Door en door Maak kennis met ZSV een AWBZ erkende en HKZ-gecertificeerde instelling. Wij bieden 24-uurs zorg en behandeling van kinderen en jongeren in de leeftijd van 8 tot 20 jaar met een lichte verstandelijke beperking en gedragsproblematiek. Hiervoor gaan we altijd uit van het positieve dat ieder kind en jongere, ongeacht zijn of haar persoonlijke situatie, in zich heeft. En daarom gaan we altijd door en door. En blijven we niet stilstaan bij een kleine tegenslag. Door en door is waar we voor staan. Want wij geloven dat ieder kind en iedere jongere stap voor stap geholpen en behandeld kan worden. Daar gaan we voor en daar zetten we ons volledig voor in.
In de afgelopen jaren hebben we een vruchtbare bodem gecreëerd, de perfecte basis om kinderen en jongeren in de leeftijd van 8 tot 20 jaar zo optimaal mogelijk te behandelen. De ingrediënten hiervoor zijn rust en ruimte, regelmaat en duidelijkheid, die we als volgt hebben vormgegeven: kleinschaligheid:
iedereen wordt gekend
respectvolle omgang:
diverse culturen, achtergronden en mensen
heldere grenzen:
wat mag wel en wat mag niet
veiligheid:
nabijheid, toezicht
betrouwbare begeleiders:
die zeggen wat ze doen en doen wat ze zeggen
positieve benadering:
wat gaat al goed en wat kan beter
samen doen:
taken en vrije tijd
dagritme:
vaste tijden voor vaste zaken
weekritme:
herkenbaar patroon
dagelijks groepsbespreking: actuele dagelijkse zaken, persoonlijke inbreng wekelijks groepsbespreking: actuele thema’s, persoonlijke inbreng
2
vieringen:
verjaardagen, carnaval, Pasen, Kerst, Suikerfeest e.d.
zomerkamp:
met leuke en leerzame activiteiten 3
Samen één team ZSV bestaat uit één hecht team van geschoolde mensen, die samen zorgen voor de bovengenoemde vruchtbare bodem, die kennis hebben van de doelgroep, die persoonlijke aandacht geven aan elk kind en elke jongere en die signaleren waar extra aandacht en/of ondersteuning noodzakelijk is. Ieder teamlid is er om uit te nodigen, aan te moedigen, aan te sturen, te ondersteunen en te bevestigen, maar ook om te controleren en te corrigeren. Elk teamlid is persoonlijk begeleider van twee tot vier kinderen/jongeren. De persoonlijk begeleider onderhoudt contacten, regelt zaken, heeft inbreng in de behandelbespreking, stelt het werkplan samen met de jongere op, draagt zorg voor de maandelijkse evaluaties, draagt relevante informatie over aan collega’s en overlegt met de orthopedagoog over de voortgang van de ontwikkeling. Tevens is de persoonlijk begeleider het eerste aanspreekpunt voor persoonlijke zaken.
4
5
6
7
Wonen bij ZSV ZSV beschikt over verschillende woonvoorzieningen, verspreid over diverse locaties in de provincie Gelderland. De woonvoorzieningen zijn onderverdeeld in één- en driemilieus-woonvoorzieningen. Enerzijds zijn ze bedoeld om te wonen; voor kinderen en jongeren tussen de 8 en 23 jaar. Anderzijds zijn de woonvoorzieningen geschikt voor crisisopname; standaard zijn er twee plaatsen gereserveerd voor crisisopnames. Op iedere locatie worden de kinderen en jongeren begeleid door het begeleidende team. Naast dit team zijn er ook orthopedagogen, maatschappelijk werkers en een manager aanwezig om de kinderen en jongeren te begeleiden. De manager is minimaal één dag per week op elke locatie aanwezig, afhankelijk van de grote van de locatie. De maatschappelijk werker is vier dagen per week aanwezig en de orthopedagoog vijf dagen per week. Kinderen en jongeren kunnen op alle locaties aan hun zelfstandigheid werken. Op iedere locatie is er een woonkamer, woonkeuken en een recreatieruimte aanwezig, inclusief een werkruimte voor de begeleiders. De jongeren slapen op de bovenverdieping(en). Hier heeft iedere jongere een eigen zit-slaapkamer en deelt hij/zij de badkamer met drie of vier anderen. Het moge duidelijk zijn dat de jongens gescheiden van de meisjes slapen.
Eén-milieus-woonvoorzieningen Binnen de één-milieus-voorzieningen wonen jongeren die al enige zelfredzaamheid hebben ontwikkeld. Zij gaan, ieder voor zich, zelfstandig naar school, vervullen hun dagtaak of gaan naar de sportclub in de omgeving.
Drie-milieus-woonvoorzieningen Binnen de drie-milieus-voorzieningen kunnen kinderen en jongeren terecht voor wonen, onderwijs en vrijetijdsbesteding. De woongroepen binnen de drie-milieus-voorziening zijn geselecteerd op leeftijd. De jongeren gaan naar school (SBO en VSO) op het naastgelegen terrein. Daarnaast er is een activiteitenbegeleider in dienst en zijn er voldoende sportclubs in de omgeving voor de nodige ontspanning. Op een drie-milieusvoorziening bevinden zich ook appartementen waar jongeren stapsgewijs toewerken naar meer zelfstandigheid en zelfredzaamheid. De appartementen bestaan uit twee zit-slaapkamers, een gezamenlijke badkamer en een keuken met gebruik van wasmachine en droger. Tot slot beschikt ieder appartement over een eigen voordeur. 8
9
Het opnameproces
Behandelzorg
Jongeren die bij ZSV verblijven worden aangemeld door een PI (Plaatsende Instantie).
Behandelzorg is zorg met een langduriger karakter. Behandelzorg duurt over het
Dit kan een voogdij-instelling zijn, omdat er sprake is van OTS, maar het kan ook
algemeen een tot twee jaar en kent meer diepgang dan overbruggingszorg. Na
een organisatie als MEE zijn als het gaat om een vrijwillige plaatsing. Iedere
het startplan en de observatie/gewenningsperiode schrijft de orthopedagoog het
aanmelding wordt getoetst door de manager, orthopedagoog en maatschappelijk
eerste behandelplan, waartoe ook de Risico Analyse, het Signaleringsplan en de
werker. Criteria zijn onder andere: behoort hij/zij tot onze doelgroep: licht
Beschermende en Ondersteunende Maatregelen behoren. Het proces kent meer
verstandelijk gehandicapt (IQ 55 - 85) en leeftijdscategorie (8 tot 20 jaar), zijn
diepgang doordat het werkplan vaker bijgesteld en/of vernieuwd wordt met
er contra-indicaties, zoals ernstige verslavingsproblemen, suïcidegevaar of is er
nieuwe leerdoelen. Na zes tot acht maanden schrijft de orthopedagoog op basis
sprake van zware psychiatrische problematiek. Bij twijfel volgt een oriënterend
van de voortgang het tweede behandelplan, waarna het cyclische proces zich
gesprek. Anders wordt er een afspraak voor een intakegesprek gemaakt.
herhaalt. Na opnieuw zes tot acht maanden volgt het derde behandelplan. In dit proces wordt de toekomstprognose van de cliënt ook meegenomen. Dit kan zijn:
Indien sprake is van een zogenaamde ‘crisisplaatsing’ door het Zorgkantoor
terug naar thuis, begeleid zelfstandig wonen of een gezinsvervangend tehuis.
hanteren we een versnelde procedure: de (telefonische) aanmelding en de
Maar daar stopt het niet. Wanneer een jongere, ouder dan 18 jaar, klaar is met
daadwerkelijke opname zijn dan vaak al op dezelfde dag.
de behandeling en wanneer OTS en voogdij beëindigd is, maar nergens terecht kan, zetten we ons ook in om voor de jongere een passende woonplek te vinden.
Het behandelproces
Overbruggingszorg
Kinderen en jongeren in de leeftijd van 8 tot 20 jaar kunnen bij ZSV terecht voor behandelzorg, overbruggingszorg en crisiszorg. Ongeacht de situatie begint iedere
Overbruggingszorg omvat een tijdsspanne van gemiddeld drie tot vier maanden.
behandeling met een individueel startplan. In dit plan worden de aanmeldgegevens,
Na de observatie/gewenningsperiode van zes weken, waarin het startplan als
in geval van crisisopname, en de gegevens uit het intakegesprek bij overbrugging
handleiding dient, schrijft de orthopedagoog een verkort behandelplan aan de hand
of behandelplaatsing door de orthopedagoog verwerkt. Hierin staan onder meer de
van dossiergegevens, aangevuld met de rapportages van de observatieperiode.
naam en geboortedatum, opnamestatus, korte voorgeschiedenis, huidige situatie, diagnoses, kenmerken, benaderingsadviezen en observatie-items vermeld. Zodat de begeleiders direct inzicht krijgen in de situatie van de desbetreffende jongere en er vanaf het eerste moment adequaat, efficiënt en specifiek ‘op-deze-persoonin-deze-situatie-gericht’ kan worden gehandeld.
10
11
Het overbruggingstraject kent de volgende stappen:
Crisiszorg
1. Het verkort behandelplan
Als er sprake is van een crisisplaatsing vertrekt de jongere na een periode van
Het verkort behandelplan beschrijft de ontwikkelingsgebieden en de leerpunten
maximaal zes weken en volgt een eindverslag. Het is echter ook mogelijk dat
van de jongere. Risico Analyse, Signaleringsplan, Beschermende en Ondersteunende
de periode wordt verlengd en omgezet in overbruggingszorg of behandelzorg.
Maatregelen zijn onderdelen van dit behandelplan.
Een dergelijke omzettingsprocedure heeft voorrang op een eventuele wachtlijst, omdat we prioriteit geven aan jongeren die reeds in behandeling zijn.
2. Bespreking behandelplan
Overbruggingszorg wordt regelmatig ook omgezet naar behandelzorg wanneer blijkt
Als dit plan intern (orthopedagoog, maatschappelijk werker, persoonlijk begeleider
dat een doorplaatsing niets toevoegt of een verandering mogelijk een negatieve
en manager) tot overeenstemming leidt, volgt een bespreking van het behandelplan
invloed zal hebben.
met alle betrokken. Jongeren ouder dan 14 jaar zijn bij deze bespreking geheel of gedeeltelijk aanwezig en hebben ook inbreng. 3. Het werkplan Wanneer het behandelplan is goedgekeurd en vastgesteld, stelt de persoonlijk begeleider samen met de jongere, onder supervisie van de orthopedagoog, het werkplan op. In het werkplan worden drie leerpunten beschreven in drie of vier hanteerbare stapjes. Het werkplan heeft een afgeleide ‘aftekenlijst’, dit is het werkdocument waarmee elke jongere dagelijks of wekelijks de gekozen werkpunten bespreekt met de pedagogisch begeleider(s). 4. Het maandverslag Het maandverslag, dat de persoonlijk begeleider aan de hand van de dagelijkse rapportages en de aftekenlijsten schrijft, dient als basis voor de evaluatie. 5. Evaluatie Aan de van de maandverslagen en de voortgang wordt het werkplan, onder supervisie van de orthopedagoog, bijgesteld en/of vernieuwd. 6. Eindverslag/eindbespreking Het cyclische proces van behandelplan, werkplan, maandverslag en evaluatie wordt afgesloten met een eindbespreking en eindverslag als jongeren worden doorgeplaatst. 12
13
14
15
Wie wonen er bij ZSV? De kinderen en jongeren die bij ZSV wonen zijn zeer divers en niet in twee regels te beschrijven. Algemene kenmerken en herkenningspunten kunnen wel enig inzicht geven: Als een kind van vier al duidelijk een ontwikkelingsachterstand laat zien, is dit voor ouders en/of leerkrachten vaak aanleiding voor extra aandacht, zorg en onderzoek. Mogelijk kan het kind instromen in het speciaal basisonderwijs en kan het zich op zijn/haar eigen tempo en niveau ontwikkelen. Kinderen die niet zo duidelijk een ontwikkelingsachterstand laten zien vallen niet meteen op, maar gelden vaak als ‘zorgenkind’. Er is steeds van alles aan de hand, maar niemand weet wat. Ze worden vaak als ‘lastig’ bestempeld. Ze zijn steeds de ‘zwakke, ongeconcentreerde’ leerling, worden vaak gepest of zijn juist de pestkop of sociaal onhandig. Zo’n kind kan het steeds ‘niet goed’ doen, hoort steeds dat het ‘beter z’n best’ moet doen en loopt altijd op z’n tenen. Deze kinderen ontwikkelen daardoor emotionele en gedrags problemen: ze worden onzeker, nerveus, ontwikkelen faalangst of gaan het gedrag juist compenseren met stoer, baldadig en/of agressief gedrag. Vaak worden ze pas getest als ze mislukken in het voortgezet onderwijs, waarna ze instromen in voort gezet speciaal onderwijs. Ze zijn intussen gewend geraakt aan het label van ‘altijd te kort schieten’ en zijn dan meestal nog weinig gemotiveerd. Wat dan vaak weer leidt tot ‘foute vriendjes’ en antisociaal gedrag. Daarnaast komen deze jongeren door puberteitsinvloed, verkeerde risico-inschattingen en beperkt probleemoplossend vermogen vaak al jong met politie en justitie in aanraking. Ook begrijpen ze vaak niet wat er van hen verwacht wordt en zijn ze veelal onmachtig om adequaat te reageren.
Problematiek Naast de licht verstandelijke beperking kan er ook sprake zijn van een aangeboren en/of vroegkinderlijk ontstaan syndroom, zoals ADHD, PDD-nos, McDD, hechting stoornissen, ODD, Borderline-kenmerken of een combinatie van twee of meer. Ook kunnen er andere zaken van invloed zijn geweest, zoals het gebrek aan opvoeding, verwaarlozing en/of mishandeling. 16
17
Wie werken er bij ZSV? Bij ZSV besteden we veel aandacht aan de basissfeer. Want iedere jongere is gebaat bij veiligheid, rust, regelmaat, duidelijkheid en voorspelbaarheid. Daarom zien we de basissfeer als onze voedingsbodem waarop pedagogisch begeleiders en alle andere medewerkers hun taken kunnen uitvoeren en kinderen en jongeren behandeld kunnen worden. Met uiteraard alle ruimte voor individuele aandacht.
De volgende personen zijn werkzaam bij ZSV: Pedagogisch medewerker
Maatschappelijk werker
De pedagogisch begeleider is de uitvoerende van het dagelijkse behandelproces,
De maatschappelijk werker heeft een signalerende, adviserende taak in het
de observator, de motivator, de bewaker in het proces.
teamproces. Daarnaast onderhoudt hij contacten met plaatsende instanties. Ook is hij onderdeel van het intakeproces en het multidisciplinair overleg.
Persoonlijk pedagogisch begeleider De persoonlijk begeleider bewaakt, naast de bovengenoemde taken, het individuele
Manager
proces en maakt deel uit van het multidisciplinair overleg. Ook onderhoudt hij/zij
De manager is (eind)verantwoordelijk voor de praktische randvoorwaarden,
de contacten met voogden, ouders, leerkracht en/of sportclub. De persoonlijk
voor de kwaliteit van het teamproces en het gehele behandelproces.
begeleider betrekt de jongere bij de inhoud van het werkplan en de leerpunten. Zo is iedere jongere medespeler in zijn/haar eigen behandelproces.
Psychiater Sommige kinderen en/of jongeren gebruiken gedragsondersteunende medicamenten.
Orthopedagoog
Deze worden voorgeschreven en onder controle gehouden door de psychiater (GGNet).
De orthopedagoog is verantwoordelijk voor de juistheid en de kwaliteit op de inhoudelijke aspecten van de behandeling. De orthopedagoog bewaakt het cyclische proces, houdt oog op de voortgang van de behandeling en adviseert en ondersteunt de pedagogisch werkers.
18
19
20
21
De werkwijze van ZSV Bij ZSV hanteren we de visie: gewoon als het kan, speciaal als het nodig is. Daarmee bedoelen we dat een deel van de geleverde zorg bestaat uit een gewoon opvoedproces. Naast dat gewone deel is er voor elke specifieke hulpvraag een zo passend mogelijk antwoord. Geplaatste jongeren komen vaak uit onveilige en chaotische situaties. Daarom bieden wij hen rust, structuur en duidelijkheid. Met het uitgangspunt dat iedere jongere competenties heeft en een positieve benadering daar vruchtbaar op kan aansluiten, is vaak een eerste slag al gemaakt. Na de observatie- en gewenningsperiode krijgt de specifieke hulpvraag vorm. Deze is bepalend voor de methodische aanpak.
Theorieën en methodieken Het moge duidelijk zijn dat de methodische aanpak voor een 8-jarige jongen met ADHD anders is dan de behandeling van een 16-jarig meisje met McDD en Borderline-problematiek. Iedere jongere is anders en iedere jongere vraagt om een andere hulpvraag. Afhankelijk van de specifieke kenmerken en de specifieke hulpvraag schrijft de orthopedagoog een passende behandellijn en benaderingswijze voor. De orthopedagoog maakt daarbij gebruik van wetenschappelijk onderbouwde orthopedagogische theorieën. Indien nodig krijgen de pedagogisch begeleiders hierover uitleg of ondersteunende adviezen. Iedere maand wordt bekeken of de uitgezette lijn wordt vervolgd en/of de behandeling bijstelling behoeft. Kortom, de kleinschaligheid, de vruchtbare basissfeer en de specifieke hulpvraag beantwoording maken samen de evenwichtige context waarbinnen ZSV behandeling biedt aan jeugd en jongeren met een lichtverstandelijke handicap en gedrags problemen.
22
23
ZSV Zorg & Wonen Postbus 810 3000 AV Rotterdam T 088 - 771 0 771 F 088 - 771 0 772 E
[email protected]
www.zsv.nl