Arbeids- en beroepenoriëntatie Extra t.b.v Individuele begeleiding Interview Loopbaanankers: Instructieblad voor consulent Doel: Door middel van een gestructureerde vragenlijst inzicht krijgen in beslissingspatronen en motiverende factoren voor de cliënt. Instructie: Het doel van het interview is om u en de cliënt te helpen om de factoren te begrijpen die ene rol spelen bij het werk van de cliënt. Dit doen we middels het identificeren van patronen of thema’s in gebeurtenissen. Het interview richt zich op keuzes die de cliënt tot nu toe gemaakt heeft. Er wordt hem gevraagd waarom hij dit besluit genomen heeft en hoe hij zich daarbij voelde. Het interview is nogal historisch en helpt cliënt zijn keuzes te reconstrueren, zodat hij de patronen kan onderzoeken. Het is vooral gewenst dat u en de cliënt de voorkomende patronen proberen te ontdekken. Tijdens het interview is het aanbevolen om eerst te vragen “Wat deed u”of “Wat leidde tot dit besluit”, voordat u vraagt “Waarom”of “Hoe voelde u zich daarbij.” Werk op een rustige manier door de vragen heen en stimuleer de cliënt om te praten over zijn (werk) geschiedenis, zodat je samen gezamenlijk patronen kunt onderzoeken. Tijdsduur: Kan als huiswerk meegegeven worden. Geen tijdslimiet.
Persoonsoriëntatie
1
Arbeids- en beroepenoriëntatie Oefening “Loopbaanankers” Waarom werkt u? Welke aspecten motiveren uw werk> Welke inhoudelijke zaken moet uw werk bevatten om het u echt naar de zin te maken, zodat u met plezier en productief kunt functioneren? Allemaal vragen die u helpen om uw huidige situatie te doorbreken. Deze vragenlijst is bedoeld om op systematische wijze te achterhalen wat uw ‘loopbaanankers’ zijn. Het gaat er dus niet om hoe uw huidige werk eruit ziet, maar hoe u het liefst zou hebben dat uw werk eruit ziet. De lijst bestaat uit 36 vragen. Elke vraag heeft twee stellingen. Per vraag heeft u drie punten om over de stellingen te verdelen. U geeft dus 0, 1, 2 of 3 punten aan een stelling (de andere stelling krijgt dan respectievelijk 3, 2, 1 of 0 punten). Hoe meer punten u aan een stelling toekent, hoe meer de stelling correspondeert met uw mening. Het is belangrijk dat u per vraag ook steeds de volledige drie punten gebruikt. Zelfs als geen van beide stellingen uw mening weergeeft, moet u de drie punten verdelen. Voorbeeld: Stel, u heeft een hekel aan werken met machines en computers en de test stelt u de volgende vraag. Vraag 1 Ik werk het liefst met computers Ik werk het liefst met machines
Punten
Het liefst zou u beide stellingen 0 punten geven. Dit is echter niet toegestaan, dus u moet een keuze maken. U denkt bij uzelf: “Nou ik vind computers niet leuk, maar toch net iets leuker dan machines”. Dan vult u achter de eerste stelling (ik werk het liefst met computers) een 2 in. In dat geval moet u achter de tweede stelling (ik werk het liefst met machines) een 1 invullen, want opgeteld moeten er drie punten gegeven zijn. Vul nu onderstaande vragenlijst in. Controleer na de laatste vraag of u bij elke twee stellingen inderdaad drie punten verdeeld heeft. De verschillende letters achter elke stelling kunt u op dit moment negeren. Als u alle vragen beantwoord heeft, zal u uitgelegd worden wat u met de letters moet doen. Vraag 1.
Stelling Mijn werk moet mij in staat stellen er een hogere levensstandaard op na te houden Ik heb graag invloed op andere mensen
Ptn
X A B
2.
Ik ben alleen tevreden met mijn werk als het resultaat van mijn werk een hoge waarde in zichzelf heeft ?
C
3.
Ik wil mijn creatieve talenten kunnen gebruiken in mijn werk Het is belangrijk voor me dat ik kan werken met mensen die ik aardig vind
E F
4.
Ik vind vrijheid in mijn werk belangrijk Ik vind financiële zekerheid erg belangrijk
G H
5.
Ik vind het leuk als mensen tegen me opkijken Ik wil graag rijk zijn
J A
6.
Ik wil een leidinggevende positie Ik wil doen wat belangrijk voor mezelf is, zelfs al wordt dat niet financieel beloond
B C
Persoonsoriëntatie
2
Arbeids- en beroepenoriëntatie 7.
Ik wil trots kunnen zijn op de expertise die ik heb opgebouwd Ik wil dingen creëren die mensen met mijn persoon associëren
D E
8.
Ik wil sociale contacten kunnen opbouwen in mijn werk Ik vind het belangrijk zelf mijn tijd te kunnen indelen
F G
9.
Materieel bezit is belangrijk voor mij Ik wil voor mijzelf bewijzen dat ik mijn vak tot in de puntjes beheers
A D
10.
Mijn werk is voor mij een middel om de zin van het bestaan te ontdekken De dingen die ik maak moeten mijn naam dragen
C E
11.
Ik wil genoeg geld hebben om me van alles te kunnen veroorloven Een baan met lange termijn zekerheid vind ik aantrekkelijk
A H
12.
In mijn functie wil ik invloed over anderen Ik wil een specialist in mijn vakgebied zijn
B D
13.
Mijn werk moet zinvol zijn voor de samenleving Goede relaties met collega’s vind ik belangrijk
C F
14.
Ik wil mijn creativiteit kunnen gebruiken Het liefst zou ik mijn eigen baas zijn
E G
15.
Mijn collega’s moeten mijn vrienden zijn Ik wil een baan waarin ik me geen zorgen hoef te maken over de toekomst
F
16.
Ik wil in een situatie verkeren waarin ik gemakkelijk geld kan uitgeven Ik wil vernieuwend bezig zijn in mijn werk
H A E
17.
Ik wil met trots aan anderen kunnen vertellen wat ik doe Het gevoel van saamhorigheid vind ik belangrijk
B F
18.
Ik wil een carrière die past bij de zin van het leven zoals ik die zie Ik wil de volledige verantwoordelijkheid dragen voor mijn eigen beslissingen
C G
19.
Ik wil een reputatie als specialist Ik voel me alleen op mijn gemak met het vooruitzicht van zekerheid op lange termijn
D H
20.
Het leven van een miljonair lijkt me heerlijk Ik wil graag veel nieuwe mensen ontmoeten
A F
21.
Ik wil graag een functie waarin ik het gedrag van anderen kan beheersen Ik wil zelf kunnen bepalen welke taken ik op mij neem
B G
22.
23.
Ik wijd me graag aan werk wat belangrijk is Ik wil tot aan de dag van mijn pensioen precies weten waaraan ik toe ben. Goede relaties met collega’s zijn voor mij een reden om een overplaatsing niet te accepteren Mijn werk moet status hebben
Persoonsoriëntatie
3
C H F I
Arbeids- en beroepenoriëntatie 24.
Ik moet kunnen beslissen over mensen en middelen Ik wil dingen kunnen creëren die nog nooit door iemand gecreëerd zijn
B E
25.
Aan het eind van een werkdag wil ik het gevoel hebben iets belangrijks te hebben gedaan Publieke erkenning is belangrijk voor me
C
26.
Ik wil dingen anders doen dan anderen ze doen Ik speel het liefst op zeker
E H
27.
Ik vind het fijn als anderen mij als hun leider zien Sociale status is een belangrijke motivatie voor mij
B I
28.
Een hoge levensstandaard is aantrekkelijk Ik heb er een hekel aan door een baas op de vingers gekeken te worden
A G
29.
Op mijn producten moet mijn naam staan Ik wil dat anderen mijn prestatie erkennen
E I
30.
Ik neem graag de leiding Ik voel me onzeker als ik niet precies weet wat de toekomst voor me in petto heeft
B H
31.
Ik ben graag een persoon met waardevolle specialistische kennis Ik vind het fijn als ik niet steeds verantwoording aan anderen hoef af te leggen
D
32.
Ik vind het niet leuk een klein radertje in een groter geheel te zijn Een baan met status spreekt me aan
I
G G I
33.
Ik ben bereid veel te doen als het om geld gaat In mijn werk moet ik mij persoonlijk kunnen ontplooien
A C
34.
Ik wil graag een functie binnen de organisatie waaraan veel prestige verbonden is Toekomstzekerheid is erg belangrijk
I
35.
36.
Zolang ik maar fijne sociale contacten heb is de rest eigenlijk niet zo belangrijk Een bijdrage kunnen leveren vanuit mijn expertrol vind ik erg aantrekkelijk Ik hou wel van statussymbolen die bij seniorposities horen Ik streef naar specialistische competentie
H F D I D
Als u de test goed ingevuld heeft en u telt de scores bij elkaar op dan moet daar totaal 108 uit komen. Tel vervolgens alle scores op waarachter een A staat. Vervolgens alle scores waarachter een B staat, etc.
Persoonsoriëntatie
4
Arbeids- en beroepenoriëntatie A: B: C: D: E: F: G: H: I: De letters staan voor de volgende loopbaanankers: A= Materiële beloning B= Macht en Invloed C= Persoonlijke Waarden en Normen D= Specialisme E= Creativiteit F= Sociale Contacten G= Autonomie H= Zekerheid I= Aanzien en Status Zet de scores A t/m I uit in de onderstaande grafiek. 25 20 15 10 5 0 A
B
C
D
E
F
G
H
I
Deze grafiek vertelt u iets over wat de belangrijkste motivatoren in uw loopbaan zijn. In een functie of baan die u op het lijf geschreven is, komen de pieken uit de grafiek nadrukkelijk terug. Als u een functie heeft waarin de pieken duidelijk afwezig zijn zult u zich waarschijnlijk in die functie of baan niet echt thuis voelen. Neem dit profiel met uw begeleider door. Hij kan u meer vertellen over de verschillende loopbaanankers en uitleggen wat ze inhouden. Als u voldoende op de hoogte bent van de inhoud van de negen loopbaanankers kunt u onderstaande vragen beantwoorden. Neem voor het beantwoorden van deze vragen de tijd, doe het rustig thuis. Leg het weg en kijk er na een paar dagen weer eens naar. Probeer elke vraag zo volledig en eerlijk mogelijk te beantwoorden. 1. Wat is uw belangrijkste loopbaananker? Op welke manier heeft dit loopbaananker uw loopbaan beïnvloed? Probeer dit te onderbouwen met zoveel mogelijk voorbeelden. 2. Wat is uw tweede belangrijkste loopbaananker? Op welke manier heeft dit loopbaananker uw loopbaan beïnvloed? Probeer dit te onderbouwen met zoveel mogelijk voorbeelden.
3. Wat is uw derde belangrijkste loopbaananker? Op welke manier heeft dit loopbaananker uw loopbaan beïnvloed? Probeer dit te onderbouwen met zoveel mogelijk voorbeelden.
Persoonsoriëntatie
5
Arbeids- en beroepenoriëntatie Uitleg Loopbaanankers Materiële beloning Voor mensen die door deze behoefte gedreven worden is (veel) geld verdienen de belangrijkste reden om te werken. Andere aspecten van het werk maken zij ondergeschikt aan inkomen. De personificatie van deze behoefte is de “Yuppie”. Materialisme is hun belangrijkste ethische norm. Succes in het leven wordt afgemeten aan iemands inkomen of bezit. Macht en Invloed Deze mensen worden gedreven door het verlangen andere mensen en gebeurtenissen te kunnen leiden beïnvloeden. Macht en invloed zijn de belangrijkste doelen in hun loopbaan. Promoties zijn alleen interessant wanneer men er meer invloed door verkrijgt. Zij zoeken de invloed langs zowel formele als informele kanalen. Ze participeren actief in allerlei netwerken en onderhouden contacten met machtige personen. Persoonlijke waarden en normen Deze mensen worden gedreven om dingen te doen die een waarde hebben volgens hun eigen religieuze, emotionele of intellectuele criteria. Hun doel is iets bij te dragen aan het Groter Geheel. Zij zijn bereid daar offers voor te brengen op financieel of persoonlijk gebied. Specialisme Deze mensen hebben de behoefte expertise op te bouwen in een bepaald vakgebied. Zij worden graag gewaardeerd als expert. Hun doel is een bepaalde discipline volledig te beheersen. Ze zijn vaak werkzaam op universiteiten, adviesbureaus of afdelingen R&D. Creativiteit Deze mensen willen hun creativiteit zo volledig mogelijk benutten. Elk nieuw probleem vormt een uitdaging. Het produceren van nieuwe ideeën of producten is hun doel. Originaliteit en innovatie staan hoog aangeschreven. Vaak werken ze graag alleen of in een klein team; in een grote bureaucratie voelen ze zich minder thuis. Sociale contacten Zij zoeken vooral gezelligheid en aanwezigheid van anderen. Vriendschappelijke banden onderhouden met anderen is erg belangrijk. Er wordt veel nadruk gelegd op de informele contacten van het werk. Collega’s zijn vrienden die men ook buiten het werk opzoekt, men bindt zich in het werk aan personen en niet aan taken, posities of doelstellingen. Of het werk bevalt hangt af hoe goed men op kan schieten met de mensen waarmee samengewerkt moet worden.
Persoonsoriëntatie
6
Arbeids- en beroepenoriëntatie Autonomie Men zoekt onafhankelijkheid en wil zelf beslissingen nemen. Vaak is men eigen baas of streeft men ernaar dit te worden. Binnen een organisatie wordt ernaar gestreefd zoveel mogelijk op eigen benen te staan en niet afhankelijk te zijn van anderen. Zekerheid Deze mensen vermijden risico”s. In hun baan zoeken ze vooral lange-termijn-zekerheid; een vaste baan, een vast inkomen en een vast pensioen. De hoogte van het inkomen is minder belangrijk dan de zekerheid dit inkomen te kunnen behouden. Zij zoeken vaak hun heil bij overheidsinstellingen of grote stabiele ondernemingen. Hun belangrijkste wens is de wereld voorspelbaar te houden. Aanzien en Status Men houdt ervan als anderen tegen hen opzien. Uiterlijke statussymbolen, titels, officiële erkenning en geaccepteerd worden in bevoorrechte groepen zijn erg belangrijk. Men streeft geen macht na om de invloed, maar om de prestige die eraan verbonden is. Om diezelfde reden streeft men soms geld of een specialisme na. Indruk maken op anderen is het voornaamste doel. Deze carrière-ankers zijn ideaaltypen”. In werkelijkheid wordt iedereen wel in meer of mindere mate gedreven door elk van de negen ankers. Waar het om gaat is het schetsen van een profiel, een grafiek die laat zien welke ankers meer of minder belangrijk zijn.
Persoonsoriëntatie
7