Dossier
Dossier: groenestroomcertificaten
1
2
Waarom betalen we voor zonnepanelen? .......................................... 2 1.1
Naar 100% hernieuwbare energie tegen 2050 ................................... 2
1.2
Nood aan een gezonde mix van hernieuwbare energiebronnen ............ 3
Een verhaal van kosten én baten....................................................... 3 2.1
Groenestroomcertificaten ................................................................ 3 a) Groenestroomcertificaten in een notendop ..................................... 3 b) Nu betalen voor een minder hoge factuur later ............................... 4
2.2
Hoeveel betalen we aan zonne-energie?............................................ 5
2.3
Kan de ondersteuning niet efficiënter? .............................................. 5
2.4
Naar een rechtvaardige verdeling van de kosten en baten ................... 6
2.5 a) b) 2.6
De kosten in een juist perspectief..................................................... 7 We betalen een veelvoud aan kernenergie...................................... 7 Kost voor bedrijfswagens meer dan 10 keer zo hoog ....................... 7 Niet alleen kosten maar ook baten ................................................... 8
3
Ook niet – financiële barrières voor hernieuwbare energie .............. 8
4
Tijd voor een eerlijk debat ................................................................ 9
1
Mag de zon nog schijnen? De voorbije maanden stonden de kranten bol van het nieuws over de kost van zonne-energie. De slogan “we betalen te veel voor de zonnepanelen van onze buurman” is ondertussen al hét begrip van 2011. Dat het debat over de ondersteuning van zonne-energie heel wat genuanceerder is dan deze ene slagzin, ontgaat velen jammer genoeg. Met dit dossier willen we het debat over de ondersteuning van zonnepanelen kaderen. Hierbij gaan we in op een aantal pertinente vragen zoals: Waarom betalen we voor hernieuwbare energie? Hebben we die zonnepanelen echt nodig? Betalen we niet te veel? Wie betaalt er? Wat brengt het op?
1
Waarom betalen we voor zonnepanelen?
1.1 Naar 100% hernieuwbare energie tegen 2050 De ondersteuning voor zonnepanelen kadert in de verdere uitbouw van hernieuwbare energie. Ons land moet er in de eerste plaats voor zorgen dat we minstens de door Europa opgelegde doelstelling van 13% hernieuwbare energieproductie tegen 2020 halen. Deze doelstelling, die alle hernieuwbare energievormen omvat (groene stroom, groene warmte en transport), is echter slechts een tussentijdse doelstelling die de opstap moet vormen naar de realisatie van een 100% hernieuwbare energievoorziening tegen 2050. Om die doelstelling mogelijk te maken moeten we nu volop de kaart trekken van hernieuwbare energie en energiebesparing. De inzet op hernieuwbare energie is in de eerste plaats essentieel in de aanpak van de klimaatverandering en moet helpen om de noodzakelijke vermindering van de uitstoot van CO2 (tot 95% tegen 2050) mogelijk te maken. Een recent rapport van het IPCC, het VN klimaatpanel met wetenschappers van over gans de wereld, bevestigt de sleutelrol van hernieuwbare energie in de strijd tegen de klimaatverandering. Volgens het IPCC kunnen we tegen 2050 in ongeveer 80% van onze energie voorzien met hernieuwbare energiebronnen. Verschillende rapporten van onder andere Greenpeace, WWF en tonen aan dat we zelfs kunnen evolueren naar een maatschappij die volledig op hernieuwbare energie draait in 20501. Ook Europese landen zoals Duitsland en Denemarken hebben studies klaar om over te schakelen op 100% groene energie. Ook de vier Belgische energieministers laten momenteel een studie uitvoeren die de haalbaarheid van een 100% hernieuwbare energiedoelstelling in België onderzoekt. In de transitie naar een volledig hernieuwbare energievoorziening zal Europa veel meer moeten evolueren naar een Europees elektriciteitsnetwerk waar vraag en aanbod over gans Europa op elkaar afgestemd worden. Dat betekent dat we een groot energienetwerk bouwen dat het gigantische zonnepotentieel in Zuid-Europa verbindt met waterkrachtcentrales in Scandinavië en de Alpen, offshore Zie oa. http://wwf.panda.org/what_we_do/footprint/climate_carbon_energy/energy_solutions/renewable_energ y/sustainable_energy_report/; http://www.greenpeace.org/international/en/campaigns/climatechange/energyrevolution/; http://www.100-percent.org/. 1
2
windparken in de Noordzee en de Baltische Zee, windparken op land, getijdenkrachten golfslagcentrales in de kustzones en bio-energie verspreid over heel Europa. De realisatie van de Noordzeering – een windmolenpark dat zich over de hele Noordzee uitstrekt – zal daarbij een belangrijke rol spelen. Met dit park kan je altijd wind en dus energie vangen en zorgen voor een constante stroom: het waait niet altijd overal, maar het waait altijd wel ergens. Op deze manier kan een gegarandeerde elektriciteitsvoorziening over geheel Europa gewaarborgd worden. Door in te zetten op hernieuwbare energie verminderen we overigens niet alleen onze CO2 uitstoot, maar maken we ons land ook onafhankelijker van vervuilende en steeds duurdere fossiele brandstoffen, verminderen we de uitstoot van andere schadelijke emissies en zorgen we voor duizenden nieuwe en duurzame jobs.
1.2 Nood aan een energiebronnen
gezonde
mix
van
hernieuwbare
Om onze hernieuwbare energiedoelstellingen te halen, zullen we moeten inzetten op alle duurzame hernieuwbare energiebronnen. Momenteel gaat het leeuwendeel van de groenestroomcertificaten naar de ondersteuning van bijstook van biomassa in verouderde steenkoolcentrales en de verbranding van huishoudelijk afval. Daarnaast kunnen ook onduurzame biomassastromen van steun genieten. We pleiten er als milieubeweging daarom voor om het ondersteuningssysteem voor groene stroom grondig te herzien, en te streven naar een gezonde en echt duurzame mix van hernieuwbare energiebronnen (zie ook 2.3). In deze gezonde energiemix heeft ook zonne-energie een plaats. Zonne-energie heeft, naast het feit dat het een duurzame hernieuwbare energiebron is, nog heel wat andere voordelen. • Doordat zonnepanelen geïntegreerd kunnen worden op daken van gebouwen, kunnen ze quasi overal opgesteld worden zonder dat ze bijkomende ruimte innemen Op daken en gevels van onze gebouwen is enorm veel oppervlakte beschikbaar voor het installeren van zonnepanelen. Volgens een studie van het Internationaal Energieagentschap IEA is het technisch mogelijk om in België ongeveer 30% van het totale elektriciteitsverbruik uit zonnepanelen te halen. • De decentrale opstelling van zonnepanelen zorgt ervoor dat we groene stroom dicht bij huis kunnen produceren, hierdoor is er ook minder verlies van elektriciteit door transport. • Dankzij zonnepanelen kan je redelijk eenvoudig je eigen groene energie opwekken.
2
Een verhaal van kosten én baten
2.1 Groenestroomcertificaten a)
Groenestroomcertificaten in een notendop
Omdat hernieuwbare energie in de meeste gevallen nog duurder is dan fossiele brandstoffen (en dit is onder andere omdat de “externe kost – of de kost van milieuschade” van fossiele brandstoffen niet in rekening wordt gebracht), geven
3
we ondersteuning aan deze energievorm zodat deze kan meespelen op de energiemarkt. In Vlaanderen gebeurt dit onder de vorm van groenestroomcertificaten. Per megawattuur geproduceerde elektriciteit krijgt de producent een certificaat, dat hij vervolgens kan verkopen aan de elektriciteitsleveranciers. Deze leveranciers zijn ertoe verplicht om jaarlijks een bepaald percentage van hun verkochte stroom te dekken met deze certificaten. De leverancier die zijn doel niet haalt, betaalt een boete. In principe bepaalt het spel van vraag en aanbod, in combinatie met de boeteprijs de uiteindelijke prijs van het certificaat – dus de effectieve hoogte van de prijsprikkel. Naast de marktwaarde die een producent kan krijgen op de certificatenmarkt, geldt er echter ook voor elke technologie ook een vastgelegde minimumsteun. Deze minimumsteun is telkens in principe afgestemd op de zgn. “onrendabele top”, dat is het bedrag dat een technologie nodig heeft om rendabel te zijn. Indien de producent daarom vraagt, zijn de netbeheerders verplicht de bewuste certificaten aan die prijs op te kopen en verder te verkopen op de markt. In de praktijk is dat wanneer de minimumsteun hoger ligt dan de marktwaarde, wat het geval is bij zonnepanelen. De netbeheerders en de leveranciers rekenen hun netto kost door in de elektriciteitsprijs. De reden waarom de kost van zonnepanelen de voorbije maanden zo in de belangstelling stond, is dat deze transparant is omdat ze in de factuur van de netbeheerder duidelijk zichtbaar is. We betalen daarnaast echter net zo goed voor de bijstook van biomassa bijvoorbeeld, maar omdat de certificaten voor biomassa gewoon op de markt verhandeld worden en niet worden opgekocht door de netbeheerder, zit deze prijs verborgen in de energiefactuur van de elektriciteitsleverancier. Belangrijk om op te merken is dat – in tegenstelling tot wat algemeen wordt gesteld - groenestroomcertificaten, als steunmechanisme, geen overheidssubsidie vormen. De netbeheerders en leveranciers betalen de certificaten, die rekenen de prijs door aan alle eindverbruikers.
b)
Nu betalen voor een minder hoge factuur later
Het groenestroomcertificatensysteem is een uitdovend systeem. In tegenstelling tot fossiele energie wordt zonne-energie, net als windenergie, immers alleen maar goedkoper. Als alles goed gaat, kan zonnestroom bijvoorbeeld tegen 2020 zonder steun concurreren met traditionele energiebronnen. Door middel van groenestroomcertificaten betalen we via onze energiefactuur vandaag dus een beetje extra voor hernieuwbare energie, maar dit vermijdt wel een hogere energiefactuur later. De ondersteuning van hernieuwbare energie vandaag, zal ervoor zorgen dat CO2 reducties op de lange termijn goedkoper bereikt kunnen worden2. In een recent rapport van Greenpeace wordt aangetoond dat we de extra investeringen in hernieuwbare energie vandaag, op de lange termijn ruimschoots terugverdienen. Indien we niet massaal in de omschakeling naar een hernieuwbare energiebevoorrading zouden investeren, riskeren we een gepeperde rekening tegen 2050. De elektriciteitsvoorziening zou in Europa bijvoorbeeld dubbel zo duur worden, van een 240 miljard/jaar vandaag tot 500 miljard in 2050. Dit is vooral een gevolg van de stijgende brandstofprijzen. Met deze besparingen compenseren we ruimschoots de extra investeringen, zo'n 2
Zie oa. http://www.iea.org/papers/2011/interactions_policies.pdf
4
€1850 miljard tot 2050 op Europese schaal. Over de gehele periode tot 2050 bedraagt de netto besparing jaarlijks 19 miljard euro.
2.2 Hoeveel betalen we aan zonne-energie? Op de vooravond van 1 mei 2010 lanceerde Eandis een welgemikte, maar flagrant foute boodschap in de media. Groenestroomcertificaten voor zonnepanelen zouden de prijs van de elektriciteit gevoelig doen stijgen (Eandis sprak over 60 euro per gezin per jaar). Nog geen jaar later, zette Eandis opnieuw de toon door te stellen dat we per jaar zo’n 72 euro betalen voor zonnepanelen. De kosten die Eandis in de pers naar voor schoof, bleken echter ruimschoots hoger te liggen dan wat we in werkelijkheid betalen aan zonne-energie. Volgens de zonne-energiesector betaalden we in 2009 0,13 eurocent per kWh. Voor een gezin kwam dat neer op 5 euro per jaar. Eind 2010 lag de meerkost per kWh ongeveer 0,4 eurocent. Dat komt voor een gemiddeld gezin per jaar uit op 16 euro (bij een verbruik van 4000 kWh) - op voorwaarde dat de kosten uniform over alle verbruikers worden doorgerekend ( en dat is, zoals we verder zullen aantonen, vandaag niet het geval). In 2020 zal dat bedrag slechts stijgen tot 24 euro per gezin per jaar, door de elk jaar dalende prijs van de groenestroomcertificaten (voor nieuwe systemen).
2.3 Kan de ondersteuning niet efficiënter? De voorbije jaren zijn PV-panelen heel wat goedkoper geworden en het beleid heeft de daling van de kostprijs van deze technologie niet snel genoeg gevolgd. Hierdoor gaven we de laatste tijd meer steun aan zonne-energie dan wat strikt nodig is om deze rendabel te laten zijn. De steun voor zonnepanelen werd daarom een jaar geleden volledig herzien. De regering besliste toen om die steun af te stemmen op de ‘onrendabele top’. Dat is het deel van de investeringskost die zichzelf niet binnen een redelijke termijn terugverdient. Op die manier wilde de regering een nieuwe technologie ondersteunen die milieuvriendelijk en toekomstgericht is, om deze zo snel mogelijk ‘marktrijp’ te maken, zodat ze zonder subsidies verder kan. Nauwelijks een jaar later besliste de regering de steun voor zonne-energie weer verder af te bouwen. Als de installatie van zonnepanelen met de nieuwe voorgestelde steun nog steeds rendabel is, dan kan daar niemand op tegen zijn. Het is echter zeer jammer, en bovenal nefast voor de investeringszekerheid, dat amper een jaar nadat beslist werd om de steun voor zonnepanelen af te bouwen, de wetgeving alweer is gewijzigd. Bovendien werden de aanpassingen niet voldoende op voorhand aangekondigd én besproken met de sector. Dit dreigt een zeer nefaste impact te hebben op deze toekomstgerichte sector die er mee voor zorgen dat we onze hernieuwbare energiedoelstellingen kunnen waarmaken. De extreme daadkracht van de regering inzake zonnepanelen, staat in schril contrast met haar zeer zwakke optreden in zake groenestroomcertificaten uit biomassa. De regering is veel milder voor Electrabel (bijstook van biomassa in steenkoolcentrales) en de sector van de afvalverbranding. Daar blijft geldnaar toe vloeien. Deze geldstromen naar gevestigde lobbies vallen – in tegenstelling tot de investeringen in zonnepalen – niet te verantwoorden vanuit de idee van het in de markt brengen van nieuwe technologieën. Momenteel maakt de Vlaamse regering een grondige evaluatie van het ondersteuningsmechanisme 5
voor groenestroom. Hierin pleiten we als milieubeweging daarom voor een grondige evaluatie van de ondersteuning van alle hernieuwbare energievormen, met bijzondere aandacht voor de ondersteuning van biomassa en afvalverbranding (Je kan ons standpunt voor de herziening van het groenestroomcertificatensysteem hier raadplegen: http://www.bondbeterleefmilieu.be/page.php/26/349 . Hier gaan we oa. dieper in op de problemen bij de inzet van biomassa.)
2.4 Naar een rechtvaardige verdeling van de kosten en baten Momenteel zijn er –terechte- vragen zonnepanelen verdeeld wordt over de verdeling van de kosten en baten onontbeerlijk voor het draagvlak voor de
bij de manier waarop de kost voor verschillende verbruikers. Een eerlijke van hernieuwbare energie is echter steun voor hernieuwbare energie.
In de eerste plaats betaalt niet iedereen in Vlaanderen evenveel. De kost voor zonnepanelen is erg ongelijk gespreid over de verschillende netgebieden, onder meer omdat de netbeheerders de kost van zonnepanelen doorrekenen in de regio waar ze geïnstalleerd zijn. Dat leidt tot grote prijsverschillen tussen de Vlaamse gemeenten. Bond Beter leefmilieu vraagt daarom om de kost van de groenestroomcertificaten eerlijk te spreiden over heel Vlaanderen. Daarnaast is er ook een ongelijke verdeling tussen de verschillende soorten gebruikers. Zo betaalt de kleine consument het leeuwendeel van de kost voor de zonnepanelen, terwijl de bedrijven de meeste zonnepanelen installeerden. Ook die anomalie moet rechtgezet worden. Tot slot moet er ook aandacht besteed worden aan de sociaal zwakkeren in onze samenleving. Gezinnen in energiearmoede besteden een hoger aandeel van hun inkomen aan energie dan rijkere gezinnen. De kosten voor hernieuwbare energiesteun zijn voor hen dan ook vaak een onwenselijke verhoging van de lasten op het gezinsbudget. In de allereerste plaats moeten deze gezinnen geholpen worden om hun energiefactuur structureel te verlagen door energiebesparing. Daarnaast kan een relatief lagere bijdrage van deze gezinnen aan het ondersteuningsmechanisme voor groenestroom ook te verantwoorden zijn. Dit zou kunnen opgevangen worden door bijvoorbeeld de opbrengsten van de nucleaire rente hiervoor te gebruiken en in de eerste plaats toe te kennen aan gezinnen in energie-armoede. Daarnaast is het voor armere gezinnen vaak niet evident om in zonnepanelen te investeren omdat ze hier geen startkapitaal voor hebben of zelf geen dak ‘ter beschikking hebben’ om zonnepanelen op te installeren. In het bijzonder voor deze groepen zou kunnen gedacht worden aan coöperatieve systemen, waarbij bijvoorbeeld in sociale huisvestingsprojecten collectief geïnvesteerd wordt in zonnepanelen. In combinatie met doorgedreven investeringen in energiebesparing, biedt dit een zeer interessante mogelijkheid om de energiefactuur van de betrokken gezinnen te verlagen. Ook systemen zoals rent-a-roof waarbij iedere particulier zijn dak kan verhuren aan een bedrijf dat er zonnepanelen op plaatst, kan hier soelaas bieden. Het bedrijf kan zo profiteren van de extra stroom die het kan opwekken en de particulier verdient er ook wat aan.
6
Naast de vraag wie wat betaalt, moet men zich ook de vraag stellen van waar de middelen komen. Aangezien de consumenten in het verleden betaald hebben voor de versnelde afschrijving van de kerncentrales, is het niet meer dan normaal dat zij nu de vruchten plukken van de nucleaire rente: de onrechtmatige nucleaire winsten moet daarom afgeroomd worden en geïnvesteerd worden in hernieuwbare energie en energiebesparing, zodat op die manier de energiefactuur van de consument kan verlicht worden. Zoals hoger gesteld moet hierbij in het bijzonder aandacht worden besteed aan de sociaal zwakkeren in de samenleving.
2.5 De kosten in een juist perspectief De ondersteuning van hernieuwbare energie staat lang niet in verhouding met de geldstromen die nog steeds naar andere ongewenste zaken vloeien.
a)
We betalen een veelvoud aan kernenergie
Vergelijken we alleen al de kostprijs van de ondersteuning van PV-panelen op jaarbasis (gemiddeld 16 euro per jaar), dan valt die in het niets bij wat een gezin alleen al betaalt aan kernenergie. De Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) becijferde vorig jaar dat de afgeschreven Belgische kerncentrales Electrabel vandaag om en bij de twee miljard euro per jaar opleveren, omdat ze in het verleden versneld zijn afgeschreven op kosten van de belastingbetaler. Een gezin met een gemiddeld verbruik betaalt zo per jaar ongeveer 142 euro. Geld dat rechtstreeks verdwijnt in de zakken van energiereus Electrabel. Daarnaast gaan er ook nog eens tientallen miljoenen belastingsgeld naar instellingen om onze kerncentrales te controleren op veiligheid, de kerncentrales te ontmantelen en het kernafval te bergen. Bovendien subsidiëren we de nucleaire sector voor miljoenen in onderzoek naar nieuwe vormen van kernenergie. Geld dat we veel verstandiger zouden kunnen besteden door dit te investeren in energieefficiëntie en hernieuwbare energie.
b)
Kost voor bedrijfswagens meer dan 10 keer zo hoog
De laatste weken hoorden we regelmatig dat we “betalen voor de zonnepanelen van onze buurman”. Er zijn echter heel wat andere –voor het milieu nefastezaken waar we ook voor betalen. In tegenstelling tot de zonnepanelen, staan we hier echter niet bij stil. Bedrijfswagens zijn hiervan een sprekend voorbeeld. Al geniet slechts een beperkte groep mensen van de voordelen van een bedrijfswagen, toch betaalt iedereen hiervoor mee. De overheid loopt jaarlijks namelijk 4,1 miljard belastingsinkomsten mis door de fiscale vrijstelling voor bedrijfswagens. Een bedrag dat wij als belastingbetaler moeten compenseren. Zonder het fiscaal voordeel voor bedrijfswagens zouden we 10% minder belastingen kunnen betalen. Dit zou voor elke werknemer neerkomen op 1000 euro extra inkomsten per jaar. Daarnaast betalen we een tweede keer doordat bedrijfswagens nefast zijn voor het leefmilieu. Ze zorgen voor meer uitstoot, energieverbruik en veroorzaken extra files. Ze zijn immers groter en rijden meer kilometers dan andere wagens.
7
Ook op termijn is er dus, in tegenstelling tot bij zonnepanelen, geen enkele winst.
2.6 Niet alleen kosten maar ook baten Bij de ondersteuning van hernieuwbare energie moeten niet alleen de kosten maar ook de baten (ook op de lange termijn) mee in rekening gebracht worden. -
-
-
3
Milieuvoordelen. De ondersteuning van groene stroom compenseert de niet geïnternaliseerde externe kosten van klassieke energiedragers. Hernieuwbare energieproductie levert heel wat ecologische baten op, in de eerste plaats een vermeden CO2-uitstoot, maar ook een verbeterde luchtkwaliteit en een lagere gezondheidsimpact. Deze baten moeten duidelijk in rekening worden gebracht. Energie-onafhankelijkheid en beheersbare energiekosten op de lange termijn In tegenstelling tot fossiele brandstoffen zijn we voor onze hernieuwbare energieproductie (behalve voor geïmporteerde biomassa) onafhankelijk van het buitenland. Dit zorgt niet alleen voor leveringszekerheid, maar ook voor een verminderde afhankelijkheid van de stijgende energieprijzen op de wereldwijde energiemarkten3. Hernieuwbare energie zal, in tegenstelling tot klassieke fossiele brandstoffen en kernenergie alleen maar goedkoper worden. De – tijdelijke- ondersteuning die we nu geven aan hernieuwbare energie, vermijdt dus hogere energieprijzen en milieukosten later (zie 2.1). Vergroening van de economie/jobcreatie. De verdere uitbouw van hernieuwbare energie draagt bij aan een vergroening van onze economie en zal duizenden duurzame jobs creëren. Momenteel zijn er al meer dan 8000 mensen tewerkgesteld in de hernieuwbare energiesector en dit aantal zal de komende jaren nog sterk stijgen (volgens AGORIA tot meer dan 30.000 in 2020). Volgens de Greenpeace studie die inzet op 100% hernieuwbare energie tegen 2050, kunnen er in Europa in 2020 940.000 nieuwe groene jobs gecreëerd worden en 1,2 miljoen in 2030
Ook niet–financiële energie
barrières
voor
hernieuwbare
Een verdere uitbouw van hernieuwbare energie kan enkel indien we, naast een efficiënt en eerlijk financieel ondersteuningskader, ook werk maken van andere pijnpunten die de verdere uitbouw van hernieuwbare energie in de weg staan. Daarom is er nood aan een meer omvattend actieplan hernieuwbare energie dat de nodige aandacht besteedt aan financiële barrières en hefbomen voor de gewenste ontwikkelingen (bijvoorbeeld op vlak van ruimtelijke ordening locatiebeleid, netontwikkeling, vergunningenbeleid,…). Dit actieplan moet kaderen binnen een langetermijnvisie van de gewenste uitbouw van
Dit wordt oa. geïllustreerd door een studie van het federaal Planbureau die heeft becijferd dat er tegen 2020 één miljard uitgaven aan fossiele brandstoffen kan bespaard worden door uitvoering van het Europese energiepakket (http://www.plan.be/publications/publication_det.php?lang=nl&TM=45&IS=63&KeyPub=882). Hierbij valt overigens op te merken dat de aannames van deze studie zeer conservatief zijn (i.e. olieprijs aan $60/vat tegen 2020), wat maakt dat de effectief gerealiseerde besparingen nog aanzienlijk hoger zullen liggen.
3
8
hernieuwbare energie. Een samenwerking beleidsdomeinen en –niveaus is hierbij essentieel.
tussen
de
verschillende
Tot slot kan de verdere uitbouw van hernieuwbare energie niet los gezien worden van de noodzaak aan een verregaande inzet op energiebesparing. Hoe meer energie we besparen, hoe goedkoper en gemakkelijker het zal zijn om onze hernieuwbare energiedoelstellingen te halen.
4
Tijd voor een eerlijk debat
Het huidige debat over hernieuwbare energie lijkt zich enkel en eenzijdig te concentreren op de kostprijs van het ondersteuningsmechanisme. De polarisering die hiermee in de hand wordt gewerkt, is alles behalve gunstig voor het noodzakelijke draagvlak voor de verdere uitbouw van hernieuwbare energie. Er is dan ook nood aan een eerlijk, breder debat met een stem van alle relevante actoren waarin alle aspecten (kosten én baten) in het juiste daglicht geplaatst worden. We mogen ons niet laten opjagen door een netbeheerder die zelf ook een aardig centje opstrijkt van het vlijtig doorreken van kosten, maar moeten kiezen voor een toekomst met minder CO2, meer energie-onafhankelijkheid en meer jobs. En, de leidraad van 100% hernieuwbare energie tegen 2050 moet ons helpen vandaag al de juiste keuzes te maken.
9