Door met Duurzaam in Noord-Holland Provinciaal Ambitiedocument (PAD) 2014-2016
Kennisprogramma Duurzaam Door “Sociale innovatie voor een groene economie”
Samenvatting In 2012 is onder leiding van een interbestuurlijk regiegroep (Rijk, IPO, VNG en UvW) gewerkt aan een nieuw programma “Duurzaam Door: sociale innovatie voor een groene economie 2013-2016”. Het is een vervolg op het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling 2008-2012 (LvDO) . Het nieuwe landelijke programma Duurzaam Door 20132016 legt de nadruk op de economische mogelijkheden van duurzaamheidsnetwerken en leerinstrumenten. Het nieuwe programma stimuleert kennis- en netwerkactiviteiten gericht op economisch belang van duurzaamheid. Het accent in het nieuwe programma ligt in de ondersteuning van sociale leerprocessen en het creëren van een groene economie. Voor de invulling van het decentrale deel van Duurzaam Door is afgesproken dat de provincies hiervoor verantwoordelijk zijn en deze taak op zich nemen. Met het opstellen van het Provinciaal Ambitiedocument 2014-2016 leggen wij verbinding tussen de doelen uit het programma Duurzaamdoor en de beleidsthema’s uit het coalitieakkoord “Verantwoord en duidelijk gericht op de toekomst” hetgeen moet leiden tot het versterken van de duurzame en innovatieve netwerken in Noord-Holland die de groene economie als beleidsdoel hebben. Middelen Voor het opzetten van het programma "Duurzaam Door" in het jaar 2013 heeft de Provincie Noord-Holland een bijdrage van zo'n € 308.000,-- ontvangen. Er is een evenredige cofinanciering nodig vanuit de Provincie Noord-Holland. Deze cofinanciering kan bestaan uit provinciale middelen, middelen uit verschillende provinciale programma's, de verkapitaliseerde ambtelijke inzet en hetgeen door het Consulentschap NME in het teken van het Programma "Duurzaam Door" uitoefent aan activiteiten. Voor de jaren 2014, 2015 en 2016 stelt het landelijke programma jaarlijks een bedrag van € 175.000 beschikbaar voor Noord-Holland. Voorstel projecten Het programma Duurzaamdoor zal worden gebruikt om de transitie naar de duurzame samenleving te versterken, door in 2014 in te zetten op drie doelstellingen: 1. Bijdragen aan verduurzaming van de landbouw via Greenports 2. Bijdragen aan educatie in de Nationale parken via “betrekken bij Groen” 3. Bijdragen aan versterking van innovatieve netwerken in de regio Noord-HollandNoord via de Regeling “Kennis en innovatie in Noord-Holland-Noord 2014 ”. Leeswijzer In hoofdstuk 1 blikken wij terug op het vorige programma LvDO en de kansen die het nieuwe programma Duurzaamdoor biedt om de Noord-Hollandse netwerken en structuren die gericht zijn op duurzaamheid te versterken. In hoofdstuk 2 gaan wij in op de doelstellingen van het programma Duurzaamdoor en welke rol er voor de provincies is weggelegd in het verwezenlijken van deze doelstellingen. Hoofdstuk 3 gaat over de ambities van Noord-Holland en de wijze waarop wij deze ambities via Duurzaamdoor gestalte willen geven. In hoofdstuk 4 bespreken wij, uitgaande van de beleidsdoelstellingen van Noord-Holland, de projecten die in 2014 in aanmerking kunnen komen voor een subsidie via Duurzaamdoor. Hoofdstuk 5 is bedoeld om een doorkijkje te geven naar de jaren 2015 en 2016.
Inleiding 1.1 Een terugblik: Het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling Het programma “DuurzaamDoor” is de opvolger van het landelijke Leren voor Duurzame Ontwikkeling (LvDO) programma 2008-2012. In het Provinciaal Ambitiedocument 20082012 werd het Actieprogramma Klimaat uit het Collegeprogramma als kapstok gezien voor het uitvoerbaar stellen van het LvDO-programma. De volgende doelgroepen werden daarbij als belangrijke actoren beschouwd: Jongeren, Bedrijven, Gemeenten en de Eigen Organisatie. Het aangaan van verbindingen en het opzetten van netwerken binnen maar vooral ook tussen deze doelgroepen diende te worden gestimuleerd. Om de benodigde verbanden te leggen, werd gebruik gemaakt van drie sporen: stimuleren van netwerkvorming, duurzaamheid en klimaat als beleidsmatige verbindingslijnen en voortzetting van projecten. Met het vorige Provinciaal Ambitie Statement (PAS) gaf de provincie Noord-Holland gevolg aan het adagium ‘van agenderen naar doen’. Via sociale leerprocessen werden mensen bewust gemaakt van de mogelijkheden waarbij het ontwikkelen van de vaardigheden om de duurzame afwegingen te kunnen maken voorop stond. Het vorige PAS was gebaseerd op de thema’s klimaat en duurzaamheid uit het vorige collegeprogramma. 1.2 2014-2016: Waarom meedoen met Duurzaam Door? Het nieuwe landelijke programma Duurzaam Door 2013-2016 legt de nadruk op de economische mogelijkheden van duurzaamheidsnetwerken en leerinstrumenten waarbij opgebouwde kennis en instrumenten effectief en breed worden ingezet voor de 'sociale innovatie van de groene economie'. Het nieuwe programma stimuleert kennis- en netwerkactiviteiten gericht op economisch belang van duurzaamheid. In de hierna volgende figuur is te zien binnen welke sectoren en dwarsverbanden de (kennis)netwerken voor een groene economie zich kunnen bewegen.
Het Rijk heeft de provincie Noord-Holland gevraagd om een Provinciaal Ambitiedocument op te stellen, indien de provincie voornemens is om mee te doen aan het Programma Duurzaam Door. De provincies hebben in het IPO (BAC E&E) van 31 mei jl. te kennen gegeven het concept-programma te ondersteunen. Door deelname aan deze regiegroep/overleggen heeft ook Noord-Holland aangegeven deelname serieus te overwegen.
De afgelopen jaren heeft de aandacht voor duurzaamheid in de breedste zin van het woord zijn inbedding gekregen in ons provinciaal beleid. Duurzaamheid en verduurzaming worden in onder andere Het programma “Betrekken bij groen”, Agenda Landbouw en Visserij en de Economische Agenda als een van de belangrijkste beleidsdoelstellingen van de betreffende terreinen genoemd. Met deelname aan het landelijke programma Duurzaam Door, wil de provincie NoordHolland de focus op de economische uitwerking van duurzaamheid onderstrepen. Het programma biedt de mogelijkheid enkele accenten in de aandacht voor duurzaamheid uit te vergroten. Dit Provinciaal Ambitiedocument (PAD) geeft kaders voor de projecten weer die we vanuit de doelen van het programma Duurzaamdoor en met behulp van deze bijdrage vanuit het Rijk mogelijk willen maken. De rol van de provincie is hierin voorwaardenscheppend en faciliterend. In het PAD 2014-2016 worden de raakvlakken die te zien zijn tussen het coalitieakkoord “ Verantwoord en duidelijk gericht op de toekomst” en de doelen uit het programma Duurzaamdoor, verder uitgelicht. Het PAD maakt duidelijk welke kansen Provincie Noord-Holland ziet in het meedoen met dit programma en op welke wijze deze kansen kunnen worden benut. Met aansluiting op het nieuwe programma Duurzaamdoor willen wij duurzame regionale (groene) economie in Noord-Holland stimuleren. Wij willen de aanwezige relevante structuren waar de provincie Noord-Holland in geïnvesteerd heeft meer slagkracht geven zodat er voldoende volume aanwezig is binnen deze structuren en waardoor de duurzame processen worden versterkt. Het programma Duurzaamdoor zal worden gebruikt om de transitie naar de duurzame samenleving te versterken, door in 2014 in te zetten op drie doelstellingen: 4. Bijdragen aan verduurzaming van de landbouw via Greenports 5. Bijdragen aan educatie in de Nationale parken via “betrekken bij Groen” 6. Bijdragen aan versterking van innovatieve netwerken in de regio Noord-HollandNoord via de Regeling “Kennis en innovatie in Noord-Holland-Noord 2014 ”. De bovengenoemde projecten worden vanuit de Duurzaamdoor-middelen eenmalig in 2014 gesubsidieerd. De keuzen voor de daarop volgende jaren zullen wij na deze periode verkennen. Na een evaluatie van de besteding van de ingezette middelen bij bovengenoemde projecten, maken wij bekend of de projecten al dan niet samen met andere (nieuwe) projecten, in aanmerking zullen komen voor een subsidie in de jaren 2015 en 2016.
2. Landelijk Programma Duurzaam Door: “Sociale innovatie voor een groene economie” 2.1.Doel programma Het doel van het kennisprogramma ‘Sociale Innovatie voor een Groene Economie’ is het scheppen van voorwaarden voor de ontwikkeling, toepassing en versterking van de gewenste vaardigheden en competenties, gericht op duurzame ontwikkeling. Kernbegrippen voor het bereiken van dit doel zijn ontwikkelen, verbinden en opschalen. Het accent in het nieuwe programma ligt in de ondersteuning van sociale leerprocessen en het creëren van een groene economie. Dit zijn leerprocessen waarbij mensen met elkaar en in hun (eigen) omgeving leren. Centraal in de uitwerking staat het helpen vormgeven aan duurzame ontwikkeling in de regio. DuurzaamDoor is een kennisprogramma dat het bereiken van een groene, duurzame economie door kennis te ontwikkelen en verspreiden tot doel heeft. Dit gebeurt door betrokkenheid en bewustwording te vergroten en door samenwerking te bevorderen. Samenwerking van partijen, die nu nog afzonderlijk opereren, maakt immers dat kennis en leerervaringen beter benut worden. In dit programma zijn netwerken en knooppunten voor duurzaam leren, onderwijs en innoveren en werken cruciaal, zowel op landelijk, regionaal en lokaal niveau. Het programma legt vooral accenten op processen waar een grote impact door sociale innovatie te verwachten valt. Het gaat dan om: • Maatschappelijk verantwoord ondernemen • Integrale gebiedsontwikkeling • Duurzaam produceren en consumeren • Onderwijs gerelateerde vraagstukken De thema’s krijgen provinciaal en lokaal een specifieke regionale of lokale inkleuring. In het programma Duurzaamdoor worden onder andere de volgende voorbeelden genoemd als zijnde de thema’s waar aan kan worden gedacht : “leefbaarheid in de wijk, duurzaam bouwen, kinderen die de kinderboerderij bezoeken, stadslandbouw, behoud en ontwikkeling van natuur en landschap, duurzame inrichting van een bedrijventerrein of een innovatieve aanpak van een sociaal ondernemer, zoals een woningbouwcorporatie”.
Het programma Duurzaamdoor formuleert de volgende resultaten: - rond de specifieke thema’s water, materialen, energie, voeding en biodiversiteit meer samenhang ontstaat qua kennisdeling en initiatieven worden opgeschaald, t.b.v. concurrentiekracht van Nederland; - de competenties om te werken aan een groene economie bij zowel de huidige als de toekomstige generatie Nederlanders aanwezig is, via onderwijs en andere leerprocessen; - er sterke (regionale) netwerken voor een groene economie ontstaan en landelijk verbonden zijn; - de kennisinfrastructuur voor een groene economie versterkt wordt.
De bovengenoemde resultaten zijn niet cumulatief dan wel gelimiteerd. Zij zijn breed geformuleerd waardoor de provincies de keuze hebben om een of meerdere resultaten af te bakenen in hun plannen. 2.2.Rollen en verantwoordelijkheden De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor activiteiten en projecten ligt zo lokaal mogelijk. Op landelijk niveau blijft het programma na 2013 aangestuurd worden door de (bestuurlijke) regiegroep, waaraan gemeenten, waterschappen, provincies en het rijk (EL&I en IE&M) deelnemen. De regiegroep heeft eerder aangegeven met inhoud en sturing van het programma in te kunnen stemmen. De regiegroep is formeel opdrachtgever voor het programmaburea LvDO-NME dat bij het AgentschapNL is ondergebracht. Het programma vraagt van provincies: - Cofinanciering te organiseren via beleidsbudgetten en/of capitalisering van capaciteitsinzet bij eigen en lokale organisaties - (Lichte) coördinatie op zich te nemen (niet gedefinieerd en niet begrensd, maatwerk is mogelijk, minimaal wordt beleidsmatige en financiële verantwoording verlangd). - Inzet van sociale innovaties te stimuleren (kennis- en netwerkverbindingen) op het ver-economiseren van duurzaamheid. - Ontsluiting van projecten en initiatieven binnen het provinciale programma toegankelijk te maken voor landelijke monitoring en leermogelijkheden. 2.3. Context: ruimte voor eigen aanpak Inhoudelijke context: brede scope, aansluiten op eigen situatie Het nieuwe programma is breed van opzet maar beperkt afgebakend door definities. Provincies kunnen zelf aangeven op welke sectoren en dwarsdoorsneden hun beleid voor groene economie zich richt. De keuze hiervoor leggen provincies vast in een nieuw Provinciaal Ambtitiedocument (PAD). Provincies kunnen daarmee ook zelf definiëren wat zij onder die groene economie verstaan. Inhoudelijk koerst het programma aan op het bereiken van een groene economie door: - het versterken van competenties en vaardigheden om te werken aan een groene economie en; - door het creëren van synergie tussen partijen die nu afzonderlijk werken aan een groene economie. Kernbegrippen voor het bereiken van dit doel zijn ontwikkelen, verbinden en opschalen. Het programma zou moeten bijdragen aan een versnelling van de realisatie van de complexe opgave van een groene economie. Enkele uitgangspunten van het programma: - Focus op vormen van 'sociale innovatie' in samenhang met technologische innovatie en beroeps- en burgercompetenties, die nodig zijn voor een transitie naar een groene economie; - De visie is tot stand gekomen in afstemming met bedrijfsleven, NGO’s, andere overheden, kennisinstellingen en onderwijs; - Context wordt o.a. gevormd door de Agenda duurzaamheid, de Topsectoren/Human Capital Agenda, de Agenda Burgerschap, het rapport 'de energieke samenleving', de aanbevelingen Taskforce biodiversiteit en de aanbevelingen van de stuurgroep Watereducatie (I&M).
3. Ambities van Noord-Holland 3.1. Provinciaal Kader duurzaamheid De Kaderbrief 2013 geeft aan dat duurzaamheid na 2015 geen aparte provinciale kerntaak is. Gelijktijdig laat het coalitieakkoord tot en met 2015 duurzaamheidambities zien. Duurzaamheid lijkt steeds meer te verworden tot een facet van beleid in plaats van een doel van beleid. Dat beleid maakt voor de duurzaamheidaspecten onder meer gebruik van (bestuurlijke) netwerken en kennisdeling. De provinciale LvDO-middelen zijn vanaf 2013 gestopt. Duurzaamheid is wel als kernwaarde op diverse provinciale kerntaken benoemd. GS beschrijven duurzaamheid in het coalitieakkoord 2011-2015 als rode draad in de verschillende ambities. Hierin wordt de leefbaarheid, bereikbaarheid en economische positie genoemd. Duurzaamheid wordt benaderd vanuit de wisselwerking tussen economie, ecologie en de trends uit de samenleving. GS vertalen duurzaamheid in het eigen handelen. Duurzaamheid is impliciet of integraal opgenomen in meerdere strategische beleidsprogramma’s zoals de Economische Agenda (met clusteraanpak en kenniseconomie), de Agenda Landbouw en Visserij, de Regionale Actieprogramma’s Wonen en de Agenda Groen. 3.2. Kansen voor Noord-Holland Meedoen met het programma Duurzaamdoor stelt de Provincie Noord-Holland in staat om de verduurzaming te continueren en te versterken. Wij zien kansen om de bestaande projecten en netwerken hiermee meer slagkracht te geven. Hieronder is een opsomming gemaakt van de kansen die Noord-Holland ziet in het meedoen met het Kennisprogramma Duurzaamdoor: • • •
•
Afstemming van initiatieven en aansluiting op het landelijk en interprovinciaal kennisnetwerk(ers), instrumenten en trainingen t.b.v. leren voor duurzaamheid. Aanwezigheid en toegang tot provinciale netwerken, die op enig moment (tijdelijk) relevant kunnen zijn voor realiseren van provinciale doelen. Ontvangen van co-financiering op basis van bestaande inzet op Greenport en aanverwante partijen, het programma “Betrekken bij Groen” en tijdelijke subsidieregeling “Kennis en innovatie in de Kop 2013” van ca. € 300.000 in 2013 en €175.000 op jaarbasis in de jaren 2014, 2015 en 2016. Met deze middelen kan de slagkracht van deze bestuurlijke netwerken richting initiatieven van bedrijven, onderwijs- en maatschappelijke instellingen worden vergroot.
3.3. Hoe mee te doen? In de breedte van het provinciale beleid zijn er vele raakvlakken met Duurzaam Door denkbaar. Wij kiezen er, gezien de beleidsdoelstellingen en het bescheiden budget, voor om een aantal prioritaire thema’s aan te wijzen. Door selectief mee te doen met bestaande netwerken, kan de provincie de extra middelen uit co-financiering inzetten op vergroten van slagkracht van met name Agri-netwerken, de aansluiting op de kennis- en netwerkvragen uit de regio’s verder faciliteren en de educatie en samenwerking in de Nationale parken een impuls te geven. Deze aanpak beperkt zich niet alleen tot 2014 waarin de bovengenoemde onderwerpen/projecten een rol krijgen, maar zal ook in de jaren 2015 en 2016 en na de evaluatie van de projecten, op dezelfde wijze worden voortgezet. De provincie ondersteunt en participeert in een groot aantal met name bestuurlijke netwerken, die duurzaamheid als thema behartigen of tot één van hun aandachtspunten rekenen. Denk aan
de Energy- en Agriboard, Blueport Noordwest, Greenport Aalsmeer, een boven-regionaal netwerk als Energy Valley, maar ook de regionale overleggen voor economie en de Actieprogramma’s Wonen. Deze netwerken hebben zelf maar beperkt of geen capaciteit om nieuwe netwerk- en leerinitiatieven te ondersteunen in uitvoering of werving van nieuwe middelen. Meedoen met het programma Duurzaamdoor is vanuit het perspectief van Noord-Holland bezien mogelijk wanneer wij met zo min mogelijk administratieve lasten de boogde effecten kunnen bereiken. Wij vinden dat wij via onderstaande uitgangspunten het gewenste effect kunnen bereiken: -
-
Ondersteuning van de PNH-kerntaken: Ruimte, Economie, Vervoer en Cultuurhistorie. Middelen zo veel mogelijk gebundeld inzetten, dus naarmate een initiatief meerdere doelen kan dienen is het aantrekkelijker om daarvoor de middelen te benutten dan wanneer een initiatief een smalle doelstelling nastreeft. Eenvoudig verantwoordbaar: apart zichtbaar in begroting en verantwoordingsstukken. Geen specifiek andere cofinanciering van derden organiseren, dan de personele en financiële inzet die nu al via het beleid tot stand komt. Uit de evaluatie dient te blijken wat elk project heeft gedaan in het kader van DuurzaamDoor. Lopend beleid dat wij aanmerken als co-financiering in het kader van Duurzaamdoor
Projecten Agriboard (Greenports)
Educatie in de Nationale Parken (Agenda Groen)
Kennis en Innovatie in Noord-HollandNoord2014 Energy Board
Provinciale Inzet (cofinanciering)middelen personeel 1.Jaarlijkse bijdrage aan 1fte het programma bureau: € 165.000 2.Jaarlijkse bijdrage aan beleidsondersteunende projecten: € 100.000
Middelen DuurzaamDoor € 233.000
1.€ 608.000 Betrekken bij Groen 2.€ 200.000,- PWN* 3.€ 33.000,- Nationaal Park € 550.000 in 2014
1fte
€ 100.000
1fte
€ 150.000
€ 100.000 in 2014
1fte
-
*Betreft bijdrage PWN aan Zandwaaier. Dit bedrag wordt aangemerkt als cofinanciering door derden.
3.4.1 Beleidsmatige criteria Om te bepalen welke netwerken dan wel projecten in aanmerking komen voor de financiering uit de middelen Duurzaamdoor, is het belangrijk om eerst de criteria en voorwaarden voor deelname weer te geven. De criteria die hieronder worden vermeld sluiten aan op de uitgangspunten van het programma Duurzaamdoor, namelijk verbinden, opschalen en ontwikkelen. -
Sturen op robuustheid van netwerken en kunnen loslaten door PNH na 2016: o Netwerken gaan ook door zonder PNH-betrokkenheid na 2016, o Netwerken en initiatieven ontsluiten de (lokale/regionale)vraag naar kennis, leeren verbindingsmogelijkheden. o Netwerken kennen een eigen “gezonde” financiering na 2016 op basis van bijdragen van alle betrokken partijen. o Focus op economisch duurzaamheidsthema en massa (omvang en bereik van doelgroep-representatie en beleidsrelevantie) o Met inhoudelijke vragen kunnen PNH en anderen later weer (tijdelijk) aansluiten.
-
Aansluiten op bestaande platforms en activiteiten (voortbouwen en versterken)
-
Aantoonbare leer- en netwerkeffecten (met economische gevolgen): o Betrokkenheid opleidings- en kennisinstituten.
3.4.2 Financiële kaders Voor het opzetten van het programma "Duurzaam Door" in het jaar 2013 heeft de Provincie Noord-Holland een bijdrage van zo'n € 308.000,-- ontvangen. Er is een evenredige cofinanciering nodig vanuit de Provincie Noord-Holland. Deze cofinanciering kan bestaan uit provinciale middelen, middelen uit verschillende provinciale programma's, de verkapitaliseerde ambtelijke inzet en hetgeen door het Consulentschap NME in het teken van het Programma "Duurzaam Door" uitoefent aan activiteiten. Voor de jaren 2014, 2015 en 2016 stelt het landelijke programma jaarlijks een bedrag van € 175.000 beschikbaar voor Noord-Holland. 3.4.3 Uitwerking provinciale cofinancieringen Wij hanteren een aantal uitgangspunten bij de uitwerking van de financiële kaders van Duurzaam Door: -
De Provincie moet zeggenschap hebben over de besteding van de middelen, vooral ook gelet op de relatief grote cofinanciering die van ons verwacht wordt;
-
Cofinanciering door de provincies vindt zoveel mogelijk plaats in de vorm van een financiële bijdrage uit bestaande middelen die de duurzaamheid in verschillende programma’s mogelijk maken;
-
De Provincie Noord-Holland investeert in verschillende programma’s waardoor er sprake is van een meer dan een evenredige bijdrage aan het landelijk programma Duurzaamdoor;
-
Voor het vaststellen van cofinanciering(1/3-1/3-1/3) wordt door de provincie gekeken naar de al geïnvesteerde middelen door PNH en het feit dat de projecten ook via andere bronnen gefinancierd worden.
3.5 De provinciale regisseur De provinciale regisseur heeft, kort samengevat de volgende taken: • Interne afstemming van inzet op de boarden en projecten • Jaarlijks inregelen van budgeten • (fin)Verantwoording, coördinatie en monitoring t.b.v. het rijk • IPO-werkgroep volgen • Volgen van beleids-tweedaagse training, georganiseerd door het Agentschap • Verslaglegging en evaluatie 3.6 Monitoring en evaluatie De provinciale regisseur overlegt met de betrokken beleidsambtenaren die nauw betrokken zijn bij de projecten over de ervaringen, problemen en aanbevelingen die gebruikt kunnen worden voor de verbetering van de werkwijze. Daarnaast zal er door jaarlijkse tussenrapportage nauwgezet gevolgd worden of de projectdoelstellingen worden gehaald. Aan het eind van het programma Duurzaam Door vindt een evaluatie plaats. De ervaringen en tussenrapportages worden gebruikt voor de contacten met de betrokken ambtenaren van het ministerie. De verslaglegging inzake de ingezette middelen in 2014 geeft een antwoord op de vraag wat de meerwaarde is geweest van de ondersteuning van de projecten. Uit de evaluatie moet blijken wat het opplussen van de projecten via het programma Duurzaam Door heeft opgeleverd. 3.7 Communicatie Na vaststelling van het PAD zal een persbericht uitgaan. Via het e-bericht van Duurzaamdoor worden de ontwikkelingen en voortgang van het programma in Noord-Holland kenbaar gemaakt. De volgende stukken zijn te raadplegen en/of op te halen via de provinciale website: - De evaluatie Programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling 2008-2012 en - Het Provinciaal Ambitiedocument 2013-2016 (na vaststelling).
4. Projecten: eenmalige bijdrage in 2014 Zoals in paragraaf 3 staat vermeld, kiezen wij voor aansluiting op de door de provincie ingezette en gefinancierde netwerken en structuren die vanuit verschillende provinciale agenda’s en programma’s zijn ontstaan. Wij zien kansen om de nog in de volgende paragraven te noemen projecten en netwerken te stimuleren, te faciliteren en te versterken. 4.1 Greenport Het programma Duurzaam Door zet in op het verbinden. Dit is ook een van de belangrijkste opgaven van de Greenport Noord-Holland Noord. Verbeteren door te verbinden is het belangrijkste motto. Met de AgriTechCampus, het programma Agrivizier, lopende innovatiegroepen met ondernemersgroepen sluit het uitvoeringsprogramma van de Greenport Noord-Holland Noord aan bij het kabinetsbeleid voor een groene economie. Duurzaam voorziet in de ambities om de gouden driehoek behorende bij de innovatieagenda’s en human capital agenda van de topgebieden in de regio te versterken en daar waar nodig te ontwikkelen. 4.1.1 Beleid Provincie Noord-Holland PS heeft aan GS kaders meegegeven van haar landbouwbeleid. Duurzaamheid is leidend in het beleid. Binnen het budget dat gekoppeld is aan het landbouwbeleid zijn echter geen specifieke middelen meegegeven voor de brede verduurzaming van de agribusiness. We streven echter naar een duurzame landbouw en visserij met een verantwoorde manier van produceren. In het bijzonder in de karakteristieke gebieden is de landbouw drager van het landschap en draagt zij bij aan een vitaal Noord-Hollands platteland. Beleidsmatig staat duurzaamheid hoog op de agenda. Het onderwerp is bijvoorbeeld terug te vinden in de provinciale Agenda Landbouw en Visserij en de Economische agenda. De greenport draagt met dit thema bij aan de maatschappelijke duurzame doelen zoals vastgelegd in de strategische visie Greenport Noord-Holland Noord en de bijbehorende uitvoeringsagenda. De provincie draagt hiermee ook bij aan de ambities van de innovatieagenda van de topsectoren Tuinbouw & Uitgangsmateriaal en Agro & Food die via het thema ‘Meer met Minder’ wil bijdragen aan de versterking en behoud van de economische positie van de agribusiness. 4.1.2 Onze ambities Noord-Holland Noord werkt vanuit de principes van People, Planet en Profit en verduurzaamt productie, producten en processen. Noord-Holland Noord doet dat met inzet van de biobased economy, met oog voor het milieu. Dit doen we door aan te sluiten bij de landelijke ambitie om in 2020 marktleider te zijn op het gebied van duurzame oplossingen voor maatschappelijke problemen. Voor de regio Noord-Holland Noord zetten we in aansluiting op het programma Duurzaam door in op verduurzamen en focus van de agribusiness. We gaan door met het verduurzamen van de regio, onder regie van de Greenport Noord-Holland Noord. Op projectniveau gaan we: • het agro- en foodcluster faciliteren • bedrijven prikkelen en motiveren • processen regisseren • kaders scheppen die zijn vastgelegd in de provinciale structuurvisie en de bijbehorende verordening We focussen op een aantal sectoren, zoals Seed Valley.
4.2. Biodiversiteit en onderwijs: educatie in de Nationale Parken Via het programma “Betrekken bij Groen” zet de provincie in op ondersteuning van vrijwilligers en natuur- en milieueducatie. Het programma is een samenvoeging van lopende projecten op gebied van vrijwilligersondersteuning en natuur- en milieueducatie en van nieuwe projecten, waarbij innovatie en aansluiting bij recente ontwikkelingen in de maatschappij belangrijk zijn. Het programma is een gezamenlijk programma van IVN, Natuurbeherende organisaties en de Milieufederatie. In het programma zit onder andere de ondersteuning van vrijwilligers die natuurgebieden beheren en het ondersteunen van educatievrijwilligers. Door de vele partijen die betrokken zijn bij de Nationale Parken, de gemeenten, waterwinbedrijven, natuurorganisaties, de provincie, ondernemers in en langs het Park, de vrijwilligers, bezoekende schoolklassen en recreanten zijn de Parken een vanzelfsprekende knooppunten in een netwerk. In de Nationale Parken lopen nu goedlopende educatieprogramma’s. Tot in 2013 werden deze programma’s door het ministerie van Economische Zaken gefinancierd. In 2014 zal een bezuiniging van 0,5 miljoen euro op de educatie in de parken plaatsvinden. De provincie wil de bezuiniging van de educatie in de parken aangrijpen om de ontwikkeling te stimuleren naar meer zelfstandigheid van de natuur- en milieueducatie in de Parken, waarbij het benutten van het bestaande netwerk en het vergroten van de doelgroepen de uitgangspunten zijn. 4.2.1 Beleid Provincie Noord-Holland Het behoud en het versterken van de biodiversiteit in Noord-Holland is een hoofddoelstelling van het provinciale beleid. In de agenda ‘Licht op groen’ is verder uitgewerkt op welke manier de provincie dit beleidsdoel wil behalen. De provincie zet daarbij in op 3 onderdelen: de aanleg en het beheer van natuurgebieden, het beschermen van de natuurgebieden via weten regelgeving en het betrekken van mensen bij de natuur in Noord-Holland. Door mensen de ruimte te geven om in de natuur te recreëren, te leren of te werken als vrijwilliger of betrokken burger wil de provincie de bewustwording van het belang van biodiversiteit versterken. 4.2.2 Onze ambities De natuureducatie in de parken is op dit moment een belangrijk en goedlopend onderdeel. Het is belangrijk dat dat kan worden voortgezet. Duurzaam Door biedt de kans om dit te doen en daarnaast te kijken of er een draai kan worden gemaakt in de vorm van natuureducatie door bijvoorbeeld meer contact met het bedrijfsleven te zoeken. Onze ambitie is dat in de komende jaren educatieconcepten ontwikkeld en in gebruik zijn, die voor een deel economisch rendabel zijn. De middelen uit het programma Duurzaam Door wil de provincie inzetten als extra aanvulling op het programma ‘Betrekken bij groen’. In het gehele proces waarin gewerkt wordt aan meer zelfstandigheid van de natuur- en milieueducatie in de Parken zien wij de Parken als een soort proeftuin. Ervaringen die hierin worden opgedaan worden vervolgens in samenhang met het programma “betrekken bij Groen” op een groter niveau gedeeld. Vanuit Duurzaam Door wil de provincie inzetten op het versterken van die bewustwording.
Binnen het programma Duurzaam Door wil de provincie Noord-Holland inzetten op het snijvlak van biodiversiteit en onderwijs: Het vergroten van het bewustzijn bij mensen van het belang van biodiversiteit en duurzaamheid. Hierbij wordt ingezet op drie onderdelen: a. Het vergroten van de hoeveelheid mensen die wordt bereikt; b. Het betrekken van nieuwe partners c. Het verspreiden van de ervaring die hiermee wordt opgedaan 4.3 Uitvoeringsregeling “Kennis en innovatie in Noord-Holland-Noord 2014” In het noorden van de provincie verandert de samenstelling van de bevolking in steeds sterkere mate- ontgroening en vergrijzing- en is op termijn sprake van een afname van de bevolking. Hierdoor is ook sprake van een afnemende (potentiële) beroepsbevolking en arbeidsproductiviteit met negatief effect op de aanwezige bedrijvigheid en de aantrekkelijkheid van de regio voor nieuwe bedrijven. Economische vitaliteit (en ontwikkeling) in de regio kan niet langer van groei in arbeidsproductiviteit worden verwacht. Daarvoor is nu volgens de provincie specialisatie en met name innovatie nodig. De provincie sluit aan op inzichten die innoverend vermogen als een systeem zien dat langjarig aandacht vraagt en waarvoor de randvoorwaarden zijn te optimaliseren in samenwerking met andere partijen. Met een tijdelijke subsidieregeling “Kennis en innovatie in Noord-Holland-Noord 2014” wil de provincie de samenwerking en verbinding tussen o.a. bovenstaande sectoren Energie en Voedsel stimuleren met daaraan gerelateerd streven naar duurzaam produceren en consumeren en aanpakken van gerelateerde onderwijskundige vraagstukken. Zij wil dat gericht doen door te focussen op de netwerken tussen ondernemers, onderwijs en overheden die in deze regio in de vorm van Boards zijn ontstaan. 4.3.1 Beleid Provincie Noord-Holland Het stimuleren van regionale economie is een kerntaak van de provincie. Provincies bepalen zelf hoe ze invulling geven aan deze taak. Noord-Holland heeft twee kerntaken benoemd op het terrein van economie: (1) het stimuleren van regionale economische samenwerking (ook op het gebied van innovatie en ondernemerschap) en (2) het tijdig voldoende ruimte beschikbaar stellen voor economische activiteiten. De provincie ziet innovatie niet als een lineaire activiteit/proces, maar als een systeem van actoren en voorwaarden die innovatie mogelijk maken en of versnellen. De analyse op dit moment is dat met name in de verbinding van sectoren en het aanwezig vermogen om daadwerkelijke resultaten te initiëren nog aandacht behoeft. In de Economische Agenda staat dat de provincie regionale samenwerking tussen overheden, ondernemers en onderwijs wil stimuleren. Duurzaamheid is een rode draad in de Economische Agenda. Het provinciaal economisch beleid is gericht op sterke clusters. Zowel in Noord-Holland Noord als in de MRA is gekozen voor een clusteraanpak. De clusters bepalen in feite de economische focus van de regio’s. 4.3.2 Onze ambities Met het mogelijk maken van gerichte crossoverprojecten wil de provincie: 1) zien welke projecten nu niet van de grond komen tussen deze netwerken (met oog op nut en noodzaak van meer structurele aanpak van de randvoorwaarden innovatie), 2) samenwerking en
verbinding tussen de bestaande netwerken opschalen, 3) bijdragen aan nieuwe vormen van economische activiteit. PNH zet de te ontvangen middelen vanuit Duurzaamdoor – als cofinanciering op de al aanwezige PNH inzet op netwerken en sociale constructies- (deels) extra in op de tijdelijke Uitvoeringsregeling en daarmee meer verschillende type projecten kunnen honoreren waarvan geleerd kan worden over de huidige werking van het innovatiesysteem in de regio. De regeling verbindt partijen uit onderwijs, bedrijfsleven en overheid aan elkaar binnen en vooral tussen economische clusters door innovatieve projecten met duurzaamheidseffecten sneller mogelijk te maken. Met het stimuleren van de Regeling “Kennis en innovatie in Noord-Holland-Noord 2014” verwachten wij de hierna te noemen effecten te kunnen bereiken: versteviging, vernieuwing van huidige sturingsnetwerken (in wording) opschaling van nieuwe innovatieve toepassingen in de regio nieuwe economische ontwikkelingen met mogelijk andere vormen van werkgelegenheid kennis -via de projecten- hoe het innovatiesysteem in NHN verder versterkt kan worden. 4.4. Tabel projecten 2014 De bij de paragraven 4.1, 4.2. en 4.3 genoemde projecten die in 2014 in aanmerking komen voor een subsidie worden in onderstaand tabel weergegeven. De middelen die ter beschikking komen betreffen de middelen voor de jaren 2013 en 2014, respectievelijk € 308.000 en € 175.000. Het totale bedrag voor de in de tabel genoemde projecten is dan € 483.000.
Projecten Agriboard (Greenports)
Educatie in de Nationale Parken
Kennis en Innovatie in Noord-HollandNoord2014 Energy Board
Inzet Provinciale (cofinanciering)middelen personeel 1.Jaarlijkse bijdrage aan 1fte het programma bureau: € 165.000 2.Jaarlijkse bijdrage aan beleidsondersteunende projecten: € 100.000
Middelen DuurzaamDoor € 233.000
1.€ 608.000 Betrekken bij Groen 2.€ 200.000,- PWN 3.€ 33.000,- Nationaal Park € 550.000 in 2014
1fte
€ 100.000
1fte
€ 150.000
€ 100.000 in 2014
1fte
-
5. Vervolg in 2015-2016 In dit PAD kiezen wij voor de optie om de middelen in 2014 niet te versnipperen over een grote groep aan partijen, maar te verdelen over een aantal actoren en bestaande netwerken die gefinancierd zijn door de Provincie Noord-Holland. Wel verwachten wij dat die actoren binding met elkaar zoeken en elkaar versterken wanneer dat voor het behalen van de doelen van het programma nodig wordt geacht. Daarnaast zullen wij de nieuwe partijen die zich wellicht zullen aandienen doorverwijzen naar deze en/of andere bestaande netwerken. Wij zien hiervoor kansen bij de netwerken als Argiboard, Energyboard en de Regeling “Kennis en Innovatie in de Noord-Holland-Noord 2014”. De provincie heeft in dit geheel een faciliterende rol wat zich vertaalt in enerzijds het zelfstandig laten functioneren van de netwerken, lees: de autonomie van de netwerken en anderzijds het meegeven van een kader aan deze netwerken ter beoordeling van nieuwe initiatieven. 5.1 Betrokken organisaties Om een goede uitvoering te geven aan de ambities van de Provincie Noord-Holland zoals deze staan omschreven in dit PAD maar ook om te toetsen of de nog mee te geven criteria voor een verbinding met nieuwe partijen uitvoerbaar zijn, zal na besluitvorming door GS met de volgende organisaties een informatie-uitwisseling plaatsvinden: • • • • •
Energyboard Agriboard Kennisnetwerkplaats N-H-N Milieufederatie Partijen betrokken bij de Regeling “Kennis en innovatie in Noord-Holland-Noord 2014”