http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
GRAMMATICA OEFENINGEN DUITS Vertaal mbv woordenboek!!!! 1. Ik hoor het vrij vaak = Ich höre es …… oft 2. Op de eerste plaats = 3. Ik weet niet, of hij kan komen = 4. Hij wil zelfmoord plegen = 5. Kunt u mij laten zien, waar de kinderafdeling is? = 6. De mensen, waarmee hij op vakantie gaat, wonen in Berlijn = Die Leute, ……….. er in die Ferien fährt, wohnen in Berlin. 7. Hij ziet het leven niet meer zitten = 8. Hij kan dat helemaal niet = 9. In plaats van een zelfmoordpoging raad ik je therapie aan = 10. De vrouw, die daar woont, is gek = 11. De man, wiens ( van wie de) kinderen in het buitenland wonen, is eenzaam. = 12. Het land, dat het WK voetbal organiseert, ligt in Afrika.= 13. Het meisje, voor wie hij dit cadeau gekocht heeft, is bijna zijn vriendin. = 14. Het kind, aan wie hij snoep gaf = 15. Ik geloof in een God. = 16. De stad, waarin ze wonen, is erg mooi. = 17. Ik betwijfel of hij komt = 18. Je moet kiezen. Het is of dit (boek) of dat boek = 19. We weten niet, of het vandaag of morgen is = 20. Wie heb je gisteren ontmoet? 21. Wie komen er? 22. Ik kan je maar tot 2 uur helpen. 23. Als je kunt, moet je het doen. 24. Toen ik ziek was, moest ik overgeven. 25. Ik vind haar het mooiste meisje van de klas = 26. Ik stap bij het derde huis uit = 27. Het gebouw, dat opgeblazen wordt, ligt in de oudste buurt. 28. Ik vermoed, dat ze zich verslapen heeft. 29. Maar dat kan toch niet waar zijn= 30. Hij is niet alleen slim, maar ook nog een grappige man. 31. Heeft hij gezegd, dat dat niet kan? 32. Na een week had ze er genoeg van. = 33. Afgelopen maandag waren jullie er niet. = 34. Dat vind ik verschrikkelijk = 35. Ik vind, dat dat verschrikkelijk is = 36. Heb je de boeken meegebracht?
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
37. Ik wil een reis boeken. 38. Kunt u me misschien helpen? 39. Als het mogelijk zou zijn, dan zou ik dat graag doen. 40. Als ik jou was (=zou zijn), dan ging (= zou gaan) ik meteen. 41. Heeft u misschien een pen voor me? 42. Hij gebruikt in de praktijk bijna nooit een rekenmachine. 43. Binnen dat bedrijf spelen gemene praktijken. 44. Uit de volgende thema’s kun je kiezen. 45. Er zijn systemen die ook heel goed werken. 46. Aan het begin van de week kan ik wel. 47. De kamer van de professor ligt aan het eind van de gang. 48. Bij dit project laten zich veel vakken combineren. 49. Hij is (!!) van mening veranderd.
1. vrij = 1. frei (bnw) 2. ziemlich (bijw) = tamelijk hier dus :ziemlich 2. uitdrukking/ vaste verbinding! Plaats: Ort/Stelle/Platz/ In uitgewerkte zinnetjes zitten voorbeelden en uitdrukkingen Hier: an erster Stelle / in erster Linie 3. Of = 1. oder 2. entweder … oder Enz . Hier : of > woordenboek : bij twijfel: ob er noch kommt? Ich weiß nicht, ob er kommen kann 4. plegen = 1. uitvoeren : begehen; verüben 2. plegen te … : pflegen > zij pleegt dat zo te doen (gebruik)= Sie pflegt es so zu machen Hier: Er möchte Selbstmord verüben/begehen 5. Könnten Sie mir bitte zeigen, wo die Kinderabteilung ist?
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
Let op! Bij beleefdheid gebruik je in het Duits altijd de Konjunktiv (=zouvorm), anders ben je onbeleefd (=kunt u me / zou u me kunnen laten zien) en vaak het woordje bitte. 6. De mensen, waarmee hij op vakantie gaat, wonen in Berlijn = Die Leute, mit denen er in die Ferien fährt, wohnen in Berlin. Betrek. vnw. > mit +3 Heeft betrekking op het voorgaande, nl Leute= meervoud Dus 3e naamval meervoud v.d. betrek vnw: denen (wb blz 497 3.2 het betrek vnw) 7. Hij ziet het leven niet meer zitten = Zien= ….. het niet meer zien zitten schwarz sehen Er sieht das Leben schwarz 8. Hij kan dat helemaal niet = Er kann das gar nicht helemaal= ~ niet : überhaupt nicht zie Gr nr 51 met ontkennend woord: gar of überhaupt Er kann das überhaupt/gar nicht 9. In plaats van een zelfmoordpoging raad ik je therapie aan = In Statt eines Selbstmordversuchs empfehle ich dir Statt +2 eines Selbstmordversuchs/-versuches rate / empfehle ich dir Therapie. Ontleden Stap 1: ww. deel: aanraden Stap 2: onderwerp: wie/wat raadt aan? Ik Stap 3: lijd vw: wie/wat raad ik aan? Therapie Stap 4: meew vw: aan/voor wie/wat raad ik therapie aan? aan jou (= je) Stap 5: bijw bep: statt (voorz +2) eines Selbstmordversuches 10. De vrouw, die daar woont, is gek = Die F Die Frau, die dort/da wohnt, ist verrückt. Betrek. vnw. > in deze bijzin is het onderwerp, dus 1e naamval Heeft betrekking op het voorgaande, nl Frau= vrouwelijk Dus 1e naamval vrouwelijk v.d. betrek vnw: die (wb blz 497 3.2 het betrek vnw)
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
11. De man, wiens ( van wie de) kinderen in het buitenland wonen, is eenzaam. = Der Mann, dessen Kinder im Ausland wohnen ist einsam
Der Mann, dessen Kinder im Ausland wohnen, ist einsam. Betrek. vnw. > VAN wie /wiens/wier > 2e nv Heeft betrekking op het voorgaande, nl Mann= mannelijk Dus 2e naamval mannelijk v.d. betrek vnw: dessen (wb blz 497 3.2 het betrek vnw) 12. Het land, dat het WK voetbal organiseert, ligt in Afrika.= Das Land, das die WM Fußball organisiert, l liegt in Afrika
Das Land, das die WM Fußball organisiert, liegt in Afrika. Betrek. vnw. > in deze bijzin is het onderwerp, dus 1e naamval Heeft betrekking op het voorgaande, nl Land= onzijdig Dus 1e naamval onzijdig v.d. betrek vnw: das (wb blz 497 3.2 het betrek vnw) 13. Het meisje, voor wie hij dit cadeau gekocht heeft, is bijna zijn vriendin. = Das Mädchen, für das er dieses Geschenk gekauft hat, ist fast seine Freundin
Das Mädchen, für das er dieses Geschenk gekauft hat, ist fast seine Freundin. Betrek. vnw. > voor > bestemd voor : für +4e naamval Heeft betrekking op het voorgaande, nl Mädchen= onzijdig Dus 4e naamval onzijdig v.d. betrek vnw: das (wb blz 497 3.2 het betrek vnw) 14. Het kind, aan wie hij snoep gaf, was lief =
Das Kind, wem er snoep gab
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
Das Kind, dem er Süßigkeiten gab, war lieb Betrek. vnw. > in deze bijzin is het meew vw, dus 3e naamval Heeft betrekking op het voorgaande, nl Kind= onzijdig Dus 3e naamval onzijdig v.d. betrek vnw: dem (wb blz 497 3.2 het betrek vnw) 15. Ik geloof in een God. =
Ich glaube an einen Gott Ich glaube an einen Gott. geloven <+in> = glauben (an <+4e nv>) 16. De stad, waarin ze wonen, is erg mooi. =
Die stadt, in der wohnen, ist sehr schön.
Die Stadt, in der sie wohnen, ist sehr schön. Betrek. vnw. > in +3/4 wonen = zichbevinden/rust, dus +3 Heeft betrekking op het voorgaande, nl Stadt= vrouwelijk Dus 3e naamval vrouwelijk v.d. betrek vnw: der (wb blz 497 3.2 het betrek vnw) 17. Ik betwijfel of hij komt = Ich beschweifle, ob er kommt Ich bezweifle, ob er kommt of =
(ofwel) es sei denn, dass (bij tegenstelling) oder * of ….of entweder …. oder (bij twijfel) ob
Hier dus twijfel : ob Zie ook Gr nr 43 18. Je moet kiezen. Het is of dit (boek) of dat boek = Du musst wählen. Es ist
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
Du sollst/ musst wählen. Es ist entweder dieses oder jenes Buch. of =
(ofwel) es sei denn, dass (bij tegenstelling) oder * of ….of entweder …. oder (bij twijfel) ob
19. We weten niet, of(dat) het vandaag of(wel) morgen is = Wir wissen nicht, ob (voegwoord) es heute oder (keuze) morgen ist. Aantek: Of = 1. of(dat) > ob (voegwoord) 2. of(wel) (keuze) > oder 3. of …. of (keuze) > entweder …. oder 20. Wie heb je gisteren ontmoet? Wen hast du gestern getroffen? Wie = 1. wer 2. Wessen 3. Wem 4. Wen
dit is de derde persoon enkelvoud! komt alleen voor in het enkelvoud!! (Let op werkwoordvervoeging) Evt meervoud aan te geven met “alles”
21. Wie komen er?= Wer (alles) kommt?
(zie 20)
22. Ik kan je maar tot 2 uur helpen. = Ich kann dir nur bis zwei Uhr helfen. Maar = 1. 2. 3.
Aber (het) (zelfst nw) (bijw) * [slechts] nur (vw) * aber, (na ontkenning) sondern
*niet alleen …. maar ook = nicht nur ….. sondern auch Zie ook Gr-overzicht Nr 45 23. Als je kunt, moet je het doen.= Wenn du kannst, sollst du es machen (indien)
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
Als = * (zoals, gelijk) wie * (indien) wenn *((telkens) wanneer) = wenn * (in de hoedanigheid van) als Zie ook Gr nr 42 24. Toen ik ziek was, moest ik overgeven.= Als ich krank war, musste ich mich übergeben. Toen = Als Overgeven = 1.(aan iemand anders geven) übergeben, überreichen 2. (capituleren*) sich ergeben (wederk ww**) 3. (braken) sich übergeben, sich erbrechen (wederk ww) * Geen idee wat het betekent? Misschien woordenboek N-N ook handig. **wederk ww: hoe zit het ook alweer? Misschien staat het achterin het grammatica-overzicht van je woordenboek. Bekijk vooraf ook het grammatica-overzicht van Na klar! goed!! 25. Ik vind haar het mooiste meisje van de klas = Ich finde sie das hübscheste Mädchen der Klasse 26. Ik stap bij het derde huis uit = Ich steige bei dem dritten Haus aus. 27. Het gebouw, dat opgeblazen wordt, ligt in de oudste wijk.= Das Gebäude, das gesprengt wird, liegt im ältesten Viertel. opblazen = 1. Aufblasen (groter maken> ballon o.i.d.) 2. sprengen (vernietigen >brug o.i.d.) 28. Ik vermoed, dat ze zich verslapen heeft. = Ich vermute, dass sie sich verschlafen hat 29. Maar dat kan toch niet waar zijn= Aber das kann doch nicht wahr sein. Maar = 1. Aber (het) (zelfst nw) 2. (bijw) * [slechts] nur 3. (vw) * aber, (na ontkenning) sondern
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
*niet alleen …. maar ook = nicht nur ….. sondern auch Zie ook Gr-overzicht Nr 45 30. Hij is niet alleen slim, maar ook nog een grappige man. = Er ist nicht nur klug, sondern auch noch ein lustiger/spaßiger/drolliger Mann maar > niet alleen ... maar ook ... koppelww sein +1 > (hij) [is] [een grappige man] 31. Heeft hij gezegd, dat dat niet kan? = Hat er gesagt, dass das nicht geht? dass = voegwoord (blijft over bij ontleden) das = lidwoord/ aanwijz vnw (dat = dit)/ betrek vnw (wijst terug op voorgaand woord) 32. Na een week had ze er genoeg van. = Nach +3 einer Woche hatte sie genug davon. 33. Afgelopen maandag waren jullie er niet. = Letzten Montag wart ihr nicht da. Tijdsbepaling (bijwoordelijke bepaling van tijd) ZONDER voorzetsel: 4e naamval!! Dagen en maanden zijn allemaal mannelijk. 34. Dat vind ik verschrikkelijk = Das finde ich schrecklich. dass = voegwoord (blijft over bij ontleden) das = lidwoord/ aanwijz vnw (dat = dit)/ betrek vnw (wijst terug op voorgaand woord) 35. Ik vind, dat dat verschrikkelijk is = Ich finde, dass das schrecklich ist. 36. Heb je de boeken meegebracht? Hast du die Bücher mitgebracht?
Gebruik woordenboeken: N-D: boek = Buch (alleen enkelvoud te vinden van zelfstandige naamwoorden)
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
Dan D-N: Buch [-es, “ er] (tussen haken eerst 2e nv, dan meervoud) 2e naamval bij boek zou dus zijn: Der Titel des Buches Meervoud is: Bücher 37. Ik wil een reis boeken. Ich möchte eine Reise buchen. In je woordenboek N-D vind je ook “boeken”= buchen. Dit is dus niet het zelfstandige naamwoord boeken (want die staat alleen in het enkelvoud in je woordenboek), maar het werkwoord!! 38. Kunt u me misschien helpen? (≈Zou u mij kunnen helpen> zou-vorm!!! In het Duits gebruik je de zou-vorm om beleefd te zijn!!!! En veelvuldig het woord “bitte”) Könnten Sie mir bitte helfen (+3)? (zou-vorm:beleefdheid)
Zou-vorm (=Konjunktiv) gebruik je bij: - beleefdheid - niet-werkelijkheid - mogelijkheid 39. Als het mogelijk zou zijn, dan zou ik dat graag doen.= Wenn es möglich wäre, dann würde ich das gerne machen.
(zou-vorm: mogelijkheid)
40. Als ik jou was (=zou zijn), dan ging (= zou gaan) ik meteen.= Wenn ich du (!!!) wäre, dann würde ich sofort gehen (zou-vorm: nietwerkelijkheid) e Let op!! Koppelwerkwoord sein +1, vandaar 1 naamval :”du” 41. Heeft u misschien een pen voor me? (≈ Zou u misschien een pen voor me hebben/ zou u me een pen kunnen lenen) Hätten Sie vielleicht einen Kuli für mich? (zou-vorm:beleefdheid) 42. Hij gebruikt in de praktijk bijna nooit een rekenmachine.= Er verwendet/benutzt in der Praxis fast nie eine Rechenmaschine. praktijk =
1. (toepassing/beroepswerkzaamheid (denk aan tandartspraktijk o.i.d.) / gewoonte) = Praxis 2. (boze praktijken) = Praktiken, Intrigen. Machenschaften
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
43. Binnen dat bedrijf spelen gemene praktijken.= Innerhalb +2 des Betriebs spielen gemeine/ bedenkliche Praktiken. Woordenboek N-D: Bedrijf = Betrieb Woordenboek D-N: Betrieb [m; ~(e)s, ~e] Haken woordenboek: evt. geslacht (afhankelijk van woordenboek wel/niet tussen de vierkante haken erbij) en dan eerst uitgang 2e nv en als laatste meervoud) Hier dus 2e nv nodig.
44. Uit de volgende thema’s kun je kiezen.= Aus (+3) den nächsten Themen kann man / kannst du wählen. Algemeen bedoeld: gebruik je “man” (=men) Een specifiek iemand in gedachten: dan “du”
Gebruik woordenboeken: N-D: thema = Thema (alleen enkelvoud te vinden van zelfstandige naamwoorden) Dan D-N: Thema [mv:-men] Meervoud is:Themen 45. Er zijn systemen die ook heel goed werken. Es gibt (+4) Systeme, die auch sehr gut funktionieren. Werken =
1. (werk doen, beroep uitoefenen) arbeiten 2. (werken, functioneren) funktionieren 3. (uitwerking hebben) wirken
46. Aan het begin van de week kan ik wel.= Am Anfang der Woche kann ich schon. Woche [~, ~n]: 2e naamval vrouwelijk heeft geen uitgang achter het zelfst naamwoord 47. De kamer van de professor ligt aan het eind van de gang. Das Zimmer des Professors liegt am Ende des Korridors Woordenboek D-N: Professor [m.;~s, ~en] 2e nv dus: Professors Woordenboek D-N: Korridor [m.;~s, ~e] 2e nv dus: Korridors 48. Bij dit project laten zich veel vakken combineren. Bei (+3) diesem Projekt lassen sich viele Fächer kombinieren.
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen
Woordenboek N-D: vak =Fach Woordenboek D-N: Fach o.;~(e)s, ~”er] meervoud dus: Fächer 49. Hij is (!!) van mening veranderd. Er hat(!!) seine Meinung geändert. (denk aan het Nederlands: hij heeft zijn mening veranderd) Woordenboek N-D: mening= Meinung …. van ~veranderen seine Meinung ändern
http://www.schoolsamenvatting.nl/
-
De site voor samenvattingen