Doelendienst 15 juni Wie ben jij

Doelendienst – 15 juni 2014 Wie ben jij Preekschets en ‘Wie ben ik’-lijst

Bijbelonderwijs en Evangelisatie Geloofsopbouw en Pastoraat Toerusting en Jongerenwerk Dirk III straat 10 - 2957 AH Nieuw-Lekkerland - T (0184) 63 47 16 E [email protected] - I www.eindeloosgelukkig.nl

Proclamaties en geloofsbelijdenis - www.eindeloosgelukkig.nl

Preekschets  Goedemorgen  Wie ben jij eigenlijk?  En wie ben ik eigenlijk?  Wie je bent is een lastige vraag  Ben je iemand anders als je een andere baan hebt?  Ben je iemand anders als je een arm mist?  Waarvan hangt eigenlijk af wie je bent?  Door wat anderen van je zeggen?  Hoe God misschien over je denkt?  Ben je dat door wat je doet?  Of doe je door wat je bent?  Vanmorgen wil ik twee dingen met jullie doen  Degenen die geloven leren wat ze hebben  Degenen die niet geloven leren wat er voor hen klaar ligt  Wie gelooft er hier persoonlijk in Jezus als vergeving voor je zonden?  Wie gelooft het niet?  Hoe voel jij jezelf?  Minderwaardig, negatief?  Teleurgesteld in jezelf?  Afgewezen, waardeloos?  Minderwaardig?  Wat is de bedoeling van geloven?  Waarom geloof je in Jezus, of waarom zou je in Jezus geloven?  Heel simpel: dan kom je in de hemel  Maar is dat de hele waarheid?  Zou jij 80 jaar willen leven met de wetenschap dat je naar de hemel gaat, maar je wel minderwaardig voelen?  Heel veel mensen denken dat Jezus alleen kwam om zonden te vergeven  Het is een leugen, het is niet waar  Het gaat in de kerk altijd maar over zonden  Ik hoop dat ik je kan laten zien dat dit niet zo is  God geeft ook nu op aarde veel meer dan alleen vergeving  Laten we kijken wat er gebeurde aan het begin van de wereld  God heeft de aarde gemaakt, helemaal goed  En de mens was zelfs dubbel goed

1 Eindeloos Gelukkig is volledig afhankelijk van giften. Iedere gift is daarom van harte welkom. IBAN rekeningnummer: NL81 RABO 0301 9254 53 t.n.v. T.J.D. de Koning inzake 'Eindeloos gelukkig' te Nieuw-Lekkerland


  

Adam en Eva hoefden niet te voldoen om aanvaard te zijn door God Ze waren aanvaard, geliefd en nog veel meer God wandelde zelfs met hen

 Tot het moment dat het misging  De slang, de duivel kwam en Adam en Eva kozen er voor om niet meer met God te willen leven  Hun ‘zijn’ ging eraan  De   

gevolgen: Aanvaarding veranderde in verwerping Onschuld in schaamte en schuld Zeggenschap over de schepping in zwakte en hulpeloosheid

 Conclusie:  Gods verlangen met de mens is gebroken  Wij raakten onze identiteit kwijt  En we werden zonde, we deden het niet, maar we zijn het  En omdat we zonde zijn, gingen we zondigen  Dat klinkt zwaar hè  Maar zonder dit te beseffen, begrijp je niet wat je krijgt  Want er is iets voor teruggekomen  Waardoor jij jezelf niet meer hoeft te bewijzen  Waardoor wat mensen ook van je zeggen, dat niet meer belangrijk is  Ik wil je vanmorgen zeggen:  Jij hoeft niet waardeloos is  Je hoeft geen nul te zijn  Jij hoeft ook geen zonde te zijn  De identiteit die het gevolg is van de zonde hoef jij niet te blijven dragen  Jezus is gekomen, dat is Gods antwoord  Hij kwam om de zonden te vergeven  Maar Hij kwam nog meer doen  Hij kwam om alles nieuw te maken  Jezus kwam om te overwinnen  Hij won alles terug wat wij waren kwijtgeraakt  En Hij herstelde de relatie met God  Verwerping werd aanvaarding  Schuld en schaamte werd onschuld  Zwakte en hulpeloosheid werd macht over de schepping, maar ook over satan  Want wat doet nu eigenlijk het geloof?



 Je gelooft dat alles wat Jezus deed, Hij dat in jouw plaats deed  Jezus stierf, toen stierf jij, je identiteit, wie je was toen je geboren werd sterft  Jezus stond op met een hemels lichaam, jij stond toen op  En alles wat Jezus was, ben jij ook in Gods ogen  Er is niet alleen vergeving  Je krijgt een nieuwe identiteit  God zegt dat je een heilige bent  Die heilige zondigt nog wel, maar je bent geen zondaar meer  Wat mensen ook van je zeggen…  Dat doet er niet meer toe, want wat God zegt over jou is de waarheid  Jij bent Mijn geliefde Zoon in Wie ik Mijn verlangen heb  God aanvaart jou op dezelfde manier aan Jezus  Wie ben jij nou?  Niet wat je doet, bepaalt wie jij bent  Ben je voor de mensen om je heen niet waardevol? Je bent de vriend van Jezus  Je bent een nieuwe schepping  En hoe je denkt, ben je…  Kijk, de tegenstander van God zal altijd wat anders proberen te zeggen  Die zegt wat je fout doet en als je dat gelooft, ga je er naar leven  Hij bindt je eigenlijk vast door leugens  Gedachten – Gevoel – Gedrag- Gewoonte – Gebonden  Gods waarheid over jouw leven is dus belangrijk  De    

boodschap van vanmorgen: Geloof jij dat Jezus voor jou is gestorven? Dan zijn je zonden vergeven, maar heb jij dezelfde identiteit als Jezus Heilige, geliefd kind, licht van de wereld, nieuwe schepping, waardevol, geliefd, aanvaard, welkom bij God Geloof jij dit niet, dan is dat wat er voor je klaar ligt

 Al vindt iedereen je waardeloos en wijst iedereen je af  Je bent aanvaard, bedoeld, gewild door God!  Uit die waarheid mag jij gaan leven  En     

leugens Bewustworden – Berouw – Belijden – Bekeren – Bevrijding Dat ontkracht alle leugens Misschien heb je heel vaak gehoord dat je niet gewenst bent Daar wil God je vrij van maken En je identiteit geven die Hij zegt dat jij bent



Wie jij bent in Christus Als je in Christus gelooft, dan ben je ook in Christus. En in Christus gelden alle onderstaande waarheden voor jou! Het is belangrijk om steeds in gedachten te houden wie je bent in Christus. Spreek deze lijst elke dag twee keer uit. Spreek hem ook uit als je denkt dat satan je wil laten geloven dat je een mislukkeling bent. Hoe sterker je staat in Christus, hoe meer je ook zult leven uit Christus. Ik ben het zout der aarde.

U bent het zout van de aarde; maar als het zout zijn smaak verloren heeft, waarmee zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen en door de mensen vertrapt te worden. (Mattheüs 5:13)

Ik ben het licht der wereld.

U bent het licht van de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen zijn. (Mattheüs 5:14)

Ik ben een kind van God.

Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven. (Johannes 1:12)

Ik ben een rank van de ware Wijnstok, de Bron van liefde.

Ik ben de ware Wijnstok en Mijn Vader is de Wijngaardenier. Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen. (Johannes 15: 1, 5)

Ik ben een vriend van Christus.

Ik noem u niet meer slaven, want een slaaf weet niet wat zijn heer doet, maar Ik heb u vrienden genoemd, omdat Ik u alles wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, bekendgemaakt heb. (Johannes 15:15)

Ik ben door Jezus Christus uitgekozen om op weg te gaan en vrucht te dragen.

Niet u hebt Mij uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren, en Ik heb u ertoe bestemd dat u zou heengaan en vrucht dragen, en datuw vrucht zou blijven, opdat wat u ook maar van de Vader vraagt in Mijn Naam, Hij u dat geeft. (Johannes 15:16)

Ik ben een dienaar van de gerechtigheid. Ik ben een dienaar van God.

En, vrijgemaakt van de zonde, bent u dienstbaar gemaakt aan de gerechtigheid. (Romeinen 6:18)

Ik ben een kind van God, God is mijn geestelijke Vader.

Immers, zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God. Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader! (Romeinen 8: 14, 15)

Maar nu, van de zonde vrijgemaakt en aan God dienstbaar gemaakt, hebt u uw vrucht, die tot heiliging leidt, met als einde eeuwig leven. (Romeinen 6:22)

Nu, omdat u kinderen bent, heeft God de Geest van Zijn Zoon uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader! (Galaten 4:6)



Ik ben een mede-erfgenaam van Christus en heb deel aan het erfgoed van God.

En als wij kinderen zijn, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus; wanneer wij althans met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden. (Romeinen 8:17)

Ik ben Gods tempel. Zijn Geest en zijn leven wonen in mij.

Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont? (1 Korintiërs 3:16) Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent? (1 Korinthe 6:19)

Ik heb mij aan de Heer Jezus gehecht en ben één geest met Hem.

Wie zich echter met de Heere verenigt, is één geest met Hem. (1 Korinthe 6:17)

Ik ben een lid van het lichaam van Christus.

Samen bent u namelijk het lichaam van Christus, en ieder afzonderlijk Zijn leden. (1 Korinthe 12:27) Want wij zijn leden van Zijn lichaam, van Zijn vlees en van Zijn gebeente. (Efeze 5:30)

Ik ben een nieuwe schepping.

Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden. (2 Korinthe 5:17)

Ik ben verzoend met God en Hij heeft mij de bediening der verzoening gegeven.

En dit alles is uit God, Die ons met Zichzelf verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening van de verzoening gegeven heeft. God was het namelijk Die in Christus de wereld met Zichzelf verzoende, en aan hen hun overtredingen niet toerekende; en Hij heeft het woord van de verzoening in ons gelegd. (2 Korinthe 5:18, 19)

Ik ben een zoon van God en ik ben in Christus één met andere christenen.

Want u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus. Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw; want allen bent u één in Christus Jezus. (Galaten 3: 26, 28)

Ik ben een heilige.

Paulus, een apostel van Jezus Christus door de wil van God, aan de heiligen en gelovigen in Christus Jezus die in Efeze zijn. (Efeze 1:1) aan de gemeente van God die in Korinthe is, aan de geheiligden in Christus Jezus, geroepen heiligen, met allen die de naam van onze Heere Jezus Christus aanroepen, in elke plaats, zowel hun als onze Heere. (1 Korinthe 1:2) Paulus en Timotheüs, dienstknechten van Jezus Christus, aan al de heiligen in Christus Jezus die in Filippi zijn, met de opzieners en diakenen. (Filippenzen 1:1) aan de heilige en gelovige broeders in Christus die in Kolosse zijn: genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heere Jezus



Christus. (Kolossenzen 1:2)

Ik ben een maaksel van God, in Christus Jezus geschapen om zijn werk te doen.

Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen. (Efeze 2:10)

Ik ben een huisgenoot van God.

Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God. (Efeze 2:19)

Ik ben een gevangene van de Heer Jezus.

Om deze reden ben ik, Paulus, de gevangene van Christus Jezus, voor u, die heidenen bent. (Efeze 3:1) Zo roep ik, de gevangene in de Heere, u op tot een wandel die de roeping waarmee u geroepen bent, waardig is. (Efeze 4:1)

Ik ben rechtvaardig en heilig.

En u bekleedt met de nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid. (Efeze 4:24)

Ik ben een burger van het rijk in de hemel, het rijk van God en ik heb daar nu al een plek in.

Ons burgerschap is echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus. (Filippenzen 3:20) en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus. (Efeze 2:6)

Ik ben verborgen (veilig) met Christus in God.

Want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God. (Kolossenzen 3:3)

Ik ben een uiting van het leven van Christus, omdat Hij mijn leven is.

Wanneer Christus geopenbaard zal worden, Die ons leven is, dan zult ook u met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid. (Kolossenzen 3:4)

Ik ben door God uitverkoren, heilig en geliefd.

Bekleed u dan, als uitverkorenen van God, heiligen en geliefden, met innige gevoelens van ontferming, vriendelijkheid, nederigheid, zachtmoedigheid, geduld. (Kolossenzen 3:12) Wij weten immers, geliefde broeders, van uw verkiezing door God. (1 Thessalonicenzen 1:4)

Ik ben een kind van het licht en niet van de duisternis.

U bent allen kinderen van het licht en kinderen van de dag. Wij zijn niet van de nacht en ook niet van de duisternis. (1 Thessalonicenzen 5:5)

Ik heb deel aan de hemelse roeping (uitdaging, bestemming).

Daarom, heilige broeders, deelgenoten aan de hemelse roeping, let op de Apostel en Hogepriester van onze belijdenis: Christus Jezus. (Hebreeën 3:1)

Ik ben een levende steen en laat me gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis (de gemeente).

dan wordt u ook zelf, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterschap, om geestelijke offers te brengen, die God welgevallig zijn door Jezus Christus. (1 Petrus 2:5)



Ik hoor bij een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft.

Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht, u, die voorheen geen volk was, maar nu Gods volk bent; u, die zonder ontferming was, maar nu in ontferming aangenomen bent. (1 Petrus 2:9, 10)

Ik ben een vreemdeling ver van huis en woon tijdelijk in deze wereld.

Geliefden, ik roep u op als bijwoners en vreemdelingen u te onthouden van de vleselijke begeerten, die strijd voeren tegen de ziel. (1 Petrus 2:11)

Ik ben een vijand van de duivel.

Wees nuchter en waakzaam; want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden. (1 Petrus 5:8)

Ik ben een kind van God en ik zal gelijk zijn aan Jezus Christus als Hij terugkomt naar deze aarde.

Zie, hoe groot is de liefde die de Vader ons gegeven heeft: dat wij kinderen van God worden genoemd. Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent. Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is. (1 Johannes 3:1, 2)

Ik ben uit God geboren. Het kwaad, de duivel, heeft geen vat op mij.

Wij weten dat ieder die uit God geboren is, niet zondigt; maar wie uit God geboren is, bewaart zichzelf en de boze heeft geen vat op hem. (1 Johannes 5:18)

Ik ben niet de grote 'Ik ben', dat is God en zijn Zoon Jezus, maar door de genade van God ben ik wat ik ben.

En God zei tegen Mozes: IK BEN DIE IK BEN. Ook zei Hij: Dit moet u tegen de Israëlieten zeggen: IK BEN heeft mij naar u toe gezonden. (Exodus 3:14) Ik heb u dan gezegd dat u in uw zonden zult sterven, want als u niet gelooft dat Ik het ben, zult u in uw zonden sterven. (Johannes 8:24) Jezus dan zei tegen hen: Wanneer u de Zoon des mensen verhoogd zult hebben, zult u inzien dat Ik het ben, en dat Ik vanuit Mijzelf niets doe, maar dat Ik die dingen spreek zoals Mijn Vader Mij heeft onderwezen. (Johannes 8:28) Jezus zei tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Vóór Abraham geboren was, ben Ik. (Johannes 8:58) Maar door de genade van God ben ik wat ik ben, en Zijn genade voor mij is niet tevergeefs geweest. Integendeel, ik heb mij meer ingespannen dan zij allen; niet ik echter, maar de genade van God, die met mij is. (1 Korinthe 15:10)



Door genade ben ik wat ik ben Deze onderstaande lijst geeft je nog meer informatie over wie jij in Christus bent. Ook dit zijn fundamentele waarheden waardoor je gewapend bent tegen elke aanval van satan in je denken en in je leven. Lees deze lijst regelmatig door, spreek elke waarheid uit. Elke waarheid uit deze lijst begint met: Omdat ik, door Gods genade, in Christus ben… … ben ik rechtvaardig voor God en zijn mijn zonden vergeven.

Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede bij God door onze Heere Jezus Christus. (Romeinen 5:1)

… ben ik met Christus gestorven en heerst de zonde niet meer over mijn leven.

Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade toeneemt? Volstrekt niet! Hoe zullen wij, die aan de zonde gestorven zijn, nog daarin leven? Of weet u niet dat wij allen die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt tot de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen. Want als wij met Hem één plant zijn geworden, gelijkgemaakt aan Hem in Zijn dood, dan zullen wij ook aan Hem gelijk zijn in Zijn opstanding. Dit weten wij toch, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan zou worden en wij niet meer als slaaf de zonde zouden dienen. (Romeinen 6:1-6)

… word ik niet meer veroordeeld.

Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. (Romeinen 8:1)

… heeft God mij in Christus gesteld.

Maar uit Hem bent u in Christus Jezus, Die voor ons is geworden wijsheid van God en gerechtigheid, heiliging en verlossing. (1 Korinthe 1:30)

… heb ik de Geest van God ontvangen, opdat ik weet wat God mij in genade schenkt.

En wij hebben niet ontvangen de geest van de wereld, maar de Geest Die uit God is, opdat wij zouden weten de dingen die ons door God genadig geschonken zijn. (1 Korinthe 2:12)

heb ik de gezindheid van Christus.

Want wie heeft de gedachten van de Heere gekend, dat hij Hem zal onderrichten? Maar wij hebben de gedachten van Christus. (1 Korinthe 2:16)

… ben ik gekocht en betaald; ik ben niet van mijzelf; ik ben van God.

Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent? U bent immers duur gekocht. Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn. (1 Korinthe 6:19, 20)

… ben ik door God in Christus gezalfd en verzegeld en heb de Heilige Geest ontvangen, die een

En Hij Die ons met u bevestigt in Christus en ons gezalfd heeft, is God. (2 Korinthe 1:21)



onderpand is van mijn erfenis.

In Hem bent ook u, nadat u het Woord van de waarheid, namelijk het Evangelie van uw zaligheid, gehoord hebt; in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam, verzegeld met de Heilige Geest van de belofte, Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verlossing die ons ten deel viel, tot lof van Zijn heerlijkheid. (Efeze 1:13, 14)

… leef ik niet meer voor mijzelf, maar voor God, omdat ik gestorven ben.

Want de liefde van Christus dringt ons, die tot dit oordeel gekomen zijn: als Eén voor allen gestorven is, dan zijn zij allen gestorven. En Hij is voor allen gestorven, opdat zij die leven, niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem Die voor hen gestorven en opgewekt is. (2 Korinthe 5:14, 15)

… ben ik rechtvaardig gemaakt.

Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem. (2 Korinthe 5:21)

… ben ik met Christus gekruisigd.

Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven. (Galaten 2:20)

… ben ik gezegend met geestelijke zegeningen.

Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus. (Efeze 1:3)

… ben ik uitverkoren voor de grondlegging der wereld, opdat ik heilig en onberispelijk zou zijn voor Gods aangezicht.

Omdat Hij ons vóór de grondlegging van de wereld in Hem uitverkoren heeft, opdat wij heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn in de liefde. (Efeze 1:4)

… ben ik door God bestemd als Zijn zoon aangenomen te worden.

Hij heeft ons voorbestemd om als Zijn kinderen aangenomen te worden, door Jezus Christus, in Zichzelf, overeenkomstig het welbehagen van Zijn wil. (Efeze 1:5)

… zijn mijn zonden vergeven en mag ik Gods overvloedige genade ontvangen.

In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de overtredingen, overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade. (Efeze 1:7)

… ben ik mede levend gemaakt met Christus.

Ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u zalig geworden – (Efeze 2:5)

… ben ik met Christus opgewekt en heb ik met Hem een plaats gekregen in de hemelse gewesten.

En heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus. (Efeze 2:6)

… heb ik door de Geest toegang tot de Vader.

Want door Hem hebben wij beiden door één Geest de toegang tot de Vader. (Efeze 2:18)

mag ik in vrijmoedigheid, vrijheid en vertrouwen tot God naderen.

In Hem hebben wij de vrijmoedigheid en de toegang met vertrouwen, door het geloof in Hem. (Efeze 3:12)

… ben ik verlost van de macht van

Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het



de satan en overgebracht in het Koninkrijk van Christus.

Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. (Kolossenzen 1:13)

… zijn al mijn zonden vergeven. Ik sta niet meer in de schuld bij God.

In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de zonden. (Kolossenzen 1:4)

… woont Christus zelf in mij.

Aan hen heeft God willen bekendmaken wat de rijkdom is van de heerlijkheid van dit geheimenis onder de heidenen: Christus onder u, de hoop op de heerlijkheid. (Kolossenzen 2:11)

… ben ik geworteld in Christus en word ik opgebouwd in Hem.

geworteld en opgebouwd in Hem, en bevestigd in het geloof, zoals u onderwezen bent; wees daarin overvloedig, met dankzegging. (Kolossenzen 2:7)

… ben ik geestelijk besneden.

In Hem bent u ook besneden met een besnijdenis die niet met handen plaatsvindt, door het uittrekken van het lichaam van de zonden van het vlees, door de besnijdenis van Christus. (Kolossenzen 2:11)

… heb ik de volheid verkregen in Christus.

En u bent volmaakt geworden in Hem, Die het Hoofd is van iedere overheid en macht. (Kolossenzen 2:10)

… ben ik begraven, opgewekt en levend gemaakt met Christus.

U bent immers met Hem begraven in de doop, waarin u ook met Hem bent opgewekt, door het geloof van de werking van God, Die Hem uit de doden heeft opgewekt. En Hij heeft u, toen u dood was in de overtredingen en het onbesneden zijn van uw vlees, samen met Hem levend gemaakt door u al uw overtredingen te vergeven. (Kolossenzen 2:12, 13)

… ben ik met Christus gestorven en opgewekt. Mijn leven is verborgen met Christus in God. Christus is nu mijn leven.

Als u nu met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die boven zijn, waar Christus is, Die aan de rechterhand van God zit. Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn, want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God. Wanneer Christus geopenbaard zal worden, Die ons leven is, dan zult ook u met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid. (Kolossenzen 3:1-4)

… heb ik een geest gekregen van kracht, liefde en bezonnenheid.

Zij willen leraars van de wet zijn en hebben geen inzicht in wat zij zeggen en evenmin in wat zij zo sterk benadrukken. (1 Timotheüs 1:7)

… heeft God ons gered en geroepen met een heilige roeping.

Hij heeft ons zalig gemaakt en geroepen met een heilige roeping, niet overeenkomstig onze werken, maar overeenkomstig Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen (2 Timotheüs 1:9) maakte Hij ons zalig, niet op grond van de werken van rechtvaardigheid die wij gedaan zouden hebben, maar vanwege Zijn barmhartigheid, door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest. (Titus 3:5)

… schaamt Jezus Zich niet mij een broeder te noemen, omdat ik

Immers, zowel Hij Die heiligt als zij die geheiligd worden, zijn allen uit één. Daarom schaamt Hij Zich er niet voor hen broeders te noemen.



geheiligd ben en een met Hem Die mij geheiligd heeft.

(Hebreeën 2:11)

… mag ik vrijmoedig voor Gods aangezicht naderen, om barmhartigheid en genade te vinden in tijden van nood.

Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip. (Hebreeën 4:16)

… heeft God mij met kostbare en zeer grote beloften begiftigd, opdat ik deel zou hebben aan de goddelijke natuur.

Daardoor heeft Hij ons de grootste en kostbare beloften geschonken, opdat u daardoor deel zou krijgen aan de Goddelijke natuur, nadat u het verderf, dat er door de begeerte in de wereld is, ontvlucht bent. (2 Petrus 1:4)



Waarom zou ik…? Heel veel strijd bevind zich in je denken, daar vandaan worden de leugens door heel je leven gestuurd. Maar heel vaak zegt Gods Woord een andere waarheid Waarom zou ik nog zeggen: “Dat kan ik niet,” als in de Bijbel staat: “Ik vermag alle dingen in Hem, die mij kracht geeft”?

Alle dingen zijn mij mogelijk door Christus, Die mij kracht geeft. (Filippenzen 4:13)

Waarom zou ik nog iets tekort komen, als ik weet dat God in al mijn behoeften naar Zijn rijkdom heerlijk zal voorzien?

Maar mijn God zal u, overeenkomstig Zijn rijkdom, voorzien van alles wat u nodig hebt, in heerlijkheid, door Christus Jezus. (Filippenzen 4:19)

Waarom zou ik bang zijn, als in de Bijbel staat dat God mij geen geest van lafhartigheid heeft gegeven, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid?

Want God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid, maar van vrede (2 Timotheüs 1:7)

Waarom zou ik denken dat ik te slecht ben; ik weet toch dat God mij een bepaalde mate van geloof heeft toebedeeld?

Want door de genade die mij gegeven is, zeg ik ieder onder u niet hoger te denken dan hij moet denken, maar laat hij denken in bescheidenheid, naar de mate van geloof zoals God die aan ieder heeft toebedeeld. (Romeinen 12:3)

Waarom zou ik zwak zijn, als de Bijbel zegt dat de Heere mijn sterkte is, en dat ik sterk zal zijn en daden doen, omdat ik God ken?

Toen kwaaddoeners op mij afkwamen, om mij levend te verslinden – mijn tegenstanders en mijn vijanden – struikelden zij zelf en vielen. (Psalm 27:2)

Waarom zou ik mijn leven laten beheersen door satan; ik weet toch dat Hij die in mij is meerder is dan die in de wereld is?

Lieve kinderen, u bent uit God en u hebt hen overwonnen, want Hij Die in u is, is groter dan hij die in de wereld is. (1 Johannes 4:4)

Waarom zou ik nederlagen voor lief nemen, als er in de Bijbel staat dat God mij altijd naar de overwinning leidt?

En God zij dank, Die ons in Christus altijd doet triomferen en door ons de geur van Zijn kennis op iedere plaats openbaar maakt. (2 Korinthe 2:14)

Waarom zou ik wijsheid tekort

Maar uit Hem bent u in Christus Jezus, Die voor ons is geworden wijsheid

En hen die goddeloos handelen tegen het verbond, zal hij doen huichelen door vleierijen. Het volk echter, zij die hun God kennen, zullen zij grijpen, en zij zullen hun wil ten uitvoer brengen. (Daniël 11:32)



komen, als Christus voor mij Gods wijsheid is geworden en God mij wijsheid geeft als ik Hem erom vraag?

van God en gerechtigheid, heiliging en verlossing. (1 Korinthe 1:30)

Waarom zou ik neerslachtig zijn, als ik mij Gods liefde, zorg, medelijden en trouw kan herinneren; dat geeft mij hoop?

Dit zal ik ter harte nemen, daarom zal ik hopen: Het is de goedertierenheid van de HEERE dat wij niet omgekomen zijn, dat Zijn barmhartigheid niet opgehouden is! Nieuw zijn ze, elke morgen; groot is Uw trouw! Klaagliederen van Jeremia 3:21-23)

Waarom zou ik me zorgen maken, als ik al mijn bekommernissen op Christus kan werpen, want Hij zorgt voor mij?

Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u. (1 Petrus 5:7)

Waarom zou ik een gevangene zijn, als ik weet dat ik door de Heilige Geest vrij ben?

Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met een juk van slavernij belasten. (Galaten 5:1)

Waarom zou ik mij afgewezen voelen, als er in de Bijbel staat dat ik niet veroordeeld ben, omdat ik in Christus ben?

Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. (Romeinen 8:1)

Waarom zou ik me eenzaam voelen; Jezus heeft immers gezegd dat Hij altijd met mij is en mij niet zal begeven, noch verlaten?

En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen. (Mattheüs 28:20)

Waarom zou ik mij vervloekt voelen of terneergeslagen als er in de Bijbel staat dat Christus mij vrijgekocht heeft van de vloek van de wet, opdat ik de belofte van de Heilige Geest ontvangen zou?

Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet door voor ons een vloek te worden, want er staat geschreven: Vervloekt is ieder die aan een hout hangt, opdat de zegen van Abraham in Christus Jezus tot de heidenen zou komen, en opdat wij de belofte van de Geest zouden ontvangen door het geloof. (Galaten 3:13 en 14)

Waarom zou ik ontevreden zijn, als ik, net als Paulus, kan leren genoegen nemen met de omstandigheden waarin ik verkeer?

Niet dat ik dit zeg vanwege gebrek, want ik heb geleerd tevreden te zijn in de omstandigheden waarin ik verkeer. (Filippenzen 4:11)

Waarom zou ik mij onwaardig voelen, als Christus voor mij tot

Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem. (2 Korinthe 5:21)

En als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt, en ze zal hem gegeven worden. (Jakobus 1:5)

Laat uw handelwijze zonder geldzucht zijn. Wees tevreden met wat u hebt, want Hij heeft Zelf gezegd: Ik zal u beslist niet loslaten en Ik zal u beslist niet verlaten. (Hebreeën 13:5)



zonde gemaakt is, opdat ik gerechtigheid van God in Hem zou worden? Waarom zou ik aan achtervolgingswaanzin lijden; niemand kan immers tegen mij zijn, als God voor mij is?

Wat zullen wij dan over deze dingen zeggen? Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? (Romeinen 8:31)

Waarom zou ik verward zijn? God is geen God van wanorde, maar van vrede. Door de Geest die in mij woont, geeft Hij mij wijsheid.

Want God is geen God van wanorde, maar van vrede, zoals in alle gemeenten van de heiligen. (1 Korinthe 14:33)

Waarom zou ik mezelf als een mislukkeling zien? Door Christus ben ik in alles een overwinnaar.

Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad. (Romeinen 8:37)

Waarom zou ik mijn leven terneer laten drukken? Jezus heeft de wereld overwonnen; dat geeft mij moed!

Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede zult hebben. In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen. (Johannes 16:33)

En wij hebben niet ontvangen de geest van de wereld, maar de Geest Die uit God is, opdat wij zouden weten de dingen die ons door God genadig geschonken zijn. (1 Korinthe 2:12)



Mijn geloofsbelijdenis Hieronder volgt een complete belijdenis die elke christen moet kennen, belijden en beleven. Spreek deze belijdenis regelmatig hardop uit. Elk woord dat je hardop uitspreekt zal kracht doen in de geestelijke werkelijkheid. Ik erken dat er maar één ware en levende God is.

Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, geleid heeft. U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. (Exodus 20:2, 3) Luister, Israël! De HEERE, onze God, de HEERE is één! (Deuteronomium 6:4)

Die bestaat als de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, en dat Hij als Schepper, Onderhouder en het Begin en Einde van alle dingen, alle eer, lof en glorie waard is.

Want drie zijn er die getuigen in de hemel: de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze drie zijn één. (1 Johannes 5:7) U bent het waard, Heere, te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de kracht, want U hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil bestaan zij en zijn zij geschapen. (Openbaring 4:11) En zij zongen een nieuw lied en zeiden: U bent het waard om de boekrol te nemen en zijn zegels te openen, want U bent geslacht en hebt ons voor God gekocht met Uw bloed, uit elke stam, taal, volk en natie. (Openbaring 5:9) Maar nu, zo zegt de HEERE, uw Schepper, Jakob, uw Formeerder, Israël: Wees niet bevreesd, want Ik heb u verlost, Ik heb u bij uw naam geroepen, u bent van Mij. (Jesaja 43:1) Ieder die genoemd is naar Mijn Naam, die heb Ik tot Mijn eer geschapen, die heb Ik geformeerd, ja, die heb Ik gemaakt. (Jesaja 43:7) Dit volk heb Ik Mij geformeerd. Zij zullen Mijn lof vertellen. (Jesaja 43:21)

Ik erken Jezus als de Messias, als het Woord dat vlees geworden is en onder ons heeft geleefd. Ik geloof dat Hij is gekomen om de werken van Satan te vernietigen.

In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. (Johannes 1:1) Wie de zonde doet, is uit de duivel; want de duivel zondigt vanaf het begin. Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, dat Hij de werken van de duivel verbreken zou.



Ik geloof dat Hij de overheden en machten heeft ontwapend, hen openlijk heeft tentoongesteld en zo over hen heeft gezegevierd. Ik geloof dat God hierin Zijn liefde voor mij heeft bewezen dat, toen ik nog een zondaar was, Christus voor mij is gestorven. Ik geloof dat Hij mij bevrijd heeft uit de macht van de duisternis en mij heeft overgebracht in het Koninkrijk van Zijn Zoon, in wie ik de verlossing heb, de vergeving van zonden. Ik geloof dat ik nu een kind van God ben.

Ik geloof dat ik samen met Christus in de hemelse gewesten zit.

(1 Johannes 3:8) Hij heeft de overheden en de machten ontwapend, die openlijk te schande gemaakt en daardoor over hen getriomfeerd. (Kolossenzen 2:15)

God echter bevestigt Zijn liefde voor ons daarin dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. (Romeinen 5:8)

Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de zonden. (Kolossenzen 1:13, 14)

Zie, hoe groot is de liefde die de Vader ons gegeven heeft: dat wij kinderen van God worden genoemd. Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent. Geliefden, u zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is. En ieder die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, zoals Hij rein is. (1 Johannes 3:1-3) En heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus (Efeze 2:6) Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; (Efeze 2:8)

Ik geloof dat ik door Gods genade gered ben, door het geloof, een gave van God en niet het resultaat van mijn werken. Ik besluit sterk te zijn in de Heer en Verder, mijn broeders, word gesterkt in de Heere en in de sterkte van Zijn macht. in de sterkte van Zijn macht. Ik stel mijn vertrouwen niet op het vlees, want de wapens van onze strijd zijn niet vleselijk.

Ik doe de hele wapenrusting van God aan, en ik besluit sterk te staan in mijn geloof en de boze te weerstaan.

(Efeze 6:10) Want wij zijn de besnijdenis, wij die God in de Geest dienen en in Christus Jezus roemen en niet op het vlees vertrouwen. (Filippenzen 3:3) De wapens van onze strijd zijn immers niet vleselijk, maar krachtig door God, tot afbraak van bolwerken. (2 Korinthe 10:4) Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel. Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het



kwaad in de hemelse gewesten. Neem daarom de hele wapenrusting van God aan, opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad, en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden. Houd dan stand, uw middel omgord met de waarheid, en bekleed met het borstharnas van de gerechtigheid, En de voeten geschoeid met bereidheid van het Evangelie van de vrede. Neem bovenal het schild van het geloof op, waarmee u alle vurige pijlen van de boze zult kunnen uitblussen. En neem de helm van de zaligheid en het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord, terwijl u bij elke gelegenheid met alle gebed en smeking bidt in de Geest en daarin waakzaam bent met alle volharding en smeking voor alle heiligen. (Efeze 6:11-18)

Ik geloof dat Jezus alle macht heeft in hemel en op aarde.

En Jezus kwam naar hen toe, sprak met hen en zei: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. (Mattheüs 28:18)

Ik geloof dat Hij het hoofd is van alle overheid en macht.

En u bent volmaakt geworden in Hem, Die het Hoofd is van iedere overheid en macht. (Kolossenzen 2:10) En wat de allesovertreffende grootheid van Zijn kracht is aan ons die geloven, overeenkomstig de werking van de sterkte van Zijn macht, die Hij gewerkt heeft in Christus, toen Hij Hem uit de doden opwekte en aan Zijn rechterhand zette in de hemelse gewesten, ver boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de komende. En Hij heeft alle dingen aan Zijn voeten onderworpen en heeft Hem als hoofd over alle dingen gegeven aan de gemeente, Die Zijn lichaam is en de vervulling van Hem Die alles in allen vervult. (Efeze 1:19-23)

Ik geloof dat satan en zijn demonen aan mij onderworpen zijn in Christus, omdat ik een lid ben van het Lichaam van Christus.

Ik zal daarom gehoorzamen aan het gebod dat ik de duivel moet weerstaan. En ik gebied hem in naam van Christus bij mij vandaan te gaan. Ik geloof dat ik zonder Christus niets kan doen en daarom verklaar ik mij afhankelijk van Hem. Ik wil in Christus blijven om veel vrucht te dragen en de Heer te verheerlijken. Tegenover satan verklaar Ik dat Jezus mijn Heer is en ik verwerp

Onderwerp u dan aan God. Bied weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten. (Jakobus 4:7)

Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen. (Johannes 15:5) Hierin wordt Mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt en Mijn discipelen bent. (Johannes 15:8) Daarom maak ik u bekend dat niemand die door de Geest van God spreekt, zegt: Jezus is een vervloekte. Ook kan niemand zeggen: Jezus



alle valse gaven of werken van satan in mijn leven. Ik geloof dat de waarheid mij vrij zal maken. Ik geloof dat ik alleen gemeenschap met andere christenen kan ervaren door in het licht te wandelen.

is Heere, dan door de Heilige Geest. (1 Korinthe 12:3)

Ik verzet me daarom tegen satans misleiding, door elke gedachte gevangen te nemen tot gehoorzaamheid aan Christus. Ik verklaar dat de Bijbel de enige gezaghebbende norm is.

Want wij breken valse redeneringen af en elke hoogte die zich verheft tegen de kennis van God, en wij nemen elke gedachte gevangen om die te brengen tot de gehoorzaamheid aan Christus (2 Korinthe 10:5)

Ik besluit altijd en in alle omstandigheden de waarheid te spreken in liefde. Ik wil mijn lichaam stellen als een werktuig van de gerechtigheid, een levend en heilig offer. Ik vernieuw mijn denken door het levende Woord van God, om te erkennen dat Gods wil goed, aanvaardbaar en volmaakt is.

Ik vraag mijn hemelse Vader mij te vullen met zijn Geest. Ik vraag mijn hemelse Vader mij in alle waarheid te leiden.

Ik vraag mijn hemelse Vader mijn leven kracht te geven, opdat ik niet zal zondigen en de verlangens van

En u zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken. (Johannes 8:32) Maar als wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde. (1 Johannes 1:7)

En u van jongs af de heilige Schriften kent, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof dat in Christus Jezus is. Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid. (2 Timotheüs 3:15, 16) Maar dat wij, door ons in liefde aan de waarheid te houden, in alles toe zouden groeien naar Hem Die het Hoofd is, namelijk Christus. (Efeze 4:15) En stel uw leden niet ter beschikking aan de zonde als wapens van ongerechtigheid, maar stel uzelf ter beschikking aan God, als mensen die uit de doden levend geworden zijn. En laat uw leden wapens van gerechtigheid zijn voor God. (Romeinen 6:13) Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst. En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word innerlijk veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is. (Romeinen 12:1, 2) En word niet dronken van wijn, waarin losbandigheid is, maar word vervuld met de Geest. (Efeze 5:18) Maar wanneer Die komt, de Geest van de waarheid, zal Hij u de weg wijzen in heel de waarheid, want Hij zal niet vanuit Zichzelf spreken, maar wat Hij gehoord zal hebben, zal Hij spreken, en de toekomstige dingen zal Hij u verkondigen. (Johannes 16:13) Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen. (Galaten 5:16)



het vlees niet zal volbrengen. Ik kies er voor om te wandelen door de Geest. Ik kruisig het vlees. Ik besluit door de Geest te leven. Ik verwerp alle egoïstische doelen en ik kies voor het belangrijkste doel, dat van de liefde. Ik wil de twee belangrijkste geboden gehoorzamen, de Heere God met heel mijn hart, heel mijn ziel en heel mijn verstand lief te hebben, en Mijn naaste als mijzelf.

Maar wie van Christus zijn, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd. (Galaten 5:24) Het einddoel nu van het gebod is liefde die voortkomt uit een rein hart, een goed geweten en een ongeveinsd geloof. (1 Timotheüs 1:5)

Jezus zei tegen hem: U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dit is het eerste en het grote gebod. En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. (Mattheüs 22:37-39)


Doelendienst 15 juni Wie ben jij

Recommend Documents