Duurzaam bouwen met kunsTstoffen NATUURLIJK
inhoudstafel
01. W AT I S D U U R Z AAMH EI D ?
01.1 Wat is duurzaam bouwen?
01.2 Hoe wordt duurzaamheid in de bouw gemeten?
3
6 8 16
02. D uurzaam b ouwen met kun ststoffen .
26
02.1 Kunststoffen dragen bij tot ons dagelijks comfort
28
02.2 Van vervangmiddel tot meerwaardig product
30
02.3 1000 en 1 toepassingen
32
02.4 Overzicht van de toepassingen van kunststoffen in de bouw
40
02.4.1 Isolatiematerialen
44
02.4.2 Schrijnwerk
52
02.4.3 Kunststofbuizen
60
02.4.4 Luchtdichtheid gebouwen
66
02.4.5 Lijmen en voegkitten
70
02.4.6 Dakmembranen
76
02.4.7 Elektrische leidingen
80
02.4.8 Vloerafwerkingen
82
03. D uurzame samen levin g
84
03.1 Milieu en kunststoffen
86
03.1.1 Kunststoffen in het algemeen
87
03.1.2 Kunststoffen in de bouw: spaarzaam met grondstoffen
96
03.1.3 Kunststoffen in de bouw: spaarzaam met water
106
03.1.4 Kunststoffen in de bouw: spaarzaam met energie
110
03.1.4.1 20% energievermindering
112
03.1.4.2 20% CO2-vermindering
114
03.1.4.3 20% hernieuwbare energie
118
03.2 Economie en kunststoffen
120
03.2.1 Kunststoffen in het algemeen
121
03.2.2 Kunststoffen in de bouw
123
03.3 Maatschappij en kunststoffen
124
03.3.1 Kunststoffen in het algemeen
126
03.3.2 Kunststoffen in de bouw
128
04. b io-kun ststoffen
130
05. b es luit
136
Interessante links
140
Bronvermelding
142
4
5
'Als we willen dat onze kinderen en onze kleinkinderen evenveel welvaart hebben als wij, dan moeten we duurzaam bouwen.'
De wereld van de woningbouw is sinds 2002 aan het veranderen. Vanuit Europa kwam de energieprestatierichtlijn voor gebouwen die ons verplichtte om onze energievretende gebouwen beter te isoleren en zo minder broeikasgassen uit te stoten. Dit jaar is er de nieuwe versie van deze richtlijn die ons ertoe verplicht alle nieuwe gebouwen en alle grote renovaties zo te ontwerpen en uit te voeren dat ze bijna geen energie meer verbruiken voor verwarming en ventilatie. En dit reeds tegen 2020, wat rekening houdend met ontwerp en planningsfases van gebouwen heel dichtbij is! Het is vanzelfsprekend dat dit fundamentele wijzigingen in het bouwproces in België met zich meebrengt. Gebouwen zullen performanter moeten worden, multidisciplinaire teams zullen broodnodig zijn. Maar energiebesparing is slechts een deel van de (r)evolutie. Als we willen dat onze kinderen en onze kleinkinderen evenveel welvaart hebben als wij, dan moeten we duurzaam bouwen. Dit is niet alleen energiezuinig bouwen, maar ook met zorg voor andere milieuaspecten zoals uitputting van grondstoffen en biodiversiteit, met respect voor de sociale aspecten en met aandacht voor de economische impacten en dit zowel op lokaal als internationaal niveau. Aangezien bouwen een heel materiaalintensief proces is, spelen ook de bouwproducten een fundamentele rol. Gezien de toenemende luchtdichtheid van gebouwen en de hieraan gekoppelde afhankelijkheid van ventilatiesystemen, zal het belang van emissies van gevaarlijke stoffen uit bouwproducten naar het binnenmilieu steeds toenemen. Hieromtrent zijn mijn diensten volop aan het werken. Ook isoleren wordt nog steeds belangrijker. Hiervoor zal de bouwsector nieuwe concepten moeten ontwikkelen, ook op materiaal- en productniveau. Ik denk aan raamprofielen en aan isolatiematerialen, beiden ideaal terrein voor de kunststofsector om te innoveren en zich te profileren. Minder en efficiënter gebruik van grondstoffen en een beter afgestemde levensduur van producten is een ander fundamenteel productaspect om zo de afhankelijkheid van grondstoffen te verminderen.
Bovenstaande punten komen trouwens ook terug in de waaier van nieuwe wetgevende en vrijwillige Europese initiatieven. De Ecodesign-richtlijn bekijkt nu ook alle producten die een invloed hebben op het energiegebruik, zoals isolatiematerialen en ramen. Zowel het Europees Ecolabel als de Europese normalisatie ontwikkelen methodes om de duurzaamheid van gebouwen te evalueren. Gevaarlijke stoffen worden geanalyseerd binnen REACH en er worden Europese methodes ontwikkeld om de emissies van gevaarlijke stoffen naar lucht, grond en water te evalueren. En er zijn ook nog de Europese groene overheidsaankopen die duurzame producten willen stimuleren. Het is duidelijk dat de kunststofsector in al deze ontwikkelingen een belangrijke rol kan spelen. Ondanks het feit dat kunststoffen vandaag hoofdzakelijk afkomstig zijn van eindige petroleumderivaten en allerlei hulpstoffen nodig hebben, hebben deze bouwproducten ook duidelijke voordelen zoals lichtheid, een lange levensduur, goede isolerende karakteristieken en recycleerbaarheid in gelijkwaardige toepassingen. Het vrijwillig initiatief VinylPlus is een heel goede stap in de richting om bijvoorbeeld gevaarlijke stoffen in pvc te vervangen en om efficiënte en effectieve recyclagesystemen op punt te stellen, maar de uitdaging blijft groot. Dergelijke initiatieven kunnen als ze succesvol zijn een voorbeeld zijn voor andere kunststoffen en materialen.
Voorwoord - FOD Volksgezondheid Roland Moreau
6
7
01/
wat is duurzaamheid?
8
De opwarming van de aarde is een feit. Tegelijk neemt de wereldbevolking almaar toe. Dat stelt ons voor uitzonderlijke problemen en uitdagingen. Het is de hoogste
Duurzaamheid is een opdracht voor ons allen. Het is een begrip dat zijn definitie ontleent aan de commissie Brundtland1. Duurzaamheid reikt veel verder dan levensduur van materialen. De definitie omvat ook de inplanting van een gebouw in de omgeving, de compactheid van het ontwerp, de bouwschil (isolatie, luchtdichtheid), de keuze van de technieken (voor verwarming, ventilatie, verlichting…). Duurzaamheid wordt eveneens bepaald door een transportbehoefte die vaak voortvloeit uit de ligging van een gebouw ten opzichte van het werk, winkels, scholen, sportfaciliteiten, enz…
behoeften van de huidige generatie zonder de behoeften van toekomstige generaties in gevaar te brengen.' (commissie Brundtland)
Beleidsmakers en wetenschapslui gaan na hoe materialen duurzamer kunnen worden ingezet in plaats van ze weg te gooien. Materialen worden niet langer bekeken vanaf hun wieg tot hun graf, maar vanaf hun wieg tot hun nieuwe wieg, hun daaropvolgende nieuwe wieg, de daaropvolgende nieuwe wieg enzovoort. Op deze manier creëren we een gesloten kringloop. Dit is het zogenoemde cradle-to-cradleprincipe. Duurzaamheid kan slechts beoordeeld worden in de context van de hele levens- cyclus. Gezien hun bijzondere eigenschappen scoren kunststoffen op dat vlak bijzonder goed, zeker tijdens hun gebruiksfase. De betrachting is dan ook tweeledig: enerzijds de gebruiksfase zo lang mogelijk maken, anderzijds het product zo dikwijls mogelijk recycleren om met dezelfde grondstof telkens een nieuwe gebruiksfase te realiseren.
01.1 / Wat is duurzaam bouwen?
De duurzaamheid van materialen mag niet worden bepaald door de energie die nodig is voor de productiefase. Ook de energie nodig voor het transport, het monteren, het inbouwen, de eindelevensfase enzovoort moet mee in rekening worden gebracht. De impact van bouwmaterialen moet worden afgewogen op basis van EPD’s (Environmental Product Declarations). Deze gegevens steunen op internationaal erkende ISO-normen en houden naast de milieuvriendelijkheid en het energieverbruik ook rekening met de levensduur en het onderhoud van bouwmaterialen. Aangezien België zijn woningpark renoveert à rato van ca 1% per jaar, en de impact van een woning doorwerkt over een periode van ca 75 jaar, pleit de kunststofsector
↘
voor een zo streng mogelijk E-peil voor nieuwbouw en voor een intensieve isolatie van bestaande gebouwen.
1 De voorzitster van deze VN-commissie, de Noorse politica Gro Harlem Brundtland, verbond duurzaamheid in haar rapport aan het milieu, een economisch en sociaal aspect.
wat is duurz aamheid?
drinkbaar water. Vooral in de bouwsector kan op dat vlak nog met reuzenschreden vooruit worden gegaan.
is voldoen aan de
9
01/
tijd om verstandiger om te springen met onze energie en grondstoffen en met ons
'Duurzame ontwikkeling
10
11
wat is duurz aamheid?
01/
'De bouwsector alleen al is verantwoordelijk voor 40% van het totale Europese energieverbruik.'
Onze industrieën zijn door de
Europa beschikt echter over heel weinig fossiele brandstoffen en voert ongeveer 56%
In bouwtermen betekent dit morgen! Dit brengt ons bij de laatste vraag: hoe kunnen
jaren heen steeds afhanke-
van haar energie in, meestal vanuit politiek instabiele regio's. Dit veroorzaakt sterk
we de energieprestatie van bestaande gebouwen verbeteren?
lijker geworden van energie-
wisselende energieprijzen die de Europese economie en daarmee ook onze welvaart
bronnen.
negatief beïnvloeden. In de optiek van het Trias Energetica-principe, en om haar ener-
Het initiatief berust vooral bij de lidstaten zelf. Ze zouden een energie-efficiëntieplan
Fossiele grondstoffen voldoen
gieafhankelijkheid te verminderen, moet Europa veel efficiënter omgaan met energie
moeten opstellen om aan te tonen hoe ze de Europese doelstellingen denken te ha-
en dient het aandeel hernieuwbare energie toe te nemen. De Europese doelstellingen
len. Het is duidelijk dat om efficiënter om te gaan met energie niet alleen bouwmate-
voor 2020 benadrukken dit in het bijzonder.
rialen van heel hoge kwaliteit vereist zijn, maar ook een doeltreffendere manier om
aan de industriële behoeftes, maar het is duidelijk dat deze brandstoffen niet onbeperkt beschikbaar zijn. Bovendien zal door een toenemendE globale industrialisering,
deze te (de)assembleren en te recycleren na hun gebruiksperiode. Om bouwmateriaDe bouwsector alleen al is verantwoordelijk voor 40% van het totale Europese ener-
len te evalueren, promoot Europa de evaluatie van het gebouw in zijn geheel, alsook
gieverbruik. Tegelijkertijd veroorzaakt die ook 36% van de totale CO2-uitstoot van de
van zijn economische, sociale en ecologische impact. Bouwmaterialen spelen in deze
EU. De bouwsector - samen met transport - is daarom hét terrein waarop Europa de
optiek een cruciale rol. Hun impact zal worden gerapporteerd via Environmental Pro-
een explosief groeiend
belangrijkste energiebesparingen moet doorvoeren. Dringende actie is vereist: het
duct Declarations die zullen toelaten om te bepalen - wat het hele gebouw betreft
gemiddelde energieverbruik van een Belgisch gezin bedraagt jaarlijks 348 kWh/m².
- welk materiaal duurzamer is op ecologisch vlak voor het project in kwestie.
bevolkingsaantal en de
Dat is 72% hoger dan het Europese gemiddelde. Het moge duidelijk zijn dat er nog een
vergrijzing van de Europese
hoop dient te gebeuren. België bouwt nu al volop huizen met een jaarlijks energieni-
Enkel een dergelijke, algemene aanpak stelt ons in de mogelijkheid echt duurzame
bevolking, de vraag naar
veau van 80 kWh/m² en minder. Dit draagt bij tot de vermindering van het Europese
beslissingen te nemen, en zorgt ervoor dat we niet één probleem vervangen door een
energie de komende decennia
gemiddelde, dat vandaag 203 kWh/m² op jaarbasis bedraagt. Dit toont duidelijk aan
ander of de problemen van één stad naar de andere overhevelen. Het is inderdaad
blijven stijgen.
dat het geen kwestie is van 'kunnen', maar van 'willen'.
ons gezamenlijk doel om de duurzaamheid van de Europese markt te behouden, in plaats van die duurzaamheid een andere markt toe te spelen.
Om efficiënt energieverbruik te promoten, nam Europa reeds diverse initiatieven. Zo werd de Europese markt voor bouwproducten geharmoniseerd door middel van de Construction Products Directive (CPD). Deze richtlijn zal binnenkort worden vervangen door een Europese regelgeving. Europa beseft echter dat ook regeringen een voorbeeldfunctie hebben. Daarom werd het initiatief Green Public Procurement gelanceerd, dat regeringen ertoe aanzet meer aandacht te hebben voor milieucriteria bij publieke aankopen. Europa promoot het gebruik van ecomaterialen in de privésector via de richtlijn Eco Label en streeft optimale energie-efficiëntie na via de richtlijn Eco Design and Energy Performance of Buildings. Daarmee benadrukt Europa ook in dit opzicht het belang van de bouwsector. Op dit moment wil de EPBD (Europese richtlijn energieprestatie gebouwen) dat nieuwe gebouwen tegen 2020 Near Zero Energy-huizen zijn. Regeringen zouden deze doelstellingen moeten halen vanaf 2018.
Vicente Leoz-Argüelles – Hoofd van de afdeling Bouw van het directoraat-generaal Ondernemingen en Industrie van de Europese Commissie
12
13
wat is duurz aamheid?
01/
'Ongetwijfeld zullen kunststoffen in de bouw ook in de toekomst een belangrijke rol spelen.'
Duurzaam bouwen De verhoogde aandacht voor milieu en in het bijzonder energiegebruik in de bouw is onmiskenbaar en iedere burger wordt ermee geconfronteerd. Dit zal zeker de komende decennia een uitdaging blijven, denken we maar aan de noodzaak om in 2020 alle nieuwbouw bijna-energieneutraal te maken en de noodzaak
Deze energie-uitdagingen hebben nu al, en vermoedelijk nog veel meer in de toekomst, een grote impact op elkeen die bij het bouwproces betrokken is: toeleveringsindustrie, ontwerpers, uitvoerders, overheden alsook de bouwheren zelf. Op een termijn van enkele jaren zal men in vele gevallen de wijze van bouwen vrij drastisch moeten wijzigen. Elke verandering betekent uiteraard zowel opportuniteiten als risico’s. Het is belangrijk dat in dit veranderingsproces een bijzondere aandacht gaat naar de bouwtechnische kwaliteit van materialen, systemen en de uitvoering. In België kennen we al tientallen jaren de systemen BENOR en ATG die respectievelijk de kwaliteit en het vertrouwen in de markt voor de producten (via BENOR) en systemen (via ATG) willen verhogen. Binnen de BUtgb wordt volop gewerkt om het hoofd te kunnen bieden aan deze nieuwe uitdagingen. In samenwerking met alle belangrijke partijen is het de bedoeling te komen tot pragmatische benaderingen om de technische kwaliteit en de gebruiksgeschiktheid van producten en systemen te kunnen garanderen.
om ons bestaand gebouwenpark energetisch drastisch te verbeteren.
Parallel met de hoger vermelde bouwtechnische bezorgdheden is er een groeiende aandacht voor duurzaam bouwen, nl. zodanig bouwen en renoveren dat er rekening gehouden wordt met sociale, financiële en milieu-aspecten zodat het gebruik van energie, ruimte, water en materialen optimaal is. Duurzaam bouwen omvat een heel brede waaier van aandachtspunten, die momenteel niet worden afgedekt door BENOR en ATG, gezien deze zich vooral richten op de bouwtechnische kwaliteiten.
Duurzaam bouwen vereist een geïntegreerde aanpak. Het gaat hier immers om een uiterst veelomvattend begrip: van energiezuinig bouwen en een lage C02uitstoot tot het gebruik van milieuvriendelijke materialen, de spaarzame omgang met water, comfort, toegankelijkheid en betaalbaarheid. Deze problematiek leeft in alle landen. Daarom is internationale samenwerking belangrijk. Het WTCB verleent in dit kader zijn medewerking aan diverse normatieve commissies op internationaal (ISO TC 59 SC 17) en Europees (CEN TC 350) niveau. In de Belgische context heeft het Centrum er als mede-initiatiefnemer van het VALIDEO-project dan weer voor gezorgd dat de thema’s labelling en certificatie op het vlak van duurzaam bouwen op de politieke agenda geplaatst werden. Kunststoffen zijn belangrijk voor de bouwsector. Tijdens de voorbije decennia is het gebruik van kunststoffen toegenomen, voornamelijk omwille van hun specifieke eigenschappen en mogelijkheden (zoals gewicht, verwerkbaarheid, thermische prestaties, …). Ongetwijfeld zullen kunststoffen in de bouw ook in de toekomst een belangrijke rol spelen, waarbij de wijze waarop een antwoord zal worden gegeven op de milieu-uitdagingen van doorslaggevend belang zal zijn.
Jan Venstermans – Directeur-Generaal WTCB Peter Wouters – Directeur BUtgb
14
15
wat is duurz aamheid?
01/
'Het verschil tussen ‘duurzaam’ en ‘niet duurzaam’ moet zijn gebaseerd op een rationele, wetenschappelijke basis.'
Duurzaam bouwen kadert
Hoe duurzaam bouwen en duurzame materialen kunnen worden gemeten?
in duurzame ontwikkeling. We moeten leren bouwen met het besef dat alles eindig is: energie, materialen, de ruimte, water… We moeten ook beseffen dat bouwen een enorme impact op ons sociaal weefsel en onze mobiliteit heeft.
Dat is niet zo eenvoudig, want duurzaamheid omvat heel veel aspecten en moet worden geëvalueerd op het niveau van het gehele gebouw. Het is dan ook niet gemakkelijk, zo niet onmogelijk, om zomaar een eenduidig antwoord te geven. Wanneer het gaat over bijvoorbeeld energie, is een vergelijking niet moeilijk, want je spreekt over één eenheid, namelijk het aantal kilowattuur. Voor water wordt het al wat ingewikkelder, voor materialen is het bijzonder ingewikkeld. Want er moet worden gekeken naar de volledige levenscyclus. Er komen immers heel veel verschillende factoren bij kijken die we nog niet echt goed kunnen vergelijken. Het water- of energieverbruik om de materialen te maken bijvoorbeeld. De mogelijke uitputting van de grondstoffen. En ook de gezondheidsaspecten van het materiaal. Een groot misverstand is dus dat er over duurzame materialen een ééndimensionele lijst zou kunnen bestaan, zoals de uitslag van een wielerwedstrijd.
Vaak wordt het aspect ‘duurzaamheid’ benaderd vanuit de buik, vanuit een emotioneel aanvoelen. Vanuit die gevoelsmatige optiek zouden natuurlijke materialen duurzaam zijn, en zouden synthetische materialen dat niet zijn. Dat klopt niet. Het verschil tussen ‘duurzaam’ en ‘niet duurzaam’ moet zijn gebaseerd op een rationele, wetenschappelijke basis. Neem nu bijvoorbeeld hernieuwbare materialen. Hernieuwbaarheid is één factor, net zoals bijvoorbeeld recycleerbaarheid. Uiteraard is dat een positieve factor, maar het is niet de enige factor die een rol speelt. Een materiaal moet in de eerste plaats zijn ‘job doen’. Een hergroeibaar of gerecycleerd materiaal moet aan dezelfde eisen voldoen als een ander materiaal, en het moet daarvan ook de nodige garanties kunnen geven. Vanuit de buik zou je ietwat wantrouwig kunnen staan ten opzichte van kunststoffen, maar als je kijkt naar de volledige levenscyclus, inclusief het onderhoud, dan blijken kunststoffen in het kader van duurzaamheid heel wat troeven in handen te hebben.’
to simons – Directeur Centrum Duurzaam Bouwen
16
17
Zowel beleidsmakers, de industrie, niet-gouvernementele organisaties als eindgebruikers zijn het erover eens dat de bouw moet evolueren naar meer duurzame con-
01/
cepten en ontwerpen. Er heerst echter verdeeldheid over de vraag hoe duurzaamheid
wat is duurz aamheid?
het best beoordeeld wordt. En welke middelen het best worden ingezet om bouwheren, voorschrijvers, ontwerpers, architecten en beleidsmakers te begeleiden in het maken van weloverwogen duurzame keuzes. Om de principes van duurzaam bouwen toe te passen, moet rekening worden gehouden met de drie pijlers van duurzaamheid. Er moet een evenwicht worden gezocht tussen bescherming van het milieu en de sociale maar ook de economische ontwikkeling. En niet enkel de hele levensduur van een gebouw moet in acht worden genomen, maar ook de impact ervan op zijn omgeving1. De basisprincipes inzake duurzaamheid van gebouwen werden vastgelegd in de internationale norm ISO 15392 Duurzame ontwikkeling in de bouw. De norm erkent de onderlinge verwevenheid tussen de drie pijlers van duurzaamheid, het dynamische evenwicht dat tussen hen bestaat, alsook het feit dat een positieve impact voor één pijler mogelijks een averechts effect inhoudt voor een andere pijler. Het is dus noodzakelijk dat voor iedere beslissing het effect ervan op elke pijler wordt nagegaan. Alleen zo ontstaat een evenwichtig en onbevooroordeeld beeld over duurzaamheid van gebouwen. Diverse landen hebben al een model ontwikkeld om de duurzaamheid van gebouwen te evalueren. Veel van deze beoordelingsmethodes vertrekken vanuit de allereerste modellen, zijnde het Amerikaanse LEED2 of het Engelse BREEAM3. Een gedetailleerde analyse toont aan dat beide modellen zich uitsluitend toespitsen op de milieupijler4 Ze houden nauwelijks rekening met de twee andere pijlers van duurzaamheid: de economische en sociale ontwikkeling.
01.2 / Hoe wordt duurzaamheid in de bouw gemeten?
De nieuwste modellen zoals het Duitse DGNB5 of het Franse HQE6 doen wél een poging om beide pijlers systematisch mee in rekening te brengen. Ook volgens de ISO 15392-principes is het ongepast om te evalueren op basis van slechts één pijler – meestal deze die betrekking heeft op de milieu-impact – en de uitkomsten ervan te veralgemenen tot uitspraken over duurzaamheid. Jammer genoeg is deze aanpak schering en inslag, waardoor uitspraken over de duurzaamheid van gebouwen zich beperken tot uitspraken over de effecten op het milieu.
↘
1 Deze aanpak doet al snel inzien dat je niet de duurzaamheid van bouwmaterialen maar wel van een gebouw moet bepalen, door bepaalde karakteristieke kenmerken van bouwmaterialen mee in rekening te brengen. 2 LEED is een afkorting voor US Leadership in Energy and Environmental Design. Meer info via: http://www.usgbc.org/leed/ 3 BREEAM staat voor BRE’s Environmental Assessment Method. Meer info via: http://www.breeam.org/ 4 King Sturge, 2009 5 DGNB is de afkorting voor Deutsche Gesellschaft für Nachhaltiges Bauen. Met andere woorden de German Sustainble Building Council of Raad voor Duurzaam Bouwen in Duitsland. Meer info via www.dgnb.de 6 HQE staat voor Haute Qualité Environnementale of voluit Association pour La Haute Qualité Environnementale des bâtiments. Het is het Franse platform voor de bouw en inrichting van duurzame woningen gecreëerd in 1996. Meer info via www.assohqe.org
18
Betrouwbare evaluatiemethodieken om gebouwen objectief te beoordelen zijn daar-
19
enboven heel complex en bijgevolg weinig betaalbaar. Ook hun bureaucratische
willen vereenvoudigen. Maar op die manier beperkt duurzaamheid zich tot de keuze van de materialen en wordt niet het totale bouwconcept geëvalueerd. Dergelijke aanpak is typerend voor de meeste gidsen over duurzaam materiaalgebruik en de meeste Type I eco-labels. Deze vereenvoudigde aanpak voldoet niet aan de principes zoals vastgelegd in ISOen EN-normen. ISO en EN bepalen immers dat iedere vergelijking inzake de duurzaamheid van bouwmaterialen moet gebeuren door het bouwmateriaal in het geheel van een gebouw te beschouwen, en daarbij zijn hele levenscyclus in rekening te brengen. Evaluatiemodellen op het niveau van bouwmaterialen houden ook geen rekening met het principe dat wordt gehanteerd door de Task Force Duurzaam Bouwen van de Europese Commissie DG Enterprise. Deze stelt dat “bouwmaterialen niet kunnen geëvalueerd worden als een alleenstaand product. Bouwwerken met de meest ‘groene’ beoordeling mogen bouwmaterialen gebruiken met een hogere milieubelasting, zolang hierdoor de milieu- impact van het gebouw tijdens z’n totale levenscyclus vermindert.” Het gevaar is reëel dat vereenvoudigde evaluatiemethodieken in de vorm van bijvoorbeeld gidsen omtrent duurzaam materiaalgebruik leiden tot selectie van bouwmaterialen op basis van een onvolledige duurzaamheidsbeoordeling. Daarenboven is er geen aandacht voor de economische of sociale beoordelingen. Zo wordt de broodnodige innovatie afgeremd, en wordt duurzaamheid afgeremd in plaats van gestimuleerd.
wat is duurz aamheid?
Daarom werden er methodieken ontwikkeld die de evaluatie en de besluitvorming
01/
accreditatie is omslachtig.
PROJECT 1
20
21
Verscheidene massief passiefhuizen zijn op vandaag een feit. Het bouwen van het eerste massief passiefhotel toont aan dat het concept ook perfect toepasbaar is voor andere gebouwen. De vele voordelen zijn alvast de aanzet voor heel wat mogelijkheden en projecten in de toekomst. Heel wat bouwers overwegen om een passiefhuis te bouwen met massieve keramische bouwmaterialen en harde isolatieplaten in polyurethaan. De combinatie van traditionele keramische bouwmaterialen met de economische en ecologische voordelen van een passiefhuis is hierbij doorslaggevend. Meer informatie over dit concept is te vinden via www.massiefpassief.be.
"Het hotel zal iets duurder worden om te bouwen, maar door wat ik uitspaar op mijn energiefactuur, zal binnen enkele jaren die extrakost terugverdiend zijn."
Het concept van massief passiefbouwen slaat aan, ook voor nietresidentiële gebouwen. Het eerste massief passiefhotel van Vlaanderen komt in Heusden-Zolder en wordt volledig opgetrokken volgens de principes van massief passiefbouwen en Belgische bouwtradities. Dit hotel zal zeer energiezuinig zijn en is een modelvoorbeeld voor een duurzaam gebouw.
Motivatie van de bouwheer Ondernemer André Vandebosch: "Ik heb lang sceptisch gestaan tegenover duurzaam bouwen. Toen ik uitgenodigd werd op een informatiesessie bij het Steunpunt Duurzaam Bouwen dacht ik dat ik daar allemaal mensen met lange baarden en geitenwollen sokken zou aantreffen die me kost wat kost zouden overtuigen energiezuinig te zijn. Maar niets bleek minder waar. Na een zeer duidelijke uitleg begreep ik dat goed isoleren zeer belangrijk is om geen energie te verspillen en zo ook geld te besparen", zegt hij. "Door de bouwkost en de energiekost zo laag mogelijk te houden, kunnen we de kamers ook goedkoper aanbieden, want hoge energiekosten worden natuurlijk doorgerekend aan de klanten. Het hotel zal iets duurder worden om te bouwen, maar door het uitsparen op mijn energiefactuur zal ik binnen enkele jaren die extra kost terugverdiend hebben."
Gebruikte materialen De buitenmuren zijn gebaseerd op een klassieke geïsoleerde spouwmuur. Het binnenspouwblad wordt uitgevoerd in keramische binnenmuurstenen. Bakstenen zijn thermisch inert, waardoor ze overdag langzamer opwarmen en 's nachts hun warmte trager afgeven. Zo zorgen ze altijd voor een aangename binnentemperatuur zonder grote temperatuurschommelingen. Bovendien kunnen de keramische wanden gemakkelijk luchtdicht gemaakt worden door de binnenzijde te bepleisteren. In de wanden wordt spouwisolatie in polyurethaan (2 x 82 mm) verwerkt, en dit in twee geschrankte lagen. Het buitenspouwblad wordt uitgevoerd in keramische gevelstenen. Ook het platte dak en de vloeren worden geïsoleerd met polyurethaan, telkens in twee geschrankte lagen. De combinatie van duurzame isolatie met een vakkundige plaatsing garandeert een perfecte isolatieschil, zonder koudebruggen.
wat is duurz aamheid?
Het bouwen van het eerste massief passiefhotel toont aan dat het concept ook perfect toepasbaar is voor andere gebouwen.
01/
Nu ook een massief passiefhotel
22
23
wat is duurz aamheid?
01/
'Een bio-ecologisch bouwmateriaal kàn duurzaam zijn, maar een bouwmateriaal met een niet-biologische oorsprong kan dat net zo goed zijn.'
Een materiaal ‘duurzaam’ noemen louter en alleen op basis van de grondstof waaruit het bestaat, is niet juist. Een materiaal moet worden bekeken vanuit het perspectief van zijn hele levenscyclus: hoe wordt het gemaakt, hoe wordt het gebruikt, hoe lang gaat het mee, is het nog recycleerbaar?
We mogen dus niet enkel focussen op de productiefase. Ook de milieu-impacten van alle voorafgaande processen (winning grondstoffen, transport grondstoffen naar de fabrieken) en van alle nageschakelde processen (transport bouwmaterialen naar de werf, installatie, gebruiksfase, einde levensduur) moeten worden bekeken. Pas daarna kan je je uitspreken of product A vanuit milieustandpunt beter is dan product B. Een ideaal instrument om de milieu-impacten over de hele levenscyclus in kaart te brengen is een milieugerichte levenscyclusanalyse (LCA). Tijdens een LCA worden een inventarisatie en evaluatie uitgevoerd van alle inputstromen (verbruik grondstoffen, water en energie), outputstromen (afval, bijproducten, emissies naar lucht, bodem en water) evenals van de potentiële integrale milieu-impacten over de hele levenscyclus (de schade aan de menselijke gezondheid, de impact op de kwaliteit van ecosystemen en de uitputting van grondstoffen). De krijtlijnen voor het opstellen van LCA-studies heeft ISO opgetekend in haar standaarden 14040 en 14044 (ISO, 2006). Naast de LCA-analyses kunnen ontwerpers zich bij de keuze van duurzame bouwmaterialen ook laten leiden door LCA-gebaseerde classificatiesystemen (zoals de Britse Green Guide to Specification en het NIBE-classificatiesysteem), de informatie beschikbaar in commerciële LCA-databases, de Environmental Product Declarations (EPD’s) van bouwmaterialen (zoals de Environmental Profiles van BRE, de MRPI’s uit Nederland, de INIES-datafiches uit Frankrijk, enz.).
De voorzitster van deze UN commissie, de Noorse politica Gro Harlem Brundtland, verbond duurzaamheid in haar rapport aan het milieu, een economisch en sociaal aspect.
1
Het is wel opvallend dat de resultaten van LCA’s en EPD’s uit diverse studies en programma’s vaak heel erg van elkaar verschillen. Dat komt doordat het aantal te vergelijken parameters achter dergelijke studies en systemen soms zeer groot is. Om zinnige uitkomsten te krijgen in vergelijkende LCA’s spelen immers vele elementen een belangrijke rol: functionele eenheid, systeemgrenzen, de methode voor de analyse van de levenscyclus, referentiestromen, referentie levensduur, gebruiks- en einde-levensduurscenario’s, enz. De resultaten van LCA’s en EPD’s zijn niet altijd vergelijkbaar doordat de invulling van deze parameters niet altijd eenduidig is. Neem nu de definitie van de functionele eenheid. De functionele eenheid zou bij vergelijkende studies van bouwmaterialen voor alle onderzochte materialen altijd gelijk moeten zijn. Maar elk materiaal kan voor dezelfde functionele eenheid een verschillende concrete realisatie hebben. Daarenboven kan het kwantitatieve karakter van een functionele eenheid veelal de niet-kwantificeerbare functies van een product uit de vergelijking elimineren. Vandaar het grote belang van transparantie bij communicatie van de resultaten van LCA-studies en bij het opstellen van rangordes op basis van milieu-impacten, teneinde conclusies en bepaalde rangordes van materialen in de juiste context te kunnen plaatsen.’
Carolin Spirinckx – Projectverantwoordelijke duurzaam wonen en bouwen, Unit Transitie Energie en Milieu, VITO
PROJECT 2
24
25
Het bestaat uit een imposant stenen stationsgebouw en een dito stalen perronoverkapping. Het stenen hoofdgebouw is een ontwerp van Louis Delacenserie die zich, op vraag van koning Leopold II, heeft laten inspireren door het stationsgebouw van Luzern en het Pantheon in Rome. Het hoogste punt van het station is een 75 meter hoge koepel. De stalen perronoverkapping werd ontworpen door ingenieur Clement van Bogaert en is 43 meter hoog. Deze hoogte was destijds nodig om de stoom van de locomotieven op te vangen. Het perron is 186 meter lang en 66 meter breed en bood plaats aan 10 kopsporen.
Het gerenommeerde Amerikaanse weekblad Newsweek benoemde het Station AntwerpenCentraal tot het vierde mooiste treinstation ter wereld. Bovenaan de ranglijst staat St. Pancras (Londen), gevolgd door Grand Central (New York) en Chatrapati Shivaji (Mumbai).
In het midden van de twintigste eeuw was het gebouw er dermate slecht aan toe, dat aan afbreken werd gedacht. In 1975 kreeg het echter de status van beschermd monument. Maar de staat van het gebouw ging dermate snel achteruit, dat de NMBS op 13 december 1985 besloot dat Antwerpen-Centraal op 31 januari 1986 om veiligheidsredenen zou sluiten als er niet snel gestart werd met de restauratie van de perronoverkapping
en de gevels. Een week later, op 20 december 1985, besliste de NMBS zelf de nodige restauratiewerken te laten uitvoeren. De restauratie van de prachtige perronoverkapping begon eind maart 1986 en duurde tot eind september 1986. Uitgangspunt was het respect voor het historisch patrimonium. De twee boogfunderingen aan de kant van de dierentuin kregen een versterking, en de eindboog kant Berchem werd volledig vernieuwd. Om de oorspronkelijke grandeur van de stalen elementen te herstellen, werden ze vervangen of hersteld en geschilderd in een wijnrode kleur. In de plaats van de dakbedekking met zink, asbestcement en glas kwamen koper en polycarbonaatplaten. Dankzij het gebruik van polycarbonaatplaten is het gelukt om het gebouw aan te passen aan de eisen van een modern station in een grootstad, en toch de originele stijl te houden. Sinds de Tweede Wereldoorlog had het gewicht van de glasbedekking constructiespanningen veroorzaakt. Een V2-bominslag had de 12.000 m² grote spoorhal beschadigd, waardoor de onderconstructie kromgetrokken werd.
Door bij de renovatie te kiezen voor polycarbonaatbeglazing kon het spanningsprobleem worden opgelost. Aangezien polycarbonaatplaten elastisch zijn en 40% minder wegen dan glas, hoefden geen extra steunpijlers te worden aangebracht, wat de uitstraling van de monumentale architectuur zou hebben geschaad. Ook de onderhoudsvriendelijkheid, de goede brandweerstand en de bestendigheid tegen weersinvloeden en temperatuurschommelingen gaven mee de doorslag voor de keuze voor polycarbonaatplaten. Hagel of sneeuwbelasting brengen aan polycarbonaat geen schade toe. ‘Indien we het geheel bekijken zijn we overtuigd dat de restauratie van de stalen perronoverkapping op de meest duurzame wijze werd uitgevoerd’, zegt Paul Van Aelst, woordvoerder NMBS Holding. ‘Het gebruik van polycarbonaatplaten heeft de milieu-impact van de werken weten te beperken dankzij zijn langere levensduur en het vermijden van extra steunpijlers.’
wat is duurz aamheid?
Het stationsgebouw Antwerpen-Centraal werd gebouwd tussen 1899 en 1905, ter vervanging van een houten stationsgebouw.
01/
Eerherstel voor het 4de mooiste station ter wereld
26
27
02/
Duurzaam bouwen met kunststoffen
28
29
Bouwen en verbouwen moeten zo milieuvriendelijk en duurzaam mogelijk gebeuren. Het is een misverstand te denken dat dit niet met kunststoffen zou kunnen. Soms
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
02/
integendeel zelfs. Dit boekwerkje wil duidelijk maken dat de uitzonderlijke eigenschappen van kunststoffen een belangrijke en zelfs essentiële bijdrage leveren aan een duurzame wereld. Bakeliet, de allereerste synthetische kunststof ter wereld, is al meer dan 100 jaar oud. Nu, ruim een eeuw later, leveren kunststoffen een essentiële en toenemende bijdrage tot onze levenskwaliteit en ons comfort. Sinds 1907 staat België aan de top van de wereld op het gebied van de verwerking en de productie van kunststoffen per hoofd van de bevolking1. Ons land vervaardigt op grote schaal innovatieve elektrotechnische toepassingen zoals telefoontoestellen, stopcontacten, lichtschakelaars en fototoestellen. Dankzij hun unieke, speciaal ontwikkelde waaier van eigenschappen (hun licht gewicht, hun grote vormgevingsvrijheid, hun isolerende eigenschappen en hun recycleerbaarheid) dragen kunststoffen bij tot een zuiniger gebruik van energie en tot het behoud van de natuurlijke grondstoffen2. Deze publicatie toont de buitengewone rol aan die kunststoffen spelen bij duurzame ontwikkeling. Ze wil tevens het groot potentieel aan innovatieve producten, systemen en technologieën laten zien waarmee kunststoffen hun bijdrage aan een meer duurzame samenleving verder kunnen vergroten.
02.1 / kunststoffen dragen bij tot ons dagelijks comfort
↘
1 In België leveren kunststoffen de grootste positieve bijdrage aan onze handelsbalans, vóór de staalsector en de automobielsector. Met andere woorden kunststoffen zijn belangrijk voor onze welvaart. 2 Vanuit het verleden is al vaker gebleken dat kunststoffen technologieën betaalbaar maken en daardoor beschikbaar voor iedereen. In die zin hebben kunststoffen reeds een groot aandeel gehad in de agrarische, industriële en digitale evolutie. Hun steun aan de huidige duurzaamheidsevolutie is opnieuw van vitaal belang.
30
31
Elke stof van dierlijke of plantaardige oorsprong is eigenlijk een mengsel van polymeren. Een polymeer is een grote molecule die bestaat uit een lange keten van gelijke
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
02/
delen, monomeren genoemd. Sinds de 19de en 20ste eeuw ontwikkelen de wetenschap en de industrie steeds nieuwe polymeren. Aanvankelijk was deze ontwikkeling erop gericht om de schaarste aan bestaande producten te compenseren. Bakeliet was oorspronkelijk bedoeld om het dure schellak1 te vervangen. Naarmate de ervaring met kunststoffen toenam en er meer soorten werden ontwikkeld, ging de klemtoon elders liggen: niet zozeer meer op de vervanging van 'bestaande producten', maar op de optimalisatie van de producteigenschappen. Door hun toegevoegde waarde maken kunststoffen sommige producten meer waterbestendig, andere minder breekbaar en nog andere minder onderhoudsintensief. Dankzij de voortdurende technologische vernieuwing zijn kunststoffen momenteel lichter en toch sterker en beter inzetbaar dan ooit tevoren. Dit resulteert in een heel breed toepassingsgebied - van de verpakkingsindustrie over de transportwereld en de moderne technologieën tot de geneeskunde en de bouwwereld - terwijl tegelijk steeds verder gezocht wordt om voor de productie ervan minder olie- en energiehulpbronnen te gebruiken. Kunststoffen bieden een hogere levensstandaard, verzekeren een hoger peil van de gezondheidszorg en maken informatiedragers toegankelijker voor een steeds groter deel van de wereldbevolking. Maar bovenal bieden kunststoffen meer veiligheid en een verhoogd comfort voor alle
02.2 / Van vervangmiddel tot meerwaardig product
↘
gebruikers. Daartoe werden producten steeds beter onderling op elkaar afgestemd. In de bouw bijvoorbeeld wordt gekeken hoe bouwproducten op een duurzame wijze optimaal op elkaar kunnen aansluiten. Het resultaat: een duurzamer en performanter bouwwerk.
Schellak is een natuurlijke grondstof gewonnen uit de afscheiding van de lakschildluis. Het is een thermoplastisch materiaal. In de 16de eeuw gebruikten de Portugezen het als zegellak ter vervanging van het zachtere was. In het begin van de 19de eeuw werd het gebezigd in de fotografie, later als elektrisch isolerende boenwas voor schakelborden in beukenhout. 1
32
33
Sommige kunststoffen zijn elastisch en zacht, andere steenhard. De ene kunststof is hittebestendig, de andere laat zich vervormen bij toevoeging van warmte. Sommige
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
02/
kunststoffen zijn schuimachtig en vederlicht, andere net heel compact. De ene kunststof is transparant, de andere helemaal ondoorzichtig. Deze vele soorten kunststoffen - elk met hun kwaliteiten - worden verwerkt in duizend en één producten die ons comfort en onze levenskwaliteit verhogen. Kunststoffen zijn aanwezig in alle domeinen van ons dagelijks leven. In België vinden kunststof- en rubberartikelen voor 19% toepassing in de verpakkingssector, 18% in de bouw, 17% in de transportsector, 14% in compounds, masterbatch en recyclage, 8% in elektro- en elektriciteitssector, 5% in slaapcomfort en meubilair, 3% in medische hulpmiddelen, en 3% in huishoudartikelen.
4% 3% 3% 2%
19%
18%
5%
17 l
8l
4l
4l
3l
02.3 / Duizend en één toepassingen 7%
↘
8%
Verpakking
14%
Elektro
Medisch
Compound / Masterbatch / Recyclage
Huishoudartikelen
Transport
Technische producten
Kantoorartikelen
Meubels
Bouw
Andere
30 l
17% Koken
Was
Tuin
WC
Schoonmaak
Bad / douc
Vaat
ver pa k k i n g
34
Elektri c iteit & elektr on ic a
Kunststof is uitstekend geschikt voor soepele verpakkingen (folies, films, zakken,
Aangezien ze dermate goed isoleren, zijn kunststoffen ook onmisbaar voor elektrihoudtoestellen tot mobiele telefoontoestellen en dvd-spelers. De nieuwste ontwik-
polystyreen, polyurethaanschuim, polyethyleen- en polypropyleenschuim).
kelingen in de kunststoffen maken toestellen alsmaar kleiner en lichter.
Meer dan andere verpakkingen beschermen kunststoffen tegen verderf, zodat er minder bewaarmiddelen nodig zijn en de voedselafvalberg verkleint. Kunststof-
Dankzij kunststof zijn computers en telefoons aanzienlijk compacter, lichter en
verpakkingen onderscheiden zich ook door hun geringe gewicht. Hierdoor bespa-
goedkoper geworden en daardoor beter draagbaar en betaalbaar voor iedereen.
ren ze grondstoffen bij productie en transport. Vergelijkende studies tonen aan dat kunststofverpakkingen evenwaardig zijn en zelfs beter scoren dan alternatieve
meub els Belgische bedrijven zijn in Europa toonaangevend inzake de productie van polyether-
Zonder kunststoffen zou het gewicht van verpakkingen met een factor vier
schuim en latexschuim voor matrassen, zitmeubels en kussens. Kunststoffen genie-
toenemen, en het afvalvolume met een factor 2,5.
ten ook een goede faam voor de productie van tuinmeubelen en meubelfolie.
1
Kunststofverpakkingen zorgen ervoor dat jaarlijks 220 miljoen ton CO2 wordt bespaard, hoofdzakelijk dankzij kunststofflessen (97 miljoen ton CO2) en kunststoffolies (67 miljoen ton CO2)2
H uishoudartikelen Zowel emmers als bijvoorbeeld diepvrieszakjes, kratten, borstels, keukenrobots, waterkokers en broodroosters zijn van kunststof.
B o uwmateria l e n
Gen ees kun de
Ook in de bouw zijn kunststoffen erg gewild. Sommige omwille van hun licht gewicht
De oneindige mogelijkheden van kunststoffen openden de weg voor medische ont-
en goede isolerende kwaliteiten, andere omdat ze dun en luchtdicht zijn, nog andere
wikkelingen die 50 jaar geleden ondenkbaar waren. Na orthopedische toepassingen
door hun waterdichtheid. Kunststof wordt gebruikt voor het isoleren en bekleden
(protheses) worden kunststoffen tegenwoordig ook gebruikt voor hartchirurgie en
van gevels, daken en vloeren. Ook rookgasafvoeren, regenpijpen en dakgoten zijn van
oog- en oorstimulatoren. Kunststoffen hebben immers de unieke eigenschap dat ze
kunststof. Kunststof wordt eveneens gebruikt voor sanitair, keukens, deuren, buizen,
compatibel zijn met het menselijke lichaam. In de medische wereld bewijzen kunst-
afstandshouders bij beglazing, bouwfolies, geprofileerde platen en raam- en deur-
stoffen hun waarde eveneens in katheters, injectiespuiten, steriele sets voor de
profielen. Kunststof versterkt beton en zit in funderingen.
chirurgie, hygiënische folies, medische verpakkingen enz.
Het gebruik van kunststoffen in isolatietoepassingen of voor het opwekken van hernieuwbare energie resulteert in buitengewone gebruiksvoordelen.
3
Sp ort De banen waarop de atleten lopen tijdens de Olympische Spelen, sportschoenen, fietsen, kledij, bescherming (helmen, kniebeschermers), ballen… Zonder de hulp van kunststoffen zijn topprestaties in de sport zo goed als onmogelijk.
T R A N S PO R T De belangrijkste kunststofonderdelen die voor auto’s, treinen, bussen, vliegtuigen…
Land- en tuinbouw gebruiken kunststof voor onder andere kweekbakjes en potjes,
heidsglas, profielen, comfortschuim voor zetels, hoofd- en armsteunen, binnenbekle-
afdekfolies voor de akkers, inkuilfolie, serrefolie, dozen en kratten voor het transport
ding, bumpers, wieldoppen, handvatten, spiegelbehuizing, brandstoftank- en rem-
van planten, verpakkingen van meststoffen, en onderdelen van irrigatiesystemen,
vloeistofreservoirs, luchtkanalen, kabels…
landbouwmachines en werktuigen.
Recente automodellen bevatten meer dan 100 kg kunststof. Kunststoffen verminde-
Substraten op basis van kunststof zorgen voor een grotere en vroegere oogst, een
ren het gewicht van een auto, waardoor zijn brandstofverbruik daalt. Naar schatting
efficiënter grondwaterbeheer en een betere bescherming van onze voeding. Dankzij
wordt in West-Europa elk jaar 8 miljoen ton olie bespaard dankzij het gebruik van
folies kan een hoger rendement worden behaald met minder bestrijdingsmiddelen
lichtgewicht kunststoffen voor auto-onderdelen. Dat komt overeen met een jaarlijk-
en meststoffen.
se CO2-reductie van ongeveer 28 miljoen ton. Tegelijkertijd verhogen kunststoffen de veiligheid en het comfort van de inzittenden. Plastics Europe - Denkstatt-studie 2 Plastics Europe - Denkstatt-studie 3 “The impact of plastics on life cycle energy consumption and greenhouse gas emissions in Europe” Summary report June 2010, denkstatt GmbH Hietzinger Hauptstraße 28 · 1130 Vienna, Austria
Lan d- en tui n b ouw
worden geproduceerd omvatten isolerende of decoratieve folies, folies voor veilig-
1
Een autobumper vervaardigd in lichtgewicht kunststofmaterialen in plaats van zwaardere materialen bespaart tijdens de levensduur van een auto vier keer zoveel energie als wordt verbruikt voor de productie van de kunststofonderdelen.
02/
sche en elektronische toepassingen. Dat gaat van eenvoudige bekabeling en huis-
dozen, potjes, trays) en verpakkingsschuim (geëxpandeerd polystyreen, geëxtrudeerd
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
zakjes, tubes en darmen), stijve verpakkingen (flessen, vaten, emmers, kratten, pallets,
verpakkingen zowel wat kostprijs als milieu-impact betreft.
35
36
37
02/
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
'Ik heb er geen probleem mee om te zeggen dat kunststofoplossingen voor details een heel belangrijke rol kunnen spelen.'
Wij zijn architecten. En dus bekijken we altijd het globale, het totale plaatje. De ‘enveloppe’. Het gebouw als geheel is belangrijk, zeker voor ons, aangezien wij alleen maar passieve gebouwen maken.
Maar ook alle componenten zijn heel belangrijk. Repetitieve details, zoals bijvoorbeeld de beglazing en de profielen die daarvoor gebruikt worden, hebben een grote invloed op het geheel. Vaak wordt gekozen voor profielen van aluminium, die veroorzaken tegenwoordig geen koudebruggen meer. Profielen van aluminium accepteren we wel voor een klassiek gebouw of een plusminus lage-energiewoning. Maar wanneer we het niveau van een passiefgebouw, superlaag- of zero-energiegebouw moeten bereiken, hebben alle kleine details die repetitief en continu zijn - zoals de profielen voor de beglazing - een ongelooflijk grote invloed. Ik heb er geen probleem mee om te zeggen dat kunststofoplossingen voor zo’n details een heel belangrijke rol kunnen spelen. Voor ons is het van essentieel belang dat rekening wordt gehouden met de hele levenscyclus van een gebouw. De energie die nodig is voor de productie van de materialen heeft maar een heel kleine impact in verhouding tot de hele levensduur van een gebouw. Uit studies die vergelijken hoeveel woningen in Europa worden gebouwd of gerenoveerd, blijkt - tot onze verbazing - dat België op de laatste plaats stond. Wij bouwen dus heel weinig en wij renoveren heel weinig. De levensduur van onze gebouwen ligt dus ver boven het gemiddelde van de levensduur van bepaalde componenten.
Wanneer je prioriteiten stelt, is het doorslaggevend dat de energie-efficiëntie van een gebouw op bijvoorbeeld 50 of 70 jaar wordt bekeken, wat nodig is om aan de passiefhuisnorm te voldoen. Oké, eventueel kan je isoleren met wat cellulose, maar alleen nadat je de efficiëntie van het gebouw berekend hebt. Het is totaal idioot om een gebouw op te trekken met materialen als cellulose of hout, en daarmee de passiefhuisnorm niet te realiseren. Het is al even idioot om materialen te gebruiken die zogezegd ecologisch zijn, maar die niet geclassificeerd of gecertificeerd zijn. Ik denk hierbij aan isolatiematerialen, waarvan nog niet bewezen is wat hun efficiëntie is op het gebied van bijvoorbeeld dampdichtheid en hun levensduur.
Architect Sebastian Moreno-Vacca Bestuurder van A2M sc sprl, Voorzitter van RvB van PMP vzw ( www.maisonpassive.be) Assistent aan de ULB-[LaCambreHorta]
38
van de aarde, ofwel de toxische verpersoonlijking van onze verslaving aan fossiele grondstoffen? Kunnen kunststoffen wel duurzaam zijn?
Hoe kan een eindige fossiele grondstof leiden tot een duurzaam product? Dragen kunststoffen omwille van hun fossiele oorsprong bij tot klimaatverandering? Is dit gewoon geen kwestie van fossiele grondstoffen te vervangen door biogrondstoffen, zoals maïs of suikerriet? Het is niet eenvoudig om door het bos de bomen nog te kunnen zien. Vooreerst de vraag of een materiaal wel duurzaam kan zijn. In principe bestaan er heel weinig slechte materialen, er bestaan echter wel goede en slechte toepassingen van materialen. Bestaan er slechte kunststoffen? Soms wel. Denk maar aan de courant gebruikte weekmakers in flexibel pvc of bepaalde vlamvertragers die soms als additief worden toegevoegd aan kunststoffen. Vaak is dit een geladen discussie, waarbij in geval van twijfel, steeds op een transparante manier, het voorzorgsprincipe zou moeten gelden. Voor de rest van de gevallen moeten we dus evalueren of de kunststoffen in ‘goede’, dan wel ‘slechte’ toepassingen worden gebruikt en of er voor dezelfde toepassing geen andere materialen ingezet kunnen worden die over hun levensduur een lagere of gelijkaardige milieu-impact hebben. Hernieuwbare materialen die hergebruikt of gerecycleerd worden, kunnen dan zeker als alternatief dienen. Wat zijn dan de goede en slechte toepassingen van kunststoffen? De relevante vraag die we ons hier moeten stellen is of de kunststoffen in een bepaalde toepassing leiden tot een verduurzaming van een functie of dienst. Aan welke maatschappelijke nood komt een kunststoftoepassing tegemoet? Als eenvoudig voorbeeld kunnen we kijken naar een dakgoot en het hele regenwaterbeheerssysteem van een woning. Opvang en hergebruik van regenwater vervullen duidelijk een duurzame maatschappelijke functie, dus kan het gebruik van bepaalde kunststoffen hier als duurzaam gezien worden. Kunststoffen als materiaal zijn een onderdeel van een groter geheel en hun zin of onzin moet dus steeds in deze ruimere context gezien worden. Is een kunststof die een duurzame functie vervult, zoals bijvoorbeeld die dakgoot, dan per definitie duurzaam? Niet noodzakelijkerwijze. Indien de toepassing zou
In een fysisch groeiende globale economie zal er echter steeds vraag zijn naar 'verse' primaire materialen. Hoe kan deze vraag dan duurzaam ingevuld worden? Idealiter gebeurt dit op basis van afvalstoffen (hernieuwbare of andere) of andere restproducten zoals CO2. Vooral dit laatste biedt interessante perspectieven: beeld je een industrie in die een probleem (CO2) omtovert in een oplossing. Als conclusie. Duurzame kunststoffen zijn kunststoffen die: / geen toxische componenten bevatten / in hun toepassing een functie of dienst verduurzamen / in toepassingen in eco-design doorgedreven hergebruik of recyclage mogelijk maken / bij voorkeur geproduceerd zijn uit rest- of afvalstoffen. Kunststoffen hebben dus zeker het potentieel om duurzaam of duurzamer te worden. Duurzame toepassingen, het inzetten van goede kwaliteit gerecycleerd materiaal en ketenbeheer (van producent via sloopwerker, sorteerder, recycleur tot designer) zijn allemaal elementen die bijdragen aan een verduurzaming van het gebruik van kunststoffen. De uitdaging is in essentie de nodige samenwerking te realiseren tussen meerdere schakels in de waardeketen om dit samen mogelijk te maken.
Jeroen Gillabel – Beleidsmedewerker duurzaam materialenbeheer Bond Beter Leefmilieu
02/
Zijn kunststoffen redders
Een ‘goede’ toepassing is dan ook een toepassing waarvan de gebruikte materialen opnieuw gerecycleerd worden. Het aspect eco-design komt hier sterk naar de voorgrond. Eco-design is een design dat o.a. nadien hoogwaardige recyclage mogelijk maakt. Recycleerbaar betekent niet dat de materialen effectief ook gerecycleerd worden. ‘The proof of the pudding is in the eating’ is ook hier van toepassing. Het inzetten van gerecycleerde kunststoffen in toepassingen is dan ook waar het om gaat.
39
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
'Kunststoffen als materiaal zijn een onderdeel van een groter geheel en hun zin of onzin moet dus steeds in deze ruimere context gezien worden.'
inhouden dat het materiaal na gebruik onmiddellijk als afval wordt afgevoerd, hebben we een probleem. Momenteel verbruiken we met z’n allen wereldwijd bijna 300 miljoen ton kunststoffen per jaar: dat is zo’n 50 kg per persoon. Ieder jaar! De doorstroom aan materialen (en dus energie!) is met andere woorden gigantisch groot, en is op zich fundamenteel niet duurzaam. Dit is geen kwestie van fossiele versus hernieuwbare grondstoffen. Een dergelijke doorstroom van materialen is in beide gevallen niet houdbaar. Het belangrijkste is dus dat het volume van deze doorstroom sterk daalt. Sommigen spreken van een noodzakelijke daling van de doorstroom van materialen (inclusief kunststoffen) met factor 10. Dit kan gerealiseerd worden deels door te dematerialiseren (bv. door diensten in plaats van producten aan te bieden), deels door kringlopen te sluiten. Hoogwaardige recyclage reduceert de lineaire doorstroom van kunststoffen.
40
41
Wie aan een gebouw denkt, associeert dat meestal met bakstenen, beton, glas, cement, hout… Maar ook kunststoffen zijn in moderne gebouwen alomtegenwoordig.
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
02/
Denk maar aan producten zoals verf en vernis, of aan polystyreen- en polyurethaanschuim voor de isolatie of kunststof schrijnwerk. Kunststof is immers licht, sterk, corrosiebestendig en duurzaam. De duurzaamheid betekent een besparing in het onderhoud, en het geringe gewicht maakt een snelle en goedkope uitvoering mogelijk. Kunststof isoleert ook zeer goed. Doordat ze gemakkelijk te onderhouden en waterdicht zijn, zijn kunststoffen een hygiënische keuze voor vloerbedekkingen. Kunststoffen zijn tevens uitstekende afdichtingmaterialen.
Centrale verluchting met warmterecuperatie
Kunststof dakisolatie
➔
➔
Pv-paneel
Kunststof wandisolatie Kunststof schrijnwerk met 3-voudige beglazing Pleister met latente warmteopslag
02.4 / Overzicht van de toepassingen van kunststoffen in de bouw
↘
Kunststof kabelisolatie Brandstofcel
Kunststof gescheiden afvoersysteem met warmterecuperatie
Kunststof vloerisolatie
Kunststof buffers voor hergebruik regenwater
Ku n stst o f s c hri j n wer k
42
Gevelb ekledin g sp rofie len
43
+ pvc
1
02/
pvc1
+ wpc2
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
+ polyolefine kunststof
Ku n stst o f b uize n dakg oten binnenhuistoepassingen:
+ pvc
+ pvc-afvoersysteem
+ polyester3
+ pp -buizen en hulpstukken 2
+ pe3-buizen en hulpstukken
Li c ht koep els, lic htdaken pvc: polyvinylchloride, thermoplast. Gevelpanelen in pvc worden vooral toegepast vanwege hun duurzaamheid en slijtvastheid in een buitenomgeving. Ze vereisen geen speciaal onderhoud. Zodoende laten ze toe kwaliteitsprojecten te realiseren voor een beperkte kost. 2 pp staat voor polypropyleen en werd begin 1950 ontwikkeld door Philips. Dit polymeer bestaat enkel uit koolstof- en waterstofatomen. Pp is bestand tegen oplosmiddelen, basen en zuren, is zaagbaar en lasbaar. Daardoor is pp geschikt voor o.a. buis- toepassingen. 3 pe staat voor polyethyleen. Zoals pp bestaat pe enkel uit koolstof- en waterstofatomen. Hdpe of hoge dichtheidspolyethyleen is een meer kristallijne structuur dan ldpe dat zich laat kenmerken door een grote vertakkingsgraad. 4 hoge densiteitspolyethyleen bestaat uitsluitend uit koolstof- en waterstofatomen, die polymeriseren bij lage druk. Dat leidt tot lineaire ketens of een kristallijnen structuur die zich goed laat recycleren. 5 pex-buizen bestaan uit hdpe (soms ook ldpe) waarvan de kristallijne moleculeketens (die normaliter als mooie ketens naast elkaar liggen zonder onderlinge verbinding) wel onderling verbonden worden. Hierdoor verbeteren de chemische bestendigheid alsook de mechanische eigenschappen zoals treksterkte en breukweerstand (wordt minder bros)… 6 ppsu is een afkorting voor polyfenylsulfon. Het is een thermoplast met hoge taaiheid, mechanische sterkte en maatvastheid, maar vooral goede elektrisch isolerende eigenschappen. 7 IBA is een afkorting voor Individuele Behandeling van Afvalwater. De meeste percelen zijn aangesloten op de riolering, waardoor het afvalwater gezuiverd wordt in een RWZI. (RioolWaterZuiveringsInstallatie). Percelen die niet aangesloten werden op het rioleringsnetwerk zorgen door een IBA voor de zuivering van hun eigen afvalwater. De meest gekende IBA’s zijn de septische tank, actiefslib-, submerged- en oxidatiebed. 8 pur is een afkorting van polyurethaan. Het is een copolymeer dat een zacht en een hard deel combineert, waardoor beide eigenschappen worden samengebracht in één materiaal. Zo onstaat een sterk en slijtvast materiaal waarvan de zachtheid/hardheid kan worden aangepast. 9 pir staat voor polyisocyanuraat en wordt hoofdzakelijk gebruikt als thermische isolatie. 10 xps betekent geëxtrudeerd polystyreen. 11 eps verwijst naar geëxpandeerd polystyreen, in de volksmond witte kunststof of piepschuim genoemd. Het bestaat uit parels (bolletjes) die zijn opgebouwd uit duizenden gesloten cellen. Piepschuim is voor 2 tot 6% polystyreen en dus voor ca 94% lucht. Daardoor is het licht en ongevoelig voor waterdamp. Eps is grondwaterneutraal. 1
regenwater:
+ pc4
+ regenwaterinfiltratie (pvc, pe of pp regenwaterinfiltratie, riolering
+ pmma5 ("plexi")
en buffervoorzieningen)
+ dakgoten, buizen en hulpstukken in pvc voor regenwaterafvoer + onderdruksystemen in hdpe4 voor regenwaterafvoer
D akafdi c hti n g en
+ drainagebuizen in pvc
+ pvc
+ regenwatertanks in pe
+ pur + tpo6
toevoersystemen:
+ epdm7
+ pex -buizen voor toevoersystemen 5
+ kunststof collectoren en hulpstukken in ppsu6
Vloer b ekledin g , V loera fwerkin g en systemen buitenriolering:
+ pvc
+ pvc -afvoerbuizen en hulpstukken
+ gietvloersystemen: pmma, epoxy, pur
+ pp -afvoerbuizen + hdpe -afvoerbuizen + rioolputten in pvc, mdpe en hdpe + straatkolken en afvoergeulen in kunststof
Wan d- en p lafon db ekledin g sp rofie len , b in n en ven sterb an ken , raamuitb ekledin g sp rofie len , r ollui ken , lui ken , h orren
systemen bodemuitrusting:
+ pvc
+ septische putten en afscheiders in pe + IBA’s7
Terras p lan ken D a k - , muur - e n v lo eris o l atie
+ wpc
+ pur8 + pir9 + eps10 + xps11
Li j me n en voeg kitte n + stopverf + pib8 + bitumenkit
Buisis o l atie
pvc: polyvinylchloride, thermoplast. Gevelpanelen in pvc worden vooral toegepast vanwege hun duurzaamheid en slijtvastheid in een buitenomgeving. Ze vereisen geen speciaal onderhoud. Zodoende laten ze toe kwaliteitsprojecten te realiseren voor een beperkte kost. 2 wpc: hybride materiaal, ontwikkeld rond 1990, dat wordt geproduceerd uit minstens twee verschillende grondstoffen, bijvoorbeeld de vezel van loofof naaldhout en een polymeer (pvc of polyolefines). Het combineert het esthetisch karakter van hout met de duurzaamheid van kunststof en wordt toegepast voor terrasplanken, schuttingen en gevelbekledingsprofielen. 3 Polyester is een polymeer van esterverbindingen. Het kan voorkomen als thermoplast (textieltoepassingen) en als thermoharder (dakgoten). Polyester wordt ook vaak versterkt met glasvezel, bijvoorbeeld voor het lamineren van roeiboten en zeiljachten. 4 pc : polycarbonaat is een thermoplastisch polymeer. Het is een stevig, hard en doorzichtig materiaal dat zacht wordt bij zeer hoge verhitting. Het wordt gebruikt voor de productie van cd’s, helmen en veiligheidsbrillen. 5 pmma: polymethylmethacrylaat is een transparante thermoplast beter bekend onder de handelsnaam Plexiglas. 6 tpo: is een afkorting voor Thermoplastic PolyOlefin. Het verwijst veelal naar een mengsel van pe, pp, rubber en een vulstof zoals glasvezel of talk. 7 epdm staat voor Ethyleen-Propyleen-Dieen Monomeer, een elastomeer of synthetisch rubber. De verhouding tussen de gebruikte momomeren bepaalt de eigenschappen van het epdm. 8 pib: polyisobutyleen 1
+ acrylaat
+ pur
+ polysulfide
+ pe
+ pur + hybride polymeren + siliconen
isolatie van p latte da ken
Platte daken worden ingedeeld in twee types: omkeerdaken en warme daken. Bij een warm dak wordt de isolatie (pur/pir, eps) aangebracht onder de dakafdichting. Bij een omgekeerd plat dak ligt de isolatie boven op de dakafdichting. Voor deze toepassing wordt uitsluitend xps gebruikt en bovenop de isolatie wordt steeds een Kunststof isolatie (eps, xps, pur) is vooral gekend in de vorm van isolatieplaten met
ballastlaag voorzien.
of zonder bekleding aan boven- en onderzijde. Maar kunststof isolatie wordt ook gebruikt in bouwelementen zoals sandwichpanelen (pur, eps, exps), bekistingen (eps) of bij in situ gespoten of geïnjecteerde isolatie (pur-schuim of eps-korrels).
Bestaand gebouw
_Thermische isolatie
isolatieplaten (xps) worden aangebracht volgens het principe van het omkeerdak, of kan er pur-schuim worden gespoten.
Om het energieverbruik van een gebouw te verminderen, spelen compactheid en een
Een bestaand dak kan ook bijkomend geïsoleerd worden volgens het principe van het
goede oriëntatie een essentiële rol. Maar minstens even belangrijk is een goede ther-
warm dak (pur/pir, eps).
Wanneer de dakafdichting nog in goede staat is, kunnen bovenop de dakafdichting
mische isolatie: eens een gebouw warm is, komt het erop aan de warmte binnen te houden. Daarvoor moet het thermisch goed zijn geïsoleerd. In een goed geïsoleerd
Platen van hard polyurethaanschuim (pur/pir) of van geëxpandeerd (eps) of geëx-
gebouw moet veel minder worden verwarmd, wat een aanzienlijk goedkopere ener-
trudeerd polystyreen (xps) zijn prima materialen voor de isolatie van platte daken.
giefactuur oplevert.
Naast hun uitstekende isolatiewaarde hebben ze een hoge drukweerstand en zijn ze na plaatsing dus gemakkelijk beloopbaar. Dankzij hun hoge isolatiewaarde zijn
Het '3-literhuis': energetische balans Warmteverliezen ■ Ventilatie ■ Koudebruggen ■ Ramen ■ Keldertrap ■ Plafond kelder ■ Dak ■ Buitenmuur ■ Buitenmuur ■ Buitenmuur
Warmtewinsten ■ Zonnewinsten ■ Interne winsten ■ Verwarming
Bovendien volstaat een kleinere en daardoor goedkopere verwarmingsinstallatie.
deze platen vrij dun. Kunststof isolatieplaten hebben ook goede dampremmende
Thermische isolatie verhoogt tevens het comfort: tocht en koudestraling verminde-
eigenschappen.
ren, en tijdens de zomer helpt isolatie oververhitting voorkomen.
alleen de daken en de buitenmuren moeten worden geïsoleerd, maar ook vloeren en
240
deuren, poorten en vensters. Bij nieuwbouw is dat geen enkel probleem, maar ook in
Zowel bij nieuwbouw als bij een bestaand gebouw kan een hellend dak op drie
een bestaande woning is er nog veel mogelijk.
manieren worden geïsoleerd:
210
Kunststof isolatie heeft de beste isolatiewaarde van alle bestaande isolatiemate180 Balansventilatie
Nuttige warmte in [kWh/m².jaar]
rialen. Dat komt doordat ze voor 98% uit isolerende lucht bestaat1. Met een geringere isolatiedikte kan een even goede isolatiewaarde gehaald worden: er wordt
150
dus minder materiaal gebruikt.
120
Kunststof isolatie presteert gedurende de totale levensduur van het gebouw,
90
en voldoet aan de strenge eisen die worden opgelegd in de ATG- en ATG/H-goed-
60
keuring. 30
Isolatie
In een doorsnee gebouw is het energie-equivalent dat nodig is voor de productie
0 Bestaand gebouw voor renovatie
3-liter huis na renovatie
van kunststof isolatiematerialen al na een jaar uitgespaard door het verlaagde verbruik van gas of stookolie. Over een periode van 30 jaar wordt een hoeveelheid energie bespaard die 40 tot 60 keer hoger is dan de energie voor het produceren
Hiermee wordt bedoeld, lucht die volledig ingesloten zit en dus niet vrij kan circuleren.
1
I solatie van hellen de daken
Belangrijk hierbij is dat rond het hele gebouw een isolatieschil wordt gelegd. Dus niet
van deze isolatiematerialen.
+ aan de binnenzijde, ofwel tussen de kepers, ofwel dwars op de kepers,
evenwijdig met de gordingen.
+ aan de buitenzijde van het dak (ook sarkingdak genoemd). + isolatie van de zoldervloer. Dit is de gemakkelijkste oplossing wanneer de ruimte
onder het dak niet wordt gebruikt.
Hardschuimplaten in geëxtrudeerd polystyreen, geëxpandeerd polystyreen of polyurethaan zijn stijf en voldoende drukvast om rechtstreeks van buitenuit op de kepers (sarkingdak) te worden aangebracht. De kunststof isolatieplaten zijn licht en hebben zeer goede isolerende eigenschappen. Bovendien zijn de meeste platen op zich voldoende dampremmend en luchtdicht, waardoor een dampscherm maar zelden nodig is. Voor een gemakkelijke binnenafwerking bestaan er kunststof isolatieplaten voorzien van een gipskartonplaat waarop rechtstreeks kan worden geschilderd of behangen.
02/
Nieuwbouw
45
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
02.4.1 / Isolatiematerialen
44
PROJECT 3
46
47
Toepassing van kunststof: betonnen sandwichpanelen geïsoleerd met polyurethaan. Cameléon organiseert stockverkoop van grote merken van confectiekleding, accessoires, schoenen en decoratieartikelen. Voor het nieuwe gebouw in SintLambrechts-Woluwe - een verkoopruimte van 8.000 m², opslagplaatsen en logistieke ruimten van 4.500 m² in het totaal, bureaus en ruimtes voor inventaris en stalen voor een totaal van 1.500 m², en een fotostudio werd van meet af aan gesteld dat het project uitgesproken ecologisch moest zijn. Daarvoor sloot het outletbedrijf een partnerovereenkomst met MATRIciel (spin-off van de Université Catholique de Louvain) en met de onderzoekscel Architecture et Climat van de UCL. Voor het nieuwe gebouw in Sint-LambrechtsWoluwe - een verkoopruimte van 8.000 m², opslagplaatsen en logistieke ruimten van 4.500 m² in het totaal, bureaus en ruimtes voor inventaris en stalen voor een totaal van 1.500 m², en een fotostudio - werd van meet af aan gesteld dat het project uitgesproken ecologisch moest zijn.
De samenwerking resulteerde in een gebouw met onder andere een gevel in betonnen sandwichpanelen, een hoge isolatiegraad, natuurlijke ventilatie en koeling, een groendak, diep doordringend natuurlijk licht, en recuperatie van regenwater. Elke keuze werd getoetst aan een analyse om de ecologische voetafdruk te verkleinen en energie te besparen. Op basis van deze vergelijkende analyses werden de gevels opgetrokken uit zelfdragende sandwichpanelen van 30 cm dik. Ze zijn samengesteld uit twee spouwbladen van prefabbeton, ieder 11 cm dik, met daartussen 8 cm polyurethaan. Deze elementen werden vroeger dikwijls toegepast in de industriebouw, en kennen een toenemend succes in andere types woongebouwen. Volgens de vergelijkende analyse scoren deze sandwichpanelen met polyurethaan heel goed omwille van hun thermische prestaties, hun lage milieu-impact bij de productie, en hun hoge percentage recycleerbare materialen.
De plaat bestaat voor 99,42% uit beton dat op andere bouwplaatsen kan worden hergebruikt als puin. De polyurethaan kan gemakkelijk van het beton worden gescheiden en verwerkt in een verbrandingsoven.
02/
Uitgeroepen tot 'Batiment Exemplaire' of 'Voorbeeldwoning' door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
Ecologische outlet
48
I s o l atie va n b uite n mure n
Vloerisolatie
onder de vloer een kelder of een bereikbare kruipruimte bevindt, kan aan de onder-
gebouwen.
kant worden geïsoleerd. Dat is het eenvoudigst. Wanneer de vloer uit een gewapende
Nieuwbouw
de bovenkant. Een oude tegelvloer die op mortel op een zandbed ligt, wordt het best
Volle muren worden bij voorkeur geïsoleerd aan de buitenzijde. Voor nieuwbouw
opgebroken.
02/
Ook doorheen een ongeïsoleerde vloer verdwijnt heel wat warmte. Wanneer zich
muren en spouwmuren. Beide types komen zowel voor bij bestaande als bij nieuwe
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
Bij massiefbouw worden twee hoofdtypes buitenmuren onderscheiden: volle
49
betonnen vloerplaat op volle grond bestaat, is er maar één mogelijkheid: isolatie aan
met spouwmuren is spouwmuurvulling de meest aangewezen oplossing. Door het gebruik van kunststofisolatie is de muuropbouw minder dik, en de thermische resul-
Vloerisolatie kan worden uitgevoerd met schuimplaten (pur, eps, xps) of in situ
taten zijn beter.
gespoten pur.
Kunststofisolatie maakt ook andere bouwsystemen mogelijk zoals eps-bouwblokken
Kunststofschuim heeft niet alleen een gunstige lambdawaarde1, maar is ook druk-
gevuld met beton, sandwichelementen in hout, metaal of beton met een kern in pur,
vaster dan elk ander isolatiemateriaal.
eps of xps. Schuimplaten in pur, eps en xps nemen zo goed als geen vocht op. Ook dankzij hun goede thermische isolatie-eigenschappen en hun drukvastheid betekenen ze een energiezuinige oplossing voor zowel volle muren als voor spouwmuren.
_Akoestische isolatie
Bestaand gebouw
rialen (metselwerk, beton), maar het is eenvoudiger en goedkoper om muren, daken,
Bij een bestaande massieve volle buitenmuur kunnen de thermische eigenschappen
vloeren en plafonds te isoleren met een combinatie van gipskarton en een isolatiema-
op twee manieren worden verbeterd: door te isoleren aan de buitenzijde of aan de
teriaal met een open structuur. Dit wordt het 'massa-veer-massasysteem' genoemd.
binnenzijde.
Dit systeem is gebaseerd op akoestische loskoppeling: twee lagen bouwmateriaal
Buitenisolatie is bouwfysisch gezien de beste oplossing. Aan de buitenkant isoleren
geluid brengt de eerste laag aan het trillen, de isolatie tussen beide lagen werkt als
is echter niet altijd mogelijk.
een schokdemper, waarna het geluid veel minder sterk naar de tweede laag wordt
Geluidsisolatie kan worden gerealiseerd door de toepassing van zware bouwmate-
(de massa's) die gescheiden worden door lucht of een isolatiemateriaal (de veer). Het
doorgegeven. Voor binnenisolatie bestaan er composietpanelen die zijn samengesteld uit een kunststof schuimplaat die op gipskarton is verkleefd.
Ook voor akoestische isolatie heeft de kunststofsector een oplossing: panelen van polyurethaan-, melamine- of polyesterschuim, met holle of golvende vormen.
Een bestaande spouwmuur kan - net zoals een volle muur - langs buiten of binnen
Ze zijn licht en absorberend: het geluid kan erin doordringen en wordt erin
worden geïsoleerd. Bij een spouwmuur is er nog een derde mogelijkheid om de ther-
gedempt. Ook bestaan er elastisch gemaakte eps-platen die als contactgeluids-
mische prestatie te verbeteren, namelijk door het navullen van de spouw. Dat gaat
isolatie kunnen toegepast worden in zwevende vloeren.
snel en is doeltreffend, althans als het werk wordt uitgevoerd door deskundige vaklui. Bij een geringe spouwbreedte kan naast de spouw ook de buiten- of binnenzijde van de spouwmuur worden geïsoleerd. Voor in situ gespoten spouwisolatie zijn er verschillende soorten kunststoffen op de markt: gespoten pur, witte of grijze eps-parels en uf-schuim. Dankzij hun gunstige isolatiewaarde kunnen ze de thermische isolatie van spouwmuren sterk verbeteren. 1 Kunststoffen worden vaak gebruikt om de warmtegeleiding in bijvoorbeeld metalen te onderbreken. Dit komt doordat kunststoffen een lage warmtegeleiding hebben. De warmtegeleiding van een stof wordt weergegeven door de lambdawaarde en wordt uitgedrukt in [W/m.K].
PROJECT 4
50
51
Uit studies en simulaties is gebleken dat de totaalvraag voor de vier zomermaanden waarin de “zero emission”poolbasis bemand zal worden ongeveer 7.000 kWh/maand bedraagt, en voor de acht wintermaanden ongeveer 2.000 kWh/maand. Voor het energieverbruik wordt uitgegaan van 54 MWh per jaar. Dat komt neer op een gemiddeld jaarlijks energieverbruik van 51 kWh/m². © International Polar Foundation - René Robert
Het station is opgebouwd uit diverse modules die elk aan elkaar gemonteerd zijn, zoals een slot-sleutelsysteem. Om luchtlekken te vermijden, werden de naden tussen de muurmodules zorgvuldig gedicht met een isolerend schuim.
Voor de energieproductie van het Princess Elisabeth-station koos de International Polar Foundation, de ontwerper en bouwer van het station, voor een hybride systeem dat tegelijkertijd zon- en windenergie kan aanwenden. Bij weinig wind kan gebruik gemaakt worden van zonne-energie en vice versa. De negen windmolens zijn bestand tegen de extreme condities van Antarctica en blijven het hele jaar door operationeel.
Voor een optimale benutting van zonne-energie zorgen fotovoltaïsche zonnepanelen op de muren van het station, en vrijstaande modules op de garages. De pv-installatie is goed voor een totale productie van 52,26 kWh (tot 800 W/m² zonneschijn). Het station heeft een houten skelet dat is bedekt met negen lagen: (van binnen naar buiten) een wollen vilt als afwerkingslaag, een aluminium folie als waterdampschild, kraftpapier, een laag gelamelleerd sparrenhout, 400 mm isolatie, opnieuw een laag gelamelleerd sparrenhout, een 3 mm dik vochtscherm, een schuimlaag en tot slot een stalen plaat. De koude moet zo eerst doorheen een wand van ongeveer 53cm doordringen vooraleer ze de binnenkant bereikt. Als thermisch isolatiemateriaal werd geopteerd voor polystyreen op basis van grafiet. Dankzij de uitstekende isolatiegraad haalt de volledige schil een U-waarde van 0,07 W/m².K. Om luchtlekken te vermijden, werden de naden tussen de muurmodules zorgvuldig gedicht met een isolerend schuim. Een laag epdm garandeert de luchtdichtheid van de schil rond het
station. De ramen zijn afgedicht met siliconen die speciaal gekozen werden omdat ze bestand zijn tegen uv-straling, permanent elastisch blijven en een lange levensduur hebben.
02/
Toepassing van kunststof: windmolens, pv-panelen, geëxpandeerd polystyreen voor de thermische isolatie, epdm en siliconen voor de luchtdichtheid.
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
Beschermd tegen de extreme condities van Antarctica
52
3
hoe de gemiddelde Uf -waarde
2,5
voor standaard pvc-raamprofielen
2
de laatste jaren is gedaald.
1,5
Voor passiefhuizen bestaan er
1
pvc-systemen met nog lagere
0,5
Uf- waarden.
0
1
53
02/
De nevenstaande tabel toont
1980
1984
1994
2004
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
02.4.2 / Schrijnwerk
2010
Kunststof schrijnwerk wordt vaak gespiegeld aan zijn eigenschappen van net na de
Pvc-profielen gaan tevens lang mee. Ze roesten of rotten niet, en zijn goed bestand
Tweede Wereldoorlog. De opgang van kunststof schrijnwerk begon immers met de
tegen schimmels, basen, niet-oxiderende zuren, zouten, minerale vetten en oliën.
heropbouw van Europa. Door een enorme houtschaarste werd intensief gezocht
Daardoor gedragen pvc-raamprofielen zich ook uitstekend in de meest agressieve
naar een vervangproduct. Doordat pvc voldeed aan enkele basiseigenschappen en
atmosferische omstandigheden zoals de kustzone en industriegebieden. Dat maakt
de productie ervan geïndustrialiseerd kon worden, werd pvc het vervangproduct van
pvc bij uitstek geschikt voor toepassing buitenshuis, waar een lange levensduur ui-
houten schrijnwerk.
termate belangrijk is. Raamprofielen in pvc hoeven daarenboven geen speciaal on-
Kunststof schrijnwerk is dit stadium al 70 jaar voorbij. Gedurende al die jaren evolu-
het milieu. Dit weegt vooral door voor gebouwen waarvan het onderhoud moet wor-
derhoud. Dat is niet alleen een economisch voordeel, maar ook een voordeel voor eerde pvc-schrijnwerk tot een volwaardig product dat op basis van zijn eigenschap-
den uitbesteed zoals openbare gebouwen, scholen, ziekenhuizen, sociale woningen,
pen verdient om veelvuldig ingezet te worden. Kunststof schrijnwerk verzekert niet
appartementen en kantoren.
enkel een lange levensduur, maar voldoet ook aan de meest stringente eisen die worden opgelegd in het ATG-certificaat.
Pvc-bouwproducten zijn sterk en toch licht van gewicht. Daardoor zijn ze gemakkelijk te tillen. Het lichte gewicht levert ook een besparing op bij het transport. Bovendien
Ook op milieuvlak haalt kunststof schrijnwerk een goede score. De studies hieronder zijn gebaseerd op een LCA waarbij de hele cradle-to-cradlebenadering gevolgd werd.
kan pvc verscheidene keren worden gerecycleerd zonder dat het zijn mechanische eigenschappen verliest. Op het einde van hun gebruikscyclus worden pvc-profielen vermalen tot korrels of poeder, en opnieuw verwerkt in pvc-producten zoals venster-
In Oostenrijk vergeleek het Onderzoeksinstituut voor Chemie en Techniek1 de milieu-
tabletten, montagelatten, wand- en plafondbekleding, buizen.
kost van een raam van 1,5 op 1,3 meter gemaakt van pvc, aluminium en hout. Daaruit blijkt dat de levenscyclusanalyse voor pvc- en voor houten ramen even gunstig uitvallen.
In maart 2000 heeft de volledige pvc-industrie een 10 jaar durende vrijwillige verbintenis ondertekend om te streven naar een meer duurzame toekomst van zijn producten en productieprocessen over hun hele levenscyclus. Daartoe werd
Ook de universiteit van Barcelona2 maakte een analyse van de totale levenscyclusanalyse van de drie soorten raamprofielen, dus vanaf de bereiding van de grondstoffen tot en met de verwerking van afval. De levensduur van de ramen werd bepaald op 50 jaar. De studie toont aan dat pvc-ramen over de hele levenscyclus het beste scoren: ze hebben het laagste energieverbruik en de minste CO2-uitstoot.
Vinyl 2010 opgericht (www.vinyl2010.org). Dit programma omvat een continue verbetering van de productieprocessen en de producten, investeringen in technologieën, het verminderen van emissies en afval alsook het stimuleren van afvalinzameling en recyclage. Een van de doelstellingen van Vinyl 2010 is om vanaf 2015 alleen nog loodvrije stabilisatoren aan pvc toe te voegen. Al sinds 2010 produceren alle leden van
Ook heel belangrijk voor bouwheer en milieu zijn de isolerende kwaliteiten van het raamkozijn. Pvc heeft intrinsiek betere thermische eigenschappen. Van de gebrui1 Uit de studie 'Ökologische Betrachting der FensterWerkstoffe Kunststoff, Aluminium, Holz', E; Novak, 1994 blijkt dat het totaal energieverbruik (MJ) voor de productie van pvc 1.114 MJ bedraagt. Voor hout en aluminium is dat respectievelijk 539 en 1.410 MJ. De levensduur van een pvc-raam is echter minstens het dubbele van een aluminium raam en het driedubbele van een houten raam, aldus de onderzoekers. Daardoor loopt de energiekost bij de productie uiteindelijk op tot 2.820 MJ voor aluminium en 1.617 MJ voor hout. 2 Estimate of energy consumption and CO2 emission associated with the production, use and final disposal of PVC, aluminium and wooden windows, Universitat Politecnica de Catalunya, Environmental Modelling Laboratory, april 2005.
Federplast.be volledig loodvrij. België is in het licht van dit streefdoel dus koploper.
kelijke raamprofielen gaat doorheen pvc-raamprofielen het minst warmte verloren. Pvc-profielen hebben een betere lambdawaarde dan buitenschrijnwerk in hard hout,
In het kader van Vinyl 2010 werd eveneens beslist om tegen einde 2010 in Europa
halfzwaar loofhout of zwaar naaldhout.
jaarlijks 200.000 ton post-consumer pvc-afval te recycleren. In 2010 werd 260.000 ton pvc-afval gerecyclceerd en werd dus ook dit streven ruimschoots gehaald. De opvolger van het Vinyl 2010-programma heet Vinyl Plus. Een van de ambitieuze doelstellingen hiervan is om in 2020 800.000 ton pvc te recycleren. Pvc-schrijnwerk dankt zijn succes aan zijn inbraakwerende eigenschappen (veert terug na inbraakpoging), zijn geluidswerendheid, zijn eenvoudig onderhoud en zijn lange levensduur.
1 De U-waarde, vroeger ook k-waarde genoemd, uitgedrukt in W/(m².K), duidt de hoeveelheid warmte aan die per tijdseenheid en per graad temperatuursverschil doorheen 1m² van een wand stroomt. Een hoge U-waarde betekent een slechte isolatie en veel warmteverlies. Een Uf-waarde geeft specifiek het warmteverlies aan doorheen raamprofielen.
54
Ook op het vlak van kleuren heeft kunststof schrijnwerk een lange weg afgelegd. Van-
steden of gemeenten verlenen enkel een subsidie voor schrijnwerk uit andere grondstoffen. Sommige gewesten gaan zelfs zover dat ze het gebruik van pvc-schrijnwerk bestraffen. Bouwheren die hiervoor kiezen, krijgen zelfs geen premieaftrek. Dit stand-
omvatten o.a. verkleuring, hechting, veroudering, scheuren van de laklaag, initiële
punt wordt onderbouwd door ééngetalscores die de impact van bouwmaterialen
schokweerstand van de laklaag en treksterkte na veroudering. De eisen zijn strenger
beoordelen, zonder rekening te houden met hun gebruiksfase of het einde van de
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
goedkeuring) voor kunststof schrijnwerk in België. De eisen vervat in deze STS 52.33
02/
daag beantwoordt kunststof schrijnwerk aan alle vereisten zoals gesteld in de technische specificatie STS 52.31. Dit document maakt onderdeel uit van een ATG2(technische
dan die van bv. Qualicoat4.
55
Op het vlak van premies wordt kunststof schrijnwerk gediscrimineerd. Sommige
levensfase. Gemeenten kopiëren hiermee een verouderd beoordelingsmodel dat op internationaal niveau al enkele jaren geleden werd vervangen door de Europese CEN
Om pvc-profielen het uitzicht van hout te geven, worden ze voorzien van een bescher-
TC 3501-visie.
mende en decoratieve folie . Qua kleurvastheid liggen de eisen vast in de STS 52.3. 5
Om (anno 2011) in België in aanmerking te komen voor een isolatiepremie moet de Voor uni-kleuren6 kan ofwel een folie7, een laklaag8 of een pmma9 -laag worden aan-
Uw-waarde van een venster kleiner zijn dan 2,0 W/m².K
gebracht. De hechting en de duurzaamheid ervan zijn vergelijkbaar met die van me-
Voor de prijs van vensters van een ander materiaal kunnen kunststof vensters
talen schrijnwerk.
worden gemaakt met een Uw-waarde van 1,5 W/m².K, dat betekent een extra besparing van 25%. Door deze kunststof ramen niet te willen betoelagen laat de
Bij houten of metalen schrijnwerk vormt kunststof steeds vaker de thermische
overheid een aanzienlijke potentiële energiebesparing liggen.
onderbreking10. Dit gebeurt door ofwel luchtkamers op te spuiten waardoor een betere isolatiewaarde wordt bekomen, ofwel via het inrollen van stegen11 in bv. aluminium halfschalen. De afgelopen 10 jaren is daardoor het aandeel van kunststof in
De hele bouwsector onderschrijft het belang van duurzaam bouwen en erkent de
schrijnwerk aanzienlijk toegenomen12.
energetische en CO2 -impact van ons woningpark. De bouwsector roept op om duurzaamheid te evalueren op gebouwniveau, conform de visie van Europa. Deze oproep
De Uw-waarde van een venster wordt mee bepaald door de afstandshouders. Vroeger
werd uitgestuurd naar alle betrokken ministers van alle Belgische gewesten, in de
bestonden die uit aluminium. Door zogenaamde ‘warme glasrand’-afstandshouders
hoop hiervoor hun steun te krijgen.
te gebruiken en die te verlijmen met polyisobutyleen13, gaat aan de randen van de 1 STS 52.3 is de Technische Specificatie van de FOD Economie betreffende “Buitenschrijnwerk in pvc – uitgave 2008” 2 Een ATG is een technisch advies omtrent een bouwmateriaal. Het omvat een beschrijving van het bouwmateriaal en zijn technische eigenschappen. Het advies wordt verleend door de Belgische Unie voor technische goedkeuringen in de bouw (BUtgb) die haar advies spiegelt aan leidraden opgesteld samen met de industrie. Een ATG laat de bouwheer toe om te verifiëren of de kwaliteit van de bouwmaterialen op de werf overeenstemt met die waarvoor hij koos in zijn lastenboek. 3 Tabel 6, 7, 8 en 9. 4 Qualicoat is de organisatie die zich bezighoudt met de kwaliteitscontrole van lakken, verven en coatings. Meer info via www.qualicoat.net 5 Wijze van aanbrengen van folie staat omschreven in STS 52.3 §4 6 Uni-kleur betekent éénkleurig. 7 Zie STS 52.3 §4 CPf 8 Zie STS 52.3 §4 CPp 9 Zie STS 52.3 §4 CPc 10 Van kunststoffen (algemeen) bedraagt de lambdawaarde gemiddeld ca 0,3 [W/m.K], van aluminium ca 160 [W/m.K]. De lambdawaarde voor pvc-profielen bedraagt 0,17 [W/m.K]. 11 Stegen in kunststof zijn vaak profielen in polyamide die zorgen voor de thermische onderbreking en de Uf-waarde van de profielen bepalen. 12 De laatste tien jaar is de afstand van stegen in aluminiumprofielen meer dan verdubbeld (van 14 mm naar 32 mm en meer). 13 Polyisobutyleen is een organische verbinding van vier koolstofatomen. Het is een zacht, weinig gasdoorlatend rubber en daardoor geschikt voor toepassingen onder hogere (onder)druk. Het voorziet als lijm een sterke en flexibele verbinding.
beglazing tot 5% minder warmte verloren. ‘warme glasrand’- afstandhouders
kouder
neutraal
warmer
Gelijkaardige thermoplasten worden gebruikt om stalen versterkingen in o.a. kunststof schrijnwerk te vervangen. Hierdoor daalt hun Uw-waarde verder, waardoor ook de energieverliezen nog verminderen.
Voor een fraai resultaat is het van belang dat de vorm, de stijl en de kleur van profielen zijn afgestemd op de stijl van de gevel. Het meest duurzaam zijn witte of crèmekleurige pvc-raamprofielen die in de massa zijn gekleurd. In principe hebben deze geen bescherming nodig. Ook ‘puur natuur’, dus zonder enige oppervlaktebehandeling, zijn ze prima bestand tegen weer en wind. Ze zijn eveneens het gemakkelijkst te herstellen. Deze visie werd uiteengezet in hoofdstuk 1.2.
1
56
57
02/
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
'In de jaren ’80 hanteerden we in Nederland kwalitatieve voorkeurslijsten voor afzonderlijke bouwproducten, met opgave van wat wél en wat niét mocht.'
Nederland is geëvolueerd van single value-modellen (ééngetalscores) naar de evaluatie van de milieueffecten van bouwmaterialen op gebouwniveau.
Dus nogal zwart-wit en ongenuanceerd. De LCA richtte zich in de jaren ’90 vooral op het niveau van materialen en bouwproducten. Daarnaast kwam het Nationaal Pakket Woningbouw - door en voor de bouwsector ontwikkeld - op, met lange lijsten maatregelen die waren gericht op deelproducten. De voorkeurslijsten bleven, maar werden, net als het Nationaal Pakket, vaker gebaseerd op LCA-uitkomsten. Eind de jaren ’90 pakte het Nederlands Verbond van Toeleveranciers in de Bouw (NVTB), gesteund door het ministerie van VROM (Milieu), uit met MilieuRelevante ProductInformatie (MRPI®), een Environmental Product Declaration (EPD) type III. Dat wil zeggen op LCA gebaseerd volgens de latere ISO norm 14025 (en ISO 14040/44). Eind de jaren ’90 gebeurden de eerste doorrekeningen van volledige gebouwen, inclusief gebruiksfase en onderhoud, recht doend aan het beoordelen van producten in hun toepassing. Op basis van de eerste ervaring met modellen als GreenCalc en Eco-Quantum werd de conceptnorm Materiaalgebonden Milieuprofiel Gebouwen (MMG) ontwikkeld. Net voor de finish lukte het in 2001 evenwel niet om dat voorstel om te zetten in een definitieve norm. De redenen voor het mislukken lagen in de complexiteit van gebouwbeoordelingen, gecombineerd met het idee dat de materiaalmilieuprestatie iets was dat van bovenaf werd opgelegd, waardoor er geen draagvlak was onder alle actoren. Daarom werd overgeschakeld naar eenvoudiger instrumenten, gebaseerd op LCA en gericht op stimulerend beleid. Voorbeelden daarvan zijn GPR (gemeentelijke praktijkrichtlijn duurzaam bouwen Tilburg & W/E adviseurs) en de Toolkit van projectontwikkelaars, woningcorporaties, gemeenten, energiebedrijven en SenterNovem. Smalle (energie-) en brede (duurzaamheids-) labels, eveneens gericht op communicatie naar consumenten, zijn in ontwikkeling.
In 2004 werd de Handleiding MRPI® omgezet in norm NEN 8006. De energieprestatie(EP)-normering zit al geruime tijd in het bouwbesluit. Elk nieuw woon- of utiliteitsgebouw moet hieraan voldoen. Uit een onderzoek waaruit blijkt dat de milieu-impact bij eenzelfde EP sterk uiteen kan lopen, ontstond de behoefte om de diverse in gebruik zijnde op LCA-gebaseerde modellen te harmoniseren. Dit leidde tot het huidige systeem dat is ondergebracht bij de Stichting Bouwkwaliteit (SBK) met een ‘Bepalingsmethode materiaalgebonden milieuprestatie van gebouwen en gww-werken’ en een Nationale database die zowel de LCA-milieu-informatie omvat als gegevens over de samenstelling van producten. Alle relevante partijen zijn bij deze ontwikkeling betrokken. Leveranciers kunnen milieugegevens van hun producten laten opnemen. In februari 2011 heeft het betreffende ministerie aangekondigd dat de materiaalgebonden milieuprestatie wordt opgenomen in het Nederlandse Bouwbesluit en dus regelgeving wordt. De Bepalingsmethode heeft NEN 8006 (productniveau) als uitgangspunt en geeft aan hoe op bouwwerkniveau de milieuprestatie te berekenen. Deze methode sluit in hoofdlijnen aan op de meest recente relevante Europese normen: prEN15804 EPD (2011) komt overeen met NEN8006 en prEN15978 (2011) is de tegenhanger van de Bepalingsmethode. prEN15942 comm.b2b (2011) komt overeen met het MRPI®-format.
Harry van Eewijk – Clustermanager duurzaam produceren IVAM, Amsterdam
PROJECT 5
58
59
02/
Rheinberger, gelegen in Pirmasens, was ooit de grootste schoenfabriek van Duitsland.
Toepassing van kunststof: structurele beglazing met pvc-profielen. Rheinberger, gelegen in Pirmasens (Rheinland-Pfalz), was ooit de grootste schoenfabriek van Duitsland. Het bedrijf werd in september 1882 opgestart door Eduard Rheinberger en telde begin de jaren ’50 zowat 2.800 werknemers. De laatste schoenen werden er vervaardigd midden de jaren ’90. Nadien werd de productie, samen met de resterende 250 werknemers, verplaatst naar Schwanheim. De fabriek diende nog een tijdlang als opslagruimte, maar kwam rond de eeuwwisseling leeg te staan. In 2007 is de stad Pirmasens het voormalige fabrieksterrein beginnen transformeren tot park. Samen met publiekprivate investeerders werd ook het inmiddels als monument geklasseerde fabrieksgebouw gesaneerd.
In 2007 is de stad Pirmasens het voormalige fabrieksterrein beginnen transformeren tot park. Samen met publiekprivate investeerders werd ook het inmiddels als monument geklasseerde fabrieksgebouw gesaneerd.
De grote uitdaging bestond erin de 7 verdiepingen hoge gevels thermisch te isoleren zonder het authentieke uitzicht ervan te wijzigen. De bijna 1.000 vensters waren vervaardigd in staal en hadden 12 onderverdelingen. Voor de vervanging werd gekozen voor een systeem van structurele beglazing met pvc-profielen. Daarmee konden verdelingen bovenop de beglazing worden gekleefd, zodat de oorspronkelijke look van het monument zoveel mogelijk bewaard kon blijven. Een ander belangrijk voordeel is dat het draaideel van de kozijnen volledig met glas is afgedekt, waardoor het aan de buitenzijde niet zichtbaar is. Doordat stalen versterkingen in de draaiende delen niet langer nodig zijn, zien de kozijnen er ook aan de binnenzijde veel slanker uit. Reeds in een vroege ontwerpfase werden ter vergelijking ramen van kunststof en aluminium ingebouwd. Hout was, gezien de te verwachten onderhoudskosten, geen optie. In vergelijking met aluminium bleken kunststoffen aanzienlijk prijsvriendelijker te zijn en betere warmte-isolerende eigenschappen te hebben.
Wat eveneens de doorslag gaf, is de slankheid van de profielen. Bij gebruik van profielen in aluminium zouden de draai-kipvleugels duidelijk zichtbaar geweest zijn, waardoor de totale indruk sterk zou afwijken van het historische voorbeeld. In vergelijking met de oorspronkelijke stalen vensters met enkel glas besparen de huidige pvc-vensters met superisolerende beglazing Uw-waarde van 1,3 W/m² K - elk jaar ongeveer 78.600 liter stookolie. Voor het hele complex betekent dit een reductie van de CO2-uitstoot met 244,5 ton per jaar.
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
Slanker dan ooit
60
02.4.3 / Kunststofbuizen
61
De levensduur van drinkwaterleidingen in pvc-u is langer dan 50 jaar. Een Engelse
met slechts 2 breuken op 184 km waterleiding. Een Zweedse studie (Bjorklund I. Plastic Pipes in water distribution systems. A study of failure frequencies, The Nordic Plastic Pipe Association, Sweden, 1994) vond een score van 0,006 storingen per kilometer. Ook in de Verenigde Staten krijgen kunststoffen steeds meer de voorkeur voor de aanleg van waterleidingen. (Materials shift in the new society, US Ook voor leidingsystemen (in toevoer en afvoer) is kunststof een duurzame oplossing.
Dpt of the Interior). De goede score van kunststof waterleidingen werd eveneens
Thermoplastische kunststofleidingen hebben niet alleen een bewezen1 levensduur
bevestigd in een Canadees onderzoek in 21 steden in opdracht van het Institute
van méér dan 100 jaar, in vergelijking met materialen zoals beton en grès zijn kunst-
for Research in Construction, National Research Council of Canada. Een milieurap-
stoffen heel eenvoudig te bewerken. De buislengtes zijn gemakkelijk aanpasbaar en
port (Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen, Stichting Bouwresearch, Rotterdam)
door dubbelmoffen te gebruiken kan het restafval fors worden gereduceerd. De weinige werfrestanten die er nog overblijven, alsook de uitgegraven oude leidingen kunnen probleemloos voor 100% worden gerecycleerd. Dat kunststofleidingen daadwerkelijk worden teruggenomen en hergebruikt, garandeert Kurio Recycling. Kurio (KUnststofRIOol) is een vzw opgestart door de Belgische producenten van leidingsystemen van thermoplastische kunststoffen met als doel
opgesteld voor de dienst Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer VROM in Nederland, bevestigt dat het gebruik van kunststoffen in waterleidingen doorgaans ook milieuvriendelijker is.
Het lichte transportgewicht en de eenvoudige en snelle installatie zorgen voor een ecologisch en economisch performant geheel.
uitgegraven kunststofleidingen in te zamelen en te herwerken tot nieuwe producten met een nuttige en duurzame toepassing. Dit zal op termijn leiden tot vermindering
Kunststofbuizen hebben een kleurcode, wat ook het milieu ten goede komt. Zo
van de afvalberg. De hoeveelheid te recycleren materiaal is vanwege de lange levens-
wordt hemelwater (RWA) vaak afgevoerd in grijze buizen, en afvalwater van huis-
duur van pvc, pe en pp nu nog beperkt, maar zal in de toekomst toenemen. Kurio
houdens in buizen met een roodbruine kleur. Afvalwater van huishoudens wordt
Recycling loopt hierop vooruit door nu al de kringloop te sluiten. Zo kan pvc-u tot
DWA (Droog Weer Afvoer) genoemd. DWA moet via een rioolwaterzuiveringsinstal-
7 keer worden gerecycleerd zonder dat het zijn eigenschappen verliest. Het recyclaat
latie (RWZI) gereinigd worden vooraleer het water opnieuw in omloop kan wor-
kan onder andere worden gebruikt als tussenlaag in een 3-lagenbuis, voor venster-
den gebracht. Vandaag streeft men ernaar om beide buizenstelsels (RWA en DWA)
banken, wandbekleding en geluidsmuren.
volledig van elkaar te scheiden. De kleurcodes helpen hierbij om vergissingen uit
Nog een belangrijk voordeel van kunststofleidingen is hun lichte gewicht. Dat bete-
ringsstelsel (DWA) niet meer overbelasten. Bij overbelasting van het rioleringsstel-
te sluiten. In een volledig gescheiden stelsel kunnen zware regenbuien het riolekent een besparing op het energieverbruik voor transport, en maakt de leidingen ook
sel wordt afvalwater momenteel gestort in rivieren (ook overstorten genoemd).
gemakkelijk manipuleerbaar zonder dat daarvoor grote hijsvoorzieningen en machi-
Dit op termijn vermijden zal het milieu verder sparen.
nes nodig zijn. Anders dan starre - en dus breukgevoelige - buizen zijn kunststofleidingen bovendien
Het kleuronderscheid grijs/roodbruin maakt leidingsystemen eveneens bijzonder
prima in staat om zettingen in de bodem op te vangen . Hierdoor, en ook dankzij de
geschikt voor de aanleg van gescheiden stelsels in het integraal waterbeheer. De
2
uiterst kleine toleranties bij de productieprocedés, zullen buisverbindingen veel min-
scheiding van hemel- en afvalwater, evenals het nuttig hergebruik en/of infiltratie
der snel lekken, waardoor het risico op verontreiniging van grondwater en bodem
van hemelwater zijn de sleutelfactoren van een efficiënt en duurzaam waterbeleid.
aanzienlijk vermindert. Ook het gevaar dat er grondwater in de lekkende of gebarsten riolering binnendringt, is veel minder groot. Studies op diverse, al jaren in gebruik zijnde rioleringssystemen, hebben aangetoond, dat onder vergelijkbare gebruiks- omstandigheden de kans op schade bij flexibele (kunststof)leidingen in riooltoepassingen slechts één vijfde is in vergelijking met starre leidingen (in beton of gres). Doordat kunststof grotere lengtes mogelijk maakt, hebben de leidingen ook minder verbindingen nodig, wat het risico op lekkage nog meer beperkt. Via versnelde verouderingsmethode TNO-rapport MT- RAP – 2008 -01066/mso. 2 SMP-rapport ‘Goed functionerende rioleringen een noodzaak voor het milieu’ zie www.kurio.be (techniek – item 6). 1
Gemeenten die verstandig willen omspringen met hun budget, investeren bij voorkeur in duurzame en hoogwaardige kunststofleidingen. Die kunnen veel sneller - en dus ook veel goedkoper - worden vervangen dan de traditionele materialen beton of gres zonder dat aan de vereiste prestaties wordt geraakt. Hoewel bij vervanging van de riolering de prijs van de rioolbuizen maar zowat gemiddeld 18% van de totale kosten uitmaakt (het overgrote deel van de kosten gaat naar het openbreken van de weg), is kunststof dankzij de installatiesnelheid en duurzaamheid van kunststof het meest performante materiaal. Bovendien lenen kunststoffen zich uitstekend voor nieuwe installatietechnieken en zijn ze gezien hun recycleerbaarheid uiterst milieuvriendelijk.
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
gen gemaakt uit verschillende materialen. Daarin behaalde pvc-u de beste score
02/
studie (North Wast Water Plc) vergeleek het aantal storingen in drinkwaterleidin-
62
63
02/
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
'Dankzij de introductie van kunststoffen zijn we voor distributieleidingen harde pvc gaan gebruiken, buizen van het type spiemof met rubberdichting.'
Naast de productie en distributie van drinkwater staat de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW) in voor de realisatie van rioolaansluitingen, de aanleg van het gemeentelijk rioleringsnet en de exploitatie ervan.
Tot de jaren ’50 gebruikten we als leidingmaterialen ondermeer lood, staal, grijs gietijzer, beton en asbestcement. Dankzij de introductie van kunststoffen zijn we voor distributieleidingen harde pvc gaan gebruiken, meer bepaald buizen van het type spiemof met rubberdichting. Voor aansluitleidingen zijn we overgeschakeld op polyethyleen van lage densiteit. Kunststof leidingsystemen hebben belangrijke voordelen: het lichte gewicht, de eenvoudige montage en de flexibele inzetbaarheid. In de beginfase werd nogal roekeloos geëxperimenteerd en hebben we heel wat leergeld betaald. Met de eerste spuitgegoten pvc-moffen bijvoorbeeld hebben we heel wat problemen gehad. Door de te hoge restspanningen en een bijkomende stress tengevolge van de starre lijmverbinding van de mof op de buis ontstonden er na enkele jaren dikwijls verscheidene breuken. Al gauw hebben we ingezien dat technologische ontwikkeling gepaard moet gaan met een grondig inzicht in het gedrag van materialen en met een sluitende kwaliteitscontrole. Dat heeft ervoor gezorgd dat er werd geïnvesteerd in het onderzoek naar duurzamere leidingmaterialen. Op dit vlak heeft het onderzoekslabo BECETEL een pioniersrol gespeeld. Vanaf de jaren ‘70 tot nu hebben kunststoffen een enorme evolutie gekend. Verbeteringen volgden elkaar in sneltempo op. Pvc werd het standaardmateriaal voor distributieleidingen. Voor aansluitingleidingen met het huis en voor verbindingsleidingen tussen grondwaterbatterijen en het pompstation is polyethyleen het standaardmateriaal geworden. Op vraag van de watersector werd het gamma uitgebreid naar grotere diameters. In samenwerking met BECETEL heeft de VMW diverse pilootprojecten uitgevoerd met polyethyleenleidingen met een diameter tot 600 mm. Dit resulteerde in een baanbrekend en uniek leidingproject dat in 2000 in West-Vlaanderen opgestart werd: een aangetaste stalen leiding werd er met succes vervangen door een leiding in polyetheen met een diameter van 900 mm en een drukklasse PN 10. Ook de T-stukken en de verloopstukken waren vervaardigd uit hetzelfde kunststofmateriaal en hadden dezelfde drukklasse. In 2007 volgde een
succesvol project met glasvezelversterkte polyetheenbuizen en -hulpstukken. Op basis van de beschikbare resultaten kan gesteld worden dat dit leidingsysteem in de toekomst aan belang zal winnen. Ook op het vlak van andere watertoepassingen zoals binnenhuisinstallaties en straatpotten winnen kunststoffen veld. Sinds kort zijn er hoogkwalitatieve netafsluiters en brandkranen in kunststof op de markt. Een volledige watermeterconfiguratie in kunststof is in ontwikkeling. Sinds 2005 gebruikt de VMW inbouwkranen uit kunststof als hoofdkraan in de huisaansluitingen. Om de duurzaamheid van ons leidingnet te kunnen garanderen, werken we samen met het geaccrediteerd onderzoekslabo BECETEL. Dat bewaakt het mechanische en langeduurgedrag. Daarnaast leggen we ook zelf stringente normen en voorschriften op. Voor drukleidingen bijvoorbeeld mag er geen recyclaat gebruikt worden, enkel het herwerkt materiaal (max. 3%) van de eigen fabricagesite. Wij promoten het hergebruik van gebruikte materialen, maar dan enkel en alleen voor toepassingen die niet zwaar belast worden zoals straatpotten, omlijstingen, steunkaders en verankeringsvoeten voor brandkraanpalen. Vandaag bestaat meer dan 30% van ons totaal leidingnetwerk (ongeveer 30.000 km) uit kunststofleidingen. Sommige delen daarvan zijn nu al ouder dan 50 jaar. Conditiemetingen op bestaande kunststofleidingen tonen aan dat een minimum levensduur van honderd jaar haalbaar is, zeker wat de huidige generatie kunststofleidingen betreft.
Ingenieur Jos Robeyns, Hoofd van de cel materialentechnologie van de VMW.
PROJECT 6
64
65
Toepassing van kunststof: o.a. verlijmde beglazingspanelen, pe-xa kunststofbuizen voor de betonkernactivering. Als voortrekker in rationeel energieen watergebruik heeft Infrax West de lat bijzonder hoog gelegd. Met haar nieuwe regionale kantoor in Torhout wilde de West-Vlaamse Energie Maatschappij een voorbeeld stellen op het vlak van duurzaam en energiezuinig bouwen.
© Crepain Binst Architecture
Met haar nieuwe regionale kantoor in Torhout wilde de West-Vlaamse Energie Maatschappij een voorbeeld stellen op het vlak van duurzaam en energiezuinig bouwen.
Het ecologische kantoorcomplex dat Crepain Binst Architecture nv en VK Engineering bedachten, is een metafoor van een bos: een veelheid aan ranke betonnen stammen met daarop een groene kruin waarin een waaier aan energiebesparende technieken zijn geïntegreerd. Met een energiepeil van E60 zit het ecokantoor ver beneden de wettelijke norm E801. De dubbele gevel werkt als passieve en actieve energiebron. Tussen de buitenschil en de thermisch geïsoleerde binnenschil bevindt zich een open verticale luchtspouw waarin de lucht door de invallende zonnestraling wordt opgewarmd. Wanneer in het
tussenseizoen de ramen opengaan, kan de opgewarmde spouwlucht worden aangewend om de kantoorruimtes te ventileren. In de zomer zorgt het schoorsteeneffect in de open gevelspouw voor een natuurlijke afvoer van de zonnewarmte die door de gevel wordt gecapteerd. De architecten vertaalden de energiezuinigheid eveneens naar de groen gekleurde glaspanelen in de buitenschil. De 3 verschillende tinten en de 3 verschillende transparantiegraden verlenen het gebouw naast een bijzonder expressief karakter eveneens een maximum aan transparantie en natuurlijk licht zonder rechtstreekse zonne-inval. Ook de geïntegreerde fotovoltaïsche cellen zijn groen, letterlijk en figuurlijk. De zeefdruktekening is een uitvergroting van een fotovoltaïsche cel. De beglazingspanelen werden op de aluminium kaders bevestigd met behulp van een snel en neutraal uithardende tweecomponenten siliconenkit. Deze kit biedt een uitstekende kracht/ flexibiliteitsverhouding en blijft bijzonder stabiel over een groot temperatuurbereik (van - 55 °C tot + 150 °C).
Dankzij de verlijming is bovendien het totale gewicht veel kleiner dan bij een mechanische bevestiging. De bewezen duurzaamheid en geringe onderhoudskosten maken deze verlijming eveneens opvallend kostenefficiënt. De klimaatregeling gebeurt met een ondergronds boorgaten-energieopslagveld (BEO), een warmtepomp en betonkernactivering (BKA). De fotovoltaïsche zonnecellen die in de gevel zijn geïntegreerd, voorzien de primaire pomp van het BEO-veld van stroom, waardoor het kantoor kan worden gekoeld zonder extra energieverbruik. Verder zijn de kantoren uitgerust met energie-efficiënte verlichtingsarmaturen, daglichtsturing en aanwezigheidsdetectie. Een groendak en waterbekkens rond het gebouw zorgen voor de opvang van het hemelwater. Zo bespaart Infrax West jaarlijks ruim 40% energie en bijna 180 ton CO2.
Het rendement van de diverse energiezuinige technieken kan online worden gevolgd via www.infrax.be/ecokantoor.
1
02/
WVEM Torhout
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
Letterlijk en figuurlijk een groene gevel
66
02.4.4 / Luchtdichtheid gebouwen
67
Maar ook de bouwheer/bewoner is belangrijk. Hij mag bijvoorbeeld de pleisterlaag niet perforeren om een foto op te hangen. Als oplossing kiest hij voor een leiding-
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
02/
spouw of het aanhechten via verlijming. Hetzelfde geldt voor een luchtdicht scherm1. Een luchtdicht scherm mag niet worden doorboord tenzij de perforaties afgewerkt worden met speciale hulpstukken zoals manchetten. Het vrijwaren van een luchtdichte laag doet ons met andere ogen kijken naar perfo-
Om de doelstellingen van Europa te halen (Near Zero Energy houses in 2020), wordt
rerende verbindingen. In de bouw worden 55% van alle verbindingen vernageld of
het belang van goede isolatie, een luchtdichte bouwschil en een doordachte ventila-
geschroefd, 32% van de verbindingen worden gelast, gelaserd of gesoldeerd. Amper
tie steeds meer erkend. Hoe luchtdichter men bouwt, hoe kleiner de warmteverliezen
10% van de verbindingen wordt verlijmd. Nochtans bieden juist lijmverbindingen een
zijn en hoe kleiner de kans op schade door vocht en tocht. Tenminste indien zowel
betere garantie op het behouden van een luchtdichte laag.
isolatie, luchtdichtheid en ventilatie correct werden uitgevoerd en op elkaar zijn afgestemd. Luchtdicht bouwen vereist evenwel meer aandacht voor de kwaliteit
Het EPB-decreet stelt ook aan vensteraansluitingen hogere eisen. In nieuwbouw
van de binnenlucht. Wanneer we onze huizen luchtdicht maken wordt onze lucht-
wordt steeds een voeg behouden van +/- 2 cm (zie Technische Voorlichting 214 van
verversing niet meer lukraak gestuurd door natuurkrachten zoals wind en bijhoren-
het WTCB). Bij omkasting kan de bouwheer dankzij het gebruik van pur-schuim, tapes
de tocht, maar bepalen we zelf de snelheid van de luchtverversing in functie van de
en een acrylaatkit (voor een lucht- en dampdichte afdichting aan de binnenzijde,
gemeten luchtkwaliteit.
optimale thermische en akoestische isolatie in het midden en een weer- en- windbescherming aan de buitenzijde) tot 10 E-punten winnen2. Dat blijkt uit testen die in
Momenteel bedraagt het energetisch peil van een nieuwbouwwoning ongeveer E80.
2010 werden uitgevoerd in het Testcentrum voor Gevelelementen van de Universiteit
Tot voor kort was dit nog E100. De overgang was mogelijk door bouwwerken uit te
Gent.
1
voeren conform de regels van de kunst. Voor een bijna-energieneutraal gebouw moet een E-peil 40 of 30 gehaald worden. Dit vereist een andere manier van bouwen en het aanwenden van nieuwe technologieën die we vandaag nog (bijna) niet toepassen. Zo wint de bouwschil van een woning vandaag nog steeds aan belang. Om warmteverliezen tegen te gaan en koudebruggen (bouwknopen) te vermijden, moet de isolatielaag ononderbroken worden uitgevoerd. Maar een woning moet ook van een ononderbroken luchtdichte laag worden voorzien. Dit vormt een complexe uitdaging aangezien daarvoor ook bouwcomponenten zoals bepleisterde wanden, gegoten vloeren en het schrijnwerk volledig luchtdicht moeten zijn. Dat maakt een goede communicatie tussen de verschillende (onder)aannemers uiterst belangrijk.
Een luchtdicht scherm is geen zuurstofbarriere. Het mag niet worden verward met een onderdakfolie (die zich aan de buitenzijde van de bouwschil bevindt) noch met een dampscherm (dat wordt gebruikt bij een vochtig binnenklimaat). 2 Een gedetailleerde berekening in plaats van een forfaitaire toeslag levert 7 E-punten verschil op. Het luchtdicht maken van schrijnwerk levert 3 à 4 E-punten extra op. 1
1 Energieperformantie van gebouwen is een gewestelijke bevoegdheid en verschilt in Vlaanderen, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Wallonië.
PROJECT 7
68
69
02/
Gelauwerd als een toonbeeld van duurzame stedenbouwkundige reconversie.
Toepassing van kunststof: polycarbonaat voor de gevel en de lichtstraten. Dit project werd in 2010 door de jury van de Gentse BIS-beurs gelauwerd als een toonbeeld van een duurzame stedenbouwkundige reconversie.
© Marie-Françoise Plissart
Gezien de modernistische architectuur werd besloten om de bestaande structuur zoveel mogelijk te behouden en te beschermen.
Een verloederde garage midden in een woonwijk in Sint-Gillis (Brussel) werd omgebouwd tot sportzaal, op de eerste verdieping kwam een avondschool, en de conciërgewoning kreeg het gezelschap van twee bijkomende woningen. Daarbij maakten bouwheer (de gemeente Sint-Gillis) en architecten (tijdelijke vennootschap AgwA + Ferrière Architecten) om esthetische en economische redenen veelvuldig gebruik van polycarbonaat, zowel als gevelmateriaal als voor de renovatie van de lichtstraten in het dak van het voormalig atelier, en voor de binnengevels van de vroegere burelen. Gezien de modernistische architectuur werd besloten om de bestaande structuur zoveel mogelijk te behouden en te beschermen, en de bijkomende woningen te ontwerpen als een totaal onafhankelijke structuur.
Door de bestaande structuur te behouden, hoefde er weinig energie te worden verspild aan afbraak en transport, waren er minder nieuwe materialen nodig, en kon er bijgevolg ook veel geld worden bespaard. Wanneer mogelijk, kregen de oorspronkelijke of recycleerbare materialen de voorkeur. Ook het ontwerp en de afwerking zijn minimaal, maar bijzonder verzorgd. Dankzij de ‘brugbouw’ bovenop de bestaande garage vormt het nieuwe geheel een opeenstapeling van horizontale lagen. Deze opbouw staat in scherp contrast met de aanpalende rijhuizen en accentueert het publiek karakter van de sportzaal en de avondschool. Om de identiteit van het gebouw nog te versterken en tegelijk het zeer beperkte budget te respecteren, werd in de voorgevel op een creatieve manier omgegaan met polycarbonaat. Polycarbonaatplaten zijn niet alleen goedkoper dan glas, ze bieden tevens het esthetische voordeel dat ze over de volledige voorgevel kunnen doorlopen, zowel over de betonnen structuur als over de openingen voor de ramen.
Dit draagt bij tot het frisse, uniforme uitzicht van de gevel. Om natuurlijk licht binnen te laten, bleven de grote lichtstraten behouden, maar werd het energetisch inefficiënte glas eveneens vervangen door polycarbonaatplaten. Polycarbonaat heeft de isolerende waarde van dubbel glas, maar is lichter en betaalbaarder. Polycarbonaat is bovendien sterker dan glas, en daardoor uitermate geschikt als inbraak- en vandalismepreventie.
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
Low budget, high creativity
70
overschilderbaar is. De daaronder liggende kit wordt door de huid beschermd tegen verdere doordroging en blijft dus plastisch. Met de tijd hardt de kit echter verder door
Polyisobutyleen is een van de enige kitten die geschikt is voor de renovatie van oude kitvoegen in butyleen. Oliën zijn immers niet compatibel met de moderne kitsoorten. Bitumenkitten worden gefabriceerd op basis van bitumen. Ze worden gebruikt voor daken, in combinatie met andere bitumenhoudende producten (zoals roofing).
Dankzij lijmen hebben installaties voor wind- en zonne-energie een langere levensduur. De gebruikte materialen kunnen niet door perforerende technieken met elkaar verbonden worden, aangezien hun sterkte zou verminderen. Dankzij het verlijmen
Plast o-elastis c he kitte n
kunnen voor de installaties bovendien lichtere materialen worden gebruikt. Acrylaatkitten bestaan uit een acrylaatmassa in waterdispersie. Schilders en stukaHet is zowel voor onze samenleving als voor het milieu voordeliger om bouwwerken
doors gebruiken ze binnenshuis voor het dichten van aansluitvoegen zoals wand/
goed te onderhouden. Goed onderhoud verlengt immers de levensduur van gebou-
plafond, muur/plint en muur/muur. Acrylaatkitten zijn namelijk goed overschilder-
wen aanzienlijk. Hierdoor wordt vroegtijdige afbraak en vervanging vermeden, wat
baar met de meeste watergedragen en oplosmiddelhoudende verven. Tegenwoordig
een belangrijke impact heeft op het milieu. Het verlijmen van met koolstofvezel ver-
bestaan er ook acrylaatkitten voor buitentoepassingen.
sterkte polymeren is een nieuwe techniek die zwakke plekken in infrastructuurwerken helpt te herstellen. De techniek heeft tal van voordelen: het lichte gewicht, de lage inbouwdiepte, de corrosiebestendigheid en de snelle en efficiënte toepassing. Koolstofvezelversterking wordt vooral toegepast ter versterking van bestaande bouwwerken waarvan de belasting verhoogd moet worden of waarvan de functie gewijzigd wordt. Naargelang de toepassing kunnen verschillende types van lijmen en voegkitten worden gebruikt: stopverven, plastische, plasto-elastische en elastische kitten.
S t o p v er v e n Worden geproduceerd op basis van drogende oliën en kunstharsen en zijn vooral gekend van hun toepassing als glasvoeg. Bij de renovatie van historische gebouwen worden stopverven soms nog gebruikt voor hun ‘traditionele’ look. Doordat stopverf overschilderbaar is, verdwijnt de glasvoegdichting mee in het schrijnwerk. Stopverven worden tegenwoordig meer en meer vervangen door elastische kitten.
P l astis c he k itten Voor de bouw bestaan deze voornamelijk uit polyisobutyleenkitten en bitumenkitten. Polyisobutyleenkitten worden vervaardigd op basis van polybuteen waaraan drogende oliën worden toegevoegd. Polyisobutyleenkitten zorgen voor een luchtdichte afdichting van uitzettingsvoegen die niet of nauwelijks mechanisch belast worden. Enkele dagen na het aanbrengen ervan vormt deze kit een droge huid die perfect
02/
in de diepte tot hij volledig uitgehard is. Hierdoor verliest hij zijn functie en dient hij te worden vervangen.
Lijmen hebben hun belang al bewezen bij de productie van hernieuwbare energie.
71
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
02.4.5 / Lijmen en voegkitten
E l astis c he k itten
72
Vanwege hun elastische eigenschappen worden siliconen eveneens gebruikt voor
73
het verlijmen van orkaan- of bomvrije beglazing. Ook in gebieden met een verhoogd risico op aardbevingen worden gevelsystemen uitgevoerd met structureel verlijmde beglazingen. Zo overleefde de Center Tower in Californië de laatste 20 jaar diverse
tenvorm gebruikt voor afdichtingsvoegen, vandaag worden ze - vooral in de petro-
aardbevingen waarvan de grootte opliep tot 7.1 op de Richterschaal, zonder enige
chemische industrie en in tankstations - toegepast in voegen die resistent moeten zijn
schade en zonder slachtoffers.
tegen chemische producten zoals benzine en actieve chloor. Polysulfidekitten worden eveneens gebruikt als tweede barrière bij isolerende beglazing.
Vanwege esthetische redenen wordt ook in energetisch duurzame gebouwen steeds meer gekozen voor structureel verlijmde beglazingen. Zo opteerde de West-Vlaamse
Polyurethaankitten, samengesteld op basis van pur, zijn één- en tweecomponenten-
Energie Maatschappij in Torhout voor een dubbelwandig gevelsysteem. De structu-
systemen die vaak de afdichtingsvoeg vormen tussen gevelelementen. Ook elasti-
reel verlijmde beglazing maakt het inbouwen van grotere glasoppervlakken mogelijk,
sche verlijmingen in de bouw, zoals gevelplaten die een hoge mechanische besten-
terwijl dankzij het dubbelwandig gevelsysteem de terugliggende openingen in het
digheid en goede elastische eigenschappen vereisen, worden vaak uitgevoerd met
gebouw worden ingewerkt, waardoor oververhitting in de zomer wordt voorkomen.
een overschilderbare pur-kit . 2
Hybride polymeren zoals ms-polymeren werden aanvankelijk verkocht als sterktelijm voor bv. gevelplaten, maar tegenwoordig ook meer en meer als afdichtingskit voor dilatatievoegen. Net zoals pur-kitten combineren deze producten elastische eigenschappen met overschilderbaarheid. Siliconen op basis van siliconenpolymeren zijn anorganisch, waardoor ze niet aangetast worden door uv. Ze worden gebruikt voor o.a. het afdichten van gevelaansluiting- en dilatatievoegen, glasvoegen, voegen met hoge uv-belasting, voegen met grote temperatuurschommelingen en voegen in sanitaire ruimtes. Siliconen hebben het grote voordeel dat ze elastisch blijven bij temperatuurschommelingen van - 50 °C tot + 200 °C. Ze bestaan in 2 grote families: neutrale (alkoxy, oxime en benzamiden) en azijnzure siliconen. Siliconen worden wereldwijd toegepast voor het verlijmen van beglazing op achterliggende gevelelementen. The US Steelworkers Union building in Pittsburgh werd in 1958 uitgevoerd met een structureel verlijmde beglazing. De siliconen vertonen nog steeds geen spoor van veroudering. Ze dragen nog steeds bij aan een verbeterde luchtdichtheid en verminderen koudebruggen in het gebouw. Hierdoor levert het gebruik van siliconen een energiebesparing op die vele keren de energiebehoefte overtreft om ze te produceren.
1 Elasticiteit wordt gemeten volgens de norm ISO 11600 F 25 LM. 2 Overschilderbaar met watergedragen verven en in bepaalde gevallen met alkydharsen (vertraagde droging).
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
kunnen overbruggen. Oorspronkelijk werden polysulfidekitten in 2-componen-
02/
Polysulfidekitten behoren tot de eerste elastische kitten1 die tot 25% bewegingen
PROJECT 8
74
75
Toepassing van kunststoffen: verlijmde structurele beglazing met geïntegreerde pv-cellen.
toppen in het westelijke deel van het Monte Rosamassief zoals Castor en Pollux.
De gevel is, naast een essentieel structureel onderdeel van een gebouw, ook een belangrijk onderdeel van de visuele communicatie.
Zermatt Bergbahnen AG engageert zich al enkele jaren om het milieu beter te beschermen en te investeren in gebouwen die zich onderscheiden op het vlak van duurzaamheid en energie-efficiëntie. Dankzij de uitmuntende thermische isolatie alsook de driedubbele beglazing kan de energievraag aanzienlijk worden beperkt.
Tegenwoordig wordt de gevel ook steeds vaker een statement van het ecologische engagement van de bouwheer. De zonnegevel van het in de rotsen gebouwde bergstation van Klein Matterhorn, gebouwd in opdracht van Zermatt Bergbahnen, is hiervan een fraai voorbeeld. De Klein Matterhorn, een 3.883 meter hoge berg in Zwitserland, is het hoogst gelegen uitzichtpunt van Europa. Er is geen enkele kabelbaan die toeristen naar een hoger punt brengt. Het uitzicht is er adembenemend: je kijkt uit over 38 vierduizenders zoals de Breithorn en de Matterhorn, en over de ijskoude, maar heldere wereld van gletsjers en eeuwige sneeuw. Zowel de gevel als de verkleving staan bloot aan de strengste klimatologische omstandigheden - uv-straling, temperatuurverschillen en windbelasting - en toch geven ze geen krimp.
Vaak wordt het bergstation gebruikt als beginpunt voor tochten naar
Het pv-systeem van 22 kWp1 dat in de zuidgevel is geïntegreerd, genereert ongeveer een derde van de totale energiebehoefte van het gebouw. Ook het tussenstation Trockener Steg, op 2.929 m hoogte, beschikt over een gevel-geïntegreerd fotovoltaïsch systeem van 35 kWp.
zij verlijming kunnen de bevestiging en afdichting gebeuren in één enkele bewerking, en eventuele puntlasten en spanningen worden overgedragen naar een dragend bouwdeel. Op die manier konden energiebesparing en de voordelen van verlijming prima met elkaar worden gecombineerd. Op het dak van de wereld bewijzen de gebruikte lijmen bovendien hun buitengewone duurzaamheid. Zowel de gevel als de verkleving staan bloot aan de strengste klimatologische omstandigheden - uv-straling, temperatuurverschillen en windbelasting - en toch geven ze geen krimp.
Voor zijn bekommernis om het milieu en het aanwenden van zonne-energie ontving Zermatt Bergbahnen AG in 2010 de European Solar Prize. De structurele beglazing met de geïntegreerde pv-modules werd op de gevel aangebracht met behulp van lijm. Dat gebeurde om twee redenen: dank-
1 Wattpiek is het vermogen dat een zonnepaneel levert bij gestandaardiseerde testcondities. Deze testcondities omvatten ondermeer een loodrechte positie van het zonnepaneel t.o.v de invallende zonnestralen, die een continu vermogen van 1.000 watt/ m² aanhouden bij een constante celtemperatuur van 25 °C. 1 kilowattpiek of kWp komt overeen met 1.000 wattpiek.
02/
De zonnegevel van het in de rotsen gebouwde bergstation van Klein Matterhorn.
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
energiebesparing op het dak van de wereld
76
02.4.6 / dakmembramen
77
02/
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
Dakmembranen kunnen op drie manieren worden bevestigd: mechanisch, onder ballast en gekleefd. Voor de mechanische bevestiging van de membranen op de on-
Een wit dakmembraan is het best voor het milieu en de energierekening. Dankzij
derliggende kunststofisolatie worden in plaats van metalen verdeelplaatjes en lange
een pigmentatie in de massa weerkaatst wit tot 90% van de zonnestralen.
metalen schroeven steeds vaker kunststof pluggen en korte schroeven gebruikt. Het gebruik van kunststof en het verlijmen verminderen sterk het risico op koudebrug-
De hitte die normaal via het dak een gebouw zou binnendringen, wordt zo opti-
gen: er gaat ongeveer 5% minder warmte verloren.
maal afgestoten. Dat zorgt ervoor dat de gebouwen gedurende de zomer minder moet worden gekoeld.
Een bijkomend voordeel van kunststof pluggen (‘tules’) is een betere klemming van
Om de vervuiling en de vermindering van de weerkaatsing tegen te gaan, kan een
het dakmembraan tegen de thermische isolatie. Dat resulteert in een hogere uittrek-
beschermende coating worden aangebracht.
waarde, waardoor er minder bevestigers nodig zijn. Een witte ondergrond is het meest aangewezen onder kristallijne fotovoltaïsche Afhankelijk van de dikte hebben kunststof dakmembranen een verwachte levens-
panelen. Enerzijds verhoogt het door de witte ondergrond gereflecteerde zonlicht
duur van 25 tot 35 jaar. Die levensduur stijgt nog. De laatste 15 jaren is de levensduur
het rendement van de zonnepanelen. Anderzijds zal, door de reflectie van het zon-
van pvc bijvoorbeeld toegenomen met 50%. Naast hun technische kwaliteiten heb-
licht, de temperatuur ter hoogte van de witte dakbedekking laag blijven en een
ben dakmembranen op basis van pvc-p ook belangrijke esthetische kwaliteiten. Ze
outputverlies vermijden. Elke stijging van de temperatuur van de pv-cellen met
kunnen de staande naad van zinken daken perfect imiteren. In tegenstelling tot zink
één graad betekent immers een verlies van 0,5% van de vooropgestelde opbrengst.
1
is kunststof vandaag geen schaarsteproduct. Kunststoffen zijn bovendien goedkoper en bij een hagelbui veroorzaken ze minder lawaai. Voor het recycleren van de dakmembranen heeft de Europese kunststofsector zich vrijwillig geschaard achter Roofcollect®, een inzamel- en recyclinginitiatief voor afgedankte dakbedekkingen. In 2008 werd 954 ton dakmembranen gerecycleerd, in 2009 was dat al 1.297 ton. Het streefdoel voor 2010 was 1.500 ton, het uiteindelijke resultaat is 1.586 ton geworden.
1
pvc-p: geplastificeerd pvc
PROJECT 9
78
79
Toepassing van kunststoffen: pvc-afdichting waarop zonnecelmodules zijn verkleefd. Het Antwerps Sportpaleis is sinds 1933 door zijn enorme dak een opvallend baken op de Antwerpse ring. Tussen april en augustus 2010 verwisselde de groene dakhuid voor pvc-dakbanen in 5 tinten van blauw en grijs. Ondanks de nieuwe blauwe kleur blijft het dak van Belgiës populairste evenementenhal toch ook ‘groen’. Dankzij de 2.000 m² geïntegreerde zonnecellen, goed voor een geschatte productie van 45.000 kWh per jaar, is het nieuwe dak een schoolvoorbeeld van een energiedak.
Het dak van het Sportpaleis in Antwerpen heeft een totale oppervlakte van 10.000 m². Oorspronkelijk was het opgebouwd uit een stalen structuur met golfplaten.
Het dak van het Sportpaleis in Antwerpen heeft een totale oppervlakte van 10.000 m². Oorspronkelijk was het opgebouwd uit een stalen structuur met golfplaten. Later kreeg het een bitumineuze bedekking en in 1988 werd het bekleed met een pvc-dak. De groene pvc-banen waren nog altijd in goede staat en zouden het Sportpaleis nog vele jaren waterdicht kunnen houden. Maar de bouwheer
opteerde ervoor om het dak bijkomend thermisch en akoestisch te isoleren, het te bekleden met een nieuwe pvc-afdichting in diverse tinten blauw en lichtgrijs, en het aan de zuidkant te voorzien van zonnecellen. De bestaande pvc-bekleding werd hersteld en doet nu dienst als dampscherm. Daarboven kwam een isolatielaag, en vervolgens een nieuwe afdichting bestaande uit 1,5 mm dikke, met polyester gewapende pvc-banen waarvan de afmetingen speciaal voor dit project werden ontwikkeld. Om perfect overeen te stemmen met het kleurontwerp, mocht de nieuwe afdichting maximum 81 cm breed zijn. Op vraag van de provincie Antwerpen zijn de pvc-banen uitgevoerd in vier verschillende tinten blauw. Als kers op de taart kwam het logo van de provincie Antwerpen, in een grijze tint en doorlopend over de verschillende dakvlakken heen, zodat het vanuit de lucht - en op ‘google earth’ - heel duidelijk zichtbaar is. Om de uv-bestendigheid te verhogen, de vervuiling te vertragen en de kleur-
vastheid te garanderen, is de dakfolie afgewerkt met een ‘clearcoat’-coating. Deze beschermlaag zorgt er ook voor dat het dak gemakkelijk met water te reinigen is. Aan de zuidkant, de kant van de Antwerpse ring, is het dak voorzien van 869 m² zonnecellen. Deze verzekeren een stroomopwekking die voldoende groot is om in de basisbehoeftes van het Sportpaleis te voorzien. In plaats van voor traditionele zonnepanelen werd gekozen voor flexibele zonnecelmodules die werden verkleefd op een afdichtingsfolie die compatibel is met de pvc. Zo hoeft het dak niet doorboord te worden en blijft de waterdichting van het dak gegarandeerd. Naast hun lage gewicht - amper ongeveer 3,5 kg/m² - bieden deze zonnecelmodules het voordeel dat het dak niet onderhevig is aan extra windbelasting. Bovendien kunnen ze een breder lichtspectrum opvangen, waardoor ze bij bewolkt weer en indirect zonlicht een hogere opbrengst kunnen leveren.
02/
Het Antwerps Sportpaleis
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
blauwe bolster met een groen karakter
80
De volgende tabel toont de voor- en nadelen van de verschillende isolatiematerialen: Voordelen
Nadelen
pvc
- langdurig gebruik
- laag temperatuursbereik tot 70 °C
- eenvoudig handelbaar
- ongeschikt voor spanningen U>10kV
- brandweerstand
- hard bij lage temperaturen
- hoge elasticiteit
- laag temperatuursbereik tot 70 °C
- goede elektrische eigenschappen
- ontvlambaar
pe
- eenvoudig te plaatsen
Alle elektrische kabels bestaan hoofdzakelijk uit:
xlpe
Een metalen geleider (koper of aluminium)
- hoge elasticiteit
- complex productieproces
- goede elektrische eigenschappen
- ontvlambaar
- eenvoudig te plaatsen
Niet-metalen of synthetische materialen
- goede thermische eigenschappen tot 90 °C
-
Als elektrische isolator tussen verschillende geleiders
-
Als buitenmantel voor de bescherming van de geleiders tegen weersinvloeden
en de beveiliging van werknemers en gebruikers
epr
- zeer elastisch
- lage treksterkte
- groot temperatuursbereik
Een gelijkaardige indeling geldt voor isolatievellen: Thermoplasten (niet dwarsverbonden) : + pvc + pe + pur Elastomeren : + epr
Isolatie
Buitenmantel
Vellen isolatie
Voordelen
Nadelen
pvc
- goedkoop
- matige mechanische eigenschappen
- grondtoepassingen mogelijk
- ongeschikt voor spanningen U>10kV
- hoge levensduur
- hard bij lage temperaturen
- vlam- en vuurvertragend
De eigenschappen en kwaliteiten waaraan materialen die gebruikt worden voor de vervaardiging van isolatie en buitenmantel moeten voldoen (elektrische en mechani-
pe
sche eigenschappen, milieu-impact, levensduur en brandreactie) werden vastgelegd
- grondtoepassingen mogelijk
- ontvlambaar
- goede mechanische eigenschappen
- moeten beschermd worden tegen uv-straling
- waterdicht
in internationale normen. rubber De meest gebruikte isolatiematerialen zijn: pur
- flexibel - goede mechanische eigenschappen
- kunnen niet op de grond gelegd worden
- flexibel
- duur
-
Thermoplasten zonder dwarsverbindingen, zoals pvc en pe
-
Thermoplasten met dwarsverbindingen, bv. xlpe en vpe
- goede slijteigenschappen
-
Elastomeren, bv. epr3
- chemische bestendigheid
1
2
fnrh
- vlam- en vuurvertragend
- matige mechanische eigenschappen
- halogeenvrij
- duur - niet optimaal voor toepassingen ondergronds of in water
1 2 3
xlpe staat voor cross-linked polyethyleen vpe staat voor vernet polyethyleen epr staat voor ethyleen propyleenrubber
02/
Isolatie
81
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
02.4.7 / Elektrische leidingen
82
02.4.8 / Vloerafwerkingen
83
02/
nimale behoefte aan onderhoud. Dit zijn twee grote voordelen van kunststof vloerafwerkingen zoals epoxy- of polyurethaan gietvloeren en vinylvloeren. Gietvloeren zijn volledige vlakke vloeren die uit een gegoten tweecomponentenepoxyhars of polyurethaan bestaan. Wegens hun grote levensduur en weerstand worden zij vaak gebruikt voor industriële toepassingen, maar omwille van hun onderhoudsvriendelijkheid en hun fraaie uiterlijk winnen ze ook veld in winkels, showrooms en kantoren. In woningen zijn gietvloeren uitermate geschikt voor slaapkamers, de keuken en de woonkamer. Bovendien zijn ze perfect combineerbaar met vloerverwarming. Ook vinylvloeren hebben specifieke voordelen. Ze vormen een veerkrachtige kunststof vloerbedekking die opgebouwd is uit diverse lagen, en ze kunnen even vlot en snel worden geplaatst als tapijt.
DUURZAAM BOUWEN MET kuns ts toffen
Een duurzame vloerbedekking is een bedekking met een lange levensduur en een mi-
84
85
03/
Duurzame samenleving
86
We worden vandaag geconfronteerd met de grootste uitdagingen
en meer haaks op de vermindering van de beschikbare grondstoffen en een verzadigde vervuilingsgraad van onze planeet. Deze uitdagingen initiëren grote wijzigingen op het maatschappelijk, industrieel en beleidsvlak. De drijvende kracht voor meer verantwoordelijk handelen is duurzame ontwikkeling. Bedoeling daarvan is het zoeken naar oplossingen die de druk op onze grondstoffen doen afnemen, zonder het levenscomfort te verminderen en terwijl een leefbare economie behouden blijft. Industriële duurzame ontwikkeling is alleen mogelijk wanneer een oplossing milieuverantwoord is, economische groei beoogt en maatschappelijke vooruitgang biedt.
03.1.1 / Kunststoffen in het algemeen 03.1 / Milieu en kunststoffen
Begin 20ste eeuw werden kunststoffen nog hoofdzakelijk gewonnen uit steenkool. Vandaag worden ze gemaakt van koolwaterstofverbindingen. Deze zijn voornamelijk afkomstig uit aardolie en aardgas, aangezien dit vandaag nog altijd de meest economische grondstoffen hiervoor zijn. Kunststoffen gebruiken aardolie maar putten ze niet uit. Amper 4% van alle aardolie wordt gebruikt als grondstof voor kunststoffen. 87% van de beschikbare aardolie wordt verbrand voor vervoer (45%), voor
↘
energieopwekking of de verwarming van gebouwen (42%), of is grondstof in de chemie of andere toepassingen zoals farmaceutica. Door de toenemende verkeersbelasting en het stijgend woningpark en bijhorend energieverbruik is de verbranding van aardolie maar moeilijk terug te dringen. Daarom zijn kunststoffen reeds geruime tijd bezig met het ontwikkelen van alternatieven. Meer en meer koolwaterstofverbindingen worden vandaag gewonnen uit aardgas en biomassa. Andere alternatieve hernieuwbare grondstoffen voor kunststoffen zijn zetmeel, cellulose, suikers, melkzuur, organisch afval, plantaardige oliën, micro-organismen en algen. België is met zijn cluster Bio Base Europe een voorloper op wereldvlak inzake diversificatie van grondstoffen voor kunststoffen.
DUURZAME SAMENLE VING
een stijgende vraag naar voedsel, energie en woonst staan meer
03/
ooit. Een toename van onze bevolking en levensverwachtingen en
87
I s het v er va n ge n va n k u n stst o f f e n
88
89
De volgende keer dat u in uw wagen stapt, denk er dan even aan dat uw kunststofbumper niet alleen de veiligheid van zwakke weggebruikers verhoogt, maar ook
d o o r a n dere gr o n dst o f f e n n iet de o p lo ssi n g?
DUURZAME SAMENLE VING
03/
4 keer meer energie bespaart dan nodig is om hem te produceren. Puur dankzij geNiet volgens het Denkstatt rapport1 van 2010. Dit rapport berekende wat de substi-
wichtsbesparing.
tutie van kunststoffen door een vervangproduct zou inhouden. Om representatief te zijn maakte het zijn berekeningen voor 173 kunststoffen in evenveel toepassingen en
Of als u vliegt met een Airbus 380, denkt u er dan even aan dat het vliegtuig voor 22%
dit in 27 Europese lidstaten. Het resultaat: een bijna verviervoudiging van de totale
bestaat uit kunststof koolstofvezelcomposiet, en hierdoor 15% brandstof bespaart.
massa, een stijging van het energieverbruik met 57%, een toename van broeikasem-
Een cijfer dat nog altijd beter kan. Zo bestaat de Boeing 787 Dreamliner al voor 50%
missies met 61%. Dit laatste stemt overeen met 39% van de EU152 Kyoto-doelstelling.
uit kunststof koolstofvezelcomposiet.
De studie toont ook aan dat het grootste potentieel om CO2 te reduceren, in kunst-
Kunststofverpakkingen zijn letterlijk overal, eveneens met reden. Kunststoffen vor-
stoffen zit. Vandaag bedraagt de koolstofbalans ongeveer 4 à 8. Met andere woorden:
men 1% van de Europese afval, maar ze besparen 2 keer de energie die nodig is om ze
voor iedere ton CO2 die wordt geproduceerd besparen kunststoffen gemiddeld 5 à 9
te produceren door de houdbaarheidsdatum van het voedsel te verlengen. Hierdoor
ton CO21 gedurende hun gebruiks- en end-of-lifefase. Dit cijfer kan potentieel worden
is het Europese voedselafval gedaald tot 2%. In landen in ontwikkeling is dat 50%.
verbeterd tot 9 à 15, wat een gigantische stap naar meer duurzaamheid zou inhouden.
De energetische besparing en de vermindering van milieudruk tengevolge van kunststofverpakkingen zijn enorm.
In tal van toepassingen leveren kunststoffen een actieve bijdrage om minder aardolie Ook voor de opwekking van energie (de wieken van windmolens, zonnepanelen, bat-
te verbranden.
terijen en brandstofcellen voor hernieuwbare energie, kweekreactoren voor oliewinIn de transportsector in West-Europa wordt jaarlijks ca 1,7 miljoen ton kunststof aan-
ning uit algen…) zijn kunststoffen onontbeerlijk. Kunststoffen kunnen de vroegtijdige
gewend. Het produceren ervan vergt ca 3,25 miljoen ton olie. Het gebruik ervan resul-
uitputting van de aardoliereserves voorkomen.
teert in een dermate aanzienlijke gewichtsreductie dat kunststoffen een besparing van 12 miljoen ton olie genereren. Dit is 4 keer de hoeveelheid energie die nodig was om ze te produceren. Deze energiebesparing vertaalt zich ook in een vermindering van CO2-emissies met maar liefst 30 miljoen ton per jaar. Kunststoffen verbruiken tijdens hun gebruik niet echt 3,25 miljoen ton olie. Indien ze op het einde van hun levensduur niet verder gerecycleerd zouden worden, kunnen kunststoffen de energie die ze hebben opgeslagen weer vrijgeven door ofwel ‘energetische recuperatie’2 ofwel verbranding onder gecontroleerde omstandigheden. Hierdoor komt energie vrij ten belope van 1,9 miljoen ton olie.
Totale massa voor zelfde funct. eenheden
Energieconsumptie voor zelfde funct. eenheden
GHG-emissies doorheen hele levenscyclus
(incl. niet duurzame plastics)
Alternatieve materialen
204 milj t/jr Alle plasticproducts
4.270 milj GJ/jr
(incl. niet duurzame plastics)
Subst. Plastics
328 milj t/jr
+ 61% Alternatieve materialen
39 milj t/jr
6.690 mill GJ/a
+ 57%
Alle plasticproducts
x 3,7 Alternatieve materialen
Denkstatt rapport editie 2010, meer info op www.federplast.be/downloads/ In het kader van het Kyoto-Protocol namen de 15 landen die destijds deel uitmaakten van de EU een bijzonder ambitieuze doelstelling op zich: hun gezamenlijke broeikasgasemissies tegen 2012 met 8% te verminderen in vergelijking met 1990. Deze gezamenlijke verplichting werd vertaald in een individuele, wettelijk bindende doelstelling voor iedere lidstaat, gebaseerd op zijn vermogen om emissies te beperken. België bijvoorbeeld verbond zich tot een vermindering van 7,5%. Door kunststoffen te vervangen zou deze besparingsinspanning van de EU15 verhoogd worden van 8% naar meer dan 11%. 2
46,4 Milj. t incl. niet duurzame producten
146 milj t/jr 1
Cijfers geldend voor West-Europa. U vindt de visie van kunststofverwerkers op www. youtube.com/watch?v=82-Yz8MbxA0
1
2
90
91
DUURZAME SAMENLE VING
03/
'Hoe groter de keuze aan grondstoffen en materialen, hoe meer mogelijkheden er zijn om tot de meest duurzame oplossingen te komen.'
Door de spectaculaire demografische groei van de laatste decennia en de globalisering van onze wereldeconomie bereikt onze planeet stilaan haar grenzen op het vlak van bewoonbaarheid en grondstoffen.
Het totale verbruik van primaire energie situeert zich voornamelijk in drie sectoren: de bouw, het wegtransport en de industrie. De grootste energiebesparingen kunnen in de bouwsector worden gerealiseerd. Dit geldt met name voor ons land, dat een aanzienlijke achterstand heeft op het vlak van energie-efficiëntie van residentiële gebouwen in vergelijking met de rest van Europa. Strengere Europese richtlijnen zorgen ervoor dat tegen 2020 nieuwe gebouwen quasi energieneutraal moeten zijn. Dit is een enorme uitdaging voor de bouwsector en zal een fundamentele ommezwaai betekenen voor de manier waarop in de komende jaren zal worden gebouwd. Nieuwe technieken en nieuwe materialen zullen hierbij een sleutelrol spelen. Hoe groter de keuze aan grondstoffen en materialen, hoe meer mogelijkheden er zijn om tot de meest duurzame oplossingen te komen. Vandaag de dag worden met kunststoffen al goede resultaten gehaald, maar toekomstige ontwikkelingen in de kunststofindustrie kunnen nog meer verbeteringen mogelijk maken. De eigenschappen van kunststoffen maken ze uiterst geschikt voor de bouw: ze zijn sterk, licht, gebruiksvriendelijk, weerbestendig, vormbaar en hebben een hoge isolatiewaarde. Het aantal toepassingen van kunststoffen in de bouw is dan ook spectaculair: van thermisch geïsoleerde buizen over isolatieschuim voor spouwmuren tot superisolerende dakplaten. Belangrijk is dat wordt gekeken naar de productie en de recyclage van deze stoffen. Dit wordt een zeer belangrijke factor in de manier waarop we in de toekomst met grondstoffen omgaan. Een betere recyclage zal de milieubelasting door luchtemissies van grondstoffen moeten verminderen.
Niet alleen de materialen zijn van belang, maar ook de mensen die de materialen op een correcte manier kunnen plaatsten. In een snel evoluerende sector is het belangrijk om bij te blijven en de allernieuwste technieken onder de knie te hebben. De aandacht voor nieuwe materialen en technieken in de verschillende bouwopleidingen is dan ook groot. De bouwsector staat voor de enorme uitdaging om geschikte werkkrachten te vinden die met al die nieuwe technologieën en al die nieuwe materialen aan de slag kunnen.
Robert de Mûelenaere – gedelegeerd bestuurder Confederatie Bouw
H erwi n n i n g va n k u n stst o f f e n – U r b a n M i n i n g
92
Indien er (door energetische recuperatie) minder kunststoffen uit onze kringloop
93
zouden verdwijnen dan dat er moeten worden toegevoegd (vandaag meestal van gemengd, gescheiden kringloopsysteem in evenwicht.
in België gerecycleerd. Daarmee is België koploper in Europa. De Belgische kunststofsector werkt ook sterk mee aan initiatieven zoals het Clean Site System, FostPlus,
Eenmaal we dit in de praktijk hebben gerealiseerd ligt voor kunststoffen de weg open
Val-I-Pac, Kurio, Febelauto, Recupel, Recovinyl.
om een volwaardig cradle-to-cradle- (wieg-to- wieg) product genoemd te worden.
Helaas worden kunststoffen, vanwege hun calorische waarde2 , nog te vaak te snel
Kunststoffen zijn dus heel wat groener dan we denken.
ingemengd in processen van energetische recuperatie. Zo worden 63% van alle kunststoffen voortijdig verbrand. De sector streeft ernaar om het aandeel gerecycleerde kunststof verder te verhogen.
Extractie aardolie 100%
De doelstelling is eenvoudig: herwonnen kunststof moet opnieuw grondstof worden. Samen met kunststoffen gewonnen uit biochemie, kan op die manier het benodigd
87% Brandstof energie
aandeel petrochemie verder verminderen. In de toekomst zullen we dus kunststoffen gebruiken waarvan een deel van petrochemische oorsprong is, een deel van bio-che-
9% Productie van chemische stoffen
mische oorsprong en een deel van herwonnen oorsprong. Of nog beter: een gemengd gesloten kringloopmodel. Post-consumer kunststofafval
4% Productie
Evolutie van recycling en energetische valorisatie in België
van kunststoffen
100 90
30% recyclage
80
63% energetische recuperatie Einde levensfase
70 60 50 40
Verwerking van kunststoffen
30 20 10
7% gecontroleerde storting
0% 1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
p roduc en ten van Kun ststoffen r oep en op tot
■ Recyclage ■ Energierecuperatie
het stopzette n van de ver vui lin g van on ze zee
Tegenwoordig wordt koortsachtig gezocht naar biofuels. Maar biofuels zullen de
1 Hier wordt verwezen naar het aandeel post-consumerafval. Dit is het afvaldeel dat weer wordt ingezameld via recyclagesystemen. Tijdens productieprocessen wordt het industrieel afval reeds 100% gerecycleerd. Dit behoort echter tot het aandeel preconsumer of industrieel afval. 2 Calorische waarde is de energetische inhoud van stoffen. Afvalverbrandingsovens wekken energie op. Die energie halen ze uit de warmte die vrijkomt tijdens het verbrandingsproces. Niet alle afval brandt echter even goed. Soms moet er heel wat energie worden toegevoegd. Om de balans positief te maken, wordt vaak gescheiden afval met een hoge verbrandingswaarde, zoals kunststoffen toegevoegd. Dat gebeurt te dikwijls.
behoefte aan brandstoffen nooit kunnen inlossen. Er zou zoveel land nodig zijn
Kunststoffen krijgen vaak het verwijt dat ze aan de basis liggen van zwerfvuil in zee.
dat de voedselketen in het gedrang komt.
Ronddrijvend plastic afval in de zee vormt inderdaad een ernstig milieuprobleem
Prof. Martin Patel van de universiteit van Utrecht stelde al in 2008 dat de ener-
en heeft een internationale aanpak nodig. Kunststoffen maken deze problematiek
giewinst van bio-ethanol bij substitutie van biofuel ongeveer 9,5 GJ/ton bedraagt.
zichtbaar. Maar op zich zijn ze er niet de oorzaak van.
Indien we met dezelfde hoeveelheid bio-ethanol petrochemische ethanol vervangen, of gebruiken voor o.m. kunststofproductie, winnen we ongeveer 37,5 GJ/ton.
In België krijgt immers 93% van het kunststofafval een nuttige toepassing: 30% wordt
Zijn conclusie: ‘In a world of scarce agricultural land and forest resources, it is
gerecycleerd in nieuwe producten en 63% wordt verbrand met energierecuperatie.
more effective to use biomass for production of chemicals compared to the use
De overige 7% wordt gestort onder gecontroleerde omstandigheden.
for biofuels.’ Deze gedachte is cruciaal. De Europese Unie wil immers in 2020 een aandeel van
Dit cijfer moet nog beter. De kunststofsector ijvert dagelijks om nog meer kunstaf-
10% biofuel halen. Dit is méér dan de totale behoefte aan grondstoffen van de
val te recycleren. Federplast.be heeft in 2010 aan OVAM gevraagd om samen met de
hele Europese kunststofindustrie.
recyclagesector een werkgroep op te starten die de mogelijkheid van bijkomende recyclage van kunststof onderzoekt.
DUURZAME SAMENLE VING
petrochemische oorsprong) om de kringloop gevuld te houden, dan ontstaat er een
sluiten van onze kunststofkringloop. Vandaag wordt 30% van het kunststofafval1
03/
De kunststofsector werkt tevens op een gedreven wijze samen met OVAM aan het
94
D e kun ststofin dustrie g eb ruikt n iet lan g er
Spijtig genoeg moeten de oorzaak van en de oplossingen voor de vervuiling van de wereldzeeën hoofdzakelijk buiten België worden gezocht. De internationale scheep-
95
ozon s c hadelij ke p roduc ten .
Het systematisch verdwijnen van de ozonlaag werd voor het eerst opgemerkt in de
afval1.
jaren ’70, door Paul Crutzen en Frank Sherwood Rowland. Zij legden het verband tus-
DUURZAME SAMENLE VING
voor inzameling en verwerking van hun afval, vormen de grootste bron voor zwerf-
03/
vaart en - veel belangrijker nog - landen die niet beschikken over een degelijk systeem
sen het gebruik van cfk’s 1 en de aantasting van de ozonlaag. Vanwege deze baanbreKunststoffen in zee komen meestal in zee terecht vanaf het land. De kunststofprodu-
kende ontdekking kregen beiden in 1995 de Nobelprijs voor scheikunde. Het duurde
centen ijveren op basis van de UNEP2-studie dan ook voor een brede sensibilisering
evenwel tot 1 januari 1989 vooraleer de aantasting van de ozonlaag met het Montréal-
van strandbezoekers in kustgemeenten. Ze steunen tevens het initiatief van staats-
protocol 2 een halt werd toegeroepen. Dit protocol geldt als een van de succesvolste
secretaris Schouppe, bevoegd voor de Noordzee, om Belgische vissers te vergoeden
internationale milieuverdragen ooit, dankzij onder andere de deskundigheid waar-
voor het aan land brengen van afval dat zij als 'nevenvangst' binnenhalen.
mee drijfgassen werden aangepakt.
De kunststofindustrie stelt ook haar deskundigheid ter beschikking om in het kader
Doordat drijfgassen al in de ozonlaag aanwezig waren, was het te verwachten dat het
van internationale samenwerking te streven naar oplossingen. Zo voert de sector sa-
ozongat niet meteen kleiner zou worden. De levensverwachting van deze drijfgassen
men met prof. Colin Janssen (Universiteit Gent) onderzoek naar de aanwezigheid van
bedraagt immers 50 jaar. Tot ongeveer 2006 was dit ook zo. Vanaf dan toonde zich een
microplastics in zeeorganismen.
opmerkelijk herstel. Vandaag wordt verwacht dat het ozongat zich rond 2050 zal dichten. Dit is een mooi voorbeeld van hoe industrie en wetenschap samen kunnen bou-
Ook al zijn er geen redenen dat kunststofverpakkingen gezondheidsrisico’s zouden
wen aan een duurzame wereld. Dankzij de erkenning van het probleem en het ver-
veroorzaken, toch laat de sector niets aan het toeval over. De studie van prof. Janssen
sneld realiseren van het Protocol van Montréal wordt het ozongat jaar na jaar kleiner.
3
zal uitsluitsel brengen. Een aangescherpt protocol van Montréal voorziet eveneens het versneld afbouwen Aangezien België van heel de wereld het meest kunststoffen per inwoner verwerkt -
van hcfk’s 3. De eerste vervangers van cfk’s moeten tegen 2020 volledig vervangen zijn.
waarvan het merendeel wordt geëxporteerd - vindt de Belgische kunststofindustrie
Nu al heeft Europa deze doelstelling nagenoeg volledig gerealiseerd.
het haar morele plicht om voor de rest van de wereld een voorbeeld te zijn inzake het duurzaam gebruik van kunststoffen.
Vandaag worden in Europa geen kunststoffen meer vervaardigd die cfk’s of hcfk ‘s bevatten. De hfk’s 4 en andere drijfgassen die worden gebruikt, zijn ozonvriendelijk.
In de UNEP-studie van april 2009 toont GESAMP (United Nations Joint Group of Experts on the Scientific Aspects of Marine Pollution) aan dat 80% van het zwerfafval in zee afkomstig is van land. De overige 20% is afkomstig van schepen die hun afval illegaal dumpen. Van alle drijvend zwerfafval in zee is 90% kunststof, waarvan 18% flessen en zakken. Op de kusten veroorzaken kunststoffen 58% van het afval, waarvan 14% afkomstig is van de visserij. Niet minder dan 38% van het afval dat in zee wordt teruggevonden, is afkomstig van strandbezoekers. 2 Meer info op www.unep.org. 3 Alle kunststof verpakkingen voor voedingswaren moeten voldoen aan strikte wettelijke bepalingen inzake de samenstelling en migratie van bestanddelen. 1
1 cfk’s of chloorfluorkoolstofverbindingen werden in 1930 ontwikkeld en gebruikt als koelmiddel en drijfgas voor spuitbussen. Het bekendste is freon. 2 Het Protocol van Montréal beoogt een totale ban van producten die ozon aantasten. 3 hcfk’s, of ook halonen genoemd, zijn koolwaterstoffen die gehalogeneerd zijn. Halonen zijn bijzonder stabiele stoffen die bestand zijn tegen hoge temperaturen. 4 Hfk’s (gehalogeneerde fluorkoolwaterstoffen) vormen vandaag de ozonvriendelijke vervangproducten van cfk’s.
96
malige elektrische isolator - of als vervangproduct van houten schrijnwerk tijdens de wederopbouw van Europa na W.O.II, worden kunststoffen gebruikt om andere grondstoffen te besparen. Zo dragen ze bij tot het vermijden van een vroegtijdige uitputting van grondstoffen enerzijds maar ook tot het betaalbaar houden van innovatieve toepassingen anderzijds. Dankzij de oprichting van kenniscentra vergrootte ons bouwfysisch inzicht. Hierdoor werden in de bouw ook de toepassingseisen steeds strikter. Op deze manier wilde men voor de beoogde toepassing de best geschikte bouwmaterialen gebruiken (‘best fit for use’). Hoe meer deze eisen opgedreven werden, hoe beter kunststoffen scoorden. De eigenschappen van natuurlijke producten zoals hout, zand of riet wijzigen met de jaren immers niet of nauwelijks. In de kunststofverwerking daarentegen leidde intensief onderzoek tot steeds meer grondstoffen die inspeelden op de steeds striktere technische eisen voor bouwproducten. Hierdoor werd steeds meer mogelijk met minder kunststof. Gebouwen, koelketens en industriële installaties worden tegenwoordig thermisch geïsoleerd met kunststoffen met uitzonderlijk lage warmtegeleidingswaarden 1 (lambdawaarden). Hierdoor reduceert een huidige woning 2 op 1 jaar tijd 2 tot 5 keer de CO2-emissies die nodig zijn voor het produceren van de isolatie. Op 30 jaar tijd loopt dit op tot maar liefst 60 keer de energie nodig om de isolatie te produceren. Ook het gewicht van kunststoffen heeft een belangrijke invloed op bouwconstructies. Een steeds strengere bouwwetgeving (veiligheid, duurzaamheid, energie- gebruik…) maakt het bestaande bouwwerken steeds moeilijker om hieraan te voldoen. Vaak worden bij renovatie bouwwerken gesloopt doordat de constructie een bijkomende belasting - die nodig is om met traditionele bouwmaterialen aan de bouwvereisten te kunnen voldoen - , niet kan torsen. Hierdoor gaat kostbaar patrimonium verloren. Kunststoffen kunnen hier een belangrijke rol vervullen. Denken we bijvoorbeeld aan de Spoorhal van Antwerpen Centraal.
1 De thermische geleiding van kunststoffen is 1/1.000ste van steen. 2 Het huidige E-peil van woningen is E80. De besparing kan nog verder oplopen indien het E-peil verstrengd zou worden.
DUURZAME SAMENLE VING
Sinds hun eerste grootschalige inzet als vervangproduct van schellak - een toen-
97
03/
03.1.2 / Kunststoffen in de bouw: spaarzaam met grondstoffen
98
99
DUURZAME SAMENLE VING
03/
'De huidige evolutie naar meer aandacht voor het milieu en daling van het energieverbruik heeft belangrijke ecologische en sociale implicaties, maar biedt op economisch vlak heel wat perspectieven.'
Wetgevende initiatieven zorgen ervoor dat bouwen en verbouwen niet meer los te koppelen zijn van milieu en energie. Allerhande financiële stimuli zetten niet alleen de bestaande groep potentiële (ver)bouwers aan om bepaalde energiebesparende investeringen te doen, maar ook de huurders en huiseigenaars.
Hierdoor ontstaat er een sterke groeimarkt, die heel wat extra werkgelegenheid met zich meebrengt. Kmo-bouwbedrijven zijn ook bijzonder goed geplaatst om een antwoord te bieden op de stijgende vraag naar duurzame woningen en energiebesparende verbouwingen. Tenminste als ze de nodige opleiding, ervaring en specialisatie hebben, want duurzaam bouwen vraagt heel wat vakkennis. Hiermee kan de vakman zich onderscheiden van de zwartwerker en de doe-het-zelver. Wie in haar of zijn woning op een efficiënte manier energie wil besparen, doet dat vanuit zowel financieel als vanuit technisch oogpunt het best in de meest logische volgorde. Eerst en vooral moet ervoor worden gezorgd dat er zo weinig mogelijk energie verloren gaat. Dat betekent: isoleren en luchtdicht bouwen. Voor deze werkzaamheden bestaat er een enorm aanbod aan grondstoffen en materialen. Het komt er vooral op aan dat elk materiaal op de juiste manier en voor de juiste doeleinden wordt aangewend. Zo verliezen bijvoorbeeld isolatiematerialen hun thermische eigenschappen wanneer ze vochtig worden. Daarom kiest men voor bepaalde specifieke toepassingen het best voor kunststofschuimplaten waarvan de vochtopname zeer beperkt is. Gespoten pur wordt vaak aangewend omwille van de snelle en naadloze uitvoering. Kunststofschuimplaten zijn stevig en toch zeer licht, waardoor ze bij plaatsing gemakkelijk hanteerbaar zijn. Doorgaans hebben isolatiematerialen op basis van kunststoffen daarenboven uitstekende thermische eigenschappen, met een duidelijke energiebesparing als resultaat. Wat in het bouwgebeuren stapsgewijs zijn intrede maakt, is luchtdicht bouwen door gebruik te maken van folies en tapes. Maar deze materialen en uitvoeringswijzen stuiten nog vaak op scepticisme en op vragen over een correcte uitvoering. Op dit domein is er nog heel wat scholing en sensibilisatie nodig.
Naast isoleren en luchtdicht bouwen winnen rubber en kunststof eveneens aan belang in andere bouwtoepassingen. Denk aan schrijnwerk, de verwarmingsinstallatie, ventilatiesystemen, (groen-)daken … In het algemeen is het grote voordeel van deze materialen hun licht gewicht, wat zorgt voor lagere transportkosten, een gemakkelijkere installatie en lichtere bouwstructuren. Ondertussen zijn er ook bouwmaterialen ter beschikking die gemaakt zijn van kunststoffen die recycleerbaar zijn. Grote en toegankelijke initiatieven om deze in te zamelen zouden nog een grote meerwaarde kunnen betekenen. Maar de bewustwording is er alvast.
Hilde Masschelein – gedelegeerd bestuurder van Bouwunie
PROJECT 10
100
101
DUURZAME SAMENLE VING
03/
840 ton lichter Pvc-membramen.
Toepassing van kunststoffen: pvc-membranen als dakbedekking. Toen in 1975 een Duitse retailer plotseling een belangrijk order annuleerde, opende Amancio Ortega uit pure noodzaak een winkel om zijn producten toch te verkopen en noemde hij die winkel Zara. Op dit moment zijn er in 50 landen meer dan 650 Zara-winkels en is Ortega wellicht de rijkste man van Spanje. Dat heeft hij vooral te danken aan zijn unieke supply chain. Ontwikkeling, productie en distributie van nieuwe producten kunnen plaatsvinden binnen de 15 dagen. Voor de mode-industrie is dit uitzonderlijk snel. In 2008 opende Zara voor 100 miljoen euro een nieuw distributiecentrum in Zaragoza. Wekelijks worden hier ongeveer 2,5 miljoen items behandeld. Zowat 800 vaste medewerkers werken er 8 uur per dag. In piektijden wordt deze capaciteit uitgebreid met ongeveer 50%. Kunststoffen helpen besparen op onze meest waardevolle grondstoffen. Zo beperken ramen en deuren in kunststof het kappen van tropische wouden, en beperken synthetische elastomeren en rubbers de ontginning van natuurrubberplantages.
Oorspronkelijk wou de architect het 114.000 m² grote dak afdichten met
bitumen, maar toen bleek dat bitumen de dakopbouw met ongeveer 840 ton extra zou belasten, werd gekozen voor pvc-membranen. Deze wegen tot vijf keer minder dan de traditionele, meerlaagse afdichtingssystemen. Het pvc-dakmembraan dat voor het nieuwe distributiecentrum van Zara in Zaragoza werd gebruikt, weegt slechts 1,56 kilo/m². Tweelaagse bitumen van 8 mm weegt ongeveer 8 kilo/m². De ruim 800 ton verschil vertaalt zich in een aanzienlijk lichtere dakstructuur en een forse energiebesparing in de transportkosten van alle materialen. Het kunststofmembraan uit monomeer pvc betekent eveneens een besparing op de uitvoering: voor één rol van 30 m² zijn er 6 rollen van een tweelaags, bitumineus systeem nodig. Ook op het onderhoud kan worden bespaard. In tegenstelling tot de traditionele afdichtingsystemen beperkt het onderhoud van de kunststoffolie zich meestal tot een visuele inspectie.
Wanneer het dak in plaats van met minerale wol met pur zou zijn geïsoleerd, hadden de ontwerpers nog flink wat bijkomend gewicht kunnen besparen.
Be lgi ë is ko p lo p er i n E ur o pa i n za k e teru gwin n i n g
102
103
Projecten zoals EKOL zetten kunststofafval (zonder voldoende hoge scheidings-
va n k u n stst o f f e n
graad) om in producten met een 2de levenscyclus zoals geluidswanden en zitbanken.
Aan het einde van de levensduur leveren kunststoffen nog steeds een belangrijke
nieuwe producten.
DUURZAME SAMENLE VING
03/
Op deze manier wordt het afval van 750.000 inwoners jaarlijks omgezet tot 69.000 ton bijdrage aan duurzame ontwikkeling. Dankzij de alsmaar kleinere en lichtere kunststofproducten wordt afval beperkt. Nieuwe technologieën maken het mogelijk een
In Europa wordt sinds 2010 elk jaar op vrijwillige basis 260.000 ton pvc gerecy-
steeds groter deel van dit afval terug te winnen.
cleerd. Indien we dit op vrachtwagens van 10 ton zouden laden, komt dat overeen met een colonne vrachtwagens van Antwerpen tot Luik én terug.
In sectoren zoals de distributie, verpakking en bouwmaterialen1 worden kunststofproducten al bijna maximaal hergebruikt. Voor de bouwsector bijvoorbeeld is in België op dit ogenblik de vraag naar pvc-afval groter dan het aanbod. Het afval wordt vermalen en herwerkt tot onder andere buizen, raamprofielen, wandplaten en geluidswerende schermen.
Kunststoffen worden gerecycleerd in tal van toepassingen en tal van materialen: * volgens toepassing: daken, ramen, deuren, gevels, profielen, isolatieproducten, kabels, buizen, verpakkingen van bouwproducten * volgens materiaal: pp, pe, hdpe, ldpe, pvc, eps en xps1
Nu al wordt in België 93% van alle kunststofafval nuttig toegepast. 30% wordt hergebruikt voor nieuwe producten. Daarmee is ons land een voorloper op wereldvlak. 63% wordt wegens zijn hoge calorische waarde verbrand met warmterecuperatie. De resterende 7% wordt gestort onder gecontroleerde omstandigheden.
Hier wordt de bijdrage van ieder van ons belangrijk. Het correct inzamelen van materialen laat meer herwinning toe, waardoor meer recycleren mogelijk wordt. Van de 2,3 miljoen ton kunststoffen die we in België verwerken, is momenteel ongeveer 0,5 miljoen ton recycleerbaar. Dit aandeel moet omhoog. Dit kan door kunststofmaterialen naar het containerpark te brengen, maar eveneens door aan de installateur te vragen dat hij de restmaterialen terugneemt. Voor tal van kunststofbouwproducten bestaat er immers al een gesloten circuit. + Kunststoframen, -deuren en -gevels: zaagresten, profielen en oude ramen
worden teruggenomen, ontmanteld, gebroken, gemicroniseerd en opnieuw
ingezet in nieuwe ramen, deuren, gevels, raamtabletten …
+ Afvoeren, rioleringen en waterbuizen in kunststof worden weer meegenomen
en ingezameld in 10 punten, verspreid over heel België. Ook deze buizen worden
vermalen, gemicroniseerd en weer ingezet in nieuwe buizen.
+ Van kunststofleidingen (voor elektriciteit, telefonie …) worden mantels voor
nieuwe leidingen gemaakt.
+ Dakbedekkingen in kunststof worden ingezameld en herwerkt in nieuwe
producten.
De recyclingcode zorgt ervoor dat materialen in de afvalverwerking op de juiste wijze worden gesorteerd en gerecycleerd. Ze wordt aangegeven door het Möbius-loopsymbool ( 3 pijlen) met in het midden een nummer dat aanduidt over welk materiaal het gaat: pet =01; hdpe= 02; pvc = 03; ldpe = 04; pp = 05; ps = 06 en andere kunststoffen vallen onder 07. 1
1 De verpakking van bouwmaterialen wordt gerecycleerd via het Clean Site System. Meer info in hoofdstuk 6.
104
105
DUURZAME SAMENLE VING
03/
'Afvalstoffen mogen niet langer als een probleem worden gezien, maar als waardevolle grondstoffen.'
De samenwerking tussen de OVAM en de producenten van kunststoffen in de bouwsector kadert in een bredere samenwerking met alle actoren en is erop gericht om het Vlaamse afvalstoffenbeleid te transformeren van een afvalstoffenbeheer naar een materialenbeheer.
Tot nu toe is dat beleid zeer succesvol geweest, maar we moeten nog een stapje verder gaan. Afvalstoffen mogen niet langer als een probleem worden gezien, maar als waardevolle grondstoffen. Grondstoffen voor onze economie, grondstoffen voor nieuwe producten. Voor ons is het een speerpunt om dat afvalstoffenbeleid te verruimen naar duurzaam materialenbeleid. Dat betekent dat we de milieu-impact van materialen moeten bekijken doorheen hun hele levenscyclus. Dus niet alleen de milieu-impact van het afval, maar ook van de grondstoffen die worden gebruikt, het productieproces, de inzamel- en recyclagemogelijkheden, enzovoort. Dat geldt voor alle sectoren, dus ook voor de bouwsector en voor kunststoffen in de bouwsector. Wereldwijd, zo wordt geschat, is de bouwsector verantwoordelijk voor ongeveer 40% van de consumptie van de energievoorraden en voor ongeveer één derde van de uitstoot van broeikasgassen. Toegespitst op Vlaanderen is het bouw- en sloopafval één van de grootste fracties van zowel het huishoudelijk als het bedrijfsafval. Gelukkig liggen van deze afvalstroom de recyclagepercentages zeer hoog, tot 90%. Kunststoffen an sich vertegenwoordigen in West-Europa maar een kleine fractie amper 1% - van alle materialen die in de bouwsector werden gebruikt. Het gaat dan voornamelijk over pvc voor raamprofielen, vloerbekledingen, leidingen en buizen, evenals over pur en eps voor isolatie of buizen. Vandaag komen er meer bouwmaterialen uit kunststoffen op de markt dan dat er worden ingezameld en gerecycleerd. Dat is deels te verklaren doordat de recyclage nog beter kan, maar deels ook door de lange levensduur van kunststofproducten die in gebouwen nog aanwezig zijn. Er zit dus nog een enorme stock van kunststoffen in gebouwen die in de loop van de volgende decennia als afval kan vrijkomen. Het is belangrijk dat de bouw- en afvalstroom hiervan in de toekomst beter kan worden ingezameld en gerecycleerd.
In 2011 starten we, samen met alle actoren uit de bouwsector - dus ook met de actoren uit de kunststof bouwmaterialen -, met studiewerk om de milieu-impact van materialengebruik in gebouwen te leren kennen en te beperken waar dat nodig is. Dat gebeurt met gekwantificeerde methodieken op basis van bestaande LCA-databases, maar ook op basis van environmental product declarations van bouwmaterialen. In het verleden zijn er al heel wat initiatieven geweest om kunststoffen in het bouwen sloopafval selectief in te zamelen en te recycleren. Recovinyl, voor de recuperatie van pvc. KURIO, een initiatief van Federplast, voor de recycling van kunststofleidingen. Of het clean-site system, een project dat werd ontwikkeld om plastic verpakkingen in te zamelen op bouwwerven. Het is de bedoeling om met de organisatoren van die projecten te kijken hoe al die projecten zijn gelopen en wat de knelpunten zijn geweest. Zo hopen we de hele materialenkringloop te kunnen volgen en waar mogelijk te sluiten. Dat is al met succes gebeurd voor de gipssector. De afgelopen jaren hebben we alle actoren uit de hele gipsketen, gaande van de producenten over de bedrijven die actief zijn in de sloop en het ophalen van sloopafval tot en met de recycleurs samengebracht om na te gaan wie welke rol kan spelen om ervoor te zorgen dat het gipsafval terechtkomt in een gesloten kringloop zodat het nieuw materiaal kan worden.
Jan Verheyen – woordvoerder OVAM
106
03.1.3 / Kunststoffen in de bouw: spaarzaam met water
107
die licht, slagvast en vooral waterneutraal zijn. Kunststoffen tasten het water niet aan en isoleren uitstekend. Doordat ze een stuk minder wegen dan de klassieke mate-
DUURZAME SAMENLE VING
03/
rialen zijn ze ook veel gemakkelijker, zuiniger en milieuvriendelijker te transporteren. In onze eigen huishouding kunnen we heel wat stappen ondernemen om vervuiling te vermijden en het juiste water op de juiste plaats te gebruiken. Toiletten spoelen, wassen, schoonmaken, kan allemaal perfect met regenwater. Het plaatsen van een regenwaterput is hiervoor de eerste stap. Ook spaardouchekoppen zijn bijna volledig uit kunststof gemaakt, waardoor ze minder verbruiken en toch hetzelfde comfort bieden.
Waarom zou in België, waar het zo dikwijls regent, water een probleem zijn?
Moderne spoelbakken zijn nog veelal uit porselein, maar de keuzetoets voor een ‘klei-
Veel van het regenwater in België is vervuild, door pesticiden, nitraten, huishoudens
ne boodschap’ wordt haast uitsluitend gestuurd door een mechanisme in kunststof.
en de industrie. Naast de vervuiling van het water is er ook soms een probleem met de hoeveelheid water. Sommige plaatsen worden getroffen door wateroverlast, op
Door watertoestellen zuiniger te laten werken1, kunnen we het milieu al een grote
andere plaatsen is er dan weer een watertekort.
dienst bewijzen.
Drinkwater wordt vaak onttrokken uit lagen die niet vlug genoeg aangevuld raken,
In België gaan kunststoffen nog verder, door oplossingen aan te reiken voor een inte-
terwijl het steeds meer verharden van oppervlakken (straten, opritten, terrassen, etc.)
graal waterbeheer 2. Die variëren van gescheiden rioleringsstelsels die wateroverlast
de insijpeling van water verhindert, wat de riolen overbelast en hij hevige regenval
bij hevige regenbuien vermijden, tot membranen voor het ontzilten van zeewater en
leidt tot wateroverlast.
het inkapselen van stortplaatsen en verontreinigde sites.
Drinkwater moet van een bron (kanaal, rivier, opvangbekken) naar de zuiveringsinstallatie worden gebracht, en van daar naar de kranen in woningen.
9%
18%
Verder van huis, in de woestijn van Arizona (VS) bijvoorbeeld, dragen kunststof drup-
Lange tijd was dat transport, zowel buiten als binnen een woning, het actieterrein
pelleidingen dan weer bij tot een efficiënter watergebruik in de gewasteelt. Deze drup-
van beton, vezelcement en metalen zoals zink, koper, roestvrij staal en lood. Vandaag
pelleidingen liggen 20 tot 25 cm ingegraven in de bodem. Door verminderde verdam-
de dag bewijzen hoogwaardige kunststoffen (zoals pvc, polyethyleen of polypropy-
ping aan het grondoppervlak stijgt het efficiënt watergebruik voor gewassen van 60
leen) hun doorslaggevend positieve kwaliteiten. Die verzekeren roestvrije leidingen
naar 95%. Zo wordt minder water uit de bodem opgepompt, wat tot 50% aan energie bespaart. De opbrengsten van de gewassen liggen hierdoor tot 50% hoger. Bovendien krijgen zo ook regio’s waar dit nauwelijks mogelijk was de kans om gewassen te telen.
17 l
8l
4l
4l
3l De VN hebben een soortgelijk systeem toegepast in Mongolië en Gansu erkend als ‘Best Practice Award’ tijdens hun ‘Development Programme on World Desertification
Het gemiddelde waterverbruik in Vlaanderen1 ligt op 110 liter per dag
and Drought Prevention Day’. Door in 20 cm diepe voren een folie te leggen, kan 60
per persoon.
tot 80% water worden bespaard en een aanzienlijke stijging van de gewasopbrengsten worden gerealiseerd. Kunststoffen steunen ook Water Aid in haar strijd tegen sterfgevallen te wijten aan verontreinigd water. Vandaag sterft er elke 20 seconden nog steeds een kind in de wereld door het drinken van onzuiver water. Wereldwijd zijn 35% van alle sterfgevallen het gevolg van verontreinigd water. Van de 6,7 miljard mensen op aarde hebben meer dan 1 miljard mensen géén toe-
14%
30 l
17%
Elektro Info www.waterloketvlaanderen.be Compound / Masterbatch / Recyclage 1
Transport Kantoorartikelen Bouw
44 l
Koken
Was
Tuin
WC
Schoonmaak
Bad / douche
Vaat
gang tot water. Water Aid bezorgt 5,5 miljoen mensen in Nepal toegang tot zuiver en schoon water via transporteerbare, licht manipuleerbare kunststofleidingen. Voorbeelden: spaardoucheknop, toiletten met twee spoelknoppen… Voor een permanente expositie in de vorm van een rondleiding: ‘The essence of Life’ , in Living Tomorrow in Vilvoorde. Meer info op www.the-essence-of-life.be .
1
De strijd tegen watertekort verdient de grootste aandacht. Elke 20 seconden sterft er in de wereld een kind door het drinken van onzuiver water.
2
108
109
DUURZAME SAMENLE VING
03/
'In Vlaanderen ligt onze waterbeschikbaarheid op het randje van wat internationaal wordt beschouwd als zijnde een gevaarlijke toestand voor watertekort.'
Dat komt vooreerst doordat we een relatief klein territorium en een relatief hoge bevolkingsdichtheid hebben. We hebben met andere woorden relatief weinig ‘eigen’ water.
Ten tweede is er het feit dat we voor ongeveer de helft grondwater gebruiken, en voor de helft oppervlaktewater. De laatste jaren zijn de grondwatervoorraden in Vlaanderen op heel wat plaatsen gedaald. Enerzijds is dat te wijten aan het relatief grote verbruik, niet alleen voor drinkwater maar ook voor de landbouw en de industrie, anderzijds doordat grondwater heel traag bijgevuld wordt. Op sommige plaatsen zijn de diepe waterlagen tientallen meter lager dan bijvoorbeeld 50 jaar geleden. Zelfs al zou er iets veranderen aan het vergunningsbeleid, dan nog zal het jaren duren vooraleer de toestand zich heeft hersteld. Daarbij komt dat alle studies over de impact van de mogelijk verwachte klimaatverandering erop wijzen dat we in de winter een beetje meer neerslag zullen krijgen, en in de zomer een beetje minder. En als het dan ’s zomers zal regenen, dat de regen geconcentreerd zal zijn in een kleiner aantal en veel hevigere buien. Aangezien het zomer is, zal de regen sneller verdampen, en doordat de regen in een kortere periode valt en veel minder de tijd heeft om te infiltreren, moeten we naar de toekomst toe vrezen dat de bevoorrading aan grondwater in het gedrang zal komen. Daarom is het van groot belang dat we al het mogelijke doen om die evolutie tegen te gaan.
Een van de acties die we kunnen ondernemen is ervoor zorgen dat het regenwater dat we gedurende het hele jaar capteren niet zo rap mogelijk via straten en greppels en rioolbuizen naar de rivieren en naar de zee stroomt, maar dat we het vasthouden op het plaats waar het valt en het de kans geven om op die manier onze grondwaterreserves aan te vullen. Dat zullen in eerste instantie de ondiepe grondwaterlagen zijn. Pas op termijn zal ook het diepe grondwater daarvan profiteren. Naast de mogelijkheid tot infiltratie spelen ook regenwaterputten een grote rol. Wanneer we regenwater opvangen en dat in onze woning hergebruiken, zullen we minder drinkwater gebruiken en ook op die manier onze voorraden sparen.
prof. dr. Ir. Jean berlamont laboratorium voor hydrolica, k.u.leuven, departement burgerlijke bouwkunde
110
dag. In welvarende landen ligt het energieverbruik aanzienlijk hoger. Een gemiddelde inwoner in de Verenigde Staten verbruikt ongeveer 900 MJ/dag of 4 keer meer dan het wereldwijde gemiddelde. In Europa bedraagt dit cijfer ca 400 MJ/dag. De energievraag in Europa wordt voornamelijk gecreëerd door het transport (32,6%, verplaatsingen per auto, trein, vliegtuig…), de industrie (27,9%) en de huishoudens (24,6%). Samen vormen ze het hoofdaandeel van de energiebehoefte van de wel- varende Europese lidstaten1. In de Europese lidstaten wordt energie hoofdzakelijk gewonnen uit aardolie en aardgas. Ook de productie van elektriciteit komt vandaag nog merendeels voort uit het verbranden van fossiele grondstoffen. Niet enkel leidt dit tot een verhoogde CO2uitstoot, wat bijdraagt tot het broeikaseffect, het vormt ook de zwakte van onze Europese welvaart. Europa verwacht dat het tegen 2030 bijna 50% van zijn energie zal moeten importeren, tenzij het zijn energievraag kan verlagen. In het andere geval riskeert Europa steeds meer energieafhankelijk te worden van politiek labiele regio’s. Uit Europees onderzoek bleek dat de bouw in Europa 40% uitmaakt van het totale Europese energieverbruik. De bouw produceert 40% van de totale Europese CO2- uitstoot en verbruikt de helft van alle ontgonnen grondstoffen in Europa. Samen met de transportsector vormt de bouw dan ook het actieterrein bij uitstek waar Europa haar energiereductie wil realiseren. Om hun energetische afhankelijkheid te verminderen, hebben de EU-landen in maart 2007 de zogenaamde 20-20-20-doelstellingen ondertekend. Hierbij engageren de Europese lidstaten zich om voor het einde van 2020 ten opzichte van het referentiejaar 1990 20% energiezuiniger te werken, 20% minder CO2 uit te stoten en 20% van het energieverbruik te halen uit hernieuwbare bronnen zoals wind en water.
In Europa steeg het energieverbruik tussen 1980 en 1995 in totaal met 10%. De transportsector steeg in die periode met 44% terwijl de industrie daalde met 8%. De andere sectoren vertoonden een stijging van 7%. 1
DUURZAME SAMENLE VING
Het gemiddelde energieverbruik per wereldburger bedraagt ongeveer 210 MJ per
111
03/
03.1.4 / Kunststoffen in de bouw: spaarzaam met ENERGIE
112
113
Om energie te besparen wordt veelal uitgegaan van de regel van Trias Energetica1. Deze hanteert als volgorde: + Beperk je energieverbruik. De meest duurzame energie is deze
DUURZAME SAMENLE VING
03/
03.1.4.1 / 20% Energievermindering
die je niet verbruikt.
+ Indien je energie verbruikt, verbruik dan duurzame (hernieuwbare) energie. + Als duurzame energie niet volstaat, gebruik dan op zuinige wijze fossiele
brandstoffen.
Doordat ze maar weinig fossiele grondstoffen verbruiken vormen kunststoffen niet Al in 1985, 12 jaar vroeger dan het Kyoto-protocol, startte de kunststofindustrie
de oorzaak van ons energieprobleem. Integendeel, ze betekenen een belangrijk deel
wereldwijd met een vrijwillig initiatief - Responsible Care®1 genoemd - om het leef-
van de oplossing ervan. Kunststoffen zijn één van de weinige toepassingen van aard-
milieu zoveel mogelijk te vrijwaren. Deze jarenlange, stille inzet toont vandaag reeds
olie die toelaten het energieverbruik te verminderen en deze schaarse grondstof toch
zijn resultaten.
langdurig te gebruiken 2.
Een van de meest voor de hand liggende werkvlakken was energierecuperatie. Sinds
Vaak vormen kunststoffen zelfs de enige valabele oplossing om het gebruik van olie,
1970 is in België de totale productie van de chemische industrie verviervoudigd. Het
aardgas en steenkool te beperken.
energieverbruik is in die periode slechts verdubbeld. Producten worden nu 2 dus tweemaal energetisch efficiënter geproduceerd dan in 1970. Dat betekent een energe-
Dankzij hun licht gewicht, grote vormgevingsvrijheid en isolerende eigenschappen,
tische besparing van 200%.
dragen kunststoffen bij tot een zuiniger gebruik van grondstoffen en energie.
De scheikundige sector verdubbelde weliswaar haar energieverbruik sinds 1970,
+ Dankzij de lage smelttemperatuur wordt energie bespaard bij het vormgeven
maar in dezelfde periode is haar productie verviervoudigd. Vandaag gebruikt ze dus
maar 50% van de hoeveelheid energie per product die ze nodig had in 1970. Haar
+ Met kunststoffen worden tal van thermisch isolerende materialen vervaardigd.
energie-efficiëntie steeg m.a.w. met een factor 2.
• Voor gebouwen: isolatieschuimen, sandwichpanelen, isolerende raam-
profielen, meerwandige platen ...
• In de koelketen: koelinstallaties, koeltransport en verpakkingen.
• In thermische productieprocessen en bij recuperatie van warmte.
De voorbije 20 jaar, gedurende de productiestijging dus, verminderde de schei- kundige sector haar broeikasgasemissies met 60%.
van de producten.
+ Dankzij de gewichtsreductie gebruiken voertuigen (auto’s, elektrische Bijna 95% van alle aardolie wordt in de Belgische chemische industrie gebruikt als feedstock 3. Om haar energie 4 op te wekken verbrandt de chemische industrie slechts 2% aardolie. Voor het overige doet ze een beroep op elektriciteit (61%) en aardgas (30%) met WKK5. Deze WKK-investeringen leveren vandaag een extra 813 MWe vermogen. De resterende fractie is stoom. De kerncentrale van Doel levert op een site van 80 ha zo’n 2.912 MW. Doel 1: 433 MW – Doel 2: 433 MW – Doel 3: 1.006 MW – Doel 4: 1.040 MW. De warmtekrachtkoppeling in de chemische industrie evenaart dus bijna
voertuigen, TGV, vliegtuigen en transportcontainers) minder energie.
+ Lichtere verpakkingen, lichtere reiskoffers ... Gewichtsvermindering bij transport
resulteert in minder brandstofverbruik.
+ Minder onderhoud en langere levensduur van bouwmaterialen, auto-onderdelen
en huishoudartikelen.
Kunststoffen hebben voor hun productie maar weinig energie nodig, terwijl ze toch een grote prestatie leveren en maar een minimum aan afval opleveren.
het geleverde vermogen van Doel 1 en Doel 2 samen.
1 Responsible Care had oorspronkelijk betrekking op de gezondheid, veiligheid en bescherming van werknemers en producten. Later werd dit uitgebreid tot gebruikers en eindproducten. 2 ‘Nu’ slaat op het jaar 2010. 3 Feedstock verwijst naar het converteren van aardolie in chemische processen tot grondstoffen die geschikt zijn voor verdere verwerking. 4 De chemische sector verbruikte in 2007 ca. 219,6 PJ. Dit is dubbel zoveel als in 1970. Maar de productie is in diezelfde periode verviervoudigd. 5 WKK = warmtekrachtkoppeling.
Meer info op www.triasenergetica.com Hoe kunststoffen bijdragen tot minder verbruik van energie, is te zien op www.youtube.com/watch?v=82-Yz8MbxA0.
1 2
114
03.1.4.2 / 20% CO2-vermindering
115
De westerse chemische industrie stoot het minst CO2 uit in vergelijking met de chemische industrie in andere regio’s. Dit blijkt uit haar koolstofintensiteit. De huidige
DUURZAME SAMENLE VING
03/
westerse chemie produceert aan 0,41 kg CO2 per US dollar verkoopwaarde in vergelijking met 0,67 voor Noord- Amerika, 1,11 voor het Midden-Oosten en 2,34 voor OostEuropa. Het duidt nogmaals op de grote inspanningen die de westerse chemische industrie levert om de CO2-uitstoot te verminderen door steeds opnieuw te investeren 1 in de efficiëntie van haar productieapparaat.
Koolstofdioxide 1 of CO2 lijkt wel de grootste vijand van de 21ste eeuw te worden.
Zo komen er in de westerse chemische industrie sinds 2007 bij de productie van
Indien men spreekt over CO2-vermindering bedoelt men echter de vermindering van
grondstoffen 60% minder broeikasgasemissies vrij per ton geproduceerd materiaal
broeikasgassen. Dit zijn gassen die in de atmosfeer bijdragen tot het zogenaamde
dan in 1970.
‘broeikaseffect’. Zonder broeikasgassen zou de gemiddelde temperatuur op aarde bijna enkele tientallen graden Celsius onder nul dalen. Niet leefbaar dus. Te veel
Het gekende bureau Mc Kinsey 2 leverde een adviesstudie af die gecontroleerd werd
broeikasgassen kunnen de temperatuur op aarde dan weer zodanig verhogen dat het
door het Duitse Öko Institut 3. Mc Kinsey berekende de bijdrage van de chemische in-
klimaat te warm wordt voor de mens. Het is dus een kwestie van behoud van even-
dustrie aan de mogelijke besparing in emissies, zoals aanbevolen door het IPPC 4. Uit
wicht. Daarvoor berekent men het aandeel van broeikasgassen in de atmosfeer .
de studie blijkt de strategische rol die isolatieproducten innemen bij het bestrijden
2
van CO2-emissies. Zij worden gevolgd door middelen ter bescherming van gewassen, Naast de mens vormt ook de natuur (broeikas)gassen. Biologen en chemici trachten
verlichtingstoepassingen en kunststoffen in verpakkingen en buizen.
hun aandeel in kaart te brengen, maar dat is een complexe zaak aangezien er veel soorten broeikasgassen bestaan en meer-atomige gassen méér bijdragen tot het
Kunststoffen besparen honderden keren meer CO2 dan nodig om ze te produceren.
broeikaseffect dan één-atomige gassen. Om alles vergelijkbaar te maken wordt de
Om de opgewekte warmte binnenshuis te houden en zo tegelijk de CO2-emmissies te
bijdrage uitgedrukt in CO2-equivalenten. Zo heeft koolstofdioxide (CO2) per defini-
verminderen, kan het gebruik van kunststof een enorm verschil maken. Voor elke ton
tie een CO2-equivalent van 1. Gassen zoals argon (Ar) en stikstof (N2) kunnen geen
koolstofdioxide die de productie van kunststof isolatiematerialen uitstoot, wordt tij-
warmtestraling van de zon absorberen en dragen dus niet bij tot het broeikaseffect.
dens de hele levenscyclus van isolatiematerialen maar liefst 233 ton koolstofdioxide
Waterdamp (H2O) en ozon (O3) doen dat wél. Methaan (CH4) bestaat uit nog meer
bespaard.
atomen dan CO2 en draagt dus sterker bij dan bijvoorbeeld CO2. Methaan heeft een CO2-equivalent van 23 en draagt dus 23 keer méér bij tot het broeikaseffect dan CO2.
In totaal, aldus Mc Kinsey, wordt voor elke ton CO2 die kunststoffen tijdens hun productie uitstoten 2,6 ton CO2 bespaard tijdens de levensloop. Dit cijfer kan oplopen tot
Ondanks Kyoto evolueert de uitstoot van broeikasgassen in ongunstige zin. Pas in
4,5 ton CO2 indien verder in kunststofinnovatie wordt geïnvesteerd.
2005 zagen we in België een daling van 2,1% t.o.v. 1990 3, terwijl ons land tegen 2012 streeft naar een reductie van 7,5%. We zitten dus nog ver van het juiste Kyoto-spoor.
Voor gebouwen is de uitstoot van CO2 onlosmakelijk verbonden met de verwarming
Dit komt voornamelijk doordat de verhoogde CO2-uitstoot slechts gedeeltelijk ge-
ervan. De enige oplossing is het terugdringen van de verwarming.
compenseerd wordt door een drastische vermindering 4 van andere broeikasgassen. Bepaalde sectoren, de industrie voorop, hebben in België hun CO2-emissies teruggeschroefd. Andere, zoals transport maar ook de residentiële sector en de diensten, hebben net meer CO2 uitgestoten. Zij vormen vandaag de basis van de Kyoto-kloof.
Isolatieproducten spelen een strategische rol in het bestrijden van CO2-emissies In 2008 investeerde de chemie 27% in de totale investeringen die door de Belgische verwerkende industrie werden uitgevoerd. De chemie trekt 4% van haar omzet uit voor investeringen. In België bedraagt het gemiddelde hiervoor 2,8%. 2 Meer info op www.mckinsey.com. 3 Meer info op www.oeko.de. 4 Het IPCC, het Intergovernmental Panel on Climat Change, werkt bij het United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC). 1
Koolstofdioxide, ook kooldioxide of koolzuurgas genoemd, is een kleur- en reukloos gas dat voorkomt in de atmosfeer. 2 Het aandeel broeikasgassen in de atmosfeer wordt vandaag geschat op 0,4% (bron:KNMI). 3 1990 is het referentieniveau voor Kyoto. 4 Vermindering tot -20% (bron: VBO witboek Energie en Klimaat). 1
116
Vandaag worden sommige subsidies toegekend op basis van het type materiaal.
Kunststofflessen zijn vele malen lichter dan flessen in glas, en voor hun transport
Hierdoor krijgt het ene bouwmateriaal een subsidie en het andere dan weer niet.
vereisen ze veel minder energie. Lichte maar sterke kunststoffen zorgen ervoor dat meest innovatieve transportmiddelen maken steeds meer gebruik van kunststof. Zo helpen kunststoffen enorm bij het terugbrengen van de uitstoot van CO2.
De kunststofsector volgt de visie van Europa. Ze pleit ervoor om subsidies niet toe te kennen op basis van duurzaamheid op het niveau van een materiaal, maar wel op het niveau van het gebouw. Een duurzaam gebouw stoelt niet enkel op de
De Solar Impulse wordt vaak beschouwd als een futuristisch vliegtuig, maar
energetische besparing die kan worden gerealiseerd tijdens de productie van de
het is veel meer dan dat. Nadat Bertrand Piccard en Brian Jones in hun Breitling
bouwmaterialen, maar ook tijdens de gebruiksfase en de einde-levensfase van de
Orbiter-ballon in 1999 rond de wereld waren gevlogen, restte er nog 40 kg vloeibare
materialen. Tevens houdt een duurzaam gebouw rekening met schaarste en met
propaan van de 3,7 ton waarmee ze vertrokken waren.
transportkosten van materialen, streeft het naar een compact ontwerp en een ideale oriëntatie, beoogt het een zo efficiënt mogelijk energieverbruik door zijn bewoners,
Bertrand Piccard nam zich voor opnieuw rond de wereld te gaan, maar deze keer
is het voldoende flexibel om gedurende zijn lange levensduur van functie te verande-
zonder gebruik te maken van brandstof. ‘Onmogelijk!’, klonk het alom. Bertrand
ren, en zorgt het voor een duurzame ontsluiting via openbaar vervoer.
Piccard stamt echter af van een familie van uitvinders. Zijn antwoord: ‘All that is impossible, remains to be achieved.’, waarmee hij Jules Verne citeerde.
In plaats van het schrijnwerk te vervangen door houten schijnwerk en voor dat nieuwe schrijnwerk subsidies te verlenen, zouden dan ook beter subsiies worden
Samen met zijn team bedacht hij de Solar Impulse, een technisch wonder dat
toegekend aan het raam (profielen + glas). Door over te schakelen van dubbel naar
dankzij de 12.000 zonnecellen - gebaseerd op polymeertechnologie - die op de
hoogrendementsglas is de gerealiseerde energiewinst maar liefst 17 keer groter
vleugels bevestigd zijn, al zijn energie haalt uit zonne-energie. Dit eenpersoons-
dan de energiewinst bij de substitutie van het materiaaltype van het schrijnwerk.
vliegtuig heeft een spanwijdte van 63,4 meter, vergelijkbaar met een Airbus A340.
Hierdoor krijgen zowel bouwheren als het milieu een blijvend economisch en eco-
Door het gebruik van overwegend composietmaterialen weegt de Solar Impulse
logisch voordeel.
amper 1.600 kg, vergelijkbaar met een kleine auto. De 4 motoren verbruiken slechts 8 kiloWatt (10,88 PK).
Ook de transportsector heeft baat bij meer kunststoffen. Op 6 juli 2010 bewees Solar Impulse dat het mogelijk is om uitsluitend op basis Transport veroorzaakt vandaag 20% van alle broeikasgassen en 25% van de CO2-emis-
van zonne-energie dag en nacht boven de wolken te blijven vliegen zonder bij te
sies in België. Kunststoffen maken transportmiddelen lichter waardoor bv. vliegtui-
tanken. De zonne-energie die overdag wordt opgenomen, wordt deels opgeslagen
gen tot 20% minder brandstof verbruiken, en wagens 120 miljoen ton CO2 per jaar
in batterijen om het vliegtuig ook ’s nachts van energie te voorzien.
minder uitstoten.
De Solar Impulse is een voorbeeld van hoe een open geest nieuwe wegen naar meer duurzaamheid kan tonen.
Maar ook hier geldt het principe van de Trias Energetica. De meest duurzame verplaatsing is deze die je niet maakt. Indien je ze toch moet maken, maak ze dan met een duurzaam vervoermiddel. En gebruik daarbij zoveel mogelijk hernieuwbare energie.
1 De bijdrage beperkt zich in het beste geval tot het verminderen van de energie die wordt verbruikt tijdens de productie van het bouwmateriaal. Door enkel de energetische component te bekijken, blijft bv. landgebruik buiten beschouwing.
Meer info op www.solarimpulse.com
DUURZAME SAMENLE VING
auto’s tot één tiende minder brandstof gebruiken en minder CO2 uitstoten. Ook de
stellingen.
03/
Bouwmaterialen leveren nochtans maar een kleine bijdrage 1 aan de 20/20/20-doel-
117
118
biomassa, warmtekrachtkoppeling (WKK) en windenergie. Kunststoffen worden op grote schaal toegepast in milieuvriendelijke technologieën zoals: + windmolens (wieken in composietmateriaal) + fotovoltaïsche panelen (folies, transparante platen, kaders) + soepele organische zonnecellen op basis van folie + batterijen en brandstofcellen voor opslag en benutting van hernieuwbare
energie
+ kweekreactoren voor olie uit algen + barrièrefolies voor recuperatie van gas uit stortplaatsen en vergistinginstallaties Zodoende helpen kunststoffen vandaag al mee om fossiele brandstof te sparen.
DUURZAME SAMENLE VING
Het aandeel hernieuwbare energie moet toenemen tot 20%. Dit kan door meer gebruik te maken van hernieuwbare energiebronnen zoals fotovoltaïsche zonnecellen,
119
03/
03.1.4.3 / 20% hernieuwbare energie
03.2.1 / Kunststoffen in het algemeen
120
121
DUURZAME SAMENLE VING
03/
De kunststofindustrie vertegenwoordigt in West-Europa 1,1 miljoen werknemers, die werkzaam zijn in 30.000 ondernemingen. Samen investeren deze bedrijven 700 miljoen euro per jaar in R&D. Zij leveren een belangrijke bijdrage tot onze kennismaatschappij, onze welvaart en werkgelegenheid. Hun totale productie schommelt rond de 65 miljoen ton1 kunststof per jaar. In België omvat de kunststofindustrie 306 bedrijven en ongeveer 34.000 werknemers. Samen realiseren zij een omzet van 16 miljard euro. Hun exportaandeel oversteeg in 2009 de 8 miljard euro. Hiermee vormde de Belgische kunststofindustrie de belangrijkste bijdrage in de handelsbalans van ons land. Per inwoner wordt in België het meest kunststof verwerkt van heel Europa: 180 kg/ inwoner en per jaar. Dit betekent weliswaar niet dat België ook de grootste verbruiker van kunststoffen is. Het grootste deel van de verwerkte kunststofproducten wordt geëxporteerd. Precies daardoor brengen kunststoffen geld in ‘t laatje van onze overheid. In Europa wordt elk jaar zo’n 47 miljoen ton kunststof verwerkt. In absolute cijfers is Duitsland het kunststofland bij uitstek, gevolgd door Italië, Frankrijk, Spanje en het
03.2 / Economie en kunststoffen
Verenigd Koninkrijk. Ook Nederland gaat België vooraf. Hiermee loopt België achter op de toon die wordt gezet door de meest ecologische landen in Europa. Om de groei van de kunststofindustrie in België veilig te stellen, ijvert de sector bij de overheid voor meer inspanningen op het vlak van opleiding en innovatie. De kunststofindustrie biedt daarenboven tal van opportuniteiten om door besparing van grondstoffen en energie een belangrijke bijdrage te leveren tot een duurzamere economie.
↘ 1 Naar schatting worden er wereldwijd 300 miljoen ton kunststoffen per jaar geproduceerd.
122
stijgt daarenboven ieder jaar. In 2006 waren Belgische kunststoffen in de bouw goed voor een omzet van 2 miljard euro. Deze omzet werd gerealiseerd door meer dan 5.000 werknemers. Het stijgend aandeel kunststoffen in de bouw is het gevolg van een strengere Europese wetgeving. Europa verplicht immers vanaf 2020 Nearly Zero Energy Constructions, bijna-nulenergiegebouwen. Hieraan kunnen we met de huidige manier van bouwen niet voldoen. Tot nu toe was een verstrenging van het E-peil haalbaar door een zorgvuldige uitvoering. De toekomstige eisen van Europa kunnen we enkel halen door nieuwe bouwmethodes, technologieën en bouwmaterialen. De kunststofsector wijst dan ook op het grote belang om product- en procesinnovatie te blijven stimuleren. Nu al neemt de sector initiatieven om diverse bedrijven samen te brengen zodat bouwmaterialen beter op elkaar afgestemd worden en nog energievriendelijkere bouwonderdelen gerealiseerd kunnen worden. De kunststoffederatie organiseert in samenwerking met haar leden diverse opleidingen en verspreidt daarnaast actuele, betrouwbare informatie naar architecten, beleidsmakers en bouwheren. In een sterk innoverende sector wijzigen gegevens immers voortdurend. Jammer genoeg gebeurt het nog al te vaak dat kunststoffen worden beoordeeld op basis van verouderde gegevens. Aangezien er dagelijks nieuwe kunststoffen geproduceerd worden om te kunnen blijven voldoen aan de noden van onze maatschappij, is voor kunststoffen het hanteren van gegevens ouder dan 10 jaar niet zinvol. Ook zoekmachines zoals Google bevatten naast juiste informatie helaas nog steeds oude en voorbijgestreefde gegevens. Van veel bouwmaterialen zijn de eigenschappen de laatste decennia nauwelijks of niet gewijzigd. Kunststoffen vormen hierop een uitzondering. Ondertussen worden in Europa nieuwe kunststofclusters gestart om tijdig te kunnen inspelen op de innovatiegolf. Zo is er in Polen de nieuwe cluster in Tarnow, in Spanje die in San Rogue en in Duitsland het nieuwe ValuePark te Böhlen. Al deze Europese lidstaten investeren in de markt van morgen. Wanneer België zijn werkgelegenheid in de industrie wil waarborgen, zal ons land snel moeten reageren.
DUURZAME SAMENLE VING
Kunststoffen vormen een belangrijk onderdeel van de bouw in België. Hun aandeel
123
03/
03.2.2 / Kunststoffen in de bouw
124
125
Een belangrijk luik voor de beoordeling van duurzaamheid is de impact op de maatschappij.
DUURZAME SAMENLE VING
03/
Wereldwijd worden we geconfronteerd met een bevolkingsexplosie die gepaard gaat met demografische veranderingen. Hoe kunnen in 2030 de zowat 9 miljard mensen waarvan de levensverwachting in ontwikkelde landen blijft stijgen - worden gevoed en voorzien van drinkbaar water en energie? Onze samenleving heeft doorheen haar geschiedenis een zekere welvaart opgebouwd. Die welvaart in stand houden vraagt niet enkel het gebruik van materialen op de meest duurzame wijze, maar ook de meest duurzame technieken. De generatie na ons zal immers niet meer dezelfde hoeveelheid energie ter beschikking hebben als wij in onze jeugd ter beschikking hadden1. De energiebehoefte zal dus op een andere wijze ingevuld moeten worden. Inzake het beschikbaar maken van technologieën voor een groot aantal mensen spelen kunststoffen een cruciale rol. Denken we maar aan elektriciteit, water, mobiele telefoontoestellen, computers zowel mainframes als laptops, maar ook isolatiematerialen, zonnepanelen, windmolens enzovoort. Voor zich ontwikkelende landen komt het er vooral op aan om zo snel mogelijk een welvaart op te bouwen zonder de hele westerse leerschool te moeten doorlopen. Zij moeten zo spoedig mogelijk gebruik maken van de meest duurzame technieken die in hun regio beschikbaar zijn. Elk industrialiseringsproces heeft eveneens gevolgen op het klimaat buiten de landsgrenzen. Werken aan een vlotte transitie buiten onze landsgrenzen vormt de uitdaging van de komende decennia. Daarom dat innovatie binnen de eigen regio nog sterker aangemoedigd moet worden.
03.3 / Maatschappij en kunststoffen
↘ Doordat wagens tegenwoordig lichter en meer geavanceerd zijn, kunnen ze eenzelfde afstand afleggen met minder energie. Dat is geenszins een verarming ten opzichte van vroeger.
1
126
We staan er vaak niet bij stil dat kunststof verpakkingen de levensduur van voedingswaren aanzienlijk verlengen. Door gebrek aan een aangepaste verpakking wordt in ontwikkelingslanden tot de helft van de geproduceerde voedingswaren verspild. In ontwikkelde landen is dit percentage teruggebracht tot 2%. Ook gewasbeschermingsmiddelen en onkruidverdelgers, een efficiënter water- beheer en irrigatiesystemen, het inkuilen van voedergewassen met landbouwfolie en het bewaren van voedingsgewassen zijn voorbeelden van de bijdrage die kunststoffen leveren tot meer welvaart en comfort.
H u l p die n ste n Medische, civiele beschermings-, brandweer- of politionele interventies zijn vandaag maar mogelijk dankzij het veelvuldig gebruik van kunststoffen. Materieel, persoonlijke uitrusting en bestrijdingsmiddelen zijn grotendeels van kunststof gemaakt. Kunststof heeft zodoende al vele mensenlevens gered.
Gezo n dheidsz o r g Kinderen worden soms al op jonge leeftijd gered door de helende werking van medicijnen, een injectiespuit enz. Ook katheters, infuuszakken, ooglenzen, artificiële ledematen en kunstharten betekenen voor velen het verschil tussen leven en dood. Dankzij bio-compatibele polymeren is het mogelijk een regeneratieve ingreep uit te voeren op beenderen en pezen, of kunnen er - met nadien een kleinere kans op afstotingsverschijnselen - microsondes in het lichaam worden ingebracht.
Ver k eer De kreukelzones van wagens, airbags, autostoeltjes voor kinderen, valhelmen voor fietsers, bromfietsers en motorrijders, beschermende kledij voor sporters en weggebruikers… verhogen onze veiligheid. Ook het openbaar vervoer bestaat steeds vaker uit kunststof.
DUURZAME SAMENLE VING
V o edi n g
127
03/
03.3.1 / Kunststoffen in het algemeen
128
129
Ook niet-perforerende verbindingen vormen een technologie van de toekomst. Tegenwoordig zijn meer dan de helft van de verbindingen perforerende verbindingen. Het concept van de bijna-energieneutrale woningen in 2020 stoelt ech-
DUURZAME SAMENLE VING
03/
03.3.2 / Kunststoffen in de bouw
ter op een absoluut luchtdichte bouwschil. Een opening ter grootte van een hand kan al voldoende zijn om het vooropgestelde E-peil niet te halen. De vele honderden perforaties moeten ofwel worden ingewerkt in een nieuw bouw- concept (kabelspouw), ofwel worden afgedicht op de werf (een moeizaam en intensief werk) ofwel worden vervangen door niet-perforerende verbindingen. Deze laatste bewijzen hun degelijkheid al meer dan 40 jaar. De kunststofsector is de sector bij uitstek die de voorbije decennia de meeste wijzigingen en innovaties liet optekenen. Deze gaan van vloerverwarming en gescheiden
Tot slot moeten we er in de bouw over waken dat het aandeel bouwmaterialen uit ei-
rioleringstelsels tot energiebesparende isolatielagen, structurele beglazing, onder-
gen regio niet verder daalt. Traditioneel kwam 80% van de bouwmaterialen uit eigen
dakfolies, dampschermen, luchtdichte bouwfolies, groendaken, fotovoltaïsche zon-
land en werd 20% geïmporteerd.
necellen, warmtepompen, betonkernactivering, en niet-perforerende verbindingstechnieken.
Sinds het introduceren van het begrip ‘duurzaamheid’ 1 is het aandeel bouwmateri-
In het licht van de Europese 20/20/20-doelstellingen pleiten de producenten van
geïmporteerd. Doordat transportkilometers niet altijd in rekening worden gebracht,
alen uit eigen regio teruggevallen naar 70%. Er wordt dus 10% méér bouwmaterialen kunststoffen ook vandaag voor vernieuwende bouwtechnologieën en bouwmateria-
vertaalt dit zich in een concurrentienadeel voor onze Belgische industrie, waardoor
len. De sector vraagt beleidsmakers dat ze innovatie mee helpen aanmoedigen. Enkel
op termijn werkgelegenheid verloren kan gaan. Onze industrie moet immers voldoen
zo kan de kunststofsector erin slagen om voor de uitdagingen een geschikte oplos-
aan de wetgeving van de gewesten – die één van de strengste is van heel Europa - ,
sing te ontwikkelen.
terwijl geïmporteerde producten worden toegelaten onder de Europese wetgeving.
De kunststofsector blijft er eveneens voor pleiten dat subsidies niet materiaalaf-
het vlak van duurzaamheid aantoonbaar te maken. Ook dit gegeven trachten we met
hankelijk zijn, maar prestatieafhankelijk op gebouwniveau.
dit boekwerk te belichten.
Dit verschil maakt het de kunststofindustrie onmogelijk om haar inspanningen op
Het gebruik van meer isolatieproducten1 (in dak, muur en vloer) in combinatie met een luchtdichte bouwschil en een goed gedimensioneerde ventilatie maakt wonen ook morgen voor eenieder nog betaalbaar. Door een stijgende energieprijs neemt het aantal gezinnen toe dat geconfronteerd wordt met energiearmoede. Schrijnwerk in kunststof combineert een prima isolatie met een duurzaam materiaal en een betaalbare prijs. Hierdoor is het voor vele gezinnen mogelijk om hun huidige schrijnwerk te laten vervangen door isolerend schrijnwerk. Kunststof dakbanen hebben de functionaliteit van daken volledig omgegooid. Van waterdichting evolueerden daken in sneltreinvaart naar een vijfde gevel die energie wint, water buffert en fijn stof uit de lucht haalt. Dit stelt aan daken nieuwe eisen, en zorgt er ook voor dat bouwheren meer en meer energieonafhankelijk kunnen worden. Dit streven naar energieonafhankelijkheid zal in de toekomst enkel toenemen. Dakbanen spelen hierop reeds in door leaseconcepten te bestuderen waarbij bouwheren niet meteen de hele som moeten betalen, maar via een leaseconcept van de voordelen kunnen genieten. Lijmen en voegkitten worden vaak beschouwd als weinig duurzame oplossingen. Dankzij nieuwe technologieën inzake bonding/debonding (binding en ontbinding) De huidige trend gaat steeds duidelijker in de richting van hoogrendementsbeglazing. De Ug-waarde van een drievoudige beglazing ligt tussen 0,9 en 0,6 W/m².K. Voor bijna-energieneutrale woningen streeft men in 2020 naar een U-waarde voor wanden van ongeveer 0,15 W/m².K.
1
zijn ze nochtans recycleerbaar geworden. Hierdoor wint de technologie niet enkel aan duurzaamheid, maar zal ze op termijn bij de bouwheer op meer bijval mogen rekenen, waardoor ze meer toegepast zal worden.
1 Duurzaamheid in de enge betekenis, m.a.w. enkel bekeken op materiaalniveau en bovendien soms beperkt tot de productiefase.
130
131
04/
bio-kunststoffen
132
133
bio-kuns ts toffen
04/
'Kunststoffen zijn niet grondstofgebonden. Vroeger lag vooral steenkool aan de basis, daarna de petrochemie. Worden dat straks biopolymeren?'
In eerste instantie moet een zeer duidelijk onderscheid
‘Biogebaseerd’ verwijst naar de natuurlijke grondstoffen waarmee een kunststof wordt gemaakt.
worden gemaakt tussen biodegradeerbare en biogebaseerde polymeren.
‘Biodegradeerbaar’ verwijst daarentegen naar een eigenschap van het polymeer zelf, namelijk dat het na gebruik tengevolge van bijvoorbeeld hydrolyseprocessen kan worden gedegradeerd. Sommige biodegradeerbare polymeren zijn biogebaseerd en vice versa, maar er zijn veel meer voorbeelden waar er tussen die twee geen link bestaat. Polyethyleen bijvoorbeeld, een van de meest gebruikte kunststoffen ter wereld, is niet biodegradeerbaar, maar kan wel worden gemaakt uit biogebaseerde grondstoffen. Polyethyleen wordt vervaardigd uit ethyleen, een derivaat van petroleum. Nu komen er ook processen op de markt die ethyleen halen uit ethanol, een derivaat van glucose. Dikwijls worden biodegradeerbare polymeren gedefinieerd als industriële producten die, wanneer ze worden weggegooid, door bacteriën of andere biologische agentia worden afgebroken. Dit is als definitie niet voldoende. Er moet ook rekening worden gehouden met de tijdsduur die voor die degradatie nodig is, evenals met de plaats van degradatie en de totale milieu-impact. Op het einde van de levenscyclus van een biodegradeerbaar polymeer zijn er twee mogelijkheden, afhankelijk van de klasse waartoe het polymeer behoort. Er bestaan polymeren van natuurlijke oorsprong, polymeren gemaakt door micro-organismen, een derde soort vervaardigd vanuit biotechnologische processen, en polymeren op basis van petrochemische producten. Voor bepaalde klassen is er een composteerbare weg om zo energie te recupereren. De gevormde CO2 kan dan via de fotosynthese terug omgezet worden tot grondstoffen.
Momenteel is de meest succesvolle biogebaseerde kunststof van natuurlijke oorsprong polymelkzuur. Polymelkzuur, alhoewel biodegradeerbaar, mist andere fysische eigenschappen. Daarom dat er ook in de petrochemische sector kunststoffen worden gemaakt die biodegradeerbaar zijn, zoals polycaprolacton en polyesteramides. Of biopolymeren de toekomst worden? ‘Voor de volgende jaren wordt nog wel een stijging verwacht, maar wereldwijd is er nu al een afvlakking van de productiecapaciteit merkbaar, deels als gevolg van de geringe beschikbaarheid van de grondstoffen. Op dit moment bedraagt de productiecapaciteit ongeveer 0,5% van alle kunststoffen. De volgende jaren zal dat evolueren naar ongeveer 1,5% maar het zal dus zeker niet zo zijn dat het overgrote deel van de kunststoffen door biopolymeren zal worden vervangen. Het is trouwens de vraag of dat wel zo dwingend is, want al bij al is de fractie aardolie die nodig is voor de productie van kunststoffen relatief bescheiden. Van alle aardolie gaat er maar 4% naar de 300 miljoen ton kunststoffen die er jaarlijks worden gemaakt. Als men al iets wil doen om de hoeveelheid aardolie terug te dringen, moet in de eerste plaats worden bespaard in de sectoren verwarming en transport.'
Prof. Dr. Filip Du Prez – Polymer Chemistry Research Group, UGent
134
De laatste decennia vormt de biochemie een steeds groter aandeel in de productie
In de industrie wordt er hard gewerkt om de bio-component in eerste instantie even-
van kunststoffen. Gezien de toekomstige schaarste van aardolie lopen er steeds meer
waardig te maken aan de huidige uitval . Zo kan er een evenwicht ontstaan tussen
projecten die nagaan hoe biochemie onze welvaart kan helpen behouden.
het produceren van nieuwe kunststoffen en het verdwijnen ervan door energeti-
sche recuperatie. Dankzij een toenemend recyclagepercentage wordt dit evenwicht
In Tessenderlo staat de 2de grootste installatie ter wereld die vanuit biomassa op-
steeds meer haalbaar.
135
1
bio-kuns ts toffen
04/
nieuw bio-olie produceert. Dit gebeurt d.m.v. een pyrolyseproces. Jaarlijks wordt hier zowat 20.000 ton verwerkt.
Daarvoor moet echter de verbranding van kunststoffen met energierecuperatie verder teruggedrongen worden in het voordeel van recyclage. België, dat vaak omschre-
In Gent/Terneuzen bevindt zich Europa’s grootste cluster van bio-brandstoffen die
ven wordt als het land dat koploper is in recycleren van kunststoffen, innoveert van-
vertrekt vanuit hernieuwbare plantaardige grondstoffen zoals suiker, aardappelen
daag volop om kunststoffen te herwinnen tot volwaardige grondstoffen.
en maïs. Met een capaciteit van 1.200 kton is deze cluster groter dan gelijkaardige clusters in Rotterdam of Hamburg. De glycerol die hier wordt geproduceerd, ligt aan
Dit vereist het verder ontwikkelen van de scheidingstechnieken voor gemengde ge-
de basis voor het vervaardigen van sommige bio-kunststoffen.
sloten kringlopen.
Labo’s van de Universiteit Gent en Katholieke Universiteit Leuven werken volop aan het optimaliseren van deze processen.
Ook worden andere technieken bekeken, zoals zelfherstellende polymeren2. Derge-
Biogebaseerde kunststoffen1 zijn dus volop in opkomst. Voorbeelden van bekende
vensduur en het toepassingsveld aanzienlijk vergroot kunnen worden.
lijke polymeren kunnen hun eigen chemische bindingen herstellen, waardoor de lekunststoffen die al volledig of gedeeltelijk uit hernieuwbare grondstoffen kunnen worden gemaakt, zijn bepaalde typen polyetheen (pe), polypropeen (pp), pvc, nylons,
Het zal een combinatie zijn van innovatie en hard werken die de kunststofsector zal
polyesters en smeltbare rubbers.
transformeren in een cradle-to-cradlebouwmateriaal. Wanneer dit bereikt zal worden, hangt in grote mate af van de gebruiker en de beleidsmaker.
Wat zijn biodegradeerbare polymeren?
Zoals steeds in België vormt eendracht hiervoor de basis.
Biodegradeerbare polymeren zijn op polymeermateriaal gebaseerde producten die: + gedurende hun gebruik dezelfde performantie behouden als gebruikelijke plastics; + na gebruik degraderen in laagmoleculair gewichtscomponenten door inwerking van biologische en/of chemische/fysische stimuli (licht, water, zuurstof) in de omgeving; + uiteindelijk degraderen in CO2 en/of CH4, H2O en biomassa aan vergelijkbare snelheden en conversies zoals bij andere degradeerbare materialen en die geen permanente of toxische residuen achterlaten. AIM Magazine, Vol. 55, suppl. 1, 2001, p. 66-71
Ook bio-kunststoffen, bio plastics of biopolymeren genoemd.
1
1 Met uitval bedoelen we hier het verdwijnen van kunststoffen uit de kringloop door energetische recuperatie (verbranding). 2 Self healing polymers.
136
137
05/
besluit
138
Algemeen groeit het besef dat duurzaamheid in de bouw geëvalueerd moet worden
- Kunststoffen zijn de basis voor geoptimaliseerde bouwelementen. De sector moe-
materiaal (nagroeibaar, recycleerbaar…) aan dezelfde strenge technische vereisten
Geslaagde initiatieven zijn bijvoorbeeld het massief passiefhuis en Isofinish.
voldoen en hiervan ook de nodige garanties kunnen voorleggen. - Kunststoffen vervangen is onwenselijk. Volgens het Denkstatt-rapport (2010) bezitKunststoffen onderscheiden zich inzake duurzaamheid op tal van punten:
ten kunststoffen het grootste potentieel om CO2 te reduceren. Voor iedere ton CO2
- Kunststoffen gebruiken aardolie maar putten ze niet uit. Amper 4% van alle aardolie
lifefase gemiddeld 4 à 8 ton CO2. Dit cijfer kan nog worden verbeterd tot 9 à 15 ton.
die wordt geproduceerd, besparen kunststoffen gedurende hun gebruiks- en end-ofwordt vandaag ingezet om langdurig dienst te doen als grondstof voor kunststoffen. - Kunststoffen sparen de natuur. Kunststoffen die vandaag in ons land worden ver- Kunststoffen bestaan niet noodzakelijk uit petroleum. Steeds meer koolwater-
vaardigd, bevatten geen cfk’s of hcfk’s, en zijn ook vrij van zware metalen zoals cad-
stofverbindingen worden gewonnen uit aardgas en biomassa. Andere alternatieve
mium of lood.
grondstoffen voor kunststoffen zijn zetmeel, cellulose, suikers, melkzuur, organisch afval, plantaardige oliën, micro-organismen en algen.
Indien de aarde het gebouw is waarin we met zijn allen leven, indien we onze kinde-
- Kunststoffen maken integraal waterbeheer mogelijk. Van infiltratiesystemen tot
Brundtlands duurzaamheid in onze samenleving te implementeren, maar ook om de
drainagebuizen en regenwatertanks: kunststoffen bieden alle mogelijke systemen
technologische onderbouw ervan uit te dragen over onze landsgrenzen heen.
ren een ware duurzame aarde willen nalaten, bestaat de uitdaging erin om niet enkel
voor een duurzaam waterbeleid. Dit vergt een hele mentaliteitswijziging, waaronder het aanwenden van biopolyme- Kunststoffen hergebruiken steeds vaker kunststoffen. Anno 2011 wordt 30% van het
ren voor kunststoffen in plaats van voor brandstoffen. Op die manier gaan aardoliere-
postconsumer-kunststofafval in België gerecycleerd. Daarmee is België koploper in
serves langer mee en anticiperen we op de uitdagingen van morgen.
Europa. Dergelijke mentaliteitswijzigingen technologisch verder voeden zal ervoor zorgen - Dankzij het optimaliseren van hun unieke eigenschappen (barrièrefunctie, vormge-
dat we met zijn allen een globaal antwoord zullen geven op de vragen over duur-
vingsvrijheid, isolerende en akoestische eigenschappen, recycleerbaarheid…) helpen
zaamheid.
kunststoffen natuurlijke grondstoffen sparen en minder energie verbruiken. - Kunststoffen hebben een lange levensduur. Kunststof buizen voor waterleidingen hebben een levensduur van minstens 100 jaar, kunststof schrijnwerk gaat minimum 50 jaar mee. De laatste 15 jaar is de levensduur van pvc-dakbedekking toegenomen met 50%. - Kunststoffen bieden lichtgewichtoplossingen voor bouwconstructies. Vaak worden bij renovatie bouwwerken gesloopt doordat de constructie een bijkomende belasting - die nodig is om bijvoorbeeld aan de huidige isolatie-eisen te kunnen voldoen - niet kan torsen. Hierdoor gaat kostbaar patrimonium verloren. Kunststoffen kunnen op dit vlak een belangrijke rol vervullen. - Kunststoffen liggen aan de basis van hernieuwbare energie. Voor de wieken van windmolens, zonnepanelen, brandstofcellen, kweekreactoren voor oliewinning uit algen, enz. zijn kunststoffen onontbeerlijk. - Kunststoffen gebruiken steeds minder materialen. Dankzij kunststoffen kunnen toepassingen worden ‘geminiaturiseerd’. Denk aan computers, koelinstallaties, communicatiemiddelen en de thermische onderbreking in metalen en houten profielen.
Duurzaam bouwen met kunststoffen? Natuurlijk!
besluit
digt producenten van kunststoffen aan om met andere bedrijven samen te zitten teneinde de materialen voor een bouwelement optimaal op elkaar af te stemmen.
05/
op gebouwniveau. Daarvoor moeten zowel de sociale als de ecologische en de economische impact van een gebouw in rekening worden gebracht. Tevens moet elk
139
I n teressa n te l i n k s
140
+
Agoria, sectorfederatie voor de technologische industrie in België (http://www.agoria.be)
+ BREEAM (Verenigd Koninkrijk) (http://www.breeam.org/) + BWA: Bitumen Waterproofing Association (http://www.bwa-europe.com) + CEN TC 350 Sustainability of Construction Works (http://www.cen.eu/cen/Sectors/TechnicalCommitteesWorkshops/ CENTechnicalCommittees/Pages/PdfDisplay.aspx ) + Clean Site Sytem: recycleren van verpakkingen van bouwmaterialen op de werf (http://www.cleansitesystem.be) + Denkstatt-studie, substitutie van kunststoffen door andere materialen (http://www.federplast.be/downloads/) + +
DETIC: Belgisch-Luxemburgse vereniging van de producenten en verdelers van cosmetica, detergenten, onderhoudsproducten, lijmen en mastieken, biociden, aanverwante producten en producten verpakt in spuitbussen. (http://www.detic.be) DGNB (Detusche Gesellschaft für Nachhaltiges Bauen) (www.dgnb.de)
+ EPPA: European pvc window Profile and related building products Association (http://www.eppa-profiles.org) + Essenscia, Belgische Federatie van de Chemische Industrie en van Life Sciences (http://www.essenscia.be) + Essenscia Duurzaamheidsrapport (http://www.essenscia.be/01/MyDocuments/ESSENSCIA_NL.pdf)
+ ISO-organisatie (international organization for standardization) (http://www.iso.org/iso/home.html) +
IVP: Industrie van Verven, Vernissen, Stopverven, Drukinkten en Verven voor de Schone Kunst (http://www.ivp-coatings.be)
+ Kurio / Emso: Belgische fabrikanten van kunststof leidingsystemen (http://www.kurio.be) + LEED (Leadership in Energy and Environmental Design - Verenigde Staten van Amerika) (http://www.usgbc.org/leed/) + LCA-analyses van pvc: (http://www.pvc.org) + Our common future, 1987 (WCED rapport uitgebracht onder voorzitterschap van Gro Harlem Brundtland) (http://www.un-documents.net/wced-ocf.htm) + Plastics are too valuable to throw away: (http://www.youtube.com/watch?v=82-Yz8MbxA0) + Plastics help to protect the planet: (http://www.youtube.com/watch?v=OY1tzkazmJI&feature=related) + Plastics Europe: Western European Plastics Manufacturing Industry (http://www.plasticseurope.org) + PU Europe: European pur insulation industry (http://www.pu-europe.eu) + Recovinyl: collection of pvc waste from construction and demolition sector (http://www.recovinyl.com) + Recupel: producenten en invoerders van elektrische en elektronische apparatuur (http://www.recupel.be)
+ ESWA: European Single ply Waterproofing Association (http://www.eswa.be)
+ Responsible Care, vrijwillig wereldwijd initiatief van de chemie tot continue verbetering prestaties inzake gezondheid, veiligheid en leefmilieu (http://www.icca-chem.org/en/Home/Responsible-care/)
+ EUMEPS: European Manufacturers of eps (http://www.eumeps.org)
+ Solar Impulse: vliegen zonder fossiele brandstoffen (http://www.solarimpulse.com)
+ EuPC: European Plastic Converters (http://www.plasticsconverters.eu)
+ Styfabel Belgische vereniging van fabrikanten van geëxpandeerd polystyreen www.styfabel.be
+ Exiba: European xps associations (http://www.exiba.org)
+ TEPPFA: European Plastic Pipes and Fittings Association (http://www.teppfa.org)
+ Febelauto: verwerking autowrakken (http://www.febelauto.be)
+ The World in 2030 (door futurologist Ray Hammond) (http://www.rayhammond.com/The%20World%20In%202030%20Ray%20Hammond.pdf)
+ Federplast.be, vereniging van producenten van kunststof- en rubberartikelen Koepelstructuur van Agoria en essenscia. (http://www.federplast.be)
+ Val-I-Pac: bedrijfsmatig verpakkingsafval (http://www.valipac.be)
+ FEICA: Association of European Adhesives and Sealants (http://www.feica.com) + FostPlus: recyclage huishoudelijk verpakkingsafval (http://www.fostplus.be) + HQE (Association pour la Haute Qualité Environnementale des bâtiments - France) (http://www.assohqe.org)
+ Vinyl 2010: vrijwillige verbintenis om de duurzaamheid van pvc-productie te verhogen (http://www.vinyl2010.org) wordt thans verdergezet als Vinyl Plus
141
b r o n v erme l di n g
142
143
+ Pag. 5
- The World in 2030 (Ray Hammond)
- Our common future (Gro Harlem Brundtland)
+ Pag. 13
- CEN TC 350, sustainability of construction works
- ISO - organisatie
+ Pag. 15
- EC DG Enterprise Taskforce
+ Pag. 22 – 28
- Plastics Europe
- Federplast.be
- Essenscia
+ Pag. 31 – 74 (Hoofdstuk 2.4) :
- Sectorcommissie Bouw
+ Pag. 75 - 111
- Plastics Europe
- Federplast.be
- Essenscia
- Sectorcommissie Bouw
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Het gebruik van illustraties en foto’s wordt ondersteund door de nodige bronvermeldingen. Indien u zou vaststellen dat een illustratie of foto zonder bronvermeling gebruikt werd, gelieve ons hiervan op de hoogte te brengen via de uitgever. De informatie in dit boekwerk kan niet als bindend worden beschouwd en kan op elk ogenblik door Federplast.be gewijzigd worden. Dit boekwerk werd gedrukt op FSC 100% gecertificeerd papier. Federplast.be wenst hiermee de strijd te ondersteunen tegen het illegaal kappen van tropische wouden. Het boekwerk is een initiatief van Federplast.be, de gemeenschappelijke koepelstructuur van Agoria en essenscia voor de kunststof- en rubberverwerkende industrie. Verantwoordelijke Uitgever: Geert Scheys Secretaris Generaal Federplast.be vzw
[email protected]
Met dank aan:
Duurzaamheid is de laatste jaren een modewoord geworden. Wat vandaag duurzaam is en niet, wordt niet zelden bepaald door labels die vooral een vlotte marketing van een welbepaald product beogen. Maar is dit ook de weg naar een duurzame transitie? Dit boek, opgemaakt door de hele kunststofsector biedt een unieke kijk op het gigantische werk dat door de sector het laatste decennium verricht werd. Duurzaamheid is geen droom, geen visie ver weg, maar een kans, een keuze die we vandaag al kunnen grijpen indien we ervoor durven kiezen. Dit vereist naast moed ook een mentaliteitswijziging van u en ik.