Dossier : jongeren en het verkeer
1
“Nooit had ik gedacht dat mij zoiets kon overkomen”, is een bedenking die wel meer jongeren die betrokken raakten in een ongeval zich maken. Nochtans, als de media op maandagmorgen de balans opmaken van de ongevallen van het voorbije weekend, dan blijkt vaak dat de meerderheid van de slachtoffers jongeren zijn. Klopt het dat jong zijn én rijden tijdens de weekendnachten niet samengaan? Antwoord op deze vraag aan de hand van enkele « juist-fout » vragen.
Wie zijn de jongeren weekendnachten?
die
het
slachtoffer
zijn
van
ongevallen
op
“Jongeren zijn oververtegenwoordigd in ongevallen op weekendnachten omdat het vooral zij zijn die zich op dat tijdstip verplaatsen.” Juist of fout? Juist én fout. Wanneer men kijkt naar het aantal personen dat zich tijdens weekendnachten verplaatst, dan vertegenwoordigen jongeren tussen 18-25 jaar 17 % van het aantal weggebruikers dat op dat tijdstip onderweg is. Daarentegen zijn jongeren goed voor 36% van alle bestuurders die op dat tijdstip betrokken zijn in een zwaar ongeval. Jongeren zijn dus wel degelijk oververtegenwoordigd bij dit type ongevallen.
2
“Er vallen meer jonge slachtoffers tijdens weekendnachten omdat een auto die ’s nachts door een jongere bestuurd wordt, ook meer inzittenden telt. Het gaat er dus om dat er meer personen bij deze ongevallen betrokken zijn.” Juist. Het blijkt inderdaad dat 18-24 jarigen die betrokken zijn bij een ongeval tijdens de weekendnachten, een groter aantal passagiers vervoeren. “Een typisch weekendongeval is het van de weg rijden tegen een boom of een paal.” Juist. Jonge autobestuurders zijn verhoudingsgewijs meer betrokken bij zware ongevallen tegen een hindernis naast de rijbaan (een boom, een paal, een muurtje bijvoorbeeld). Tijdens weekendnachten is één zwaar ongeval op twee waarbij een jongere betrokken is, een ongeval waarbij men van de weg afraakt en tegen een hindernis naast de rijbaan rijdt.
3
Jongeren in het verkeer “Vanaf 18 jaar mag men een auto besturen, dat is toch wel erg jong om op de openbare weg te rijden. De leeftijd voor het behalen van een rijbewijs optrekken, is dat niet de geknipte oplossing om het ongevallenrisico te doen dalen?” Fout. De factor “leeftijd” is niet echt een bepalende factor voor het ongevallenrisico bij jonge bestuurders. Gebrek aan rijervaring daarentegen speelt wel een beslissende rol. Het is dan ook tijdens de periode net na het behalen van het rijbewijs, dat jonge bestuurders het meeste risico lopen.
“Al die weekendongevallen in de media elke maandag! Het probleem lijkt zich uit te breiden.” Fout. Het is niet omdat er meer over een bepaalde problematiek gesproken wordt, dat deze uitbreiding neemt. Tussen 1991 en 2009 is het aantal bestuurders tussen 18 en 24 jaar dat omkwam of zwaar gewond raakte op onze wegen, met 78% gedaald. En als men vergelijkt met alle bestuurders, ziet men dat in andere leeftijdscategorieën de daling veel minder uitgesproken is. De veiligheid is dus sterker verbeterd bij jonge bestuurders dan bij de rest van de bevolking. Maar we moeten waakzaam blijven en verder zoeken naar oplossingen om het aantal verkeersslachtoffers drastisch te doen dalen.
“Bestraffen dient tot niets bij jonge bestuurders. De meesten onder hen werken nog niet. Ze betalen hun boetes dus niet zelf.” Fout. De gerechtelijke instanties zijn zich bewust van het feit dat veel jongeren de boetes die hen opgelegd worden niet kunnen betalen en houden daarmee rekening door de straffen aan te passen. Politierechters spreken vaak voorwaardelijke boetes uit als ze weten dat de jongere geen eigen inkomsten heeft. Ze leggen dan eerder andere straffen op, zoals bijvoorbeeld een autonome werkstraf. Meer en meer worden er aan jongeren alternatieve maatregelen in de vorm van sensibiliseringscursussen voorgesteld.
4
De verschillen tussen jonge bestuurders / oudere bestuurders Jongeren worden vaak met de vinger gewezen als het over verkeersrisico’s gaat. Anderen zullen daarentegen de oudere bestuurders beschuldigen. Wat is er van aan?
“Een jongere « verdraagt » alcohol minder goed bij het rijden dan iemand die ouder Is.” Juist. Een bestuurder van 18-24 jaar die onder invloed van alcohol is, loopt 17 keer meer risico om betrokken te geraken bij een ernstig ongeval dan een nuchtere bestuurder. Bij bestuurders van 40-54 jaar, is dit risico nog maar 5 keer zo groot. Hoe kan dit verschil verklaard worden? Door de compensatiemechanismen die de oudere bestuurder verwerft dankzij meer ervaring in het verkeer. “Jongere bestuurders brengen zichzelf misschien meer in gevaar, maar oudere bestuurders brengen dan weer de andere weggebruikers meer in gevaar.” Fout. In vergelijking met ouderen vormen jongeren het grootste gevaar voor zichzelf. Maar ze vormen tevens het grootste gevaar voor hun passagiers én voor andere weggebruikers. Dus hoe ouder de bestuurder, hoe minder hij zichzelf en anderen in gevaar zal brengen. Hoe valt dit verschil te verklaren, als men bovendien weet dat jongeren meestal een veel grondiger rijopleiding gekregen hebben dan ouderen? Rijervaring zou één van de voornaamste verklaringen hiervoor zijn. “Jongeren zijn niet bang van snel rijden, ouderen wel.” Juist. Het is weliswaar wat karikaturaal gesteld, maar het is waar dat jongeren een veel positiever beeld hebben over snelheid dan oudere bestuurders. Men kan stellen dat de perceptie van snelheid echt wel een kwestie van leeftijd is. Uit de gedragsmetingen van het BIVV uit 2009 blijkt dat 39% van de jongeren niet bang zijn om te verongelukken wanneer ze snel rijden, tegenover 48 % die hiervoor wel bang zijn. Als we vergelijken met de cijfers bij de + 63-jarigen, dan zijn de percentages respectievelijk 23% en 72 % (zie grafiek volgende pagina).
5
6