Dossier Wonen In het kader van de actie stoparmoede.nu – Vrijdag 10 juni 2011 Te huur? Te duur! Wonen is en blijft een thema waar elke stadsbewoner mee geconfronteerd wordt. Het gaat al lang niet meer op om te stellen dat „wonen‟ enkel een probleem vormt voor de meest kwetsbare groepen in de samenleving. Steeds meer mensen worden geconfronteerd met de moeilijkheid om een gezonde, betaalbare woonst te vinden en dat zal er in de toekomst niet op verbeteren. In dit dossier bundelen we diverse signalen rond de Antwerpse woonproblematiek. We streven daarbij naar een open dialoog met de stad en stellen ons kandidaat om mee een antwoord te bieden op diverse woonthematieken door concrete actiepunten te formuleren.
1. Betaalbare en gezonde huisvesting voor iedereen 1.1
Stijgende huurprijzen
De overheidsmiddelen voor wonen in België worden ongelijk verdeeld. We zien dat vooral eigendomsverwerving wordt aangemoedigd door diverse aanmoedigingspremies en maatregelen. Een groeiende groep die nauwelijks de eindjes aan elkaar kan knopen, heeft hier geen baat bij. Sociale koopwoningen en sociale kavels zijn slechts een fractie van de oplossing voor de wooncrisis. Mensen met lagere inkomens kunnen bijna nooit een eigendom verwerven. Bovendien wordt door de verkoop van huurwoningen het patrimonium aan sociale huurwoningen kleiner.
Tegelijk swingen de huurprijzen op de private markt de pan uit. Een gekend verhaal. Het huren van een woning kaapt voor steeds meer mensen een té grote hap uit het gezinsbudget weg. Alleenstaanden of gezinnen die meer dan de helft
van hun beschikbaar inkomen aan huur
besteden, zijn al lang geen uitzondering meer. Winters verwijst daarbij naar het eerder zwakke socio-economische profiel van de huurder: “Huurders hebben doorgaans een lager inkomen, maar besteden verhoudingsgewijs meer aan woonst dan eigenaars, die vaker een hoger inkomen hebben” (Winters, woonsurvey, 2005). Huisvesting is een belangrijke bepalende factor in de graad van armoede. De stijgende huur- en energieprijzen leiden tot een hoog aantal huisuitzettingen, schuldenopbouw, enz. We zien dat de vraag naar private huurwoningen stijgt, terwijl het aanbod aan woningen afneemt. De vraag is groter dan het aanbod, waardoor eigenaars hun prijzen kunnen opdrijven ondanks de (vaak erbarmelijke) staat van vele woningen (Nota stoparmoede.nu, 2010). We zien dat heel wat
1
mensen terecht komen in een onveilige en ongezonde woonsituatie. Maar velen hebben geen alternatief en zijn „opgelucht‟ dat ze na lang zoeken uiteindelijk toch een woonst vinden, zelfs wanneer dat een krotwoning is. Het gevolg is dat mensen meermaals verhuizen, de verhuiskosten oplopen en mensen dus in een meer kwetsbare positie terecht komen. Dit is de situatie vandaag. Hoe zal die evolueren in de komende 20 jaar? Antwerpen mag een bevolkingsexplosie verwachten van 15% of ruim 70.000 extra inwoners tegen 2028. Deze bevolkingsprognoses zijn uitgevoerd door de Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR). We staan voor grote uitdagingen, onder andere op de woonmarkt. Voldoende betaalbare woningen op de privémarkt en in de sociale huisvesting zijn een basisvoorwaarde. Ook sociale huisvesting is vaak te duur voor de allerarmste.
Is het vinden van een betaalbare gezonde woning stilaan een utopie? Wij hopen van niet, maar dat betekent dat er dringend maatregelen nodig zijn die „gezond en betaalbaar wonen‟ mogelijk maken voor iedereen, ook voor de meest kwetsbare groepen in de samenleving.
Actiepunten: -
Er is nood aan meer begeleiding komen bij het zoeken naar een woonst.
-
Bij onbewoonbaarverklaringen moet onmiddellijk opvang voorzien worden. Vaak durven mensen geen huisjesmelkers aangeven, uit angst dat ze op straat zullen terecht komen. De stad en OCMW‟s moeten hierin garanties bieden. Op dit moment voorziet de wet een inspanningsverbintenis, dit is echt onvoldoende. We willen een resultaatsverbintenis wanneer mensen uit huis worden gezet wegens onbewoonbaarverklaring. Vanaf het moment dat er een uithuiszetting dreigt, moet er een traject opgestart moeten worden met de slachtoffers. Dit moet ook garanties moeten bieden tot herhuisvesting.
-
De stad moet een nog actiever beleid rond huisjesmelkerij voeren.
-
Er moet gewerkt worden aan een betere prijs-kwaliteitverhouding van woningen. Dit moet permanent gecontroleerd worden door de lokale overheid.
-
Wat gaat de stad doen om de aangekondigde bevolkingsaangroei van de stad op te vangen zodanig dat de huurprijzen niet nog meer stijgen omwille van woningschaarste?
1.2
Stadsvernieuwing met een wrange smaak
In het Bestuursakkoord 2007 – 2012 zien we duidelijk dat het stadsbestuur de klemtoon legt op acties die vooral de middenklasse ten goede komen. De beleidsstrategie legt de klemtoon op tweeverdieners die het belastingssysteem positief beïnvloeden. Het aantrekken van meer gegoede jonge gezinnen, heeft tot gevolg dat de lagere inkomensgroepen het moeilijker krijgen op de
2
woonmarkt. We zien dat de stad sterk investeert in bepaalde wijkdelen van Antwerpen. Dit maakt de stad „aantrekkelijk‟ en „leefbaar‟. Alleszins, dit geldt voor een aantal groepen. Tegelijk is het resultaat van heropwaardering dat lagere inkomensgroepen noodgedwongen wegtrekken uit bepaalde buurten, wegens de „heropwaardering‟ van de huurprijzen. Schepen Van Campenhout stelt in een interview het volgende: “Als we mensen naar de stad willen lokken, zullen er oplossingen gevonden moeten worden voor de betaalbaarheid. Via ons autonoom vastgoedbedrijf Vespa kopen we oude panden op in moeilijke buurten. Na renovatie gaan die opnieuw de markt op” (Van Campenhout, GVA, 15 april 2011).
Het opkopen van deze panden is geen antwoord op de nood op de private huurmarkt. Het aantal betaalbare, kwaliteitsvolle huurwoningen op de private markt daalt, omdat gerenoveerde huurwoningen te duur worden aangeboden (cfr. lofts en wooncomplexen voor tweeverdieners). Vaak zorgen nieuwe stadsprojecten voor een stijging van de huurprijzen in de ruimere omgeving, denken we bijvoorbeeld aan het Zuid, het Eilandje en nu ook de buurt van Park Spoor Noord. Dus de lagere inkomensgroepen moeten woningen zoeken die er niet meer zijn. Deze strategie leidt niet tot de gewenste sociale mix maar tot sociale verdringing. Minder kapitaalkrachtige burgers worden verdreven naar de zogenaamde “moeilijke” buurten met goedkopere huisvesting waar de woonkwaliteit te wensen overlaat. Bepaalde wijken, stadsdelen of straten krijgen daardoor te kampen met dramatische woontoestanden: vochtige, slecht geïsoleerde huizen, lekken, schimmel, slechte ventilatie, hoge energiekosten, enz. Mensen met een laag of vervangingsinkomen worden zo in handen van huisjesmelkers en krotverhuurders gedreven. We merken dat vluchtelingen en mensen zonder papieren extra kwetsbaar zijn op de woonmarkt.
Actiepunten: -
Voor elk gerenoveerd pand door Vespa moet een betaalbare kwaliteitsvolle huurwoning op de woonmarkt vrij moeten komen. Vespa kan bijvoorbeeld een aantal panden via het SVK kunnen verhuren. Door sociale huurwoningen aan te bieden in panden van Vespa, kan er een betere sociale mix ontstaan.
-
VESPA (Vereniging voor Economische en Sociale Projecten Antwerpen) moet een deel van zijn middelen ook aanwenden om zijn sociale verantwoordelijkheid op te nemen.
-
Het verrichten van enkel noodrenovatie is te beperkt. We pleiten voor een structurele ontwikkeling van de wijk en/of straat op vlak van huisvesting, niet voor het opknappen van één of een paar huizen/gebouwen in een wijk en/of straat. Ook zou AG Vespa betaalbaar materiaal om te renoveren kunnen aanbieden, bijvoorbeeld door goedkope, kwalitatieve verf aan te bieden aan huurders.
3
1.3
Discriminatie op de private woonmarkt
We stellen een aantal zaken vast die de zoektocht naar een geschikte woonst bemoeilijken. Immokantoren en privé-eigenaren vragen regelmatig bewijzen van vast werk, of eisen het voorleggen van loonfiches van de afgelopen drie maanden. Ook het telefoonnummer van de vorige huisbaas wordt genoteerd. Volgens Geert Inslegers van het VOB (Vlaams Overleg Bewonersbelangen) is dit een schending van de privacy, onwettig dus. Maar wanneer potentiële huurders deze informatie weigeren te geven, zullen zij ook geen contract aangeboden krijgen.
Ook leeftijd en gezinssamenstelling speelt een rol. Jongeren worden al eens geweerd omwille van te verwachten „jeugdige overlast‟, alleenstaanden worden als financieel minder stabiele huurders beschouwd en grote gezinnen kunnen niet terecht aangezien een ruime woning geld kost.
Immo-kantoren zorgen voor een eerste selectie van de kandidaat-huurders en hanteren daarbij strenge criteria. Zij weten welke mensen de huisbazen wel of niet in hun huis willen. Vaak vragen ze loonbriefjes terwijl dit een schending van de privacy is. De persoon in kwestie heeft vaak geen keuze. Wanneer er geen loonbriefje wordt gepresenteerd, zullen ze zeker niet in aanmerking komen om te huren. Ze passen een 1/3e regeling toe. Wanneer de huur meer dan 1/3e bedraagt van het gezinsloon, kan dit niet aan hen verhuurd worden. Daarnaast worden er ook vaak dossierkosten aangerekend. Deze kost is niet wettelijk.
Wanneer de huisbaas te horen krijgt dat de potentiële huurder leeft van een vervangingsuitkering en/of van allochtone afkomst is, is de kans groot dat deze geweigerd wordt. De gevraagde huurprijs wordt zelden correct geafficheerd en 3 maanden huurwaarborg (i.p.v. de wettelijke 2 maanden) wordt nog steeds in een aantal gevallen geëist. Banken weigeren vaak de waarborg (in de vorm van een lening) te geven aan hun eigen cliënteel. Nochtans mag een bank dit niet zomaar weigeren.
Ook wanneer een potentiële huurder praat over een waarborg via het OCMW, wordt een belangrijk deel van de eigenaren afgeschrikt. Vaak vragen verhuurders de waarborg cash, in plaats van op een geblokkeerde rekening. De aanvraag van een waarborg via het OCMW verloopt eveneens niet altijd vlot. Soms krijgen cliënten snel een antwoord, soms kan dit lang duren en is de woning – indien de huisbaas al wenst te verhuren aan een OCMW-cliënt – reeds lang verhuurd.
4
Actiepunt: -
De banken moeten aangesproken worden op hun verantwoordelijkheid tegenover hun cliënteel i.v.m. leningen voor de huurwaarborg.
-
De privacy van het OCMW-cliënteel moet meer beschermd worden. Verhuurders moeten niet weten dat hun huurder een waarborg via het OCMW krijgt.
-
De procedure om een waarborg via het OCMW te krijgen moet sneller kunnen gaan.
-
Als er een waarborg via het OCMW toegekend wordt, moet dit onmiddellijk beschikbaar zijn.
-
Er moet vanuit de stad een laagdrempelige ondersteuning komen voor personen die te maken hebben met discriminatie. Hierover kan langs verschillende kanalen geïnformeerd worden (via stadsdiensten, OCMW, middenveld,…)
-
In kranten waar huurwoningen aangeboden worden, is vaak ook sprake van discriminatie. De stad kan hier ook zelfstandig op reageren.
-
De privacy van de huurders moet gegarandeerd worden, verhuurders mogen niet naar loonfiches, attest van goede gedrag en zeden,… vragen.
-
Er zou meer samenwerking moeten zijn tussen de verhuurders en stad. Ze kunnen de renovatiepremies meer promoten en nieuwe initiatieven opzetten. Na deze renovaties dient de huurprijs van ervoor behouden te worden en er moet controle op zijn.
-
De stad moet een socialer woonbeleid voeren.
-
De stad moet in dialoog gaan met de immo-kantoren en hen meer sensibiliseren.
1.4
Sociale huisvesting en sociaal wonen
Ellenlange wachtlijsten De wachtlijsten op de sociale huurmarkt zijn zeer lang. Als je een grote woning zoekt, met meer dan 2 slaapkamers, loopt de wachttijd al snel op tot 9 à 10 jaar. Ook zien we dat sociale huisvestingsmaatschappijen steeds meer voorwaarden stellen, waardoor een belangrijk segment van de kwetsbare huurders door de mazen van het net dreigt te vallen. Vooral gezinnen met meer dan 3 kinderen moeten het ontgelden, zij kunnen amper iets vinden op de private huurmarkt. Het aantal grote sociale woningen (met meerdere slaapkamers) is eerder beperkt en kent een minimaal verloop.
Administratieve rompslomp We pleiten ook voor een administratieve vereenvoudiging bij inschrijving in de sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM) en de sociale verhuurkantoren (SVK). Bij de sociale huisvestingsmaatschappijen vindt om de twee jaar er ook een actualisatie van de wachtlijst plaats. Kandidaat-huurders moeten zelf via een formulier aangeven of ze nog steeds geïnteresseerd zijn in
5
een sociale woning. Dit is niet voor iedereen evident gezien de precaire woontoestand waarin veel mensen zich bevinden. Wanneer men het formulier niet ontvangen heeft of laattijdig terug bezorgd, worden mensen onherroepelijk geschrapt van de wachtlijst en dienen zij de hele procedure opnieuw op te starten.
Sociale verhuurkantoren (SVK) Het Sociaal Verhuurkantoor (SVK) biedt woningen aan die 20% goedkoper zijn dan op de private huurmarkt. Ze beschikken over een eigen woonbestand maar daar heerst een algemeen tekort aan betaalbare woningen. Ook hier geldt een lange wachtlijst. De enige mogelijkheid om de bestaande wachtlijst te omzeilen, is door zelf op zoek te gaan naar een woning en deze voor te stellen aan het SVK.
Stijgende huurlasten De stijgende huur- en energieprijzen zorgen voor een hoge druk op sociale huurders. Ook de afrekening van de huurlasten zorgt voor een bijkomende financiële druk. Er zijn steeds meer uithuiszettingen door financiële problemen. Bij grootschalige renovaties kunnen huurders met de laagste inkomens vaak niet terug keren naar hun oorspronkelijke woning omwille van de prijsstijging. Ze komen dan vaak terecht in oudere woningen. Zelfs binnen sociale huisvesting vinden we vormen van sociale verdringing.
We pleiten voor georganiseerde, gezamenlijke aankoopacties van bijvoorbeeld elektriciteit, energiezuinige huishoudtoestellen, dakisolatie… De “energiescan” is een goed initiatief waarbij – door kleine ingrepen – veel kosten gespaard kunnen worden. Ook infomomenten rond energiebesparende maatregelen zijn heel nuttig.
Actiepunten: -
Een laagdrempelige en vereenvoudigde administratie.
-
De wachtlijsten wegwerken door meer en grotere sociale woningen.
-
Het plaatsen van een budgetmeter op vraag van een bewoner – zonder dat hij daartoe verplicht is – moet ook mogelijk gemaakt worden.
-
Er moeten bijzondere inspanningen gebeuren zodat informatie over gezamenlijke aankoop van o.a. energie, energiezuinige huishoudtoestellen…. ook de meest kwetsbare groepen bereikt.
-
Er moeten meer inruilacties komen om energieverslindende apparaten te vervangen door energiezuinige . Dit kan ook bijvoorbeeld voor kleine dingen, zoals lampen.
-
Vanuit de stad
kunnen er meer initiatieven genomen worden voor water- en
energiebesparende maatregelen zoals de renovatie en saneringspremies die gekoppeld zijn aan de huurprijs die behouden moet blijven.
6
-
De voordelen die het verhuren aan het SVK met zich meebrengt, moeten beter bekend gemaakt worden. Dit zijn voordelen vanuit de stad, de Vlaamse, de Federale overheid en vanuit Eandis. Dat de voordelen cumuleerbaar zijn, is hierbij heel belangrijk.
1.5
Woon- en opvangbeleid dak- en thuislozen
Nachtopvang We kunnen stellen dat de stad Antwerpen, het OCMW en verschillende organisaties de voorbije winter alles in het werk hebben gesteld om voor ieder individu opvang te voorzien gedurende de barre winterperiode. De verschillende opvang- en inloopinitiatieven hebben aan heel wat mensen de mogelijkheid geboden om een periode tot rust te komen en een aantal administratieve zaken in orde te maken. Een veilige, warme en beschermende omgeving is een absolute must voor mensen om aan hun situatie te kunnen werken. Er werden ook inloopmogelijkheden gecreëerd op verschillende plaatsen, waardoor mensen ook overdag ergens terecht konden. We pleiten – dankzij het succes van de gecreëerde dag- en nachtopvang – voor een verruiming van dit initiatief, ook los van de winterperiode.
Tegelijk merken we in de residentiële opvangcentra vaak lange wachtlijsten, bijvoorbeeld voor moeders met kinderen. Niet- of ex-gebruikers hebben het vaak moeilijk om in een omgeving van gebruikers te overnachten/verblijven, bang om te hervallen.
Op straat met een huisdier Vele daklozen met een huisdier worden weinig of niet bereikt door de reguliere hulp- en dienstverlening en vallen daarbij tussen de mazen van het net. Zowel in de opvangcentra als in de inloophuizen, zijn honden meestal niet toegelaten. Maar hun huisdier weg doen, is voor de meeste daklozen geen optie. Dit betekent dat vele daklozen (gedwongen) kiezen voor een leven op straat, samen met hun hond.
Referentieadres Ambtelijke schrapping is voor vele mensen een belangrijk administratief en financieel breekpunt. Pas wanneer een ambtelijke schrapping is doorgevoerd, kunnen mensen een referentieadres aanvragen bij het OCMW. Dit betekent dat zij eerst administratief „kopje onder‟ gaan, vooraleer zij geholpen worden. Dit is een complexe absurde situatie. Omdat de voorwaarden voor het bekomen van een referentieadres steeds strenger worden, is het niet meer evident om een referentieadres te verkrijgen. Hierdoor stapelen schulden, administratieve en sociale problemen
7
zich verder op. Een toekenning van het referentieadres bij „voorstel tot ambtelijke schrapping‟, zou heel wat leed kunnen besparen, zowel voor de cliënt als voor het OCMW dat noodgedwongen voorschotten uitbetaalt in afwachting tot de cliënt opnieuw zijn uitkering krijgt uitbetaald.
Actiepunten: -
Opvang voor daklozen en hun huisdier voorzien in hetzelfde gebouw.
-
Verruiming van de nachtopvang gedurende het hele jaar en niet enkel tijdens bepaalde perioden.
-
Vereenvoudigde toekenning van het referentieadres bij „voorstel tot ambtelijke schrapping‟.
1.6
De rol van OCMW
Uitkeringen bij solidair wonen Op dit moment is er een groot verschil in het uitkeringsbeleid van het OCMW bij solidaire woonvormen. Het hangt af van de goodwill van het OCMW of je de volledige uitkering behoudt of niet. Het lijkt alsof elk OCMW hiervoor een andere maatstaf hanteert.
Leefloon Wanneer een leefloongerechtigde zich niet aan de afspraken houdt, kan het leefloon geschorst worden. Het schorsen hiervan brengt grote gevolgen met zich mee voor de persoon in kwestie. Ook als dit een tijdelijke situatie is, heeft dit rampzalige gevolgen.
Privacy Er wordt gesignaleerd dat het OCMW steeds meer gegevens opvraagt die niet noodzakelijk zijn voor de begeleiding van personen. Bijvoorbeeld, het vluchtelingendossier is geen noodzaak om mensen verder te kunnen helpen. Ook bij het vragen van een waarborg, moeten mensen een document laten invullen bij de huisbaas. Ook dit is een schending van de privacy van de OCMWklant.
Het lokaal niveau Doordat het OCMW op lokaal niveau werkt, is het niet makkelijk om veranderingen te weeg te brengen. Wel kan het OCMW meer zijn signaalfunctie opnemen t.a.v. de stad, Vlaamse en Federale overheid. Dit kan gaan over structurele problemen, over wetgeving en nieuwe fenomenen.
Begeleiding door het OCMW
8
Het aantal uithuiszettingen stijgt, ook in de sociale huisvesting. Dit is een signaal dat ons sterk zorgen baart. Zeker gezien „sociaal wonen‟ een sterke klemtoon legt op kwetsbare huurders. Wanneer een steeds grotere groep niet meer welkom is op de sociale huisvestingsmarkt, schieten er slechts weinig andere alternatieven over.
Middelen Het economische plaatje is doorgedrongen op elke niveau, ook in het maatschappelijk werk. Het besef is groot dat het OCMW ondanks een uitgebreid takenpakket, evenzeer moet roeien met de riemen die ze heeft.
Actie punten:
-
Er mag niet aan de uitkering geraakt worden wanneer mensen kiezen op een duurzame, solidaire wijze te gaan samen leven.
-
Bij schorsing van het leefloon, zou de huishuur kunnen worden verder betaald, zodat een situatie dakloosheid kan vermeden worden. Hetzelfde geldt rond energie en andere levensnoodzakelijke middelen.
-
Het OCMW moet een begeleidende rol spelen bij uithuiszetting.
-
Er moeten meer mogelijkheden voorzien worden voor het OCMW zodat deze de toegewezen taken naar behoren kan uitvoeren.
9
2. Creatief omspringen met leegstand en verkrotting Op de private, publieke en sociale markt staan heel wat panden leeg. In vele gevallen zijn er geen duidelijke toekomstplannen, wat maakt dat gebouwen verder verkommeren en verkrotten. Dit is een verspilling van potentiële wooncapaciteit en zorgt bij vele buurtbewoners voor frustratie en ergernis. We pleiten daarbij voor een betere opvolging en gebruik van leegstaande panden.
Kraken Het voorbije jaar haalden diverse krakersgroepen in Antwerpen de pers. Vanuit de stad werd een aantal keer het duidelijk signaal gegeven dat kraken niet gedoogd wordt. Dat merkten we bijvoorbeeld aan de uitzetting uit de Rijkswachtkazerne en de (politie)controles in het Klooster. We hopen alleszins dat de stad in dialoog treedt met deze bewonersgroepen en signalen/noden vanuit de krakersgroepen opneemt en mee streeft naar duurzame oplossingen. Vaak worden krakers negatief afgeschilderd en zijn er enorm veel vooroordelen tegenover hen. We willen er aan herinneren dat heel wat krakersgroepen – vaak vanuit het geloof in een maakbare samenleving en met goede bedoelingen – streven naar een beter gebruik van leegstaande panden en het verhogen van de solidariteit tussen bewoners. Als kraker kan je uit het pand gezet worden van de ene dag op de andere.
Bewaking door bewoning, Lancelot & Camelot We stellen ons vragen bij de strenge criteria die deze organisaties stellen om kandidaat-huurders te aanvaarden. Hierdoor worden een aantal groepen uitgesloten. Moest er een samenwerking tussen deze bedrijven en de krakers mogelijk zijn, dan zou dit vooroordelen tegenover krakers kunnen wegwerken. Ook kan dit stimuleren om tot een wettelijk kader voor krakers te komen, bijvoorbeeld een bezettingsovereenkomst. Dit zien we bijvoorbeeld in Brussel. Nadat de krakers met machtsvertoon uit de kazerne zijn gezet, worden er mensen gehuisvest door Lancelot. De krakers die gratis verkrotting tegen gaan en er een sociaal aspect aan koppelen, zijn niet welkom. Een commercieel bedrijf dat geen sociaal aspect beoogt, mag dat wel. Een vreemde redenering…
Solidair wonen In onze samenleving wordt nog vaak vertrokken vanuit de idee dat iedereen streeft naar een reguliere woonplaats, een „eigen stek‟, hetzij individueel, hetzij in gezinsverband. Toch merken we dat dit niet voor iedereen de meest ideale woonvorm is. We kennen diverse vormen van „solidair wonen‟, vooral in de ouderensector (vb. Rust- en verzorgingstehuizen, serviceflats…), bij jongeren (vb. studentenkoten, gemeenschapshuizen), bij gezinnen (vb. kangoeroewonen). We zijn overtuigd dat alternatieve woonvormen een belangrijke meerwaarde kunnen bieden, voor heel wat
10
mensen. Zo merken we dat mensen kiezen voor een solidaire woonvorm omwille van zorg voor elkaar, tegen eenzaamheid, voor de gezelligheid, om de huurprijs te drukken…
Ook het jaarboek Armoede & Sociale Uitsluiting besteedt aandacht aan alternatieve woonvormen: “… het afstappen van de visie dat huisvesting een lineair parcours is. Voor veel dak- en thuislozen is huisvesting een parcours met veel vallen en opstaan waarbij flexibele woonvormen een noodzakelijke tussenstap vormen.” (Vranken, 2010).
We zien in onze hedendaagse samenleving dat solidair wonen weinig wordt aangemoedigd. Nog steeds botsen bewoners op reglementering en wetgeving dat samenwoonst financieel en administratief ontmoedigt. Zo wordt bij samenwoonst het (vervangings)inkomen sterk verminderd. Nu wordt er iemand als gezinshoofd aanzien, terwijl er helemaal geen sprake is van een gezinsverband. Ook het aanvragen van een gemeenschappelijke groepswaarborg is niet mogelijk.
Actiepunten: -
Solidair wonen moet erkend worden als een volwaardige woonvorm.
-
Grote (leegstaande) bedrijven kunnen bv omgebouwd worden tot betaalbare woningen waarbij solidair leven centraal staat.
-
Signalen vanuit krakers moeten ernstig genomen worden.
-
Het beleid moet in dialoog gaan met de krakers en er moet vanuit een respectvolle houding langs beide zijden gecommuniceerd worden. Een repressieve houding is daarbij niet bevorderlijk.
-
De meerwaarde en voordelen van solidair wonen moeten beter kenbaar zijn.
-
Het vereenvoudigen van administratie voor alternatieve woonvormen.
-
Er moet een sociaal bemiddelaar komen tussen krakers en eigenaars om tot compromissen te komen en uitsluitend negatieve beeldvorming weg te werken.
11
3. Een toegankelijke leefomgeving Wonen is meer dan enkel een woonst. Het is noodzakelijk om „wonen‟ te bekijken in een ruimere leefomgeving, bijvoorbeeld op buurtniveau. Zo merken we dat werken aan sociale cohesie noodzakelijk is om positieve verstandhoudingen en dialoog tussen bewoners tot stand te brengen.
Recht op publieke ruimte Zoals de slogan van Antwerpen zegt is de stad van iedereen, maar niet iedereen vindt zijn plaats hier op dit moment. Om iedereen recht te geven op publieke ruimte moet de ruimte aangepast zijn. Indien een stad ervoor kiest bepaalde groepen uit het openbaar domein te verdringen moeten er deze ook alternatieve georganiseerd worden voor waar deze groep dan wel terecht kan. Dit zou bijvoorbeeld in inloopcentrum kunnen zijn.
Investeren in een buurt, betrekken van bewoners Hoe groter de sociale cohesie in een buurt hoe leefbaarder een buurt zal zijn. Hiervoor kunnen er inspanningen gedaan worden om de bewoners actief te betrekken. Om sociale cohesie te bereiken zijn de buurtbewoners de belangrijkste partners en dat wordt spijtig genoegd vaak vergeten. Een langdurige kwalitatief engagement leent zich hier beter toe dan one shot momenten. De one shot momenten zijn zeer goede initiatieven, een ideale moment voor mensen om elkaar te leren kennen, maar vaak blijft het beperkt tot dat moment. Wanneer groepen mensen zich langdurig engageren komt er een band die verder dan de oppervlakte te gaat. Dit is enorm goed op veel vlakken: het gaat vereenzaming tegen, er is meer sociale controle,…
Laagdrempelige inloopmogelijkheden Afgelopen winter zijn er heel wat dak- en thuislozen opgevangen in kraakpanden. Ook nu het weer betert blijft is dit een belangrijke plek waar ze terecht kunnen. Daarnaast hebben kraakpanden ook andere functies, zo wordt er vaak aan voedselbedeling, en verdeling van kleding gedaan. Kraakpanden hebben ook een belangrijk functie als laagdrempelige ontmoetingsplaats Naast kraakpanden moeten er ook andere plekken zijn waar mensen laagdrempelig terecht kunnen. Zo is er een groot te kort aan sanitaire voorzieningen, openbare wc‟s en douches. Ook drinkbaar water is moeilijk te vinden in de stad. Er zouden meer kraantjes moeten zijn op openbare plaatsen. Of eventueel bij de sanitaire voorzieningen Actiepunten: -
Een plek voor iedereen in de stad.
-
Kraakpanden erkennen in hun sociale functie.
-
Meer sanitaire voorzieningen, verspreid over heel de stad en ook voor vrouwen.
-
Meer kraantjes met drinkbaar water in openbare plaatsen in heel de stad.
12