http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
GESCHIEDENIS: KENMERKENDE ASPECTEN Hoofdstuk 7 Het rationeel optimisme en verlicht denken in godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen Voor de 17e eeuw was godsdienst zeer belangrijk. Nu kwam echter steeds meer het idee op dat je zelf alles met je verstand kon beredeneren, rationalisme. Wanneer men redeneert met het eigen verstand lijkt alles wel mogelijk. Hierdoor was het rationeel optimisme. Wanneer met het verstand dingen bedacht worden, wordt het licht in de duisternis, daarom heet dit de verlichting. De Politiek veranderde ook veel in manier van denken, het volk wilde meer invloed en geen absolute vorsten meer. Montesquieu kwam met het idee van de Trias Politica, de scheiding tussen de wetgevende, rechtsprekende en uitvoerende macht. Dit wilde men bereiken door middel van revoluties. Er kwam een verlicht absolutisme. Hierbij gebruikten de absolute vorsten het rationalisme om hun macht te beschermen. Economisch was vooral in Frankrijk de situatie vaak slecht voor het volk en men begon door de verlichting in te zien dat dit niet verder kon. Dit is een oorzaak voor het ontstaan van de verschillende revoluties. Ook de sociale verhoudingen veranderden, eerst was er de standenmaatschappij, waarin je de geestelijke, adellijke en burgerlijke stand had. Ook dit veranderde met de verschillende revoluties; in een klassenmaatschappij. De verhoudingen lagen hier anders: Er was geen 1 e, 2e of 3e stand meer, maar men werd onderverdeeld op beroep. Zo had je de arbeidersklasse. Het voortbestaan van het ancien regime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse wijze vorm te geven (verlicht absolutisme) Het ancien regime is een bestuurssysteem van door de Franse Revolutie, waarbij de vorst veel macht heeft en er standen zijn met eigen voorrechten, zoals adel en geestelijkheid. Er is een hele tijd geregeerd volgens het ancien regime, maar daar komt verandering in. De mens ging niet langer blindelings het geloof gehoorzamen en accepteren. Niet langer het geloof, maar je verstand en wetenschappelijk redeneren brengt je op de waarheid. Kritiek vanuit het volk op koning en kerk nam toe. De opvatting dat God, geloof en kerk met je verstond kon beredeneren, sloeg aan. Optimistisch rationalisme: als je de werkelijkheid niet vanuit het geloof maar met je verstand benadert, lijkt alles wel mogelijk te zijn. De vorsten zagen de grote gevaren van de ideeën van de Verlichting. Ze beseften dat ze actie moesten ondernemen om het ancien regime en hun macht te behouden. Daarvoor gebruikten zij een ander middel: ze namen de ideeën over en pasten ze aan voor eigen gebruik. Vorsten wilden hun macht behouden, dat deden ze door het vorstelijk bestuur op eigentijdse wijze vorm te geven. Een nieuwe vorm van despotisme, verlicht absolutisme: de vorsten gebruikten het rationalisme om hun absolute macht te verdedigen.
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
De uitbouw van de Europese overheersing, plantagekoloniën en trans-Atlantische slavenhandel en de opkomst van het abolitionisme In 1607 voeren de eerste Engelse kolonisten de rivier de James aan de oostkust van NoordAmerika op. Virginia werd de eerste kolonie van Engeland. Later trokken ook Duitsers, Zweden en Nederlanders naar Noord-Amerika, waar veel kolonies gesticht werden. In de 18e eeuw breidden de Spanjaarden hun gebied uit van Mexico naar het westen. Franse pioniers vond je in het midden van Noord-Amerika en in het noorden van Noord-Amerika vond je Engelsen. In Noord-Amerika was vooral visvangst, handel, scheepsvaart en kleine boerenbedrijf mogelijk in verband met het klimaat. Het zuiden bleek geschikt voor landbouw en er ontstond een plantagekolonie (=overzeese nederzetting waarbij plantages met slaven het belangrijkste middel van bestaan vormden). Er werden zwarte slaven naar het zuiden vervoerd om op het land te werken. De slaven moesten hun eigen geloof opgeven en het christendom aanvaarden. De beweging die streeft naar afschaffing van de slavernij heet het abolitionisme (eind 18e eeuw barstte deze pas echt los) en werd gevoerd door de pioniers. Een van hun grote voorvechters was Thomas Paine. In het noorden woonden de handelaars die de trans-Atlantische slavenhandel beheersten: een driehoekshandel, waarin vanuit West-Europa schepen met wapens, alcohol en andere prullaria naar West-Afrika vertrokken. Van daaruit trokken ze via de Middenpassage naar Noord-Amerika of het Caribische gebied met de lading slaven. De slaven werden in Amerika verkocht om op de plantages te gaan werken. De schepen vertrokken uit Noord-Amerika en het Caribische gebied naar West-Europa met luxegoederen zoals suiker, rum, cacao, katoen, goud en tabak. De democratische revoluties in westerse landen, discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap Tijdens de Verlichting uitten veel filosofen hun ideeën. Franse filosofen waren vooral tegen de religie, die te veel macht zal hebben. De Amerikaanse filosoof Thomas Paine was tegen het feit dat Amerika bestuurd werd door Engeland. De Patriotten hadden vooral kritiek op de macht van de Oranjes. Doordat deze filosofen hun kritiek openbaar maakten werden ze vaak gestraft, maar toch beïnvloedden hun ideeën het volk wel. Amerikaanse revolutie In 1607 werd Virginia de eerste kolonie van Engeland. Er ontstond een plantagekolonie en er werden slaven naar het zuiden vervoerd om daar te werken. Thomas Paine was een voorvechter van de pioniers, de mensen die voor de afschaffing van de slavernij strijden. De koloniën trokken zich steeds minder aan van Londen en braken de Act of Navigation (alle goederen die Britse havens in en uit gingen moesten door Engelse schepen vervoerd worden). De Franse kolonisten ten westen van de Allegheny Mountains rukten langzaam op naar de oostkust, terwijl de Engelsen graag naar de westkust wilden trekken. Er ontstond een 7-jarige oorlog: 1756- 1763 tussen Frankrijk en Engeland. Vanwege de hoge kosten van de Zevenjarige Oorlog, nam het Engelse parlement een Stamp Act aan, een belasting op papier. Het liep helemaal uit de hand met een wet die de Engelse Oost-Indische Compagnie het recht gaf haar overtollige voorraden thee te dumpen op de Amerikaanse markt. Op 16 december 1773 klommen als indianen verklede mannen in de haven van Boston aan boord van een theeschip en gooide balen thee overboord. Deze Boston Teaparty was het sein voor de Engelse koning http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
om hard in te grijpen. Op 5 september 1774 kwamen de afgevaardigden uit de Amerikaanse koloniën bij elkaar en besloot tot een boycot van Engelse goederen. In mei 1775 werd een Amerikaans leger gevormd en werd onderhandelt met Frankrijk. Op 4 juli 1776 nam het Congres de Declaration Of Independence aan waarin staat dat iedereen rechten heeft en dat mensen de koning af mogen zetten. Met deze verklaring namen de Amerikanen het initiatief tot een revolutie die tegelijkertijd een vrijheidsoorlog zal zijn. De Engelsen verloren bij de slag bij Yorktown in 1781. In 1783 erkende Engeland de Verenigde Staten van Amerika, de nieuwste en meest democratische staat van de wereld.
Nederlandse revolutie In 1779 voer de Amerikaanse commandant Paul Jones de haven van Amsterdam binnen om zijn schip de Serapis op te laten kalefateren. Nederland nam deze opdracht aan en hierdoor werd de tegenstelling tussen Engeland en Nederland duidelijk. De Vierde Engelse Oorlog (17801784) maakte een eind aan de bloeiende economie van Nederland. Steeds meer kooplui gingen investeren in de Industriële Revolutie in Engeland omdat er in Nederland te weinig werd geïnvesteerd. In 1787 verklaarde gewest na gewest zich tegen de stadhouder en voor de Patriotten. Willem V vertrok uit Den Haag naar Nijmegen. Zijn vrouw reisde terug naar Den Haag, maar werd tegengehouden. Pruisen kwam te hulp en versloeg de patriotische legertjes en herstelde Willem V in zijn macht. Veel patriotten vluchtten naar Frankrijk. De opstand van de Patriotten tegen de Oranjes heet de Bataafse Revolutie. In 1795 was het afgelopen met de stadhouder en zijn bestuur doordat in 1789 de Franse revolutie uitgebroken was. In 1795 kwamen Franse revolutionaire legers die de Republiek veroverde --> Willem V vluchtte naar Engeland. Er kwam een eind aan het federalisme waarbij de aparte gewesten veel macht hadden. Alle geloven werden gelijkgesteld en er kwam een Lagere Onderwijswet om het land weerbaar te maken in economisch en politiek opzicht. In 1810 werd Nederland onderdeel van Frankrijk. Napoleon voerde de scheiding in tussen kerk en staat. Nadat Napoleon definitief verslagen was, kwam de zoon van de oude stadhouder terug uit Engeland. In 1814 werd hij gehuldigd als koning Willem I der Nederlanden. De Oranjes waren van benoemd ambtenaar in de Republiek in de loop van de eeuwen opgeklommen tot koning van een klein landje aan de Noordzee.
Franse revolutie Op 4 mei 1789 werden de leden van de Staten-Generaal opgeroepen door Lodewijk XVI. De leden moesten cahiers des doléances meenemen: klaagbrieven over alles wat fout is. De Staten-Generaal werden bij elkaar geroepen omdat Frankrijk te weinig geld had. De ministers Necker en Turgot zorgde er in 1788 voor dat de adel ook belasting moest betalen voortaan. Er was veel kritiek over de ongelijkheid tussen boeren en adel. Deze maatschappij vol ongelijke sociale verhoudingen met een politiek systeem van absoluut koningschap wordt het ancien regime genoemd. Sieyes vond dat de adel maar een hele kleine groep mensen was en dus niet de rest van de bevolking mocht besturen. In de Staten-Generaal besloot de Derde Stand de andere twee standen bij zich uit te nodigen en verklaarde daarna dit verzamelde gezelschap tot Nationale Assemblee of Nationale Vergadering. Er werd voortaan hoofdelijk gestemd. De http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
koning sloot de vergaderzaal. De leden gingen echter niet uit elkaar voor ze een grondwet hadden geschreven, een wet met de belangrijkste grondrechten en plichten van regering en burgers. De Assemblee noemde zich daarom constituante: grondwetmaker. Op 12 juli ontsloeg Lodewijk XVI zijn minister Necker waardoor het Parijse volk in opstand kwam. Generaal Lafayette vormde van overgelopen soldaten een Nationale Garde van 40.000 man. Zij gingen naar de Bastille, de gevangenis van de koning, en de commandant gaf zich na 1 kogelschot over. Op 14 juli 1789 werd de koning opgehangen. De koning was zijn macht kwijt en de Franse Revolutie was een feit. In de zomer van 1789 ging een gerucht dat de hoge geestelijken de revolutie in Parijs wilden blokkeren waarop overal in Frankrijk kloosters en kastelen bestormd werden. De Nationale Vergadering besloot: afschaffing heerlijke rechten adel kerkelijke goederen verdeeld onder boeren gelijkheid godsdiensten bisschoppen en pastoors gekozen door volk Déclaration des Droits de l’Homme et du Citoyen: mensen gelijk De grondwet van 1791 besliste dat de koning zijn wetgevende macht verloor en Lodewijk XVI vluchtte naar de oostgrens, waar Oostenrijkers hem zullen helpen. In Varennes werd hij aangehouden en teruggebracht naar Parijs. Er ontstond strijd tussen de Girondijnen en de radicale Jakobijnen. Girondijnen: revolutie is compleet en af, want koning had minder macht, er was kiesrecht en er was geen standenmaatschappij meer. Jakobijnen: revolutie nog niet af, ze willen het bezit nog aanpakken. Robespierre: Terreur mag De Jakobijnen zetten in 1792 de koning gevangen in de Temple. Toen de Oostenrijkse troepen Verdun innamen riepen de Jakobijnen op om alle Oostenrijkers te vermoorden. Lodewijk XVI werd ter dood veroordeeld. En in oktober 1793 werd ook Marie-Antoinette gedood. Er waren ook contrarevolutionairen die in opstand kwamen, waardoor de revolutie ook een burgeroorlog werd. Uiteindelijk werd ook Robespierre gedood. De regering besloot om de oorlog te verklaren aan alle Europese absolute vorsten. Vijf directeuren namen de macht in handen, het directoire. Het algemeen kiesrecht werd vervangen door het censuskiesrecht waarbij je alleen mocht stemmen als je genoeg belasting betaalde. In 1799 nam Napoleon de macht over. De Franse Revolutie wordt gezien als moeder der revoluties omdat de revolutie steeds meer radicaliseerde en zelfs andere landen werden in deze revolutie betrokken.
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
Hoofdstuk 8 Ondernemers in economie en politiek 1.
De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving
In het midden van de 18e eeuw kwam in Engeland de Industrie op. De textiel industrie, met name katoen, nam hierin het voortouw. Dit werd verbouwd in de koloniën. Hierna werd het naar Engeland verscheept om daar verwerkt te worden voor export. De manieren om katoen te verwerken waren spinnen en weven.Simpele bezigheden die zich goed leende voor uitvindingen. Een van die uitvindingen was de schietspoel (spinning Jenny), hierdoor kwam er een hogere arbeidsproductiviteit. Eén persoon kon nu het weefgetouw bedienen. Een negatief gevolg hiervan was wel dat arbeiders minder verdienden omdat er meer werd geproduceerd. Ook de agrarische samenleving veranderde. Tijdens de Industriële revolutie begon de huisnijverheid steeds meer een grote bron van inkomsten te worden. De huisnijverheid is een gezinsloonmodel waarbij iedereen in een gezin meewerkte.(er waren geen gilde regels op het platteland) Eerst was huisnijverheid alleen een extra bron voor inkomsten voor de boeren. Aan het einde van de 17e eeuw werd de eerste stoommachine ontwikkeld om de beschikbare aandrijfkracht te vergroten. Aanvankelijk werden de werkplaatsen en machines aangedreven door waterkracht. Er werd een watermolen gebouwd op een helling en werd de waterkracht van een beek gebruikt om energie op te wekken. Het nadeel hiervan was echter dat er maar een beperkt aantal plaatsen was waar dit mogelijk was. Als oplossing werd er een ander soort energie gebruikt, namelijk stoom. De eerste stoommachine was traag en vrat kolen, maar door James Watt werd hij efficiënter gemaakt. James Watt zorgde er ook voor dat de stoommachine andere toepassingen kreeg. Nu kon hij ook in de stad gebruikt worden en al gauw waren er stoommachines om het proces in de fabrieken te versnellen. Omdat de stoommachines overal geplaatst konden worden, en dus ook in de fabrieken, trokken veel mensen van het platteland naar de stad. Daar waren immers de meeste arbeiders nodig. Een nadelig gevolg was dat de stoommachines nu het werktempo en de werkdagen bepaalden met als gevolg veel zwaardere en langere werkdagen met een gering aantal korte pauzes. Een andere bedrijfstak van de Industrie was de ijzerindustrie. De mogelijkheden van ijzer waren veel groter dan die van steen en hout en in de 19e eeuw werd ijzer het belangrijkste constructiemiddel. De textiel was de bedrijfstak die machinale productie mogelijk maakte, rijke kooplieden zorgde voor het geld, Engeland had voldoende grondstoffen (de fabrieken werden gebouwd waar deze te vinden waren), arbeidskrachten kwamen van het platteland. De stoommachine zorgde voor de aandrijving van de machines in de fabrieken, de koloniën waren de afzetmarkt en door
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
treinrails en stoomtreinen kon alles snel en goedkoop vervoerd worden. Zo kon Engeland uitgroeien tot King Cotton, de grootste katoen producent. De sterke groei wordt ook wel de industriële revolutie genoemd. De snelle omslag in een samenleving van landbouw en nijverheid naar industrie, met dit begrip wordt met name de Britse samenleving tussen 1750 en 1850 aangeduid. Door de vele mogelijkheden als gevolg van de Industriële revolutie ontstond er een industriële samenleving, een samenleving waarin niet meer de landbouw toonaangevend was, maar de industrie. In de 19e eeuw kwam er in Europa een Tweede Industriële Revolutie. De bevolking groeide ontzettend hard. Veel van deze mensen gingen overzee naar, bijvoorbeeld, de VS of ZuidAmerika. De grootste aantallen waren die van de Britten en de Ieren. Maar liefst 60 miljoen vertrok naar de VS. Ook kwam er tijdens deze Tweede Industriële Revolutie een nieuwe energiebron, aardolie. Als gevolg hiervan werd de explosiemotor ontwikkeld die, net als de stoommachines, veel toepassingsmogelijkheden had. Een belangrijk onderdeel hiervan was de auto industrie. De aardolie werd dan ook voornamelijk voor de auto industrie gebruikt, naast kunstmest. Elektriciteit zorgde voor verlichting en betere communicatie mogelijkheden. De telefoon wordt in de jaren 70 ontwikkeld, en de eerste draadloze verbinding in 1901. Ook de geneeskunde groeit, er worden nieuwe vindingen gedaan waardoor veel ziektes worden overwonnen. De infrastructuur wordt ook verbeterd en uitgebreid. Het groeitempo in Europa verschilde per land, uiteindelijk haalt Duitsland Engeland in. De VS groeit nog harder. Experimenten met de lopende band worden daar voor het eerst gedaan, waarbij standaardiseren een grotere rol gaat spelen.
2.
Discussies over de sociale kwestie
Er waren ook schaduwzijden aan de industriële revolutie, namelijk het ontstaan van de sociale kwestie: (De slechte leef- en werkomstandigheden van de arbeiders): - Lage lonen. - Lange werktijden. - Kinderarbeid. - Ongezonde leefomstandigheden in de fabrieken. - Saai werk. - Leven in smerige krottenwijken. - (Algemeen)kiesrecht De arbeider greep steeds meer naar de fles om zijn zorgen te vergeten. Veel welgestelde burgers maakten zich na verloop van tijd zorgen. Zij noemde de slechte werken leefomstandigheden van de arbeiders de sociale kwestie. Schoorvoetend liet de overheid het economische liberalisme los. Verschillende wetten maakten het leven van de arbeider stukje bij beetje draaglijker (bijv: Kinderwetje van Houten, 1874).
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
Tijdens/door de industrialisatie ontstond er een nieuwe bevolkingsgroep, namelijk de arbeiders. De werk- en leefomstandigheden waren erg slecht. De arts en de dominee waren de eerste die zich het lot van de arbeiders gingen aantrekken. In de 2de helft van de 19e eeuw namen de arbeiders zelf het heft in handen. Als gevolg daarvan ontstonden vakbonden. Deze verenigingen zetten zich in voor de verbetering van het lot van de arbeiders. Ze wilde: - Loonsverhoging - 8-urige werkdagen - Betere arbeidsomstandigheden - Oudedags/invalide voorzieningen De overheid en ondernemers probeerden ze tegen te werken. Een belangrijke vakbond was de Algemene Nederlandse Diamantbewerkings Bond. In 1884 werd ook de SDAP opgericht. Ze voerden actie vóór algemeen kiesrecht en 8-urige werkdagen. Het ontstaan van die partijen is sterk verbonden met het socialisme. Zij namen het op voor de arbeiders. De fabrieksondernemer werd gezien als een kapitalist, die alleen winst wil maken. Het kapitalisme had de standenmaatschappij vervangen, de standen waren nou die van de sociale klasse. Karl Marx bestudeerde het kapitalisme en schreef het Communistische Manifest met Friedrich Engels in 1848. Het volk werd aangezet om het kapitalisme te verwerpen. Deze zorgde voor de ellende van de arbeidersklasse (het proletariaat).
3.
De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
In de 19e eeuw was er sprake van de Pax Britannica: Groot-Brittannië beheerste de wereldzeeën, beschikte over een groot koloniaal rijk en keek minachtend neer op het Europese vasteland (splendid isolation). Hun belangrijkste kolonie was Brits-Indië, dat vanaf 1857 rechtstreeks werd bestuurd door de Engelse regering: Direct rule. Ook andere landen (o.a. Frankrijk en Duitsland) streefden naar een groot koloniaal rijk (niet alleen meer handelsposten) vanwege de grondstoffen en het afzetgebied (beide nodig vanwege de industriële revolutie) en ook om aanzien te verwerven. We noemen dit het moderne imperialisme (1870-1914). Er was daardoor voortdurend de dreiging van conflicten en een toename van de bewapening (o.a. door de two-power standard van Groot-Brittannië: De Britse marine moest 2 keer zo groot zijn als die van 2 willekeurige andere Europese vloten tezamen. De wedloop om Afrika vergrootte de tegenstellingen. Daar werd het systeem van indirect rule toegepast: De Europeanen oefenden macht uit via de plaatselijke machthebbers en vorsten. Duitsland onder leiding van Keizer Wilhelm II ging ook deelnemen aan de race om koloniën en verwierf o.a. Kameroen, Togo, Duits Zuidwest-Afrika en Duits Oost-Afrika.
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
Engeland streefde in Afrika naar een noord-zuid verbinding (van Cairo tot Kaapstad), terwijl Frankrijk streefde naar een west-oost verbinding ( van Dakar naar de golf van Aden). Een van beiden kon zijn doel natuurlijk niet bereiken. In 1898 kwam het daardoor tot het Fasjodaincident, waarbij de Fransen moesten toegeven hoewel ze daar als eerste waren aangekomen. De invloedssferen van de landen waren nu wel afgebakend. Ook in China maakten de Europeanen de dienst uit. Er ontstonden traktaat-gebieden, waar een Europees land in feite de baas was. Bij conflicten tussen Europese landen in een Chinees gebied paste men de opendeur-politiek toe: Alle landen mochten in dat deel van China dan vrij handel drijven, met toegang tot de Chinese markt.
De Europese imperialistische avonturen in Azië en Afrika vergrootte de macht van de Europese mogendheden (ze werden ook meer bekend met exotische producten e.d), maar versterkte ook hun godsdienstige en raciale vooroordelen.
4.
De opkomst van de emancipatiebewegingen
Vrouwen hebben tot de 19e eeuw altijd een minderwaardige positie in de maatschappij ingenomen. In de loop van de 19e eeuw komt daar langzaam verandering in. Toch bleven ze nog lang ondergeschikt aan de man. Karl Marx en Fridrich Engels vonden de positie van de vrouwen niet eerlijk. Zij zagen het huwelijk als prostitutie. Een vrouw moest economisch onafhankelijk zijn, zodat er niet meer getrouwd werd uit economische motieven. Na 1848 ontstond er in de VS de eerste Womans Rights Convention. Die bijeenkomst is het begin van het feminisme. Deze beweging zette zich in tegen de ongelijkheid van de vrouw op alle terreinen. In Engeland gingen moeder Emmeline en dochter Christabel Pankhurst nog veel verder. Ze ketende zich vast aan de hekken van Buckingham Palace en weigerde belasting te betalen. Ze werden suffragettes genoemd, naar stemrecht (suffrage). In Engeland kregen ze in 1928 pas kiesrecht, in Nederlands was dat in 1919 onder leiding van Alette Jacobs. Zij was de eerste die toegang kreeg tot hoger onderwijs en de eerste vrouwelijke arts. Ook pleitte zij voor voorbehoedsmiddelen. Toch moesten de vrouwen nog lang protesteren.
5.
De voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
In 1848 braken er nieuwe revoluties uit. De Februarirevolutie maakte een einde aan de regeringsperiode van Louis-Philippe. Hij moest, samen met zijn vrouw, naar Engeland vluchten. Frankrijk werd weer een republiek. De Assemblée Constituante werd gekozen met algemeen mannenkiesrecht. Frankrijk zette de toon voor een democratisering in Europa. Het Assemblée stelde een nieuwe grondwet op. Hierin werd bepaald dat de president op basis van algemeen mannenkiesrecht gekozen zou worden. Van de drie machten van Montesqiueu kreeg de uitvoerende macht meer macht dan de wetgevende macht. Lodewijk Napoleon Bonaparte maakte hier gebruik van. Hij werd de nieuwe president, mede door zijn bekende achternaam. Drie jaar later werd hij bij een referendum, volksverkiezing, tot keizer Napoleon III uitgeroepen. De Tweede Republiek veranderde in een Tweede Keizerrijk en er was nu totaal geen democratie meer.
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
Hoofdstuk 9 In Flanders Fields: Het voeren van twee wereldoorlogen: Eerste wereldoorlog De WOI brak uit op 1 augustus 1914. Hij had meerdere oorzaken: Duitsland wilde grondgebied en macht uitbreiden. Want overzeese gebieden zorgden voor meer status (modern imperialisme) Militarisme: het voeren van oorlog werd als normaal middel om problemen op te lossen beschouwd. Landen sloten bondgenootschappen. Als er dus één land werd aangevallen, waren er gelijk meerdere landen bij betrokken. Driebond: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië (=Centralen) Triple Entente: Frankrijk, Rusland en Groot-Brittannië (=Geallieerden) Nationalisme De aanleiding was de moord op de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije Frans Ferdinand. De moord was gepleegd door een Bosniër, maar de regering van Oostenrijk-Hongarije legde de verantwoordelijkheid direct neer bij Servië. Servië kreeg een ultimatum, dat eigenlijk een verkapte oorlogsverklaring was. Duitsland steunde Oostenrijk-Hongarije en Rusland steunde Servië. De WOI was ontstaan. Verloop Duitsland viel het neutrale België binnen (Von Schlieffenplan). Het plan was om Frankrijk snel te veroveren (Blitzkrieg), om een tweefrontenoorlog te voorkomen. Het duurde in Frankrijk en België echter veel langer dan verwacht en Rusland was snel gemobiliseerd. Er ontstond dus alsnog een tweefrontenoorlog, die ook nog een loopgravenoorlog werd. Italië stapte in 1915 uit de Driebond. Amerika hield zich al die tijd erbuiten (isolationisme). Maar toen Duitsland Amerikaanse schepen ging torpederen, keerde Amerika zich tegen steeds meer de Centralen. In 1917 kondigde Duitsland de duikbotenoorlog af. De druppel was het Zimmermanntelegram, wanneer de VS meedeed aan de oorlog in Europa. Duitsland wilde zijn aandacht nu richten op het Westfront en wilde vrede sluiten met Rusland. In maart 1918 werd de vrede van Brest-Litovsk gesloten. Maar op 11 november 1918 kon Duitsland de overmacht op het Westfront al niet meer aan en eindigde de WOI met een nederlaag voor de Centralen. Gevolgen Het Verdrag van Versailles werd gesloten (1919). Hierin werden een aantal punten genoemd. - Duitsland kreeg als enige de schuld van de WOI. - Duitsland moest herstelbetalingen in goud betalen. - Duitsland moest ontwapenen (leger niet groter dan 100.000 man)
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
- Het Rijnland moest gedemilitariseerd worden. - Duitsland moest Elzas-Lotharingen afstaan. Duitsland moest het Verdrag verplicht tekenen. Duitsland zag het als een dictaat. De Amerikaanse president Wilson wilde ook de Volkenbond oprichten: een organisatie, die internationale problemen via onderhandelingen op zou lossen. Vast stond wel dat het Verdrag van Versailles zou leiden tot nieuwe spanningen. De crisis van het wereldkapitalisme: Oorzaken Koopkracht in Amerika was hoog maar mensen betaalden met geleend geld. Amerikaanse boeren produceerden ook voor de Europese markt tijdens de oorlog. Na de oorlog kwam de Europese landbouwproductie weer op gang. Door overproductie ging het financieel slecht met de Amerikaanse boeren. Zij konden hun leningen niet meer betalen waardoor de banken ook werden meegetrokken in de problemen. Aanleiding 24 oktober 1929: De beurs in Amerika stortte in. De aandeelhouders zagen de aankomende problemen (de banken raakten in problemen) en verkochten massaal hun aandelen. Door de enorme verkoop daalden de prijzen en ging veel geld in rook op. Zwarte Donderdag was een feit. Gevolgen De fabrieken probeerden de gevolgen te beperken door te bezuinigen op o.a. lonen en arbeidsvoorzieningen en er vielen veel ontslagen (1 op de 4 mensen). De koopkracht daalde. Europa moest de leningen aan Amerikaanse banken zo snel mogelijk terugbetalen maar had hier geen geld voor. Voor de Duitse economie was dit de nekslag en die stortte dan ook vrijwel direct in. Andere Europese landen volgden snel. Oplossingen De eerste reactie van Amerika (president Hoover, liberaal) was afwachten. De crisis zou vanzelf overgaan. Dit faalde keihard. President Roosevelt kwam met de New Deal politiek, een pakket maatregelen om de productie ietwat te beperken en de koopkracht op te voeren. Ook zorgde hij voor devaluatie van de dollar, zodat de Amerikaanse export hoger werd. Zijn aanpak leek te werken en miljoenen Amerikaanse mensen kregen weer werk en de consumptie steeg weer. Minister-president Colijn (NL) veranderde vrij weinig aan zijn beleid. Er werd wel bezuinigd op ambtenarensalarissen. De Nederlanders moesten maar even wennen aan de lagere welvaart. Hij hield vast aan de Gouden Standaard, waardoor de
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
concurrentiepositie van Nederland kelderde en de export daalde. Pas in 1936 ging Nederland toch over op devaluatie (als laatste land van Europa).
Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme: Communisme: Bij het communisme gaat het om het nastreven van een samenleving waarin iedereen gelijk is (klassenloze samenleving). Deze kon er alleen komen door een Revolutie. Arbeiders zouden hierbij de macht grijpen en grond, fabrieken en machines zouden staatseigendom worden. Er was veel ontevredenheid onder het Russische volk en dit leidde tot een opstand (9 Januari 1905). Met die opstand vroeg de bevolking toestemming om vakbonden op te mogen richten, vrijheid van meningsuiting te krijgen en een volksvertegenwoordiging. De ordetroepen sloegen deze opstand neer en dit heette de bloedige zondag. Deze zondag was een aanleidingen voor nog meer stakingen onder het volk. Nicolaas was toen aan de macht en die gaf uiteindelijk de toestemming om een parlement in te stellen: de Doema. Dit was echter een schijnparlement, in feite hadden ze geen enkele macht. Toen brak WOI uit en hierdoor verergerde de problemen. Er komen weer nieuwe protesten en hierdoor ontstond er in Februari 1917 een massale demonstratie. De tsaar moest hierdoor aftreden en dit heet heden de Februarirevolutie, hierdoor kwam er ook weer een nieuw bestuur in Rusland. In dit nieuwe bestuur zaten onder andere liberalen, sociaal-democraten en de arbeiders en soldaten verenigde zich in de zogenaamde sovjets. Dit is de voorlopige regering in Rusland. Lenin wilde een greep naar de macht doen en de bolsjewieken(Marxisten) zouden zijn medestanders moeten worden. Op 25 Oktober 1917 was het moment aangebroken om de macht van de voorlopige regering over te nemen, de bolsjewieken bezette gebouwen waar de voorlopige regering vergaderde. Er kwam een nieuwe regering: Raad van Volkscommissarissen, met Lenin als voorzitter. Dit gaat de geschiedenis als de Oktoberrevolutie. Rood kwam tegenover wit (tegenstand communisten) te staan, omdat rood kosten wat het kost aan de macht wilde komen en het witte leger dus neersloeg. Facisme: Dit was een antileer dit zich keerde tegen democraten, communisten en kapitalisten. Men wilde een sterke staat onder de leiding van een sterke man. Het begon allemaal in Italië met Benito Mussolini. Benito Mussolini was in Oktober 1922 minister-president in Italië. Hij wist zijn macht zo uit te breiden dat hij in 1926 alleenheerser werd van Italië. Hij wilde dus in Italië een staat maken die onder leiding was van één sterke leider (hijzelf). Hieruit ontstond het nationaal-socialisme, deze had veel weg van het fascisme, alleen was hierbij het racisme toegevoegd. http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
Adolf Hitler was leider van NSDAP. Hij vond dat er een einde moest komen aan de verkwanseling van Duitsland door de joden. Vanuit dit standpunt zette hij zich in voor het nationaal-socialisme, hij wilde een staat die geleid werd door een sterke man en deze staat moest tegen het communisme zijn. Ook vond hij dat het individuele belang ondergeschikt stond aan het algemene staatsbelang. Mensen waren te verdelen in meerdere rassen met verschillende kwaliteiten. De joden waren volgens hem de Untermenschen, ze moesten van de aarde verdwijnen en wilde dat er alleen een raszuiver Duitsland was. Hitler wilde persé aan de macht komen, wat hij dus op velen manieren probeerde. Nadat de communisten buitenspel stonden, zette Hitler verder door door Von Hinderberg aan te sporen tot nieuwe verkiezingen. Hij haalde niet de meerderheid, dus bleef hij doorgaan tot hij wel de volledige macht had. De zogenaamde ‘machtigingswet’ werd ingesteld, met de bedoeling dat Hitler zich in 4 jaar als machthebber zou bewijzen. Echter was er geen sprake van een democratie, maar onder de leiding van Hitler ontstond een ware dictatuur.
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
Hoofdstuk 10 Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering. Massavernietigingswapens Japan wilde zich tijdens de tweede wereldoorlog niet overgeven. Duizenden Japanse kamikazepiloten vlogen te pletter op Amerikaanse schepen. Als de Verenigde Staten Japan zou willen verslaan via het leger dan zouden er miljoenen Amerikanen sneuvelen. Er was daarom nog maar één mogelijkheid om van Japan te winnen: massavernietigingswapens. De Verenigde Staten liet op 6 augustus 1945 de eerste atoombom vallen op de Japanse stad Hiroshima. Er vielen hierbij tienduizenden doden, maar de Japanse keizer Hirohito gaf zich niet over. Drie dagen later laat de VS opnieuw een atoombom vallen, nu op Nagasaki. Ze dreigden om hiermee door te gaan. Dit was de doorslag voor Japan om zich over te geven op 15 augustus. Burgerbevolking De bevolking van Duitsland was door het Verdrag van Versailles erg ontevreden. Er was veel armoede en onrust. Hitler had een goede stem en wist zo de bevolking te overtuigen en aan de macht te komen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben de Nederlanders zich vooral aangepast. Ze probeerden uit de problemen te blijven, gewoon door te leven en niet betrokken te raken bij de oorlog. Slechts enkele hebben ervoor gekozen om mensen te helpen onderduiken. Maar het verzet was natuurlijk wel riskant. Sommige Nederlanders waren het eens met de Duitsers en collaboreerden samen. Ze sloten zich bijv. aan bij de NSB. Het enige echte grote verzet vanuit een groter deel van de bevolking was de Februaristaking. Op 25 en 26 februari 1941 staakten duizenden mensen in Amsterdam en omgeving tegen het oppakken en afvoeren van joden. Maar dit werd al gauw door de Duitsers neergeslagen. De Spaanse burgeroorlog was een strijd tussen aanhangers van de linkse democratische regering van Spanje en de nationalisten onder leiding van generaal Franco. De nationalisten bestond ongeveer uit de helft van de Spaanse bevolking. Ze waren het eens met de ideeën van Franco en waren dus erg betrokken bij de strijd tegen de regering. De Duitse bezetting van Nederland Aanval op Nederland Op vrijdag 10 mei 1940 deden de Duitsers een aanval op Nederland. Hiermee werd de neutraliteit van Nederland geschonden. Nederland was niet goed voorbereid op een oorlog. Op 14 mei dreigde de Duitsers met het bombarderen van Rotterdam. Zonder dat het ultimatum was afgelopen werden er al bommen afgeworpen. De Duitsers zeiden dat hetzelfde met Utrecht, Den Haag en Amsterdam zou gebeuren. Nederland kon dus niets anders dan zichzelf overgeven.
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
Het leven in bezettingstijd Nederland kreeg nu te maken met een Duitse bezetting. De Oostenrijkse Seyss-Inquart werd de belangrijkste bestuurder en kreeg alle macht in handen. In 1941 werden alle politieke partijen verboden en was er alleen nog de NSB: Nationaalsocialistische beweging. De NSB’ers werkte samen met de vijand collaboratie. Verder waren er veel mensen die zich gewoon aanpaste aan de nieuwe situatie: accommodatie. Er was dus geen groot verzet. Economie In Duitsland waren veel arbeidskrachten nodig om de oorlogseconomie draaiende te houden, daarom werden arbeiders d.m.v. reclamecampagnes naar Duitsland gelokt. Omdat dit weinig effect had werden ze later gedwongen om in Duitsland te gaan werken. Daardoor gingen veel Nederlanders onderduiken. Bevrijding Dolle dinsdag Op dinsdag 5 september stonden mensen al met vlaggen langs de kant van de weg om de bevrijders te verwelkomen. Uiteindelijk kwamen de geallieerden niet. Vanaf 12 september 1944 begon de echte bevrijding van Nederland. Steeds meer steden werden bevrijd. Op 17 september 1944 was de slag om Arnhem. Deze mislukte alleen en de Duitsers grepen hard in. De voedseltransporten werden beperkt en mensen hadden nauwelijks nog iets te eten. Het gevolg hiervan was een hongerwinter. Vanaf eind maart startten de geallieerde een nieuwe tegenaanval. Noord en Oost Nederland werden bevrijd en op 5 mei tekenden Duitsland de overgave. Racisme en discriminatie die leiden tot genocide, in het bijzonder op de joden. Vanaf het moment dat de NSDAP aan de macht kwam, werden de joden achtergesteld. Dit werd echter steeds erger en ten slotte zocht Hitler mogelijkheden om de joden zo systematisch en snel mogelijk uit te roeien. Hitler legde de schuld van het verdrag van Versailles, en de andere grote problemen van Duitsland na WOI, bij de joden. De joden werden een zondebok voor alles wat er maar slecht ging in Duitsland. De jodenhaat die bestond, in onder andere Duitsland, wordt antisemitisme genoemd. Er werden regels gemaakt waarin stond dat joden bepaalde dingen niet meer mochten en bepaalde rechten niet meer voor hen bestemd was. De discriminatie kwam op allerlei manieren tot uiting. Toen Hitler besloot dat de joden tot tweederangsburgers gedegradeerd (Neurenberger wetten) moesten worden, werd duidelijk dat de discriminatie gebaseerd werd op racisme. Hitler vond dat alle joden uit Duitsland moesten vertrekken (Endlösung: definitieve oplossing voor het jodenvraagstuk). Toen dit niet snel genoeg gebeurden, en toen niet alle Joden daadwerkelijk vertrokken, besloot hij actie te gaan ondernemen. Tijdens de Wannsee conferentie werd het idee gemaakt om zogenaamde concentratiekampen te bouwen. Door middel van vergassing zouden de joden hier om het leven worden gebracht. Grootschalige volkenmoord wordt ook wel genocide genoemd.
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
Hoofdstuk 11 De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog. Nog voor dat de tweedewereldoorlog was beëindigd namen de spanningen tussen de VS en de SU toe. Ze hadden dan wel samengewerkt tegen Hitler, maar de ideologische verschillen waren te groot om vrienden te worden. Tijdens de conferentie van Jalta bleek dat de SU niet zomaar uit Oost-Europa wilde wegtrekken. De vroegere bondgenoten waren door deze blokvorming, tegenstanders geworden. Tijdens de conferentie van Potsdam werd Berlijn in vier zones verdeeld. Ook onthulde de VS dat ze over een atoombom beschikte. Hiermee begon de wapenwedloop tussen de SU en de VS. Al snel bleek dat Stalin niet van plan was om vrije verkiezingen te houden in Oost-Europa. Met zijn steun groeide daar de communistische partijen en werd de oppositie uitgeschakeld. Hiermee was een ijzere gordijn neergelaten tussen West- en Oost-Europa. De VS en de Engeland zagen in dat ze zich krachtiger moesten opstellen om verdere verspreiding van het communisme te voorkomen. Het ijzere gordijn viel echter niet meer op te trekken. Bij de bevolking van West-Europa groeide de angst voor de SU. Maar waarschijnlijk had Stalin nooit de intentie om zijn invloed naar het westen uit te breiden. Hij wilde alleen de Russische grens veilig stellen, en verdere aanvallen voorkomen. Ter preventie van de uitbreiding van het communisme kwam de VS in 1947 met de Trumandoctrine. Dit hield in dat ieder land dat zich door het communisme bedreigt voelde, kon steunen op de hulp van de VS. Ook was de VS bang dat een arm Europa eerder zou vallen voor het communisme. Omdat het communisme zou kunnen inspelen om de economische chaos. Daarom kwam de minister van Buitenlandse zaken met het Marshallplan. Dit was een Europees economisch hulpplan. Dit plan leverde een belangrijke bijdragen bij het herstel van Europa. Stalin zag dit plan als dollarimperialisme, en hij verbood Oost-Europa om dit geld aan te nemen. Ook was er veel onenigheid over de wederopbouw van Duitsland. De VS en Engeland waren tegen hoge herstelbetalingen, omdat die de wederopbouw van Duitsland en daarmee Europa alleen maar zou belemmeren. De SU en Frankrijk waren er echter voor om Duitsland economisch zwak te houden. Om herhaling te voorkomen. De SU begon daarom in zone gelijk te plunderen, wat botste met het westerse kapitalisme. Het bleek onmogelijk om Duitsland als eenheid te besturen. De twee verschillende fronten, het westen het oosten, begonnen zich ook tegen elkaar af te zetten in Berlijn. West Berlijn voerde bijvoorbeeld de D-mark in. Stalin was hier boos over en begon de zo gehete ‘Blokkade van Berlijn’, alle toegans wegen naar westBerlijn werden afgesloten. De spanningen liepen hoog op en de VS kwam met een tegen aanval. De luchtbrug, vliegtuigen afgeladen met levensmiddelen vlogen naar berlijn on de bevolking daar te helpen. Door al deze spanningen richtte beide nieuwe staten op. De BRD (west) en de DDR(oost). Omdat de spanningen zo hoog opliepen gingen de VS en de SU bondgenoten zoeken die ze zouden steunen in een eventuele oorlog. Hierdoor ontstonden de NAVO, bondgenootschap van de VS, en het Warschaupact, bondgenootschap van de SU. Na de spanningen bij Berlijn verplaatsen de spanningen zich naar de achtertuin van de VS, Cuba. Aangezien de VS raketinstallaties had staan in Turkije vond de toenmalige president van
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
de SU dat zij ook raketinstallaties in de buurt van de VS mochten hebben. De spanningen rondom Cuba worden ook wel de ‘Cuba-crisis’ genoemd. Door deze crisis was de wereld nog nooit zo dicht bij een atoom-oorlog geweest. Dit was het moment waar de spanningen tussen de VS en de Su het hoogst opliepen. De dekolonisatie die een einde maakte aan de westerse hegemonie in de wereld. Europa is na de oorlog sterk verarmd, om toch nog enig gevoel van trots te behouden klampte ze zich aan de koloniën. Helaas voor Europa veranderde de mentaliteit in de koloniën, in Azië bijvoorbeeld kwam het nationalisme op, hierdoor kwam er veel verzet vanuit deze koloniën. Hierdoor kon Europa de koloniën niet meer behouden en werden veel Azische koloniën na de tweede wereldoorlog zelfstandig. Een andere factor die de Europeanen tegenzat was dat de heersende wereldmachten Rusland en de VS antikolonialistisch waren. VS was zelf ook een kolonie geweest en had dus sympathie voor koloniën die onafhankelijk wilde worden. De VS steunde dan ook sommige vrijheidsstrijders van koloniën. Ook dreigde ze met sancties tegen landen die koloniën hadden waardoor ze koloniën onafhankelijk lieten worden. Een duidelijk voorbeeld van deze politiek van de VS was de dekolonisatie van Indonesië. De VS zou namelijk de Marshallhulp aan Nederland stop zetten als ze Indonesië niet onafhankelijk lieten worden. De VS en Rusland wilde de gedekoloniseerde landen voor zich winnen om zo nieuwe bondgenoten te maken. Ze probeerde zo dus via de dekolonisatie hun macht uit te breiden. De VS deed dit bijvoorbeeld door geld aan te bieden aan landen zodat ze niet communistisch werden. Dit werd het Marshallhulpplan genoemd. De VS wilde koste wat het koste zorgen dat het communisme zich niet verder zou verspreiden. Vooral in Azië waren ze bang voor een snelle verspreiding van het communisme. Ze dachten namelijk dat als een land zou vallen steeds meer landen zouden vallen, dit noemde zij de Dominotheorie. Aangezien China al communistisch was deze theorie hier dus van toepassing. Dat was dus een belangrijke reden dat ze de Aziatische koloniën perse communistisch wilde laten worden. Dit was niet alleen af te dwingen met het Marshallplan en er waren dus enkele gevallen waar de VS zich genoodzaakt voelde met geweld in te grijpen. Het bekendste voorbeeld hiervan in natuurlijk de Vietnamoorlog waarin de VS het communisme rechtstreeks te lijf is gegaan De eenwording van Europa Economische eenwording Marshallplan Gezamenlijk herstelprogramma van West-Europa Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal kolen en staal waren basis voor militaire industrie en door dit samen te beheren, werd de kans klein dat 1 van deze landen een sterk leger op zou bouwen (west-duitsland) (Ne, Be, Lu, It, Du, Fr) 1957: Europese Economische Gemeenschap gemeenschappelijke markt en een gezamenlijk economisch beleid. Euratom gezamenlijke ontwikkeling van atoomenergie Deze 3 fuseerden tot de Europese Gemeenschappen, sinds 1992 beter bekend als Europese Unie Geografische eenwording Val van de Berlijnse Muur http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
Hoofdstuk 13 Het ontstaan van politieke stromingen en partijen sinds 1848 In 1848 werd de grondwet in Nederland ingevoerd door Thorbecke. Een belangrijk punt was vrijheid in onderwijs, en er kwam dan ook een schoolstrijd tussen protestanten katholieken en christenen over financiële gelijkstelling. Protestanten richtten daartoe als eerste een echte politieke partij op en de katholieken volgden weldra. Abraham Kuyper nam het voortouw en richtte in 1878 de Antirevolutionaire Partij (ARP) op. De katholieken hadden nu ook kansen, aangezien zij voorheen altijd geweerd waren uit overheidsfuncties. Na eerst wat samengewerkt te hebben met de protestanten richtte de priester Schaepman een katholieke politieke beweging op, de Rooms Katholieke Staatspartij (RKSP). Het partijprogramma was er in 1896 en de partij zelf in 1926. De katholieke partij ging zich veel bezighouden met de problemen van arbeiders. Later kwamen arbeiders zelf met een politieke partij, de Sociaaldemocratische Bond (SDB). Sommige arbeiders wilden meer bereiken dmv algemeen kiesrecht en in 1894 richtte Troelstra de Sociaaldemocratische Arbeiderspartij (SDAP) op. In 1908 begonnen een aantal ARP-leden voor zichzelf als reactie op de uitbreiding van het kiesrecht en richtten de Christelijk Historische Unie (CHU) op. De communisten hadden sinds 1909 in Nederland een eigen partij, vanaf 1935 de Communistische Partij van Nederland, (CPN) geheten. Eind 1942 werd er in Nederland veel nagedacht over vernieuwing. Er kwam een nieuwe politieke beweging, de Nederlandse Volksbeweging (NVB), deze partij zou voor het doorbreken van de verzuiling moeten zorgen. Het Nederlandse volk werd echter een eenheid onder koningin Wilhelmina. Als reactie besloot de SDAP zichzelf op te heffen en te vernieuwen in de Partij van de Arbeid (PVDA) (partij in het midden die de nadruk legde op herverdeling van de inkomens). In 1948 stichtten de liberalen een nieuwe partij met het begrip ‘volks’ erin: de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD). 12 Jaar lang vormden de KVP en PvdA coalitieregeringen. De KVP, PvdA, VVD en ARP vormden later de regeringen van de wederopbouw en de NVB verdween. In 1966 richtte de journalist Hans van Mierlo een partij op die volgens hem voor vernieuwing zou zorgen: Democraten ’66 (D66). Daarna verloren de drie confessionele partijen hun meerderheid en in 1980 kwam er een nieuwe confessionele partij: het Christen Democratisch Appél (CDA), die ervoor zorgde dat het aantal kiezers weer toenam. Die drie grote partijen, PvdA, CDA en VVD zorgden jarenlang samen voor het regeren van Nederland tot er in de jaren 90 de Socialistische Partij (SP) werd opgericht, die veel linkse kiezers trok. Echter kwam de grootste klap van de columnist Pim fortuyn met de LPF die zich tegen ‘de politiek’ keerde. Belangrijke denkers en hun ideeën over staat en onderdaan. -
pericles
- Baruch Benedictus de Spinoza Hij was een arme jood, die oorspronkelijk uit Portugal kwam. Spinoza vond dat vrijheid van meningsuiting bij een goede regering hoorde. Hij was de eerste die dat zo zei.
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
- Willem van Oranje Hij stelde in 1578 voor om zowel het katholieke als het lutherse en calvinistische geloof toe te staan. Hij was voor de godsdienstvrijheid. - Aletta Jacobs Ze was een joods meisje uit Friesland die als eerste vrouwelijke student de universiteit haalde. Mede door goed gebruik te maken van de vrijheid van drukpers en vereniging kregen de vrouwen kiesrecht in 1919. - Joan Derk van der Capellen tot den Pol Hij was een edelman met moderne opvattingen en beschreef deze in zijn boekje: Aan het volk van Nederland. Hij was voor een groot Nederland in plaats van de losse gewesten die op dat moment bestonden. - Johan Wigerda Hij vond dat het zaak was voor iedere burger van Nederland om zich met de politiek te bemoeien. Je kon niet zomaar achterover gaan leunen en wachten tot iemand anders bedacht hoe het moest. Denk mee, beslis mee! - Johan Rudolph Thorbecke Schreef de nieuwe grondwet. Hij wilde dat het parlement meer macht moest krijgen. Alle mensen die over voldoende middelen beschikte mochten stemmen. Dit omdat je alleen dan zelfstandig genoeg kon nadenken. - Jean-Jacques Rousseau Hij schreef zijn werk: Het sociaal contract. Hierin beschrijft hij dat hij het liefst een vorm van directe democratie, zoals in Zwitserland, zou zien. Wetten werden dan door allen gezamenlijk bedacht. - Charles de Montesqieu Hij bedacht dat de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht niet door een en dezelfde persoon uitgevoerd mogen worden. Om een goede democratie in stand houden moest je volgens montesqieu jezelf voor het algemeen belang kunnen opofferen. - Abraham Kuyper Een orthodox-protestantse dominee richtte in 1878 de ARP op. De anti revolutionaire partij. Hij was tegen de scheiding van de kerk en de staat en vond dat het volk niet het recht hadden om tegen hun vorst in opstand te komen.
De ontwikkeling van de parlementaire democratie en de rechtsstaat in Nederland na 1795. In 1795 kwamen de Fransen die direct de rechten van de mens afkondigde. De Nederlanden werden een eenheidsstaat. Alle privileges van gewesten werden afgeschaft. De kerk en staat werden gescheiden. Alles kon teruggevoerd worden bij de Franse Revolutie.
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
In1796 werd in Nederland voor het eerst een nationale vergadering gekozen. In 1798 kwam zelfs algemeen kiesrecht voor mannen. Er werd ook een grondwet opgesteld. Na het verdrijven van de Fransen in 1813 werd Nederland een monarchie met veel macht voor de koning. Op 2 december werd vastgesteld dat Nederland een parlement zou krijgen, bestaande uit 2 kamers, die beide wetsvoorstellen mochten goedkeuren, de Staten-Generaal. Er was echter weinig democratisch aan. De leden van de 1e kamer werden benoemd door de koning en de 2e kamer kon gekozen worden door mensen die genoeg belasting betaalde (censuskiesrecht). Koning Willem I regeerde vooral door Koninklijk besluit. Zijn beslissingen konden vaak weinig aanhang vinden in het katholieken zuiden. Het parlement betekende dus niets. Hij regeerde vooral met Koninklijk Besluit, benoemde ministers zelf en de ministers hoefde alleen aan de koning verantwoording af te leggen. In 1830 kwamen de Belgen in opstand en in 1840 werd het formeel aangekondigd. De liberalen kwamen op. In 1848 was het onrustig in Nederland, maar ook in Europa. Er waren veel revoluties. De koning besloot daarom om de grondwet te wijzigen. Thorbecke moest een nieuwe grondwet maken waarin de macht van de koning verkleind werd, maar mocht de monarchie niet afschaffen. Hij gaf de macht aan het parlement, maar vond dat censuskiesrecht moest blijven bestaan. Hij voerde de ideeën van Montesquieu in van de Trias Politica. En ten slotte werd de koning onschendbaar. Daardoor werd het parlement de plaats waar politieke geschillen werden uitgevochten. Belangrijke twistpunten, zoals de schoolstrijd, het algemeen kiesrecht en de socialen kwestie, zorgden voor verdere democratisering. Door de schoolstrijd kwamen de eerste politieke partijen, door de protestanten. In hun programma kwam de schoolstrijd naar voren. De katholieken volgden weldra. De orthodox-protestant dominee Abraham Kuyper, nam het initiatief. Hij richtte in 1878 de ARP op die tegen de Franse revolutionaire ideeën was. De katholieken hadden hetzelfde probleem met de schoolstrijd. De pastoor Scheapman richtte de RKSP op, in 1896. De liberaal Cort van der Linden hakte de knoop door en zo werd de grondwet aangepast . Nederland werd een echte parlementaire democratie. Er kwam algemeen kiesrecht en financiële gelijkstelling van de scholen. In eerste helft van de 20e eeuw verzuilde Nederland. Die verzuiling hield waarschijnlijk de verleidelijke fascistische bewegingen buiten. De bezetting betekende een breuk in het langdurige proces van democratisering. Na de 2e wereldoorlog verloor Nederland zijn koloniën. Eerst Nederlands-Indie, later NieuwGuinea en Suriname. Die moesten uit de grondwet geschreven worden. Nu kon alle aandacht naar de wederopbouw van Nederland. Er moest in de economie ingegrepen worden en er kwamen sociale wetten. Nederland werd een verzorgingsstaat. Maar Nederland verzuilde ook weer. Halverwege de jaren 60 was Nederland welvarender en er was meer bestaanszekerheid. Er moest meer helderheid komen in de politiek door media en de verzuiling moest afbreken. De verkiezingen in ‘67 lieten dit zien. De confessionelen partijen verloren hun meerderheid.
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
Jongeren begonnen aandacht te vragen voor hun politieke kwesties, de Provo-beweging. Met ludieke acties haalde zij het nieuws. Vrouwen eisten rechten op en deden dat door middel van de Dolle Mina. Er kwam een nieuwe democratiseringsgolf door Nederland. Het ontstaan van vrijheidsrechten en politieke rechten in verschillende historische tijdvakken Pericles was de eerste persoon die sprak over het belang van democratie en vrijheid. In het jaar 431 Voor Christus vertelde spoorde hij de mensen van zijn volk aan tijdens de oorlog nog harder te vechten voor hun vrijheid. In het Athene van Pericles was er maar een kleine groep mensen dat alle politieke rechten hadden zoals het kiesrecht. Vrouwen, slaven en vreemdelingen konden nooit tot deze groep behoren. Ook slechts een beperkt aantal mensen was vrij in die tijd. Er waren veel slaven en mensen met minder rechten dan anderen. Na verloop van tijd is door het Christendom de slavernij verdwenen. Er waren geen slavenmarkten meer gedurende de middeleeuwen in Nederland. Toch was niet iedereen helemaal vrij, omdat er mensen nog op het land werkten en wel geld kregen maar verder volledig afhankelijk waren van de landheer. Deze boeren hoorden bij de grond waar ze op werkten en kregen bescherming van een heer. Andere mensen die niet geheel vrij waren, waren de lijfeigenen, die persoonlijk aan een heer gebonden waren. Edelen waren in die tijd echt vrij. In de steden leefden de mensen die vrij waren van onderworpenheid. Dit vonden zij de ware vrijheid. Een edelman uit de middeleeuwen zou een Nederlander uit onze tijd niet vrij vinden omdat we belasting moeten betalen en de overheid invloed heeft in de maatschappij. Gedurende de middeleeuwen droeg alleen de vorst bevoegdheden over aan een eigen stadsbestuur. In de 17e eeuw was Amsterdam een zeer belangrijke stad. Er waren toen drie soorten inwoners; de burgers, of poorters, de inwoners en de vreemden. Burgers hadden de meeste vrijheid. Ze hadden nog alle middeleeuwse voorrechten: - vrijheid van tol in holland - toegang tot gilden - toegang tot politieke en bestuurlijke functies - weeskinderen van burgers kregen huisvesting, scholing en te eten in een burgerweeshuis men kon burger worden door veel te betalen ervoor. Alleen vluchtelingen vanwege hun geloof kregen gratis het burgerschap en hulp bij het starten van een zaak. Alle officiële burgers hadden ‘gelijke rechten tot de privilegiën en voorrechten van de stad’. Dit gold ook voor vrouwen maar niet voor katholieken en joden. Deze kregen minder rechten. Ook de economische vrijheid was groot. De burgers in Amsterdam hadden lage belastingen, geen bemoeiende vorsten die overal wat grepen wat ze pakken konden, de vrijheid om een onderneming te starten en garanties voor de bescherming van je bezittingen. Er waren al speciale rechtbanken om onenigheden over bezit en handel op te lossen. Aan de andere kant was er wel slavenhandel in die tijd, maar alle nietslaven hadden daar niet echt bezwaar tegen. Qua persoonlijke vrijheid ging het af en toe wat ver met de bemoeienis van de overheid. Deze kon zich bijvoorbeeld bij bruiloften overal tegenaan bemoeien en op van alles en nog wat restricties en limieten leggen. Tegenwoordig mogen kunstenaars zeggen wat ze willen van de overheid. Als mensen zich beledigd voelen moeten ze naar de rechter stappen om het op te lossen. De vrijheid om gedachten en meningen vrij te uiten ligt nu vast in de grondwet. Tijdens de onderdrukking van Spanje was er qua geloof minder vrijheid. Iedereen moest toen katholiek zijn maar Willem van oranje
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen