«DOSSIERNR» Dienstjaar «JAAR_BESLISSING_RVB» Tussen

VERTROUWELIJK

IWT/OZM/«DOSSIERNR» Dienstjaar «JAAR_BESLISSING_RVB»

OVEREENKOMST Tussen

het agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie, hierna genoemd "IWT", vertegenwoordigd door mevrouw Veerle LORIES, administrateur-generaal,

en «aanspreking» «voornaam_OZM» «NAAM_OZM», geboren te «geboorteplaats» op «geboortedatum» en wonende «straat_nr_OZM» te «woonplaats_OZM» hierna genoemd "MANDAATHOUDER"

«wet_promotor_vn» «WET_PROMOTOR_NM», «functietitel_promotor», «lab_promotor», «univ_promotor» hierna genoemd "WETENSCHAPPELIJKE PROMOTOR"

«industr_promotor_vn» «INDUSTR_PROMOTOR_NM», «functietitel_industr_promotor» bij «bedrijf», hierna genoemd "INDUSTRIËLE PROMOTOR"

en «univ_promotor», gevestigd in de straat en nummer, te postnummer en gemeente, exploitatiezetel van RECHTSPERSOON_CONTRACTANT NV, met maatschappelijke zetel in de straat en nummer, te postnummer en gemeente (eventueel land) ,In geval exploitatieen maatschappelijke zetel dezelfde zijn vervalt de vermelding ", gevestigd in de ..., exploitatiezetel van". rechtsgeldig vertegenwoordigd door Voornaam NAAM gemachtigde wet. instelling, functie wetenschappelijke instelling, hierna genoemd “ONDERZOEKSINSTELLING” V27/11/200

OVEREENKOMST

IWT/OZM/«DOSSIERNR»

Evenals

«bedrijf», gevestigd in de «adres», te «GEM_POSTCODE» «GEM_NAAM», exploitatiezetel van RECHTSPERSOON_CONTRACTANT NV, met maatschappelijke zetel in de straat en nummer, te postnummer en gemeente (eventueel land) ,In geval exploitatieen maatschappelijke zetel dezelfde zijn vervalt de vermelding ", gevestigd in de ..., exploitatiezetel van". rechtsgeldig vertegenwoordigd door Voornaam NAAM gemachtigde bedrijf, functie hierna genoemd “BEDRIJF”

partijen van deze overeenkomst,

wordt overeengekomen als volgt:

2/17

OVEREENKOMST


Art.1. Begrippen Voor onderhavige overeenkomst moet worden verstaan onder: "BEURS": de toelage voor de uitvoering van het PROJECT ten belope van de maandelijkse bedragen vermeld in Bijlage 2, of voor een VERLENGD PROJECT, in Bijlage 4 van deze OVEREENKOMST, waarvan het bedrag jaarlijks door IWT in functie van de REGLEMENTERING wordt aangepast overeenkomstig artikel 3.2. en medegedeeld aan de MANDAATHOUDER; "OVEREENKOMST": de onderhavige door de partijen onderschreven bepalingen, de hierbij aangehechte bijlagen, evenals de desgevallend later door hen wederzijds overeengekomen schriftelijke wijzigingen, onderverstaan dat wijzigingen die resulteren uit een wijziging of aanvulling van wettelijke of reglementaire bepalingen van rechtswege hun uitwerking hebben en geen wederzijdse instemming behoeven; "PROJECT": de door de MANDAATHOUDER in zijn aanvraag voor een onderzoeksmandaat bij IWT ingediende beschrijving van activiteiten en organisatie van het onderzoek en het valorisatietraject, goedgekeurd door de raad van bestuur van IWT en nader gedefinieerd (o.m. het type) in Bijlage 1 van deze OVEREENKOMST, en desgevallend, het VERLENGD PROJECT nader gedefinieerd in Bijlage3 van deze OVEREENKOMST; "PROJECTKOSTEN": de specifieke kosten die aan de uitvoering van het PROJECT verbonden zijn of daarvoor nodig werden aangegaan, in de mate dat ze volgens de nadere regeling in artikel 4 door IWT redelijkerwijze niet kunnen worden beschouwd als een aandeel in de centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten van de ONDERZOEKSINSTELLING; “PROJECTKOSTENVERGOEDING”: de vergoeding voorzien voor de aanrekening, volgens de regeling voorzien in artikel 4, van PROJECTKOSTEN, waarvan het bedrag begroot is in Bijlage 2, of wanneer het een VERLENGD PROJECT betreft, in Bijlage 4 van deze OVEREENKOMST; "REGLEMENTERING": de regels vervat in het besluit van de Vlaamse regering van 11 december 1991 tot regeling van de toekenning van onderzoeksmandaten (B.S. 26.02.92) en van de wetgeving die het zal wijzigen, aanvullen of vervangen, evenals het reglement met aanvullende bepalingen door de raad van bestuur van IWT vastgesteld in uitvoering van artikel 11 van het voormeld besluit; "PROJECTDOELSTELLINGEN": het beoogd resultaat van het PROJECT zoals beschreven in Bijlage 1 van deze OVEREENKOMST, nader gedefinieerd (o.m. het type) in Bijlage 1 van deze OVEREENKOMST, of wanneer het een VERLENGD PROJECT betreft, in Bijlage 3 van deze OVEREENKOMST; “PROJECTRESULTATEN”: het geheel van bijkomende kennis die bereikt werd na uitvoering van het PROJECT; ''SAMENWERKINGSOVEREENKOMST'': elke overeenkomst nodig voor de uitvoering van de onderhavige OVEREENKOMST en die gesloten wordt tussen de MANDAATHOUDER, de WETENSCHAPPELIJKE PROMOTOR, de ONDERZOEKSINSTELLING en desgevallend de INDUSTRIËLE PROMOTOR en/of het BEDRIJF. Wetenschappelijke en industriële co-promotoren dienen ook partijen van deze SAMENWERKINGSOVEREENKOMST te zijn; “STEUN”: de financiële tegemoetkoming PROJECTKOSTENVERGOEDING;

van

IWT

bestaande

uit

de

BEURS

en

de

3/17

OVEREENKOMST


''VALORISATIE VAN DE PROJECTRESULTATEN'': het aanwenden van de PROJECTRESULTATEN met het oog op economische activiteiten die er gebruik van maken; "VERLENGD PROJECT": het initieel PROJECT dat door de raad van bestuur werd verlengd, na onderzoek van de aanvraag daartoe van de MANDAATHOUDER, waarvan de inhoud gedefinieerd is in Bijlage 3, en waarvoor de principiële akkoordverklaring bedoeld in artikel 4.5. door hem werd voorgelegd.

Art.2. Situering van het voorwerp van de OVEREENKOMST en van de rol van de partijen bij de uitvoering ervan 2.1. De OVEREENKOMST heeft als voorwerp de regeling van de STEUN voor de uitvoering van het PROJECT door de MANDAATHOUDER. 2.2. Het PROJECT is gericht op de zo goed mogelijke realisering van de PROJECTDOELSTELLINGEN beschreven in Bijlage 1, of wanneer het een VERLENGD PROJECT betreft, in Bijlage 3, door onderzoeksactiviteiten desgevallend gecombineerd met activiteiten ter optimalising van het valorisatietraject. 2.3. De MANDAATHOUDER zal alles doen wat redelijkerwijze mag verwacht worden ter realisatie van het PROJECT. De MANDAATHOUDER erkent dat hij een BEURS ontvangt om uitsluitend en in onafhankelijkheid ten aanzien van de WETENSCHAPPELIJKE PROMOTOR en van de INDUSTRIËLE PROMOTOR te werken aan de activiteiten van zijn PROJECT. 2.4. De MANDAATHOUDER en de ONDERZOEKSINSTELLING verbinden zich tot nakoming van de plichten op het vlak van de VALORISATIE VAN DE PROJECTRESULTATEN omschreven in artikel 6. 2.5. De WETENSCHAPPELIJKE PROMOTOR erkent dat de MANDAATHOUDER de BEURS ontvangt om uitsluitend, zorgvuldig en onafgebroken te werken aan de activiteiten van zijn PROJECT en deze niet mag combineren met andere activiteiten of academische opdrachten. De WETENSCHAPPELIJKE PROMOTOR aanvaardt in te staan voor de technisch-wetenschappelijke begeleiding, door middel van advies en informatie aan de MANDAATHOUDER die er zich toe verbonden heeft hem regelmatig over de evoluties en vooruitgang van het PROJECT te rapporteren, en te waken over de wetenschappelijke kwaliteit en continuïteit in de werkzaamheden voor het PROJECT. Gezien de WETENSCHAPPELIJKE PROMOTOR niet fungeert als contractant van betrokkene, noch als werkgever of als vertegenwoordiger van IWT, kan hij dan om die redenen niet juridisch aansprakelijk worden gesteld. In de mate dat de werkzaamheden van het PROJECT gebeuren in zijn onderzoekscentrum of -eenheid zal de WETENSCHAPPELIJKE PROMOTOR de noodzakelijke middelen die de uitvoering van het PROJECT voorziet of kan vereisen, ter beschikking stellen van de MANDAATHOUDER. 2.6. De INDUSTRIËLE PROMOTOR erkent dat de MANDAATHOUDER de BEURS ontvangt om uitsluitend, zorgvuldig en onafgebroken te werken aan de activiteiten van zijn PROJECT en deze niet mag combineren met andere activiteiten of opdrachten van het BEDRIJF. De INDUSTRIËLE PROMOTOR aanvaardt ten persoonlijke titel in te staan voor het verlenen van advies aan de MANDAATHOUDER inzake de toepassingsgerichte oriëntatie en potentiële economische finaliteit van het PROJECT.

4/17

OVEREENKOMST


De MANDAATHOUDER dient regelmatig aan de INDUSTRIËLE PROMOTOR te rapporteren. De INDUSTRIËLE PROMOTOR is evenwel niet de werkgever van de MANDAATHOUDER en heeft evenmin de wetenschappelijke leiding van het PROJECT. In de mate dat de INDUSTRIËLE PROMOTOR alleen advies verstrekt, kan hij niet persoonlijk aansprakelijk gesteld worden voor fouten in de beslissingen die op grond van zijn advies zouden genomen worden. Wanneer de PROJECTDOELSTELLINGEN in Bijlage 1 of van het VERLENGD PROJECT in Bijlage 3, activiteiten van de MANDAATHOUDER voorziet in zijn bedrijf, zal de INDUSTRIËLE PROMOTOR de noodzakelijke middelen voor hun uitvoering ter beschikking stellen van de MANDAATHOUDER, en dit buiten enige verplichting van financiële of andere aard van de MANDAATHOUDER zelf. 2.7. De uitvoering van deze OVEREENKOMST vereist een SAMENWERKINGSOVEREENKOMST. De SAMENWERKINGSOVEREENKOMST regelt minimaal volgende aangelegenheden: - de plaats van uitvoering van het PROJECT indien deze verschilt van de plaats van de ONDERZOEKSINSTELLING; - de samenwerking op het vlak van de VALORISATIE VAN DE PROJECTRESULTATEN (aan te vullen met de toepasselijke interne reglementen van de ONDERZOEKSINSTELLING); - de afspraken in verband met de financiering van de PROJECTKOSTEN die al dan niet buiten de PROJECTKOSTENVERGOEDING vallen; - andere modaliteiten van onderlinge samenwerking voor de uitvoering van het PROJECT, een VERLENGD PROJECT en/of de OVEREENKOMST (bv. indien het BEDRIJF bepaalde specifieke activiteiten van de MANDAATHOUDER zal begeleiden op het vlak van het valorisatietraject in het PROJECT; afspraken in verband met de mogelijkheid van opschorting van uitvoering van het PROJECT, verplaatsingen en verblijf in het buitenland van de MANDAATHOUDER, afspraken inzake aansprakelijkheid in geval van schade veroorzaakt bij de uitvoering van het PROJECT bij de ONDERZOEKSINSTELLING of bij het BEDRIJF). De bepalingen van de SAMENWERKINGSOVEREENKOMST dienen verenigbaar te zijn en te blijven met deze OVEREENKOMST en zijn uitvoeringsmodaliteiten en worden aan de goedkeuring van IWT onderworpen. De MANDAATHOUDER dient de SAMENWERKINGSOVEREENKOMST over te maken aan IWT binnen drie maanden sinds de verzending van deze OVEREENKOMST. IWT wordt geacht zijn goedkeuring te hebben gegeven indien het niet reageert binnen de 25 werkdagen nadat de MANDAATHOUDER de SAMENWERKINGSOVEREENKOMST aan IWT heeft voorgelegd. De goedkeuring door IWT is ook vereist voor wijzigingen aan de SAMENWERKINGSOVEREENKOMST tijdens de uitvoering van het PROJECT.

Art.3. De BEURS 3.1.

IWT kent de BEURS aan de MANDAATHOUDER toe onder de voorwaarde dat de MANDAATHOUDER onderhavige OVEREENKOMST op een zorgvuldige en ononderbroken wijze nakomt. In het bijzonder erkent de MANDAATHOUDER dat indien daar gegronde redenen toe zijn IWT de BEURS autonoom kan opschorten, herzien en terugvorderen onder de voorwaarden bepaald in de artikelen 8, 9 en 10. IWT handelt hierbij niet als werkgever van de MANDAATHOUDER noch wordt de MANDAATHOUDER door ondertekening van deze OVEREENKOMST een bediende van IWT in de zin van de wetgeving op de arbeidsovereenkomsten. De MANDAATHOUDER verbindt zich tot naleving van de voorschriften betreffende de cumulatie met andere steun zoals bepaald in de REGLEMENTERING.

5/17

OVEREENKOMST


3.2.

Het bedrag van de BEURS wordt jaarlijks per kalenderjaar door de raad van bestuur van IWT vastgesteld overeenkomstig de REGLEMENTERING, en heeft als grondslag het gemiddeld nettobedrag toegekend aan de doctor-assistenten, zoals bepaald in het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap (B.S. 04.07.91), zoals gewijzigd. Het bedrag tijdens het eerste kalenderjaar van het mandaat wordt vermeld in Bijlage 2 bij deze OVEREENKOMST, of, voor een VERLENGD PROJECT, in Bijlage 4.

3.3.

Met uitzondering van de laatste schijf bij afloop van het PROJECT of van het VERLENGD PROJECT wordt de BEURS door IWT uitbetaald in maandelijkse schijven en telkenmale uiterlijk op de derde bankwerkdag van de volgende maand, voor zover de MANDAATHOUDER zijn activiteiten voor het PROJECT onafgebroken en zorgvuldig heeft voortgezet. Bij goedkeuring van het eindverslag door IWT ontvangt de MANDAATHOUDER de laatste maandelijkse schijf. In geval van een VERLENGD PROJECT wordt de laatste maandelijkse schijf pas bij goedkeuring van het eindverslag van het VERLENGD PROJECT uitbetaald. De betalingen van de BEURS gebeuren op het rekeningnummer medegedeeld door de MANDAATHOUDER.

3.4.

De MANDAATHOUDER geniet van de sociale zekerheidsregeling van hoofdbediende ingevolge artikel 15 van het Koninklijk Besluit van 28 november 1969. Voor het brutobedrag wordt bijgevolg de persoonlijke RSZbijdrage ingehouden, en op hetzelfde bedrag betaalt IWT de wettelijke werkgeversbijdrage. De inkomsten van de BEURS zijn vrijgesteld van inkomstenbelasting ingevolge het Koninklijk Besluit van 28 maart 1994. IWT houdt dus geen bedrijfsvoorheffing in op de uitbetaling van de BEURS en levert geen fiscale fiche af. IWT treedt ten aanzien van de MANDAATHOUDER op als subsidiant en dient door de MANDAATHOUDER nauwgezet in kennis te worden gesteld van alle gebeurtenissen (o.m. afwezigheden en verplaatsingen) met gevolgen op het vlak van de sociale zekerheid en/of fiscaliteit.

Art.4. De PROJECTKOSTEN en de PROJECTKOSTENVERGOEDING 4.1.

Voor de PROJECTKOSTEN van de MANDAATHOUDER , deze van de ONDERZOEKSINSTELLING of het BEDRIJF waar het onderzoek wordt verricht, wordt een PROJECTKOSTENVERGOEDING toegekend. De PROJECTKOSTENVERGOEDING wordt door IWT betaald gedurende de eerste 24 maanden van een PROJECT. Tenzij andersluidende beslissing door IWT worden de PROJECTKOSTEN in een VERLENGD PROJECT door het BEDRIJF gedragen. . De aanrekening van kosten op de PROJECTKOSTENVERGOEDING van IWT door de financiële administratie van de ONDERZOEKSINSTELLING, zal gebeuren overeenkomstig hetgeen hierna nader wordt geregeld en verder gespecifieerd in de SAMENWERKINGSOVEREENKOMST. Het bedrag van de PROJECTKOSTENVERGOEDING dat geldt op datum van aanvang van het PROJECT, is vermeld in Bijlage 2, of in het geval van een VERLENGD PROJECT, in Bijlage 4 bij deze OVEREENKOMST. Vermits de vergoeding voor PROJECTKOSTEN 20% bedraagt van de brutobeurskost voor IWT, wijzigt het bedrag van de begroting voor PROJECTKOSTEN ingevolge de jaarlijkse vaststelling van de BEURS bedoeld in artikel 3.2.

4.2.

De PROJECTKOSTENVERGOEDING wordt elke maand uitbetaald, samen met de maandelijkse betaling van de BEURS, op het rekeningnummer dat medegedeeld is door de ONDERZOEKSINSTELLING. De uitbetaling gebeurt pro rato van de mate waarin de betaling van de BEURS verschuldigd is.

4.3.

De PROJECTKOSTENVERGOEDING is door de ONDERZOEKSINSTELLING verworven als ze aantoont dat:

6/17

OVEREENKOMST


- aangerekende kosten altijd met de wederzijdse schriftelijke toestemming van de MANDAATHOUDER en zijn WETENSCHAPPELIJKE PROMOTOR gebeuren; - er geen verrekening gebeurt van een aandeel van de centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten van de universitaire instelling op de PROJECTKOSTENVERGOEDING; - de werkelijke kosten slechts eenmalig werden aangerekend of gesubsidieerd. 4.4.

Onverminderd de herziening van de STEUN bepaald in artikel 9 controleert IWT het correct gebruik van de PROJECTKOSTENVERGOEDING door de steekproefsgewijze controle van regels die in de instelling gelden als beheersregeling voor de kostenvergoeding in het algemeen. De steekproefsgewijze controle door IWT omvat: 1° het nazicht of de in rekening gebrachte kosten inderdaad steunen op minstens een periodieke kostenstaat, die het uitdrukkelijke en schriftelijke akkoord van de MANDAATHOUDER en zijn WETENSCHAPPELIJKE PROMOTOR vermeldt, 2° de vaststelling dat de in rekening gebrachte kosten effectief worden verricht, en 3° de precieze omschrijving van de in rekening gebrachte kost zodat IWT redelijkerwijze het specifieke verband kan vaststellen met het project, en dat ze aldus, in het bijzonder, geen kosten of lasten dekken die behoren tot centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten van de universitaire instelling. IWT kan, wanneer dit nodig is wegens de specifieke omstandigheden en eigen geplogenheden in het financieel beheer van een universiteit, de organisatie van de controle aanpassen in functie van die omstandigheden, zonder evenwel afbreuk te kunnen doen aan de inhoud en de sluitende aard van de bovenstaande bewijsregeling. IWT kan deze steekproefsgewijze controle-opdracht zelf uitvoeren. Het beslist zelf of het daartoe desgevallend beroep doet op een door haar aangesteld boekhoudkundig revisor, en in welke mate het daartoe op hem beroep doet.

4.5.

Tenzij andersluidende beslissing van IWT dienen de PROJECTKOSTEN bij een VERLENGD PROJECT gedragen te worden door het BEDRIJF. Een uitvoerend akkoord m.b.t. de uitbetaling van de PROJECTKOSTENVERGOEDING voor het VERLENGD PROJECT door het BEDRIJF moet door IWT worden goedgekeurd.

Art.5. Duur van het PROJECT 5.1. Het PROJECT loopt initieel voor een periode van 24, behoudens overmacht, aaneensluitende maanden van activiteit vanaf de begindatum van het PROJECT, vermeld in de Bijlage 2. Het PROJECT kan evenwel worden verlengd met ten hoogste één jaar. De duur van het VERLENGD PROJECT is in dat geval vermeld in Bijlage 3 en Bijlage 4. 5.2. Onverminderd de voorwaarden bepaald in artikel 7.1 wordt de uitvoering van het PROJECT opgeschort in geval van: o arbeidsongeschiktheid van meer dan dertig kalenderdagen, o het moederschapsverlof o een verblijf in het buitenland

7/17

OVEREENKOMST


De duur van het PROJECT zal worden verlengd met de duur van de schorsingen zoals vastgesteld door IWT. De gevolgen van de opschorting van de uitvoering van het PROJECT worden bepaald in artikel 8.3. 5.3. De modaliteiten voor een aanvraag voor een VERLENGD PROJECT zijn deze van de REGLEMENTERING in voege op datum van de indiening van de aanvraag van het VERLENGD PROJECT.

Art.6. VALORISATIE VAN DE PROJECTRESULTATEN 6.1. 6.2.

De ONDERZOEKSINSTELLING is de exclusieve eigenaar van de PROJECTRESULTATEN. Met inachtname van de interne reglementen van de ONDERZOEKSINSTELLING en de afspraken in de SAMENWERKINGSOVEREENKOMST verbinden de MANDAATHOUDER en de ONDERZOEKSINSTELLING zich er toe na uitvoering van het PROJECT alle inspanningen te leveren die redelijkerwijze mogen worden verwacht in functie van de VALORISATIE VAN DE PROJECTRESULTATEN in het Vlaamse gewest.

Art.7. Melding, verslaggeving, publicatie, controle 7.1.

De MANDAATHOUDER dient IWT onmiddellijk volgende zaken te melden: o

de omstandigheden of gebeurtenissen met gevolgen op het vlak van de sociale zekerheid en/of de fiscaliteit die IWT in de hoedanigheid van subsidiant van de MANDAATHOUDER tijdig hoort te weten met het oog op de correcte naleving van de verplichtingen ter zake. Het betreft o.m. mededelingen op het vlak van verplaatsingen, ook deze naar en verblijven in het buitenland, afwezigheden, de omstandigheden die aanleiding kunnen geven tot opschorting van de uitvoering van het PROJECT zoals bepaald in artikel 5.2. De MANDAATHOUDER dient de toepassing van deze omstandigheden met de nodige bewijsstukken te staven en ook telkens de WETENSCHAPPELIJKE en INDUSTRIËLE PROMOTOREN te verwittigen.

o

de niet-nakoming van de begeleidende opdracht door de WETENSCHAPPELIJKE of INDUSTRIËLE PROMOTOR;

o

elke wijziging van de PROJECTDOELSTELLINGEN of aan de uitvoering van het PROJECT die strijdig kunnen zijn met deze OVEREENKOMST;

o

elke gebeurtenis of omstandigheid die de realisatie van het PROJECT, de VALORISATIE VAN DE PROJECTRESULTATEN en/of de ononderbroken en zorgvuldige uitvoering van de OVEREENKOMST door de MANDAATHOUDER in gevaar kan brengen;

o

elke wijziging op het vlak van de eigendomsrechten van de PROJECTRESULTATEN;

o

elke cumulatie met andere steun in toepassing van artikel 3.1;

o

elke wijziging aan de SAMENWERKINGSOVEREENKOMST;

o

elke wijziging in het rekeningnummer of in de hoedanigheid van rekeninghouder.

o

indien de MANDAATHOUDER de OVEREENKOMST voortijdig wenst te beëindigen in toepassing van artikel 11.

de

8/17

OVEREENKOMST


7.2. Verslaggeving door de MANDAATHOUDER 7.2.1. Verslaggeving voor de eerste periode van 12 maanden Na 12 maanden na de startdatum van het PROJECT bepaald in Bijlage 2 dient de MANDAATHOUDER een tussentijds verslag in over de PROJECTRESULTATEN. Het verslag bestaat uit de stand van uitvoering van zijn PROJECT door middel van een samenvatting van de behaalde PROJECTRESULTATEN en een schematische projectie van de activiteiten voor het tweede jaar. In dit verslag mogen desgevallend de wetenschappelijke publicaties in hun oorspronkelijke vorm worden geïntegreerd. Voor een VERLENGD PROJECT geldt de specifieke regeling van artikel 7.2.3. laatste lid. 7.2.2. Verslaggeving op vraag van IWT De MANDAATHOUDER zal desgevallend binnen de 14 werkdagen over elke vraag in verband met zijn verplichtingen volgens deze OVEREENKOMST schriftelijk rapporteren. 7.2.3. Algemene regeling inzake eindverslag Bij het einde van zijn PROJECT zal de MANDAATHOUDER bij IWT een eindverslag indienen over de uitvoering van het PROJECT, en de behaalde PROJECTRESULTATEN, en over de concrete implementatiemogelijkheden ervan naar de industrie toe. Het eindverslag na 24 maanden preciseert ook de aangerekende PROJECTKOSTEN en verantwoordt eveneens de verblijven in het buitenland voor de hele projectperiode. In geval van voortijdige stopzetting door de MANDAATHOUDER van zijn PROJECT bedoeld in artikel 11.4., zal de MANDAATHOUDER een eindverslag opstellen, waarin hij over de stand van het PROJECT en zijn valorisatiemogelijkheden rapporteert. In het geval dat dit eindverslag door IWT wordt goedgekeurd, ontvangt hij de laatste maandelijkse schijf. Het eindverslag over een VERLENGD mandaat moet beantwoorden aan de bepalingen in de REGLEMENTERING die geldt op het ogenblik van de aanvraag van het VERLENGD mandaat. 7.2.4. Valorisatiemonitoring De MANDAATHOUDER, de WETENSCHAPPELIJKE en de INDUSTRIËLE PROMOTOREN zullen hun medewerking verlenen aan het invullen van inlichtingenfiches inzake VALORISATIE VAN DE PROJECTRESULTATEN voor doeleinden van monitoring telkens IWT hierom vraagt. 7.3. Publicaties 7.3.1. Publicaties door IWT IWT heeft van de MANDAATHOUDER de toelating volgende gegevens aangaande het PROJECT te gebruiken voor publicatie: het betreft de naam van de MANDAATHOUDER, de titel, de startdatum, de duur, de STEUN en de naam van de WETENSCHAPPELIJKE en de INDUSTRIËLE PROMOTOREN, de ONDERZOEKSINSTELLING en het BEDRIJF. 7.3.2. Publicaties door de MANDAATHOUDER Elke publicatie of publiciteit door de MANDAATHOUDER en de ONDERZOEKSINSTELLING, of met hun toestemming betreffende de PROJECTDOELSTELLINGEN of de PROJECTRESULTATEN zal refereren naar de projectsteun van IWT.

9/17

OVEREENKOMST

7.4.


Adressering voor briefwisseling De MANDAATHOUDER zal alle briefwisseling en verslagen wat IWT betreft, toesturen aan de Directeur Strategisch en Europees Onderzoek, IWT - Bischoffsheimlaan 25 - 1000 BRUSSEL,

Art.8. Opschorting van de STEUN 8.1.

IWT schort de uitbetaling van de STEUN op in het geval de MANDAATHOUDER de voorwaarden en de bepalingen waaronder de STEUN is toegekend niet naleeft. In het bijzonder kan IWT de STEUN opschorten in volgende gevallen: - ingeval een MANDAATHOUDER zijn verplichtingen tot melding van informatie, verslaggeving, medewerking aan controle door IWT, publicaties zoals omschreven in artikel 7 niet nakomt of wanneer de in toepassing van artikel 7 aan IWT gemelde situatie daar aanleiding toe geeft; - ingeval de ingevolge artikel 2 vereiste SAMENWERKINGSOVEREENKOMST(EN) niet binnen de 3 maanden na de overmaking van de OVEREENKOMST aan de MANDAATHOUDER aan IWT is voorgelegd of IWT aan de voorgelegde SAMENWERKINGSOVEREENKOMST(EN) geen goedkeuring kan geven; - ingeval de voorwaarden voor een VERLENGD PROJECT bepaald in artikel 5.3. niet zijn vervuld.

8.2.

IWT stelt de MANDAATHOUDER per aangetekend schrijven op de hoogte van de opschorting van betaling, het tijdstip waarop de opschorting ingaat, de reden van opschorting en de termijn waarbinnen de MANDAATHOUDER de tekortkoming in de uitvoering van de OVEREENKOMST vooralsnog kan rechtzetten.

8.3.

De schorsing van de uitbetalingsverplichting van de BEURS door IWT bij arbeidsongeschiktheid van de MANDAATHOUDER of ingevolge moederschap of schorsing wegens verblijf in het buitenland, of de gedeeltelijke vermindering van de betaling wegens gedeeltelijke activiteiten om dezelfde reden bepaald in artikel 5.2, schorst eveneens en in dezelfde mate de betaling van de PROJECTKOSTENVERGOEDING en de aanrekening van de PROJECTKOSTEN op deze vergoeding voor het PROJECT.

Art.9. Mogelijke herziening van de STEUN 9.1.

IWT behoudt zich het recht voor op elk moment in de uitvoering van de OVEREENKOMST de STEUN te herzien wanneer hiertoe gegronde redenen zijn. In het bijzonder kan IWT de STEUN herzien in volgende gevallen: o

wanneer de MANDAATHOUDER de voorwaarden en de bepalingen waaronder de STEUN is toegekend, niet naleeft;

o

ingeval de MANDAATHOUDER zijn verplichtingen tot melding van informatie, verslaggeving, medewerking aan controle door IWT, publicaties zoals omschreven in artikel 7 niet nakomt of wanneer de in toepassing van artikel 7 aan IWT gemelde situatie daar aanleiding toe geeft;

o

bij oneigenlijk gebruik door de MANDAATHOUDER van de STEUN of van daartoe betaalde sommen;

o

wanneer de MANDAATHOUDER met het oog op de STEUN of enig ander aan deze OVEREENKOMST verbonden voordeel, onjuiste of onvolledige verklaringen heeft afgelegd;

o

ingeval van cumulatie met andere steun door de MANDAATHOUDER in toepassing van artikel 3.1;

10/17

OVEREENKOMST

o 9.2.


bij voortijdige beëindiging van de OVEREENKOMST in toepassing van artikel 11.

Na een formele ingebrekestelling om vooralsnog uitvoering van de betrokken verplichting door de MANDAATHOUDER te bekomen, beslist IWT tot de herziening van de STEUN. Deze beslissing wordt aan de MANDAATHOUDER overgemaakt bij aangetekend schrijven en minstens een maand na de formele ingebrekestelling.

Art.10. Mogelijke terugvordering van de STEUN 10.1. IWT vordert de STEUN terug in volgende gevallen: o

ingeval de MANDAATHOUDER of de ONDERZOEKSINSTELLING van IWT sommen heeft ontvangen die hem niet verschuldigd waren;

o

ingeval van herziening van de STEUN overeenkomstig artikel 9 voor die sommen van de STEUN die op het moment van de herziening reeds aan de MANDAATHOUDER respectievelijk de ONDERZOEKSINSTELLING waren uitbetaald;

10.2. Onverminderd het bepaalde in artikel 10.3. maakt IWT de beslissing tot terugvordering van de BEURS bekend in een aangetekend schrijven aan de MANDAATHOUDER en stelt de MANDAATHOUDER hiertoe formeel in gebreke. Bij niet-betaling binnen de in het schrijven gestelde periode zal de MANDAATHOUDER een verwijlinterest verschuldigd zijn over de periode vanaf het verzoek tot betaling tot op de dag van de effectieve betaling met een interestvoet die twee procent hoger zal zijn dan de wettelijke interestvoet die op het ogenblik van de formele ingebrekestelling van toepassing is. De terugvordering van de PROJECTKOSTENVERGOEDING gebeurt op eenzelfde manier als de terugvordering van de BEURS, maar geschiedt ten aanzien van de ONDERZOEKSINSTELLING. 10.3. IWT behoudt zich het recht voor op elk moment in de uitvoering van de OVEREENKOMST in geval van herziening van de STEUN de van de MANDAATHOUDER terug te vorderen bedragen te verhogen tot het bedrag gelijk is aan de som van de brutobeurskost van de MANDAATHOUDER (m.i.v. de RSZ-betalingen, de betaalde verzekerings- en loonbeheerkosten) en de eventueel reeds geïmputeerde doch niet-terugeisbare PROJECTKOSTEN.

Art.11. Duur van de OVEREENKOMST 11.1.

Onderhavige OVEREENKOMST heeft uitwerking vanaf de datum van zijn ondertekening door alle partijen.

11.2.

De OVEREENKOMST eindigt op het einde van de periode van 3 jaren die volgen op de einddatum van het PROJECT zoals bepaald in Bijlage 2 of wanneer het een VERLENGD PROJECT betreft, in Bijlage 4 van deze OVEREENKOMST.

11.3.

Wijzigingen gelden vanaf de datum vastgesteld in de wederzijdse overeenkomst daartoe.

11.4.

Elke partij kan door een gemotiveerd en aangetekend schrijven een eind stellen aan de onderhavige OVEREENKOMST onder de modaliteiten bepaald door deze OVEREENKOMST. In het bijzonder kan IWT deze OVEREENKOMST voortijdig beëindigen na opschorting of ingeval van herziening van de STEUN in toepassing van artikelen 8, 9 en 10.

11/17

OVEREENKOMST


Art.12. Aansprakelijkheid en verzekeringen De uitvoering van deze OVEREENKOMST kan, in geen geval, voor IWT, de INDUSTRIËLE en de WETENSCHAPPELIJKE PROMOTOR om het even welke aansprakelijkheid meebrengen die voortspruit uit de uitvoering van het PROJECT. Gezien de toepassing van de sociale zekerheidsregeling van hoofdbediende verzekert IWT de MANDAATHOUDER bij arbeidsongevallen en zijn eventuele aansprakelijkheid. De kosten van deze verzekering zijn volledig ten laste van IWT.

Art.13. Geschillen 13.1.

Het Belgisch recht is van toepassing op deze OVEREENKOMST.

13.2.

Behoudens in de gevallen voorzien in artikel 13.3. hierna, zullen de partijen de geschillen die tussen hen ontstaan met betrekking tot de interpretatie en de uitvoering van deze OVEREENKOMST eerst in onderlinge verstandhouding pogen te regelen. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder partij enerzijds de MANDAATHOUDER en anderzijds IWT. De meest gerede partij zal daartoe aan de andere partij bij aangetekend schrijven een aanbod tot regeling in der minne van het geschil formuleren. Dit aanbod bevat de precieze omschrijving van het geschil volgens de partij, de beschrijving van het standpunt van de partijen vanuit hetzelfde oogpunt, een voorstel omtrent de procedure en de timing om het geschil te kunnen beslechten, en de feiten en de elementen die, voor deze partij en wat haar betreft, kunnen bijdragen tot het tot stand komen van een gezamenlijke oplossing. De partij die het aanbod doet, wordt van rechtswege geacht dit te doen onder alle voorbehoud en zonder afstand van rechten, tot wanneer de andere partij bevestigt het aanbod te aanvaarden. De andere partij zal het aanbod met welwillendheid onderzoeken en desgevallend na rechtstreeks overleg met de eerste partij, haar beslissing mededelen over dit aanbod. Deze beslissing wordt bij aangetekend schrijven medegedeeld aan de eerste partij binnen de maand sinds de verzenddatum van het aanbod van de meest gerede partij. De beslissing van de andere partij over het aanbod van de meest gerede partij wordt door haar gemotiveerd voor elk van de elementen die vervat zijn in het aanbod van de meest gerede partij. Als de andere partij instemt met het aanbod, is er een akkoord tot minnelijke regeling: in dat geval zal geen van de partijen gedurende een periode van zes maanden sinds de verzenddatum van het aanbod van de meest gerede partij, het geschil voor beslechting voorleggen aan de bevoegde rechtbank en zullen de partijen in minnelijke regeling een oplossing voor het geschil uitwerken volgens de bepalingen van het akkoord. Bij ontstentenis van een akkoord kan elk van de partijen het geschil voor de bevoegde rechtbank brengen. De periode van zes maanden kan verlengd of ingekort worden bij onderling akkoord tussen partijen. Ze vervalt van rechtswege en zonder ingebrekestelling, indien één van de partijen de door haar aangegane verplichtingen in de procedure niet nakomt, of geen uitvoering geeft aan de regeling van het geschil die tot stand is gebracht.

13.3. De procedure voorzien in artikel 13.2 is niet van toepassing voor terugvorderingen door IWT van nietverschuldigde sommen of van andere bedragen die door de MANDAATHOUDER aan IWT verschuldigd zijn, of wanneer hij het aangetekend schrijven met de terugvordering gedurende meer dan dertig dagen zonder uitvoering laat. De procedure voorzien in artikel 11.2 kan ook niet ingeroepen worden bij de opschorting van de STEUN ingevolge de voorwaarde(n) in artikel 7. 13.4. Alleen de rechtbanken van Brussel zijn bevoegd om te oordelen over vorderingen betreffende geschillen bedoeld in de artikelen 13.2 en 13.3.

12/17

OVEREENKOMST


Opgemaakt te Brussel, «datum_overeenkomst» in zoveel exemplaren als er partijen zijn, de twee bijlagen inbegrepen. Voor de MANDAATHOUDER

Voor IWT

«voornaam_OZM» «NAAM_OZM»

Veerle LORIES administrateur-generaal

De WETENSCHAPPELIJKE PROMOTOR

De INDUSTRIËLE PROMOTOR

«wet_promotor_vn» «WET_PROMOTOR_NM» «functietitel_promotor»

«industr_promotor_vn» «INDUSTR_PROMOTOR_NM» «functietitel_industr_promotor»

De ONDERZOEKSINSTELLING

Het BEDRIJF

Voornaam NAAM gemachtigde wet. instelling functie wetenschappelijke instelling

Voornaam NAAM gemachtigde bedrijf, functie

13/17

OVEREENKOMST


BIJLAGE 1: BESCHRIJVING VAN DE PROJECTDOELSTELLINGEN 1. Voorwerp De overeenkomst heeft tot doel aan «aanspreking» «voornaam_OZM» «NAAM_OZM» de mogelijkheid te verlenen een onderzoek uit te voeren omtrent "«titel_project» («pj_alternatief_nummer»)" zoals hierna beschreven onder de begeleiding van de wetenschappelijke promotor «functietitel_promotor» «wet_promotor_vn» «WET_PROMOTOR_NM», «univ_promotor», «lab_promotor», en wetenschappelijke co-promotor «functietitel_copromotor» «wet_copromotor_vn» «WET_COPROMOTOR_NM», «univ_copromotor», en van de industriële promotor, «industr_promotor_vn» «INDUSTR_PROMOTOR_NM», «functietitel_industr_promotor» bij «bedrijf» gedurende een periode van «duur» maanden gaande van «startdatum» tot «einddatum». Het onderzoek wordt uitgevoerd aan «lab_promotor» («univ_promotor») en «bedrijf».

2. Detailbeschrijving Dit is het door de MANDAATHOUDER ingediende PROJECT (+ eventuele aanvullingen) zoals dit goedgekeurd is door de raad van bestuur van IWT en waarvan de basiselementen werden overgemaakt aan de MANDAATHOUDER. situering en werkprogramma uit het RvB-verslag.

14/17

OVEREENKOMST


BIJLAGE 2: FINANCIERING VAN DE ACTIVITEITEN VOOR HET PROJECT IN «jaar_start» 1. Duur en bestemming van de STEUN Het mandaat van «aanspreking» «voornaam_OZM» «NAAM_OZM» duurt «duur» maanden, en loopt over de periode van «startdatum» tot «einddatum». De STEUN bestaat uit een BEURS en begroting voor PROJECTKOSTEN en is enkel bestemd voor het realiseren van de PROJECTDOELSTELLINGEN. De activiteiten die de MANDAATHOUDER hiertoe uitvoert moeten in elk geval gelijkaardig zijn aan deze vermeld in het PROJECT zoals door de MANDAATHOUDER ingediend en later door de raad van bestuur van IWT goedgekeurd.

2. De BEURS: netto bedragen in het kalenderjaar waarin het project aanvangt 2.1.

Totaal netto bedrag bedraagt op dit ogenblik: € «netto_beurs_jr» voor 12 maanden activiteit in «jaar_start».

2.2.

Met uitzondering van de betaling van een maandelijkse schijf na goedkeuring van het eindverslag wordt de MANDAATHOUDER netto per maand betaald: € «netto_beurs_mnd». De bijzondere wettelijke inhoudingen ten voordele van de sociale zekerheid, ingevoerd door het globaal plan, verminderen dit netto.

2.3.

De betalingen door IWT gebeuren op het rekeningnummer IBAN en BIC BIC van de MANDAATHOUDER.

3. Bedrag van de begroting voor PROJECTKOSTEN in het kalenderjaar waarin het project aanvangt 3.1.

Op jaarbasis bedraagt de toegekende begroting op dit ogenblik: € «benchfee_jr» of € «benchfee_2jr» voor de totale mandaatduur.

3.2.

De betaling gebeurt overeenkomstig artikel 4.2., a.h.v. maandelijkse schijven van € «benchfee_mnd».

3.3.

De betalingen door IWT gebeuren op het rekeningnummer rekeningnummer wetenschappelijke instelling dat de ONDERZOEKSINSTELLING heeft medegedeeld aan IWT met de mededeling: OZM «dossiernr».

4. Jaarlijkse herziening voor volgende jaren van de netto-basisbedragen en van de begroting voor PROJECTKOSTEN 4.1.

Voor de beursbedragen: zie art. 3.2. van de OVEREENKOMST.

4.2.

Voor de projectkostenbegroting: zie art. 4.1. van de OVEREENKOMST.

5. Sociale Zekerheid en fiscale aspecten IWT verzekert de sociale zekerheidsregeling van hoofdbediende onder het RSZ kennummer 096/829037-65. De fiscale vrijstelling van de inkomsten uit de BEURS is verleend door het Koninklijk Besluit van 28 maart 1994.

15/17

OVEREENKOMST


BIJLAGE 3: BESCHRIJVING VAN DE PROJECTDOELSTELLINGEN EN ORGANISATIE VAN HET VERLENGD PROJECT 1. Voorwerp De overeenkomst heeft tot doel aan «aanspreking» «voornaam_OZM» «NAAM_OZM» de mogelijkheid te verlenen een onderzoek uit te voeren omtrent "«titel_project» («pj_alternatief_nummer»)" zoals hierna beschreven onder de begeleiding van de wetenschappelijke promotor «functietitel_promotor» «wet_promotor_vn» «WET_PROMOTOR_NM», «univ_promotor», «lab_promotor», en wetenschappelijke co-promotor «functietitel_copromotor» «wet_copromotor_vn» «WET_COPROMOTOR_NM», «univ_copromotor», en van de industriële promotor, «industr_promotor_vn» «INDUSTR_PROMOTOR_NM», «functietitel_industr_promotor» bij «bedrijf» gedurende een periode van «duur» maanden gaande van «startdatum» tot «einddatum». Het onderzoek wordt uitgevoerd aan «lab_promotor» («univ_promotor») en «bedrijf».

2. Detailbeschrijving Dit is het door de MANDAATHOUDER ingediende VERLENGD PROJECT (+ eventuele aanvullingen) zoals dit goedgekeurd is door de raad van bestuur van IWT en waarvan de basiselementen werden overgemaakt aan de MANDAATHOUDER. situering en werkprogramma uit het RvB-verslag.

3. Bijzondere voorwaarden

16/17

OVEREENKOMST


BIJLAGE 4: FINANCIERING VAN DE ACTIVITEITEN VOOR HET VERLENGD PROJECT IN «jaar_start» 1. Duur en bestemming van de financiering Het mandaat van «aanspreking» «voornaam_OZM» «NAAM_OZM» duurt «duur» maanden, en loopt over de periode van «startdatum» tot «einddatum». De financiering bestaat uit een BEURS en begroting voor PROJECTKOSTEN en is enkel bestemd voor het realiseren van de PROJECTDOELSTELLINGEN. De activiteiten die de MANDAATHOUDER hiertoe uitvoert moeten in elk geval gelijkaardig zijn aan deze vermeld in het VERLENGD PROJECT zoals door de MANDAATHOUDER ingediend en later door de raad van bestuur van IWT goedgekeurd.

2. De BEURS: netto bedragen in het kalenderjaar waarin het project aanvangt 2.1.

Met uitzondering van de betaling van een maandelijkse schijf na goedkeuring van het eindverslag wordt de MANDAATHOUDER netto per maand betaald: € «netto_beurs_mnd». De bijzondere wettelijke inhoudingen ten voordele van de sociale zekerheid, ingevoerd door het globaal plan, verminderen dit netto.

2.2.

De betalingen door IWT gebeuren op het rekeningnummer IBAN en BIC BIC van de MANDAATHOUDER.

3. Bedrag van de begroting voor PROJECTKOSTEN in het kalenderjaar waarin het project aanvangt 3.1.

Op jaarbasis bedraagt de toegekende begroting op dit ogenblik: € «benchfee_jr» of € «benchfee_2jr» voor de totale mandaatduur.

3.2.

De betaling gebeurt overeenkomstig artikel 4.2., a.h.v. maandelijkse schijven van € «benchfee_mnd».

3.3.

De betalingen door het BEDRIJF gebeuren op het rekeningnummer rekeningnummer instelling dat de GEMACHTIGDE VAN DE INSTELLING heeft medegedeeld aan DE BEDRIJFSVERANTWOORDELIJKE met de mededeling: OZM «dossiernr».

4. Jaarlijkse herziening voor een volgend kalenderjaar van de nettobasisbedragen en van de begroting voor projectkosten 4.1.

Voor de beursbedragen: zie art. 3.2. van de overeenkomst.

4.2.

Voor de projectkostenbegroting: zie art. 4.1. van de overeenkomst.

5. Sociale Zekerheid en fiscale aspecten IWT verzekert de sociale zekerheidsregeling van hoofdbediende onder het RSZ kennummer 096/829037-65. De fiscale vrijstelling van de inkomsten uit de beurs is verleend door het Koninklijk Besluit van 28 maart 1994.

17/17

«DOSSIERNR» Dienstjaar «JAAR_BESLISSING_RVB» Tussen

Recommend Documents