 6% tegen 20% bij een contrôle zonder w aarschuwing. Ik w ist niet w at ik zag. Betalen! zou ik zeggen. Of liever: Gele kaart! Geen pardon, meteen lik op stuk. Een scheidsrechter met coulance is ook niks w aard. De overtredingen w orden alsmaar grover, als de eerste w ordt getolereerd. Dat hebben w e w eer kunnen zien bij Nieuw e Niedor p tegen Oudesluis. Een paar tackles op het randje mochten doorgaan. Even later mocht de scheids niet kinderachtig zijn, toen het omgekeerd gebeurde. Van kw aad tot erger. En op zeker moment brak een speler zijn scheenbeen op één plaats en nog een kuitbeen op tw ee plaatsen. Een harde hand. Op het veld en op de w eg. Tw eemaal geel is rood. Hoe dat moet in het verkeer? Nou gew oon. Wie tw ee keer w ordt gesnapt, die levert zijn rijbew ijs een jaar in. Zoals een voetballer na een rode kaart een schorsing te w achten staat. Jamaar...hoe moet ik dan naar mijn w erk? Niks geen jamaar, je w ist van de regels. Zelf verpest. Eigen schuld. Neem je maar een taxi. Of je gaat carpoolen. Of met de trein. Zie maar. De registratie van de kaarten besteden w e natuurlijk uit aan een BV. Da's altijd goedkoper dan een stel klerken aanstellen die na een paar w eken al achterover leunen, de benen op het buro leggen en roepen:"Zo, nog 18 jaar, dan kan ik in de VUT".
-kk14/1993
* * * DE ZIJLIJN * * * In een w eek tijd tw ee w are SRC-ers dood. Vic Godschalk en Co Sijnesael. Bijna daags na elkaar, het w as niet te geloven. Vic w eg. Co w eg. Allebei naar Petrus. Naar Petrus, da's een term van een zw ager van me die op de kankerafdeling in het ziekenhuis w erkt. Daar is de dood natuurlijk altijd in de buurt. Waarom vertrokken Vic en Co? Zij hadden geen kanker. Bij beiden het hart? Wat maakt het uit? Ze zijn dood. Laten w e vanaf deze plek de echtgenoten maar condoleren en de kinderen en verdere familieleden. En ook een beetje elkaar. Want tw ee SRC-ers in hart en nieren hebben de groenw itte familie verlaten. Vic...verdomme. Dat dacht ik, toen ik het gebeeld-houw de hoofd in de krant zag staan. Ik heb w at afgelachen met die man. Zijn periode in het eerste van SRC is vóór mijn tijd gew eest (hij schijnt de Nobby Stiles van de Racing gew eest te zijn). Maar toen hij w as afgezakt naar de lagere senioren, heb ik vaak met hem gevoetbald. Een 5e of een 6e kw am nogal eens een mannetje tekort en dan kw am aanvoerder Vic bij de junioren vragen, w ie er zin had in nóg een w edstrijdje. En dan ging je met die kale mee naar de kleedkamer. Met Sjaak Louter samen deed hij in elke w edstrijd w el een keer "de suikerschep". Dan kreeg SRC een vrije schop op de rand van de 16 meter. De scheidsrechter floot. En dan gebeurde het. Vic w ipte de bal 'n meter op en Sjaak nam hem als hij over het dooie punt heen w as ineens op de pantoffel. Deze stunt heeft netten gekost, ik zw eer het U. Menig doelpunt is zo tot stand gekomen. En dollen die tw ee, terw ijl ze terugliepen naar de middenstip. Overigens kon Vic Sjaak een minuut later alw eer verrot schelden, w ant het w as een vuurvreter. Dan Co. De gemoedelijkheid zelve. Een leven van hard w erken. Buiten het w erk ontspanning, veelal bij SRC op het veld en bij Scagha in de zaal. Het recht op pensioen is nog niet eens aangesproken en dan is het afgelopen. Schokkend. Vader Stam, de bejaarde kruidenier, zei me, dat hij 'm begon te knijpen. Ik zei, dat dat niet hoefde. Naar leeftijd w ordt immers niet gevraagd. Zijn de kinderen al groot? Dat vraag ik me tegenw oordig af, als er iemand overlijdt. Het is zo triest, als er kinderen bij een kist staan en de papa of de mama ligt erin. Het overkw am van de zomer een buurman van me. Pim van de Berg, ook een SRC-er. Zijn vrouw overleed op 39jarige leeftijd. En daar stond Pim in het kerkje van Valkkoog met zijn kinderen. Het heeft geen zin, om leed in gradaties uit te drukken, maar zoiets grijpt aan. Evenzeer w as het recentelijk een schok, toen meester Martien van de Berg veel te jong overleed. Hij w as ook een fervent SRC-aanhanger. Gelukkig geen kleine kinderen meer thuis. Maar vanzelfsprekend groot verdriet in de familie. Zoals nu dan bij de families Godschalk en Sijnesael. Tw ee trouw e leden moesten deze w eek SRC verlaten. De vlag hing halfstok op het sportpark. Soms is groen-w it een heel erg fletse combinatie. -kk16/1993
* * * DE ZIJLIJN * * * Waar ligt het rampenplan? Weet iemand misschien het rampenplan? Het is een jaar of tien geleden gebruikt. En het heeft geholpen. Wie heeft een sleutel van de archiefkast? Het rampenplan moet op tafel. 33% van de competitie, zit erop, mensen, en SRC heeft te w einig punten. Dat plan van tien jaar terug zal toch niet in de open haard van de kantine zijn gegooid, toen de groen-w itten de degradatiedans w aren ontsprongen? Goede raad is duur. Ik hou het op een rampenplan. Het is w el vaker slecht gegaan met SRC 1. Als derdeklasser ging het vele jaren goed. Opeens kw am de klad erin. Afscheid van meerdere routiniers. Te w einig junioren die het grote w erk aankonden. Zoals bij zoveel clubs een kloof tussen het vlaggeschip en de reserves. En daar ging de trots van de vereniging: bergafw aarts. Verlies op verlies. Lange tijd puntloos onderaan. Eindelijk moeizaam de eerste puntjes uit bloedeloze gelijke spelen. Weer een paar keer verliezen op regenachtige zondag-middagen in Langedijk en Venhuizen. Och arme! Sappelen, sappelen. Wat is erger voor een coach dan een zw alkend elftal dat w ekelijks achteruitboert... Wat moet er gebeuren? Een rampenplan. Althans, dat w as destijds de vondst. Was het een vondst van voorzitter Siem de Lange die toen kennelijk al hield van uitdeuken, opspuiten en gaan met die banaan? Of kw am de injectie van trainer Han vd Heuvel? Hoe dan ook, SRC v erkeerde toen na tw eederde van de competitie in degradatiegevaar. Binnen de vereniging luidde de alarmklok. Er w erd een rampenplan ontw orpen. En dat w erkte! Met nog zeven w edstrijden te gaan w erden tussen bestuur en spelersgroep van het eerste elftal afspraken gemaakt die moesten leiden en die inderdaad ook zouden leiden tot het behoud van SRC voor de derde klasse KNVB. (Dat het een jaar later of misschien tw ee jaar later toch mis w as, daar lullen w e nu niet over. Het is toch w el regelmatig te voorspellen, dat een ploeg zal zakken of stijgen. Kijk naar Wieringerw aard. Na een paar jaar van hangen en w urgen en op het eind van de competitie nog nét het vege lijf redden, zal het er natuurlijk toch een keer van moeten komen. Een toestroom vanuit Schagen, zoals destijds met jongens als Piet Verhagen, Wim Stuurman, Wilbert Korevaar, Lex Bakker zal de club niet nog eens meemaken. En het dorp zelf stroomt op het moment niet over van kw aliteit. Dat ligt bij SRC in principe toch even anders, dacht ik. Maar laat ik niet teveel over Wieringerw aard, de medekandidaat voor degradatie uitw eiden, w ant voordat je het w eet staat het in het Schager Weekblad en dan gaat zo'n Waardse ploeg als een stel w ilde hengsten over het veld (...vooral tegen SRC.) Het rampenplan. Helemaal zuiver heb ik het niet meer. Maar bovenal w as het doel: uit zeven w edstrijden tien punten halen, w at lijfsbehoud zou betekenen. Daartoe moest alles en iedereen op scherp. Er zou extra getraind w orden. Er w erd, meen ik, enkele malen gezamenlijk op de zondagmorgen met bestuur en selectie ontbeten. Premies kw amen er ook. Geen geld natuurlijk. Maar de ene sponsor na de andere donateur zette een krat of een vat bier boven een overw inning. En jahoor, de ploeg die het hele seizoen muurvast had gezeten, kw am in bew eging. De koppies gingen glimmen, zoals de Westfries dat zegt. Er kw am vuur, er kw am strijd. En daar kw amen de punten. Is de tijd al rijp? Of handhaaft het huidige SRC 1 zich op eigen kracht in de vierde klasse KNV B -kk17/1993
* * * DE ZIJLIJN * * * Sorry SRC 1. Sorry trainer Van Ham. Ik w as te vroeg met mijn rampenplan, het spijt me. Ik maakte het vorige stukje aan de vooravond van Hollandia T-SRC en ik gaf geen stuiver voor de w instkansen van de groen-w itten. Zodat ik alvast rekening hield met een schier reddeloze positie in de rangschikking. In al mijn solidariteit zocht ik naar het rampenplan dat ooit het eerste elftal aan een vrijw el zekere degradatie hielp ontsnappen. Laten die kloo... En dan w int SRC met 0-5. Waarmee de grond onder mijn rampstuk was w eggeslagen. Nou ja, beter zo als anders, moet U maar denken. Een en ander voerde mij in herinnering overigens terug naar een jaar, w aarin SRC w el degelijk degradeerde. In dat jaar smaakte ik het tw ijfelachtige genoegen van een invalbeurt in het vlaggeschip. Ik maakte deel uit van een succesvol SRC 2 dat toen nog als vriendenploeg enkele kampioenschappen op rij behaalde. Elke zondag moesten een paar van de reserves op de bank bij het eerste. In dat jaar zakte SRC na een jarenlang verblijf in de derde klasse af naar de vierde klasse KNVB. Dat zegt het eigenlijk al. Het draaide niet. Dus probeerden ze iedereen. Hoe dan ook, hij prijkt op mijn conduitestaat, die ene invalbeurt in SRC 1. Ik heb ervan geleerd, dat invallen de roem of het slijk brengt. Het w as ver in het seizoen. SRC speelde tegen een medekandidaat voor degradatie een sleutelduel op Groenoord. Tien minuten voor het einde w as de stand nog altijd 0-0. SRC moes t tw ee punten halen. De ploeg had er alles aan gedaan. Echt, het w as de hele w edstrijd pompen, pompen, maar die bal w ou er gew oon niet in. Ik moest erin van trainer Jullens die w ij om God w eet w at voor reden Van Hulten noemden. Uit de dug out. Vernikkeld. Inlopen. Met een trainingspak aan langs die lijn. Een heel aparte ervaring. Lopen, joggen, rekken, sprintje. En intussen moest je ze hóren langs de kant. Moet die ons redden? We kunnen w el gaan. Wie is dat? Dat is Q van Q & Q. Trainingspak uit. Wissel. Ad Nuyens w as destijds elftalbegeleider. Ik liep het veld in. Ad riep me na:"Kees, een vat bier, als je de w innende maakt!" Ik heb me gek gelopen in die tien minuten. We speelden richting kantine. Het cruciale moment deed zich vlak voor het eindsignaal voor. Een zoveelste lange voorzet w erd door Gerard Ploeger die nooit kopte, w ant dat deed zeer, bij de tw eede paal teruggekopt naar de penaltystip. Zelfs Ploeger besefte op dat eigenste moment, dat het clubbelang boven het eigenbelang ging. Hij kopte dus. En daar stond ik strategisch opgesteld op de stip. Ik zou hem ineens uit de lucht op de pantoffel nemen. Met gevaar voor eigen leven. Ik w ens dat te benadrukken. Tegenover mij stond Paul Redecker die precies hetzelfde van plan moet zijn gew eest. Alleen nam die w el vaker risico. Wij raakten elkaar en zakten letterlijk en figuurlijk door de prut. Oh, w at w as dat een mooie goal gew eest..! Als die lul van een Paul toch niet. Dat dacht hij dus van mij. En ondanks deze heldhaftige poging, om mijn vereniging van de ondergang te redden, ben ik later nooit meer opgeroepen voor de A -selectie. -kk18/1993
* * * DE ZIJLIJN * * * Afgelopen w eek verloren van het zaalvoetbalteam van SRC. SRC nota bene! SRC-Zaalvoetbal heeft nog nooit w at voorgesteld. En w ij speelden vroeger met Wistavibo in de top van de hoofdklasse mee. Tegen Van Geelen (Piet Verhagen, Frans Heimans), tegen Pandora (Het Kanon), tegen The Red Lions/BP (Bert Monshouw er, Jan Kip). Onder de naam Eagles hielden we het ook nog enige jaren vol in de Schager Hoofdklasse. Tot het een keer ophield. Het zaalvoetbal w erd harder en wij w erden ouder en langzamer. Vervolgens kreeg de neergang gestalte. Geen enkele tegenstander had ontzag voor vergane glorie. Hieven w ij vroeger meestal het glas op een overw inning. Tegenw oordig...eh, tja. Inmiddels zijn w e aangeland in de eerste klasse SZVV. En in die klasse verliezen w e ook weer alles. Ook van SRC. Ik schaam mij het in dit blad te moeten zeggen. Oorzaak? Nou...voetbal is niet meer zo belangrijk natuurlijk. Er w ordt nergens een klassement bijgehouden van de afzeggingen van spelers, maar dan zou Eagles w eer flying kampioen w orden, denk ik. Laat ik me daar maar aan vasthouden. Een mens moet ergens in kunnen geloven, nietw aar. Maar aan de toon merkt U misschien, dat ik de w ekelijkse vrije val van de adelaars met een mengeling van bitterheid en acceptatie opnoem. Nog geen volledige acceptatie dus. Dat heeft niet zozeer te maken met de afnemende voetbalkwaliteiten. Dat heeft meer te maken met de reden, w aarom mensen soms afzeggen. Mag ik U eens een losse verzameling aan de hand doen? Leest en beoordeelt U zelf maar. Ouderavond op de school van een kind. Knieblessure, chronisch, w aarschijnlijk nooit meer voetballen, tennis is trouw ens veel leuker. Overw erken, te druk op de zaak. Studiereden: op w oensdagavond cursus. Ook hebben w e een leraar die op maandag-, dinsdag-, en w oensdagavond lessen voorbereidt voor resp. de dinsdag-, de w oensdag- en de donderdagmorgen. We hebben een speler die na zaalvoetbal de slaap niet kan vatten. Die zaalvoetbalt dus eigenlijk niet. Een jarige oma is ook een reden gew eest. Griep. Andere vormen van ziek, zw ak of misselijk. Iemand kon elk moment vader w orden. Wintersport. Of Gran Canaria. Ook komt een vergadering van de milieuw erkgroep voor. Een oppasprobleem bij de kinderen thuis en de vrouw des huizes heeft volley. Een speler heeft kaartjes voor een toneelstuk in De Vest. Avond met vriendin naar de sauna. Een speler is nog boos over de vorige keer, toen hij te vaak w erd gewisseld en komt niet. Verbouwingswerkzaamheden. Iemand w oont in 't Zand en de auto is stuk. Een speler komt uit Somalië, w oont in Schagen en speelt soms. Soms niet. Extra koopavond in Alkmaar trekt w eleens meer dan een sporthal. Iemand vindt half elf in Wieringerw erf laat. Soms moet iemand mee op het schoolkamp van een dochter of zoon. Onregelmatige diensten in de gezondheidszorg. En zo zouden w ij nog uren door kunnen gaan. Zaalvoetbal is erg leuk. Vooral omdat het een teamsport is. Maar uit het voorgaande heeft U begrepen, dat w ij van de Eagles niet van een team durven spreken. Wij zijn v erheugd, als zich vlak voor aanvang van een w edstrijd vier spelers en een doelman in de kleedkamer gemeld hebben. Zodat de w edstrijd in elk geval doorgang kan vinden. Wie die spelers en die doelman zijn, dat doet er niet eens zoveel toe. Als Eagles maar aan zijn competitiever-plichtingen kan voldoen. En zo sukkelt het adelaartje het seizoen door. Adelaartje heeft gebroken vleugeltje. Adelaartje kan niet meer zo goed. Laatst informeerde een speler voorzichtig, of we nog verder konden zakken? Ja, naar de G-klasse! merkte een snaak op. Maar zover is het nog niet. Dan zullen w e eerst nog door de tw eede klasse heen moeten. -kk19/1993
* * * DE ZIJLIJN * * * Woelige baren in zw embad De Wiel zo rond de jaarw isseling. Terw ijl het toch geen golfslagbad is zoals de Hoornse Vaart, w aar ik w el eens met een groep leerlingen heb gezw ommen. In de Hoornse Vaart barst om de zoveel minuten een heuse golfstroom los. In De Wiel lijkt eerdaags een geldstroom op gang te komen. Het zou me niet verbazen, als het conflict tussen de stichting en bedrijfsleider Beumer leidt tot een afkoopsom van een paar honderdduizenden guldens. In elk geval is in dit soort gevallen gebruikelijk, dat een x-aantal maandsalarissen w ordt meegegeven met de vertrekkende medew erker. Een dure grap voor het bestuur, lees Sportfondsen Nederland, lees belastingbetalende w ij. Want ook het Schager combibad kon jaren geleden alleen met een fikse som gemeenschapsgeld w orden gebouw d. (Vroeger, heel vroeger, fietste men zomers via de Loet het kleine stadje Schagen uit. Bij het w inkeltje van Pannekeet stak je de Provinciale Weg over. Je fietste voorbij de familie Van Huizen en bij Kasteel Zonnevliet kon je linksaf richting Tolken of rechtdoor de Menisw eg op. Vanaf dat punt w as het een en al w eilanden met koeien erop. Wat vonden w ij het ver rijden naar het zw embad! Buitenbad De Wiel beschikte over een paar houten kleedhokjes, een grasveld, een strenge badmeester en een vlotje midden op de plas. Bij het vlotje kw am ik dus nooit. Daar kon je niet staan. Mijn vriendjes w el. Niet staan, maar ik bedoel, dat die w el konden zw emmen. Ik bleef in de buurt van mijn grote zussen die altijd klaagden over zilvervisjes die hun badpakken inzw ommen. Ik had ook last, w ant mijn zw embroek w as w at w ijd). Schagen en ik, w ij groeiden groter. Allebei kregen w ij w ensen en allures. Wij konden niet langer zonder een overdekt zw embad. Dat w erd zelfs een basisvoorziening genoemd. Er kw am een nieuw binnenbad met een oude naam: De Wiel. De naam herinnert nog altijd aan de oude plas bij de dijk. Overigens heb ik in het overdekte De Wiel leren zw emmen... van een jongere zus. Na de sensatie van het openingsjaar ging het snel bergafw aarts met de trots van Aquarius en De Watervrienden. Er moest geld bij. En er moest nog eens geld bij. Het jaarlijkse tekort w erd alsmaar groter. Landelijk w erd op zeker moment de tendens van toeters en bellen w aarneembaar. Whirlpools, sauna's, glijbanen, een subtropische aankleding moesten de redding brengen. Het zw embad als recreatieoord voor het hele gezin. Weer later kregen we aquarobics, sw imm-inns, vrouw enuur, aquajogging, zw emmen voor ouderen. Nieuw e vormen die aansloten bij de individualisering in de sport. Het financiėle gat w erd er niet kleiner mee. De details van de zaak Beumer, zoals die onlangs voor de rechter diende, ken ik niet en w il ik ook helemaal niet w eten. Wel w eet ik, dat er heisa in de tent is, zolang als Beumer er manager is. Ik herinner me een opmerking uit de tijd, dat ik in de gemeenteraad zat. De opmerking was van mijn fractievoorzitter, Martin Ruppert, die destijds in het bestuur van De Wiel zat. Hij vergeleek Beumer eens met een kruidenier die w ilde w erken van tien uur 's morgens tot zes uur 's avonds en die w ilde verdienen van zes uur 's morgens tot tien uur 's avonds. -kk1/1994
* * * DE ZIJLIJN * * * Trainers, politici, ze komen, ze gaan. Gew one mensen ook w el, maar er is één verschil. Trainers en politici w orden eruit geschopt. Gew one mensen bepalen veelal zelf het moment van vertrek. Dit alles is volkomen logisch. Immers, trainers en politici doen het nooit goed. Politici zijn patjakkers die vroeg of laat de fout ingaan. Smeergeld, voordeeltjes halen, uitbundige kerstpakketten aannemen, reisje naar Indonesiė, goedkope badkamerverbouw ing. Moet ik doorgaan? Kilometerdeclaraties, lunches onderw eg, meerdaagse congressen met nachtelijk bezoek, gratis theaterarrangement in ruil voor een bouw vergunning. Moet ik doorgaan? Ach toe, ik heb enkele jaren in een gemeentegesticht gew erkt. Ze zijn slecht. Op alle niveau's. Het gebeurt in het klein en het gebeurt in het groot. Er zijn erbij. Als je die 's nachts w akker maakt, dan roepen ze meteen:"Dat heb ik niet gezegd!". En nog verbaasd, dat de burgers het vertrouw en in de politici verloren hebben. Wat dat betreft vormen de verkiezingen een mooie scheidslijn. Maar hoe zit dat met de trainers? Hetzelfde. Dat w il zeggen, niet in de zin van macht die corrumpeert. Maar in de zin van vertrouw en. Geniet de man voor de groep het vertrouw en of niet? Daar draait het om bij een selectiegroep. Er vliegen er w eer heel w at uit na dit seizoen. In Schagen kunnen ze allebei vertrekken: Siem van Ham (SRC) en Paul Verra (Schagen). Bijl gaat eruit bij Geel Zw art. De Gier is klaar bij Wieringerw aard en geneert zich niet, om openlijk via de krant te solliciteren bij VIOS, w aar ook een vacature ontstaat. In de carroussel draait ook Schutz van DTS mee en dit rijtje is bepaald niet compleet. Wat bezielt de trainer? Vanachter de zijlijn bekeken eigenlijk een hondebaan. Toch..? Minstens tw ee avonden in de w eek kw ijt. De hele zondag gaat eraan. Veel gezeik aan het hoofd, als er verloren is. En als er één of tw ee punten zijn verdiend, dan had het beter gekund. En dat voor een paar rot centen, w aarover de nodige belasting moet w orden betaald. Gek van het spelletje. Verder kom ik niet, als ik de verklaring zoek. Ze zijn gek van het spelletje en nemen voor lief, dat ze gepiepeld w orden door een spelersgroep of een bes tuur. Bij de een is dat na een half jaar al raak, bij de ander w at later. (Troost. Wie bij Hoogovens w erkt, vliegt er ook uit vroeg of laat). Ik sprak laatst een slachtoffer van de jongste saneringsoperatie. Die w as directiechauffeur gew eest. Weet U, hoev eel er daarvan w aren? Drieėntw intig! Een prachtbaan, aldus mijn zegsman. Sommige chauffeurs w aren de hele w eek onderw eg. Anderen brachten alleen een directeur van hun villa in Heemstede of Zeist naar het bedrijf en terug en ertussendoor moesten ze met zijn vrouw naar de kapper. Hoogovens 1994. Zo'n verhaal staat dus niet in de krant. De verhalen gaan over de noodzaak van een reorganisatie, afnemende vraag, economische malaise, bla, bla. Maar drie..herstel, tw eeėntw intig directiechauffeurs...nee, dat niet.)De trainer die voor mij in al die jaren met kop en schouders boven de rest uitstak, heette overigens Gerard Stad. Gew eldige inzet. Contactmaker met jong en oud. Leuke oefenstof. Niet macho. En het allerbelangrijks te: in staat om bij elke speler de vlam in de pan te krijgen. Echt, een kei! -kk2/1994
* * * DE ZIJLIJN * * * Studio Sport heet het programma. Studio Klets kan het ook heten. Zoveel geouw ehoer per uitzending...erg! Elke zondagavond tuin ik er w eer in. Ik zit om kw art voor 7 klaar in de luie stoel. Eten op, afw as gedaan. Papa leest vandaag geen boekjes voor, jongens. Op zondag moeten jullie bij mama w ezen. Papa kijkt per w eek één programma, papa kijkt voetballen. Kw art voor 7 zondagavond, alles gereed, daar is de zenuw achtige begintune. En dan krijgen w e Smeets. Smeets vertelt over de inhoud van deze uitzending. Dan krijgen w e w eer Smeets. Hij geeft zijn visie op een sportgebeurtenis van de afgelopen w eek. Dan voetbal. Nee w acht. Eerst even Smeets. Die verklapt, van w elke drie w edstrijden er samenvattingen zijn gemaakt. En dan eindelijk, er zijn dik vijf minuten verstreken, eindelijk komt...nee, opnieuw Smeets. Met de opstellingen dit keer. Wie erin staat en w ie er naast staat. En zoja, w aarom niet. En hoe dat zo gekomen is. En of het al w at beter gaat. En misschien kan het nog even duren. En daar kan Mart nog de volgende anekdote bij vertellen en dan is het dus vijf voor zeven en ik had nog w el drie Nijntje-boeken voor kunnen lezen en... Vraag aan de NOS: kunt U Mart er niet even naast zetten? Mart zeurt zo. Wie zeurt krijgt een beurt, dacht ik. Mart w il zo graag praten. Mart w il zo graag in beeld. En ik w il zo graag sport zien, niet Mart. Alstublieft NOS, doe er eens w at aan? (Onlangs bracht ik mijn ergernis over het geouw ehoer bij Studio Sport ergens naar voren). Een feest van herkenning en bijval. Plus de suggestie, om de Betuw elijn ondergronds aan te leggen en Smeets te laten graven. Heerlijk. Die Betuw elijn kw am overigens niet uit de lucht vallen. Eerder op bew uste avond w as het een item op het Journaal gew eest. Daarna kw am iemand in het gezelschap met een onthutsend simplisme op de proppen. Alle ambtenaren van sociale diensten en alle uitkeringstrekkers houden elkaar op kosten van de staat in leven. Als w e die nou eens met zijn allen de Betuw elijn laten graven. Moet in vijf jaar klaar, jongens. Hoppakee, aan de gang. Werkeloos? Graven. Vrouw en? Ze w illen toch geëmancipeerd zijn... graven! Da's beter dan in hun nest te liggen stinken of na een goedkope charter op het strand van Portugal. Krijgen die uitgezakte lijven ook w eer eens vorm van. En 's avonds zo moe, dat ze nergens meer lust toe hebben. Nee Jan, vanavond niet, ik ben moe. Scheelt de staat een mekajum aan kinderbijslaggelden op den duur. Wat zegt U mijnheer? Bent U eruit gevlogen bij de baas? Dan had U te w einig kw aliteiten zeker? Anders hadden ze U w el gehouden. Even de naam op het laptopje intikken. Wat zegt U? 44 jaar. Tja, dat w ordt graven. Eens kijken. U komt in ploeg 87. Ja. Allemaal leeftijdgenoten. Morgen beginnen. Kw art voor 7 aanw ezig. En kw art voor 7 is bij ons kw art voor 7. Het is hier geen Studio Sport!). -kk3/1994
* * * DE ZIJLIJN * * * Het onderzoek naar de sportaccommodaties is afgerond. NOC*NSF hebben gerapporteerd aan de Gemeente Schagen. Het rapport trapt vooral open deuren in, mochten w ij uit de Schager Courant vernemen. Voor 20 mille hebben de onderzoekers de jammerklachten van de clubbestuurders uit Schagen grotendeels onderschreven. En ze hebben w at geschoven met hockey- en voetbalveldjes op de plattegrond van Schagen. Een soort landveroveren. Als sv Schagen nou de velden van Magnus inneemt en w e verjagen The Rangers naar nieuw bouw wijk De Hoep...enzovoort. U raadt al, w ie dat rapport ook had kunnen schrijven. Ik, zei de gek. En ik had het voor de helft van de prijs w illen doen. Maar ja, een rapport krijgt pas gew icht, als het duur is en als er de naam van een befaamd en onafhankelijk instituut onder staat. Hoopt de Gemeente Schagen op een fusie tussen SRC en Schagen? Of zal het bij een vreedzame coëxistentie als buren op complex Groenoord blijven? Een fusie tussen de tw ee verenigingen is nauw elijks denkbaar. Hoew el... Adspiranten w aren w ij nog en w e trainden op het veld aan de Nieuw e Laagzijde. Goddank w isten w e niet, dat de grond w aarop w e voetbalden op datzelfde moment volliep met milieugevaarlijke stoffen uit de naastgelegen gasfabriek. Zo gaat er steeds w eer een kras door een nostalgisch plaatje uit het geheugen. De actualiteit anno 1994 is, dat die hele klerebende aan de Laagzij moet w orden afgegraven. Nog effe en Nederland is één groot gat gew orden en w e vallen er met zijn allen in. Maar dit allemaal terzijde. Adspiranten w aren w ij en w e trainden op het veld aan de Laagzijde. Het w as een mooie zomerdag aan de vooravond van alw eer een prachtig voetbalseizoen. Na ons trainde de selectie altijd. Ik w eet nog, dat ik op bew uste avond met Jack Verduin een oefening deed in passing over de lange afstand aan de kant van Volten Natuursteen. Een paar spelers van het eerste elftal kw amen al het veld op en gingen intrappen bij het doel aan de kant van Blaauw boer & Kossen. Koert Redecker zag ik en w ie w as die ander nou? Een klein mannetje w as het, een keeper in een felgeel tenue. Maar dat w as toch... Ik vroeg aan Jack, w ie die keeper daar bij Koert Redecker w as? "Dat w eet je toch w el", zei Jack,"Dat is Freek Lem. Die is deze zomer lid van SRC gew orden". "Wat?!" zei ik en ik produceerde terstond een afzw aaier."Maar, maar", riep ik vertw ijfeld uit, "Die is toch niet Katholiek?" Koert Redecker die ons gesprek in stilte gevolgd had, draaide zich naar mij om en voegde me lachend toe:"Dat hoeft toch ook niet". En dat w as de eerste grote schok in mijn w ereldbeeld. Dat het in principe mogelijk moest zijn, om als Katholieken en Protestanten samen te leven. Maar misschien komt er geen fusie tussen SRC en Schagen. Misschien w ordt het als buren gebruik maken van de velden op complex Groenoord. Als dat dan maar niet een variant op de Joods-Palestijnse kw estie w ordt met over en w eer de nodige pesterijtjes. En w at mij ook te binnen schiet. Wie zal de meeste nieuw e leden naar zic h toetrekken, als er tw ee vlaggen w apperen op Groenoord? SRC mag w el niet degraderen naar het afdelingsvoetbal. -kk-
4/1994
* * * DE ZIJLIJN * * * SRC won zondag keurig van Always Forward. Het werd 2-0. Natuurlijk was 5-2 een mooiere uitslag geweest, maar de punten waren verreweg het belangrijkste. SRC is natuurlijk niet meteen uit dat akelige rechterhelftje van de rangschikking weg, maar waarom zou dat over een paar partijen niet kunnen? In de vierde klasse KNVB staan de ploegen per traditie zo dicht op elkaar, dat supporters na een overwinning meteen over een kampioenschap gaan praten. Oké, daarvoor heeft de hoofdmacht het te lang laten zitten dit seizoen. Zullen we het op de middenmoot houden? SRC-Always Forward: 2-0. Viel er nog wat te genieten zondag? Ja, het weer was uitstekend. Langs de lijn bij de staantribune. Bij elke afzwaaier, foutieve pass of overtreding even het gezicht omhoog. Heerlijk, dat lentezonnetje. Volgens mij kwam de temperatuur in de luwte nu en dan bij de twintig graden. Op zulke middagen is amateurvoetbal de mooiste sport. Patrick Brakenhoff zei zaterdag in de Schager Courant, dat SRC niet in de afdeling thuishoort. De ploeg staat ten onrechte onderaan in de vierde klasse, zei Patrick. Hij zocht de oorzaken in de matige instelling en in de scheve balans tussen jong en oud. Intussen was wel de hele selectie ervan doordrongen, dat er geen vergissing meer gemaakt mocht worden. Nou, gelukkig ging zondag pittig de beuk erin bij een aantal spelers. En na me ermalen "zwijnen" in het eerste half uur was de misser van de keeper die een pasje teveel forward ging op de voorzet van Kooijman een mooie opsteker. Het moet ook eens meezitten, nietwaar? De tegenstander het spel en SRC de goal, zo was het eigenlijk d ie eerste helft. Na het doelpunt nam bij enkele groenwitten vreemd genoeg de verkramping eerder toe dan af. "Als we dit maar vasthouden" hoor je ze denken en intussen ligt er een gat tussen zeven verdedigers en drie aanvallers dat wel niet te overbruggen l ijkt. Maar met een prima Arjan Vijzelaar voorop in het gevecht haalde SRC de rust met 1 -0. Het moet ook eens meezitten. En dat deed het in de tweede helft. Een Horinees die voor de thee al met de scheidsrechter had gediscussieerd, moest er met rood af. SRC putte moed. Er werd met meer lef opgetrokken naar het doel van Forward. En verdomd, de ploeg werd beloond. Het was een lekkere strakke bal van Frans Verduin en Djoeni Williams maakte gedecideerd af. Ha, dacht iedereen langs de kant. Punten binnen. En zo w as het. Forward kon geen vuist meer maken en SRC werkte heel hard en doelmatig. Jammer, dat bij de diverse breaks niet nog een kans verzilverd werd. Het geeft spelers zelfvertrouwen en een ploeg flair, als er op zo'n middag uitbundig gescoord en gefeest ka n worden op de mat. Maar goed, we kunnen niet meteen alles hebben. Om het elftal voor overmoed te behoeden het volgende. De arbiter was zondag een last voor beide ploegen, maar voor Forward toch het meest. Tenslotte stuurde hij er van hen eentje eerder naar Hoorn toe. En van mijn buurman langs de zijlijn begreep ik, dat Always Forward op het moment een team -in-problemen is. Er zijn kortelings drie spelers en een trainer weggelopen. De boel is daar ziek. Dat was mazzel voor SRC. -kk6/1994
* * * DE ZIJLIJN * * * Afgelopen vrijdag vijf zaalvoetbalw edstrijden gezien vanaf de zijlijn in de Spartahal. Ze duurden lang, die vijf w edstrijden, erg lang. Ik zag ze uit hoofde van een functie. Volgens het programmaboekje zou de serie duren van 7 uur tot 11 uur. Dat w erd dus bijna half tw aalf. Ik had eerst nog goede hoop, dat het programma niks zou uitlopen, w ant in de instructies las ik, dat ik de klok voor elke w edstrijd op 50 minuten moest zetten en deze bij de w issel gew oon door mocht laten tikken. Dat heb ik ook braaf gedaan, maar helaas w as er meerdere keren tijdens een w edstrijd oponthoud. Voor het langste oponthoud tekende een speler van Schagen 4. Die stak op volle snelheid de sporthal over, struikelde bij de zijlijn en knalde met de kanis tegen de tribune. Au! Tijd stil. En w ie w as het slachtoffer? Leo Jeysman, voorheen lid van SRC Zaterdag. Net goed, w as een korte boosaardige gedachte, had hij maar niet over moeten lopen naar Schagen. Maar meteen daarna voelde ik medelijden. Vooral, toen ik Leo steunend op Gerard Stad naar de kleedkamer zag strompelen. Zo ging het vroeger ook altijd, toen Gerard nog trainer van SRC Zaterdag w as, w ant Leo had altijd w at. In de psychologie kent men het verschijnsel van de "accident prone", de neiging van sommige mensen, om blessures en ander ongemak op te lopen. Ze roepen als het w are het ongeluk over zich af en krijgen dan de aandacht die ze nodig hebben. Tja, w e zijn allemaal mensen. Laatst viel de term ook op mijn w erk, toen een overbelaste collega een auto-ongeval kreeg. Volgens de leer gebeurt zoiets niet toevallig. U hoort mij niet zeggen, dat dat w aar is. U hoort mij trouw ens helemaal niks zeggen, w ant ik zit hier in de Spartahal en ik heb het skoftig druk met de administratie van een tijdw aarnemer. Uitslagen, doelpunten, electronisch scorebord, strafminuten. Schrijven, schrijven. Ik w as even ambtenaar deze vrijdagavond, heerlijk. Wat moest Gerard Stad trouw ens op deze sombere vrijdagavond in april in de Spartahal? Nou kijk, iedereen is vanzelf vrij om op zo'n avond naar de sporthal te gaan, al regent het pijpestelen buiten. Hij kw am kijken naar zijn tw ee zoons die beiden een doel van Scagha '66 verdedigden. Het viel me op, dat beiden enig talent van vader hadden meegekregen. Geen van beiden kon overigens zijn team aan de zege helpen. Maar w at w il je ook op een avond, dat Jeysman zijn kop stoot, Jan Bruin van Avondrood 2 binnen vijf minuten w el tw eemaal grandioos onder de bal doormaait, binnen de voeten van de tijdw aarnemer langzaam maar zeker in ijsklompen veranderen, omdat er buiten zo'n kille w ind w aait en Hans Duin himself afw ezig is? Triest toch allemaal? Wat is voorts blijven hangen van een dienst als tijdw aarnemer? Dat er zelden een lijnrechter aanw ezig w as, terwijl op elk w edstrijdformulier w el zo'n functionaris w erd opgevoerd...inclusief handtekening! Aan deze vorm van kleine corruptie heb ik mijn volle medew erking verleend. Vindingrijkheid moet je belonen. Toch? -kk7/1994
* * * DE ZIJLIJN * * * Scagha '66 degradeert. Van Geelen geen kampioen. En verder zit het regionale zaalvoetbaltalent zo hopeloos verspreid over topklassers, hoofdklassers en w eet ik w at nog meer voor klassers, dat w e het rayon Schagen als zaalvoetbalrayon-met-uitstraling gerust kunnen afschrijven. Het is ermee gedaan, om met een bekende Belgische sportverslaggever te spreken. In de Schager Courant kw am na de degradatie van Scagha '66 clubvoorzitter Peter Steinman aan het w oord. Hij w enste geen krokodilletranen in verband met de val van het nationale podium. Geen drama over de tw eede degradatie-op-rij, w ant het w as meer een logische gang van zaken. Scagha viel, aldus de voorzitter, eigenlijk enkele jaren geleden al terug, toen de KNVB opeens een pyramidale opbouw van het zaalvoetbal voorstond met een heuse eredivisie als etalage. Scagha koos op dat moment niet voor de AC Milan-rol, Scagha koos voor de ... Scagha-rol. En w at is dat voor rol? Ongecompliceerd amateurisme. Prestatief maar lekker spelen. Geen betalingen. Na afloop een biertje. Bovenal: met plezier zaalvoetballen. Als credo prachtig. Waar of niet? Omdat Steinman in de krant zei, dat w e nog eenmaal mochten zw ijmelen in nostalgie stel ik nu die vraag, w aarop niemand antw oord w eet. Als Scagha anno 1994 zou beschikken over de spelers, w aarmee de club in de jaren '70 furore maakte, zou er dan ook tot tw ee keer toe gedegradeerd zijn? Dus zeg maar, w at Schoppen, Heddes, w at Ploegers (met Ab & Berend als het koningskoppel), verder Dries Redecker en achter dat zootje dan Henk Schuit op doel? Nou...w ie durft? Niemand toch! En w ie het heeft meegemaakt, die vergeet ze nooit meer. De Nederlandse kampioenschappen. Met touringcars vanaf Piet Pann naar de Jaap Edenhal van Sjaak Sw art (nou ja, die w as van de kantine), naar Rotterdam, naar Breda. Wie herinnert zich niet de heroische sprong van Ben Verkaar vanaf de tribunes in de arena na die gew onnen finale tegen KMA? Het enthousiasme, de bellen en toeters, alle spandoeken, alle emoties niet van tientallen maar w erkelijk van honderden meegereisde supporters zaten in die ene sprong. Het zou w at ver gaan, om te bew eren, dat ik Ben nog dagelijks door de lucht zie gaan, maar als ik er aan terugdenk, ja, dan tekent bijbehorende gravure zich terstond w eer af op het netvlies. Wat w as dat mooi! We konden met zijn allen w el janken, toen van bew uste nationale titelstrijd het laatste fluitsignaal w eerklonk. Wat zeg ik? We konden? We deden het. We jankten met zijn allen, toen van die finale het eindsignaal w eerklonk. Zo Peter. En nu zullen w e het er nooit meer over hebben. Goede tijden, slechte tijden. Scagha is terug bij af. De prijzenkast staat vol. En nu is de club een modale zaalvoetbalvereniging in het rayon Schagen gew orden. Het is net als met zw ijmelarij over Ard en Keessie. Of over de Europacup-avonden van vroeger. Er w aren tw ee netten op de televisie. De huiskamer was tijdens de finales van Feyenoord en Ajax een bioscoop. Met meer dan tw intig man zaten we aan de buis gekluisterd. Bij een doelpunt ging het dak eraf. En bij de buren ook. En daarnaast ook. Wave avant la lettre. Als het w are. Maar ik moet ophouden. Want zw ijmelen kunnen alleen mensen die ouder w orden. -kk8/1994
* * * DE ZIJLIJN * * * Een heuse krant van 16 pagina's op A3-formaat. Ziedaar de PR-stunt, w aarmee de jeugdafdeling van de sv Schagen afgelopen w eek huis-aan-huis scoorde in Schagen, Valkkoog en Haringhuizen. In tw eekleurendruk, U raadt het, in geel en zw art. Maar liefst negeneneenhalve pagina's tekst en foto's. En zeseneenhalve pagina's met advertenties. Een knap stuk w erk, ik kan niet anders zeggen. Een verzorgde layout, aardige foto's en vlot geschreven teksten. Hoew el, vlot, vlot...beetje te vlot. Zelfs voor een promotiekrantje w as de toonzetting er w el heel erg één van harmonie, eendracht, perfecte begeleiding en bij ons is alles super. Te gelikt dus. Niettemin een voltreffer van de sv Schagen op het vlak van public relations natuurlijk. (In menig huisgezin met kinderen in de keuzefase w ordt zo'n krant gretig gelezen. Gaat kleine Sander op voetbal of op judo? Op voetbal joh. Hier, een leuke krant van de sv Schagen. Sv Schagen? Er is toch nóg een club? O kan w el, maar w at ik hier lees. Nou nou, w at een activiteiten voor de jeugd. Zaaltoernooien, sportw eekeinde met overnachting in de eigen sporthal, voetvolley met karaokeshow , internationale uitw isseling, tjongejonge). Naarmate ik verder las in sv Schagen's ALLES PERFECT- krant w erd ik nieuw sgieriger naar het colofon. Wie had in vredesnaam al dit moois bij elkaar geschreven. Op bladzijde 15 vond ik zijn naam. Het w as Nico Epskamp! Bekend van Onze Krant en MEO. Goh. Het stond er echt. Redactie: Nico Epskamp. Voorheen student Engels. "Taaie!" Dat w as Nico z'n bijnaam vroeger. Taaie, een ik zou bijna zeggen perfecte bijnaam, w aarv an de herkomst mij nimmer bekend is gew orden. Taaie. Ja, ik snap het w el. Hij is vanzelf voor de klus gevraagd door Frits de Haan, voorzitter veldvoetbal van sv Schagen. Die jongens zijn ouw e maten uit de Magnusbuurt, jaren '60, '70. Zeg Nico, moet je horen. Onze jeugdafdeling heeft een aardig idee voor een huis-aan-huis-krant en nou w eet ik, dat jij verdomd vlot pent. Afijn, zo gaan die dingen. En toch knakte er w at bij mij, toen ik door de geelzw arte krant bladerde. Taaie w aarom? Dat vroeg ik mij ten laatste af. Waarom in een geelzw arte krant? Geen kinnesinne hoor, geen broodnijd, niks daarvan. Van mij mag Nico Taaie alle sportkrantjes van Nederland volschrijven. Als ze maar groen-w it zijn! Sodeju. De familie Epskamp, een degelijk katholiek huisgezin nota bene. Absoluut SRC, geen tw ijfel aan. Oké, Nico w as geen voetballer, maar enkele broers droegen jarenlang het groen-w it. (Eentje schijnt binnenkort trouw ens een streepjespak te dragen). Een door-en-door SRC-familie en dan kom je in een krant van de sv Schagen de naam Nico Epskamp tegen. Ik zei het al, er knakte w at bij mij. Laatst w andelde ik met het hele gezin op zondagmorgen in de duinen van Schoorl. Een mens zoekt w at vertier in het w eekend, nietw aar, en om nou een halve dag op een sportcomplex door te brengen, nee. Kom ik daar de oudste broer Epskamp tegen. Zijn naam w eet ik niet, maar vroeger noemden w e hem "Jezus". Hij droeg sandalen en golvend lang haar. Een Kager zeker, zei hij. Ja, en jij heet Epskamp. Ja. Ook aan de w andel? En w at doe jij voor de kost? Zo kabbelde deze conversatie voor tw ee heren van middelbare leeftijd voort. Zegt Eps, voordat zijn tw ee New foundlanders hem w egrukten:"Ikzelf timmer, maar mijn broers timmer en voornamelijk aan de w eg". -kk9/1994
* * * DE ZIJLIJN * * * Een Schagen-vertegenw oordiger zei vorige w eek tegen me: "Goh, het gaat toch niet door, hé, dat verzorgingshuis voor ouderen op ons veld". Ik zei: "Nee, gelukkig niet". De ander w eer: "Gelukkig niet? Hoezo?" Ik slikte en zei gauw : "Nou, ik keek vorige w eek voor het eerst sinds jaren w eer eens over jullie veld uit. Ik moest namelijk mijn oudste ophalen bij de Balletschool. Echt w aar, ik vond het meteen w eer één van de meest romantische stukjes oud-Schagen. Niet om de tribunes aan w eerszijden van het gras, niet om de hoge en lage zoom reclameborden, maar vanw ege het lommerrijke pad ernaar toe, een tunnel van groen. Wat mooi! En vooral de bladerrijke kronen van de bomen rondom dat hoofdveld. Schitterend gew oon". De Schagenman schamperde: "Jamaar, heb je onze kleedkamers al eens gezien?". Ik: "Tuurlijk moet er een nieuw e accommodatie komen. Jullie beuren bij de gemeente één á tw ee ton voor een ander gebouw , zetten vervolgens de eigen mensen aan het w erk en van een deel van het geld kan je als vereniging leuke dingen doen. Mooi toch?" De Spartaan: "Dus geen fusie met SRC...jammer, ik zag er w el w at in". Ik: "Mw ah, kw eenie, Schagen en SRC zijn tw ee gezonde sportverenigingen, joh, met allebei dik 500 leden. En het zijn oude bomen, hoor, met w ortels tot diep in de Schager samenleving. Moeten oude bomen verplaatst w orden? Niet doen. Mooi staan laten". De Schagen-man: "Denk eens aan al dat talent dat je had kunnen samenvoegen, selectieteams in alle leeftijdsklassen. Smullen man!" Ik: "Er moest bij mij tw ee jaar terug een dikke boom van w el 80 centimeter doorsnee w eg, omdat op die plek de fundering moest komen voor onze aanbouw . Nou jongen, w at er aan te pas moest komen, om die es te vellen..! Daar w aren vuistdikke beitels met een voorhamer bij nodig, boomzagen van diverse maten, de schop, de kettingzaag..." "Volgens mij zou je met het eerste in een paar jaar w eer 1-ste klasse KNVB voetballen, kijk alleen maar eens naar jullie A1 en naar onze B1. De beste begeleider s van beide clubs erop en daar ga je..." "Een lier, uiteindelijk moest een lier het doen. Echt, je moet dat gezien hebben, w il je je kunnen voorstellen, w at een spanning er op een kabel kan komen te staan, w at voor krachten er in die w ortels, in de natuur..." "Een kleedkamervleugel erbij op Groenoord, met een nieuw e kantine op de verdieping. Ik zou het w el w eten, net zoiets als bij "Bergen", dat is ook zo mooi". "Het w as op een zaterdagavond, ik w as toen al drie w eekends aan het kloten gew eest met die boom, ik zal het niet licht vergeten. Het w erd al donker, ik dacht, ik zal de lier nog één keer spannen en dan ga ik naar binnen". "Bestuurlijk ben je ook in één klap volw assen. En het clubblad, w at te zeggen van het clubblad? Wij hebben Nico Epskamp en Sjaak Euser en SRC heeft Karel Weernekers en Barrel en een manager . De kostenbesparing, ook zoiets, alleen al de centrale inkoop voor één kantine". "Ik w as bekaf, maar ik spande 'm voor de laatste keer, ik liep achter de es om en daar zag ik de eerste scheur in de grond. Toen w ist ik, dat ik het gew onnen had. Wat een heerlijke zaterdagnacht had ik toen!" "Maar w aar lullen w e eigenlijk over. Huize Methusalem komt helemaal niet op het Sparta-veld, dus het fusiefeest gaat gew oon niet door". "Kijk, voor mij w as het feest, maar voor de boom betekende het het einde. En dat bedoel ik nou". -kk-
10/1994
* * * De Spiegel * * * De eerste trainingen zitten er op. Dat heeft w eer pijn gedaan. Vreselijk pijn gedaan. Gutsend van het zw eet over dat trainingsveld sjokken. Wat zeg ik...sjokken? Welnee, slepen. Nog erger, slingeren bij sommigen. Met de hand naar de pijnlijke zij grijpen. Neervallen en niet meer overeind kunnen komen. Afhaken en naar de bosjes toe, om te kotsen. In de kleedkamer niet meer kunnen bukken, om schoenen aan te trekken. De volgende morgen niet normaal van de trap afkunnen. Volkomen verstijfde achillespezen. Verbijstering, w ant vóór de vakantie ging het allemaal nog zo soepel. Toen mocht een w edstrijd zelfs langer dan anderhalf uur duren. Overigens komen stijve spieren niet alleen aan het begin van het seizoen voor. Ik herinner me een verhaal van mijn zw ager Berend Schop en dat speelde in zijn gloriejaren bij "Schagen". Verra w as daar de trainer, maar bij ontstentenis van de generaal nam rechtsback Cees Speets het over. Op zekere donderdagavond w as zulks w eer eens het geval. Tot de spelersgroep behoorden meerdere Schoppen, allen spelers van zaalvoetbalclub Scagha '66. Speets zelf speelde in de zaal bij Les Frères, destijds een gevreesd hoofdklasser. De avond na deze training zouden Scagha '66 en Les Frères elkaar ontmoeten in een bekerduel. Speets liet de selectie van "Schagen" die donderdag kikkersprongetjes maken, hij joeg ze over hindernissen, ze moesten touw tje springen, tot die jongens er gek van w erden. Aan het eind van de training riep de leperd tegen het gezelschap dat steunend en kreunend de douches opzocht: "Tot morgenavond, jongens!". De volgende avond leed Scagha een zeldzame nederlaag in de strijd om de rayonbeker. De bovenbenen van de Schoppen deden pijn bij elke stap die ze gaven. De heren w aren niet vooruit te branden. Ook om te lachen en een goede looptraining is het volgende. In een w espennest trappen en vervolgens in gestrekte draf door het bos gaan. Een ziedende zw erm w espen in de achtervolging. Na 50 meter hijgend omkijken, of het dodeneskader nog volgt. Constateren, dat dit het geval is en overgaan in volle galop. Dan na 200 meter hopen, dat de achtervolging gestaakt is. Huilende kinderen troosten. Wespesteken tellen. Uien doormidden s nijden en tegen de zere plekken drukken. Mijn vrouw had acht steken. Onze kleuter had er tw ee. En de oudste had er nul. Die heeft de snelheid van papa, mogen w e hieruit opmaken. Ja, papa had er ook nul. Ik w as die avond bij de tent gebleven, omdat ik toevallig eens geen zin had in een speurtocht door het bos. Overigens sloeg de paniek later op die avond nog een keer toe. Ook de training w erd hervat. Toen mijn vrouw namelijk haar trui w ilde uittrekken, kw am er een w esp onderuit die kennelijk enige uren vastgezeten had. Ik heb zelden iemand zo snel een trui zien uittrekken. Daarna w as ik getuige van een tw eede achtervolgingsscène. Alleen de rollen w aren ditmaal omgekeerd. Het insect w as duidelijk versuft en zigzagde sloom door de slaapcabine. Het vrouw beest daarentegen w as hevig opgew onden en joeg de prooi als een dolle achterna. Natuurlijk kreeg ze de w esp die daar als het w are dat hele nest vertegenw oordigde op grandioze w ijze te pakken. En zo w erd het toch nog een mooie nacht. Het stonk alleen zo ellendig naar uien. -kk-
11/1994
* * * De Spiegel * * * Wie zoals ik in een groen shirt geboren is, die zal zijn leven lang moeite houden met het dragen van een shirt van een andere kleur. Vooral geel. Ook als het om een andere sport dan veldvoetbal gaat. Omgekeerd komt iemand die van huis uit met geelzw art is geïnfecteerd nooit meer van die besmetting af. Groenw it is dan een beetje vies. Ik moest me onlangs melden in de Spartahal voor één van de voorbereidingstoernooien. Het zou mijn debuut w orden bij de Nick Yellow Stars. Mijn oude club Eagles is opgeheven. Yellow Stars dus. Een fijne club om bij te gaan zaalvoetballen. Met slechts één enkel bezw aar: het shirt is geel! Des te troostvoller w aren de w oorden van de managing director van de Spartahal die mijn gemoedstoestand heel goed aanvoelde: "Goedenavond Kees. Hartelijk w elkom in dit bedrijf. Je w ilt vanavond testen, of het scorend vermogen er ook bij je nieuw e club nog is? Alleen zal dat gele shirt w el niet je voorkeur hebben...". Al eerder schreef ik over het clubhart dat tegenw oordig niet meer klopt zoals vroeger. Ik blijf daar moeite mee houden. (Al hoeft natuurlijk niemand te w eten, dat ik de tegenstelling graag cultiveer in verband met deze rubriek). Maar neem nou zo'n Jurgen Botman van "Schagen". Afgelopen seizoen met voorsprong de beste man bij de geelzw arten. Huis gekocht in plan "De Veert" in Nieuw e Niedorp. Daarom voetbalt hij dit seizoen bij VZV uit 't Veld. De reden...? Schrik niet: 't is dichterbij. Echt w aar, vanw ege de afstand verw isselt zo'n jongen zijn 'eigen' "Schagen" voor een dorpsclub als VZV. Tuurlijk, Botman mag dat zelf w eten. VZV is bovendien net kampioen gew orden van de vierde klasse KNVB, dus qua nivo doet hij niet eens een stap terug. Maar ik ben gew oon verbijsterd, als ik zoiets lees. Huis gekocht in Nieuw e Niedorp en vanw ege de afstand... Tja, vanw ege de afstand. En hoeveel kilometers liggen er nou helemaal tussen 't Veld en Schagen, denk ik dan. Zijn het er zes? Zijn het er misschien zelfs zeven? Tjongejonge. Iedereen rijdt in zijn vakantie rustig 1500 kilometer, om bij de zuidkust van Bretagne te komen. Voor een nieuw e broek pakken w e de auto naar Alkmaar of Amsterdam. Maar voor de voetbaltraining is het een bezw aar, om zes, vooruit zeven kilometers om te rijden. Wat denkt U, zal Gerrie Mühren ook om de afstand in 't Veld zijn gaan voetballen? Kw am die niet uit Volendam? Ineens schiet mij te binnen, dat een collega van Botman, een goede keeper, ook ooit de overstap maakte vanuit het Schagense naar 't Veld. Die zou hem beïnvloed kunnen hebben. Maakt niet uit. Wist U trouw ens, dat die huizen in plan "De Veert" vreselijk gehorig zijn. Ik sprak laatst een vrouw die er ook een huis had gekocht. Van een schitterend pand in Den Helder verhuisd naar plan "De Veert" in the middle of now here. Wilde hardhollend terug. Botman volgend jaar gew oon w eer bij "Schagen"? -kk-
12/1994
* * * De Spiegel * * * Het begon op het schoolplein van de Aloysius. Aan de ene kant het doel met de pilaren. Aan de andere kant het doel van rooster en vuilnisbak. Daartussen speelden w ij partijtjes, partijtjes en nog eens partijtjes. Fanatiek, bloedserieus. Hele middagen, hele avonden. Hoogstens onderbraken w e de pot op sommige avonden, om op het dak te klimmen. Vanaf het dak kon je door de hoge ramen in de gymzaal kijken. Dat w as, om naar "meiden-mettieten" te kijken. Nou ja, pubers w aren w e op zeker moment en nu eens kreeg de een last van zijn hormonen, dan w eer de ander. Maar vooral leerden w ij op het plein van de Aloysius voetballen. We w erden er balvaardig en vrienden. Groenw itte vrienden w elteverstaan. De Aloysius w as immers de Katholieke school, dus hofleverancier van de Katholieke club. Bij SRC doorliepen w e bijna alle rangen. De pupillen, de adspiranten, de junioren, tenslotte de senioren. Aan de veteranen zijn w e beiden niet toegekomen. In de senioren kw am ik niet verder dan het tw eede elftal plus een enkele invalbeurt in het vlaggeschip. Die andere Cees w erd vaste keus voor het eerste elftal. Maar niet voor al te lang. Want allebei studeerden en w oonden w e op zeker moment in Amsterdam. Op maandagmorgen dronken w ij altijd samen koffie in de hal van de Oudemanhuispoort. De pedagogen hadden daar w ekelijks een paar hoorcolleges. Voor de juristen w as dat complex de thuisbasis. Als w e een beker koffie hadden bemachtigd, liepen w e van het buffet naar de immense trap en gingen zitten met een verse Volkskrant. Waarom een Volkskrant?, zult U zeggen. Niet in de eerste plaats, omdat w ij als kritische producten van de universiteit door een progressief dagblad gevoed w ilden w orden. Dat w as, omdat die krant op pagina 2 van het sportkatern een overzicht gaf van alle amateurvoetbaluitslagen van heel Nederland. Dat w il zeggen, van de KNVB. Niet van het afdelingsvoetbal. Dus w at deden w ij op maandagmorgen steevast met een grijns op het gelaat? Snel pagina 2 van "de sport" opslaan en met de vinger naar het zondagvoetbal in West 1. Razend nieuw sgierig w aren w ij naar w at SRC gisteren had gedaan. Als ze verloren hadden, dan keken w e gauw bij de andere club uit onze geboortestad. Gelukkig, "Schagen" had ook verloren, konden w e dan meestal vaststellen. En als SRC gew onnen had, dan keken w e niet eens meer naar de geelzw arten. We vouw den vergenoegd de krant dicht en gingen over tot de orde van de dag. Het is jaren later. SRC en de gemeente Schagen ruziën om veertig mille, kopte de Schager Courant op dinsdag 13 september. Het betreft jeugdsubsidies over meerdere jaren w aar SRC gezien haar riante financiële positie in de ogen van het gemeentebestuur in het geheel geen recht op heeft. Veertig mille, dat is natuurlijk w el de moeite w aard, om een robbertje om te vechten. Als de gemeente zich op een dergelijk standpunt stelt, dan moet men van goeden huize komen, w il men daar verandering in aanbrengen. Al zijn daar w el degelijk voorbeelden van. Volgens de krant spitst de zaak zich toe op de vraag, of de jeugdafdeling als een zelfstandige, arme, dus subsidiabele club binnen de club moet w orden gezien of als een arm onderdeel van een rijke organisatie. Uit ervaring w eet ik, dat er bij zo'n beroepszaak meer speelt. We zullen het horen op 28 september. Leuk, dat namens SRC meester Dekker de degens kruist met de gemeentelijke beroepscommissie. Want hij w as de vriend van hierboven. Het groenw itte hart zit nog op de goede plaats. kk13/1994
* * * De Spiegel * * * De subsidie-aanvragen van de sportverenigingen w aren standaard in Niedorp. Tenminste, toen ik daar nog in mijn uppie ambtenaar w elzijn w as. Jaar in jaar uit w erd door elke club een overzicht van het aantal (jeugd-)leden ingediend. Pro forma ging er ook een begroting en een jaarrekening bij, maar de subsidiemethodiek w as simpel: per jeugdlid een bedrag. Bij de zaalsporten ging het om f 15,- en bij de buitensporten ging het om f 9,-. Naar de financiële positie van de verenigingen w erd feitelijk niet gekeken, al drong de afdeling financiën, w aar een andere mentaliteit heerste, herhaaldelijk aan op een herziening van het subsidiesysteem. De gemeentesecretaris vond vooral belangrijk, dat de clubs zich hielden aan de termijn van indienen. Het ging tenslotte om overheidsgelden en dan mocht men best een zekere discipline aan de dag leggen, w as de redenering. Maar ook met die instructie lichtte ik w eleens de hand. In eendrachtige samenspraak met mijn w ethouder overigens, Jan Barten van het CDA. Als ik hem w eleens meldde van:"Jan, moet je luisteren, de indieningstermijn is verstreken en ik mis nog de aanvragen van vier sportclubs, tw ee zangkoren, van de speelotheek en... even op mijn lijstje kijken, o ja, verder nog van het bestuur van Historisch Niedorp", ach, dan zei Jan de meeste keren: "Kees, geen punt van maken, bel ze allemaal effe op of stuur een briefje, dat ze gauw afkomen met hun formulier. Zet er maar in, dat ze anders het risico lopen hun subsidie voor een jaar mis te lopen". Als dan na een paar w eken een club nóg in gebreke w as gebleven, dan kon ik er w eleens niet onderuit. Vooral niet, als de secretaris het in het snotje had. Zo moest ik enig jaar tennisclub "De Kogge", w aar een zw ager als spelend lid en ook bestuurlijk bij betrokken w as, sanctioneren. De club liep voor dat jaar de jeugdsubsidie mis. U begrijpt, dat ik op de eerstvolgende verjaardag na dat incident onder vuur heb gelegen. Meer om het principe trouw ens dan om de pegels, w ant het ging maar om vierhonderd gulden. In de zaak die nu speelt tussen SRC en de Gemeente Schagen gaat het om een bedrag van 40 mille. Da's een ander gebakje. Het verschil met Niedorp zit 'm hierin, dat Schagen dus w él de financiële positie van een vereniging w enst te betrekken bij de beoordeling van een subsidieverzoek. In Niedorp had ik daarover ook steeds w eer discussie met 'financiën'. Hun standpunt w as, dat een vereniging die financieel goed draaide w el buiten een gemeentesubsidie kon. Ik bleef volhouden, dat het niet billijk w as, om clubbesturen te straffen voor goed beleid in plaats van ze te steunen. Bovendien w as het in de meeste gevallen zo, dat die clubs goed boerden dankzij de subsidiegelden. Zonder de steun van de gemeente zouden ze ook van lieverlee aan de bedelstaf geraken. "Dat zien w e dan w el w eer" w as de repliek van de boekhouders, "eerst eens slachten". Ik heb ze lang tegen kunnen houden. Maa r w ie houdt ze in Schagen tegen? -kk-
14/1994
* * * De Spiegel * * * Er is niet zo heel veel voor nodig om tw ee kleine kinderen aan het janken te krijgen. Tikkie, duw tje, kneepje..., maak maar af de reeks. Als de grote mensen het niet doen, dan maken de kleintjes elkáár het leven w el zuur. Ga eens gedurende het speelkw artier op een w illekeurig schoolplein staan. Geheid, dat ergens ruzie ontstaat. Meestal meldt de verliezende partij zich even later bij de juf of meester die pleinw acht heeft. Klagen, dat die en die hem of haar liet struikelen of een stomp gaf of tegen de muur kw akte of een knikker afpakte of in het gezicht spuwde of..., maak maar af de reeks. De juf of meester roept bij een serieuze klacht de andere partij erbij. Die moet zich verantwoorden voor het w angedrag. Meestal w ordt in alle toonaarden ontkend, dat er sprake was van strafbare feiten. Integendeel, het w as juist de aanklager die de ongeregeldheden opende. Elke jongen roept op dat moment de klassieke w oorden: "Hij begon" Een meisje bezigt uiteraard de vrouwelijke variant, al komt dit laatste aanmerkelijk minder voor. Jongens en mannen, dat zijn de vechtersbazen op deze w ereld. Neem Joegoslavië. Een peloton Serviërs heeft bij een aanval op één of andere moslim-enclave een groep vijanden gedood. Een w oordvoerder van de moslims klaagt voor de camera de Serven aan. De Servische voorman Karadzic zegt, dat niet zijn troepen het vuur hadden geopend. Nee, de moslims w aren de strijd begonnen. "Net kleine jongens" reageert mijn schoonmoeder doorgaans op zulke berichten en ze heeft nog gelijk ook. Waar ook menige schop, duw , klap, kopstoot en afijn, maak de reeks gerust af, w ordt uitgedeeld, dat is natuurlijk op het voetbalveld. Er w orden weinig wedstrijden gespeeld zonder één w anklank. Altijd w ordt wel een aanvaller neergelegd. Of er w ordt een stuk textiel opgerekt. Of een verdediger krijgt tijdens een luchtduel een elleboog in het oog geplant. Of een keeper raakt geblesseerd bij een kamikaze-redding. Of...de reeks dus w eer afmaken. Hoe vaak zien w e de speler die van de scheidsrechter een vrije schop tegen krijgt of een gele kaart de vermoorde onschuld spelen. Handen ten hemel geheven. "Maar scheidsrechter, ik deed niks". En druk w ijzen naar die ander en met gebaren duidelijk maken, dat die veel te hard inkw am of te laag kopte of zijn achterste gebruikte of...reeks. Daar zien w e het w eer: hij begon. Als ik in de spiegel van mijn voetballoopbaan kijk, dan heeft fysiek geweld vooral plaatsgehad in de A-junioren. Het is de periode, w aarin iedere speler zich wil onderscheiden en w aarin tevens de groepscode heel belangrijk is. In een partij tegen Helder w erd ooit Jack Ploeger zo grof onderuit geschopt zonder bestraffing door de scheidsrechter, dat wij als collectief van het veld stapten en de kleedkamer opzochten. Pas na een goed gesprek met de arbiter w aren wij bereid de w edstrijd te hervatten. Veel sportiever w erd het er overigens niet op, maar als groep hadden w e een daad gesteld. We hadden Helder aangeklaagd w ant... zij w aren begonnen. Zelf w as ik spitsspeler in de juniorentijd. Wekelijks w erd ik dus op de huid gezeten door de voorstopper van de tegenstander. Om het gew eld van de bew aker te miniseren, heb ik me toen een bew eging eigen gemaakt die flink w at rendement opleverde. Zodra ik w erd aangespeeld en de voorstopper van achteren inkw am, tikte ik de bal erlangs n in de draaibew eging haalde ik met een vuist op maaghoogte vol uit. Voor de scheids w as het net of ik met mijn armen zw ierde, om langs de directe tegenstander te glippen. Floot hij w èl, dan kon ik altijd nog mijn handen omhoog doen en roepen:
"Scheids, ik deed niks, Hij begon!"
-kk-
15/1994
68
* * * De Spiegel * * * Op de sportpagina van het Schager Weekblad las ik in de afgelopen w eken tot tw ee keer toe een hinderlijke opmerking verband houdende met de opheffing van SRC-Handbal. Het handbalbestuur heeft in overleg met de overgebleven leden besloten zichzelf op te heffen en de redactie van het Schager Weekblad vindt, dat SRC dus (let op dit w oordje "dus") moet toegeven, dat het besluit van vorig jaar om op eigen benen door te gaan een kapitale blunder is gew eest. Ik ben het daar absoluut niet mee eens! SRC-Handbal heeft gew oon op tw ee verschillende momenten in haar geschiedenis tw ee zeer respectabele besluiten genomen. Hier past in het geheel geen hoon. Vorig jaar presenteerde toenmalig handbalvoorzitter Bakker zijn bestuur en leden een voorstel om te fuseren met "Schagen". Bakker had nogal w at tijd en energie gestoken in besprekingen en een fusiedocument. Het had er lange tijd de schijn van, dat hij de handbalafdeling van SRC zover w ist te krijgen. Op het laatste moment echter w erden de fusieplannen afgeschoten. SRC w enste SRC te blijven ondanks sombere vooruitzichten. Waarom? Waarom w il elke club zijn eigen veld en zijn eigen honk? Waarom w ilden Asterix en Obelix niet onder het juk van de Romeinen door? De identiteit. Het bew aren van de eigen identiteit. Ik denk, dat dat de verklaring is. Kijk, een import-Schagenaar zal het misschien w orst w ezen, of zij of hij handbalt of voetbalt bij "Schagen" of SRC. Het enige w at telt zijn de afstand tot het veld, de hoogte van de contributie en de hoeveelheid activiteiten voor de jeugd. Maar voor geboren en getoge n Schagenezen heeft de keuze voor SRC of "Schagen" te maken met maar één ding: je achtergrond. Oftew el: het milieu, de kerkelijke gezindte, de w ortels. Zo is het en niet anders. En ik denk dat het dat sentiment is gew eest dat vorig jaar het gros van de handballeden w eerhield van een fusie met "Schagen": Een SRC-er kiest niet voor "Schagen". Punt uit. Er is meer in het leven dan fusies, haalbaarheidsonderzoeken, compromissen, grootgroei, overlevingsstrategie en al dat moderne managementjargon. Er bestaan gelukkig nog oude w aarden als eer, identiteit, traditie, kleinschaligheid, saamhorigheid en trots. En dan nog iets. SRC als club kende haar trots, maar vooral voelde men op het beslissende moment geen gelijkw aardigheid met "Schagen". SRC w eigerde te fuseren, als fuseren inhield: opgaan in de grote tegenstrever. SRC w enste als kleine kruidenier niet te w orden opgekocht door de supergigant. Liever nog het failissement dan dat. Gelet op bovenstaande moet het besluit tot opheffing van "SHC", zoals de handbaltak in het verleden heette, niet w orden gezien als het gevolg van "een kapitale blunder" uit het verleden, maar als een staaltje bestuurlijke heroïek.
-kk-
17/1994
69
* * * De Spiegel * * * Laatst keek ik in de spiegel van de kapper. De kapper bracht het gesprek op voetbal. De regionale clubs w erden onder de loupe genomen en in het byzonder kw am het gesprek op de Schager "topteams". De kapper die in het verleden zelf ambities als trainer heef t gehad schamperde, dat bij S.V. Schagen de trainer het natuurlijk w eer gedaan had. En om de SRC-trainer had de friseur, die mij gelukkig nooit friseert, moeten lachen, w ant in een w eekendkrantje had die bew eerd dat de groenw itten in de eerste seizoenshelf t alleen terecht van Texel hadden verloren. Verder w as SRC alle partijen gelijkw aardig aan de tegenstander gew eest, alleen de doelpunten w ilden er niet in. "Nou, je bent geen 10 van de 11 w edstrijden onmazzel, hoor. Ik denk, dat Bob een beetje te w einig materiaal op het veld heeft staan" veronderstelde de kapper en hij zw aaide met de schaar angstig dicht langs mijn w impers. Omdat het mij te link w erd in die stoel meende ik er goed aan te doen het gesprek voorzichtig in de richting van een succesteam te manoeuvreren. De SRC-zaterdag dus! "Klasse hé, w at Berend Schop en Siem Burger met Zaterdag 1 doen. Er staat al jaren een aardige ploeg, maar met Berend aan het roer krijgen ze ineens de geest. Alles w ijst erop, dat die jongens klasse, w erklust en kameraadschap combineren. Dat is een succesformule. Berend w as zelf ook altijd zo'n solidaire voetballer. Als hij bij Scagha scoorde vierde hij nooit een feestje in zijn eentje w at je tegen-w oordig zoveel ziet. Niks, hij stekkerde meteen naar de man van de assist en bedankte hem. Die instelling brengt hij op de een of andere manier over op die ploeg. Is dat niet prachtig?" "Meen je dat nou echt, Kees?" reageerde de snijder. Ik vermoedde onraad. Had ik deze lofrede maar niet afgestoken. De kapper vervolgde zijn treurzang over de gebreken van Schagen en SRC met een heuse litanie over het zaterdagvoetbal. Terw ijl hij zijn tondeuse op mijn slaap zette bracht hij kw aad naar voren, dat zaterdagafdelingen de doodsteek voor een vereniging betekenen. Bij elke lettergreep van "doodsteek" leek de man zijn gereedschap een stukje dieper onder mijn hersenpan te w illen drijven. Uit angst voor een electroshock zat ik stokstijf voor de spiegel, maar de kapper w as niet meer te houden. "Kijk toch bij SRC. Er lopen er bij de Zaterdag 1 een stuk of vier, vijf die in de Zondag 1 horen te voetballen. Dan is er met die hele Zondag geen vuiltje aan de lucht." Voorzichtig bracht ik naar voren, dat zo'n ontw ikkeling niet meer te keren is en de kapper zette de tondeuse op mijn andere slaap. Ik zei, dat het bij Schagen trouw ens niks uitmaakte. Dat bracht hem w at tot bedaren. "Nee, maar die hebben hun beste spelers bij andere clubs lopen. Ook zo stom!"
En zo kabbelde het gesprek nog w at voort. Toen ik w eer buiten stond nam ik me voor deze kapper ondanks de risico's aan te bevelen bij de leden van SRC. Voor een frisse kijk op de voetballerij: Jeits Bremer op de Loet. -kk-
19/1994
70
* * * De Spiegel * * * De gemeenteraad dekte helaas B & W in de laatste raadsvergadering van het afgelopen jaar in de rug. Raadsbesluit: SRC moet ontvangen subsidiegelden ter hoogte van veertigduizend gulden terugbetalen. Dat is geen kattepis. SRC heeft bezw aar aangetekend tegen dit gemeentelijk besluit. De bezw arencommissie van de gemeente zal eerdaags w el een vergadering uitschrijven, w aarin zow el SRC als de gemeente zullen w orden gehoord. In een eerder stadium w as al zo'n vergadering belegd. Die w erd echter op het laatste moment om procedurele redenen afgeblazen. Ik had nota bene voor SRC's juridisch vertegenw oordiger en mijzelf al een plaatsje aan de stamtafel van "De Roode Leeuw " gereserveerd voor na afloop. Het hoefde niet. Overigens door toedoen van advocaat Dekker himself die w el zo attent w as mij bijtijds op de hoogte te stellen van het niet doorgaan van de vergadering. Onze jurist had de gemeentelijke subsidie-verorde-ning nagevlooid en gevonden, dat het besluit om een vereniging ontvangen subsidie te laten terugbetalen niet door B & W mag w orden genomen. De raad moet dat besluiten. U zult zich afvragen, w aarom meester Dekker het zo belangrijk vond om de kw estie door de gemeenteraad te laten behandelen. Afgezien van het formele argument vermoed ik, dat hij hoopte op verdeeldheid binnen de gemeenteraad. Sterker nog: op afw ijzing van het voorstel van het college van B & W. Maar jammer genoeg voor SRC zijn de tijden voorbij, dat het CDA in Schagen de lakens uitdeelde. Niet zelden w aren raadsleden van het CDA ook (oud)bestuursleden van SRC. Ik zeg al, die tijd is gew eest. En dat bleek ook in de raadsvergadering van december. Niet één tegengeluid. Men schaarde zich zelfs unaniem achter het collegevoorstel. Opeens bedenk ik me, dat Hans Jong tegenw oordig in de raad zit voor Duurzaam Schagen. Dat is toch een SRC-er? Had die niet van leer moeten trekken? Zeg Hansepans, het ging om 40 mille voor je club, jongen! Geen gelul over fractiediscipline alstublieft. Niet het groene hart moet spreken, maar het groenw itte. Gew oon mond opendoen in die raad. Dat doe je ook, als het over de kantine van het zw embad gaat. Als het goed is komt er een herkansing via de serie: advies van bezw arencommissie, collegestandpunt, raadsbesluit. Dus de volgende keer w ordt er op je gerekend. Jatoch? Alle zeilen moeten w orden bijgezet, nu SRC in de penarie zit. Zo ben ik persoonlijk een midw eek op stap gegaan met de chef financiën van het gemeentehuis. Uiteraard heb ik hem naar zijn mening gevraagd over de subsidieaffaire. Waarom subsidie afpakken van een club die toevallig w at eigen vermogen heeft opgebouw d? Ik w ilde w eten of ik nou goed begrepen had, dat de gemeente SRC w ilde gaan straffen voor goed beleid...? De rekenmeester van de gemeente bew eerde, dat dat w el even anders lag. Termen als "rommelig" en "onduidelijkheid bij onderdeel kantine" kw amen voor in zijn betoog. Ik zei, dat ik in mijn ambtenarenpraktijk in Niedorp nooit anders had meegemaakt en dat de mantel der liefde daarvoor een prachtig instrument w as. Wat voor zin heeft het, om een club tot de bedelstaf te brengen, w aarna die club w eer bij de gemeente langsmoet
71
om de hand op te houden? Maar nee... SRC zou w orden gestraft voor slecht beleid. Echte ambtenaar, altijd loyaal aan de baas. -kk-
1/1995
****** De Spiegel ****** Ze liep de laatste maand als een eend, mijn vrouw . Het w as w aggelen w at ze deed. Mensen, kinderen, w at kunnen zw angere vrouw en zw aar zijn. De laatste w eek strompelde ze door het huis op een manier...het w as of ze elk moment in tw eeën kon vallen. Evenzogoed moest ze er af en toe uit. Dan ging ze - eigenw ijs als ze is- nog even naar de bibliotheek. Zw ager Schop kw am ons een van de laatste dagen voor de bevalling daar nog tegen. Hij dacht dat ze daar zou bevallen, zó moeizaam bew oog ze zich voort. Ik zei: "Als het maar w el bij de kinderboeken is." Ik had af en toe met haar te doen. Vooral als ze de trap op moest en dat hele gew icht moest mee. Of als de baby haar met een gemene trap in haar milt naar het plafond joeg. Ook irritant w aren de nachten, w aarin alles erop w ees dat onze zoon naar buiten w ou. Dan w as het na enkele uren onder de hete douche en aan de koffie als met Sam en Moos die naar Parijs gingen: ze gingen niet. Maar hij is er dan toch. Onze zoon. En toen ik aangifte deed bij de burgerlijke stand kw am ik op de gedachte om tevens aangifte te doen bij voetbalvereniging SRC via de column in de Facet. Tenslotte gebeurt het hoogst zelden, dat er een klassespits w ordt geboren. Is het geen heerlijk idee dat met een jaar of vijftien de doelpunten bij SRC 1 als rijpe appelen van de boom vallen? Het zal nog een toer w orden, om die jongen voor het groen-w it te behouden. Want laten w e eerlijk zijn, gasten van die leeftijd die aanbiedingen krijgen van AZ, van Volendam en -één deurtje verderop- het grote Ajax die moeten sterk in hun schoenen staan. En verstandige ouders hebben. Maar het is nog niet zover. Mijn vrouw w ilde de dag na de bevalling een volleybal in de w ieg hangen. Ik zeg:"Wat doe je nou?" Ja, ze had ergens gelezen, dat de ouders van Agassi een tennisbal in zijn kribbe hadden opgehangen en nu is hij tennismiljonair. Waarop ik inbracht dat w e die volleybal dan maar heel gauw door een voetbal moesten vervangen, een "vijfje" had ik persoonlijk gedacht. Waarop mijn vrouw zich w eer afvroeg, hoe ik zo zeker kon w eten, dat het een voetballer zou w orden. Nou, daarvoor had ik voldoende argumenten. Ik refereerde nog eens aan al die schoppen die hij al had uitgedeeld, terw ijl hij nog in de baarmoeder w oonde. Wat te denken van zijn ogen, toen zich onder de vele cadeautjes een groenw it kamizooltje bleek te bevinden. Hij pakte dat duidelijk met meer genoegen uit dan al die auto's en rammelaars. En dan w as er nog die brutale vraag van hem vrijw el onmiddellijk na de geboorte:"Zeg pap, zal ik de F-jes meteen maar overslaan? In de E-tjes leer je toch w eer wat meer en des te eerder ben ik klaar voor het grote w erk in het eerste." Ik heb hem uiteraard de w acht aangezegd, w ant als je zulke haantjes niet kort houdt... Maar ik bedoel maar, die jongen moet op voetbal. Wat denkt U, dat hij drie dagen later naar me fluistert, terw ijl zijn moeder een fles voor hem klaar maakt? "Pap, hoe voelt dat nou als je met een nulletje of zes voorstaat?"
72
-kk-
4/1995
73
* * * De Spiegel * * * Ab Ploeger als coach van Scagha '66. Dat is nou nog eens een benoeming, waarvan de voetballiefhebber in de regio zegt:"Perfect!" De juiste man op de juiste plaats. Geheel passend in de traditie van de club. In de Schager Courant stond vorige week een interview met Ab afgedrukt, waarin hij een paar behartenswaardige dingen zei. Ik kom daar straks op terug. Maar eerst even dat van Ab Ploeger wordt beweerd dat hij de beste zaalvoetbalspits is die er is geweest. Aldus memoreerde de schrijver van het stuk in de krant. En daar had hij gelijk in. Dat wordt inderdaad beweerd. Maar er zijn ook mensen die Ab een "pieler" vonden. Zo'n speler die vanaf de middenstip drie man voorbij pingelt, stug naar de vloer blijft kijken, nog eens drie man voorbij pingelt en dan tot de ontdekking komt dat het dezelfde drie waren en dat hij weer terug is bij de middenstip. Ik vermeld het niet om zijn grote kwaliteiten af te vallen, maar om een zaligverklaring te voorkomen. U leest straks wat er met heiligen gebeurt. In het interview bepleitte Ab voor Scagha herstel van respect en waardering in de ploeg. Aandacht voor sfeer, voor coherentie in een team achtte hij meer zijn taak dan het afstropen van de regio op jacht naar getalenteerde spelers. Wie zulke woorden in 1995 in de krant leest, diens hart stroomt vol. Wat een schril contrast met mijnheer Heslinga, getalenteerd speler van HRC die een week eerder in de krant stond en die zich bereid verklaarde met elke club te praten over een transfer. Mijnheer Heslinga hoeft Ab Ploeger van Scagha dus niet op audiëntie te verwachten. Ik zou zelf wel graag even langsgaan. Met een bijl. Denkt U niet verkeerd. Ik zou de Heilige Heslinga mee willen nemen naar een bos in Drenthe. "Kijk Hes, dit is een boom. Die moet om. En dat daar is ook een boom. Die moet ook om." Moet U eens opletten hoe zo'n jongen opknapt. In een week tijd een ander mens! Ik vond trouwens dat Ab in het artikel een beetje op twee gedachten hinkte. Enerzijds terug naar oude waarden, anderzijds de realiteitszin dat het nu anders toegaat dan in zijn succesperiode. Verder vraag ik me af of het ideaal van een sterk reserveteam zal worden verwezenlijkt. Voorheen was Scagha toonaangevend. Ook voetballen in Scagha 2 was een eer. Daar liepen spelers die anno 1995 allemaal bij een hoofdklasser of topklasser terecht hadden gekund. In de laatste tien jaar is het zaalvoetbal genivelleerd. Iedere 16-jarige die een deuk in een pakkie boter kan schieten wordt tegenwoordig gevraagd door Salao of Van Geelen of d'Olde Smidse voor mijn part. En gevraagd worden, dat streelt. Dus die kweekvijver van Ab bij Scagha 2...ik vrees dat die leeg blijft. Het talent zal verspreid blijven over de regio. Maar dat de nieuwe coach wil werken aan teamgeest, spirit, respect als vroeger in "zijn" Scagha 1, daar geef ik hem groot gelijk in. -kk
74
6/1995
* * * De Spiegel * * * De dagen van samen met mijn zoon naar het SRC-complex zijn nog niet aangebroken. Hij is zeven w eken. "Maar als hij nou op ballet w il?" Die pijnlijke vraag w erd mij laatst voorgelegd. Uit de mond van een andere voetbalvader heb ik eens horen zeggen: "Dan breek ik zijn teentjes." Oefenen op de begeleidersrol doe ik intussen met mijn meiden. De kleuter zit op zw emles. Dus w ekelijks naar "De Wiel", helpen met uitkleden, helpen met aankleden. Als ik te ruig met de handdoek te w erk ga kan ik een sneer krijgen, w ant ze heeft temperament. Soms is er een kijkles en dan sta ik met de papa's en mama's om het bassin heen. En ik klap even hard mee voor de capriolen in het w ater. Op kijkdagen gaan w e langs de snoepautomaat naar huis. De oudste is zeven. Als het aan haar had gelegen had ze de afgelopen jaren al op zw emmen, op gym, op ballet, op tennis, op handbal, op jazzballet, op minivolleybal, op gym (tw eede keer) en op w aterpolo gezeten. Zo ongeveer om de maand hoort ze van een klasgenootje of een vriendin dat die op skieën of op paardrijden zit en vervolgens w ordt er thuis een verzoek ingediend. Op paaszaterdag w as de uitvoering van de balletschool en daar deed ze aan mee. Dus papa samen met de kleuter naar Den Helder, w ant het spektakel zou plaatsvinden in schouw burg "De Kampanje". Onderw eg viel ons het grote aantal auto's met w itte nummerplaten op. Toen ik had verteld dat dat Duitsers w aren zei de kleuter:"Pap, ik kan al w at zeggen tegen de Duister." Ik vroeg natuurlijk w at dat dan w as en ze zei trots:"Lion King!" Waarmee voor mij deze paaszaterdag al een succes was en toen moest de balletvoorstelling nog beginnen. In "De Kampanje" voerden 290 leerlingen van de balletschool hun kunsten op. Hartstikke mooi. Vooral voor meisjes. Er mochten geen foto's gemaakt. Dat deed Willibrord Beemster. Wil knipte drie uur lang foto's, alsof hij in één keer de zestig mille moes t terugverdienen die eerder in de w eek uit zijn w inkel w aren gestolen. In de zaal zorgden ouders, opa's en oma's en andere verw anten voor een minstens zo mooi spektakel. Ze riepen en zw aaiden naar hun eigen hoofdrolspeelster op het podium of op het balkon, alsof ze hen voor de laatste maar dan ook echt voor de allerlaatste keer zagen. Tijdens het tw eede nummer vroeg de kleuter naast mij w anneer haar zus kw am. Die kw am in het vierde nummer. Toen die haar hoofdrol tot een goed einde had gebracht, vroeg de kleuter w anneer het afgelopen w as. Als begeleider kreeg ik het even benauw d, w ant er w aren nog 24 nummers te gaan. Ik zei geheel naar w aarheid, dat dat nog lang zou duren en dat ze het tot de pauze in elk geval moest volhouden. Waarop ze zei dat ze moe w as. Ik trok haar op schoot en in de duisternis sliep ze vrijw el meteen in. Op de terugreis kw am het gesprek op zw emmen, w ant de kleuter vond zw emmen toch leuker dan ballet. We noemden samen de toeters en bellen van "De Wiel" op en van het zw emparadijs in Egmond, w aar w e kort geleden zijn gew eest. Suisbuis, bubbelbad, w ildw aterbaan... Opeens klonk
75
het achter me:"En een stoel die vanzelf gaat." Ik moest even nadenken. Toen had ik hem w eer in beeld: de traplift voor gehandicapten. -kk-
7/1995
76
* * * De Spiegel * * * Uit mijn ambtelijke carriere herinner ik me landerige voorjaarsmiddagen, w aarop stapels paperassen en ledenlijsten van verenigingen de revue passeerden. Bij de jaarlijkse ronde van de subsidieverzoeken maakte zich doorgaans een zekere meligheid meester van de ambtenaren na inspectie van de zoveelste begroting. Veel verzoeken keerden jaarlijks in exact dezelfde vorm terug. Ook dat van een club met de naam "Kunst na Arbeid". Een collega riep steevast met hun verzoek in de hand:"En hier hebben w e de club die voor 180 piek een heel jaar Kut na Arbeid koopt. Wie kan ze dat nazeggen? Zulk goedkoop vermaak moet gesteund w orden." Niet elk subsidieverzoek ging zo over tafel. Er w as een verband tussen de hoogte van de bedragen en de mate van ernst bij de w eging. Storend w as het als een vereniging niet de moeite had genomen, om gegevens compleet aan te leveren. Soms ontbrak een ledenlijst. Soms w erd uit de financiėle stukken niet duidelijk met w elk doel een vereniging aan het reserveren w as. Meestal w as dat trouw ens vanw ege toekomstig groot onderhoud aan de accommodatie. Of er zat een 75jarig jubileum aan te komen dat men groots w enste te vieren. Of er moest een duur apparaat vervangen w orden. Nooit fraude meegemaakt. In verenigingsbesturen zitten nagenoeg altijd eerzame burgers. Punt is alleen. Op gemeentehuizen zitten ambtenaren en die leven van papieren. Papieren moeten in orde zijn. Wat gebeurde bij ons, als gegevens slordig w erden aangeleverd? Er ging een briefje uit naar de secretaris. Of een telefoontje naar de penningmeester. Meestal kw amen dan de ontbrekende cijfers gauw na. Zoniet, dan dan ging de bijl voor een jaar in de subsidie van de club. Zo betaalde een bestuur leergeld en een jaar later w erd een perfecte administratie gevoerd. Tussen SRC en de Gemeente Schagen is jarenlang iets mis gegaan op dit terrein. Dat is vreemd. Waarom vordert de gemeente van SRC de subsidies van meerdere jaren terug? Als bovengeschetste procedure w as gevolgd, dan w as SRC hooguit één jaar zijn subsidie kw ijt gew eest. Daarna zou het bestuur w el zorgvuldiger te w erk gegaan zijn! Mr. Dekker verraste 26 april de bezw arencommissie van de gemeente met een pleitnotitie van 6 kantjes. Of daarmee het raadsbesluit om SRC 40 mille af te pakken w ordt teruggedraaid moet ik nog zien. Wethouder Westerink verbaasde mij. Hij voerde namens het gemeentebestuur aan, dat SRC al die tijd met gemeenschapsgeld aan het potten w as gew eest. Als zichtbaar w as gemaakt, dat er w as gereserveerd en als tevens w as aangegeven w aarvoor, dan w as er met de gemeente te praten gew eest... Waarom nou praten over administratieve gebreken, denk ik dan, als allang bew ezen is, dat een voetbalclub met een grote accommodatie niet zonder steun van de gemeenschap kan? Laat anders het SRC-bestuur de w ethouder eens uitnodigen voor een rondje over de accommodatie. Lost soms meer op dan een formele bezw arenprocedure.
-kk-
8/1995
77
* * * De Spiegel * * * Het seizoen zit er w eer op. Sportjaar '94/'95 is als w e eerlijk zijn een rampjaar gew orden voor SRC. Waarom? Uit piëteit noem ik eerst de dood van gew aardeerde leden als Vaars en Koenekoop. Op een dergelijke leeftijd en omgeven met zoveel drama komt het verlies van leden niet vaak voor. De sportieve prestaties van het vlaggeschip. Waardeloos. Degradatievoetbal in de vierde klasse. En een seizoen lang gezeur over neuzen die dezelfde kant opmoeten. Ga eens voetballen, z al menig supporter gedacht hebben, en hou op met ouw ehoeren. De zeperd die het bestuur van SRC (en dus de vereniging als zodanig) opliep bij de Gemeente Schagen in verband met de jeugdsubsidies. Een bedrag van 40.000 gulden moet SRC terugbetalen. De Gemeente pakt jeugdsubsidies van meerdere jaren af. De staat van de accommodatie. Het begint armoedig te w orden op Groenoord. Wat 25 jaar geleden als modern complex w erd opgeleverd kan intussen niet meer representatief genoemd w orden. Klappen zoals de Gemeente die uitdeelde moeten niet te vaak voorkomen, w ant dan zal SRC qua beheer van de gebouw en hard achteruitboeren. De opheffing van de handbalafdeling. Het zat er geruime tijd aan te komen. Er zijn met de moed der w anhoop pogingen gedaan om de handbal voor sportvereniging SRC te behouden. Maar w at ooit begon als SHC bleek anno 1995 niet meer levensvatbaar. Een historische lijn w ijst onherroepelijk in de richting van een afkalvend ledenbestand bij de handbalbond. Voor w ie ooit de groenw itte meiden zag rennen op de Tuin van Kruit is het afsterven van de handbaltak bij de sluiting van dit seizoen bepaald een tragisch gebeuren. Halverw ege de column. Dat lijkt me het moment om van mineur naar majeur over te schakelen. De zaterdagafdeling is in volle bloei. Het vlaggeschip liet de w are mentaliteit zien en deed mee voor de hoofdprijs. Het jeugdvoetbal van SRC blonk w eer uit qua organisatie en inzet. De traditionele klaverjascompetitie w erd vlekkeloos afgew erkt. Het familievoetbal blijkt inmiddels in een behoefte te voorzien. In de kantine is w eer door menig elftal heel w at uurtjes gedronken en gelachen en dat kon opnieuw een heel jaar uitsluitend dankzij de formidabele inspanningen van vele vrijw illigers. Moeten alle bestuursleden apart genoemd w orden? Nee, maar ze hebben allen w eer een jaar kw aliteit naar Groenoord gebracht. Een enkele verw ijzing naar de bestuurscrisis bij buurvereniging Schagen leert, dat het voor een club goud w aard is, als de bestuurderen elkaar met vertrouw en en met respect bejegenen. Alleen dan houden zij plezier in de klus en lopen ze er niet voor w eg. Tekenend voor een goede sfeer is ook dat na een seizoen de ledenlijst stabiel blijft. Waar een exodus van spelers plaatsvindt daar is doorgaans stront aan de knikker. En w aar opeens iedereen naartoe w il daar is het ook niet pluis. SRC is kennelijk een gemeenschap die zijn leden aan zich bindt. Zo moet het.
78
Voorlopig echter is op Groenoord niemand thuis. Goede vakantie voor iedereen. Nog maar net op w eg vroeg vorig jaar de kleuter:"Pap, w aar is de vakantie?" "Net zo ver als w ij w illen gaan" zei ik. "O, stop dan maar hier" zei ze toen. Over die opmerking heb ik lang nagedacht. -kk9/1995
UIT DUIZENDEN
In de sport worden de prestaties in records uitgedrukt. Rondje van 30 seconden rond. Sprong van 17,86 meter. Verbetering van het werelduurrecord. Ongeslagen naar het kampioenschap. Hoogste aantal titels. Er is geen einde. Sinds deze zomer wordt ook het weer alleen nog in records uitgedrukt. De zomer met het hoogste aantal tropische dagen. Warmste julimaand van de eeuw. Minste regenval in tien zomers. Recordaantal strandgangers. IJsverkoop naar ongekende climax. Ja, dit was wel een zomer. Een zomer uit duizenden. Een collega vertelde me voor de zomervakantie dat hij naar IJsland zou. "Pas op voor d ie geiser hoor" zei ik tegen hem. "Waarom?" "Nou, niet met je hoofd erboven om te kijken of hij het doet". Vorige week kwam hij langs. Alles brandblaren aan één kant van zijn gezicht. Voordat ik uit de hoek kon komen riep hij:"Hij deed het!" "Ja maar, voor de helft zeker?" informeerde ik. "Nee, aan de andere kant had ik mijn fotocamera" luidde zijn verklaring. Leuke collega. Een collega uit duizenden eigenlijk. Allemaal weer thuis. Allemaal ook weer heelhuids thuis hopelijk. Ik denk even aan die mensen die naar Eurodisney bij Parijs gingen. Die waren plots hun peuter kwijt. Hele dag zoeken, paniek, naar de politie. 's Avonds werd het kind op een bank in het park gevonden. Onder narcose. Onder narcose? Ja, volgens de politie kwam dit regelmatig voor. Bij een moment van onoplettendheid van de begeleiders worden de kinderen meegenomen. Ze worden geopereerd. Er wordt een nier uitgehaald. En ze worden teruggebracht. Orgaanroof. Big business. Hopelijk zit bij U alles er nog aan en in. Toch raken veel mensen tijdens hun vakantie geblesseerd. Waardoor? Minder concentratie. Eindelijk toegeven aan de vermoeidheid en het dan oplopen. De remmen losgooien. Uitbundiger bewegingspatroon. Door alcoholgebruik minder contrôle over het lichaam. Onbekende sporten beoefenen. Enzo voort. Terug van vakantie zag ik de keeper van Telstar op de foto in de krant. In sportkleding maar op krukken. Dat deed me denken aan onze kleuter die in de trein naar Veenendaal niet zo heel lang op haar plaats kon blijven zitten. Ze verkoos al gauw het looppad. Het spel was om zich steunend op de armleuningen voort te bewegen. Toen dat lukte riep ze trots:"Kijk mam, pap...op kurken!" Mooie griet. Kleuter uit duizenden. Hoewel. Ik zat op het toilet van de camping. Dat vond ik al geen onverdeeld genoegen i n verband met de hygiëne. Maar ook leken op het moment van de dagelijkse stoelgang de meiden mij wel telkens nodig te hebben. Voor de meest futiele zaken ben ik eigenlijk van de pot gerukt deze vakantie. De ene keer haastte ik me terug naar de tent en dan was er een luchtbed leeg. De andere keer moest ik gauw komen want er was ruzie en dan bleken ze de spelregels van "Betoverde doolhof" niet meer te kennen. En zo was er steeds wat. Op een dag dacht ik:"Ze bekijken het maar, ik blijf nu eens zitten waar ik zit, totdat ik klaar ben." Maar kinderen
79
zijn hinderen en daar hoorde ik de kleuter al vlakbij roepen:"Pap! Pahaaaaaap!!" Vanaf de WC riep ik enigszins bedrukt terug:"Ja, ik zit hier". Buiten hoorde ik van een afstand de oudste naar de kleuter roepen:"Waar is papa?" En daar greep de kleuter volumineus haar kans:"Papa is hihier...hij zit te poepuhhh!!" Vakantie uit duizenden gehad.
-kk-
10/1995
UIT DUIZENDEN Schagen is een stad uit duizenden. Dat w as al zo toen ik klein w as en er 5.000 mensen w oonden. Dat is nog zo en nu w onen er 17.000. Alleen in de w eekends lijkt Schagen door de zuigende w erking op de regio w el een plaats van 40.000 inw oners en dan is het dus een plek om te mijden. Dat doe ik zoveel mogelijk. Boodschappen doe ik bijvoorbeeld in Dirkshorn. Qua sportfaciliteiten w as Schagen vroeger nog overzichtelijk. Het Sparta-veld met een kleedgebouw tje voor h.v. en v.v. Schagen aan de Julianalaan. Aan de Laagzijde een veld met schapeboet voor h.v. S.H.C. en r.k.v.v. S.R.C. V erder w aren er een paar gymzalen behorende bij de scholen die in gebruik w aren bij de gymverenigingen Advendo en Lycurgus en dat w as het. De locale overheid zal niet teveel moeite hebben gehad met de instandhouding van deze accommodaties, als zij zich er al mee bemoeide. Schagen groeide. Er w erden nieuw e verenigingen opgericht die allemaal een accommodatiew ens bij de gemeente indienden. Het budget groeide tot in de hemel, dus aan veel verlangens kon met gemeenschapsgeld tegemoet gekomen w orden. De Groenew eghal w erd gebouw d. De Polisporthal. Er kw amen hockeyvelden, een tennisaccommodatie, een overdekt zw embad, meer gymzalen. De w elvaart kon niet op. Schagen vond de sport een belangrijk deel van het w elzijn van de burgers. Het is jaren later. De geldberg is geslonken. Nieuw bouw en aanleg van sportvoorzieningen is er nauw elijks meer bij. Nou vooruit, een rugbyveld dan nog. De gemeente moet bezuinigen. De verenigingen moeten hun eigen broek zien op te halen. Schagen vindt de sport nog best een beetje belangrijk, maar er zijn belangrijker zaken, als het om het w elzijn van de inw oners gaat. In de nota "Uitgangspunten voor het w elzijnsbeleid" kreeg de sport een lage prioriteit toebedeeld. Alles w at er op het stadhuis nog te halen valt is een jeugdledensubsidie en onder voorw aarden misschien een lening om een investering te doen. En openbare w erken maait natuurlijk het gras. Dat is het. Als bestuur van een vereniging zal men dus alles uit de kast moeten trekken om in elk geval die jeugdledensubsidie binnen te halen. SRC kreeg onlangs een zeperd van het gemeentebestuur om de oren. De club moest 40 mille subsidie terugbetalen, omdat over meerdere jaren de paperassen niet deugden. Wie schetst mijn verbazing als ik afgelopen w eek het volgende bericht in de krant lees: "Het college van b en w van Schagen heeft de subsidie-aanvraag van SRC voor 1996 niet ontvankelijk verklaard. Dat is gebeurd doordat bij de aanvraag behorende stukken niet of
80
onvoldoende voorhanden w aren. Ook niet nadat daar van de zijde van de gemeente herhaaldelijk om w as gevraagd. De gemeenteraad zal hierover binnenkort w orden geïnformeerd." Als ik de leden van SRC w as dan zou ik toch de behoefte hebben om op de algemene ledenvergadering eens een paar vragen te stellen aan het bestuur. En dan druk ik me zachtjes uit. Wat moet mr. Dekker te Amsterdam hier van denken. Het drama van de 40 mille is net achter de rug en nu dit w eer! -kk-
UIT DUIZENDEN 11/1995 Laatst kw am ik ondanks veel rennen en vliegen toch vrij laat op Sportpark Groenoord aan. Amechtig hijgend. De w edstrijd zou om half drie beginnen en het w as al over tw eeën. Ik snelde de gang van de kleedkamers in. De mannen w aren vast al aan het omkleden. Dus haasten. Ik had nog een kw artier. Ik kon nog net op tijd op het veld staan. De kleedkamer. Welke moest ik hebben? Het was een drukte van belang in het gebouw . Veel heen en w eer geloop in de gang van leiders aanvoerders, spelers, officials, scheidsrechters. Achter elke deur hoorde ik gestommel of kabaal. Op goed geluk deed ik maar eens een deur open. Er zat een D-team. Er w erd druk gedouched, de kleedkamer stond vol damp. Ik had mijn hoofd nog niet eens om de hoek van de deur gestoken of er klonk:"Wegw ezen!" Klonk w el lekker vriendelijk. Bij een volgende deur stak ik eerst mijn tas naar binnen. Een orkaan stak op:"Niet hier! Eruit! Moven!" Dat w aren E-tjes. Ook heel vriendelijk. Ik had geen zin in meer van deze begroetingen en overw oog om aan de bestuursdienst te gaan vragen w aar SRC 3 zich moest omkleden. Maar toen dacht ik van bekijk het nou met die snotjongens, ze hebben maar normaal te doen als iemand zijn gezicht laat zien in 'hun' kleedhok. Ik probeerde gew oon nog een kleedkamer. Vanachter de volgende deur kreeg ik het grofste geschut van de middag om mijn oren. Het w aren de tegenstanders van het D-team. Wat dacht U van:"Oprotten asshole! Weg eikel! Fuck off man!" Nou maak ik op mijn school w el erger mee dus ik ging niet meteen plat achterover. Maar op een voetbalcomplex in een niet-stedelijke omgeving met over het algemeen redelijk opgevoede jongelui met ouders die een zeker normbesef overdragen en die de centen hebben om die jongens naar de sport van hun keuze te laten gaan... Ik had w einig tijd, maar dit w erd me toch te bar. Uitgebreide reacties w erken in dit soort gevallen aver echts. Tieners voelen zich als groep heel sterk. Ik volstond met een keihard "BUSJE KOMT ZO..!!" en trok gauw de deur dicht. Ik liep maar w eer verder en w as intussen verbaasd over het agressieve en explosieve in de uitlatingen van de voetbaljeugd. Toen ik eindelijk SRC 3 had gevonden kreeg ik te horen dat ik w issel stond, w ant ik w as zo laat. En op dit punt van mijn column aangekomen moet ik even een keuze maken. Ofw el ik pak uit over het vervagend normbesef bij de jongeren. Ofw el ik leg de maten van SRC 3 voor één keer uit, w aarom ik altijd gehaast en na tw eeën op Groenoord zal arriveren. Laatste optie maar. Anders sta ik elke w eek w issel! Misselijke maatregel van lummels die zaterdags niks anders te doen hebben dan tot een uur of elf uitslapen, uitgebreid koffiezuipen en tegen mama zeggen dat ze tegen zessen voor de nassi uit de kantine thuiskomen. En dat dus tegenover een huisvader die al om zeven uur in de vroegte de eerste papfles klaarheeft en dan eten en 81
boodschappen en er moest nog gestofzuigd en w ie doet de WC's vandaag en als de één met de meiden naar de bieb gaat kan de ander de baby in bad doen en..(hijg)..er komt nog een vriendinnetje spelen en de ander moet nog naar een vriendinnetje w eggebracht w orden om te spelen en er stroomde van de w eek een dakgoot over dus bladeren w eghalen bij de pijp en vergeet niet de volgende fles in de w armer te zetten en er kan alvast nieuw e melk aangemaakt w orden en hoew el het krap zal w orden in verband met het voetballen kan mijn vrouw misschien nog even naar Schagen voor een leuke w interjas. Dus als ik alvast begin met de fruithap zo tegen tw eeën, dan lost zij me zo spoedig mogelijk af en dan, ja dan, jongens van SRC 3... dan kan deze jongen met zijn voetbaltas de deur uit. -kk12/1995
82
UIT DUIZENDEN Nog even over roken. Niet zo lang geleden schoot ik een paar losse flodders over deze vorm van verslaving op U af. Bijvoorbeeld dat rokers vaker incompleet de kist ingaan, dat w il zeggen min een voet of een been, geamputeer d omdat de slagaderen verstopt zijn geraakt. Of dat één op de vier roker s vroegtijdig overlijdt aan de gevolgen. Of dat elke sigaret het leven gemiddeld met vijf minuten bekor t. Het w aren een paar krasse gegevens die ik me herinnerde van een antirookcampagne. Verder gaf ik eerlijk toe zelf ook te roken. Niet veel. Alleen bij een biertje. Maar toch... Na het maken van dat stukje heb ik me nadrukkelijker op het roken gestort. Nee, nee begrijpt U mij niet verkeerd. Ik ben niet opeens een zw are roker gew orden. Maar ik ben me serieus in het onderw erp gaan verdiepen. Voor de lespraktijk hoor. Dat U niet denkt dat ik speciaal voor de Facet-lezers smeuiige kost over symptomen van "zelfmoord-op- ter mijn" ben gaan verzamelen. Dokter, ik hoest bloed op, ik heb het zo benauw d en ik heb zo'n pijn op mijn borst als ik de trap op loop. Week in, w eek uit, jaar na jaar kw am bij ons thuis op zaterdagmiddag de mevrouw van de tabak. Het w as mevrouw Plukker van de Loet. "Vroon" w erd ze door mijn vader en moeder genoemd. Vronie Plukker. Zij bracht op bestelling tabaksw aren bij de mensen langs de deur. Ik zie haar nog in de keuken staan met haar bruinleren boodschappentas met de stevige hengsels. Soms dronk ze een kop koffie. Meestal w as h et afrekenen en door naar de volgende klant. Voor mijn vader had ze w ekelijks hetzelfde "recept": tw ee pakjes zw are van Van Nelle en een doos dikke sigaren van ...ik hou het op Karel I. Maar het kan ook Willem II gew eest zijn. Mijn broer spaarde toen sigarebandjes. Die zal het nog w el w eten. Jaar na jaar , w eek in, w eek uit w erden ze opgerookt, de shaggies en de sigaren. Uit de laatste pakw eg tien jaren van zijn leven staat me vooral de gillende hoest in de vroege morgen heel scherp bij. En toen de dokter he m allang verboden had om nog langer te roken, toen vroeg hij me w eleens een haaltje als w e 's avonds aan een biertje zaten. En ik w eet nog dat ik hem een keer betrapte in het schuurtje, toen ik onverw achts aanw ipte voor een bakkie. Hij verborg daar een pakkie shag in de gereedschaps kist. Tja en tegen het einde had hij het permanent zo Spaans benauw d, dat inslapen feitelijk een verlossing w as. Anders w as de verstikkings dood zijn lot gew eest. Maar w aarom vertel ik dit nou allemaal? Ik heb tijdens de lessen gemerkt dat w ijzen op de gevaren van het roken pas aanslaat met dit soort verhalen. Uit het leven gegrepen. Ze zeggen de jeugd meer dan nicotine en longemfyseem. Ook bij SRC lopen een paar honderd jongens rond. Jongens, niet doen. Niet beginnen, nooit roken! -kk14/1995
2
3
UIT DUIZENDEN Intrigerend bericht in het sportkatern vorige w eek. Het ging over een gestaakte juniorenw edstrijd. De A1 van Zouaven speelden thuis in Grootebroek tegen de A1 van ik dacht Zilvermeeuw en. De w edstrijd ontaardde in een kloppartij. Toen de scheidsrechter het niet langer aan kon zien blies hij af en w at gebeurde? De ploeg van Zouaven -nota bene vernoemd naar de garde van de paus, dus behept met moed en discipline, zou ik zeggen- vluchtte en masse naar de kleedkamer en draaide de deur op slot. Heeft U het ooit zo zout gevreten? Op de vlucht voor de tegenstander . Die tegenstander s , Zilvermeeuw en dacht ik dus, begonnen vervolgens onderling te knokken. Bij zo'n bericht vraag ik me van alles af. Was één van de ploegen afkomstig uit het tuchthuis bijvoorbeeld? Waren meerdere speler s w ellicht onder invloed van drugs of doping? Waren de leiders van deze ploegen niet voor hun taak berekend? Was het de scheidsrechter die een dermate explosieve situatie schiep dat de minste botsing tussen tw ee spelers al de lont in het kruitvat betekende? Welke w as de rol van het thuispubliek, w elke die van meegereis de supporters (vrouw en!)? Hadden de besturen van Zouaven en Zilvermeeuw en kunnen voorzien dat hier sprake w as van een risicow edstrijd? Welke kronkel loopt door de hersenen van 22 jongeren van tegen de 18 jaar dat zij met zijn allen een w edstrijd zo ernstig laten ontspor en? Welk belang hechten zij aan een pot voetbal dat zij er zelfs hun eigen veiligheid aan opofferen? In het algemeen mag naar aanleiding van zo'n incident de v raag gesteld w orden: w at is er precies gebeurd en hoe heeft dit kúnnen gebeuren? Helaas gaf het kranteberic ht antw oord op geen van deze vragen. Afhankelijk van het rapport van de scheidsrechter stelt de KNVB een onderzoek in. Nou, dat lijdt in dit geval geen tw ijfel. Wat zou ik graag aanw ezig zijn bij dat onderzoek. Spontaan vraag ik me af of zulke onderzoeken en aansluitende hoorzittingen openbaar zijn. De gebeurtenissen zelf zijn al een film w aard. Wie ziet dat niet voor zich? Een slapstick van tw ee juniorenploegen die elkaar niet gehinderd door enig arbitraal gezag achtervolgen, die elkaar w illens en w etens verrot schoppen en die elkaar in de slotscene onderling op de bek slaan. Dat w il zeggen: aan de ene kant van de deur zit een verzameling van angs t verlamde snotjongens en met een zw enk van de camera richting het sleutelgat krijgen w e zicht op een massale kleunpartij buiten. Het w erd in het NHD afgedaan met een kort bericht maar als ik journalis t w as gew eest w as ik hier toch bovenop gesprongen hoor. Voer voor een hele w eek. Sow ieso een lijv ig verslag van de gebeurtenissen. Een interview met de scheids. Human interest: achtergrondrepor ta g es over de grootste vechtersbazen, de w ijk, leefomstandigheden, gezin. Vooral ook hun lezing van de match en w aarom zij deden w at zij deden. Vraaggesprekken verder met bestuur en elftalleiders van beide clubs. Natuurlijk volgt het verslag van de hoorzitting op het bondsbureau van de KNVB. Een publicatie naar aanleiding van onderzoeksrapport en eindconclus ies. En het is een mooie kluif voor de journalist om zo'n voetbalinc ident in de maatschappelijke context te plaatsen. Een goede vriend van me zegt altijd dat voetbal als het leven zelf is. Alles zit erin. -kk15/1995
4
UIT DUIZENDEN Het beste dat SRC kan overkomen. Jan Verduin als voorzitter. Na vele jaren aan een solide zaterdagafdeling te hebben gebouw d stapt Jan over naar het algemeen bestuur. Ik hoop niet dat het een teleurstelling voor hem w ordt, w ant je kunt altijd nog beter een kar trekken dan een limousine duw en. Maar dat komt vast goed. Een Verduin brengt van nature karakter, degelijkheid en standvastigheid mee. En aangezien enkele van de zittende bestuursleden al een mooie staat van dienst hebben mogen de leden een en ander verw achten van het nieuw e team. Voor de geboren Schagenezen onder ons is niet onbelangrijk dat w eer eens een 'echte' SRC-er voorzitter van de voetbalvereniging w ordt. Al zullen vele groenw itten w eleens moe w orden van dit emotionele argument. Zeker degenen die tw intig jaar gelden in de Groenew eg neerstreken, meteen lid w erden van SRC, inmiddels tw intig jaar bij het bestek horen en ook de kinderen die hen in die jaren geboren w erden voorzagen van een groenw it hart. Wat is nog langer 'echt' en w at is 'onecht'? Voorzover er onderscheid te maken valt w erkt het in elk geval niet door in het bedrijven van de voetbalsport. De bal is rond zow el voor geboren als voor aangew aaide leden en ze dragen allemaal een groen shirt. Jan Verduin is er zeker de man niet naar om de predikaten 'echt' en 'onecht' als voorzitter te gaan toepassen. Dat heeft hij in zijn bestuurlijke periode bij de zaterdag ook nooit gedaan. Integendeel. Moet dus het verschil hierbij formeel w orden opgeheven? Eh...nee. Nog maar even niet. Een emotioneel argument verliest niet gauw zijn geldigheid. Met name een kw estie van ja of nee fuseren staat of valt met de emotie. Een 'echte' SRC-er voelt zich niet thuis in Het Trefpunt van v.v. Schagen zoals een 'echte' geelzw arte aanhanger zich op Groenoord te gast voelt. Denkt U vooral niet dat ik overdrijf of tegenstellingen oproep die er niet zijn. Op Radio Schagen verklaarde de voorzitter van v.v. Schagen, Frits de Haan, onlangs dat hij binnen zijn club geen voedingsbodem ziet voor samenw erking -laat staan een fusie!- met SRC. Citaat:"Daarvoor hebben w ij teveel leden met een geelzw art hart". Dat bedoel ik nou. De nieuw e voorzitter krijgt hoe dan ook met deze materie te maken. De ene keer is het de gemeente die een balletje opgooit. Dan laat deze of gene speler van het eerste (René Schop) een ballonnetje los. En niet in de laatste plaats krijgt praeses Verduin in zijn eigen bestuur te maken met mensen die nu en dan in een filosofische sfeer op het onderw erp w ensen terug te komen. De penningmeester doet dat zelfs in de bestuurskamer van buurman Schagen. Jan mag w el uitkijken dat Groenoord niet onder zijn kont vandaan verkocht w ordt. Neehoor, geintje. Maar een vraag die na het lezen van het interview in de Schager Courant met penningmeester Arxhoek bij mij opkw am w as w el of hij terec ht kon zeggen dat hij namens de leden van SRC sprak. Goed, er is enige jaren geleden een peiling onder de SRC-ers inclusief de handbaltak gehouden. Een meerderheid gaf het bestuur het mandaat om met Schagen te gaan praten over samenw erking. Maar hoelang blijft de uitslag van een dergelijke peiling geldig? Kan het bestuur er jaren na dato van uitgaan dat de stemming onder de leden nog ongew ijzigd is. Na de opheffing van SRC-handbal en bij zo'n gevoelige kw estie zou ik daar zeker niet van uitgaan. Aan de andere kant is er natuurlijk niets
5
aan de hand zolang het blijft bij een filosofietje onder een borrel met een bittergarnituurtje. En gelukkig is Jan Verduin nogal nuchter. Dat scheelt ook. -kk16/1995 16/1995
UIT DUIZENDEN
"uit duizenden" zult
U helaas ook voor een keertje moeten missen. -kk- meldde er deze w eek niet
aan toe te zijn gekomen vanw ege grote drukte. Op mogelijk een bespiegelende journalistieke evaluatie van de duizenden mogelijkheden van SRC Zaterdag 3 zult U dus zo w ie zo nog een 14 dagen moeten w achten. -red.17/1995
6
UIT DUIZENDEN Het leukste gedeelte van de jaarvergader ing w as zoals gebruikelijk het gedeelte na afloop. De zogenaamde derde helft. Allemaal in de pilshouding en ouw ehoeren maar, jongens. Ov er hoe goed alles gaat bij SRC en over hoeveel beter, in elk geval anders het vroeger w as. Op een avond w aarop Jan Verduin voorzitter van de club w ordt loopt al gauw vader Carry w eer over het schapeveld aan de Laagzijde. Volten Natuursteen in grote letters op de muur langs de ene zijlijn. Aan de overkant liep parallel aan de zijlijn de Langesloot. Erachter niets dan w eiland w aar nu w ijk Groenew eg staat. Honder d keer de bal in de sloot ondanks de dichte rij hoge populieren. Op een avond w aarop John Panne k eet penningmeester van de club w ordt rent al gauw vader Jan w eer langs de lijn als grensrechter bij SRC. Gedecideerd gaat de vlag omhoog voor buitenspel, het linnen w appert in de w ind. Met rechte rug pareer t de grens het hoongelac h van de supporters van de tegenstander. Ouw e tijden herleven. Buiten is het donker en koud. Binnen is het w arm en gezellig. Doe hier nog een rondje. Van het zaalvoetbal kan ook niet vaak genoeg gezegd w orden dat het vroeger allemaal zoveel sfeervoller w as. Op vrijdagavond en moest er vaak nog een tribune bij, als Schager hoofdklassers als Van Geelen, AC Boontjes, Wistav ibo, Sport- school Middelbeek, Les Freres en het Schager Weekblad in het strijdperk traden. Na afloop volle bak in de kantine, zow el in de Groenew eghal als bij Hans Duin. Later op de avond w erden in de Smidse de uitslagen uitgew isseld. En meteen even kijken of er nog w at rondliep. Als U begrijpt w at ik bedoel. Tijden mensen, tijden. Terug nu naar de jaarvergader ing. Nee w acht even, doe hier nog één rondje. Gerrie van Doesburg, w edstrijdsecretaris bij de jeugd, w il nog w at zeggen. Over w ilskracht en buffelen toen en nu. In zijn tijd bij AZ sprong hij boven alles en iedereen uit bij de hoge voorzetten. Kees van Kooten van NEC? Geen probleem. Die stak hij in zijn zak. En zo heeft hij w at spitsen kaltgestellt, die Gerrie. Er moet w at van aan w ezen, w ant het is verder geen zw etserig type. Terug nu naar de jaarvergader ing. Hallo, doe hier nog één.... Nee Gerrie, stil. Belangrijks te punt van de agenda w as natuurlijk de overgang van sportvereniging naar voetbalvereniging. Daar had geen mens moeite mee. Hoe korter de lijnen tussen bestuur en commiss ies , hoe liever de leden het zien. Eerste daad van de nieuw e voorzitter w as een w eldaad: het uitluiden van de oudgedienden. Dat deed hij met verve. De tw eede daad van de nieuw e voorzitter w as ook een w eldaad: hij gaf een rondje. Ik dacht nog, als Jan zo doorgaat is hij straks burgemeester van Schagen. Dat deed hij niet en trouw ens, zoiets moet je ook w illen. Het enige nieuw sfeit dat ter vergadering viel te beluisteren ging over de kw estie van de subsidies. Op een rondvraag antw oordde de nieuw e voorzitter enerzijds, dat de zaak van SRC tegen de Gemee nte Schagen omtrent de vordering van 40 mille nog loopt bij de rechtbank in Alkmaar. A nderzijds maakte hij bekend, dat het nieuw e bestuur al een afspraak had met B & W voor een kennismakingsges pr e k. Dat w as goed nieuw s. Want nieuw e bezems vegen doorgaans schoner, ook al hebben de oude alles gegeven. Doe hier nog een rondje!. -kk-18/1995 18/1995
7
Uit duizenden Een vakantie uit duizenden. De Kerstvakantie was een echte wintervakantie. Sneeuwpret en schaatsen natuurlijk. Op de twee wielen bij Valkkoog was een ribbelige maar prima ijsvloer ontstaan, waarop én de kinderen én meerdere ouders zich kostelijk vermaakten. Het was er overdag leuk, maar 's avonds in het lamplicht en met muziek, nou, dat vonden onze meiden een belevenis hoor. De dame van acht maakte heuse pirouettes op haar kunstschaatsen. En de kleuter ging voor het eerst op de schaats. Eerst kneep ze de handen van de begeleiders bijna stuk van angst. Maar na een paar dagen was ze los en vond vallen niet erg. Trots dat ik was! Trots op mijn meiden. Helemaal toen de dames thuis tegen mama zeiden dat papa het wel héél goed kon...veel sneller dan mama. Dus meldde ik me op een gure donderdag bij de Trapbrug voor deelname aan een toertoch t. De Gouwe-toertoch t heette het en men kon kiezen uit 10, 25 of 50 kilometer. Tien leek me te kinderachtig. Vijftig moest te doen zijn, want van de meiden had ik min of meer mijn schaatsbrevet meegekregen. Toch voor de eerste tocht in jaren voorzichtig voor de 25 gekozen. Nauwelijks op weg in de richting van Kolhorn werd ik ingehaald. Verrek, dacht ik, er is iemand die sneller rijdt dan ik. Ach, wat zou 't. Erger was de straffe wind die dwars door mijn twee truien heensneed. Al maakten het plezier van het bewegen en het riet langs het kanaal veel goed. Binnen de kortste keren werd ik door meer mannen voorbijgereden. Ik meende eerst te zeggen: eraf gereden. Maar het was geen wedstrijd, dus zo moest ik het helemaal niet zien . Toerschaatsers zijn met zijn allen voor de lol bezig. Des te verbaasder was ik wel over de hyperprofessionele uitrusting van menig amateur. Ik werd regelmatig gepasseerd door ee n felgekleurde schicht. Zelf droeg ik een blauwe spijkerbroek. Het was een Levi's. Ik weet niet of het voor het verhaal wat uitmaakt, maar dat is toch niet het minste merk. Wat erg was: nog voo r de sluis van Kolhorn werd ik toch zeker voorbijgereden door e en andere ..spijkerbroek. En mijn meiden hadden thuis gezegd, dat papa het heel goed kon! Ik zette de turbo erop met de bedoeling de spijkerbroek terug te pakken ondanks de gemene wind waarmee ik eigenlijk al genoeg te stellen had. Binnen de minuut lag ik niet vóór op de druif die vermoedelijk wel weer in de jeugdhulpverlening werkzaam was maar dit terzijde. Nee, binnen de minuut lag ik op mijn kin. Door mijn haast was ik een brede scheur ingereden. Schade aan het lichaam was er niet, aan het materiaal destemeer. Achterkant linkerschaats finaal losgerukt van de schoen. Zag ik in de verte een spijkerbroek zwaaien? Nee, dat verbeeldde ik me. Ongelukkig krabbelde ik naar de rietkraag aan de andere kant. Met de wind in de rug ging het een stuk makkelijker. Ondan ks de stukke schaats. Onderweg naar huis dacht ik: gelukkig kan ik voetballen. Dat kunnen de meeste schaatscracks misschien niet. -kk
8
Uit duizenden Het was ijzig koud zaterdag. De temperatuur lag rond het vriespunt, maar door de harde noordoostenwind voelde het aan alsof het 15 graden vroor. Wolletje, de poes, wilde niet eens naar buiten toe en dat wil wat zeggen. Toch stond op Groenoord de derby tussen de teams SRC 3 en Schagen 2 op het programma. Hoe bar het weder o ok was, hoe interessant ook de EK schaatsen op TV, de spelers moesten zich instellen op de belangrijke voetbalpot. Belangrij k omdat een derby uit zichzelf al emoties geeft. In het geval van dit SRC 3 en dat Schagen 2 komt daar een factor bij. Het is namelijk de partij tussen Norbert de Vries (SRC) en vader Jaap (Schagen). Dat het voetbal in reserveklasse 4A de gemoederen in huize De Vries danig bezighoudt hoeft hier geen betoog. Noppie heeft al eens verteld, dat hij bij thuiskomst op zaterdagmiddag aan het gezicht van zijn vader kan zien of Schagen gewonnen, verloren of gelijk gespeeld heeft. Daar is geen tekst bij nodig. Wat niet wegneemt dat vader en zoon 's avonds de overwinning van SRC en de nederlaag van Schagen uitgebreid toelichten. Na twee eerdere afgelastingen zou afgelopen zaterdag dan de grote confrontatie tussen de helden van de Hobbemastraat plaatsvinden. De voetbalklasse van Norbert is bekend. Hij is één van de betere spelers van SRC 3. Dat kan gauw, hoor. Bij SRC 3 is eigenlijk iedereen één van de betere spelers. Of één van de mindere spelers, 't is maar hoe men het wil zien. Maar hoe zijn de kwaliteiten van vader Jaap de Vries? Het is vermoedelijk zo'n speler die ergens bij de punt van het eigen strafschopgebied uit een afgeslagen corner de b al voor zijn voeten krijgt en er een lel vol op zijn wreef tegenaan geeft, dus die bal zeilt een klere -eind de verte in en zal ergens in een hoek van het strafschopgebied aan de overkant neerdalen, niemand kijkt er verder naar om en wat doet vader Jaap, hij zet het op een rennen, hij galoppeert als een Henri Buitenzorg achter zijn eigen pegel aan, onderweg komt hij langs een aantal SRC -ers die rondsjokken met het zaterdagmiddagge voel van wat zal ik me uitsloven, 't is toch weekend, en als Jaap in de buurt van het penaltygebied komt dwingt hij de SRC-keeper en dat is elke week een andere toch nog een inworp af, want die werd afgeleid door zijn vriendin die om de autosleutels vroeg en of hij voortaan met de fiets wil gaan want dan kan zij gewoon de auto pakken als ze hem nodig heeft en afijn, vader Jaap 's avonds tegen Nop zwetsen over die ene actie dat hij vier of vijf SRC-ers passeerde en staatsgevaarlijk was. Zo'n voetballer ongeveer. Het treffen werd ook deze keer afgelast. Het was de derde maal en dat was goed. Een wedstrijd met zoveel familiedrama in zich verdient veel mooiere omstandigheden. Zonnetje, een kleine honderdvijftig kijkers, graadje of 17,3. Beter, veel beter. Thriller over vader en zoon wordt vervolgd. Later dit seizoen. -kk-
9
Uit duizenden Met regelmaat kan men in de krant lezen dat een of ander lid van de Tweede Kamer is overgestapt naar een topfunctie in het bedrijfsleven. Of een burgemeester heeft zijn functi e verruild voor de baan van staatssecretaris. Of een hoge ome heeft er een paar interessante commissariaten bijgekregen. "Ik was toe aan een nieuwe uitdaging" luidt doorgaans het commentaar van de betrokkenen. Het zijn sprongen die vrijwel alleen op de hoogste treden van de maatschappelijke ladder voorkomen. Op lager niveau is de mens ook weleens ambitieus maar er wordt met aanmerkelijk minder succes aan carriereplanning gedaan. En dan hebben we het alleen over betaalde functies. In het vrijwilligerswerk is het al helemaal zeldzaam dat er een loopbaa n wordt uitgestippeld . Men kiest uit affiniteit met een doelgroep voor een vrijwilligersklus. Men wordt bijvoorbee l d chauffeur voor gehandicapten of secretaris van een kerkkoor of jeugdleider bij een voetbalcl u b . Men doet dat een tijdje en houdt er ook weer eens mee op. Een tijdje wordt in sommige gevalle n ook een hele tijd, misschien wel 25 jaar en als men ermee is gestopt wil het wel eens voorkomen dat op 30 april enige koninklijke versierselen worden opgespeld al s blijk van dank voor maatschappelijke verdiensten. Hoe dan ook, er is een aanleiding om uitgerekend bij die ene club actief te worden. En wie eenmaal bij die club zit -of dat nou is als bestuurslid of als schoonmaker of als kantinemedewerker- die blijft hem doorgaans trouw. Het is nou eenmaal het eigen kluppie. Daar kan geen andere club tegenop. Er zijn uitzonderingen. De heer Voulon, voorzitte r van de STC, is er zo één. Dat konden we onlangs in de Schager Courant lezen. Voulon mag tot eind 1997 voorzitter van de tennisvereniging zijn en gevraagd naar zijn ambities voor daarna liet hij weten, dat hij iets in de politiek wilde maar ook dat hij best voorzitter van een voetbalvere niging in Schagen wilde worden. Hij had geen voorkeur voor SRC of Schagen. Volgens hem was er trouwens maar plaats voor één grote vereniging als je als vereniging echt wilde presteren. Wat zullen we met hem doen, leden van SRC? Adres opzoeken en het huis buitenom in de verf zetten, helemaal in groen en wit? Of in geel en zwart, het maakt mijnheer Voulon toch niet uit. Of we nodigen hem een keer uit voor overleg over zijn plannen met SRC en dan halen we 'm in de kantine even door de spoelbak. Ik verzin zo uit de losse pols een paar acties. Misschien komt U op ludiekere gedachten? De verwatenheid van zo'n man om er zonder meer vanuit te gaan dat ze overal op je zitten te wachten. SRC heeft nota bene een maand terug een voorzitter voor het leven benoemd. Wee t zo'n man dat dan niet? En volgt hij de pers over de fusieflauwekul niet? Zijn we nou betrokke n bij de sport of zijn we het niet? Nee, we zijn betrokken bij het besturen van de sport. Het idee dat iemand het besturen van een club als een op zichzelf staande bezigheid ziet, dus besturen om het besturen en niet omdat je bewuste vereniging een warm hart toedraagt, dat vind ik en g. Laat SRC een dergelijke trendbreuk nooit toestaan! En zoiets wil dan ook nog in de plaatselijke politiek. Weer zo één die niet voor Schagen in de raad wil maar voor zichzelf. En daarvan zitten er al zoveel op het pluche. Liever geen wethoude r Voulon in Schagen. En ook geen voorzitte r Voulon van SRC alstublieft. -kk-
10
Uit duizenden De Friese rayonhoofden waren niet van het scherm af te slaan. Avond aan avond zag je ze hoofdschuddend meten. Nog niet dik genoeg. Zou de tocht der tochten er komen of niet? Wa t een spanning voor... Ja, voor wie eigenlijk? Bij ons in de docentenkamer klonk op enig moment voornamelijk irritatie door over de zoveelste Journaaluitzending die voor een kwart aan de Elfstedentocht was gewijd. Was er dan geen belangrijker nieuws? vroeg menig collega zich af. Een stukje van de PMV-les wordt gaarne aan de actualiteit besteed, maar om het nou drie maanden over de Elfstedentocht te hebben, nee. Dat is hetzelfde als na drie jaar Bosniė. Op zeker moment houdt het ook voor de leerlingen op. Toen er op een avond in het Friese land ijstransplantaties werden verricht was voor een deel van het docentenkorps de maat vol. Zij sloten zich aan bij de Stichting ter Voorkoming van een Elfstedentocht en hingen op de prikborden een affiche met in kapitalen de tekst: HAK EEN WAK !!! De Elfstedenkoorts is achter de rug en nu is de discussie over de winterstop weer helemaal terug. Moeten we naar een lange winterstop vanaf Kerstmis tot half maart? Kranten en sportrubrieken op radio en TV storten zich op het onderwerp. Dat is nu eenmaal de waan van de dag. Eindelijk een winter gehad. Heeft Nederland enorm van genoten. Maar nu we ijs - en sneeuwmoe zijn geworden komen we er opeens achter dat we al zo'n tijd zonder voetba l hebben gezeten. En hoe moet dat met de voetbalcompetitie? De velden schijnen nog weken onbespeelbaar. Als het de vorst niet is dan zijn het de regenbuien die een fatsoenlijke training onmogelijk maken. Trainers wanhopig. Spelers bij wie het ijsplezier allang verdronge n is door ergernis over wat zo mooi heet: de gesteldheid van de terreinen. Jaja, wat is het deze winter behelpen voor de voetballers... Voor mij niet, hoor. Boeken, mensen. Al die dikke kranten en mooie boeken op de zaterdag of de zondag. Wat een feest! Jaren geleden heb ik voor de Facet eens uitgerekend, hoevee l boeken een mens bij een leestempo van 40 bladzijden per uur zou kunnen lezen waar een soortgenoot zich in de voetbalcompeti tie stort. Ik nam toen de zuivere speeltijd als de zuive re leestijd. U kunt zich voorstellen wat er nog aan uren bijkomt, als men ook de wachttijd, de reistijd en de kantinetijd er bijtelt. Ik ga dat nu niet doen. Ik wil alleen maar zeggen, dat een lange winterstop voor mij een zegen van boven is. Hoewel lezen er thuis nauwe lijks bij is, sinds er weer een baby over de vloer kruipt. Dan zit ik weggedoken achter een krant. Het is een tijdje stil. En opeens is het BBWWAAAMMM..! Een mollig armpje slaat de krant omlaag en een stralende snoet komt ervoor in de plaats. Ik schrik me telkens weer rot. Dus lezen, tja. Toch maar weer voetballen? -kk-
Uit duizenden Wat een spannende confrontatie op het scherp van de snee had moeten worden met als duel -
11
in-een-duel de strijd tussen vader Jaap de Vries (Schagen) en zoon Norbert (SRC) dat werd een lekkere maar voor de neutrale toeschouwer eenzijdige pot voetbal. Gelukkig is er bij een derby nooit een neutrale toeschouwer. SRC was de meerdere van Schagen en drukte dat riant uit in de score: vijf goals. Schagen kon alleen in de tweede helft een klein vuistje maken: tweemaal scoren. Genoemde familietwist moest helaas onbeslist blijven. Nopje was op vakantie. Het is dat moeder Fietje langs de lijn stond, anders zou vader Jaap hem bij terugkoms t op zeker wijs m aken dat hij in blakende vorm stak. En dat was niet zo, maar ja, hoe komt de waarheid Norbert ter ore, want hoe neutraal is in zo'n situatie moeder Fietje, vraag ik me ineens af? In elk geval, Jaap stond op doel en we kennen intussen de uitslag... Schagen had personele problemen, zo werd na afloop aangevoerd als excuus voor de wat hoog uitgevallen nederlaag. Ze misten de keeper. "En nou misten we duidelijk de linksbuiten " verklaarde vader Jaap met een grijns op het gelaat. "Ik kan gelukkig alletwee dus moes t ik deze reis op doel, maar ja, dan zit je toch voorin, hé." Volgens Jan Beers had Jaap deze wedstrijd vooral te kampen met een loyaliteitsprobleem. "Jaap is nu wel twintig jaar lid van Schagen , maar daarvóór was hij veertig jaar SRC-er. Vind je het dan vreemd dat hij bij twijfelballen laten we zeggen nogal merkwaardig reageerde?" Met het noemen van de naam Beers kom ik op een familiestrijd die op deze stralende zaterdagmiddag wél werd gevoerd, namelijk die tussen vader Jan (Schagen) en zoon Sacha (SRC). Al vroeg in de wedstrijd schalde vader Beers over het veld "Het zwakke punt is gevonden!" op een moment dat de bal in de buurt van SRC's linksback Sacha Beers kwam. De heren zochten elkaar wijselijk niet op, want de humor van vader is superieur, maar uitdel en kunnen ze alletwee. In deze partij echter verliep alles redelijk vreedzaam. De leukste opmerking van de middag voegde de oude Beers mij trouwens persoonlijk toe:"Kijk Kees, daar achter de bosjes staat Voulon. Hij wil kijken hoe het nou met die fusie mo et." De wedstrijd verliep vreedzaam, ik zei het al. Dit was mede te danken aan het optreden van scheidsrechter Karel Weernekers. Ja, dat zegt de winnaar altijd, hoor ik U denken. Nee, mis. De leidsman trad correct op en verdeelde de twee fouten eerlijk ove r de ploegen. Hij onthield Schagen een penalty. (Al hield Joep Dekker na afloop vol dat hij niks deed.) En een glaszuive re goal van SRC keurde hij eerst goed en op aangeven van grensrechter Edcius vervolgens af. (Al hield grensrechter Edcius na afloop vol dat hij ...). Waarmee alles over dit treffen tussen groenwit en geelzwart wel zo'n beetje gezegd is. Belangrijke overwinning sowieso, een overwinning op Schagen. Ook belangrijk, omdat drie punten konden worden toegevoegd aan het tot dusverre schamele aantal. Ik voorspel niet dat de terugwedstrijd opnieuw drie punten zal opleveren. Daarvoor is de samenstelling van SRC 3 veel te wisselend. Ditmaal was er op het middenveld een aanjager aanwezig in de persoon van Marcel van Schaik. De volgende keer kan het elftal er wel heel anders uitzien. Maar wie weet is dan Noppie de Vries erbij en zijn we getuige van twee familietwisten binnen de derby.
Uit duizenden
-kk-
12
Toen laatst Atteveld (Vitesse) en Blind (Ajax) het met elkaar aan de stok kregen, wat tot een kluwen van duwende spelers aan die zijlijn leidde, toen had de commentator het over taferele n die voetbal op dit niveau onwaardig waren. Gelijk had hij met zijn opmerking over de onwaardige taferelen. Maar dat niveau, nou, dat had hij ook weg kunn en laten. Op elk nivea u komen immers rare toestanden voor. Bij de profs zou men zelfs nog clementie kunnen hebben als ze over de rooie gaan, omdat er zulke enorme geldbedragen op het spel staan. Waar van de andere kant op gezegd kan worden dat sommigen zo rijk zijn dat ze zich voor die stomme centen echt niet zo druk meer hoeven te maken. Maar ja, blijkbaar kan men zich op alle niveaus in een spelletje verliezen. Onlangs met zaalvoetbal meegemaakt dat een speler van ons team een irritante speler van de tegenpartij een vuistslag toediende. In het vuur van de strijd natuurlij k en na menige charge van de wel héél irritante tegenstander. Maar het valt niet goed te praten . Ga ik ook niet doen. Kan ook niet. Het was bepaald geen veegje met de vlakke hand over de wang al lopende langs de wisselbank van de tegenpartij nadat daarvandaan een zuinig e opmerking was gemaakt. Nee, hij stond met zijn rug naar de bikkelaar van de opponent. Hij werd aangespeeld. Hij kreeg weer een tik voor zijn enkels. Hij draait zich meteen om en haalt vol uit. Er zijn helaas geen beelden van, anders waren die zeker studiemateriaal voor Regilio Tuur geweest. Wat een rechtse directe! Maar wat volgde was minstens zo apart op een zaalvoetbal vlo er. We hebben het hier overigens over een niveau da t net boven de G-klasse zit. Waarmee ik nog eens wil zeggen dat het niveau er beslist niet toe doet. Het loopt overa l weleens uit de hand. Mijn moeder zegt niet voor niets dat de wereld niet razend is, maar dat hij door razenden wordt bewoond. Maar nu weer terug naar bewuste avond in de Spartahal. Wa t was er zo apart aan de gebeurtenissen na die rechtse directe? Nou, de tegenstander die de klap had opgelopen kreeg -wie weet als gevolg ervan- een waas voor zijn ogen en ging als een dolleman op ons boksmaatje af. Deze maakte zich uit de voeten. Maar luidkeels schreeuwen d dat hij hem zou vermoorden zette Dollemans de achtervolging in. Twee volle ronden stoven de heren als gekken achter elkaar aan. In de binnenbochten misten twee ziedende tackles op haartjes na hun doel. Toen vond onze teamgenoot de deur naar de kleedkamers. Toen pas wisten de maten van de briesende man hem vast te pakken. De partij werd natuurlijk afgeflote n . Toch behoorlijk aangeslagen door het gebeurde gingen wij naar de kleedkamer. Alwaar wij een lijkbleke boksvriend aantroffen. Bij mijn school komt elke woensdag een man van een jaar of vijftig voorbij met een kapiteinspe t op, mondharmonica aan de lippen, een speelgoedauto aan een touwtje achter zich aantrekkend. Wij zwaaien elke woensdag naar elkaar. Ik moest daar aan denken, toen ik deze column schreef. -kk-
Uit duizenden Het aantal leden van de KNVB neemt af, zo bleek onlangs uit onderzoek onder de jongeren in Nederland. Zo ook het aantal handballers . Het is een tendens die al geruime tijd zichtbaar is. Het grote onderzoek naar de vrijetijdsbesteding van de jeugd vindt periodiek plaats. Dus tekenen zich van meetpunt naar meetpunt curves af. Die van typische contactsporten lopen omlaag. Maar de
13
curve van de tennis loopt omhoog. Steeds meer jongeren maken de keuze voor tennis. Klopt w at ik zeg? Nee, de populairste keuze is die voor...nietsdoen! Of...nou, ik druk me niet zorgvuldig uit. De meeste jongeren in Nederland gaan niet meer op een sportclub. (Deuce) Wat niet automatisch inhoudt dat ze niets doen. Ze kijken uit school vooral naar de televisie. De televis ie als stukje behang. Denk ik in w eemoed terug aan de talloze zomeravondpartijtjes op het plein van de Aloysius, de jongeren van nu praten straks in w eemoed over Pow er Rangers en GTST. Tsja. (New balls please) Maar van degenen die nog w el op een vereniging w illen kiezen de meesten tennis. Een teken des tijds heet zoiets. Individuele sportbeoefening. Naar de baan met een maatje, w anneer het uitkomt. Ev en meppen en w eer naar huis. Kom daar eens om bij het veldvoetbal met de vaste trainingstijden, het competitiesc hema, de ongunstige positie als w intersport. Overigens kiezen niet alleen jongeren vaker voor tennis. Ook stappen veel veldvoetballers op zeker mome nt over naar het centre court. Lastig genoeg is er een categorie die vóór de definitieve over stap beide sporten beoefenen. Wat gebeurt er dan? Ergens in april ontstaan voor deze leden dubbele verplichtingen. En in plaats van in het groenw it hijst men zic h in de Agassi-line. De Gullit-kic ks blijv en diep in de kast, de gravellers gaan in de sporttas. En op Groenoord danw el ergens in de regio staat op een lentemiddag een voetbalploeg met acht man. (Game over) Niets heb ik tegen tennis. Echt niets. Maar het is mijn sport niet. Voor een ander is voetbal w eer niks . Dat kan. Een vriend van mij probeert me al jaren w arm te krijgen voor de tennis. Dat w e bij w ijze van spreken op een donderdag 's morgens om negen uur naar een verlaten baan in Groote Keeten of Barsingerhor n kunnen rijden voor een enkelpar tij. Of op maandagmiddag tegen vijven, het maakt niet uit. En dat dat dus een enorme vrijheid biedt. En het grote voordeel noemt hij daarnaast, dat je met tennis oud kunt w orden en met voetbal niet. Maar op dat argument heb ik returns in huis met namen als Jan Heddes en Pé Kok. En ik roep altijd terug dat er overal verplichtingen zijn. Zow el bij STC als bij SRC draaien de leden hun kantinediensten. Bij de tennis kan je je beurt trouw ens afkopen, schijnt het en dat kan op Groenoord nog niet. Soit. (Silence please) Ons middenstands ges prek ontaardt per secula seculorum in gekissebis over de attractieve w aarde. Maar ik leg mijn maat het zw ijgen op met de onredelijk harde smash, dat voetbal uiteindelijk een balspor t is en tennis toch een ballensport. -kk7/1996
14
Uit duizenden Een sportief aangelegde collega vertelde onlangs dat hij ook als jonge bink al veel aan sport deed. Hij voetbalde, tenniste, deed mee aan duurlopen en zwom. Vele uren in de week bracht hij zoet met sportieve inspanningen al dan niet in clubverband. Van alle sporten was zwemmen hem het liefst. Op zeker moment raakte hij in de ban van duiken. Voor de duiksport echter was een keuring noodzakelijk, duiken is immers een sport met risico. Gelet op zijn bereconditie beschouwde mijn collega de medische keuring als een formaliteit, maar tot zijn stomme verbazing werd hij afgekeurd. Door al dat sporten waren zijn longen fors vergroot en bij een longinhoud van vijf of meer liter kan duiken gevaar voor het leven opleveren. Wie op bepaalde diepte zweeft en plotseling in een riskante situatie geraakt die moet uitademen en snel naar boven toe. Wie vergrote longen heeft raakt de lucht niet meteen kwijt. Hij komt niet snel genoeg weg en loopt het risico van lo ngembolie. Zogenaamd het "springen" van de longen. Ik kom met dit verhaal, omdat het alweer tegen de zomer loopt en het accent van de veldsporten afraakt. De nacompetities moeten nog afgemaakt. Inmiddels heeft Ajax wel of niet de Europacup. En in juni hebben we de EK in Engeland nog tegoed. Maar dan is het echt afgelopen. Sowieso zijn op dit moment de meesten al klaar met voetballen. Toen mijn collega dat verhaal vertelde dacht ik terug aan jeugdzomers, toen er nog gezwommen werd in het kanaal en Gerard Be emster van de Hoge Brug afdook. Tussen de betonblokken en de meerpalen in. Knap dat ik dat vond, zeg! En onwijs gevaarlijk natuurlijk. Later is het ook verboden. Zelf was ik absoluut geen zwembeest, dus zelfs op snikhete dagen stelde ik voor om te gaan Voetballen. Alles beter dan zwemmen. "Jongens, laten we nou niet naar het kanaal gaan, het is te gevaarlijk." Met die smoes maskeerde ik mijn gebrekkige zwemvaardigheid. En dan gingen we voetballen. Dat kon Beemster trouwens ook goed. Dat wil zeggen. Technisch niet begaafd, maar hij was roetsnel als linksbuiten. Op de befaamde sportdagen die SRC destijds op het terrein aan de Nieuwe Laagzijde hield was hij in onze leeftijdsklasse altijd numero 1 op de loopnummers. Ik zie het nog voor me. Het pistooltje van mijnheer Van de Kamer ging na drie weigeringen af en daar stoof Gerard weg. Wij ook wel, maar wat ging dat kreng hard! Voor ons nooit meer in te halen. Ook als voetballer was hij vanwege zijn snelheid staatsgevaarlijk. De enige manier om hem af te stoppen w as gewoon je been uitsteken. Hij zal wat keren kermend tegen de tegels van het schoolplein gegaan zijn. En dan lag Gerard daar, knieën open. Soms waren de korsten van de vorige valpartij er nog niet eens af en evenzogoed weer zo'n meedogenloze tackle. En Gerard maar brullen, brullen. Bij Ja Natuurlijk zie je wel van die filmpjes over chimpansees die hun apemuilen wijd opensperren en een ongegeneerde oerkreet slaken. Zo moet U zich ongeveer voorstellen hoe Gerard brulde nadat één van zijn rushes ruw was onderbroken. Hij heeft daar vermoedelijk vergrote longen aan overgehouden. Achteraf is dat weer allemaal ergens goed voor geweest, want Gerard koos op zeker moment voor een zangcarriere en die gasten hebben vanzelf baat bij een grote longinhoud. Legpuzzelaar s weten dat. Dat er soms stukjes tussen zitten waarvan ze echt niet snappen waar ze thuishoren. En uiteindelijk, jahoor, krijgt elk deel toch zijn plaats in het geheel. -kk8/1996
15
tIs groen tIs wit Op de ochtend dat ik met vrouw en kinderen naar de vakantiebestemming zou vertrekken las ik in de Schager Courant de overlijdensadvertentie van Gerrit Kramer. Een raar moment was dat. Om me heen renden de kinderen uitgelaten door het huis. Zenuwachtig voor het vertrek. Druk zoekend naar de laatste spulletjes die ze ook nog wilden meenemen. En in gedachten was ik even bij de familie Kramer. De schok. Hun verdriet. Het gedoe met de begrafenisondernemer. Tranen. Met de krant in handen was ik even stil. Het meevoelen met is anders geworden na de dood van mijn eigen vader. Zoveel tijd kreeg ik niet voor mijmeringen. Ons zoontje had op de achterpagina een auto opgemerkt. Hij wees die niet zachtzinnig aan en riep adequaat: "Oto..!" Eenmaal op weg met de zwaarbeladen vakantiewagen schoot het me opeens weer te binnen. "Goh, die Gerrit!" riep ik uit. Dwars door het bandje van Kinderen voor kinderen en het overige getetter op de achterbank heen. "Plotseling?" vroeg mijn vrouw. "Ja. Nee. Ik wist dat hij ernstig ziek wa s" antwoordde ik, "maar het is toch onverwachts en nog betrekkelijk jong". Op haar vraag waar ik hem van kende zei ik uiteraard dat ik hem van de voetbal kende, maar dat hij niet zomaar iemand van de voetbal was, want dat hij wel meer dan twintig jaar secretaris van SRC was geweest. Gerrit Kramer was een man met een groenwit hart. Enkele tientallen jaren bestuurslid maar nooit op de voorgrond. Alleen op de jaarlijkse ledenvergadering moest hij uit hoofde van functie voor het voetlicht. Ik zie hem nog voor me, met het schrijfblok schuin voor zich. De benen over elkaar geslagen, de rug gebogen. De secretaris en het verslag van de vergadering. Maar meer dan als schrijver herinner ik me Gerrit als bouwer. Het is intussen vijfentwintig jaar geleden dat Groe noord werd gebouwd en toen was hij één van de grote mannen. Als jonge broekies klierden wij maar wat rond op wat toen nog een bouwplaats was. De bedoeling was dat wij als SRC -jeugd letterlijk steentjes bijdroegen aan de nieuwe accommodatie. Dus wij met de stenenwagen mekaar in de wielen rijden, kruiwagens met specie de greppel in laten donderen, want over een plank rijden bleek heel lastig. En die mannen maar lachen. Ivanhoe onder anderen. Die man metselde de honderd meter sneller dan wij hem konden lopen. Ongelooflijk! Daar was natuurlijk ook Vic Godschalk die zijn bed had staan op de plaats waar de kantine nog moest verrijzen. Wij lustten toen al bier en Cor Huiberts zál wat gratis kratjes gebracht hebben voor de harde werkers. En daar was dus alle dagen Gerrit Kramer en naar die man ging het meeste respect uit. Want hij leek overal verstand van te hebben en hij regelde ook alle werkzaamheden. Naarmate Groenoord meer gestalte kreeg kwam er vaker een grijns op zijn gezicht. Want te spreken van zijn levenswerk is gauw overdreven, maar de realisatie van een droom was Groenoord zeker. Een zwager van me werkt op een zware afdeling van het MCA en spreekt qualitate qua nogal eens over zijn contacten met Petrus, de poortwachter van de hemel. Ik heb hem al eens ges uggereerd om wat meer invloed op te eisen bij de beslissing over leven en dood. Want het moge een cliché zijn dat meestal de verkeerden gaan, in het geval van Gerrit Kramer is dat zeker waar. SRC heeft deze zomer een belangrijk man verloren. De familie Kramer vanaf deze plaats: sterkte.
16
-kk10/1996
tIs groen tIs wit Het popweekend had dit jaar voor mij beperkt kunnen blijven tot één optreden. Dat van Greybound . Ai! Eh...sorry. Greybound, Greybound. Nu zeg ík het ook al verkeerd. Dat van Greyhound bedoel ik vanzelf. Dat komt, de speaker op de zondagmiddag kondigde de groep aan als Greybound . Foutje, denk je dan. Het is op de zaterdagavond laat en nat geworden voor de man. Maar na een flitsende act van een half uur noemt hij de groep bij de aftiteling opnieuw Greybound. Lul! dacht ik toen. Je bent gisteren niet dronken geweest, je hebt je werk gewoon niet goed voorbereid. Laten we afspreken dat deze speaker volgend jaar niet terugkeert op het popweekend, organisatieburo Geels. Denkt U overigens niet, dat het hier om Jos Hendriks gaat, mensen. Nee. Jos bereidt zijn les terdege voor. Dat deed hij vroeger al, toen we nog op de PABO in Bergen zaten. Ik ben nog een jaar op de motor met Jos meegereden. Een prachtige ouwe BMW 500cc. Op de slingerweg langs het Noordhollands Kanaal ging het in een rechte lijn op Koedijk aan. Jos sneed alle bochten en auto's af die we onderweg tegenkwamen. Voordat hij een auto passeerde draaide hij zich vaak half om op het zadel en riep: "Nou Kees, zullen we maar weer?" Zonder het antwoord af te wachten gooide hij dat gashandle open en dan moest ik maken dat ik me vastgreep. Ook deinsde Jos er niet voor terug om tijdens de motorrit imitaties op te voeren van Ben Turpin, een komiek in de orde van Laurel & Hardy en Charly Chaplin. Het verbaasde me dan ook geenszins dat hij later uit het onderwijs wilde om in het entertainment te stappen. Maar ik had het over het Schager popweekend. Over Greyhound. Waarom Greyhound eigenlijk? Nou, een beetje omdat het de band was met het hoogste groenwit-gehalte op het hele festijn. En een heleboel vanwege Roland (Prince) Schaafsma. Het is namelijk zo. Roland was vorig jaar topvoetballer, tevens aanvoerder van SRC Zaterdag 3. Aan het eind van het seizoen zwichtte hij voor een lucratieve aanbieding van Greyhound. Vreselijk voor Zaterdag 3 uiteraard, maar voor het talent zelf een enorme positie-verbetering. Duidelijk verhaal. Zo'n jongen hou je niet tegen, het is zijn toekomst. Om te zien en vooral te horen of musicus Schaafs ma terecht de voetballer Schaafsma is opgevolgd ben ik dus naar het optreden van de troep grijze honden gegaan. Het moest wel wat voorstellen. Anders zou Zaterdag 3 hem terstond weer opeisen. Welnu, hij deed het geweldig, 'onze' Roland. Vooral bij de vertolking van Purple Rain stond hij erbij als een..., als een aanvoerder, zou ik zeggen. Het optreden was 's middags, maar anders had Roland in zijn eentje de sterren van de hemel gespeeld. Dus Roland, je mag bij Greyhound blijven enne... we zijn trots op je! Het hoogtepunt van de zondag was dus aan het begin van het programma geregeld, zodat ik na Greyhound met een gerust hart thuis voor de buis plaats kon nemen voor de zinderende finale van het nationale volleybalteam op de Olympics. Er was 's avonds nog een uur met onze eigen Gerard Joling gepland op het popweekend. Maar als ik eerlijk ben zíe ik Gerard liever dan ik hem hoor. En zien kan je Gerard bijna elke morgen rond koffietijd in het café van mijn schoonzus in Alkmaar. De Corridor op het Waagplein. Dus.
17
-kk11/1996
ti s groen ti s wit Een nieuwe wethouder welzijn en sport in Schagen. U heeft het in de krant kunnen lezen. Van de Pauvort is zijn naam. Een man zonder kapsones, dat is dus prettig. Hij is van de VVD, dus zakelijk. Geen groen-witte wethouder, maar ook geen geel-zwarte, voorzover ik weet. Neutraal dus. In het interview in de Schager Courant stelde hij zich heel bescheiden op. Geen grootse nieuwe plannen voor de sport. Gewoon uit-voeren wat zijn voorganger middels de Sportnota in werking heeft gezet. Hij aan-vaardde de functie van wethouder onder voorwaarde dat hij de portefeuille welzijn mocht overnemen van collega Westerink. Voor de meeste andere beleidsterreinen achtte hij zich niet bekwaam genoeg. Nou, je hoort ze in de politiek weleens anders kakelen, waar of niet? Lang geleden heb ik een jaartje in de gemeenteraad van Schagen gezeten. Opa vertelt. De gemeenteraad, het was leer-zaam, het was boeiend. Was het leuk? Soms wel. Meestal te saai. Er werden teveel handen geschud en te weinig debatten gevoerd, vond ik. Alleen als Ton Smit er was ging het weleens lekker venijnig. Ik zat er voor de Partij van de Arbeid. Die partij bestond toen nog. Als er iemand verbaasd was over de snelheid waarmee je in de politiek omhoog kan schieten, dan was ik het wel. Zo sta je op de groslijst van je partij, zo sta je reserve voor de fractie, zo zit je in de raad. Dat komt omdat bar weinig burgers zich voor een politieke bijbaan interesseren. Of ze hebben er geen tijd voor. In de meeste gemeenteraden zijn leraren, ouden van dagen en mensen met een ambtelijke functie oververtegenwoordigd. De zakenman en de loodgieters -knecht doen liever andere dingen in hun vrije tijd. Geef ze eens ongelijk! In een raadsperiode gaan heel wat raadsleden er tussentijds vandoor. Om uiteenlopende redenen. Vanwege de gezondheid. Vanwege privé-problemen. Een raadslid kan pootje gehaakt worden, tenminste als hij of zij in het dagelijks bestuur (B & W) zit. De dood maakt soms een einde aan een politieke loopbaan. Ikzelf vond een mooi huisje in Valkkoog. En Valkkoog ligt buiten de gemeentegrenzen van Schagen. Ik verhuisde en liet aldus het privébelang prevaleren boven het algemeen belang. Sorry alsnog voor de SRC-leden die destijds op mij hebben gestemd om eens een groenwitte vertegen-woordiger in de raad te hebben. U heeft eruit kunnen leren dat politici onbetrouwbaar zijn. Maar dat dacht U misschien al. Zeggen dat ze de rit van vier jaar uitdienen en dan plotseling opkrassen. Ik ben nu al jaren politicus zonder p artij, om met Menno ter Braak te spreken. Een prettige positie. In dat ene jaar gemeenteraad maakte ik ook Ad van de Pauvort van de VVD mee, de huidige wethouder welzijn. Ik begon pas en hij ook. Wat ik zo aandoenlijk aan die man vond was dat hij in de meeste commissie- en raadsvergaderingen niets zei. En áls hij namens zijn fractie een standpunt naar voren moest brengen, dan las hij het voor vanaf een briefje. Een cursus 'Spreken in het openbaar' zou aan hem goed besteed zijn geweest. Hij beschikte duidel ijk niet over de macht
18
van het woord. Denkt U niet dat ik dit spotlachend vaststel. Helemaal niet. Goede redenaars zijn schaars. En het is best mogelijk dat wie en public niet uit de verf komt er in klein comité prima in slaagt om de zaken te regelen. Laten we er maar vanuit gaan dat Ad in die tien jaar gegroeid is in het vak en dat de SRC-belangen bij hem in goede handen zijn. -kk12/1996
ti s groen ti s wit De introductieperiode van school werd vorige week afgesloten met een survival in de Ardenn e n . Het was weer heel fijn. Het programma zat stikvol met een dropping, klimmen en abseilen, tokkelen, trackingtocht, mountainbiken, eten maken op een kampvuur, een p aar overnachtingen op een bivak en nog wel meer. Voor leiding en leerlingen is de dropping het zwaarst. Eenzaam stond ik al een uur op mijn post. In dat uur was de zon ondergegaan. Genieten van het uitzicht op het Lac de la Gileppe had plaatsgemaakt voor duisternis, geluiden in het bos en kou van een dun windje. September is echt koud 's nachts daar in België. Er zijn diverse manieren om jezelf warm te houden. Boerderijdrop, paar keer een shaggie opsteken, veel rondjes lopen, telkens een extra kledingstuk over het vorige heentrekken en luisteren of er al een groepje in aantocht is. Ik was blij toen er eindelijk over het bospad wat rumoer in mijn richting kwam. Al gauw kwamen er zaklantaarns naderbij. Ik stond onderaan een helling op een drassig stuk terrein net aan de overkant van een beekje. Om ze naar me toe te krijgen gaf ik een paar signalen met mijn schijnwerper. In de nacht klonken er verzuch tingen als:"Gelukki g , gevonden!" Maar ook vloeken als : "Godver, welke kankerlijer heb zo'n klotetocht uitgeze t ? ". Ik zag vanaf de post in het flikkerende licht van al die lantaarns dat ze glibberend en struikelend de modderige helling afdaalden. Een prachtige vertoning. Even vergat ik zelfs de kou, toen ik zag dat de jongens met de grote monden hun zwakkere broede rs en zusters over het ergste modderbad heenhielpen. Door armen te reiken. Door aanwijzingen te roepen. Door rugzakke n over te nemen. Zelfs doorlotgenoten met gekneusde enkels naar de overkant te dragen. Maa r toen het groepje bij me was uitgepuft en doorgetrokken met nieuwe opdracht werd het weer koud en donker op de post in het bos. Voor leiding en leerlingen is het slotfeest het lichtst. Toen we na vier pittige dagen en nachte n op de camping terugkeerden konden we douchen, lekker eten en daarna dus de kro eg. In het café konden alle ontberingen van de survival worden besproken en weggespoeld met een Geuze of een fluitje pils of een verse jus d'orange. Om het wiebelende koord van de touwbru g kon gelachen worden. En om de salto van een maniak op een afdaling met de mountainbike . De tijdens de overlevingstoch t ontloken liefdes werden uitgebouwd en ditmaal kwam de integratiegedachte uitzonderlijk goed uit de verf. Tegelijk met ons hield de bedrijfsverenigi n g van Philips een feestavond. Captain Jack en Koos Alberts denderden even hard uit de boxe n . Veel blazers van Philips verdrongen zich rond de dansvloer als die gasten van ons gingen housen. Maar even makkelijk werd er een kring gemaakt, toen een hele dikke vent de kozakkendans wilde demonstreren. Wat later op de avond trokken dames op pumps, heren
19
met stropdas en tieners uit de Kop van Noord-Holland in polonaise de weg naar Jalhay op en omdat het koud was ook weer gauw terug de warme kroeg in. WC's in en uit, achter de bar langs, U kent het wel. Het was gewoon feest voor twee groepen die op het eerste en ook op het tweede gezicht niets maar dan ook helemaal niets gemeenschappelijk hadden. Het is na zo'n week altijd weer even wennen.
kk-
Ti s groen t i s wit In het oude Griekenland leefde een man. Die heette Icarus. Icarus wilde heel graag vliegen. Hij maakte vleugels van was. Hij steeg op en klom hoger en hoger. Zijn poging leek te slagen. Maar de idealist, de streber wilde nog hoger en verder. Te hoog vloog hij, dichter naar de zon. De was smolt, de vleugels gleden af. En Icarus viel te pletter in wat daarna de Icarische Zee werd genoemd. Ik had al heel wat stukjes geschreven voor heel wat krantjes, -krantjes met een kleine ktoen zich een kans voordeed om te gaan schrijven voor een krant met een grote K. De Volkskrant vroeg drie jonge academici die zich wilden bekwamen in de journalistiek . Honderden kandidaten meldden zich. Wat zullen die lui aan de Wibautstraat een tijd hebben gespendeerd aan het lezen van al die stukken die als proeven -van-kunnen met de sollicitatiebrieven moesten worden meegestuurd. Ik hoorde bij de acht uitverkorenen die langs mochten komen voor een goed gesprek. Op de afgesproken dag werd ik voor de sollicitatiecommissie geleid die bestond uit de coryfeeën Henk Huurdeman, Hans Goessens en Han van Gessel. De heren verklaarden eerst waarom ze me uit de honderden kandidaten hadden gepikt. Dat had te maken met de enveloppe met inhoud die ik ze had toegestuurd. Uit twee stukken over sport hadden ze opgemaakt dat ik daar verstand van had. Het derde stuk was een analyse van de Schager Courant na een maand lezen van de krant van toenmalig chefredacteur Piet Verduin. Dat stuk getuigde van originaliteit en schrijftalent. Aldus de professionals. Wij praatten heel genoeglijk over divers e onderwerpen. En passant liet de commissie vallen dat er die zomer weer een WK Voetbal en de zoveelste Olympics voor de deur stonden, dus versterking van de sportredactie was geboden. Niettemin werd mij gevraagd of ik voor binnenland of voor sport z ou kiezen als ik het voor het zeggen had. Voor mijn gevoel was ik al door de selectie. Het gesprek was zo byzonder goed verlopen. Ik was zo naïef te veronderstellen dat ze alleen nog even van me wilden weten op welke redactie ze me moesten plaatsen. Ik ant woordde met mijn domme hoofd dat ik al jaren over sport had geschreven en dat nu de redactie binnenland me meer aansprak. Maar zou je sport helemaal niet meer willen? vroeg Han van Gessel nog die als mentor van de aan te stellen broekjes zou gaan optreden. Ik dacht: flink blijven, vasthouden aan de eigenzinnige koers die je hebt ingezet, karakter tonen. Ik zei: Nee, op de sport ben
20
ik uitgekeken. En zo kwam deze Icarus ten val. Bijna zat ik bij de landelijke sportpers. Bijna. En nu troost ik me met de gedachte dat schrijven voor de Facet ook heerlijk is en dat de Volkskrant allang niet meer de Volkskrant is. -kk14/1996
21
Ti s groen t i s wit Frank Oudmaijer van de Schager Cou-rant stelde in de leader van zijn wed-strijdvers lag van SRC - Uitgeest (2 - 1) een vraag waar ik niet zo vreselijk blij mee was: wie stopt SRC? De vraag stellen is hem beantwoorden. Namelijk met: niemand! Het is een retorische vraag. De pers mag dat doen. Na een kwart van de competitie al zinspelen op het kampioenschap. Maar het legt hoe dan ook een druk op een ploeg. Een ploeg die in de betrekkelijke luwte van de startfase zonder al teveel ophef de punten kan pakken is in het voordeel. Er worden nog geen verwachtingen uitgesproken, het kan nog alle kanten op. Van SRC echter is binnen de kortste keren de te kloppen ploeg gemaakt. Wie stopt SRC? Toen ik het las kreunde ik meteen "Nee hè!". Ik kreeg meteen beelden op het netvlies van hoogmoedige SRC-ers die plotseling de dure beentjes optillen omdat er een boer komt aangeglede n. Valse superioriteitsgevoelens en werklust inruilen voor onderschatting van de tegenstander, U kent het wel. En dat alles, omdat de krant de ploeg de erehemel van de vierde klasse inprijst nog voordat de competitie gedaan is. Maar laat het nogm aals gezegd zijn. De pers mag de vraag stellen. Wie stopt SRC? Behalve de pers laat ook de trainer van SRC's hoofdmacht zich niet onbetuigd. Zijn boodschap dat het er dit jaar maar eens van moet komen is zonder twijfel overgekomen in de regio. Ook de opmerking aan de vooravond van VIOS - SRC "We kunnen ze wel hebben." Werd door de journalist van de Schager Courant gretig genoteerd. Terecht natuurlijk. Een beetje stemmingmakerij in een voorbeschouwing is nooit weg. Opnieuw treft de pers geen blaam. Maar of het van de kant van Bob van Twuijver als coach van SRC nou zo verstandig is om zulke uitlatingen te doen, dat kan je je afvragen. Hij is over-tuigd van de groenwitte capaciteiten en dat is mooi. In potentie ziet hij in SRC de kampioens -ploeg. Maar om dat nu zo te gaan uitdragen. Het lijkt me een beetje vragen om moeilijkheden. Trainer Stad heeft afgelopen zondag vast weinig moeite gehad om zijn VIOS extra te motiveren. Een paar citaatjes uit de krant voorlezen was al voldoende. En de mannen uit Warmenhuizen wisten zelf wel dat ze de kans hadden om een stap naar de kop-positie te doen door het ongenaakbare SRC te verslaan. Getergd door de zelf-bewuste geluiden van de SRC-trainer betraden zij de mat. Zo kwam de hoogmoed ten val. Wie stopt SRC? VIOS was de eerste. Bij De Doorbraak gaat de gedoodverfde kampioen met 2 - 1 ten onder. VIOS stopt SRC. Wie volgt? Misschien treedt nu het Ajax-effect in werking. Dat na VIOS elke ploeg in deze vierde klasse staat te popelen om de babbels uit Schagen wat in te dammen. Het zal mij benieuwen of Bob van Twuij-ver zich in het vervolg wat gematigder zal uitlaten over SRC's kansen. -kk15/1996
22
Ti s groen t i s wit Het waren de jaren '60. Schagen was nog verzuild. De protestanten en de niet-kerkelijken zaten op de Julianaschool. Aan de Julianalaan waren ook de velden van v.v. "Schagen", de openbare voetbalclub. De kinderen van katholieken huize gingen naar 'de Aloysius' aan de Nieuwe Laag zijde. Aan die straat was tevens het room -se voetbalveld. Heuse godsdiensttwisten? Nee, die waren er niet echt. Al werden er weleens stenen gegooid. Heel soms werd er iemand opgewacht in een steegje. "Zo. En wat had jij nou, hufter!" Maar over het algemeen heerste er vrede. Men leefde in zijn eigen gemeenschap. Als bij meester Mak op het plein om tien over half negen de knor zijn huiveringwekkende geluid produceerde, dan stelden zich zes rijen op. In elke rij stond er wel één van Louter, van Deutekom, van Kager, van de familie van de Vliet, van Ploeger, van Wiegman, van de familie de Ruyter van slager Piet, maar ook van de familie De Ruiter heel uit Oudesluis. Het was de tijd van grote katholieke gezinnen. En met groot doel ik dan op een aantal van rond de tien kinderen. Maar ook een kroost van pakweg vijf, zes of zeven kwam veel voor. Op de Gedempte Gracht zat in het pand waar nu Brilservice zit de groentezaak van Louter. Uit de steeg van Louter kwamen 's morgens tegen schooltijd niet alleen een heleboel k leine Loutertjes de straat op- lopen. Uit dezelfde poort kwam ook nog eens een rij Koomens tevoorschijn, want de familie Koomen woonde in een bedoening achter de groenteboer. Mijn huis stond in de Molenstraat, het was het patronaat. Beneden was een zaal met toneel. Het was een etablissement dat draaide op het katholieke verenigingsleven. Boven woonde de familie Kager. Door een zijraam konden wij een groot deel van de Gedempte Gracht overzien. Het tafereel van de families Louter en Koomen die 's morgens n a half negen in ganzenmars die steeg uitliepen vergeet een mens nooit meer. Waarom schets ik het beeld van mijn jeugd? Omdat vorige week Hannes Koomen stierf. Hij was één van de Koomentjes uit die ochtendlijke parade. Als iemand van jouw generatie overlijdt maakt dat triest. Natuurlijk, de dood stemt op elke leeftijd droevig. Maar bij een relatief jong persoon vinden we het toch erger. Voor mij komt er bij, dat Hannes jarenlang zaalvoetbalde bij de club die Siem Stam, Jack Verduin en ik nog samen oprichtten. Wistavibo, mooie tijd! Dat was het ook voor Hannes. En curieus genoeg kwam hij aan zijn eind na een mooie avond met de zaalvoetbalmaten van de laatste jaren. Dat waren echte vrienden voor hem en die had hij volgens mij ook nodig. Hannes was een byzonder kind van een byzondere vader. Over vader Hein hoorde ik ooit de anekdote dat hij op een oudejaarsavond een rotje afstak onder de stoel van moeder Jopie. Het lieve mens zat ingespannen naar de conference van Wim Kan te turen en sprong bijna tegen he t plafond van de schrik. Hannes had ook humor, al was hij zachtaardiger. Hij wilde vooral vooral ook genieten van de dag. Hannes nam een aparte plek in in die gemeenschap van oudsher. Heel veel SRC-ers kunnen dat beamen. -kk-
16/1996
2
Ti s groen t i s wit In de meeste voetbalploegen lopen tegenwoordig meerdere nationaliteiten rond. Dat zie je in het profvoetbal, maar ook in steeds meer elftallen bij de amateurs. Het voetbal als spiegel van de samenleving. Van de gemengde samenleving dus. Zaterdag 3 blijft niet achter en heeft zijn eigen allochtoon. Het is Wilfred uit Suriname. "Relaxed jongens!" roept Wilfred nog weleens op momenten dat wij Wilfred een zetje zouden willen geven. Maar goed, trage Hollanders zijn er net zo goed. Bij de tegenstanders komen we ook heel wat kleuren tegen. Geen elftal doet het tegenwoordig meer zonder zijn Surinamer of Antilliaan natuurlijk. Daarnaast neemt het aantal Turkse, Marokkaanse en Aziatische spelers toe. Laatst moesten wij met SRC 3 op bezoek bij een tegen -stander en die ploeg was volledig zwart. Het was voor mij een geheel nieuwe ervaring. Alle elf waren die jongens zwart. Niemand uitgezonderd. Op school maak ik veel buitenland ers mee. Uit Sri Lanka, Marokko , Vietnam, Italië, Colombia, Costa Rica, Suriname, Turkije, echt uit alle landen van de wereld bijna. Maar een groep met uitsluitend allochtone jongeren heb ik nooit gehad. En nu met voetbal stond er zomaar een zwart team tegenover ons dat nul blanke Nederlanders telde. Het was in Alkmaar bij Flamingo's. Het veld lag verstopt achter de nieuwe vuilverbranding. Ik weiger aan die locatie symbolische waarde toe te kennen. Op het clubgebouw stond trouwens wel met grote letters:"De Flam". Bij Zaterdag 3 wil een wedstrijd weleens voortijdig beëindigd worden. Oorzaak: keeper breekt been bijvoorbeeld. Maar waarom de wedstrijd tegen de elf allochtonen een minuut of tien voor het einde werd gestaakt is niet eens makkelijk te vertelle n. Ik heb tijdens de pot ook geen moment het gevoel gehad dat de zaak ontspoorde. Oké, een Zairees komt weleens met gestrekt been in. Maar dat doet een Schagenees ook. En een Somaliër pleegt obstructie zoals een nuchtere Noordkopper. Waarin de zwarte ploeg anders was dat was, denk ik, in hun massale reactie op vermeend onrecht. Zodra één van hen werd afge -floten dan stortten ze zich met zijn allen op de scheidsrechter. Als één van hen over de knie ging bij een SRC -er dan stonden ze opeens allemaal rondom de boosdoener. Voor iemand met een talenknobbel vielen er op zo'n moment heel veel scheldwoorden bij te leren. De scheids had het er maar druk mee. Bij ons gaat dat toch anders. Fluitsignaal, vrije schop tegen, SRC 3 haalt de schouders op ("Ach ja, Sas weer" ) en sjokt terug. Het verschil in beleving van het spelletje. Tien minuten voor tijd ontdeed een Somalische tegenstander zich met een duw van een SRC -er. Dat mocht niet van de scheids. Vrije trap SRC. Die jongen riep oerend hard: "Hey you, mother fucker!" en kreeg terstond de rode kaart voorgehouden. Waarop nog tien zwarten tegen de scheidsrechter begonnen te motherfucken. Deze bleef bij zijn beslis -sing en zond de hevig ontvlamde zwarte jongen heen. De anderen waren solidair met hun ploeggenoot en stapten met hem van het veld. Einde wedstrijd. Einde wedstrijd zou weleens einde competitie kunnen betekenen voor de alloch -tonenploeg. Aldus hun leider. Hij was van Vluchtelingenwerk. Het was niet de eerste keer dat een wedstrijd zo eindigde en hij werd er een beetje moedeloos van, zei hij. -kk-
3
17/1996
Redactie Afbericht Tot onze spijt moeten wij U mededelen dat -kk- afbericht heeft gedaan voor zijn rubriek
IS GROEN TIS WIT’‘
‘’ T
Door drukke andere bezigheden van onze anders zo trouwe columnist schiet het er helaas voor een keertje bij in. 18/1996
3
Ti s groen t i s wit Elke dinsdag rijd ik gehaast na de team -vergadering van school naar Schagen. In Schagen moet ik mijn jongste dochter van ballet ophalen. Als het niet te druk is op de weg zie ik nog net de laatste minuten van de les in de studio aan de Julianalaan. Trots beweegt ze op de muziek en ze is blij als ik binnenkom. "Pap, we moesten allemaal tegelijk gaan en juf Annet zag nergens een verschil. Knap van ons, hè." Kletsend en hup-pelend gaat ze met me terug langs het donkere pad met aan weerszijden hoog struikgewas. Voor mij heeft de Julianalaan toch meer met voetbal te maken. Als ik vanuit de balletschool op het veld van vv Schagen uitkijk vraag ik me af of mijn zoontje nog de kans krijgt om op dit prachtig gelegen complex zijn geelzwarte tegenstanders met een stel ongelijke bewegingen in de luren te leggen. Want hij komt eraan, hoor, ik zweer het U. Hij is nu goed anderhalf en ik test en train hem feitelijk alle weken. Spelenderwijs natuurlijk. (Bijvoorbeeld, ik ruik poep en haal een washand en een schone luier. Al wapperend met de Pamper roep ik:"Heb jij gepoept?" Hij roept "Nee!" terug en rent lachend weg. Ik achter hem aan. En tijdens de achtervolging door de kamer, de keuken, het kantoor, de berging, de hal en weer terug meet ik zijn snelheid. Ik let op of hij zijn benen niet naar buiten slingert. Hoe handig omzeilt hij stoelen en zo? Hoe behendig springt hij over speelgoed heen? Dat soort dingen. En een volgen de keer jaag ik hem dan iets meer of minder op. Of ik zet hogere of juist lagere obstakels neer. Altijd grijp ik hem tot besluit met "Jaaaahhhh" en dan giert hij het uit van de pret.) Enfin, zo prikkel en vorm ik die jongen. Ik zal het hier niet over de oefeningen met de bal hebben op het pleintje achter het huis. Maar nogmaals, mensen, hij komt eraan. Even terug naar de Julianalaan nu. Of eigenlijk naar 't Oude Slot. Want daar zat ik de afgelopen week -net als de voorzitter van SRC- in verband met het Schager Dictee. In afwachting van de eerste zin van makelaar Joop Schouten had ik een aardig gesprek met Jack Manneveld van Duurzaam Schagen. Die informeerde langs zijn neus weg of er binnen SRC weleens gesproken wordt over een fusie met Schagen. Naar eer en geweten zei ik, dat het onderwerp al even verlaten is. De lokale politicus vroeg hoe ik er zelf over dacht. Opeens was er..ja iets om me heen. Voelsprieten dus. Zoals dat ook hóórt bij raadsleden die in direct contact met de burgers en de verenigingsmensen tot een wijze standpuntbepaling willen komen. "Heb je een plannetje voor de velden van vv Schagen, Jack?" stelde ik de wedervraag. Hij gaf toe dat hij de vraag met name vanuit het oogpunt van ruimtelijke ordening stelde. Waarna ik antwoordde dat ik sle chts één SRCer ben en dat ik de vraag met het hart beantwoord. Dat houdt in dat er twee voetbalclubs moeten blijven. Ik heb erbij gezegd dat ik me ook kan voorstellen dat er SRC -ers zijn die de vraag met het verstand wensen te beantwoorden. En dan komt er één grote vereniging in de Groeneweg met een gezonde seniorenafdeling en een gigant van een jeugdafdeling. En het vlaggeschip schopt het ondanks de bundeling van talent niet hoger dan de derde klasse. Want Peter Groenveld heeft al eens beschreven dat sportlui uit Schagen niet deugen of niet willen deugen. -kk-
4
19/1996
Ti s groen t i s wit De jaarlijkse trainerscarrousel draaide al voor de w interstop op volle toeren. Menig oefenmees t er kondigde zijn vertrek aan. Een interview met het Noordhollands Dagblad eindigde meestal met een bedekte sollicitatie. Het bestuur van SRC moest op zoek omdat Bob van Tw uijver zijn afscheid had aangekondigd. Niet verkeerd na zoveel jaren. Doorstroming geeft nieuw e idee’en, ruimte voor ander talent. Verrassend w as het w el dat SRC zijn nieuw e trainer eigenlijk achter de kachel vandaan plukte. Want daar zat Jan Schop al tw ee jaar. Een trainers -w isseling houdt vaak ook een cultuur-omslag in. Macho raakt uit bij SRC als ik zo vrij mag zijn. Van een trainer die ik ooit hoorde citeren dat het hart redenen heeft die de rede niet kent valt geen spijkerharde aanpak te verw achten. U zult van mij niet horen dat er een aanpak bestaat w aar alle heil van te verw achten is. Ik schat w el in dat er na dit seizoen van 'de zater-dag' een paar voetballers overstappen naar 'de zondag'. Evenzeer is het mogelijk dat er enkele spelers uit het vlaggenschip met Van Tw uijver meegaan. Gesteld dan dat hij bij een vereniging van vergelijkbaar niveau ergens in de regio onder de pannen raakt. Dat is immers een geaccepteer d verschijnsel aan het w orden. Paul Verra nam ook zijn schoonzoon mee van de ene club naar de volgende. Het is trouw ens toch w eleens w onderlijk w aarom jongens voor de ene of de andere vereniging kiezen. In het verleden heb ik in dit verband de naam Botman genoemd. Hij ging van het zieltogen de Schagen naar VZV w ant hij had een huis in Nieuw e Niedorp gekocht. Tw ee jaar later zieltoogt ook VZV. Mij benieuw en of na dit ramp-seizoen in 't Veld de afstand tussen Niedorp en Schagen nog steeds zo'n bezw aar is voor de heer Botman. Een ander argument dan de afstand om voor een club te kiezen is voor amateurs ook geld. Zoiets mag een contradictio in terminis heten. Amateurs en geld. Ferenc de Vries verliet vorig jaar ook het gekelder de Schagen. Hij aarzelde lang bij de keuze van een nieuw e vereniging. Hij kon naar ZAP, naar SRC. Hij w erkt in de hoofdstad van Nederland. Het w erd het Amsterdams e Blauw Wit. Vroeger een club die op de zondagmiddag om 17.00 uur op de radio kw am bij de uitslagen van het betaalde voetbal. Xerxes DHC- Blauw Wit: 2-3. Op onnavolgbare w ijze las Frits van Turenhout de uitslagen voor. GVAV - ADO: 2-0. Of Enschedese Boys tegen Fortuna: 1-1. Dat Blauw Wit is in de loop der jaren afgezakt naar de vierde klasse van de amateurs en ze betalen de speler s tw ee meier per gew onnen w edstrijd. Het is toch niet te geloven! Dat er een groep jongens op dat zakgeld afkomt kan ik nog begrijpen. Dat er w eldoeners zijn die zoveel PR-heil van een amateurclub verw achten dat zij bereid zijn duizenden guldens te voteren is voor mij een w aar raadsel. Uit de gew one begroting van een club kan zoiets natuurlijk niet. Het clubbestuur moet zo'n constructie met een geldgev er officieus zijn fiat hebben gegeven. Zolang het goed gaat gaat het goed, is misschien de gedachte. Cruijf f formuleert het altijd omgekeer d:"A ls het niet goed gaat, dan gaat het niet goed". En het gekke is, uit zijn mond klinkt zoiets niet als een dooddoener maar als een w ijs oordeel dat na erg veel nadenken tot stand is gekomen.
5
-kk1/1997
tIs Groen tIs Wit
Kennelijk weet onze v aste rubriekschrijver -kk- ook weinig inspiratie te putten uit deze v oetballoze periode, want zijn schijfje v iel niet op onze v oordeurmat deze week. Als bladv ulling v ermelden wij op zijn bladzijde de namen v an een groot aantal klav erjassers met groen/witte harten v erwerkt in een totaalstand ov er de eerste 5 driv es.
2/1997
6
Tis groen tis wit Carnaval. Verjaarsf eest. Huw elijk. Kampioensfeest. Kerstmis. Reünie. Openingsfeest. Hengstenbal. De jaarw isseling. Eindexamenfeest. Het vijfentw intigjarig huw elijksfeest. Jazzw eekend. Popw eekend. Verloving. Kinderfeestjes. Dorpsfeest. Soms hoor ik dat mensen die veertig w orden een zaal afhuren en een feest geven. Inw ijdingsfeesten bestaan ook. De ontgroening bij studenten. Er zijn koffie-ochtenden Er bestaan veel feestsoorten. Kermis.. Beachparty's. En oogstfeesten. Klaverjasavonden ook. Amerikaanse fuiven. Happy Hours. Pannenbier. Après Ski. Sponsorfeest. Luilakfeest. Too much, too much. Alles kan hedentendage aanleiding zijn om een feest te organiseren. Een hele mooie hoorde ik recentelijk op Groenoord. Op 4 juni van dit jaar is het vijfentw intig jaar geleden dat een veteranenelftal van SRC kampioen w erd. Er bestaan plannen om met het elftal van toen een speciaal feest te vieren en w el het vijfentw intigjarig kampioensfeest van SRC 5. Wie bedenkt zoiets? Ik ben erbij gew eest. Niet bij het feestcomité, hoor. Bij de w edstrijd. Niet als veteraan. Maar als één van de zeker honderd toeschouw ers die destijds -op 4 juni 1972 dus- naar Kolhorn w aren af -gereisd. Ik kreeg van Karel Weernekers laatst kopietjes van de artikelen die naar aanleiding van die kampioensw edstrijd in 1972 in de Facet en in het Noordhollands Dagblad zijn verschenen. Heerlijke kost. Wat heel opvallend w as aan alle vier stukjes w as het enthousiasme van alle betrokkenen en het plezier op en rond het voetbal-veld. Noordhollands Dagblad:’(...) Er w as veel belangstelling en sfeer rond het terrein van Kaagvogels. Nadat de eerste beslissingsw edstrijd in 't Zand onbeslist eindigde, w ilde het publiek van SRC een w innende ploeg begroeten. Met spreekkoren en geloei vanaf de tribune dw ong men de spelers tot het uiterste.(...)’ Jack Groenveld schreef in de Facet: ‘De SRC-fans die tw ee w eken geleden niet in Kolhorn zijn gew eest om 't titanenduel SRC 5 - Oudesluis 4 bij te w onen, hebben een onherstelbare fout begaan. Zij misten het meest sfeervolle sensationele en vermakelijke duel dat dit seizoen door een SRC-team is gespeeld. Een horde zeer professioneel applaudiserende insiders (onder w ie bijvoorbeeld half SRC 1) droeg het vijfde naar ongekende hoogte. En de 2-1 zege die het SRC-team als dank voor alle toejuichingen aan zijn supportersschare presenteerde bracht zow aar de derde kampioenstitel voor SRC's senioren: SRC 1, 2 en 5 voetballen volgend seizoen een klasse hoger(...)’. Het bleek dat ik zelf dertien jaar na w at inmiddels een ‘heroïsche zege’ w as gaan heten ook enige w oorden aan dat vijfde elftal heb besteed. Uit een Facet van 1985 komt het volgende citaat:’De tomeloze inzet, de spectaculaire momenten voor beide doelen. (...) Gew oon schitterend spel. De legendarische rechtsbuiten Wim Stam tekende 1-0 aan en maakte een koprol op de mat. Publiek uit de bol. En toen die goal ... die onvoorstelbaar mooie goal. Ik droom soms van de stem van Marga van Arnhem. Dan starten w ij nu d e ampex, om nog een-maal te kijken naar die goal van Theo Hof -land, gescoord op een knollentuin in het Noordhollandse Kolhorn op 4 juni 1972. Voorzet van rechts van good old Piet Mole-naar. En daar komt Hofland. Ineens op de kist. Klassiek gew oon. Een goal voor de eeuw igheid.’ -kk-
2
3/1997
Ti s groen t i s wit Op de voetbalvelden bij SRC is het gelukkig nog steeds groen en w it. Maar in de w ereld die ik laats t betrad is het vooral bruin. Van de poep w elte-verstaan. Nee, ik begin niet opnieuw over de luiers van mijn zoon. Zo'n ouw e zeur ben ik ook w eer niet. Sinds kort smaak ik het tw ijfelachtige genoegen om mijn oudste dochter op zaterdagmiddag om zes uur van paard-rijden op te halen. Dan heb ik dus zelf gevoetbald en ben ik moe. En dan diesel ik toch nog maar even naar Manege Waarland. De eerste keer w ist ik niet w at ik meemaakte. De immens e hal alleen al w aarin die paarden achter elkaar aanstappen. En vanuit een kanti-ne die de volle breedte van de hal bestrijkt is het voor ouders, broer -tjes, zusjes , vriendjes en ga maar door mogelijk om de kleine ruiters in die zandbak te volgen. Op een groot formaat schoolbord staan evenementen aangekondigd die soms w el soms niet met paarden te maken hebben. De bedoeling ervan lijkt vooral het jeug-dige paardenpubliek aan de manege te binden. Tenslotte betreft het een commerc iele zaak. Ik las aankondigingen over een Carrouselw edstr ijd, een Playbacks how , Diplomarijden met Pasen, een Touw trekw edstrijd en nog meer. Er w orden in de zomervakantie zelfs ponykampen georganiseerd. Mijn dochter staat al genoteerd, hoor. Het kost dat het barst allemaal maar dat maakt niet uit. Aan de toonzetting van dit stukje voelt U al een beetje dat ik persoonlijk niets met paarden heb. Ankie van Grunsven vind ik ook eng. En ik vind het dus ook heel erg maar eigenlijk ook w eer prachtig dat mijn dochter helemaal maar dan ook helemaal idolaat is van die paardenboel. Ik leg het uit. Kijk, dat kind zat op ballet. Notabene bij juf Catharina Wit die de oude Schagenezen altijd als Rina Way ken-den. Wilt U een betere balletpedagoge hebben? Ze ging er na een jaar af. Dat kind zat op de tennis . Ze had het na amper een jaar bekeken. Je w ilt zo'n kind op een sport hebben, dus er w erd gesugger eer d minivolley bal, er w erd gesuggereer d handbal, atletiek, desnoods hockey. Pruillippen en don-ker e blikken konden w e krijgen. Ik hoopte zelf dat ze op gym w ilde. Mijn argument dat w ij vroeger allema al op de gym moesten bij Advendo maakte geen enkele indruk. Ik kon w el janken. Met veel moeite w ist ik haar mee te sleuren naar een proefles bij Lycurgus, w ant Advendo bestaat tegenw oordig niet meer . Nota bene bij mijn eigen zus als juf! Ze deed mee, ze draaide de oefeningen goed mee ne t als bij haar vorige sporten het geval w as. Ondanks dat w as ze na de proefles meteen klaar. Vond je het niet leuk? Jaw el. Waren de andere kinderen niet aardig voor je? O jaw el hoor. En tante Louise als juf? Dat w as juist heel leuk. Maar w aarom w il je er niet op dan? Gew oon geen zin in. Onlangs kw am ze dus met het verzoek of ze op paardrijden mocht. Ik w as verbijsterd en tegen. Ze zit er in-middels een half jaar op. Een generaal zei ooit dat men vele slagen mag ver -liezen, maar het gaat erom dat je de oorlog w int. Daar hou ik me maar aan vast. Ik moet overigens zeggen dat ik mijn dochter niet eerder zo enthousiast over een sport/hobby heb gehoord als over de paarden. Het is ook erg mak kelijk met Sinterklaas en haar verjaar-dag: een paardentrui, een paarden-ketting, paardenage n da, paardenetui, bodyw armer met paard en zo zou ik uren door kunnen gaan.
3
-kk4/1997
Ti s groen t i s wit Op het gevaar af dat ik straks de Jan Buisman van de Facet w ordt genoemd toch maar even het volgende. Afgelopen w eek w as het voorjaarsvakantie en omdat mijn familie erg bang is dat ik me ga vervelen w as mij een klus in de maag gesplitst. Even een kist maken voor mijn moeder. Nee, niet zo één met hengsels w aar ze zelf in kan. Het lieve mens houdt erg van tuinieren. Ze heeft dus een volkstuin op het complex aan de Nes. En daar is een kist nodig om het tuingereedschap in op te bergen. Ik op naar Karw ei om w at materiaal te kopen. Ik ga om en om naar Karw ei en naar Gamma zoals vroeger thuis de ene w eek de ene bakker langskw am te venten en de andere w eek de andere bakker. Bij beide bouw markten heb ik w eleens een stagiaire ondergebrac ht dus ja. Bij de kassa aangekomen zeg ik met een vermoeid gezicht dat mijn vrouw het nog over een enig mandje had en of ik dat w ilde meene men maar dat ik het niet kon vinden. Het meisje begint te lachen en zegt: Dat vraagt U niet zo, hè. Gelukk ig zijn er nog vrouw en die aan enige mandjes van f 7,95 denken. Ze staan achteraan links. Ik kom terug met een mandje en geef toe dat het een w erkelijk enig mandje is. Het meisje gniffelt en vraagt opeens of ik leraar ben. Ik zeg: w eet je het of gok je het? Ze zegt dat ze ooit op de Klimopschool zat bij mees ter Bruin en dat ik daar toen stage liep. Even ben ik uit het veld geslagen. Ik zeg: Dat is bijna tw intig jaar geleden, joh. Dat je dat nog w eet! Maar je hebt gelijk, ik heb bij Jan destijds stage gelopen. Ze zegt: Meester Bruin in groep 8. De cassière achter mij mengt zich opeens in het gesprek. Hebben jullie het over meester Bruin van de Klimopsc hool? Wij zeggen samen ja. En dan zegt dat meisje: Dat is mijn vader. Vorige w eek stond in het NHD een stuk over de afkalving van het verenigings lev en. Het ene trieste voorbeeld volgde op het andere. Fusies. Opheffing. Een redmiddel zou volgens een onderzoek van NOC/NSF kunnen zijn: betaald kader invoeren in het verenigingslev en. En nou had ik voor SRC aan de heer Jan Bruin gedacht. Mocht het fenomeen zijn intrede doen uiteraard. Lijkt me een goede kandidaat voor zo'n functie. Die man doet zoveel voor SRC. En zo goed. Laat hem nou dat 25-jarig dienstver band in het onderw ijs volmaken. Dat is volgend jaar een feit. Dan kan hij dat extra maandsalar is nog van de minister beuren. En daarna professioneel besturen bij SRC. Het schijnt dat de mensen tegenw oor dig alleen nog lid van een vereniging w illen zijn als alles perfect is geregeld en daar zijn beroeps' voor nodig. Dat is vanuit WVS de redenatie. Wat let ons om Jan Bruin te benoemen zodra de subsidie is overgemaakt? In de voetsporen van zijn vader. Die w as ooit amateurv oorz itter . En Jan straks beroepscoördinator. Een mens beleeft w at. Als hij niet doodgaat tenminste. Dat brengt me toch nog een keer op die kist. Hij is af. Hij kan alleen niet door de deur.
-kk-
3
5/1997
3
De maten van Zaterdag 3 zouden deze w eek voor de eerste keer van het seizoen met zijn allen te trainen komen. Laat er nou net geen trainen zijn vanw ege de Paasveetentoonstelling. Toen zijn ze allemaal maar te paasveeën gegaan. Je moet toch w at. Het kan nu best een jaartje duren voordat deze mannen w eer genoeg moed verzameld hebben om een heuse training bij SRC te gaan bezoeken. De mooiste Paasvee die ik heb meegemaakt eindigde in de Sporthal Groenew eg met yoghurt op de bank. Met Wistavibo speelden w ij in de Schager Hoofdklass e en uitgerekend op de w oensdagav ond van de Paasvee stond er een w edstrijd voor ons geprogrammeer d. Dat w erd bellen met Jaap van der Sluijs, de man van het competitiesc hema. Nee, er viel niet aan te tornen. We moesten die avond gew oon aan de bak. Dus w ikken en w egen w at w e moesten doen. Uit protest niet op komen dagen w as een optie. Maar dat voegde toch niet. Niet naar de Paasveetentoonstelling gaan w as een andere opt ie. Maar dat voegde nog minder. Gelukkig bestond er een optie die aller instemming kreeg. Het zou mij niet verbazen als die w as verzonnen door Siem Stam, ook toen al De Kruidenier. Het w as namelijk een voorbeeld van een typisch middens tandscompromis. Als w e nou eens niet te vroeg naar de Mar kt zouden gaan. Zo tegen een uur of tw aalf, één. En dan eerst een tijdje buiten blijven. Dus een rondje langs de dikbillen en de andere beesten. Dan een keer de Gedempte Gracht op en neer om te kijken w at er allemaal te koop w as. En dan tegen drieën ergens naar binnen op de Markt, maar voorzichtig met drinken. Wel genieten maar drinken met mate dus eigenlijk. We vonden het stuk voor stuk een meesterlijke oplossing voor w at als een groot probleem w erd ervaren. Zo gezegd, zo gedaan. Dat w il zeggen. Zo gezegd, zo geprobeerd. Het w as rond half drie, toen in een etablissement op de Markt de eerste biertjes voor de Vivo Boys w erden ingeschonken. Die w erden voorzichtig opgedronken. Maar ja, de Vivo Boys w aren niet alleen in dat café. Zij mengden zich onder de overige clientèle die verder geen verplichtingen had en die zeker niet met mate dronk. Laten w e vaststellen dat het buiten de schuld van onze spelers is gew eest dat zo tegen zessen niemand nog helder van geest, laat staan vast ter been w as. Met de beste bedoelingen w aren w e het Paasveef ees t ingegaan. Met de beste bedoelingen kw amen w e er trouw ens ook uit. Er w as iemand die had verzonnen dat w e het beste met zijn allen konden gaan chinezen. Dan w aren w e daarna w eer nuchter en zouden w e nog een puike partij spelen. Bij Hou Sing konden w e er gerust nog een paar biertjes bij nemen. De nassi zou alles neutraliseren. We w aren maar al te graag geneigd deze slimmerik van w ie ik de naam niet prijsgeef maar hij is al genoemd te geloven. Bij Sing w as het net zo gezellig en druk als op de Mar kt. We deden ouderw ets aan teambuilding. Na de chinees geloofden w e heilig in het resultaat van die avond. Eenieder toog met suizend hoofd op huis aan om zijn zaalvoetbalspullen op te halen. En hoe die fles met yoghurt er is gekomen w eet ik nog niet, maar 's avonds in de Groenew eg stond hij naast de bank. Het w erd een doldw aas avontuur dat vanzelf met grote cijfers verloren ging. De volgende dag w ist geen mens de uitslag. -kk-
2
6/1997
Ti s groen t i s wit Of het damesvoetbal ooit echt zal aanslaan in Schagen, ik w eet het niet. In de zaal is het in elk geval op zijn retour. Zoals het hele zaalvoetbal natuurlijk op zijn retour is. Op het veld hebben w e bij SRC één team. Nou begint ook elk miljoen in eerste instantie als dubbeltje, dus de vrouw enafdeling moet groeikansen krijgen. Wie w eet heft straks de toename van het aantal voetballende dames de afname van het aantal voetballende mannen op. Pas geleden hield een leerling van me, een meisje uit Heerhugow aard, een spreekbeurt over haar hobby. Voetbal dus. Ze zat al jaren op een club. Reiger Boys... Dat "Boys" zal je bedoelen. Ze vertelde verdomd leuk over haar sport en over haar club. Mij iets teveel over het randgebeuren trouw ens. Ze hadden het bar druk met de voorbereiding van activiteiten die het vijftigjarig bestaan volgend jaar moeten opluisteren. Met de nadruk op "bar" als U begrijpt w at ik bedoel. Vrouw en en drank, het zal ook niet zo w ezen. Mijn leerling informeerde haar klasgenoten over de trainingen, de gein van meiden onderling, de w edstrijden. Op een vraag uit de groep antw oordde ze dat er nooit op de scheidsrechter gescholden w erd. "Tenzij deze te ver gaat" zei ze er doodleuk achteraan. Umw ertung aller Werte. Behalve het tenue van Reiger Boys had ze een stel certificaten mee van het Noordhollandse selectieteam, w at foto's die de sfeer in de kleedkamer moesten illustreren (jaw el, onderbroekenlol dus) en een aflevering van het clubblad. Met meer dan professionele belangstelling keek ik in het orgaan van Reiger Boys w aarvan de naam zich liet raden. Ja? Ja? Doet U eens een gok? De Reiger. Meteen goed. Wat hebben ze daar in Heerhugow aard toch met reigers? Er is ook een zw akzinnigenin-richting die Reigersdaal heet, maar dit terzijde. De Reiger maakte mij duidelijk dat er bij zaterdagclub Reiger Boys maar liefst acht damesteams actief zijn. Drie senioren-, tw ee junioren- en nog eens drie meisjesteams. Dat is toch gigantisch! Het is sow ies o een grote vereniging. Er nemen bij de heren negen seniorenelftallen deel aan de competitie. Misschien even leuk voor ons jeugdkader. Bij de junioren telde ik in het clubblad: 2x A, 2x B, 1x C, 5x D, 6x E en 2x F. Maar nu komt het. In De Reiger kw am ik een verslag tegen van SRC 3 tegen Reiger Boys 5. Zelf had ik de partij tegen de koploper gemist. Via het blaadje van de "Cockers" (een of andere kledingzaak in Middenw aar d met de naam Mr. Cock is hoofdsponsor van de club) kw am ik er achter dat w e met 0-5 hadden verloren. Een citaat uit De Reiger:"Dit keer een overw inning met sober en degelijk spel. Zoals ook die eerste goal. Hans rolde de bal uit stand naar Bert die simpel Bob aan het w erk zette. Via Rick die middels een bruggetje Martijn aanspeelde w erd de goed vrijgelopen Eric op maat bediend, zijn hakbal op Martin w erd direct doorgetikt naar John die de bal over een tegenstander heen lobte, w aarna Ron de bal na 3x hooghouden naar Harry doorkopte. Zijn w egdraaiende voorzet kw am bij Jan terecht die de laatst overgebleven, met zijn mond openstaande verdediger moeiteloos passeerde en de aan de grond genagelde keeper kansloos liet. Simpel en sober dus." Einde citaat. Ik ben er natuurlijk niet bij gew eest maar bespeuren w ij een zw eem van arrogantie bij de Waardse reporter. Of is het leuk chauvinisme? Ach, in clubbladen mag het allemaal. Maar toen ik dat allemaal las kon dat kind uit mijn klas w el fluiten naar haar acht voor de spreekbeurt. Een vette vier, griet en voor straf nóg een spreekbeurt. -kk-
3
7/1997
Ti s groen t i s wit Eén dezer dagen moet uitkomen of Sportservice Noord-Holland in onze regio doorgaat met het stimuleren van sportbeoefening door gehandicapten. Ik hoop van w el. Zoals met zoveel in dit leven hangt het af van de centen. Ik w eet nog dat het project van start ging. Ik w as toen ambtenaar op het gemeentehuis van Niedorp. Een prachtige tijd vooral nu hij voorbij is. Er kw am een brief binnen van Sportservice Noord-Holland w aarin het project sportstimulering gehandicapten onder de aandacht van alle Noordkopgemeenten w erd gebracht. Het w as de bedoeling een functionaris aan te stellen die in de Kop van Noord-Holland activiteiten moest opzetten en coördineren. Personeel kost geld en als de gemeenten nou allemaal een bepaald bedrag per inw oner zouden betalen dan kon het project van start. Nou w ilde men in Niedorp altijd voor een duppie op de eerste rang zitten. Dat w ist ik toen ik de brief als ambtenaar w elzijn in behandeling nam. Hoe ging dat dan? Ik vroeg me af of sportstimuleringsbe le id voor de doelgroep gehandicapten als een gemeentelijke taak moest w orden gezien en schreef een positief ambtelijk advies aan B & W. Omdat er financiële consequenties aan vastzaten moest de brief inclusief het advies van w elzijn naar de collega's van financiën. Het ging hier om nieuw beleid w aarvoor in de begroting ruimte moest w orden vrijgemaakt. Dit nu zag men op financiën niet zitten, dus deze afdeling overw oog een afw ijkend advies onder dat van mij te schrijven. Bent U er nog? Boeiend allemaal, niet? Het gaat over de ambtenar ij. Financiën vond het vaak prettig om bedelbrieven een tijdje te laten rijpen. Die gingen op een stapel. De briefschrijver kreeg een kaartje retour met de tekst dat de brief zo spoedig mogelijk in behandeling zou w orden genomen en dan kon het w el-eens een paar maanden tot een half jaar gaan duren. Want na de periode van rijping die financiën alleen maar instelde om aan te kijken hoe de andere gemeenten in het gew est op het verzoek reageer-den, moest zo'n brief met de adviezen naar B & W. Dan ging het ver-haal om advies de commiss ies in. Via opnieuw B & W w as vervolgens de gemeenteraad aan de beurt. En daar viel eindelijk de beslissing. Niedorp w as tot mijn vreugde uiteindelijk solidair met de gehandicapten. Maar er zijn een paar ambtelijke slagen voor geleverd. Ik heb w eleens geroepen dat de mannen van financiën maar één voetbalpotje in de g -klas s e hoefden te bekijken om erachter te komen of zulke activiteiten hun w aarde hebben. Jamaar, klonk het dan, daar gaat het helemaal niet om. Voor ons is de hondentrimc lub die een eigen accommodatie w il even belangrijk als Sportservice die een coör-dinator voor een specifieke doelgroep w il aanstellen. Welzijn kost altijd geld. De post Onvoor z ien is al uitgeput. En zeg ons dan maar w aar het vandaan moet komen. En zo ging dat. Ik zou zo w eer terug w illen, maar niet heus. Op zeker moment kw am op afspraak de functi-onaris van Sportservice zich voorstellen en w at informatie inw innen. Het w as Ellen Schouten. Ze maakte een ronde langs alle gemeenten in de Noordkop. God, w at w as ze mooi! Ook de secretaris w as die mening toegedaan. Hij
3
viel tijdens ons gesprek w el tw ee keer binnen. En later voegde hij me toe dat ik een bofkont w as w ant op w elzijn kw amen toch de mooiste vrouw en langs. -kk8/1997
3
Tis groen t i s wit Siem Burger sprak een waar woord afgelopen zaterdag in het interview met de Schager Courant. Het groenwitte geweten zei dat er tegenwoordig geen respect meer is voor de scheidsrechter. Siem bracht het zo: ‘Weet je, ik was ook geen lieverdje in het veld. Ik was hard; zonder overigens gemeen te zijn. Maar als die scheidsrechter zei 'Sieme nu is het over', dan was het ook over. Nu is er geen respect meer. Maar de scheidsrechters zelf zijn ook minder. Ze kunnen zelf geen beslissingen meer nemen." Op mijn werk sprak ik laatst een collega die jarenlang in het eerste en later het tweede van Kolping Boys heeft gevoetbald. Aan het eind van vorig seizoen was hij gestopt. Als reden gaf hij op de toegenomen agressie op het veld. Wat hem daarnaast vreselijk ging tegenstaan was de broeierige wedstrijdsfeer die hij bijna wekelijks meemaakte en de slappe houding van de meeste scheidsrechters. Zijn afscheid ging hem erg aan het hart. Hij hield ontzettend veel van het spelletje, zei hij, en hij had nog jaren willen voetballen. Zo iemand stopt dan op zijn 33-ste. De cijfers van de NIPO-enquète die onlangs bekend werden zijn in dit verband ook duidelijk. Ruim 80 procent van de Nederlanders meent dat agressie in de sport flink is toegenomen. En als we dat met zijn allen menen dan zal dat ook wel waar wezen. Want we zien het elke week in alle sportuitzendingen op de televisie en we maken het zelf steeds vaker mee. Als ik U vertel dat het derde zaterdagelftal waar ik deel van uitmaak deze competitie tweeëntwintig wedstrijden heeft gespeeld en dat er daarvan vijf zijn gestaakt, wat denkt U dan? Dan vraagt U zich af of dat nog normaal is en dat doe ik dus ook. Een percentage gestaakte wedstrijden van 22,7 nota bene! Het gekke is dat er niet eens zo makkelijk een oorzaak voor aan te geven valt. SRC3 is geen team van 'kampers'. Er zitten wel een paar licht ontvlambare spelers tussen maar in welk elftal niet? Doorgaans worden die gecorrigeerd door de rest en is de balans hersteld. Hoe beperkt de ploeg technisch ook is, er wordt geprobeerd te voetballen, niet te schoppen. En toch die score van vijf. Het geeft te denken dat bijna twintig procent van de mensen in dit land vindt dat sporters zich niet hoeven neer te leggen bij een beslissing van een scheidsrechter. Waar blijven we dan? Dit wil dus zeggen dat een pittig deel van Nederland het al aardig gewoon begint te vinden dat een speler na een fluitsignaal een grote bek geeft. En ik verzeker U dat het de laatste jaren niet misselijk is, hoor, wat er zoal geroepen wordt naar elkaar, naar de scheidsrechters en naar tegenstanders. Van 30.000 arbiters terug naar 9.000. Die 21.000 die gestopt zijn, waren dat allemaal watjes? -kk-
4
9/1997
Tis groen t i s wit Met alle respect voor de A1-junioren die in hun klasse kampioen werden. Echt met alle respect. Maar de jeugd heeft niet meer de toekomst. Ook bij SRC niet. De toekomst is aan de ouderen. Jammer jongens, niks aan te doen. Ik heb het zelf gelezen in een brochure over sportbeleid. Bobo's van de KNAU, van het Handbalverbond, van de KNVB en nog meer organisaties praten daarin over de ontgroening / vergrijzing van de sport. Gelet op de grijze golf, stellen de bobo's, wordt het tijd dat de oudere sporter als volwaardig wordt behandeld. Cryptisch heet het dat de verenigingen zich moeten verjongen met ouderensport. Wie zijn de oudere sporters? Dat is de categorie tussen de 35 en 50 jaar. Ze bevinden zich in de "midlife"-periode. In deze periode laten veel sporters de teamsporten voor wat ze zijn en kiezen voor een individuele sport of stoppen helemaal. Persoonlijk bevind ik me ook in de midlife -... Crisis wou ik er bijna achteraan zeggen, want dat is modern. Maar dat zou bezijden de waarheid zijn. Nee, het is een heerlijke fase. Kan ik iedereen aanbevelen. De verwondering van het kind combineren met de wijsheid van Zacharias, wie wil dat niet? Uitgevoetbald ben ik trouwens nog niet. In die zin pas ik niet in het plaatje van de bobo's, maar het is de bedoeling dat dat gaat veranderen. Wat is het plan? "De sportverenigingen zullen de concurrentiestrijd met de commerciële sportcentra aan moeten. Ze moeten de behoefte aan sport die er bij de ouderen wel degelijk is, zien te bevredigen. En dat kan door aan de wensen van de ouderen tegemoet te komen." Tja, de ellende met bobo's is vanzelf dat ze in abstracte termen blijven hangen. Er komt geen enkel pakkend voorbeeld uit. Dus laat ik het maar weer doen. Wat kan SRC doen om de "ouwe lullen" vast te houden? Nou, dat is volgens mij de invoering van: het halve lidmaatschap. Wat houdt dat in? De halve contributie betalen en vervolgens recht hebben op alle faciliteiten gedeeld door twee. Dus hooguit elf wedstrijden voetballen in een seizoen. Niet meer dan de helft van de trainingen bezoeken. Nee, nu niet flauw doen over halve biertjes en een lauwe douche. Het is volgens mij een pracht systeem. Er wordt een legioen senioren gekieteld die anders thuiszitten. En wie weet pak je een deel van die groep ook nog voor het kader, als ze er weer lol in hebben. Praktisch probleem is alleen de coördinatie. Hoeveel "halfjes" heb je nodig voor een elftal. Het antwoord tweeëntwintig is niet doordacht. Typisch het antwoord van de quizkandidaat die te snel drukt. Maar hoeveel meer het er moeten zijn weet ik niet. Hangt ook af van de eisen die de vereniging stelt qua aanwezigheid. Het moet niet zo zijn dat er tegen Texel uit opeens geen spelers beschikbaar zijn. Al gaan trouwens de reguliere teams voor die uitwedstrijd ook vaak gehandicapt op reis. Maar de uitwerking is van later zorg. Eerst maar eens de belangstelling peilen. Wie is er geïnteresseerd van de leden, oud-leden en andere burgers van Schagen? Ik, zei de gek. Want ik geef het toe. Ook mij komt het niet alle weken meer zo lekker uit dat ik naar een knollentuin in de regio moet om te voetballen. Vooral niet, als het regent. Shit, verspreek ik me toch nog.
5
-kk10/1997
Het is zaterdagmiddag. De zon gunt ons zomerse temperaturen. Met mijn dochtertje van zeven zit ik in de tuin. Zij merkt op zeker moment achter een struik een roodborstje op. We doen "sssstt" naar elkaar en proberen er op onze hurken zo dicht mogelijk bij te komen. Dan komt mijn zoontje van tw ee aangestapt. Hij:"Doe je, pap?" Ik (vinger op mond):"Sssstt." Hij:"Tissa, pap?" Ik (w enkend):"Vogeltje kijken, kom." Hij w aggelt naderbij met de luier tussen zijn knieën. Hij zakt ook op zijn hurken. Zich verkneukelend kruipt hij dicht tegen me aan en vraagt:"Vogelta, pap?" Ik:"Ja, vogeltje." Hij kijkt me aan, houdt zo'n klein vingertje voor zijn lippen en doet:"Sssstt." Zodoende heb ik me opgegeven voor het "multoteam" w aarmee de zaterdagafdeling bij w ijze van experiment de nieuw e competitie in w il. Een elftal met een vaste kern van pakw eg vijf man en daarnaast vijftien à tw intig spelers die eens in de paar w eken willen voetballen. In de vorige Facet suggereerde ik een dergelijke constructie om de categorie tussen 35 en 50 jaar te behouden voor SRC. Laat nou in hetzelfde nummer het zaterdagbestuur een oproep plaatsen om dit idee gestalte te geven! Stomtoevallig en eigenlijk ook w eer niet, w ant goede ideeën w orden altijd op meerdere plaatsen tegelijk geboren. Eens per tw ee w eken voetballen dus. Er is immers meer in het leven. En nu ik toch aan het herschikken ben. Ik zit voor volgend jaar te denken aan een "duocolumn". Daarvoor dien ik uiteraard te beschikken over een duopartner. Om en om die column vullen. Niet steeds dezelfde ouwehoer op de eerste pagina van het clubblad. De onderhandelingen met een jonge SRC-er zijn geopend. Bij elke vereniging hoort men hetzelfde geluid. Hoe meer medew erkers, hoe lichter het w erk. Dat geldt ook voor de redactie en productie van het verenigingsorgaan. Ideeën zat voor nieuw e rubrieken. 'De estafette' bijvoorbeeld, w aarin leden van de club schrijven over zichzelf, hun clubliefde en w at ze verder kw ijt w illen. Aan het eind geven ze het stokje door aan een ander lid van SRC. 'De rondvraag', een rubriek op de achterpagina met vragen en schimpscheuten uit de club en de achterban, waarop het bestuur in de volgende Facet reageert. Er kan een kopijbus komen in de kantine. Desnoods anoniem gooit men er zijn grappen, anekdotes en w at dies meer zij in. Onder de verzamelnaam 'Gew apend beton' of 'Chili con carne' valt ook daar w eer een rubriek van te maken. Maar U voelt 'm w el, dat alles moet w el aangepakt w orden. En Karel
6
Weernekers en Jan Bruin steken al zo belachelijk veel tijd in de Facet. Wie w eet voelt U zich geroepen? Er is nog een hele zomer om erover te denken. Heerlijk. Vakantie! -kk-
11/1997
Tis groen t i s wit Elk blad besteedde er aandacht aan. Afgelopen zondag kw am 'Schagen op Zondag' als laatste van de kranten en w eekbladen er met vier foto's en een kort commentaar op terug. Het 15e Schager Popw eekend w as w eer top! De Facet kan niet achterblijven. Ook w ij moeten op de valreep kw ijt dat de sfeer groots w as, dat het w eer super w as, dat het publiek zich opperbest vermaakte, jong en oud en dat...en dat. Wervelend...en dat...sw ingend... en dat... alle medew erkers bedankt... en de kostuums van Jan Rozing bleven deze keer droog...publiek bedankt, en dat... gew eldig, gew eldig... en dat, alle plastic bekertjes om half drie 's nachts opgeruimd w aren... al die bekertjes keer een knaak en dan ook nog opgeruimd... gew eldig, bedankt kasteleins.., dit kan alleen in Schagen. Allemaal bedankt. In een sfeerreportage in het Schager Weekblad las ik dat er volgens Frans Verduin helaas geen fatsoenlijke muziek w as. De vraag is of w e w aarde moeten hechten aan dit harde oordeel. Volgens Siem Burger die op de maandag na het grootse popw eekend (artiesten, bedankt, gew eldig) de eerste training van SRC Zaterdag verzorgde bevond Frans zich zondagavond op de Markt in kennelijke staat. Kasteleins bedankt, gew eldig... En zo komen w e w aar w e wezen willen. Op Groenoord. Waar 't groen is, w aar 't w it is, al zou je dat op een eerste training niet zeggen. Trainer Burger die eind vorig seizoen groots afscheid nam van SRC zei tot de verzamelde manschappen dat hij de eerste tw ee w eken voor Berend Schop w aarnam. Overdag w as hij voor de kantine aan het straten gew eest dus de vraag rees of Siem zijn volgende afscheidsw edstrijd al aan het organiseren w as. Daar liet hij zich niet over uit. Wel presenteerde hij de groep een bokaal. Die stelde hij persoonlijk beschikbaar voor de meest w aardevolle speler van het voorbije seizoen. De primeur had Jan Ligthart. Toen hij de w isselbokaal uit handen van Siem ontving meende ik ook een gesloten enveloppe te zien gaan (van Jan naar Siem w el te verstaan), maar ik ben er niet zeker van. Ook leuk w as het dat Siem mij persoonlijk nog noemde. Na de uitreiking van genoemde trofee hield hij namelijk nog een betoog over inzet, saamhorigheid, de noodzakelijke trainingsarbeid, over teamgeest enne... nou ja, het w as de bedoeling dat de grote groep die nu om hem heen stond ook op de volgende trainingsavonden zou verschijnen. Siem zei dat het jammer w as dat er elk jaar spelers w aren die de eerste paar w eken trouw aanw ezig w aren en dan opeens zag je ze niet meer... hè Kees?! Dat laatste riep hij er luid en duidelijk achteraan. Bedankt Siem, gew eldig... Ook alle spelers die om Siem zijn w oorden moesten lachen..., bedankt, gew eldig. Kan ik het helpen dat het na september ineens slechter w eer w ordt. Ook op deze eerste trainingsavond een speech van voorzitter Ton Wijnker van de zaterdagafdeling aangehoord. Ton riep eenieder op in zijn omgeving leden te w erven voor 'de zaterdag'. In feite luidde hij een beetje de noodklok, w ant als er niets in het bestand verandert dan ziet het bestuur zich
7
genoodzaakt om een elftal terug te trekken. Niet gew eldig, niet bedankt dus. Met name voor de proef met het deeltijdvoetbal zijn er nog te w einig kandidaten. Arresteert U ook even een paar leden om U heen alstublieft. Gew eldig.., bedankt! Verheugend op de eerste training w as dat er maar liefst zes spelers van het derde elftal w aren opgekomen. Ze kw amen echter niet in actie. Na de w oorden van Siem en Ton w as de tijd om en konden w e onder de douche. kk12/1997
Tis groen Tis wit
Het is een virus dat bepaald hardnekkig is. Het fusievirus. Een typische jaren '90-ziekte. In het bedrijfsleven. In de zorg. In het onderwijs. Er gaat geen dag voorbij zonder een fusie in de krant. Helaas, geen fusie zonder ruzie. De schaalvergroting gaat overal ten koste van de binding van de mensen met elkaar en met hun bedrijf of instelling of school of... sportvereniging. Sportclub ja. Ook in de sport ontstaat de ene fusieclub na de andere. Tradities van tientallen jaren, korte lijnen, het kleine korps van vast e medewerkers, alles gaat eraan. Tot dusverre is een samengaan van de voetbalclubs Schagen en SRC tegengehouden, maar hoelang valt het gevaar af te wenden? Officieel is de fusie weliswaar afgeblazen, maar ik constateer dat binnen de eigen vereniging mensen rondlopen die nog steeds besmet zijn met het virus. Wat moet een mens, wat moet een bestuur op zijn hoede zijn. Na een perfecte vakantie kom ik van de zomer thuis. Ik ploeg door een stapel post en kranten heen. Bladerend door het zoveelste Schager Weekblad valt mijn oog opeens op een foto. Het is een foto van een aantal SRC-ers op het dak bij s.v. Schagen. Ik herken het halve Zaterdag 3-elftal. Ze hebben een dag geholpen bij de verbouwing. Geholpen! Bij de verbouwing van "Schagen"! Ik overwoog om meteen de locale pyromaan te bellen. Want laten we het strak stellen: als echte SRC-er schrik je van zoiets. Ik bedoel dus als man van groen en van wit. Hè, dus als SRC-er die ook nog eens een echte ouwe Schagenees is. Als man van principes zeg je toch: dit kan niet. Er zijn grenzen. Dat zeg ik tegen mijn kinderen ook regelmatig: jongens, er zijn grenzen. Wat tegenwoordig vrij byzonder is in de opvoeding. Dat merk ik als er vriendjes en vriendinnetjes bij ons te spelen zijn. Grenzen? Grenzen? Waar heeft die vent het over? Bij ons mag altijd alles. Ik voetbal dit seizoen dus niet meer met Zaterdag 3. Want toen ik Noppie de Vries naar een verklaring voor die hulpactie vroeg begon hij lachend over die kratjes die niet op de foto stonden. Zo gaat het. Voor een paar potjes gaan zulke jongens al van hun principes af. Alleen omdat Sneaky Beers ze zo gek krijgt. Daar krijg ik nou een Karremans-gevoel van. Zou Jan Beers ook bij SRC meeklussen? Dacht het niet, hè! Maar misschien ben ik wel de Mohikaan, hoor. Want ik had de vakantiestapel net doorgespit. Ik was net weer zo'n beetje bij. En daar lees ik in de Schager Courant dat de trainer van de zondag -Jan Schop- vindt dat SRC en Schagen vijf jaar geleden al
8
hadden moeten fuseren. Tu quoque, Brute? Zo voelde dat aan, SRC-ers. Als de klassieke dolkstoot in de rug. Verraad van binnenuit. Misschien kan RP eens zeggen hoe dit ligt bij de generatie die nu de vlaggenschepen van SRC en Schagen bemant. Oké, ze staan gebroederlijk in de kroeg. Maar is er dan niets meer over van de historische rivaliteit tussen de clubs? -kk-
14/1997
Tis groen Tis wit "Spannend, maar de flair van het zaalvoetbal lijkt w el te zijn verdw enen." Dat schreef de krant afgelopen zaterdag over Van Geelen tegen Scagha (4-3). Ik had de w edstrijd niet gezien. Ik kon er dus niet over oordelen. Een w eek eerder had ik w el de eerste thuiszege van Scagha aanschouw d. Tegen De Visser uit Marken (5-1). Als ik over die w edstrijd een verslag voor de krant had moeten schrijven, dan w as ik begonnen met: Spannend, maar de flair van het zaalvoetbal lijkt w el te zijn verdw enen. Bij die constatering zou ik het niet gelaten hebben. Want w at is nou die flair van het zaalvoetbal en w aarom lijkt die te zijn verdw enen? Lezers hebben recht op een verklaring. Maar ook de spelers. Kreunend moeten die jongens van Scagha, van Van Geelen, van Salao enzovoort elke zaterdag in hun Schager Courant lezen dat het spannend w as, maar dat de flair van het zaalvoetbal lijkt te zijn verdw enen. "Waarom?" vragen zij zich af, "Waarom w as het vroeger allemaal mooier en beter?" Terecht eisen zij een argument voor die bew ering. 't Is niet leuk om altijd maar voor minder te w orden uitgemaakt. Tussen haakjes: RP kan op dit punt van mijn stukje aangekomen al w eten met w elke vraag ik zal eindigen. Even w at zaken op een rij zetten. Ik behoor tot het legioen. Het voormalig legioen, moet ik zeggen. Zeker bij de thuisw edstrijden van Scagha zat er vroeger minstens tw eehonderd man op de tribunes. Tegen IDO, The Kickers of uit tegen Nuijen Nicols, feesten w aren het. De huidige toestand steekt daar schril bij af. Ik telde bij de partij van Scagha tegen De Visser zesentw intig personen op de tribune van de Spartahal. Een beetje. Zelf zat ik aan de overkant. Jaarlijkse avondje tijdw aarnemersdienst dus. Anders w as ik op zeker niet in de sporthal gew eest die avond. Daar ben ik heel eerlijk in. Die tijd is gew eest. Zelf voetballen vind ik nog steeds prachtig. Maar kijken... nee. Wat ik al eerder zei. Het is hooguit spannend, maar de flair van het zaalvoetbal lijkt w el te zijn verdw enen. Ik w eet hoe dat kan. Vroeger speelde Scagha tegen Stuf. En w at w as nou Stuf? Dat w as niks. Alleen, in die tijd w aren er maar een paar klassen. Dus een ploeg die een paar partijtjes w on zat direct bij het plafond van het zaalvoetbal. Met vrij beperkte voetballers. Elk team dat in de hoogste klasse speelde had een paar goden en een paar mindere goden. Als Ab Ploeger de minste god van de opponent tegenkw am, dan kon hij naar hartelust tunnelen, dollen, hakken, kaatsen, w ippen, dreigen, terughalen en vooral... scoren natuurlijk. Dat w as flair! Het legioen op de banken. Uitslagen van 9-1 w aren niet
9
vreemd. Kortom, in de breedte stelde het zaalvoetbal nog geen zak voor. Tegenw oordig zijn de mannen binnen de lijnen allemaal aan elkaar gew aagd. Ze staan elkaar geen jubelactie toe. Vanzelf niet. Niemand gaat met genoegen af. Behalve op de WC. En of de laatste zin taalkundig klopt w eet ik ook na tw ee keer kijken niet. Maar ik laat 'm even staan. Of Ab Ploeger en Berend Schop in de gouden tijd van Scagha het etiket "superieur" verdienden is de vraag die rest. Gaven zij dan toch op grond van aparte klasse de flair aan het zaalvoetbal? De tijdmachine bestaat alleen in de kinderliteratuur. Een vergelijking met nu is niet mogelijk. Vraag aan RP: is zaalvoetballen bij Scagha niet altijd opboksen tegen het rijke verleden?
-kk 16/1997
Tis groen Tis wit
Niet naar de jaarvergadering geweest. Toch weer wat gemist. Er is over me geluld. Zo kwam het mij tenminste ter ore. "Waar was je op de vergadering, Kees? Er is nog uitgebreid over je geluld." Verdorie, dacht ik meteen, had ik toch een oppas moeten regelen. De maandagavond is namelijk voor mijn vrouw. Volleybal...tja. Tevoren maakte ik nog even die afweging: de SRC-vergadering, zal ik? Is die een oppas waard? In de wetenschap dat er die week nóg twee keer oppas nodig was besloot ik niet naar Groenoord te gaan. Lekker bij de kachel voorlezen uit 'Kikker en olifant' en 'Babet' en 'Lyc-drop' en daarna verder in mijn eigen boek. Maar waarom zou ik me verantwoorden? U was tenslotte ook niet op de ledenvergadering. Ik hoorde dat behalve de mensen uit de besturen en commissies twee SRC-ers aanwezig waren. Voor de een reden om schamper te lachen, voor de ander om vergenoegd vast te stellen dat de vereniging kennelijk voortreffelijk geleid wordt. Alles als vanouds dus. Naar verluidt werd het pas bij het laatste agendapunt leuk. Dat is trouwens vaak bij vergaderingen zo. Na de rituele dans rond verslag en financiën volgt aan het eind: de rondvraag. Daarin ging het over de sleutel van de poort. We hebben uitgebreid in de krant over de sleutel kunnen lezen. Ter vergadering vroeg iemand hoe het moest als iemand op het voetbalveld zijn poot brak en de poort was op slot. "Nou, dan moet het ambulancepersoneel met de brancard vanaf Groenoord naar het parkeerterrein, dus dan krijgt de ongelukkige er een hersenschudding bij cadeau." Dries Redecker maakte de grap. Homerisch gelach. Ook de voorzitter kon men bijkans in de maag kijken van het lachen. En toen kwam Pé. Pé Kok. Hij benutte de rondvraag voor een litanie over het deeltijdvoetbal. Dat vond Pé maar niks. Goedkoop op een club zitten en intussen een team naar de Filistijnen helpen. Als we allemaal zo beginnen, waar blijven we dan als SRC? Zo trok Pé van leer. En furieus, zo heb ik me laten vertellen. En hij noemde namen als Kees Kager en Adrie Pater en er waren er nog meer. Pé verwees in zijn betoog ook naar het verschijnsel 'noodlid'. Inderdaad heeft in het verleden een aantal mensen het genoegen mogen smaken voor f 35,- een heel jaar lid te zijn van SRC. Zij mochten voor dat bedrag trainen en in noodgevallen kon er op wedstrijddagen een
10
beroep op hen worden gedaan. In de praktijk voetbalden enkele noodleden elk weekend. Ik ga nu niet beargumenteren waarom de vergelijking tussen een deeltijdlid en een noodlid mank gaat. Pé is ons oudste lid, eenenzeventig jaar en één dezer dagen veert ig jaar getrouwd. Gefeliciteerd, Pé! U ziet, ik ben niet haatdragend. Trouwens. Laat getrouwd die man, maar dat terzijde. Neehoor, ook als ik op de vergadering was geweest zou ik niet met Pé in debat zijn gegaan. Ik heb respect voor de wijsheid die met de jaren komt. Dat ten eerste. En de rondvraag leent zich er niet voor. Dat ten tweede. Wel zou ik na afloop een biertje voor Pé besteld hebben. En ik had hem gezegd dat hij verkeerd telde als hij dacht dat SRC meer leden zou hebben zonder het gehekelde deeltijdvoetbal. Als deze faciliteit niet bestond dan zouden die jongens niet op voetbal zitten. Punt. Ik zou Pé na een paar slokken gewezen hebben op zijn glas bier met de woorden:"Pé, voor jou is dit glas half leeg, voor mij is het half vol." -kk-
18/1997
11
Tis groen Tis wit Mijn vriend Flup en ik stapten afgelopen zaterdag in de auto voor een w edstrijd met het deeltijdteam. Ergens ver w eg moesten w e, maar dat deerde ons niet. We hadden het nodige te bespreken. We verw achtten voor de zoveelste keer op de kloten te krijgen. Dat zal w el niet de juiste instelling zijn. Er zijn vast psychologen onder U die zeggen dat je met 10-2 w ordt afgedroogd, omdat je al op een monsterscore rekent. Maar dat geloof ik dus niet. Er is ook w eleens gelijk gespeeld. We hebben zelfs een keer gew onnen. Gek is w el dat w e met de rust meestal voor staan of met één doelpunt achter. Misschien kunnen de psychologen aangeven w aarom SRC 2 in de tw eede helft telkens op zijn lazer krijgt? Flup en ik en Hyundai, w e zochten Opperdoes. Da's toch niet zo moeilijk? hoor ik een aantal onder U roepen. Psychologen zeker ...de w eg vinden in sombere omstandigheden. Enfin, ik hield het op de buurt van Medemblik, de chauffeur dacht meer de kant van Hoorn uit. Dus eerst eens op Wognum aangekoerst. Het viaduct over. Midw oud nemen? suggereerde ik nog. Nee, de verkavelingsw eg richting Enkhuizen eerst maar opzoeken, vond Flup. Daar zou Opperdoes w el ergens liggen. Tijd en kilometers, zij verstreken. Op w eg naar Opperdoes langs Zw aagdijk en Oosterblokker en opeens w eer op een traject naar Wervershoof. Nogmaals, het deerde ons in het geheel niet. De kachel in de Hyundai deed het. En w e hadden nog massa's onderw erpen om over te praten. Sterker nog, Flup zei op zeker moment dat w e eigenlijk geen tijd hadden om te voetballen. Waarop ik voorstelde om volgend seizoen te stoppen en dan toch op zaterdag-middag ritjes door West-Friesland te gaan maken. Kunnen we tenminste behoorlijk bijpraten. Opeens kw am Hauw ert op de borden. Ik herinnerde me dat ik w eleens van 'de zak van Hauw ert' heb gehoord. Maar daarmee hebben w e Opperdoes nog niet gevonden, merkte Flup terecht op. Geestig vond hij het w el dat drie andere auto's uit Schagen ons als ganzen door de streek bleken te volgen. In die auto's had men minder lol. Maar eens aan een opa op klompen de w eg gevraagd. Opa vertelde lachend dat w e puur ofdw aalt w are en hillegaar in de verkeerde hoek zate. In de evaluatie van deze ontmoeting w as het oordeel van Flup en mij eensluidend: opa w as de zak van Hauw ert. Na Oostw oud en 53 echte kilometers bereikten w ij Opperdoes. De tegenstander stond vreemd genoeg al op het veld. Dat kw am vanzelf omdat ze bovenaan stonden, besloten Flup en ik. En de psychologen. Na de w edstrijd w as er verw arring over het gebruik van de w onderlijke doucheknoppen. Volgens de één w aren dát nou Opperdoezer rondjes, volgens de ander moest je ze anaal inbrengen om w ater te krijgen. Vraag me niet w aarom maar de kleedkamerbabbel ging ook nog over de kapper. Kapper Lenting w erd zelfs nog gememoreerd die net zo lang doorging met de tondeuse tot er een nieuw e klant binnenkw am. Peter van Wattingen complimenteerde onze vedette Ruud met zijn haar: het is net dat van mijn opoe, alleen, die zít erop! Op de terugw eg kozen Flup en ik bij invallende duisternis voor Midw oud, Nibbixw oud en niet voor Abbekerk, Medemblik. Zw aag leek alw eer pittig dichtbij te komen, toen Flup opmerkte dat er geen auto's van medespelers achter ons reden. We besloten toch de kant van Abbekerk op te gaan. Aan de zak van Hauw ert vroegen w e later die avond of hij Schagen w ist. Lachend zei opa dat Skagen in een heel aare hoek lag. De snaak. Via Tw isk, Abbeker k aanhouden, A7 oversteken, Sijbekarspel, De Weere, Opmeer en 't Verlaat kw amen de torens van Schagen in beeld. Na onze ontsnapping uit het Westfriese hadden w e bier verdiend, vonden w ij. Maar de kantine op Groenoord w as allang gesloten. -kk20/1997
12
ti s groen ti s wit Soms kwamen we met de groep het plein bij de Aloysiusschool opgelopen en dan was het bezet. Met 'de groep' bedoel ik kinderen van Stam, Verduin, Berkvens, Louter, Kager, Koomen, Zut, Dekker en Ploeger. Dat was de harde kern. En daar zwierf in een zekere variatie meestal nog wat omheen. Maar die kern, die was elke middag na schooltijd en elke avond na het eten tot het donker werd op het schoolplein te vinden. Een dag verliep volgens een vast stramien. Eerst serieus voetballen en nog eens voetballen. Daar kwamen we voor. Dan een tijdje klieren en kloten met die bal. Elkaar tunnelen of poorten, zoals het tegenwoordig heet. Bal op het dak schieten en wie gaat hem halen? Automatisch ontaardde dit in langs de regenpijpen omhoog en door de bovenramen in de gymzaal kijken als de meiden aan het gymmen waren bij Advendo. Vaak moest het aan het slot van de dag toch nog even gebeuren. Kloten bevredigde uiteindelijk niet. Dan werd er nog eenmaal gepoot voor een partijtje en dan werd er gevoetbald dat de stukken er afvlogen. Hevig bezweet toog de groep na de winnende goal de Gedempte Gracht op naar de snoepwinkel van de bekende Tante Annie Deutekom die nog bekender was als Antje Tet. Daar kochten we zo'n donkerrood waterijsje van de Friesche Koe. En hoewel het moeilijk was om uit de cohesie van de groep te stappen moest eenieder tegen het donker toch weer naar huis. Alweer een prachtige prachtdag achter de rug met de vrienden van de school en de voetbal. Soms kwamen we met de groep het plein bij de Aloysiusschool opgelopen en dan was het bezet. Ik opende het jaar, eh..., de column met die mededeling. Misschien mag ik heel SRC tussen de regels door nog een heerlijk 1998 toewensen met vele sportieve zegeningen? Bezet was het door 'de groters'. De groters, dat was de generatie boven ons. Ze heetten Bruin en Dol en Hoosemans en Redecker en Kortenaar. Dat was hun harde kern en daar zwierf ook altijd wat omheen. Als de groters goede zin hadden, dan mochten wij meedoen. De groep werd verdeeld over de partijen en dan sloofden we ons nog meer uit dan anders om te laten zien wat we konden. Als het de heren niet uitkwam waren we veroordeeld tot een bijrol op het stukje plein achter de vuilnisbak of het gedeelte met de gladde tegels achter de pilaren. Leerzaam waren deze dagen hoe dan ook altijd. Zo maakten we mee -ongeacht of we meegevoetbald hadden of niet - dat ook de groters na het voetballen toe waren aan even kloten. Dan ging er bij hen een ruit aan diggelen. Of een bal lek op de spijlen van het hek. Of ze grepen een lid van hun groep. Of eigenlijk het lid van een lid. Schokkend voor ons. Ze maakten dan iemand burgemeester, zoals ze dat noemden. Meestal was het Kortenaar die door enkelen werd vastgepakt en tegen het hek geklemd, waarna een paar anderen zijn broek lieten zakken. B roeierige taferelen op de zomeravond. En net zo makkelijk was het daarna ook bij hen weer voetballen, voetballen en nog eens voetballen. Later hield uiteraard ook onze groep burgemeestersverkiezingen. De les was duidelijk overgekomen. Vaak waren de jongens die af en toe meededen letterlijk de lul. Die kwamen daarna niet meer. Op het schoolplein werd kortom in meerdere opzichten het kaf van het koren gescheiden. Eerlijk en hard, zoals kinderen zijn. -kk13
1/1998
Tis groen Tis wit S.V. Schagen dus volgend seizoen als de te kloppen ploeg in zijn klasse. Dat kan niet anders als de verhalen over de terugkeer van al die geel -zwarte zwervers waar zijn. De Vries, Brood, de gebroeders De Jong, Kanne, Blaauwboer. En zullen Heslinga en Botma n ook terugkeren na dwaaltochten door de kop van Noord-Holland? Het zal deze zomer duidelijk worden. Voor de nieuwe voorzitter van Schagen-veldvoetbal, Turpijn, wordt de zomer van '98 dus meteen het keerpunt. Zo gek veel dieper kon Schagen trouwens niet me er zakken. Met andere woorden, een keerpunt was er sowieso bereikt. Ook zonder nieuwe voorzitte r. Maar waar een avondje met de "ouwe hap" in 't Trefpunt al niet goed voor is. Toen ik het verhaal met Willem de Vries in de Schager Courant las moest ik denken aan al die oude bands die na tien of twintig jaar opeens weer tot leven komen. Q '65, Fleetwood Mac, Beach Boys en vele andere oude rockers die hun kunstje nog een keer komen doen. Grijs op de slapen, buikjes over de broekriem, gierende uithalen bij de ho ge noten, amechtig hijgend aan het slot van de nummer één-hit van toen. Je moet wat, als het geld op is en je geen vak hebt geleerd. Nou valt moeilijk vol te houden dat al die dissidenten van de S.V. Schagen de veteranenleeftijd hebben bereikt. Al zitten er tussen die in de nadagen van hun sportieve carrière zijn aan-geland. Waar het om gaat is de vraag of Schagen verguld moet zijn of bevreesd, wanneer de stoet van ouwe helden het schelpenpad aan de Julianalaan inslaat. Rare vraag misschien, maar vergist U zich niet, groen-witte lezers. Als er van de zomer opeens een stuk of acht extra kandidaten voor het eerste elftal op het trainingsveld van "Sparta" staan, dan ontstaan er bij een aantal van de trouwe jongens op zijn minst gemengde gevoelens. Die hebben m et hun -toegegeven- beperkte kwaliteiten alles voor hun club gegeven. Ze leden ondanks zware inspanningen nederlaag na nederlaag. Ze zakten naar bijna de kelder van het amateurvoetbal. Hun bestuur wankelde nogal eens. De accommodatie stond op instorten. Er werd meermalen gewisseld van trainer. Tientallen leden liepen weg. Alles wat beroerd kan zijn in de sport hebben zij meegemaakt. Ze dachten dat ze alles gehad hadden. Dieper zinken kon niet meer, op geen enkel facet meer. En dan paraderen aan het begin van een nieuw seizoen de mannen het gras op die goeddeels verantwoordelijk zijn geweest voor de neergang van de club. Als die lummels hun vereniging trouw waren gebleven, dan was op zijn minst de sportieve ellende Schagen bespaard gebleven. En het sportieve element is het toch waar het om draait in een club, laten we wel wezen. Ik voel de draai in de maag van de jongens die de oude glorie bij de eerste training opeens 'hun' veld op zien stappen. Ik voel de draai in de maag van die lichting A-junioren die deze zomer de overstap maakt naar de senioren. Van mijn kapper hoorde ik een paar maanden geleden, dat Schagen over enkele jaren weer vierde klasse KNVB zou spelen, als ze deze junioren -ploeg intact zouden laten. Mijn kapper heet Jaits Bremer en hij is traine r van Schagen's A-junioren. Wat blijft er over van zo'n ploeg, als alleen de allerbesten bij de selectie komen? Natuurlijk denkt de optimist aan de ideale mix van talent en routine, van inzicht en instinct, van karakter en speelsheid die Schagen weer de aansluiting bij SRC gaat bezorgen. Dat er kampioenschap-pen in het verschiet liggen. Ik denk dat dat nog vies gaat tegenvallen. Want zoals gezegd, Schagen wordt straks de te kloppen tegenstander. 14
-kk3/1998
15
Tis groen Tis wit Tien jaar geleden kon ik het me nog niet voorstellen. Toen verklaarde ik iedereen voor gek die afzegde voor de voetbal. Er kon in mijn ogen niets belangrijkers zijn dan de eerstvolgende partij en daar stond de ware voetballer klaar voor. Nou oké, geboorte en dood waren uitzonderingen. Daarvoor kon men thuisblijven. Maar verder? Als een speler de verjaardag van oma als reden voor verzuim aangaf ..pggghhh. Als iemand een 25 -jarig huwelijksfeest van pa & ma noemde ...pggghhh. Naar de kermis in 't Veld...-pggghhh. Geen zin om te voetballlen...pggghhh. Met een vriendin wandelen in de duinen ...pggghhh. Overwerk bij de baas...pggghhh. Jarige zoon of dochter-...pggghhh. Vrouw niet erg lekker ... pggghhh. Ik lachte om elke reden voor een afbericht. Als waar SRC-er voetbalde men. Tenzij er geen programma was vastgesteld. Tijden veranderen. Een mens wordt ouder en een speelbal van belangen. Was voetbal voorheen het hoofdbelang, nu is het nog slechts één belang uit vele. De redenen om af te zeggen stapelen zich met de jaren op, zo lijkt het. De ene keer is het een klus in huis die af moet. De andere keer is er een knellend keuzeprobleem: vrouw volleyballen op Texel of man naar Groenoord voor de voetbal. Weekend naar studievriend in Groningen. Overleg met collega in verband met de rapporten. De jaarlijkse familiedag. Dochter rijdt af voor diploma C in de manege. De jaarmarkt te Niedorp. Met school op survival. Allemaal de griep en pappa verzorger. Dienst op de Open Dag van school. Met de auto naar de gar age. Ik kan nog even doorgaan. Oma zit met een wasmachineprobleem. Een receptie van alle neven en nichten. Vrienden helpen met verhuizen. Er is werkelijk elke keer wat. Dat wil zeggen. Wat vroeger geen reden kon zijn om af te zeggen is het nu herhaaldelijk wel. De afweging wordt anders gemaakt. Neem een jarige zoon. Tien jaar geleden vond ik een zoon die drie jaar werd echt geen reden om af te zeggen. Ik had toen ook geen zoon die drie werd. Nu wel. En ik ben trots op hem. Hij is het waard om de eigen voetbalpartij voor af te zeggen. Tenslotte is mijn tijd geweest. En hij komt hij er straks voor in de plaats. Hij heeft natuurlijk weer een bal voor zijn verjaardag gekregen. Oefenen en oefenen doet hij. Uren tegen de muur pielen. Mij proberen te dollen op het grasveld. Balletje hooghouden. Mikken op de antieke lantaarnpaal van de buren. Oké. Er sneuvelen ballen op het mes van buurman. Er raken ballen weg in de struiken. Maar de meeste schiet hij gewoon aan gort tegen de muur. Zowel rechts als links. Af en toe denk ik: is dit mijn vlees en bloed? Maar ik hou 'm kort, dat snapt U. Laatst vroeg hij om een seniorenbal. Goed voor de spierontwikkeling, zei hij. Dan krijgt hij van mij een ballon. Maar hij gaat gigantisch. Het grootste probleem dat ik voorzie voor over tien jaar is: hoe behouden we hem voor SRC? -kk-
5/1998
16
Tis groen Tis wit Het einde van het seizoen is alweer in zicht. De meeste teams hebben nog maar een paar wedstrijden te gaan. Is de ploeg al veilig? Wordt het promotie? In beide gevallen is het eindspel een spannende aangelegenheid. Eindspel, ik leen de term even van de denksport. Zaterdag sprong er opeens honderd kilo voorstopper bovenop me. Mijn nekwervels krakend stelde ik de scheidsrechter in het voorbijgaan voor om voortaan voor zo'n overtreding te fluiten. Hij keek me even aan. Met een toepasselijk cliché zei ik dat ik maandagmorgen gewoon weer te werk moest. En toen sprak de arbiter heel gevat:"Dan moet je gaan dammen." Vandaar denksport, eindspel, het spannende slot van de competitie, het opmaken van de balans. De balans van het deeltijdvoetbal in dit geval. De Zaterdag 2 heeft over het hele jaar genomen een zeventien of achttien spelers gebruikt. Een vaste groep van zeven of acht en daaromheen in wisselende frequentie een s tuk of tien deeltijdvoetballers. Prachtsysteem. Niet ideaal, want een uitgebalanceerd team komt er nooit te staan. Daarvoor is er teveel aflossing van de wacht. Maar welk elftal behalve het vlaggeschip is er wel uitgebalanceerd? De meeste seniorenteams zijn toch een toevallige verzameling? Punt. Einde verhaal. Als vereniging scoort SRC wel degelijk met de faciliteit van het deeltijdvoetbal, want er blijft een aantal mensen lid die anders zouden zijn gestopt. Beter een half ei dan een lege dop. Het wordt Pasen. 't Is groen, 't is wit en voor deze keer ook een beetje geel. En even praktisch. Voor de zaterdagafdeling van SRC was deze competitie de winst van het "d.t.v.": één elftal. Zonder hadden er drie teams kunnen spelen. Met zijn het er vier gebleven. Een succes dus. Ondanks het gebrom dat op de ledenvergadering uit de gelederen van de zondagafdeling opstak. Trouwens, de zondag moet niet zeuren, want daar is ong eemerkt ook deeltijdvoetbal ontstaan. Wat dacht U van de gebroeders De Jong? Ai, pijnlijke opmerking. Contrasten geven sjeu aan het leven. Waar de één met het klimmen der jaren de sportieve inspanningen wenst te halveren, daar lijkt een ander die te willen verdubbelen. Vergelijk de triatleten, duurlopers en verdere fanaten. Er stond zaterdag bij mijn binnenkomst in kleedkamer 13 bij AFC'34 een racefiets in de douche. Van de conciërge van AFC, vermoedde ik, die het dure karretje niet in de stalling durft te plaatsen. Maar nee. Na de mooie pot tegen de Alkmaarders die in 3-3 eindigde stroopte Marco Kuit het groen en het wit van het bezwete lijf. Hij hees zich in een flitsend wielrentenue, pakte de rode bike onder de douche vandaan, groette alle aanwezigen en stapte op. Hij ging op de fiets terug naar huis. Van Alkmaar naar Schagen. Na een wedstrijd, waarin hij zoals gewoonlijk op het middenveld een kwart van een marathon had afgelegd. Ik bedoel maar. Zelf moest ik een uur na de wedstrijd alweer in het kerkje van Valkkoog zitten. Een musicaluitvoering van de muziekschool waarin een dochter een hoofdrol spe elde. Precies op tijd en met natte haren nam ik plaats in de bank. Toen werd omgeroepen, dat de vertelster van het stuk vertraagd was. Na bijna een half uur kwam ze eraan. Met een rood hoofd van schaamte liep de docente de trap naar de preekstoel op. Ze pa kte de papieren voor zich en kuchte. Het werd stil in de kerk. Toen sprak de vrouw:"Oh.., mijn leesbril." Met een paars hoofd moest ze terug naar haar auto. Wit, groen, geel, rood, paars op één zaterdag. Ove r contrasten gesproken -KK-
17
7/1998
Tis groen Tis wit De kleedkamer, de intimiteit van de kleed kamer. Het is zo mogelijk belangrijker dan het voetballen zelf. Zowel voor als na de wedstrijd beleeft de voetballer in de kleedkamer het gevoel van samen. Vooraf allemaal tegelijk graaien in de tas met de tenues. Wie treft ditmaal de te kleine broek? Wie de bungalowtent? Samen lachen omdat iemand wat geks heeft beleefd op zijn werk. Samen luisteren naar de laatste peptalk van de coach. Elkaar instrueren over sterke en zwakke punten van de tegenstander. Dan het veld op of de zaal in. In de rust komen allen tezamen voor thee en de analyse van de begeleider. Als begeleiding ontbreekt vertelt niet de wijste maar de brutaalste hoe het gegaan is. Maar samen wordt bepaald of het strijdplan gelijkblijft of om moet. In de lagere teams natuurlijk een rokertje erbij. Effe samen roken is namelijk ook heel erg belangrijk. Aan het eind van de rust roept de scheidsrechter de mannen weer op. Als het signaal van de bazuinblazer in een Romeins legerkamp. Zoals op het sein van de bazuinblazer een wirwar van soldaten zich formeert tot een legioen in slagorde, de opperbevelhebber geeft opdracht te blazen en als de weerlicht snellen soldaten door het kamp, zwaargewapenden en lichtgewapenden, om zich tot geregelde troepen aaneen te voegen, cohort bij cohort, zo staat in de kleedkamer van de club een elftal op, de scheidsrechter geeft daartoe het signaal en alle voetballers springen op van de bank, atleten en dikbuiken, om zich de gang in te persen en zich vervolgens op het veld weer op te stellen, linie na linie. Na de wedstrijd is het in de kleedkamer op zijn mooist. Dan is het samen treuren, samen nagenieten of "er had meer in gezeten". Mooie momenten uit de wedstrijd worden vaak nog eens overgedaan kort na afloop of onder de douche . Complimenten over de doelpunten worden uitgedeeld. Verwijten over blunders worden over en weer uitgesproken. Geluk en leed worden verwerkt. Gezamenlijk verwerkt. Om komische voorvallen kan achteraf nog een keer gelachen worden. Of niet... Afgelopen vrijdag gaf de doelman van mijn zaalploeg de bal in paniek een wilde roei. Ter verdediging van de man zeg ik erbij dat hij eigenlijk speler is en uit nood op doel was beland. Maar goed, hij geeft die bal een roei. Laat die nou precies op de neus van Nico Dol belanden die vlak voor hem staat en zo in het eigen doel kaatsen. Zoiets verzin je niet. Middenin zijn smoel! Wij weer, zal je altijd zien. Nou heeft Nico ook wel een neus, hoor. Die mis je niet zomaar. Van dat zou je zeggen: zet die man in de spitspositie, dan kan hij doelpunten vóór maken in plaats van tegen. Maar dat is in het verleden al geprobeerd. Dan sloeg de keeper van de tegenpartij Nico een gebroken neus. Dus dat kan ook niet meer. En zo'n jongen wil toch voetballen. Het voorval is in de kleedkame r collectief verwerkt. Daarna aan de bar. Zal de bar dan nóg belangrijker zijn? -kk9/1998
18
Voor het eerst gaf ik Nederlands aan vrouw en die op mijn school een opleiding in de verzorging volgden. Ik had vier klassen van tw intig dikke vr... Herstel, ik had vier klassen van een dikke tw intig vrouw en, in leeftijd variërend van begin tw intig tot ergens in de vijftig. Het behoeft geen uitleg dat in de bejaardenverzorging het onderdeel 'rouw en en sterven' een belangrijk onderdeel w as. Voor mijn vak moest een condoleancebrief geschreven w orden. Niemand van U las ooit op één avond zo'n honderd condoleancebrieven en vond dat leuk, vermoed ik. Ik kreeg honderd van die brieven zonder dat ik iemand had verloren en dat w as... Nou, leuk is niet het goede w oord. Het frappeerde me vooral dat al die teksten recht uit het hart kw amen. Natuurlijk w as de ene brief vet van emotie en de andere subtiel, zo subtiel. Maar nooit clichétaal, altijd w elgemeende, heel persoonlijke w oorden. Ik rouw de me zo'n hele avond rot bij w ijze van spreken. Toch voelde ik me niet competent om cijfers te geven voor de inhoud. Hooguit voor de vorm, de techniek. Er w aren ook vrouw en die hun boekbespreking bij het moduul 'rouw en en sterven' hielden. Tot die tijd w ist ik niet dat er zoveel boeken over dit facet van het leven w aren geschreven. Deze aarde verlaten van Cri Stellw eg. Een eindje meelopen van Ivan Wolffers. Een zachte dood van Simone de Beauvoir. Liever geen bezoek van Mink van Rijsdijk. Hersenschimmen van Bernlef. Onbereikbaar dichtbij van Marie Jones. Ik zou zo even door kunnen gaan. Martin, mijn broer van Pola van der Donck. Je sterft bij mij van Jan Staal. Over al die titels hield een cursist voor de klas een bespreking. Sow ieso een korte w eergave van de inhoud en dan een visie op het boek. Het belang ervan voor de cursist persoonlijk en voor het vak. Meestal discussie tot besluit. De meeste indruk maakte op mij de bespreking van Meisje, sta op door een nog vrij jonge vrouw. De schrijfster, ene Jolanda Voorhaar, had het boek geschreven omdat haar dochter w as overleden door een hersentumor. De cursiste w ist de samenvatting zij het met trillende stem tot een goed einde te brengen. Toen zij haar motivatie voor dit boek ter sprake bracht gingen de sluizen open. In tranen zei ze dat ze voor dat boek gekozen had omdat het over rouw verwerking ging en zij had drie jaar eerder haar vriend verloren. Diep aangedaan zaten w e in een U-vorm om haar heen. Het w as even stiller dan stil. En er kw am een gesprek op gang met tranen, met emoties, met vragen, met adviezen, met... Ik moest daar allemaal w eer aan denken, toen w e op Hemelvaartsdag in een lange rij stonden om Arjen en zijn familie een beetje troost en een beetje kracht te brengen. Thuis las ik 's avonds voor uit een boek van Waddell en Benson. Het heette Uilskuikentjes. Drie uilskuikens zijn verdrietig omdat moeder uil is w eggevlogen. Ze spreken elkaar moed in ondanks de ontreddering. Alleen de jongste blijft maar roepen: Mammie moet komen! Terw ijl ik dat boek las keek ik eens naast me w ant het w as zo stil. En daar zit mijn zoontje van drie in tranen w ant hij vindt het verhaal zielig. Gelukkig kon ik de tranen drogen. Moeder uil kw am namelijk terug bij haar kuikentjes . Ze had alleen een prooi voor hen gevangen. Het boek w as uit, zoonlief tevreden. En ik moes t opnieuw aan Arjen en zijn kinderen denken.-kk-
19
11/1998
Het leek zo eenvoudig. Ik had de kunst afgekeken van Jan Verduin. Die was voorzitter. Hij wachtte de ledenver-gadering af en daarna was hij ex-voorzitter. Klaar was Jan. Ik was colum-nist. Ik wachtte het nieuwe seizoen af en noemde mezelf ex-columnist. Klaar was Kees. De voorzitter had voor zijn vertrek uiter-aard een andere voorzitter geregeld. De club moet immers wel door draaien. En ik had als columnist voor een nieuwe columnist gezorgd. Vorig jaar al. Ook deze winkel moet immers open blijven. Nou vooruit, vorig seizoen vulden we de rubriek nog samen. Dat wilde mijn beoogd opvolger toen graag. Dit jaar meende ik dat hij klaar was voor de status van fulltime -columnist. En wat zag ik in de afgelopen Facet? Alles behalve een column. En dan besef je dus dat zulke jongens tegenwoordig vrij veel tijd nodig hebben voordat ze zelfstandig boodschappen kunnen doen. Ik voelde al nattigheid toen ik Ralph een maand geleden in d e SRC-kantine zag. Ik riep nog nietsvermoedend naar hem dat ik trots op hem was. Helemaal alleen de column van de Facet verzorgen, niet niks. Maar hij keek als een zuurpruim en snauwde iets terug van:"Wegloper!" Enigszins ontgoocheld maakte ik die middag rechts-omkeert. En thuisgekomen vroeg ik me af of hij dat nou ook tegen Jan Verduin geroepen zou hebben als hij hem was tegengekomen. Wegloper! Dimmen neefje, dacht ik bij mezelf. Maar ik wilde aan de andere kant niet onspor -tief zijn. Als hij het nog niet aankon dan moest ik hem nog wat steunen. Vooruit dan. Eigenlijk had ik na het afstoten van 't Is groen 't is wit al ander vrijwilligers -werk binnen SRC op me genomen. De kantine. Ik stond op een erg sombere zondag -ochtend in mijn eentje op Groen-oord. Jutezak in de hand waarin een geldkist en een bos sleutels. Misschien stond U ook al eens op zondagmorgen vroeg op Groen -oord in verband met een kantinedienst terwijl het zachtjes regen-de? Zoniet dan verzeker ik U dat men daar mistroostig van wordt. Het eerste uur van de dienst was ik meer telefonist dan barbediende. Tientallen spelers vroegen me vanuit hun bed of het voetbal nog doorging. Later heb ik SRC 5 nog aan een mooie 3-1 zege op BKC 5 kunnen helpen. Dat kwam zo. Met de mannen van BKC kwam 's morgens vroeg ook Jack Sikking 'mijn' kantine binnen-lopen. Hij zat vroeger bij Siempie Stam, Henkie Koomen en Jacky Ploeger op de detailschool in Alkmaar. En tegenwoordig maak ik hem mee als maatschappelijk werker van sommige van mijn leerlingen. Na de wedstrijd vroeg Jack mij of ik verantwoordelijk was geweest voor de thee in de rust. "Nee Jack, mijn maat" zei ik. Maar dat was niet zo. Ik stond de hele dienst alleen omdat de andere twee krachten niet op kwamen dagen. Solidair inderdaad maar dat terzijde. Hij klaagde dat het het allerberoerdste bakkie thee uit zijn carrière was geweest. Dat kon
20
kloppen want voor BKC 5 had ik een theezakje gepakt dat nog in de gootsteen lag van een week geleden. Alle beetjes helpen, nietwaar? -kk17/1998
21
Vanaf 1 januari 1999 moet elke SZVV-club eens in de zoveel tijd een avond in de sporthal verzorgen. Wedstrijden fluiten bedoel ik. Ik vind dat fantastisch. Het voetballen verloopt sportiever als er een vrijw illiger fluit, luidt mijn stelling. Al een paar jaar speel ik thuis op Groenoord met 'de zaterdag' onder leiding van verenigingsmensen. Theo Kooyman bijvoorbeeld of Wouter Moraal. Of iemand van Brakenhof of Karel Weernekers. Heerlijk vind ik dat. Want op dat moment leg ik mezelf de discipline op om me nergens over op te w inden. Ik krijg dan bij een fout van de scheidsrechter een houding over me van: nou ja, niet zeuren, hij is er niet voor opgeleid en hij pretendeert ook niet het allemaal zo goed te w eten. Wat bij echte referees juist vaak zo irritant is. Hoe minder echte scheidsrechters ik tegenkom, hoe liever het me dus is. Ik ken nog zoiemand. Hij heet Dennis. Dennis w erd laatst zo gek van de man in het zw art dat hij hem zelfs omverkegelde. Afijn, U heeft er uitgebreid over kunnen lezen in de kranten. Nou, ik beken het met schroom maar ik w as laatst zelf ook bijna zover dat ik een arbiter w at zou aandoen. Het is dat ik net iets meer innerlijke beschaving heb dan Dennis. En dat ik ook net iets langer het gezond verstand laat w erken maar deze man bracht mijn bloed aan het koken. Nogmaals, ik beken het met schroom w ant ik w eet net als iedereen dat w e de laatste jaren naar schrikbarend gedrag tegenover de scheidsrechters afglijden en dat elk normbesef w eg lijkt maar er zitten er toch echt tussen die w erkelijk het bloed onder je nagels vandaan halen. Ik w eet het, het mag niet gezegd w orden. Ze doen het voor ons. Het is voor hen ook een hobby. We maken allemaal fouten. Er moet iemand de baas zijn. En ga nog maar even door. Maar moet U eens luisteren w at mij laatst in Wieringerw erf overkw am. Onze ploeg moest spelen tegen een club uit Kreileroord. De tegenstander w as veel en veel sterker dan w ij. Helemaal geen punt van discussie. Al vroeg in de w edstrijd w as duidelijk dat w ij zouden verliezen. Jonge binken, snel. Leuke acties. Maar ondanks dat speelden ze ook hard en maakten ze vieze overtredingen. Dus w ij stroopten de mouw en maar eens op. We w ilden de huid duur verkopen. Het w erd een bikkelhard treffen, w aarbij de thuisploeg w erd gesteund door een zeer luidruchtig legioen. En w eet U w at nou onbegrijpelijk w as? De scheidsrechter liet zich zo intimider en door de entourage dat hij consequent floot voor overtredingen van onze kant en van Kreileroord zijde vrijw el alles liet passeren. Ook strafminuten gingen in vergelijkbare situaties naar onze ploeg en niet naar de tegenstander. Op het eind maakte de man het echt te bont. De bal is uit. Ik stel me op aan de zijlijn. De scheids komt naast me staan. Een vervelende knaap van Kreileroor d houdt de bal een tijdje vast. Op niks af w ant het stond al vijf of zes tegen één. Ik keek naar de scheids maar die zei niks. Toen vroeg ik zelf om de bal. De speler gooide plotseling de bal op mijn gezicht af. Ik kon hem in een reflex afw eren. Anders had ik hem op mijn bril gekregen. Ik w as perplex. Vooral toen ik naar de scheids keek en merkte dat hij doodgemoedereerd w achtte totdat ik inschoot. Ik riep: "Tw ee minuten voor die vent!" Het publiek joelen. Het enige dat hij deed w as gebaren naar de speler dat hij achteruit moest. Even dacht ik aan Dennis. En meteen aan hoe het met Dennis afliep. Toen ben ik ermee gestopt. Als een echte scheidsrechter mijn veiligheid niet kan garanderen w ordt het me te link. -kk19/1998
22
Selectiespelers trainen als het goed is in de winter dus zij hebben nog enigszins het besef dat ze lid zijn van een voetbalclub. Als recreant heb ik intussen al maanden niet meer het gevoel dat ik op voetbal zit. Op dit moment de winterstop en vóór de winterstop was er de tijd van de moessons. Toen werd ook elk weekend het hele programma eruit gegooid. SRC beleef ik eigenlijk als een club waar ik contributie aan betaal, waar ik regelmatig een stukje voor schrijf en waar ik af en toe een kantinedienst voor draai. Maar voetballen? Ne u Gelukkig is er nog zoiets als zaalvoetbal, denk je dan. En je hebt dat nog niet gedacht of ze naaien je erin voor een avond tijdwaarnemersdienst in de sporthal. Vol zelfbeklag fietste ik op bewuste avond naar de Groeneweghal en ik beleefde onderweg de Yellow Stars als een club waar ik contributie aan betaal, waar ik weliswaar geen stukjes voor schrijf maar waar ik wel diensten voor moet verrichten. En zaalvoetballen? Jáááááhhhhh, op maandagavond half acht in 't Veld als mijn vrouw te volleybaltrainen moet en er in dit rotdorp geen oppas te krijgen is. En anders heerlijk op vrijdag maar dan wel om half elf spelen. Dus middernacht uit de kleedkamer te...? Wieringerwerf. Maar geen tunnel is zo lang of er gloort altijd weer licht. Ook op die avond maakte mijn somberheid plaats voor plezier want de eerste ploeg die aantrad was het junio renteam van Wistavibo. Wistavibo! Of all clubs! En dan ook nog het juniorenteam. Mijn hart stroomde over. Het was of ik naar een stukje verleden keek. Want ooit vormden Siem Stam en Jack Verduin en ik het eerste paarse kabinet en dat ging als Wistavibo de jeugdcompetitie in. Zestien waren we. En we stoven net zo wild in het rond als het team dat nu de naam hooghield. Een waar rustpunt temidden van het gewoel was de scheidsrechter. Het was Siem Stam, de sponsor. Siem had de boodschap van de onthaasting goed begrepen. Kostelijk om te zien. Vroeger als medespeler had hij dat ook al. Dat was minder kostelijk. Kotselijk eigenlijk. Boeiender nog dan de jongens die voetbalden vond ik enkele moeders die aan de overkant op de tribune zaten. Greet Vink, Elly Boontjes, ik zat met hen op de PABO. Oude tijden her leefden aan die kale tafel in de sporthal. Met Elly liep ik ooit stage op de Klimopschool. In 'het kamertje' werkten we get weeën de opdrachten uit. Om de haverklap stapten meester Jan Bruin en meester Piet Jong bij ons binnen. Om te zien of we nog meer deden dan alleen opdrachten maken natuurlijk. Nou vooruit heren, jullie mogen het nu wel weten. Hij speelt in het juniorenteam van Wistvibo. U begrijpt dat ik niets kon verzinnen toen Siem na afloop bij mijn tafel vroeg hoe ik de wedstrijd had gevonden. Nog de beste wensen.
-kk1/1999
23
Het zou het zoveelste voetballoze veldvoetbalweekend worden. Krol, Timofeef, Cruyff en ook de andere driehonderdduizend weerkundigen van Nederland voorspelden pittige vorst en op bevroren velden wordt niet gevoetbald. Dus belegden mijn kameraad Flup en ik een ouderwets gezellige vrijdagavond. We hoefden op zaterdag toch niet aan te treden. Al stond er op Teletekst nog geen afgelasting van het totale programma. Dat bevreemdde ons wel. Het werd een latertje ten huize van Flup. Aangezien we elkaar niet meer wekelijks uitgebreid spreken zoals in de vroege jeugd is er nu wat meer tijd no dig per sessie. Alles moet in één keer doorgenomen worden en dat loopt uit, dat kunt U begrijpen. Fluppie was gul met het uitdelen van alcoholische versnaperingen. Niet dat dat van mij gehoeven had maar hij drong nogal aan. En wat doe je dan als vriend..? Dat bedoel ik. En onmiskenbaar was het zo dat de drankjes bijdroegen aan de vreugde. Ik herinnerde me de volgende dag niet al het besprokene maar toch wel de verhalen van Flup over zijn korte periode als voorzitter van de jeugdcommissie van SRC. Dat hij op zeker moment tussen half zes en zeven uur de hoorn naast de haak legde omdat hij anders niet aan eten toekwam. Want de ene moeder belde op omdat ze een voetbalkous miste in de tas van kleine Rob. De andere omdat Frank steeds wissel stond. De leider van F4 kwam een auto tekort voor uit naar Flevo en hoe moest dat dan? De jongens van B2 hadden er in de kleedkamer een rotsooi van gemaakt en daar moest wat van gezegd worden. Er was op de training alsmaar ruzie tussen Japie en Tim en de leider had er geen vat op. En zo kwamen alle akkefietjes bijna letterlijk op het bord van de voorzitter terecht. Totdat hij dus besloot om de hoorn ernaast te leggen. Vermakelijke verhalen. Naast aangrijpende verhalen over ouders die de contributie niet betaalden hetgeen tot een visitatie door de voorzitter leidde. En wat hij dan soms aantrof aan onvermoede sociale en financiële ellende. Maar daar moet ik op deze plek over zwijgen. Het werd me eenstemeer duidelijk dat er een hoop op het jeugdbestuur afkomt. Het kan geen kwaad om dat ook eens te vermelden. Diep in de nacht moest ik van de Spreeuwenlaan naar Valkkoog. Het leek me wijs mijn auto op de parkeerplaats bij Flup achter te laten. En daar kreeg ik geen spijt van. In de bochten om het gladde water van De Wiel benamen de vrieskou maar vooral het maanverlichte uitzicht mij de adem. De volgende morgen was het sprookje uit. Het gras zag weliswaar wit van de vorst maar op Teletekst stond de wedstrijd tegen Reiger Boys niet bij de afgelastingen. Het leek me erg koud buiten en mijn hoofd was ook nog niet honderd procent. Doortastend als ik soms kan zijn belde ik naar de kantine van de Waardse zaterdagclub. Ik vermoedde dat er niet zou worden opgenomen. Dan mocht ik concluderen dat daar zoals overal elders het hele thuisprogramma erui t lag. Mooi niet dus. Een vrolijke vrijwilliger meldde zich aan de telefoon. "Kantine Reiger Boys!" Ik hoorde veel geroezemoes op de achtergrond wat mij het ergste deed vrezen. "Er wordt bij jullie gevoetbald?" "Jahoor, alles gaat hier door. Er wordt volop gespeeld. De zon schijnt." "Maar de velden zijn toch bevro-ren? Bij SRC thuis is alles afgelast?" probeerde ik vertwijfeld. "Alles gaat hier gewoon door" zei de man hard. "Vreemd" gaf ik nog terug. "Ik zou alleen geen slidings maken" klonk het gevat. "Da t was ik al niet van pl...tuut, tuut, tuut." Gek maar als je er tegenop ziet valt het soms zo mee. We wonnen met 6 -1. Een heerlijke pot voetbal. -kk-
24
3/1999
Had U al van ‘forechecken’ gehoord? Het stond van de week in de krant en met de krant bedoel ik heel gewoon het Noordhollands Dagblad. Forechecken. Ik kwam het begrip tegen in een verslag van Carillon Boys-Scagha (1-4). Wat gaan we nou krijgen? dacht ik toen ik het begrip las. Ik zit toch niet in de NRC ? Of in het Financieel Dagblad? Scagha was heel goed aan het forechecken geweest daar in Beverwijk en zodoende kwam de opponent niet aan opbouwen toe. Storen dus, begreep ik. Schitterend gevonden toch van de journalist? Oók in het Noordhollands Dagblad kwam ik een verheugend bericht tegen over sportvereniging ‘Schagen’. Zaterdag meldde de Schager Courant namelijk dat de gemeente niet in 2005 0f 2006 maar mogelijk al in 2004 op de velden van ‘Schagen’ gaat bouwen. De hele vereniging wordt dus nog een jaar eerder opgedoekt dan was gepland. Dat noem ik nog eens forechecken. Want van een armlastige gemeente die zich vooral uitslooft om het de locale horeca en middenstand zoveel mogelijk naar de zin te maken hoeft de vereniging echt geen vervangende accommodatie te verwachten. Bedenk daarbij dat er voor SRC geen argumenten aanwezig zijn om een fusie aan te gaan. Een fusie? We zijn potdomme Aegon niet of de Rabobank. SRC, dat bent U, dat zijn wij, dat ben ik. ’t Is groen en ’t is wit en dat willen we zo houden. Sorry mensen, ik liet me even gaan. Alleen al de gedachte aan een fusie maakt me emotioneel. Ik refereer nog even aan de woorden van mijn zwager Gerard Ploeger. “Het is veel te lekker om van ‘Schagen’ te winnen.” Er zal dus in 2004 voor de echte voetballers van ‘Schagen’ niets anders opzitten dan zich aan te melden bij SRC. Ziet U het al voor U? Jan Beers op de stoep bij onze secretaris om zich aan te melden als lid. Heerlijk toch? Of de gebroeders De Jong. Eh…, misschien moeten we alvast maar eens over een ballotage -commissie gaan nadenken. Even forechecken met die hap. Zijn we overigens bestuurlijk sterk genoeg om een eventuele uitnodiging voor een fusiegesprek af te wimpelen? Ja, dat klinkt vreemd maar daar is moed voor nodig. Geloof maar gerust dat de gemeente binnen vijf jaar met het verzoek komt om eens te praten. Gewoon vrijblijvend. Eens wat mogelijkheden op een rij zetten. Kijken hoever we met elkaar kunnen komen. Ik hoor het ze al zeggen, die gladde politici. Een paar beloften. Veldje erbij, opknapbeurt en uitbreiding van de accommodatie. Kranig bestuur dat dan durft te forechecken. Wie wil trouwens niet de eerste voorzitter van de fusieclub worden? Historische functie. Ik bedenk me opeens dat onze voorzitter oorspronkelijk uit Niedorp komt (geelzwart!). En in zijn topjaren speelde hij hoofdklassezaalvoetbal bij Garage Boontjes (geelzwart!). Speelde één van zijn kinderen pas geleden niet bij ‘Schagen’? Mensen, wat is dit? Hoe groenwit is deze voorzitter? Is hier een paard van Troje binnengehaald? Moet ik al een actiegroep opstarten? Ik weet a l een naam: Forecheck Vink!
-kk-
25
5/1999
26
Het seizoen eindigt steevast met een paar enerverende weekeinden. De beslissing over promotie en degradatie valtin alle klassen.Er vallen tranenvan vreugde, er vallen tranen van verdriet. Voor de bierpompen in de kantines maakt dat overigens geen verschil, ze maken overuren. Eén van mijn vrienden vergelijkt graag het wel en wee in de sport met dat in het alledaagse leven. Een smeltpot. Een afspiegeling. Wat dan ook. Verder dan de platitude dat voetbal beslist de belangrijkste bijzaak in dit leven is, wilde ik tot dusverre niet gaan. Maar afgelopen weekeinde was voor mij toch ook zo’n weekeinde waarin de sport en het leven door elkaar heen gingen lopen. Vrijdagmorgen sla ik de krant open en ik lees dat Cees Loute r overleden is. “Plotseling van ons weggenomen…” en dat soort teksten. Verbijsterd laat ik de krant even zakken en ik zie hem voor me. Toen wij als jongens van vijftien, zestien schuchter De Roode Leeuw binnen liepen stond de sympathieke Louter op de hoek van de bar met Dries, met Biefstuk, met Jan Bruin, Ton van Raay en nog meer vrienden. Zij oogden stoer en dronken geroutineerd. Zo wilden wij ook worden. Vrijdagavond werd Scagha kampioen. Meesterlijk natuurlijk. Feest in de Groeneweghal en daags erna Ab P loeger met de ploeg op de foto. Volgens mij heeft Ab nog met Cees Louter in SRC 1 gevoetbald. Zelfs in de ploeg die ooit triomfeerde in het KNVB bekertoernooi. Niet dat het er toe doet maar zulke dingen gaan dan door het denkhoofd. En dat verlies en winst elkaar als berichten in de krant bijna raken. De sport en het leven… Persoonlijk speelde ik vrijdagavond in de Spartahal een degradatieduel in de tweede klasse SZVV. De strijd ging tegen Avondrood. Maar wat zegt zo’n naam als jonge goden als Siem van der Stok, Kees Brommer en Jan Bruin lid zijn van de club? Ik verklap het U meteen. Avondrood verloor. Het speelt volgend seizoen in De Bron. Rond het biljart. Ik beken tevens dat mijn eigen ploeg, de Yellow Stars, rijp is voor de G -klasse. Kon best nog eens leuk zijn trouwens in die klasse. Er voetballen heel wat oud-leerlingen van me in, maar dit terzijde. Met de Stars ging het dit jaar in elk geval voor geen meter. Meerdere paradepaardjes van weleer zakten na tientallen jaren van noeste zaalvoetbalarbeid defi nitief door hun hoeven. Maar vrijdag tegen Avondrood was het leuk. Niet om de overwinning, hoor. Nee, het ging ook tegen Jantje Ferwerda, een collega van school. Toevallig moest ik vrijdag overdag even bij de afdeling Handel zijn waar Jan werkt. Ik was er nog nooit geweest maar ik zag het in hun lerarenkamer meteen: allemaal gelikte babbelaars, typisch Handel. Ik stopte in Jan z’n postvak een pesterig briefje dat hij het ’s avonds met Avondrood heel zwaar ging krijgen. En weg was ik. Gauw terug naar afdeling Educatie waar docenten alles beter weten. ’s Avonds in de Spartahal vroeg Ferwerda me wat dat voor streken waren. Hij had het briefje uitvergroot en zou het op de kleedkamerdeur plakken, zei hij. Wat was ik blij dat we wonnen. Om de gein vooral. Gelukkig hoort humor ook bij allebei,de sport en het leven. Naast de vreugde en het verdriet.
-kk8/1999
27
Door de late schoolvakantie ben ik op het moment een beetje kleurendoof. De eindredacteur van de Facet heeft me gesommeerd alweer de eerste bijdrage voor t Is groen, t Is wit aan te leveren. Maar ik verlang zelf naar blauw en geel. Het blauw van de lucht en de zee en het geel van de zon en het strand aan de Normandische kust. Voeg daarbij het antraciet van de Volvo waar ik een kilometer of achthonderd tegenaan moet kijken. Denk aan het rood van een Franse wijn, aan het glanzende bruin op de lijven van vrouw en kinderen. U begrijpt, de Facet en SRC komen dit seizoen te vroeg. Ook de kleurrijke eerste trainingen zullen aan mij voorbijgaan. Letterlijk kleurrijk vanwege de bonte verzameling shirts en broeken die over het veld worden getorst, na anderhalf uur om uit te wringen. Figuurlijk kleurrijk vanwege de buitenissige vakantieverhalen en de vele kerm- en kreungeluiden. Voor mij een paar weken later pijn in de achillespezen. Een paar weken later stijve bovenbenen. Of niet. Want eigenlijk train ik alleen de eerste weken. Daarin kweek ik de basisconditie waarmee ik de rest van het jaar vooruit kan. Helaas zijn de eerste trainingsavonden al achter de rug als ik van vakantie terugkeer. Wat zal ik? Verder maar overslaan? Het zal me benieuwen of ik dan in deze millenniumcompetitie nog welkom ben in Zaterdag 3. Dan komt het aan op de vraag: hoeveel respect is er nog voor de ouderdom? Het minste geringste is immers een argument om een ouwe lul te dumpen tegenwoordig. Conditie -achterstand bijvoorbeeld. En daar ga je. Na minstens drie decennia SRC. Aan de andere kant kampt de zaterdag met een ledentekort dus er is nog hoop voor mannen van middelbare leeftijd. Ik zie wel. Maar eerst vakantie. Een lange vakantie van zeven weken. Ze zeggen dat ik het verdien. En wie ben ik om te zeggen dat dat niet zo is? Dus na een zwaar schooljaar genieten van het oranje en paars van een heel andere Horizon.En zo ben ik terug bij de kleuren. Voor mijn zoon komen het groen en het wit van de voetbalclub langzaam naderbij. Nog niet helemaal maar ze komen in de buurt. Het afgelopen jaar had hij het nogal eens over groen en grijs. Dat kwam zo. Op donderdag was hij elke week bij oma, omdat zijn vader en moeder op die dag allebei werkten. Bij oma kwam op donderdag de vuilniswagen langs. Dus de ene week stond de kleine man aan de hand van oma te kijken hoe de groene bak geleegd werd. En de andere week maakte het legen van de grijze bak diepe indruk. En oma legde elke donderdag opnieuw uit hoe het vuil in de vuilnisauto belandde. De laatste tijd maakte hij oma erop attent dat hij dat al wist. Vond oma niet zo leuk, geloof ik. Dan wilde ze een kus omdat ze zogenaamd verdrietig was. Maar als zoon van zijn vader strooide hij niet met kussen. Hij bedong eerst een zwarte drop of een diepgeel ijsje. Oma dr kus werd duur betaald. De vuilnisman met zijn rode overall had meer oog voor de opvoedkundige kwaliteiten van mijn schoonmoeder. Hij vroeg haar onlangs of zij oppas wilde worden voor zijn peuter van drie. Oma verschoot ervan maar kon er achteraf om lachen. Kreeg ze op haar 78-ste nog een betaalde baan aangeboden. In de laatste schoolweek was zoonlief voor het laatst bij oma. Na de vakantie gaat hij naar de basisschool. En hoe moet dat nou straks als jij naar school gaat? vroeg oma hem. Dan is oma helemaal alleen. Een kind heeft voor elk probleem een oplossing. Dan neem jij dat jongetje van de vuilnisman was het antwoord aan oma. In Frankrijk zal ik hem weer eens onder handen nemen. Het is mooi dat hij over de macht van het woord begintte beschikken maar zelf wil ik voorlopig nog het laatste woord. Verder gaan we aan de Atlantische kust natuurlijk oefenen met de bal. Een fel oranje. Ik stel voor dat tijdens de eerste trainingen op Groenoord wat extra rondjes buitenom worden afgewerkt. Dan neem ik wat extra stukken baguette met kaas. Van die uitgeslagen schimmelkaas. Dat is de lekkerste. En vergeet de kleuren niet. t Is groen en t is wit. Au revoir! -kk-
28
11/1999
29
In de wereld van de popmuziek is er de ABBA-revival, een tweede leven voor de Beegees, CCR, The Sweet, George Baker en andere sterren die voor dit extra fortuin de grijze haren wel even willen verven. Het Woodstock-festival is overgedaan en jaarlijks is er een Elvis-memorial. Misschien gaan we zoiets ook in het zaalvoetbal krijgen? Nostalgietoernooien. Oude legenden die aantreden tegen rivalen van toen. Waarom niet? Het is een tijd van nostalgie. Tegen dat decor was het zo vreemd niet dat er onlangs door Wistavibo een zaalvoetbal-reünie werd georganiseerd. Gelet op de hoge opkomst en het enthousi-asme van de oude garde liggen hier kansen voor sporthalmanagers schuine streep kantinebazen, zoveel is mij op bewuste zaterdagavond wel duidelijk geworden. Al vraagt dat wel om een andere ontvangst dan Wistavibo in Sporthal Groeneweg ten deel viel. Het was een zaterdagavond die van start ging met de jeugdteams. Meteen al fanatieke strijd, leuk voetbal, betrokken ouders. Daarna speelde het huidige Wistavibo tegen …de oude glorie, zal ik maar zeggen. De ploeg die twintig jaar geleden een rol van betekenis speelde in de Schager hoofdklasse. Directeur sportif Siem Stam had speciaal voor de gelegenheid zijn schoenen paars geschilder d en Loukie Koomen de lange manen grijs. Het werd natuurlijk geen echte wedstrijd. Het deed mij genoegen te zien dat souplesse en tempo het verschil maakten en spelinzicht en balvaardigheid niet. Maar daar ging het natuurlijk helemaal niet om. Het ging onder meer om dat moment waarop Siem Stam nog één keer doorging om ouderwets in de draai uit te halen. Wat het hoogtepunt van de avond had kunnen zijn dat werd… Nou ja, de vergelijking met Turkije en Athene ten tijde van de aardbeving is wat wrang maar het was werkelijk of een flatgebouw omging. Twee paar sterke mannen aan elke kant moesten als hoogwerkers het gevloerde Vivo-massief overeind takelen. Toen die reddingsoperatie succesvol was verlopen werd besloten over te gaan tot douche en nazit. Dat werd twe emaal schrikken. Eerst van de douche die ijskoud was. Er werd om de manager van de sporthal geroepen maar die was nergens te bekennen. Iemand grapte dat dat twintig jaar terug ook al zo was. Maar de grootste schrik moest nog komen… de kantine was dicht! Wel sodehierendaar. Gevloek. Verwijten. Een der organisatoren mokte dat hij nog nooit apart de kantinebaas had hoeven inseinen als hij de sporthal afhuurde. Het werd afgedaan met communicatiegebrek aan alle kanten. Niet langer geluld, dorst hadden we. Vanwe ge een hoog nostalgiegehalte werd met het totale gezelschap koers gezet naar de aloude Roode Leeuw van Cor en Emmy Huiberts. Waar de oude doos wagenwijd openging en er geen eind leek te komen aan de goede tijden. Slingerend fietste ik ’s nachts naar huis. Gelukkig slingerde de dijk om De Wiel ook nog steeds. Zodat alles weer goedkwam. -kk13/1999
30
Herfstvakantie. Even twijfelde ik maandagavond. Te trainen, naar de ledenvergadering of thuisblijven. De training viel af. Een mens mag best eens een keertje o verslaan. Zeker als het vakantie is. (Tussen haakjes: een zaalvoetbalmaat die metselaar is riep vorige week jaloers uit: Hebben jullie nou alwéér vakantie? De tent ligt amper op zolder. ) Thuisblijven leek het mooiste alternatief. Kan een algemene ledenve rgadering tippen aan een familietafereel als dit? Papa zit in een fauteuil en leest de krant. Mama schenkt geurige koffie. De meiden lossen een kruiswoordraadsel op. De kleuter rijdt op zijn tractor rondjes door de kamer. Pap, hoe schrijf je sloffen? vragen de meiden vanaf de bank. Vader bromt: Leren jullie ook nog spelling op school behalve streetdance? De dames zuchten. Pahap, één ef of twee effen? Denk aan de regels, slof, klinker in gesloten lettergreep, verdubbeling medeklinker in het meervoud, je hóórt ze gewoon. Dus twee? De kleuter van vier scheurt langs en gooit in het voorbijgaan een taalbom op tafel: Zal wel twee zijn, want je hebt twee voeten Aan de andere kant is het belangrijk om als lid van een vereniging op de jaarvergadering te verschijnen. Om zonodig invloed uit te oefenen op de besluitvorming. En om het bestuur kritisch te volgen in zijn beleid. Dat houdt de leiding scherp en het stimule ert nieuwe ontwikkelingen. Mijn professor in Amsterdam was hier altijd glashelder in: Naar welke plekken in de samenleving jullie ook uitzwermen. Weest altijd kritisch. Dat is de voorwaarde voor voortgang en vernieuwing. Anders valt het proces stil en ver oudert het systeem. Des te onthutsender was voor mij het een-tweetje dat Hans Duin onlangs in de Schager Courant uitvoerde met Peter Groenveld. De heren keken achterom naar Piet zn jeugdjaren. Wat was Peter een rekel geweest in de voetbal(bonzen)wereld! Als lezer zag ik bijna voor me hoe beide heren wijs en mild glimlachten. Piet betuigde spijt over zijn kritische houding van toen. Hij verwarde een kritische houding zelfs met arrogantie. Ik las het en dacht met een variatie op Caesar: Tu quoque, Peter? Het eeuwige misverstand rond kritiek. In plaats van trots te zijn op zijn glorierol van horzel in de pels van de KNVB distantieerde hij zich ervan. Ik schudde ongelovig met mijn hoofd. Afstappen van het principe dat kritiek noodzakelijk is voor vooruitgang, hoe kón hij? De algemene ledenvergadering van maandagavond dan. Het was of ik thuis zat. SRC als mijn groenwitte familie. Kacheltje aan. Harmonieuze sfeer. Heerlijke koffie van mam Vriezekolk. Uitsluitend positief ingestelde vrijwilligers present. Alle stukken keurig in orde. En voorzitter Jac Vink loodste de vijfentwintig aanwezigen bekwaam langs veertien agendapunten, opening en sluiting meegerekend. Eigenlijk zat ik een beetje verbluft om me heen te kijken toen de bierpomp al na vijftig minuten open kon. Daar had ik nou een oppas voor genomen! De enige kritische vraag was gesteld door Jens Duin. Over de bestuursdiensten. Er zou naar gekeken worden. Verder geen discussie. Over de jaarverslagen niet, over de statutenwijziging niet, over de financiën niet. Alleen een paar opmerkingen over kuilen in de toegangsweg. Moet de gemeente wat aan doen want Hans Wessel vliegt telkens met zn rolstoel over de kop. Kortom, een vlekkeloos verlopen vergadering. Hoe kon het anders? Er was geen drastische contributieve rhoging aan de orde. Geen legionellabacterie, althans niet officieel. Had voor een mooi stukje vuurwerk tijdens de vergadering kunnen zorgen. Niets van dat alles. Het begon rustig, het eindigde rustig, SRC draait als een tierelier. Waarom kritiek, als er geen reden is voor kritiek? Misschien had Peter Groenveld toch gelijk. -kk-
31
16/1999
32
Sinter-klaas kwam afgelopen zaterdag aan in de haven van Schagen. Op het parkeerterrein van Groenoord verzamelden zich op datzelfde moment de manschappen van SRC3. Dat bleken er deze keer erg weinig, de helft van het vereiste quorum. Aanvoerder Flechtner knetterde hardop over makkelijk afberichten. De veronderstelling dat het met de opnieuw geconstateerde legionella-bacterie te maken had deed opgeld. Al zes spelers van SRC3 geïnfecteerd? Er werd besloten om als derde elftal uitsluitend nog uitwedstrijden te spelen, om te beginnen vandaag. Maar hoe komt een team aan elf spelers? Met maar liefst drie mobieltjes werd er een waslijst van potentiële voetballers opgebeld. Een half uur voor de wedstrijd waren er 9 spelers bij elkaar geronseld. En toen kreeg aanvoerder Flechtner nog een helder idee. Zeldzaam voor de man in kwestie maar ere wie ere toekomt. Hij greep nog een laatste keer naar zijn GSM en bel de Sinterklaas. Die was bereid één Zwarte Piet uit te lenen. De Piet kon worden afgehaald bij de Christoffelhof en hij heette Manuelo. Flechtner naar de Stoffelhof. Uitgerekend Flechtner. Een tijdje terug belandde er tijdens een wedstrijd een bal in een boomkruin. Wie of zich geroepen voelde om omhoog te klimmen. Indo Tromp stoof als een aap die boom in. Had je Flechtner moeten horen. “Afkomst verloochent zich niet. Vroeger zeker veel kokosnoten geplukt, hè?" En nu hij om personeel verlegen zat was de aanvoerder zelfs bereid om langs het asielzoekerscentrum te rijden. Hoe dan ook, Manuel uit het verre land speelde met ons mee en hij deed dat niet slecht. Maar er was op deze sombere novemberdag met tien man tegen elf geen eer te behalen. Een allegaartje tegen een Polders reserveteam dat zich voorgenomen had de beste wedstrijd van het seizoen te spelen. Stelletje homo’s. Niks meer over zeggen? Akkoord. Alleen nog dat Flop tegen een gele kaart aanliep, niet de eerste. Verwart U Flop overigens niet met Flup. Dat zijn echt twee totaal verschillende persoonlijkheden binnen de SRC3 -groep, Flop en Flup. Ik ga daar nu niet dieper op in. “Ze blijven van mijn lul af” huilde Flop na afloop verongelijkt, toen zijn kameraad Brakenhof in de kleedkamer een verantwoording voor de gele prent vroeg. “Je lul?” “Ja, mijn lul. Die gast zat aan mijn lul.” “Maar dan hoef je toch niet meteen na te trappen” reageerde Braak. “Ze blijven van mijn lul af” verklaarde Flop andermaal. Hij was overtuigd van zijn gelijk. Natrappen mocht, als ze aan je lul zaten. Eerlijk gezegd vond ik het een lulverhaal maar ja. “En je zit nog met de schorsing na die rode kaart van laatst. Je had vandaag niet eens mogen spelen!” brieste Braak zijn maat onbarmhartig toe. “Ïk heb een andere naam opgegeven.” “Wie?” klonk het uit vele kelen. “Tromp” zei Flop “Die gaat toch binnenkort weer varen.” Homerisch gelach klonk op om de tegenwoordigheid van geest die Flop had gehad toen de scheids om een naam voor in zijn boek vroeg. Soms moet de lul, eh.. , soms moet de lol op de zaterdag niet van het voetbal komen maar van een incident. Toch nog gelachen dus. Van beroerdigheid. En Zwarte Piet moest terug lopend naar de Stoffelhof. Penalty gemist… Volgens Flechtner had hij toch niks anders te doen. -kk18/1999
Weet je wat het is? Er is meer water dan vis. En met die stoplap zou ik de discussie over de legionella-bacterie willen besluiten. Genoeg gemekkerd over de mogelijke oorzaken van de besmetting, over de pijnplekken in het circuit, over de verneveling, over de 60-gradennorm, over ouwe lullen mét en ouwe lullen zonder conditie…ophouden. Ik voel me al een tijdje niet lekker trou-wens. Stop, niet zeuren, SRC houdt er een nieuwe kachel aan over. De gemeente lapt een paar ton voor groot onderhoud. Er zijn rampen die slechter aflopen! Toen ik in de krant las over de vervanging van de installatie ging ik in gedachten even terug in de tijd. Terug naar de periode van de bouw van Groenoord. Ook toen was er weleens een loodgietersprobleem. Kort na de opening van de nieuwe accommodatie was in een kleedkamer de afvoer verstopt en een stortbak van de WC gaf vuil water. Wijlen Vic Godschalk was destijds niet alleen SRC’s eigen Nobby Stiles, hij was ook de installateur van de vereniging. Op een vergadering wees Vic met de beschuldigende vinger in de richting van de handbalafdeling. “Die wijven flikkerenmaar van alles in de pot. Kauwgom, zakdoeken,vuile tampons.Vind je het gek dat de boel vastloopt. En Vic mag die pijp ontstoppen. Laatst s poelde de WC door met rode limonade. Ik kijk in de stortbak. Zit er smerig maandverband in!” Iedereen lachen en met het hoofd schudden. Het is toch wat. Het is toch wat. Na de vergadering stonden we meteen hele groep te bieren. Vic haalde nog een keer door over “die klotewijven”. Met onnavolgbare bewegingen demonstreerde de kale duvel hoe ze hun benen spreidden, het maandverband uit hun broek rukten en met een sierlijke boog in de stortbak van het toilet lieten verdwijnen. U begrijpt dat de pubers onder o ns dit schaamteloze vertoon van een volwassene als humor van de bovenste plank ervoeren. Oftewel: wij lagen in een vouw. Helemaal toen Nobby er vol branie aan toevoegde dat hij de eerste de beste trut die hij betrapte zou ophangen aan de stortbak om haar v an achteren een flinke beurt te geven. Ahum. Zalig Kerstmis. Hopelijk neemt U het mij niet kwalijk, mensen. U had zo vlak voor de feestdagen natuurlijk wat anders verwacht. Wat stichtelijkers. Een stuk ter bezinning. Maar er zijn indrukken uit de groenwitt e jeugd die worden opgeslagen. In een beerput zullen we in dit verband maar zeggen. Vele jaren zitten ze verstopt. Opeens staat er iets in de krant en het deksel gaat van de put. En dat geurt even. Sorry! Dan nu de bezinning. Door alle aandacht die in 1999 is uitgegaan naar negatieve zaken als agressie op de velden, vervaging van normen en waarden, legionella en scheidsrechterstekorten lijkt het er weleens op alsof voetbal een synoniem is geworden voor rotzooi. Ik moet me in eigen kring regelmatig verdedigen tegen die stelling. Toemaar jongens, schop mekaar maar kreupel, scheld maar op de scheids. Is dit nou nog sport? Is dit nou nog leuk? En dan denk ik: Nee, dat beeld van voetbal is inderdaad niet leuk. Maar laten we toch overeind houden dat voetballen in verreweg de meeste gevallen onnoemelijk veel plezier verschaft. Het spelletje zelf op de velden, op het gras in de tuin, op schoolpleinen en in de sporthallen. Maar denk ook aan de gein in de kantines, in de bestuursvergaderingen, in de kleedkamers, vi a de stukken in de krant, onder de vrijwilligers die al die clubs en accommodaties beheren. Er zit zoveel meer aan vast dan alleenhet spelletje. Voetbal is dé sport van het millennium.
-kk20/1999
Het was een leuke vrijdagavond in Sporthal Groeneweg. Tot die conclusie kwamen mijn maat Flup en ik na een tijdwaarnemersdienst die zich over maar liefst vijf wedstrijden had uitgestrekt. Het begon om kwart voor 7 met het ophalen van de enveloppe bij beheerder Wim Heddes en het eindigde Ja, het is maar hoe je het bekijkt. De laatste wedstrijd (Salao 2 tegen Sneekes/Igesz 2) eindigde tegen half twaalf met een daverend slotakkoord. Dat ging zo. Salao stond 10 seconde n voor tijd voor met 5-4. De mannen van Sneekes drongen als gekken aan. Eén van hen haalde uit voor een hoge harde knal. Een man van Salao liep ongetwijfeld met goede bedoelingen op de bal in maar hij klengde hem spijkerhard met zijn harses in de kruising achter zijn eigen keeper. Eindstand 5-5. Feest! Feest bij Jan Schouw in de kantine wel te verstaan. Ik meen dat ik tegen half drie om De Wiel heen naar huis liep. Die alcoholcontrôles van tegenwoordig. Een spontaan glaasje bier is er niet meer bij. Of wel en dan voor straf lopend terug naar huis. Want de mannen van Sneekes gunden de mannen van de voortreffelijke tijdwaarneming (10 seconden te lang gespeeld?) een biertje. En de mannen van de voortreffelijk e tijdwaarneming gunden de mannen van Sneekes op hun beurt weer een biertje
En hoe was de avond begonnen? Met een potje van de B-junioren van SRC. Die kregen op hun bast van PSZ Oostwal uit Alkmaar. Eigenlijk van één speler van Oostwal die in alle opzichten een maat te groot was voor de SRC-ers. Hij mocht een keer of vijf over de as van het veld opstomen en inschieten. Hij nam de volledige productie van zijn team voor zijn rekening. Aan de andere kant probeerde Marghadi van SRC hetzelfde te doen. Door het midden komen en uithalen maar hij was te gehaast, de schote n gingen naast. Toch een leuke partij om te zien. De beste speler aan groenwitte zijde was Ivo Weel want zijn vader haalde na de wedstrijd koffie voor Flup en mij. Helemaal van de bar van Jan Schouw naar de tijdwaarnemerstafel in de hal en dat zonder voetbaden. Ik geef het U te doen. Hulde voor Han. Ten afscheid wenste hij ons nog een heel plezierige avond en die ironische groet werd door ons minder op prijs gesteld. Tenslotte zaten wij ook weer niet voor onze lol achter de knoppen. Soit. Wat was er nog meer? ’t Geveltje tegen Jac Vink. Binnen de lijnen een hoop ouwe lullen en prompt wij achter die tafel ouwewijven. Ik was juist middenin een verhaal over mijn videorecorder die de avond tevoren was overleden als gevolg van een stroomstoring toen er opeens van alle kanten naar ons geroepen werd. Er was bij een stand van 4-4 gescoord en ik had de 5 aan de verkeerde kant aangeklikt. Flup wilde het nog voor me opnemen. Dat wij ook maar vrijwilligers zijn en zo. En dat vrienden van boven de veertig bijna de tijd niet meer hebben om hun ei te leggen. Maar Berend Schop keek heel link. Eminentie Heddes keek vanaf een bank streng in onze richting. Zelfs Gerard Ploeger was strak wat wij onsportief vonden want hoeveel keren had hij in het verleden niet aan dit soort zittingen deelgenomen maar dan aan de toog bij De Roode Leeuw? Ruw werden wij aldus tot de orde geroepen en over de videorecorder durfde ik die avond niet meer te beginnen. Misschien vinden de lezers het niet erg als ik dat bij dezen even doe. Want het voetbal stelde verder toch niks voor. Dus Flup, ik kwam thuis van een survival in de Ardennen met school. Vier dagen geen lamp, geen TV, geen wasautomaat, geen koffie-apparaat gezien. Eindelijk weer genieten van de moderne gemakken. Valt in Valkkoog de stroom een paar uur uit. Sterker nog: de videorecorder te barsten. Ik de volgende dag naar NUON in Schagen bellen. De storingsbeambte zei dat het vaker voorkwam en er was een budget om dit soort schade te vergoeden. Even een briefje schrijven naar het kantoor in Amsterdam. Heb ik gedaan. Kreeg ik van een juridische kwast als antwoord dat NUON niet aansprakelijk kon worden gesteld. Onregelmatigheden in de levering van stroom waren niet hun verantwoordelijkheid. Er was in hun optiek geen schuldige, ik had pech. Ik heb de kwast teruggeschreven dat NUON zijn miljoenen beter kan aanwenden voor het tevreden houden van de klanten dan voor de sponsoring van een voetbalclub als Vitesse. Maar het was toch een leuke vrijdagavond in Sporthal Groeneweg.
-kk4/2000
Sommige mensen leren het ook nooit. Neem nou mijnheer Voulon, de voorzitter van de Schager Tennis Club. Nu wil hij weer voorzitter worden van de fusieclub die volgens hem uit SRC en Schagen zou moeten ontstaan. Het idee alleen al dat iemand die voorzitter is van ‘de tennis’ die functie net zo makkelijk inruilt voor eentje bij ‘de voetbal’… Waar zit dan de affiniteit? Stappen in een voorzitterscarrière zijn dit. Zo moet men tegenwoordig denken. Maar mijnheer Voulon is natuurlijk gewoon een streber die in de picture wil. Dat is goed voor zijn zaak en het streelt het ego. Na de klantenbinding op de courts stappen we eens over naar de groene zoden. Onder één voorwaarde: de bestaande clubs zullen moeten fuseren, anders is er geen uitdaging. De denkwijze… Hoe haalt iemand het in zijn botte hersens om zich aan te melden voor een niet bestaande functie e n er ook nog een voorwaarde vooraf bij te stellen? In het interview in het NHD verder geen nieuws. Want over de beoogde fusieclub had Voulon slechts belegen gedachten. Bij een fusie tussen het geelzwart en het groenwit zou de kwaliteit omhoog gaan. Môge! D erde klasse amateurs, misschien zelfs tweede zou haalbaar zijn. Hoger niet want voor echt presteren leent de mentaliteit onder de Schager jongeren zich niet. Goed, over en sluiten dus maar? Nee, nog één ding. Heb ik in een eerder interview niet eens gelezen dat mijnheer Voulon ook nog ambitie had om wethouder van Schagen te worden? Wat mogen we de handen dichtknijpen dat zulks er niet van gekomen is. Hij had rustig alle sportclubs op een hoop gegooid op één gigantische accommodatie in Hoep-Noord. Waar nu goddank de fuut nog rondstapt. Mijnheer Voulon zag al die verenigingen wel met elkaar samenwerken op dat mega-complex dat van allemaal samen was. Als centenman had hij natuurlijk één ding voor ogen: efficiencywinst. Het vervloekte begrip dat in Nederland langzamerhand alle voorzitters, alle besturen, alle machtsapparaten van elkaar overnemen. Efficiencywinst! Mijn school moest ook zo nodig fuseren tot een moloch. Gebouwen afstoten, samenklonteren in nog grotere accommodaties. Alles met het oog op de efficiencywinst, jongens. En wat zien we? Vroeger kende de leraar de leerling en hij kon hem direct corrigeren na een overtreding. Op dit moment opereert in het bolwerk een bewakingsdienst. Hoe denkt U dat het zou gaan als vijf of zes clubs in Hoep-Noord van één grote accommodatie met één kantine gebruik zouden moeten maken? Er is geen mens die de boel nog kan overzien. En wat veel erger is: er is geen mens die zich nog verantwoordelijk voelt. Ik zie op school collega’s de andere kant opkijken als een leerling van een andere opleiding de brandspuit openzet. Die hoort niet bij mij, daar hoef ik gelukkig niet op af. Zo zal het ook gaan op het complex dat van niemand is. Ik vrees dat er een bewakingsdienst moet komen. Tel uit de efficiencywinst. En wie betaalt de extra schade als gevolg van vandalisme? De gemeente wentelt de risico’s af op de clubs. De clubs zoeken sponsors. Ik weet er alvast één: Snijders & Voulon, accountants. -kk-
6/2000
Twee tips voor SRC 1. Daartoe voel ik me verplicht nu de heren van de zondagselectie het kampioenschap in de vierde klasse te grabbel hebben gegooid. Op eigen kracht halen zij de buit never never binnen. Al staat er nog zo’n goede ploeg, technisch begaafd zoals men dat van SRC mag verwachten, de ideale mix van jong en oud, de juiste combinatie van snelle handige jongens en robuuste stoere onverzettelijkheid, een uitgelezen staf, kampioen worden doen ze nooit. Wat baalde ik vooraf dat ik de ‘kampioens -wedstrijd’ tegen de pauwen van Wieringerwaard nietkon bekijken. Een jarige dochter en dan kon ik niet zomaar bij de visite weglopen. Wat schetst mijn verbazing als op dezelfde middag mijn vrouw het pand van de jarige verlaat om in het kerkje een uitvoering van het Stabat Mater van Pergolesi te gaan beluisteren? Ik riep nog dat ik dan wel naar Groenoord had gewild. U voelt ‘m al, de keuze was Pergolesi of de club van Keessie en Pergolesi was maar één keer en SRC speelde elke week. Is cultuur dan toch belangrijker dan sport? Of hebben vrouwen gewoon meer te vertellen dan mannen? Of ben ik een doetje dat zich alles laat zeggen? Voortaan ga ik het anders aanpakken. Maar zei ik dat de vorige keer ook al niet? Ik dus die godganselijke middag feestvieren. En later toen het parlement terug was van de cultuur moest ik oma nog naar huis brengen. Anders had ik het laatste kwartier nog kunnen zien. En je zal het altijd zien, op zulke dagen zit alles tegen. Ik reed terug met een appel in mijn hand. Toen ik die afgekloven had draaide ik mijn raampje open en ik zou het klokhuis met een soepele worp in de wegberm gooien. Laat ik nou dat klote klokhuis net tegen de rand van het raam gooien. Hij spat zo terug de auto in en precies op mijn bril. "Sodegodver..!!” brulde ik hardop. Moest ik me ook nog in bochten wringen om ergens bij de pedalen te graaie n. Ik bedoel maar te bedoelen. Uit het wedstrijdverslag in de krant en uit de vele commentaren na afloop is me wel duidelijk geworden dat ik helemaal niks gemist heb. Ik begreep dat de SRC-ers zich lieten aftroeven, geen antwoord hadden op het fysieke voetbal van Wieringerwaard, de benen terugtrokken en meer van dat genre. Tip 1. Laten ze het eens met een rollator proberen. Je staat er stevig door op de poten, het geeft zelfvertrouwen, je durft de mensen om je heen weer als een kwajongen aan te kijken en w at kost het nou helemaal? Was het zo’n grote moeite geweest om een uurtje voor de wedstrijd even bij De Bron aan te wippen en aan elf oudjes meteen groenwit hart te vragen of ze hun rollator anderhalf uur wilden afstaan voor het goede doel? Het had duizend man om het veld en één die thuis een verjaarsfeest had een pittige frustratie bespaard. Tip 2. Maar het kan zijn dat de heren zich generen voor het aanbevolen hulpmiddel. Dan lijkt me de oplossing om te doen wat Zaterdag 3 doet. Dat is namelijk ook een voetbalteam dat altijd kampioen wil worden. Vorig jaar kampioen, dit seizoen op een hoger plan en nu worden er ook wedstrijden verloren. Geen degradatie maar ook geen kampioen. Dat viel enkele jongens zo tegen dat ze aangaven te gaan stoppen tenzij het bestuur voor komend seizoen een klasse lager zou aanvragen. En dat is de tip voor Zondag 1: voor volgend jaar vijfde klasse aanvragen en lekker kampioen worden. -kk8/2008
Met twee evenementen op Groenoord kreeg het voetbalseizoen een mooi besluit. Eerst de familievoetbaldag en een week later het jubileum van de zaterdagafdeling. Niet opvallend en daarom voor mij extra opvallend was de vlekkeloze organisatie van beide evenementen. Alles klopte op beide dagen. Programmaboekjes, bezetting in de kantine, aanstelling van de scheidsrechters, indeling van de velden, toewijzing van de kleedkamers, bijhouden van de uitslagen, hanteren van de microfoon, schoonhouden van de accommodatie, verkoop van de bonnen, echt alles klopte. Als er kritiek te leveren valt ben ik er als de kippen bij. Dat verplicht me om ook in het omgekeerde geval eens royaal te zijn. Zowel de club van de Familiedag als de jubileumcommissie verdienen de complimenten. Op beide dagen ging het natuurlijk niet om het winnen. Des te leuker was een opmerking van Gerard (voorheen Broer) de Vries toen wij op de Familievoetbaldag tegen elkaar speelden. Er klonk opeens een enorm gebrul vanaf de zijlijn. Ik keek in die richting en jahoor, daar stonden de deskundigen van de familie De Vries op een rij hun aanwijzingen het veld in te slingeren, Laus, Kees, Jaap en de anderen. Ik keek eens naar Gerard en hij zegt: ”Ja Kees, wij hebben weer 24 coaches mee, hoor.” Niet gezien maar wel gehoord dat Dennis de Jong in een partijtje tegen de familie Schop op zek er moment een zuiver doelpunt scoorde. Echter, op advies van een aantal toeschouwers keurde de scheidsrechter de goal af. Dennis tekeergaan. Schik bij de mensen langs de kant. De wedstrijd eindigde in 2-1 voor Schoppenheer. Toen pas lieten de Schoppen bij monde van René weten dat Dennis wel degelijk gescoord had. Ook dat geluid nam de scheids over. Heel sterk, uitslag: 2 -2. En ‘mijn’ familie, hoe deed die het? De familie Ploeger verloor net als vorig jaar in de kruisfinales op penalties. Misschien dat ik voor volgend jaar overschrijving aanvraag naar Schoppenheer, in die familie stroomt immers ook Kagerbloed. Wonderlijk dat RP in zijn column een aureool boven de hoofden van alles wat Ploeger heet tekent. Naar zijn idee beheersen de Ploegers alle facetten van de voetbalsport. Ik stel vast: dit onderdeel strafschoppen toch niet, het is dit jaar opnieuw gebleken. En de enige ‘Ploeger’ die bij de penalties de doelman de verkeerde kant op stuurde heette toevallig Kager en waar lees ik dat? De superieure coach va n de Ploeger-formatie heette Lode Pesch, nergens een woord over hem. Wie weet dat hij getrouwd is met een halve Kager? Maar wat ik in dit verband vooral even naar voren wil brengen: RP is zelf voor de helft een Kager, zijn moeder stond bij alle wedstrijden langs de kant en in de kantine vroeg zij aan haar pupillen of zij soep of een broodje lustten, waar lees ik erover? Goed, op de Familievoetbaldag waren we weer één grote groenwitte familie. En zo moet het blijven, toch? Op de jubileumdag van SRC-zaterdag bedankte ik na een partijtje voetbal scheidsrechter Siem Burger. Hij sprak toen mooie woorden. “Graag gedaan, Kees. Je weet het, hè, nooit nee zeggen.” Zo realiseerde ik me dat evenementen als de Familievoetbaldag en de jubileumviering inderdaad alleen doo rgang kunnen vinden omdat vele tientallen mensen met een groenwit hart geen nee zeggen. -kk10/2000
In tegenstel-ling tot andere jaren maakte ik de start van de trainingen op Groenoord ditmaal niet mee. Geen rekoefening-en, sprint-jes, Steigerungen,schietoefeningenop een leeg doel voor mij ergens halverwege augustus. Dus ook geen zere kuiten, achillespezen, bovenbenen. Geen zere alles zeg maar. Ik bleef bij de start van dit seizoen verschoond van al het gedoe. En dat kwam eenvoudigweg omdat het niet hoefde. ‘Wat nou? Kon jij bij de start van het nieuwe seizoen geen conditietraininkje gebruiken?’ hoor ik de scepticus vragen. Mijn antwoord luidt: ‘Nee.’ De verklaring is even onthutsend als simpel. Ik ben na de afsluiting van het vorige seizoen helemaal niet gestopt. Gewoon de conditie bijgehouden door elke week een paar keer voor mezelf te trainen. In Frankrijk bovendien nog de nodige voetbalpartijtjes gespeeld. En nu niet schamperlachen om dat campingvoetbal dat niks voorstelt. Want mijn zoon en ik hebben daar in de Dordogne de schande van de EK uitgewist door dag aan dag de Zidaantjes te verslaan. Mijn zoon was trouwens de revelatie van deze zomer voor mij. Hij kwam voor het eerst in wedstrijdverband uit. Vijf jaar en nu al een echte spits. Waar ga at dit heen? Hij heeft in korte tijd een wapen ontwikkeld en dat is een zuiver en dodelijk schot. Hij scoorde met links, met rechts en met gemak. Ik kan over een jaar of wat met een gerust hart mijn actieve carrière beëindigen want dan stáát -ie er. En dan weet niemand meer wie Koentje Stam was. Eh… Koentje Stam, Koentje Stam, nee, die naam zegt me niks. Toen de Fransen ons op het slagveld nabij Chateau Puymartin niet konden overmeesteren verzonnen ze een list. Ze wilden de tweestrijd na de wekenlange schermutselingen die telkens weer in Hollands voordeel uitpakten uiteindelijk beslissen door middel van strafschoppen. Ze zullen gerekendhebben op Neerlands penaltysyndroom. Maar ze hadden buiten Johan Cruyff gerekend. Die heb ik eens in een televisieprogramma horen zeggen: ‘Een strafschop moet je tussen de palen en onder de lat schieten, anders gaat hij er niet in.’ Deze wise -crack gaf ik in de Dordogne door aan mijn zoon. Met liefde want dat is toch de functie van het ouderschap , het doorgeven van wijsheid. En mijn zoon voegde zijn daad bij mijn woord. Hij schoot dwars door de keeper heen. Huilend dropen de Fransen af, ze kotsten hun ellende uit in de hurkwc’s. De schande van het EK was rechtgezet. Om terug te komen op mijn conditie. Vorige week in de traditi onele opening van het seizoen tussen Zaterdag 2 en 3 beleefde ik de grote test. Resultaat: perfect. Dat kon niet gezegd worden van al die figuren die zeiden dat ze hun conditie in de zomer hadden bijgehouden met tennissen. Ik noemde dat laatst op tegen Re ns Louter die mij regelmatig lastig valt met tennis, tennis, tennis. Mijn bewering dat voetballen veel intensiever is dan tennissen sprak hij tegen. Hij brulde dat een ‘enkeltje’ veel meer inspanning kostte dan een partij voetbal. Ik vroeg hem hoe hij daar bijkwam. Hij gaf terug dat hij na een potje tennis lachend de kantine opzoekt en na zijn laatste voetbalwedstrijd veertien dagen beroerd was van vermoeidheid en stijve spieren. Toen had ik hem klem want dat was nou precies wat ik bedoelde. Maar laten de mensen die willen tennissen vooral blijven tennissen. Ik hou het bij voetbal.
-kk-
Karel Weernekers, Jack Verduin, Rob Arxhoek, alle drie een clubspeld van SRC. Ik las het in het Schager Weekblad en ik vond het geweldig. Al vond ik het wel wat veel, drie. Met deze voortgang staan over een paar jaar alle SRC-ers met een beetje conduitestaat op de erelijst. Ik vroeg me alleen af: waarom zij wel en ik niet? Ik spaar ook speldjes, als joch van tien deed ik dat al. Natuurlijk feliciteer ik vanaf mijn schrijfgestoelte het erelid en de twee leden van verdienste. Maar waarom zij wel en een ander niet? Ben ik dan geen toppertje? Wat moet een mens met een groenwit hart doen om door SRC geëerd te worden? Moet hij veertig jaar voetballen? Of tien jaar voorzitter wezen? Moet hij een vat bier in de maand verteren? Vijfhonderd wedstrijden in het eerste spelen? Tien jaar de kantine schoonmaken? Is het genoeg om twintig jaar in een commissie te zitten? Is vijf jaar sportkampen voor de jeugd organiseren voldoende? Twaalfeneenhalf jaar shirts wassen? Vijfentwintig jaar stukjes schrijven in het clubblad? Hoeveel seizoenen lijnen trekken? Vijftig sponsors binnenhalen, reden voor een lintje? Vorig jaar voelde ik om de een of andere reden dat de tijd rijp was. Ik voelde gewoon dat het zou gaan gebeuren. Naarmate de datum van de algemene ledenvergadering naderde werd ik een tikkeltje nerveuzer. Het is immers niet niks, het vooruitzicht om voor het front te worden geroepen en dan van voorzitter Vink de gouden of de zilveren clubspeld opgespeld te krijgen. Ik kreeg weliswaar geen speciale uitnodiging voor de vergade ring. Ook werd ik niet met een smoes naar Groenoord gelokt zoals op Koninginnedag menig aspirant -ridder naar het gemeentehuis. Toch toog ik naar de vergadering en wel met de uitdrukkelijke intentie om de onderscheiding en bijbehorende versierselen persoonlijk aan de bestuurstafel op te halen. Mooi niet dus. Al wat passeerde, geen speld voor ondergetekende. Weer niet. Hoe lang al niet? En hoe lang nog niet? Somberend kwam ik die avond thuis. Mijn vrouw was extra lief voor me. Ze prees mijn lid, ze noemde he t zelfs haar erelid. Maar roem-voor-twee was mij niet genoeg. Een mens wil immers de glorie van allen, het erelidmaatschap! Ik ben deze keer niet naar de vergadering gegaan. Ik keek wel uit. Nog eens een hele avond voor Jan met de korte achternaam in de kantine zitten. Sterker nog, het zien gebeuren dat drie andere leden wél tot de kring der laureaten mochten toetreden. Ik ben niet jaloers. Maar het wordt tijd voor een nieuw systeem voor de onderscheidingen. Geen prijzen achteraf meer. Geen voordracht van het bestuur na een jarenlange staat van dienst. Nee, ieder lid gaat zelf bepalen of hij een lintje wil halen. Daar moet de kandidaat uiteraard wel wat voor doen. Wie voor een groenwitte prijs wil gaan onderhandelt vooraf met het bestuur over wat hem te doe n staat. Mijn doel zou zijn: het behalen van de zilveren speld. Ik zou kunnen voorstellen om na dit seizoen nog vijf jaar columns te maken voor de Facet. En dan maar zien hoe het bestuur reageert. Het bestuur stelt natuurlijk een kwaliteitseis. Constante k waliteit vanzelf. En verder…geld? Storting van 1000 piek in de kas misschien? Zo zijn we met zijn allen heel verdienstelijk bezig, dacht ik. Hallo SRC-bestuur, …deal?
18/2000
kk-
Weinig groen en weinig wit gezien in de afgelopen maanden. Geen voetbal op Groenoord, geen nieuws. Of het moest de suggestie van TAS-voorzitte r Berkhout zijn om het SRC-veld in de toekomst als Schager ijsbaan te laten fungeren. Wat kunnen mensen toch rare dingen zeggen. “Oud en niet wijs” om met mijn schoonmoeder te spreken. En de gemeente? Sinds ambtenaren op inventiviteit worden geselecteerd is er niet één meer te krijgen. Laat ikzelf dan maar het verlossende woord in de ijsbaankwestie spreken. Wethouder van de Pauvort vraagt aan de firma Oudshoorn of ze even een dijkje van een meter of anderhalf hoog om de atletiekbaan aanleggen. Kleine moeite en weinig kosten want Oudshoorn zit ernaast. Daarna pakt Ad zijn kloppomp uit de schuur en hij laat de TAS-baan mooi onderlopen. Laagje van twintig centimeter is voldoende. Ik zweer U d at voortaan niet Groningen de eerste kortebaanwedstrijden heeft maar NoordHolland. Schagen om precies te zijn. Dat dijkje geeft nou net de luwte die nodig is voor snel en glad opvriezen van de piste. En tegelijk biedt het de intimiteit en de feestelijke sfeer van een arena als de winterpret begonnen is. Beetje aankleden, wat gras, wat struiken, paar vlaggen, het liefst een houten kantine en op de lange zijden staantribunes, zodat TAS er zelf ‘s zomers ook nog wat aan heeft. Alstublieft. Nee, nou niet alleen dank-je-wel zeggen, Pauffie! Mijn gironummer is 3627466. Als ijs smelt wordt het water. Vraag me niet hoe maar ik kom uit bij De Wiel. Weinig groen en weinig wit gezien in de afgelopen maanden, maar wel een onbestemde tint geel en veel blauw in het plaatselijk waterparadijs. Aan de vooravond van zijn voetbalcarrière poogt mijn zoon er een of meer zwemdiploma’s te halen. Een wekelijks verbond dat ongemakken met zich meebrengt. Allereerst het onzalige tijdstip van vijf uur op maandag. In een normaal huis gezin ontbreekt op dat moment één van de twee partners wegens betaalde werkzaamheden en schilt de ander de aardappelen. Dan zijn er de kosten. Voor negenhonderd piek per jaar mag een kind in De Wiel de zwemkunst leren. Hoelang kan hij daarvoor op SRC? De o pvang van de ouders geschiedt naar keuze in de kantine of in een terrarium. In beide gevallen achter een glazen wand en ook qua temperatuur gaat de vergelijking met een couveuse niet mank. Geen ouder kan zich gedurende de les uit het zwembastion terug trekken. Er kan zomaar een struise zwemjuf door kantine of terrarium stampen en roepen: vader of moeder van Stinse Smit, begeleider van Stinse Smit, meekomen graag. Persoonlijk ben ik gelukkig nog niet meegenomen naar het binnenste van De Wiel. Twintig minuten na aanvang van de les is er het appèl. Een deur in de glazen wand gaat open en alle ouders moeten op blote voeten naar binnen. Kinderen helpen met natte kleren, alles in een plastic tas. Vorige week liep een vader op schoenen de gele vloer op, een doodzo nde! Een zwemjuf ging krijsend op hem af. Ik keek op van mijn oudertaak. Het was Jan Schouw van de Groeneweg -kantine. Jan kreeg een enorme uitbrander. Ter plekke moest hij zijn schoenen en sokken uit, tenen naar voren. Toen kwam manager Beumer met een en orme hamer…Is het U nog niet opgevallen dat Jan een beetje mank loopt de laatste week? Zwembaden…brrrr… niks voor mij. -kk2/2001
Zaalvoetballen doe ik al jaren op incourante tijden en op afgelegen plekken. Tien over tien op vrijdag in Schagerbrug. Om negen uur veertig in Sporthal ’t Zijveld op maandag. Bijna half elf midden in de winter in Wieringerwerf. Even doorgaan? Onlangs nog gespeeld in de Niedorphal te Winkel waarvan ik ooit in commissieverband de problemen qua exploitatie mocht uitmeten. Maar dat is een heel ander verhaal waarover ene mijnheer Voskuil een boek van 5000 pagina’s heeft geschreven. Het heet: Het Bureau. Laatst moest ik tegen Sint Boys uit Sint Maarten spelen. Zelf woon ik in Valkkoog. Het zijn dus bijna mijn buren. We speelden tegen elkaar in Warmenhuizen. Om een uur of tien op de vrijdagavond. Warmenhuizen, koud dat het er was! Eerst al moeizaam van de bank opgestaan, vrouw en kinderen verlaten die knotsgezellig naar een programma op de televisie keken. In een koude auto door het donker rijden. Vanaf het parkeerterrein een halve marathon afleggen tegen een gemene noordoostenwind in naar De Doorbraak. En daar dan flink op de kloten krijgen, zou in dit rijtje niet misstaan. Bah, Warmenhuizen, naar oord. Maar toevallig wonnen we die pot. Ze zeggen weleens dat winst of verlies er in de lagere senioren niet meer toe doet, het gaat om het actief zijn, het doen. Met die stelling kan ik het niet eens zijn. Ik heb er nog steeds een hekel aan om te verliezen. En als dan de programmering ook al zo dramatisch is als bovenomschreven, dan wordt het misschien langzaamaan tijd. Begrijpt U? Er zijn mooie alternatieven. Laten we onze zegeningen tellen. Een fijn boek, een wandeling, een avond in de schoot van het gezin, een goed gesprek met vrienden, een spannende film, een surftocht langs het internet. Ook kan men scheidsrechter worden. Ik kom erop, omdat ik onlangs op een avond begon als tijdwaarnemer en eindigde als scheidsrechter. Van tijdwaarneming weet eenieder dat het een dodelijk saaie klus is. Vandaar dat Jan Beers op zijn jaarlijkse beurt de klok af en toe een handje schijnt te helpen. Een ploeg die meent nog 37 minuten te hebben om de stand gelijk te trekken wordt een minuut later met nog maar 28 speelminuten geconfronteerd. Een suggestie om in het achterhoofd te houden. Een wedstrijd fluiten is aanmerkelijk boeiender dan achter de tafel zitten. Een goede ervaring ook om eens niet degene te zijn die ageert, maar degene die reageert. Ik denk dat fluiten een verplicht onderdeel van de jeugdopleiding moet worden. Iedere A-junior per seizoen een wedstrijdje bij de F-jes of E-tjes laten leiden. Ik garandeer een pedagogisch wonder. Opeens begrijpen ze een stuk beter waar de grote bekken vandaan komen. Dat bepaalde acties niet door de beugel kunnen. Hoe irritant bepaalde gebaren kunnen zijn. Hoe lastig het is om een grens te trekken tussen beweging en overtreding. Waarom er verschil in strafmaat is. Hoe leuk het kan zijn om naar voetbal te kijken. Waarom een leidsman absoluut noodzakelijk is. Hoe t actloos het onderlinge geschreeuw vaak is. Wat precies een thuisfluiter is. Hoe ontstellend veel fouten de spelers maken. Dat een actieve scheidsrechter na de wedstrijd gewoon moe is. Begrijpt U? -kk5/2001
Binnenkort gaat de brief naar de secretaris de deur uit. De brief met als onderw erp: afmelding / aanmelding. Papa Kager stopt met voetballen en zoonlief gaat beginnen. De secretaris ga ik schriftelijk verzoeken mijn naam na ongeveer veertig seizoenen te schrappen van de ledenlijst. Er is een causaal verband met het andere punt in de brief. Tegelijkertijd geef ik namelijk Timon Kager op als nieuw lid van SRC. Hij is zes jaar nu. Ik heb er alles aan gedaan. Volgens mij is hij er klaar voor. Als in godsnaam de netten het maar houden! Er zijn in de loop der jaren genoeg redenen gew eest om me af te melden als lid. Ik heb er nooit toe kunnen besluiten. Het spelletje w as mij te lief. Ik geloof dat ik alleen in de Amsterdamse jaren een periode lid-af ben gew eest. Verder niet. De bal, het gras, de kleedkamer, ik kon het niet missen. En er zijn toch w at w edstrijden gespeeld in slagregens en sneeuw buien. Vooral in de laatste seizoenen trouw ens. En w at dacht U van zondagmorgen om tien uur voetballen op de leeftijd van 20 jaar? Een leeftijd toch w aarop een cruciaal vraagstuk speelt: loop ik liever met het hoofd in de w olken op zaterdagavond of met de kicks op het gras op zondagmorgen? Als jongen van Jan de Wit koos ik voor beide. Het w as te leuk om te laten. Nee, onder de dertig is geen enkel argument geldig. Boven de dertig gaan andere dingen spelen en is het w eleens te begrijpen dat voetballers er mee ophouden. Jongens van mijn generatie haakten de laatste vijftien jaar om allerlei redenen af. Ik zag de een na de ander de poort van Groenoord uitw andelen en hun oude schoenen hingen dan ergens op de Wilgenlaan als ik later naar huis reed. Veel mannen zw ichtten in de loop der jaren voor een/hun vrouw . Fysiek ongemak noteerde ik ook vaak als reden om het groene oord te verlaten. Labiele enkels en knikkende knieën kw amen veelvuldig in het stuk voor. Maar ook rug en lies eisten nogal eens hun tol. Ik ga niet in op het laffe peloton dat zich terugtrok omdat ze hun tenen niet meer konden zien. Moet ik doorgaan tot ze me op een keer van het veld af moeten dragen? Ik heb als ik eerlijk ben w eleens gebeden om een forse blessure. Heerlijk een w eek of vijf thuis met het pootje omhoog. En maar mooie boeken lezen. Als overheidsdienaar zou ik op zo’n moment immers geen inkomen derven. Het is me nooit vergund gew eest. Ik kom op bedrijfsrisico. Was ook een veelgehoord argument om te stoppen met veldvoetbal. Kon ik begrijpen hoew el de namen van diverse verzekeringsmaatschappijen dan voor op mijn tong lagen. In al die jaren w erd w eleens iemand gedw ongen het veld te ruimen: royement. Pijnlijke zaak. Maar niet zo pijnlijk als de persoon in kw estie een w eek later alw eer mocht opdraven bij gebrek aan spelers. Een byzondere toelichting op zijn besluit om te stoppen hoorde ik onlangs uit de mond van een jaargenoot. “Ze komen op zondagmorgen rechtstreeks uit de pillenfabriek het veld op en schoppen je lachend doormidden als je niet oppast.” Voor mij ligt het dus anders. Ik ga w ant mijn zoon komt.
-kk8/2001
En w at eisen w ij van SRC 1 in het nieuw e seizoen? Na tw eemaal ‘net niet’ lijkt dat me duidelijk: promotie. En graag ook het kampioenschap in de vierde klasse. Zo zuiver moeten w ij het voor aanvang van de competitie stellen. Ik w eet w at U denkt. Praat liever niet over kandidaat nr. 1 voor het kampioenschap w ant dat motiveert alleen maar de aanstaande tegenstanders. Hoog van de toren blazen en zo. Toch zullen vele supporters met mij vinden dat deze selectie echt niet voor minder dan de hoofdprijs mag gaan. Het legt een druk op de schouders van trainer Fred Dekker maar het past w el binnen zijn ambities. Laten w e de man nog één jaar ‘carte blanche’ geven. In dat jaar mag hij volledig zijn gang gaan, de hele organisatie van de club omver trekken, elke beleidsafspraak uit het verleden met voeten treden. Alles, alles mag, als het SRC dichter bij het heilige doel brengt. Maar Er is ook een maar. Want onrust kan een club een periode dragen als aan het einde van het traject het succes gloort. Daarvoor w il hier en daar een (jeugd-) bestuurder w el een lichte frustratie w egslikken. Blijft succes echter uit dan is de uitkomst anders. Dan is de tijd daar om schoon schip te maken. Nog eens in heldere taal. Pakt SRC de hoofdprijs niet, dan moet Dekker van Groenoord vertrekken. Dan is het hem om w elke reden dan ook niet gelukt om met deze groep zijn ambities w aar te maken. Daarna is SRC w eer een periode de gezellige Schager club met een abonnement op de vierde klasse KNVB. Veel derby’s, uitgebreid te pilsen op de zaterdagavond, de meeste w edstrijden w innen maar net niet allemaal. Totdat zich een nieuw e trainer met grote plannen aandient. Die niet kan w achten op de volgende lichting junioren en de talenten er alvast op 16-jarige leeftijd uitpikt. In mijn juniorentijd w as er ook een trainer bij het eerste met grote plannen. Hij plukte Cees Dekker en Jack Ploeger uit de A1 w ant die konden als reserves aan het grote w erk ruiken. Mij had hij niet nodig. Siem Stam ook niet. Hetgeen Siem verbaasde w ant die zag voor zichzelf w el de rol van dirigent in de middencirkel w eggelegd zoals hij dat in de juniorenploeg gew end w as. Siem maakte nooit meer meters dan hij tegenw oordig achter zijn aardbeienkraam op de Gedempte Gracht maakt. Maar dat terzijde. Zonder talenten Dekker en Ploeger zw alkten w ij als A1 dat jaar door de hoofdklasse. De kloten van de bok. Trainers met grote plannen zijn van alle tijden. Na ons heeft iets dergelijks gespeeld rond de junioren Calvisi en Van der Linden. Van der Linden, de huidige adelaar van Schagen die overal op zoek lijkt naar zijn vleugels. Had achteraf veel beter kunnen blijven voetballen bij SRC. Had hij misschien onze dorpsclub op een hoger plan kunnen brengen in plaats van (in zijn dromen) het hele dorp. Maar ook dat w eer terzijde. En nu is dus trainer Dekker de man met de grote plannen. Ook w eer grutten bij de junioren natuurlijk. Nou oké, nog één seizoen grutten en dan moet het over zijn. Want een trainer houdt zich bezig met een product (de prijs). De club heeft te maken met een proces (de opbouw ).
-kk-
11/2001
De wereld van het jeugdvoetbal. Ik weet niet wat me overkomt. Massaal bezochte trainingen. Overvolle kleedkamers want alle pappa’s en mamma’s moeten scheenbeschermers omdoen en veters strikken. Met negen auto’s voor negen kinderen van zes naar de uitwedstrijden. Kanjers die de bal al vanaf het doel naar de middellijn schieten. En scheetjes die de strafschop nog niet tot bij de keeper krijgen. Ze leren veel, ze leren heel veel. Overschieten, corner, tenue, uit of thuis, aftrap, tegenstander een hand geven, strafschop nemen. SRC F5 is tot nu toe het best in middenuit. In drie wedstrijden heeft mijn team al 49 keer middenuit genomen. 46 keer na een tegendoelpunt en 3 keer vanwege de aftrap. Maakt niet uit. Als ze maar lol hebben. Dat zei F-coördinator Arjen Vijzelaar tegen me toen ik alweer een mammoetnederlaag moest melden. Maar dat is het hem nu ju ist. De animo loopt even hard terug als de teller oploopt, zo is mijn indruk. Hoe klein ze ook zijn. Een crisis hebben we nog net niet, maar ik vind onze indeling toch zorgwekkend. De tegenpartij is de ene keer ouder dan ons team, de andere keer spelen ze al een jaar. Het is frappant te zien hoeveel verschil dat maakt, maar enfin. In Den Helder kwam er in de rust een man op me af. De stand was op dat moment 14 -0, de tegenstanders waren twee jaar ouder en een kop groter. Hij zegt: Weet U dat U als begeleider ook het veld in mag lopen? Ik keek de man eens aan. Hij bedoelde het vast goed. Ik zeg: Denkt U dat het in dit geval iets zou helpen? Hij liep hoofdschuddend weg. Kinderen bedenken zelf oplossingen. Zoonlief liep in dezelfde partij opeens zo maf met zijn armen te zwaaien. Ik ging even bij hem langs en vroeg wat hij aan het doen was. Vliegtuigje, zei hij. Ik moest even de andere kant opkijken. In Julianadorp waaide het en er kwamen ook een paar flappen water naar beneden. Al in de eerste helft kwam Timon naar de zijlijn. Pap, is het al gauw afgelopen? Wat heeft die jongen toch van zijn vader, dacht ik. Ik was ook een mooiweervoetballer. Met een klem op de kaken zei ik dat hij hopelijk niet bang was van een beetje water. Doorzetten jongen! Tijdens de training een pedagogisch talent ontdekt. Een jochie was nogal aan het klooien. Beetje uitdagen, duwen en trekken. Op zeker moment werd het trainer Carlo de Vries te bar. Hij legde de oefening even stil en zei tegen het flippie: Hé joh, we zitten hier op voetbal; als je wilt vechten dan moet je maar op judo gaan. Na de wedstrijd tegen Winkel verklaarde mijn held dat hij tot nu toe het penaltyschieten het leukste vond. Ik vroeg waarom dat zo was. Nou, zei hij, dan loopt er niemand voor en dan kan je lekker hard schieten. Ik zei dat dat hard schieten in de wedstrijd ook kon. Nee niet, zei hij, want dan lopen ze er aldoor maar voor. Ik zei: Dan moet je sneller zijn. Dan heb jij de bal en niet die tegenstander. Hij dacht er even over na, begon te lache n en beëindigde de conversatie briljant: Welnee joh, gewoon met twee ballen! -kk14/2001
Wat deed U op 11 september? Deze vraag wordt tegenwoordig gesteld in het kader van geheugentrainingen. De ‘flitslichtherinnering’ heet het in de wetenschap. Als een sterk belichte foto heeft het moment zich in het geheugen gegrift. Wat deed ik op 11 september? Ik sjouwde met een groep jongeren door de Belgische Ardennen. Er waren twee Afghanen bij. Toen we na een lange tocht vermoeid op de camping terugkeerden hoorden we het nieuws van de aanslagen in Amerika. In een mum van tijd zaten we op houten banken in een afgeladen kantine naar CNN te kijken. Links en rechts van mij zaten mijn Afghanen. Alsof ik hun gevangene was. Nadat de vliegtuigen van de kapers zich voor de zoveelste keer in de torens van het WTC hadden geboord vroeg ik hen wat zij ervan vonden. “Niet goed” zei de één. “Net goed voor Amerika” klonk het uit de keel van de ander. Ontsteld liep ik naar buiten. Ik moest even bij deze jongens vandaan. Een uur later zat ik overigens alweer bovenop hen. Letterlijk. Ze kregen onder het eten slaande ruzie over de aanslagen. Afghanen onder elkaar, ze moesten met geweld uit elkaar gehaald worden. De verdere avond en ook ’s nachts hing er een geladen atmosfeer op het kamp. Alleen de Antillianen leken zich nergens druk om te maken. Zij schreeuwden hun macho -lines van tent naar tent. “Héé Kinti, zal ik jou eens lekker in je kont neuken?” “Wat nou, kleine jongaah. Jij kan er niet eens bij. Ga je moeder neuken”. “Héé, héé, héé, Soit, jij moet op jouw woordjes passen. Want anders neuk ik jouw opa en ik neuk jouw oma.” “Laat me niet lachen, lilliputter”. “Ik neuk jouw tante en ik neuk jouw oom. Ik neuk jouw mama, ik neuk jouw papa, ik neuk jouw neef, ik neuk jouw kleine zusje, ik neuk ze allemaal!” Tot zover maar even de Antillianen en hun verheven gedachten. Tussen de Afghanen is het na 11 september niet meer goed gekomen. Laten we zeggen dat er tussen de partijen een gewapende vrede heerst. Op school beëeindigen we het blokuur sport altijd met een partijtje voetbal. Elke week opnieuw ontrolt zich voor mijn ogen het levende bewijs van de stelling dat voetbal oorlog is. De twee jongens weigeren om deel uit te maken van hetzelfde team. Tijdens de wedstrijd moet ik als scheidsrechter continu in hun buurt blijven. Ze zoeken elkaar voortdurend op en vechten duels uit op het scherp van de snee. De Antillianen vinden het prachtig en roepen soms ‘Bin Laden’ als één van hen zich als een projectiel gedraagt. Afgelopen week was ik in het AZC in Alkmaar waar beide jongens tijdelijk wonen. Het viel niet mee om erin te komen. Sinds 11 september ook daar verscherpte bewaking. Mijn Afghanen wonen in hetzelfde appartement met vijf andere asielzoekers. Een kale ruimte, vier kringlooptweezitters, een TV, dat is het. En in deze entourage presteren mijn Afghaanse leerlingen het om geen woord met elkaar te wisselen en elkaar niet aan te kijken. Wat een absurde wereld, wil ik maar zeggen. Met een potje voetbal als spiegel van de werkelijkheid. Ik heb ook nog Tamils en Angolezen. En Chinezen, Bosniërs. Ik heb jongeren uit Sierra Leone, Irak, Iran. Daar kunnen we het een andere keer over hebben . -kk17/2001
SRC’s Feestavond in ’t Geveltje. Ik w as uit voorzorg lopend heengegaan w ant de sponsor pakt op deze avond in januari per traditie gul uit. Het w erd de avond van de plankjes. Plankjes onder meer van het Rad van Avontuur. De feestcommissie verhuurde ze voor 1 Euro per stuk. Volgens mij w erd er door Ben Verkaar gesjoemeld bij dat grote rad. Dat moeder Schop een fles w ijn w on kon ik billijken. Maar dat vervolgens alle prijzen naar Barry Verw ey gingen…nee. Een andere plank die me bij is gebleven w as die boven de urinoirs. Ik bracht daar halverw ege de avond een bezoek, stond daar in mijn eentje de aardappels af te gieten en keek omhoog. Er hing een plank met w at houdertjes aan de muur. Er kw am een jongeman met een vol glas bier binnen en die plaatste zijn glas op de plank. “Is die daarvoor?” vroeg ik onnozel. “Ja. Anders ben je je bier kw ijt”. “Is dat zo?” “Niels van Stralen, hè”. “Nou, ik stond anders met Jac Vink te praten voordat ik naar de WC ging”. “Ja. Die ook” zei de verse senior die zijn naam liever niet in dit blad vermeld zag. Toen hij zijn handen onder de blow er vandaan haalde zei ik snaaks: “Vergeet je biertje niet, anders ben je het kw ijt”. “Nee, dank je”. Lachend verlieten w e het toilet. Ik nam me voor me terug te haasten naar mijn kruk maar w er d onderweg opgehouden door een paar neven en zo. Alles bij elkaar w as ik een minuut of zeven w eggew eest. Ik kom terug bij mijn kruk. Wat denkt U? Bier w eg. “Waar is mijn bier?” riep ik. “Ja Kees, ik bestel voor je. Ik had hem effe geleend w ant je bleef zo lang w eg. Jos Deutekom die met Karel Dekker de zegeningen van het veteranenvoetbal besprak. Toen later Ad Bruggeman binnenkw am moesten de mannen nog te darten. De zeer geconcentreerde Gerrie van Doesburg verw achtte hen. “Wacht even. Ik verga van de dorst, ik heb net 2 uur getennist” zei Ad. “O, dan bestel je meteen voor ons en dan gaan w e” stelde Karel lachend voor. Verderop zat een plank aan de bar. Ik zocht hem op. Het w as een stijve Karel Weernekers met een sneu drankje voor zich. Hij w as ziek en dronk sip van zijn sinas. Beterschap Karel. Wie niet kapot te krijgen is: Pé Kok. In de zeventig maar als een jonge God stond hij midden in die kroeg en dronk iedereen onder tafel. Zoals altijd steeg met het uur de feestvreugde. Toch deed mijn plichtsbesef mij kort na tw aalven het café verlaten. Een troost w as dat ik toen de mooiste verhalen al gehoord had. Van Hans Everkes, de secretaris. Scheidsrechterverhalen… heerlijk! Zo kw am er eens een kleine Duitse mijnenveger in de haven van Schagen. Hans w ist uit zijn marinetijd dat voor de bemanning een activiteit aan land dan leuk is. Hij organiseerde een partij voetbal op het SRCveld. Hans arbiter en de teams kw amen in tw ee rijen het veld op. Opeens riep iemand uit de groenw itte rij: “Wanneer krijg ik nou eindelijk mijn fiets terug?” Als Prinzipienreiter hield Hans meteen halt en toonde de onverlaat de rode kaart. Waarschijnlijk de enige voetballer in de geschiedenis die vóór een w edstrijd w erd heengezonden. Meesterlijk! Nadien is de zaak in de kantine overigens in redelijkheid opgelost en doorgespoeld. De ochtend na het feest een hoofd als een plank. Met dank aan ’t Geveltje.
-kk1/2002
Na elk incident op een voetbalveld, na elk krantenbericht komt mijn vrouw erop terug. “Moet onze zoon wel op zo’n sport waar ze elkaar schoppen en slaan?” Dan voel ik me gemangeld. Hoelang valt in redelijkheid vol te houden dat het ook om hardheid gaat, om mannelijkheid, om training van de weerbaarheid? Laatst ook weer. De B-junioren van Zilvermeeuwen uit Zaandam speelden tegen Zouaven uit Grootebroek. De scheidsrechter moest het uitdelen van een rode kaart bekopen met een harde vuistslag in zijn gezicht. Moest je mijn eega horen. “Zijn ze nou helemaal gek geworden? En daar moet Timon aan meedoen?” Klein krantenbericht over een partijtje zaalvoetbal in de laagste klasse van de KNVB. Plotseling sloeg bij een 3-1 stand voor Born de vlam in de pan en vielen er over en weer rake klappen. De wedstrijd werd gestaakt en onder politietoezicht verliet het team uit Maastricht de sporthal. “Dat zijn toch primitieve lui?” reageerde mijn vrouw toen ik het bericht voorlas. “Met zo’n sport wil je toch helemaal niks te maken hebben?” Hoe vaker dit soort voorbeelden van verruwing van het voetbal onze huiskamer binnendringen, hoe moeilijker ik het krijg met mijn pr-werk voor het prachtige spelletje. Temeer daar mijn eigen ervaringen als voetballer het negatieve beeld alleen maar bevestigen. Het is waar. Het gaat harder en harder. Tegen Sparta 4 maakte ik me bij de middenlijn los van een paar tegenstanders en snelde alleen in de richting van het doel. Op het moment van schieten werden mijn benen onder me vandaan geschopt en tegelijkertijd kreeg ik een duw in mijn rug. De Spartaan-in-kwestie kon absoluut de bal niet meer bereiken. In de meeste gevallen zegt zo’n speler met de handen in de lucht ‘sorry’, de arbiter spreekt recht en (‘t) zand erover. In dit geval was er geen scheids, een joch van 17 van de tijdwaarneming wist het allemaal niet en de overtreder lachte meedogenloos. Hij zocht me de verdere wedstrijd op, hetgeen een angstaanjagende ervaring was. Normaliter gaat bij mij één minuut na de wedstrijd in d e kleedkamer de knop om en wil ik er niet eens meer aan denken. Zonde van mijn tijd. Maar dit maal was het anders. De blik in de ogen van die tegenstander liet mij niet los. Thuis was het parlement natuurlijk furieus toen ik over het voorval uitpakte. “Zijn ze nou helemaal gek geworden?” Ik belde de Spartaan de volgende dag op en gaf me uit voor een diender van het politiebureau te Schagen. Ik deelde hem mee dat er naar aanleiding van een zaalvoetbalwedstrijd aangifte was gedaan wegens mishandeling. Ik schetste de situatie en memoreerde dat een en ander kon worden uitgelegd als het doelbewust toebrengen van lichamelijk letsel en dat hij er nog van zou horen. Ik hoopte vanzelf dat hij net zo bang zou zijn als ik de avond ervoor was geweest. Het was ijdele hoop. Op de volgende zaalvoetbalavond kwam ik hem alweer tegen. Hij stapte na zijn wedstrijd op me toe. Ik vroeg me af wat hij ging doen. Hij sloeg niet, hij zei onderkoeld: “Als je wat te zeggen hebt mag je het voortaan wel rechtstreeks doen, hoor”. Toen ik mijn vrouw over de afloop van het incident vertelde zei ze: “Moet Timon aan zo’n sport meedoen? Ze zijn allemaal gek geworden. Jij ook. Maar ik denk vooral aan Timon.” -kk4/2002
Zaalvoetballen doe ik al jaren op incourante tijden en op afgelegen plekken. Tien over tien op vrijdag in Schagerbrug. Om negen uur veertig in Sporthal ’t Zijveld op maandag. Bijna half elf midden in de w inter in Wieringerw erf. Even doorgaan? Onlangs nog gespeeld in de Niedorphal te Winkel w aarvan ik ooit in commissieverband de problemen qua exploitatie mocht uitmeten. Maar dat is een heel ander verhaal w aarover ene mijnheer Voskuil een boek van 5000 pagina’s heeft geschreven. Het heet: Het Bureau. Laatst moest ik tegen Sint Boys uit Sint Maarten spelen. Zelf w oon ik in Valkkoog. Het zijn dus bijna mijn buren. We speelden tegen elkaar in Warmenhuizen. Om een uur of tien op de vrijdagavond. Warmenhuizen, koud dat het er w as! Eerst al moeizaam van de bank opgestaan, vrouw en kinderen verlaten die knotsgezellig naar een programma op de televisie keken. In een koude auto door het donker rijden. Vanaf het parkeerterrein een halve marathon afleggen tegen een gemene noordoostenw ind in naar De Doorbraak. En daar dan flink op de kloten krijgen, zou in dit rijtje niet misstaan. Bah, Warmenhuizen, naar oord. Maar toevallig w onnen w e die pot. Ze zeggen w eleens dat w inst of verlies er in de lagere senioren niet meer toe doet, het gaat om het actief zijn, het doen. Met die stelling kan ik het niet eens zijn. Ik heb er nog steeds een hekel aan om te verliezen. En als dan de programmering ook al zo dramatisch is als bovenomschreven, dan w ordt het misschien langzaamaan tijd. Begrijpt U? Er zijn mooie alternatieven. Laten w e onze zegeningen tellen. Een fijn boek, een w andeling, een avond in de schoot van het gezin, een goed gesprek met vrienden, een spannende film, een surftocht langs het internet. Ook kan men scheidsrechter w orden. Ik kom erop, omdat ik onlangs op een avond begon als tijdw aarnemer en eindigde als scheidsrechter. Van tijdw aarneming w eet eenieder dat het een dodelijk saaie klus is. Vandaar dat Jan Beers op zijn jaarlijkse beurt de klok af en toe een handje schijnt te helpen. Een ploeg die meent nog 37 minuten te hebben om de stand gelijk te trekken w ordt een minuut later met nog maar 28 speelminuten geconfronteerd. Een suggestie om in het achterhoofd te houden. Een w edstrijd fluiten is aanmerkelijk boeiender dan achter de tafel zitten. Een goede ervaring ook om eens niet degene te zijn die ageert, maar degene die reageert. Ik denk dat fluiten een verplicht onderdeel van de jeugdopleiding moet w orden. Iedere A -junior per seizoen een w edstrijdje bij de F-jes of E-tjes laten leiden. Ik garandeer een pedagogisch w onder. Opeens begrijpen ze een stuk beter w aar de grote bekken vandaan komen. Dat bepaalde acties niet door de beugel kunnen. Hoe irritant bepaalde gebaren kunnen zijn. Hoe lastig het is om een grens te trekken tussen bew eging en overtreding. Waarom er verschil in strafmaat is. Hoe leuk het kan zijn om naar voetbal te kijken. Waarom een leidsman absoluut noodzakelijk is. Hoe tactloos het onderlinge geschreeuw vaak is. Wat precies een thuisfluiter is. Hoe ontstellend veel fouten de spelers maken. Dat een actiev e scheidsrechter na de w edstrijd gew oon moe is. Begrijpt U?
-kk5/2002
Binnenkort gaat de brief naar de secretaris de deur uit. De brief met als onderw erp: afmelding / aanmelding. Papa Kager stopt met voetballen en zoonlief gaat beginnen. De secretaris ga ik schriftelijk verzoeken mijn naam na ongeveer veertig seizoenen te schrappen van de ledenlijst. Er is een causaal verband met het andere punt in de brief. Tegelijkertijd geef ik namelijk Timon Kager op als nieuw lid van SRC. Hij is zes jaar nu. Ik heb er alles aan gedaan. Volgens mij is hij er klaar voor. Als in godsnaam de netten het maar houden! Er zijn in de loop der jaren genoeg redenen gew eest om me af te melden als lid. Ik heb er nooit toe kunnen besluiten. Het spelletje w as mij te lief. Ik geloof dat ik alleen in de Amsterdamse jaren een periode lid-af ben gew eest. Verder niet. De bal, het gras, de kleedkamer, ik kon het niet missen. En er zijn toch w at w edstrijden gespeeld in slagregens en sneeuw buien. Vooral in de laatste seizoenen trouw ens. En w at dacht U van zondagmorgen om tien uur voetballen op de leeftijd van 20 jaar? Een leeftijd toch w aarop een cruciaal vraagstuk speelt: loop ik liever met het hoofd in de w olken op zaterdagavond of met de kicks op het gras op zondagmorgen? Als jongen van Jan de Wit koos ik voor beide. Het w as te leuk om te laten. Nee, onder de dertig is geen enkel argument geldig. Boven de dertig gaan andere dingen spelen en is het w eleens te begrijpen dat voetballers er mee ophouden. Jongens van mijn generatie haakten de laatste vijftien jaar om allerlei redenen af. Ik zag de een na de ander de poort van Groenoord uitw andelen en hun oude schoenen hingen dan ergens op de Wilgenlaan als ik later naar huis reed. Veel mannen zw ichtten in de loop der jaren voor een/hun vrouw . Fysiek ongemak noteerde ik ook vaak als reden om het groene oord te verlaten. Labiele enkels en knikkende knieën kw amen veelvuldig in het stuk voor. Maar ook rug en lies eisten nogal eens hun tol. Ik ga niet in op het laffe peloton dat zich terugtrok omdat ze hun tenen niet meer konden zien. Moet ik doorgaan tot ze me op een keer van het veld af moeten dragen? Ik heb als ik eerlijk ben w eleens gebeden om een forse blessure. Heerlijk een w eek of vijf thuis met het pootje omhoog. En maar mooie boeken lezen. Als overheidsdienaar zou ik op zo’n moment immers geen inkomen derven. Het is me nooit vergund gew eest. Ik kom op bedrijfsrisico. Was ook een veelgehoord argument om te stoppen met veldvoetbal. Kon ik begrijpen hoew el de namen van diverse verzekeringsmaatschappijen dan voor op mijn tong lagen. In al die jaren w erd w eleens iemand gedw ongen het veld te ruimen: royement. Pijnlijke zaak. Maar niet zo pijnlijk als de persoon in kw estie een w eek later alw eer mocht opdraven bij gebrek aan spelers. Een byzondere toelichting op zijn besluit om te stoppen hoorde ik onlangs uit de mond van een jaargenoot. “Ze komen op zondagmorgen rechtstreeks uit de pillenfabriek het veld op en schoppen je lachend doormidden als je niet oppast.” Voor mij ligt het dus anders. Ik ga w ant mijn zoon komt.
-kk8/2002
Begin juni ontving de redactie onderstaand e-mailtje van –kkDag Karel, Alweer enige tijd geleden meldde ik je, dat ik overwoog mijn bijdragen aan de Facet te staken. We zitten nu aan het eind van het seizoen. Het juiste moment om je van mijn definitieve besluit op de hoogte te stellen. Ik stop.
Het is welletjes. Het is al zo lang -kk-. Dat geluid heeft iedereen nu wel gehoord. Het is nodig dat onder de jongeren wordt geronseld. Laat bi jvoorbeeld bij toerbeurt een van de Ajunioren of van de vrouwen een stukje schrijven voor ''tisgroen 'tiswit'. Naast de vaste bijdragen van -hh- en -rp- uiteraard. Maar nu bemoei ik me met zaken die mij niet aangaan. We zien elkaar, Karel. Succes, groeten, -kk-
Gedurende 2 seizoenen dreigde er al een einde te komen aan de bijdragen van columnist –kkaan de Facet. Het lukte toen nog hem over te halen er toch nog maar mee door te gaan. Dit keer lukte dit niet meer. Het is dus nu dus echt welletjes. Cees, hartelijk dank voor al je (erg goed gelezen) bijdragen gedurende een heel lange periode. Mocht je ooit nog eens de behoefte voelen om incidenteel, over een onderwerp dat je aanspreekt, iets te willen meedelen aan de SRC familie. We houden ons aanbevo len. redactie
We zijn w eer begonnen. De onrust is w eer toegenomen thuis. De episode van op regelmatige tijden avondeten ligt al w eer ver achter ons, w ant er moet w eer tegen een bal getrapt w orden. Om een beetje sfeer te proeven ben ik een aantal keren, stiekem vanuit de bosjes, de selectie gaan bekijken. Het is op zich al een hachelijke situatie om ongezien het struikgew as in te komen, omdat de gemeente de groene randen flink uitgedund heeft. Gek, ik dacht eigenlijk, dat de afdeling die zich daar mee bezig houdt, groenvoorziening heet. In de bosjes zelf zit je ook niet veilig, maar daarover straks meer. De nieuw e trainer is verbaal duidelijk aanw ezig. Maar w aaraan herken je ook alw eer een ‘goede’ nieuw e trainer? Juist, hij spreekt de taal van de spelers. Een trainer die de termen knijpen, penetratiegraad, doordekken of andere vunzige taal tijdens zijn sollicitatiegesprek door de kantine slingert, zou direct een “Groenoordverbod” moeten krijgen. Deze trainer lijkt me uit het goede hout gesneden, getuige een w oordenw isseling met Jan de Git. In de aanloop naar het seizoen is Jan op zoveel mogelijk trainingen aanw ezig, zodat het daaraan niet kan liggen. Als de barometer richting “veranderlijk” of “onbestendig” kruipt, begint het bij Jan licht in de liezen te tintelen. Dat komt niet door zijn partner, maar door een chronisch koufront, dat psychisch gezien, zijn voetbalkw aliteiten aan banden legt. Ongeveer halverw ege de 2e training, bij het afronden op de goal, begint Jan zijn nieuw e trainingsbal over het vangnet te jassen. Dat is toch al gauw tien minuten zoeken. De trainer laat dit nog even gaan, maar na de vijfde poging is het genoeg. “Jan, je zit w eer op je oude niveau of heb je kantinedienst?” sneert het over het veld als ik Jan op nog geen anderhalve meter zie passeren. “Nee, trainer, ik kon mijn bal niet vinden en in de kantine kom ik nooit”. De trainer trekt zijn w enkbrauw en op haalt zichtbaar een pennenstreek door een naam op zijn lijst. Tijdens die eerste trainingen w ordt er ook altijd veel loopw erk verricht. Dat w as in de gouden jaren van SRC zo en dat is nu nog zo. Menig speler kw am geheel onvoorbereid op de eerste training en kreeg dan gelijk tien rondjes zonder afsnijden voor zijn kiezen. Natuurlijk w il je niet onder doen voor de Peter Blokkers van dit tijdperk en w ordt er direct vol gas gegeven. Maar een zomer vol alcoholische versnaperingen en vette spare ribs raak je niet kw ijt door regelmatig te douchen, dus dat gaat je opbreken op de eerste training. En ja hoor, bij mijn observatiew erk aan de rand van het veld moet er w eer zo’n overmoedige selectiespeler zo nodig de bosjes in om de inhoud van zijn maag aan de schoffels van de groenvoorziening te offeren. Ik w erd op een haar na gemist. Door de snelheid w aarmee het geheel zich voltrok kon ik niet zien, w ie zich niet aan zijn trainingsschema’s van de afgelopen zomer had gehouden, maar laten w e hem voor het gemak Stefan noemen. In de aanloop naar het voetbalseizoen kw am het bericht dat -kk- met zijn w erkzaamheden voor het clubblad ging stoppen. Jammer, w ant de columns w aren al die jaren steeds op een meer dan aanvaardbaar niveau. Ik raakte lichtelijk in paniek omdat de frequentie van schrijven verhoogd zou w orden. Dus ben ik hier en daar gaan lobbyen en met succes. Met de schrijver van de vorige aflevering hebt u reeds kennis gemaakt. Verder heb ik mijn zw ager ertoe gekregen een verhaal op papier te zetten. In één van volgende uitingen van de Facet zal zijn bijdrage het levenslicht zien. Hij schrijft onder het pseudoniem “Pratende Trui”.
HH. 10/2002
‘
tIs Groen ‘tIs Wit
Na het afscheid van -kk- als columnist, w aren er nog maar 2 schrijvers over. Wel 2 schrijvers overigens w aar onze redactie het volste vertrouw en in heeft. In de vakantie-periode kw am -hh- op een verjaardag hk- tegen (de zoon van). Van het één kw am het ander en (na overleg met -rp-) hebben w e snel een voorlopig contract afgesloten. In het komende seizoen zullen -hk-, -hh- en -rp- (in deze volgorde) onze column ‘tIs Groen ‘tIs Wit verzorgen. “De harde w aag”, de eerste bijdrage van -hk- bent U inmiddels al tegen gekomen op bladzijde 2.
11/2002
En w at eisen w ij van SRC 1 in het nieuw e seizoen? Na tw eemaal ‘net niet’ lijkt dat me duidelijk: promotie. En graag ook het kampioenschap in de vierde klasse. Zo zuiver moeten w ij het voor aanvang van de competitie stellen. Ik w eet w at U denkt. Praat liever niet over kandidaat nr. 1 voor het kampioenschap w ant dat motiveert alleen maar de aanstaande tegenstanders. Hoog van de toren blazen en zo. Toch zullen vele supporters met mij vinden dat deze selectie echt niet voor minder dan de hoofdprijs mag gaan. Het legt een druk op de schouders van trainer Fred Dekker maar het past w el binnen zijn ambities. Laten w e de man nog één jaar ‘carte blanche’ geven. In dat jaar mag hij volledig zijn gang gaan, de hele organisatie van de club omver trekken, elke beleidsafspraak uit het verleden met voeten treden. Alles, alles mag, als het SRC dichter bij het heilige doel brengt. Maar Er is ook een maar. Want onrust kan een club een periode dragen als aan het einde van het traject het succes gloort. Daarvoor w il hier en daar een (jeugd-) bestuurder w el een lichte frustratie w egslikken. Blijft succes echter uit dan is de uitkomst anders. Dan is de tijd daar om schoon schip te maken. Nog eens in heldere taal. Pakt SRC de hoofdprijs niet, dan moet Dekker van Groenoord vertrekken. Dan is het hem om w elke reden dan ook niet gelukt om met deze groep zijn ambities w aar te maken. Daarna is SRC w eer een periode de gezellige Schager club met een abonnement op de vierde klasse KNVB. Veel derby’s, uitgebreid te pilsen op de zaterdagavond, de meeste w eds trijden w innen maar net niet allemaal. Totdat zich een nieuw e trainer met grote plannen aandient. Die niet kan w achten op de volgende lichting junioren en de talenten er alvast op 16-jarige leeftijd uitpikt. In mijn juniorentijd w as er ook een trainer bij het eerste met grote plannen. Hij plukte Cees Dekker en Jack Ploeger uit de A1 w ant die konden als reserves aan het grote w erk ruiken. Mij had hij niet nodig. Siem Stam ook niet. Hetgeen Siem verbaasde w ant die zag voor zichzelf w el de rol van dirigent in de middencirkel w eggelegd zoals hij dat in de juniorenploeg gew end w as. Siem maakte nooit meer meters dan hij tegenw oordig achter zijn aardbeienkraam op de Gedempte Gracht maakt. Maar dat terzijde. Zonder talenten Dekker en Ploeger zw alkten w ij als A1 dat jaar door de hoofdklasse. De kloten van de bok. Trainers met grote plannen zijn van alle tijden. Na ons heeft iets dergelijks gespeeld rond de junioren Calvisi en Van der Linden. Van der Linden, de huidige adelaar van Schagen die overal op zoek lijkt naar zijn vleugels. Had achteraf veel beter kunnen blijven voetballen bij SRC. Had hij misschien onze dorpsclub op een hoger plan kunnen brengen in plaats van (in zijn dromen) het hele dorp. Maar ook dat w eer terzijde. En nu is dus trainer Dekker de man met de grote plannen. Ook w eer grutten bij de junioren natuurlijk. Nou oké, nog één seizoen grutten en dan moet het over zijn. Want een trainer houdt zich bezig met een product (de prijs). De club heeft te maken met een proces (de opbouw ).
-kk13/2002
GROEN ALS GRAS Hij kan het schrijven (gelukkig) niet laten. Iedere facet zal –kk- op zijn karakteristieke w ijze de pen ter hand nemen en de jeugdpagina’s openen met een kolom over zijn belevenissen op en rond “het groene gras”
Ik was met Timon op weg naar de eerste wedstrijd van F1. Tegen Schagen nog wel. Een oefenwedstrijdje, maar toch… Tegen Schagen gaat het om je gezicht. Dat is in de senioren zo. Dat is in de A-junioren zo. En dat is in F1 zo. Ik had de kleedkamerspeech al helemaal in mijn hoofd. Ik wilde 4 punten aan de orde stellen. Eerst welkom natuurlijk. Ook de ouders. Gaat U gerust verder met veters strikken, ik praat wel door. Tweede punt: de begeleiding. Tot nu toe hadden jullie 18 coaches, namelijk 9 spelers x 2 ouders. Vanaf vandaag zijn dat er 2, namelijk Carlo en ik zij de gek. Dat betekent het volgende. Straks roept vader Simon langs de lijn: Tim, blijf bij het doel, dan kan je straks scoren. Maar Carlo roept ook wat of ik: Tim, kom eens terug, ze kunnen je niet bereiken. Wat moet je doen? Je luistert alleen naar Carlo of mij en doet wat wij zeggen. Dit heet: ondermijning van het ouderlijk gezag. Later zul je ons dankbaar zijn voor deze eerste stap naar een onafhankelijk bestaan. Punt drie van mijn toespraak. In de rust komen het team en de twee begeleiders bij elkaar in de kleedkamer. Verder komt er niemand meer in. Geen moeder met een Liga, geen vader met een pakje appelsap. Niemand. Wij bespreken met jullie wat goed gaat, wat niet goed gaat en hoe het verder moet. Laatste punt. Vandaag lekker vrijuit voetballen. Heerlijk voor het eerst weer de wei in. Zonder opdrachten. Veel plezier! We arriveerden bij de velden van s.v. Schagen en liepen snel de gang naar de kleedkamer in. Het was er opmerkelijk stil. Door naar kleedkamer 6. Timon opende de deur. De kleedkamer was vrijwel leeg. De shirtjestas stond in het midden op de tegelvloer, een stilleven. Er zat nog één shirt voor Timon in. Alle anderen hadden zich al omgekleed en waren naar buiten. Wij snel erachteraan. Dan maar geen speech, dacht ik nog. Ze wonnen met 10-1. Zouden talenten geen woorden nodig hebben? -kk12/2003
GROEN ALS GRAS Toen wij laatst tegen de F1 van Schagen moesten, stapte ook de éminence grise van de geelzwarte sportvereniging daar rond. Verra dus. Ik ka n de laatste tijd geen krant openslaan of hij staat erin. Paul Verra. Meestal met een oneliner over de jeugd boven het stuk en een foto erbij van zijn markante kale knikker. Zijn mening wordt gevraagd over de computergeneratie, over een fusie tussen SRC en Schagen, over het aantal gymlessen op de scholen. En iemand met zo’n staat van dienst zegt allicht een paar behartigenswaardige dingen. Persoonlijk heb ik van 75 jaar Verra ongeveer de helft bewust meegemaakt. Ik heb altijd schandalig genoten van zijn robuuste stijl. Er heerste orde bij Verra, hij was streng, zowel bij de voetbal als bij de gym. De selectie van SRC kwam ooit bijeen voor de eerste training na de zomer. De nieuwe trainer heette Verra. Nauwelijks was deze begonnen met zijn praatje tot de groep, of Sjaak Redecker kwam het veld opgeslenterd. ‘Redecker, je bent telaat’ riep Verra. Gegrinnik in de groep. ‘Jamaar trainer’ acteerde Sjaak gevat ‘Ik kon het veld nergens meer vinden’. Homerisch gelach. En over de hoofden van de selectiespelers h een knalde als een zweepslag de stem van Verra. ‘Redecker, omkleden jij en de volgende keer op tijd komen!’ Er heerste discipline bij Verra, noem het gerust kadaverdiscipline. Groen als gras waren wij, toen wij in de zaal van de Aloysiusschool gymles kregen van mijnheer Verra. De les eindigde steevast met trefbal. Trefbal dient U op te vatten in de meest letterlijke zin. Verra stelde zich op in de middencirkel, dat was de mitrailleurspositie. En vanuit die cirkel begon hij als een bezetene te knallen. Wie geraakt was was af en kon naar de kleedkamer. De snelsten onder ons genoten optimaal van het wekelijks terugkerend ballistisch spektakelstuk. Echter, menig knaapje verliet met de afdruk van een vijfje op rug of bil en met tranen in de ogen de arena. Bi j hen vestigde Verra in die jaren een andere reputatie, die van sadist. Op mijn netvlies zie ik nog steeds kneuzen met bal en al tegen de muur uiteenspatten en in een stroperige streep naar de vloer zakken. Het zal de vervorming van de herinnering zijn. -kk13/2003
GROEN ALS GRAS Conform de samenstelling van de Nederlandse bevolking telt F1 ook een asielzoeker. Zijn naam is Kahn. Op de ledenlijst van SRC staat hij vermeld als Kahn Shamujev. Hij woont op het AZC aan de Nes. Voor de eerste wedstrijd stelde ik me aan hem voor. Ik gaf hem een hand en keek in twee guitige ogen. “Ik ben coach” zei ik. “Maar ik noem U trainer” zei hij. “Ook goed. Maar wie ben jij?” Hij schraapte zijn keel, rechtte zijn rug, keek me strak aan en sprak op officiële toon: “Ik ben Alikahn Shamujev. Roepnaam: Kahn”. Door omstandigheden vroeg oud geworden, was mijn eerste gedachte. Onderweg naar JVC bleek het tegendeel. Ook Armeense Kahn vroeg of mijn auto 300 per uur kon. En ik antwoordde dat hij niet zo hard kon maar dat ik ooit een Lada had met een oostblok onder de kap en dat die wel 400 kon. “Tjeee, vet!” riep Kahn. Zijn vader die naast me zat moest lachen. De verdere rit langs het Noordhollands Kanaal besprak ik met hem het asielvraagstuk. Wat de man erg dwarszat was d at hij al 4 jaar zit te wachten en al die tijd niet mag werken. Hij wees naar de bollenvelden langs de Rijksweg en zei: “En daar werken allemaal illegale Polen en de Nederlandse staat doet zo..”. Hij hield een hand voor zijn ogen. Ik haalde mijn schouders naar hem op en slaakte een diepe zucht. Na 4 jaar wachten nog geen status als Nederlander voor de familie Shamujev. Kahn, ons troetelallochtoontje, is wel hard op weg naar een andere status, die van publiekslieveling. We speelden thuis tegen JVC F1. Na de wedstrijd mag iedere pupil een penalty nemen. Toen hij aan de beurt was deed Kahn zijn shirt over zijn hoofd. Hij nam zijn aanloop en schoot naast de bal. Het publiek brulde van het lachen. Kahn trok zijn shirt omlaag en schoot de bal uit stand alsnog in de goal. Zijn handen in de lucht, een ovatie van de omstanders als beloning. De ellende met allochtonen: van sommigen ga je houden. Maar als vereniging heb je ze te leen. Kahn kan over een maand wel in Tilburg wonen. Of in zijn thuisland Armenië. -kk14/2003
GROEN ALS GRAS Een herfstvakantie zonder training en zonder wedstrijd zou het worden. Hoe kunnen SRC en KNVB dit de ‘effies’ aandoen, een week zonder voetbal en zonder voetbalmaatjes? Timon wist raad. “We zouden altijd nog een keer naar De Apenheul, pap. En dan vragen we iemand van F1 om mee te gaan…” “En aan wie had je gedacht?” “Kweenie, de meesten zullen wel weg zijn”.“Eentje vast niet”. “Wie dan?” “Kahn”. “Maar dat is zelf een aap”. “Whaaat…?! Wat zeg je nou?” roep ik verontwaardigd. “Ja nou”. Hij lacht een beetje en zegt verontschuldigend: “Hij is ook zo bruin en hij maakt grapjes”. Ik keek op Internet naar de site van De Apenheul. Het was verder weg dan ik dacht: 144,5 kilometer, via de A1 naar Am ersfoort/Enschede, afslag Kootwijk, volg de borden Apenheul. Het was ook duurder dan ik dacht: 2 volwassenen en 2 kinderen tot 9 jaar, entree 48 euro. Wat me nog het meest bezighield was de weertip: bij felle wind of temperaturen rond de 10 graden heeft een bezoek geen zin, want dan blijven de apen in de hokken. Toch moest het iets met dieren worden. Het werd Artis en Kahn mocht mee. Dat hebben we geweten. Kahn is wat je noemt een communicator. Hij wordt later vast voorlichter van Armenië. Boven de weg ziet hij de tekst: houd 2 seconden afstand. “Wat is dat?” “Dat zegt iets over de afstand die de auto’s moeten houden”. “2 is kort toch…1, 2”. “Nou, 2 seconden is best lang”. “2 meter is lang”. Onderweg zegt Kahn bij het zien van een vliegtuig dat hij ook wel naar Schiphol wil. Ik reageer: “Kahn, volgens mij heb jij nog nooit een dierentuin van binnen gezien”. “Van buiten ook niet”. In Artis spreekt Kahn met alle andere 5000 bezoekers en hij klimt op alle hekken. Hij maakt geluid en gebaar naar elke gekooide diersoort. Bij de zeeleeuwen scheelt het een haar of ik mag hem uit het bassin gaan vissen. Het was een geweldige dag maar we waren blij, toen Kahn weer veilig thuis was in zijn kooi op het AZC. -kk15/2003
GROEN ALS GRAS Het was zaterdagmorgen. Ik hoorde Timon idioot vroeg uit bed gaan. Zenuwachtig voor de wedstrijd van vandaag? vroeg ik me af. Hij had al een uur met K’nex gespeeld, toen ik beneden kwam. Bij de ontbijttafel liet hij trots een terreinwagen zien. “Mooi hè, pap, heb ik helemaal alleen gebouwd”. “Prachtig Timon”. Ik pakte zijn bolletje met de stekels, zoende hem op een oor. “En ik vind jou ook mooi. Heb ik gebouwd, samen met mamma”. Hij lachte een beetje verlegen. Ik vermoedde dat hij deze ochtend goed zou voetballen. Als ouder weet je zo’n beetje hoe je kind in zijn vel zit. Als coach van een hele kluit kinderen moet je het maar afwachten. Je krijgt onherroepelijk te maken met de afdeling Klein Leed. Laatst in de kleedkamer bij VIOS. Het was net een kippenhok. Een eno rm gekakel, maar eentje kakelde niet. Ik zag Jari naar de vloer kijken. Om hem heen een drukte van jewelste. Alle jongens bezig met verkleden, ouders die hielpen. Jari zat met de armen over elkaar. Wat was er aan de hand? Zijn moeder had net nieuwe voetbalkousen voor hem gekocht en die wou hij aan. Maar F1 was in dezelfde week verrast met nieuwe tenues van de Rabobank en daar zaten ook kousen bij. Het belang van de sponsor en het collectief moesten prevaleren. Carlo riep: “Kees, ik denk dat we een zielendokter aan de staf moeten toevoegen”. Hilariteit alom, alleen niet bij Jari. Jari moest net als de anderen de Rabo-kousen aan, geen Veko-kousen. Hij baalde zichtbaar. Zijn vader ook trouwens. Die probeerde in dat koppie een knop om te zetten. De zoon bleef stuurs naar de tegels kijken. Pa Simon verliet na een aantal pogingen hoofdschuddend de kleedkamer. Na een stief kwartiertje ging het hele spul het veld op. Jari bleef achter. Nog steeds mokken. Nog steeds de kousen. Ik riep lachend naar een ploeg van Wie ringerwaard die ook in onze kleedkamer zat: “Is er nog een psycholoog in de zaal?” Waarop hun coach die het tafereel had gadegeslagen bedaard opmerkte: “Gewoon een schop onder zijn kont, denk?” Problemen zijn uitdagingen. Dus kregen wij Jari aan het voetba llen. Maar soms is een voetbaldag een praatdag. -kk16/2003
GROEN ALS GRAS Opstaan bij het krieken van de zaterdag. Regelmatig het lot van ouders met een Effie in huis. Niks uurtje langer onder het warme dekbed na de drukke werkweek. Acht uur ve rtrek vanaf het parkeer-terrein, negen uur spelen daar waar het land ophoudt… Den Helder. Altijd weer Den Helder. Thuis moesten op deze zaterdag eens niet alleen de mannen vroeg op. De dochter van 13 zou al om acht uur met de trein naar Amsterdam. Zo duf als vader en zoon waren, zo uitzinnig van vrolijkheid was zij. Ze ging met een selecte groep meiden Spitzen kopen onder begeleiding van de diva van Balletschool Schagen, de onvolprezen juf Rina Way. Het kind keek er al weken naar uit. “Nog drie nachtjes slapen, pap, dan is het zover.” “Watte?” “Weet je best. Spitzen natuurlijk.” “Het zal wel erg wennen zijn, Saar.” “Nou en of. Maar ik ga er niet de hele dag op lopen, hoor. Dan vernaggel ik mijn tenen.” “Dat is heel spitz opgemerkt, meid.” “Pap, doe eens niet zo dom.” “Leuk…” “Pardon?” “Ik zeg: leuk. Ik doe niet dom, ik doe leuk. Dus jij moet dan zeggen: Pap, doe eens niet zo leuk.” “Jahoor. Pap, spoor jij eigenlijk wel?” “Nee Saar, ik ga nooit per spoor naar Amsterdam, ik ben geen ballerina.” Ze kreunde. “Kleutergrapjes.” Vrijdagavond deed ik met haar de afwas. “Saar, ik denk dat jullie morgenochtend beter nog een trein eerder kunnen gaan. Gaat er niet om zeven uur eentje?” Ze keek me met grote ogen aan. “Doe effe hatelijk. Zeven uur! Waarom?” Ik wachtte even. “Nou, ik hoorde zojuist op het nieuws dat er morgen in Amsterdam uitzonderlijke drukte wordt verwacht…” Ik keek even opzij en zag het ongeloof in haar ogen. Verzint hij weer wat of is het waar? Toch enigszins onzeker vroeg ze: “Wat is er dan aan de hand?” “Men verwacht een toestroom vanuit alle balletscholen, want het is morgen Wereld -Spitzendag.” Toen moest ik maken dat ik de keuken uitkwam. Ze achtervolgde me met de afwasborstel. -kk17/2003
GROEN ALS GRAS Na de feesttraining met Zwarte Piet in een hoofdrol verzamelden de spelers van F1 en F2 zich in de gang van Sporthal Groeneweg. Gezamenlijk zouden ze de oversteek naar de SRC -kantine maken, waar de Goedheiligman audiëntie zou houden op een stoel voor de ha ard. Het was aan het einde van de middag, buiten was het inmiddels donker geworden. Van de gezichten van de kinderen was de spanning af te lezen. Het deed mij denken aan vroeger. Op pakjesavond zong de familie Kager het complete Sinterklaas -repertoire uit volle borst. Met de zenuwen in het lijf naar bed en ook daar nog uren zingen. En op 6 december ’s morgens vroeg verzamelde een regiment kleine Kagertjes zich bovenaan de trap. Er mocht niemand naar beneden, voordat eenieder klaar stond. Kleren aan en melden bij het traphek. Hoe langer het duurde, des te hoger liep de spanning op. Pas als iedereen klaar was mochten we in een rij naar beneden, de kleinste voorop en de grootste achteraan. Op weg naar de huiskamer waar Sint en Piet diep in de nacht op ieders s toel cadeautjes hadden gelegd. Onderweg naar Groenoord viel mij op dat het muziekrepertoire eigentijdser is geworden. Op de wijze van ‘Zie de maan schijnt door de bomen’ joelden de kinderstemmen: “Zwarte Piet, dat is een illegaal”. Ook respect voor autoriteiten bleek aan slijtage onderhevig. Tot wie van de spelers de Sint in de kantine het woord richtte, ze jij - en jouden allemaal zonder blikken of blozen terug. En met twee woorden spreken… ho maar! “Waar zit Toni?” “Hier.” “Ben jij Xandra?” “Ja.” “En zit jij ook in de masterclass op zondag, Stef?” “Ja.” Onveranderd is goddank de humor van de kindervriend. Tot Sasha Laan sprak hij: “Ik weet dat jouw vader op koude zaterdagochtenden warme chocola en dikke speculaas meeneemt voor de ouders langs de lijn. Dat is mooi, Sasha. Hij lijkt daarin op mij. Ik deel ook meestal uit. En jouw vader heeft ook bijna dezelfde naam als ik. Want ik heet Sint Nico Laas en jouw vader heet Sint Nico Laan. Ik zal het je maar eerlijk verklappen. Jouw vader en ik zijn broers. Dus vanaf vandaag mag jij Ome Sint tegen mij zeggen”. -kk18/2003
GROEN ALS GRAS De Effies en Eetjes trainden tot de winterperiode op Groenoord op de woensdagmiddag. Het ideale moment in de week. De kinderen zijn immers vrij van school. De ouders hebben hun arbeidstijden aangepast of er is voorzien in kinderopvang. Per 1 december verhuisde de training van het veld naar de zaal. Echter, niet op de vertrouwde, ideale woensdagmiddag. De Groenweghal bleek al verzegd, toen het jeugdbestuur van SRC zich meldde. Er waren op diverse middagen in de week een paar uurtjes in de sporthal beschikbaar, maar niet op de woensdag. Dinsdag wat, donderdag en zelfs op vrijdag een paar. Uit de klachten van de ouders is mij wel duidelijk geworden dat een verandering van het schema een ontwrichtende uitwerking heeft op menig modern huisgezin. Ik moet eerlij k zeggen, wij hebben er ook last van. F1 en F2 gingen naar donderdag-middag om 15.45 uur. Bij ons thuis onhaalbaar. Wie een ander tijdstip geschikter vond mocht zich melden bij de dienstdoende trainer. Zodoende traint onze Idol nu bij E1 en E2 op donderdag om 16.45 uur. Eigenlijk ook onhaalbaar. Het parlement komt pas om 18.30 uur thuis, schuift de maaltijd in de bovenste gleuf en verlaat het thuisadres om 18.50, teneinde om 19.00 uur in de Polisporthal of elders aan te vangen met haar wekelijkse partij volleybal. Ook een manier om slank te blijven. Gelukkig stuurt mijn baas mij begripvol om vier uur naar huis. Wat het zwaarste is moet tenslotte het zwaarste wegen. Afgelopen donderdag ging het nieuwe schema in werking. Thuiskomen. Timon klaar in voetbaltenue. Als een speer van Valkkoog naar de sporthal. Terug naar huis, want piepers schillen zichzelf niet en groente laat zich zo zalig door mijn handen wassen. Uit oogpunt van brand-veiligheid deed ik vervolgens iets onvergeeflijks. Ik zette de boel heel zach tjes op het vuur en begaf mij weer spoorslags richting Groeneweg. Daar aangekomen moest onze kanjer iets vlotter instijgen dan hij gewend is. Onderweg naar huis nog gauw een brood kopen voor de volgende dag. En thuis was het eten al bijna klaar. Al jakkere nd vroeg ik mij donderdag af of alle papa’s en mama’s zoveel van hun kind en van SRC houden. Bijna vakantie. Ik wens U prettige feestdagen.
-kk19/2003
GROEN ALS GRAS
Letterlijk en figuurlijk is Jan den Braber al vele jaren de Grote Man achter het Kersttoernooi van SRC. Ook editie 2003 had Big John weer volledig in de hand. Kort na mijn binnenkomst wees Jan mij er fijntjes op dat F2 als eerste was geëindigd in hun poule en dat het nu aan F1 was om een goed resultaat neer te zetten. Dan was de Verenigingsbokaal voor SRC. Ik voelde meteen de druk. De druk van het moeten presteren. Neehoor, geintje! F1 mocht het lekker zelf uitzoeken. Leuk dollen, rennen, trucs proberen. Spelen, vrijuit zaalvoetballen. Gelet op de individuele kwaliteiten was dat de boys wel toevertrouwd. Ze wonnen eerst van KSV. En toen van Geel Zwart. Niet zomaar, het was winnen op soevereine wijze. Werkelijk een lust voor het oog wat die kleine apen de coaches en het duizendkoppige publiek voorschotelden. Negen voor en nul tegen en het leek allemaal vanzelf te gaan. Toen kwam Schagen. Een team waar SRC in de allereerste wedstrijd van het seizoen met 10 -0 van had gewonnen. Oohhhh… moeten we tegen dieeeeee!!! Het werd 0-0. Wat gek toch dat Schagen in de stadsderby wel die vechtlust opbrengt die we met zijn allen willen zien en dat SRC de klus alleen op basis van talent wenst te klaren. En dat bij de Effies al… Met zeven uit drie lag de eerste prijs in de poule niettemin voor het oprapen. Tegen VZV was een punt voldoende. Er leek geen vuiltje aan de lucht. Jammer dan, het was alles vuil aan de lucht, het leek wel een vuilnisbelt daarboven. VZV kon bij winst de eerste prijs pakken. SRC realiseerde zich dat geen moment. VZV speelde met het finale-gevoel. Rood-wit werd opgezweept door de coach en de ouders. Het werd 0-1 verlies. Tweede in de poule. Gelukkig was de Verenigingsbokaal toch nog voor SRC. Maar ik had er een dubbel gevoel bij. Eigenlijk wil ik kinderen van acht jaar nog niet belasten met opdrachten, winstberekening, op de nul spelen en zo. Maar bij de tegenstanders doen ze dat wel. Wie eenmaal in de finale staat wil hem winnen ook. Ik ben de Groeneweghal dan ook uitgestapt met het nare gevoel dat we het vogeltje over het touwtje hadden laten wippen. Dat gebeurt ons in 2004 niet meer. Een mooi voornemen. Toch? -kk-
1/2004
GROEN ALS GRAS
Ooit was ik jeugdlid van SRC. Als klein jochie voetbalde ik op het veld aan de Nieuwe Laagzijde. Ik zie nog de plank boven de steeg van Volten met daarop de letters r.k.v.v. S.R.C. Geschilderd in de kleuren groen en wit. Aan het eind van de steeg lag het voetbalveld. Nu is het parkeerterrein van de VOMAR. De huidige Langestraat was toen nog de Langesloot. Aan de overkant van de sloot strekten de weilanden zich uit tot in de verte. De wijk Groeneweg bestond nog niet. SRC was de Katholieke club, alle pupillen zaten op de Aloysiusschool. Het plein van de Aloysius is voor vele generaties meer geweest dan alleen een schoolplein. De andere voetbalclub in Schagen heette s.v. Schagen. Dat was de vijand. Het waren de Protestanten. Die kinderen zaten allemaal op de Julianaschool. Zij hadden het voetbalveld naast de school aan de Julianalaan. Hun kleuren waren geel en zwart. Er heerste een ongekende rivaliteit tussen de twee verenigingen. En kinderen zijn kinderen. Het is wel eens voorgekomen dat er over en weer met stenen werd gegooid. Maar dat zijn incidenten geweest. De confrontaties speelden zich normaliter af op de velden van de twee Schager clubs. Ik gun mijn zoontje van acht, ik gun alle Effies, Eetjes enzovoort, ik gun alle SRC-ers, dat zij hun leven lang twee keer per jaar mogen voetballen tegen die andere Schager club, de s.v. Schagen. Het waren en zijn de mooiste partijtjes van het jaar. Een aparte sfeer. Meer publiek dan normaal. Emoties als spanning, rivaliteit, eergevoel, prestige. Allemaal elementen die de stadsderby vanaf de Effies totaan Senioren 1 tot een byzondere gebeurtenis maakten en nog steeds maken. Laat het altijd zo blijven. Dat is de wens van degene die geboren is met een groenwit hart. Het is het gevoelsargument. Ik vind dat het belangrijkste argument. We hebben uit de krant kunnen vernemen, dat de veldvoetballers van s.v. Schagen er exact zo over denken. Zij willen niet inwonen op Groenoord, zij willen geen samen-werking, geen fusie. Er is immers geen noodzaak. Twee afzonderlijke clubs met een eigen rijke conduitestaat, hun kleuren, hun tradities, hun historie, hun fantastische jeugdafdeling, hun gezonde financiele positie, hun vrijwilligers, hun kader. Laat het altijd zo blijven.
-kk-
2/2004
GROEN ALS GRAS
Wintertijd, zeikweer buiten, er viel al dagen geen balletje te trappen in de tuin of op straat. Dus Timon eindeloos bezig met het spelprogramma FIFA op de PC. Ik stond er eens een tijdje bij te kijken. en het viel me op dat er geen bal in de goal belandde. Breien, breien, breien, zei ik, het lijkt de handwerkclub wel, wordt er ook nog gescoord? Hij antwoordde dat er steeds iemand tussen zat. Je moet nog wennen aan de toetscombinaties, zei ik, daarn a gaat het tempo omhoog. En dan zet je vaker door een listigheidje een medespeler vrij voor het doel. Ja, dat was waar. Maar hij had nog wat anders terug. (Van wie heeft hij dat?) Hij vond dat sommige tegenstanders erg hard inkwamen. Hij werd af en toe omver gekegeld en dan mocht het spel gewoon verder van de scheidsrechter.
Fictie en werkelijkheid kwamen opeens dicht bij elkaar. SRC F1 speelde laatst tegen F1 van LSVV in de zaal. De jongens pielden een heerlijk partijtje voetbal weg. Ook Timon was lekker ongedwongen bezig, frank en vrij en duidelijk genietend van het rennen over de speelvloer. Totdat LSVV een donker, stevig type inbracht dat lak had aan de regels. Ik zag Timon maar ook Sascha en zelfs onze robuuste Tim keer op keer de bal inleveren bij dat snuitertje dat fel tot zelfs agressief attaqueerde. Dat ging gepaard met duwen, de heup erin zetten. Zelfs een tackle van achteren schuwde hij niet. Dat de SRC-ertjes een en ander als schapen ondergingen viel terug te voeren op hun charme: ze zijn nog klein. Toch trachtte ik in eerste instantie de ploeg op te zwepen tot onve rzettelijkheid. Maar het geelblauwe gastje ging echt te ver. Actie = reactie leek me bij nader inzien een heilloze weg. Een beroep op de coach van LSVV om het leuk te houden dan maar. Dat werd afgedaan als gezeur. Die jongen vecht gewoon voor elke bal, was zijn commentaar. Een klemmend beroep op de scheidsrechter bood vervolgens wel enig soelaas. Al sprak ook hij vooralsnog van jeugdig enthousiasme. Maar hij floot nu toch als het enthousiaste boefje weer eens over de schreef ging. Daar was soms een kreet van verontwaardiging van de SRC-coaches voor nodig. Waarom nou? -kk-
3/2004
GROEN ALS GRAS F1 kijkt vaak letterlijk en figuurlijk tegen de tegenstander op. Sterke beren, twee koppen groter, dat werk. Maar uit de cijfers blijkt telkens weer dat p ostuur en lengteverschil niet altijd alles zeggen. Wie niet sterk is moet slim zijn, luidt een credo. Ook snelheid en balvaardigheid kunnen veel compenseren. En van een beroemde zwager leerde ik ooit, dat je als lichtgewicht echt niet aan de kant hoeft te gaan. “Je moet er met lef en vol overtuiging ingaan” sprak Ab. “Anders loop jij de blessure op en gaat de tegenstander er met de bal vandoor. Wie van tweeën toont de meeste durf, als de opponent en jij tegelijk bij de bal zijn? Degene die aarzelt en inhou dt gaat voor de vlakte. Niet twijfelen, maar je schrap zetten. Negen van de tien keer neem jij vervolgens de bal mee”. Wijze lessen die ik op mijn beurt weer aan mijn zoon probeer over te brengen. “Het liefst niet incasseren maar zelf uitdelen” kan het bijvoorbeeld stoer uit mijn mond klinken. Ik betwijfel of hij er wat mee doet. Een tijdje geleden reden we na een wedstrijd in Den Helder terug naar huis. (Even tussendoor: Kahn vroeg op een keer tegen welke Helder we moesten spelen, waarop opa Jaap de Vries antwoordde: “Tegen Den Helder uit Amsterdam!” Wereldburger Kahn droop ontgoocheld af toen hij de volwassenen om zich heen allemaal zag lachen.) In de auto zat er op Timon z’n voetbaltas een lieveheers -beestje. “Kijk pap, wat een grote!” riep hij opgetogen. “Ja, zeg dat wel” zei ik tegen de binnenspiegel. Thuis aangekomen stapte hij voorzichtig uit. Hij pakte een tak met een paar bladeren uit de tuin, ging terug naar de auto en schoof het lieveheersbeestje op een blad. Toen legde hij de tak tussen een paar struiken in de tuin. Ja, dacht ik, toen ik dat zag. Zo voetbal jij ook, vriend. Te lief, je bent gewoon te lief. Wie een groot voetballer wil worden moet misschien af en toe meedogenloos zijn. Die moet in staat zijn om het lieveheersbeest te verpletteren. Als het ware. Maar ja, moet ik mijn kind ertoe aanzetten om dat te doen? Ik durf het niet voor mijn verantwoording te nemen. -kk4/2004
GROEN ALS GRAS Een collega van me is ook coach van een pupillenteam, maar dan bij Vrone. Laatst vertelde hij me van een mislukte poging om zijn team op scherp te zetten. Hij liep de kleedkamer binnen, waar op dat moment de spelertjes door tal van ouders werden geholpen met broeken en veters. Hij vroeg om stilte en zei toen dat ze het vandaag als volg t zouden aanpakken. “Jongens, we gaan deze keer proberen de bal in het doel van de tegenstander te deponeren. Jullie zullen zien: als wij dat één keer meer bij de tegenstander doen dan zij bij ons, dan hebben we straks gewonnen.” De kinderen waren tijdelijk uit het veld geslagen. Nou duurt dat bij kinderen nooit erg lang. En zeker toen ze al die ouders ineengedoken over de veters en scheen -beschermers zagen lachen haalden ze hun schouders naar elkaar op. En uiteindelijk durfde er één te vragen of de grote mensen soms gestoord waren. Eerlijk gezegd keek ik mijn collega ook even met gefronste wenkbrauwen aan, toen hij deze anekdote zo vertelde. Ter verklaring voerde hij aan dat hij het kunstje had afgekeken van Kruys, de coach van FC Utrecht. Utrecht mocht me edoen om de UEFA-cup. Na de eerste wedstrijd stonden ze met 3-1 achter. Twee weken later was de return. Aan de vooravond ervan vroeg een TV-reporter aan de geplaagde coach hoe hij er tegenaan keek. Kruys antwoordde met een staalhard gezicht: “Nou, ik denk dat we er drie moeten maken. En niet één tegen krijgen.” Helderder had mijn collega de stand van zaken nooit eerder horen schetsen. Hij besloot spontaan om zijn team ook eens op die manier te prikkelen. Zonder resultaat dus. F1 van SRC had afgelopen zaterdag in Warmenhuizen helemaal geen prikkels nodig om het kampioenschap in de zaal binnen te slepen. De mannen hadden tevoren een rekensom gemaakt. Drie punten vóór. Twee wedstrijden te gaan. Dus één keer winnen is voldoende voor de beker. En dat deden ze. Leermoment: nooit naar collega’s luisteren. Kinderen spreken de waarheid .
-kk-
5/2004
GROEN ALS GRAS De mannen van F1 hadden er op Groenoord geweldig veel zin in. Ze gingen er tenminste als gekken tegenaan. Ik vertelde langs de lijn aan mijn collega-coach Carlo en zijn vader dat de vogels van Valkkoog er ook weer geweldig veel zin in hadden. Ze gingen deze zaterdagmorgen tenminste als razende timmerlui tekeer op het dak van de slaapkamer. Geen spreeuwen of merels dit vroege voorjaar, maar een s tel kauwen. Ik vroeg de familie de Vries of ze mij konden raden hoe een eind te maken aan de nesteldrang van de gevederde giganten onder mijn pannendak. “Buks kopen, Kees” raadde vader Jaap mij aan. “Een buks?” Ik keek er bezwaard bij. Niet zozeer om aan te richten vogelleed alswel omdat ik een paar praktische bezwaren zag opdoemen. “Ik ben al drie ochtenden de ladder opgegaan om het nest-in-aanbouw weg te slopen. Het is ronduit indrukwekkend wat die beesten in één dag aan materiaal aanvoeren en in elkaar vlechten. Ze hakken zelfs gaten in mijn isolerende dakplaten!” Vader Jaap tipte andermaal de aanschaf van een buks. Met een schuin oog op de wedstrijd luisterde ik naar een paar boeiende ornithologische ervaringen. Zo vertelde nestor de Vries dat hij vorige lente een nest kauwen in de schoorsteen had gehad. Met een geleende buks zou hij het liefdespaar wel eens van de nok af knallen. Hij had op zeker moment macho Kauw in beeld, richtte de buks en haalde de trekker over. Wat gebeurde er? “Het was een waardeloos geweer” kraakte onze vaste supporter “want hij deed ‘plop’ en je zag de kogel in een boogje over het dak heen vallen”. “Gooien had nog beter geweest” vulde Carlo droogjes aan. “En de kauw bleef gewoon zitten?” vroeg ik. Ik kreeg al visioenen van Timon en mij, stenen gooiend naar die zwarte krengen op de vorsten van ons dak. “Hij lachte me uit” grapte vader Jaap. “Maar later had ik een goede buks en toen was het gauw raak. Op een zondagmorgen. Je had het moeten zien: Pang, raak! En binnen de minuut was het één kauw, al kauw. Het zag er zwart van in de lucht. Om bang van te worden. Dat rouwbetoon duurde zo’n 15 minuten. Toen was het over. En geen last meer gehad”. Aldus Jaap Hitchcock want het leek ‘The Birds’ wel. Plotseling klonk het laatste fluitsignaa l. Een wedstrijd is ook zo voorbij. Hoe was de uitslag eigenlijk? 9 -4 gewonnen. Best gegaan, jongens. -kk6/2004
GROEN ALS GRAS Zoals altijd is de vader des huizes op deze schitterende zaterdagochtend als eerste uit bed. Mijn concubine komt korte tijd later naar beneden. Best vroeg voor haar doen. Nu Timon nog, want we moeten straks te voetballen. Maar wat zie ik? Ria stormt vlak na haar entree met een teiltje de kamer uit, de trap op. Shit! Timon ziek, denk ik. Precies op zaterdag. Ik loop n aar de trap. “Is Timon ziek?” roep ik naar boven. Timon roept terug: “Nee. Mama.” “Oh gelukkig.” Op het parkeerterrein maakt het spelerskapitaal een goede indruk. Fris, scherp, geconcentreerd. Wat niet van alle ouders gezegd kan worden. Die kampen hier en daar nog met de naweeën van de Paasvee, zo te zien. Kahn vraagt nog voor het vertrek van de karavaan of hij vandaag “de kapitein” mag zijn. Ik wrijf even de vraagtekens uit mijn ogen en vat hem opeens. Hij wil graag aanvoerder zijn. Glimlachend kijk ik in de donkerbruine ogen van onze vluchteling en zeg dat het goed is. Grappig dat voor zo’n jochie aanvoerder nog een functie met gewicht is. In Julianadorp heeft heel F1 haast om het veld op te komen. Kahn blijft alsmaar in zijn gele shirt rondstappen. “We spelen vandaag in het groen, Kahn” roep ik naar hem. “Weet ik toch, trainer” antwoordt hij. “Eerst alles goed doen.” Als een echte vedette trekt en sjort hij lange tijd aan broek, kousen en veters. Op het veld van JVC illustreren de jongens de woorden van Hans Duin uit de Schager Courant. ‘SRC gaat een mooie toekomst tegemoet’. Het wordt een heerlijke 1 -6 voor groenwit. Wij vergeven Hans Duin de kleine verschrijving in zijn column. Hij verwees naar de huidige A1 als kweekvijver. Daar had F1 moeten staan. De A1 zal zoals wij allen weten binnen twee jaar wegzakken in de poel van drank, vrouwen, feesten en ander ongerief. Hetgeen SRC nog tot in lengte van jaren tot het niveau van de vierde klasse zal veroordelen. De mooie toekomst breekt voor SRC aan op het moment dat de huidige F1-lichting massaal de junioren A-status gaat overslaan. Een groots plan. -kk7/2004
GROEN ALS GRAS Een van mijn leukste ervaringen als coach bij de Effies. Het is al een jaar geleden. Maar de scène staat nog helder op het netvlies. Het was in Schagerbrug bij Vesdo. SRC F3 had een speler te weinig en Vesdo F1 had jongens over. Een gemoedelijk overleg vond plaats tussen de twee groenwitte coaches en de twee roodwitte coaches. De roodwitte coaches waren vrouwen, in dezen mogelijk een niet onbelangrijk detail. Na een draagtijd van negen minuten werd een voorstel geboren. Er volgde goed overleg met de twee teams. Wat was het onderhandelingsresultaat? Een speler van Vesdo werd in de SRC -formatie opgesteld! Geweldig toch dat zoiets kan? In een wereld van supportersgeweld, van scheermessenvoetbal en van Amerika tegen Irak lenen deze voetballertjes even een speler aan elkaar uit. Het werd een hartstikke leuk potje voetbal, geen onvertogen woord. Supporters die twee teams aanmoedigden. Overbodig te zeggen dat de vier coaches na afloop een uiterst bevredigende evaluatie hadden. Een van mijn ontroerendste ervaringen als coach bij de Effies. In de laatste minuten van de wedstrijd kreeg het jochie de bal keihard in zijn gezicht. Huilen. Als coach snel het veld op. Wrijven, troosten, jochie even mee naar de zijlijn. Tranen weg en nog een paar minuten meedoen. Na afloop in de kleedkamer. Drukte, douchen. En langzaam wordt het rustiger. Op zeker moment zijn alle spelertjes naar huis of naar de kantine. Op één na. Het jongetje van die harde bal. Hij draalt. “Is er wat?” vraag ik. Hij begint te huilen. “Nog steeds van die ene bal?” vraag ik. Ik vermoed dat het echte verdriet er onder zit. “Ja” knikt hij hartstochtelijk. “En wat nog meer?” vraag ik. Dan vertelt hij het. Zijn ouders zijn gescheiden. Eigenlijk wil hij van voetbal af. Hij vindt het niet meer leuk. Maar bij het voetballen ziet hij zijn vader. En anders mag hij van mama zijn papa niet meer zien. -kk8/2004
GROEN ALS GRAS Kleine jongens worden groot. Ik merk het aan mijn zoon. Dagelijks eigenlijk. Maar ik realiseerde het me de afgelopen week nog sterker in de aula van de Universiteit van Amsterdam. Neef Ralph achter het katheder. Tegenover hem een kritische commissie van professoren om hem te bevragen over zijn proefschrift. En in de banken een gehoor van honderd man, onder wie veel Schagenezen. Ooit stapte kleine Ralph rond op de familiedagen. Acht, negen jaar, Effie nog. Samen pielen natuurlijk. Neefje René erbij. Vader Ab, oom Berend. “Je hebt ze maar even te leen” zegt mijn schoonmoeder wel eens. “Ze zijn groot voor je het weet.” Dat bleek in Mokum. Ooit studeerde ik er zelf. Zoals de meeste jaargenoten vond ik het met de titel van drs. welletjes. Hoewel doctorandus ei genlijk betekent dat je nog doctor moet worden. Ralph pakte die handschoen wel op en afgelopen week was het zover. Hij promoveerde tot doctor, de hoogste wetenschappelijke graad. Is dat niet professor? Dat vraagt dan menigeen. Nee, professorof hoogleraar is geen graad. Het is slechts een baan, de hoogste functie aan de universiteit. Dat wordt Ralph misschien later nog eens. Net als mijn broer Piet. Goh, wat een geleerde familie! Na het officiële gedeelte met pedel (“Hora est”) en uitreiking van de rode kok er zwierven mijn vrouw en ik door de binnenstad van Amsterdam. Een nostalgisch retourtje studentenjaren natuurlijk. We streken neer op een terrasje op de hoek van de Herengracht. Bij ‘Ome Bertus’, waar een Turkse meneer een perfect broodje mozzarella klaarmaakte. Lentegroen aan de bomen, bootjes op het water, de drukte van de stad op de achtergrond. Soms lacht het leven een mens toe. De party was in de Schreierstoren aan de Prins Hendrikkade. Historisch pand dat zich het beste laat vergelijken met de slottorens van Grooff en Van Erp. Alleen hier geen musketten maar barkrukken en veel groenwit voetbalvolk. Veel bier ook. “Je hebt wetenschappers en je hebt voetballers” merkte Ralph in zijn dankwoord op. Tegen het einde van het feestje dook Luc van Gerven uit een mist van alcohol en rook naast mij op. De jonge vader sneed een curieus onderwerp aan. Na de worp ten huize van Roland Mohr verwachtte hij dat meerdere selectiespelers vader gaan worden. Gezien de leeftijdsopbouw van het keurkorps sprak ik mijn twijfe l uit. Of laureaat Ploeger moet zich geroepen voelen. Hij heeft immers ‘vaste’. Maar zien wij Joris vd Berg of Japie Vink al achter de kinderwagen lopen? Als bewust ongehuwde vader dan zeker. Vrouwen voor de neuk, niet voor de heb. Als dat een trend wordt kunnen we binnen afzienbare tijd verzorger (oppas) Van Gerven achter een langgerekte kinderwagen Groenoord op zien stomen. À la de mammoetstep van Van Lint maar dan met kinderzitjes. SRC, de modernste tweedeklasser van Nederland. Langzaam viel de avond ove r de bouwput voor het Centraal Station. Veel te vroeg ging de pomp dicht en moesten alle boeren uit Schagen treinwaarts. Prachtige dag. Bedankt neef!
-kk9/2004
GROEN ALS GRAS “Het was een topjaar. SRC kent een gouden periode!” Daarover waren voorzitter Vink en ik het eens. Al wierp Jac nog even tegen dat hij niet in een gespreid bedje terecht was gekomen. Oké Jac. We spraken elkaar op een mooi tuinfeest ter ere van ’50 jaar Siem Stam’. Wiens zoon Koen overigens ontbrak vanwege voetbalverplichtingen met AZ in Frankrijk. In dat verband zei ik tegen Willem -Jan: “Als Koen zo doorgaat, dan hoef jij straks helemaal niet meer te werken, man.” “Nou, ik ga niet op de zak van mijn broertje teren, hoor. Laat mij maar lekker aardbeitjes ver kopen.” Oké Willem-Jan. De resultaten komen vanzelf, als de organisatie maar goed is. Laatst moesten we met F1 om 9.00 uur aantreden op het B-veld. Op dat moment stapten Cees de Vries en Nic Beers net van het veld. Ze hadden lijnen getrokken met een nieuwe supermachine. Oké Cees. Oké Nic. In onze kleedkamer deed de lamp het niet. Collega Carlo zei voor de gein tegen Simon van Veko Lights: “Heb jij verstand van het licht?” Wim Post stond ook in de buurt. De volgende week deed de lamp het weer. Oké Wim. Op alle fronten klopt het op het moment bij SRC. De kantine, de familiedag, het D -kamp, de jeugdtoernooien, de schoonmaak, de Facet, het klaverjassen. Overal zijn mensen voor, de sfeer is goed en inderdaad… De resultaten vielen als rijpe appelen van de boom di t seizoen. De F1 vierde triomfen in de zaal en op het veld en leverde opnieuw twee finalisten bij de strijd om de penaltybokaal. Van de E-tjes werd Jim Hulleman uitverkoren door AZ. De A-junioren hadden een ijzersterk seizoen. SRC 2 deed tot op de laatste dag mee voor een niveautje hoger. En SRC 1 promoveerde met Pinksteren naar de derde klasse. Oké mannen. De verdediger van De Rijp die SRC het winnende doelpunt schonk is trouwens na de wedstrijd aangesproken door zijn coach. “Zou jij niet bakker worden in plaats van voetballer?” “Hoezo trainer?” “Nou, dan kan je alles opvreten wat je verkloot.” Oké De Rijp. Zo. Dan wordt het nu weer de tijd van de kleine ballen. Tennis, pingpong op de camping. Maar bedenkt u wel: hoe kleiner de ballen, hoe groter de kwallen. Sorry, een slip of the tongue. Ach nee, sinds er hele legioenen naar de golfgreens afreizen is ook daar het elitaire alweer vanaf. Gelukkig maar. Mag ik u allen een prachtige zomer toewensen?
-kk10/2004
GROEN ALS GRAS
Het was op een vrijdag in juni met schitterend weer. F1 en alle ouders hadden zich verzameld bij wat onlangs de ‘kippenboet’ van Veldboer is genoemd (Jaap Schilder dixit). Perfecte barbecue als afsluiting van een mooi seizoen. Simon achter de kachel op het terras. Sa lades en ander lekkers verkrijgbaar via de schuifpui. De honger van de jongens was gauw gestild. Dus dat werd ravotten in de tuin. Ouders aan de borrel bij de statafels. Verhalen. Ervaringen. Een terugblik op het leuke succesvolle voetbaljaar. Op zeker mom ent werden de coaches van F1 door de spelers gefêteerd. Zij werden meteen benoemd voor nog een jaar, zij het dat het team dan E2 zal heten. Spelers en ouders hadden kort overwogen om met het duo Van Basten en Van ’t Schip in zee te gaan, maar dat tweetal viel af wegens gebrek aan media-ervaring. Er werd geproost en Carlo en ondergetekende konden hun lol niet op met de verlenging van het contract. Zoals altijd met barbecues bleef één persoon dooreten. Het is trainer Hulleman niet aan te zien trouwens. De overige aanwezigen zochten hun heil in de drank. De schemering deed haar intrede. Stoere praat over eigen glorie kon niet langer achterwege blijven. En opeens klonk daar het belsignaal van Carlo z’n mobiel. Het was coördinator Elting die berichtte dat één van de coaches van F5 plotseling was overleden, Wif van der Linden… Wie zei je? Wif van der Linden. Het gesprek aan tafel kabbelde alweer verder, maar ik zei: ‘Jezus, Wif!’ ‘Kende je ‘m?’ vroeg Carlo nog. Ik beaamde het. Wif was op de PABO de jonge, gedreven, expressieve, knappe, humoristische, artistieke onderwijzer die wij allemaal wilden worden. We beleefden op de academie werkelijk een gouden tijd. In al die jaren daarna kwam ik hem af en toe weer tegen. Dan was het meteen weer als vanouds. Zijn pad is niet over rozen gegaan. Zo’n 10 jaar geleden stierf zijn eerste vrouw volkomen onverwachts. Ik zie Wif nog bij de kist staan. Twee kleine kinderen aan zijn zij. Bij Wif z’n uitvaart was het andersom. Daar stond zijn tweede vrouw. Twee kleine kinderen aan ha ar zij. Ik wens alle SRC-ers een mooi voetbalseizoen toe, maar Teun van der Linden het mooiste van allemaal.
-kk11/2004
GROEN ALS GRAS Het gras is zo groen in augustus en september. Ook in het voormalig notariskantoor in de Landbouwstraat was het gras zo groen afgelopen zondag, zo schitterend groen. Wij waren naar de tentoonstelling ‘Meesterlijk Schagen’, waarover de locale pers juichend was geweest. Zwager Louter was er ook met zijn gade. Het was echt genieten geblazen bij de werken van Bo k, Van Riessen, Koning, Hosman, Van Mondfrans, Verberne en vele anderen. Een feest van herkenning. Vooral voor Louter en Kager, beiden geboren en getogen in Schagen. Niet alleen kwamen tal van afgebeelde plekjes van het oude Schagen Rens en mij bekend voo r. Ook herinnerden wij ons uit onze kinderjaren de flamboyante Jan Koning met zijn eeuwige drollenvanger en het lange grijze haar dat onder zijn alpinopet uitkrulde. En het winkeltje van Koning in de Molenstraat werd opgenoemd, waar zijn werken destijds voor een grijpstuiver te koop waren. “Hadden we toen maar een voorraadje ingeslagen, Kees” maakte Rens me gek. “Dan hadden we nu niet meer hoeven werken.” Overigens was niet alles op de expositie mooi. Oké, er is geen criterium voor mooi, maar toch. Er hing ook vaag werk. “Wat is dat…?” Zwager Louter, ik zei de gek en onze meisjes van Laan stonden stil bij een schilderij van Xander Poelman. Het was zo groen als gras. Een groot doek. Het was helemaal hartstikke groen. “Dat is abstract” zei ik tegen verbaasd kijkende zwager Rens. “Dat is gewoon een grasveld” gaf hij terug. “Dat kan ik ook wel maken.” “Een voetbalveld. En dat voor 2500 Euro” voerde ik Rens nog een beetje. “Whaaat…?” riep Rens. “2500 Euro?” Hij keek onthutst naar het plakkertje aan de wand met de prijs van het kunstwerk. “Leuk hè” lachte mijn schoonheid. “Van Xander. Die heeft nog bij ons in Valkkoog gewoond. Zijn moeder vindt zijn schilderijen vooral zo spannend.” “Het gaat dus eigenlijk om de spannende dingen die daar in het gras gebeuren” legde ik Rens met genoegen uit. ‘Juist Rens” lachte zijn vrouw Emmy schalks. “Het is de fantasie die hier geprikkeld wordt.” “Voor 2500 Euro” wreef ik er nog eens in. “Daar moet jij een heleboel worsten voor verkopen, slager.” “Zeker weten” reageerde Rens. “En die drabzak hoeft alleen maar een pot groene verf tegen dat doek aan te smijten.” “Volgende week weer naar een echt voetbalveld, Rens?” stelde ik buiten voor. Hij grijnsde. -kk12/2004
GROEN ALS GRAS Na de training komt Kahn naar me toe. Hij tilt met de ene hand de andere de lucht in en kijkt me zielig aan. “Mijnheer coach, ik valde net daar en nou doet pijn.” “Dat is je duim, Kahn. Ging hij achterover?” “Ja. Doet pijn. Ik weet niet, als zaterdag spelen kan?” Ik zet mijn EHBO-pet op en betast voorzichtig het gewricht bij zijn duim. “Nou, meestal is het een kneuzing. Dat is een paar dagen pijnlijk en dan is het weer over.” “Dacht ik al” zegt de wijsneus en hij kijkt me guitig aan. Dan valt me de kuif op die met een pot styling gel op het donkere koppie is aangebracht. Er zit een vette knik in. Ik raak de kuif even aan. Ik zeg: “Verdorie Kahn, je haar is ook gekneusd. “Doet dat geen pijn?” “Nee, niet pijn” lacht hij. “Is mooi.” “Tot zaterdag!” roep ik, als hij met wat makkertjes van het AZC het veld af loopt. De buitenlandse spits van E2. Ik zal hem nog missen, als hij terug moet. Het hele team eigenlijk. Maar dat is de situatie met deze voetballertjes. Zo heb je ze, zo heb je ze niet. Vader Shamujev zei onlangs dat de uitspraak vande rechter op het asielverzoek van de familie nu elk moment kan komen. De spanning viel van zijn gezicht af te lezen. Na een tijdje zorgelijk praten maak ik maar een geintje. Wat moet je anders? “Alikhan moet maar onder contract bij Ajax. Dan gaat U niet terug naar Arme nië. Dan mag de hele familie in Nederland blijven.” Hij moet lachen. “Jij regelen. Dan wij allemaal gelukkig.” Ik maakte gauw het ho-gebaar. “Ik ben van SRC, niet van Ajax. Maar bij SRC doet hij het in elk geval heel goed.” En daarmee zeg ik niks teveel. Dat ventje beschikt onmiskenbaar over het Tor-instinct. Mooi voor hem. Maar nu die verblijfsvergunning nog. Die is nog veel mooier. -kk13/2004
GROEN ALS GRAS Met een kleurige enveloppe in de hand kwam hij thuis van de training. “Kijk pap.” “Wat is dat?” “Iets met een actie of zo.” “Oh, ik zie het al. Het is van de Grote Club Actie. Een bestellijst. Voor het bestellen van loten.” “Ja. Dat zei Carlo. Maar wat is dat dan? Net zoiets als de Nierstichting of zo? Of Beatrixfonds…?” Hetgeen om een verhandeling over het fenomeen Grote Club Actie vroeg. Wat zijn kinderen toch onwetend en lief. Ik besloot mijn uitleg met de aansporing: “Meteen vandaag gaan, Timon. Want anders zijn die apen van tandarts Nater al overal langs de deuren geweest. Voor de hockeyclub!” “O ja?” vroeg hij naïef “gaan die ook loten verkopen?” Hetgeen om een herhaling van de verhandeling over het fenomeen Grote Club Actie vroeg. Wat zijn kinderen toch… enzovoort. Ik vroeg me af of mijn zoon dom was of dat ik het niet goed had uitgel egd. In elk geval belandde de enveloppe op de piano. Er was volgens mijnheer geen haast bij… Samen gingen we de volgende avond op pad. Bij de eerste deur zag ik het al: een plakkertje van de Grote Club Actie. De gymclub uit Sint Maarten bleek langs geweest. Gelukkig wonen er in Valkkoog allemaal rijke lui. Omdat het Timon was namen ze gewoon nog een lot. Jan Rozing zelfs twee. En terwijl Jan zijn naam noteerde vroeg zijn schat van een vrouw om voor haar ook en lot van Timon te nemen. Thomas van de Berg wilde niet eens weten waar het voor was en tekende ongezien voor twee loten. Tegenstellingen zijn er overal. De enige vrek van het dorp vroeg door een kier: “Wat kan je winnen?” “Maar daar gaat het niet om. U steunt…” “Dan koop ik niks. Van niemand niet!” Ik sommeerde Timon om als SRC-er vooral bij Hans van Ketel van de s.v. Schagen aan te bellen. Dat deed hij. “Voor welke club loop je?” informeerde de directeur in ruste langs zijn neus weg “voor Schagen?” “Nee, voor SRC natuurlijk. Die zijn veel beter!” Een lachsalvo, twee loten en Hans z’n finewriter waren het loon voor deze adequate reactie. De vrouw van SW’s fotograaf Moussault had opdracht gekregen om iedere collectant keihard “Nee..!!!” toe te roepen. Achtergrondinformatie: Marc trad dit jaar voor het ee rst op als coördinator van de collecte voor de Dierenbescherming, afdeling Schagen & Omstreken en was de wanhoop nabij. Maar Marga, oud -hockeyster,nam van Timon een heel sportief lot af. “Hoeveel moeten we er eigenlijk?” vroeg de Club Kanjer na vijftien h uizen. Het was donker en vies buiten. Ik wilde beginnen aan een herhaling van de herhaling van de verhandeling over het fenomeen Grote Club Actie. Ik vroeg me af of mijn zoon dom was of dat ik… Opeens sloeg de kerkklok acht keer. “Goede Tijden, Timon. Het is mooi geweest. We gaan naar huis!” -kk14/2004
GROEN ALS GRAS
Een sterrenteam kan zomaar zijn glans verliezen. Kijk naar Real Madrid. Kijk naar Ajax. Kijk naar Hollandia. Kijk naar ZAP. Jaren van hosannah. Groei & Bloei. Vereniging in de lift. Enthousiaste pers. Een en al euforie. En dan opeens… door aanwijsbare oorzaken of niet. Opeens pakken donkere wolken zich samen. Zoiets dreigt bij het kleine sterrenteam van coaches Carlo en ondergetekende. Sterren tussen aanhalingstekens, dat spreekt voor zich. Eigenlijk wint deze lichting al een paar jaar alles wat er te winnen valt. Er is sprake van snelle groei. Leuk om te zien dat spelvreugde en ontwikkeling hand in hand gaan. Ook dit seizoen als E2 startte het spul goed. Ruime en krappe zeges werden aaneen geregen. Af en toe constateerden de coaches gnuivend dat er patroontjes zichtbaar werden. (Groot-)ouders op een enkele zaterdag trots, omdat hun rakker zelfs tot een individueel hoogstandje in staat bleek. Heerlijk allemaal! Maar nu. Wat hangt ons nu opeens boven het hoofd? Van een groep van negen E-tjes lijken we er de komende maand zomaar drie kwijt te raken.
Eenderde deel oftewel 33%. Dat is niet een, twee, drie op te vangen. Waar vliegen de talenten heen? Jari voor een paar maande n naar de ziekenboeg. Twee benen in het gips. En hopen dat de spieren willen lengen. Een Veldboer wens je toe dat er licht schijnt aan het eind van de lijn. Tim stort zich vooralsnog een half jaar op de tennissport. Turbo Tim beschikt over explosieve krach t in de kuiten, maar ook in de armen. Hij schijnt granaten naar de andere kant van het net te versturen en daar zijn moderne tennistrainers gek op. En dan onze international, Kahntje. Zijn familie moet het land uit na een verblijf van vijf jaar in Nederlan d. Nico Komen maakte van de week nog het geintje dat de transfertermijn allang gesloten is. Alleen als papa Shamujev met 1700 Euro over de brug komt wil de immigratiedienst nog een beroepszaak tegen de uitspraak van de rechter afwachten. Dat geld is er natuurlijk niet. Afgezet tegen zo’n menselijk drama is het probleem van E2 nog steeds een probleem, maar zullen we dat ook maar heel gauw tussen aanhalingstekens plaatsen? -kk15/2004
GROEN ALS GRAS “Ga je mee wandelen, Timon?” “Nee.” “Het is er heerlijk weer voor, joh, en het is vakantie.” “Nee.” “Je kunt toch niet de hele dag binnen gaan zitten.” “Waarom niet?” “Daarom niet. Alleen Fox Kids op de TV of FIFA op de computer. Daar word je sloom van.” “Nou, Carlo heeft het na de training zelf gezegd. Jongens, in de herfstvakantie is er geen voetbal en geen training. Dus pak je rust.” “Jamaar… Nou ja, oké. Dus je gaat niet mee?” “Waar gaan jullie dan?” “In Het Zwanenwater. Daar is het nu zo mooi. Al die herfstkleuren.” “Kort of lang?” “Wat?” “Je kunt daar een korte route en je kunt een lange route. Welke nemen jullie? Ik ga alleen mee, als jullie de korte doen.” “Ach joh, er is daar alleen maar een korte route en een nóg kortere…” “Jullie gaan altijd hartstikke lang.” “Echt?” “Ja. In Oostenrijk zeiden jullie steeds: ‘We zijn over de helft, Timon, het is nog maar een klein stukkie.’ En dan moesten we nog een hele tijd.” “Oké, dan niet. Wij gaan nu. Jammer, want de vorige keer hebben we nog zo gelachen bij die observatiepost op het water.” “Met die gaten?” “Ja, die tochtgaten.” “Dat waren kijkgaten, dan kon je de vogels beter bekijken.” “Ja precies. En ik zei dat ze die beter konden dichtspijkeren vanwege de tocht op je ogen.” “Mama kende alle vogels.” “Hoho, ik wist er ook één.” “De kruikenduiker. Lachen.” “Wat ga jij nu doen?” “Ik ga een mooie tekening maken voor ome Ab, omdat hij zo ziek is.” “Dat doe je goed. Wat wordt het?” “Ik teken een beker en eronder schrijf ik: de 1 e prijs voor dappere strijd.”
-kk16/2004
GROEN ALS GRAS In de wereld van succes, megacarrière, Dolce Gabbana, BMW X5, Golden Goals, zonnebanken en Orange, the future is bright loop ik soms verwonderd rond. Alles glamour, alles Get it if you want it. Mijn oudste dochter gaat met Koen, de zoon van kruidenier Stam, mee naar de A1 van AZ. Ze spelen tegen Vitesse. Op Groenoord zet Gerard Hulleman Tony, de keeper van E2 af en hij stapt in de grootst denkbare Volvo Stationcar. Op weg naar de Arena, verklaart hij, want Jim, zijn andere zoon, moet met de D1 van AZ tegen de D1 van Ajax. Aangekomen bij de accommodatie van SRC meldt Simon Blaauwboer dat zoonlief Tim niet voetbalt, want hij werkt deze ochtend een zware conditietraining af onder de hoede van zijn tennistrainer. Wie zo goed als Agassi of Kurten wil worden, zal vele uren trainingsarbeid moeten verrichten. Ik hef mijn ogen even ten hemel en zie een zwaan van de KLM vliegen. Daar gaat Tim. Een schone stewardess aan zijn zijde. Ticket is businessclass natuurlijk. Daarna ondergebracht in een vijfsterrenhotel, het publiek in Melbourne aan zijn voeten, de zoveelste toernooizege in het profcircuit binnen handbereik. Wat is de E2 van SRC eigenlijk nog? Timon en Mark willen ook al naar AZ of Ajax. En Stef Tijsen loopt in gedachten al in San Siro rond. Of zijn dat meer de gedachten van vader Dirk? Op een en dezelfde zaterdag kan de moderne wereld mij ernstig duizelig maken. Gelukkig zijn er een paar vaste waarden in het leven en daar hou ik me maar aan vast. Als 12-jarig jochie kwam Koen Stam ooit bij ons om de hoek. Mee met Masha. De eerste opmerking na zijn entree luidde: “Ik moest van mijn vader zeggen dat je helemaal niet kan voetballen.” Dat was vijf jaar geleden. Intussen zijn we vijf jaar verder en de jongelui hebben hun tweede afspraakje. Dat is modern. See you met een frequentie van eens in de vijf jaar. Rielèèèèèkst maannnn…!!! Maar goed. Vader Siem begint tegen Masha over het talent van haar broertje Timon. Hij heeft er over gehoord van zijn zoon Joris. Die is weer trainer van Timon bij SRC. Heerlijk toch, zo’n kl eine wereld. Alles overzichtelijk. En dan komt de kreet van de kruidenier: “Hij is sowieso beter dan zijn vader, want die kon er vroeger helemaal niks van.” En dat bedoel ik nou met die vaste waarden in het leven. Waar zouden we zonder zijn? Timon moet eer st maar eens voor de E1 van SRC gaan, vind ik. -kk18/2004
GROEN ALS GRAS
Hoogmoed komt voor de val. Mooi spreekwoord. Betekenis: hovaardij wordt gevolgd door ondergang, schande. Kijk, als er jongens, ouders, coaches, jazelfs columnisten over AZ of Ajax of AC Milan gaan praten, dan is dat de goden verzoeken natuurlijk. Oké, de jubel was niet helemaal misplaatst. Alles nog gewonnen. Voorsprong van vijf punten op de nummer twee van de competitie. Prachtig doelsaldo opgebouwd. Soepel draaiend team, nauwelijks een zwakke plek te bekennen. Maar ja, als dan E-tjes van acht, negen jaar (mogelijk daartoe aangezet door hun omgeving, wie zal het zeggen?) over AZ of Ajax gaan beginnen… Beetje hoog in de bol, denk? Is dat niet vragen om een afstraffing? En daar ging het spul. Collectief de bietenbrug op. Uit bij JVC. De concurrent voor de titel. Een 3 -2 verlies. Pijnlijk! Tuurlijk, het was vroeg. Het was koud. Het was nat. Op de zaterdagmorgen om acht uur vertrekken naar het barre noorden. Spetters tegen de ramen, wind. Naar Julianadorp, u weet wel, bij de zee. Watertemperatuur drie graden Celsius. Niet dat E2 te water moest, maar het idee. Waterkoud en een wind die pijn doet bij de slapen en aan het voorhoofd. En dan van SRC zijn en in een korte, wit te broek het veld op moeten. Nee, dat zou (ouders van) E-tjes niet aangedaan moeten mogen worden. Toch? En dan ’s morgens voor achten nog een afbericht. En er was al geen wissel. Maar laat ik de litanie niet te lang maken. JVC was zo sportief om ook met een mannetje minder het veld in te gaan. Zij hadden wel drie wissels. SRC dus niet. En dat verschil kwam nou precies tot uitdrukking in de cijfers. Bij de rust een 0 -2 voorsprong voor SRC. Een beter SRC. Voldoende energie. Automatische inzet. Betere techniek. Na de rust de ineenstorting. Geen samenwerking meer tussen de linies. Vermoeidheid. Toenemende druk van de tegenstander. Dan maar de beuk erin? Tja, nee dus. Niet de bereidheid om het flegma af te leggen en de mouwen eens op te stropen. En daar ging het spul. Collectief de bietenbrug op. Een 3-2 verlies. Ai! Ze zaten er stilletjes bij na afloop in de kleedkamer. Beetje ontdaan ook. Voor de eerste keer verloren. Pijn in de benen. Pijn in de ziel. Goede les. Ook verliezen moesten die apen eens meemaken. -kk19/2004
GROEN ALS GRAS Tegenwoordig is voor tieners de ‘Vernes’ het decor als ze voor de allereerste keer uit mogen. De ‘schoolparty’ bij Gründmann. Een spektakel op de woensdag in elke schoolvakantie. Ik wist niet wat ik zag toen ik mijn do chter van 14 wegbracht. In lange rijen stonden ze buiten op de Loet. Tot Lode Pesch aan toe. Een gonzende menigte. Geroep, gegil. Politie…! En wij dan? Als knapen van 15 betraden wij op een zaterdagavond het voorcafé bij ‘Huiberts’. Sinds jaar en dag het clubhuis van SRC. Stamlokaal van hele generaties groenwit. Wij mochten er biljarten van onze vaders en moeders. Die had je toen nog, vaders en moeders. En om half één thuis. De serene stilte in ‘De Roode Leeuw’ op de zaterdagavond. Op een hoek van de bar de oudere jongeren van Boersen, Zwart, Groenveld, Louter, De Ruyter, Redecker en nog zowat. Bij een biljart was een groepje jongens van de lichting boven ons: Nico Dol, Joop Hoosemans, Francois Kortenaar, Jan Bruin en nog een paar. Zij speelden het spel me t de keu en de ballen en bespraken onderwijl gniffelend waar ze dit spel later op de avond konden voortzetten. Ze begroetten ons joviaal als groentjes aan het front. Er kwam een mevrouw naar ons toe. “Jullie kwamen biljarten?” “Ja mevrouw.” “Zeg maar Emmy, hoor. Oh, ik zie het al… allemaal bekende koppies. En willen jullie wat drinken?” “Pils natuurlijk.” Zo begon het. De jongens naast ons regelden de muziek. Uit de jukebox klonk het ingetogen ‘Oh well, part I’ van Fleetwood Mac. En als het nummer af was, dan volgde –U raadt het- ‘Oh well, part II’. Van dezelfde artiesten. Gruwelijk veel plezier hadden we. Niet in de laatste plaats om de praat en de grollen die van het andere biljart tot ons kwamen. Het clubje kreeg al ras een voorbeeldfunctie. Ik probeer n u nog steeds te fietsen zoals Jan Bruin dat doet. Jan kan zo langzaam fietsen dat hij net niet omvalt. Ik vind dat zo knap. Op elke meter een surplace, de verstilling in persona. Later op de avond vertrok die club. Ze leken nog huishoudelijke activiteiten op het programma te hebben. In een naaiatelier of zo. Het bevreemdde ons danig. Wij waren groen als gras. Het einde van ‘De Roode Leeuw’ is in zicht. Clubhuis van SRC tot aan de opening van Groenoord in 1971. Het café op de Markt dat onder intimi bekend s tond als ‘Café Huiberts’. Een gek idee. De Markt zonder ‘De Roode Leeuw’. Wel passend bij het einde van het jaar. Afscheid van Cor & Emmy. -kk20/2004
GROEN ALS GRAS De vakantie begon met de viering in het kerkje van Valkkoog. Optreden met het gelegenheidskerstkoor. Een volle kerk. Timon verveelde zich stierlijk ondanks de geslaagde bijeenkomst. Maar ja, kinderen denken vaak anders over geslaagde bijeenkomsten. De volgende dag had hij nog een leuke opsteker voor me. “Weet je wat Hans van Ketel in de kerk tegen me zei, pap?” “Nou?” “Je vader kan beter zingen dan voetballen.” Na de kerst met een vriendenclub richting Duitse grens. Het was donker en mistig onderweg. Toen wij er te Onstwedde kwamen, had het eerste ongeval al plaatsgevonden. Joop Hoosemans was uitgegleden op het trappetje naar zijn slaaphut en zat met een dikke knie. Die heeft de verdere week dvd’s gekeken en borrels gedronken die Timon hem serveerde. Commentaar van het slachtoffer zelf: “Wees maar voorzichtig, Timon. Zo ben je nog topvoetballer en zo ben je invalide.” Wat doet een groep vrienden in een vakantieverblijf? Darten is best moeilijk. Timon had aan één bord genoeg. Ik heb het tweede bord er naast gehangen om wat punten te scoren. Ik probeerde zoonlief wijs te maken dat oudere mensen dat mogen. Hij trapte er niet in. Puzzelen ging me beter af. “Pap, inwoner van Estland, woord van drie letters. Est denk?” “Nee, lul.” “Pahap, uit Estland, drie letters…” Ik hield vol. “Lul.” “Dat past niet eens, joh.” “Timon, iemand die in Estland gaat wonen moet wel een lul zijn.” “Naar jou luister ik niet meer.” Op de terugweg een fraai plaatje boven de Afsluitdijk. Een troep ganzen in V-formatie. Ik maak Timon erop attent. We staren door de voorruit. Opeens .. flatssjj..!! Ik deins achteruit van de schrik. Een slappe bruine poepstreep op het raam. Timon lacht. Een seconde later is het nog een keer .. flatssjj..!! De jongen achterin komt niet meer bij. Furieus roep ik: “Snotver Tiem, kom hier met die dartpijlen. Dan zal ik er eens een in d at beest z’n reet gooien!” De jongen ging helemaal vlak op de achterbank. Pas in Valkkoog was hij in staat om weer overeind te komen. Thuis hoorden we, dat SRC winnaar was geworden van het kersttoernooi voor E-teams. De beker bleek de ‘Ab Ploeger-bokaal’ te zijn gedoopt. Stukje PR gemist kennelijk. “De beker van ome Ab, pap. Hadden we dat geweten, dan waren we eerder thuisgekomen. Toch?” “Dat was mijn gedachte ook, Timpie.” -kk1/2005
83
GROEN ALS GRAS Zij zijn niet groen als gras. Nee, zij zijn grijs als duiven. Met zij bedoel ik de vutters van SRC. Vrouwen en mannen die niet meer in het arbeidsproces zitten en meermalen in de week naar Groenoord komen om klussen te doen. Wat zou SRC zijn zonder de inzet van die ploeg vrijwilligers? Wie maakt dan de tafels en stoelen in de kantine schoon? Wie schrobt de vloer? Wie doet de was? Wie loopt de kleedkamers na? Er zijn lampen gesneuveld in het weekend. Een kraan lekt. Ergens ligt een prullenbak op zijn kant en de rotzooi ligt door de hele gang. Op het hoofdveld zijn met slidings enkele diepe voren getrokken. Aan de achterzijde van de kleedkamers moet dringend geschilderd worden. In enkele stortbakken worden rollen WC papier aangetroffen. De lijst kan moeiteloos aangevuld worden. De lij st van schoonmaakwerk, van normaal onderhoud en van reparatiewerk als gevolg van vandalisme. Nic. Beers treedt zo’n beetje als aanvoerder op van deze club. En ik heb van Jan Verduin begrepen dat Nic iedere maand op de vergadering van het Algemeen Bestuur van SRC voordraagt uit eigen werk. Toiletten die bevuild zijn. Rotzooi die door de gebruikers (vaak de eigen leden) achtergelaten is. Lampen en raampjes die al dan niet moedwillig ge sneuveld zijn. De ergernis over dit soort zaken is dan van Nic. zijn gezicht af te lezen en er volgt een wanhopig: “Waar is dat nou voor nodig?” Hij besluit zijn betoog met een opsomming van zaken die in eigen beheer aan de accommodatie zijn gedaan. Zonde r deze club van vrijwilligers zouden opstallen en terreinen van SRC binnen de kortste keren in verval raken. Het verdriet van het Algemeen Bestuur zit er eigenlijk in, dat het vele werk dat achter de schermen gebeurt door zoveel (jeugd)leden maar matig op waarde wordt geschat. Blijkbaar is kapotmaken heel normaal en alles een week later weer perfect aantreffen óók. Begin dit jaar zijn door de onderhoudsploeg alle kleedkamers betegeld en in de verf gezet. De toiletten zijn wegens aanhoudend vandalisme uit de kleedkamers weggehaald en centraal geplaatst. Alles ziet er weer gaaf en spic & span uit. Zullen we het zo houden?
-kk-
2/2005
Facet 7 – Jaargang 58 – 1 september 2011
GROEN ALS GRAS
Beetje bijzonder is het wel. Met de E2 van SRC voetballen tegen de E2 van Schagen in de Niedorphal in Winkel. De logica is de jongens niet uit te leggen. Het enthousiasme is er overigens niet minder om. Eerst langs het AZC aan de Nes om Kahntje op te halen. Van de mijnheer van de beveiliging mogen we het terrein op, als we binnen vijf minuten terug zi jn. Dat beloof ik. We haasten ons naar caravan 26. Timon zegt: “Het lijkt net een gevangenis, pap. Maar deze mensen hebben toch niks fout gedaan?” Bij het onderkomen van de familie Shamujev staat de deur wijd open. Kahn kijkt blij uit zijn donkerbruine ogen, want voetballen is alles voor hem. En vader schudt tweemaal mijn hand: “Dank u wel voor halen brengen Kahn voetbal, dank u wel.” Er duikt een volwassen jongen op die vraagt of er nog plaats is in de auto. Onderweg naar Winkel vertelt hij dat zijn familie wacht op een uitspraak van de rechter. Net als de familie Shamujev. Ik vraag losjes: “En als jullie terug moeten?” Zijn gezicht verandert in een strak masker en hij antwoordt: “Mijnheer, wij kan niet terug naar Armenia, wij zijn Koerden.” Voetballen binnen bevalt onze international in de winter veel beter dan voetballen buiten.In de decemberkou was Kahn hopeloos uit vorm. Op een zaterdag kwam hij in de rust bij me langs: “Mijnheer Kees, ik kan vandaag niet scoren. Mijn voeten zijn bevriest!” Maar op deze zaterdag in de Niedorphal werkt hij hard en scoort hij gelukkig weer een keer. Tegen Schagen…denkt u er even om. Tegen Schagen tellen de goals dubbel. Maar E2 bestaat niet alleen uit een allochtone vriend. De beheerste schuiver van Jari was een belangrijke binnenkomer. En invaller-doelman Tom Pancras sleepte de ploeg er met een paar knappe reacties doorheen, toen Schagen even aandrong. Tweemaal winst op Schagen. Dan zijn coaches gelukkig, hoor. Maar de grootste winst was, dat Stef eindelijk deed wat de co aches zo graag van hem zien. Niet voorin wachten op een lange pass van Mark of Timon. Van achteruit voetballen. Kappen, draaien, versnelling, pass. Combinatie. Opnieuw kap, draai, pass. En ook van achteruit komt er een scoringsmoment. De winnende goal in de tweede partij verried brille. -kk3/2005
Ik kom op een vrijdagmiddag uit school. Er is niemand thuis. Of toch? Jawel, Masha zit boven op haar kamer. Broodje maken, koffie zetten en natuurlijk de krant. Altijd eerst naar de sportpagina. Ik tref een verhaal met foto aan over een jongeman uit Wieringerwerf, ene Ferdy Kaleveld. Hij zaalvoetbalt bij ’t Hoornsche Veerhuys en mag met de selectie van Oranje mee naar Tsjechië. Leuk voor hem, maar ik ken ‘m niet. Dus sla ik een andere pagina op. Als ik even later mijn tweede kop koffie inschenk gaat de bel. Ik open de voordeur en zie een aardig uitziende jongen staan. Zijn gezicht komt me vaag bekend voor. “Goedemiddag. Ik ben Ferdy en ik heb afgesproken met Masha.” Hij steekt een hand uit. Aarzelend steek ook ik mijn hand uit. Het kraakt in twee bovenkamers. In die van mijn dochter letterlijk, in die van mij figuurlijk. Ferdy, Ferdy, eh… “Hallo, ik ben de vader van Masha.” Ferdy, Ferdy, die naam… En die kop... Waar ken ik hem van? Dan weet ik het. Het is de jongen van het interview. “Oké, kom binnen” zeg ik met een zuinige glimlach. Zuinig, want ik vertrouw in principe geen jongeren. Zeker niet als ze achter mijn dochter aanzitten. Maar het is ook een kwestie van beroepsdeformatie. Als ik me op school even omdraai is het geheugen uit een PC weg. En wat gebeurt er als ik me thuis even omdraai met een Kaleveld in huis? Ik bedoel maar. Toch maar een praatje maken. “Ik las net een leuk verhaal over je in de krant.” “Oh, staat het er vandaag in? Ik heb de krant nog niet gelezen. Die journalist belde me van de week op. We hebben een kwartiertje met elkaar gesproken. Hij stuurde ook nog een fotograaf langs.”Ik geef hem de krant en hij kijkt naar de foto. “Leuk om eens in mijn eigen regio in de krant te staan” zegt hij lachend. “Meestal sta ik in de Hoornse editie, want daar voetbal ik.” “Daar weet ik wel wat op” zeg ik gauw. “Bij Scagha gaan voetballen, bedoelt U?” Dat heeft hij snel begrepen. Die opmerking pleit voor hem, vind ik. “Ja precies. En op het veld meteen maar bij SRC.” “Scagha heeft me wel gevraagd dit jaar.” “Dan heb jij een fout besluit genomen.” Het klinkt hard. Hij lacht verlegen. “U kent Scagha?” “Kennen? Man, het is familie van me. Meerdere spelers zijn neven van Masha.” “Oh.” “We stonden gisteravond nog op een feestje waar de selecties van Scagha en SRC aanwezig waren. Bruiloft van Ralph Ploeger. De training van SRC was ervoor afgelast.” “Ongelooflijk.” “Wat bedoel je?” “Nou, dat die training niet doorging.” Die opmerking vind ik weer minder. Pleit beslist tegen hem. Al beperkt hij de schade met zijn uitleg. “Dat zou bij Hollandia niet kunnen.” “Vertel eens, Ferdy, hoe beland jij vanuit Wieringerwerf in Hoorn voor de voetbal? Of heb je liever dat ik Masha roep?” Hij lacht weer verlegen en durft duidelijk schoonvader niet te bruuskeren. “Ik zaalvoetbal nog maar pas. Ik heb altijd in de jeugd van Volendam gevoetbald. Maar de trainer die mij had opgeleid werd ontslagen. Wisman was dat. En toen moest ik ook weg. Mijn vader had connecties in Zwaag en daar ben ik toen begonnen met zaalvoetbal. Op een toernooi waar ’t Veerhuys ook deelnam werd ik benaderd door hun coach. Ik was ook al gevraagd door Scagha. Die waren net gedegradeerd uit de eredivisie. ’t Veerhuys speelde wel op het hoogste niveau. Dat sprak me wel aan. En met de coach klikte het meteen.” Met mijn dochter kennelijk ook. Dat laatste zei ik niet, ik dacht het. Maar aan een intree in de familie verbind ik natuurlijk wel een paar voorwaarden. Scagha en SRC om precies te zijn. Of hoort een schoonvader zich daar niet mee te bemoeien? -kk4/2005
GROEN ALS GRAS GROEN ALS GRAS Een wintervakantie. Het was een wintervakantie in eigen land. Zo’n sneeuwlandschap hadden we sinds 1979 niet meer gezien. De aanblik op woensdag 2 maart toen ik de rolgordijnen opende was werkelijk adembenemend. Een hoogpolig wit tapijt bedekte de buitenwereld. Dikke sneeuwlobben op konijnenhok en fietsenboet. Elke tak van boom en struik ging eronder gebukt. Meten kon ditmaal niet in millimeters of centimeters. Er lagen decimeters en de lucht leek zwaar van nog veel meer. De weg was in Valkkoog op het vroege uur nog maagdelijk. Geen enkel spoor in de sneeuw. Zelfs niet van de krantenbezorger die op deze dag een krant met een stuk over SRC zou bezorgen. Ik moet de krant nog steeds krijgen… Timon kwam makkelijk los van Fox Kids. Sneeuwruimen was het parool. De auto’s uitgraven en een pop in de tuin maken. Heel gezond, heel goed voor de conditie maande ik mijn zoon als hij wilde afhaken. En toen de rest van de familie wakker was natuurlijk sneeuwballen gooien. Shit, eentje in mijn nek! Later ging er een sneeuwschuiver door het dorp. Toen mochten Timon en ik de auto’s opnieuw uitgraven. Daarna naar het bosje van Petten, camera mee. Valkkoog in de sneeuw was schoon. Het bos in wintergewaad overtrof het. Op het ene pad een verstild kersttafereel, op het andere passeerden langlaufers. Zelf gleden we met de slee van het hoge duin af. Wat een pret! De volgende dag waren de wegen alweer zwart gereden. Ik haalde onze zoon op bij ee n vriendje. Timon had in de sneeuw en zelfs op het ijs gespeeld, zei hij. Zijn tenen tintelden en van hem mocht de winter wel stoppen. Door de opstekende wind vormde zich bij elk damhek een sneeuwbank. Vlakbij buurtschap Tolke meende ik via de sporen van voorgangers door zo’n hoop heen te ploegen. Komt er van de andere kant een auto met vrouw aan die in hetzelfde spoor duikt. Ik moest in een oogwenk beslissen. Of de vrouw penetreren of de Tiefschnee. Had ik mijn roer maar recht gehouden, ze was hartstikke mooi. -kk5/2005
GROEN ALS GRAS John Panne vroeg me vorige week of het jubileumboek al af was. John is voorzitter van de commissie die het totale jubileumfeest regisseert. Misschien werd hij un peu nerveux. De data van de feestelijkheden naderen en de verwachtingen zijn hooggespannen. Niet alleen voor het boek, maar ook voor de wedstrijd tegen AZ, voor de toernooien, voor de officiële receptie van de 75-jarige en voor de massale bijeenkomsten in de feesttent. Ik kon Panne naar eer en geweten antwoorden, dat de teksten conform de afspraak half maart helemaal klaar waren. “En er is een titel, John. ‘Alles voor Groenwit’. Ondertitel: verhalen over 75 jaar SRC.” “Schitterend!” sprak de voorzitter. U zult in de uitgave trouwens geen opstellen van jongeren aantreffen. Ondanks herhaalde oproepen in de Facet om een leuke belevenis te noteren die met SRC, met de lol op de training of in een wedstrijd te maken had. De redactie kon dat begrijpen. Voetballen is immers veel leuker dan schrijven over voetbal. Wel ontving de redactie het verhaal van een vader… een aanrader! De laatste maand van het traject was gevuld met foto’s. Foto’s, foto’s en nog eens foto’s. Het duizelde ons af en toe, maar het was ook gaaf. Jan Verduin, de historicus van de redactie, diepte ze op uit archieven, plakboeken van (oud-)leden en uit de collecties van persfotografen. Uit het archief van de gebroeders Niestadt dook hij een foto op die de consternatie in beeld brengt na de beenbreuk van Sjaak Redecker op 30 maart 1970, 2 e Paasdag (SRC-VIOS). Peter Groenveld voelde bij het zien van die plaat opnieuw de opwinding: “Aan de overkant van het veld kon je het horen. Sterker nog, ik was er bij en ik hoor het nu nóg kraken!” Ook passeerde een foto van een sportdag op de Nieuwe Laagzijde. Clo se finish van een sprint, vier meiden met verkrampte gezichten. We herkenden er niet één. Later mailde Jan de namen door. Hij vermeldde en passant dat op dezelfde dag de 3 e prijs bij de jongens adspiranten werd gewonnen door… ene K. Kager. Trots mailde ik Jan terug dat ik inderdaad snel was en graag wilde horen wie er sneller waren. Ik vermoedde Pieper en Gerard Beemster. De laatste was destijds onze linksbuiten. Hij droeg de bijnaam Quicksilver S naar de hengst die toen furore maakte op Duindigt. Het lag a nders. Beemster was 4 de geworden. Pieper was juist, nummer 2. En de winnaar heette N. Mulder, voor Jan een volslagen onbekende. Voor mij niet, mailde ik weer terug. Mulder was een familie uit Oudesluis die de kinderen ook op de Aloysius had lopen. Nico Mulder zat een klas boven mij, hij was gruwelijk snel. En met zijn zus Gitta ben ik later nog geweest. Niet snel. Nog later hoorde ik dat zij in de antroposofische zwakzinnigenzorg was gegaan. Altijd al gedacht dat er iets bijzonders met haar was. Maar kunt u zich nu voorstellen dat de zittingen van de redactie voor het jubileumboek af en toe feestjes waren? -kk6/2005
GROEN ALS GRAS “Moet je dat nou zien. Het is toch prachtig dat dat nog kan?” Het was na de wedstrijd bij ZAP. Ik had het zelf niet in de gaten. Trudy Komen maakte me attent op het tafereel. We waren met alle spelers, ouders, begeleiders en andere belangstellenden onderweg van veld B2 naar de kleedkamers. De kleine Mark de Vries liep gelijk op met een jongen van ZAP E1. De ZAP-per was ruim een kop groter. De twee hadden een levendig gesprek. Een plaatje als je bedenkt dat Mark in de rust nog had geroepen: “Die grote lullen douwen hartstikke en die scheids fluit nergens voor. En dat doelpunt was hands!” De sfeer langs de lijn was bepaald onvriendelijk geweest toen een speler van ZAP de bal overduidelijk met de hand meedroeg en van dichtbij 1 -0 aantekende. Er werd door de (jeugd)scheidsrechter niet voor gefloten. Coach Carlo en coach ik willen zo’n jong binkie niet openlijk afvallen. De arbiter is hoe dan ook de baas. Bovendien ervaart het team, dat ook een scheids fouten kan maken en dat je dat zult moeten accepteren. Al is het zuur als de fout in je nadeel uitpakt. Maar…. De (jeugd-)scheidsrechter kan wel begeleid worden door de eigen c lub. De coach van ZAP E1 stond aan de overkant van het veld en zag de handsbal. In plaats van te juichen om het doelpunt had hij binnen de lijnen kunnen treden en tegen de scheids zeggen: ”Sorry, je kon het misschien niet zien. Maar de speler maakte hands . Dus het is een vrije trap voor SRC.” Dan had hij een daad van sportiviteit gesteld. De taak van een coach is ook opvoeden. De man liet dit echter na. Dus kreeg hij commentaar van enkele ouders uit Schagen. Zij riepen:“Wees eerlijk, het was toch zeker ha nds!?” De fanatieke coach van ZAP ontstak in woede. “Wat zeuren jullie nou, hij heeft het toch niet gezien? Dan gaat het spel gewoon verder.”Eigenlijk heel erg, deze opvatting. De coach zou door zijn club op het matje geroepen moeten worden. Hij liet (klein) onrecht bewust op zijn beloop. Als we zo al met kinderen omgaan, hoe moet het dan goedkomen met de normen en waarden in deze maatschappij? Terwijl sommige ouders mopperend van het veld gingen had Mark alweer een leuk gesprek met een tegenstander. Gelukkig dat er kinderen zijn om de verhitte gemoederen van de volwassenen zonodig tot bedaren te brengen. Sasha was een (onbestrafte) aanslag op zijn benen allang vergeten. Hij vroeg met het zweet nog op zijn voorhoofd aan Timon: “Zullen we vanmiddag spelen?” -kk7/2005
GROEN ALS GRAS Op de training winnen we altijd van ze. Zij moeten het hebben van hun lengte en hardheid. Wij kappen de mannetjes effe uit en dan een mooi passje. Ons samenspel is beter. De vrije trappen schieten wij zo in het doel. Zij staan onderaan in de poule. Wij hebben van HCSC en van WGW gewonnen en die waren allemaal een jaar ouder. Zij hebben nog geen wedstrijd gewonnen. Zij hebben van ZAP verloren met 8-1 en wij met 6-4. Dus kunnen wij van ze winnen met minstens 3-2. Maar het wordt wel meer, hoor. O,o. Wat kwamen de mannetjes van E2 bedrogen uit. Ze zouden wel effe dit en ze zouden wel effe dat. Nou, niet dus. E1 bleef met het merendeel van het team achterinhangen. En met de counter als wapen versloegen zij E2 op een voorbeeldige manier. Zelden een ploe g zo effectief zien counteren. Het gebeurde een keer of vijf, zes en het rendement was 100%. E2 was oliedom aan het voetballen. De man aan de bal ging voortdurend voor eigen succes. Solotoer dus. Een mannetje, erop af, kappen. Ja, met moeite erlangs. Beetj e geforceerd bal in bezit gehouden. Niet kijken of er een medespeler in de buurt is voor een combinatie. Nee, in vliegende vaart op de tweede tegenstander af. Want pingelen is lekker. Je wordt er alleen wel moe van. En dat de teamgenoten intussen op de bal staan te wachten is jammer dan. Ha, Daar is tegenstander nummer 2. Ai, die is vrij groot en stevig. Niet zo makkelijk uit te kappen. Maar met mazzel valt de bal in de kluts precies goed. Ik kan ‘m nog net meenemen, al struikel ik er een beetje bij. Kan ik de bal misschien afgeven? Nee, ik zie niemand. Shit, daar beukt de derde tegenstander op me in. Tegelijk bij de bal. Ik val, geen vrije trap, want de tegenstander is gewoon een beetje zwaarder. Geen overtreding. Bekaf, zo hard gewerkt, twee man voorbij, gestrand op de derde en niets, nada, niks vooruit gekomen. Integendeel, de bal is onderschept. Al mijn medespelers stonden bij het doel van E1 te wachten op mijn voorzet die niet kwam. En E1 is nu onderweg naar ons doel. Met zijn vieren, nee vijven gaan ze op Mark en Timon af. Shit, het zijn er teveel. De grootste van het veld kan aanleggen voor een schot. De kanonskogel verdwijnt hard langs Toni in het net. Perfect uitgevoerde tegenstoot van onze groenwitte rivalen. Nog verder achter. We zullen toch nog wel winnen? Want wij zijn toch gewoon beter? Wat gaan we hier nou krijgen? Scheidsrechter Wouter Moraal, vanwege de emotionele sfeer belast met dit broedergevecht, fluit af. E2 heeft verloren. Hoe kan dat nou? En op de training winnen we altijd van ze. Want wij zijn eigenlijk gewoon beter. Het was trouwens ook maar met één doelpunt verschil. Zo erg was het ook weer niet -kk8/2005
GROEN ALS GRAS
Fragment uit het binnenkort te verschijnen boek: Het Zwanenwater De volgende morgen was Gerard om half acht bij Flop. Flop stond hem buiten op te wachten. Ze laadden de spanten uit de werkplaats vandaan op de aanhanger. Handgereedschap, spijkers en losse materialen gingen in de bus. Toen ze reisvaardig waren stelde Flop voor om binnen een snelle beker koffie te drinken en dan naar de klus te gaan. Even later informeerde Gerard met zijn achterste op de eettafel leunend hoe de mannen de vorige avond gespeeld hadden. “Drie-drie” zei Flop. Hij keek zuur. “Je had er bij moeten wezen, Gerard. Die laatste man w as zo traag als dikke stroop in de winter. Je had hem er aan alle kanten uitgelopen.” Hij blies in zijn beker en schudde met zijn hand zodat de lange pieken heen en weer gingen. “Jullie hadden Pol toch in de spits?” merkte Gerard met een giechel op. “Hou op” riep Flop. “Hij krijgt nog geen deuk in een pakje boter. Hij wordt veel te zwaar ook. We kunnen hem beter Bolletje noemen in plaats van Polletje.” Gerard had plezier om de chagrijnige kop van zijn maat. Flop wilde het er verder niet over hebben, zei hij. Het was een moment stil in de kleine keuken. Toen zette Flop zijn beker achter zich neer. Hij keek Gerard opeens met een vervagende grijns aan: “En jij? Ik ben bar benieuwd.” Gerard pakte zijn duimstok van de eettafel en klapte hem voor Flop z’n neus ope n en dicht. “Dat zal ik onder schafttijd allemaal voor je uitmeten” zei hij met een glimlach en hij liet het attribuut in zijn kontzak glijden. “Je hebt gelijk. We gaan. Want dat is het enige werkwoord. Gaan! En die mensen zitten te wachten.” “Met koffie” veronderstelde Gerard snaaks. “Niks” blafte Flop. “We gaan aan het werk.” Het stellen van de spanten was een secuur karwei. Flop ging helemaal op in zijn werk. Gerard fungeerde als zijn assistent. Terwijl hij hem zo bezig zag bedacht Gerard dat hijzelf op school meester was, maar Flop hier. Hun opdrachtgever kwam vragen of hij met zijn vrouw de stad in kon. “Welke stad mijnheer?” wilde Flop weten. “Schagen natuurlijk, wat dacht u?” “Noemt u dat een stad?” jende Flop hem. “Iedereen kent iedereen.” “Nou” begon de man. “In het gemeenteboekje las ik dat Schagen al stadsrechten heeft sinds 1415. Zijn jullie geboren Schagenaren?” Flop legde voor de gein een arm om Gerard z’n schouders. “Kijkt u maar eens goed. Twee echte…” Hij hief een vinger en vervolgde: “… Sch agenezen.” “Gefeliciteerd!” riep de man terug. -kk-
9/2005
GROEN ALS GRAS
Wie op een voetbalveld komt kan zulke mooie kreten horen. Op het Zwaluwentoernooi hoorden Carlo en ik een coach op het veld achter ons roepen: “Pak je meters!” Wij keken achterom en zagen een dikbuikige mijnheer van Zaanlandia heftig gebaren naar jochies van negen of tien jaar. Precies tegelijk draaiden wij ons weer om, keken elkaar aan en kwamen vervolgens niet meer bij van het lachen. “Pak je meters, maar denk aan je veters!” schoot mij te binnen. Kort voor tijd riep dezelfde mijnheer naar de (jeugd)scheidsrechter: “Zeg scheids, we gaan een minuut langer door, hoor, want we zijn ook een minuut te laat begonnen.” Wie op een voetbalveld komt kan zulke mooie taferelen zien. Op het AFC-toernooi speelde SRC E2 een partij tegen E2 van de gastheren. Voor de wedstrijd liep het team van AFC in een breed lint van het ene doel naar het andere. Onderweg bukten ze om de paar meter. Links met de hand naar de grond, dan weer rechts met de hand naar de grond. En dat ging maar door. Ik zei verbaasd: “Jongens, zijn jullie geld aan het zoeken?” Eentje riep onschuldig naar de kant: “Nee hoor, dit is de warming up.” Wie op voetbal zit kan zulke leuke dingen meemaken. Na het toernooi in Alkmaar ging Carlo nog met drie spelers bij de training van AZ kijken. De stromende regen deerde mijn collega -coach wel, maar de wakkere knapen in het geheel niet. Alikahn zag de kunstjes van Landzaat en Van Galen en Nelisse en dagdroomde: “Ja, zo ga ik dat later ook doen.” Een week later zette de boef de eerste stap. Hij won op 20 mei de penaltybokaal. Hopelijk verkast de beker niet opeens naar Armenië… Op de dag van de AZ-training kwam Timon verrukt thuis. Ze waren na afloop op de foto gegaan met Perez en ook met Barry van Galen. ’s Avonds gingen we aan tafel. “Timon, ga je je handen wassen?” “Nee.” “Pardon?” “Dat ga ik nu niet doen. Ik heb vanmiddag een hand gekregen van Co Adriaanse. Die wil ik zo lang mogelijk bewaren.” Wie coach is van SRC E2 mag af en toe trots zijn. Op het Schagen-toernooi, wonnen de binken driemaal afgetekend. De speaker wilde ze bij de prijsuitreiking met de tweede plaats afschepen. Dat heeft hij geweten. Het is rechtgezet. Hoefden de coaches niks aan te doen. Een heerlijke zomervakantie wens ik u. Leestip? Twee, zou ik zeggen. -kk10/2005
GROEN ALS GRAS Natuurlijk werd het seizoen weer afgesloten met een barbecue. Deze keer bij Carlo & Helga die de boel fantastisch voor elkaar hadden. De jongens van E2 werden al gauw de Groenwegwijk ingestuurd, dus dat gaf rust. En Kilo kreunde eerst, dat hij nog nooit voor zoveel mensen tegelijk had gebraden. Maar vader Shamujev stond al vijf minuten na aankomst bij de kachel en hij is er niet meer achter vandaan geweest. En Carlo lekker potten natuurlijk. Allochtonen en koken, dat moet je gewoon laten gaan. Dat komt dik voor mekaar. En wij hebben de coördinator van de Epupillen altijd voor de restjes. Hij is fijn. De barbecue viel een maand na de verschijning van Het Zwanenwater en dat heb ik geweten. Van de 8 vaders hadden 5 mijn boek voor vaderdag gekregen en gezien het succes kreeg ik aanhoudend de vraag voorgelegd of ik al binnenliep. Nou had ik daar voor Radio Schagen tegen Ed van Oerle al iets over gezegd en ik heb het op deze avond nog maar eens herhaald. Men kan om financieel binnen te lopen beter een schildersbedrijf starten of een lichtsysteem uitvinden, patent aanvragen en het produkt uitventen over heel Europa. Voor je het weet ben je dan sponsor van SRC. Maar in het schrijven van een boek gaan zoveel uren zitten, die betalen zich niet uit. Tenzij we van een (best-) seller gaan spreken, maar zover is het nog niet. “Ik zou het in elk geval niet kunnen” sprak Simon Veldboer vol ontzag voor mijn prestatie. Het was een inkoppertje. Ik kon melden, dat dat ook niet hoefde omdat Simon al van de lichtsystemen was. En binnen is binnen, het hoeft niet dubbelop! “I…Ik zzou.. het wel.. k..kunnen” zei penningmeester Komen. Verrast liet ik het flesje Amstel dat onderweg was naar mijn lippen nog even zakken. “Is dat zo, Nico?” vroeg ik hem. Hij keek met glinsterende ogen de statafel rond en verpletterde het gezelschap met een zeldzaam staaltje zelfspot: “J..jahoor.. mm… memakkelijk, memaar het zou een v..veel te dik boek ww.. worden.” Toen het donker werd kwamen zowaar de mannen van E2 weer eens opdagen. Er volgde een dubbele tractatie van Tim. Tim hield een mooie afscheidsspeech en ook overhandigde hij de coaches een bon voor een enorme hoop ijsjes bij Pico Bello. Voor de coaches uiteraard. Simon Blaauwboer en zijn Marjon deden altijd al in zaad en graszaad en nu ook in ballen. Ze hebben twee tennisballen thuis, Max en Tim. En die moeten de hele week van hot naar her vervoerd worden voor trainingen & toernooien. Met Tim is afgesproken dat hij een jaar mag tennissen. Dan moet het over zijn met de flauwekul. Dan komt hij weer bij ons voetballen. -kk11/2005
GROEN ALS GRAS Superweer. Supergras. Superploeg. Het was super in Warmenhuizen op de eerste wedstrijddag van het seizoen. Vooraf moesten de coaches alleen Timon en Tony corrigeren. “Jongens, shirt in de broek. E1 moet er perfect uitzien.” “Waarom moet dat?” “Dat moet bij AZ ook. Vraag maar aan Koen Stam. Vanmorgen stond in de krant dat hij van Van Gaal zijn shirt in zijn broek moest doen. En jullie willen ook allemaal naar AZ…, dus.” Super op het veld was de inzet van beide ploegen. Sportief en echt leuk voetbal van twee kanten. En geen onvertogen woord wat in tijden van korte lontjes ook wel eens gezegd mag worden. Super voor de coaches was om te zien hoe jongens als Sascha, Tony en Michael zich op hun nieuwe posities hielden. Er is nogal wat door elkaar geschud in de drie linies. Aparte vermelding verdienen de nieuwe keeper Tijmen en nieuwe aanvaller Glenn. Tijmen sleepte zijn team er driemaal doorheen bij uitvallen van VIOS. En Glenn ontpopte zich als kaatsende spits en verraste af en toe met een leuke steekpass. Super aan VIOS-kant was vooral de keeper. Hij plukte met speels gemak corners uit de lucht.Hij keerde op de lijn een paar inzetten van dichtbij, onder meer van Mark. En hij had het geluk van de goede doelman aan zijn zijde, toen een afstandsschot van Timon op de paal uiteenspatte. Toch werd de beste jongen twee keer verschalkt. Rechtsbuiten Stef streek die eer op. In de rust bij een 0-0 stand was het in de kleedkamer opgenoemd. De VIOS-keeper was alleen te verslaan door hem uit te spelen of met een lob. Stef sloeg op deze zaterdagmorgen de trekbal op inkomende spelers nog even over. Maar de twee lobs waren superieur en beslisten de wedstrijd in het voordeel van SRC. Het hosannah was na afloop niet van de lucht. En toch blikten de coaches met enige zorg vooruit. In oktober raken we ons drafpaardje Jari alweer kwijt in verband met een vervolgoperatie. En Kahntje, onze superspits, tja… we hebben het allemaal in de krant kunnen lezen. Het COA sluit per januari het AZC in Schagen. En dat zou zomaar kunnen betekenen dat de familie Shamujev een andere voetbalclub in Nederland gaat verblijden met een talent. Of ze worden al eerder op het vliegtuig naar Armenië gezet. “Binnen vier maanden horen we of we in Nederland mogen blijven” aldus Alikhan afgelopen zaterdag. “Dat is heel spannend, Kahn” zei ik. “Escudé was bij ons” ging hij verder. Want het blijft een kind. Hij zoekt op zijn manier een uitweg uit de problemen. En het blijft een lief joch. “Ik heb ook foto met handtekening gevraagd. Kijk maar. Hier, ook één voor Timon.”
-kk12/2005
GROEN ALS GRAS ‘Steeds regelmatiger worden de vrijwilligers van SRC onaangenaam verrast door vernielingen op en rond het complex.’ Ik las de zin in de vorige Facet. Hij sprong er voor mij uit. Ik kon me zo goed de ergernis indenken van de VUT-ters die de boel na een intensief voetbalweekend langslopen en dan de nodige sporen van vandalisme aantreffen. Een prullenbak door een kleedkamer getrapt. Kraan scheefgetrokken. Graffitti op de tegelwanden. Een gat in een deur. Closetrol in een WC-pot. De accommodatie is van alle leden van SRC. Niemand maakt zijn eigen domein kapot. Dus kunnen het geen SRC-ers zijn die dit doen. Toch? De E-tjes, de D-tjes, jongens uit de C- en de B-categorie, jullie maken toch niks kapot? Nee. Blijven over: ‘andere jongeren’. Dat zijn jongeren aan wie een steekje los zit. Of aan wie thuis niet is geleerd dat je met je handen van andermans spullen afblijft. Een zwager uit Medemblik vertelde me laatst een frappant voorbeeld. Al kan ik vanuit de onderwijspraktijk ook een blik opentrekken, hoor. Maar die van mijn zwager is ook illustratief. Hij fietste over de Brakeweg (what’s in a name?), een landweggetje aan de rand van de stad. In de verte zag hij een hoop troep op de weg liggen. Hij kwam dichterbij en zag twee jongens van een jaar of tien dakpannen vanaf een stenen schuur op straat keilen. Hij zette zijn fiets tegen een boom en liep de dam naar de schuur op. “Zeg jongens, wat moet dat?” “Spelen” roept een knaap en hij gooit een dakpan over mijn zwager heen aan diggelen. Mijn zwager schrok er eigenlijk van. “Zeg, ben je gek geworden? Blijf van die pannen af.” “Is die schuur dan van jou?” “Ophouden en omlaag komen.” Daar kwamen ze. Mijn zwager legde de jongetjes uit dat de schuur in gebruik was bij een boer en dat het dak gewoon heel moest blijven. “Waar zijn jullie in godsnaam mee bezig? Zelfs als het een slooppand was, dan nog hoefden jullie geen pannen op straat stuk te gooien. Wie zijn jullie eigenlijk? En waar wonen jullie?” De knapen gaven naam en adres op. Mijn zwager twijfelde aan de echtheid, maar vond ze te jong om te liegen. Hij stelde toch voor om met hen naar huis te fietsen. Dan kon hij de ouders inlichten. De jongens gingen schoorvoetend accoord. Na enige omzwervingen door Medemblik belandden ze bij één van de jongens thuis. Op een ander adres dan was opgegeven. Te jong om te liegen? Mijn zwager vertelde kort en goed waarom hij met zoonlief meekwam. De vader onthutste hem met een laconieke reactie. “Wat maakt u zich druk. Daar is de verzekering toch goed voor?” Moeder vroeg hoeveel pannen er kapot waren. Zoonlief was rap. “Drie.” Mijn zwager verbeterde hem. “Mijnheer, mevrouw, er liggen wel veertig pannen op de weg…!” Vader stond op met zijn grote lijf. “U hoort het. Het waren er maar drie, dus het valt wel mee. En nou wegweze n.” VUT-ters van SRC, niet zo zeuren. Het valt allemaal wel mee. -kk13/2005
GROEN ALS GRAS In een lange sliert vertrok Totaal E1 vanaf het parkeerterrein in de richting van Volendam. Het was op een ongebruikelijk tijdstip dat we te voetballen gingen. Vijf uur ’s middags. Er was dan ook wat bijzonders aan de hand. SRC was uitgenodigd om een wedstrijdje te spelen in het KRASstadion in het kader van de Deen Supercup. Voorwedstrijd voor Volendam -VVV, een heuse topper in de eerste divisie. Als ganzen achter de ‘PC Hooft-tractor’ van Simon en Anja aan. Dat moest goedkomen. Dat deed het ook wel. Maar de navigatie in de grote Toyota vertelde ergens achter Winkel op de grens met het groene hart van West -Friesland, dat we rechtsaf moesten. En laat daar nou net een hek voor de weg staan met een bord ‘wegopbreking’. Toen moest opeens het interne oriëntatiegevoel het van de computer overnemen. Zodat we via Aartswoud en Medemblik in Volendam belandden. Het spande er eventjes om, maar …. Op tijd! In het stadion van Volendam werden de spelers van E1 naar een kolossale kleedkamer geleid. De ontvangst met speech, tenues en instructies door PR-man met oranje stropdas Remco van der Ende was hartstikke leuk. Een half uur later stapten de makkertjes in d e catacomben door de lange gang met vertrekken van FC-medewerkers. Door de hekken de werkelijk perfecte grasmat op, aan vier kanten de tribunes om hen heen en toen besefte ik opeens hoe klein ze eigenlijk nog zijn. En hoe spannend het voor ze was. Bij de strafschoppen mocht SRC beginnen. Stef schoot de bal steenhard in het kruis van het handbaldoeltje. Klasse! En wat doet Timon? Hij pakt de bal, legt hem neer en wil de tweede penalty gaan nemen. Hij heeft al 100 keer meegemaakt dat eerst de ene club een strafschop neemt en dan de andere. En hij ziet nooit anders op Talpa, Nederland 2, Eurosport… Als we hem niet hadden teruggefloten zou hij een strafschop op zijn eigen doelman zijn gaan schieten. Tijmen stond al klaar tussen de palen. ‘Verrek!’ dacht ik ‘Hij is hartstikke zenuwachtig.’ Van buiten niks te zien, maar wel degelijk even los van de wereld. De lullo had zijn eigen vader op het verkeerde been gezet. In de wedstrijd werd het beter, al bleef SRC een beetje onder de maat. Alsof de spanning lijf en geest bleef verlammen. Maar de patat en de tas met lekkers in de kleedkamer en het optreden met shoot-outs in de rust van Volendam-VVV maakten alles goed. Na de shoot-outs gauw douchen en naar de Schager aanhang in vak EC op de zittribune. Samen de tweede helft kijken en lachen om een Volendammer aartskankeraar. Op de terugweg in de auto bijna in slaap vallen van alle indrukken. Het was gewoon geweldig. Dit zijn ervaringen waar de jongens over 10 jaar met een glas bier in de hand op terugkomen. -kk14/2005
GROEN ALS GRAS Een collega voegde me laatst toe dat kinderen wel grasgroen zijn, maar dat ze hem soms gifgroen krijgen en dat hij niet met zich laat sollen. Een oervervelend ettertje bracht hem onlangs tot een opmerkelijke stap. Het ventje terroriseerde al enige tijd zij n groep en een rijtje docenten. Ook bij genoemde collega was hij op een dag op oorlogspad. Deze riep na de nodige waarschuwingen: “Ga d’r maar uit!” Het loeder bracht daar brutaalweg tegenin: “Nee, ik ga niet.” De groep verkneukelde zich. Wie ging deze pre stigestrijd winnen? Mijn collega stapte op de jongen toe en vroeg: “Ga jij niet naar buiten?” Het snotjoch van 16 in een lijf van 11 riep uitdagend: “Nee!” In zijn stem klonk de triomf al door. Uitdagend lachend keek hij om zich heen. Tot mijn collega tot actie overging. Hij greep de weerspannige letterlijk bij kop en kont en rende naar de buitendeur. Hij flikkerde hem op de tegels en draaide meteen de deur op slot. Als een razende ging het kreng de volgende vijf minuten tekeer voor de ramen. “En ik haal mijn vader erbij.” “En we weten je te wonen.” Maar Flippie is sinds die dag poeslief in de lessen van genoemde collega. Bij de VOMAR sta ook ik met enige regelmaat in een rij voor de kassa. Pas geleden zag ik een kind van een jaar of vijf, zes een volle kar steeds tegen de rug van een vrouw duwen. Hoogst irritant vanzelf. Steeds zo’n beuk van een kar in haar rug. Ik zag de vrouw al een paar keer omkijken. De moeder van het kind vroeg of ze soms wat van haar aan had. En na de vierde of de vijfde aanrijding voerde de vrouw een verrassende vergeldingsactie uit. Ze bukte voorover om boodschappen uit haar kar te pakken en zwiepte met een onverhoedse beweging haar billen tegen de kar van het kind. Het serpent kreeg de ijzeren rand vol op de bek. Het dak ging er bijna af, zo hevig gingen moeder en kind tekeer. Lange tijd niet zo gelachen. Wekelijks probeer ik een trimrondje af te leggen. Timon schat het traject op 6 kilometer. Ikzelf hou het op 8. In elk geval voert het parcours ook over de Dorpsstraat van Sint Maarten. Een deel van de straat is omzoomd met sneeuwbesstruiken. Vorige maand was het duidelijk sneeuwbesmaand. Een leger jongetjes stond in Sint Boys -tenue gereed met blaaspijpen toen ik aan kwam snellen. Ze doken met zijn allen in hinderlaag tussen de bo sschages. Ik deed net of ik niks in de gaten had. Toen ik ter hoogte van het blaaspijpkorps was stopte ik plotseling en zei met opzet luid: “Zo, nou eerst eens pissen!” Ik maakte een gebaar naar mijn broek. Een zwerm blauwwitte pupillen stoof weg uit de struiken. Erg tevreden met mezelf vervolgde ik de route. Dat was niet Sint Boys, maar dat was Sint Moois.
-kk16/2005
GROEN ALS GRAS Ik s chrijf dit s tukje vroeg op de zondagmorgen. Gelet op de krantenberichten van de a fgelopen week wist i k gisteren al dat het deze keer over Alikhan Shamujev moest gaan. Dus belde ik zaterdagavond va der Shamujev op zijn 06. Door de verwarrende berichtgeving i n de Schager Courant wist ik niet waar de Armeense familie van de spits van SRC E1 verbleef. Nog op het AZC in de Magnusveste? Of plotsklaps verhuisd naar een flat in Alkmaar? Het kon allebei waar zijn. Ik vroeg de sympathieke Koerd waar hij met zijn gezin was. Hij gaf een mees terl i jk a ntwoord: “Thui s !” Met ‘thuis’ bedoelde hij dus het hutje op het terrein aan de Nes. In het telefoongesprek dat wi j voerden maakte de pa van Khan-tje duidelijk dat de familie er niet nog meer spanningen bi j kan hebben. Daarom hebben ze geweigerd om een flat i n Alkmaar te delen. Zijn vrouw is doodop en s taat onder behandeling van het Riagg. Er zou binnenkort een einde aan hun a s ielprocedure komen. Mogen ze met het gezin i n Nederland blijven of niet? Tot de definitieve uitslag wil pa Shamujev i n Schagen blijven. De kinderen vertalen de stress i ntus s en i n medi s che kl a chten. Va der l oop t rondjes op het AZC… Ik realiseerde me va nmorgen dat ik met Timon al een jaar of vijf va nuit een veilig thuis naar Groenoord pendel. Te trainen, te voetbal l en. En da t zo’n jongetje a l s Ka hn evenveel ja ren te trainen en te voetballen gaat. Alleen was dat een tijdje in Bergen bij Berdos. Dat wa s een tijdje bij de FC Helder. En dat i s nu a lweer enige ja ren bij SRC. Nergens thuis. Nergens echt erbij horen. Contact middels gebrekkig Nederlands. Het is niet te bevatten wat da t a l l ema a l voor een ki nd betekent. In hun Schager jaren s prak ik vader Shamujev regelmatig. Met een toenemende bitterheid ga f hi j a f op het Nederl a nds e a s i el bel ei d. Gi s tera vond kl onk het zo: “Ka n niet begrijp. Waarom ik niet blijf met gezin in Holland? Kan niet trug naar Armenia. Da ar slechte mensen, maak ons a f. Waarom niet blijf? Wil hard werken. Wil blij zijn met vrouw en kinder. Anderen allemaal blijf… waarom? Zoveel kriminaal die paspoort krijgen. Zi j grote mond geven, liegen, stelen, kom maar, mag wel blijf. En wij, wij rustige mensen, ni ks kapot maken. Wil hard werken. Wil blijven in Holland. Wachten, altijd maar wachten. Wa chten al meer dan vi jf jaar. Mi jn vrouw ziek van spanning. Kinder al vi jf jaar in Nederland na ar s chool. Alikhan wil voetballen bij SRC i n Schagen. Wij kan niet teruggaan naar daar. Da ar gevaarlijk voor ons. Wat moet doen? Kan niks doen. Mag niks doen. Wachten, altijd ma a r wa chten.” -kk17/2005
GROEN ALS GRAS Elke week telt mooie, leuke, fijne of grappige momenten. Je moet ze wel zien natuurlijk. Ik stond vorige week geheel tegen mijn gewoonte in op het station van Heerhugowaard. Ik bestudeerde de kaartjesautomaat met het oog op een enkele reis naar Schagen. Voor de automaat naast mij kwam een grote kerel staan die meteen na aankomst een knetterende scheet liet. Ik keek verrast opzij en vroeg: “Moet u soms naar Poepdam?” Ik beet vervolgens op mijn tong. Zou het een hoek worden of een lach? Ik ontsnapte. Pfffffff. De puber thuis vertelde dat ze voorlopig niet bij haar vriendin slapen ging. De vriendin v ertelde onlangs dat haar moeder rond twaalven op haar werk was gebeld vanaf de huistelefoon. Ze wilde van haar dochter weten of zij het soms was geweest? Nee, zei de dochter, ik was toch op school! Dan moest het vader zijn geweest. Nee, zei vader, want hij was gewoon op zijn werk. Broertje lief is 8 dus die was op de basisschool. Toch was moeder op haar werk gebeld en wel vanaf de huistelefoon… De puber thuis zei dat ze voorlopig even klaar was met dat ‘spookhuis’. En het goede nieuws kwam deze week uit de mond van Alikhan Shamujev. Hij vertelde na de training dat de familie in Nederland mag blijven. Hij straalde toen hij het vertelde en ik heb hem vanzelf gefeliciteerd. ’s Avonds meteen gebeld. Vader Shamujev nuanceerde het bericht in zoverre dat de advoca at had gebeld met de mededeling dat de oudere broer van Khan, Eric, een verblijfsvergunning krijgt en dat de rest van de familie bij hem mag blijven omdat hij minderjarig is. Een brief van de IND zou nog volgen. Het verhaal kwam absurd op mij over, maar dat het gezin verlost is uit de onzekerheid was een gelukwens waard. “Dank u wel voor bellen!” zei de pa van Khan. Hij was blij als blik. Vorige week zat ik op een avond met mijn vrouw in de laatste trein van Amsterdam naar Schagen. Heel rustig in de coupé. Naast ons pakte een Antilliaanse jongen zijn mobiel. Hij fluisterde de woorden flemend in het apparaat. “Heee baby, ‘k wil je zien. Heeee, sweet baby, wanneer ga ik je zien. ’t Is al lang geleden. Hee, zie je er nog goed uit? Of course, baby, op jouw kamer, weet je nog. Yeahhh baby, ‘k wil je echt gauw zien. Maar dan niet meer de volgende ochtend een gefokte moeder in jouw kamer, toch? No way, baby. We gaan chillen maar zonder moeders, weet je. Kus mmwwahh, kus sweety. Bye bye.” Mijn vrouw en ik keken elkaar aan. We vroegen ons af of deze vorm van communicatie onder jongeren anno 2005 standaard was en hoopten van niet. De verbazing sloeg echter om in verbijstering, toen de lover boy even later een nieuw nummer intoetste en vrijwel woordelijk dezelfde tekst a fdraaide. Alleen tegen een ander meisje. Hij leed aan seriële affectie. -kk18/2005
GROEN ALS GRAS In de laatste Facet van het jaar mogen wij niemand onderuit de zak geven, maar de KNVB zou ik toch wel eens willen rammelen. Opnieuw gaat een competitie van ‘de’ E1 zonder einde de geschiedenis in. Afgelopen zaterdag had in de laatste speelronde de kampioen eruit moeten rollen. SRC was een vette kanshebber. De jongens hadden gruwelijke zin om Schagen in te maken en zo nummer één te worden. Net als een jaar geleden eindigde de competitie onbeslist. Het weer was spelbreker. En de KNVB… Er waren in het najaar veel vrije zaterdagen in het speelschema opgenomen. Dagen met schitterend voetbalweer. Daar kwamen in november enkele afgelastingen bij en uitein delijk kwam E1 met een restant te zitten waarvoor elke zaterdag in december diende te worden benut. Mooi niet dus… Waardeloze planning! En Ewald Veenboer stopt ook al met voetballen. Tenminste, zo stond het ongeveer in de krant. Jammer, ik zag hem altijd graag spelen. Goede trap, geweldig inzicht. Het interview met de routinier was in mineur getoonzet en dat had van mij niet gehoeven. Een einde kan immers ook weer een stralend begin van wat anders zijn. Ik vond de overwegingen om een punt achter de loopbaan te zetten heel begrijpelijk. Niks mis mee als een speler het op een keer gehad heeft. Niet sneu doen, maar terugkijken op een glanzende tijd in het voetbal en vooruit kijken. Word wild en doe mooie dingen, zo klonk in de zestiger jaren het motto van Provo . Ik weet nog goed dat ik zelf na ampele overwegingen stopte met voetballen. Dat was niet na een glanzende carrière, dus daar kwam geen stuk in de krant over. Heb ik trouwens dit jaar dubbel en dwars ingehaald, maar dat terzijde. Maar in kleine kring sprak mijn zwager Ab Ploeger me toen aan. Hij zei alsof dat vanzelfsprekend was: “En Kees, vanaf nu in het kader?” Ik had even tijd nodig om na te denken over die suggestie, dus stelde ik een vraag terug: “Eh… hoezo Ab?” Waarop hij de stelling poneerde dat SRC als vereniging alleen goed kan functioneren als ieder lid zich na een heerlijke jeugd als voetballer op de een of andere manier inzet voor de club. Ik moest bekennen dat Ab volkomen gelijk had. Het is een mooie boods chap om u mee te geven naar het nieuwe jaar. Halen mag best een heel tijdje, maar op zeker moment is het tijd om wat te brengen. Staat u er eens bij stil dat SRC fantastisch draait omdat op zoveel posten zoveel mensen deze nobele gedachte koesteren. -kk-
19/2005
GROEN ALS GRAS Het was een leuke onderbreking van de kerstvakantie. Dagje zaalvoetbal om de ‘Ab Ploeger Memorial Bokaal’. De E3, de E2 en de E1 van vijf clubs mochten strijden om de grote beker. De ‘Ab Ploeger Bokaal’ is een prijs voor de beste vereniging van de dag. Dus wordt per club het puntentotaal van de drie teams bij elkaar geteld. Ook wordt natuurlijk in elke poule afzonderlijk om de bekers gestreden. Welk kwintet verenigingen konden directeur -sportif Jan den Braber en zijn assistent Leo de Kort deze keer presenteren? De vijf clubs waren: KSV, Schagen, Alkmaarsche Boys, HSV Sport en SRC. Er zitten leuke kanten aan de formule van een verenigingsbokaal. De resultaten van E3 en E2 tellen net zo zwaar als die van E1, wat een ze kere bindingsfactor geeft. De interesse in elkaars wedstrijden wordt erdoor vergroot. Eén club mag zich aan het einde van het toernooi de ‘Winnaar van de Dag’ noemen. Vlag in top. Extra glans op het imago van de vereniging. Prachtig om als club met machtsvertoon kampioen te worden. Er zit ook een nadeel aan de formule. Toen de E1 ’s middags aantrad voor zijn eerste poulewedstrijd kon de ‘Ab Ploeger Bokaal’ SRC bijna niet meer ontgaan. De E3 en de E2 waren eerder op de dag allebei met een enorme voorsprong eerste in hun poule geworden. Dus de strijd om de hoofdprijs was feitelijk al gestreden… Gezever op de achtergrond, hoor. De jongens komen gewoon om te voetballen. Daar gaat het om. Op het Ab Ploeger-toernooi is dat voor het eerst sinds een jaar weer in de zaal. En dat is merkbaar. Aan het Sturm-und-Drang-voetbal: hoog tempo, rennen en vliegen, dicht op elkaar, weinig contrôle over lijf en bal. En aan het lawaai: een Groeneweghal met meer dan honderd voetballers, tribunes met kakelende ouders, overig kroost dat blèrt, lachende opa’s & oma’s, groepjes kinderen die tikkertje, pakkertje of krijgertje spelen met het volume standaard op tien. Als coach bereik je je eigen spelers nauwelijks. Mensen, wat een herrie. Of ik word oud. De spanning zat in de E1-poule in de allerlaatste wedstrijd. U raadt het niet: SRC – Schagen. Beide ploegen alles gewonnen. Beide ploegen veel doelpunten voor. Beide ploegen niks of bijna niks tegen. Uitslag van deze ‘finale’: 0 – 0. En wat, dames & heren, besliste toen de toernooileiding? Verlenging? Nee. Penalties? Nee. Extra wedstrijd? Mensen, Lex Ploeger mocht van dikke Jan in de kantine van Jan Schouw de 1 e prijs uitreiken aan… Schagen E1. Vanwege één meer gescoord doelpunt: 12 -1 tegenover 11-0. Geen tak houdt ‘m maar anders hadden we Jan in een boom gehangen. Wat een schurk. Maar de ‘Ab Ploeger Memorial Bokaal’ was natuurlijk weer voor SRC. Klasse! -kk1/2006
GROEN ALS GRAS Bij de KNVB wordt gekneusd als het om de planning van de competities voor de jeugd gaat. Dat wisten we al. Maar bij de SZVV kunnen ze er ook wat van. Het zaalvoetbal begon al in de kerstvakantie. Dat was leuk voor de thuisblijvers. Hoewel… zaalvoetbal zo laat op Oudjaarsdag, is dat leuk? Misschien nog wel voor de jongens, maar voor de ouders? Winterspor ters werden door deze programmering twee zaterdagen gemist. Na de vakantie is E1 drie zaterdagen vrij. Wie dacht dat de jeugd geen winterstop had komt hier bedrogen uit. “Tot over vier weken” riepen de tifosi rond SRC E1 elkaar na de tweede speelronde in Warmenhuizen toe. Drie weken geen zaalvoetbal… belachelijk! En het lot wil, nou… lot, lot, de SZVV wil dat van de volgende vier speelronden… Dat daarvan de laatste twee zaterdagen… in de volgende vakantie, het krokusverlof… Ik kan bijna niet uit mijn woorden komen en datheb ik toch niet gauw. Het is opnieuw leuk voor de thuisblijvers. Maar waar zijn we nou helemaal mee bezig, jongens. Ook in de krokus -/voorjaarsvakantie zullen door de programmering de wintersporters tweemaal gemist worden. Lekker dan! Er is maar één oplossing. De wintersport wordt afgeschaft. Er zit niets anders op. Dat gesodemieter moet maar eens afgelopen wezen. De SZVV is net als de KNVB heilig en heeft altijd gelijk. Ook al komt daardoor menig jeugdteam gehalveerd op het appèl in de spo rthal. Wintersport, wintersport, vroeger was er voor ons ook geen wintersport. Althans, niet in Oostenrijk of Frankrijk of Tsjechië, maar gewoon in de Regentenstraat in Schagen. Met een slee of op Friese doorlopers. Wintersport. Er was niet eens een zomervakantie, laat staan een wintervakantie. Als de fam al eens een dagje, ik herhaal een dagje uitging, dan was het in de zomer en waar ging de reis naar toe? Naar Callantsoog. Dagje naar het strand. Bij moeder of vader achter op de Mobylette. Een brommer waarvan de aandrijving met behulp van een hendeltje tot stand kwam. Op de bagagedrager een opgevouwen kleed dat na twee hobbels op het fietspad onder de kont vandaan dreigde te schuiven. Waardoor je gedwongen was heupen en billen in de gekste bochten te wringen om het kleed onderweg niet te verliezen. Zodat je min of meer verkrampt het strand van Callantsoog op krukte. Later werd het beter. De mensen gingen naar verre landen op vakantie. Er ontstond zoiets als wintersport. En wij? Er kwam een mooi kussen van kunststof achterop de Mobylette dat met beugels aan de bagagedrager werd gemonteerd. Toename van de luxe. Jaja, ook mijn familie pikte zijn graantje van de welvaart mee.
-kk-
2/2006
GROEN ALS GRAS Mijn vader vroeg of ik deze keer zijn stukkie wilde maken. Hij had geen tijd. Druk met van alles. Open Dag op zijn school. Nieuwe achterflap maken voor zijn boek. Er was goed nieuws van de uitgever. Er komt een derde druk van Het Zwanenwater. Mijn vader helemaal uit zijn dak. En deze zaterdag kon hij niet coachen. Hij moest boodschappen doen en twee teilen soep maken en zo. Want zondag kwam de familie Kager bij ons in Valkkoog om oma d’r verjaardag te vieren. Oma Kager woont eigenlijk op een kamertje in De Bron, maar daar kan de familie niet in. Tenminste niet allemaal tegelijk, want dat zijn er een stuk of vijftig, zestig. En ze wilden per se allemaal tegelijk. Ze wilden liedjes zingen voor oma. Een vreemde, arme snuiter. En Droomland en meer van dat vaags. Dus moest ik afgelopen weekend zonder mijn vader te voetballen. Jammer. Het is altijd gezellig samen. In de auto is hij soms een beetje vermoeiend. Maar ik luister gewoon niet als hij vertelt hoe ik moet voetballen. Dat weet ik zelf wel. We moesten in Sint Pancras, ergens bij Alkmaar. Tot nu toe alles gewonnen en uitgerekend deze keer zonder pa verloren we. Nou, dat moest ik horen toen ik terugkwam. “Dat jij nog thuis durft te komen, als je met 0-4 ros hebt gehad!” was het meteen toen ik de uitslag vertelde. Mijn vader is meestal vlot met zijn commentaar. Maar ja, ik moest hem gelijk geven. Het was een rot uitslag. Vorige week reed pa Kees me op een middag naar de training van tennis. Ja, dat doe ik ook. Maar voetbal is mijn hoofdsport, hoor. Dat moest ik mijn vader wel beloven. Anders kreeg ik ruzie met hem. We reden van Valkkoog naar Schagen. Toen we vlakbij zwembad De Wiel waren kwam vanaf die kant een auto door de binnenbocht gescheurd… hard!, hard!… we schrokken er allebei van. Ik zei: “Nou pap, als we twee tellen eerder van huis waren gegaan, dan hadden we nu in de prak gelegen.” Mijn vader bromde nog wat over BMW en aso, maar dat volgde ik niet helemaal. Verder heb ik weinig nieuws te melden. Tenminste, niet over SRC. Wat wel leuk was, mijn meester begon laatst over een Nationale Gedichtendag. En daarom wou hij een gedicht voorlezen. Het ging zo: Tsjilp, tsjilp, tsjilp Tsjilp, tsjilp ……………….. Tsjilp Tsjilp, tsjilp, tsjilp. Toen hij klaar was, was het eerst even stil in de kring. Meester wilde reacties. Toen vroeg ik of hij hem ook met een kikker kende. Meteen was ik bang dat ik naar de gang moest. Maar dat viel mee. Hij kon wel om mijn grapje lachen. Nou, dat was het. Tot de volgende keer, als mijn vader het druk heeft. -Timon Kager3/2006
GROEN ALS GRAS Eigenlijk wilde ik ‘Groen als Gras’ verder maar aan Timon overlaten. Hij werd na zijn column in de vorige Facet overladen met lof. Zoveel bewondering als mijn zoon oogst ik persoonlijk zelden. Dus waarom zou ik nog? Ik liet woorden van die strekking vallen tegenover de penningmeester van SRC, Nico Komen. We haalden onze zoons op van de zaalvoetbaltraining en babbelden wat. Mijn ontslag als columnist kon ik wel op mijn buik schrijven, aldus Nico. Het bestuur zou een verzoek niet honoreren. Het algemeen bestuurslid foeterde zelfs nog wat door. Dat het geen pas had om op deze leeftijd al een VUT aanvraag in te dienen. Als we allemaal zo gingen beginnen, dan konden we SRC net zo goed meteen opdoeken. Van het bestuur kon de zoon er eventueel bij als columnist, maar van een vertrek van de vader kon vooralsnog geen sprake zijn. Waarvan akte. Terug naar het stukje van Timon dat -echt waar- geboren is wegens ernstige drukte van ondergetekende. Opmerkelijk was het ongeloof dat doorklonk in de vele reacties. Of het stukje wel echt van Timon was? Verbazing in varianten. Ralph Ploeger, neef maar ook nieuwbakken columnist van het maandblad Kinderen formuleerde het als volgt: “Is Timon echt zo’n raspaardje of heeft hij wat hulp gehad bij het strak formulere n van zijn ideetjes?” Laat ik een eind maken aan de verwarring. De zoon was de columnist, de vader de redacteur. Timon lult meestal behoorlijk droog. Als de jongeman zijn ouweheer achterna gaat dan wordt hij een betere schrijver dan voetballer. Wie weet van welke optie een mens het gelukkigst wordt? De laatste weken vond ik Timon in elk geval heel matig presteren in de E1. Niet zozeer technisch. De balbehandeling was er wel. Ik heb hem vooral gewezen op een slechte instelling. Slappe hap, alleen balletjes doorschuiven, niks geen initiatief. Slechte passes. Zit er een tegenstander tussen? O. Nou ja, die jongens zijn hier ook om te voetballen, dus dat kan nu eenmaal gebeuren. Slap! Ik miste enkele weken de onverzettelijkheid, het fanatisme, de lepe pass, het zuivere afstandsschot. Er waren er meer, hoor. Maar die anderen heb ik niet bij mij thuis. Die zie ik alleen in de kleedkamer. Dus paps heeft thuis van dik hout planken gezaagd. En verdraaid. Afgelopen zaterdag stond hij er weer. Pappa trots. De boef was o uderwets op dreef. Balbehandeling tof. Schakelde prima tussen verdediging en aanval, hield het overzicht. Maakte een paar goals. En keek goed. “Voetballen is voor de helft kijken” prentte trainer Verra de SRC -selectie ooit in. Dat was een wijze les die ik gaarne doorgeef aan de volgende generatie. Gauw over de overwinning ge-SMSt naar collega Carlo de Vries. Vanuit de sneeuw een snel antwoord: “Klasse! En helemaal lekker omdat het tegen Schagen was. Zo wordt het nog medaillewerk. Succes!” -kk4/2006
GROEN ALS GRAS Wat de climax van de competitie in de zaal moest worden liep uit op een anticlimax. En dat gebeurt wel vaker in het voetbal. E1 reisde naar de sporthal van Warmenhuizen met het doel om in de laatste wedstrijdronde kampioen te worden. Maar het hoefde al niet meer. Concurrent Vrone had een week eerder al gespeeld en was helaas voor SRC onbereikbaar geworden. Groenwit kon nog tot op één punt naderen. En dat gebeurde. Er werd lekker gespeeld en dik gewonnen. Het vervult me altijd met trots als de coach van de tegenpartij na afloop onder het handen schudden iets roept van: “Wat een leuk ploegie hebben jullie, zeg. Er zitten een paar hele goeie tussen.” Plaatsvervangende trots natuurlijk, want het zijn de jongens die voetballen. Niet ik. De derde helft speelt zich voor deze leeftijdscategorie nog niet in de kantine af, maar onder de douche. De ouders kunnen doorgaans gerust naar de koffie. De mannen hebben minstens een half uur onbedaarlijke pret met showergelgevechten, zeephellingen en sterke verhalen. In Warmenhuizen heet de sporthal niet voor niets ‘De Doorbraak’. Terwijl SRC onder de douche stond bevolkte een meidenteam van gelijke leeftijd de kleedkamer. Meteen was er sprake van een zekere spanning in de atmosfeer. Een blik in de richting van de natte ruimte leverde een serie kale jongensbillen op. En er werden moeilijk verstaanbare doch zeer opgewonden klanken uitgestoten. De verontwaardiging leek groot. De ongenode gasten waren VIOS-meiden die de trainingspakken kwamen ophangen. Maar voor meiden die alleen de trainingspakken kwamen ophangen bleven ze verdraaid lang dralen en kletsen in de kleedruimte. Mogelijk was er een causaal verband met de reacties van de gestresste haantjes onder de douches. Die stuk voor stuk naar hun pa of moe riepen dat ze hun handdoek even moesten aangeven. Toen de Warmentieters weg waren meldden de mannen dat ze het maar stom vonden… meiden in hun kleedkamer. Ik durfde de stelling aan, dat ze daar over een jaar of zes heel anders over denken. En toen was het zaalvoetbal afgelopen en verplaatste het circus zich weer naar de groene zoden. Eigenlijk hoort dan de winter te worden afgesloten. Temperatuurtje van een graadje of tien, om te beginnen. Het weer trekt zich echter niets aan van competitieschema’s. Er werd van de week onder leiding van kanjers Huiberts en Pancras in sneeuwjacht en hagelbuien gewoon getraind. “Nou pap, ik denk dat de helft er niet was” zei zoonlief toen ik hem afhaalde. Er stonden inderdaad heel weinig mountainbikes op het plein. Waarop ik reagee rde: “Je moet maar zo denken. De helft was er niet, maar de andere helft was er wel en dat zijn de bikkels!” -kk-
5/2006
GROEN ALS GRAS Ook wel eens leuk om het zaterdagse hoogtepunt een keer te missen en dan bij thuiskomst van zoonlief heel goed te kijken en te luisteren. Absoluut een groot voordeel van een deeltijdbaan als coach trouwens.... dat men af en toe kan overslaan. Mijn duo -coach Carlo en ik verdelen de absentie netjes over het seizoen. In het contract staat dat we een gelijk aantal wedstrijden mogen verzuimen. Reden van afwezigheid is trouwens nooit gelijk. Als Carlo zich afmeldt is het vanwege vakantie. Ik ben er soms niet omdat het te druk is. Geeft niks. Even goede vrienden. Ggrrrr…!! Timon zijn gezicht sprak eigenlijk al boekdelen, toen hij thuiskwam van het voetballen. Onweer. Ik hield rekening met een 5-0 nederlaag. “En?” vroeg ik nieuwsgierig. “Hoe is het gegaan, Timp?” “Hhuuhprff..!!” Zo’n soort geluid produceerde hij en hij denderde in één keer met zijn tas door naar de bijkeuken. Keurig opgevoed kind. Doet meteen na het sporten zijn bezwete kleren bij de was. “Toch niet verloren van de Dikke Wijven Onder Water?” vroeg ik op dreigende toon. Van DWOW hebben ze namelijk nog altijd gewonnen. En die koosnaam hebben de mannen vorig jaar na de wedstrijd in Wieringerwerf in een melige bui verzonnen. “Dat niet.” “Toch gewonnen?” vroeg ik meteen al blij. “Ook niet.” “Oké. Gelijk. Moet ook een keer kunnen” probeerde ik voorzichtig. Hij keek nog steeds ongelukkig. “We zijn genaaid door die scheidsrechter”gooide hij er vervolgens op zeer verongelijkte toon uit. “Vertel!” “Nou, het was in de laatste minuut. Stand 5-5. Ik gaf een lange bal op Kahn. Kahn nam aan en passeerde de keeper. Hij schoof de bal in de richting van het lege doel. En voordat de bal de doellijn passeerde floot die kerel af. Het was gewoon een thuisfluiter, niet normaal!” “Ojee” reageerde ik zo neutraal mogelijk. Ik kon me ongeveer voorstellen wat zich na dat laatste fluitsignaal moest hebben afgespeeld in de Wieringermeer. “Kahn rende naar de scheidsrechter toe en riep: Wat doe je nou, man? Wat doe je nou? We waren allemaal hartstikke kwaad. Het was gewoon vals. En sommige ouders riepen ook naar hem dat het stijlloos was en onsportief.” “En wat deed Carlo?” Ik ging ervan uit dat mijn duo de rust had weten te bewaren. “Carlo zei dat we niet als wilden mochten reageren op de scheids. Hij zei dat hij de coach was en hij zou verhaal halen bij de man.” Ik was meteen trots op mijn maat en zei dat ook tegen Timon. “Klasse van Carlo. Altijd kalm blijven. Tegenslag waardig accepteren. En met de wenkbrauwen omhoog het sportcomplex verlaten.” “Hhuuhprff..!!” klonk het nog eens. -kk6/2006
GROEN ALS GRAS Opeens gonsde het rondom het veld: er is een scout van AZ! E1 we rkte aan een monsterscore tegen Succes, een club die het vooral van de naam moet hebben. Het publiek zag de groenwitten het ene na het andere doelpunt maken. Maar het vermaakte zich nog meer met de vraag: wat komt hij doen? Nogal wiedes: scouten natuurlijk, dat is zijn werk. Jamaar, wie scouten? Komt hij speciaal voor één speler? Voor wie dan? Komt hij voor meer? Heeft hij misschien gehoord dat er bij deze lichting van SRC meerdere leuke voetballertjes rondlopen en komt hij voor een eerste indruk? Ik haalde Timon woensdag op van de training. We liepen van Groenoord naar het parkeerterrein. Ik vroeg of hij lekker getraind had. Dat vraag ik altijd. Hij zei dat het heerlijk ging. Leuk om te horen. Plezier hebben in sport. Voor een kind zijn weinig dingen belangrijker dan plezier hebben in sport. Mark, zijn grote en kleine voetbalmaatje, haalde ons in. Hij ging op de fiets naar huis. Hij riep in het voorbijgaan: “Tot zaterdag, Timon.” We waren amper thuis in Valkkoog of daar ging de telefoon. Mark voor Timo n. Even later stond Timon bij me in het kantoor. Een kleur op zijn wangen, duidelijk van opwinding. “Pap, Mark heeft een brief van AZ gehad. Hij mag op proef komen trainen.” We keken elkaar aan en waren er allebei eventjes stil van. Toen zei ik: “Wat geweldig voor Mark. Ik ga hem meteen bellen om te feliciteren.” Meermalen kwamen Timon en ik er die avond op terug. In positieve zin vooral. Mark naar AZ. Jezus, dat het een eer is om door zo’n profclub gevraagd te worden, daar waren we het over eens. We benoemden de kwaliteiten van Mark. Ook vroegen we ons af, voor welk specifiek talent de scout gevallen kon zijn. Dat Mark het dribbelkoninkje van E1 is? Dat hij bloedfanatiek is waardoor geen tegenstander van hem afkomt? Ging het om balbehandeling? Om inzicht? Kortom, waarop let een scout? Er ontstond een fictieve waslijst, maar welk onderdeel doorslaggevend was geweest...? Toen hij in bed lag realiseerde ik me pas hoe buitengewoon sportief mijn zoon had gereageerd op de selectie van Mark. Daar was ik trots op. Voor een examen slaagt iedereen graag cum laude. Da’s toch de eregalerij. Zoiets was nu gebeurd met Mark. Er zijn in dit geval geen gezakten,laat dat duidelijk zijn. Maar het is een tijdje de droom van al die jochies, een uitverkiezing door AZ. Ongeacht hoe het avontuur voor Mark afloopt, het is fantastisch dat hij drie proeftrainingen mag meemaken. De volgende dag kreeg Timon een beetje troost. Bij de tennisles vertelde hij Michael die ook in E1 zit over de uitverkiezing van Mark. En Michael zei: “Nou Ti mon, dan snap ik niet dat jij niet gescout bent.” En dat vertelde zoonlief aan tafel met zichtbaar genoegen. Het blijven kinderen natuurlijk. -kk7/2006
GROEN ALS GRAS Een Vrolijk Pasen. Dat werd ons al wekenlang vanuit de etalages en vanaf d e advertenties in de kranten toegewenst. Oké, het voetbalweer was op paaszaterdag geweldig. Echt weer om vrolijk van te worden, dat zeker. En het was een lekker lang vrij weekend en ook dat stemt een mens positief. En voor een Zwaluwentoernooi op het eigen Groenoord wil je graag op tijd je bed uitkomen. Want het is toch allemaal leuk. Een ochtendje te voetballen met Timon en het hele E1-spul, even bijpraten met deze en gene, bakkie doen. En daarna thuis weer aan de klus. Nou, het voetbal op deze zaterdag was niet om vrolijk van te worden, hoor. Sterker nog, als coach nam ik een terugval van ongeveer een jaar waar. Echt te gruwelijk voor woorden. Alles wat in de loop van enige jaren aan hints inzake posities, tactiek en balbeheersing is aangereikt leek op deze dag uit de spelers weg te vloeien als zand uit een zandloper. “Maar heb jij daar als coach dan geen invloed op, Kees?” vroeg Nic Beers mij, toen ik na afloop van het toernooi mijn afkeuring liet blijken. Dat was ook al geen vraag om vrolijk van te worden natuurlijk. Al stond Nic me met pretoogjes aan te kijken, dus die was duidelijk al aan een zeer vrolijk paasfeest begonnen. Ik wilde me bijna nog gaan verontschuldigen ook met mijn gekke gezicht. Dat er vanaf de kant nog wel wat bij te sturen valt als één speler of een paar uit het team hun dag niet hebben. Maar dat het tocheen hopeloze toestand wordt als ze om god weet wat voor reden besloten hebben om collectief een snipperdag te nemen. Toen ik de paaslach op het gezicht van Beers zag hield ik me in. Langs de lijn kon ik me trouwens amper inhouden. Tegenover mijn zoon bedoel ik dan. Eén van de talenten en dan zo voetballen. Afhangende schouders. Futloos rondlopen. Slap schotje op doel. Medespeler over drie meter op kniehoogte aanspelen zodat de bal i nderdaad via de knie van de medespeler over de zijlijn kaatst. Hij kan me niet kwaaier krijgen. Vooral niet als ik hem in de auto ’s morgens nog heb horen zeggen dat hij echt zin heeft om lekker te voetballen. Lul, denk ik dan. Dat blijft dan bij denken, hoor. Dus beklaagt u nou niet meteen dat arme joch met zo’n vader. Nou ja, en dan spreek je in de pauze tussen twee partijtjes AZ-man uit het groenwitte nest Koen Stam en die vertelt dat er een meniscusoperatie op het programma staat. En E1 nam op het Zwaluwentoernooi afscheid van Jari Veldboer die voor de zoveelste keer onder het mes moet. Ook al geen vrolijke berichten. Maar het Halleluja van Händel op Paaszondag vergoedde veel zoniet alles. -kk8/2006
GROEN ALS GRAS Sinds de winterstop heb ik totaal niet het idee dat E1 met voetbal in competitieverband te maken heeft gehad. Meer vrije weekends dan in vorige jaren. Er zaten door het slechte voorjaar enkele afgelastingen tussen. Een speelronde viel uit ten faveure van het Zwaluwentoernooi. Al met al is het seizoen ’05-’06 rommeliger verlopen dan vorige jaargangen. Als gevolg van matige planning dreigt de afloop standaard te worden. Competitie niet afgemaakt. Kampioen onbekend. Gelukkig zijn er kinderfeestjes. Gelet op de activiteiten zijn dat waardige vervangers voor competitievoetbal. Timon had er in de meivakantie wel drie. Zo’n jongen is aan het eind van de vakantie gesloopt. Blij dat hij weer naar school mag. Kan hij eerst weer eens bijkomen van alle recreatieve hoogtepunten. Op feest 1 moest de mountainbike mee. Er werd een parcours in het Robbenoordbos afgecrosst. Puur spektakelstuk. Paar vette teken mee naar huis. Op naar feest 2. Dat was zijn eigen feestje dat al een half jaar in de planning zat. Op vrijdagavond komen. Verstoppen en ridderspel rond het kerkje. Weggestuurd worden door mijnheer Moussault van de pastorie. Discozwemmen in De Wiel. Daarna met zijn negenen dvd ‘Knights in Heaven’ kijken. De kleinste van het spul keek met een duim in de mond. Hij vroeg aan het eind hoeveel koppen er eigenlijk in totaal waren afgehakt. Daarna op de lange rij slapen. Volgende morgen opnieuw spelen rond de kerk. Fotograaf Moussault was niet thuis. En voor feest 3 moest Timon afgelopen zondag om 11 uur bij Sportcentrum De Geus in Broek op Langedijk gebracht worden. Een dame bij de receptie begreep onmiddellijk dat wij voor ‘family fun’ kwamen en verwees naar de derde ingang… Bij De Geus doet men niets met balsporten, maar verder kan men er alle vormen van beweging en behendigheid uittesten. Timon was kapot toen hij laat in de middag thuis werd afgeleverd. Wat een vakantie. Wat een feesten. Voor enkele E-teams volgt nu de overgang naar de D-categorie. Dat lijkt een bagatel, maar dat is het niet. Op dit punt in de carrière aangekomen stappen de j ongens over van het halve veld naar het hele veld. En wat is dat groot, als je die mannetjes opeens over dat weiland ziet zwerven. Er zijn de afgelopen weken op doordeweekse avonden een paar nuttige oefenpotjes op het grote veld gespeeld. Eentje in ’t Zand en eentje in Warmenhuizen. Op de trainingen en in de coaching is uitgelegd wat buitenspel is. Hoe overbrugt een team de grote afstand van het ene doel naar het andere. Welke positie heb ik in het veld? Wat is daar mijn taak? Dek ik een tegenstander kort of op een afstandje? Kaats ik elke bal direct door? Speel ik een mannetje uit en dan passen? Hoe stel ik me in op hoge ballen? Geef ik een diepe bal of een balletje breed? Blijf ik rustig of jaag ik elke bal gauw naar voren? Mensen, wat leuk om te zien hoe die kleine gasten zich alweer aanpassen aan nieuwe regels en een grotere schaal. Dat wordt ook weer smullen. -kk9/2006
GROEN ALS GRAS Op het AFC ’34-toernooi moest E1 vol aan de bak. SRC ontmoette er twee clubs die in de hoofdklasse voetballen, AFC en Foresters. En een team dat net als Groenwit competitie speelt in de eerste klasse, MFC. Tegen evenknie MFC werd het prompt gelijk. En tegen AFC en Foresters zagen we dat er inderdaad een niveautje tussen zit. Vooral Foresters, de hoofdkl assekampioen uit Heiloo, maakte indruk en overklaste onze E1 op alle fronten. Wat een compleet team hadden die lui. Mooi is vooral dat zulke jongens allemaal met de wedstrijd bezig zijn. Ze zijn ook actief als de bal niet in hun buurt is. Praten, elkaar coachen, aandringen. De een biedt zich aan voor een één-twee. De ander trekt een lange sprint in verband met een eventuele dieptepass. Een derde zakt terug om ruimte te maken voor een inkomende man. En zo is zo’n groep continu in beweging en dat draait als een tierelier. SRC werd boekiezoek gespeeld. De 6 -1 eindstandwas niet geflatteerd. Wat onze Mark niet gelukt is bleek de aanvoerder van Foresters wel te zijn gelukt. Doordringen tot de D2 van AZ. Verschil? Het lichaam. Homo Colossalus! Die jongen uit Heilo o leek wel een puber. Tegen AFC werd onze ploeg niet weggespeeld. Zij zijn dan ook bijna onderaan geëindigd in genoemde hoofdklasse. Met wat mazzel waren we na de 1 -0 zelfs op een grotere voorsprong gekomen. Dan had ik het nog moeten zien. Het geluk was ec hter aan de zijde van de Alkmaarders. Met een van richting veranderd schot kwamen ze op gelijke hoogte en daar gingen de groenwitte koppies. Onzekerheid, gebrek aan zelfvertrouwen, het maakt een team kwetsbaar. Al moet gezegd dat ook de keeper van AFC naa r de D2 van AZ mag. Die jongen was weergaloos. Ook al weer fysiek groot en sterk trouwens. Leuk op het AFC-toernooi is elk jaar dat ik er Cor van Kessel even spreek, een oude schoolmaat van ‘het Canisius’. Cor kwam onlangs landelijk in het nieuws met zijn PR-bureau omdat het management van Marco Borsato hem verbood om een Borsato-tour door Alkmaar in zijn aanbod op te nemen. Ik vertelde hem dat het Schager Weekblad een kostelijke 1 april -grap had uitgehaald door melding te maken van een Gerard Joling-wandeling door Schagen. Hij genoot toen hij hoorde dat Euser van het Weekblad al na één dag de Volkskrant aan de lijn had. Of het klopte dat er een Gerard Joling-wande… bla bla bla? En hij ging uit zijn dak bij de mededeling dat de verslaggever van de Volkskrant zich doodschaamde bij de ontdekking dat het om een 1 aprilgrap ging. “Zo hopeloos op zoek zijn die lui van de media”, zei Cor. “Er moeten teveel pagina’s vol. En op de TV moeten er teveel uren gevuld. En ze hollen allemaal achter elkaar aan. Ik heb 5 omr oepen en wel 20 kranten langs gehad vanwege die Borsato-tour. Waar zijn we in Nederland mee bezig?”
-kk10/2006
GROEN ALS GRAS In verband met een column in het jubileumgedeelte dit keer geen Groen als Gras. 11/2006 Zwaar onder de indruk stapten de jongens van het veld. Het was een echte training geweest. De eerste training bij de D’s. De eerste training van een echte trainer. De trainer had de mannen vooraf even bij elkaar geroepen. In mijn verbeelding hoorde ik trainer Paul Verra maar het was in werkelijkheid trainer Jan Peereboom. Zijn stem leek een scheepshoorn. “Jongens, ik ben Jan. Maar dat zeggen jullie niet, want ik heb met niemand van jullie op school gezeten. Ik ben ook niet ‘mijnheer’. Jullie spreken mij aan met ‘trainer’ en dat geldt ook voor mijn assistent. Wie te laat komt of zonder afbericht verzuimt gooi ik uit de selectie. Zorg dat je een kwartier voor tijd op het veld staat. En eten doe je minstens anderhalf uur van tevoren. Anders krijg je buikpijn tijdens de training.” Bloedserieus ging Timon op de tweede training af. Vol ontzag voor zijn eerste echte trainerhad hij anderhalf uur tevoren al gegeten. In de tuin thuis zelfs oefeningen gedaan om de spieren los te gooien. Vol verwachting naar Groenoord. Na afloop zou de Grote Baas de voorlopige selectie bekend maken. Daar klonk het laatste fluitsignaal van het trainingspartijtje. Een zwerm prepubers verzamelde zich rondom de trainer. Eén voor één hoorden ze het voorlopig oordeel aan. Er vormde zich een lint van vermoeide jongens die zich losmaakten uit het gekrioel en richting kleedkamer sjokten. De één riep naar luid naar het groepje ouders langs de kant: “D1..!” Een ander kneep er stilletjes tussenuit. Er waren tweetallen die zich nergens druk om leken te maken. Timon kwam bij me staan en zei niets. Eigenlijk zei hij daarmee alles. Ik keek omlaag. Hij zei nog niks. Ik boog voorover en vroeg: “En?” Hij antwoordde op neutrale toon: “D2”. “Het is nog maar voorlopig, hoor pap” zei Timon in de auto naar huis, “ik kom er echt nog wel in.” Dat vond ik dapper van hem. Eigenlijk had ik als opvoeder die opmerking moeten maken. Maar ik dacht al aan een overstap naar hockey. Lefschoentjes. Blazertje. Bloempotkapsel met lok van het ene oor naar het andere. Nee, dat moesten we toch maar niet d oen. Maar D2… Had die trainer dan faeces in de ogen? Of donderde ondergetekende in de valkuil van de vader die bij zijn oogappel meer kwaliteiten ziet dan aanwezig? Een week later was het allemaal al anders. Daar klonk het laatste fluitsignaal van het trainingspartijtje. Eén voor één hoorden de jongens een nieuw voorlopig oordeel aan. Daar stapte Timon van het veld. “D1 pap” zei hij met een grijns. “Klasse man. En nou vasthouden.” “Zeker weten!”
-kk-
12/2006
GROEN ALS GRAS De showdanseres van de familie komt thuis uit Den Helder en laat zich met een zucht op een stoel neervallen. ‘Jee pap, het was mooi, maar wat ben ik moe!’ ‘Lekker douchen en naar bedje toe.’ De voetballer van de familie komt thuis van de SRC-training en stort neer op de bank. ‘Pap, het ging heerlijk, maar wat ben ik moe!’ ‘Best joh, loof ken lang an, zegt oma altijd. Gauw douchen en te bed.’ De balletster van de familie komt thuis uit de balletschool en gaat languit op de kamervloer liggen. ‘Aaooohhww pap.’ ‘Gaat het wel niet, kind?’ ‘Aaoohw, ik ben moe van al die lesuren.’ ‘Beter lesuren dan blessure. Ga maar gauw douchen en heerlijk uitrusten in je bed.’ Het is herfst. De natuur bouwt af. In de sport bouwt men op. In elke tak van sport zijn de trainingen hervat. Het gaat gepaard met zweet, met spierpijn, stijfheid. Helaas vaak ook met blessures. Hamstrings, liezen, achillespezen. Iedere sporter wil gauw in conditie zijn, de goede vorm te pakken krijgen. Het gaat nogal eens ten koste van een verstandige opbouw. We gaante veel keren in de week. We gaan er te hard tegenaan. We luisteren niet naar de signalen vanhet lichaam. We zijn o zo bang om het pas veroverde plekkie in de selectie kwijt te raken. De baas in het fitnesscentrum bij mij op school zei van de week dat de categorie j eugd van 10 tot 20 jaar niet langer dan een uur achter elkaar moet sporten. Ik vroeg hem namelijk naareen verklaring voor de enorme hoeveelheid blessures die traditioneel bij de start van het sportseizoen voorkomen. ‘Kees, echt waar, laat ze een kwartier warming up doen en daarna een pittige training van drie kwartier. En dan stoppen. De concentratie is weg. Het lijf is moe. En alles wat ze daarna tegen hun zin moeten doen slaat nergens meer op. Na een uur wordt de conditie niet verder vergroot. Integendeel, je maakt de boel van binnen stuk. Je breekt af wat zojuist is opgebouwd en dat is zonde. Het kan zelfs schadelijk voor de gezondheid zijn.’ ‘Oké dan.’ ‘Persoonlijk zet ik de groep na een uur lekker effe in een kring op de grond om me heen. Paar simpele oefeningetjes doen. Dan vertel ik een mop en stuur ik ze onder de douche. Ik hoorde er trouwens laatst nog één die tot mijn verbazing door de allochtoontjes onder de leerlingen erg werd gewaardeerd. Sint en Piet zijn al vele uren onderweg. Bij elk huis w ippen ze even aan voor een bezoek. Dan komen ze langs de moskee. Sint geeft de schimmel de sporen. Piet vraagt verbaasd: “Maar Sint Nicolaas, moeten wij hier geen bezoek brengen?” Waarop de Sint roept: “Alstublieft niet, Piet, er staan hier veel te veel sc hoenen.”’ -kk-
13/2006
GROEN ALS GRAS D1 en D2 waren aan de beurt voor het voegen en nieten van de Facet. Braaf arriveerden de jongens in de kantine. De meesten op tijd. Er lagen stapels papier op twee ovalen tafels. Het werk van drukkers Gerard Roest en Rob Terrahe. Twee tafels, twee productierondjes als het ware. De jongens mochten zelf weten om welke tafel ze hun rondjes wilden lopen. De start was onwennig en stroef. Soms wilde een A4-tje niet van een stapel afkomen. Soms had iemand twee dezelfde pagina’s te pakken. Allengs draaiden de jongens hun rondjes om de tafel vlotter en handiger. Jacco kwam telaat. Da’s nou de zoon van de jeugdvoorzitter, hoorde ik Carlo brommen. “Jacco, je bent telaat!” pikte hij de kleine Sijnesael in zijn kuif. Jacco keek schuldbewust naar hem op en verklaarde: “We waren nog aan het eten…” “Ja, wij ook, maar dan een kwartier eerder. Nou, kom op, rapen.” Chakir en Ali werkten in eendrachtige samenwerking aan een Arabische versie van de Facet. Zij verzamelden de pagina’s consequent omgekeerd en andersom, als u begrijpt wat ik bedoel. Laat ik een paar dagen later precies zo’n exportexemplaar in de brievenbus krijgen. Na het omslaan van de kaft kreeg ik de laatste bladzij in het vizier. Ik ploegde van achteren naar voren door de Facet heen. Zo kwam ik de rubriek ‘Gras als Groen’ tegen. Een vreemde gewaarwording. Op het laatst trof ik een column ‘’t Is wit ’t Is groen’ aan. Met die titel was op de keper beschouwd weinig mis. Wie weet krijg ik de volgende keer weer de Oosterse versie. Boeiend. De twee buitenlandse medewerkers voelden zich na een aantal rondjes niet meer happy in deze grafische tak van sport en verdwenen door de klapdeuren. Boeman De Vries erachteraan. De jongens stonden al bij de buitendeur. “Wat gaan we doen, mannen?” “Plassen, mijnheer.” “Op het buitentoilet?” Carlo knikte naar de andere zijde van de hal. “Kijk, we hebben binnen ook toiletten. Ga daar maar. En daarna nog even helpen met rapen. We doen het met zijn allen. Net als voetballen.” In vliegende vaart werd de aflevering van de Facet verder vervaardigd. In hoog tempo leverden de jongens telkens weer de inhoud van een exemplaar af aan de lange tafels. Daar ontfermden Gré Bijpost en Marjan van Benthem zich erover, twee vrouwen die nog stammen ui t SRC’s handbaltijdperk. Deze dames vouwen al twintig jaar (20 jaar..!!) een kaft om elk exemplaar van de Facet en slaan er vervolgens twee nietjes door. Naaimachines naaien en nietmachines niet(en). Ook D-dirk was van de partij. D-dirk is ooit als invaller bij de Facet-productie betrokken geraakt en telt nu al jaren telkens 10 exemplaren af. Dat doet hij vijftig keer en dan gaat D -dirk in een kleedkamer douchen. Conny Hulleman is ook alweer geruime tijd Facet -muts, maar welke muts past Conny Hulleman eigenlijk niet als het om SRC gaat. Zij ordent de ventwijken. Jan Heddes tenslotte brengt alle pakketjes bij de wijkbezorgers langs. En zo is het systeem sluitend. En dat is mooi. -kk14/2006
GROEN ALS GRAS Grote mensen die tegen elkaar tekeer ga an en kinderen die staan te wachten tot de wedstrijd verder kan. Het gebeurde onlangs op Groenoord toen de nummers één en twee van de D1 competitie elkaar troffen. Een beschamende vertoning. Dat was het. Niet de wedstrijd zelf trouwens. Die was hartstikke leuk en hartstikke spannend. In de eerste helft een gelijkopgaande strijd. Met dotjes van kansen, zowel voor de groenzwarten uit Tuitjenhorn als voor de blauwe jurken uit Schagen. Na de rust gebruikte SRC de wisselspelers en toen kantelde de wedstrijd zoa ls dat zo mooi heet. De koploper overtroefde de tegenstander vooral op het punt van ‘voetbalgoochem’. Listigheid, zal ik maar zeggen. Het overwicht werd uitgedrukt in twee glaszuivere doelpunten. Echter, na beide doelpunten reageerde de begeleiding van Ho llandia T onverstandig en erg onsportief. Zij wezen scheidsrechter Komen luidruchtig op hun vlaggenier die in het ene geval voor een uitbal zou hebben gewapperd. Maar de man had zich van meet af aan corrupt betoond bij uitballen en corners dus die had zijn krediet allang verspeeld. En in het andere geval was hij gaan vlaggen voor buitenspel toen de bal lang en breed in het net achter hun keeper lag. Nou, daar gingen de coaches. Een eind het veld inlopend riepen ze: “Scheids, ben je van SRC of zo?” “Pakken jullie altijd op deze manier drie punten?” “Waarom hebben wij eigenlijk een grensrechter mee?” De twee heren creëerden een nare opgefokte sfeer onder de grote mensen langs de lijn. De ironie wilde dat niemand de 22 jongens op het veld hoorde. Die stonden e rbij en keken ernaar. De SRC-coaches voegden de rancuneuze begeleiders uit ‘Tuutjetuut’ toe: “Wat een voorbeeld geven jullie de jongens. Gek hè, als zij binnenkort ook een grote mond op gaan zetten.” De scheids legde bij het tweede incident de wedstrijd even stil. Hij nam de moeite om naar de kant van het oproer te komen. Als ware hij Koning Salomon zelve, zo sprak Nico op waardige wijze: “Jullie zijn niet goed bezig!” En toen liep hij terug naar de middenstip, om de wedstrijd te vervolgen met een aftrap vo or Hollandia T. Na het laatste fluitsignaal stoomde de grensrechter van groenzwart op in de richting van clubscheidsrechter Komen. Hij uitte al van verre allerlei verwensingen. Dus spoedden de SRC coaches zich eveneens naar de man in het zwarte pak. Verde re intimidaties konden voorkomen worden. Wij hebben de ‘grens’ aangesproken op de bedenkelijke uitvoering van zijn taak. En de coaches gevraagd nog eens stil te staan bij hun voorbeeldfunctie naar de jongens. Laatst stond er een verhaal in de krant over schelden, bedreigen en dat we zijn aangeland in ‘de grotebekkenmaatschappij’. Ik dacht toen: zo erg zal het toch niet wezen? Nou, na dit middagje Groenoord denk ik er iets anders over: zo erg is het. -kk15/2006
GROEN ALS GRAS Van de honderd ideeën-voor-een-film wordt slechts één idee daadwerkelijk omgezet in een film. De kans dat Het Zwanenwater wordt verfilmd is dus één procent groot. Dat zou ik even willen zeggen tegen alle SRC-ers en anderen die mij de afgelopen weken aanklampten. Los van de vraag of de film er ooit komt was ik uiteraard erg in mijn sas met de extra aandacht die mijn boek in de regionale pers heeft gekregen. En dat allemaal omdat een producent van een filmmaatschappij op de Cariben belangstelling toont. Kan je zien wat een magische uitwerking het woord ‘film’ heeft op het publiek. Meer dan het woord ‘boek’, zoveel is zeker. Mensen lezen minder, mensen kijken meer. De reacties van de laatste weken leidden regelmatig tot hilariteit. Jan Ferwerda schoot me op school aan over de vele krantenstukken. Ik zei hem dat er nog wel een rolletje voor hem vrij was. Ik hoefde er verder niets voor te doen. Jan kopte hem zelf lache nd in: “Als lijk zeker.” “Wat zie je bleek. Ben je al aan het oefenen?” wou ik hem nog vragen. Een andere collega meldde zich. Ze schurkte zich tegen me aan, gooide al haar charmes in de strijd. “Kees, wat hoor ik? Spelen wij tweeën het verliefde stel? En de opnames zijn op Curacao? Oh, wat geweldig!” In de (SRC-)familie vroeg men zich af wie er tot de genodigden voor de première zouden behoren. Alleen mijn generatie? Of ook de volgende? Ralph Ploeger, Lex Ploeger, René Schop, sinds kort Jaap Vink. En allemaal met partner. Nog effe en Tuschinsky zit tijdens de gala -voorstelling vol met Schagenezen. En de filmsterren moeten een kaartje kopen voor de volgende voorstelling. Ik heb mijn familie geadviseerd alvast te oefenen in voortbewegen over de rode loper, liefst in strak pak en voorzover aanwezig met decolleté. Op het Perspectief… herstel, op het Horizon College solliciteerden vrij veel collega’s spontaan naar één van de vrouwelijke hoofdrollen. Ik wees op de kritische vleeskeuring maar die schrok nauwelijks kandidaten af. Pas bij de suggestie van een inwendig onderzoek werd door een enkeling bezwaar aangetekend. Wat mensen voor geld allemaal bereid zijn te doen..! Op Groenoord werd mij gevraagd of er nog voetbalscènes in de rolprent te verwachten zijn. Ik heb ze gezegd dat ze voor voetbalbeelden bij Talpa moeten zijn. Maar in mijn boek komt wel een ‘derde helft’ voor in een sportkantine. Wat dachten we van de SRC -kantine? Het lijkt me erg leuk om een stel dikbuikige SRC-veteranen in te huren voor die scène. Volgens mij zijn ze wel te vinden. En anders moet er aan gewerkt worden. Zuipen mannen! Ouwehoeren en dromen zijn ook onderdelen van het leven. Toch? Laat me maar even. -kk16/2006
GROEN ALS GRAS De karakters van de spelers komen al gauw in beeld. Niet meteen. Maar een oplettende trainer of coach ziet op zijn minst een glimp bij de eerste ontmoeting. We gingen naar de kleedkamer voor de eerste wedstrijd van D1. Duo Carlo haalde één voor één de shirts uit de grote tas. Steeds las hij het rugnummer op en dan vroeg hij: “Wie?” En dan riepen wel vijf jongens om het hardst: “Ik...! Ik…!” Carlo deed een greep in de grote groene tas en riep: “Zeven.. Wie?” “Ik…! Ik…!” Als eersten gilden een Mark en nog een Mark en een Toni en… En ze wilde n allemaal het eerst een shirt. Of meenden allemaal recht te hebben op dat specifieke rugnummer. Dan hakte mijn bondgenoot de knoop door en wierp iemand het gewilde ‘groenood’ toe. Carlo onthulde: “Nummer 10.” Weer een kakafonie. Nog voordat mijn mede-coach ‘Wie?’ kon vragen was het textiel al uit zijn handen gerukt. Door onze overlever… Alikhan. Khan meende dat nummer 10 uitsluitend in overeenstemming kon zijn met zijn positie in het veld. “Arveladze ook 10, ik ook 10.” Zo klonk de verklaring van Khan voor zijn gretigheid. Wij keken elkaar eens aan en begonnen tegelijk te lachen. “Vooruit dan, Alikhan. Jij weet wel voor jezelf op te komen.” Dertien shirts passeerden aldus de revue. Carlo haalde het laatste shirt uit de SRC -tas en vroeg: “Wie heeft er nu nog geen shirt, jongens?” “Ikke” zei Timon met een verlegen lach op het gezicht. “Hier Timon” zei Carlo vriendelijk en hij wierp hem het shirt toe, “dan is deze voor jou.” Verander als trainer of als coach of als vader maar eens het karakter van een voe tballer. Hoe vaak kreeg Timon al de instructie: “Vráág om de bal als je vrij loopt. Schakel jezelf in!” Trainers, coaches, vaders, zij zijn roependen in de woestijn. Als het niet in het karakter van de speler zit, dan gaat hij niet doen wat zij zeggen. Of in elk geval nog niet. Ergens mooi natuurlijk, als je zoals Timon zoveel bescheidenheid van je vader hebt meegekregen. Je blijft je vrij lopen. Je sjouwt wat af over de groene zoden. Maar roepen is er niet bij. Je biedt je overal aan voor de driehoek, want mijnheer Peereboom heeft de jongens geleerd dat de man -aan-de-bal altijd twee afspeelmogelijkheden moet hebben. Maar je vraagt niet. Da’s ook thuis zo, hoor. “Is Timon thuis?” “Kweenie.” “Jahoor” horen we opeens vanachter een beeldscherm, “allang al.” Je hoort hem niet. Totdat hij op een keer losbreekt. Moeilijk in te schatten wat ik liever heb. -kk17/2006
GROEN ALS GRAS Grappig wel. Elke maandagmorgen komt Hairiks lachend de klas binnen en dan vraagt hij: “En meester… wat heeft SRC gisteren gedaan?” Hij is van ZAP. Dat wil zeggen, dit jaar. Hij is een voetbalnomade. Zoals je er tegenwoordig wel meer hebt. Zelfs in het amateurvoetbal. “SRC wint elke zondag, Hairiks, dat weet je toch. Maar hoe was het bij ZAP? Weer verloren zeker? Zullen ze dit jaar opnieuw degraderen?” Beetje jennen natuurlijk. Dissen die hap, zo heet dat tegenwoordig in tienerjargon. “Maar tegen SRC hebben we gelijk gespeeld, hé Kees. Toen had SRC geluk, echt waar!” “Ja sukkeltje en toen kwam ik speciaal voor jou kij ken en toen deed je niet mee, want je was geschorst.” ZAP, SRC, dan praten we over het niveau van de 3 e klasse. Hairiks Jansen, rechter spits in het eerste van ZAP. Zat vorig jaar nog bij WGW. Met maatje Raap losgeweekt bij hun Helderse club en naar de Polder gelokt. Waar doen zulke jongens het voor? Gebruik van auto misschien? Mooi trainingspak plus dure, nieuwe voetbalschoenen? Zwart bedragje per maand? Ik roep maar wat, hoor. Maar één ding is zeker, zulke jongens spelen niet uit liefde voor de club. Da t merk ik ook aan de onverschilligheid waarmee Hairiks een nederlaag van ZAP ‘brengt’. Schaapachtig lachend. Het is verder een leuk joch. Meestal goedgemutst. Hartstikke jong nog. Hij is alleen soms te moe om zich op school nog te concentreren. Bij ZAP trainen ze drie keer in de week. De hele zondag wordt natuurlijk ingevuld met de wedstrijd. En op vrijdagavond speelt mijn balvirtuoos nog op hoog niveau zaalvoetbal. Ik merk het meteen aan hem, als hij moe is. Dan wordt hij dwars. Dan gaat hij zeuren. En een beetje klieren met de meiden, wat op zichzelf natuurlijk ook een heel leuke tak van sport is. Ik heb speciaal voor Hairiks een gele en een rode kaart in de la liggen. Als hij het te bont maakt, dan strek ik mijn hand uit naar de la en dan is het: “Gele kaart voor mijnheer Jansen. En nu de hormonen in bedwang, Hairiks. Anders verandertde kleur in rood. De kleur die je op zondag altijd ziet!” Dan hebben we even dolle pret. Hij heeft namelijk al twee keer rood gekregen bij ZAP. Veel te kort lontje. Gauw uit het lood. En nogmaals, het zal zo’n zwerver worst wezen of hij de club benadeelt. Allemaal ego. In de klas houdt hij zich na zo’n kaart weer een tijdje rustig en daar gaat het om. Net als in de fitness. Dat is echt zijn wekelijkse rustuurtje. Maar dat gun ik hem wel. Laten daar de dikke hobbezakken maar even zweten. Het heeft iets paradoxaals. Mijn grootste atleet doet in de fitness nagenoeg niks. -kk18/2006
GROEN ALS GRAS In de vorige Facet stond een stukje over een hectische zaterdagochtend op Groenoord. Een ochtend waarop de kantinevrijwilligers om 10.30 uur een legioen ouders op zich af kregen, omdat het tegelijkertijd rust was bij 10 jeugdteams. Vreemden maar ook SRC -mensen brulden om koffie naar Klaas en Elly Bakker die hun benen ui t hun lijf liepen. De klandizie brulde want het duurde volgens hen te lang voordat ze geholpen werden. Het stukje was ondertekend met “Een Vader”. Hoewel ik nooit zo gecharmeerd ben van anonieme schrijverij was de observatie van deze vader scherp en raak. Duo-coach Carlo en ikzelf hebben op bewuste dag de stormloop ook mogen aanschouwen. D1 speelde thuis. Het was inderdaad even een gekkenhuis in de kantine. Maar waar ik nogal van schrok bij het lezen over deze scène was dat er ook een leider van een jeugdte am proestend en tierend achter de bar ging. Naar de keuken om drinken voor een team te halen, ik citeer: “weg te roven, met de woorden wat een rotzooi, er is hier ook niets geregeld (…)”. Waarom schrok ik zo? Ik realiseerde me dat ik zelf ook om limonade voor twee teams kwam en dat ik ook heb gefoeterd omdat de boel er niet stond. De spelers zaten in de kleedkamer te wachten. Ik hoop eerlijk gezegd dat ik binnensmonds heb gefoeterd en dat ik niet de jeugdleider uit het stukje van de kritische vader was. Wat ik zeker weet is dat ik niet heb staan schelden tegen Klaas en Elly. Daarvoor weet ik te goed dat deze mensen van goud zijn voor SRC. Die stonden kannen koffie uit te schenken en dat heb ik zo gelaten. Wel ben ik doorgestapt naar de keuken om te kijken of de plateaus met limonade om de hoek op het aanrecht stonden. Volgens mij is daar niks mis mee. Het gebeurt een enkele keer meer dat ze daar staan. De jeugdleider pakt ze mee en alles draait mooi door. Ditmaal echter stond er geen enkel plateau en er onts tond een kleine file van jeugdleiders van wie een enkeling inderdaad pittig tekeer ging. De anonieme schrijver merkte in het stukje terecht op dat er een ouder was die spontaan achter de bar sprong om de drukte mede het hoofd te bieden. Dat was wie anders dan Connie Hulleman. Want behalve Facet-muts en jubileummuts is zij ook gewoon kantinemuts. Hoezo vrijwilligers van goud? Later verklaarden Klaas en Elly in een vrijwel uitgestorven kantine dat zij compleet verrast waren, omdat er zonder bericht was gerommeld met de programmering. En dan loopt de boel wel eens in het honderd. De intrigerende vraag blijft wie de anonieme vader heeft bedoeld met die ene jeugdleider. Duo Carlo zei dat wij het in elk geval niet konden zijn. “Kees, wij schelden niet. Langs de li jn niet en in de kantine niet.” Zo is het. Maar laat ik toch maar beloven om niet meer te foeteren. Een mooi voornemen voor het nieuwe jaar. Ik zal in 2007 niet meer foeteren, als het kantinepersoneel de limonade niet heeft klaargezet, want daar was dan absoluut een goede reden voor. Prima strafwerkzin trouwens. Ik zal in 2007 niet meer foeteren, als het kantinepersoneel de limonade niet heeft klaargezet, want daar was dan absoluut een goede reden voor. Belooft u het ook? -kk19/2006
GROEN ALS GRAS Jaja, Jac Vink was al een aantal jaren voorzitter van SRC. En nu is hij ook nog officieel geslaagd als zakenman. Het schildersbedrijf van de voorzitter is uitgeroepen tot onderneming van het jaar 2006. Een eretitel in zakelijk Schagen die ongetwijfeld goodwill en opdrachten genereert. Een felicitatie aan Jac, zijn familie en zijn personeel is zeker op zijn plaats. Tegen alle D-pupillen die Carlo en ik onder onze hoede hebben zou ik willen zeggen: allemaal schilder worden, jongens. Dan word je rijk. En voorzitter van SRC. En dan te bedenken dat ik ooit op verjaarsvisite kwam bij Greet aan de Nes. Een grote groep medestudenten van de PABO was er ook. Muziek, feest, wijn en bier. Gezelligheid op de boerderij. Greet had al een vriend. Die was er ook. Dat vonden sommige jaargenoten jammer. “Kees, wat doet die vriend van Greet voor de kost?” “Schilder.” “Huh…?” “Schilder, je weet wel.” “Je bedoelt, van schilderijen en zo. Kunstenmaker, zeg maar.” “Nee. Wel ook met een kwast. Maar verf uit een pot. En dan een kozijn of een deur verven. En zo.” Een zwager van me had laatst een ICT-klus gedaan op een grote scholengemeenschap. Hij had inzage gehad in de verdiensten van het personeel en was verbaasd. “Verdienen jullie in het onderwijs echt zo belachelijk weinig geld?” “Eh… nou ja, vind je? Ik ben best tevreden, hoor.” “Ongehoord, zo’n groot verschil met de hoger opgeleiden in het bedrijfsleven. Terwijl die bij lange na die stress en verantwoordelijkheid niet hebben.” En Jac Vink maar lachen. Al die jufs en meesters waar hij destijds tussen zat moeten nog tot aan de VUT of AOW naar hun bedompte schooltjes. Terwijl hij eerdaags de firma over doet aan de jongens. Instappen maar, Greet. Gas met die Audi. Zullen we een weekje naar Friesland? Of pakken we nog een kleintje wintersport? Bij de D-categorie begint de grote selectie, het grote voorsorteren. Op de voetbalclub, maar ook op school. Het is de leeftijd waarop ze van de basisschool naar het voortgezet onderwijs gaan. Wat gaat het worden? Zijn de jongens er al uit qua schoolkeuze, qua beroepskeuze? Nee dus. Ik heb het laatst aan een aantal jongens gevraagd. Geen van allen had nog een idee. Allemaal moeten ze wel kiezen, punten scoren en proberen te slagen. Niet moeilijk over doen, jongens. Helemaal niet nodig. Ik herhaal mijn advies. Jullie kunnen allemaal schilder worden. Voor mij is het daarvoor helaas te laat. Maar ik heb een goed plan. Ik ga gewoon een boek schrijven. En als er genoeg van verkocht worden, dan loop ik ook binnen. En dan gun ik één van de schilders uit de voormalige D-lichting de opdracht om mijn huis in de verf te zetten. Onder ‘koppiestoid’ vanzelf samen met de schilders herinneringen ophalen aan die prachttijd bij SRC. -kk1/2007
GROEN ALS GRAS Zoonlief stapte geblesseerd bij me in de auto. Waar was ik mee bezig? Te coachen. Terwijl Timon niet eens mee kon doen. Ik had ook één van de andere ouders kunnen bellen. De coachmuts past ons allemaal. En Conny Hulleman spaart mutsen. Dus. Maar ach, hart voor de ploeg en zo. En Timon wou natuurlijk kijken. Ik zei: kijken en niet werken, dat gaat niet. Ga maar kijken en verslag uitbrengen. Voor ‘Groen als Gras’. Dat vond hij goed. Het Ajax-notebook ging mee. Nou, dit ben ik dus, Timon. Van mijn vader moest ik aantekeningen maken en dan zouden we samen het stukje wel in elkaar zetten. Ik leerde nog twee nieuwe krachttermen onderweg naar Sint Pancras. Maar die mochten van mijn vader niet in de Facet. Eentje gooide hij eruit, omdat we de sporthal niet gauw genoeg konden vinden. In pa z’n verbeelding was Pancras een achterlijk gat waar de sporthal zo’n beetje bovenuit moest steken. Mooi niet! We verloren wel tien minuten met kriskras door de nieuwbouw raggen daar. En geen Pankruk (term van mijn vader) op straat vanwege het kloteweer (term van mij). Nog net op tijd arriveerden we bij de sporthal. Terwijl mijn vader de handrem van de Golf aantrok rolde de tweede vloek naar buiten. De shirtjes, we waren de prachtige groenwitte shirtjes vergeten. Vorige week ook al… Lekker, zo’n coach. Regelt alles, behalve wat hij regelen moét. Ging hij nog spastisch bij de kantinejuffrouw informeren en bij het beheer van de hal. Niet dus. In de kleedkamer werd het opgelost met de keuze voor ‘een zo rood mogelijk tenue’. Merijn en Mitchel hadden niets roods mee en waren de klos. Ze werden in dikke flanellen hooded shirts van Paul en mij gehesen. Die hadden geen warming up nodig. De twee partijtjes tegen D3 van Vrone waren eitjes. De jongens begonnen vooral de eerste wedstrijd netjes. Mooi tikken naar elkaar. Echt zaalvoetbal. Vrone kwam er niet aan te pas. Het ging lekker, alleen de doelpunten lieten even op zich wachten. Totdat Merijn een paar keer buitenom passeerde en keurig trok. Het werd een hattrick voor Mark Drijver. Door een slippertje van Mitch kon Vrone vlak voor tijd nog tegenscoren: 1-3. Laten we het Mitchel niet aanrekenen, want verder speelde hij als laatste man twee vlekkeloze wedstrijden. Ook het tweede potje had SRC volledig in handen. We waren amper begonnen of de bal lag er al in. Het ging een beetje zoals in de eerste wedstrijd, alleen wat onrustiger. Vrone maakte aanvallend niet veel klaar. Na een tijdje maakte Mark de 20 en toen werd het een schiettent: 7-0. En dat waren de aantekeningen van Timon. Wat een verslaggever, hè. Kan zo bij Tien aan het werk. Twee regelmatige overwinningen. En dan deed zoonlief dus niet eens mee. Of… liep het juist daarom zo goed? Dat laatste grapje werd door mijn cowriter afgekeurd. Omgekeerd vond Timon de opmerking waarmee de moeder van Merijn ons uitluidde erg leuk: was jij de shirtjes, Kees? -kk2/2007
GROEN ALS GRAS De ene zaterdag was er voor de D-pupillen nog zaalvoetbal. Met een eerste en een tweede plaats in de poules sloot SRC heel mooi af. Weer een medaille in de prijzenkast. De andere zaterdag was de herstart van de veldvoetbalcompetitie. Het zonnetje scheen op Groenoord en Nieuwe Niedorp werd heel prettig opgerold (6-0). Speciale vermelding voor Yorrick. Hij kreeg toen het nog 0-0 was een dot van een kans. Zoiets als Joris Stam in de vorige Facet beschreef vanuit SRC 2. De coaches dachten voor Yorrick aan een instructiekaart voor het scoren van een doelpunt. Hoeft niet ingewikkeld te zijn. Dat de bal dus gewoon onder de lat en tussen de palen dient te verdwijnen. Zoiets. Kan op één A4-tje. Tegenwoordig kost een lamineerapparaat ook bijna niks meer. Kan zo’n jongen de kaart aan de wand hangen thuis. Zullen we Joris er ook één cadeau doen? En tussen genoemde zaterdagen door had trainer Peereboom op de woensdag een oefenwedstrijd bij v.v. Schagen geregeld. Dat heet planning. Laat mijnheer Peereboom maar schuiven. Jammer dat het slecht weer was. Een stevige wind en miezerige rotregen. Maar dat hield de groene helden niet af van een mooi resultaat tegen de D1 van de geelzwarte stadgenoten (1-4). Die dus in de competitie een klasse hoger spelen dan SRC. Ja, dat is het beleid van het jeugdbestuur bij Schagen. Zo hoog mogelijk inschrijven en dan maar zien wat er van terecht komt. Nou, Schagen staat onderaan. Misschien moet SRC het volgend jaar eens hogerop proberen. Tegen ZAP, Helder, HCSC, AZ D2… Leuke potjes, hoor! Het was mijn eerste bezoek aan het nieuwe sportpark van stadgenoot Schagen dat door een creatieve naamgever is opgezadeld met de titel ‘Sportpark v.v. Schagen’. Ik geef eerlijk toe, ik was er zelf niet op gekomen. Vanaf de Provinciale Weg benaderde ik het complex. Inktzwarte lucht, spiegelend wegdek, nergens een toegangsweg te bekennen. Bleek er een ‘eigen weg’ te zijn langs het AZC. Een en ander deed het humeur geen goed. Wat wel prachtig was, dat was de nieuwe accommodatie. Helaas is die van de buren en niet van SRC. Dat wil zeggen, ik vind het gebouw prachtig (alleen al die antracietkleurige tegels in de kleedkamers), maar de ligging verschrikkelijk. Net zoals de velden van KGB of DTS of AFC. Excentrisch, op de wind, met uitzicht over de weilanden. Bah! Mijnheer Peereboom had in de kleedkamer het whiteboard helemaal volgestift. Opstelling, instructies voor positiewisselingen, meesterlijk. Op mijn school staat nu ook in elk lokaal een whiteboard. Schrijft klote. Bij SRC in de nieuwe accommodatie graag ouderwetse schoolborden met krijtje, heerlijk. Op het plein voor het kleedgebouw botste ik pardoes tegen een standbeeld op. Ik dacht nog: “Alweer creatief. De club heeft zelfs kunst aangeschaft.” Maar het was Cees Speets tegen wie ik aanliep… in levenden lijve. De bejaarde trainer ging een jeugdteam trainen, terwijl de regenvlagen over de nieuwe tribune zwiepten. “Hé Kees, hoe vind je het hier?” “Prachtig Cees. Jammer dat het bij ‘Schagen’ altijd naar weer is.” “Jij hebt ook altijd wat te zeiken.” 3/2007
-kk-
GROEN ALS GRAS Het leukste van de uitwedstrijd naar Texel was voor D1 uiteraard de reis. De jongens hadden het er op de training al over gehad. Op de boot zouden ze lekker gaan ‘kloten’. Omdat stoute voornemens negen van de tien keer uitlekken konden de coaches ernstige misdragingen op voorhand voorkomen. Duo Carlo deed voor de afvaart vanuit Den Helder een ferme uitspraak: “Jongens, geen gekloot op de boot.” Van mijn seniorentijd herinner ik me dat er op het dagje Texel meestal een personeelsprobleem was. Dan was er sprake van bovengemiddeld ziekteverzuim. En dat is bij pupillen van elf en twaalf jaar dus niet zo. Die zijn nog heerlijk enthousiast. Van de veertien knapen stonden er bij het vertrek gewoon dertien te trappelen. Nummer veertien was naar een Open Dag op het Murmellius Gymnasium. In gedachten was ik ook bij hem. Sterker nog, ik kon er de verdere dag niet meer van loskomen. Al beleefde ik de antieke vorming niet op het Murmellius doch op het naburige katholieke Petrus Canisius. Terwijl nr. 14 als een ‘primus inter pares’ naar de kaasstad toog, voeren de groenwitte legeraanvoerders precies in tegenovergestelde richting de vijandelijke cohorten tegemoet, om het eens klassiek te formuleren. Ons vaartuig weerstond de golven op het Marsdiep, maar Aeolus, de god der winden, was de strijders uit Schagen bepaald niet gunstig gezind. De frisse bries aan dek bleek een ongunstig voorteken. Dat tegenspoed het lot van SRC zou zijn bleek eenstemeer toen één onzer bij het voeren van de meeuwen gewond raakte. Als een soort voorbode van de aanvalswoede die later op de dag op het groenwitte leger zou worden botgevierd wierp een Texeler meeuw zich krijsend op het brood dat hopliet Jacco ter hand nam tot versteviging van de eigen constitutie. De gevederde verrader verwondde daarbij onze held. Het hoeft geen betoog dat het indrukwekkende monster in een oogwenk werd doorboord door drie, vier pijlen uit de kokers van enkele dappere Schager boogschutters. Tijdens het Beleg van Den Burg kwam uit dat de zware overtocht al teveel van de troepen had gevraagd. Laten we maar eerlijk zijn. Het leger van aanvoerder Ali (Dzjenghis) Kahn werd in de pan gehakt. Geen enkel moment was er uitzicht op de overwinning. De onzen mochten slechts dromen van eer en zege. De Texelse burcht werd niet alleen verdedigd door de Texeler Garde. Aan gene zijde streden mee Zeus, Mars, Jupiter, Apollo. Kortom alle Romeinse en Griekse goden verleenden de eilandbewoners op deze rozevingerige dageraad hun uitzonderlijke krachten. Een strategische terugtocht. Tot dat besluit kwamen de Schager strijders, het vaandel van ridder Magnus fier in de lucht. Zij voorzegden: “Wacht maar tot onze Marc op het Murmellius zit! Dan zullen de goden ons plotseling gunstig gezind zijn. Dan worden bij de Schager Slottoren jelui, schapenhoeders van Texel in de pan gehakt.” -kk-
4/2007
GROEN ALS GRAS Jari en Mark verkeerden in hogere sferen. Hoog en droog op witte hellingen. De rest van D1 bleef gewoon in de lage landen. Laag en nat op doorweekt grasland. Jari en Mark vroeg op de zaterdagmorgen een warm Kaiserbrötchen smikken en dan in het zonnetje op de lange latten. De rest van D1 vroeg op de zaterdagmorgen een sneetje oud brood kauwen en dan in de druilerige regen op weg naar Den Helder. Wat bestaan er toch nog steeds een tegenstellingen in deze gruwelijke maatschappij. Maar voetballen is toch ook leuk op de eerste zaterdag van de voorjaarsvakantie? Ach, dat is ook zo. Maar mag voortaan dat wintersportzonnetje erbij? Ik was doorweekt aan het eind van de wedstrijd tegen HCSC. Niet een beetje nat, hoor. Op de heenweg had Pluvius de regenmachine op stand 1 staan. Zeg maar lekker druilerig weer. Tijdens de wedstrijd schakelde hij over naar 2: regengordijn. En op het hoogtepunt beleefden we stand 3: harde regen in combinatie met pittige windvlagen. Op de terugweg volstond Pluvius weer met stand 1. Zeg maar lekker druilerig weer. Toen liep de neus al. ’s Avonds waterige ogen en steken bij de slapen. Een fijne start van de vakantie. Had ik die rotvlag er maar bij neergegooid. Den Helder, wind en regen, kan dat nou nooit anders? Overigens een pluim voor de dames Sijnesael en Drijver die mij vanaf de tribune van alles aanboden om de waterkoude omstandigheden te trotseren. Een groenwitte paraplu, ruitenwissers, dikke truien, handschoenen, mutsen, massages, echt geweldig. Maar een coach is aan het werk en dat is een Spartaanse zaak. Warmte moest ik dus op deze natte grauwe ochtend ontberen. Op één enkel moment in de laatste minuten van de wedstrijd na. SRC stond op achterstand en dat was beslist niet verdiend. HCSC verdedigde een kleine voorsprong en deed dat soms niet sportief. Marc werd onderuit geschoffeld terwijl hij een lekkere rush over de linkerkant ondernam. De scheidsrechter floot voor een vrije trap. Op ‘n plek met mogelijkheden. En wat deed Marc tot ontzetting van vriend en vijand? Na een kreunpartij op de groene zoden kwam hij overeind en hij nam onder het aanheffen van een oorlogskreet een spurt in de richting van de witblauwe natrapper. Het gebeurde in koud, nat Den Helder, maar ik kreeg het eventjes Spaans benauwd toen ik de woeste blik in de ogen van onze linksback aanschouwde. Door het lint. Zo heet dat. Gelukkig kon erger voorkomen worden. Ook trainer Peereboom was snel ter plekke. Die nam de gelegenheid te baat om én Marc én de natrapper én ook de scheidsrechter vermanend toe te spreken. “Ik had het niet gezien” zei deze slapjes. Maar laten we wel wezen. Als SRC met de rust niet op 0-2 maar op 0-4 had gestaan, wat absoluut had gekund, dan was de hele scène vlak voor het einde niet voorgevallen. En Marc was ook niet zo driftig geworden, als hij een minuut voor het incident een open schietkans over links gewoon langs de keeper had gekogeld. Dan waren we op gelijke hoogte (3-3) gekomen. Na afloop een hete douche voor alle spelers, behalve voor Marc. Die hebben we onder een koude gezet. -kk-
5/2007
GROEN ALS GRAS Kinderen zoeken bij de kabouters en bij de F-jes allemaal de bal. Niks tactiek, niks posities, niks opdracht. Vanaf de E-tjes zoeken ze twee dingen: de bal en hun plek in het veld. Intuitief kiest ieder zijn of haar favoriete stek. De een voelt zich geroepen om de goals te scoren, een ander verdedigt liever en blijft automatisch hangen in de buurt van het eigen doel. Vaak is de rol die de acteur of actrice voor zichzelf kiest hem of haar op het lijf geschreven. Van onze lichting is Kahn bij uitstek een spits. Hij wil niet anders en hij kan niet anders. En Toni is lekker bezig als voorstopper. Soms kiest een pupil een foute plek of wacht hij gewoon af. Op dat moment gaan trainer en coaches zich er tegenaan bemoeien. En zo beleefde D1 in het afgelopen weekend de ‘coming out’ van Jari als rechterverdediger en van Paul als aanvaller. Ook van duocoach Carlo als lantaarnpaal.., leuk! Jari is in D1 omgebouwd van spits tot back en dat is echt een succes. Hij ploegt op rechts elke week zijn tuintje helemaal om en volgt zijn tegenstander een uur lang als een terriër. Niet alles gaat goed, maar het meeste wel en hij handelt precies naar zijn vermogens. Zo moet dat. Jari was zaterdag ‘man of the match’. Omgekeerd tipte de trainer zaterdag in de rust om Paul door te schuiven. Weg uit die verdediging, te onzeker, te aarzelend. De stand was 1-1 en de groep wilde van HCSC winnen. Het móest in de tweede helft gebeuren. Dus alles op de aanval. Verdediger opgeofferd. Paul voorin erbij, want Hij zou beschikken over offensieve kwaliteiten. Nou, dat pakte heel goed uit. Opeens wel lef, vaster aan de bal, een mannetje uitkappen en op tijd afgeven. De coaches beleefden een ware metamorfose. Zo’n trainer toch, wat een inzicht. Gouden Peer(eboom)! Het werd kortom een feestelijk voetbaldagje. Er werd keihard gewerkt, aantal mooie combinaties, paar leuke individuele acties, dikverdiende 3-2 overwinning. De trainer stapte na afloop de volle kleedkamer in met een een blad met 15 flesjes AA. Een ovatie was zijn deel. Het vermelden waard tenslotte was het optreden van de scheidsrechter. Wim Post is een man die in dat vak door zou moeten gaan. Resoluut in zijn beslissingen, duidelijk in woord en gebaar, geen ruimte voor twijfel, altijd een krachtig fluitsignaal. Wim floot zaterdag uitstekend. Op één momentje na. Er ontging hem in de eerste helft een buitenspelgeval. Maar gelukkig stak duo Carlo de vlag ferm omhoog. Geen aarzelend half wel half niet wappertje. Nee, ferm omhoog ging de vlag. Het publiek hoorde het dundoek snorren, zeg maar. Zo ferm vlagde Carlo. Wat deed de scheids? Wim liet toch zeker doorspelen. Mijn duo hield de vlag stijf omhoog. Er vloeide geen bloed uit de aanval. Carlo bleef met de vlag in de lucht staan. Na een minuut begon ik me af te vragen of hij soms voor lantaarnpaal studeerde. Het was vast een korte cursus, want opeens streek hij de vlag. Nogmaals, er vloeide geen bloed uit, maar het was na afloop natuurlijk een puntje voor de evaluatie. -kk6/2007
GROEN ALS GRAS
Een perfect avondje AZ. Dat was het. Geen perfect AZ als voetbalploeg trouwens. Wel een perfect avondje AZ. Qua organisatie bedoel ik. Alle E-tjes en D-tjes mochten naar AZ-RKC. Alleen al die blije koppies op het parkeerterrein bij Groenoord vlak voor het vertrek. Het deed me denken aan de opwinding die altijd heerst bij schoolreisjes. Deels hadden de pupillen dit uitje zelf verdiend middels de Grote Club Actie. Deels was de excursie een cadeautje van SRC’s Club van Honderd. Eén keer in het jaar met vier volle bussen naar de Alkmaarse eredivisionist, het blijft een geweldig spektakelstuk. Op één avond met zo’n grote groep hebben de jongens meer lol dan tijdens twee weken vakantie met pap en mam aan een Costa of in de Ardèche. Een boude bewering, maar ik geloof er heilig in. Groepsvakanties vergeet een mens nooit van zijn leven. Er gebeurt zoveel om je heen. Je kunt zo schandalig lachen om en met leeftijdgenoten. Met alle respect, maar zo leuk kan het privé niet zijn. Al organiseren de ouders tig uitjes, voor mijn part naar Efteling, Sail, Bobbejaanland, Madurodam, de Schotse Hooglanden en het Bakkerijmuseum in Medemblik op een rij. Het plezier dat je hebt met een grote groep (voetbal)vrienden, daar kan geen gezinsvakantie tegenop. Zelfs een avondje op de tribune bij AZ met je moeder of ome Harry is minder leuk dan samen met je E- of D-team. Er was overigens volgens de kenners –en daar hadden we er een paar honderd van mee- geen sprake van een wedstrijd. Daarvoor was AZ te machtig en RKC te zwak. Het was voor de Alkmaarders eigenlijk een tussendoortje dat natuurlijk wel gewonnen moest worden. Daarvoor waren twee superacties voldoende. Verder speelde RoodWit ‘met de handrem erop’. Want later in de week stond Werder Bremen alweer op het affiche. Maar dat donderde allemaal niks. Het was voor de meesten van GroenWit het eerste bezoek aan de Alkmaarse voetbaltempel. Wat een fantastisch stadion. Vanaf elke stoel een riant zicht op het veld. Sproeiers die uit de grasmat omhoogkwamen. Skyboxen, AZ-munten, verkeersbegeleiding, de horeca, suppoosten, Herrie en Berrie, de opzwepende muziek voor het begin, een ovatie voor iedere AZ-er bij de presentatie. Vol stadion, een heerlijke sfeer. Maar waar ik nou het meest van genoten heb, dat was de perfecte organisatie vanuit SRC zelf. Om met Van Gaal te spreken: ‘Kwaliteit is het uitsluiten van risico’. Geert Elting en zijn staf telden alle pupillen zowel in Schagen als bij het DSB-stadion. De leiders hoefden er alleen maar te zijn. Een evenement verloopt top, als het lijkt alsof alles vanzelf gaat. En laten we trots zijn op onze E-tjes en D-tjes. Die kunnen nog normaal doen. Een beschavingsniveau dat zeldzaam dreigt te worden. -kk7/2007
GROEN ALS GRAS Vanwege de meivakantie was er geen jeugdvoetbalprogramma. Dus kon ik op zaterdagmorgen mijn dochter weer eens naar zangles brengen. Omdat ik een uurtje moest overbruggen liep ik de stad in. Bij V&D hebben ze vaak een paar tafels met afgeschreven boeken staan. Lekker struinen dus. Terwijl ik dat deed kwam er een tweetal dames bij de tafel staan. “Ligt er nog een leuk boek voor me bij?” vroeg de oudere vrouw zich af. De jongere zei: “Het is maar net wat je leuk noemt, moeder.”" “Nou” gaf moeder terug, “dat er eerst ruzie is en dat ze dan later…” De dochter en ik schoten in de lach. “Ja ja, mam” viel de jongedame naast me haar in de rede, “en op het einde komt alles weer goed en hebben ze elkaar.” “Nou ja” merkte moeder verongelijkt op, “daar is toch niks mis mee?” “Nee hoor, mevrouw” zei ik. “Maar ik weet een ander mooi boek voor u.” “Welke dan?” Nieuwsgierig keken beide dames me aan. “Dit!” Ik trok een promokaartje van Het Zwanenwater uit mijn binnenzak en hield het hen voor. “Het Zwanenwater” riep ik ten overvloede uit. “Daar heb ik over gelezen, kan dat? Heeft het in de krant gestaan?” “Jazeker. Heel wat keren.” “Ligt het hier op de tafel?” vroeg moeder meteen praktisch. “Nee mevrouw. Het is in Den Helder te koop bij ‘De 3 Boekjes’. En ik ben zelf de schrijver ervan.” Verrast keken de vrouwen me aan. “Het is niet waar!” “Ja echt. Ik zou zeggen: leest u wat er op het kaartje staat en dan… gauw kopen vanzelf.” “Nou” zei de jongste nadat ze het kaartje had bestudeerd, “Het ziet er prachtig uit. Hartstikke leuk. Wij kopen altijd een paar spannende boeken voor op vakantie. Ik zal zeker aan u denken.” “Graag gedaan” reageerde ik welgemeend. En moeder voegde haar dochter toe: “En dan kan je zeggen dat je de schrijver ervan hebt ontmoet. Dat is nog leuker.” Vervolgens keek ze me met guitige ogen aan en vroeg: “Staat u hier eigenlijk de hele zaterdag?” Ik moest lachen en ontkende dat. “Waarom vraagt u dat?” “Het lijkt net een reclamestunt. Het ontbrak er nog aan dat u het boek uit uw tas toverde en met een leuke korting aanbood. “Verdraaid mevrouw.” Ik stootte haar vriendschappelijk aan. “U brengt me op een idee. Ik ga dadelijk een doos boeken uit de auto halen. En bedankt voor de tip, hoor!” Lachend gingen we uit elkaar. Op de terugweg naar Valkkoog vertelde ik mijn dochter over het voorval. Ze moest uiteraard lachen en merkte terecht op: “Da’s weer eens wat anders dan coachen bij Timon en de D1, pap.” “Ja. Meestal is de zaterdagmorgen gevuld met doordekken, druk erop houden, buitenspel, van die goal af en een snelle omschakeling. Ik vond dit ook wel een leuke omschakeling. -kk-
8/2007
GROEN ALS GRAS Het is alweer de periode van de beslissingen. Van kampioenschappen en degradaties. Van strijd om de titel of strijd om lijfsbehoud. Zinderende voetbalpotten. Nacompetitie. Extra prijzen. Verbeten koppies. Duels op het scherp van de snede. Peptalk van de kant van trainers en coaches. Gespannen gezichten vooraf in de kleedkamer. Aanmoedigingen van het massaal opgekomen publiek. Niet dus. Op Groenoord is alles rustig in de eindfase van het seizoen. Geen elftal dat er nog keihard tegenaan moet. Alleen SRC 2 (senioren) moet vechten om in zijn klasse te mogen blijven. Verder lijkt voor alle teams op alle niveaus het seizoen verlopen voordat de laatste wedstrijden zijn gespeeld. Voor SRC 1 was het wel een erg flauwe jaargang. Te gauw veilig. Te gauw kansloos. Pap zonder krenten. Niets dan geschamper de laatste tijd over het vlaggenschip. Ook wel wat ongerijmde stellingen. Dat het maar goed was dat ‘ze’ al veilig stonden, want met de vorm van de laatste tijd zouden ‘ze’ er nog uit zijn gevlogen. Tja… Zonder uitdaging volgt er geen prestatie. Zo ligt het eerder. Kijk maar naar Scagha waar enkele selectiespelers in acteren. In de competitie kwamen ze te kort. Maar die mannen hebben het zomaar op hun heupen gekregen in het bekervoetbal. Daar lag dan toch nog de uitdaging om het seizoen leuk te kunnen afronden. Voor de voetballertjes van SRC D1 wordt de competitie voor de zoveelste keer niet eens afgerond. Wel afronden en week op week om des keizers baard voetballen is vrij lullig. Maar de competitie niet afmaken zodat er geen kampioen en geen degradant uitrolt is nog lulliger. Onbevredigend voor de jongens. De competitie krijgt op deze manier iets erg vrijblijvends. Ik kan me niet heugen dat dat vroeger bij ons gebeurde. Dat je het seizoen eind april, begin mei afsloot terwijl er eigenlijk nog drie wedstrijden of zo gespeeld moesten worden. Wij kenden geen nachtkaarsen. Hopelijk komend seizoen in de derde klasse weer SRC tegen Schagen op het affiche. Dan zal het seizoen geen futloos einde kennen, dames en heren. Echt niet. Reken maar dat SRC dan weer elf groene leeuwen in het veld heeft staan die strijden tot ze er bij neervallen. Tegen het ‘nieuwe ZAP’ van Hoep-Noord. Is het het nieuwe complex van sv Schagen dat al het regionale talent aantrekt? Of zijn het de centen van de firma Toes? Uitgerekend elftalbegeleider Theo Groot (ex-SRC) zei onlangs dat Schagen geen tweede ZAP mocht worden… een gotspe. SRC doet het in elk geval op eigen kracht. Dat was zo. Dat is zo. Dat blijft zo. Amateurisme in de beste zin van het woord. -kk 9/2007
8/2007
GROEN ALS GRAS De kampmuts vroeg of ik een stukkie voor de Facet kon maken. Met de kampmuts bedoel ik mevrouw Hulleman. Nou ja, Conny eigenlijk. De moeder van het D-kamp dus. Mijn vader was er niet. Die had het weer eens te druk. Vandaar. Het D-kamp speelde zich af in het weekend van 18, 19 en 20 mei en ik mag wel zeggen: het was gaaf! Echt gaaf! En een tikkeltje vermoeiend. Het begon nog redelijk rielekst met de strijd om de Penaltybokaal op de vrijdagavond. Ik had gehoopt voor de derde keer in de finale te komen, maar dat was er mooi niet bij. Van de D1 overleefden Stef en ik wel een paar ronden. Maar Mark Bl. en Ivar en vooral Kai bleven de ballen heel strak in de hoek plaatsen. Klasse van die jongens. Al het publiek, alle E-tjes en Effies vertrokken na ‘de bokaal’ van Groenoord en toen begon het D-kamp pas echt. We gingen met een autokaravaan naar het strand bij Petten. Spelletjes doen totdat het pikdonker was. Toen gingen we het bos in. Mijn vader vroeg op zondag toen ik thuiskwam wat ik het allermooist had gevonden. Nou, dat was absoluut, zeker weten, het sluipspel in het bos. Dat was spannend en lachen tegelijk. Echt tranen gelachen omdat jongens en meiden opeens languit gingen of gepakt werden als ze er niet meer op rekenden. Terug op het kamp op Groenoord ging de een na de ander op zijn plaat omdat de scheerlijnen van de tentjes amper te zien waren. We gingen douchen en lekker chillen in de kantine. De meesten waren middernacht doodop en gingen slapen. Maar er was een groep die bleef keten tot half zes, zes uur… Zaterdag lagen we om zeven uur ’s morgens in zwembad De Wiel. Voor normale mensen natuurlijk niet te geloven. Toch was het tof. De dag zelf hielden ze ons bezig met een voetbaltoernooitje, midgetgolf en een spinnenwebspel. Gek. Anders verveel ik me op zaterdag buiten het voetballen om nog wel eens een beetje. Maar op zo’n dag vol activiteiten lijkt elke minuut wel leuk. Ik mag trouwens niet vergeten te melden dat er tussendoor op het kamp heerlijk eten en drinken was. We werden niet behandeld als krijgsgevangenen. Eten & drinken was gewoon goed. ’s Avonds op de zaterdag mochten we een film kiezen. Het werd Pirates of the Caribbean, deel 2. Iedereen ging lekker kijken. Behalve dan de paar kinderen die een beetje ziek waren geworden. Het was sneu. Ze werden opgehaald door hun ouders. Rond elven was alles bij sv SRC doodstil. De zondagmorgen eerst een beetje uitslapen. Ontbijten en toen de waterspelen, touwtrekken en vooral: het spel met de eieren… schitterend! Je schreeuwt je keel schor en je lacht je gek. Om drie uur op zondag was het ergens helaas en ergens gelukkig afgelopen. Ik was helemaal stuk. Er was nog de uitreiking van de “Koffiecafé de Wit D-kamp Bokaal”. En helemaal op het eind werd het kamplied gezongen dat was gemaakt door een groep moeders. Tom en Jacco zongen de coupletten en dan met zijn allen het refrein. Het was een danklied voor De Grote Drie: Conny Hulleman, Wim Post en Jan den Braber. Zij waren echt geweldig. -Timon Kager-
10/2007
GROEN ALS GRAS Laat ik het seizoen beginnen met te zeggen dat ik trots ben. Trots op SRC. En met SRC bedoel ik heel veel mensen, want onze club is inmiddels groot. Ik ben trots op al die jongens en meiden die weer zin hebben om te voetballen. Op al die trainers en coaches die weer uren maken op Groenoord. Op al die ouders die in de portemonnee zijn gedoken, want de scheet was alweer aan nieuwe kicks toe of kousen of een grotere voetbalbroek. Laten we ook trots zijn op de opa’s en oma’s en al die andere supporters die de kinderen een gouden voetbaljeugd bezorgen. Ik ben trots op al die kanjers die weer een seizoen lang het bestuur van SRC willen vormen en die al die plekken in de commissies innemen. Denk aan de mannen en vrouwen die de kantine draaiende houden. Denk aan de mannen en vrouwen die de kleedkamers schoon houden en die het onderhoud van de accommodatie doen. Vergeet ook niet dat er vrijwilligers zijn die sponsors binnenhalen voor de club. Bedenk eens dat er een redactie is voor de Facet, maar ook nieters, stapelaars, tellers en verspreiders. En wie houdt de ledenadministratie bij? En wie verzorgt de contacten met de KNVB? Elk seizoen staan er weer tientallen tassen klaar met shirts voor de jeugdteams. En er hangen uniforme jassen voor de begeleiders. Voordat je het weet ga je het als heel gewoon beschouwen dat bij de aanvang van het seizoen alles perfect geregeld is. Dat mag. Maar wees ook trots en waardeer het. Het is allemaal werk van vrijwilligers. Na drie bekerwedstrijdjes durfde Carlo, mijn duocoach bij de D1 al de volgende stelling aan: “We hebben effe meer voetbal in de ploeg gekregen”. En omdat ik wel van een cryptische dialoog hou gaf ik terug: “Maar we hebben lengte ingeleverd.” Gelukkig weet trainer Jan Peereboom aan de jongens uit te leggen dat ze moeten bijsluiten. Of dat de pass breed moet of de druk erop. Mijn zoon en al die jongens nemen het jargon moeiteloos over. Als coach van een jeugdploeg leer ik nog elke week. Het geheim van de eeuwige jeugd: coach van een jeugdteam. Voor Timon begon het seizoen al in Tsjechië. In een sportzaak wees de brugpieper een Argentijns shirt aan. “Die vind ik mooi, pap. En ze zijn hier veel goedkoper dan bij ons.” Ik keek eens met gefronste wenkbrauwen en vroeg wat er achterop stond. Hij zei: “Messi.” De koop ging door. Een paar weken later groeiden in en om Valkkoog de sneeuwbessen volop. Voetbal is leuk, maar met sneeuwbessen schieten… Dus Timon met SRC-vrienden blaaspijpen zagen. Ik vroeg hem ’s avonds wat hij overdag gedaan had. Hij zei melig: “Messi schoot met bessie.” Ze hadden met bessen op passerende automobilisten geschoten, vooral op Marc Moussault. “Zet maar in je stukkie, pap. En natuurlijk dat jij in Praag ook een shirt hebt gekocht.” Volgens mijn zoon kwam er maar één shirt in aanmerking. Het roodzwart van AC Milan met achterop: -kaka-
12/2007
GROEN ALS GRAS Elk seizoen begint met klaagzangen van selectiespelers over de pijn en de zweetdruppels die het kost om de conditie en de vorm weer te pakken. Sla een sportkrant of clubblad open en het leed van een geplaagd atleet of amateurvoetballer druipt uit een column of interview. Heerlijke verhalen vind ik dat altijd. Vooral omdat ik zelf niet meer hoef, maar nog wel weet hoe het voelde na de eerste training van het seizoen. Hoe ’s avonds de trap naar boven gelijk leek te staan aan de beklimming van de Mount Everest. En nog erger… hoe de volgende morgen de achillespezen strak leken te staan als de pezen in de kruisbogen van de Uruk-hai toen zij de bewoners van Helmsdiep achter elkaar van de muren schoten. Conditie opbouwen gaat van au. Dat wil zeggen, bij volwassenen. Maar hoe zit dat bij de jeugd? Niet dus. Of nauwelijks. Hoogstens na de allereerste training wat stijfheid door de extra belasting. En in de loop van de volgende dag al geen last meer. Hoe kan dat? De puzzel is zoals altijd interessanter dan de oplossing. Het geheim zit hem in de tussenliggende periode. De volwassenen strekken de vermoeide ledematen minstens een maand uit op een goudgeel strand. Ook in de rest van het zomerreces schakelen zij waar mogelijk terug naar de ruststand. En om het dubbel zo erg te maken offeren zij meer dan gemiddeld aan Bacchus en doen zij zich de godganse vakantiedag tegoed aan spijzen en tussendoortjes. Alle geneugten van de lange zomer eisen onverbiddelijk hun tol. Heel hard werken aan de lichamelijke conditie. Wat heeft een D-pupil het dan nog makkelijk. Kinderen spelen een zomer lang. Geen spier krijgt de kans om te verweken. Er zijn zoveel uitdagingen, het lijf moet er telkens weer vol tegenaan. Die knakker van ons deed op de camping permanent aan tafeltennis, voetbal, zwemmen, tennis en badminton. Er waren dagprogramma’s met kanovaren, oriëntatietochten, mountainbiken en klimmen & abseilen. Toen we weer thuis waren schakelde hij moeiteloos over op bodyboarden te Callantsoog en tennissen met vrienden. En zoals in de vorige Facet vermeld wierp hij zich ook nog op als natuurwachter: hij koesterde elke sneeuwbes in en rond Valkkoog. U zult het niet geloven, maar zelfs de sprint hield hij tijdens de gelukzalige vakantieweken bij. Het gebeurde namelijk nu en dan dat een automobilist op de rem trapte, nadat zijn auto of hijzelf door een sneeuwbes was getroffen. Dan wisten de jonge helden niet hoe gauw ze vanaf de dijk met hun blaaspijpen bij de achterdeur van de familie Kager moesten komen. De spanning was van de koppen af te lezen. Schande natuurlijk. Zulke kwajongens met zulke ondeugende spelletjes. Maar wel goed voor de conditie. En dik worden was onmogelijk. Tijd om te eten en te drinken hadden de jongens niet. Het avontuur aan de dijk lonkte steeds weer. Maar het is gelukkig voorbij. Er wordt weer getraind en gevoetbald. Bij de jeugd geen pijntjes. Alleen maar lol. Prachtig toch? -KK-
13/2007
GROEN ALS GRAS Een zonnige zaterdag was het. Vol goede moed van huis, want het was het mooiste weer van de wereld. Ideaal voetbalweer. Zeg maar: SRC-weertje. Parkeerterrein Groeneweg stikvol. Op Groenoord gonsde het van drukte. Ouders, opa’s, oma’s, officials, echt iedereen stond te spragen in het zonnetje. Dit kon alleen maar een dag van winnaars zijn. Het werd voor SRC D1 ondanks de zon een natte dag. Het werd een dag van tranen. Tranen om de nederlaag. Tranen om de tegengoals. Tranen om de kritiek. Tranen om de blessures. Ook dat hoort allemaal bij voetbal. De meeste tranen vergoot keeper Vienes, want hij liet een op het oog simpele boogbal door zijn mandje heengaan, waarna de bal naar de doellijn stuiterde. De spits van HCSC haalde zijn leuter uit zijn broek en plaste de bal in het doel. Vanaf de kant rolde er uiteraard een golf van kritiek op de sluitpost af. So far, so good. Je bent een team. Je gaat de blunder van de keeper met zijn allen rechtzetten. Je mag immers niet vergeten dat iedere speler wel eens blundert. Een verdediger laat zich in de luren leggen. Een voorstopper schiet grandioos over een stuitbal heen. Een middenvelder schuift de bal recht in de voeten van een tegenstander. Een aanvaller weet een opgelegde kans nog over de lat heen te scheppen. Ach, hou op. Er wordt zo ontstellend veel geblunderd op de velden. Alleen zijn de gevolgen het meest voelbaar als de doelman het doet, dat moge duidelijk zijn. Het is moeilijk maar na een blunder moet het team toch verder. Iedereen baalt, de koppies hangen omlaag. Hoe lullig ook, het hoort bij het spelletje. Je leert ook om samen tegenslag te incasseren. Er mag heus even gescholden worden op elkaar. Van kritiek wordt een voetballer ook een kerel. Laat het maar even roken in de ploeg. Een beetje vuur is zelfs wel eens goed. Veni creator spiritu. De vlam in de pan. Er ontstaat spirit. Dat moeten we hebben. Dan gaan we mooie acties zien en die zien we liever dan missers. De jongens pikten het weer op na de 0-1. SRC speelde best een lekker potje voetbal en was minstens de gelijke van de jutters. Het werd 1-1. Erop en erover was de volgende gedachte. Het zat erin, het heilig vuur leek ontstoken. En toen kwam er een hoge voorzet die niet door één blunder van één doelman in het net belandde. Er was een heel rijtje blunderaars in de verdediging die de opruiming allemaal aan elkaar overlieten. En de spits van HCSC stond ditmaal bij de tweede paal met zijn broek al omlaag. Jahoor, daar was het balletje weer. Plassen maar! Nou, toen waren de rapen gaar. De pot verweet de ketel en andersom. Opnieuw een golf van kritiek vanaf de kant. Vienes in tranen. Team in rep en roer. In de rust pogingen van de spiegiese leiding om de koppies van het team collectief in de goede richting te krijgen. En ze probeerden het waarachtig ook. Maar het ging geforceerd. De aanvallers waren niet slagvaardig. En de hardste werkers liepen het op: nare blessures. Het werd 1-5. De coach van HCSC gaf toe dat de zege geflatteerd was. Dat was een doekje voor de tranen. -kk14/2007
GROEN ALS GRAS Een gekkenhuis was het zaterdag. Het begon al voor de wedstrijd in de bestuursdienstkamer. Er stormde een dame binnen die riep dat ze tien blote meiden onder de douche had staan. “Dat heb ik nou nooit!” zei ik direct tegen duo Carlo. De dame wilde even kwijt dat haar tien meiden alleen maar koud water kregen. “Heel goed voor de bloedsomloop” riep Carlo. Enkele technici inspecteerden de warmwatervoorziening. Het bleef een koudwatervoorziening. Er werd gebeld naar ingenieur Nic Beers. Die kon melden dat er afgelopen week onderhoud was gepleegd aan ketels, circuit en riolen. Snel de monteur opgetrommeld. Met het schaamrood op de kaken verhielp de man het euvel in 10 seconden. Hij was na zijn klus op Groenoord vergeten de hoofdkraan weer open te draaien. De wedstrijd van de dag ging tegen Texel. Vorig jaar de beste ploeg uit de competitie, allemaal 2de jaars. Nu een matige ploeg met 1ste jaars die overal heen renden waar de bal ging. Puur opportunisme. Hard werken. Geen voetbal. Daar plaatste SRC voor de thee leuk combinatievoetbal tegenover dat te weinig opleverde. De rust brak aan bij 1-0. In de tweede helft zakte GroenWit bedroevend ver weg. D1 ging mee in het flipperkastvoetbal van Texel. Met dit verschil dat de mannen van het eiland strijd leverden. Bij SRC liepen alleen Mark en Timon zich het schuim op de mond. De meeste andere spelers verrekten het om hun deel van de kilometers te maken. De schade bleef beperkt tot één tegendoelpunt, mede dankzij de superieure inbreng van het centrale duo Toni en Aron. Dus 1-1. ’s Middags naar de verjaardag van Timon z’n oma in Zijdewind. Oma ontving meer dan twintig kleinkinderen. Ondanks haar 86 jaar liet het mens meer spirit zien dan ik ’s morgens van SRC D1 gezien had. ’s Avonds naar de tennisbaan van Barsingerhorn. Timon z’n moeder mixte met de enige neger van het dorp. Joop Hoosemans, ooit een begenadigd voetballer bij SRC. Toen de wedstrijden waren gespeeld en de nodige spiritualia waren genuttigd schalde als vanouds de stem van Rens Louter door het taplokaal: “Zijn er nog vrouwen die moeder willen worden?” Ook Louter was ooit een fanatiek lid van SRC. Ik denk dat uit die tijd zijn andere klassieker stamt. “Twaalf natte regenjassen..!!!” Hoe vaak zal de slager het gebruld hebben in de kantine op Groenoord. Uiteraard nadat de nodige rondjes gepasseerd waren. Hij doelde dan op zijn legendarische derde been dat in opgewonden staat zonder moeite het gewicht van twaalf natte regenjassen kon torsen. In Barsingerhorn riep hij het weer. En er werd opnieuw om hem gelachen. Jaloers op zoveel viriliteit verzuchtte ik tegenover mijn vrouw: “Dat heb ik nou nooit!” -kk15/2007
GROEN ALS GRAS Het was zondag. Het was mooi weer. Het was herfstvakantie. Op het affiche stond SRC-VVW. Vader en zoon konden maar één ding doen. Samen naar de wedstrijd van Heren 1 op Groenoord. De moeder van de familie, die zelf aan volleybal doet, noemt het zo. “Wat gaan jullie doen, jongens? Gaan jullie naar Heren 1 kijken?” Vader en zoon kreunen. “Nee volleymuts, we gaan naar het eerste kijken. Zo heet dat bij voetbal.” Samen fietsten we naar het voetbalveld. Vader en zoon op weg naar SRC-VVW. Onderweg kwam er een herinnering boven. VVW… VVW. Ooit ging ik met mijn eigen vader mee naar een wedstrijd van Heren 1, sorry, van SRC 1 tegen VVW 1, ik was nog klein. De club uit het verre West-Friesland speelde in het geelzwart. Net als grote vijand Schagen. Ik besefte op deze zonovergoten zondagmiddag, dat de geschiedenis zich herhaalde. Vader en zoon, SRC en VVW. Ik besloot er na de wedstrijd even naar te zoeken in SRC’s jubileumboek dat in 2005 uitkwam. Eerst de wedstrijd van Heren 1, eh…, van het eerste, de hoofdmacht, de grote jongens, van SRC 1. Ik hoopte, dat Groenwit zou winnen. Dat de mannen een goede wedstrijd zouden spelen. Dat zij een voorbeeldige inzet zouden tonen. Dat mijn zoon wat te zien zou krijgen. Het Eerste, de matadoren, de helden. Dat we na afloop samen trots naar huis konden fietsen. Trots op ons cluppie. Blij met de drie punten. Het werd een drama. Een fiasco. Erg, erg. Wat erg! Wat een… Jongens, echt, ik schaamde me voor ‘mijn’ SRC. Blinde passes, desinteresse, doorzichtige combinaties, balletjes ongeveer in de richting van een medespeler, blessuregezeur, gebrek aan samenwerking. Wat was het erg. Wat zou mijn zoon hiervan zeggen? Hij leerde op deze zondag alleen maar hoe te degraderen naar de vierde klasse. Misschien moet het bestuur dan bij de KNVB het verzoek indienen of Heren 1 meteen mag doorzakken naar de vijfde klasse. Tegen de tijd dat mijn zoon en zijn lichting klaar staan om aan boord te gaan van het vlaggenschip dobbert SRC rond in de zesde klasse. Laten we blij zijn dat er niet meer klassen zijn. Zo erg was het, zo echt… erg, erg, erg. Weer thuis las ik in ‘Alles voor Groenwit’ dat SRC op zondag 29 maart 1964 kampioen werd in de eerste klasse afdeling Noord-Holland. Met Limmen en VVW moest SRC in de slag om promotie naar de vierde klasse van de KNVB af te dwingen. Mijn geheugen had mij niet bedrogen. Ik was destijds negen jaar en mocht met mijn vader mee naar Wervershoof. De ‘Groene Leeuwen’ wonnen op vreemde bodem met 2-3 door goals van Koert Redecker (2x) en Herman Filmer. SRC promoveerde naar de KNVB. De mannen paarden onverzettelijkheid aan broederschap en speelsheid. Mijn lichting had helden voor ogen. Trots waren we op de mannen, apetrots. Zij waren onze voorbeelden. Hup Heren 1…! -kk16/2007
GROEN ALS GRAS Compliment van ex-selectiespeler: “Wat had je een prachtig stukkie over SRC 1 in de Facet. Het was me uit het hart gegrepen. Vooral de betrokkenheid, daar ontbreekt het aan bij de jongeren.” Commentaar van kritisch analyticus: “De kat is wel heel ziek, hoor. Het punt is: er wordt al jaren slordig met de selectie omgesprongen. Ze laten jongens glippen. Ze verzuimen de spelers bij de formatie te betrekken. Er wordt niet aan werving gedaan. En nu? En nu? Het spijt me dat ik het zeggen moet, maar nu is er heus sprake van een gebrek aan kwaliteit.” Opmerking van gewezen teamchef: “SRC heeft genoeg jeugd rondlopen. Vanaf de kaboutertjes tot en met de A-junioren loopt er talent rond op Groenoord. Moet jij eens een weekendje op Groenoord gaan rondlopen. Je smult van de leuke dingen die je ziet. Maar de vraag is natuurlijk: hoe ga je met het talent om? Pik er alvast eens één of twee junioortjes uit en laat ze af en toe een wedstrijdje in de hoofdmacht proeven. Normaliter kan dat. Maar niet in het huidige eerste. Dat is te zwak om ook de rol van jeugdopvang te kunnen vervullen.” De bede van een trouw supporter: “Laten ze asjeblieft zo gauw mogelijk Theo Kooiman en Ewald Veenboer ompraten. De routiniers moeten het echt nog een keer gaan doen. Als we die twee achterin hebben, dan kan Jeroen Wijnker doorschuiven naar het middenveld. Misschien klampt er nog een routinier aan. En kijk, dan gaat SRC weer voetballen. Het is tijd voor noodplan A, hoor!” Een geluid vanuit de vijfde colonne: “Nou is er een commissie van wijze voetbaldeskundigen ingesteld en die gaan zich met elkaar buigen over een beleidsplan voor SRC. Er liggen er al veertig in de kast met het stof erop. Is er dan behoefte aan een nieuw beleidsplan? Niets ten nadele van de deskundigen die zich voor de club willen inzetten. Maar moet de energie niet in een andere richting? Het eerste is in zwaar weer beland en het tweede staat stijf onderaan. Hetzelfde tweede dat vorig jaar zonodig behouden moest blijven voor zijn klasse, waardoor het eerste de laatste zes, zeven wedstrijden met spelers uit het derde moest acteren en zodoende het seizoen dramatisch slecht beëindigde. De hele selectie loopt op dit moment met een rood lantaarntje rond. Gelukkig is het gauw 11 november. Dan valt het niet zo op, als je met een lantaarntje loopt, haha.” Een SRC D1-pupil die Timon heet: “Eerst baalde ik dat SRC van de zomer Fels niet had ingelijfd. Schagen had hem met één dinerbon gepaaid. Dan had SRC er toch wel met twee dinerbonnen overheen gekund? Met Roderick erbij was SRC berensterk geworden. Maar bij SV Schagen loopt het ook niet, dus laat maar zitten. Ik heb binnenkort op school in mijn A-uur zaalvoetbal van Roderick. Effe een pannaatje bij hem, denk?” Een degelijke katholieke supporter: “Gelukkig doet Schagen het ook waardeloos. Als SRC en Schagen allebei degraderen is er volgend seizoen weer geen derby!” -kk-
17/2007
GROEN ALS GRAS Ik mocht als vader naar het voetbal kijken. Nu eens niet als coach. Niet een uur voor de wedstrijd aanwezig. Ik mocht vlak voor tijd arriveren. Ik hoefde niet neutraal te zijn. Geen opstelling te maken. Niet te luisteren naar klein leed (“Mijnheer Kees, gisteren werd de fiets van mijn moeder…”). Niet ongevraagd te adviseren (“Ik zou er een shirtje onder doen…”). Geen wissels te verantwoorden. Niet te vlaggen. Geen limonade voor de tegenstander te verzorgen. Niemand te vermanen wegens een onbesuisde actie. Geen wasbeurt voor de tenues te regelen. Nee, ik mocht lekker subjectief naar mijn eigen zoon kijken. De arbiter floot voor de aftrap. Wat zag ik het allemaal anders! Hij maakte weer een goal met een van zijn befaamde afstandsschoten. Hij ging voorop in de strijd en nam de hele bliksemse boel op sleeptouw. Ook zag ik hem met een paar lepe bliksemacties enkele tegenstanders in de luren leggen om vervolgens met een klassegoal de score een heel ander aanzien te geven. Dat zijn de beslissende acties. Zo iemand moest opstaan. Een team dat zwalkt en een paar keer met 0-1 de boot in is gegaan mist zelfvertrouwen. Eindelijk eiste hij de rol van primus inter pares op. Hij mag conditioneel nog wat groeien. Maar hier stond de man in vorm. Zelfvertrouwen, daar gaat het om. Eindelijk liet hij de afwachtende houding varen. Hoe graag zag ik hem al jaren zowel emotioneel als fysiek exploderen. Dat hij eens als een gifkikker op zijn tegenstander zou springen of zijn medespelers de huid volschelden in een poging de zooi op scherp te krijgen. De voortrekkersrol. Dat hij in een partij die op slot leek te zitten eens het wild in de benen zou krijgen en volkomen onverwacht voor alles en iedereen een versnelling inzetten, langs drie of vier tegenstanders slalommen en van 20 meter die bal in het kruis jagen. Eindelijk deed hij het. Er was geen houen meer aan voor de opponent. Als vader zag ik wat ik als coach nooit zag. Een feller ingezette aanname plus kapbeweging, waarmee hij zichzelf vrijspeelde en ruimte creeerde voor een scherpe pass op een medespeler. Een explosieve korte sprint die hem net een fractie eerder bij de bal bracht dan die schlemiel van de tegenpartij. Als coach irriteerde het me zo dat hij vaak gelijktijdig met de tegenstander bij de bal was en dan hadden we weer een klutsbal. Zo’n lullig opspringende bal waar hij schichtig een teen naar uitstak. Liever geen gewring tussen lijven. En nu eiste hij onverbiddelijk de bal op. Als coach zag ik altijd al een lekkere voetballer. Als vader zag ik hem plots uitstijgen boven zijn teamgenoten. Hij won zijn duels en dwong respect af bij vriend en vijand. Hij eiste de rol op van heerser op het middenveld. Als coach hoopte ik het. En nu? Met de rust was het al 60. De spelers gingen richting kleedkamer. Opeens stond Timon naast me bij de omheining. “Het gaat goed, hè pap? Jammer dat ik wissel stond. Maar in de tweede helft kom ik erin.” -kk-
18/2007
GROEN ALS GRAS SRC D1 moest tegen Schagen D1. Ik had geen tijd om naar Groenoord te gaan. Wat zijn leraren bij tijd en wijle toch zwaar belast. 1040 uren en dan ook nog in de weekends… pfff. Timon moest dus op de fiets. Hij kwam nog even in het kantoor, voordat hij naar Schagen vertrok. Ik zag het aan het strakke koppie. Hij was erop gebrand om de aartsrivaal van de mat te spelen. Peptalk was in het geheel niet nodig. Een uur na de wedstrijd kwam hij thuis. Samen met Mark de Vries, zijn voetbalmaat. Ik sprong op van mijn bureau. “En..?” Maar ik had niks hoeven vragen. Ik kon het aan de bedrukte smoeltjes al zien. “Verloren” zeiden ze in koor. “Whaaat…? Van Schagen?” “Het had echt niet gehoeven, hoor” biechtten ze op. “We hadden wel kansen, maar…” “Hoeveel?” “0-2.” Ik strekte mijn arm, wees naar buiten en riep keihard: “Eruit!” Ze lachten als twee boertjes met kiespijn. “Oké jongens” stelde ik voor. “We doen het een keer over. Jullie komen opnieuw binnen. En dan hoor ik de ware uitslag. Dan roepen jullie gewoon: 2-0 gewonnen. Vooruit, ga maar alvast naar buiten.” Ze begonnen een beetje nerveus te hinniken, maar deden het niet over. Het bleef 0-2 verlies. De schande, de schande. Als een echte vader zei ik, dat ik niet boos was, maar wel heel verdrietig. “Voor de beker wonnen jullie nog van ze met 3-6” kreunde ik. “Ja, en dat was het ‘m nou, Kees” zei Mark, de wijsneus. “Sommigen van SRC dachten: eitje. Die knokten niet. Timon en ik werkten er keihard voor. Maar er waren er een stuk of drie, vier die meer met de douche na afloop bezig waren dan met voetballen. Nou ja, dan kan je het shaken, hè.” Hij trok er een gekke bek bij waar ik niet van terug had. Na deze analyse was ik weer helemaal op de hoogte. De kleine komiek deed me denken aan een andere De Vries. Zijn oom Gerard die ooit door het leven ging als Broer Konijn. Qua acteertalent meende ik wel degelijk een familietrekje te bespeuren. Uit een verslag over het sportkamp 1979: “We zaten op de slotavond met zijn allen naar een Kung Fu-film met Bruce Lee te kijken. Dezelfde als vorig jaar. En bedankt, NKS. Op de tweede rol kwam een scène voor, waarin een vechtjas op monsterlijke wijze zijn tegenstander de nek brak. Precies toen het zover was brak niet alleen de nek, maar ook de lamp in de projector… We waren dus klaar met de film, want er bleek geen reservelamp aanwezig. Temidden van het gekanker en getier kwam Broer Konijn naar ons toe. Hij zei met een onvoorstelbaar uitgestreken gezicht: Maar ik vond het einde hartstikke goed!” -kk19/2007
GROEN ALS GRAS Teleurgesteld gooide mijn grote en kleine voetbalmakker de Facet op mijn schoot. “Moet je kijken, pap. Alle D-teams mogen in de winterstop weer zaalvoetballen behalve D1.” “Ja.” “Hier, kijk dan. De indeling voor het zaalvoetbal. D2 doet mee, D3, D4… ze mogen allemaal zaalvoetballen. Alleen wij niet.” “Ja. Eh… nee.” “SRC D1 moest zo nodig in de eerste klasse op het veld voetballen en in die competitie is geen winterstop. Tenminste, alleen de twee weken van de kerstvakantie.” “Ja.” “Ik vind het zwaar klote. Ik vind zaalvoetbal juist zo leuk. En het gaat altijd door. Ze zeggen wel dat wij doorvoetballen op het veld, maar dat is niet zo. In deze maand is het al twee keer afgelast. En in januari en februari krijgen we ook vast weer te maken met afgelastingen.” “Ja.” “Kan je niks anders zeggen?” “Nee.” Het is zaterdagochtend. Geen zaalvoetbal voor SRC D1. En voor de veldvoetbalcompetitie is er een vrij weekend. Een groot probleem voor een prepuber. Een lege zaterdag ziet er uit als een hoge berg. Daar valt niet overheen te kijken. Wat in godesnaam te doen, als er op de zaterdag geen voetbal is? De auto van papa stofzuigen? Geen optie. Met papa samen een kerstboom uitzoeken? Doe het zelf maar. Dan is er het verlossende telefoontje. Niels Kolb aan de lijn. Hij is de coach van SRC C1. Of Timon mee kan doen met C1? Nou en of. Zijn gezicht klaart helemaal op. De depressie verdwijnt als sneeuw voor de zon. Toch nog voetballen. “Hoe is het gegaan?” vroeg ik toen hij laat in de middag weer terug kwam. “Met mij goed. Maar wel verloren.” “Van wie?” “VIOS C1. En drie rode kaarten.” “Whaat?!” Ik kon het haast niet geloven. Jongens van dertien jaar. “Ja, twee keer rood voor SRC. En één keer rood voor VIOS. En 2-0 verlies.” “Vertel.” “Nou, Bas had een duel en dat ging hard tegen hard. En die goser gaf Bas opeens een klap. Zijn lip bloedde. En toen sloeg Bas terug. Ze gingen vechten…” “Je bedoelt toch Bassie Pater?” “Ja, wie anders.” “Joh, Paters vechten nooit. Ik heb jaren met de oom van Bas gevoetbald. Oom Flup. Hij was de liefste tegenstander van het westelijk halfrond. Ik werd er wel eens ziek van, hoe lief hij was. Ik was zelf namelijk een gifkikker.” “Nou, en toen kregen ze alle twee een rode kaart. En toen zei onze aanvoerder, Dennis, dat Bas wel harder had mogen slaan en toen gaf de scheidsrechter hem ook rood.” Het is Kerstmis. Vrede op aarde. -kk-
20/2007
GROEN ALS GRAS Tegenwoordig vertrekt er voor elk jeugdteam dat een uitwedstrijd heeft een karavaan vanaf Groenoord. Een F-team dat naar Anna Paulowna moet, een Eteam dat in ’t Veld wordt verwacht. Er rijden gewoon vijf, zes luxe wagens achter elkaar aan. Ik heb dat anders meegemaakt. Tot en met de A-junioren werden wij naar de vijandige accommodaties getransporteerd in een busje. Een oud type Volkswagenbus, om precies te zijn. Laatst las ik dat de vlotbrug bij ’t Zand misschien vervangen zal worden. Automatisch dacht ik toen terug aan zo’n rit met het busje. Op bewuste zondag vertrok het team nogal laat. Vader Bertus Zut, de vaste begeleider, was zeker wat later uit de kerk dan anders. Hij had het busje opgehaald bij Hielkema op de Beethovenlaan. Op de Markt voor Piet Pann ging het elftal haastig aan boord. Twee jongens naast vader Bertus. Meestal zijn zoon Jacob (privilege) en nog één. Vier op de eerste rij, vier op de tweede rij. En dan moesten er twee of drie in de bagageruimte. Zij kregen een stuk of twaalf voetbaltassen over zich heen gestort, nadat ze dubbel waren gevouwen en de klep was dicht gekletterd. Wij moesten naar Den Helder. Gezien de tijd meende vader Zut er goed aan te doen een shortcut te nemen. We zouden het voor de gelegenheid een shortzut kunnen noemen. Dat betekende: niet over De Stolpen, maar via de Keins en ’t Zand naar de Helderse hufters. Mijn generatie was er één van het oproer. A-junioren, 16 jaar, 17, de leeftijd waarop jongeren praatjes kregen. Tegenwoordig begint dat al in groep 8 van de basisschool. Dit heet: de vooruitgang. Maar dat terzijde. Het A-juniorenteam kon niet wachten met zelf aan de gang te gaan voor het rijbewijs. Dus werd de rijstijl van vader Bertus kritisch gevolgd. Over die stijl kunnen we kort zijn: gang is alles, boem is ho. In dit licht moet u zien dat met name de jongens achterin de VW-bus de twee kritieke punten op de route met angst en beven tegemoet gingen. De Keins en de vlotbrug. De aanloop naar de spoorwegovergang bij de Keins werd verbaal begeleid vanuit alle kelen: “Huuuuuuuuuuu……..!!!!!!!!!!!!!!!!!” Oplopende toonhoogte en toen het talud werd gepasseerd klonk er oerwoedgebrul en ging de complete inhoud van de bus de lucht in. De jongens in de kattenbak maakten kennis met de nokbalken en na hun landing keerden ook de twaalf tassen terug op aarde. Een homerisch gelach vulde de loeihete bus. Daarna vroeg vader Bertus met een blik in de binnenspiegel droog: “Gaat het, jongens?” En hij stak een klein sigaartje van het merk Agio op. Rood bandje. Bij ’t Zand was er een dubbele herhaling van de scène. Menig chauffeur hield in voor de afdaling naar het vlot en ook voor het klimmetje naar de provinciale weg. Vader Bertus gaf gas bij. Niet een beetje gas, hoor. Met loeiende motor en slippende koppeling stoven we de vlotbrug op en af. Wap, wap, bonk, bonk. In feestelijke stemming haalde het gezelschap de Noordkaap waar eindelijk werd afgerekend met de aartsvijand. Als er een moderne brug komt bij ’t Zand vinden ze vast een uitlaat, schokbrekers en andere attributen van een oud VW-busje. -kk-
GROEN ALS GRAS
Het weer was vrijdag bar en boos. De hele dag regen en een stormachtige wind. Kinderen uit Valkkoog betreuren het op zulke dagen dat ze in zo’n achterlijk gat buiten Schagen wonen. Zij moeten namelijk om De Wiel heen fietsen. En dat is een slingerend dijkje dat om grote alertheid vraagt. Ten eerste vanwege de langsrazende auto’s die absoluut nergens rekening mee houden. Ten tweede omdat de rijrichting steeds verandert waardoor de wind telkens vanuit een andere hoek lijkt te blazen. Verraderlijk. Meestal gaan buien ook weer eens over en zwakt de wind in de loop van de dag wat af. Zoniet op deze vrijdag. Dus kwamen de kinderen uit Valkkoog sliknat uit de verschillende scholen terug in het zomers zo schilderachtige dorp dat niet voor niets de rustieke enclave aan de voet van Schagen wordt genoemd. Bij de warme hap vertelden de kinderen pischagrijnig hoe nat de regen was en hoe hard de wind waaide. Graag strooide ik wat zout in hun wonden met de mededeling dat de ramen in mijn Golf TDI met dat rotweer ook eerder lijken te beslaan. Het ergste van alles was voor de vader en de zoon van het gezin dat het weerbericht voor het weekend geen beterschap beloofde. De zoon zag op teletekst dat bij SRC thuis alles al afgelast was. Een weekend zonder voetbal dreigde. Totdat Timon het idee lanceerde om ’s avonds bij Scagha te gaan kijken. Daar waren we allang niet geweest. En volgens Alikhan zou met de tegenstander de pannakoning van Nederland naar de Groeneweghal komen.
Kahn zelf verwelkomde ons bij de entree. Hij is als talent door Scagha ingelijfd. Hij zat glunderend lootjes te verkopen bij de ingang. Ik aarzelde want Kahn lijkt me een scharrelaar die honderden loten afzet en uiteindelijk zelf met de hoofdprijs naar huis gaat. Een gevoel hoor. Niet op feiten gestoeld. Maar ja, naast hem zat Jacco Sijnesael. Ook een Scagha-talent. Kijkt je ook met glinsterende ogen aan. Hij oogt een tikje betrouwbaarder. Maar ik denk dat hij met de hoofdprijs wegloopt op dat nietige moment dat Kahn een balletje trapt. Ook een gevoel en ook niet hard te maken. Dus vooruit, van allebei dan maar een lot. Het was leuk op de tribune. Niet ouderwets, want daarvoor waren er veel te weinig bezoekers. Regen en wind misschien? Oude bekenden genoeg. Zo sprak ik de oude coach van mijn zaalvoetbalteam, herstel, zo sprak ik de coach van mijn oude zaalvoetbalteam. Hij zei dat Piet (Uylenbroek, ex-SRC, ex-columnist) nog geen steek veranderd was. Hij ging in de laatste wedstrijd in de slotminuut bij een gelijke stand samen met een maatje op het doel van de vijand af. Er moest nog één verdediger verschalkt worden en dan stond daar nog een keeper. Wat deed Piet? Geen 1-2-tje met zijn maat, ook geen virtuoze panna. Nee, een hopeloos schot vanaf een meter of twintig. Het kostte de ploeg de overwinning. Toen Piet na afloop ter verantwoording werd geroepen zei hij: “Jongens, ik heb nu eenmaal geen last van faalangst.” Een avondje Scagha, van harte aanbevolen. -kk-
2/2008
GROEN ALS GRAS
Persoonlijk ben ik niet zo’n activist. Maar ik kan me voorstellen dat er ouders van D1spelers zijn die de contributie terugeisen. SRC D1 was in het begin van het seizoen een aantal zaterdagen op het veld actief. Het draaide niet echt lekker, maar dat is van een andere orde. Er werd in elk geval gevoetbald. Ik denk dat eind november de laatste wedstrijd is afgewerkt. In december volgden afgelastingen en vanaf Kerst het zaalvoetbal. Niet dus. D2 tot en met D6, al die jongens mochten voor een paar maanden de sporthal in om zich uit te leven in potjes zaalvoetbal. Voor de D-elite was het er niet bij. D1 moest beschikbaar zijn voor het veldvoetbal. De KNVB zou in de wintermaanden voor hun klasse gewoon doorprogrammeren. Jammer voor de jongens. De meesten wilden liever zaalvoetballen. Buiten is het maar koud, donker, nat, beroerd en winderig. Maar vooruit, niet zeuren. Je zit op voetbal en het is beter om de wei in te mogen dan thuis te zitten vervelen. Alweer niet dus. Komende zaterdag is het 9 februari. Misschien wordt er dan weer eens gespeeld. Sinds de eerder genoemde pot van eind november hebben de jongens zich geen enkele keer in het groenwitte wedstrijdshirt mogen hijsen. Als er al een programma was, dan werd er afgelast wegens de erbarmelijke toestand van de velden. De meeste keren was D1 gewoon vrij. Geen speelronde dus. Mijn zoon ontsnapte deels aan de malaise bij D1. Hij heeft toevallig de lengte en de power om aan te haken bij C1. En C1 kon de afgelopen tijd een invaller uit D1 gebruiken. Het was ook weer op een koude en winderige zaterdagmiddag. Echt zo’n middag van: lekker bij de kachel, koffie, boek of schaatsen op tv. Niet naar buiten in elk geval. Maar ja, op kunstgras gaat het voetballen door. Dus Timon met C1 naar het barre buitengebied om te voetballen tegen Schagen C1. Nou mensen, wat kan een barre middag een mooie middag zijn. De coaches Kolb en Bogerd hebben de C1 zo leuk aan het voetballen gekregen na een toch wel dramatische start van het seizoen. Dan is het ondanks gemene wind en natte neus gewoon genieten langs de lijn. En kijk, als zoonlief dan zo lekker meedraait en ook nog de tweede goal maakt dan gaat de neus van vader zelfs krullen. Het was op bewuste zaterdag nog geen carnaval, maar ik had mijn feestneus al op. Het werd 1-4 voor SRC. Doorgaans mijd ik na de wedstrijd de kantine van de tegenstander. Al die chauvinisten altijd. Maar bij Schagen besteeg ik ditmaal met liefde de betonnen trap. Wat is er mooier dan de sneue gezichten te zien van geelzwarte coryfeeën zoals daar zijn Gerard Jonker (coach van C1), Bertje Kiewiet, Cor Engelbrecht en Wim Kiemel. Ik vroeg scheidsrechter Engelbrecht voor de zekerheid: “Was het nou 1-3 of 1-4, Cor?” “1-4.” Cor hield het kort. -kk3/2008
GROEN ALS GRAS
Van : Datum : Aan: Onderwerp:
Kees Kager Zaterdag 16 februari 2008 21:40 Redactie Facet Nee, niet Groen
Geachte redacteur van dienst, Deze keer geen column van Kager. Sorry. Groet, Kees
4/2008
GROEN ALS GRAS Lekker uit bij AZ. Een mooie slogan. Een slogan die op een doordeweekse dag in de krokusvakantie helemaal opging voor SRC C1. Zij waren lekker uit bij AZ D1. De wedstrijd was een voortvloeisel van de samenwerking tussen AZ en een aantal regionale amateurclubs, waarvan SRC er één is. De C1 dus lekker uit bij AZ. De jongens van GroenWit werden vorstelijk ontvangen bij de jeugdopleiding van de Alkmaarders op sportpark ’t Lood. Een luxe onderkomen met alles erop en eraan. De jongens vertelden later kwijlend van het pluche in de kantine, de studiezaal met begeleiding voor de AZ-ers, het fitnesscentrum, de spelcomputers in de recreatieruimte. Verblind door de glamour vergaten ze bijna de riante, fraai betegelde kleedkamers te noemen met wel zes superdouches. En waar de pakken met Gatorade op de mannen stonden te wachten. Hoe schril kan een contrast zijn? Zo royaal als AZ de spelers ontving, zo bekaaid kwamen de chauffeurs en verdere aanhang van SRC er vanaf. De supporters uit Schagen moesten nog anderhalf uur overbruggen tot de aanvang van de wedstrijd. Zij meenden zich binnen te laven aan heerlijke koffie. Buiten stond een gemene, ijskoude wind dwars over het complex. Echter, de toegang tot de fraaie accommodatie op ’t Lood werd ons ruw ontzegd. Zelfs mevrouw Heddes die slechts voor een plas naar binnen wipte werd door een suppoost weer naar buiten gebonjourd. Ik maakte de roodwitte functionaris er nog op attent dat het hier om de plas van de vrouw van de wethouder van sport van Schagen ging.
Het maakte geen indruk. Dan zie je dat Alkmaar en AZ heel groot zijn geworden en dat Schagen en SRC bescheiden en klein zijn gebleven. Met het klootjesvolk zocht ik een of ander basement van amateurclub Flamingo’s op. In een bedompte kelder schonk goddank een vriendelijke mevrouw bekers koffie voor ons uit. Overigens was ook de aanhang van de AZ-jeugd veroordeeld tot de kelder van de Flamingo’s. Zo spraken wij aan de ronde tafel de ouders van Johan Kulhan, een speler uit de B1 van AZ. Hun zoon zit al een jaar of zes, zeven bij de club. Ooit was hij lid van BlauwWit. Zonder blikken of blozen vertelden de lui dat zij al die jaren van Amsterdam naar Alkmaar rijden. Johan traint zes keer in de week. Het Schager gezelschap riep ontsteld dat zo’n voetbaltalent een compleet gezin kan ontwrichten. Hetgeen door de Kulhans volledig werd beaamd. Eén van de SRC-ers begon over de familie Hulleman met hun Jim. Jaja, zij kenden Jim wel en ook die aardige moeder die bij de slager werkte en vaak kwam kijken. Ook zij waren verbaasd over het aantal mutsen dat Conny paste, maar dat natuurlijk terzijde. De vraag die rees aan het slot van dit mini-integratiedebat was: hoeveel jeugdspelers breken uiteindelijk door? Vader Kulhan hield het op hoogstens twee procent. Een te verwaarlozen aantal dus. AZ D1 tegen SRC C1 eindigde na een leuke pot voetbal gelijk: 1-1. De les die wij hieruit trekken is dat de jeugd beter bij SRC kan voetballen dan bij AZ. Het kost aanzienlijk minder inspanning, er bestaat minder gevaar voor verscheurde gezinnen en bij SRC breekt vijfentwintig procent door! -kk-
5/2008
GROEN ALS GRAS Opnieuw lekker uit bij AZ. In de krokusvakantie was ik op sportpark ’t Lood waar SRC C1 oefende tegen AZ D1. Het werd 1-1, weet u nog? Een remise die als een zege mee naar Schagen werd genomen. En zo vlak voor Pasen was ik weer bij AZ. Ditmaal op excursie in het DSB-stadion. Op ’t Lood was ik als vader van een jeugdspeler en mocht ik nergens naar binnen. Buiten in de koude wind staan, ja. Dat mocht. Naar ‘het DSB’ kwam ik als leraar van een groep jongeren en ik mocht (bijna) overal in. En wat een warm onthaal door mevrouw Wagemaker. Die een iets te kleine broek droeg waardoor ze er beslist sexy uitzag maar ook gedwongen was een slingerbeweging met haar benen te maken omdat het in haar kruis een beetje schuurde. Maar och, de beperkte mens is toch veel boeiender dan de perfecte mens? De excursie begon bij de AZ-winkel, ook wel Fancentrum genoemd. Zoon Timon wilde ooit een dekbed en een broodtrommel van Ajax. Hier bij AZ ontdekte ik dat het assortiment in de clubwinkels sindsdien spectaculair is toegenomen. Behalve de kledinglijn zag ik spaarpotten, toiletartikelen, laptoptassen, stropdassen, glazen, babysokken tot rolletjes behangrand met AZ-logo aan toe. We gingen naar de filmzaal. Louis van Gaal nam ons als het ware mee naar de ruimtes die niet toegankelijk zijn. Hij legde uit dat hij de privacy van de spelers wilde waarborgen. Hij was trots dat zijn selectie al om 9.00 uur binnenloopt in het spelershome, terwijl de training pas om 10.30 uur begint. Het zegt iets over het gevoel, over de huiselijkheid. Aldus Louis. Er volgde een tocht door het inwendige van het stadion. Alles blonk. Alles in rood, wit en zalmkleur uitgevoerd. “Het lijkt wel een vier sterrenhotel” riep de groep verbaasd uit. In het perscentrum hingen enige termen aan de wand die trainer Co Adriaanse in zijn AZ-tijd aan het Nederlands toevoegde. Kaaskanjers, snelwegvoetbal, avondvoetballer, scorebordjournalistiek. De supervisor publiekscatering vertelde dat op wedstrijddagen 72 medewerkers vanaf 6.00 uur ’s morgens in touw zijn. Want er gaat 1400 liter koffie doorheen. Het publiek eet ook zomaar 1000 saucijzenbroodjes en 1600 warme worsten weg. En meer van die cijfers. Meest imposant was de Victoriakant van het gebouw. Oftewel: zakendoen en businesscatering. Beneden de brasserie, dagelijks geopend voor publiek dat wil lunchen of dineren. Daarboven de Kees Kist-lounge. Er was een congres gaande van 1000 man toen wij op bezoek waren. Daarboven de Georg Kessler-lounge, in de geest van de naamgever een tikje luxer allemaal. Geschikt voor gezelschappen tot 600 man. Voor vergaderingen. Eventueel in combinatie met wedstrijdbezoek. De schuifpui gaat open en we wandelen vanuit de lounge de zittribune op. En nog een verdieping hoger vergaapten wij ons aan de businessunits en de bestuurskamer. Ook hier ging de glazen pui open. De leerlingen moesten de zwartlederen fauteuil van Scheringa op de verwarmde tribune even uitproberen. Tot slot koffie en gebak met AZ-logo in brasserie Alkmaarder Hout. Was elke schooldag maar zo leuk! -KK6/2008
GROEN ALS GRAS De jaren gaan snel, heel snel. Ik weet het. Je wordt een ouwe lul, als je het gaat roepen. Maar er schuilt ontegenzeggelijk waarheid in het cliché. De jaren gaan snel en dat ervaar ik nog niet eens zozeer aan den lijve. Ik ervaar het meer in de portemonnee. Kinderen zijn hinderen en na de zoveelste groeispurt moet opnieuw de garderobe vervangen worden. Timon vindt winkelen niet leuk. Mijn vrouw kan bijna niet wachten. Afgelopen weekend ging hij voor de bijl. Hij moest ’s morgens in Den Helder voetballen. Dan kon hij daarna met zijn moeder mooi de stad in. Vond zij. Hij vond van niet. Leuk bij de H&M kijken. Vond zij. Hij vond van niet. Bij wijze van spreken deed ik Timon gisteren nog in bad. (“Kom maar boef. Zoooo, de vieze luier af. Lekker warm water, hè?”) En nu is hij bijna even groot als zijn vader en duwt hij me aan de kant. (“Ga eens opzij, Keesje. Oude mensen staan ook altijd in de weg.”) Ik kan hem nog aan, maar het zal niet lang meer duren. Vanwaar de mijmering? Van de week had ik een lezing voor een vrouwenclub in de bovenzaal van Café Piet Pann. Het ging natuurlijk over de schrijverij in het algemeen en over Het Zwanenwater in het bijzonder. Het houdt maar niet op. Een deel van het publiek kende het boek, een ander deel schafte het ter plekke aan. De stemming was geanimeerd, de avond verliep heel ontspannen. Op enig moment vroeg een dame of ik nog columns schreef nu ik eenmaal aan het grote werk had geroken. Ik pakte uit over het jeugdvoetbal bij SRC en over mijn vaste bijdrage voor de Facet. Ik heb gezegd dat ‘Groen als Gras’ eigenlijk zichzelf schrijft. Hoezo dan? Ik herinnerde me dat ik ooit met Timon thuiskwam van de voetbal. Hij zat nog bij de F-pupillen. Ik had me als coach behoorlijk geërgerd aan de flegmatieke houding van mijn zoon. Wat er bij mij als voetballer vanaf spatte, daar was bij hem van buiten niks van te zien: fanatisme dus. Hij liet zich regelmatig de kaas van het brood eten. Ik parkeerde de auto op het pad en riep kortaf naar achteren: “Oké, uitstappen en wat vlotter dan je gewend bent graag.” Al wie uitstapte, geen Timon. Toen ik ging kijken, hing hij op de achterbank over zijn sporttas heen. Hij zat naar een lieveheersbeestje te kijken en stelde voor om het voorzichtig op te pakken en in de tuin te zetten. In de Facet schreef ik toen dat hij zo ook voetbalde. Veel te lief! De jaren gaan snel. Inmiddels zit dezelfde bink op de grens van D- naar Cjeugd. Hij kwam laatst terug van voetbal met een schaafplek en een enorme bloeduitstorting op zijn bovenbeen. Het was een ruige pot geweest. “Maar ik heb die goser keihard teruggepakt, pap” zei hij stoer. Oog om oog, tand om tand. Ik vond het geweldig, maar wist niet of ik deze ontwikkeling openlijk mocht toejuichen. Eén ding wist ik wel. Er zat een stukje in. -kk-
7/2008
GROEN ALS GRAS Laten de papa’s en mama’s van de voetbalkabouters en de F-jes en de E-tjes en zo verder niet klagen als ze op een zaterdagmorgen eens vroeg moeten. Vroeg is namelijk relatief. En bij voetbal duurt het nooit langer dan één partijtje. Dan zit het erop en is er koffie. Ik heb het ook wel meegemaakt. Op winterdag met de kleine boef om 9 uur aantreden in Julianadorp. Kwart over 8 vertrekken vanaf Groenoord. Een gemene wind jaagt af en toe een regenvlaag over het parkeerterrein. Het voorhoofd wordt gepijnigd door regendruppels, maar het voelt als ijs. Tuurlijk, het is een hele opgave. Onlangs moest ik met Timon te tennissen. Ja, dat doet hij ook. Voetballen en tennissen. Dat doen meer jongens uit zijn team. Het voetbal werd zelfs een keer opgeschoven naar de woensdag omdat er wel zes spelers op het tenniscourt werden verwacht. Ik mocht het competitieteam van mijn grote, kleine vriend rijden. Om kwart voor 7 op de zaterdagmorgen ging de wekker. En gelooft u het of gelooft u het niet: ’s avonds om kwart voor 7 kwamen wij weer thuis. Ik was te verbaasd over de gang van zaken om boos te zijn. Niet alleen ik als begeleider was áf na de lange, lange dag. Ook de vier jonge helden kreunden op het laatst van ellende. De (cruciale)slotpartij werd zelfs cadeau gedaan, omdat ze moe waren en honger hadden en naar huis wilden. In de auto voelden we ons belazerd. Alsof we een neckslag hadden gekregen. Dat was ook zo. Een tenniswedstrijd uit in Neck (bij Purmerend)… nooit aan beginnen, beste mensen, nooit aan beginnen. Tevoren was ik gewaarschuwd voor kaklui. En dat er daar alleen een warme kraan is in de kleedkamer want dan kunnen de atleten hun flesjes niet bijvullen en besteden ze noodgedwongen geld in de kantine. Dat van dat water bleek waar. En kaklui… ach. Een wijfje aan de tafel naast mij bralde dat ze eigenlijk rechten had willen doen, maar ja, ze zat al bij de bank toen ze Antoine leerde kennen en als kind van een accountant was ze goed in cijfertjes en bla, bla. Maar kak, nee. Laten we eerlijk zijn, bij de voetbal komt dan ook kak voor. Tegenwoordig heeft iedereen kapsones en meestentijds is het op niks gestoeld. Vanwege het slechte weer was het tennis naar binnen verplaatst. Er waren 8 banen. Voor het team uit Schagen was één baan beschikbaar. Dat betekende 4 enkelspelen na elkaar en daarna 2 dubbelspelen na elkaar. Ik keek de mevrouw die het coördineerde ’s morgens om 8.30 uur glazig aan. Ik had op een ochtendje tennis gerekend en daarna weer leuke dingen doen. Het werd een dikke, dikke dag hangen in een dubbele tennishal. Weemoedig dacht ik aan voetbal en SRC en Groenoord, terwijl ik vanachter glas de smashes van de jongens probeerde te volgen. Probeerde, want ze speelden op de achterste baan. Ik zag dus geen reet. Nou ja, de dikke reten van de huisvrouwen die op de voorste banen vliegen leken te meppen. Naarmate de dag vorderde kwam mijn mentaal welzijn in het gedrang. Ik gaf me over aan een taalspelletje. Neckslag. Neckschot. Necken. Tennis. Tannis. Takketannis. Tyfustannis. Tetannis. -kk8/2008
GROEN ALS GRAS Helaas geen column van Kees, te mooi weer voor inspiratie? 9/2008
GROEN ALS GRAS De evenementen. Na de competitie staan er standaard twee grootse evenementen op de agenda. Met Pinksteren is Groenoord jaarlijks het decor voor de Familiedag. Een topdag werkelijk. Qua sfeer en zeker ook voor de kantine. Het andere feest is het Dkamp, een weekend vol sport, spel en vertier voor de D-pupillen. Het SRCbestuur hoeft aan beide evenementen niets te doen. Voor de Familiedag en voor het D-kamp is er een aparte commissie. In beide gevallen wordt gewerkt met een draaiboek dat in de loop der jaren de perfectie is genaderd. Hulde aan die mensen! Vlak voor de Pinkster voorspelde één van mijn neven dat we met de Fam. Ploeger gingen vlammen. Nou, het werd niet vlammen aan de bal, maar vlammen uit de poriën vanwege de onmenselijke hitte. Timon stond langs de lijn het gekneus van zijn vader te bekijken. Hij kon het amper aanzien. Maar ja, hij mag me pas vervangen als hij 15 jaar is. De afspraak luidt dat ik het tot die tijd volhoud. Dan doen we het één keer samen. Daarna ga ik met ontslag. Als… als we het allemaal mogen beleven, hè. Laten we voorzichtig zijn. De Ploegers zochten tijdens het toernooi naar de ideale patronen. Gek, maar na het voetballen vonden we ze. Ook de opstelling was in de kantine opeens ideaal. Gegroepeerd, bij de terrasdeuren. Niet in de brandende zon. Korte sprintjes naar de bar waren haalbaar. Het bier van Jaap Kater en Henk Kager was zo heerlijk koel, maar het leste niet de dorst. Meer…, meer… En het was er weer. Het wijgevoel. We waren één familie. De SRC-familie. Het D-kamp start traditioneel met de strijd om de Carry (Cees) Verduin Penaltybokaal voor alle F-, E- en D-pupillen. Ook deze vrijdagavond verzamelden zich vele tientallen jeugdvoetballers met hun vriendjes, ouders en opa’s en oma’s rond de doelen op Groenoord. Timon besefte kennelijk dat hij voor de laatste keer een greep naar de bokaal kon doen. In de serie verdween de ene na de andere penalty strak rechtsonder in het doel. Waar anderen sneefden overleefde hij kwartfinale en halve finale. En daar stonden we weer met zijn allen op het hoofdveld. Voordat Carlo (Cas) Verduin (inderdaad, zoon van) zich met zijn imposante gestalte in het doel opstelde bood ik hem steekpenningen aan. Hij was er niet gevoelig voor. Nare Verduinen, altijd rechtschapen en stijf in de leer! In de finale versaagde Timon niet. Ze vlogen erin als bitterballen in de olie. Rechtsonder. Niemand kwam eraan, zelfs Cas niet. Naast mij sloeg een andere Verduin het tafereel met genoegen gade. Frans, ex-topscorer van SRC en Scagha. Ik zei dat voor een rechtsbenige speler de hoek rechtsonder de voorkeur verdiende. Frans beweerde tot mijn verbazing dat hij altijd voor linksboven koos. Net toen wij ons dispuut afsloten maakte Timon zijn enige fout van de avond. Hij koos voor links en Cas tikte de bal naast. En zo greep mijn zoon voor de tweede keer in zijn korte carrière op een haartje naast de penaltybokaal. Maar het leverde hem wel een epitheton ornans, zeg maar een mooie bijnaam, op uit de mond van Frans Verduin. “Timon Kager, de Zoetemelk van het Penalty Peloton”. Het was prachtig. En toen moest het D-kamp nog beginnen. -kk10/2008
GROEN ALS GRAS Het was een zomervakantie met een hoofdletter M. Huh? Zomer is toch met een hoofdletter Z? Nee, de zomervakantie had bij ons een M. Oh, hij bedoelt de M van Maladiven of van het Meer van Genève of van de Mediterranee? Niks hoor, het was de zomer van de Meniscus. Schrikt U niet. Het was niet de Meniscus van de Zoon en ook niet van de Vader. Met de mannen was alles kits. Het was de Meniscus van de Moeder. Minder erg, hoor ik U roepen. Maar dat kunt U niet Menen. Wij doopten de Mams van het huis vanwege de toestand Maria Menisca. Ooit kreeg Oidipous een raadsel op van de sfinx toen hij Thebe binnen wilde. ’s Ochtends is het viervoetig, ’s middags tweevoetig en ’s avonds is het drievoetig. Het is het enige schepsel dat wisselt in het aantal voeten dat het heeft. Maar wanneer het de meeste voeten heeft is zijn snelheid het geringst. Oidipous lachte toen hij het raadsel hoorde. Dat is de mens, zei hij. De mens die in de morgen van zijn leven, als hij nog kind is, op twee handen en twee voeten rondkruipt. In de middag van zijn leven, als hij volwassen is, loopt hij op twee voeten en in de avond van zijn leven, als hij oud geworden is, heeft hij steun nodig en is een wandelstok zijn derde voet. Maria Menisca begon de vakantie strompelend op twee voeten. Midden in de vakantie werd ze geopereerd in de Lairessekliniek te Amsterdam. In de paar weken die volgden liep ze op vier voeten, twee van haarzelf en twee van Welzorg. Van de twee krukken kon er na verloop van tijd eentje aan de kant. Toen tikte ze rond op drie voeten. In de laatste week van de vakantie ging het steeds beter. Ze kon weer op twee eigen benen staan. Fantastisch! Precies op tijd genezen om weer gezond aan het werk te kunnen. Dus dat was het? Vergist U zich niet. Valkkoog-sur-Mer is een heel mooie badplaats. Behalve de luxe van een vijfsterrenhotel was er een heerlijk zonovergoten terras. En als het eens een dagje geen zonnestralen goot maar regendruppels, dan stapten we gewoon door de tuindeuren naar binnen. De Vader schoot naar zijn schrijftafel. De Zoon vermaakte zich met voorname jeugdliteratu… sorry, met zijn playstation. Maria kon weer even languit op de bank met een kussen onder Menisca. De Dochters verdienden schatten in de Schager horeca. Vreemd genoeg was het geen goedkope vakantie. De Zoon had bar veel tijd om de sites van Nike, Adidas, Asics, Puma, Reebok en ga nog maar even door te bekijken. Kijk pap, deze zijn tof. En hoe vind je dit shirtje? O ja, ik moet ook nog nieuwe scheenbeschermers. En op de laatste training ben ik mijn SRC-broek kwijt geraakt in de kleedkamer… We hebben afgesproken dat hij een heel jaar doet met de nieuwe veldvoetbal-schoenen, de nieuwe zaalschoenen en de nieuwe gewone schoenen. Mochten ze binnen het jaar alweer te klein zijn, dan kopen we geen nieuwe schoenen maar dan kopen we een scherpe zaag. Kunnen ze later ook niet van hem zeggen dat hij zulke lange tenen heeft. -kk-
11/2008
GROEN ALS GRAS Het werd als een gewoon nieuwsfeit gebracht in de regionale pers. Fels stopt met onmiddellijke ingang bij Scagha ’66 en aan het eind van het seizoen ook bij vv Schagen. De reden? Hij gaat meer tijd besteden aan zijn vriendin. Sinds het lezen van het bericht ben ik zo nieuwsgierig naar de vriendin van Roderick Fels. Heeft u dat ook? Welke vrouw weet een jonge god van 26 jaar het plezier in de voetbalsport te ontfutselen? Ze moet bloedmooi zijn. Zo schoon dat haar partner wel gek zou zijn als hij zichzelf haar aanblik wekelijks maar liefst twee trainingsavonden en een wedstrijddag zou ontzeggen. Gaan jullie maar lekker ballen, jongens. Ik heb hier thuis een vrouw…, zij is Venus gelijk. De liefde, de begeerte. Of is de vriendin van Fels zuiver als Maria? Of wijs als Pallas Athena? Aan wat voor verleidings-tactieken stond Roderick bloot toen hij zich in haar boeien liet sluiten? Zelf voetbalde ik tot voorbij mijn 40-ste bij SRC. En in de zaal stopte ik toen ik Abraham in zicht kreeg. Mijn vrouw is dan ook foeilelijk. Altijd geweest ook. Niks Venus. De slangenkop van Medusa zult u bedoelen. Wie haar aankeek versteende. Ze oefende thuis een waar schrikbewind uit. Met het klimmen der jaren werd actief voetballen uiteraard moeilijker. Maar ik ging desnoods kruipend naar Groenoord of een sporthal in de regio. Als ik wekelijks maar twee trainingsavonden, een wedstrijddag en een zaalvoetbalavond bij het vrouwmens vandaan was. Een man doet er alles aan om de balans in zichzelf te vinden. Dat is logisch, toch? Ik sprak afgelopen week een paar Scagha-toppers van weleer. Johan Louter, de huidige voorzitter van de club, zei diplomatiek dat we ieder de vrijheid moeten gunnen om zijn leven zo in te richten als hij zelf wil. Zou ik ook zeggen als ik voorzitter was. Daarom word ik nooit ergens voorzitter van. Ik wil niet diplomatiek zijn. Gerard Ploeger vond het besluit van Fels onbegrijpelijk. Hij voorzei dat Roderick na een jaar al spijt zou hebben. De vedette van vroeger bleef zelfs na afloop van trainingen en wedstrijden zo lang als mogelijk was van huis weg. Raar want ook hij had thuis een bloedmooie vrouw. Wat de vraag oproept of er andere motieven kunnen zijn om meer tijd aan de vriendin te besteden dan louter haar schoonheid. Wat beweegt Fels? Hij stopt dus met voetballen op het toppunt van zijn kunnen en in de kracht van zijn leven. Wat beweegt zijn vriendin? Ik heb ergens gelezen dat de beslissing van moed getuigt in de wereld van het voetbal die nogal een macho imago heeft. Daar wordt langs de lijn heel anders over gedacht. Zij is vast een bitch die het lekkere joch voor zichzelf wil. Nou moet jij eens goed naar me luisteren, Drick. Jij gaat gewoon stoppen met dat klotevoetbal. Anders is het: of jij eruit of ik eruit. Een selectie is net een kaartenhuis. Pak er een paar troeven tussenuit. Fels naar het vrouwtje, vd Linden naar zijn gitaar, Calvisi naar Methusalem. En vv Schagen dondert zo uit de derde klasse. Da’s dan weer de positieve kant van Fels z’n besluit. 13/2008
-kk-
GROEN ALS GRAS Verzoek van C1 aan consul Nic Beers die bij SRC over de velden gaat. “Beste mijnheer Beers. Al vaker speelden wij thuis op het veld achter de kleedkamers, het trainingsveld. Maar dat is van kunstgras. Oké hoor. Als het moet spelen we erop. Maar er gaat niets boven echt gras. De geur van gras, de kleur van gras. Maar vooral de sliding natuurlijk. Op kunstgras hou je er een brandplek aan over. Niet fijn. Afgelopen keer mochten we thuis op echt gras voetballen. Maar dat was het B-veld. Ook niet fijn. Wel geschikt voor de sliding vanzelf, dat wel. Maar het is niet vlak, niet strak. U voelt hem al. De combinaties kwamen er niet uit. De vraag van C1 aan u, mijnheer Beers. Zouden wij eens op het hoofdveld mogen voetballen? Het ligt er zo prachtig bij. Kortgeschoren. Helemaal strak en vlak. Ideaal voor de combinaties die wij zo graag op de mat leggen. En de kleur. Wat een verschil met het B-veld en het C-veld. Het A-veld is groen als…, groen als… ja, als gras eigenlijk. En het lijkt de hele zaterdag wel vrij te zijn. Op zaterdag voetbalt het eerste elftal van SRC natuurlijk niet. Je zou denken, zo’n mooi veld de godganse zaterdag helemaal onbenut laten… is dat niet een klein beetje zonde? Dan kunnen wij er toch wel op? Dat is nog geen anderhalf uur belasting voor het terrein. Wij spelen namelijk twee keer 35 minuten. Al een paar zaterdagen achter elkaar hoorden wij allemaal coaches klagen over een veldentekort voor de jeugd. Nou, als u C1 voortaan op het hoofdveld laat voetballen, dan worden een heleboel mensen blij!” Zaterdag de C1 tegen Vios bekeken. Ze verloren met 0-1. Het was een competitiewedstrijd. Van de kant van SRC zag ik weinig competitie. Ze gingen als makke schapen naar de slachtbank eigenlijk. De trainer zei na afloop dat er hard gewerkt was en dat SRC het de ‘fysieke’ ploeg van VIOS behoorlijk lastig had gemaakt. Een paar weken geleden vond ik dat ook. Toen speelden de twee teams voor de beker tegen elkaar en won roodzwart ruim. Maar als je een paar weken later opnieuw tegen elkaar speelt, dan verzin je toch met zijn allen een list om je revanche te pakken? Of ben ik nou gek? Nou ja, dat wel natuurlijk. Maar echt, ik zag een stuk of vier, vooruit vijf groenwitten die bezig waren met voetballen. De anderen waren slechts aanwezig. Zij stonden op een stukje van het terrein waar dat volgens de opstelling ongeveer zou moeten. Als de bal in hun buurt kwam gingen ze bij een tegenstander lopen. Dan waren ze dus niet bereikbaar. Angst voor de bal? Gebrek aan zelfvertrouwen? Geen zin om te voetballen? Een middenveld dat daardoor de bal niet kwijt kon. Een opbouw van achteruit die al niet deugde. Vanaf de keeper via de backs over de zijlijn. Goedemôge. En spitsen die plichtmatig rondsjokten. Ik heb geen passeerbeweging gezien. Geen actie. Sterker nog, bij een vrije trap voor SRC lummelden ze wat in de buurt van een verdediger. Ze hadden niet eens oog voor de bal! Vraagje aan C1: “Willen jullie een wedstrijd eigenlijk wel winnen? Of lukt dat alleen op het hoofdveld?” -kk14/2008
GROEN ALS GRAS Voor deze vader en deze zoon kan het zaalseizoen al niet meer stuk. Allebei gevraagd voor Scagha ’66… wie zegt het ons na? Best vleiend natuurlijk. Er was een belangrijke speler uit de hoofdmacht gestopt. Ik kan even niet meer op zijn naam komen. Prompt stond er een delegatie van het groenwitte bestuur bij ons voor de deur. Timon en ik erop af. Scagha dus op de stoep. Timon knikte naar mij. Ze willen jou zeker… voor het eerste. Waarom lachte hij zo vals? En ik knikte naar hem. Ze willen jou natuurlijk… voor hun C1. Dit laatste bleek de waarheid. Ik was blij voor hem. Dit was immers wat hij wou. Maar ook wierp ik me als een soort wethouder Hekking op om mijn diensten aan te bieden. Ik vroeg de bestuurderen of er al iemand was opgestaan om de vacature-Fels (ja, zo heette hij!) te vervullen? Persoonlijk was ik toch niet de minste kandidaat? Met wat schuiven en duwen zou ik in de spits kunnen. Dan kon Japie Vink mogelijk centraal achterin? Ik werd achteloos aan de kant geschoven. Het ging niet om de vader, het ging om de zoon. Ik slikte de teleurstelling en bedacht dat het zo dus gaat in het leven. Vaders verdwijnen naar de achtergrond en zonen komen voor het voetlicht. Ik besloot om als een waakhond in de buurt te blijven, terwijl Scagha de onderhandelingen met mijn zoon opende. Er werd een officieel contract getoond. Er ging een tas open, waar een plofbal uitkwam, twee paar zaalschoenen, een trainingspak met logo van de hoofdsponsor. Er werden beloftes gedaan over een basisplaats. Ook zouden nog meer talenten in de regio gevraagd worden. Ik zag het aan en hield mijn hart vast. Hoe zou mijn flegmatieke zoon het mooie aanbod opnemen? Een aanbod van de club waar oom Ab als superspits speelde. Waar oom Berend en oom Gerard glorieerden. Ik kon trots zijn. Hij liet zich niet gek maken. Maar toen kwamen er pakken met bankbiljetten tevoorschijn. Nooit geweten dat Scagha ’66 zoveel geld omhanden heeft. Timon stond op de drempel van de herenhuisgroengelakte voordeur. Ik stond vlak achter hem. In het portiek de mannen van ’s lands misschien wel meest gerenommeerde zaalvoetbalclub. Tegenwoordig vallen er banken om. Ik zag bijna een puber omvallen. Als vader kreeg ik een schrikbeeld voor ogen van glamour, schijnwerpers, groupies, alcohol, nachtleven, het snijvlak van succes en falen en dan de drugs. Voor de zekerheid nam ik de stapel bankbiljetten in ontvangst en Timon de mooie spelerstas. Alles was uitonderhandeld, alles was besproken. De handtekeningen konden worden gezet. Toen stelde Timon nog één voorwaarde en die getuigde van zo’n enorme solidariteit met zijn vader. Hij wilde wel naar Scagha, zei hij, maar dan moest er ergens in de organisatie ook een plekje voor zijn pa gevonden worden. En zodoende, lieve lezers, zodoende mocht ondergetekende afgelopen maandag op een tijdstip waarop gewone burgers naar bed gaan debuteren bij de Scagha-veteranen. Na een barre tocht door weer en wind vond ik ergens in de Niedorper polder de hal waar ik mijn eerste acties in het roemruchte groenwitte tenue mocht vertonen. Het werd 5-2 voor de buren. Een matige vertoning. Maar wel scoren natuurlijk! -kk-
15/2008
GROEN ALS GRAS
Tijdgebrek. Het is de ziekte van de tijd. Ouders lijden eraan, maar de jeugd ook. “Nee, ik kan niet trainen, want ik heb een feestje bij Martijn uit mijn klas.” Tijdgebrek is een vreemd fenomeen. Je kunt het positief zien. Immers, wie tijd tekort komt verveelt zich niet. Altijd goed bezig. Druk, druk, druk. “Nee, ik kan zaterdag niet meedoen, want dan ben ik bij mijn vader in Castricum.” Je kunt tijdgebrek ook negatief zien. Wie meer dan 24 uur in een etmaal nodig heeft maakt geen keuzes. Prioriteiten stellen, een mens ontkomt er niet aan. Anders wordt het een zootje. “Nee, deze zaterdag kan ik niet voetballen met SRC, want wij gaan naar Sporthuis Centrum. Leuk!” The Beatles zongen ooit ‘Eight days a week’. De titel duidde op een hevige verliefdheid die de hoofdpersoon uit het nummer acht dagen per week bezig hield. “Nee, ik kom niet op trainen, want ik ga met mijn moeder naar de film van Anubis in Cinemagnus.” Acht dagen per week… die zou ik ook willen hebben. Niet vanwege verliefdheid, hoor. Al is daar met zo’n prachtige vrouw in huis wel een reden voor. Ook niet om te werken. Werken kan nog lang genoeg. Eight days a week… om van het leven te genieten. Er zijn het jaar rond zoveel evenementen. Op Groenoord bij SRC, maar ook in de regio in alle dorpen. “Nee, ik wil afmelden voor zaterdag, want ik ga met mijn vader en moeder op verjaarsvisite bij opa in Streefkerk.” Er zijn braderieën, jongerenfestivals, openluchtconcerten. Harddraverij, fietsvierdaagse, folkloristische markt. In het ene dorp is kermis, in het andere een cabaretestafette. Er is een minister geweest die zei dat we moeten onthaasten. “Nee, ik doe zaterdag tegen JVC niet mee, want ik moet logeren bij tante Annelies in Spanbroek. Mijn vader en moeder willen een weekend samen weg.” Ik hoorde laatst een heel aparte versie van ‘Eight days a week’. Er was een ballade van gemaakt, uitgerekend door Ian Hunter, een oude Ierse rocker met een strot vol melancholie. “Zaterdag mag ik niet voetballen. Mijn vader heeft kantinedienst en dat wil hij niet. Ik vind het flauw.” Laatst genoten van een concert in het kerkje van Eenigenburg… of all places! Er was ook nog nazomeren in Niedorp en een kunstmarkt in Bergen. Onlangs trad ook het Grootkoor op in het Concertgebouw in Amsterdam. En er was ergens een korendag met wel twaalf optredende gezelschappen. Op de kermis te Zijdewind ontbrak ook dit jaar het waterspektakel niet. Ooit hing ik er kotsend uit het raam van mijn schoonmoeder. “Gelukkig is er in de herfstvakantie helemaal geen trainen, want wij gaan met het gezin op stedentrip naar Parijs.” Laat u niet gek maken. Geniet van de tijd. Zorg dat de tijd uw vriend is, niet een vijand. Voordat u het weet is de tijd om. -kk-
16/2008
GROEN ALS GRAS Hij fietste het terras achter het huis op en smeet zijn opoefiets tegen de muur. Het regende buiten. We zaten met koffie en kranten bij de keukentafel. Door de tuindeuren zagen we dat het gezicht van de C-junior op storm stond. Kwam het door het rotweer of door de wedstrijd? “Ojee, verloren” veronderstelde ik. “Ach, wat geeft het? Als hij maar lekker gespeeld heeft” vond mijn gade. Ik keek haar aan. Zij is van de volleybal. Misschien is bij volleybal meedoen belangrijker dan winnen. We hoorden bij de achterdeur een tas neerploffen. Twee seconden later denderde de prepuber de keuken binnen. “Timon, je tas…” herinnerde zijn moeder hem aan een afspraak. “Wat!?” zei hij geïrriteerd. “Je zou je tas met de voetbalwas voortaan zelf meteen leeghalen. Straks mag ik het weer doen. Ik ben je sloof niet!” “Jezus man.” “Nou, wacht nou eventjes” nam zijn vader het voor hem op. “Laat hem eerst even vertellen. Hoe was het, Timpie?” “O, mannen!” riep zijn moeder. “Wat zijn jullie erg.” Ze liep naar achteren, zodat vader & zoon aan de analyse konden beginnen. “Ik vind het zo niet meer leuk hoor, pap” barstte de geboren SRC-er los. “Ik moet als middenvelder overal tegelijk wezen. Maar de tegenstander is altijd met meer en meestal zijn ze ook groter dan wij. En als ik soms even stop om uit te hijgen dan roepen ze vanaf de kant: Hé Kager, zet eens een tandje bij!” “Kritiek, daar moet je boven staan. Je krijgt in je leven nog veel meer op je donder. Wen er maar aan!” “Tegen Mark zeuren ze nooit” bracht hij verongelijkt naar voren. “Waarom niet? Doet hij alles goed?” “Welnee. Maar hij is superklein en beweeglijk en dat oogt leuk en altijd fanatiek.” “Ja, zo gezien is jouw lengtevoordeel een nadeel. Het oogt trager wat jij doet en als je dan door de overmacht de bal verliest denken ze meteen dat je er geen zak aan doet.” “Maar dat is niet zo. Dat moeten de leiders toch zien!” Hij keek zijn vader niet begrijpend aan. “Ze hebben toch zelf ook gevoetbald… heel vroeger?” voegde hij er met een lachje aan toe. “Tiem joh, laat ze zeiken. Je zegt het zelf al: het oogt zo. Jij blijft altijd rustig. Je bent geen explosieve voetballer. Er is een mooi woord voor: flegmatiek. Je bent zo op het oog onverstoorbaar. Dat wekt de indruk alsof het je allemaal niks doet.” “Mooi klote.” “Het is de klassieke valkuil waar drukke baasjes langs de lijn altijd weer indonderen. Ze zien een koele buitenkant en weten niet dat van binnen het bloed kokend door de aderen giert.” “Nou, zo erg is het ook weer niet.” Nu keek de vader op zijn beurt niet begrijpend naar de zoon. Met de wenkbrauwen omhoog zei hij: “Laat het relativeren nou maar aan mij over. En schiet er af en toe eens eentje van 20 meter in het kruis. Dan hoor je ze niet meer, hoor. Met prestaties snoer je de critici de mond. Dat is nog altijd zo geweest.” -kk17/2008
GROEN ALS GRAS Hij fietste het terras achter het huis op en smeet zijn opoefiets tegen de muur. Het regende buiten. We zaten met koffie en kranten bij de keukentafel. Door de tuindeuren zagen we dat het gezicht van de C-junior op storm stond. Kwam het door het rotweer of door de wedstrijd? “Ojee, verloren” veronderstelde ik. “Ach, wat geeft het? Als hij maar lekker gespeeld heeft” vond mijn gade. Ik keek haar aan. Zij is van de volleybal. Misschien is bij volleybal meedoen belangrijker dan winnen. We hoorden bij de achterdeur een tas neerploffen. Twee seconden later denderde de prepuber de keuken binnen. “Timon, je tas…” herinnerde zijn moeder hem aan een afspraak. “Wat!?” zei hij geïrriteerd. “Je zou je tas met de voetbalwas voortaan zelf meteen leeghalen. Straks mag ik het weer doen. Ik ben je sloof niet!” “Jezus man.” “Nou, wacht nou eventjes” nam zijn vader het voor hem op. “Laat hem eerst even vertellen. Hoe was het, Timpie?” “O, mannen!” riep zijn moeder. “Wat zijn jullie erg.” Ze liep naar achteren, zodat vader & zoon aan de analyse konden beginnen. “Ik vind het zo niet meer leuk hoor, pap” barstte de geboren SRC-er los. “Ik moet als middenvelder overal tegelijk wezen. Maar de tegenstander is altijd met meer en meestal zijn ze ook groter dan wij. En als ik soms even stop om uit te hijgen dan roepen ze vanaf de kant: Hé Kager, zet eens een tandje bij!” “Kritiek, daar moet je boven staan. Je krijgt in je leven nog veel meer op je donder. Wen er maar aan!” “Tegen Mark zeuren ze nooit” bracht hij verongelijkt naar voren. “Waarom niet? Doet hij alles goed?” “Welnee. Maar hij is superklein en beweeglijk en dat oogt leuk en altijd fanatiek.” “Ja, zo gezien is jouw lengtevoordeel een nadeel. Het oogt trager wat jij doet en als je dan door de overmacht de bal verliest denken ze meteen dat je er geen zak aan doet.” “Maar dat is niet zo. Dat moeten de leiders toch zien!” Hij keek zijn vader niet begrijpend aan. “Ze hebben toch zelf ook gevoetbald… heel vroeger?” voegde hij er met een lachje aan toe. “Tiem joh, laat ze zeiken. Je zegt het zelf al: het oogt zo. Jij blijft altijd rustig. Je bent geen explosieve voetballer. Er is een mooi woord voor: flegmatiek. Je bent zo op het oog onverstoorbaar. Dat wekt de indruk alsof het je allemaal niks doet.” “Mooi klote.” “Het is de klassieke valkuil waar drukke baasjes langs de lijn altijd weer indonderen. Ze zien een koele buitenkant en weten niet dat van binnen het bloed kokend door de aderen giert.” “Nou, zo erg is het ook weer niet.” Nu keek de vader op zijn beurt niet begrijpend naar de zoon. Met de wenkbrauwen omhoog zei hij: “Laat het relativeren nou maar aan mij over. En schiet er af en toe eens eentje van 20 meter in het kruis. Dan hoor je ze niet meer, hoor. Met prestaties snoer je de critici de mond. Dat is nog altijd zo geweest.” -kk-
18/2008
GROEN ALS GRAS Dagelijks snoepen groenlingen van de rozenbottels. Sinterklaas verblijdt de groenwitte jeugd met een bezoek. Het vlaggenschip kroont zich niet tot winterkoning. Op het B-veld van Groenoord branden plotseling felle lampen. Mike Mooij stapt namens SRC in de Schager Sportraad. Om het eens vlot te zeggen: de wereld draait door. Hoewel dat niet voor iedereen geldt. Sterker nog, voor velen komt de wereld in het najaar tijdelijk tot stilstand. Voor de prins van de winterkoning bijvoorbeeld, Robert-Jan Klein, om wie het in de hofhouding allemaal lijkt te draaien. Het is het seizoen van de blessures. Hamstrings, overbelasting, spierscheuringen. Je hoort niet anders. Een paar maanden na de opening van het sportseizoen stroomt de ziekenboeg bij elke vereniging vol. Enkeltjes, liezen, vocht in knietjes. Overwerk voor masseurs. Big business voor fysiotherapeuten. Univé betaalt. Ook op ‘fysieke’ opleidingen veel blessureleed, als de dagen korten en stress & vermoeidheid hun tol eisen. Dochter komt op vrijdagavond thuis van balletacademie in Tilburg. Ze rept over ‘shinsplits’, springschenen bij veel van haar collega-ballerina’s (en homo’s). Het is een frequent voorkomende blessure in de danswereld vanwege aanzetten, springen en opvangen. En dat dus duizend keer, hè. Een aanslag op de aanhechtingspunten van de spieren bovenop het scheenbeen. Wat RSI is voor de PCfanaat, dat is de springscheen voor de balletartiest. Zo heb ik het zo’n beetje begrepen. Wat is het toch heerlijk om op de voetbalvelden de kabouters en de F-jes te zien vallen, omrollen, opkrabbelen en weer doorrennen! Genoemde dochter meldde na thuiskomst dat het seizoen van de blessures absoluut was begonnen. Volgens haar docenten is november berucht bij Fontys. De maand van vermoeidheid, van overbelast zijn of er tegenaan zitten. Of erger: van spierscheuringen, kneuzingen en rugblessures. Zelf ontsnapte ze afgelopen week aan ‘een achilles’. Fontys meets Achilles, als het ware. Ze moesten grote sprongen maken over de diagonaal van de zaal, eh… van de studio. Wie de voet niet goed afrolt landt plat op de hiel. Afrollen: een kritische succesfactor. Achilles werd als kind door zijn moeder in een toverbad gedompeld. Door het magische water werd hij onschendbaar. Omdat zijn moeder hem bij de hiel vasthield bleef hij alleen op die plek kwetsbaar. Het water kon daar immers niet komen. Laat hij nou in de strijd om Troje precies een pijl in zijn hiel krijgen. Niet geheel toevallig, want Paris, de moordenaar, wist van zijn ‘achilleshiel’. De wond bloedde en het bloeden hield niet meer op. Zo kwam de Griekse held aan zijn einde. Goddank kwam onze danseres niet dramatisch ten val, al kreeg haar hiel bij de verkeerde landing een stevige oplawaai. Gelukkig is ze uit sterk materiaal gebouwd en niet van gemalen poppenstront. En wat als ze wel tijdelijk was uitgeschakeld? De wereld draait gewoon door. -kk-
19/2008
“de Facet” va n toen: Hi eronder -kk-'s Column va n s eptember 1992. Hi erin meldt hij, 3 ja a r daarvoor gestopt te zi jn met een vaste bijdrage in de Facet. Het een tijdje stoppen en daarna weer doorga an herhaalt zich kennelijk steeds weer. Er i s voor ons dus nog hoop voor de toekomst!! In de periode 1992 tot en met 1996 vers cheen zijn rubriek onder de vol gende namen : "het gewicht der di ngen", "de Spiegel", "uit Duizenden", "de Zijlijn". Va na f 1996 werd het "tIs Groen tIs Wi t"
Een zaak van gewicht is ook de verantwoording. Wie bent U eigenlijk? Bent U wel lid van SRC? Zulke vragen. En dan ben ik nog maar drie jaar lid af. Drie jaar geleden schreef ik een vaste bijdrage voor de Facet. En nu moet ik me verantwoorden. Zoals de trainer de uitgave voor nieuwe ballen moet verantwoorden. Waarom nieuwe ballen? Waarom zulke dure? Er moeten andere doelen komen op het hoofdveld en de cornervlaggen op het B-veld zijn af. De oude ballen konden makkelijk nog een jaar mee. De begrotingspost voor materiaal is toch niet oneindig? De verantwoording dus. Na de actieve carrière hoeft men geen afscheid te nemen van de club. De eerste wordt bestuurder. De tweede begeleidt een pupillenteam. De derde wordt vaste supporter van het eerste elftal. De vierde wordt donateur. De vijfde tapt bier in de kantine. De zesde drinkt het op. De zevende trekt 's morgens vroeg de lijnen. Nummer acht ontvangt op Groenoord de scheidsrechters. Nummer negen meldt zich voor de schoonmaakploeg. De tiende organiseert een bingo-avond. En nummer zoveel schrijft een stukje voor het clubblad, want dat moet ook nog vol. Er zijn ook nog steeds mensen die na hun voetballoopbaan scheidsrechter worden. Gek, maar het is zo. Het lijkt me zoiets als doodgraver worden na mooie jaren als verloskundige. Je roept de ellende als het ware over je af. Lijden is lekker. Basic Instinct, maar dan omgekeerd. Een zwager van me voelde er ook wel voor. Niet voor scheidsrechter, maar voor doodgraver. Ik zei: doen! Ik vond het een logische stap in zijn carrière. Hij was op dat moment verpleegkundige op de longafdeling in het M CA en stuurde in die hoedanigheid regelmatig mensen-metkanker door naar Petrus, zoals hij het zelf formuleerde. Gezien de goede connecties met boven, leek doodgraver hem wel wat. Op het gevaar af voor de Jan Buisman van de Facet te worden uitgemaakt, neem ik U allen mee naar de tijd, dat boven de steeg naast Volten een groene plank hing met daarop in witte letters: R.K.V.V. "S.R.C.". De tijd dat wij als pupillen op zaterdagmiddag op het terrein aan de Laagzijde stonden te trappelen van ongeduld, terwijl Carry Verduin de schapen van het veld joeg. Wijlen Carry Verduin, moet ik zeggen. Zijn naam roept bij mij veel op, maar bovenal die "glijm". De glimlach zoals die alleen in het geslacht der Verduinen te zien was en nog is. Wie die tijden heeft meegemaakt, dames en heren SRC-
ers, die bezit een lidmaatschap dat over de administratie heenreikt. Die band met de club beperkt zich niet tot de uitslag van zondag en de training van dinsdag. Dat is een stuk geschiedenis van Schagen dat men deelt met SRC. De mens lag op zijn sterfbed. M agere Hein kwam langs en zei: Zeg kerel, heb jij nou wat gedaan in je leven? Nee, moest de mens ontgoocheld antwoorden, ik heb niets gedaan, maar kan het dan alsnog? Vooruit, sprak Hein, ik geef je nog een kans. De opdracht luidt: Word wild en doe mooie dingen.
-kk1/2009
GROEN ALS GRAS Groen als Gras stopt (tijdelijk?!) Wegens drukke werkzaamheden i s Kees Ka ger (tijdelijk) gestopt met zijn col umn Groen a l s Gra s, we hadden net de fanfare besteld om de 100-ste column te vi eren. Na da t Kees eerst jarenlang als KK zi jn column s chreef onder het kopje “Tis Groen T is Wi t” heeft Kees ons sinds september 2003 l otgenoot gemaakt va n onder a ndere de voetba lbelevenissen va n zi jn zoon Timon. Op een gegeven moment heeft Timon ook de pen ter hand genomen en af en toe de honneurs waargenomen. De a fgelopen jaren hebben wij enorm genoten va n de col umns welke soms ook kritisch wa ren over de ra ndverschijnselen va n het voetbal. Wi j hopen dat zodra de werkzaamheden het weer toelaten wij weer kunnen genieten va n de col umns. Vooralsnog willen wij Kees hartelijk bedanken voor zi jn i nz et. Onder het kopje fa cet va n toen treft u een eerdere column va n KK a a n. De reda ctie va n de facet is overigens op zoek naar een verva nger voor de columns va n Kees , mocht u zich geroepen voelen, heel graag, zie ook ”Ttis Groen Ti s Wit” De reda ctie va n de facet
PS: Kees , een gastcolumn wordt natuurlijk altijd geplaatst!
1/2009 Van de voorzitter Het bestuur van SRC is zeer verheugd met de terugkeer van de columnist KK, Kees Kager. Na de afwezigheid van enkele maanden heeft Kees kennelijk toch weer zoveel inspiratie opgedaan dat hij weer stof heeft voor een nieuwe reeks columns!?. Nadat wij dit seizoen plotseling afscheid moesten nemen, net voordat Kees aan zijn 100 ste column toe was zijn wij op zoek gegaan naar een vervanger maar Kees laat zich kennelijk niet zo snel vervangen. Niemand is in het gat gesprongen en Kees kan dus direct weer verder gaan waar hij gebleven is, hulde
GROEN ALS GRAS Daar ben ik weer. Terug in de Facet. Een beetje met gêne, ik geef het toe. Het moest van mijn zoon. Huiselijke twisten gehad. Timon vond het stijlloos dat ik er zomaar tussenuit geknepen was. Het was tegen de afspraak dat ik ‘Groen als Gras’ zou doen zolan g hij bij de jeugd speelt. “Ja, ja, sorry, sorry. Een mens is wel eens druk. En trouwens, het is geen verplichting, het is vrijwilligerswerk.” “Maar je hebt het beloofd.” Het was een sterk argument. Hij had eigenlijk gelijk, het was beloofd. Maar wie geli jk heeft hoeft het nog niet altijd te krijgen, verweerde ik me zwakjes. Ik kwam er niet mee weg. Hij vond dat ik gewoon weer aan de bak moest voor SRC. Lekker dan. Ik zal hem leren. Ik pak hem meteen even terug. Hij moest zaterdag thuis tegen SVW. “Het altijd lastige SVW” zei ik voor de gein toen hij op de fiets stapte. “Voor ons zijn alle tegenstanders lastig” klonk zijn repliek. “Beetje zin?” vroeg ik langs mijn neus weg. “Als ik elke week op mijn kloten krijg vind ik het niet meer leuk, hoor.” Laat in de middag kwam hij thuis. Zijn gezicht sprak boekdelen toen hij het paadje inreed. “En…?” deed ik onnozel. “Ging het?” Hij dook in de broodla. Dat doet hij tegenwoordig om het uur als hij de kans krijgt. Onderwijl mompelde hij: “Waardeloos.” “Uitslag?” “2-1 verloren. Geen reet aan!” Ik had met hem te doen zoals hij bij het aanrecht stond. Hij keek pischagrijnig en prakte de veel te harde margarine in de verse sneetjes brood. Ze verliezen met C1 erg veel dit seizoen. In feite spelen ze met deze lichting e en klasse te hoog. “Waarom ziet SRC dat niet?” riep hij na de zoveelste zeperd en ik was trots op hem want daar bespeurde ik de kritische instelling van zijn vader. “Omdat jullie er volgens het jeugdbestuur veel van leren.” De zaterdag was Timon zijn topda g. Jarenlang elke week. Hij genoot van elke wedstrijd, behoorde tot de beteren van zijn lichting en de jongens bonden vele, vele tegenstanders aan hun zegekar. Maar het is over. Dit seizoen is de zaterdag de flopdag van de week. Mijn zoon moppert wat af. Op zijn medespelers, op de leiding, op de bal, op de grove tegenstanders, op de coach, op het veld, op… op… , nou ja, op alles eigenlijk. Altijd maar verliezen is ook niet leuk. Dit jaar vinden de jongens de trainingen leuker dan de competitie. Maar toch. Zaterdag schoot het gejank me een beetje verkeerd. “2-1 verloren. Geen reet aan!” “Joh, dan stop je met voetballen. Als jij je met een paar maatjes te goed of te groot voelt voor het team dan moet je stoppen. Hoe is het voor de anderen als jullie arro doen en op alles afgeven, denk je? Niemand heeft hier schuld aan, er zijn momenteel gewoon geen beteren voor C1. Probeer gewoon plezier te houden in het spelletje en laat zien dat je het goed kan. En ga anders op dammen!” -kk9/2009
Op de dag voor Pinksteren, op de dag voor SRC’s Familievoetbaldag kijk ik naar buiten en daar gaat buurman Pim. Pim van den Berg, voormalig speler van SRC 4, als ik het wel heb. Met coryfeeën als Ad Brüggeman, Jos Deutekom, Karel Dekker en laat de oudere generatie dit rijtje gerust aanvullen. Maar eerlijk is eerlijk, meer dan als voetballer is Pim bij SRC bekend geworden als ‘vader van’. Hij is namelijk de vader van Joris (SRC 1 en lange tijd Scagha) en van Thomas (lange tijd SRC 3). Helemaal niet verkeerd, vind ik, om bekend te worden als vader van. Hoop ik zelf ook nog te worden. Laat ik niet vergeten te vermelden dat Pim ook nog vader van een bloedmooie dochter is trouwens. Maar voor SRC is Meg nooit relevant geworden, dus leg ik dit feit even terzijde. Om kort te gaan, buurman Pim gaat voorbij op deze zonnige zaterdag… op de fiets nog wel! Dat is echt heel bijzonder. En Bob de hond loopt ernaast. Dat is niet bijzonder. Bob kan namelijk geen dag zonder zijn baas. En zijn baas niet zonder hem. Ruim een half jaar geleden voetbalde ik nog een partijtje in de zaal met Pim in de veteranen van Scagha. Kort erna moest ik opnieuw invallen. Pim had afgezegd. Een wedstrijd later idem. En ik bleef invallen, want Pim zegde voor de rest van het seizoen af. Eerst was het rugpijn. Rugpijn werd helse rugpijn. Toen kwamen de onderzoeken. En via de mail liet Pim op enig moment weten dat hij kampt met de ziekte van Kahler, kanker in het beenmerg. Een mokerslag voor zijn gezin, voor zijn vrienden, voor de gemeenschap in Valkkoog. Wat volgde was en is een zwaar traject door het medische landschap. Curieus genoeg krijgt een grote schare vrienden en kennissen via de mail van Pim zelf verslagen over wat hem allemaal overkomt. Een maillog als het ware. Zijn feuilleton heeft als titel: Kamerjas en me dicijnen. Misschien kunt u zich de stukjes van Pim uit de Facet herinneren. Dat was in de tijd dat hij coach was van SRC 3, waar zoon Thomas in speelde. Staccato van stijl. Kostelijke droge humor. Je hoorde zijn Amsterdamse tongval onder het lezen. Op deze lfde relativerende wijze schrijft Pim nu zijn medisch feuilleton. “Eerst nog even een sampletje boren uit bekken en merg…en wanneer ik JA zeg gaat de spuit erin.” “CAD-kuur staat voor capsules en vloeistof via het infuus, vier dagen, dan vijf dagen niks, waarna er zes dagen weer ander spul in mijn bast geprikt wordt.” Zo gaat het all the way. Het is qua inhoud verbijsterende lectuur. Qua stijl vermakelijk en qua strekking buitengewoon spannend en ontroerend. Zal hij het halen? Pim is de reus die zich niet laat vellen. Maandenlang ging hij met de taxi op en meer naar het VU. Buurman Pim kwam niet buiten. En plotseling kwam hij weer voorbij. Strompelend achter een looprek. Na een tijdje normaal lopend. En vandaag dus op de fiets. Zal hij het waarachtig gaan h alen? Pim, awards kent SRC hier niet voor. Maar de groenwitte familie wenst jou ontzettend veel sterkte en succes toe in het vervolg van het traject. -kk10/2009
Van kabouters tot veteranen, van de allerkleinsten tot de grootsten, het gaat weer los. Seizoen 2009/2010 staat op het punt te beginnen. De meeste aandacht gaat de eerste maand natuurlijk uit naar kabouters en F-jes. Hele families lopen uit omdat Sonja van 5 of Sijmen van 6 voor het eerst in dat veel te grote shirt de groene mat op mag. Ja, ook de moeder die niet van sport houdt moet eraan geloven. Ik las er bij Anna Enquist deze zomer een fraaie passage over. Sport was haar leven binnengekomen door haar zoon. “Vanaf zijn vierde jaar verlangde hij naar voetbal, met een passie die de vr ouw herkende van haar eigen liefde voor muziek. De plaatselijke voetbalclub legde de ondergrens voor het lid maatschap bij zes jaar; de zoon bracht de lange jaren tot hij werd toegelaten tot de F -jes in gespannen verwachting door. In de zomervakantie voor het zover was reed de vrouw met hem naar de sportwinkel om het tenue aan te schaffen. De jongen was helemaal niet bang op het gras. Hij genoot. Zoals de vingers van een begin neling op de piano, zo liepen de kinderen elkaar in de weg op het verkleinde voet balveld. De honger naar de bal, naar de trapbeweging dreef hen samen in het strafschopgebied. Er was geen tactiek, er was alleen de wens om de bal aan te tikken. De vrouw keek er met bewonde ring naar. Na afloop aten ze kroketten in de stinkende kantine wa ar de zoon zich thuis leek te voelen als in een huiskamer.” Van het begin naar het einde. Vorige week kwam er een einde aan het leven van Ton Raap. 66 jaar is hij geworden. Echt jammer, hij was een sympathieke Schagenees, goedlachs ondanks vele handicaps. Erudiet en thuis in de sportjournalistiek. Het laatste deel van zijn carrière werkte Ton bij HDC Media, het concern waar ook het Schager Weekblad onder ressorteert. Vroeger toen ik nog puberde was hij journalist voor het Noordhollands Dagblad dat toen nog katholiek was en kantoor hield aan het eind van de Molenstraat, zo’n beetje tegenover de ingang van het toenmalige SRC-veld aan de Laagzij. Ton zal wat wedstrijden van SRC 1 van smeuïg commentaar voorzien hebben. Wat hij schreef las heerlijk weg. Al was d e wedstrijd nog zo beroerd geweest, het verslag van Ton maakte alles goed. Aanvankelijk zag het er helemaal niet naar uit dat Ton Raap journalist zou worden. Ooit was hij een F-je zoals op de bovenhelft van deze pagina. Niet bij SRC, maar bij v.v. Schagen . Ton zijn voetbaltalent viel op. Fabuleus zijn naar het schijnt de rushes langs de lijn geweest, als hij vanaf zijn backpositie opstoomde. Ik citeer Peter Groenveld als ik zeg dat Ton één van de grootste talenten bij Schagen is geweest. Tot zijn 17 -de etaleerde hij zijn bovengemiddelde voetbalkwaliteiten. Toen sloeg het reuma toe. Papa’s en mama’s, geniet van de verrichtingen van uw kleintje. Je weet maar nooit voor hoe lang het is.
kk11/2009
Timon wilde zaterdag al vóór half 12 naar Groenoord vertrekken. De vader en moeder zaten achter het huis op het terras. De vader fronste zijn wenkbrauwen. “Ga je nu al?” “Ja.” “Maar de wedstrijd is toch 1 uur?” “Ja en om kwart voor 12 aanwezig.” “Is dat niet erg vroeg?” bracht de vader verbaasd uit. “Dan gaan we eerst met zijn allen de bestuurskamer in voor een preek van de coach en uitleg en zo.” De vader maakte een kreungeluid. “Mijn god…, instructies. Jullie komen toch gewoon om lekker te spelen?” “Ja. En daarna verkleden en een uitgebreide warming up.” “Ha grappig. Ik lees net het verhaal van een sportarts in de krant. Hij zegt dat een warming up vanaf je dertigste pas belangrijk is. Maar er is geen voetballertje van achttien dat serieus aan warming up doet. En jullie zijn dertien, veertien jaar!” “Laat nou maar. Het moet nou eenmaal.” De vader schudde het (eigen)wijze hoofd en Timon wilde wegfietsen. Zijn moeder riep hem terug. “Hé Tiem, kom eens terug.” Timon stapte af en zuchtte met gevoel voor theater. “Er ligt boven nog vuile was van je. En het konijn heeft geen voer gehad. Dat zou je ook nog doen. Eerst je werk en dan naar de voetbal.” “Maar dan kom ik te laat!” Onder protest deed hij de hem opgedragen klussen. Daarna stapte hij gehaast op de fiets. Hij kwam 7 minuten te laat op het appèl. De coach zei dat het geen 10 minuten hadden moeten zijn, want dan had hij er absoluut naast gestaan. Terug van de wedstrijd keek hij niet vrolijk. De ouwelui zaten nog buiten. “Hoe liep ‘t af, Timon?” informeerde de vader die de eerste helft was wezen kijken. “Mwah… verloren.” Hij klonk nogal down. “Ze vinden me te traag.” “Wie zegt dat?” “De coach. Wat je goed doet is normaal. En owee, als je een balletje niet haalt of verspeelt. Dan krijg je het te horen.” “Lekker positief. Er zijn nog steeds mensen die denken dat t raag en flegmatiek hetzelfde is. En dat twee stappen van een kleintje veel sneller zijn dan één stap van een grote.” Timon gooide zijn tas met een knal op het terras. “Leeghalen” riep zijn moeder. “Ja, effe rustig.” Hij klonk vermoeid, maar kiepte zijn tas leeg boven de wasmand en zette de kicks tegen de muur om te luchten. Een lekker waterijsje dan maar. “En voortaan hebben we langer trainen…” “O ja? Je hebt tweemaal 1 uur trainen van Koen. Dat vond je juist zo leuk, toch?” “Ja vet.” De vader pakte de Facet en sloeg het trainingsschema op. “Verdraaid ja, hier staat het. C1 is bijna het enige team dat anderhalf uur trainen krijgt.” “Eerst een half uur werken aan de conditie met de coach. Rennen en zweten, zodat we moe aan het uur met Koen beginnen. Zoiets zei hij.” De moeder begon te protesteren. “Maar Tiem, 4 uur uit school, half 5 tas pakken en wat eten, trainen tot 7 uur, douchen, warm eten. En dan na 8 uur nog aan je huiswerk?” “We zien wel.” -kk12/2009
Stage ‘Het betere werk’ was de titel die op het voorblad stond. Timon had het stencil na thuiskomst uit school op tafel gegooid. Konden wij het ook even lezen. Het ging over de maatschappelijke stage die de derde klassers moeten doen. Een lijvige syllabus over een onbetaalde bijdrage aan de samenleving. Kort en goed hield het verhaal in dat onze GSG-er vijfentwintig uur vrijwilligerswerk zou moeten doen. “Leuk Tiem!” klonk de moeder als altijd enthousiast. “Mwahh…” “Niet..?” was zij verbaasd. “Kweenie. Het moet gewoon.” “Je kunt bij Amnesty” deed de vader een poging tot stimulans. “Of bij Noordhollands Landschap knotwilgen snoeien. Die zullen dolblij met je zijn.” “Tja…” “Het is in elk geval mooi om nu eens een opdracht buiten de muren van de school te mogen doen in plaats van altijd maar erbi nnen” wierp de vader positief op. “Het is wel verplicht, hè.” “Wat dacht je van wandelen met oudjes uit Magnushof of internetten met bewoners van De Bron. Waar oma Kager eerst woonde, weet je wel?” “Tja…” “Een aantal kantinediensten draaien bij de hockeycl ub kan ook of de mensen in het nieuwe AZC helpen” deed de moeder een paar behoorlijk foute suggesties. “Zie ik zo bleek?” lijsde hij. “Dan ga ik liever bij SRC.” “Nou, dat kan ook” sprak de vader. “Hier staat dat de leerling de plek in zijn eigen omgevin g mag zoeken. Even denken, wat zou er verder voor vrijwilligerswerk te doen zijn..?” “Jullie hoeven niet mee te denken, hoor. Mitch en ik hebben het er al over gehad.” “Ohh…?” Twee paar verraste ogen keken de doortastende jongeling aan. “Woensdag is er een stagemarkt in de aula. Daar staat Geert Elting bij een kraam van SRC. Kunnen we ons meteen opgeven.” De jongens kregen kort na hun opgave mail van Peter Pannekeet namens SRC. Keurig verzorgd allemaal. Het zou gaan om assisteren bij de bestuursdiensten op de zaterdag. Zien de kleedkamers er pico bello uit? Wedstrijdballen in orde? Scheidsrechters ontvangen. Tegenstanders de weg naar hun kleedkamer wijzen. Koffie en thee in de rust. De wedstrijdformulieren. In het gat springen als er bij de F-jes geen arbiter is. Off the record: Timon moest een partijtje van SRC F2 fluiten. Er speelde een mans aapje in dat een doelpunt maakte en toen zijn shirt uittrok en naast het doel zijn shirt in de rondte ging zwieren. Hoezo kopieergedrag? De vader die er door de vermaakte omstanders op werd aangesproken kleurde rood van schaamte. Terug naar de maatschappelijke stage. Het wordt aanbevolen om de stage in eigen omgeving te doen. En het is begrijpelijk dat de jongens kiezen voor deze veilige weg. Helpen bij de eigen club. Maar uitgangspunt van de GSG is dat door de stage de jongeren in contact komen met groepen waar ze anders nooit mee in aanraking komen. En dat zie ik nog niet gebeuren als twee SRC-ers bij SRC andere SRC-ers tegenkomen. -kk-
13/2009
Eindeloos, werkelijk eindeloos kan een mens genieten van de wijze en onwijze commentaren langs de lijn. Het maakt niks uit of het F-pupillen of professionals betreft. Ouders zijn komisch: “Naar voren, jongens!” Maar ook om Louis van Gaal die college geeft aan het verzamelde journaille kunnen we lachen: “Kwaliteit is het uitsluiten van toeval. Het kan een optie zijn om op safe te spelen, om defensief garanties in te bouwen. Niet om de contrôlefreak uit te hangen, maar met zijn allen achter de bal blijven kan vruchten afwerpen. En nou jullie weer.” Toen Timon nog F-je was genoten duocoach Carlo en ik altijd bar van de coaches van FC Helder. In vol ornaat betraden de mannen het veld. Trainingspak, jack van de club en schrijfblok in de aanslag. Ze dansten de hele wedstrijd langs de lijn. “Uit elkaar!” riep de een. “Helpt elkaar!” riep de ander. “Hij mag erin, hoor!” kreeg het joch dat een kans miste te horen. “Zeg goochem, staan je benen binnenstebuiten?” als een spelertje de bal verkeerd raakte. “Niet allemaal er naartoe!” Maar ja, wie is allemaal? Hoe moet je als effie weten wat ze langs de kant bedoelen? Beslissen dat jij tot de paar spelers behoort die er wel naartoe moeten? Of voeg je je bij de meerderheid die er vooral niet naartoe moet? Lastige afweging. Coaches, ouders, stopt u maar met roepen. De kinderen horen uw aanwijzingen in 98% van de gevallen niet. U kunt roepen wat u wilt. De effies kunnen zich maar op één ding concentreren en dat is de bal. “Jongens, kijkt dan toch uit!” “Wie houdt zijn mannetje?” U vindt geen gehoor. Ze zijn er doof voor. Ook tv-commentatoren kunnen er wat van. Onlangs bij RKC-Heracles (0-1), een dramatisch slechte wedstrijd. Een speler excuseert zich tegenover zijn teamgenoten voor een volkomen foute pass. Wat zegt de verslaggever van Studio Sport? “Wat een beroerde pass. En nu excuseert hij zich voor deze slechte bal. Nou, dat hoeft hij niet te doen. Zijn medespelers leveren ook elke bal in bij de tegenstander.” Vader en zoon lagen slap van het lachen voor de buis, zo droog. Na afloop ze gt de commentator tegen Bas Dost: “Deze wedstrijd verdiende geen goal, vind je ook niet?” “Nou” zegt Bas, “Ik vond van wel, want ik was de matchwinner.” Timon en ik opnieuw onderuit. De code wil dat we elkaar dan kreten toeroepen die we langs de lijn hebben opgepikt. Lachen na elke oneliner. “Maak meters, Timon!” “Pak je rust, pap.” “Vloeren!” “Scheids, moet je mijn bril effe lenen?!” “Domineren, Tiem, domineren!” “Gebruik je charisma, pap.” “Hup, groene leeuwen!” “Zet ‘m op, jongens, naar voren.” “Toe dan toch, de beuk erin, het is je moeder niet!” “Met zo’n verdediging heb je geen tegenstander nodig.” “O jochie, waarom zit jij op voetbal?” “Wat is dat voor DSB-bal?” Timon citeert graag Jules Deelder: “Alleen als God eens gek wil doenwojdt Spajta wejeldkampioen.” En een hele fraaie hoorde ik afgelopen zondag: “Het lijkt hier de groenvoorziening wel. Het is hier schoffelen, schoffelen en nog eens schoffelen!” -kk-
Een echte derby Nog even terug naar Schagen-SRC. Laten we bij het begin beginnen. Dat was de voorbeschouwing in de Rensgarsbode. Deze benaming voor de Schager Courant is van fotograaf Moussault van het Weekblad. We zagen twee koppen bij het artikel. De mooie kop was van Berend Schop, megagroot in beeld. Plaat van die andere fotograaf, John Ou d. De foute kop stond boven het artikel. ‘Dé derby is nu een gewone wedstrijd’. Oh Berend, fout! Typisch het geluid van iemand die bij beide clubs heeft gespeeld. Zo’n man gaat richting de VUT en meent dat de mildheid der jaren ook van toepassing is op de rivaliteit tussen Schagen en SRC. Nee, nee, nee. Dat ziet alleen een hybride voetballer zo. Maar wie levenslang in het geelzwart dan wel in het groenwit heeft gelopen die slijpt de messen als de derby eraan komt. Vroeger was zwager Pol niet om aan te zien, maar zei hij verstandige dingen over voetbal. En nu moet je vooral naar hem kijken, niet luisteren. Binnenkort hebben we weer een familiefeestje. Ik zal hem een momentje apart nemen. Niet alleen maakte Berend in bewust interview belegen opmerkingen over d e derby, maar ook verzweeg hij een leuk detail over de reünie voor zeven man die hij beleefde bij VIOS -SRC. Dus moet ik dat maar even vertellen. Kijk eens wat vaker in de spiegel van de kapper, raad ik de lezers aan. Bij de kapper hoort men de mooiste verh alen. De mannen waren op de fiets naar Warmenhuizen. Berend dus. Met Dries Redecker, Wim Heddes, Jaap Dekker, Ad Brügemann en Ton van Raay. In Warmetuut troffen ze numero zeven, Purk Zut. SRC won met 2-3. Dat werd bieren na afloop. En toen weer op de fiet s naar huis. Dat viel niet mee. Erwin Krol sprak ’s avonds op het Journaal over een dichte alcoholnevel in Noord-Holland op het traject Warmenhuizen-Schagen. Hoe verliep de koers der coryfeeën? Er bestaan meerdere versies, maar zeker is dat de vriendenploeg pas in Schagen ontdekte dat Japie Dekker gelost was. Wat was wijsheid? Misschien een glaasje in het café in afwachting van Jaap? Teruggaan, suggereerde een ander. Hij zal toch niet in sloot gereden zijn? paniekte iemand. Hij zit allang onder zijn koeien, veronderstelde een ander. De mannen besloten voor de zekerheid om naar de woning van hun makker op de Halerweg te rijden. En daar zat hij. Op de bank… onder de blauwe plekken, gehavend in het gezicht. Hij wist niet meer hoe het gebeurd was. Allen behalve Jaap zijn gade konden erom lachen. Misschien heeft u Dries Redecker wel eens hardop horen lachen? Nou vooruit, allemaal nog een biertje van Marjan en toen echt naar huis. Twee dagen later bezorgde TNT Post een kaartje op de Halerweg: ‘Van harte betersch ap! Je vrienden.’ Nog weer later vertelde Jaap aan visite dat hij een lelijke smak met de fiets had gemaakt. Hij wilde het leuke kaartje van de vrienden laten zien. Hij riep naar zijn vrouw. ‘Marjan, waar is dat kaartje toch gebleven?’ Ze zei dat het weg was. Ze had het per ongeluk verscheurd. Tot zover de voorbeschouwing van Schagen -SRC. Met de aantekening dat je deze jongens toewenst dat ze nog heel lang groen als gras zullen blijven. Dan nu de wedstrijd zelf. Het werd na een van groenwitte kant puike pa rtij 0-1. Heerlijk. Een echte derby!
-kk-
15/2009
Een profvoetballer als trainer. Wie wil dat als voetbalpuber niet? Vet (gaaf)! De jeugd van SRC boft maar. Nou ja, gedeeltelijk dan. D1, C1 en B1, zeg maar de fine fleur van elke lichting, krijgen trainen van Koen Stam. Dat vinden die jongens meesterlijk, hoor. Koen voetbalt bij Telstar. Hij kan zijn instructies larderen met teksten uit het profmilieu. En de oefenstof komt uit zijn eigen praktijk bij Telstar. Het grappige is dat Koen ooit bi j SRC voetbalde. Wat heet, hij is in een groenwitte wieg geboren. Zo rond zijn tiende werd hij gescout door AZ. Ik herinner het me nog goed. De felicitaties stroomden bij Kruidenier Stam binnen. Vader Siem –apetrotsvoegde alleman toe dat zoonlief vermoedelijk zijn talent had geërfd. Het is moeilijk bescheiden te blijven. Op een keer stonden we in de steeg van Westerveld naar het talent te kijken. Er kleefde een bal aan zijn voet. “Moet je toch kijken, Kees. Zo klein als hij is, hij houdt het balletje met gemak vijfhonderd keer hoog.” Ik hoor het Siem nóg zeggen. En hij vervolgde met: “En dat kleine Kagertje… gaat dat ‘m worden?” Timon stond toen nog in de box. Ik stelde voor om dat nog even af te wachten, maar mijn kameraad nam alvast een voorschotje op de toekomst: “Laten we maar hopen dat hij niet teveel van jou heeft, want dan wordt het niks.” Een paar jaar later zou diezelfde Koen als brugpieper met mijn dochter Masha het pad opfietsen. Het eerste wat het snotjoch zei toen hij de keuken binnenstapte: “Ik moest van mijn vader zeggen, dat je helemaal niet kan voetballen.” Appels vallen zelden ver van bomen. Ik herinner me een ouderavond op de GSG. Mijn vrouw en ik kwamen in een gang Siem en Marjon tegen. “Hoe gaat het met Masha?” “Heel goed” zeiden wij. “En Koen?” Marjon keek wanhopig. “Een ramp voor de leraren. Hij is in een half jaar al tien keer uit de les gestuurd.” Vader Siem stond er bij te lachen. “Ach, wat maakt het uit. Hij gaat toch naar het Willem Bleau. Dat is de school waar al die AZ voetballertjes heengaan.” We zijn weer tien jaren verder. Mijn zoon krijgt trainen van Koen en hij geniet bar. Keihard werken, leuke oefenstof. Koen is duidelijk en gevat en hij praat vanuit de kleedkamer van het betaald voetbal. Tja, dat gaat er wel in bij jongens van 14. En Koen informeert zo nu en dan langs zijn neus weg bij Timon hoe het met zijn oudste zus gaat. Koen heeft dus meer van zijn vader meegekregen dan voetbaltalent. “Heeft Masha nog verkering? Ze valt toch niet op de verkeerde, hè?” Ik heb met Timon afgesproken dat hij deze vraag voortaan pareert met: “Nee, dat was alleen bij het eerste vriendje.” Vanwege Koen volgen Timon en ik dit seizoen met meer dan gewone belangstelling de Jupiler League op de vrijdagavond. Laatst kwam er geen samenvatting van Telstar tegen Dordrecht. Maar de karakteristieken vertelden dat Telstar in de 73 -ste minuut een penalty tegen kreeg. Ook werd in de 73-ste minuut Koen Stam van Telstar gewisseld. Toen we het lazen keken Timon en ik elkaar lachend aan. Voer voor speculatie. Koen zou toch geen fatale fout gemaakt hebben? Het werd 1-3 voor Dordrecht. Hup Telstar! Hup Koen! -kk-
16/2009
In de kerstvakantie w as er in Den Helder een zaalvoetbaltoernooi voor B-junioren. Toptoernooi. Deelnemers als Marlène, Aiso (Utrecht), Sportclub Cambuur (Leeuw arden), Hoornse Veerhuijs, Dynamo (Lelystad), Scagha ’66. Het team van Scagha is een mix van B-tjes en C-tjes die de vv SRC en de sv Schagen als bloedgroep hebben. Groenw it en geelzw art in één ploeg. Ik blijf het moeilijk vinden om aan te w ennen, maar die jongens voetballen samen of ze nooit anders gedaan hebben. Ik ben dan ook oud en zij zijn jong. Wie langs het kanaal de marinestad nadert bekruipt het gevoel dat hij naar het einde van de w ereld rijdt. De Schooten, trieste naam, brede w egen, niemand buiten, troosteloos w eer. Hoe heftig kan een overgang zijn? In de sporthal is het benauw d en druk. Achter de netten klinkt het gerinkel van glazen. De tribunes zijn boven en beneden dik gevuld. Alleen het gesnerp van de w edstrijdfluit doorklieft het massieve law aai. De voetbalteams en het publiek bestaan voor meer dan 50% uit kleurlingen. Mogelijk verklaart dat de opw inding, de zinderende spanning die voelbaar is in de hal. Op de speelvloer staan ze elkaar af en toe naar het leven. Zet tw ee B-ploegen met een flinke dot Mokkro’s tegenover elkaar, nou… het spat ervan af, hoor. Het is of ik in een hok vol adrenaline ben beland. Meteen bij de entree kom ik een Scagha-speler tegen. Kai Korevaar, zoon van Wilber t (sv Schagen). Kai vertelde ooit aan Timon, zoon van Kees (vv SRC), dat zijn zus w ilde gaan voetballen bij SRC. Toen zei Wilbert dat ze voortaan in de garage moest slapen als ze dat deed. Tja, Wilbert is oud en dat meisje is jong. Had het maar gedaan, meisje. Ik had gratis de garagedeuren in groene en w itte banen opgeschilderd. Ik vroeg Kai hoe het tot nu toe gegaan w as? Ik w as w at later omdat het vakantie w as. Zaalvoetbal is leuk maar ’s morgens om 10 uur niet. Tw ee keer kansloos verloren, meldde jongeheer Korevaar. Ik vroeg w at het grote verschil w as? “Alles.” “Huh…?!” Volgens Kai w aren ze beide partijen afgetroefd op conditie, snelheid, tactisch vermogen. En de inzet van die gasten… altijd 120%. Plus de individuele hoogstandjes. Even later zie ik het verschil live voorbijkomen. De mannen spelen hun derde pot. Ja, ik hou het vooral op brutaliteit. Scagha is een team dat probeert combinatievoetbal te spelen. Dat lukt af en toe heel aardig. De oppositie bestaat uit egotrippers. Balvaardige opgew onden standjes. Getruct. Flitsende acties w ant ego is groot en w il schitteren. De scheids provoceren is onderdeel van het spel. Het hinderen van de tegenstander gaat zover als de arbiter het toestaat. Het machismo in de sport. Waar Scagha doorgang verleent gaat aan de andere kant de rem erop. Ik heb Timon nog nooit aan de broekband van een neger zien hangen. Nou, omgekeerd doet de neger, de Mokkro, de latino of andere kleurling dat echt w el. ‘No passaran’, er komt niemand door! Waar gaat dit naar toe? Scagha w ordt uiteindelijk vijfde, helemaal niet gek in dit uitgelezen gezelschap. In de finale tussen Veerhuijs en Aiso w ordt het broertje van Afellay na een kopstoot met rood w eggestuurd. Ook al zo’n explosief stukje ellende. Is het de cultuur? Is het de leeftijd? Ik ben trots op die kaaskoppen uit Schagen die zich een toernooi lang voorbeeldig gedragen. -kk-
1/2010
Zaterdag even de kantine ingelopen. Ik w as er al een tijdje niet gew eest. Wel w at gehoord over opknapbeurt, noodzakelijke investeringen. Ik w as op Groenoord om de Ctjes van SRC en Schagen te bekijken. Jammer. Niet vanw ege de 0-1. Nee, het was gew oon jammer dat SRC een hele w edstrijd ‘aardig’ combineerde -niet groots maar ‘aardig’- zonder ook maar één keer dreigend te w orden. Nou vooruit, één keer dan. Bal op de paal. Ik miste leven in de ploeg. Ik miste een regisseur. Een briesende individuele actie van een spits voor mijn part. Of een duet van tw ee vrienden die de stand dan w el even met een eentw eetje gelijk zouden trekken. Waarom niet? Doe w at! Rag eens van dertig meter op die goal. Spoor elkaar aan. Laat aan jouw teamgenoten zien dat er wat moet gebeuren als je met 1-0 achter staat. Niets van dat al. Gew oon ‘aardig’ combineren zonder ook maar één keer dreigend te w orden. Nou, één keer dan. Paal. En dan staan de besten achteraan opgesteld en zij kijken driekw art van de w edstrijd w erkeloos toe. Jammer. Waarbij zij aangetekend dat het ploegje van Schagen verder is. Vooral fysiek. Meer tw eedejaars, meer lengte en gew icht. Da’s niet erg. Kw estie van geduld hebben. Onze jongens w orden ook een keer groot. Maar vooral speelde Schagen nuchter, doelgericht. Geen fratsen… C1!, als het w are. Met een knipoog naar de historie kw am ik op de aloude tegenstelling tussen de Schager verenigingen uit. SRC de technische ploeg, ‘aardig’ combineren, alles mooi w illen doen. Schagen hard w erken, de kortste w eg naar het doel vinden en met de punten naar huis. Na zo’n potje in de koude mist kon ik w el een bakkie gebruiken. Ik drukte de klapdeuren van de kantine open en de bek viel open. Wohh..!!! Ik vond het echt indrukw ekkend. Wat mooi. Dat plafond. Die… Nee, ik zeg er verder niks over. U moet zelf maar gaan kijken. Sodemieter, daar is gew erkt, mensen. Laten we collectief de muts afnemen voor het korps vrijw illigers dat deze prestatie heeft neergezet. Fantastisch! Achter de bar stond op deze zaterdag w ethouder Heddes met fraaie sloof. Jazeker, hij is van rood, maar ook nog altijd van groenw it. Tezamen met zijn assistent zorgde hij voor heerlijke koffie. Ik keek rond en ik dw aalde in gedachten af naar 1970, toen op dezelfde plek de nieuw e accommodatie w as uitgezet en een bekisting inclusief w apening klaar stond. Met w el vijftien junioren zouden w e op die zaterdag helpen met beton storten. Er w aren zeven kruiw agens. Vic Godschalk stond aan de schuif en hield er een moordend tempo op na. Soms stond de schuif al open voordat er een kruiw agen onder stond. Vic had ons er glad voor over. Naarmate de middag verstreek raakten de junioren gesloopt door de zw are arbeid. De kruiw agens gingen steeds vlotter over in andere handen. Op het laatste stuk, de hoek bij de bestuurskamer, reed één van de kruiers per ongeluk finaal van de plank af. Te vermoeid om hem te houden ging hij met kruiw agen en al op zijn plaat in het beton. Wie goed naar de vloer van de bestuurskamer kijkt kan daar nog steeds zijn profiel ontw aren. De huiskamervraag luidt dan ook: w elke SRC-er viel destijds languit in het beton? -kk-
2/2010
Timon kw am thuis van Groenoord. Hij w as er deze keer niet gew eest om te voetballen. Het w as voor de maatschappelijke stage. Onderdeel van het GSG-pakket. Hij had met klasgenoot Mitchell gekozen voor een stage bij SRC. Assisteren bij de bestuursdienst op zaterdagmorgen. Makkie vanzelf. “Uitgeslapen?” vroeg ik hem toen hij thuiskw am. “Nee niks” verw eerde hij zich lachend. “Eerst w aren w e in het hokkie van de bestuursdienst. Maar later moesten w e helpen in de kantine. Dat w as trouw ens hartstikke leuk. Beetje koffie inschenken en aan de mensen geven.” “Geven?” provoceerde ik. “Moesten ze niet betalen?” “Ja natuurlijk. Maar afrekenen deed die Klaas meestal. Of zijn vrouw .” “Klaas?” “Ja, hij staat elke zaterdagochtend met zijn vrouw achter de bar. Hij lijkt een brombeer , maar hij valt w el mee.” “Oh, Klaas Bakker. Hij pruttelt zacht. Dat is Amsterdams. En verder? Verder nog wat leuks gebeurd?” “Niet iets leuks. Maar in het hokkie kw amen er opeens tw ee mannen binnen, w aar we van schrokken. De ene ging tekeer. Hij w as coach van Helder D6. En de ander probeerde die vent kalm te krijgen. Hij w as coach van SRC D4. Triest joh, die van Helder w as in de w edstrijd het veld ingelopen naar Xandra. Zij w as scheids. Ze had er eentje van Helder uitgestuurd, w ant die schold haar uit en stak zijn middelvinger naar haar op. Dat pikte ze natuurlijk niet. En toen begon die coach haar ook nog eens uit te kafferen. Wat een gek!” Ik moet eerlijk zijn. Ook ik heb in het verleden een bijdrage geleverd aan de taal-… , de taal-… Tja, w at w as het nu eigenlijk? Even denken, w as het taalvervuiling? Taalverrijking vonden w e het zelf meer. Ik geef toe, mijn lichting w as lastig. Vooral in de juniorentijd w ist de een alles nog beter dan de ander. En vooral w isten w ij alles beter dan de scheidsrechter. O, w at w aren w ij irritant. Vooral Siem Stam. Nee, communicatief deden w e het destijds niet handig. Persoonlijk ben ik trots nooit aan de spelverruw ing te hebben bijgedragen. Die evenals de taalvervuiling ook van alle tijden is. Dat had in mijn geval geen zin, w ant ik had fysiek w einig in te brengen. Ik moest het meer van mijn snelheid hebben. Jongens als Rens Louter en Lou Koomen stonden w el garant voor krakende interventies. Ik herinner me een partij in de hoofdklasse junioren tegen HRC A1. Uit naar Den Helder… altijd bittere confrontaties. Loukie had die middag een erg rappe buitenspeler tegenover zich. Loukie w as geen snelle back. Dus Mambo ging binnen tien minuten drie keer gestrekt. Na de derde duikeling w apperde hij met een handje en kermde tegen de scheids: “Gele kaart, toch?” “Jank niet, joh, aansteller!” beet Lou Zw artmans toe. Naar de arbiter maakte hij met tw ee handen een mooie ronde bew eging. “De bal, scheids.” Dan sjokte Loukie terug naar zijn verdediging, pretogen achter de ronde brillenglaasjes en een smile van oor tot oor op het smoelw erk. -kk4/2010
“Matig. Een heel matige wedstrijd.” “Matig potje.” “Matig voetbal.” Je hoorde niet anders na afloop van SRC-Schagen. Andere reacties die ik optekende bij het verlaten van Groenoord: “Ze moeten hier ook kunstgras neerleggen. Er kan op dit veld niet gevoetbald worden.” “Het is dat het zulk schitterend weer was, maar anders…” “Ik vond de spandoeken het leukst. Die van de Effies was leuk, maar die van Inge Schop was het mooist: een groenwitte hulk die een geelzwarte wesp vermorzelde.” Het oordeel over de wedstrijd was boven elke discussie verheven. Ik zei het zelf ook toen ik thuiskwam: “Het was een matige vertoning.” “En dat voor een derby?!” riep mijn vrouw ongelovig uit. “Ja, het was veel luchtalarmvoetbal. Alsmaar hoge ballen en opspringende spelers die soms met de koppen tegen elkaar sloegen. Brrr… ik moest er vroeger niks van hebben en ik vind het nog steeds een akelig gezicht.” Mijn vrouw ontleende aan die opmerking het recht om onze zoon fout te instrueren: “Bah Timon, ga maar nooit koppen. Dat is zo eng. Denk maar goed om je hoofd, je moet er je hele leven mee toe.” “Als er genoeg technische spelers rondlopen hoeven ze niet door de lucht te voetballen.” Daar had onze zoon een punt. Knollentuin of geen knollentuin, wie een fijne balbehandeling in huis heeft kan altijd uit de voeten. “Eh… maar hoe dan?” “Gewoon dat balletje strak aanpassen. Het moet als het ware over de pollen en de gaten heen zweven.” Zijn moeder luisterde met ontzag naar de jonge deskundige. En Timon ging nog even door: “Bij SRC lopen er een stuk of drie, vi er die dat kunnen. En bij Schagen ook. Dat is te weinig voor mooi voetbal. Al was alles mooi in evenwicht zo. Zelfs buiten de lijnen. Schagen hield Leidekkers aan de kant en SRC Robert-Jan. Die twee kunnen het ook. Maar ja.” Ik probeerde zijn oordeel wat te matigen. “Je moet wel bedenken dat dit de 4 e klasse is, hoor. Het is allemaal niet hoogstaand. In deze klasse is het allemaal zeg maar woonerftempo.” “Schagen zit binnenkort in de 3 de” kreeg ik dadelijk terug. “Daarin red je het ook nog met werkvoetbal, denk ik. Al zullen ze er inderdaad een paar beteren bij moeten halen. Vanaf de 2 de klasse word je pas zoek gespeeld zonder voldoende techneuten.” Het joch begon te lachen. Ik liftte mijn wenkbrauwen. En daar ging de bijdehand los: “Weet je nog, dat spandoek van de Effies? Over 10 jaar, zeiden ze. Maar toevallig komen wij eerst nog. Volgend jaar zijn we B’s. Dus nog 4 jaar.” Ik keek hem aan en ik moest eigenlijk wel en niet lachen. De geschiedenis herhaalt zich, bedacht ik me. Ik moest aan mijn vader denken. Hij zei vroeger wel eens: “Ja ja, jullie hebben praatjes genoeg. Maar laat het eerst maar eens zien!” -kk-
5/2010
“En het leuke is…” SRC 80 jaar. De jubileumcommissie belegde een avond met René van der Gijp bij Igesz. Het was leuk. Ik weet niet of Gijp vooraf instructies had gekregen van commissievoorzitter Panne. Feit is dat hij wel 80 keer riep: “En het leuke is…” Leuk was het vooral omdat Gijp het zei. De man heeft de lach aan zijn kont hangen. Hij komt op met olijke knar en aanstekelijke lach en de mensen beginnen spontaan te lachen. En als Gijp gaat praten wordt het nog leuker. Al hangen zijn teksten aan elkaar van ongrammaticale zinnen, maar dat maakt niet uit. Zo noteerde ik een quote over Voetbal International, de kijkcijferhit op RTL7, waarin Gijp wekelijks figureert: “En weet je wat het leuke is, Bert? Joh, we kijken met zijn drieën naar Hans en denken: wat is dit? Echt waar joh, dat denk ik dan ook: wat is dit? Hans wil zo graag wat zeggen. Precies als het niet kan. En dan zie ik Wilfred en Johan ook kijken van: wat is dit? En dat vind ik dan zo leuk, hè, dat vind ik nou zo leuk.” Heel gek. Hij zegt niks behalve dan dat het leuk is. Hij struikelt bijna over zijn woorden. En de zaal ligt plat. Een cabaretier dus. Wat is er zo leuk aan Gijp? Met een soort conference van 2 uur gaf hij zelf het antwoord. Hij is de nar aan het hof van Koning Voetbal. Met de verwondering van een kind loopt hij rond in de wereld van glamour en geld. Hij prikt alle opgeblazen ego’s in het profvoetbal als ballon netjes kapot. Hij kan dat doen, omdat hij geen belangen heeft. Dat weten de bobo’s en de vedetten en daarom zijn ze bevreesd voor hem. Wat haalt Gijp nu weer met me uit? De komiek parkeerde op een ochtend bij AZ op de plek van Van Gaal. Er kwam dadelijk een secretaresse naar buiten. “Mijnheer, dat is de plek van mijnheer Van Gaal…” “Weet ik, schat, maar ik heb al contact met hem gehad. Hij vond het goed.” Even later kwam Louis in zijn Audi Q7 aan. “Wel godgloeiende, wie heeft zijn auto op mijn plek gezet?” “Die mijnheer daar” zei de dame en ze wees naar grapjas Gijp. “Hij zei dat u het goed vond.” Van Gaal draaide zich om, zag Gijp staan lachen en zei: “Oh hij…! Laat dan maar zitten.” En de anekdote eindigde zo: “En het leuke is, beste mensen, het leuke is dat ik geen hekel aan Louis kan krijgen. Ik peil hem, ik doorzie hem en denk: heerlijke man.” En passant deelde de ex-prof sneren uit naar de vele mannetjes die om de voetballers heenlopen. Bijvoorbeeld naar de looptrainer die bij Ajax twee ton verdient e n daarom zijn lippen op slot houdt als Gijp hem vraagt of hij Martin Jol ook zo’n schlemiel vindt op de persconferenties. (“Het werd 1-0. En dan kan het 1-1 worden of 2-0. Gelukkig werd het 2-0.”) Ook zijn generatiegenoten spaarde hij niet: “Waarom kom ik jongens uit mijn tijd alleen nog tegen met blondjes van 23 aan de arm? Sorry hoor, maar waar gaat hun gesprek ’s avonds over? Ik vind: gewoon buiten de deur neuken en ’s avonds lekker thuis op de bank.” En zo ging dat maar door. Twee uur onafgebroken. E n het leuke was, dat het leuk was. -kk6/2010
De jeugd en de nieuwe jeugd Ooit doorliep ik de stadia van het jeugdvoetbal bij SRC . Ik begon als 6-jarig jochie. Voor mijn verjaardag had ik voetbalschoenen gekregen uit de winkel van mevrouw Verra aan de Gedempte Gracht. Ook een groen shirt en een witte broek en donkergroene kousen. In het nieuwe tenue bezocht ik de eerste training. Het veld wasaan de Nieuwe Laagzijde. Dat was niet ver van de Aloysiusschool waar ik op zat. Alle nieuwe F-jes bezochten de training in het nieuwe tenue. De trainers heetten meneer Swikker en mijnheer vd Burg. Zij waren beiden van de Kon. Marine en nogal streng. Gelukkig kende ik de andere F-jes van school. Siem Stam bijvoorbeeld, Jacky Ploeger die wij Pieper noemden. En Jacob Zut en Jacky Verduin en Henkie Koomen. Cees Dekker. Zo kan ik doorgaan. Waar het om gaat is dat het fijn was om vriendjes op SRC te hebben. Wat hebben we enorm veel plezier gehad. Teamsport maakt de opvoeding compleet. En de kring breidde zich alsmaar uit. We leerden SRC-ers kennen uit de andere elftallen. Zij trainden na ons. Wij bleven vaak kijken, vooral bij de A-junioren en bij het Eerste. Aan techniek en weerbaarheid werkte mijn lichting overigens vooral op het schoolplein van de Aloysius. Elke middag speelden we daar na schooltijd partijtjes. Het beste doel was dat met de pilaren. Het andere scoorde niet lekker. De ene paal was een regenput, de andere een vuilnisbak. Het plein bleef vele jaren ons voetbaldomein en ook dat van vele generaties na ons. SRC verhuisde in 1966 van de Laagzijde naar de Nes en in 1971 naar de huidige locatie in de wijk Groeneweg. Toen had ik alle jeugdelftallen bij de club gehad. Inmiddels doorloopt mijn zoon de stadia van het jeugdvoetbal bij SRC. De geschiedenis herhaalt zich. Zoals in zoveel families het geval is. GroenWit wordt niet voor niets nogal eens betiteld als één grote familie. Timon begint trouwens al aardig op te schieten. Op te schieten naar wat? Ik zou het niet weten. Niemand weet wat de toekomst brengt. Begonnen op zijn 6-de in een nieuw tenue uit de winkel van Westerman Sportswear wacht nu de entree bij de B-jeugd. Ook in zijn lichting een aantal vaste namen. Een Sijnesael, een De Vries, een Molenaar. Veldboer, Hulleman, Snaas en ga maar door. Jongens van school, vrienden. Reken maar dat die gasten net zoveel pret hebben als wij vroeger. Alleen soms met andere spelletjes. Playstation, maar dan wel Fifa. Het moet immers over voetbal gaan. Maar ook het werk met de echte bal kunnen ze niet laten, al speelt een en ander zich niet meer af op het plein van de Aloysius. Daar staan tegenwoordig grote hekken voor. De zomervakantie was nog maar een paar weken oud, toen de mannen elkaar alweer optrommelden voor partijtjes op Groenoord. Dollen op het kunstgrasveld, want alleen daar blijven de doelen staan. En je wilt na een partijtje toch ook nog even vrije trappen vanaf 20 meter oefenen. Oké, we zullen zien wat de talenten er dit jaar van bakken. Beetje triestig alleen dat er nog geen trainer voor hen is. Wij kregen destijds vanaf de C -tjes training van de selectietrainer, (ome) Arie Rottier. Misschien kan de huidige selectietrainer de B-tjes erbij pikken. Schone taak voor (ome) Fred Dekker. SRCers… dat het een mooie voetbaljaargang mag worden. -kk7/2010
Bejaardenvoetbal Laatst passeerde ik het nare toegangspoortje bij de kleine Vomar. Ik zeg ‘naar’. Op mijn school moet je ook door zo’n poortje om binnen te komen. Er zijn er wel zes of zeven naast elkaar. Dat schijnt nodig om het legioen scholieren toe te laten. Niet logisch. Zonder poortjes gaat het sneller. De poortjes heten ‘tourniquets’. Je hebt er een pas voor nodig, de Horizon-pas. Die is voor naar binnen en ook weer voor naar buiten. De Vomar verstrekt ook een pas, de Vomar-pas. Die gebruik je niet bij de ingang. Die gebruik je bij de uitgang. Niet om eruit te mogen, maar om bij de kassa al die korting te bedingen. Waardoor je -eenmaal buiten op het parkeerterrein- gelukzalig gaat glimlachen. Je denkt: “Goh, ’t is voor niks hier. Daar kan Siem Stam, de kruidenier, niet tegenop.” Laten we daar meteen bij aantekenen dat er bij Siem geen poo rtje is, een groot goed. Maar ik ga even terug naar het begin van mijn verhaal. Ik passeerde dus het poortje van de Vomar. Klonk van achteren op lijzige toon: “Zo Kees… ook boodschapjes doen?” Ik hoefde niet eens achterom te kijken. Het was A. de V. Ik mo et erbij vermelden dat ik een beetje haast had. De laatste week van de vakantie was ingegaan en mijn schilderwerk buitenom was nog niet klaar. De ladder lonkte thuis. Dat verklaart waarom ik misschien wat kortaf antwoordde op de vragen die A. stelde. Op de vraag of ik nog vakantie had zei ik bijvoorbeeld ja en toen vond A. mij een mazzelpik. Waarop ik hem korzelig een megamazzelpenis noemde omdat hij het hele jáár vrij is. Dat moest hij toegeven, al tekende hij aan dat hij ruim tien jaar ouder is. En tien j aar ouder, sprak de filosoof verder, betekent ook tien jaar dichter bij de dood. Later op de ladder dacht ik aan die uitspraak terug. En stelde vast dat deze behalve cru ook onjuist was. Een natuurwet wil dat ouderen eerder dood gaan dan jonge mensen. Zeker is dat echter niet. Zie dagelijks de pagina met familieberichten. Terug naar de Waldervaart. Talmend kwam A. met de vraag waar het hem allemaal om te doen was. Of ik nog wat ging doen dit jaar? Ik hield me van den domme. Ik zei dat ik gen oeg te doen had. Maar hoezo? Nou, hij sprak als regelneef van zijn zaalvoetbalclub. Hij wilde een stuk verjonging van het bejaardenteam. Mijn wenkbrauwen schoten omhoog. Volgens A. was ik veel te vroeg gestopt en of dit niet een mooie uitdaging was? Ik sl ikte even. Ik tussen bejaarden. Hoe redde ik me hieruit? Ik pakte een volkorenbrood uit het rek en deed het in mijn kar. Toen wierp ik tegen dat hij beter mijn zoon kon vragen of zijn eigen zoon. Waar A. weer tegenin bracht dat mijn Timon al bij Scagha speelt en zijn Ferenc bij het Amsterdamse Beursbengels. Hij pakte een halfje wit uit het schap en vond het nodig om die keus te verdedigen. Een mens mocht zichzelf ook wel eens verwennen. Later, voorbij de kassa, kwam ik A. opnieuw tegen. Met een schuin oog o p het kratje Amstel op mijn kar voegde hij me toe dat ik heus mocht drinken, als ik maar actief blijf sporten. Of ik er vooral over wilde nadenken? Op de terugweg noteerde ik A. met zijn bejaardenvoetbal als tweede hoogtepunt van de dag. ’s Morgens had ik in de krant een leuke ’60 seconden’ gelezen. De schrijver was op een kermis geweest en had vastgesteld dat de meiden van tegenwoordig eerder tieten dan tanden hebben. Een dag kan zomaar een feestdag zijn. -kk-
8/2010
Je zal maar een kind op voetbal hebben..! O nlangs be klaagde e en colle ga uit He iloo zich over de hockeyvere niging van zijn dochte r. Uite rst ve rontwaardigd loe ide hij door de k offie k am e r: “Hoe is dat bij de voetbal van jouw zoon ge rege ld, Ke es? Mijn dochter is lid van de Te rrië rs. En nou m oe ten wij als oude rs potdomme twe e k e e r in e e n se izoen in de k antine staan. He b je he t ooit zo zout ge vre te n?” “Ach Doc, m an, dat is nog helemaal niks” pikte ik het onderwe rp lachend op. “Bij SRC draaie n de ouders nie t alle en ve rplicht k antinediensten. W ij he bben ook tweemaal pe r jaar be stuursdienst. Dan worden ouders geacht e en zaterdagochtend vanaf 8.00 uur of e e n zate rdagmiddag tot 17.00 uur in he t we dstrijdse cre tariaat aanwe zig te zijn.” “Dat m e en je niet!” riep mijn collega. “Vroeger had je bij e lke clu b een paar gekken die zo’n be e tje op he t com ple x woonde n? W aarom is dat nie t m e e r?” “O m dat het niet m eer is. De gekken doen te genwoordig andere le uke dingen. Mensen k ie zen hoogste ns nog voor é én klus op de club. Eé n afgeronde taak, e en plek in een com m issie , e e n dagde e l vrijwillige rswe rk . O p die fie ts.” “Egoïste n!” brulde Doc e n he t he le k orps barstte in lache n uit. “Ik he b nog m eer nieuws” ve rvolgde ik toen de storm geluwd was. “Bij ons in Schagen k rijge n de ouders ook de vuile was van het team twe e ke er i n een seizoen mee naar huis. En om he t nog ge kker te m aken: we m oe ten ook twe e k e er rijde n bij een uitwe dstrijd. W ie pe ch he eft m ag m et e e n k oets vol pubers naar Enk huizen. Dat tre ffe n wij van Kage r dan m e e stal.” “Je zus. Dit kan e cht niet, mensen.” Doc zat vertwijfe ld om zich heen te kijken. “Waar blijft die vrije zate rdag als ze zo gaan be ginne n?” “Ja” haakte ik we e r in. “Nou zijn m ijn vrouw e n ik nog bij e lk aar.” Eve n wachten, e ve n rondkijken. “En zo zijn e r nog e en paar stellen in Ne derland. Doc en zijn vrouw zijn ook nog ge trouwd, dacht ik .” “Ik be n hope loos oude rwe ts” gooide m ijn hoe k ige colle ga e r tusse ndoor. Ik k e e k tre ite rig de k ring nog e e ns rond. “Ve rder zijn alle ouders te genwoordig ge scheide n. De k inderen worde n m eestal aan de moeders toegewe zen. Dus ieder kan uitte k enen hoe hard he t voor al die m oe ders van SR C aank omt als ze be halve k antinediensten ook wasdiensten, tax idie nsten e n nu ook bestuursdiensten moeten draaie n op de voe tbalclub van hun k ind.” “Arm e m oe de rs! He t is wat daar in Schage n!” k lonk he t uit m e e rde re k e le n. “Jahaa” be aamde ik gauw. “En de vrouwe n m oe ten ook nog naar de Vom ar voor boodschappen e n daar lopen ze het le vensgrote risico om A.d.V. te gen het lijf te lope n, e en notoir plaatselijk levensgenie ter die –laten we ze ggen- tijd heeft voor een praatje . Dus e igenlijk, Doc…” Ik keerde me we e r naar m ijn hock eycollega. “Eigenlijk zijn wij nie t e e ns zo slecht af. Wij k unnen deze ouderplichten tenminste nog delen.” He t vrouwe lijk de el van het te am be gon te loeien. “Hoor die gewe ldige k e rels toch. En ge luk k ig ge trouwd dat ze zijn, ze g!” Zonde dat op dat m oment de zoemer alwe er ging. W aarom m oet e en m ens toch altijd we rk e n? Doc e n ik hadde n nog e e n he le ochte nd k unnen vullen. O ve r k antines en be stuursdiensten. En ove r de plaag der Vutte rs die langzamerhand alle paden van alle supermark ten te isteren. En ove r ve tte vuile naaktslakken die na e lke regenbui ove r de rand van de groene bak kruipen. Die knipt m ijn vrouw trouwe ns door. Handig, zo’n vrouw! -k k 9/2010
.
Waar is hier de WC? Ook ik kw am er niet onderuit. Ook ik ben ouder van een zoon die voetbalt. Dus bestuursdienst draaien op zaterdag. Gastheer of gastvrouw spelen op Groenoord. Een ochtend of een middag vrijw illigersw erk, maar w el verplicht. Dat noemen w ij in de neerlandistiek een contradictio in terminis. Maar geen gezeur. Als iedereen de klus een keer doet is het probleem opgelost. En eerlijk is eerlijk, het is goed om eens te ervaren w at er op een zaterdag op een amateurcomplex als Groenoord moet gebeuren. Je kunt het allemaal w el bedenken, als je de zaterdagse drukte rond de accommodatie en op de velden ziet. Maar bedenken en meemaken zijn tw ee dingen. Ter geruststelling van ouders ‘die nog moeten’: na binnenkomst in het secretariaat treft u op tafel een takenlijs t aan en die is glashelder. Alles staat erop, het kan niet mis gaan. Van openen kleedkamers, ophangen vlag en invullen w edstrijdformulieren tot ophalen flesjes AA voor jeugdscheidsrechters, nalopen kleedkamers, invoeren uitslagen op Mijnclub.nu en afsluiten van deuren en stalen hek, het staat allemaal op de lijst. Nogmaals, het kan niet mis gaan. Tenzij u een beetje dom bent. Maar dan is er altijd nog een duopartner en die is misschien minder dom. Mijn dienst viel op een zaterdagmiddag. Ik w ist w el dat tussen opening om 8.00 uur en sluiting rond 17.00 uur het w edstrijdsecretariaat bij tijd en w ijle volloopt met bevoegden en onbevoegden. Maar zo hectisch had ik het niet verw acht. Als op- en afgaand tij golfden coaches, aanvoerders, bestuurderen, kleine kinderen, scheidsrec hters, opa’s, oma’s, nieuw eneuzen, geblesseerden, ouders het hok in en ook w eer uit. En ze hadden allemaal vragen en ik heb op alle vragen gastvriendelijk geantw oord. Al had ik er soms een gedachte bij. Heeft u voor mij een w edstrijdbal? (Ik heb er wel 6). Waar is kleedkamer 11? (Naast kleedkamer 9). Mag ik de huisartsenpost even bellen? (Heb je geen mobiel?). Hoe laat speelt C3? (Kijk op het bord, schele). In de verste hoek van het kunstgrasveld is de vlag stuk. (Zien we hiervandaan toch niet). Heeft u een fluit? (Rare vraag van u). Komt ZAP D2 nog? (Wat maakt mij dat uit!). Is hier misschien een donkergroene tas gebracht? (Die staat al in mijn auto). Kan ik hier koffie krijgen? (Wat denk je zelf, doos?). Heeft u een verbanddoos? (Nee, jij wel?). Waar is de sleutel van kleedkamer 6? (Hangt aan uw oor of is het een oorbel?). Ik ben de scheidsrechter voor Zaterdag 1 tegen Berdos? (Zal wel uit de hand lopen). Onze keeper is onderw eg, kunnen w e een kw artiertje later beginnen? (Jahoor, maar niet op Groenoord). Waar is hier de WC? (In de gootsteen). Kortom, een en al gezelligheid. Enige smetje op de middag w as de kleedkamer van Dames 1: lege Aquariusflessen, prut, Demakeup all over the place, creatief bew erkte drinkbekertjes, een kledingstuk, patat met klodders mayo. Gelukkig kw am mijnheer Bontje (93 jaar) tussendoor langs om een mop te vertellen. Tw ee alleenstaande vrouw en besluiten samen een tw eedehands Audi te kopen. Het bevreemdt de buurt dat ze er nauw elijks mee rijden. Wel gaan ze er elke dag in zitten. Soms blijven ze bijna tw ee uur zitten! Op een dag kan een goede buur zijn nieuw sgierigheid niet bedw ingen. Hij vraagt w aarom de dames telkens in hun auto gaan zitten. Het antw oord is aandoenlijk. “Je w ordt toch altijd genaaid als je een tw eedehands auto koopt? Nou, w ij zitten er dagelijks op te w achten.” -kk10/2010
Oorlog of vrede Haalde Zaterdag 2 toch mooi even de regionale pers na de clash met HCSC 4. Dat w il zeggen, het w as een w edstrijd van SRC 2, maar degene die de sportkrant op maandag haalde w as vooral clubscheidsrechter Alfred Wolfis. Ik zag het meteen voor me, toen ik het bericht las. Een jutter, al getergd door de 5-1 achterstand, krijgt een rode kaart voorgehouden na de zoveelste grove charge. Hij gaat door het lint, haalt dadelijk uit, vuist vol op de bakkes en hoppa, daar gaat Alfred. Ik hield er rekening mee, dat heel Zaterdag 2 op de maandagavond bij Pauw & Witteman mocht aanschuiven, maar nee. Kennelijk zijn daar een paar zw aargewonden voor nodig. En arbiter Wolfis had halfdood moeten zijn. Dat w as te bot gew eest. Aan de andere kant had SRC w el geschiedenis geschreven. 2010: Slag op Groenoord. Veldmaarschalk Wolfis onderuit. Groenw itte Schager leger verdedigt zich op heroïsche w ijze tegen laffe aanval van christelijken uit Den Helder . Jutters geroyeerd uit vijandelijk leger. Het gaat richting Kerstmis, mensen. Feest van de vrede. U begrijpt w at ik bedoel. Alfred Wolfis begrijpt dat ook. Alfred liet overigens via de krant w eten dat hij blijft fluiten. De kans dat hij in de nabije of verre toekomst nog eens op de bek getimmerd w ordt valt dus niet uit te sluiten. Dan gaan w e van een record spreken en komt de tafel van Pauw & Witteman alsnog in beeld, dunkt mij. De vraag die prominent rijst zal zijn: hoe komt iemand ertoe om te gaan fluiten? Ik meen het antw oord op die vraag te w eten: de partner van Alfred is juf. De mijne ook. Neemt u van mij aan, w ie met een onderw ijzeres gaat brengt veel tijd in eenzaamheid door. Lichtjesavond. Bijscholingscursus. MRvergadering. Voorbereiding natuurpad. 10 minuten-gesprekken. Schoolkamp. Algemene ouderavond. BHV-cursus. Musical groep 8. Sponsorloop. Afscheidsreceptie collega. Oefenavond ivm afscheid collega. Excursie boerderij. Ik zou nog even door kunnen gaan. Voorlichting educatieve uitgeverij. Vergadering bouw commissie. Jubileumvier ing. Schoolhandbaltoernooi. Zomerfeest. Onderw ijzerstoneelstuk. Hola, de Facet w ordt dubbeldik. U begrijpt het zo ook w el. De partner van een juf gaat aan de drank. Of hij vlucht in een game-verslaving. Of hij gaat boeken schrijven. Of… Of… hij gaat fluiten! Ja mensen, w anhoop moet Alfred ertoe gebracht hebben. Geeft u mij één ander motief om scheidsrechter te w orden. Nou? Nou…? Nee precies, er is geen ander motief. Plezier in het fluiten? U kijkt toch ook op zondagavond naar Studio Sport? Dan ziet u ook, hoe in elke samenvatting een stel gedrogeerde apen de arbiter bijkans lynchen, zodra hij het w aagt een kaart te trekken voor een karate trap. Misselijkmakend. En daar zit ik dan met Timon (SRC B1) naar te kijken. Partner op school w egens aanbrengen versiering voor Kerstmis of Pasen of Carnaval, w hatever. Het is omdat ik nog een pedagogische taak voor mezelf w eggelegd zie bij het analyseren van spelsituaties. Anders zou ik het amorele gedrag van het gilde der profvoetballers afstraffen met mijn zappservice. Weg met die lui! En als iedereen dit zou doen zou de vervuiling van het voetbalmilieu snel aan kant zijn. Fluiten leuk? Nee hoor. Gelooft u Alfred niet als hij in de krant zegt dat hij het spelletje nog veel te leuk vindt. Ik w eet hoe het zit. Het zit ‘m in haar. -kk12/2010
Talenten en gogme Er w aren aan de vooravond van Kerstmis heel w at SRC-ers die zich zorgen maakten om Timon en ondergetekende. Tw ee w eken vakantie, hoe gaan jullie er doorheen komen? Zoveel vrije tijd, och, och, nou… sterkte dan maar! Dat is fijn, die betrokkenheid. Dan besef je w eer w ie je vrienden zijn. Geen zw eem van jaloezie van: shit, ik moet nog een w eek w erken en die lulhannesen zijn lekker vrij. Nee, puur medeleven. Denken jullie dat het gaat lukken? Kunnen w e jullie vanuit de club op een of andere manier steunen? Mooi hoor. Nou vrienden, w eest gerust. Het is ons gelukt. Het lag op de bank en het w as vingervlug. Rara, w ie w as dat? Dat w as Timon in de vakantie. Horizontale positie, handen aan de knoppen van zijn Playstation. Fifa 10. En w ie lag op de bank er tegenover? Papa. Te lezen. Laptop in de buurt, w ant invallen moeten niet uitvallen. Conversatie alleen in het hoognodige geval. Trek in kerststol met spijs? Ja, w el lekker. Haal jij het of ik? Eh… w ie w as er aan de beurt? En zo ook over thee of Chaudfontaine. Daarna w eer stilte, concentratie. Tenzij het geluid van de Playstation aanstond. Dan w eerklonk nu en dan een kreet van Youri Mulder of die andere kw ibus. Wat een smerige overtreding van Iniesta, zeg! Daar had de scheidsrechter best een kaart voor mogen trekken. Heerlijk! Vakantie! Schrikt u niet. Niet het volledige reces is in ledigheid doorgebracht. Dat w as een deel van de vakantie. Er is ook nog ge(zaal)voetbald. Scagha B1, het team staat intussen als een huis. Op het kersttoernooi in Den Helder hadden ze voorgaande jaren tegen Sportclub Cambuur, FC Marlène en clubs uit Lelystad, Utrecht, Nijmegen niks te melden. Ditmaal toonden ze zich gelijkw aardig en pakten ze zelfs in een paar w edstrijden de punten. Op Scagha’s Oudjaarsfeest speelden ze het Amsterdamse AORC van de mat. Vorige w eek moesten ze naar het gevreesde Vennew ater in Heiloo. Ze gaven les… 0-7! De regionale pers heeft het ook in de gaten gekregen. Afgelopen maand w erd er meermalen melding van gemaakt. Hier staat een verzameling talenten te trappelen. Het is aan Scagha om er goed op te passen. Aan de basisvaardigheden w ordt voldaan. Ze zijn technisch allemaal zeer vaardig, er is snelheid, er is conditie, af en toe draaien ze een systeem. Als dit ‘spul’ bij elkaar blijft dan w orden ze alleen maar beter en gaat Scagha mooie tijden tegemoet. Robert Jan Klein viel met 16 jaar en een paar maanden als jongste speler ooit in in Scagha 1. Hij w as trots op dat record. Hij lijkt het kw ijt te raken aan de spits van de B1, Robin Schouw vlieger die ook alles in zich heeft van een echte spits. (Enige smetje: hij komt van s.v. Schagen, maar dat terzijde.) Wat zo leuk is aan de B-jeugd van Scagha: de kw aliteiten zijn heel verschillend maar die vullen elkaar erg goed aan. Een artistieke linkspoot, een paar solide aanpakkers, een gew eldige doelman, subtiele technici en die kleine van De Vries heeft de bek van een routinier. Ondanks of juist door de verschillen kunnen ze het uitstekend met elkaar vinden. En dat is belangrijk. Verdraaid belangrijk. Maar het allerbelangrijkste moet nog komen: het gogme. Een gew iekste vrije trap, kijken naar de tegenstander, een afgesproken truc, w ie trekt aan de noodrem?, een duo-actie (cornertje…), intimidatiepraktijken, het vermogen om tijdens de w edstrijd te schakelen. De zogenaamde ‘linkigheid’, ach, er is nog zoveel te leren. Maar ze komen eraan! -kk1/2011
De passage van Koen Stam Het is zondagmorgen 9.00 uur. In Valkkoog w aait het ontzettend hard als ik nog amper w akker de deur uitstap. Ik heb op dit vroege uur een afspraak met Koen Stam. In de zaterdagkrant stond het bericht dat Koen definitief is gestopt met profvoetbal. Gelet op zijn leeftijd van 23 jaar sloeg mijn SRC-hart van opw inding een keertje over. Zou Koen…? Zou het denkbaar zijn, dat Koen voortaan…? Ik bedoel, ook Koen is als zoon van kruidenier SS te S ooit geboren met groenw it bloed in de aderen. Dus spoedde ik mij op deez’ rustdag naar het strakke kantoor van Sportbureau 33. Dit alles om namens de lezers van de Facet die ene brandende vraag te stellen. Of nee, onderw eg vroeg ik me af of ik het moest vragen of eisen. Of nee, nog sterker, of ik namens heel SRC gew oon beslag op hem moest leggen. “Koen luister, speel je volgend w eekend al mee met SRC 1 of begin je in het nieuw e seizoen?” En Koen gaf antw oord op mijn vraag. SRC-ers, houdt u vast. Blijft u rustig. Verw erkt u de boodschap het liefst samen. Misschien een borreltje erbij. Er zijn van die dagen. Je w ilt het niet horen, maar toch komt het bij je binnen. Schokkend nieuw s. Dames en heren, ik moet u teleurstellen. Koen begint niet! “Nou… misschien later… kijk… zeg nooit nooit… op dit moment zeker niet omdat ik nu volledig gefocust ben op het succes van deze zakelijke onderneming.” Sportbureau 33 houdt kantoor in een splinternieuw bedrijfspand aan de Passage. Toeval bestaat niet, zegt men w el eens. De Passage is behalve een adres ook een plek van w aaruit Koen op doortocht gaat. De voetbalschool als passage naar de toekomst. Koen haalt koffie van boven en legt me uit dat Sportbureau 33 én de baan van jeugdtrainer bij Volendam hem voorlopig helemaal in beslag zullen nemen. Temeer daar hij met het oog op het trainersvak na diploma’s C en B ook UEFA Oefenmeester A nog w il scoren. Dan behoort de functie van Hoofd Opleiding bij een Betaald Voetbal Organisatie tot de mogelijkheden. Kortom, plannen en ambities. Ik zit bij Koen aan zijn bureau, ik kijk naar zijn scherpe profiel, ik beluister de drive als hij vertelt over het profmilieu. Hij laat me zijn trainingsschema’s zien, hij licht zijn aanpak toe. En ik geloof erin. Vooral omdat hij vorig jaar trainer w as van mijn eigen zoon en die w as w eg van hem. Dat noem ik een bew ijs. Aan de w and in het kantoor hangen in glanzende lijsten de shirts van alle clubs w aar Koen actief w as tussen zijn 12-de en nu. Ook Oranje maakt deel uit van de serie en dan hebben w e het niet over het oranje van Volendam. Deze Stam speelde in meerder e jeugdselecties van Nederland. Het is een hele serie. Achteraan hangt een klein shirtje in een kleine lijst. Bedoeld voor het kindje dat w el geboren w erd maar niet sterk genoeg bleek voor dit leven. Het blijft even stil na deze ontboezeming. Het enige geluid komt van de storm die buiten loeit. Een carrière in de knop gebroken, al die jaren van focussen op dat ene doel, presteren, presteren, doorstromen of afhaken. Dromen van succes en dan… over. Vraag die rest is dan: w as dit het allemaal w aard? Koen zijn blik dw aalt vanuit de Passage over de Schager haven in de richting van Groenoord. Dan volgt de evaluatie. Dat het vanzelf begint bij het talent van het kind. En dat kind geniet er heus van. Maar het zijn vooral de ouders die er blind voor gaan. “Mocht ik zelf met een kind voor de keuze komen te staan, dan staat voor mij de schoolcarrière voorop.” Zo’n antw oord stemt tot nadenken. -kk2/2011
Het plezier Wat leuk als de kleine thuiskomt van Groenoord en enthousiast over de w edstrijd vertelt. “Mam, ik schopte w el drie keer raak!” Welke ouder w ordt daar nou niet blij van? “De bal w as steeds heel ver en Donny en ik gingen lekker koprollen, het w as heel leuk!” Of ze klein zijn of al w at groter, je w ilt dat ze er plezier in hebben. Dat ze hebben gesport en ook gelachen. Dat ze vrienden hebben gemaakt. Dat SRC en de tegenstanders er samen een voetbalfeestje van hebben gemaakt. Sport is zo belangrijk bij het groot groeien. Ik zw eer zelf bij teamsport in de opvoeding. Een kind leert zoveel bij de voetbalclub of op handbal of hockey. Dat je het samen doet. Dat je elkaar moet helpen. Ze leren niet alleen van een trainer, ze leren van elkaar. De een dribbelt voorbeeldig, dat w il ik ook. De ander raakt de bal precies goed, dat ga ik nadoen. Niet alleen verhogen van techniek, balvaardigheid zijn de doelen bij jeugdvoetbal. Het mentale gedeelte, het sociale aspect. Wat dacht u van het zien en accepteren van verschillen? Verschillen in technische vaardigheid constateren, in snelheid, in fysiek, in atletisch vermogen en concluderen dat er mensen zijn en dat er mensen zijn. En dan het w erken aan jez elf. Oefenen met de bal. Verbeteren van je conditie, misschien zelfs van je motoriek. Je gunt het ieder kind dat op voetbal zit en zeker jouw eigen nageslacht. Dat ze ook een keertje trots kunnen zijn op een doelpunt dat ze hebben gezet of juist tegengehouden. Dat ze met de beelden van hoe het ging nog op het netvlies luidkeels vertellen dat het zo lekker ging. Paar mooie acties. Zelfs een panna! En dat de coach jouw bloedje een aai over de bol gaf. En… en… dat de coach dat bij alle kinderen doet op zijn tijd. Omdat nu eenmaal alle kinderen complimentjes nodig hebben. Als er geen pluim voor voetbaltalent te vergeven valt dan mag het ook omdat hij of zij de veters zo goed heeft vastgemaakt. Kind apetrots, big smile. Snapt u? Coaches, ouders, please, ik zie soms scènes langs de lijn, ik hoor soms dingen roepen. Je houdt je hart vast voor de gevolgen. Kinderen kunnen gelukkig een hoop hebben. Een kleintje van zeven jaar is niet getraumatiseerd voor het leven als papa langs de lijn roept dat hij een stumper is. “STUMPER…!!!” Leuk klinkt het niet. Of vader roept dat het tegendoelpunt zijn schuld is. “SCHIET DIE BAL DAN WEG, UILEBAL..!” Een kind heeft meer aan instructies dan aan een afzeiker. Iedere speler heeft het zelf door als hij de bal heeft gemist. Als dat hem achteraf met enige regelmaat w ordt ingepeperd, gaat de lol in voetballen er gauw vanaf. Kleintjes moeten w e ontzien in de commentaren. Bij de groteren w ordt het een ander verhaal. Bij de oudere jeugd w ordt er onderling alw eer heel w at uitgedeeld en geïncasseerd. Tieners w ijzen elkaar soms meedogenloos op tekortkomingen. “Hé Mongol, w e spelen op dít veld, hoor!” “Appie, je hoort bij ons, niet bij de tegenstander.” Ook dat hoort bij voetbal: een laagje eelt aanleggen op de ziel. Maar ze kunnen ook voor elkaar door het vuur gaan. Solidariteit is een groot goed natuurlijk. Laat ze lekker genieten. Van het spelletje, van de acties, maar ook van het geouw ehoer in de kleedkamer. En niet alleen credits naar de doelpuntenmaker. Er is ook altijd een aangever. En er is ook eerst een aanval van de tegenstander afgeslagen. Het hoort er allemaal bij. Ach, er zitten zoveel facetten aan het verhaal. Ik zou er een boek over kunnen schrijven. -kk3/2011
Mooi & Lilluk Dat is het gekke met een column. Soms staat het onderw erp al een maand tevoren vast. Soms gebeurt er in een maand tijd helemaal niets. Dat w il zeggen: niets om in een clubblad aandacht aan te besteden. Soms ben je zelf privé te druk of het w erk eist alle aandacht. En soms… soms gebeurt er zoveel dat het niet in één aflevering kan. Het droevige bericht kw am uit de hoek van de familie De Vries en dat is toch een familie van SRC-monumenten. Kees heeft ons verlaten. Een verlies voor zijn gezin, een verlies voor SRC. Van een leeftijd van 76 jaar mag men denken w at men w il, maar het is onthutsend als een vrijw illiger in hart en nieren er opeens niet meer is. Wij leven mee met Iet en ‘het hele spul’. Raar om na dit gegeven aan w illekeurig w elk ander onderw erp aandacht te schenken. De dood en dan… tja, dan komt er eigenlijk een hele tijd niets. Stilte, rust, eventjes niets. Geen item heeft meer belang. Behalve het leven. DWDD… De w ereld draait door. En dat is maar goed ook. Een spectaculair bericht kw am van het transferfront. Goalgetter Roel de Vries gaat Hollandia voor SRC verruilen en in de krant konden w e lezen dat Hans Kok hem hiertoe had w eten te bew egen. Die Hans! Hansepans! Heeft met deze actie misschien w el meer voor SRC betekend dan met al zijn jaren als actief voetballer bij elkaar. En als de komst van de ene Meerkoetelaar automatisch ook de komst van de andere (lees: Hidden) inhoudt, dan moet het SRC-bestuur gaan nadenken over een onderscheiding voor Hans. Want potverdorie mensen, tw ee toppers aan de selectie toevoegen kan nogal w at in gang zetten. Over onderscheiding gesproken, ik zat de dag voor Koninginnedag natuurlijk al op tijd klaar. Laureaten w orden immers per traditie met een vaag telefoontje naar het gemeentehuis gelokt. Waar dan ten overstaan van een schare van familie en vrienden kenbaar w ordt gemaakt dat het Hare Majesteit heeft behaagd enzovoort. Ik benutte de w achttijd met het oplossen van het vraagstuk: w el of geen stropdas. Nuchter als altijd kw am ik tot de conclusie dat ik moest gaan als de gew one jongen die ik ben. Maar tegen tienen had het de majesteit nog steeds niet behaagd en besloot ik maar naar school te gaan. Dit jaar w eer niet, somberde ik in de auto. Waarom sta ik niet op lijstjes? Of op foute lijstjes? Op Koninginnedag las ik in de krant dat een andere SRC-er, Gerard Roest, w el koninklijk is onderscheiden. Ik vroeg me heel kort af of er een vergissi... Maar nee, natuurlijk niet. Niet onsportief zijn. Gerard, van harte gefeliciteerd kerel! Een prachtig moment in je leven en de eer komt je geheel en al toe. Nog even terugkomen op de transfer. Mijn eerste impuls w as: yes! En blijheid. In mijn verbeelding vierde SRC al enkele kampioenschappen op rij. Het groenw itte vlaggenschip trok als een magneet de ene na de andere topamateur aan. In een paar jaar tijd zoefde GroenWit de geelzw arten van Schagen en de w itzwarten van ZAP voorbij. Maar w acht even, ZAP… ZAP. Even zapperdepap terug op aarde. En vooral even aandacht voor een logische vraag: w illen w ij bij SRC een kopie van het zappiaanse model? -kk5/2011
Promotie en nog eens… promotie Dit is een seizoen om in te lijsten. Promotie in de zaal, promotie op het veld. Veel sportmensen w orden nooit kampioen en promoveren ook nooit. Dat geeft niks, het gaat om het plezier in de sport. Maar de amateurs die in de prestatieteams van hun club spelen w illen toch w el eens een prijsje pakken. Eén keertje kampioen w orden bijvoorbeeld of op zijn minst periodekampioen en dan promoveren. Laat het bij GroenWit nou dit jaar dubbel feest zijn. En dat ook nog eens in één en hetzelfde w eekend. Ronder kan de bal niet zijn! Vrijdag (3 juni) ontw orstelde Scagha ’66 zich volgens Ruud Ramler van het NHD met een Houdini-act aan de w urggreep van Dynamo Lelystad en dw ong zo promotie naar de eredivisie af. Volgens de verslaggever zou de thriller het w aard zijn ooit door Kees Kager in boekvorm te w orden naverteld. Ik voelde me zeer vereerd bij de zinsnede. Ik liep zaterdagmorgen dadelijk met de krant van het zonovergoten terras naar binnen om aan Timon te laten zien. De dw eil lag nog in bed. Het jeugdlid van Scagha had de feestelijkheden in Barry’s Sportcafé en later in De Gevel van nabij meegemaakt en dan w eten w e het w el. Na Bacchus komt Morpheus. Van verticaal naar horizontaal, zeg maar. Zondag (5 juni) geschiedde een klein w onder. Een aantal Scagha-spelers dw ongen met de hoofdmacht van SRC opnieuw promotie af. Nog niet helemaal, oké. Maar de mannen hebben zich in de nacompetitiepoule in zeer kansrijke positie gemanoeuvreerd. Op Tw eede Pinksterdag tegen Fortuna W. w ordt het definitief. Fortuna… inderdaad, w hat’s in a name. Een ongeluk bij een geluk is in dezen dat op Eerste Pinksterdag (Familievoetbal) de Familie Ploeger door dit alles een selectiespeler kw ijt is. Da’s vervelend, w ant onze formatie zw eert bij de gouden taktiek: alle ballen op Robert Jan. Maar ach, dat is klein leed. Groot leed daarentegen heeft SRC direct dan w el indirect plaatsgenoot Schagen toegebracht met de optredens in de nacompetitie. Waar niemand voor het seizoen 20102011 rekening mee hield gaat nu gebeuren. Schagen duikelt van de derde klasse naar de vierde, nota bene in het jaar van de jubileumviering. En eeuw ige rivaal SRC klimt omhoog van de vierde klasse naar de derde. Geheime krachten in de sport. Het mag niet, maar ik doe het toch: lachen achter mijn hand. Alleen de penningmeester zal het spijtig vinden dat SRC en Schagen elkaar sportief kruisen. Immers, de derby is een mooi instrument tot stijving van de kas. Maar het gaat komend jaar niet gebeuren. Wij spelen hoger. Ja, laat u deze w oorden gerust even goed tot u doordringen, SRC-ers. Wij spelen hoger dan Schagen. Heel eerlijk. Toen de tw ee ploegen elkaar in deze nacompetitie ontmoetten gaf ik nog geen stuiver voor promotie. Zelfs de penningmeester voegde mij na afloop toe: “Dramatisch!” Ondanks zijn volle beurs. Maar het is allemaal goed gekomen. Alvast mijn felicitaties aan de groenw itte elite. En nog één keer die w oorden: w ij spelen komend seizoen hoger dan Schagen. Mmmm, w at een heerlijke zomer.
-kk6/2011
Een lekker gevoel En plotseling gaan de ouders met zijn tweetjes op vakantie. Zonder kinderen. Denkt u zich dat even in, beste ouders van de huidige kabouters, F-pupillen, Eetjes, Deetjes en Ceetjes. Dat u dus op vakantie gaat zónder. Zonder kinderen. Zonder papflesjes. Zonder voorleesboeken. Zonder Gameboy. Zonder spelletjeskist. Zonder knuffels. Zonder aanhangwagen. Ik wil nog even mijmeren. Het was zo’n prachtige tijd. Met de kinderen, mmmm. Heerlijk als gezinnetje op vakantie. Dollen in het zwembad. Papa’s sportbrilletje op de bode m. De romantiek, de bomen, op een rij slapen in de grote De Waard, voetbal op de camping, Nederland-Frankrijk 4-0. Ach, ik hoop dat u er deze zomer weer van genoten hebt. Een lekker gevoel. Want voordat u het weet zijn ze groot en willen ze niet meer mee. Met zijn tweetjes op vakantie. Nieuwe fase. Ook weer mooi. Frankrijk, muntjes van 1 en 2 eurocent, de velden met zonnebloemen, samen wandelen, doucement, een lekker gevoel. Even tussendoor: met tweetjes bedoel ik een getal. Een, twee, weet u wel? Dat u niet denkt: hé wat grappig, -kk- twittert en heeft het nu over zijn tweetjes. Nee dus. Met zijn tweetjes op vakantie. Heerlijk. Alleen veel drukker met de mobiel. Omdat van het kroost een deel thuis bleef (werken) en een deel naar Italië was (als verstekeling mee in een vrieskist) is er heel wat afgesmst deze zomer. Over weer en welbevinden uiteraard en dan gauw ter zake: de voetbaluitslagen. Zoonlief kon op ene zondag niet wachten op de berichten van paps. Hij legde een lijntje uit naar vrijer van dochter die soms de oprijlaan van onze villa te Valkkoog opfietst. Toen ik op maandag de uitslagen doorpasste reageerde hij droog: Okee klote van Ajax maar wel klasse van SRC. We hoorden ook al dat Prikkel 4x scoorde, maar daarvoor dachten we toch meer aan een andere naam… Veel plezier nog. Wij gaan morgen naar Florence. Da groeten en geef de dames maar een zoen van me! Bijdehandje. Die had het duidelijk naar zijn zin bij vriend Mark en de familie De Vries. Een lekker gevoel. Geen lekker gevoel had die jongen van Tens en, ‘talentvolle doelman die nog niet weet waar zijn top ligt’. Bij thuiskomst uit het land van melk en honing een interview met hem aangetroffen in de grote stapel kranten. Kai Tensen stapte deze zomer over van Winkel naar DWOW en tegenover de verbaasde journalist verklaarde hij: “Ik wil gewoon nog een jaar of twee jaar hard aan mezelf werken, voordat ik de stap omhoog zet. Ik had ook naar SRC in Schagen gekund, maar ondanks een goed gesprek had ik er niet echt een lekker gevoel bij.” Wat is dat toch met dat lekkere gevoel? Ik denk aan Verhoek van ADO die een megacontract kon krijgen bij Nottingham Forest en terugdeinsde omdat hij er ‘geen goed gevoel’ bij had. Ik begrijp het wel. Het zijn gewoon nog kinderen. Ondanks dat ze door de media op het schild word en gehesen. Het zijn kinderen en die hebben veiligheid nodig en een beschermde omgeving. Ik hoop dat alle SRC-ers komend seizoen een lekker gevoel hebben bij hun kluppie. Veiligheid, een beschermde omgeving, een lekker gevoel en heel veel plezier! -kk7/2011
3993 Gerrit Boerman Deze titel stond afgelopen w eekend boven een stukje in het Noordhollands Dagblad. Het w as eigenlijk geen stukje. Het w as een ingezonden brief en die ging dus over Gerrit Boerman. De naam spatte voor mij meteen van de pagina af. Ten eerste omdat ik w eet dat hij trainer is van BKC. Als voetbaldier w eet je dat en ben je dadelijk geïnteresseerd. Ten tw eede omdat Gerrit een collega van mij is. Nou heb ik bij het Horizon College bijna 1000 collega’s. Mijn school hoort tot de grootste w erkgevers in Noord-Holland. Dus het zegt op zich niet veel dat Gerrit Boerman een collega is. Hij is ook geen directe collega, maar toch heb ik w el af en toe met hem te maken. Als Gerrit in de pers w ordt opgevoerd vanw ege zijn trainerschap dan w ordt altijd zijdelings vermeld dat zijn functie in het onderw ijs die van ‘decaan’ is. We laten het maar zo. Ooit w as Gerrit sportdocent. Op enig moment w erd deze baan in het middelbaar beroepsonderw ijs afgeschaft. Nu zit hij al jaren bij de leerlingbegeleiding. De hele dag in een hok zitten en gesprekjes voeren met leerlingen met een probleem. Dus de verdeling is zo: Gerrit praat met de leerlingen met een probleem en ik geef er les aan. Zo hebben w e allemaal een taak in het leven. Ik vind het w el eens jammer dat er een heleboel mensen in het onderw ijs w erken en dat er zo w einig voor de klas staan. Maar ja, je moet toch w at als sportdocent. Dat snap ik dan ook w el w eer. Zou Gerrit daarom voetbaltrainer zijn gew orden? Iemand die overdag één-op-één gesprekjes houdt die w il ’s avonds lekker voor de groep. Effe de opgekropte energie eruit gooien. De jonge gasten uitdagen, flink tekeer gaan, opzw epen en inprenten om de tegenstander desnoods over de reclameborden te kieperen. Ho, dat komt straks. Maar eerst even opmerken dat deze collega een bijzonder aardige collega is. Laten w e w el w ezen. Wat is er mooier dan tussen al die suffige leraren een collega te hebben met w ie het op maandag gew oon even over ‘de uitslagen’ mag gaan. Voetbal blijft immers de belangrijkste bijzaak. Oké, dit alles gezegd hebbende kom ik nu bij het stukje in het NHD. Mijnheer of mevrouw Ruygrok uit ’t Zand schrijft het volgende. “Om BKC op niveau te houden of omhoog te stuw en moet de spelersgroep serieuzer met de sport omgaan, harder gaan w erken en genadelozer w orden in de w edstrijd en dus, volgens Boerman ‘een tegenstander als de situatie erom vraagt over de reclameborden gooien’. Met deze opmerking dis kw alificeert Boerman zich als top-amateurtrainer en KNVB-docent. Hij ziet dergelijke acties als een noodzakelijk kw aad op 3e-klasse amateurniveau.” Tja, w at moeten w e met deze mijnheer of mevrouw Ruygrok? Beetje huilebalken omdat één trainer durft te zeggen w at alle trainers vinden. Daar hou ik dus niet van. Dat vind ik hypocriet. Gedragscode, de officiële regels, correcte spelopvatting…, hartstikke mooi, maar dat is voor de bühne. We hebben het hier over prestatiesport. Het zijn w eliswaar amateurs (liefhebbers), maar binnen het amateurvoetbal onderscheiden we prestatiesport en de recreatie-elftallen. Wie in de selectie voetbalt die w il w innen ten koste van… alles? Nee, niet alles, w el bijna alles. Als het om de punten gaat dan zoek je de grens op van het toelaatbare. Misschien ga je er soms zelfs overheen. Maar dat hangt dan van zoveel factoren af. De stand, de arbitrage, aantal boekingen. Ander keertje nog eens een college aan w ijden. Ik sta in principe achter Gerrit Boerman. Doorgebroken spits? Vort, over het bord. -kk8/2011
Uitgefloten
Van de w eek moest ik op bezoek bij een bedrijf w aar een leerling het iets te bont had gemaakt. Het w as tijd voor een noodverband. De leerling w as brutaal gew eest, had zich niet aan de afspraken gehouden, taken half gedaan. De leermeester w as er een beetje klaar mee. Hij zat in de kantine van het bedrijf met zijn imposante voorkomen tegenover me, de armen voor de borst gevouw en. Ik legde hem in gew onemensentaal uit dat de leerling een oppositionele gedragsstoornis vertoonde. Kort door de bocht: de jongeman had een kort lontje. Opeens maakte de leermeester de vergelijking met fluiten. Hij had op het hoogste niveau gefloten in het zaalvoetbal, vertelde hij, en hij maakte korte metten met zulke druktemakers. “U bent scheidsrechter?” vroeg ik gretig. Het ijs brak. Hij legde uit, dat soms een speler bij de eerste overtreding w egkw am met een w aarschuwing, maar meestal w as het meteen geel. Ik schoot in de lach, vroeg of hij Scagha kende. Hij begon te stralen. Hij had zulke prachtige avonden in de Groenew eghal meegemaakt. Eredivisie en nooit problemen. Hij w as w el eens met de taxi naar huis geraakt. Hij w oont in Sint Pancras. We w erden het snel eens over mijn leerling. Gelet op het problematische DNA kreeg hij een w aarschuwing. Bij de volgende overtreding geen pardon meer. Nog een bakkie koffie, denk? Waarna w e nog een half uur namen voor verhalen uit de fluiterij. Mijn zegsman pakte onder meer uit over een partij in Utrecht. Een beladen w edstrijd tussen een stel Mo-tjes, om ze even zo te noemen, tegen een club uit Scheveningen. Er voetbalde ook een broertje van Grunholz mee. De eerste w edstrijd w as finaal uit de hand gelopen. Ditmaal moest een en ander vlekkeloos verlopen, de reputatie van het zaalvoetbal (lees: KNVB) stond op het spel. Mijn gesprekspartner vertelde met glimmende oogjes dat het een heksenketel w as op de tribunes. Maar hij liet zich niet gek maken, w erd met alle égards ontvangen door de bobo’s, bereidde zich voor, zocht bij de w arming-up beide teams op en ging vlak voor tijd de kleedkamers nog even in. De daad die in de beleving van spelers én publiek de status van heldendaad kreeg kw am in de eerste minuut. De w edstrijd w as nauw elijks begonnen of broertje Grunholz ging vol op de enkel van een tegenstander staan. Geel..! presenteerde de scheids met overtuiging. Vol ongeloof keek iedereen iedereen aan. Geel? In de eerste minuut? Maar Gruntje protesteerde niet, w ant het w as inderdaad gew oon geel. Geen speler trok de bek open. De scheids w erd niet uitgefloten. Het w erd een perfecte partij zaalvoetbal, w aarin mijn leermeester later nog tw ee keer geel trok. Ook toen geen protesten, w ant geheide gele kaarten. Na afloop van de w edstrijd kw amen spelers en coaches de scheidsrechter bedanken voor zijn gew eldige optreden. Van de bobo’s zag of hoorde hij helemaal niets. Van de opperbobo kreeg hij alleen later een brief thuis. Mijn zegsman had de KNVB laten w eten dat hij voor een nieuw in te richten semi-professionele klasse die op zaterdag ging spelen niet beschikbaar w as. Hij moest namelijk gew oon w erken op zaterdag. De opperbobo liet in de brief w eten dat hij om die reden zou dalen op lijst van het keurkorps. Hij ging tw ee klassen omlaag. Ik keek naar het gezicht tegenover me. Ik vroeg: “En?” Er verscheen een zuur lachje. “Uitgefloten.” -kk9/2011
De stuurlui en de wal SRC B1 tegen Koedijk B1 liep onlangs op een zaterdagmiddag compleet uit de hand. U heeft erover in de krant kunnen lezen. Er liep een scheidsrechter uit Warmenhuizen tussen de jongens die er op uit leek te zijn om SRC een nederlaag te bezorgen. Langs de lijn w erd gesuggereerd dat de man nog w at had af te rekenen met Groenw it. Mogelijk een akkefietje uit het verleden dat de man nog dw arszat, w ie zal het zeggen? Zelfs de coaches van Koedijk spraken achteraf hun verbazing uit over de vele cadeautjes die hun ploeg w erden toebedeeld. Maar ik zal Timon aan het w oord laten. Hij stond zelf op het veld. “Nou, er w as de eerste helft niks aan de hand. We begonnen goed, ik speelde zelf ook lekker . We kw amen met mooie aanvalletjes op 1-0 en 2-0. Het w as w el zo dat die scheids enor m irritant w as. Hij floot echt alles tegen SRC. Niemand mocht w at zeggen, ook de coaches niet, gele kaarten konden w e krijgen. De man kon het amper in de hand houden. Zelfs de spelers van Koedijk snapten niet w aarom zij alles voor kregen en SRC alles tegen. Toch voor de rust nog op 3-0. Kat in het bakkie, dachten w e. En dat hadden w e niet mogen w eggeven natuurlijk. Maar na de rust kw amen w e onder druk te staan. De coaches w isselden de hele aanvalslinie. Snapte ik niet echt. Al gauw kregen w e een penalty tegen. Dat w as 3-1. Die lui voelden dat er w at te halen w as. Ze w erden steeds ruiger en alles mocht. Het regende vrije trappen, maar niet in ons voordeel. Nee, alles tegen. Door een misser van onze laatste man w erd het heel ongelukkig 3-2. Nog even later een corner die niet w erd w eggewerkt: 3-3. De vlam sloeg in de pan toen Jeffrey, een invaller uit SRC C1, erdoor w as en gehaakt w erd. Dat w as alsnog de overw inning gew eest. De scheids gaf niks…! En toen gebeurde het. Jeffrey speelde voor eigen rechter, hij hoekte de Koedijker die hem had gehaakt tegen de mat. Die stoof overeind en ging in de achtervolging. Er sprong een vader uit Koedijk over het hek om te ‘helpen’. Een stel spelers van Koedijk gingen ook achter Jeffrey aan. Toen stoven onze coaches het veld op om Jef te ontzetten. Er sprongen meer vaders uit Koedijk over de afrastering. Daarop sprintte namens SRC ook ‘het kamp’ op het strijdgew oel af en binnen de kortste keren w as het een kluw en van vechtende mensen. Er vielen rake klappen. Petje, ook w el Rood genaamd, had zijn voetbalschoen uitgetrokken en stond er mee te meppen. Het w as best komisch, ik stond met Mark en nog een paar maten bij de middenlijn op de eerste rang. Gek maar toen het allemaal w at bedaarde w as er niet één gew onde gevallen.” En w at deed de scheidsrechter? Hij w as de grip op het gebeuren allang kw ijt. Hij zag de w ilde taferelen op de groene mat en blies op zijn fluit. Hij staakte de w edstrijd. Er sneuvelde nog een raam. Er w erd van alles geroepen. De coaches van B1 verzamelden hun jongens na afloop in de bestuurskamer om samen even af te kicken en w at te drinken. Misschien w el de beste actie van de middag. Het KNVB-rapport over kaarten en schorsingen moet nog komen. Maar er lijkt een vette boete van maar liefst 1200 euro voor SRC aan te komen. Willen alle stuurlui voortaan aan w al blijven? -kk-
10/2011
De zoon e n de vade r e n de m oe de r He t valt nie t e ens m ee om de zoon van e en vader te zijn. Timon bestijgt m et zijn klas de trappe n van he t R e giuscollege. He t rooste r is onve rbiddelijk. Ne de rlands. He t is m aandagmorgen. R ustig aan. W at nu? Docent Uyle nbroek staat he n in de deuropening van zijn lok aal op te wachte n. Echter, niet ontstemd op zijn horloge kijk end. Ne e, ditmaal met e e n grijns op he t ge laat. “Hé Tim on, nog ge voe tbald dit we e k e nd?” “Dag m ijnhe e r. Ne e , he t was afge last. En u?” Tim on we e t dat Uyltje e n zijn vader jare nlang m e t e lkaar he bben gezaalvoetbald. Zijn vade r he e ft de k ick s k ort na zijn 50 -ste in de wilge n ge hange n. Piet is inm iddels de 60 ge passeerd e n heeft nog steeds een smoes nodig om e en avond van huis we g te moge n. “Jaaaaa..” De borstelige we nkbrauwe n gaan omhoog, de toch al indrukwe kkende snor gaat nog ce ntimeters ve rder de breedte in. “W ij hebben na lange tijd we e r e e ns e en overwinning be haald. Me t 2-0. Je hoe ft nie t te vrage n wie de goals ge scoord he e ft.” Pas op, Timon, pas op, denk ik, als hij thuis over zulke scè nes uitpakt. Kijk uit m et wat je ze gt. Schoolonderzoeken, lite ratuur, sam e nvatting, te k stve rklaring, m isschien een luiste rtoets. Je he bt Piet nog nodig jongen. Na dit jaar m isschien nog e en jaar. Maar ja, hij is jong e n aan e e n giste nd vat ontsnapt we l e e ns wat. “Nou e h… het wás altijd mijn vader, mijnheer. Maar aangezien die niet meer voetbalt moet u he t ge we e st zijn.” Zo tart m ijn zoon de meester. Ee n halve tel heeft de senior-docent nodig om het lolletje te ve rwe rk e n. “O h, gaat dat daar in Valk k oog zo?” sne e rt hij. Maar dan he rpak t hij zich e n k e e rt de e uforie we e r. “Ja ja, dat was we e r e ve n ouderwe ts, Timon. Lekker hoor, twe e doelpuntje s. Komt het er toch we e r uit, hè … dat Tor-instink t.” He t valt nie t e ens m ee om de vader e n de moeder van e en zoon te zijn. Kantine dienst! Ik gooi hem er m eteen maar in. Wie een kind op voetbal heeft moet twee keer in een seizoen k antinedienst draaien. Op vrijdagavond belt e en m evrouw op m et de vraag of de vader of de m oe der van Tim on e n he t lie fst alle bei op zate rdagmiddag k antinedie nst kunnen draaie n. W e k ijk e n e lk aar aan: m orge n? Anno 2011, in e e n tijdpe rk van agenda’s, we e k e ndtrips, vroe gboeken, sche ma’s, ove rle g e n lange te rm ijnplanning vrage n we vrijwillige rs voor m orgen? Dat is nou wat je noemt: ie mand een kunstje flikken. Ze ha d al e e n serie telefoontje s gepleegd en was het duidelijk zat. Mensen k onden niet, waren ziek, hadden andere plannen of ve rzonnen die staande he t te lefoontje . Nie mand com bineerde wille n e n k unnen voor de arme coördinatrice tot bingo. Zeg dan maar eens nee. Ook al ben je ‘dwars af’ e n moet je op de zondag we e r in touw voor e en andere Kunst. Ja, u leest het goe d, ook e en Kunst m et grote K. Maar je durft nie t e ens te we igere n. SR C is be langrijk e n nie t ze ure n. Erna k om t e rvoor. Zo gaat dat som s. He t we rd e e n le uke kantinemiddag. Feestje van e en zoon, e en m oeder e n e en vader. Het de e d m e op e e n of ande re m anie r aan Ke rstm is de nk e n. -k k 11/2011
Heli zoekt naar vermiste Schagenaar Met Kerstmis zaten we met de fam te gourmetten. Kaarsjes aan. Wijntjes e rbij. Heerlijke vleesschotel van Alex op tafel. Een traditie intussen. Typisch een tafereel waarbij nieuwtjes, anekdoten, grappen en vreemde voorvallen over tafel gaan. Zo vertelde de oudste die in het centrum van Schagen woont dat ze kort daarvoor ’s nachts uit haar slaap was gehouden door een helicopter. Het luchttuig vloog telkens weer laag over. Diep in de nacht was het en hij kwam steeds terug. We hielden het in eerste instantie op de traumahelicopter, maar onze dochter merkte op dat die wordt opgeroep en als er een ernstig ongeluk is gebeurd. Ze had echter geen sirenes gehoord. Bovendien doet ‘de trauma’ niets anders dan ergens landen, een gewonde aan boord nemen en weer vertrekken. Die gaat niet rondcirkelen. Opmerkingen die hout sneden. Op 28 december meldde het regionale dagblad dat een helicopter in de nacht van dinsdag op woensdag bijna een uur boven Schagen had gevlogen op zoek naar een vermiste jongen. De jongeman van 17 jaar zou die avond omstreeks elf uur thuis moeten zijn, maar toen hij na enkele uren nog niet thuis was gekomen, werd de politie ingeschakeld. De helicopter vloog tussen 3 en 4 uur ’s nachts rond. Om half vijf kwam de Schagenaar uit zichzelf toch thuis. Volgens de politie was het nog onduidelijk wat er in de tussenliggende tijd was gebeurd. Facebook bracht enkele dagen later licht in de duisternis. Robin Schouwvlieger, want hij was die angry young man, bracht zelf via zijn account naar buiten wat er was gebeurd. “Er was Horecatoernooi in de Groeneweghal. En daarna gewoon biertje dri nken met paar oudere mannen en zo. Ik ging ongeveer 12 uur weg daar, maar vlak voordat ik vertrok heb ik een uur of zo over mijn opa gepraat, want die is een jaar terug verdronken. En daar heb ik zo lang over gepraat, toen ging ik dus weg en toen ben ik in shock geraakt en ging ik richting Anna Paulowna. Ik ben in shock geraakt door emotie, drank en vermoeidheid. Dus ben ik gaan fietsen naar Anna Paulowna want daar was dat met mijn opa, maar toen ben ik onderweg bij de Grotesloot (vlakbij Oudesluis) in de G rotesloot gevallen. Ik heb een half uur in het water gelegen en ben er zelf weer uit geklommen. Toen ben ik verder gaan lopen. Later 3 km verder aan de andere kant wakker geworden. Ik wist echt niet wat ik daar deed, hoe ik daar kwam, was vet in paniek! Ik wist alleen nog dat ik wegging bij de Groeneweg en daarna weet ik niks meer totdat ik bij de Grotesloot in de berm wakker werd.(…)” Het relaas van het grote talent van Scagha en Schagen was nóg eens een keer zo lang. Ik bespaar het u verder. Het ging mij erom aan te tonen hoe klein de wereld is. Dat ten eerste. Het ging mij erom aan te tonen hoever de reikwijdte van de sociale media strekt. Dat ten tweede. Het ging mij erom aan te tonen dat jongens van 17 jaar veel te vroeg als uitgebalanceerde volwassenen worden benaderd die mee moeten draaien tussen de senioren. Daar zijn ze vaak nog helemaal niet aan toe. Op die leeftijd zijn jongeren aan de ene kant jongvolwassenen en aan de andere kant verlate pubers. Dat ten derde. Ik vroeg me trouwens ook nog af wie die helicoptervlucht betaalt. Dat ten vierde. -kk-
1/2012
Te lezen in de vorige Facet. Verslag van de E 4-pupillen. "We speelden uit tegen Hollandia T. Johan moest afzwemmen en Milo was jammer genoeg ziek (...)". Johan moest afzwemmen en Milo was ziek. Dank U wel, alstublieft. Kinderen hebben vandaagdedag niet alleen de gym en de hand- of voetbal. Ze zitten ook op zwemles. En op ballet. Op muziek. Er wordt extra gerepeteerd voor het Kersttoneelstuk op school. Er is tennis. Ze worden om 15.00 uur uit school vandaan opgehaald voor het verjaarspartijtje van Machteld en 's avonds om 19.00 uur thuisgebracht. Er is mini-volleybal. Sint Nicolaas heeft bij de ene oma kadootjes gebracht, een dag later bij de oppasmoeder, ook nog bij de andere oma. Er is Sinterklaasfeest bij SRC en op 5 december vanzelf thuis. Er is voetbaltraining. Eh...kinderen hebben geen tijd meer om te spelen, denk ik. Ze trekken misschie n de agenda's, om te kijken of er nog ergens een gaatje is. Maar als er gevoetbald moet worden, dan is er een probleem. Johan moest afzwemmen en Milo was jammer genoeg ziek. Wij moesten vroeger niet afzwemmen. En we waren nooit ziek. Dat wil zeggen. Geld voor zwemles was er niet. En wie op maandag ziek was, die was dinsdagavond om 18.00 uur beter. Want dinsdagavond was de pupillentraining van (Ome) Arie Rottier. Hadden kinderen het vroeger ook druk? Ja. Met spelen. En met voetballen. Mijn generatie is grootgegroeid op het plein van 'de Aloysius`. De partijtjes op het schoolplein. Het ene doel tussen twee pilaren. Het andere werd gevormd door een rooster (jas erop) en een vuilnisbak. Binnenkant pilaar scoorde het lekkerst. Vóór de ene pilaar stond bovendien een gemetselde put die tot voordeel strekte. Heel grote binnenkant paal was dat. Eindeloos konden ze duren, de zomeravondpartijtjes op het schoolplein. Danny Jimmink stond op woensdagavond vaak met de deur van de gymzaal in de hand op ons te wachten. "Jongens, komen jullie nog?" want we zaten ook op Advendo, de toenmalige katholieke gymvereniging. Maar eerst moest het partijtje af. Tot de tien. Met de gymbroek omgekeerd op het hoofd. Het schoolpleinvoetbal duurde de pupillentijd, het duurde de adspirantentijd, het strekte zich uit tot in de juniorentijd. Na het avondeten was het -roets!- naar 'de Aloysius`, twee jongens "poten", ploegen kiezen en daar ging het weer. Na afloop togen de deelnemers die Ploeger heetten, Beemster of Stam of Koomen, Berkvens, Huyberts of Pater, Verduin, Hoosemans of Bruin, Dol, Kortenaar, Redecker naar Tante Annie Deutekom op de Gedempte Gracht (Dumpstore-Vogelpoel). Tante Annie werd wel "Antje Tet" genoemd. Ze verkocht van die dieprode Friesche Koewaterijsjes. Soms drongen we met 10 man tegelijk de overvolle snoepwinkel binnen. Als we eenpestbui hadden, dan gingen we één voor één naar binnen. Dan liep tante Annie een keer of vier, vijf voor een kwartje van achteren naar voren. De volgende kon dan een Friesche Koe voor zijn hersens krijgen. Maar gelukkig was er ook nog Bakker-Schonk aan de overkant. -kkBron: Facet 19/1992
Het lijkt meer dan het is Het was krokusvakantie. Alweer een vakantie. Altijd lastig voor leraren. Hoe moest ik die week omkrijgen? Gelukkig had mijn vrouw (lerares, ook vakantie, ook thuis) een idee. Ik kon die oude fiets die al een half jaar buiten stond wel eens naar ‘de gemeente’ brengen. Dat is zo fijn van vrouwen. Ze weten niet wat ze zelf moeten doen, maar ze weten wel wat een ander kan doen. Prima. Ik met de oude brik aan de hand de kilometers naar het afvalstation afleggen. Daar aangekomen neem ik de helling naar het plateau alwaar de dienstdoende afvalmedewerker me naar bak 4 verwijst. Geen jongen van Wiegman dit keer. Bij de vorige fiets wel. Maar ook deze beambte is heel vriendelijk. De man met wie hij een praatje stond te maken riep me achterna: “Wat nou Kees, ga je zo’n mooie fiets weggooien?” Ik stopte en draaide me om. Het was Jan de Moel, kennis uit een ander leven. “Hé. Dag Jan. Nou, het lijkt meer dan het is, hoor.” Ik keek even omlaag naar het oude model damesfiets en toen weer naar hem. “Maar geldt dat voor ons ook niet?” Jan keek beduusd van mij naar de man met het fluorescerend groen jack. Ze schoten allebei in de lach. Zelf vervolgde ik verlicht mijn pad en stortte Gazelle 1 in bak 4. Op de terugweg viel het enorme pand van Rataplan me op. Daar was ik nog nooit geweest en ik had vakantie. Dus. Nou is mijn ervaring met afgedankte spullen dat het meer lijkt dan het is. Maar vooruit , eens is het je dag. Laat ik nou in de boekenhoek twee titels vinden die ik altijd nog wilde hebben. Voor €1,75 per stuk. Ik heb een lijstje in mijn portemonnee dat ik in elke boekhandel tevoorschijn trek. Twee voordelen. Het voorkomt impulsaankopen. Twee: Je kunt snel en gericht zoeken. Niets van de lijst aanwezig… wegwezen. Toen moest ik nog naar de HEMA voor een appeltaart. Nee, nee, niet meteen oordelen nu. Hebben die mensen dan helemaal geen smaak? Waarom geen taart van de banketbakker? Kan zijn vrouw zelf geen appeltaart bakken in de vakantie? Rustig, ik leg het uit. Twee dingen weer. Het was 28 februari en dan is onze zoon jarig, zeventien werd hij. En twee: Ik had een HEMA-appeltaart gewonnen in de Vriendenloterij. Heel curieus, ooit is mij een lot aangesmeerd door ene Kelly (Smith?) die me belde vanuit de bestuurskamer van SRC. Het was een actie die bedoeld was om SRC rijker te maken. Dat had Kellebel er niet bij vermeld. Dat is toen mijn instinker geweest. Ik kocht het lot om er zelf rijker van te worden. Toen dat na een half jaar nog niet gebeurd was werd het mij opeens duidelijk. Het Vriendenlot leek meer dan het was. Ik zegde mijn lot op en wat denkt u? Een week later kreeg ik bericht dat ik een prijs had gewonnen. Een appeltaart, te bekomen bij de HEMA van Martin Snaas. Ik…, wij…, een prijs… geweldig! Het was nog een pittige wandeling met taart naar Valkkoog, maar hij kwam ongehavend over. De zoon vierde zijn verjaardag alleen. Aahhh… zielig. Alle vrienden zaten in Oostenrijk aan de Schwarzwalder Kirschschnee. Wij zaten aan de HEMA-appeltaart van de Vriendenloterij. Weet u, het was veel meer dan het leek. Hij was heerlijk. Bedankt Martin! Gefeliciteerd Timon! -kk-
Lol Op het veld speelt zoonlief in de B1 van SRC. Hij heeft er lol in. Het elftal is een mix van ruig en slap, van groot en klein, van simpel en begaafd. Gebrek en surplus vullen elkaar aan. Soms is er strijd, soms algehele malaise. Qua talent scoort de ploeg iets boven het gemiddelde en dan kan een club een prijs pakken. Tot aan de roemruchte wedstrijd tegen Koedijk mocht SRC B1 zelfs aanspraak maken op het kampioenschap. Maar in die wedstrijd liep de ploeg averij op die onherstelbaar is gebleken. Spits Patrick (“Petje”) kreeg een schorsing van maar liefst 12 wedstrijden aan de b roek. Daarmee was de angel uit de voorhoede. Zonder aanspeelpunt voorin konden de middenvelders de bal niet meer kwijt. De ploeg ging zwalken, belandde in een dip. Pas in de laatste fase van de competitie is de weg omhoog weer in geslagen. Een prijs echter zit er niet meer in. In de zaal speelt zoonlief in de B1 van Scagha. Hij heeft er geen lol in. De jongens beschikken allemaal over voetbaltalent. Anders zou een club als Scagha ze niet voor haar kweekvijver selecteren. Maar het team is te hoog ingedeeld. Vanaf de openingswedstrijd is duidelijk dat de ploeg op het hoogste niveau niks te zoeken heeft. Week na week moeten de jongens diep buigen. Uitslagen als 7 -2, 0-8, 51 zijn geen uitzondering. De leiding van Scagha had de jongens een plezier gedaan door he t team bliksemsnel terug te trekken en een niveautje lager te laten aantreden. Afgelopen vrijdag kwam onze dappere strijder thuis (6-2) en verzuchtte: “Gelukkig nog maar drie keer.” Hoe leuk is (zaal)voetbal als je wekelijks op de kloten krijgt en zelf nagenoeg niet aan voetballen toekomt? Wij stapten vroeger op de fiets naar de Spartahal of Schagerbrug om een pot in de plaatselijke hoofdklasse te spelen. We hadden de grootste lol met elkaar, met de tegenstanders en door de geweldige ambiance. De gasten van Scagha B1 spelen ‘op niveau’ en rijden om de week per auto naar Zwaag, Heiloo, Amsterdam (3x..!!!). Om na een afdroogpartij stilletjes huiswaarts te keren. En de verhalen waarmee ze thuiskomen. Je wordt er bang van. Onlangs moesten de jongens aantreden in de Sporthallen-Zuid. In de gang naar de kleedkamer stonden de Marokkaanse tegenstanders de ‘provincie’ al op te wachten en aan te gapen. Golden Stars intimeerden de jongens uit Schagen vooraf met spotlachen en voor de voeten lopen. Tijdens de warming-up daalde een fluitconcert van de Mokkro-aanhang op de groenwitten neer. Daar gingen ook Marokkaanse jongens en meisjes van AORC, een andere tegenstander uit de competitie, tekeer. In de wedstrijd was Scagha geen moment opgewassen tegen de getructe opponent. De Stars liepen vlot weg naar 9-0, zodat ellebogen, knietjes, knijpen, spuwen en verdere instrumenten niet hoefden te worden ingezet. Zodoende kon Scagha laten we zeggen schadevrij naar de Noordkop terug. Op het speelveld naast Scagha gebeurden andere dingen. In de heksenketel daar eisten een aantal gasten van een jaar of 20, ook weer Marokkanen, een basisplaats op in hun team. De coaches sommeerden hen naar de bank te komen. De arro’s weigerden. Na enig oponthoud werden ze door de Amsterdamse politie uit de middencirkel gehaald. Later verklaarde de beheerder van het complex dat de politie elke week wel een keer langs moest komen om de orde te herstellen. Vechtende spelers, de aftocht van een tegenstander begeleiden, een scheidsrechter ontzetten. “Dat is hie r heel gewoon” verklaarde de man. Commentaar overbodig denk?-kk-
De bloem der natie Afgelopen week was het weer eens vakantie in het onderwijs, ik kon het ook niet helpen. Weer een week. Soms voel ik me als leraar nog vutter dan de echte vutters, zo vaak ben ik vrij. Ik schreef al eens eerder dat het nog niet zo simpel is om een zinvolle invulling te geven aan zo’n vakantieweek. In de vorige vrije week is het goed gelukt. Ik kreeg opdracht van mijn vrouw om een oude fiets naar het afvaldepot te brengen. Kijk, dan doe je wat. Dan heb je tegen de tijd dat je weer naar school mag tenminste het gevoel dat je, zeg maar, een prestatie hebt geleverd. Nu is een prestatie leveren in de vakantie mooi, maar alles met mate natuurlijk. Ik was zomaar een beetje bang dat ik er in de meivakantie opnieuw op uitgestuurd zou worden en wel door dezelfde vrouw. Desnoods om mijn nieuwe fiets naar de gemeente te brengen. Nou ja, laten we eerlijk zijn, vrouwen kunnen te ver gaan. Omdat ik mijn nieuwe fiets nog lang niet kwijt wil bedacht ik voor de meivakantie een list. Ik ontsnapte enkele dagen naar een oude studievriend die alweer heel wat jaren in Groningen woont. Moet u ook eens doen. Niet naar mijn vriend, maar naar Groningen gaan. Mooie stad, van alles te doen. Fraai centrum, veel volk op straat, studentenstad ook. Ja leuk. Maar nu komt het. Rustig mensen, ik nader het punt dat ik bij u aanhangig wilde maken. Mijn kameraad leest nog altijd de Volkskrant. Ik sloeg op vrijdag die krant open op de sportpagina. En daar kwam ik een interview tegen met Toon Gerbrands, directeur van AZ. Nou echt, ik las het verhaal en…. oh, ik moest…bbwwwuuhhhhh!! Mensen, wat was ik blij dat ik de verdere dag vrij was. De dag moest nog beginnen, maar na dat artikel kón ik haast niet meer. In het groots opgemaakte stuk werd een aantal kenmerken opgesomd van de huidige generatie profvoetballers. Dat ze op een leeftijd van 14, 15 of 16 jaar al met een zaakwaarnemer en een mediaconsultant binnenkomen. Dat ze kort aangebonden zijn, geen concentratievermogen hebben, geneigd zijn agressief en betrekkelijk meedogenloos op collega’s en begeleiding te reageren. Dat ze vooral via social media communiceren. Nou ja communiceren…, dat is wat ongepasts roepen en hopen dat velen geshockeerd zijn. In het artikel stond ook dat ze niet tegen autoriteiten en niet tegen kritiek kunnen. Met de tattoos over het hele lichaam drukken ze (bbwwwuuhhhh!!) hun identiteit uit. Bijna geen van de jeugdvoetballers komt uit een normaal gezin. Hun motivatie is van korte duur en van c lubliefde is sowieso geen enkele sprake. Mijnheer Gerbrands gaf aan hoe er met deze bloem der natie moet worden omgesprongen. Rekening houden met hun wensen. Faciliteiten bieden. Korte termijndoelen stellen. Talent koesteren. Begrip tonen voor hun achtergrond. Respect hebben voor hun identiteit. Begeleiding bieden in het topsportklimaat. Het was gruwelijk, echt lezers. De knieval die deze man predikte voor een stelletje door en door verwende hufters. Hola, als ik er aan terugdenk, voel ik het weer… bbwwwuuhhhhh!! Mijn kameraad zag aan me dat het niet goed ging. Ik kon alleen maar naar de krant wijzen, naar de sportpagina met die kale biljartbal op de foto. Mijn vriend begon te lezen. Hij heeft zelf nooit gevoetbald. Hij staat wat verder van die wereld af. Hi j vroeg of ik erover wilde praten. Dat hebben we later op de dag gedaan. In café De Beurs. Mooie bruine kroeg. Moet u ook eens heengaan. We kwamen eruit. Piepers rooien met de hand. Hout hakken in het bos. In de productie bij Vezet. Van die dingen hadden wij gedacht voor de jeugdprofjes. Dankzij mijn vriend en de genoten spiritualia kon ik weer verder met mijn leven. -kk-
5/2012
Familie-da-ha-hik Zo zonovergoten was de Pinksterzondag zelden. De geest waaide over de velden van Groenoord. De groenwitte familiespirit en dat voor de vijfentwintigste keer. Menigmaal maakte ik deel uit van het team van de Familie Ploeger. Tot tweemaal toe mocht ik het zoet der eindoverwinning smaken. Dat was natuurlijk niet belangrijk, maar beide keren toch ook weer wel. De ene keer was in het jaar dat zwager Ab er voor de laatste keer bij was en wij dat met de hele familie wisten. Ook die Pinksterdag was zonovergoten. Ik zal hem nooit vergeten. De andere keer was byzonder omdat ik toen voor het eerst en voor het laatst met Timon in het veld stond. Een kampioensfoto samen met je zoon… wie heeft het? Aan alles komt een eind. Niet als voetballer, wel als supporter van het Ploeger-team bezocht ik tijdens de laatste edities met vrouwlief de Familiedag. Ditmaal kwam het er niet van. Mijn vrouw was het Pinksterweekend met het team van haar school naar Barcelona. Een legioen van dertig onderwijzeressen stoof kakelend dat vliegtuig in. Ik dacht dat ik de piloot voor de start al naar zijn oorbeschermers zag grijpen, maar Timon zei dat het zijn koptelefoon was. Enfin, moeders op reis met de… Nee, het kan geen toeval zijn. De naam van haar school is: Familieschool. Op Jubileumeditie 2012 van de Familiedag verweerden de Ploegers, inclusief Timon, zich als altijd kranig. Zelf meed ik ditmaal hitte en drukte. Ik koos voor een prachtige wandeling langs een stuk van de Westfriese Dijk. Een onzer dochters nam de honneurs als supporter waar. Pas om half tien ’s avonds bereikte mij het bericht dat de Ploegers het ‘m weer gelapt hadden. En dat voor de zesde keer. Wat een kanjers! “Maar waar is Timon?” vroeg ik aan mijn dochter. “Hij is vanaf vanmorgen half tien weg. Heeft hij wat gegeten?” “Nou nee, misschien een broodje kroket of een frikadel of zo. Maar ze zijn een uur geleden van de SRCkantine met de hele zooi naar de Gevel verhuisd. Ik vond het welletjes, maar de mannen niet, hoor. Kampioentje toch?!” “Kom op joh. Ze hebben bij SRC toch zat bier gehad. Is het dan niet een keer mooi geweest?” “Pahap. Hoe was je zelf?” Rond twaalven kroop ik in het grote ledikant. Vreemd, alleen in zo’n groot bed. Ik dacht even aan mijn vrouw die op hetzelfde moment in een hotelbed lag, ergens aan de voet van de Sagrada Familia, opnieuw what’s in a name? Maar wat me meer bezighield was dat zoonlief nog altijd niet thuisgekomen was. Er spookten nare gedachten door het hoofd. Waar blijft die slome nou? Hoeveel bier heeft hij al op? Kan hij de weg naar Valkkoog nog wel vinden? Is hij slingerend over de dijk om De Wiel gefietst en heeft een Poolse… -nee, da’s niet aardig- heeft een automobilist hem van de weg gereden? Ongemerkt viel ik in slaap. Om na een paar uur wakker te worden van een gerucht zoals het een goed huisvader betaamt. Ik staarde in het donker, spitste mijn oren. Ja hoor, het klinkstel van de fietsenboe t. Daarna gerommel bij de achterdeur. Ha, daar zul je de dronkeman hebben, dacht ik. Ik keek op de wakker. 2.45 gaf het apparaat aan. Jezus, hoe krijgt hij het voor elkaar! Van half tien ’s morgens tot ’s nachts drie uur wegblijven. Deed ik dat ook? Antwoord: ja, dat deed ik ook. Het is maar één keer in het jaar Familiedag.-kk-
6/2012
Fa cebook Tegen a lle ouders va n kabouters, effies, deetjes en zo verder zou ik willen zeggen. Geniet erva n nu zi j of hij nog klein is. Het is ouwelullenpraat, i k weet het, ma ar het is gewoon waar: de ja ren vliegen voorbij. ‘Die va n ons’ ging a fgelopen zondag als A-junior het veld op. Vanaf de F-jeugd zijn we dan rui m tien ja ar verder, mensen. Ooit begon hij op zijn zesde i n het groenwit va n SRC i n de F7. Inmiddels is hij zeventien en i s het A1 geworden. In gedachten gi ng ik dit weekend nog even terug naar het begin. Ik was met Ti mon op weg na a r de eerste wedstrijd. Met Ca rlo, een andere va der, was i k coach. Ik zou de kl eedkamerspeech doen. Ik had hem al helemaal i n het hoofd. Ik zou de s pelertjes en hun ouders va n harte welkom heten en de ouders uitnodigen om vooral door te gaan met veters s tri kken, terwijl ik aan het woord was. Ik zou de jongens op het hart drukken dat ze voortaan ni et meer naar hun va der en moeder moesten luisteren. Ik zei dat ze alleen naar Ca rlo en mij mochten l uisteren. Pure ondermijning va n het ouderlijk gezag. La ter zouden ze ons dankbaar zi jn voor deze eerste s tap op de weg naar een onafhankelijk bestaan. Om geschokte ouders voor te wezen zou ik een en a nder meteen nuanceren. Ik bedoelde natuurlijk: a lleen met voetba l niet naar paps en ma ms l uisteren. Mi jn derde punt was dat in de rust alleen de s pelers va n ons team en de twee coaches in de kleedkamer gingen verzamelen. Dus geen moeder met een Liga, geen va der met een pakje a ppelsap, geen s tiefmoeder met de vergeten zweetband, geen zusje dat zi ch verveelt of opa die een foto i n de kleedkamer wil ma ken. Niemand. In de rust wilden wij met de boys bespreken wa t goed ging, wa t niet goed gi ng en hoe het verder moest. Als laatste punt wilde ik noemen dat ze l ekker vri juit mochten ga a n spelen. Heerlijk voor het eerst de wei in, zonder opdrachten en gewoon genieten. Het l euke was. Ik kwam met mi jn zoon bij de kleedkamer. De s hirtjestas s tond i n het mi dden op de tegelvloer, een s tilleven. Al le spelers wa ren a l omgekleed en s tonden buiten te tra ppelen op het vel d. Timon snel i n de kl eren en het veld op. Dan maar geen speech, dacht ik nog. Ze wonnen met 10-1. Ik l eerde op de eerste dag als coach dat woorden overbodig zijn. Talent heeft geen woorden nodig. Voetbal i s een natuurlijk proces. Afgel open weekend werd ik op l udieke wijze bevestigd i n mi jn l eermoment va n een decennium geleden. Er kwam namelijk op s ociaal medium Fa cebook een foto met onderschrift voorbij va nuit de bestuurskamer va n SRC. Wa t wa s daar ga ande? Voorafgaand a a n een bekerduel was de s electie va n het eerste bijeen voor de wedstrijdbespreking. De l ezing va n de heer Mi chel Stikvoort telde meer dan tien minuten en dan hebben l uisteraars doorga ans de neiging in Morpheus’ armen te geraken. Op de foto die vri jwel live de wereld i ngi ng enige slaapkoppen va n het vl aggenschip die door de coa ch niet werden bereikt, onda nks de goede bedoelingen. Het is tien ja ar later. Geen bespreking is dus nog steeds de bes te bespreking. -kk7/2012
8b
* * * DE ZIJLIJN * * * Woelige baren in zwembad De Wiel zo rond de jaarwisseling. Terwijl het toch geen golfslagbad is zoals de Hoornse Vaart, waar ik wel eens met een groep leerlingen heb gezwommen. In de Hoornse Vaart barst om de zoveel minuten een heuse golfstroom los. In De Wiel lijkt eerdaags een geldstroom op gang te komen. Het zou me niet verbazen, als het conflict tussen de stichting en bedrijfsleider Beumer leidt tot een afkoopsom van een paar honderdduizenden guldens. In elk geval is in dit soort gevallen gebruikelijk, dat een x-aantal maandsalarissen wordt meegegeven met de vertrekkende medewerker. Een dure grap voor het bestuur, lees Sportfondsen Nederland, lees belastingbetalende wij. Want ook het Schager combibad kon jaren geleden alleen met een fikse som gemeenschapsgeld worden gebouwd. (Vroeger, heel vroeger, fietste men zomers via de Loet het kleine stadje Schagen uit. Bij het winkeltje van Pannekeet stak je de Provinciale Weg over. Je fietste voorbij de familie Van Huizen en bij Kasteel Zonnevliet kon je linksaf richting Tolken of rechtdoor de Menisweg op. Vanaf dat punt was het een en al weilanden met koeien erop. Wat vonden wij het ver rijden naar het zwembad! Buitenbad De Wiel beschikte over een paar houten kleedhokjes, een grasveld, een strenge badmeester en een vlotje midden op de plas. Bij het vlotje kwam ik dus nooit. Daar kon je niet staan. Mijn vriendjes wel. Niet staan, maar ik bedoel, dat die wel konden zwemmen. Ik bleef in de buurt van mijn grote zussen die altijd klaagden over zilvervisjes die hun badpakken inzwommen. Ik had ook last, want mijn zwembroek was wat wijd). Schagen en ik, wij groeiden groter. Allebei kregen wij wensen en allures. Wij konden niet langer zonder een overdekt zwembad. Dat werd zelfs een basisvoorziening genoemd. Er kwam een nieuw binnenbad met een oude naam: De Wiel. De naam herinnert nog altijd aan de oude plas bij de dijk. Overigens heb ik in het overdekte De Wiel leren zwemmen... van een jongere zus. Na de sensatie van het openingsjaar ging het snel bergafwaarts met de trots van Aquarius en De Watervrienden. Er moest geld bij. En er moest nog eens geld bij. Het jaarlijkse tekort werd alsmaar groter. Landelijk werd op zeker moment de tendens van toeters en bellen waarneembaar. Whirlpools, sauna's, glijbanen, een subtropische aankleding moesten de redding brengen. Het zwembad als recreatieoord voor het hele gezin. Weer later kregen we aquarobics, swimm-inns, vrouwenuur, aquajogging, zwemmen voor ouderen. Nieuwe vormen die aansloten bij de individualisering in de sport. Het financiėle gat werd er niet kleiner mee. De details van de zaak Beumer, zoals die onlangs voor de rechter diende, ken ik niet en wil ik ook helemaal niet weten. Wel weet ik, dat er heisa in de tent is, zolang als Beumer er manager is. Ik herinner me een opmerking uit de tijd, dat ik in de gemeenteraad zat. De opmerking was van mijn fractievoorzitter, Martin Ruppert, die destijds in het bestuur van De Wiel zat. Hij vergeleek Beumer eens met een kruidenier die wilde werken van tien uur 's morgens tot zes uur 's avonds en die wilde verdienen van zes uur 's morgens tot tien uur 's avonds. -kkOpm redactie; Een bladzijde te weinig. Vlug even een oude column op een bladzijde zetten viel behoorlijk tegen. Facet nr 1 van 1993 was geproduceerd in Word Perfect; omgezet naar Word 1997/2003. In 2 kolommen (zo ging een column toen) Zat wel even tegen. In Office 2010 is helaas alles anders. 2 Kolommen zat er helaas niet meer in. Sorry Kees.
8/2012
Rustig man De rit was naar Hoorn. De A1 mocht aantreden tegen Always Forward. Ik meende me van stagebezoeken voor school te herinneren dat we vanaf de A7 oostwaarts moesten en voorbij Hoorn de afslag Havens moesten nemen. Fons Seijnesael voerde de karavaan aan. Hij probeerde een nieuwe GPS-app uit op zijn mobiel. We belandden op een weggetje met aan weerszijden hoge bomen dat meer op een fietspad leek. De weg liep bijna letterlijk dood ter hoogte van een… begraafplaats. Ik zei nog tegen de jongens in mijn auto: “Hier is de rust al begonnen.” Een rust die even later danig verstoord werd, omdat de colonne uit Schagen rechtsomkeert moest over hetzelfde pad. En bedankt Fons! Van de A7 naar de A1 dan. Ik hoor er natuurlijk thuis het een en ander over. Het clubje jongens is redelijk bekend. De meesten voetballen al vanaf hun zesde met elkaar. Jaar in jaar uit lekker trainen, lekker voetballen. Op een typisch blanke club als SRC zie ik eigenlijk alleen maar bevoorrechte jongeren die goed in de kleren zitten en stuk voor stuk een veilige thuisbasis hebben. Dat zie je terug op het veld. Zachte jongens, redelijk normaal gedrag, een sportieve instelling en ze zijn allemaal te verstaan. Dat ligt in de stad dus even anders. Daar worde n bij wijze van spreken wekelijks de messen geslepen. Bijdehand zijn is een voorwaarde om te overleven. Zwarte jongens voeren een bittere strijd om op te vallen. Met trucs en overtredingen waar de groentjes uit het boerse Schagen het bijna van in de broek doen. Ik miste bij Forward één van mijn leerlingen. Benji. Een goede voetballer, maar een dweil van een goser. Op school kwam hij vorig jaar altijd binnen met: “Hé man, hoe issie? Lekker rustig toch?” Benji heette eigenlijk Benjamin. Hij kwam van de Antil len. Rustig aan dus. Benji kwam binnen met zijn capuchon op en daaroverheen een pet. Het kostte een minuutje of tien om hem te bewegen zijn pet en capuchon van zijn hoofd te doen. “Waarom man? Het zit goed, weet je. Ik voel me tof zo. Waarom moet ik… shit man.” Ik legde Benji nog eens uit, dat er afspraken bestaan, fatsoensnormen die voor iedereen gelden, voor jong en oud, voor blank en zwart, ja zelfs voor Benj van de Antillen. “What the fock, man. Doen jullie lekker je pet af, man, maar ik vind dat niet c ool, man.” Waarop ik riep dat ik niks te maken had met koel. Aangezien mijn vriend niet op stage te plekken viel voegde ik er graag aan toe dat ik een heel koele stageplek voor hem wist. “Oja, waar dan?” Bij Jos Veldboer, opslag diepvriesprodukten te Oudka rspel. Dat vond Benji geen leuke grap. Dan vroeg hij waarom ik elke ochtend dezelfde grap maakte. “Rustig man” zei ik dan terug en ik vroeg waarom hij elke dag met capuchon en pet op binnenkwam? Dan werd het stil en jahoor, eindelijk kwam dan zijn kroeskop tevoorschijn. Maar na de zomervakantie kwam Benji niet binnen. Geen capuchon, geen pet, geen Benji. In de koffiepauze moest ik wat nummertjes bellen om mijn leerling te traceren. Thuis was er al jaren geen vader, maar nu ook geen moeder. Mama was voor ee n half jaar naar Curacao. Oma die tijdelijk inwoonde meldde dat Benji was opgepakt door de politie. “En waarom? Je weet zelf, meester. De jongelui gaan lolletje maken op straat.” Later op de dag hoorde ik van de reclassering wat mijn crimineeltje in de zomer had uitgespookt. School en voetbal zaten er een tijdje niet in. Voorlopig trainen in de gevangenis. Rustig man! kk-
9/2012
Op het verkeerde been De A1 mocht aantreden tegen Always Forward. In mijn vorige bijdrage belandden we met de Schager karavaan op een Hoornse dodenakker. Ik zei nog tegen de jongens in mijn auto: “Hier is de rust al begonnen.” Geintje moet kunnen, meende ik. Ik had het beter niet kunnen schrijven. Er kwam een boze brief binnen van de club uit Hoorn. Ik heb er spijt van. Van de doden niets dan goeds. Verder gewoon van afblijven. Oké. Maar hoe kon mijn column het jeugdbestuur van AF onder ogen komen? Er moet een NSB-er bij SRC rondlopen die erop uit was Horinezen te fokken. Ja sorry, nu ga ik weer in de fout. NSB-er, ik moet de term even uitleggen. Onder de jongeren waar ik mee werk is de term tegenwoordig gangbaar zodra iemand een maatje naait. Ik heb nu al weer spijt. Het verwijt dat ik me teveel identificeer met de doelgroep hoor ik in de verte al klinken. Gauw afstand nem en. Afstand, afstand. Wacht ‘ns, AF. Afstand Fout. Meer zeg ik niet over de rit naar Always Forward. Dan de wedstrijd. Hoe was de wedstrijd? Ik zou bijna zeggen: AF. Ik bedoel: Absoluut Fijn. Fijn voor Forward wel te verstaan. Ze wonnen met 5-0. Maar Akelig Fout voor SRC. Ze verloren met 5-0. De jongens uit CoenCity hadden er duidelijk zin in en konden vrijuit gaan. Voor een aantal Groenwitten was de wedstrijd Amper Feest, ze waren ’s morgens om een uurtje of vijf naar bed gegaan. Ze legden de tegenstander dan ook geen strobreed in de weg. Van een complete offday wil ik niet spreken, maar het was bijna Allemaal Falen wat het kleine koppeltje chauffeurs uit Schagen van de kids te zien kreeg. Alleen in het eerste kwartier verscheen SRC een paar keer kansrijk voor de pot van Forward. Mark Drijver onderscheidde zich tweeërlei. Positief met zijn drive, hij heet niet voor niets Drijver. Negatief wegens tekeer gaan tegen arbiter en opponenten. Niet doen Mark. AF, Alleen Fluisteren. Je heet niet Doordrijver. Daarmee is het wel zo’n beetje verteld volgens mij. Een gewaagde opmerking nog over een drukke mijnheer die de A1 uit Hoorn vanaf de kant negentig minuten lang opzweepte in woord en gebaar. Waarom moeten baasjes in trainingspakken zo erg schreeuwen? Ik bedoel, AF, Altijd Fanatiek is tot daar aan toe. Maar joh, doe eens rustig. Laat ik oppassen met wat ik zeg. Anders heeft Post.NL van de week zomaar weer extra werk. Ten laatste nog dit. After Football zeg maar. Waarom speelt Always Forward in het zwartwit? Alsof er geen andere kleuren zijn. Moeten we de wereld nu soms indelen in zwart en wit? Is dat de bedoeling van Always Forward? Zit dit niet op het randje van discriminatie? Ik bedoel, bij SRC zijn de meeste spelers blank en ze spelen in het groen. En iedereen met een ander kleurtje is van harte welkom, zwart, rood, bruin, geel. Wat maakt het uit? Het maakt de wereld alleen maar fleuriger. Hou eens op, bestuur van Altijd Fier. Het is al erg genoeg dat er tegenwoordig gesproken wordt van zwarte scholen en witte scholen. Schande! Laten we niet de fout maken ook het voetbal in te delen in zwarte clubs en witte clubs. Onnodig, ja zelfs discriminerend. Met die kleine kanttekening zou ik mijn bijdrage deze keer willen besluiten. En nu maar hopen dat ik niemand ontriefd heb . Duimen over lange tenen doe ik. Hoewel… Ach Fuck! -kk11/2012
Vreemd of vriend? Hoe leuk is het voor de junioren van SRC , dat er actief vanuit hun club wordt gezocht naar talentvolle voetballers bij naburige verenigingen? Ik gooi hem er bij de start van kalenderjaar 2013 meteen maar in. Het is een vraag waar ik als vader van een A-junior al een tijdje mee rondloop. En met mij menig ouder en sympathisant van SRC . Moeten wij willen, dat SRC de stap naar de tweede klasse maakt? Gaan we het talent van de regio afromen teneinde in centrumplaats Schagen een stabiele tweedeklasser te worden? Ik las vlak voor Kerstmis in het NHD dat ‘Rijnders van Huizen naar SRC ’ komt. Het SRC -bestuur verkoos hem als nieuwe trainer, omdat hij ervaring heeft met jeugdige spelers in de top van het amateurvoetbal. Goede zaak, zonder meer. De SRC -selectie is behoorlijk jong en er loopt talent rond bij A-, B- en C -junioren. Daar kan Rijnders mee aan de bak. Ik zou zeggen: succes André! Wat is nu het probleem? U stelt de vraag. Ik geef het antwoord. Niet alle jeugdvoetballers van een club, maar altijd een fiks aantal heeft de ambitie om het hoogste te bereiken. Vooralsnog is dat het vlaggenschip. Tot voor enkele jaren stroomde SRC 1 vol met de betere voetballers vanuit de jeugd, veelal kameraden van elkaar. Een enkele ‘buitenpoorter’ die in Schagen kwam wonen meldde zich bij GroenWit en werd liefdevol opgenomen. Maar het gros van het eerste elftal was eigen kweek, de betrokkenheid van de vaste aanhang daardoor groot. Wie niet goed genoeg was voor SRC 1 belandde in SRC 2. Geen schande. Ik heb zelf jaren met plezier in het tweede gespeeld. Er was sprake van eerlijke concurrentie in de selectie. Ik was niet goed genoeg en zoiets accepteren hoort ook bij voetballen. Maar wat is nu het probleem? U stelt de vraag. Waar blijft het antwoord? Het komt. Het zou zomaar kunnen dat over een paar jaar het eerste elftal van SRC gevuld is met een crack van VIOS, met een bovenmodaal uit ’t Veld, een paar jongens van C on Zelo, dan nog een ster uit de Wieringermeer, vooruit nog een afvaller van AFC of Hollandia en gelukkig hebben we zelf ook een paar heel goede voetballers. Dat wordt SRC . Erg leuk. En het wordt nog leuker, ze promoveren naar de tweede klasse. Feest natuurlijk, want wat zijn we goed. Voor het eerst in de historie speelt SRC zo hoog. Om ons op tweede klas-niveau te handhaven grazen onze ‘scouts’ half Noord-Holland af naar jongens die uit de amateurtop wegvallen dan wel terugkeren van een avontuur bij een (semi)profclub. Het lukt een jaa r of drie, vier, vooruit zelfs vijf om op het hoge koord te balanceren. Ik zeg met opzet: balanceren. Want na elk seizoen lopen er een paar jongens weg. Met moeite wordt het elitekorps weer aangevuld. De eigen jeugd is daarbij geen optie. Tja, ze kunnen leuk voetballen, maar op dat niveau komen ze tekort. Het is te riskant om de junioren in te passen. De zaklamp aan en toch weer zoeken naar een spijtoptant van Volendam of EDO. Na vijf jaar is het sprookje uit. De spelers stellen steeds hogere eisen. De achterban herkent ze niet. En de regelaars van de club voelen dat het vuur in hun sloffen begint te doven. Kent u het verhaal van ZAP? Ik ook. Volgend jaar derde klasse… Laat SRC met eigen jeugd een stabiele derde klasser blijven. Met vrienden. 1/2013 -kk-
Afgelasten Het nadeel van wonen in een dorp als Valkkoog is de maand januari. Heel eenzaam en ongelukkig voel ik me dan, als ik ’s morgens voor half 8 het dorp uitrijd. Het is gruwelijk koud. En in alle huizen is het donker. Ben ik dan de enige in dit gat die ’s morgens gewoon naar zijn werk gaat? De vraag blijft even in mijn cockpit hangen. Maar dan zie ik de lamp boven de hoge tafel bij wethouder Beemsterboer branden. Ha, denk ik dan, Jos heeft vandaag collegevergadering, hij moet ook om half 9 beginnen. Maar verder? Oké, Jack Hoogervorst moet ook te werk. En bij Nater brandt licht. Maar ja, hij is tandarts, dus hij kan straks als hij 50 is ook met pensioen. Daar ga ik in mijn uppie, denk ik, terwijl ik langs die donkere ramen rijd, waarac hter al die pensionado’s onder hun dekbedden liggen. En niet alleen pensionado’s, ook figuren van mijn leeftijd die ‘er met een regeling uit konden’. En ik maar werken! Is dat eerlijk? Een vraag die wel eens door de vrieskou in mijn auto heen snijdt. Soms hoor. Niet te vaak. Anders word ik gek. Maar kijk, als mijn werk zo simpel was dat ik terecht de aanzegging had gekregen om minstens tot 66 of zelfs 67 jaar door te gaan. Nou neu… Da vin ik nie… Ik heb nota bene dagelijks met rapalje te maken, met het schuim der natie, onopgevoede etterbakjes die trachten het bloed onder mijn nagels vandaan te halen. Ik overdrijf hoor. Zolang ze elkaar ‘ouwe’ en ‘pik’ en ‘gast’ noemen, maar mij keurig met ‘mijnheer’ aanspreken of ‘Kees’ (wat mag) valt het allemaal nog wel mee. Hoewel, onlangs meldde een sukkel zich voor de volgende dag af. Ik vroeg waarom. Ik moet voorkomen. Oh, da’s niet zo mooi en waarvoor dan wel? Voor de rechtbank. Ja, dat snap ik, maar wat heb je gedaan? Zaterdagnacht met een auto gereden… zonder rijbewijs. En toen ben je gepakt? Ja man, die klojo’s pikten mij er precies uit. Was jij de Bob of zo? Nee mijnheer, ik had hartstikke gezopen, ik ben vet de Sjaak. Zulke jongens dus. Daar ga ik ’s morgens vroeg voor de auto in. En dan die vrieskou, hè. Welke niet alleen mij en bijna ook de startmotor van mijn auto lamlegt, maar ook nog eens weekend na weekend het amateurvoetbal. Gruwelijk toch? ’s Avonds bij het Journaal staar ik naar Sascha de Boer en weervrouwtje Willemijn Hoebert met haar dikke… Hoempapa! Hoempapa! Maar even terug naar Sas van wie ik na zoveel Journaals nog niet weet of ze mooi is of niet. Ik twijfel. Haar neus. ‘k Weenie. U kent misschien ook die plaat die het fenomeen van gezichtsbedrog zo leuk aantoont. Soms zie je een mooie meid en dan weer een ouwe tang met een wrat op haar haakneus. Die haakneus bedoel ik. Bij Sas. Zonder wrat dan. Terug nu naar het weervrouwtje. Hoebert of voor mijn part De Hond met haar dikke… Hoempapa! Hoempapa! Die me dus gewoon voor de volgende morgen 8 graden vors t inwrijft, hoor. Lekker dan, Journaal-teven. Rot op met die vorst en dat ijs. Ik word er gek van. En voetballend Nederland ook. Ze moeten verdomme mijn pensioen niet elke keer uitstellen. En het voetballen ook niet. Het enige wat definitief moet worden afgelast is vorst. En ijs. En sommige ‘regelingen’. Maar vooral die kou. Zeker weten! -kk2/2013
Reserves Mijn zoon speelt in de zaal bij Scagha 2. Hij behoort eigenlijk tot de jeugd, maar met nog een paar jongeren doet hij mee bij de senioren. O nlangs waagde ik me weer eens op de tribune van de Groeneweghal, om bij de jongens te gaan kijken. Ze speelden vóór het eerste om half 8. Vond ik een mooie tijd. Kon ik precies op tijd voor Flikken Maastricht thuis zijn. En Scagha 1 dan? Ja kom op, zeg. Ee n mens kan niet alles volgen. Er moeten keuzes gemaakt worden. En als ik moet kiezen tussen een karatetrap van Angela Schijf op het kruis van een crimineel of die van Jim Hulleman op het kantineraam van Barry’s Sportcafé, dan weet ik het wel. Geef mij Ans Schijf maar, Annie, Antje. Sorry Jim, niet persoonlijk bedoeld. De opmerkzame lezer vraagt zich nu af, hoe ik van die karatetrap van Jim Hulleman afweet als ik niet naar Scagha 1 ben blijven kijken. Welnu, ik mag dan niet alles zien, ik hoor natuurlijk achteraf wel hoe het is gegaan. Terug naar de reservetroepen. Wat zie je op zo’n vrijdagavond een verder nog lege sporthal binnenlopen? Een jeugdig Scagha 2. En een tegenstander uit Volendam die uitsluitend uit senioren bestaat. Geen speler onder de 30 in de ploeg. Ze kwamen vlak voor tijd aan in Schagen, stormden de kantine in waar ik aan de koffie zat. Met kauwgom, een Snickers speerden ze naar de kleedkamer na te hebben geklaagd dat de TomTom de hal niet kon vinden. Misschien waren ze nog geïrriteerd toen de wedstrijd begon. In elk geval bewerkte één van de routiniers al gauw de scheidsrechter. Met veel theater rolde hij over de vloer na een stevige tik op de enkel. Was een overtreding, zonder meer. Maar je zag de lepe Volendammers meer van zulke trucs uithalen als een soort van investering. Je zag het ze denken: zo beïnvloeden wij de arbiter en later in de wedstrijd kunnen we mogelijk incasseren. Dat werkte. De jonge ploeg van Scagha raakte toch lichtelijk geïntimideerd. Niet hevig, maar elke factor is er ee n. Was het een leuke pot om naar te kijken? Ik zeg nee. Scagha 2 verloor. En als ik bij een ploeg betrokken ben en mijn ploeg verliest, dan kan ik niet van een partij genieten. De tegenstander kan oogstrelend voetbal spelen en vooruit, mijn ploeg kan tot o p zekere hoogte meekomen, ik baal toch als mijn ploeg verliest. Alleen als ik neutraal toeschouwer ben heb ik vrede met elke uitslag. Maar dat komt zelden voor. Ik heb iets met een van de twee ploegen die op het veld staan, anders ga ik niet eens heen. Ik heb in mijn leven al zo ellendig veel uren op voetbalvelden en in sporthallen doorgebracht, het is een keer mooi geweest. Nog even over partijdig zijn. Ik kon vroeger woest worden als ik met Wistavibo een wedstrijd verloor en in de kleedkamer zei Flup na afloop dat hij lekker gespeeld had. De gelatenheid! Zoveel gif had ik in mijn donder, dat dat voor mij onbestaanbaar was. Sterker nog, dan betichtte ik hem ervan, dat hij niet genoeg oorlog had gemaakt om de tegenstander te ontregelen. Dat gif, dat mis ik in Scagha 2. Ze kunnen het balletje 200 jaar rondtikken, hij zal niet in het doel aan de overkant belanden. Misschien hoort het bij spelen in de reserves, ik weet het niet. Ach, we lopen hier rond en we zien het wel. Ik was precies op tijd thuis voor Flikken. -kk3/2013
Voorpublicatie Geen realiteit, maar fictie ditmaal. De roman die ik op dit moment onder handen heb behandelt onder meer de lotgevallen van het vierde elftal van voetbalvereniging Viridis. Een fragment uit het clubblad. Zondag 4 septemb er: Viridis 4–Pandora 2. Viridianen! De competitie is b egonnen. Als de opening van het seizoen maatgevend is, dan gaan de mannen van Viridis 4 een leuke jaargang b eleven. Met speels gemak werd afgelopen zondag nota b ene het tweede elftal van Pandora aan de kant geschoven: 5-1. Voorwaar, een prestatie van formaat want deze jongens trainen b ij de selectie van hun club . Jonge goden die nog strijden om een plek in het vlaggenschip waar Viridis 4, zoals de trouwe lezers van de Heraut wel weten, b emand wordt door oude glorie. Onze spelers heb b en conditioneel hun b este tijd gehad, maar ze etaleren nog wat graag hun technisch en tactisch vernuft. En wat altijd weer opvalt b ij oud-selectiespelers: het gaat om het spelletje maar ze willen verdraaid graag winnen, hoor. Welnu, deze zondag lukte dat met verve. Waarb ij vooral Johan Koster met drie doelpunten van grote waarde was. Johan was jarenlang de vedette van Viridis 1. Hij b esloot aan het eind van het vorig seizoen afscheid te nemen van de selectie en zich aan te sluiten b ij het vierde elftal. Wij zijn b lij met hem. Enkele spelers verkeerden na afloop in de kantine al ras in hoger sferen. De altijd gezellige derde helft b egon met een gevoel van trots over de uitslag. Er werd geproost op de 5–1. De hoogtepunten van de wedstrijd werden b elicht. Individuele kwaliteiten kwamen uitgeb reid aan b od. Een uurtje later werd al voorzichtig over een kampioenschap gesproken… De meeste groenwitten onder wie uw verslaggever vertrokken b ijtijds naar huis en haard. Aan het eind van de middag schijnen de singles Steven de Wit, Jasper Kok en mijn vriend Flop Pastoor luidkeels een gewaagde versie van het club lied voor Janine, ons aller onvolprezen kantinejuffrouw, te hebben gezongen. De genoten spiritualia voorkwamen dat de tekst verstaanb aar was, hetgeen in dit geval een zegen voor de goede zeden geweest zal zijn . Uit b etrouwb are b ron is vernomen dat in hun cover de naam van de vereniging was veranderd in Virilis. Need I say more? Resumerend, laten we niet te hoog van de toren b lazen na één gewonnen wedstrijd. Er volgen er nog eenentwintig. De tijden van storm en hagel komen eraan. Gelet op de gemiddelde leeftijd van Viridis 4 kan b lessureleed niet uitgesloten worden. Nog afgezien van afb erichten als gevolg van ziekte op het thuisfront en ander klein en groot leed. Oftewel: de kop is eraf, het luie zweet is eruit. En die zware kuiten op maandagmorgen, het zal wel een comb inatie van spierpijn en alcoholresidu zijn geweest. -kk-
4/2013
Column Het is zondagmorgen, prachtig mooi weer buiten. Morgenochtend om 0900 (stipt) wordt de kopie voor Facet 05 van jaargang 60 in de drukkerij verwacht. In het Facetrooster staat een "-?-" op de plaats van de columnist. -kk- laat ook niks van zich horen. Een Facet zonder column dat kan natuurlijk niet. Voetbal staat een beetje op de tocht de laatste tijd. Gezeur over respect horen we al een hele tijd. Maar maatregelen hó maar. Als grote voorbeeldfunctie voor onze voetballers geldt natuurlijk de wijze waarop betaald voetbal gepresenteerd wordt op TV. Graag zou ik het met U even willen hebben over de betaalde voetballers zelf, de trainers, de mannen achter de commentaarmicrofoon. Maar ook nog even over "supporters" langs de lijn. Er is bekend gemaakt dat commentaar in de richting van de scheidsrechter uitsluitend via de aanvoerder nog is toegestaan. Heeft U een verandering geconstateerd ? Hele hordes voetballers mogen nog steeds in woord en gebaar een beslissing van de scheidsrechter in twijfel trekken. Daar tegen optre den hó maar. Als er een bal over de lijn is gegaan zie je hordes voetballers hun hand opsteken om aan de scheidsrechter duidelijk te maken dat de ingooi in hun voordeel moet zijn. Opvallend is dan vaak dat de spelers die het verste weg stonden het eerst hu n hand omhoog steken. Bewuste misleiding van de scheidsrechter dus. Nu is er een regel dat hiervoor een gele kaart gegeven moet worden. Als dat ook daadwerkelijk gedaan zou worden, dan is het zo afgelopen met die flauwekul. Toch hoort U mij niet zeggen dat voebal niet met passie gespeeld mag worden. Teleurstelling over een mislukte bal en teleurstelling over een beslissing van de scheidsrechter, het hoort er bij. Het verschil zit hem echter wel in "Passie met respect" en "Passie zonder respect" Voetballers en trainers op hogere niveau's oefenen een beroep uit en zij worden er voor betaald. Zij moeten er zich echter wel van bewust zijn dat zij een grote voorbeeldfunctie hebben met name naar de voetbaljeugd toe. Wat zij uithalen wordt gezien op TV en geheid da t de jeugd dit oppikt en na gaat doen. Juist daarom is vergoeilijken van wangedrag in betaald voetbal niet op zijn plaats. De regels voor betaalde en onbetaalde spelers in het voetbal zijn nog steeds volkomen gelijk. Protesten van trainers zijn vele keren meer ongepast dan dat hiertegen maatregelen worden genomen. Langs de lijn bij amateurvoetbal (ook bij de jeugd) zie je steeds vaker kopieëergedrag, als beslissingen in twijfel worden getrokken. Commentatoren bij voetbalwedstrijden op TV hebben vaak het ide e dat zij nieuws moeten makien. Ook zij doen mee aan het afkeuren van beslissingen van een scheidsrechter. Dat is helemaal "in". Ook al hebben zij "live" de situatie niet goed kunnen beoordelen. Na 3 herhalingen houden ze stug vol dat hun alwetende voetbal inzicht zalig is en de scheidsrechter in de fout ging. Als het moet gaan ze zelfs soms zover dat ze een onjuiste interpretatie van de spelregels opvoeren om hun ongelijk te verdoezelen. Ongepaste uitlatingen van "supporters" langs de lijn worden zelden aan gepakt en zijn ook best moeilijk aan te pakken. Hier kan alleen gezamenlijk tegen opgetreden worden. Als tussen 10 supporters er ééntje staat die totaal ongepaste uitlatingen het veld ingooit en omstanders zijn het daar niet mee eens, dan moeten zij dat gezamenlijk kenbaar maken. Jaren terug al werd er gezegd dat teamsporten hun tijd hadden gehad. Individuele sporten zouden het helemaal worden. Toen was het Tennis dat de voorkeur zou krijgen. Op dit moment is het Golf dat erg in trek is, gezien de vele vierkiante kilometers terreinen die er in onze omgeving worden aangelegd. Vooral voor de jeugd kunnen teamsporten bijdragen aan hun sociale vaardigheden. Iets samen doen mag zijn aantrekkingskracht niet verliezen. Het wordt echter hoog tijd dat we samen achte r gaan staan om onze teamsport aantrekkelijk te houden. Het is nu al zo dat diverse voetballers de pijp aan Maarten geven. Zij hebben er schoon genoeg van dat enkele vandalen steeds maar weer het plezier voor hen bederven. Maar of dit relaas er toe kan bij dragen dat Kaagvogels komend seizoen nog met een senioren 1 team op niveau zal kunnen uitkomen betwijfel ik.. -kw-
5/2013
De kwestie Opeens w as het er. Het probleem. Nou, het w as er natuurlijk niet opeens. Het w as er al een tijdje. Onder de oppervlakte zeg maar. Maar opeens w erd het ook door coach Fred Dekker benoemd. Verklaarde hij aanvankelijk elke nederlaag van SRC door pech bij de afronding of de afw ezigheid van Robert Jan Klein. Naarmate de rode streep naderde klonk hij moedelozer . Er w as geen eenheid. Hij miste de passie in zijn selectie. Het is heus niet alleen iets dat speelt op Groenoord. Of op het voetbalveld in Wieringerw erf bij DWOW. Of in Sint Maarten bij Sint Boys. Of in De Weere bij DWB (De Weerese Beere). Of in Kolhorn bij Kaagvogels. Het is een item dat w eek na w eek terugkeert op de sportpagina’s. In de verslagen. In de columns. In de commentaren van de trainers. In de interview s met de voorzitters. Ik heb het over… de mentaliteitskw estie. Vorige w eek w as de beurt aan neef Pim Kager om de noodklok te luiden over de mentaliteit van de hedendaagse jeugd. Leuk om eens een andere Kager in de krant te zien. De voorzitter van Kaagvogels kreeg in het regionaal dagblad de ruimte voor een litanie. Bij de vijfdeklasser hebben enkele spelers aangegeven dat ze met voetballen w illen stoppen en anderen tw ijfelen nog over doorgaan. Waardoor Pim met de vraag komt te zitten of hij voor v olgend jaar nog w el een eerste elftal voor de competitie kan inschrijven. Hij klaagde in de krant over… een mentaliteitsprobleem. Zo constateerde hij dat er op de training regelmatig maar drie of vier spelers van de selectie verschenen. ‘De mannen gaan liever een avondje gamen dan anderhalf uur trainen en nemen niet eens de moeite om fatsoenlijk afbericht te geven.’ Mijn neef rondde zijn klachtenlijstje als volgt af: ‘Misschien ben ik van een fossiele generatie; ik vind dat dit niet kan.’ Laten w e eerlijk zijn. Gaat het bij SRC anders? Klinken op Groenoord niet af en toe klachten over het leefpatroon van onze sporters op zaterdagavond? Verbazen w ij ons bij GroenWit ook niet over vakantieboekingen op w edstrijddagen? Het gebeurt bij Wieringerw aard, het gebeur t bij Sint Adelbert, bij Schagen en ook belangrijke SRC-spelers staan w el eens tot zes uur ’s morgens op een dance-event. En dan om tw ee uur ’s middags toch met kicks de groene mat op. Wie verzon het tw intig jaar geleden? Niemand, w ant toen bestond het niet. Ik w aarschuw neef Pim. Verzet je niet. Denk om je maag, denk om je hart. Weerstand is frustrerend en slopend. Tuurlijk, af en toe een correctie, een schrobbering, een goed overleg is zeker op zijn plaats. Maar je w int het niet van de tijdgeest. Alles gaat altijd w eer anders. Bew eeg mee met de stroom. Ik heb bew ondering voor Arjen Vijzelaar die ook dit seizoen de A1 van SRC trainde en coachte. Hij ving het spul op dat zich aandiende en deed er w at leuks mee. Dat w il zeggen, als ze er w aren… Ook hij stond regelmatig met zes man op de training. Ze schopten het desondanks met elkaar tot nacompetitie voor een plek in de hoofdklasse. En w at schetst dan onze verbazing? Op Hemelvaartsdag vijf of zes afzeggingen w egens vakanties, baantjes, blessures. Dik ros krijgen dus. Een paar dagen later zijn ze compleet en vegen ze een degradant uit de hoofdklasse van de mat. Het maakt ze ogenschijnlijk niets uit. Vooral niet boos w orden of moedeloos, hooguit verbaasd. -kk6/2013
Leuk (x4) De F-jes blijven het leukst om naar te kijken. Er is weer een nieuwe lichting. Ze popelden al maanden om te beginnen. Het enthousiasme, rennen in het veel te grote groene shirt, de bal een keer raken, ernaast schoppen, vallen, even huilen, aai erover, gauw verder. Met zijn allen in de kleedkamer. Een andere vader of moeder die alles regelt. Lachen met een vriendje of vriendinnetje. Het zijn kolossale belevenissen voor wie zes is. En de ouders? Het gaat ze niet om de prestatie, het plezier in het bewegen staat voorop. Maar stiekem kijkt papa of zijn junior er wat van kan. Al in de F-jes bij het eerste balcontact is te zien of een spruit over voetbaltalent beschikt. Nee, daar gaat het niet om. En laten we hopen dat alle ouders hun kind stimuleren, of zij of hij er nu wat van kan of niet. En natuurlijk wordt ook van opa’s en oma’s een en al bewondering en koestering verwacht. Maar wat heb ik gelachen toen ik vorige week een opa hoorde na de eerste observatie van zijn kleinkind. “Nou, we zitten over tien jaar niet in Nou Camp van hem te genieten!” Chris Knol, voormalig arbiter met rijzig voorkomen, kwam de spreekkamer van de dokter uit en grapte tegen zijn echtgenote en wel zo luid dat alle wachtenden het konden horen: “Ank, ik mag van dokter niet meer stofzuigen. Ik mag niet m eer koffiezetten. Geen bedden opmaken, geen tafel dekken. Ik moet volledig rust houden.” Grijnzend keek Chris de kring in de wachtkamer rond. Alle aanwezigen tuurden stug in een magazine. De enige die smakelijk lachte heette Kager. Chris zijn echtgenote trok aan zijn arm. “Kom nou maar.” Soms levert een speler in de eerste wedstrijd een huzarenstukje af. Een goal of een actie die alle verdere inspanningen overbodig maakt. Een mooier doelpunt gaat hij in het seizoen dat volgt niet meer maken. Stoppen maar, het is gedaan. Zoiets overkwam onze zoon in de ouverture met Scagha 2. Hij werd in de spits aangespeeld. De bal kwam lekker stevig schuin van achteren. De keeper kwam uit, Timon drukte zijn punt onder de bal die met ziedend effect over de doelman krulde. Ons jochie draaide weg en volleerde de bal achter de rug van de kiep ineens in het kruis. Hij vertelde thuis over zijn wereldgoal. Dat vroeg uiteraard om verificatie. Maatje Mark was een paar dagen later in Valkkoog en de vraag aan hem was natuurlijk: “Was het echt zo’n mooie?” “Nog mooier!” zei Mark opgetogen. “Het was een uniek exemplaar. Timon wou er nu maar mee stoppen en ik kan dat snappen. Heel raar, het hoogtepunt van het seizoen is geweest en we moeten nog beginnen.” En de homo’s? Bij ‘Een tegen honderd’ snapte een homosexuele kandidaat niet dat iedereen het antwoord wist terwijl hij geen flauw idee had. De vraag luidde: “Wat zijn kicksen?” Zijn dat a. keepershandschoenen b. extra lange sportsokken of c. voetbalschoenen? Verder is een van mijn beste vrienden homo. Hij gunt Gijp een leuke zoon die én homo is én van voetbalspelen houdt. -kk7/2013
Looplijnen Ik lees telkens over lijnen in de krant. De SRC-trainer leert de selectie om met looplijnen te werken. Als iedereen zich in het veld aan de looplijnen houdt dan wordt er soepel en efficiënt samengewerkt. Er wordt hard op getraind, maar dat heeft tijd nodig. Niet alle poppetjes hebben meteen door hoe dat werkt met de looplijnen. Het is een proces. Goed zo. In de openingswedstrijd van het seizo en bij Hugo Boys kwam het er af en toe al uit, het voetballen met looplijnen. Maar nog niet goed genoeg. De volgende dag keek ik in de krant naar de uitslagen en naar de stand na één wedstrijden. Ik zag een lijntje lopen van Hugo Boys (ergens bovenaan) naa r SRC (ergens onderaan). Met de looplijnen ging het al heel aardig. Alleen lukte het scoren niet zo. Robert-Jan Klein bleef aan de kant, hoewel hij wel speelklaar was. Maar omdat hij op vakantie zou leek het beter hem nog niet in te passen. Pardon? Het vla ggenschip dreigt de ouverture te verliezen. Er staat een topschutter langs de kant klaar en hij wordt niet ingezet, dit in goed overleg met de doelpuntenmaker zelve. Ik lees zulke berichten en vraag me af hoelang de lijn is die loopt van vedette naar risee . Loopt Robert-Jan lijnen zoals het hoort of is hij aan het lijntrekken? Zitten we tegenwoordig op SRC om te voetballen of wat? De eerste wedstrijd verliezen is altijd kloten van de bok. Voordat je het weet schiet de hele zaak in een kramp. En dan moet de hele selectie aan een lijntje (coke) om weer uit die kramp te komen. Vertrouwen tanken, all that stuff. Wie al jaren voorbeeldig langs een lijn loopt is grensrechter Piet Houtenbos van Con Zelo. De clubnaam doet me tussen haakjes denken aan een moment van de zomer. Er stopt in ons lommerrijke dorp een man die meedoet aan een puzzelrit door de regio. Eén van de vragen luidt: Wat betekent Con Zelo? Ik dicteer: Met IJver. Afspraak was dat hij de helft van de hoofdprijs naar me zou overmaken. Ik moet nog steeds vangen. Terug nu naar de looplijn van Piet Houtenbos. In de finale van de strijd om de Burencup kreeg Piet te maken met het fenomeen van VIOS dat Arjen Wisse heet. Deze speler heeft niet te klagen over zelfvertrouwen. Integendeel, hij loopt er een beetje van over. Voornoemde lijnloper waagde het om voor buitenspel te vlaggen toen Wisse op het punt stond door te breken. Om zijn ongenoegen kenbaar te maken stormde de vedette naar de zijlijn, bracht zijn ogen op een lijntje van tien centimeter van de ogen van de grensrechter en riep hysterisch: “Waar ben jij mee bezig, man?!” Piet verblikte of verbloosde er niet van. Zelfs niet toen Wisse na elke volgende pass in zijn richting demonstratief naar hem riep: “Hé grens, toe dan, vlag dan. Moet je niet vlaggen?” De scheidsrechter veegde het wangedrag allemaal onder de mat, waarschijnlijk onder het motto dat het om een vriendschappelijk toernooi ging. Als ik hem was geweest, dan was ik toch een keertje van mijn looplijn afgeweken om de schat even een raadsel op te geven: “Als we iemand kunnen misse, dan is het …?” Het goede nieuws is dat deze speler onlangs vader is geworden. Misschien scheelt het en worden zijn looplijnen nu een beetje anders. -kk8/2013
De tijd De A1 moest naar Vrone. De familie Kager had taxidienst. Dus arriveerden we op zondagochtend tegen tienen op het parkeerterrein van de Groeneweg. Trainer Vijzelaar stond er natuurlijk al. Ook de vaste vlaggenier stond paraat. (“Hallo Simon. Ouwe pijp!”). Er waren ook al enkele chauffeurs. Harry Hooge nbosch moest nog komen. Het was trouwens vreemd warm op deze zondag. Het verschijnsel wordt ook wel Indian Summer genoemd. Najaarswarmte, mild maar drukkend, beetje bollig. Heerlijk voetbalweer. “SRC-weertje, mannen!” riep ik nog. Maar aan Mark de Vries zijn gezicht en dat van Jari Veldboer was te zien, dat ze uit geweest waren. Drankgebruik en dan benauwd weer, ze zouden het zwaar krijgen. “Gelukkig geen regen” zei Mark sportief. “Ach, dan staken we wel een paraplu in je hol” ketste een vader. Uit zijn auto klonk een kinderstem. De peuter kende kennelijk de Nederlandstalige Top 10 van buiten. Hij kreeg het ene verzoek na het andere van de voetballers die zich verzamelden voor het vertrek. Hij zong het hoogste lied tot vermaak van de omstanders. Het werd zelfs hilarisch toen de kleine meer dan de Top 10 bleek te beheersen. “Mama was naar de keuken. Om een potje te neuken.” En zo nog enkele frasen. Vrije opvoeding… heerlijk! “We gaan!” klonk opeens een streng dictaat uit de mond van de trainer. Maar Harry was er nog niet. Vooruit dan maar, alle gasten in de beschikbare auto’s geperst. Dan besef je weer eens wat een kerels er onderhand staan. Jongens van 17, 18 jaar, buffels zijn het. De velgen van mijn Golf teisterden het asfalt op weg naar Sint Pancras. Onderweg bedacht ik me dat deze apen ooit 6 jaar waren. Het F1 -team konden Carlo en ondergetekende destijds in onze twee auto’s kwijt. Schatjes waren het. En ze hingen aan onze lippen als we in de kleedkamer een kort praatje hielden. Ze knikten braaf. En we hielpen ze met veters strikken. En als een joch wilde vertellen over het hondje thuis dat ziek was dan luisterden we er ook nog naar. Meesterlijk was het. Als er eentje jarig was geweest werd het voetbalteam getrakteerd. Alleen daarvoor mochten moeders in de kleedkamer komen. Het leukste was dat er tijdens de wedstrijd meestal een paar vliegtuigje speelden, terwijl anderen zich uit de naad holden om de bal in het doel te krijgen (soms het verkeerde doel). Intussen zijn we 12 jaar verder. “De tijd is mijn vri end” zei mijn zwager altijd die als verpleger met kankerpatiënten werkte. Alle zes jeugdcategorieën hebben de mannen intussen gehad. De A1 als laatste station voordat ze senior worden. Hebben ze in al die jaren wat geleerd? Ja, ze kunnen al één helft als collectief voetballen. Harry heeft het ook gezien, hij was er als supporter nog net op tijd. Hopelijk kan trainer Arjen de mannen nog gauw bijbrengen dat een wedstrijd ook een tweede helft heeft. Want tegen Vrone was na de rust een deel van de troepen bij d e les, maar een deel stond nog steeds, jawel…, vliegtuigje te spelen. Of was het de drank? Vrone, geen wereldploeg, scoorde vlak voor tijd het enige doelpunt van de wedstrijd. Jongens, zijn dan al die lessen van vroeger voor niets geweest? -kk9/2013
Stijn blijven! Kort na rust kwam ik aan in Warmenhuizen. Het was net 1-2 voor SRC geworden. Leuk om te horen. Om een of andere reden heeft deze groep altijd moeite met VIOS. Behalve vorig jaar toen hun A1 in de allerlaatste wedstrijd van het seizoen moes t verliezen, u leest het goed!, om nog in aanmerking te komen voor nacompetitie. Toen won SRC. De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Dat weten we zeker sinds in de eredivisie de onderste bijna bovenaan staat. Op deze winderige zondag dus een voorsprong in de tweede helft. Ha! “Kom op, Paulus” riep een supporter van de thuisclub tegen een roodzwarte jongeling. “Rennen! Je hewwe toch gien lood in je poten!” Had hij dat maar niet geroepen. Paulus startte getergd als hij was een run langs de lijn. Geen SRC-er die hem in de weg liep. Paultje verzorgde bij de achterlijn een trekballetje dat de spits er met zijn pik nog in kon duwen. Dat deed hij dan ook. Het was 2-2. Tjonge, waar was iedereen? Vanaf dat moment kantelde het beeld volledig. De tweede helft was het negatief van de eerste, zo werd mij door de vaste volgers van de groenwitten ingefluisterd. VIOS putte moed en vertrouwen uit de gelijkmaker. En SRC? Zelfvertrouwen en vertrouwen in elkaar waren weg. Zomaar opeens. Wat is dat toch met voetballers? Een technicus, een balvaste speler laat plotseling elke bal van zijn voet springen, waardoor een gretige tegenstander ermee vandoor gaat. Een ander levert negen van de tien keer een verzorgde pass af, zodat de ploeg kan gaan opbouwen, maar nu? Na de dreun van de gelijkmaker ging de bal negen van de tien keer naar een tegenstander. Wat is dat? Een ploeg die dreigt te bezwijken onder toenemende druk moet gegroepeerd gaan voetballen. Bij elkaar blijven. Elke speler gaat op zijn stukkie gras zijn taak uitvoeren. Niet met een instelling van: ach, we zien wel wat ervan komt. Nee, met een instelling van: no passaran! Ze komen er bij mij niet langs. Als nu iedereen op het veld dit doet, dan is in principe de doortocht voor de tegenstander afgegrendeld. Vervolgens ga je werken aan een aanval. Want wie wil winnen zal heel af en toe een aanval moeten inzetten. Daarvoor is lef nodig, initiatief. Aanvallen kan ook gegroepeerd, dus met zijn allen schuifie schuifie, Barcelona, tikkie takkie, weet u wellie. Dit vereist balvaardigh eid en oog voor de vrije man. Maar aanvallen kan ook met twee man via een messcherpe counter. Eenentwintig man op de eigen helft. Keeper pikt de bal op en zet met een verre uitgooi of –trap de twee spitsen aan het werk. Zij speren naar het andere doel, spelen de doelman aldaar uit en scoren. Niks hoor. Welke tragedie speelde zich in Warmetuut voor mijn ogen af? De laatste man van SRC meende in zijn eentje de score te herstellen. Hij vertrok van zijn positie en liep regelmatig vóór de spitsen. Waar was hij bij de derde en vierde goal van VIOS? Een verdediger die zojuist een run van 40 meter naar voren heeft ondernomen kan niet met dezelfde vaart op zijn post terug zijn en daar de rol van laatste man fris en fruitig vervullen. Dus voortaan: Staan blijven. Ik zou bijna zeggen: Stijn blijven. En alle anderen: WAKKERRRRRRRRRR..!!!!!!! 10/2013
-kk-
Op het verkeerde been De A1 mocht aantreden tegen Always Forward. In mijn vorige bijdrage belandden we met de Schager karavaan op een Hoornse dodenakker. Ik zei nog tegen de jongens in mijn auto: “Hier is de rust al begonnen.” Geintje moet kunnen, meende ik. Ik had het beter niet kunnen schrijven. Er kwam een boze brief binnen van de club uit Hoorn. Ik heb er spijt van. Van de doden niets dan goeds. Verder gewoon van afblijven. Oké. Maar hoe kon mijn column het jeugdbestuur van AF onder ogen komen? Er moet een NSB-er bij SRC rondlopen die erop uit was Horinezen te fokken. Ja sorry, nu ga ik weer in de fout. NSB-er, ik moet de term even uitleggen. Onder de jongeren waar ik mee werk is de term tegenwoordig gangbaar zodra iemand een maatje naait. Ik heb nu al weer spijt. Het verwijt dat ik me teveel identificeer met de doelgroep hoor ik in de verte al klinken. Gauw afstand nemen. Afstand, afstand. Wacht ‘ns, AF. Afstan d Fout. Meer zeg ik niet over de rit naar Always Forward. Dan de wedstrijd. Hoe was de wedstrijd? Ik zou bijna zeggen: AF. Ik bedoel: Absoluut Fijn. Fijn voor Forward wel te verstaan. Ze wonnen met 5 -0. Maar Akelig Fout voor SRC. Ze verloren met 5-0. De jongens uit CoenCity hadden er duidelijk zin in en konden vrijuit gaan. Voor een aantal Groenwitten was de wedstrijd Amper Feest, ze waren ’s morgens om een uurtje of vijf naar bed gegaan. Ze legden de tegenstander dan ook geen strobreed in de weg. Van een complete offday wil ik niet spreken, maar het was bijna Allemaal Falen wat het kleine koppeltje chauffeurs uit Schagen van de kids te zien kreeg. Alleen in het eerste kwartier verscheen SRC een paar keer kansrijk voor de pot van Forward. Mark Drijver onders cheidde zich tweeërlei. Positief met zijn drive, hij heet niet voor niets Drijver. Negatief wegens tekeer gaan tegen arbiter en opponenten. Niet doen Mark. AF, Alleen Fluisteren. Je heet niet Doordrijver. Daarmee is het wel zo’n beetje verteld volgens mij. Een gewaagde opmerking nog over een drukke mijnheer die de A1 uit Hoorn vanaf de kant negentig minuten lang opzweepte in woord en gebaar. Waarom moeten baasjes in trainingspakken zo erg schreeuwen? Ik bedoel, AF, Altijd Fanatiek is tot daar aan toe. Maar joh, doe eens rustig. Laat ik oppassen met wat ik zeg. Anders heeft Post.NL van de week zomaar weer extra werk. Ten laatste nog dit. After Football zeg maar. Waarom speelt Always Forward in het zwartwit? Alsof er geen andere kleuren zijn. Moeten we de were ld nu soms indelen in zwart en wit? Is dat de bedoeling van Always Forward? Zit dit niet op het randje van discriminatie? Ik bedoel, bij SRC zijn de meeste spelers blank en ze spelen in het groen. En iedereen met een ander kleurtje is van harte welkom, zwa rt, rood, bruin, geel. Wat maakt het uit? Het maakt de wereld alleen maar fleuriger. Hou eens op, bestuur van Altijd Fier. Het is al erg genoeg dat er tegenwoordig gesproken wordt van zwarte scholen en witte scholen. Schande! Laten we niet de fout maken oo k het voetbal in te delen in zwarte clubs en witte clubs. Onnodig, ja zelfs discriminerend. Met die kleine kanttekening zou ik mijn bijdrage deze keer willen besluiten. En nu maar hopen dat ik niemand ontriefd heb. Duimen over lange tenen doe ik. Hoewel… Ach Fuck! -kk11/2013
Sparta ’11 en Viridis ’30, de rivalen In de nog te verschijnen roman ‘De Jupiter League’ is sprake van grote rivaliteit tussen tw ee voetbalclubs in het stadje Schone. Aanvoerder Gerard Dekker blikt in De Heraut terug op het treffen van zijn mannen met het vierde van Sparta.
Zondag 15 april: Sparta 4-Viridis 4. Viridianen! Een kleedkamerdeur die groen-wit was geschilderd. De middenstip ook al in Viridis-kleuren getooid. Nee, ook dit keer ontbrak de voetbalhumor rond de plaatselijke derby niet. De traditie voert ons terug naar de jaren ’30 van de vorige eeuw. Destijds was sprake van een heuse vete tussen de twee voetbalclubs. Sparta bestond al sinds 1911, een club voor protestanten en algemenen. Viridis werd in 1930 opgericht als katholieke tegenhanger. Aanvankelijk gooiden jongeren van beide verenigingen na schooltijd stenen naar elkaar. De controverse werd een variant op de Hoekse en Kabeljauwse twisten genoemd. De grimmigheid van de beginjaren verdween allengs uit de verhouding. Er kwamen practical jokes op wedstrijddagen voor in de plaats. Er wapperde plots een groenwitte vlag op het complex van Sparta, als een jeugdteam van Viridis op bezoek kwam. Het kassahok op De Eikenhorst was op een zondagmorgen in de kleuren geel en zwart geverfd, voorbode van Sparta 8. Al te bont maakten aanhangers van Sparta het tien jaar geleden. De eerste elftallen van de rivalen zouden elkaar voor het eerst treffen in de derde klasse van de KNVB. Er leek op bewuste zondag geen sprake van voetbalhumor. Totdat de doelman van Viridis een moment aan de deklat ging hangen. Het gevaarte kwam omlaag en verwondde goddank niemand. De consternatie was er niet minder om. Supporters van Sparta hadden de boel ’s nachts met een zaag op scherp gezet. De zaagsnede was weggewerkt met kneedbaar hout en witte verf. Gemengde reacties b ij publiek en besturen van beide clubs, terwijl het doel vervangen werd door een los exemplaar. Een deel van de talrijke toeschouwers lachte zich een kriek, een ander deel sprak schande van de actie. Sparta 4 trad op deze zonovergoten zondagmorgen de buurman uit de andere hoek van de gemeente met de beste bedoelingen tegemoet, maar Viridis 4 was niet zozeer beter als wel gedrevener. Voor GroenWit stond het kampioenschap op het spel. Viridis had mazzel met de 0-1 van… jawel, niemand minder dan Johan Koster. Op aandringen van het volledige vierde was de vedette uit de eerste seizoenshelft bereid om een tiental minuten op te draven. Hoewel ernstig verzwakt door de maandenlange strijd tegen zijn ziekte liet Johan vriend en vijand weer een paar staaltjes van zijn kunnen zien. Alsof het in de sterren geschreven stond, zo mooi was de bekroning van zijn optreden. Hij legde na tien minuten aan voor een vrije trap die via de heup van een Spartaan in het net belandde. Spelers en supporters uitzinnig van vreugde. Met deze bijdrage hield Johan het voor gezien. Onder luid applaus van bijna tweehonderd mensen stapte hij naar de kant waar hij werd opgewacht door zijn vrouw en kinderen. Viridis liet in het vervolg de aanvallen van de geelzwarten over zich heenkomen, in de wetenschap dat de verdediging en doelman Bossen de laatste tijd schier onverslaanbaar zijn. Vlak voor tijd smaakte schrijver dezes hoogstpersoonlijk het genoegen de overwinning veilig te stellen. Voor het overige zij duidelijk dat Sparta verslagen is. Viridis is de kampioen! -kk1/2014
Vriend van Scagha ‘66 In het programmaboekje dat ik bij de laatste thuiswedstrijd van Scagha ’66 in mijn handen kreeg gedrukt zat onder meer een invulformulier. Daarmee kon ik Vriend van Scagha worden. Vreemd, ik heb altijd gedacht dat ik al vriend was. Al in de tijd van Appie Ploeger en Berend Schop. Van Dries Redecker, Gerard Ploeger en Willem Heddes. Toen we met bussen vol uitgelaten supporters naar het Nederlands Kampioenschap Zaalvoetbal togen. En meermalen met de nationale titel terugkwamen. Feesten in Scagha’s stamcafé Piet Pann, mensen wat mooi! Maar nu kost het 25 € als ik bevriend wil zijn met de groenwitten. Nou vooruit dan maar, ik word Vriend. Maar dan wil ik wel inspraak. Niet dat ik alleen maar op de hoogte ga worden gehouden middels de onvermijdelijke digitale nieuwsbrief. (Weemoed grijpt mij bij de keel als ik terugdenk aan het papieren clubblad dat aanvankelijk naar de naam ‘Indoor’ luisterde en later de titel ‘Flits’ meekreeg. H et was een zaalvoetbalweekblad waar ik jarenlang met hart en ziel aan meewerkte.) Ook wil ik geen gratis busreis om bij verre uitwedstrijden de sfeer rond het eerste elftal van nabij te kunnen meemaken. Nee, inspraak in de samenstelling van het team wil ik . Om te beginnen de coach. Eh…, eh…, tja, persoonlijk hou ik meer van beheersing en innerlijke beschaving. Geef mij Wouter maar. Maar ja, de vereiste licentie ontbrak voor dit niveau en dan moet je het doen met een passant. Oké, het is niet helemaal verkeerd om een idioot om zo’n formatie heen te hebben lopen. Zeg maar een praatjesmaker die de tamme cohorten die op dit moment Scagha 1 en 2 bevolken kan opjutten, aanjagen, woest maken. Iemand als… Taïeb el Azzouzi dus. Je wilt er niet bij horen. Je kunt wel om hem lachen. Maar hij is niet des Scagha’s. De coach is letterlijk en figuurlijk een vreemdeling. Maar dan, het team. Wat zeg ik? Het dreamteam. Daar moet het naar toe, want op de huidige voet doorgaan betekent onherroepelijk degradatie. Met drie of vier capabele spelers ben je slechts een halve wedstrijd eerste - / eredivisiewaardig. De junioren kunnen het niveau (nog) niet aan. Zorg volgend seizoen dat de jongeren met elkaar als vriendenploeg ballen in Scagha 2, zodat het plezier terugkeert. En presentee r het publiek in Schagen e.o. een hoofdmacht die bestaat uit de volgende cracks: Ruud Dekker, Robert-Jan Klein, Jim Hulleman, Jeroen Wijnker, Robin Schouwvlieger, Arjen Wisse, Roderick Fels, Ferdi Kaleveld, Koen Stam. Dan zijn er een paar plekken vacant waarvoor Stefan van Wort en die jongen van Hollandia T die ooit naar Volendam en FC Utrecht verhuisde opties zijn. Ongetwijfeld circuleren onder de mannen zelf nog wel een paar namen. Koen Stam staat er ook nadrukkelijk bij, want het kan niet zo zijn dat een jongen van 26 jaar met zoveel talent zich uitsluitend richt op coaching. Als die jongen straks 50 is heeft hij spijt als haren op zijn hoofd dat hij amper zelf aan voetballen toekwam. Komaan zeg, zelf doen is het aller-, aller-, allerleukste wat er is. Hoe dan ook, dit is het kaliber dat nodig is. En laat de jonkies lekker groeien en rijpen totdat ze er klaar voor zijn. Zij zijn nog groen als gras. Dit advies bied ik Scagha voor het luttele bedrag van 25 € aan. Als Vriend. -kk2/2014
De voetbalschool Timon nadert het einde van SRC’s voetbalschool. En daarmee zijn vader het einde van een rubriek. De school begon op zijn zesde en eindigt bij negentien. De volle twaalf jaar was hij in de leer bij diverse trainers en coaches. Hij is gegroeid. In elk geval in de lengte. Of hij gegroeid is als voetballer? Natuurlijk wel. Een kind steekt van iedere trainer wat op. Kinderen (en geruchten) groeien vooral door te gaan. Oefenen, oefenen, oefenen. Doen. Eindeloos pielen met die bal. Partijtjes op het schoolplein. Op doel schieten, niet één keer, nee tien, nee honderd keer. Na twaalf jaar jeugdvoetbal staat er straks een lichting voor de poort van de senioren. Hoe het dan verder gaat? De technische staf bij SRC gaat het daar uitmaken. Er zitten in deze lichting meerdere in aanleg leuke voetballers. Er is op SRC’s voetbalschool technisch en tactisch ook nog een en ander bijgeleerd. Het is vrij zeker dat enkelen de A-selectie zullen gaan versterken. Maar naast vaardigheid ontwikkelen was de afgelopen twaalf jaar het plezier het allerbelangrijkste. Met vrienden samen sporten, een teamsport, geven en nemen, elkaar dollen. Dat is het belang van de zesklassige voetbalschool. De lol, de sfeer, het is een leerschool voor het leven. Al doorloopt lang niet ieder kind de voetb alschool vanaf het begin (Effies) tot en met het einde (Aatjes). Soms haakt een voetballertje zomaar af. Nou…, nooit zomaar. Ik denk nog eens terug aan een coach van sv De Rijp die een E-tje uitfoeterde. De coach bestond het om een knaapje dat niet kon voe tballen na de wedstrijd toe te voegen: “Jij kan beter bakker worden in plaats van voetballer.” Het joch vroeg: “Waarom dan?” Zegt de gefrustreerde man: “Dan kan je alles zelf opvreten wat je verkloot!” Mijn schoonmoeder verzucht weleens: “Wat moeten kinderen tegenwoordig toch veel!” Het is waar. En daardoor hebben ook de ouders het extreem druk. In één van mijn eerste columns schreef ik al over de ontwrichtende werking van de trainingstijden op het gezinsleven. “Onze kanjer traint met E1 en E2 op donderda g om 16.45 uur. Bij ons thuis onhaalbaar. Het parlement komt pas om 18.30 uur thuis, schuift de maaltijd in de bovenste gleuf en verlaat het thuisadres om 18.50, teneinde om 19.00 uur in de Polisporthal aan te vangen met de wekelijkse partij volleybal. Een manier om slank te blijven. Gelukkig stuurt mijn baas mij begripvol om vier uur naar huis. Onderweg haal ik Timon en zussen van school. Thuis schiet zoonlief in groenwit tenue. Als een speer van Valkkoog naar de sporthal. Terug naar huis, want piepers sch illen zichzelf niet. Uit oogpunt van brandveiligheid doe ik wekelijks iets onvergeeflijks. Ik zet de boel heel zachtjes op het vuur en begeef mij wederom naar de Groeneweghal. Daar moet mijn zoon liefst al klaarstaan en vlotter instijgen dan hij gewend is. We jakkeren op huis aan, waar het eten dan bijna klaar is.” Het was slopend, ook ik bleef slank. Blij dat die fase voorbij is. Je weet nooit voor hoelang trouwens. Ik zie sommige generatiegenoten opnieuw met kleine kinderen racen. Soms is dat vanwege een tweede leg, soms in de rol van opa. -kk3/2014
SAMEN naar een veiliger sportklimaat Een derde van SRC’s jeugdkader zag afgelopen vrijdag de voorstelling “Wel w innen, hè!” in schouw burg De Kampanje in Den Helder. Een en al herkenning daar en soms ook schaamrood op de kaken. Ja, zo gaan w e soms met onze voetballertjes om. Gesponsord door de Club van 100 én door SRC’s Gevelavond beleefden w e een treffend spektakel en w as er een geanimeerde nazit. Puike avond met een heldere boodschap: positief coachen! Het is op zich niet zo moeilijk om een zw artboek samen te stellen met incidenten op en rond de velden. Ik verzamel al jaren krantenknipsels met voorbeelden van de verziekte voetbalcultuur. Eentje uit 2009, de kop luidde: ‘Scheidsrechter (17) neergeslagen’. Een 17jarige scheidsrechter uit Edam heeft het uitdelen van een rode kaart gisteren moeten bekopen met een harde vuistslag in zijn gezicht. Daarop ging de jeugdige arbiter onderuit. Na het incident w erd de match tussen de B-junioren van Zilvermeeuw en en Zouaven gestaakt. Eentje uit 2010, kop boven het stuk: ‘Zaalvoetballers op de vuist’. De politie moest zaterdag ingrijpen in de Reinoudhal in Susteren, w aar een zaalvoetbalw edstrijd tussen tw ee teams uit de laagste klasse van de KNVB uit de hand w as gelopen. Supporters uit Born riepen racistische leuzen tegen spelers van de Maastrichtse tegenstander, w aardoor de vlam in de pan sloeg. Er vielen over en w eer rake klappen. Nog eentje uit 2011, de kop: ‘Het is vreselijk voor die jongen’. Een 12-jarige scheidsrechter heeft zaterdag de voetbalw edstrijd tussen de E4-pupillen van vv Klundert en Rood Wit uit Sint Willebrord gestaakt. Dat gebeurde toen hij op het veld bedreigd w erd door een vader van een van de Rood Witspelertjes. Drie voorbeelden van uitw assen die de krant haalden. De matpartij tussen spelers, ouders en begeleiders van SRC B1 en Koedijk B1 uit de recente historie kw am niet in de pers. Gelukkig maar, w ant alle betrokkenen moesten zich schamen. Ook bij SRC w orden door ouders en door begeleiders gruw elijke dingen geroepen naar de voetballertjes binnen de lijnen. ‘Hé schele, w at doe je nou? Die hoort bij de tegenpartij!’ Of: ‘Hoe kan je je man nou zomaar laten lopen?’ Intimidaties richting scheidsrechter zijn gemeengoed. ‘Mag dat, scheids?’ Of: ‘Uit s cheids, hij is uit. Wel blijven kijken, hoor scheidsie. Brilletje lenen?’ Nare, nare opmerkingen die de sfeer in en rond de w edstrijd onveilig maken voor de kinderen die nog onbevangen zijn. Illustraties bij de broken-w indow -theorie. Als een oud gebouw leeg staat, is het w achten op het moment dat er één raampje stuk gaat. Het is een kw estie van tijd of alle ramen liggen eruit. Zo gaat het ook langs de lijn. ‘Hé lullo, w at ben je aan het doen? Ga nou eens even voetballen daar.’ Dan volgt: ‘Kom op nou! Trap hem neer. Als hij er nog één keer langskomt, dan haal ik je naar de kant.’ Daarna horen w e: ‘Corner scheids, ’t is corner! Ben je blind? Ben je je geleidehond vergeten?’ Waarna het nog maar een kleine stap is naar de totale afw ijzing van spelers, regels en leiding: ‘Jullie zijn brandhout vandaag. Het is helemaal w aardeloos. Buitenspel kunnen ze w el afschaffen, w ant die grensrechter is zo corrupt als hij groot is. En die scheids… ongelooflijk, komt die uit een G-instelling of zo?’ Het SRC-bestuur kondigt een actieplan naar positief coachen aan. Hulde! -kk4/2014
Een nieuwe lente Vroeger dacht ik dat de melodieen op zouden raken. Dat op een gegeven moment alle combinaties van noten al een keer gebruikt zouden zijn en er nooit meer een nieuw muziekstuk kon worden gecomponeerd. Hetzelfde met teksten en meningen. Ik verkeerde in de waan dat over een aantal jaren elke column wel geschreven zou zijn en dat niemand meer iets nieuws kon bedenken en opschrijven. En dat het dus heel stil zou worden in Nederland. Het waren kinderangsten. Het wordt helemaal niet stiller in Nederland, integendeel. Er komt alleen maar meer opinie bij, meer berichten op fora, meer geschetter op radio en tv, meer tweets, blogs, columns en stukken. Binnen het bescheiden kader van de Facet heb ik er zelf wel veertig jaar aan meegedaan. En ik zou nog jaren door kunnen gaan. Er is altijd nieuws, er zijn altijd voorvallen en anekdotes. Bijvoorbeeld over de familie De Vries die elk jaar een familieweekend houdt. Jaar in jaar uit vo nd moeder Fietje het weekend ook geweldig, maar ze vond dat het met dat bier best wat minder kon. Onlangs kwamen twee neven De Vries elkaar in de sporthal tegen. Er volgde een kort gesprek. “Volgend weekend familieweekend, toch?” “Ja, dat klopt.” “Zorgen jullie voor het bier?” “Dat regelt mijn vader.” “Goed zo. Ik dacht een kratje of tien.” “Zo veel? Die kunnen nooit in de auto, er moeten ook nog mensen achterin.” “Anders laten jullie moeder Fietje thuis.” Ik kwam persoonlijk niet meer bij toen ik dit hoorde. De kop van Broer Konijn zag ik voor me. Ook om te lachen of eigenlijk meer om te huilen was het incident in Den Helder na afloop van Helder tegen Assendelft. Het was een degradatiewedstrijd die voor de Nieuwediepers fout afliep. Hairiks Jansen liet na afloop van de wedstrijd de scheidsrechter opzettelijk struikelen, waarvoor hij met rood werd bestraft. Het bericht deed mij denken aan al die keren dat ik de afgelopen jaren zijn naam op maandagmorgen in de krant las. In de verslagen over ZAP wel te versta an. Steevast een gele kaart voor Jansen van ZAP. Nu en dan werd de kleur geel afgewisseld met rood. Ik volgde Hairiks met speciale interesse sinds ik hem in de klas had gehad in de horeca-opleiding. Het stond in mijn geheugen gegrift dat er een mooie stageplek voor Hairiks was geregeld bij ‘La Place’ van V&D. Dat ging een paar weken goed. Toen kreeg de stagiair een waarschuwing van de bedrijfsleider. Zeg maar een gele kaart. Onze Antilliaanse vriend bemoeide zich meer met de serveersters dan met de gasten. Nog een paar weken later was het einde oefening voor Hairiks. Hij kon niet van de billen van de dames afblijven. Rode kaart voor Jansen! Altijd voorvallen, altijd incidenten, ontwikkelingen. En toch is het een keer genoeg om erover te rapporteren. Ook het columnistengilde behoeft afwisseling. Een nieuwe lente, een nieuw geluid. Staat op, scribenten!
-kk-
BIJLAGEN Verslagen van de wedstrijden van Junioren A (seizoen 1972 -1973) DE JUNIOREN 1: EEN VRIJGEVOCHTEN VOETBALPLOEGJE... Dat SRC op dit ogenblik slechts twee teams rijk is - junioren 1 en SRC 5 -die het door hen geliefkoosde soort voetbal geheel uit eigen vrije wil ten toon spreiden, is een zaak die door het bestuur nog altijd maar niet op de juiste waarde wordt geschat. Dit bleek het afgelopen seizoen reeds uit de overweldigende belangstelling van de zijde van bestuursleden en jeugdcommissie. Bij de aanvang van de nieuwe kompetitie is dit weer duidelijk naar voren gekomen in de vorm van een oefenprogramma, waarvan werkelijk iedere junior staat te watertanden. Afgelopen zondag was de tegenstander VZV en Teun Wit, onze nieuwe leider - deze man gaf overigens onmiddellijk blijk van een opbouwende kritische instelling, die absoluut perspectief biedt voor de toekomst - verzekerde, dat er niet méér van dergelijke partijtjes zouden worden georganiseerd, omdat de eisen van de junioren te hoog zouden zijn, en dé wijze waarop een vertrek in zijn werk gaat, schandalig is (minstens een kwartier te laat en afwezigheid van ten minste 1 man die al dan niet heeft afbericht.) Nu was daar zondag vrij weinig aan te doen , want enkele lerlandgangers hadden zaterdagavond de vakantiestemming definitief met whisky getracht weg te spoelen, doch waren daarbij zover gegaan, dat zelfs het bewustzijn schipbreuk ha d geleden. Bovendien hadden 3 spelers diezelfde zaterdag een zaalvoetbaltoemooi afge -wikkeld. Dit zijn natuurlijk geen wekelijks terugkerende toestanden en de hoop hoeft dan ook nog niet verloren te worden. Dat bleek alleen al uit de manier waarop er in dat veld gevoetbald werd, Jacob Zutt, Jack Ploeger (vrije verdediger) Jan Verduin (invaller voor Kees Dekker) en Rens Louter vormden de achterste linie, Siem Stam, Jack Verduin, Ad Vlam en Harry Deutekom stonden op het middenveld. Als spitsen fungeerden Gerard Beemster en Kees Kager, uw scribent. In deze opstelling werd de bal vaak minutenlang op sublieme wijze op de eigen helft binnen de ploeg gehouden, waarbij een ieder zijn balletje kon meetikken. Bij verrassing werd dan via enig rap sprintwerk aan een aanval begonnen, zo kon tot vijf keer toe de bal in samenwerking met de opkomende mensen te gen het net worden gedrukt. De VZV-zwakte mag natuurlijk niet onvermeld blijven - de bal werd dikwijls op haast kinderlijke wijze met een wilde trap omhooggetransporteerd om vervolgens automatisch door een SRC schoen te kunnen worden opgevangen - maar dat de bal binnen de Schager gelederen voortdurend van voet tot voet rolde, was zuiver eigen verdienste, want dat de mannen uit 't Veld een formidabele inzet aan de dag legden, mag blijken uit deze door één himner geplaatste opmerking: "Verdé, je loop van 't kassie naar de muur! "
De scheidsrechter begreep het ook niet zo goed: "Ik weet wel, dat jullie kunnen voetballen, jongens, maar een beetje meer tempo"!.
Kees Kager Facet 15/1972 NEDERLAND – WEST-DUITSLAND 2-1 In tegenstelling tot uitlatingen van de nieuwe juniorenleider Teun Wit (geen oefenwedstrijden vanwege te hoge junioreneisen) stond de dond erdagavond, volgend op de VZV-inmaak-zondagmiddag nagenoeg hetzelfde juniorenelftal op de eigen SRCzoden. Door bemiddeling van P. van Ham (?) en via een razendsnelle bestuursaktie was een Duits adspirantenteam (14-16 jaar) gekontrakteerd dat kampioen van Hamburg (?) was geworden en een gesponsord zomertoernee van vijf weken afwerkte door Nederland en Denemarken. Toen wij, de Schager jongens, volgens het gebruikelijke patroon slechts luttele minuten voor tijd het veld opdraafden, bemerkten we tot onze grote sch(r)ik aan de andere zijde een opponent, die ee n professionele warming-up van een kwartier juist zo ongeveer aan het beëindigen was, SRC startte mét Paul Redecker en zónder Jack Ploeger, die op grond van een hevige aanval van (ster) allures afbericht had, maar nu toch verschenen was en de tweede helft zou meespelen. Wel, dat de Hamburger Knaben fussballen konnten, was al snel duidelijk. Er werd van beide zijden erg fanatiek op de bal gezeten, er werd ook goed opgebouwd - een wilde trap is in deze wedstrijd niet voorgekomen - en opvallend was het feit, dat de Duitsers aanzienlijk direkter speelden en dus verrassender opereerden dan de SRC formatie. De Schager defensie - onder leiding van Kees Dekker - ving de aanvalsgolven weliswaar uitstekend op en wanneer de bal naar de middenlinie was doorgegeven, kon er met de beschikbare mensen enige tijd getikt worden, maar het nadeel van een aanval die bestaat uit twee spitsen, kwam onmiddellijk bloot te liggen,Beemster en Kager manoeuvreerden, switchten en sprintten wat ze konden, maar een zo goed en konsekwent op mandekking spelende Duitse defensie hoefde niet te zwichten voor de bewegingen van deze twee tekort gesteunde opponenten. De tweede helft, of liever gezegd. Jack Ploeger, bracht veel verbetering in de SRC -ploeg, Door de individuele kwaliteiten van deze voetballer kwam ook het loopwerk van de andere aanvallers veel beter tot hun recht. Uiteindelijk kwam de stand op een 2 -1 voor SRC. Kees Kager. Facet 16/1972 JUNIOREN TOCH IN HOOFDKLASSE Hoewel het er aanvankelijk naar uitzag, dat Ik u dit seizoen een uiters t saai feuilleton zou gaan aanbieden over de junioren-verrichtingen in de eerste klasse, heeft een protestaktie van het SRC - bestuur tot gevolg gehad, dat ik u de leerzame,
opwindende,
hartverwarmende, vrolijke en ten hemel schreiende geschiedenis kan gaa n doen, van hoe de junioren in een jaar tijd van de godzalige hoofdklasse, een lusthof van hier tot ginder gaan maken. Hulde aan het bestuur, dat hiermee dit team In plaats van een verloren jaar, een interessante competitie heeft geoffreerd. Wanneer we in de hoofdklasse kunnen storten, weet Ik niet, m aar wel heb ik vernomen, dat het bestuur zal proberen om de eigenlijk voor de eerste klasse -kompetitie geprogrammeerde wedstrijden voorlopig door te loten gaan als oefenwedstrijden, zolang er in de hoofdklasse nog niet kan worden begonnen. Twee eerste klassers zijn inmiddels aan de kant gezet; vorige week waren er zeer veel kansen nodig om het arme Con Zelo op 7-1 te zetten, en jongstleden zaterdag werd in de stromende regen het elftal van WIeringermeer met 6 -2 afgedroogd. Dit zijn uitslagen die er niet om liegen en we mogen dan ook aannemen, dat ondanks het verlies van Jack Ploeger, die bezig is een vaste plaats in het eerste te veroveren, een eindrangschikking met SRC in de middenmoot mogelijk is. Pikant detail: de kans is groot, dat de junioren van "Schagen" naar de eerste klasse moeten verhuizen, nu SRC een plaats in de hoofdklasse is toegezegd! Kees Kager. Facet 18/1972 SLECHTE JUNIORENSTART IN HOOFDKLASSE Nadat de A1-junioren enkele weken grotendeels waren uitgewaaierd over nagenoeg alle seniorenteams en verscheidene Grote Broeders -brigades hadden geiïispireerd tot het bouwen aan fraaie monsterscores via bezadigd, doch o zo sierlijk op -deplaats-rust-voetbal, diende jongstleden zaterdag plotseling een erg fel BOL zich als eerste hoofdklasse-opponent aan. Dat het de afgelopen weken te makkelijk was gegaan, bleek al duidelijk. Dit team vond het zalig om zich te verlustigen in allerlei aanvalspatronen, waaruit normaal gesproken enkele goals voortvloeien, maar als het om terugkomen ging, dan was vooral het middenveld niet thuis. En dat kun je je nu juist niet veroorloven in de hoofdklasse en helem aal niet als Rens Louter en Kees Dekker door absentie een hevig verzwakte defensie achterlaten. Voeg daar nog bi j dat de BOL-aanval enkele uitstekende voetballers telde en het was niet vreemd meer, dat er na 90 minuten vier goals op de teller stonden (en dat viel dan nog mee). Nu moet u niet denken dat S. R. C. volstrekt niets terugdeed, want het laatste kwartier van de eerste helft stond de BOL-formatie onder grote druk en de leden hebben toch wel grof gezwijnd toen de scheidsrechter na een Stam -aktie een BOLhandsbal niet met een penalty maar wel met het rustsignaal honoreerde. Het eerste kwartier na de wissel werd ook nog aangegrepen om te drukken, maar toen uw scribent de 1-0 achterstand eindelijk had genivelleerd werd de defensie nog sterker verwaarloosd. BOL profiteerde. Beemster scoorde nog tegen en daarmee was het 4 -
2 verlies een feit. 't Is te bidden dat Kees D. als Grote Organisator terugkeert, zodat Harry D. weer als verbindingsman kan fungeren. Kees Kager. Facet 21/1972 JUNIOREN SRC - ALCMARIA VICTRIX 2-0 De tweede competitiewedstrijd in de hoofdklasse is door het Al team aangegrepen om de eerste punten binnen te halen. De nu dan eindelijk definitieve opschuiving van Kees Dekker en Jack Ploeger naar het eerste, noodzaakte deze juniorenbrigade om in overleg met de begeleiders Peter Groenveld en Teun Wit hier en daar danig aan de opstelling te sleutelen, waarvan de volgende fantasierijke plaatsbezetting het gevolg was. Voor Bert Russer en Gerard Beemster midden; Jack Verduin, Ad Vlam, Kees Kager en Jos Pauw (Harry Deutekom had afbericht gedaan); achter; Rens Louter, Jan Verduin, Siem Stam (ausputzer!!) en Jacob Zut. In het doel stond de deze keer zeer betrouwbare Kees Verboven. In hoog tempo werd de bal in de eerste 45 minuten naar het Alkmaarse doel voortgejaagd. Dit gebeurde nu eens tikkend, waarbij het leder door zoveel mogelijk vrijlopende schoenen werd a angeraakt, dan weer via zorgvuldige dieptepasses op de twee erg snelle spitsen. De laatste methode bleek de meest effectieve te zijn; tweemaal spurtte Bert R. de diepte in, tweemaal pikte hij de bal op, trok hem voor en ook tweemaal scoorde Gerard B. met een tomeloze inzet werd deze voorsprong tot de rust verdedigd, en er werd nog serieus getracht haar te vergroten, maar in de tweede helft was de instructie van hogerhand: louter consolideren. Dat was een kolfje naar de vermoeide juniorenhand, want het is gemakkelijker doelpunten te voorkomen (als de defensie maar goed georganiseerd is, en dat was ie!) dan om voortdurend over te schakelen van verdediging op aanval en andersom. Het middenveld leverde nu de ruimtedekking, de defensie stopte de doorgebroken Alkmaarders af, de spitsen zorgden regelmatig voor opluchting en Siem Stam slaagde voor het examen: ausputzer spelen. Kees Kager. 22/1972 ONGELUKKIG JUNIORENVERLIES TEGEN HELDER (1-0) Een week na de Alkmaria-zege moesten de SRC junioren in Den Helder aantreden tegen hooggenoteerde Helder formatie. Na een alleszins slechte eerste helft. Helder speelde pressievoetbal, onze spitsen stonden "vast", het middenveld kon geen vuist maken en ook de laatste linie werd uiterst onzeker door het gewemel van mensen op zo'n kleine mimte, volgen er 45 uitstekende SRC minuten waarin nu juist de tegengoal viel. De als ausputzer geprolongeerde Stam zou even over de middellijn opruimen. De siem -knal stuiterde via de opgestoken armen van de aanstormende Helder spits achter de defensie tegen het gras, dezelfde spits (ook niet gek) liep door en kon gemakkelijk scoren.
"Zuiver gezichtsbescherming" was de arbitrale repliek op het handbalcommentaar van de groen-witten. Na dit voorval in de beginfase is Helder de verdere tweede periode in de verdrukking geweest. De middenlinie stuwde nu en dat had 2 g unstige effecten: de defensie kreeg nu de ruimte om de buiten-spelval feilloos te openen en de aanval kon nu gevaarlijk worden. Vrije trappen gingen rakelings over de deklat, kopstoten van Beemster werden gestopt, alleen voor de keeper schoot dezelfde Beemster erg hard tegen de goalie aan,de terugkaat-sende bal werd door Kager (ja, precies staat onder dit stukje) hoog overgenageld. Even later verhinderde de doelman middels een uitschietende rechterarm de allang verdiende penetratie. Geen doelpunten deze keer, maar als je nagaat, dat dergelijk ondermaats voetbal in de 1e helft en een uitstekende tweede periode toch normaal gesproken goed zijn voor één punt, dan begrijpt u dat dit team a. s. zondag in de topper tegen .Hollandia zeker niet kansloos is. Kees Kager Facet 23/1972 A1 JUNIOREN: 0-0 TEGEN SCHAGEN Koploper Schagen (12 uit 8) en hekkesluiter SRC (2 uit 3) hebben elkaar jongstleden zondag volledig in bedwang gehouden. Dot de stadgeno ot niet tot scoren kwam, was de verdienste van een hechte SRC - defensie met K. Verboven als betrouwbaar sluitstuk, moor de maagdelijke nul aan groene zijde was helaas het gevolg van de machteloosheid die de aanval ten toon spreidde. Vertrouwend op de snelheid van onze twee spitsen speelden we met een teruggetrokken middenveld om zo de ruimte te scheppen die een scherpe dieptepass nu eenmaal vereist.Een reëel concept dot aangepast is aan het aanwezige materiaal, maar wat te doen, als blijkt dat de opponentiele verdediging nog sneller voortzoeft dan de eigen spitsen dat al doen? Dan moeten snelle combinaties via opkomende backs of middenvelders paniek zooien op de vijandelijke helft en zoorgen voor de doorslaggevende goals. "Precies", zult u zeggen en dat zeiden ook de junioren. Alleen is het jammer, dat ze tot deze brain-storm kwamen toen er al 90 minuten gevoetbald was. Nu bleef het bij dieptewerk, en u begrijpt d at door alle vruchteloze pogingen het Schagen team nog bijna de kassa deed rinkelen, 't Was echter voor een juiste afspiegeling van de krachtsverhoudingen niet meer d an juist dat W. Stuurman de kans van de wedstrijd miste en daarmee SRC het welverdiende punt schonk. Oh ja, ausputzer S.S. laat u langs deze weg weten, dat in de laatste 3 wedstrijden slechts één bal het SRC-net kuste, 't Is m aar, dat u het weet! K.K. Facet 25/1972 JUNIOREN 1 - 2 WEDSTRIJDEN - 3 PUNTEN Vanwege de grote wedstrijdachterstand (5 stuks) kregen de junioren dit week end.een dubbele voetbalportie te slikken. Een blik op d e standenlijst leerde ons, dat zowel van Jong-Holland (zaterdag) als van Foresters (zondag dus) minimaal 1 punt diende te worden afgesnoept. Met A. Pater voor B. Russer in de ploeg (van Etten weigerde deze super appelenverkoper vrijaf te geven) snelde SRC zaterdag uit de startblokken tegen een zeer matige (dat bleek spoedig) opererende Alkmaarse formatie. Siem S. haalde ondanks enkele al te stroperige bewegingen in de eerste helft, een dikke voldoende en dat was medebepalend voor een vrijwel constante groene agressie. Toch kreeg het stuwende middenveld (Ad Vlam blonk uit) nog geen loon naar werken. Pas toen Kager kort na half-time een messcherpe Deutekom -pass
tegen het jonge Hollandnet had gepunterd, gebeurde dat. Dit was voor de gasten het sein om iets terug doen. Uit een corner ontstond een vrij ongevaarlijk ogende scrimmage, waarin Jack V. een Alkmaarder net iets te doorzichtig een fikse duw verkocht. De zwarte leider pruimde dit niet en de bal ging op de stip. Toen de penalty eenmaal beheerst in de onverdiende gelijkmaker was omgeturnd voerde keeper Verboven zowaar nog een kostelijke show op. Kees poeierde de bal vanuit het net absurd hard het B-veld op en bleef toen met een bokkepruik-achtig gezicht wachten op de onvermijdelijke arbitrale reprimande. Na dit incident is SRC nog zo'n 20 minuten domweg op het doel van de kaasboeren afgestormd zonder gebruik te maken van een dieptepass, waarop de Alkmaardefensie al veelvuldig had misgetast. Enfin, zaterdag dus 1 punt. 't Was de leiding op een drieledig kassag erinkel, want zondag zouden nog eens twee punten in de SRC buidel verdwijnen. In Heiloo ging het allemaal veel beter, 't Zat achter potdicht en op het middenveld kombineerde men bij het leven. Kager moest de teruggetrokken spits fi ngeren, de ballen verdelen tussen Bert R. en Gerard B. en inlopen op eventuele trekballetjes. Allés liep op rolletjes, alleen kwamén de voorzetten nog niet door. Maar geen nood, want in een vlaag van verstandsverbijstering ging diezelfde Kager (z'n naam staat er weer onder) onverwachts alleen door en scoorde. Toen begonnen de Foresters aan te dringen en tot grote-SRC ontzetting werd een tot dan toe via de buitenspel val meesterlijk bezworen offensief bekroond mét een afstandsschot waar onze goalie finaal onderdoor liep. Na de rust één grote SRC show met een alles goedmakende Kees Verboven en een heersersroi spelende Harry Deutekom aan het hoofd. Voortreffelijk juniorenvoetbal, dat in de laatste minuut beloond werd middels een Kager-worsteling met happy-ending. 1 - 2. Kees Kager Facet 26/1972 JUNIOREN WEER MET ÉÉN BEEN OP DE GROND Na het glorievolle vorige weekend zijn zondag jl. enkele stiekumme (kampioens) dromen tot de juiste proporties teruggebracht. Als we het duel tegen nieuwe en volgens voorlopige koploper Hollandia genadeloos analyseren moeten de volgende letters u onder ogen komen: SRC - dekassering in (vooral) fysiek, technisch, taktisch, en snelheidsopzicht. Grote Hollandianen klopten de SRC-ers nu eens op snelheid solerend (2 doelpunten) dan weer met de afgemeten dieptepassjes waarmee uit onverwachte hoeken inlopende middenvelders (de groene verdediging blijft ten onrechte staan voor buitenspel) driemaal raad wisten. Een verdiende Hoornse overwinning dus, maar toch h ad er voor SRC meer in kunnen zitten. Na de 1 - 0 begon SRC erg ver op te rukken. Dit zou normaal gesproken voor Schager vreugde hebben gezorgd, m aar de arbiter zorgde voor een desillusie. Eerst werd Kees K. met een leeg doel voor zich tegen de grond geduwd, vervolgens maakte een opponent hands binnen de beruchte lijnen. Even zoveel keer volgde er bij gebrek aan scheidsrechterlijk gefluit een razendsnelle Hollandia rebound met dodelijk SRC-ofloop. Met een 0-3 ruststand was het in feite ol bekeken. De 2 - 2 uitslag van de tweede helft: eerste goal : Louter passt, Peter Verboven wordt onderuitgeschopt en Sam stuurt vanaf 11 meter de keeper naar de verkeerde hoek; tweede goal: Ad Vlam trekt laag voor, Kager pantoffelt de bal via onderkant lat achter de lijn : bracht de Hollandia ploeg met de 0-3 van de eerste periode erbijgeteld een 2-5 zege. maar door het wrange penalty - bijsmaakje (bovendien deed Beemster niet mee) sleurde deze partij de junioren slechts met één been vanuit het voetbal wal h al la op de grond.
Zondag tegen HSV volgt het andere been. Of zegt het niets dat deze nummer twee de Hollandia-ploegt met 2-0 verslaat? Kees Kager Facet27/1972 JUNIOREN: VIER UIT TWEE (4 uit 2:) Afgelopen weekend hadden de junioren A1 eindelijk weer eens de gelegenheid om iets te doen aan de grote wedstrijd achterstand BOL (zaterdag) en Berdos (zondag) dienden beiden verslagen te worden om zowel het moreel als het puntentotaal tot een iets gezonder niveau op te vijzelen. Zaterdag leek dit Ideaal al de mist in te gaan, wat Rens Louter, Bert Russer (niet, zoals eerder verm eld bij van Etten in dienst) en Jan Verduin moesten verstek laten gaan. 't Werd derhalve "de wedstrijd van de invallers". Niet alleen omdat Jan Schaafsma, Sjaak Beentjes, Wim Wijnker (eerste helft) en Paul Redecker (2e helft) ; meededen, maar vooral ook op de manier, waarop dat gebeurde! Tegen dit BOL konden deze B-junioren uitstekend meekomen. Jan S. schakelde de rechter' BOL-vleugel zo goed als helemaal uit en waar K.K. (1x lat, 5x keeper) en Gerard B (2x hout, 2x voorlangs) hopeloos faalden, daar legde Sjaak B. tot tweemaal toe de bal koelbloedig in het Langedijker net. Vooral vóór de rust werd er zeer sterk getikt en het was dan ook niet zo vreemd, dat na de traditionele 0-1 achterstand eerst uit een scrimmage bovengenoemd talent en vervolgens Gerard B. (keeper Verboven trapt uit, Beemster springt en scoort) de bij gelegenheid rode brigade aan een verdiende 2-1 voorsprong hielp. In de tweede periode deed BOL na een snelle Beentjes -openingsgoal niets anders dan aanvallen. Dat de opponent maar êên doelpunt op 't telraam kreeg, was tekenend voor de bekwaamheid van Stam c.s. Een 3-2 overwinning dus en tevens de eerste 2 punten. Zondag een compleet Al team en dat was gezien de hardheid van Berdos maar goed ook. In de eerste helft alles weer SRC wat de klok sloeg. Aanvallend konden de Bergenaren (nog) geen winst maken en op het middenveld werden ze volkomen weggetikt. Maar, wanneer de bal aan het SRC front kwam, dan stonden er telkens wel vijf gereed om de Schager aanvalsstoten te breken. Bovendien liep uw reporter de ballen veel te gehaast en dus onzorgvuldig over links en rechts te verdelen. Dat er toch een gelijkmaker werd geboren - Ik hoef natuurlijk voortaan niet meer te vermelden dat we met 1-0 achter zijn gekomen - was dan ook het gevolg van een communlcatiestoornis in de defensie van de kustbewoners. B. Russer plaatste een corner laag en scherp voor doel; Berdos wacht: J. Verduin niet en de ruststand is daarmee terecht 1-1. De volgende drie kwartier speelde zich af op de ‘groene'helft. Berdos nam het wapen van het offensief ter hand. De voordelen waren, dat Siem S., Jac. Z. en Rens L. hun kwaliteiten eens ruimschoots konden etaleren en dat de spitsen meer ruimte kregen. Alleen is het dan vervelend dat de oververmoeide middenlinie geen afgemeten passes meer weet te geven. Twee keer gebeurde dat wel; Beemster brak een keer door, Kager miste en de andere keer wist dezelfde Kager iets goed te maken door de bal van 16 meter in de kruising te jengelen. Eindstand 1-2.' Kees Kager. Facet 30/1972 Junioren: SVW – SRC 2-2 Tegen alle verwachtingen In moésten de junioren dit weekend ondanks allerlei afgelastingen -voorspellingen in Heerhugowaard aantreden tegen een "te pakken" SVW. De eerste helft bracht een slecht voetballend team.
In de defensie was nonchalance troef, In de middenlinie heerste teveel onrust - het gebruikelijke breedtespel ontbrak ten volle - en de voorhoede bewoog zo weinig dat men van achteruit slechts het wapen van .dieptepass kon hanteren. En daarmee weet een team als SVW nu net wel raad. Immers, om één of andere onverklaarbare reden blijken jongens die onder het motto: "Lange bal en rennen m aar" het veld op komen tevens meesters In de sliding te zijn. Dom SRC voetbal dus. Alleen uit een statische situatie kon er nu gescoord worden. Louter corner de bol hooggvoor; Beemster kopt en de ruststand is 1-1. (We stonden eerst uiteraard met 1-0 achter). No enkele schrobberingen van coach Groenveld werd er in de volgende 45 minuten wel uitstekend in de breedte gevoetbald. Na een goal in de eerste minuut van dezelfde Beemster - Buter rukt op, trekt voor, Beemster doet eerst onhandig, komt met z'n rug naar het doel te staan, draait en scoort - werd er via erg fraai tik- en schuifwerk een rijtje drooimkansen geproduceerd, wat zeker 4 à 5 doelpunten van allemaal verschillende mensen had moeten opleveren. De verdediging stond een half uur long zo te genieten van de groene overmacht, d at ze bij één van de schaarse SVW - probeersels vergat om de mannetjes of te dekken. De Heerhugowaarders profiteerden onmiddellijk (2-2) en gaven daarmee aan, dat de overmacht voor een groot deel onmacht is geweest. Kansen zijn er om benut te worden. Nu mocht SRC nog blij wezen met het éne punt dat keeper Verboven in het slotkwartier uit het vuur sleepte. Kees Kager. Facet 31/1972 JUNIOREN WÉÉR EEN PUNT. Evenals het vlaggeschip van onze vereniging moesten de junioren zondag j. I. naar Heiloo. Het ontbreken van G. Beemster en J. Zut én de tweede.plaats von HSV op de ranglijst rechtvaardigde uiteraard de defensieve instelling von SRC. Toch werd de groen-witte formatie in het eerste kwartier overrompeld door het tempo en de individuele kwaliteiten von een heel flink aantal HSV-ers. Omdat A. Pater nog wat moest wennen oon de taktiek von de Stam -defensie, mislukte de buitenspelval regelmatig. Ook de Heilooër corners konden zomaar bij vrijstaande - maar slecht schietende HSV-spelers - terechtkomen . Toen SRC van de eerste minuten schrik was bekomen, ging het beter. De praktisch alle onder regie van H. Deutekom staande tik-combinaties begonnen hoorbaar te klikken, moor bij gebrek aan opkomende Schager mensen moesten de uitvoerders ervan zich i.p.v. met de doelpunten alleen met draaierige Heilooërs tevreden stellen. Was in het begin van de wedstrijd SRC overspeeld door foefjes von een aantal tegenstanders, in de tweede helft bewezen de groen -witten dat je met samenspel niet alleen algemene spelvreugde ontketend, m aar ook minstens zo goede resultaten behalen kunt. HSV werd bij vlagen weggespeeld en ter completering van de verschillende bewegingen werd uw verslaggever viermaal alleen op de keeper afgestuurd. Tweemaal vond hij het verstandiger om een gat in het groene tapijt te boren, tweemaal deed de keeper van de opponente fabelachtige dingen. Dit alles zorgde er in elk geval wel voor ctat SRC steeds zekerder begon te voetballen. Het laatste fluitsignaal deed dan ook eerder de bewoners van de "Willibrordes - stad dan die van de "Magnus-veste" opgelucht ademhalen. Kees Kager.
Facet 32/1972
BLOED AAN DE PAAL STRONT AAN DE KNIKKER " Een derby wordt in Schager voetbalkringen steeds meer van een partijtje -op-hetscherp-van-de-snee tot een vlakke vertoning; de tegenstellingen op velerlei gebied nemen.immers mettertijd af in scherpte. De handbalsters van beide plaatselijke sportverenigingen echter kennen dit woord zo'n grillig re-lief toe, dat de aandachtige toeschouwer bij de wedstrijd SRC - Schagen behalve van 50 minuten handbal .ook nog eens kan genieten van een partij duwen, trekken, knijpen, gillen, vloeken, shirtje trekken en broekje vasthouden. Ook hele series judogrepen en vinnige omhelzingen horen erbij en het is niet te geloven dat de dames tussen alle guerilla -bedrijven door ook nog de tijd vinden voor een aantal heel aardig akties en achttien doelpunten -intotaal. Elf oliebollen moest de Schagen-keepster op deze oudejaarsdag uit haar braadpan vissen, Ien Schaaf kreeg er zeven te slikken. Een 11 -7 over-w inning dus, die volgens mijn ondeskundig handbaloog net zo goed i n geel-zwart-voordeel uit had kunnen vallen. Immers, beide teams beschikken over twee top-schutters (SRC Ria Kager en Hennie Schlumann, Schagen,: gezusters Stuurman) een grandioze keepster (SRC: Ien Schaaf, Schagen: Henriette Schoen - deze keer geblesseerd en een aantal storende elementen die weinig voor elkaar onderdoen . Alleen is de "semischutterij" bij SRC beter verzorgd: Riet Redecker, Ank Kager en Tiny Huyberts. Die heeft nu de doorslag gegeven samen met het optreden van Trudy Kroon. Geja Stuurman werd grotendeels door haar uitgeschakeld en in de tussentijd scoorde ze ook nog 2 goals. Resten nog te vermelden de penalty die - zoals gewoonlijk - door keepster Schaaf werd gestopt en de schitterende Schlümann -goal die ten onrechte werd afgekeurd (Hennie-S. passeert al dribbelend 3 vrouwen, springt op en keilt het leer nagelhard langs de suizebollende Schagen-keepster, KEES KAGER Facet 1/1973 JUNIOREN: WAT EEN DOELPUNTEN De wisselvalligheid van de A 1 junioren begint zo langzamerhand alle proporties te buiten te gaan. Het is vooral de deterministische instelling (d.w.z. de omstandigheden maken de voetballer) die het mogelijk maakte, dat er de laatste drie wedstrijden achtereenvolgens met 5-0 en 6-1 werd verloren en met 8-0 werd gewonnen. Hoe is de zaterdagavond verlopen? Ben ik niet een beetje geblesseerd? Hoe ligt het ve ld er eigenlijk bij? Zijn er geen betere ballen? Waarom moeten we voetballen als het zo koud is? Noem je dat ook nog een scheidsrechter? Hebben we vandaag wel zin om te voetballen? U zult het niet geloven, maar dit is nog m aar een kleine greep uit het uitgebreide assortiment geemmer dat de entourage vormt bij iedere juniorenpartij. Tot op zekere hoogte valt er toch wel wat te zeggen von de standaard -uitdrukking von good old bertus zut: "Niet luik, foetballe moete jullie!". Omdat ik beschrijving van de omstandigheden minstens zo belangrijk vind als het geven van wedstrijd-analyses (U ziet: ik ben ol even verdorven als de rest) is er nu weinig ruimte meer voor wat voetbal indrukken. Daarom deze verkorte aanbieding: Vorige week: SRC-Zouaven: 0-5. Een wedstrijd die bij uitzondering door Siem Stam van Facet - commentaar zou worden voorzien. Siem vond echter, dat de partij helemaal niets voorstelde, hij heeft er dan ook niets over geschreven. Bovendien
heeft hij volgens mij voorzien, dot er kopy binnen zou kome n voor zeven (7!), ja inderdaad voor zeven (dus 7!) pagina's kerknieuws. De ploeg had geen zin, en er werd dan ook niet gevoetbald. "Een hart voor de vereniging hebben" is hiermee definitief een historische uitdrukking geworden. Het was zelfs zo erg, dat bij een 0-4 stond Rens Louter alleen op hem afkomende Souwaaf erg hard "boe I" toeriep . Dezelfde Souwaaf loste de situatie handig op door de Louter-koe gewoon voorbij te lopen en te scoren: 0-5. Zaterdag: Jongholland - SRC: 6-1. Met vier invallers moesten we ons tegen deze fysiek erg sterke tegenstander op de been zien te houden. Dit lukte aanvankelijk erg aardig, Paul Redecker bracht de stand met een prachtig schot op 1-0, maar toen begon ausputzer Stam het bekende voetbal-klaverjassen in te voeren. Nonchalance was daarbij steeds troef en het was dan ook niet zo vreemd, dat de stand regelmatig werd opgevoerd door het ook niet gekke Jongholland-team. De 6-1 einduitslag was dan ook vooral voor de hardwerkende invallers onuitstaanbaar. Zondag: SRC-HRC: 8-0. U moet nu niet denken, dat ze nu helemaal nooit willen, die junioren, want dat is wat te overdreven gesteld. Dat ze wel voetballen KUNNEN, bleek bij vlagen tegen de helderse HRC. Acht doelpunten kwamen middels kuk tik-, sprint- of solowerk op naam von Beemster (3), Russer (2), Stam (penalty), Koger een prachtig terugspelende racingverdediging. Daar tussen door werd er veel te veel gepingeld, te slordig gep assed en vooral te veel gepraat. Rest mij nog te vermelden, dat Siem S. aanmerkelijk beter voldeed en dot Jan Verduin als ausputzer ronduit goed was. Kees Kager. 3/1973 S. R. C. HANDBAL: KANSLOOS Met duidelijke cijfers kregen de dames van trainer-coach van Loon zondagavond klop van lijstaanvoerder IHC. Via een 6-1 overwinning wist het circus uit Julianadorp de voorsprong op nummer twee, SRC uit te breiden tot acht punten. "Snelheid" is een kreet die de groenwitte handbalsters nogal eens toegefluisterd krijgen van elkaar, de begeleiders en de vaste suporters kluit. Men bedoelt dan waarschijnlijk, dat een ieder moet trachten haar benen met een zo kort mogelijke tussenpoos voor elkaar te plaatsen, daarbij steeds in staat zijnde het leder bij toewerping te controleren en vliegensvlug en haarzuiver weer naar een co equipienne te verzenden om zo de vijandelijke verd ediging eerst te doen lucht happen, vervolgens te doen suizebollen en tenslotte bij de genadeklap te doen neerknielen. Van de twee bovengenoemde motorische vaardigheden beheersen Kees z'n schatjes er één ten volle en één ten dele, als we die vaardigheid te nminste toetsen aan het voor deze opponent noodzakelijk niveau. Hard rennen kunnen ze wel, maar de baltechniek is nu niet direct perfect te noemen. De slordigheid die zondag met alle overhaaste bewegingen gepaard ging, stond iedere vorm van succes in de weg. "Maar" zal de slimme lezer zeggen: "Als je eigen team bij balbezit slecht draait, kan je altijd nog voorkomen, dat de tegenpartij jouw opeenhoping van verdedigen doorboort! ". Inderdaad en dat deed SRC ook zeer consequent. Er kwam geen bal door.het gordijn voor keepster van Loon. Wèl vlogen er zes over heen. IHC had namelijk twee potige huisvrouwen van gevorderde leeftijd meegebracht, die door hun zwaar en langlijvigheid én hun door de bollenkisten getrainde armspieren de bal zo'n grote versnelling wisten te geven dat deze met een duizelingwekkende vaart tegen de touwen
gierde. Zesm aal was het raak;alle overige pogingen van de dorpelingen werden door een IJzersterk keepende Ien van Loon onschadelijk gemaakt. De enige Schager treffer kwam op naam van Trudy Kroon uit een van de weinige goed lopende SRC aanvallen. Kees Kager Facet 4/1973 JUNIORENPOSITIE: DUBIEUS Twee punten vormen de "oogst" die de SRC junioren uit de laatste vier wedstrijden binnenhaalden. Drie verliespartijen (Zouaven, Jong Holland en Berdos) deden de kassa evenzoveel malen aan de negatieve zijde rinkelen. Zondag was Berdos de gelukkige ploeg die in Schagen even twee winstpunten op mocht strijken. Vijf en veertig minuten liep de bij gelegenheid in het rood gestoken Schager brigade met de Bergenaren te "spelen". De defensie kwam nauwelijks onder druk te staan, de middenlinie combineerde vlotjes en in de aanval spelende Bert Russer zijn beste wedstrijd van dit seizoeh. De gebruikelijke 0-1 achterstand (Jan Verduin maait over een laaghuppelend been, een kustbewoner hoeft alleen nog maar 20 meter door te lopen en het leer in de lange hoek te lepelen) moést dan nog wel genivelleerd worden. Eerst ramde Kager een Russer trekbal op de paal; even later liep de overigens voortreffelijke Berdos -keeper ondereen hoge voorzet door en kon Stam van 1 meter hard inschieten. SRC bleef sterker, maar de zoveelste lulligste tegencoal (keeper Verboven wil uittrappen, trapt echter in de grond en een Berdosser kan de op hem springende b al in het lege doel lellen), zorgde voor een 1-2 ruststand. De tweede helft liet nog tien minuten goed SRC voetbal zien. Drie kansen waren er het gevolg van: eerst kopte uw reporter op de lot, toen schoot hij alleen voor de keeper erg hard tegen hem aan, bij de derde mogelijkheid wisten Jack Verduin en weer Kager niet, wie een Louter-trekbal op de pantoffel zou nemen. Hierna begon de Schager machine te haperen: stop-, plaats- en passwerk werden steeds onverzorgder en het was Berdos dat in de slotfase met twee gave treffers de zege veilig stelde (4-1). Dit alles houdt wel in, dot de SRC positie op de ranglijst erg dubieus begint te worden. De kwaliteit die er toch in het team rondloopt, had de ploeg allang op de vierde of vijfde plaats moeten doen belanden. Het programma echter dat nu in het verschiet ligt, kon alleen nog moor een middenmoot-plaats in de eindrangschikking opleveren.Kees Kager Facet 5/1973 HOLLANDIA ÉÉN GOAL, TWEE GOALS, DRIE GOALS ENZ. Zondag speelden,de Hollandia junioren in de Hoornse modder een gemakkelijke winstpartij tegen een ploeg uit Schagen. Vlot combinerend denderde de aan valsmachine van de hoofdklasse-koplopers in de richting van de Schager doelmond. Daar stond dan "sootje heikneuters" dat de bal met een enorme roei naar voren joeg, waar de beeldschoene Esther, ausputzer der Hollandianen, alweer klaarstond om zijn mannen weer van voren af aan te laten beginnen, 'n Eén - tweetje zus, een solootje zo, een voorzet, links, een kopbal rechts, een hakje hier, een kneiter daar. Alles kon, niets was te gek. Twee doelpunten voor de thee, zes erna. Acht goals in totaal waren de beloning van de voortreffelijk draaiende, keihard werkende Hoornse ploeg. Wat de tegenstander er tegenover stelde, hield erg weinig in. Bijzonder langdradig tikwerk, dat meestal door onbeholpen geklungel stukliep, was welgeteld één keer goed voor een doelpunt. Verder wist een nogal sloom figuur een vrije trap
keurig in de hoek te leggen en zorgde een Hollandia verdediger met een fraai boógballetje voor de derde Schager treffer. De groenwitte ploeg wist zich, ondanks serieus voetbal het telraam enkele minuten na de rust een 4-1 achterstand aangaf, opvallend goed te vermaken met grappige opmerkingen en allerlei komische situaties die een krankjorumme arbiter op onnavolgbare wijze reg isseerde. Ze liepen maar wat door elkaar en bij het laatste fluitsignaal dat zo mogel ijk nog oorverdovender was dan alle voorgaande samen, beëindigde de voorhoede zijn functie van gelegenheidslaatste linie en sloot de achterhoede een periode of, van kijk-eens wat-een-mooiebloemen-er-in-het-andere-doel-groeien. Dat is alles wat ik u vanuit Hoorn kan vertellen. Alleen nog de naam van de Hollandia-sparring-partner: die luidt:- oh ja - SRC!" Kees Kager 6/1973 CARNAVAL, SCHEIDSRECHTERS, PENALTIES, DOODZIEK Om kwart voor elf stonden 11 junioren voor de 'rooie liw' in een opgewekte stemming. De reis ging naar Grootebroek, Zouaven. De wedstrijd begon met een serie Grootebroeker aanvallen, opgezet onder het motto: hard en (soms) hoog. Harry D. verhuisde van het middenveld naar de ausputzer-plaats en Jan ging een doelpunt maken, 1-0. Na de rust door een combinatie van Beemster, Kager en Verduin: 2 -0. Er waren al 85 minuten verstreken toen Zouaven op 20 meter van het src-doel een vrije trap mocht nemen. De bal rolt naast het doel en wie schetst de verbazing van 22 spelers, toen de scheidsrechter zei: "Die jongen werd vastgehouden". De Zouaven waren sprakeloos, maar de SRC jongens schreeuwden dan voor 22, Dertig sec, na deze idiote gelijkmaker gaf Rens L. een Zouaaf zo'n daverende opdonder, .dat de hevig geschrokken arbiter doodsbang affloot. De junioren waren ziek van de vent, doodziek! N.N. Facet 10/1973 SVW BOOS, SRC BLIJ Nadat vorige week een of andere grappenmaker getracht heeft u te vertellen hoe de junioren op carnavalleske wijze met 1-1 gelijk speelden tegen Zouaven is nu de eer dan hopelijk weer aan mij om u de 4-2 zege op SVW te schetsen. Niet Paul Redecker (hij blijft hardnekkig weigeren in het A1-team z'n balletje mee te trappen), maar Arie Rentenaar was zondag de uitstekende vervanger van de geblesseerde Jan Verduin. En juist hij prikte al na 10 - alles - voor - SRC-minuten vanaf de 16 meter lijn een Beemster-trekbal in het linker zijnet. Erg lang tikte, passte, speelde en dartelde de Schager formatie na die 1-0 dat het een lieve lust was, zonder dat de Heerhugowaarders er ook moor iets tegenover konden stellen en (wat erger was) zonder dat zich in feite ook m aar één mogelijkheid op 2-0 voordeed. Pas kort voor de rust sloeg SRC hard toe. Eerst ontving Beemster een lange Kager-pass, ontdeed zich van twee (aanhangsels) en lobte de dik verdiende 2-0 op het skorebord. Even later sloeg een radeloze SVW-er al te opzichtig met de hand de bol voor een aansnellend racing-lichaam vandaan en dat was voor de arbiter aanleiding tot een het uitdelen van een penalty met het 3-0 gevolg vandien, maar voor enkele stijfkoppige "kool-verbrouwers" tot het inzetten van een scheldpartij in driekwarts en een rampartij in vierkwarts maat, welke laatste in de tweede helft wegens doorslaand sukses werd geprolongeerd. Tja, de knapen kregen toen door het snel aan tempo inboetende SRC-spel teveel gelegenheid om hun agressiviteit op de rood -wit gekleed gaande "Groenoorders" bot te vieren. Twee kommunikatie -stoornissen in de
achterhoede waren goed voor even zoveel SVW-doel-punten en het valt dus niet zo moeilijk te raden, dat de veel besproken SRC-junioren blij waren, toen 1 minuut voor tijd Siem Stam na een prachtige Beemster snoekduik zijn tweede strafschop in het Heerhugowaardse net schoot. Toch goed, die 4-2. Kees Kager Facet 1111/1973 RARITEITEN ZIJN DE FEITEN De junioren kunnen nooit eens een wedstrijd gewóón verliezen. Altijd gebeuren er van die merkwaardige dingen, waardoor aan ieder met zo'n smaakje van 'gatverjakkes' in de mond van de voetbaltafel opstaat. Ook zondag was vreemdsoortigheid weer troef en dat uitgerekend tegen het gangsterteam van Helder, dat de eerste confrontatie via een uitgesproken handsbal met 1 -0 winnend had kunnen afsluiten. Geen kans hadden de elementen uit de marine -stad nog gehad, toen na 20 minuten een figuur dat de geschiedenis in zal gaan als "Het Adelborstje'', een corner nam. Met behulp van de (te) krachtige wind suisde de bal over een verder uitstekende Kees V. heen tegen het net. Zonder te beseffen, dat de wind in de tweede helft de src-shirts voorwaarts zou blazen, stortten de groen-witten zich toen met teveel mensen in de aanval met als gevolg, dat de 2 minuten voor rust drie Helder-spelers frank en vrij klaar stonden om een van keeper Verboven z'n handen springende kogel tegen de touwen te lopen. En tegen de junioren -principes indruisende "hoog-voor-het-hok-show" moest na de pauze uitkomst brengen. Eerst zorgde Rens Louter voor een hartverkleumende serie vrije schoppen, waar niemand iets mee kon doen. Vervolgens schopte dezelfde Louter een aantal wanstallige "profs" op een afzichtelijke manier tegen het gras. Daarna ontnam nog steeds dezelfde Louter z'n eigen ploeg een goal, want toen Gerard B. een vrije trap van Siem S. nagelhard in de kruising joeg, liet hij uit de Helderse muur op de grond vallen. "Geen comedie", riep de scheidsrechter en hij gaf Helder een vrije schop. Even later deelde de man een penalty uit aan SRC om vage hands -redenen. Op appél van de tegenstanders raadpleegde hij eerst nog even de Helderse vlaggenier. Deze - ook niet achterlijk - zei, dat er niets aan de hand was en de penalty werd omgezet in alweer een vrije bal voor de "noordelingen". Nog steeds geen Schager doelpunten dus. Ook schoten van Rentenaar, Vlam, en Kager wilden niet langs de vuisten van de doelman glippen. Pas vlak voor het einde moest de flyin g keeper capituleren, toen Stam een Russer-kogel op de lat via een kopstoot verzilverde. Een 1-2 nederlaag en een bijzonder vervelende voetbalwedstrijd. Kees Kager. P.S. Mocht één of andere "vreemdeling" zondag een knipportemonnee met een inhoud van veertig gulden uit de kleedkamer vijf hebben ontvreemd, dan zou ik die joker bij deze willén verzoeken, om in ieder geval de inhoud stiek um door de brievenbus van Sierkersstraat 5 te laten glijden! Kees Kager. Facet 12/1973
Eén van de vele verslagen NKS sportkampen (eind jaren 70 – begin jaren 80) SPORTKAMP '79++++SPORTKAMP '79++++SPORTKAMP '79++++SP0RTKAMP “KIJK UIT, DAAR KOMT EEN STIER AAN" Kwa volume waren we weer de beste van het kamp. Meteen al de eerste avond, zondagavond 12 augustus, nadat we waren verwelkomd door een kampleider met Billie Turf-achtige proporties, lieten 23 SRC-kelen het hele kamp weten, dat Schager Jongens vol van glorie zijn en dat ze ondanks belabberde weken de moed niet laten zinken. Tien jaar geleden zongen wij leiders het zel f nog en nu verdomd, het effect was nog even verpletterend. De tenten van Achates, Emplina, Geleen, Hérpinia, Heythuisen, Limmen, Mariahout, Nuenen, PH en VVR konden niets .doen dan eerbiedig zwijgen. De hoogmoed van het Noorden was weer volop aanwezig. De heren van Limmen en SRC waren zogenaamd de baas en de rest, alles van beneden de rivieren, dat waren Belgen..... Maakte ons frisse stel uit Schagen iets waar van de vele praats, daar in Weert ? Eh... ten dele. In pokeren om dubbeltjes en kwartjes waren de jongens zeer bedreven. Ook Waren ze vaardig in het verwijderen van stoppen uit luchtbedden (Pffft). Bij die laatste activiteit werden de luchtbedden van de leiders helaas niet gespaard, zodat het 's nacht in de SRC-tenten na onze bezoeken aan de kantine, pardon vergaderingen, een gepomp en geblaas van jewelste was. Volgend jaar een massief bedje proberen. Wat hebben we in de week van 12 tot 18 augustus daar in Weert op een grandioze akkomodatie uitgespookt?? Heel Veel !! Een volle week sport en spel. Elke avond eindigde met een bosspel tot een uur of elf, omdat het naar het oordeel van de staf toch geen zin had de jongens eerder naar de slaapzakken te sturen. Juist 'm ! Gevoetbald, gehockeyd, gehandbald, geslagbald, gevoet-volleyd, er was een atletiekprogramma met sprint (60 meter), verspringen, dribbelen, hindernisbaan, kogelstoten, hoogspringen, balletje hooghouden, we hadden een cross, We voetbalden met een rugbybal, we speelden tweeling-voetbal ("flikkervoetbal" volgens' de heren), 's avonds in het bos e en havenstedenzoektocht, een geldoverbrengspel, een dierengeluidenspel, waarbij de leiders dit keer de jongens moesten opsporen, een voetballersherkenspel, ennog meer. Op de laatste avond hielden we vanwege het barre weer in en rond de kantine en de bovenzaal daarvan een opdrachtencircuit. Kortom, de staf legde ons eeri gierend tempo op. Soms tê gierend, dacht ik. Er waren ouer het hele kamp nogal wat blessures. SRC kreeg de pechprijs; op de eerste dag moesten we met Eduardo Perez naar het St. Jans Gasthuis in Weert, waar een sleutelbeenbreuk werd geconstateerd; donderdag was de beurt aan Sico Entius die er gelukkig met een gekneusde pink afkwam. Ondanks de ongelukjes is er buitensporig genoten door jongens ên door leiders. Want je lacht wat af met die gasten ! Bij het hockey ben ik even niet bijgekomen. Er werd gehakt bij het leven met die .sticks. Ruud Dekker ging als een maaimachine over dat veld heen, zelfs de zware jongens van Limmen waren bang van hem. Op een gegeven moment dacht onze keeper -Broer Konijn- listig een balletje op te rapen, terwijl drie man van Limmen er overheen stonden te snoeien. En toen kreeg je een variant op Freek de Jonge :"Wie was er eerder bij de bal; het handje van Broer of een stick van Limmen ? Zij waren er tegelijk l " Broer s tond eerst even aan de grond genageld, voegde toen de Limmenaar uit alle macht toe "LUL!!"'en kwam daarna pas huilend op ons toegelopen. Het viel erg mee, maar we hebben later niet meer gehokeyed, geloof ik. De tendens uan "rekreatie", "het speelse voorop", "het spel en niet de knikkers", die tendens zet zich door, zo hebben we gemerkt. Daar valt veel voor te zeggen, maar niet alles. Er werd door de jongens wel gevoetbald. maar ze zagen nooit een uitslag of een stand op het prikbord hangen. "Daar gaat het n iet om" zei de
staf desgevraagd, maar het gevolg was, dat er op het veld nu en dan een ernstige graad van meligheid werd bereikt," en dat vonden we een rot gezicht. Het leek ons beter,om toch als een soort lijn-door-de-week-heen een halve handbal of voetbalkompetitie te handhaven. De leiders van SRC weten in elk geval uit eigen ervaring, hoezeer dat de spanning en het enthousiasme op het kamp kan verhogen. Enfin, dat zoeken ze bij de NKS maar uit. Wij hebben met boze jongens weer een meesterlijke kampweek gehad, hoe dan ook, ofschoon het slot van het officiële programma wat abrupt afbrak. We zaten vrijdagavond namelijk met z'n allen naar een Kung Fu -film met Bruce Lee te kijken (dezelfde als vorig jaar in Uden, heel fijn, hartelijk dankl) Op de tweede rol k uam een scene voor, waarin een vechtjas op monsterlijke wijze z'n tegenstander de nek brak. Precies, toen het zover was, brak niet alleen de nek, maar ook de lamp in de projector. . We waren dus klaar met de film, want er bleek geen reservelamp aanwezig. Temidden van het gekanker en getier kwam Broer Konijn naar ons toe en zei berustend :"naar ik vond het einde hartstikke goed". De clown van ons circus verwoordde' de situatie wéer eens treffend. Het einde, jawell Sportkamp '79 eindigt natuurlijk, weer met een paar bedankjes. Vooral aan de heren Van Diepen en Ligthart die zowel heen als terug van dienst waren als chauffeurs. Fantastisch! Verder danken we de familie Huiberts van "De Roode Leeuw" voor de verstrekte konsumptie en ons eigen SRC voor de financiële garantstelling voor onze onderneming. De jongens en hun ouders voor het genoten vertrouwen. U zult trouwens binnenkort een fotoreportage kunnen inzien die Cees. Dekker gedurende de kampweek maakte. En wat de leiders betreft: Wij gaan snel weer vergaderen, want in Weert konden we onze puntjes lang niet allemaal kwijt. Grote Groeten Gruppo Sportivo; Flubber Pater Cees Dekker Jack Verduin Kees Kager.
Een vlammend protest over het samengaan van de Facet met het parochieblad, de toneelvereniging, het vrouwengilde, de athletiekclub Advendo. Ingezonden Ingezonden stukken liggen buiten de verantwoordelijkheid van de redakti e en komen geheel voor rekening van de inzender. DE FACET: EEN "GEZEGEND" WEEKBLAD Dat is de conclusie, waartoe wij komen, wanneer we zien, dat nu ook d e Heylighe Roomsche Kercke zijn/haar bijdragè gaat leveren aan dit blad. Dit magazine is nu in alIroundheid absoluut niet m eer te overtreffen. Immers waar ter wereld is het mogelijk om al bladerende in een verenigingsorgaan allereerst de poort van het kerkgebouw te openen, dan na de dienst.een voorstelling van de toneelvereniging bij te wonen, om na een genoeglijk babbeluurtje bij de vrouwtjes en enkele gymnastiekoefeningen voor de stijfgeworden spieren, via een forse tackle op de groene voetbalzoden te belanden, nadat eerst nog enige handballen door de touwen zijn gejaagd.?.,Nergens Of toch wel? Ja hoor, in Schagen; bij de SRC familie, u weet wel, de vereniging waarbij alles kan. Dat er stukjes van Advendo in dit blad voorkomen, valt te begrijpen, dat er nog steeds artikels van Onder Ons het KVG ih deze grabbelton geduwd worden, berust waarrschijnlijk louter op een vergissing. Het adres van het KVG kan tenslotte verkeerd doorgekomen zijn bij deze kluppies. Maar dat nu zelfs kerknieuwtjes dan dit tóch dl zo krakkemikkige orgaan worden toegevoegd is een op zijn zachtst gezegd een merkwaardige zaak. Ik.vind het onbegrijpelijk, dat dit gedaan wordt, alsof het vanzelfsprekend is, dat parochienieuws In een clubblad als de Facet komt te staan. Er zijn immers mensen, die dit doodeenvoudig accepteren en als enig voordeel zien het feit, dot dit blad nu wekelijks verschijnt, moor er is ook een groep, die zich aan dergelijke ontwikkelingen ergert. Voor ons aller voetbalscribent Jack Groenveld was het zelfs de druppel, die de emmer deed overlopen. Die emmer zat toch al boordevol, o.a. door de kwestie junioren - SRC 2, redaktionele ingrepen bij al te kritische zinsneden en de slechte lay-out van dit blad ( het mede onder zijn redaktie staande zaalvoetbalweekblad "Indoor" is dan o ok wel érg fraai uitgevoerd) Dit is toch wel erg jammer, want u zult met me eens moeten zijn, d at deze knoop de afgelopen seizoenen keer op keer de hoofdrol speel de in de veertiendaagse Facetfilm, Ik kon mezelf gelukkig rekenen tot de eerste groep, die domweg accepteert onder het motto: "Een hostie en een voetbal zijn beiden rond, dus waarom niet?" Ik hoop, dat het een beetje duidelijk is, dat enig overleg echt ni et overbodig zou zijn geweest. Enfin, de Facet heeft er weer een rubriek bij en ik stel voor om voortaan ook de radio- en t.v. programma's erin op te nemen, opdat we luidkëels kunnen bejubelen: DE FACET, HET MEEST KOMPLETE WEEKBLAD. Kees Kager NASCHRIFT REDAKTIE Dat er geenszins overleg is geweest, berust op een onwaarheid. De leden van SRC hebben vóór de algemene ledenvergadering alle jaarverslagen van de diverse kommissies, dus ook van de Facetkommissie, thuisgestuurd gekregen. In het jaarverslag van de Facetkommissie werd melding gemaakt van het feit, dat er naast sportnieuws ook kerkberichten in de Facet zouden worden
opgenomen met Ingang van een nader te bepalen datum. Toen het jaarverslag van de kommissie Facet aan de orde kwam, werd gelegenheid gebo den dit verslag te bekritiseren. Geen der aanwezige leden heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt. Voorzitter Bruin heeft op het einde der vergadering nogmaals aandacht besteed aan deze zaak. ledereen ging met de plannen akkoord. Het blad gaat nu wekelijks verschijnen, de oplage-zal verviervoudigd worden, ook niet op het blad geabonneerde SRC-ers krijgen de Facet wekelijks In de bus, kortom, er zijn redenen genoeg om de nieuwe opzet van de Facet welwillend te benaderen. De Facet zal in de toekomst geen s pecifiek sportblad zijn,'maar zal een meer algemeen karakter gaan dragen. De Facet zal ook niet meer door SRC worderi uitgegeven.. Het wordt een informatieblad voor bijna duizend (i.p.v. 275) gezinnen. Dat er zeer gewaardeerde schrijvers zijn, die gemeend hebben hun aktiviteiten;te staken, betreuren wij. Wij dachten, dat hun medewerking ( zij het, dat er in het verleden .wel eens bepaalde bedenkingen zijn geuit), door zeer, zeer velen op prijs werd gesteld. redaktie FACET. Een niet geheel duidelijke verwijzing naar “de Debutant” als onbekende rapporteur van mysterieuze gebeurtenissen bij SRC. (1978)
Debutant Dat gegis naar WIE nu eigenlijk die DEBUTANT is in de Facet moet maar eens uit zijn.Ik baal van al die SRC'ers die eens in de 14 dagen rond perceel Seringenhof 94 rondhangen om een glimp van Debutant op te vangen; jongens, bespaar je de moeite, de PTT (Kees Kager of zo) bezorgt de prozaïsche produkten van deze geheimzinnige schrijvert Bron: Facet 8/1978