Dossier pensioensparen
1
Inhoudsopgave Aanvullend pensioen: vier goede redenen om uw voorzorgen te nemen voor uw 55ste .................... 3 Welke belasting betaalt u op uw wettelijk pensioen? ........................................................................ 5 Pensioensparen afkopen: een dure zaak? .......................................................................................... 7 Een bijkomend pensioen: een noodzaak? .......................................................................................... 8 Pensioen: liever een mier dan een krekel ........................................................................................ 10 Een 20-er met een pensioenspaarplan? ........................................................................................... 12 Uw pensioensparen van bank veranderen? ..................................................................................... 14 Pensioensparen: begin zo vroeg mogelijk ........................................................................................ 16 Hoe wordt pensioensparen belast als u met pensioen gaat? ............................................................ 19 Doet Europa aan pensioensparen? .................................................................................................. 21
2
Aanvullend pensioen: vier goede redenen om uw voorzorgen te nemen voor uw 55ste Woensdag 8 mei 2013 | SPAREN
Begin 50 is een uitstekend moment om de maatregelen voor de opbouw van uw aanvullend pensioen eens onder de loep te nemen. Hieronder waarom.
1°) Er rest u nog 10 tot 15 jaar voor uw pensioen De tijd die u nog van uw pensioen scheidt, volstaat om nog volop te genieten van de kapitalisatie van uw intresten. Als u bv. elk jaar 1.000 euro belegt aan een rentevoet van 2,1%, heeft uw kapitaal na 10 jaar bijna 1.000 euro aan intresten opgebracht en na 15 jaar bijna 2.500 euro!
2°) Er komt meer geld vrij om te sparen Bij de meesten loopt het hypothecaire krediet af tussen 50 en 55 jaar. Ze kunnen dus het maandelijkse bedrag, dat ze aan de terugbetaling van hun krediet besteedden, op een spaarrekening zetten.
3°) Pensioensparen is voordeliger voor 55 jaar Als u fiscaal voordeel uit pensioensparen wilt halen, is het belangrijk om er nog mee starten op uw 55ste. Om van het belastingvoordeel van 30% op de gestorte premies (met een maximum van 940 euro voor 2013) te genieten, moet uw pensioenspaarformule minstens 10 jaar lopen. Bent u van plan om op uw 65ste op pensioen te gaan, moet u dus ten laatste op uw 55ste starten met
3
pensioensparen. Meer nog: de premies zijn niet meer aftrekbaar vanaf 65 jaar. Dus als u bv. pas op uw 56ste begint, kunt u de premies voor het laatste jaar niet meer aftrekken.
4°) U kunt uw pensioen berekenen Op uw 50ste hebt u al een mooie loopbaan achter u. En de Rijksdienst voor Pensioenen beschikt dan al over voldoende gegevens om uw pensioen te berekenen. Als loontrekkende kunt u zich inloggen op MyPension: daar berekent u via simulaties uw pensioen.
4
Welke belasting betaalt u op uw wettelijk pensioen? Dinsdag 7 mei 2013 | SPAREN Ook al is het pensioen dat u krijgt niet echt een salaris, toch wordt het beschouwd als een inkomen dat onderworpen is aan belastingen en sociale bijdragen. Wat mag u op uw belastingbrief verwachten?
Uw pensioen mag dan opgebouwd zijn aan de hand van de sociale bijdragen die u hebt betaald, in de ogen van de fiscus blijft het een belastbaar inkomen. Gelukkig wel met enkele aanpassingen om de factuur enigszins te verzachten. Wat gebeurt er nu concreet met uw brutopensioen?
Brutopensioen, nettopensioen Uw pensioen wordt in feite onderworpen aan dezelfde behandeling als uw salaris. De Rijksdienst voor Pensioenen (RVP), die verantwoordelijk is voor het storten van de pensioenen, gaat op dezelfde manier te werk als uw vroegere werkgever. Hij vertrekt vanuit uw brutopensioen en trekt daar een reeks bedragen vanaf die hij doorstuurt naar de fiscus en de sociale zekerheid:
de bedrijfsvoorheffing, die eigenlijk een soort van ‘provisie’ is voor de belastingen. De laagste pensioenen zijn echter vrijgesteld van die voorheffing (bekijk op deze pagina de tabel met als titel ‘Maandbedragen waarboven een bedrijfsvoorheffing wordt ingehouden’); een solidariteitsbijdrage die doorgestort wordt naar de sociale zekerheid; een ZIV-bijdrage (ziekte- en invaliditeitsverzekering) die eveneens wordt doorgestort naar de sociale zekerheid.
Zodra die afhoudingen uitgevoerd zijn, ontvangt u uw ‘nettopensioen’. Dat is dus precies hetzelfde mechanisme dat uw werkgever moest naleven voor hij uw salaris stortte. En net zoals dat bij uw salaris het geval was, is de kous daarmee nog niet af.
Wat moet u vermelden op uw belastingaangifte Aangezien uw pensioen een belastbaar inkomen vormt, moet u dat ook aangeven op uw belastingaangifte, in vak V. Uw pensioen wordt vervolgens opgeteld bij uw andere belastbare inkomsten. Dat totaal wordt onderworpen aan de marginale aanslagvoet van de personenbe lasting. Net zoals dat bij uw salaris het geval was. Vanzelfsprekend wordt de voorheffing, die de RVP heeft afgehouden vóór hij uw pensioen doorstortte, afgetrokken van het belastingbedrag dat u moet betalen. Net als vóór u met pensioen ging, ontvangt u een aanslagbiljet met een nauwkeurige
5
afrekening van uw belastingen. Daarop staat hoeveel u nog moet betalen aan de belastingadministratie of hoeveel u terugkrijgt, afhankelijk van uw situatie.
Een belastingvermindering of helemaal zelfs geen belastingen? Er bestaat echter nog een verschil met uw salaris. En deze keer is het in uw voordeel: uw pensioen geniet van een belastingvermindering, die jaarlijks geïndexeerd wordt. In 2012 (belasting op de inkomsten van 2011), bedroeg die maximaal 1.901,09 euro.
De overheid heeft nog een bijkomende maatregel voorzien voor mensen met een laag pensioen als hun enige inkomen. Als uw pensioen na de toepassing van de afhoudingen een bepaalde drempel niet overschrijdt (vastgelegd op 14.498 euro voor het jaar 2012, inkomsten van 2011), en als u geen andere inkomsten ontvangt, dan betaalt u geen belastingen.
Voorkomen is beter dan genezen Zoals u ongetwijfeld al weet, ligt het wettelijk pensioen in België niet erg hoog. De belastingen waaraan uw pensioen zijn onderworpen - ook al zijn ze dan minder hoog - helpen de situatie er niet op te verbeteren. Het is dan ook belangrijk dat u uw voorzorgen neemt en dat u een aanvullend pensioen opbouwt.
6
Pensioensparen afkopen: een dure zaak? Maandag 29 april 2013 | SPAREN “Ik moet binnenkort een grote onverwachte uitgave doen. Momenteel bekijk ik de verschillende financieringsmogelijkheden. Ik heb horen zeggen dat ik mijn pensioensparen kan afkopen. Hoeveel zou me dat kosten?” (Jeroen, 49 jaar)
Met pensioensparen spaart u heel uw loopbaan om – zoals de term het zegt – te beschikken over een aardig bijkomend pensioen. Sinds vele jaren moedigt de Staat dat aan via een fiscaal voordeel. Vooruitziende spaarders genieten een belastingvoordeel van 30% op de gestorte premies, op voorwaarde dat ze de jaarlijks geïndexeerde limiet niet overschrijden (940 euro voor 2013).
Gul onder voorwaarden Naast het fiscale voordeel voor de bijdragen, geniet het kapitaal, dat u op uw wettelijke pensioenleeftijd (of maximaal 5 jaar daarvoor) krijgt, van een gunstig belastingregime. Maar opgelet: de bedoeling van die voordelen is om u aan een beter pensioen te helpen. Met andere woorden: als u het gespaarde kapitaal vóór uw pensioenleeftijd opvraagt, beboet de Staat die beslissing zwaar. Bovenop de eventuele uitstapkosten, die door uw bank bepaald worden, wordt het kapitaal belast aan:
33% voor het gedeelte van het kapitaal voortkomend uit premies gestort na 1 januari 1992; een marginale rentevoet (de hoogste aanslagvoet toegepast op de belastingplichtige: tussen 25% en 50%) voor alle bijdragen gestort voor 1 januari 1992.
Behalve in een uiterst geval van nood, is het dus beter om de einddatum – uw pensioen – af te wachten, vooraleer u aan het kapitaal van uw pensioensparen komt. Als u geld nodig hebt, is die oplossing dus meestal duurder dan andere alternatieven.
7
Een bijkomend pensioen: een noodzaak? Vrijdag 5 april 2013 | SPAREN De Belg denkt alsmaar vroeger aan zijn pensioen. De eerste investering van startende werknemers is een pensioenspaarplan. Een pure noodzaak?
De laatste jaren staat de problematiek van de pensioenen steeds meer in de kijker. En terecht: sinds 2010 gaan de babyboomers massaal met pensioen en dat zet het wettelijke pensioenstelsel onder druk. De toekomstige gepensioneerden hebben dus alle redenen om vooruitziend te zijn. Volgens de laatste statistieken van de Rijksdienst van Pensioenen bedroeg het gemiddelde pensioen, dat in december 2012 aan 1.880.304 Belgische gepensioneerden uitbetaald werd, amper 1.032,70 euro: 1.041,77 euro voor werknemers, 810,37 euro voor zelfstandigen en 1.066,72 euro voor gemengde loopbanen.
Vier pijlers Hoe kunt u na uw pensioen toch van een fatsoenlijk inkomen genieten? Door zelf een aanvullend pensioen op te bouwen, met of zonder de hulp van de overheid. Specialisten gaan er inderdaad van uit dat uw inkomsten na uw pensioen op 4 pijlers berusten:
De eerste pijler is het wettelijke pensioen: dat wordt bepaald in functie van de sociale bijdragen die u betaalde tijdens uw loopbaan.
De tweede pijler hangt af van uw werkgever (of van uzelf als u zelfstandige bent): uw werkgever kan inderdaad een groepsverzekering ten voordele van zijn werknemers afsluiten. De zelfstandige kan een vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen afsluiten. Om dat aan te moedigen, kent de overheid een fiscaal voordeel toe aan die verschillende formules.
De derde pijler hebt u zelf in de hand. Het gaat om uw persoonlijke spaarinspanningen met een fiscaal duwtje in de rug: de fiscale levensverzekeringen en pensioenspaarplannen. Daa r beslist u dus volledig zelf over.
De vierde pijler berust op uw eigen spaarinspanningen: daarbij denken we aan spaarrekeningen of beleggingen. Ook eigenaar zijn van uw woning wordt door veel analisten als appeltje voor de dorst beschouwd.
8
Pensioensparen: een eerste noodzakelijke stap Voor jonge werknemers bestaat de eerste stap erin zo jong mogelijk te starten met pensioensparen. Hoe vroeger u eraan begint, hoe kleiner de spaarinspanning om tot hetzelfde resultaat te komen. Een boodschap die veel jongeren goed begrepen hebben: vorig jaar had meer dan de helft van de twintigers een pensioenspaarrekening. De spaarinspanning is aanzienlijk minder dankzij het fiscale voordeel. Als u in 2013 aan pensioensparen doet, recupereert u één derde van het gestorte bedrag (maximum toegelaten = 940 euro) in de vorm van een belastingvermindering. Nog een uitstekende reden om in uw toekomst te investeren.
9
Pensioen: liever een mier dan een krekel Donderdag 7 maart 2013 | SPAREN Op zijn 65ste geniet Jean-Claude van een welverdiend pensioen. Dankzij goede raad die hij heel zijn loopbaan gevolgd heeft, heeft hij voor financiële zekerheid gezorgd. Portret van een jong gepensioneerde met heel veel projecten…
Jean-Claude is een joviale en enthousiaste gepensioneerde. Hij is een gelukkig man. Maar denk nu niet dat hij niet graag werkte. “Ik heb heel mijn leven in marketing en communicatie gewerkt, nu eens als zelfstandige dan weer als werknemer”, legt hij uit. “Het is een boeiende stiel en ik heb me zelden verveeld!”
Kunnen luisteren Hoewel onze 60-er toegeeft dat hij eerder een ‘rock-’n-rollvisie’ op zijn pensioen had, heeft hij toch op het juiste moment de juiste keuzes gemaakt. “In mijn eerste serieuze job stelde mijn werkgever me een groepsverzekering voor”, legt hij uit. “Toen ik van werk veranderde, heeft een vriend-verzekeraar me aangeraden om binnen dat pensioenplan te blijven sparen. Natuurlijk kon ik elke maand niet zo veel storten als mijn vroegere werkgever. Maar ik ben dat blijven doen voor de rest van mijn loopbaan. Zelf heb ik een gemengde levens- en overlijdensverzekering afgesloten. Vandaag heb ik al één van de twee kapitalen geïnd. Het andere wordt over enkele weken uitbetaald.”
Een appartement als reserve Nog altijd volgens de goede raad van een vriend, heeft Jean-Claude ook het appartement gekocht waarin hij met zijn echtgenote woont. "Da’s een zekerheid nu ik met pensioen ben”, legt hij uit. "In plaats van huur te betalen woon ik in een appartement waarvan ik eigenaar ben. En het is ook een appeltje voor de dorst. Als ik naar iets kleiners verhuis, kan ik het verkopen of verhuren!” Hoewel hij blij is dat hij die keuze gemaakt heeft, maakt Jean-Claude nog een kritische kanttekening. "In mijn tijd was het leven veel gemakkelijker. Vandaag is een eigen woning niet meer voor iedereen weggelegd.”
10
Nog veel projecten Jean-Claude maakt een nonchalante indruk, maar hij heeft niets aan het toeval overgelaten. 15 jaar geleden heeft hij zelfs een eerste keer zijn pensioen laten berekenen door de RSZ (Rijksdienst voor Pensioenen). "Ik heb redelijk snel een antwoord gekregen. Maar wat me verbaast, is de snelheid waarmee ik vorig jaar mijn pensioen kreeg. In amper zes weken was alles geregeld!” De toekomst van Jean-Claude krijgt een Mediterraans tintje. "Op dit ogenblik werkt mijn vrouw nog”, vertrouwt hij ons toe. "Maar zodra ze op pensioen is, denken we eraan om naar het Zuiden te trekken.” In afwachting heeft Jean-Claude zijn spaargeld veilig belegd. "Toen ik het eerste kapitaal van mijn pensioensparen kreeg, dacht ik dat het wijzer zou zijn om het op een spaarrekening te zetten. Ik heb wat marktonderzoek gedaan en de rentevoeten vergeleken.” Dankzij zijn vooruitziende blik kan Jean-Claude aan een nieuwe jeugd beginnen.
11
Een 20-er met een pensioenspaarplan? Donderdag 21 februari 2013 | SPAREN Onlangs stond in de pers te lezen dat almaar meer twintigers sparen voor hun pensioen. Zo ook Hans (27) die twee jaar geleden naar zijn bank stapte met de vraag om voor hem een pensioenspaarplan op te starten.
”Als student werkte ik voor een bank met een studentencontract. Na mijn studies in marketingen communicatiewetenschappen kon ik aan de slag in de non-profit sector, daarna in de private sector. Ik ben gestart met pensioensparen op mijn 25ste. Ja, dat is vroeg, maar dat is de bedoeling!”
Jonger dan 30 jaar Hans is niet de enige 20-er met een pensioenspaarplan. Van alle mensen die in 2012 met pensioensparen begonnen, is de helft jonger dan 30 jaar. “Ik had me voorgenomen zo snel mogelijk na mijn studies met pensioensparen te starten. Waarom? Daar zijn verschillende redenen voor. Ik heb voor mezelf de pensioenberekening gemaakt en kwam tot de conclusie dat mijn wettelijke pensioen niet zou volstaan om in mijn onderhoud te voorzien. Want, het verschil tussen je laatste loon en het wettelijke pensioen is best wel groot. Bovendien krijg je ieder jaar een mooi fiscaal voordeel.”
Pensioensparen aangemoedigd De overheid moedigt pensioensparen aan door een belastingvoordeel toe te kennen aan spaarders met een individuele pensioenspaarrekening. De bank bezorgt hen een fiscaal attest van het gestorte bedrag op de pensioenspaarrekening. Op basis daarvan krijgt de spaarder belastingkorting ter waarde van ongeveer 30% van het jaarlijks gespaarde geld. Het bedrag dat door pensioensparen in aanmerking komt voor de fiscale korting is beperkt: voor 2013 is dat 940 euro.
12
Sparen voor pensioen is niet moeilijk “Het is helemaal niet moeilijk om aan pensioensparen te beginnen. Het volstaat contact op te nemen met je bank. Dat heb ik dan ook gedaan. Mijn bank heeft me geïnformeerd over de mogelijkheden en de dag zelf was het in kannen en kruiken. Ik vond het niet nodig pensioenspaarplannen met elkaar te vergelijken.” De flexibiliteit van het pensioenspaarplan trekt veel jongeren aan. “Je hoeft niet élk jaar het maximale bedrag te storten. Ik bepaal zelf hoeveel ik per jaar spaar en op welke manier - sparen voor een pensioenspaarplan kan via een periodieke opdracht of een overschrijving. Ik stort elke maand een kleine 80 euro. Zo heb ik op het einde van het jaar het maximumbedrag bereikt dat in aanmerking komt voor de fiscale korting. Op die manier behaal ik een mooi rendement en geef toe, een rustige oude dag, daar teken je toch voor?”
Langer sparen voor pensioen Als uw pensioenspaarplan afloopt, kunt u het geld opnemen. Doorgaans eindigt het contract op uw 65ste verjaardag (als het uiterlijk op uw 54ste is beginnen te lopen toch), maar u kunt vanaf uw 60ste verjaardag het gespaarde kapitaal op een fiscaal voordelige manier opvragen. Het is niet a angeraden uw spaargeld eerder aan te spreken, want dan betaalt u fiscale boetes door middel van 33% belastingen. Weet dat u bij een pensioenspaarfonds ook langer mag wachten om uw geld op te nemen. Dat geldt niet voor een pensioenspaarverzekering. Wat de toekomst betreft, is Hans formeel: “Ik zal die inspanning zeker volhouden tot mijn pensioen. Het maandelijks gespaarde bedrag neemt niet zo’n grote hap uit mijn budget en ik vind het fiscale voordeel interessant. Naast pensioensparen heb ik een levensverzekering afgesloten. Volgens mij kun je beter je toekomst veilig stellen door te sparen. En met een fiscaal duwtje in de rug gaat dat net iets makkelijker!”
13
Uw pensioensparen van bank veranderen? Vrijdag 25 januari 2013 | SPAREN U hebt voor een nieuwe bank gekozen en u twijfelt om uw pensioensparen ook over te zetten? Wist u dat u de reserve opgebouwd bij uw oude bank naar uw nieuwe bank kunt overdragen? Januari is de maand van de goede voornemens. Misschien hebt u besloten dat het tijd was om uw bank in te ruilen voor een bank die minder (of zelfs geen) kosten aanrekent voor uw lopende zaken en die uw spaargeld beter beloont. Maar hebt u ook aan uw pensioensparen gedacht?
Een nieuw contract ondertekenen... Een pensioenspaarrekening afsluiten bij uw nieuwe bankier stelt geen enkel probleem: u neemt gewoon contact met hem op en start de stortingen. Wat uw oude contract betreft, blijft de opgebouwde reserve opbrengen, als u de overschrijvingen gewoon stopzet.
... maar ook uw reserve overzetten Maar als u ervoor gekozen hebt om van bank te veranderen, wilt u misschien alle rekeningen bij uw oude instelling, met inbegrip van uw pensioenspaarrekening, volledig afsluiten! Dat is perfect mogelijk: u kunt aan uw oude bank vragen om de opgebouwde reserve over te dragen naar uw nieuwe bank. Meestal vraagt uw oude bank transferkosten, maar geen paniek: uw nieuwe bank zal dikwijls een commerciële geste in uw voordeel doen en het verschil terugbetalen.
Een aandachtspuntje Dat transfersysteem functioneert perfect als u bij uw oude bank een pensioenspaarfonds had en u belegt in een ander fonds bij uw nieuwe bank. Of als u een pensioenspaarverzekering bij uw oude bank had en die vervangt door een nieuwe verzekering bij uw nieuwe bank. Maar overzettingen van een fonds naar een verzekering of vice versa blijven helaas onmogelijk, omdat zulke verrichtingen onderworpen zijn aan een ongunstige fiscaliteit.
14
Wat moet ik onthouden? Veel Belgen twijfelen om van bank te veranderen ondanks de bankoverstapdienst. Oorzaak: schrik om heel de relatie niet te kunnen afsluiten zonder iets te verliezen. Schrik die meestal ongegrond is voor de pensioenspaarrekening. U kunt heel gemakkelijk sparen in een nieuw fonds, en zelfs uw reserve overbrengen naar uw nieuwe bank. Dat gezegd zijnde is het beter om in bepaald jaar stortingen te doen op één enkele rekening: verander dus van pensioenspaarrekening voor u uw eerste betaling van 2013 doet. Nog een ideetje voor uw lijstje van goede voornemens?
15
Pensioensparen: begin zo vroeg mogelijk Vrijdag 11 januari 2013 | BELEGGEN/SPAREN Sparen voor uw pensioen, da’s de beste manier om zeker te zijn van comfortabele inkomsten op uw oude dag. Hoe vroeger u ermee begint, hoe minder spaarinspanningen u moet doen om een mooi kapitaal op te bouwen. Een kleine demo.
Maakt u zich maar geen illusies: met het wettelijke pensioen dat u krijgt na uw actieve loopbaan, springt u niet ver. Zelfs als u een aanvullend pensioen krijgt via uw werkgever, bijvoorbeeld via een groepsverzekering, is het toch nog een goed idee om ook zelf te sparen om uw levensstandaard na uw 65ste op peil te houden. Dat kan door pensioensparen. Iedereen mag aan pensioensparen doen: zelfstandigen, werknemers en ambtenaren en dat voor maximaal 910 euro per jaar (bedrag voor 2012) - minder mag ook. Wat pensioensparen zo interessant maakt, is dat u eigenlijk twee keer langs de kassa passeert. U bouwt een mooi appeltje voor de dorst op en krijgt een belastingvoordeel van de overheid. U mag uw spaarpremies namelijk voor 30% fiscaal inbrengen. Dat wil zeggen dat u op 910 euro een fiscaal voordeel van 273 euro krijgt en dus eigenlijk maar 637 euro netto betaalt.
Sparen voor uw pensioen: zo snel mogelijk Wanneer begint u nu best met pensioensparen? Het antwoord is eenvoudig: zo snel mogelijk. Hoe jonger u er aan begint, hoe (onevenredig) meer u op het einde van de rit opstrijkt. Zelfs als u aan het begin van uw loopbaan staat en nog niet zo heel veel inkomen te spenderen hebt, doet u er goed aan om maandelijks een kleine som voor pensioensparen opzij te leggen. Als uw inkomen groeit, kan die som meegroeien.
Enkele cijfers en tabellen maken veel duidelijk. We gaan uit van twee scenario’s:
een jonge man die op zijn 25ste met een pensioenspaarformule start en elk jaar 360 euro spaart (of 30 euro per maand)
16
een andere persoon die op zijn 45ste begint en 720 euro per jaar opzijlegt. U mag maximaal tot uw 65ste sparen voor uw pensioen. De jonge twintiger kan dus 40 jaar sparen, de persoon van 45 heeft 20 spaarjaren voor de boeg.
Qua rendement hanteren we een intrestpercentage van 6,40%. Dat is het gemiddelde rendement van het pensioenspaarfonds van Record Bank over de voorbije 20 jaar. Let wel: we gaan er in onze berekening gemakkelijkheidshalve van uit dat dat rendement een vast percentage is. In werke lijkheid is dat niet zo. Een pensioenfonds belegt in aandelen en obligaties om een meerwaarde te halen voor de deelnemende spaarders. In een periode waar de beurzen slecht presteren, zal de opbrengst laag liggen of misschien zelfs negatief zijn. Op lange termijn echter, 20 jaar of meer, legt dat soort beleggingen een positief rapport voor. We zullen ook vermoeden dat onze spaarders het volledige bedrag op hun rekening storten op 1 januari. Om de vergelijking gemakkelijk te houden, houden we geen rekening met de instapkosten en met de taxatie, die het verhaal in elk geval niet dramatisch zouden veranderen.
Evolutie van een belegging in pensioensparen Laat ons beginnen met onze jonge man, die 360 euro per jaar belegt: Jaar
Gespaard bedrag
Aan 6,40% rente
0
0
0
1
360
383,04
5
1.800
2.176,54
10
3.600
5.144,62
20
7.200
14.711,49
30
10.800
32.501,91
40
14.400
65.584,71
Door elk jaar 360 euro opzij te leggen, heeft onze jonge man na 40 jaar een kapitaal van 14.400 euro bijeen gespaard. Met gecumuleerde intresten maakt dat 65.584,71 euro.
17
Laten we even kijken hoe onze tweede persoon het er vanaf brengt met 720 euro per jaar. Jaar
Gespaard bedrag
Aan 6,40% rente
0
0
0
1
720
766,08
5
3.600
4.353,09
10
7.200
10.289,25
20
14.400
29.422,98
Onze tweede spaarder heeft hetzelfde bedrag bijeengespaard als de jonge man, maar bij zijn pensioen krijgt hij krijgt wel twee keer minder dan hem! We houden dan nog niet eens rekening met het feit dat de jonge man na enkele jaren zijn spaarinspanning ook kan verhogen. Het verschil zal dan nog groter zijn.
Moraal van het verhaal Moraal van het verhaal: begin zo vroeg mogelijk met pensioensparen. Uw portefeuille zal u dankbaar zijn.
18
Hoe wordt pensioensparen belast als u met pensioen gaat? Woensdag 5 december 2012 | SPAREN Het fiscale voordeel van pensioensparen heeft natuurlijk een keerzijde: als u uw pensioenleeftijd nadert, wordt uw pensioen vooraf belast. Volgens welke modaliteiten?
Zoals u wellicht weet, geven de stortingen die u in uw pensioenspaarfonds doet, u recht op een belastingvermindering. In 2012 bedroeg die vermindering 30% van de gestorte premies, op voorwaarde dat die niet het toegelaten maximum van 910 euro overschreden (een maximum dat elk jaar aangepast wordt). Maar niets is natuurlijk gratis. De Staat belast het kapitaal dat u bijeengespaard hebt.
Op welk moment? Pensioensparen kent een speciaal belastingregime. De belastingheffing gebeurt niet op het moment dat u met pensioen gaat, maar daarvoor. Dat is een anticipatieve taks. Er zijn drie gevallen. U bent met pensioensparen gestart voor 1 januari 1993: in dat geval wordt de anticipatieve taks in twee keer geheven: op 1 december 2012 op het kapitaal van de premies gestort voor 1993. Die heffing gebeurt automatisch door uw bank door de verkoop van delen van het fonds. Een tweede heffing gebeurt op uw 60ste verjaardag voor het geheel van het kapitaal vergaard op dat ogenblik. U bent met pensioensparen gestart na 1 januari 1993 en voor uw 55ste verjaardag: in dat geval gebeurt de heffing op uw 60ste verjaardag. Die eerste twee gevallen betekenen uitstekend nieuws voor u. Inderdaad, de premies betaald na uw 60ste verjaardag worden niet meer belast, maar blijven wel aftrekbaar tot de leeftijd van 65 jaar. U wordt dus niet belast op het bedrag dat u spaart tussen uw 60ste en uw 65ste! U bent met pensioensparen gestart na 55 jaar: in dat geval gebeurt de heffing op de 10de verjaardag van uw contract. Maar opgelet: als u uw contract doorzet na uw 65ste, kunt u uw premies niet meer fiscaal aftrekken.
19
Welk bedrag? Het kapitaal van de premies gestort voor 1 januari 1993 wordt belast aan 6,5% op het moment van de eerste heffing en aan 10% op uw 60ste verjaardag. Het kapitaal van de premies gestort na 1 januari 1993 wordt belast aan 10% op het ogenblik van uw 60ste verjaardag. Als u echter uw gestorte premies verhoogd hebt na uw 55ste verjaardag (buiten de indexatie van het maximale bedrag), wordt het gedeelte dat uw gebruikelijke stortingen overschrijdt, na 10 jaar belast en niet op uw 65ste verjaardag.
Een mooie investering Aftrekbaarheid van 30% van de gestorte premies elk jaar en een lichte belastingheffing als u de pensioenleeftijd nadert: pensioensparen blijft een uitstekende manier om een bijkomend pensioen op te bouwen.
20
Doet Europa aan pensioensparen? Woensdag 10 oktober 2012 | SPAREN Europa vergrijst en de overheid zit in geldnood. Wie dus later een goed pensioen wil, zal daar zelf mee voor moeten zorgen. Jong starten met pensioensparen is de boodschap en dat heeft de Belg goed begrepen. Maar hoe zit het in de ons omringende landen?
Drie pijlers Het pensioen dat we later krijgen, kunt u verdelen in verschillende pijlers. De eerste pijler is het wettelijk pensioen dat u van de overheid krijgt. Het tweede deel is het aanvullend pensioen dat de werknemer en werkgever samen financieren. De derde pijler bestaat uit de individuele vormen van pensioensparen die mensen vrijwillig beginnen en die door de overheid ook fiscaal aangemoedigd worden.
Belgen sparen goed Zowat één Belg op drie tussen 18 en 67 jaar, of 2,3 miljoen Belgen, doet aan pensioensparen. Dat blijkt uit de gegevens van de ‘fiscale statistiek der inkomens’ over het aanslagjaar 2009. Het zijn de meest recente gegevens die momenteel beschikbaar zijn. Vooral bij Vlamingen is die vorm van sparen populair.
Gul Duitsland Ook in het buitenland wordt persoonlijk pensioensparen aangemoedigd. Al hebben alle stelsels hun eigen kenmerken en is vergelijken niet zo eenvoudig. "Er worden overal in Europa pensioenen uitbetaald, maar dan hebt u het wel zowat gehad met de overeenkomsten", zegt professor Yves Stevens van de faculteit Rechtsgeleerdheid van de KULeuven. "Er is bijvoorbeeld geen enkel land waar die derde pijler zo aangemoedigd wordt als in ons land. België is op dat gebied zelfs een waar fiscaal paradijs. In Nederland worden die bijkomende pensioenen op precies dezelfde manier belast
21
als de wettelijke pensioenen. Er is maar één systeem dat nog guller is en dat is de zogenaamde Riester-rente in Duitsland. Dat is een soort mengeling van de tweede en derde pijler. Aldegenen die geen aanvullend pensioen hebben, kunnen bij onze oosterburen op heel gunstige wijze een derde pijler opbouwen. Maar het systeem staat wel zwaar op de helling omdat het fiscale voordeel de overheid handenvol geld kost."
Scandinavische huursubsidie "Ook de cijfers over welk percentage van de bevolking voor een pensioen spaart, zijn heel moeilijk te vergelijken", zegt professor Stevens. "Wat is ‘pensioensparen’? Het systeem dat bijvoorbeeld in Groot-Brittannië wordt gebruikt, is compleet niet te vergelijken met België. Voor haast elk land spelen er andere elementen mee. Ik zal een heel eenvoudig voorbeeld geven. In de Scandinavische landen geeft men aan de meerderheid van de gepensioneerden een huursubsidie. In België bestaat da t niet. Omdat de meerderheid van de Belgen via de hypothecaire aftrek een eigen woning heeft kunnen verwerven. Als u de landen dan gaat rangschikken, bengelt België ergens achteraan, omdat in Scandinavië die huursubsidie wordt meegeteld."
Europese dromen Europees premier Herman van Rompuy droomt van een grote hervorming van het pensioenstelsel met meer gelijklopende systemen op Europees vlak, maar net zoals bij de heel uiteenlopende belastingstelsels, is hier nog een heel lange weg af te leggen.
22