Doelen stellen • Stellen van doelen is belangrijk!! • Doel + Prestatie bepaald namelijk of je tevreden bent over de prestatie
5
Stel je voor: • Je hebt een heel moeilijke toets op school • Je leert keihard voor de toets • Voordat je de toets maakt heb je in je gedachten gezegd tegen jezelf dat je een 7 wilt halen voor de toets • Wanneer je cijfer achteraf een 8 is ben je erg tevreden, want je hebt een hoger cijfer gehaald dan je tot doel gesteld had.
6
Stel je voor: • Je moet een werkstuk maken op school • Je steekt er veel tijd in want jouw werkstuk gaat natuurlijk over wedstrijdzwemmen! • Bij het inleveren van het werkstuk was je apetrots, want het was toch zeker wel een 9 waard! • Wanneer je cijfer achteraf een 8 is ben je licht teleurgesteld, want je had een lager cijfer gehaald dan je tot doel gesteld had.
7
Vraag: • Waarvoor had je een hoger cijfer? – A) De toets – B) Het werkstuk
8
Antwoord • Je had voor beide een 8 gehaald, dus hetzelfde cijfer. Toch was je meer tevreden over de toets dan over het werkstuk… Hoe kan dat?
9
Het stellen van doelen • Het stellen van doelen is dus heel erg belangrijk, omdat dit mede bepaald of je achteraf tevreden kunt terugkijken op jouw prestatie • Wat zou de allerbeste prestatie zijn die ik als zwemmer zou kunnen bereiken? – – – – – –
Club kampioen Kring Kampioen Nationaal Kampioen Europees Kampioen Wereldkampioen Olympisch kampioen
10
Hoe stel je doelen? • Doelen moeten aan een aantal voorwaarden voldoen, dit kun je controleren door de volgende vragen te stellen: – Inspireert dit doel mij? Daagt het me uit? – Bereik ik het doel met mijn normale techniek? – Kan ik precies nagaan of ik mijn doel bereikt heb? Is het te meten? – Ligt mijn doel in het heden? – Hangt het bereiken van het doel alleen van mij af?
• Is “Ik ga mijn best doen” een goed doel?
11
Opdracht • Wat is op dit moment één van jouw belangrijkste doelen binnen het zwemmen? • Stel jezelf de vragen, en tel hoe vaak je “Ja” antwoord en hoe vaak “Nee”: – Inspireert dit doel mij? Daagt het me uit? – Bereik ik het doel met mijn normale techniek? – Kan ik precies nagaan of ik mijn doel bereikt heb? Is het te meten? – Ligt mijn doel in het heden? – Hangt het bereiken van het doel alleen van mij af?
12
Hoeveel keer had je “Ja”? • 5x “Ja”: Dan heb je een hele goede doelstelling! • Heb je 1x of meer keren “Nee” geantwoord, dan moet jij je doelstelling gaan aanpassen, zodat je nadat je jouw doelstelling hebt aangepast wel 5x “Ja” kunt antwoorden!
13
Valkuilen en gevaren bij het stellen van doelen • Te veel doelen stellen in te weinig tijd. • Het niet erkennen van individuele verschillen. • Te algemene doelen stellen. • Het niet aanpassen van doelen als blijkt dat ze te hoog of te laag zijn. • Het ontbreken van procesdoelen. • Het ontbreken van een sfeer waarin het stellen van doelen geaccepteerd wordt.
14
Je moet voor jezelf een goed doel stellen, dat zorgt ervoor dat je aandacht bij je taak blijft!
15
Soorten van doelen Droomdoel (Een wereldrecord zwemmen) Reëel doel (mijn tijd verbeteren met 5 seconden) Lange termijn doel (Limiet zwemmen voor de EJK) Middellange termijn doel (Limiet zwemmen voor de NK) • Korte termijn doel (periode voor de wedstrijd doe ik : ...... vroeg naar bed bijv.) • Doelstelling : doel van de dag (bij alle keerpunten bij de komende training maak ik minimaal 6 vlinder benen onder water) • • • •
16
SMART - doelstelling S Specifiek
1. 2. 3. 4. 5. 6.
M Meetbaar
1. Hoeveel keer gaan we dat doen? 2. Hoe kunnen we dat meten? 3. Er moet een systeem/methode zijn om te bepalen wie in welke mate het doel op een bepaald moment bereikt is.
A Acceptabel
1. Is er draagvlak voor wat we doen? 2. Is het afgestemd met het beleid en de doelstellingen van de organisatie? 3. Zijn de betrokkenen bereid zich te verbinden aan aan de doelstelling?
Wie zijn er betrokken? Wat willen we bereiken? Waar gaan we het uitvoeren? Wanneer gebeurt het? Welke delen van de doelstelling zijn essentieel? Waarom willen we dit doel bereiken?
17
SMART - doelstelling R Realistisch
1. 2. 3. 4.
T Tijdgebonden/ toepasbaar
1. 2. 3. 4.
Is het doel haalbaar? Is het een uitvoerbaar plan? Kunnen de betrokken de resultaten beïnvloeden? Hebben ze voldoende know-how, middelen en bevoegdheden?
Wanneer beginnen we met de activiteit? Wanneer zijn we klaar? Wanneer is het doel bereikt? Een SMART doelstelling heeft een duidelijke starten einddatum! 5. Korte-termijndoelen moeten SMART zijn! 6. Lange-termijndoelen is dat niet altijd mogelijk.
18
En nu aan de slag met het stellen van jullie eigen doelen! Wat is jouw droomdoel? Wat is voor jou een reëel doel? Wat is voor jou een lange termijn doel? Wat is voor jou een middellange termijn doel? • Wat is voor jou een korte termijn doel? • • • •
19