ORDE van DIENST bij de bevestiging en intrede van
Dominee A.L. Verduijn
op zondag 24 april 2016
in de Hervormde kerk van Sellingen Aanvang 14.00 uur
Voorgangers : Organiste
:
Ds. D. Neven uit Utrecht Ds. A. L. Verduijn Mevrouw M. Withaar. 1
Bevestiging en intrede 24 april 2016
Orde van dienst Welkom en mededelingen Zingen Psalm 84: 1 en 2 1. Hoe lieflijk, hoe goed is mij HEER, het huis waar Gij uw naam en eer hebt laten wonen bij de mensen. Hoe brand ik van verlangen om te komen in uw heiligdom Wat zou mijn hart nog liever wensen dan dat het juichend U ontmoet die leven zijt en leven doet. 2. Het heil dat uw altaar omgeeft beschermt en koestert al wat leeft. De mus, de zwaluw vindt een woning. Haar jongen zijn in veiligheid. Mij is een schuilplaats toebereid in het paleis van U, mijn Koning. Heil hen die toeven aan uw hof en steeds zich wijden aan uw lof. Stil gebed Bemoediging en groet 2
Zingen Psalm 84: 6 6. Want God onze Heer die ons mild bestraalt als zon, beschermt als schild, zal in genade ons verhogen. Zijn hand onthoudt het goede niet aan wie oprecht Hem hulde biedt en eerlijk wandelt voor zijn ogen. Heer, die het al in handen houdt, welzalig die op U vertrouwt. Geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel Dienst van Bevestiging Opdracht Gemeente, laten wij dan horen en overwegen wat de kerk aan een dienaar des Woords heeft toevertrouwd. Om de kerk van Jezus Christus bij haar roeping in de wereld te bewaren zijn haar ambtsdragers gegeven, die daartoe ontvangen hebben de gaven van de Heilige Geest en de opdracht van de gemeente. Eén van de ambten, die de kerk onderhoudt, is dat van de dienaar des Woords degenen die met dit ambt worden bekleed, werken samen met hun mede ambtsdragers en zullen dienstbaar en herderlijk omgaan met de kudde die hun wordt toevertrouwd. Zij zullen Gods Woord verkondigen de vergeving der zonden aanzeggen 3
en zorg dragen voor de verbreiding van het evangelie. Zoals de apostelen als eersten de opdracht van de Heer hebben ontvangen. En de Kerk gedurende twee decennia heeft doorgegeven. Zij zullen de doop bedienen en geloofsonderricht geven. Zij zullen voorgaan bij de viering van de Maaltijd van de Heer. Samen met de gemeente zullen zij toeleven naar de grote dag van God, door haar op het hart te dragen en te zegenen en leiding te geven aan haar gebed. Zij zullen haar onderwijzen en bemoedigen met woord en wandel en haar heiligheid hoeden. De zieken zullen zij troosten en de stervenden bijstaan. Zij zullen kortom, met de Goede Herder voor ogen, de gemeente waaraan zij verbonden zijn, liefdevol begeleiden, zodat zij in de wereld gestalte kan geven aan haar roeping om van het heil te getuigen. En u, Abraham Leendert Verduijn, die nu gereed staat uw ambtswerk te aanvaarden: Herinner altijd met dankbaarheid, dat het Christus eigen kudde is, die u wordt toevertrouwd. Hij heeft haar, in onmetelijke liefde, verworven door Zijn bloed; Het is Zijn kerk en leven. Aanvaard dan uw dienst met blijdschap. Voed uzelf met het Woord van God, volhard in het gebed, vertrouw op, en leef uit de kracht van de Heilige Geest.
4
Gelofte Daarom vraag ik u, geliefde broeder: Gelooft u dat u in uw beroeping door deze gemeente door God zelf tot deze dienst bent geroepen? Aanvaard u de Heilige Schrift als bron van prediking, als regel van het geloof en wilt u zich verzetten tegen al wat daarmee strijdig is? Belooft u uw ambt waardig en trouw te bedienen met liefde voor de gemeente en voor alle mensen die de Heer op uw weg brengt. Belooft u geheim te houden wat vertrouwelijk ter uwer kennis komt en belooft u uw taak te vervullen overeenkomstig de orde van onze Kerk? Gebed om de Geest Zingen Lied 360: 1-6 1. Kom Schepper, Geest, daal tot ons neer, houd Gij bij ons uw intocht, Heer; vervul het hart dat U verbeidt, met hemelse barmhartigheid. 2. Gij zijt de gave Gods, Gij zijt de grote Trooster in de tijd, de bron waaruit het leven springt, het liefdevuur dat ons doordringt. 3. Gij schenkt uw gaven zevenvoud, o hand die God ten zegen houdt, o taal waarin wij God verstaan, wij heffen onze lofzang aan. 5
4. Verlicht ons duistere verstand, geef dat ons hart van liefde brandt, en dat ons zwakke lichaam leeft vanuit de kracht die Gij het geeft. 5. Verlos ons als de vijand woedt, geef, Heer, de vrede ons voorgoed. Leid Gij ons voort, opdat geen kwaad, geen ongeval ons leven schaadt. 6. Doe ons de Vader en de Zoon aanschouwen in de hoge troon, o Geest, van beiden uitgegaan, wij bidden U gelovig aan. Bevestigingsgebed en handoplegging Overdracht toga en stola Aanvaarding Overdracht van de dienst ds. Neven aan ds. Verduijn Zingen Lied 416: 1-4 1. Ga met God en Hij zal met je zijn, jou nabij op al je wegen met zijn raad en troost en zegen. Ga met God en Hij zal met je zijn.
6
2. Ga met God en Hij zal met je zijn: bij gevaar, in bange tijden, over jou zijn vleugels spreiden. Ga met God en Hij zal met je zijn. 3. Ga met God en Hij zal met je zijn: in zijn liefde je bewaren, in de dood je leven sparen. Ga met God en Hij zal met je zijn. 4. Ga met God en Hij zal met je zijn, tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn naam elkaar begroeten. Ga met God en Hij zal met je zijn. Dienst van het Woord Gebed bij de opening van het Woord Zingen Opwekking 464: 1-3. 1. Wees stil voor het aangezicht van God, want heilig is de Heer. Aanbid Hem met eerbied en ontzag en kniel nu voor Hem neer; die zelf geen zonde kent en ons genade schenkt. Wees stil voor het aangezicht van God, want heilig is de Heer.
7
2. Wees stil, want de heerlijkheid van God omgeeft ons in dit uur. Wij staan nu op heilige grond, waar Hij verschijnt met vuur; een eeuwigdurend licht straalt van zijn aangezicht. Wees stil, want de heerlijkheid van God omgeeft ons in dit uur. 3. Wees stil, want de kracht van onze God daalt neer op dit moment. De kracht van de God die vergeeft en ons genezing brengt; niets is onmogelijk voor wie gelooft in Hem. Wees stil, want de kracht van onze God daalt neer op dit moment. 1e schriftlezing: Exodus 3: 11-14 11 Mozes zei: ‘Maar wie ben ik dat ik naar de farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden?’ 12 God antwoordde: ‘Ik zal bij je zijn. En dit zal voor jou het teken zijn dat ik je heb gestuurd: als je het volk uit Egypte hebt weggeleid, zullen jullie God bij deze berg vereren.’ 13 Maar Mozes zei: ‘Stel dat ik naar de Israëlieten ga en tegen hen zeg dat de God van hun voorouders mij gestuurd heeft, en ze vragen: “Wat is de naam van die God?” Wat moet ik dan zeggen?’ 14 Toen antwoordde God hem: ‘Ik ben die er zijn zal. Zeg daarom tegen de Israëlieten: “IK ZAL ER ZIJN heeft mij naar u toe gestuurd.”’
8
2e schriftlezing: 1 Johannes 4: 7-16 7 Geliefde broeders en zusters, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde komt uit God voort. Ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God. 8 Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde. 9 En hierin is Gods liefde ons geopenbaard: God heeft zijn enige Zoon in de wereld gezonden, opdat we door hem zouden leven. 10 Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden. 11 Geliefde broeders en zusters, als God ons zo heeft liefgehad, moeten ook wij elkaar liefhebben. 12 Niemand heeft God ooit gezien. Maar als we elkaar liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in ons ten volle werkelijkheid geworden. 13 Dat wij in hem blijven en hij in ons, weten we doordat hij ons heeft laten delen in zijn Geest. 14 En we hebben zelf gezien waarvan we nu getuigen: dat de Vader zijn Zoon gezonden heeft als redder van de wereld. 15 Als iemand belijdt dat Jezus de Zoon van God is, blijft God in hem en blijft hij in God. 16 Wij hebben Gods liefde, die in ons is, leren kennen en vertrouwen daarop. God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem.
Zingen Lied 838: 1, 2, 4 1. O grote God die liefde zijt, o Vader van ons leven, vervul ons hart, dat wij altijd ons aan uw liefde geven. Laat ons het zout der aarde zijn, het licht der wereld, klaar en rein. Laat ons uw woord bewaren, uw waarheid openbaren. 9
2. Maak ons volbrengers van dat woord, getuigen van uw vrede, dan gaat wie aarzelt met ons voort, wie afdwaalt met ons mede. Laat ons getrouw de weg begaan tot allen die ons verre staan en laat ons zonder vrezen de minste willen wezen. 4. Wij danken U, o liefde groot, dat Christus is gekomen. Wij hebben in zijn stervensnood uw diepste woord vernomen. Nog klinkt dat woord; het spreekt met macht en het wordt overal volbracht waar liefde wordt gegeven, wij uit uw liefde leven. Verkondiging Zingen Lied 221: 1-3 1. Zo vriendelijk en veilig als het licht, zo als een mantel om mij heengeslagen, zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht, ik roep zijn naam, bestorm Hem met mijn vragen, dat Hij mij maakt, dat Hij mijn wezen richt. Wil mij behoeden en mij op handen dragen.
10
2. Want waar ben ik, als Gij niet wijd en zijd waakt over mij en over al mijn gangen. Wie zou ik worden, waart Gij niet bereid om, als ik val, mij telkens op te vangen. Ik leef niet echt, als Gij niet met mij zijt. Ik moet in lief en leed naar U verlangen.
3. Spreek Gij het woord dat mij vertroosting geeft, dat mij bevrijdt en opneemt in uw vrede. Ontsteek die vreugde die geen einde heeft, wil alle liefde aan uw mens besteden. Wees Gij vandaag mijn brood, zowaar Gij leeftGij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden. Dienst van gebeden en gaven Dankgebed Inzameling van de gaven Slotlied Gezang 304: 1-3 1. God is getrouw, zijn plannen falen niet, Hij kiest de zijnen uit, Hij roept die allen. Die 't heden kent, de toekomst overziet, laat van zijn woorden geen ter aarde vallen; en 't werk der eeuwen, dat zijn Geest omspant, volvoert zijn hand.
11
2. De Heer regeert! Zijn koninkrijk staat vast, zijn heerschappij omvat de loop der tijden; een sterke hand, die nooit heeft misgetast, blijft met het heilig zwaard des Geestes strijden; de adem zijner lippen overmant de tegenstand. 3. De Heilge Geest, die haar de toekomst spelt, doet aan Gods kerk zijn heilgeheimen weten; Hij, die haar leidt en in de waarheid stelt, heeft zijn bestek met wijsheid uitgemeten; Hij trekt met heel zijn kerk van land tot land als Gods gezant. Woord van welkom door de voorzitter van de kerkenraad Kort dankwoord door dominee Verduijn Heenzending en zegen. Zingen Gezang 415: 3 3. Amen, amen, amen! Dat wij niet beschamen Jezus Christus onze Heer, amen, God, uw naam ter eer! Bij de uitgang is er een collecte voor de kerk.
Gelegenheid voor toespraken is er na de dienst in de Sprankel 12