=4iAgriPlaza ii Postadres: Postbus 59, 9480 AB Vries
College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Fryslän Afdeling Landelijk Gebied Postbus 20120 8900 HM LEEUWARDEN
Bezoekadres: Industrieweg 4F 9482 TT Tynaarlo PROVINSJE FRYSLAN
Doe. nr.:
7:0592 - 545451 E:
[email protected] I: www.aEriplaza.eu
NVM
Class, nr.. Ingek.:
1 6 APR 2015
Afdelirq.
Makkinga, woensdag 15 april 2015
Beh. door:
Afd. Hoofd jAA8..„eken
voor k enniog, aangenomen/tel. afgodaan Betreft: Aanvraag NB-wetvergunning Dobbe v.o.f. (Locatie Tjabbekamp 5 te Donkerbroek) Geachte heer, mevrouw. Namens Dobbe v.o.f., Kutnderweg 3 te (8423 VB) Makkinga, stuur ik u hierbij in achtvoud (5+1+1+1) de aanvraag vergunning Natuurbeschermingswet 1998 voor de locatie Tjabbekamp 5 te Donkerbroek. Ik wil u verzoeken de aanvraag in behandeling te nemen. Graag ontvang ik een ontvangstbevestiging van deze aanvraag.
Met vriendelijke groet, AgriPlaza Makelaars
s. Register Makelaar Taxateur
AANVRAAG NB-WETVERGUNNING
Naam Postadres PC en Woonplaats Telefoonnr. Referentienummer
Klantgegevens: : Dobbe v.o.f. : Kuinderweg 3 : 8423 VB Makkinga : 0516-441667 : 8423VB/03
Bezoekadres Postadres
AgrlPIaza Makelaars : Industrieweg 4F 9482 TT : Postbus 59 9470 AB
Datum
: 13-04-2015
Status ; Definitief Projectbegeleider : Ing. O.J. (Olef) Kroes Telefoonnr. (kantoor): 0592- 54 54 51 Telefoonnr. (Kroes) : 06 -5124 3188 Mailadres :
[email protected]
Tynaarlo Vries
I Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
Aanvraag vergunning
Dit aanvraagformulier is nodig om een Natuurbeschermingswet (Nb-wet) vergunning aan te vragen. Dat moet als het gaat het om een activiteit (plan of handeling) die een negatief effect kan hebben op (één van) de beschermde natuurgebieden in Fryslan.
Let op! Gebruik bij het invullen van dit formulier de beschikbare gebiedsinformatie. U vindt de gebiedsinformatie (ook) op www.fryslan.nl/nb-wet. Verstrek alle gegevens in de Friese of Nederlandse taal. Als u het formulier invult en het antwoord past niet op het formulier, dan kunt u het antwoord op de betreffende vraag als bijlage meesturen. Geef duidelijk aan dat de bijlage bij de aanvraag hoort: voorzie de bijlage van de naam van de aanvrager, de naam van het gebied, de naam van de activiteit en het nummer van de betreffende vraag. Lever het aanvraagformulier en de bijlagen, behalve tekeningen en kaarten, in A4-formaat aan. Lever de (uitgeprinte) aanvraag en alle bijbehorende stukken in 5-voud aan. Wanneer sprake is van toetsing aan meerdere Natura 2000-gebieden, dient per additioneel gebied 1 exemplaar te worden aangeleverd. Mogelijk is het ministerie van Economische Zaken bevoegd om over uw aanvraag te beslissen. Als dit zo is, dan stuurt de provincie uw aanvraag door en krijgt u daarover bericht. Dit formulier is via de website www.fryslan.nl/nb-wet beschikbaar en in te vullen als PDF-bestand. (met behulp van de Tab-toets kan van het ene tekstveld naar het andere worden gesprongen).
Heeft u vragen bij het invullen? Als u hulp nodig heeft bij het invullen of een nadere toelichting wenst, kunt u contact opnemen met de provincie Fryslên. Dat kan via telefoonnummer: 058-292 89 95, via e-mail
[email protected] of via de website www.fryslan.nl/nb-wet.
Concept Wij verzoeken u om uw aanvraag eerst in concept in te dienen. Als uw activiteit een agrarische activiteit is en het enige te beoordelen aspect de depositie van stikstof is, dan is vooroverleg niet noodzakelijk als uw aanvraag aan de in de link van bijlage 5 opgenomen indieningsvereisten voldoet.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
Algemene gegevens
1.1
Aanvrager of gemachtigde Organisatie
; AgriPlaza Makelaars BV
Naam
® dhr. O mevr.
Straat
Industrieweg
Postcode en plaats
9482 TT
Telefoonnummer
06-51243188
O.J. Kroes huisnr. 4F
J
Faxnummer E-mailadres
1.2
Tl
[email protected]
Gebruiker Organisatie Naam
m
: Dobbe v.o.f. ®dhr. O mevr.
J.W. Dobbe
Straat
Kuinderweg
Postcode en plaats
8423 VB MAKKINGA
Telefoonnummer
0516-441667
huisnr. 3
Faxnummer E-mailadres
1.3
Locatie activiteit straat
Tjabbekamp
Postcode en plaats
8435 VS DONKERBROEK
Omschrijving locatie*
Rundvee/melkhouderijbedrijf met GVE en JVE
Kadastrale gegevens
Donkerbroek E 701
Ligging in gemeente
Ooststellingwerf
huisnr. 5
Voeg als bijlage een topografische kaarte bij. Zie 4.1.
* Indien locatie niet Is gekoppeld aan een hulsadres.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
1.4
Natuurgebied(en) waarop project/handeling effect heeft* Naam
Drents Friese Wold & Leggelerveld Fochteloer Veen Wijnjeterper Schar Bakkeveenster Duinen
1.5
Korte omschrijving hoofdlijnen van de activiteit. Het runnen van een melk/rundveehouderij aan de Tjabbekamp 5 te Donkerbroek. Activiteit betreft het legaliseren van de reeds bestaande (oprichtings)vergunning, dus GEEN uitbre iding!
Voeg als bijlage een situatietekening bij. Zie 4.2.
1.6
1.7
Welke Nb-wetvergunning vraagt u aan? n
Nieuwe activiteit, waarvoor niet eerder een Nb-wet vergunning is verleend. Ga door naar vraag 1.9.
[/|
Bestaande activiteit, waarvoor niet eerder een Nb-wetvergunning is verleend. Ga door naar vraag 1.9.
I I
Bestaande activiteit, waarvoor eerder een Nb-wetvergunning is verleend.
Gegevens laatst verleende Nb-wetvergunning Naam activiteit Datum vergunning Nummer vergunning Voeg een afschrift bij van eerder verleende vergunningen. Zie 4.3.
' Maak hiervoor gebruik van de beschikbare gebiedsinformatie. Bijvoorbeeld via: www.fryslan.nl/nb-wet.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
1.8
Wat is er veranderd ten opzichte van de laatst verleende vergunning?
1.9
Gaat het om een vergunning met bepaalde of onbepaalde tijd?
1.10
•
Bepaalde tijd, van
0
Onbepaalde tijd
tot
Welke andere vergunningen vraagt u aan? Bijvoorbeeld: bouwvergunning, aanlegvergunning, milieuvergunning, vergunning in gevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo), ontheffing Flora- en faunawet, etc.
Soort vergunning 1. Geen, vergunning aanwezig
Datum aanvraag
Aanvragen/aangevraagd bij (instantie en afdeling)
06.02.1978
2. (zie 1.5 Activiteiten) 3. 4. 5. 6.
Voeg zo mogelijk een afschrift toe van (een aanvraag om) andere vereiste vergunningen voor de voorgenomen activiteit. Zie 4.4
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
,
SB-
Beschrijving van de activiteit
2.1
Geef een gedetailleerde beschrijving van uw activiteit. Voor de beoordeling van uw aanvraag is het nodig om de effecten van uw activiteit op het betreffende natuurgebied inzichtelijk te maken. Wij vragen u daarom een gedetailleerde beschrijving te geven van de voorgenomen activiteit. Benoem daarbij de aspecten van de activiteit die effect kunnen hebben op het gebied (habitattypen) en aanwezige relevante soorten.Maak bij de beschrijving, indien relevant, onderscheid in de fase die nodig is voor het ontwikkelen en voorbereiden van de 'activiteit' (de aanlegfase) en de fase waarin de 'activiteit' wordt gebruikt of uitgevoerd (gebruiksfase).Besteed in ieder geval aandacht aan de volgende onderwerpen, indien ze van toepassing zijn:
a)
Heeft de activiteit effect op de omvang (ruimtebeslag) van het natuurgebied?
b) Wordt het gebied door de activiteit verdeeld in meerdere (losse) gebieden (versnippering)? c)
Heeft de activiteit effect op de kwaliteit en/ of kwantiteit van het grondwater, zoalswijzigingen in grondwaterstanden of veranderingen in de stroming van het water?
d) Heeft de activiteit effect op de kwaliteit en/ of kwantiteit van het oppervlaktewater, bijv. verlaging van het waterpeil? e)
Wordt het gebied door de activiteit verstoord als gevolg van verkeersbewegingen? Bijv. door parkeren, (toename van) recreatiedruk, wegafsluitingen, omleidingen, etc.
f)
Wordt er bij de activiteit gebruik gemaakt van machines of andere apparatuur, zoals bulldozers, kranen, vrachtwagens, etc.?
g) Welke werktijden of uitvoeringstijden horen bij de activiteit? Zijn deze werktijden bijv. dagelijks en/ of seizoensgebonden? h) Is er sprake van geluidsbelasting in het gebied door de activiteit? i)
Heeft de activiteit invloed op huidige verlichting en duisternis in het gebied? Bijv. door het plaatsen van lichtmasten.
j)
Is het (bedrijfsmatig) houden van dieren onderdeel van de activiteit? Zo ja, welk effect heeft dit op het gebied? U kunt denken aan verzuring of verontreiniging.
k)
is er sprake van ontgronding, egalisering of andere ingrepen in de bodem?
I)
Ontstaan er trillingen in de bodem door de uitvoering van uw activiteit?
m) Hoe past u het uiterlijk en/ of de fysieke omvang van de activiteit in het landschap? n) Betrek bij de beschrijving van de mogelijke effecten de gevoeligheid van habitattypen en soorten voor storingsfactoren, zoals deze in 2.2. zijn beschreven.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
Beschrijving activiteit: Algemeen: Nee, zie 1.5. Het betreft de legalisering van een reeds aanwezige beschikking van 1978. A) Nee, niet van toepassing B) Nee, niet van toepassing C) Nee, niet van toepassing D) Nee, niet van toepassing E) Nee, niet van toepassing F) Nee, niet van toepassing G) Nee, niet van toepassing. Activiteiten op bedrijf zelf zullen in de dagperiode van 6.00 uur tot 19 .30 uur plaatsvinden. Incidenteel kan er buiten deze tijden activiteiten (kuilen/maaien, Bulk(krachtvoer)auto plaatsvinden, maar die zullen NIET toenemen. H) Nee, niet van toepassing. Gezien de ligging van het bedrijf in een landelijk gebied met veel agrarische activiteiten, gaan de geluiden op in de omgeving en zijn er geen EXTRA invloeden op de Natura 2000 gebieden te verwachten. I) Nee, niet van t oepassing J) Ja, hierdoor zal verzuring optreden, maar er zal geen EXTRA verzuring plaatsvinden (geen uitbreiding) K) Nee, niet van toepassing L) Nee, niet van toepassing M) Niet van toepassing. Het gaat om legalisering van de huidige vergimning in de huidige gebouwen.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
CL," -
"'
2.2
Welke habitattypen en diersoorten worden mogelijk verstoord? Geef in onderstaande tabel aan op welke soorten natuur (zoals Vochtige Heiden of Blauwgraslanden) en aanwezige diersoorten in het gebied (zie gebiedsinformatie) de voorgenomen activiteit mogelijk een verstorend effect heeft. U kunt de tabel invullen met behulp van informatie op de website www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/effectenindicator.aspx Deze site geeft per natuurgebied (Natura-2000 gebieden) informatie over de effecten waarvoor aanwezige habitattypen en soorten gevoelig zijn én in welke mate.
Storende factoren Ol
c jöl "c
£
£
Habitattypen
äa
O
c
£
5
C Of Ui
Ol
S "S
5
c
0»
O
Diersoorten
G
=
Gevoelig voor deze storende factor
ZG
=
Zeer gevoelig voor deze storende factor
NG
=
Niet gevoelig voor deze storende factor
?
=
Niet voldoende informatie om hierover een uitspraak te doen
NVT =
Deze storende factor is op deze natuurwaarde niet van toepassing
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
J
igdjCr . ,-
2.3
-_ •
^,
m*
i
. —• I
_
-J^-'
Van welke stapeling van negatieve effecten is er sprake? Het is mogelijk dat er in een gebied meer activiteiten zijn of worden uitgevoerd. Dit kande (negatieve) effecten op het gebied versterken omdat ze zich opstapelen(cumulatie). Geef aan of én in welke mate er sprake is van een stapeling van negatieve effecten op de habitattypen en op de aanwezige relevante soorten. Bij de beoordeling van uw aanvraag wordt (alleen) uitgegaan van voorgenomen of reeds uitgevoerde activiteiten in of nabij het betreffende gebied waarover een formeel besluit genomen is. Voor informatie hierover kunt u vaak terecht bij de gemeente.
De achtergronddepositie is dalende o.a. door het Besluit Ammoniak Emissie Huisvesting Veehouderij.
2.4
Middels welke maatregelen kunt u de verstoringen beperken? Welke maatregelen kunt u binnen de uitvoering van uw activiteit ondernemen omeventuele schade en/of verstoring te beperken (mitigatie)? Geef aan op welke wijze deze maatrege len de negatieve effecten op het gebied {habitattypen) en/ of aanwezige relevante soorten verminderen. Maak bij de beschrijving onderscheid in de fase die nodig is voor het ontwikke len en voorbereiden van de 'activiteit' (de aanlegfase) en de fase waarin de 'activiteit' wordt gebruikt of uitgevoerd (gebruiksfase). Let op! Maatregelen kunnen door u zelf meegenomen worden binnen de opzet van uw activiteit en/of opgelegd worden via de voorwaarden die verbonden zijn aan de verleende vergunning. Voorbeelden van mitigerende maatregelen: • het tijdsschema (timing en duur) van de uitvoering. Bijvoorbeeld geen werkzaamheden tijdens het voortplantingsseizoen van een bepaalde soort; • de wijze van uitvoering (in termen van werkzaamheden) en het gebruiktematerieel. Bijvoorbeeld het gebruik van een bepaald type baggermachine op eenovereengekomen afstand van de oever; • alternatieve bouwtechnieken. Bijvoorbeeld boren in plaats van heien, • afscherming van geluid, licht en andere verstoringsbronnen. • afbakening van delen van het gebied die in geen geval mogen worden betreden
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
Omdat de activiteiten NIET zullen toenemen, zal er geen EXTRA verstoring of schade plaatsvinden.
Let op! Indien uit de aanvraag blijkt dat de activiteit onherstelbare, negatieve effecten kan hebben op het gebied en/of aanwezige relevante soorten, kan de provincie Fryslan u vragen om een aanvullende analyse: de zogenaamde 'passende beoordeling'. De provincie neemt in dat geval contact met u op. Heeft u voor het indienen van uw aanvraag vragen over het uitvoeren van een eventuele 'passende beoordeling', dan adviseren wij u om zelf contact op te nemen met de provincie Fryslän.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
Voorwaarden en verplichtingen
De aanvrager verklaart: 3.1
alle gegevens naar waarheid te hebben verstrekt.
3.2
bekend te zijn met het feit dat bij wijziging in de omstandigheden die van belang zijnvoor de beoordeling van de vergunningaanvraag, dit zo spoedig mogelijk door te geven aan de provincie Fryslan onder vermelding van het nummer waaronder de aanvraag in behandeling is;
3.3
dat de aanvrager alle gewenste inlichtingen met betrekking tot de voor de beoordelingen controle benodigde gegevens ter stond en naar waarheid zal verstrekken aan demet behandeling en controle van de aanvraag en vergunning belaste ambtenaren;
3.4
ermee bekend te zijn, dat de vergunning meteen wordt ingetrokken indien hij/zij één of meer uit zijn/haar vergunning voortvloeiende verplichtingen niet nakomt, dan wel in het kader van de aanvraag van deze vergunning onjuiste gegevens heeft verstrekt; voortsdat de vergunning kan worden gewijzigd of ingetrokken als de omstandigheden zodanig zijn gewijzigd dat deze niet verleend zou zijn op het tijdstip waarop de vergunning is verleend;
Ondertekening Ondergetekende, de aanvrager of degene die bevoegd is namens de aanvrager te handelen via machtiging, verklaart deze aanvraag en de daarbij behorende bijlage(n) naar waarheid te hebben opgesteld. Plaats:
Makkinga
Datum:
13.04.2015
Naam ondertekenaar:
O.J. Kroes
Functie / hoedanigheid ondertekenaar:
Gemachtigde
Machtiging (bijvoegen indiende aanvraag niet door de aanvrager zelf is ondertekend): /
Handtekening :
unningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
^
r
j.'..
Overzicht van bijlagen en checklist
1.
Voeg een topografische kaart toe waarop de ligging van de door u voorgenomen activi teit in de ruimere omgeving is aangegeven. Deze kaart moet voldoen aan de volgende aspecten: a. minimaal schaal 1:25.000; b. schaal en noordpijl aangeven op kaart; c. locatie activiteit arceren of duidelijk omlijnen; d. afstand van de gevraagde activiteit tot de rand van het gebied(en). (Indien deactiviteit buiten het natuurgebied valt)
2.
Voeg een situatietekening toe. Besteed daarbij tenminste aandacht aan de volgende aspecten: a. schaal 1:1000 (zo mogelijk); b. schaal en noordpijl aangeven op tekening; c. locatie activiteit arceren of duidelijk omlijnen.
3.
Voeg zo mogelijk een afschrift toe van eerder verleende Nb-wet vergunningen voor de voorgenomen activiteit, indien sprake is van een bestaande activiteit.
4.
Voeg zo mogelijk een afschrift toe van (een aanvraag om) andere vereiste vergunningen voor de voorgenomen activiteit.
5.
Voeg indien van toepassing een afschrift toe van het Milieu-effectrapport / de Strategische milieubeoordeling.
6.
Voeg eventueel een verklaring van geen bezwaar van een gebiedsbeheerder toe omtrent de voorgenomen activiteit.
Checklist bij het aanvraagformulier Heeft u ... •
alle vragen in de aanvraag beantwoord? Aanvraagformulieren die niet volledig zijn ingevuld, worden niet in behandelinggenomen.
•
de bijgevoegde tekeningen voorzien van een duidelijke legenda met verklaring van alle nummers, tekens en afkortingen?
•
op alle bijlagen aangegeven dat ze behoren bij de aanvraag?
•
het aanvraagformulier en de bijlagen, behalve tekeningen, in A4 formaat aangeleverd? de (uitgeprinte) aanvraag en alle daarbij behorende stukken in 5-voud of meer? Wanneer sprake is van toetsing aan meerdere Natura 2000-gebieden, dient per additioneel gebied 1 extra exemplaar te worden aangeleverd.
•
het aanvraagformulier gericht aan: Het college van Gedeputeerde Staten van Fryslan, afdeling Stêd en Plattelan, Postbus 20120, 8900 HM Leeuwarden (het bezoekadres van de provincie is Tweebaksmarkt 52 in Leeuwarden).
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
5
Vereisten aanvraag Nb-wetvergunning veehouderijen
Kijk voor een actueel overzicht van de vereisten op (klik op de link); http://www.fryslan.nl/2111/natuurbeschermlngswetvergunnlng-en-ammoniakdepositie.
Vergunningaanvraag Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet)
MACHTIGING
gjjAgriPlaza SM
Ondergetekende, J.W. Dobbe, wonende aan de Kuinderweg 3 te (8423 VB) Makkinga, machtigt hierbij de heer ing. O.J. Kroes, werkzaam bij AgriPlaza Makelaars, Industrieweg 4F te Tynaarlo, om namens Dobbe v.o.f. de aanvraag voor de Natuurbeschermingswetvergunning in te dienen bij de provincie Fryslan. Daarbij machtigt ondergetekenden de heer ing. O.J. Kroes voornoemd om namens hen nadere stukken in te dienen of te ontvangen en desgewenst een nadere mondelinge toelichting te geven. Een en ander met het recht van substitutie. Aldus verklaard en ondertekend te Makkinga, d.d. 13 april 2015
J.W. Dobbe
\(o Dobbe
VERSTORINGS- EN VERSLECHTERINGSTOETS NATURA 2000 Naam Postadres PC en Woonplaats Lokatie Status Datum Projectbegeleider Telefoonnummer Referentienummer
Opdrachtgever: : Dobbe v.o.f. : Kuinderweg 3 : 8423 VB Makkinga : Tjabbekamp 5 8435 VS Donkerbroek Definitief 13-04-2015 Ing. O.J. (Olof) Kroes 06 -5124 3188 8423VB/03
Deze verstorings- en verslechteringstoets geeft inzicht in het effect van de beoogde bedrijfsontwikkeling nabij een Natura 2000-gebied en geldt als bijlage bij de aanvraag Natuurbeschermingswetvergunning. 1. Bestaande situatie Dobbe v.o.f. heeft (recent) aan de Tjabbekamp 5 te Donkerbroek een melk/mndveehouderij gekocht. De laatste jaren is er op deze locatie door derden circa 100 koeien en bijbehorend jongvee gehouden. Omdat dit op naam van een andere partij is, kan dit niet middels G.0. "12, "13 of "14 worden aangetoond. Op het bedrijf zijn o.a. twee grote ligboxstallen aanwezig, t.w. een traditionele en een MDV-stal. De stallen zijn resp. rond 1978 en 2010 gebouwd en regelmatig bijgehouden/gerenoveerd. In de ligboxstal zit een reguliere roostervloer, waarbij een emissie van 11,0 kg NH3 geldt (opstallen). De MDV-stal is uitgevoerd met dichte hellende vloer, met profilering, met snelle gierafVoer met mestschuif (RAV 1.6.1) waarbij een emissie geldt van 7,5 kg NH3. Het aanwezige jongvee staat deels op roostervloer, deels in strohokken of in eenlingboxen waarbij een uitstoot van 3,9 kg NH3 per dier geldt. 2. Beoogde activiteit Beoogd wordt een legalisering/handhaving van de oprichtingsvergunning van de locatie uit 1978, de laatst vergunde situatie vóór de referentiedatum. Hierdoor wordt de vergunde situatie optimaal gebruikt. Er vindt dus geen uitbreiding plaats t.o.v. deze vergunde situatie. Er zal daarom ook geen uitbreiding van ammoniakemissie plaatsvinden. Mogelijk zal er intern nog een verschuiving plaatsvinden tussen het aantal GVE en het aantal JVE, maar onderneming wil de vrijheid behouden hier later (andere) invulling aan te geven. Voor dit aantal GVE en JVE hoeven er geen extra dierplaatsen gerealiseerd te worden. De vergunde 92 GVE en de 75 JVE kunnen geplaatst worden binnen de bestaande bebouwing. Na oprichting zijn er meldingen gedaan, t.w. op: 31.07.2003 voor het houden van ca. 142 GVE/45 JVE. 29.02.2008 voor het houden van ca. 192 GVE/77 JVE. Aangezien beiden na de referentiedatum zijn en beiden groter/hogere dierenaantallen vergunnen, zijn geen van beiden gebmikt als basis voor de berekening van de NB-wet vergunning.
De nabije ligging ten opzichte van verzuringsgevoelige habitatten in het Natura 2000-gebieden: • Drents Friese Wold & Leggelerveld (H2310) op ca. 4,4 kilometer • Wijnjeterper Schar (H4010A) op ca. 7,3 kilometer • Fochteloërveen (ZGH7120ah) op ca. 7,4 kilometer • Bakkeveenster Duinen (H2320) op ca. 9,0 kilometer staat uitbreiding in ammoniakemissie niet toe. Deze verstorings- en verslechteringstoets geeft inzicht in het effect van de beoogde "legalisering vergunde situatie 1978" van Vof Dobbe. 3. Natura 2000-gebied(en) gelegen in de directe omgeving De Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw) moet de Natura 2000-gebieden beschermen tegen significant verstorende effecten. Ons richtend op de veehouderij, kan verstoring hoofdzakelijk optreden door een significante toename van de stikstofdepositie als gevolg van een verhoogde ammoniakemissie vanuit het betreffende bedrijf. Uit de "Grootschalige Concentratie- en Depositiekaarten Nederland" blijkt dat de huidige stikstofdepositie op de nabije gebieden een overbelaste situatie veroorzaakt. Gelet op de huidige jurisprudentie is een uitbreiding in ammoniakemissie van bedrijven in de omgeving daarom niet zomaar toegestaan. Middels Aerius zijn de vindplaatsen van overbelaste verzuring gevoelige habitattypen in de nabijheid van de betrokken veehouderij opgevraagd (zie bijlage). Deze vindplaatsen zijn in de onderstaande afbeelding opgenomen. Bakk«veens« Duinen
y:
H2320
HaulerwHk
''
ekamp 5 Nieuw Weper
ZGH 7120ah Fpchteloérveen
Nijebcrkoop Drents-Friese Wold & Leggelderveld
Data CC-By-SA by Opensv'eeth DrMits-FriMe Wold & Leggelderveld
Afbeelding: Ligging bedrijven t.o.v. gebieden en beoordeelde locaties
Gebied: Fochteloërveen Aanwijsdatum:
Habitatrichtlijn Vogelrichtlijn Natura 2000
Referentiedatum:
23 september 30 november 7 december 30 november
2009 1998 2004 1998
Drents Friese Wold/Leggelerveld: Referentiedatum:
24 maart
2000
Bakkeveenster Duinen: Referentiedatum:
7 december
2004
Wijnjeterper Schar: Referentiedatum:
7 december
2004
Doordat het Fochteloërveen als eerste gebied aangewezen is (van de gebieden) zullen we uit moeten gaan van de vergunde situatie vóór deze datum. 4. Bestaande rechten Tjabbekamp 5, Donkerbroek Uit navraag bij de gemeente Ooststellingwerf blijkt dat het bedrijf op de referentiedatum (30 november 1998) in werking was onder de op 6 februari 1978 verleende (opriehtings)verguning. De milieutekening van de vergunning (bijlage) laat zien dat er vergunning is verleend voor het houden van 90 stuks melk/kalQcoeien, 2 (fok)stieren en 75 stuks jongvee. In onderstaande tabel is de bedrijfsomvang en de bijbehorende ammoniakemissie Stal
Diersoort
Stalsysteem RAV Aantal Emissie Totaal code
Ligboxenstal
Meik/kaifkoeien
A 1.100.2
90
11,0
990.0
Jongvee/Stierenstal
Jongvee
A3
59
3.9
230.1
Jongvee/Stierenstal
Stieren
A7
2
9,5
19.0
Jongveehonk
Jongvee
A3
16
3,9
62.4
Totaal
1301.5
*ln de vergunningen van 1978 is geen informatie opgenomen over het weiden en/of opstallen van de melkkoeien. Dit is logisch, gezien dit formele onderscheid er pas is gekomen met de inwerkingtreding van de Wet ammoniak en veehouderij op 8 mei 2002. Tot op de dag van vandaag heeft het bedrijf hierdoor de mogelijkheid om deze melkkoeien op te stallen. Mocht de feitelijke omstandigheid zijn veranderd, dan nog doet dit geen afbreuk aan de op de referentiedatum van toepassing zijnde bestaande rechten (RvS ABRS 201003118/1/A4).
5. Effect bestaande ammoniakrechten Tjabbekamp 5 Met AAgro-Stacks is berekend wat het effect (depositie) van de bestaande rechten van het bedrijven binnen het gebied is. Naast de bedrijfsgegevens is de met Aerius-Calculator verkregen gebiedsinformatie opgenomen. Het volledige Aerius-Calculator rapport is als Volgnummer
Naam
X coördinaat
Y coördinaat
1
DFW&LV(H2310)
213 083
553 031
0,41
2
FV (ZGH7120ah)
219411
557 759
0,25
3
BD (H2320)
214 013
566 249
0,25
4
WS(H4010A)
207 499
563 240
0,21
Tabel: effect op beoordeelde locaties (nabije vindplaats)
Depositie
6. Beoogde situatie Tjabbekamp 5 De beoogde situatie is gelijk aan de vergunde situatie. Hierin verandert niets. Om te voldoen aan het Besluit huisvesting zal ook na uitbreiding (speel)weidegang worden toegepast. De ruim 33 ha grote huiskavel geeft hier voldoende mogelijkheden voor.
A = Ligboxenstal B = Jongvee/Stierenstal C = Woning = MDV-stal Tot de beoogde bedrijfsomvang behoort onderstaande ammoniakemissie: Stal
Diersoort
Stalsysteem RAV Aantal Emissie Totaal code
Ligboxenstal
Melk/kalfkoeien
A 1.100.2
90
11,0
990.0
Jongvee/Stierenstal
Jongvee
A3
59
3.9
230.1
Jongvee/Stierenstal
Stieren
A7
2
9,5
19.0
Jongveehonk
Jongvee
A3
16
3,9
62.4
Totaal
1301.5
Tabel: vergunde situatie met diersoorten en emissie. Deze is gelijk aan de vergunde situatie
7. Effect ammoniakemissie beoogde/gewenste situatie Tjabbekamp 5 Met de beoogde "legalisering" van de oprichtingsvergunning gaat, zoals omschreven, geen verandering van de ammoniakemissie op bedrijfsniveau gepaard. Met AAgro-Stacks is berekend wat het effect van deze ammoniakemissie in de beoogde situatie zal zijn.
In onderstaande tabel is het effect van deze nieuwe situatie vergeleken met het eerder berekende effect van de bestaande rechten (de volledige 3erekening is a s bijlage toegevoegd). X coördinaat Y coördinaat Depositie beoogd Depositie vergund Nr. Naam
Verschil
1
DFW&LV H2310
213 083
553 031
0,41
0,41
0,00
2
FV ZGH7120ah
219 411
557 759
0,25
0,25
0,00
3
BD H2320
214 013
566 249
0,25
0,25
0,00
4
WS H4010A
207 499
563 240
0,21
0,21
0,00
Tabel: effect op beoordeelde locatie
In bovenstaande tabel valt uiteraar d af te lezen dat door de activiteiten de depositie op alle gebieden gelijk blijft. Dit is ook verklaarbaar aangezien er niets verandert t.o.v. de vergunde situatie. 8. Borging samenhang activiteiten N.v.t. 9. Afsluiting Dobbe v.o.f. beoogt de huidige oprichtingsvergunning te behouden. Begin 2010 is de locatie door derden verkocht aan Provincie Fryslan, die de locatie nodig was om hun plannen m.b.t. de "nieuwe" N381 te realiseren. Met dezelfde bebouwing maar gewijzigde oppervlakte heeft dit bedrijf een aantal jaren in de verkoop gestaan. Eind 2014/begin 2015 heeft Dobbe v.o.f. deze locatie gekocht. Daardoor heeft er in de jaren 2012, 2013 en 2014 geen vee (of van een andere eigenaar/huurder) in de stallen gestaan. Hiervan is dus ook GEEN bijlage toegevoegd omdat dat niet relevant is. Door de afstand tot Natura 2000-gebieden: "Drents Friese Wold & Leggelerveld" op ca. 4.4 km., "het Wijnjeterper Schar" op ca. 7.3 kilometer, "het Fochteloërveen" op ca. 7.4 kilometer, "de Bakkeveenster Duinen" op ca. 9.0 kilometer is een uitbreiding in NH3 niet zonder meer mogelijk. Gebleken is dat door het legaliseren van de huidige oprichtingsvergunning er een gelijkblijvende depositie op de gebieden wordt/blijft gerealiseerd. Bijlagen * Coördinaten nabije verzuringsgevoelige vindplaatsen in N2000 gebieden bepaald met: Aerius calculator met de verzuringsgevoelige habitatten * Toelichting vergunning(en) door gemeente Ooststellingwerf - Oprichtingsvergunning/beschikking incl. plattegrond d.d. 06.02.1978 - Meldingsformulier Besluit Melkrundveehouderijen Milieubeheer d.d. 31.07.2003 - Tekening/Plattegrond behorende bij Melding d.d. 31.07.2003 - Meldingsformulier Besluit Melkrundveehouderijen Milieubeheer d.d. 29.02.2008 - Tekening/Plattegrond behorende bij Melding d.d. 29.02.2008 * AAgro-Stacks vergunde ammoniakrechten/beoogde situatie Tjabbekamp 5 * Overzichtskaart (gewas)percelen behorende bij Tjabbekamp 5 * Topografische kaart
Coördinaten van Verzuringsgevoelige vindplaatsen bepaald met: Aerius Calculator: * Berekening emissie * Overzicht gebieden en habitatten
AERIUS «CALCULATOR Dit document bevat resultaten van een stibstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U kunt dit document onder meer gebruiken voor een onderbouwing van een vergunningaanvraag in het kader van de Natuurbeschermingswet iggS. De resultaten geven stikstofeffecten van dit project weer voor haar omgeving. Tot de omgeving behoren zowel Natura 2000gebieden als beschermde natuurmonumenten. Enkel voor de Natura 2000-gebieden maakt de Calculator inzichtelijk welke habitattypen er voorkomen en of de zogenoemde kritische depositiewaarde (KDW) wordt overschreden. Mogelijke ontwikkelingsruimte maakt de huidige versie van de Calculator nog niet zichtbaar. De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak en stikstofoxide (NOx), of één van beide. Hiermee is de depositie van het project berekend en uitgewerkt in zowel maximale als gemiddelde depositie per hectare. De deposities zijn berekend tot een afstand van 10,0 km vanaf de bron. Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator. Berekening Situatiën • Kenmerken • Emissie • Depositie
f s •<
COI
Verdere toelichting over deze PDF kunt u vinden in een bijbehorende leeswijzer. Deze leeswijzer en overige documentatie is te raadplegen via: www.aerius.nl.
.^
COi
AERIUS B CALCULATOR
O O
Project Rechtspersoon
Projectnaam
Omschrijving locatie Datumberekening Rekenjaar AERIUS-kenmerk
DobbC V.O.f.
N B'Wet VefgU HDing
Tjabbekamp 5, Donkerbroek 15 apnl 2015, 11:05
2015 dpi7n3lh70
Totale emissie NOx
NH3
1.302 kg/j
Locatie
JOO
dpi7n3lh70 (15 april 2015) pagina 2/8
CO I AERIUS «CALCULATOR Emissie (per bron)
1 Dier
Ligboxefistal
Locatie(x,Y)
ziigjz, 557341
Uitstoothoogte
1,5 m
Warmteinhoud
0,0 mW
NH3
990,0 kg/j
RAV code
Omschrijving
Al.100.2
overige huisvestingssystemen permanent opstallen (RUNDVEE diercategorie melk- en kalfkoelen ouder dan 2 jaar) (overig)
Aantal Stof dieren
Naam Locatie (X.Y) ;.i
Uitstoothoogte Warmteinhoud NH3
.|i| Dier
>1
RAV code
3
Naam
Omschrijving
Emissiefactor (kg/dier/j)
Emissie
11,000
990,0 kg/j
Emissiefactor (kg/dier/j)
Emissie
90 NH3
Jongvee/Stieren 212009, 557335 1,5 m 0,0 mw 249ri kg/j
Aantal Stof dieren
A3
diercategorie vrouwelijk jongvee tot 2 jaar (RUNDVEE - diercategorie vrouwelijk jongvee tot 2 jaar) (overig)
59 NH3
3,900
230,1 kg/j
A7
diercategorie fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar (RUNDVEE diercategorie fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar) (overig)
2 NH3
9,500
19.0 kg/j
"o JOO
dpi7n3lh70 (15 april 2015) pagina 3/8
COI AERIUS BO\LCULATOR
i m Dier
>1
Toelichting
Naam
JoRgveehonk
Locatie (X.Y)
212032, 557352
Uitstoothoogte
1,5 m
Warmteinhoud
0,0 ITIW
NH3
62,4 kg/j
RAV code
Omschrijving
A3
diercategorie vrouwelijk jongvee tot 2 jaar (RUNDVEE - diercategorie vrouwelijk jongvee tot 2 jaar) (overig)
Aantal Stof dieren
i6 NH3
Emissiefactor (kg/dier/j)
Emissie
3,900
62,4 kg/j
Legalisering vergunning 1978
>
O O
JO'^
dpi7n3lh70 (15 april 2015) pagina 4/8
i'
AERIUS B CALCULATOR Depositie natuurgebied
Natuurgebied
Beschermingsregime
Bakkeveense Duinen
Habitatrichtlijn
2-593.3
0,263
Drents-Friese Wold & Leggelderveld
Habitatrichtlijn/Vogelricht lijn
2.281,9
0,336
Fochteloërveen
Habitatrichtlijn/Vogelricht lijn
1.807,9
0,221
Wijnjeterper Schar
Habitatrichtlijn
2-295.4
0,191
Hoogste achtergronddepositie (mol/ha/j)
Hoogste Overschrijding projectbijdrage KDW (mol/ha/j)
Maximale rekenafstand
lo.okm Ondergrens
t
Rekenjaar 2015 •'_)
Beoordelingsgrens
lo.okm
Depositie projectbijdrage
(mol/ha/j)
0
rs #
1
20 B
2
3 5 7 10
• # # # #
A
30 B 30 # 75 # 100
150 B Hoogste projectbijdrage per natuurgebied
Hoogste totale depositie per natuurgebied bij overschrijding van KDW
Hoogste procentuele overschrijding per natuurgebied
t:
>
o"^
dpi/nslh/o (15 april 2015) pagina 5/8
COI
COI AERIUS» CALCULATOR Depositie habitattype
„ ,, ^ . Bakkeveense Duinen Habitats met overschrijding KDW
KDW
Oppervlakte (ha)
Depositie projectbijdrage (mol/j)
Depositie maximaal (mol/ha/j)
Depositie gemiddeld (mol/ha/j)
H2310
Stuifzandheiden met struikhei
1.071
20,1
3,1
0,263
0,152
H2320
Binnenlandse kraaiheibegroeiingen
1.071
24.4
3,8
0,263
0,154
H2330
Zandverstuivingen
714
2,2
0,361
0,223
0,161
H3I6O
Zure vennen
714
0,2
0,028
0,200
0,176
H4010 A
Vochtige heiden (hogere zandgronden)
1.214
1,1
0,196
0,226
0,180
Oppervlakte (ha)
Depositie projectbijdrage (mol/j)
Depositie maximaal (mol/ha/j)
Depositie gemiddeld (mol/ha/j)
Drents-Friese Wold & Leggelderveld Habitats met overschrijding KDW
's JOD
KDW
H2310
Stuifzandheiden met struikhei
1.071
90,6
10,9
0,336
0,120
H232O
Binnenlandse kraaiheibegroeiingen
1.071
0,6
0,076
0,167
0,136
H233O
Zandverstuivingen
714
221,3
17,5
0,220
0,079
H3130
Zwakgebufferde vennen
571
8,1
1,080
0,243
0,133
H3I6O
Zure vennen
714
11,0
1,093
0,222
0,099
H4010 A
Vochtige heiden (hogere zandgronden)
1.214
11,0
0,885
0,161
0,080
H4030
Droge heiden
1.071
87,7
6,3
0,272
0,072
H5130
Jeneverbesstruwelen
1.071
0,4
0,056
0,167
0,146
H6230 vka
Heischrale graslanden, vochtig kalkarm
714
2,7
0,440
0,269
0,161
H/noB
Actieve hoogvenen (heideveentjes)
786
3,0
0,196
0,132
0,065
H7150
Pioniervegetaties met snavelbiezen
1.429
5,0
0,569
0,248
0,113
Hgigo
Oude eikenbossen
1.071
5,2
0,680
0,140
0,132
dpiznjlh/o (15april 2015) pagina 6/8
01
COI AERIUS «CALCULATOR
Fochteloërveen KDW
Oppervlakte (ha)
Depositie projectbijdrage (mol/j)
1.071
2,1
0.220
0.105
0.103
H7i2oa Herstellende hoogvenen, h actief hoogveen
500
407.1
52.6
0.190
0.129
ZGH712 Herstellende hoogvenen, oah actief hoogveen
500
8,4
1.140
0,221
0.136
Habitats met overschrijding KDW
H4030
Droge heiden
Depositie maximaal (mol/ha/j)
Depositie gemiddeld (mol/ha/j)
Wijnjeterper Schar Habitats met overschrijding KDW
KDW
Oppervlakte (ha)
Depositie projectbijdrage (mol/j)
Depositie maximaal (mol/ha/j)
Depositie gemiddeld (mol/ha/j)
H4010 A
Vochtige heiden (hogere zandgronden)
1.214
23-9
2.5
0.191
0.105
H4030
Droge heiden
1.071
14.7
1.379
0.181
0.094
H6230 vka
Heischrale graslanden, vochtig kalkarm
714
1.9
0.160
0,155
0,084
H6410
Blauwgraslanden
1.071
4.1
0.406
0.191
0.099
H7150
Pioniervegetaties met snavelbiezen
1.429
10.2
1.096
0.191
0.107
Ctfi>
•o lOO
dpiznjlh/o (15april 2015) pagina 7/8
col
DiSClsirriEr
R6k6nbaSiS
Hoewei verstrekte gegevens kunnen dienen ter onderbouwing van een vergunningaanvraag, kunnen er geenrechten aan worden verleend. De eigenaar van AERIUS aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de Inhoud van de door de gebruiker aangeboden Informatie. Bovenstaande gegevens zijn enkel bruikbaar tot er een nieuwe versie vanAERIUS beschikbaar Is. AERIUS Is een geregistreerd handelsmerk In de Benelux. Alle rechten die niet expliciet word en verleend, zijn voorbehouden.
Deze berekening Is tot stand gekomen op basis van: AERIUS
versie BETAii_zoi503i6_3565C79a38
Database
versie BETAn_20i50302_cnfbo96ze
'
Meer Informatie over de gebruikte data, zie www.aerlus.nl/methodlek
'S) dpl7n3lh70 (15 april 2015) pagina 8/8
Toelichting verstrekte informatie m.b.t. de vergunningen door: Gemeente Ooststellingwerf
R-:
/
GEMEENTE OOSrSTEI.LINGWERF
ßurgeineester en wethouders van OOSTSTELLINGWERF? AZ.
gelezen een verzoek van A. van der Bos, Tjabbekamp 5 te Donkerbroek, om vergunning voor het oprichten, in werking brengen en in werking houden van een rundveehouderij met 10 electromotoren met een gezamenlijk vermogen van ongeveer 17 pk, een onder grondse tank van de opslag van huisbrandolie met een inhoud van 5000 1, één boven grondse dieselolietank met een inhoud van 1100 1, alsmede met de opslag van mest, o: het perceel, kadastraal bekend gemeente Donkerbroek, sectie E, nr. 135, plaatselijk bekend Donkerbroek, Tjabbekamp 5; overwegende, dat blijkens de verklaring van het Districtshoofd van de Arbeidsinspec tie te Groningen d.d. 22 november 1977, nr. 1677/77/G/3, H.W. nr. 1677/77, de Veilic heidswet 1934 op de inrichting van toepassing is en dat, voor zover zulks kan blij ken uit de overgelegde bescheiden en de ingev/onnen nadere inlichtingen, de voor schriften, eiangev/ezen bij Koninklijk Besluit d.d. 31 januari 1953 (Stbl.nr. 40), niet op deze inrichting van toepassing zijn; dat de openbare kennisgeving al.s bedoeld in artikel 9 van de Hinderwet, heeft plaat; gevonden op 1 december 1977; dat geen schriftelijke bezv;aren zijn ingebracht tegen dit verzoek; dat de openbare zitting als bedoeld in artikel 11 van de Hinderwet, heeft plaats gevonden op 20 december 1977; dat op deze zitting niemand is verschenen om bezwaren in te brengen; gezien do overeenkomstig artikel 18 van de Hinderwet uitgebrachte verklaring van de Inspecteur van de Volksgezondheid te Groningen d.d. dat het Districtshoofd van de Arbeidsinspectie te Groningen niet binnen de in artdke 2, van de Hinderwet genoemde termijn van 14 dagen heeft gereageerd; dat hij derhalve geacht wordt zich met de ontv/erp-vergunning te kunnen verenigen; gelet op artikel 12 van de HindervfOt; besluiten: aan A. van der Bos te Donkerbroek, Tjabbekamp 5, vergunning te verlenen voor het op richten, in werking brengen en in v/erking houden van een rundveehouderij met 10 elec tromotoren met een gezamenlijk vermogen van ongeveer 17 pk, een ondergrondse tank van de opslag van huisbrandolie met een inhoud van 5000 1, een bovengrondse diesel olietank met een inhoud van 1100 1, alsmede met de opslag van mest, op het perceel, kadastraal bekend gemeente Donkerbroek, sectie E, nr. 135, plaatselijk bekend Donker broek, Tjabbekamp 5, één en ander overeenkomstig een bij dit besluit behorend en als zodanig gewaarmerkt exemplaar van het verzoekschrift met tekening en verder onder de volgende voorv;aarden: 1. De inrichting moet te allen tijde in een schone en ordelijke toestand en de opst.: len en installaties in een goede staat van onderhoud verkeren. 2. Behoudens ter bemesting van grond volgens de normale landbouwpraktljken mag het terrein van de inrichtl.ng niet worden bevloeid of op andere wijze van mest of gie worden voorzien.
- 2 3. Bij het verwijderen van mest en gier mag de omgeving niet worden verontreinigd. Transport van dunne mest en gier moet daarom gesc)iieden in volledig gesloten tankwagen-; die in een zindelijke staat moeten verkeren. Vaste mest moet v/orden getransporteerd in daarvoor geschikte transportmiddelen, die op i correcte v/ijze zijn beladen. j 4. Ramen van de stallen moeten, voor zover zij geen functie hebben voor luchtverversing in de stal, gesloten worden gehouden. Deuren moeten gesloten zijn behoudens gedurende het doorlaten van personen, dieren of goederen. 5. Wanneer in de stallen dan wel op of nabij het erf ongedierte (zoals ratten, muizen of insecten) voorkomt, dienen doelmatige bestrijdingsmaatregelen te vrarden getroffen. 6. Het voer, met uitzondering van ruwvoer, moet vrarden bewaard in uitsluitend voor dit doel gebezigde bev/aarplaatsen, die rat- en muiswerend zijn ingericht. 7. Op het terrein van de inrichting mag geen mest worden gedroogd of verbrand. 8. Kadavers van dieren mogen niet op het terrein van de inrichting worden begraven. Zij dienen, in afwachting van afvoer uit de inrichting te vrarden geborgen in een deugde lijke waterdichte verpakking of in een goed gesloten, speciaal daarvoor bestemde ruimte 9. De electrische installatie mag geen storing veroorzaken in radio- of televisieontvangsi10. Dunne mest, gier, spoel- en/of schrobwater moeten uit de stal worden afgevoerd naar de hiervoor bestemde vloeistofdichte opslag ruimte. Indien deze opslagruimte niet onder dc stal is gelegen moet het transport naar de opslagruimte geschieden door middel van een gesloten riool of een daaraan gelijkv/aardige voorziening. De opslagruimte mag niet zij' voorzien van een overstort. 11. De gezamenlijke opslagcapaciteit van de kelders moet minimaal 609 m3 bedragen. 12. Het pneumatisch of mechanisch vullen van voedersilo's of tankwagens voor. gier of dunne mest is verboden tussen 20.00 uur en 07.00 uur. 13. Hinderlijke stofverspreiding bij het vullen van voedersilo's moet vrarden vo orkomen doo; het via ontluchting ontwijkende stof op doeltreffende wijze op te vangen, bijvoorbeeld door middel van een doekfilter. 14. In de inrichting mogen ten hoogste 167 stuks rundvee aanv/ezig zijn. 15. De in de stallen aanvrazige vaste mest moet zoveel mogelijk dagelijks worden verzameld en overgebracht naar een niet vloeistof doorlatende mestplaat, '.\faarvan de plaats op de tekening is aangegeven. De stapeling van de mest op deze plaat moet op zodanige wijze geschieden dat alle uitzakkende vocht binnen de rand van de plaat vrardt opgevangen en afgevoerd naar de gierkelder. VOORWAARDEN OPSLAG DIESELOLIE 16. In de tank mag slechts gasolie vrarden opgeslagen, v/aarvan het vlampunt bepaald volgens de methode Pensky-Martens bij 760 mm kv/ikdruk, hoger dan 55°C is gelegen. 17. De stijfheid en de sterkte van de tank moeten voldoende zijn om schadelijke vervorming als gevolg van overdruk bij vulling of overvulling te voorkomen, terv/ijl de dichtheid onder alle omstandigheden moet zijn verzekerd. 18. De tank (horizontaal, ten hoogste 50 m3 inhoud en verticaal met bolle fronten, ten hoogste 30 m3 inhoud) moet een cylindrische vorm hebben en zijn vervaardigd van gewalst staal, dat tenminste voldoet aan de eisen voor Fe 37B, volgens Euronorm 25-67, tabel 2 de dikte van de voor de tankwand gebruikte plaat moet tenminste 3 mm bedragen; de bodems moeten bol zijn en zodanig gevormd, dat de bevestigingsnaad van de bodem aan de romp in het cylindrische deel van de tank is aangebracht; de bodems moeten minstens even sterk zijn als de romp van de tank; alle lassen moeten doorgelast zijn en overi gens voldoen aan de eisen van goed vakmanschap. 19. De tank moet zijn voorzien van afsluitbare openingen, waardoor het inv/endige wandoppervlak kan vrarden onderzocht. 20. De ondersteunende constructie van de tank moet uit onbrandbaar materiaal bestaan; op plaatsen waar kans op verzakking bestaat dient een doelmatige fundatie te worden aan gebracht. 21. De tank moet op tenminste 3 m van een gebouv/ of erfscheiding zijn geplaatst. 22. De tank moet zijn voorzien van een ontluchtingspijp met een inwendige middellijn van tenminste 10 rnm; de ontluchtingspijp moet tegen inregenen zijn beschermd en zijn voor zien van een vlamkerend rooster. 23. In elke aansluiting op de tank beneden het hoogste vloeistofniveau moet zo dicht moge lijk bij de tankv;and een stalen afsluiter zijn geplaatst; deze moet zodanig zijn uitge voerd dat duidelijk is te zien of de afsluiter is geopend, dan wel is gesloten.
" 3 24. Het uitwendige van de tank en de leidingen moeten deugdelijk tegen corrosie zijn beschermd, bijv. door een oppervlaktebehandeling en het direct daarna aanbrengen van een doelmatige verf. 25. De gehele installatie van de tank(s) en de leidingen moet vloeistofdicht zijn, hetgeen vóór het in gebruik nemen, ten overstaan van een daartoe aangewezen ambtenaar, door een beproeving moet vrorden aangetoond. 26. Het vullen van de tank moet geschieden door middel van een aan de vulleiding gekoppeld^ losslang en met zodanige voorzorgen dat lekken en morsen van vloeistof wordt voorkomen. 27. De tank mag slechts voor 95% vrorden gevuld. 28. Onmiddellijlc nadat de vloeistof in de tank is overgebracht en de losslang is afgekop peld, moet de vulleiding met een goed sluitende dop of een afsluiter vrorden afgesloten. VOORVJAftRDBiS; OPSLAG HUISBRANDOLIE 29. In de tank mag slechts een olieprodukt worden opgeslagen, \7aarvan het vlampunt, bepaalc volgens de methode Abel-Pensky, bij 760 mm kv/ikdruk hoger dan 55°C is gelegen. 30. De tank moet een cylindrische vorm hebben en zijn vervaardigd van gewalst staal dat ter minste voldoet aan de eisen voor Fe 37 B volgens Euronorm 25/65. De dikte van de voor de tankwand gebruikte plaat moet tenminste 5 ram bedragen. De bodems moeten bol zijn en zodanig gevormd, dat de bevestigingsnaad van de bodem aan de romp in het cylindrische deel van de tank is aangebracht, de bodems moeten minstens even sterk zijn als de romp van de tank. Alle lassen moeten doorgelast zijn en overiger voldoen aan de eisen van goed vakmanschap, ter beoordeling en onder controle van een desikundige instantie. 31. De tank moet zijn voorzien van: a. een mangat met een inwendige middellijn van tenminste 500 mm en bij een lengte van meer dan 10 m van twee mangaten; b. tv/ee deugdelijk geconstrueerde hijsplaten, symmetrisch aangebracht ten opzichte van het midden van de tank aan de bovenkant van de romp; c. een peilbuis, een vulpijp, een zuigpijp en een waterafvoerbuis; de peilbuis, de vulpijp en de waterafvoerbuis moeten tenminste 2 cnï dieper in de tank reiken dan de zuigpijp; in de wanden van de buizen en de pijpen mogen geen openingen voorkomen; d. een aansluiting voor een ontluchtingsleiding met een inwendige middellijn van ten minste 38 mm indien één vulleiding wordt toegepast en van tenminste 50 mm bij meer vulleidingen. 32. De waterafvoerbuis en de ontluchtingsleiding moeten elk op een ander einde van de tank zijn aangebracht. Indien vulpijp en zuigpijp niet op hetzelfde mangatdeksel zijn aange bracht, moet de zuigleiding aan de zijde van de ontluchtingsleiding en de vulpijp aan het andere einde van de tank zijn aangebracht, terv/ijl de peilbuis nabij de vulpijp moet zijn geplaatst. 33. De tank moet, nadat de v/alshuid in- en uitwendig zorgvuldig is verwijderd, uitv/endig tegen roesten zijn beschermd door eendoelmatig samengestelde, gelijkmatig over het oppervlak van de tank verdeelde bekleding van tenminste 5 mm dikte, bestaande uit een grondlaag van geblazen asfaltbiturnen en een deklaag van asfaltbitumen met vulstof, of op een andere even doeltreffende wijze tegen roesten zijn beschermd. 34. De tank moet dicht zijn en daartoe onbekleed worden beproefd met lucht bij een inv/endige overdruk van 0,3 kgf/cm2. Vóór het ingraven van de tank moeten aan burgemeester en wethouders in afschrift v/orden overgelegd een door het Keuringsinstituut voor Waterleidingartikelen (KIWA) of een door dit instituut erkende deskundige afgegeven: a. bewijs van de dichtheidsbeproeving; b. verklaring dat de tank aan het in de voorwaarden 30,31, 32ai33gestelde voldoet. 35. De bekleding van de tank moet ter plaatse, waar de tank zal worden ingegraven vrorden gecontroleerd; eventuele beschadigingen moeten vrorden bijgewerkt; de bekleding moet ten overstaan van een daartoe aangev/ezen ambtenaar op onvolkomenheden worden onderzochi met een vonkapparaat, vroarbij de borstel langzaam over het gehele oppervlak vrordt gestreken; de spanning moet hierbij zodanig zijn, dat de vonklengte in de lucht op het moment van de beproeving tenminste 7,5 mm bedraagt. Plaatsen waar vonkdoorslag optreedi moeten afdoende worden hersteld. 36. Tussen de tank en de muur van een gebouw moet een afstand van tenminste 0,75 m in acht vrorden genomen; bij plaatsing van meer dan één tank moeten de onderlinge afstanden tussen de tanks tenminste 0,5 m bedragen.
.. 4 -
i
37, De tank mag niet zijn ingegraven op een plaats, waarover zwaar verkeer plaats heeft, tenzij bijzondere voorzieningen zijn getroffen tot het tegengaan van gevaar van' bescha diging van de tank of de i.eidingen; een tank mag ook niet zijn ingegraven onder een plaats, waar olieprodukten kunnen worden gemorst, tenzij afdoende voorzorgen zijn geno men om te voorkomen, dat gemorste olieprodukten de bekleding van de tank kunnen berei ken. 37. De tank moet enigszins hellend zijn gelegd en zodanig dat de aansluiting voor de ontluchtingsleiding zich aan het hoogstgelegen einde bevindt; op deze aansluiting moet een ontluchtingsleiding v/orden aangebracht met een inwendige middellijn van tenminste 38 mm (50 mm indien de tank meer dan 1 vulleiding heeft); deze leiding moet bovengrond:: stevig zijn bevestigd. 39. De tank moet zover zijn ingegraven, dat de dekking boven het mangatdeksel tenminste 50 om bedraagt. Onder de tank moet een laag ingewaterd zand aanv;ezig zijn, dik tenminsi: 30 cm. De ruimte rondom de tank moet zijn opgevuld met een laag zand, v/elke tenminste 30 cm dik is en vraaruit harde voorv/erpen zorgvuldig zijn verv/ijderd. Het mangat of de mangaten moeten gemakkelijk bereikbaar zijn. De sleuven van ondergrondse pijpleidingen moeten eveneens met zand v;orden aangevuld. 40. De tank moet zodanig tegen opdrijven zijn verzekerd. 41. Het hijsen en neerlaten van de tank mag uitsluitend geschieden door ophanging aan de hijsplaten. 42. Vóór het ingebruik nemen van de tank, nadat deze op zijn definitieve plaats J.s gelegd, moet ten overstaan van een daartoe aangev;ezen ambtenaar door een beproeving worden aan getoond, dat de tank en de leidingen dicht zijn bij een inwendige overdruk van 0,3 kgf,cm2 met lucht of van 2 kgf/cm2 met water; bij het persen mag gedurende tenminste 15 mi nuten geen drukverlaging optreden. Bij een beproeving met lucht moet op de tank een U-vormige open pijp met waterkolom als veiligheid zijn aangebracht. 43. Tenzij op grond van een i-apport van het Keuringsinstituut voor VJaterleidingartikelen (KIWA) of een door dit instituut erkende deskundige kan v/orden aangetoond, dat de spe cifieke weerstand van de grond op de plaats v/aar de tank komt te liggen meer dan 5000 Ohm.cm bedraagt, moet de tank met de daarop aansluitende ondergrondse leidingen xiitwendig tegen corrosie zijn beschermd door middel van een kathodische bescherming, v/elk^ aan het gehele te beschermen oppervlak een potentiaal geeft van - 850 m V of een grotere negatieve waarde - in anaerobe gronden tenminste - 950 V gemeten ten opzicht van een Cu-CuS04- referentiecel. Ten behoeve van de kathodische bescherming moeten bovengrondse delen van de installatie^ electrisch zijn geïsoleerd van de tank en de ondergrondse leidingen. Deze isolatiestukken moeten tegen beschadiging zijn beschermd. 44. De kathodische bescherming moet jaarlijks door het Keuringsinstituut voor Waterleiding artikelen (KIWA) of een door dit instituut erkende deskundige op haar goede v/erking worden gecontroleerd; een afschrift van het beproevingsrapport moet aan burgemeester er wethouders v/orden overgelegd. 45. De ontlxrchtingsleiding moet te allen tijde een open verbinding van de tank met de bui tenlucht vormen; de tank mag geen andere inrichtingen voor de toevoer van buitenlucht hebben dan de ontluchtingsleiding. 46. De uitmonding van de ontluchtingsleiding moet zich tenminste 3 meter boven de begane grond bevinden en op een zodanige plaats, dat het uit deze leiding ontwijkende gasmeng sel zich niet kan verzamelen in een besloten ruimte noch uitstromen nabij schoorstenen ramen of andere openingen van gebouwen. Het boveneinde moet zodanig zijn omgebogen of T-vormig zijn uitgevoerd of door een kap zijn afgedekt, dat inregenen niet mogelijk is en - voor wat betreft de tank, welke nier is bestemd voor gasolie - aan hot uiteinde zijn voorzien van een vlamkerende inrichtinc 47. Het vulpunt (de aansluitingkoppeling van de vulleiding) mag zich niet bevinden binnen een gebouw, noch minder dan 2 m afstand van de horizontale projectie van een tank. Bij het .vulpunt moet duidelijk zijn aangegeven de netto-inhoud van de tank, alsmede voor welk produkt de tank is bestemd. Bij het vulpunt moet een aansluitmogelijkheid zijn voor een kabel voor het afvoeren var statische electriciteit. Indien er meer dan één tank is, moet bij de peilbuizen op duidelijke wijze zijn aange geven bij welk vulpunt deze behoren. 40. De leidingen moeten op afschot naar de tank zijn gelegd, van staal zijn vervaardigd en tegen roesten zijn beschermd. 49. De leidingen moeten op afschot naar de tank zijn gelegd, van metaal zijn vervaardigd e: tegen roesten zijn beschermd.
- 5 50. Alle losneembare pijpaanaluitingen aan de tank moeten zijn aangebracht, boven het hori zontale vlak, door de bovenzijde van de mangatstorap(enj gelegd. Pakking - en electrisch isolatiemateriaal moeten bestand zijn tegen olieprodukten en tegen de invloed van de bodem. 51. De tank, de appendages en de leidingen moeten vloeistofdicht zijn; indien een redelijk vermoeden bestaat, dat een tank of een leiding lek is of in slechte toestand verkeert, moet deze v/orden onderzocht en opnieuw op dichtheid worden beproefd met een inwendige overdruk van 0,3 kgf/cm2 met lucht of van 2 kgf/cm2 met v/ater; bij het persen mag gedu rende tenminste 2 uur geen drukverlaging optreden. Bij een beproeving met lucht moet op de tank een U-vormige open pijp met waterkolom als veiligheid zijn aangebracht. In gebieden, waar bijzondere bescherming van het grondv;ater nodig is, moet een beproeving en een inv;endig onderzoek van de tank telkens na ten hoogste 10 jaar worden verricht. 52. Indién in de zuigleiding een terugslagklep wordt aangebracht, moet deze onmiddellijk voor of in de pomp zijn gemonteerd; in heuvelachtig terrein v;aar de tank hoger is gele gen dan de pomp, moet in de zuigleiding een inrichting aanvjezig zijn, welke ongewenste hevelv7erking voorkomt; in dit laatste geval moet tevens een afsluiter in de leiding v;orden geplaatst. 53. Het boveneinde van de peilbuis en de waterafvoer moet zodanig in uitvoering en afme tingen verschillen van de vulleiding, dat het niet mogelijk is om de losslang van de tankwagen rechtstreeks aan de peilbuis c.q. v;aterafvoerbuis te koppelen. 54. Alle leidingen en appendages moeten voldoende sterk zijn en doeltreffend tegen mechani sche beschadiging zijn beveiligd; afsluitingen mogen niet kunnen vastroesten. 55. Het vullen van de tank moet geschieden uit een tankwagen door een zov;el aan de aan voerende tankwagen als aan de vulleiding gekoppelde losslang; de tankv/agen moet tijdens het lossen in de open lucht zijn opgesteld; de motor van de tankv7agen mag gedurende het aan- en afkoppelen van de losslang niet in v;erking zijn. 56. Het vullen van een tank uit een tankvtagen door middel van een pomp is verboden. 57. Bij het vullen van een tank uit een tankv?agen moeten maatregelen tot het afvoeren van statische electriciteit worden getroffen. De electrische verbinding tüssen tankwagen ei tank moet tot stand zijn gebracht alvorens de losslang wordt aangesloten en mag slecht.worden verbroken nadat na het vullen de losslang is afgekoppeld. 57. Alvorens met vullen van de tank wordt begonnen, moet door peilen van de tankinhoud de mate van vulling nauwkeurig worden vastgesteld; het vullen moét geschieden met zodanige voorzorgen, dat lekken en morsen van vloeistof worden voorkomen. De tank mag voor ten hoogste 98% met vloeistof worden gevuld. 59. Behoudens tijdens het peilen moet de buis, waarin gepeild v/ordt, gesloten zijn; tijdens het vullen mag niet gepeild worden. De peilstok mag niet vervaardigd zijn van een materiaal dat edeler is dan het staal van de tank, zoals koper of roestvrij staal. 60. Onmiddellijk nadat vloeistof in de tank is overgebracht en op de losslang is losgekojipeld moet de vulleiding met een goed sluitende dop v/orden gesloten. ól. Het vullen van de tank is verboden, indien daarbij wordt gerookt of enigerlei vuur of open kunstlicht aanwezig is, of de motor van de tankv\;agen in werking is. 62. Een mangatdeksel mag slechts voor onderzoek of onderhoudsv/erkzaamheden vrarden geopend en alleen indien de in de tank aanwezige vloeistof tot beneden de onderkant der zuigpijp reikt. 63. Bij geopend mangat mag in de ruimte, waarmede de tank in open verbinding staat - of op open terrein binnen een afstand van 5 meter van dat mangat - niet worden gerookt of eni gerlei vuur of open kunstlicht aanv/ezig zijn. 64. Tenminste eenmaal per jaar moet eventueel in de tank aanv/ezig water worden verwijderd. 65. De installatie moet in goede staat van onderhoud verkeren en het vulpunt met omgeving moet schoon worden gehouden. Oosterwolde, T g
j
j373
Burgemqeater en wethouders voornoemd, »secretaris.
/ W
AJjé/jiC^
,burgemeester
Leges f. ^7,—, De aandacht wordt er op gevestigd, dat beroep tegen deze beschikking binnen 20 dagen na dag tekening der verzending van dit afschrift kan plaatshebben. Het beroepschrift moet worden gericht aan Hare Majesteit de Koningin en moet worden ingediend bij het gemeentebestuur var deze gemeente. Verzonden;
2 ? cct> 107«
4
.J5
S
5 '.
j»
;
S,^e=^ra.
>»
»a
•
a .Va. c.'.
SÄ.e-.ipaoeNso
35
M
t
a\=>.cr. c^\^p\aVeo.
" v.
6
=>"!
Q. \ca\v/eiv-e o.. •-r>Ä.*,V OS»af Ny&,r»\. T->«^ • c=.sv-
7
c^ve:ir>cxs.-r\&i cA\ irtcj^.
Z."^.^TLI7'T .ö- VaW-e.'fÄO. 7~
8
cA'Ame-^X \-o eXs-WsXve.
ifl
9
(HiVr-o^^V \o
J
10
.r«e^ nsaf
/
Veto-V. f Qr
(^\-oer> oceAey
®Wlg;
é
<=Xv»A.
-««•.»SS
\=i<3\*CjSrïC^
T39L"3
c
^E •
1
'c*-
IS . -^\<..
i,sp.V, (i^)
p^oe-vNosXaW-^Xve.
o,-:js
.
0.1= A-
11
t-r-ïeiWtjp Cl m .
12
\/a ot-i om ^^^^^»
-*>.
.
-^V.
^\\o •
•uS'M
13 14 (O u
cr^
tsfii "H p.: i' ^
O-
O
Cc" "'jwevAtpW^^^i
^\e-\£rfSrT
\O \
(
\
V \ e. . '
O,
L
3, -S
k.Ö'-iV 3C^\,= C:r^as.X .
15
vc^-z.<s\
sa^sWaVve-.
16
\
17
Wcss^-^ri cyv-saT-icA-e»e.
18
c5oAs.i6'c^'N2iock:5ae
3.^p3 *\
-•toAssX
-p.\c .
O, 3Tb ^Ab. i.~JS 3.vn.^.
cX'ié, \ao\<..
V\!^^-0. ^ra.o\c..
SciiOö.
i.i.<=x: \X.V
\.X...
.
IS
V
i-ï>&
.£>\TaOT\E.
E r>a a5oV-iaa\.
l'ï.B,
1.-. scs =<=>-
-Tfe~R3S(h=.
Behoort bij besluit van —
••T»-
B. en W.
Q-
O-
van
Ooststellingwerf, d.d. b 3 .'Jc^ , nr.
c; • •
O
gem. tea-etarii
rla\c.rr, :
2l-<0_'77 ;o^oQ r
oe.\»zcÄlUer
;
is
schaai:
getekend:
"/ ^
•a.é..
TlaWWeNiamp. s . X\ori'W:\«V5V>oe.V.
gezien:
W'\ r)cAe.v»i-o&\
saoov^'a'
LLQ- -ssri. 05J.b8_
, \ o«cAv
auieursrechi voorbehouden blad
CEBECO-HANDELSRAAD
•B.Vl.LO.
nalionele coöperatieve aan- en verkoopverenifling vooi land- en luinbouvv g a Landbouwbedrijfsuitrusling Postbus 223 Teugseweg 58003 Deventer Telefoon 05700-20999
gewijzigd;
Mddtogsf«®* MiUeubeteet
Gemeente Ooststellingwerf ingek.
1 b J ULI 2 003
ODW
BZ
SoZaWe.
iZ
F2
wz
! P cü 0
Voll
Dir
'\. .
! '{H0_ Milien
Werken
VROM 1W59/WS
!
Ontv.Bev.
Meldingsformulier Besluit
inelkrundveehouderijen milieubeheer
Aan:
Burgemecsler en welhoudcrs van de gemeente Streepje is: hier invullen wal gevraagd wordt Aankruisen wat van toepass ing is
Gemeente Oostsielii'ngweri '"'W
Adres en lelcfooiinu mmer 1 Geeft kennis van het
_ 'fjabt tr''5'
OC/Ó
:J.S^3.S±k...ßsilUkss!s&Aä....... r\
-
Datums; Nummerf'O^- F^ÓI~] ,
it. j t oprichten van een melkrundveehouderij ) voorgenomen tijdstip van inwerkingtredin g van de melkrundveehouderij:
uitbreiden of wijzigingen van een melkrundveehouderij'), dan wel het veranderen van de werking daarvan. Voorgenomen tijdstip waarop de uitbreiding; wijzigi ng of verandering in werking wordt gebracht, dan wel de werking wordt veranderd: - Q. H- ö 3 - 2O e> t O
van toepassing worden van het Bes luit melknindveehoudetijen milieubeheer op een reeds opgerichte melkrundveehouderij*).
Plaats waar de melkrundveehouderij is of zal word en gevestigd Adres en telefoonn ummer postcode en gemeente Gegevens met betrekking lot het van toepa .ssing zijn van het besluit (lees eerst de toelichtin g bij deze rubriek) 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12
4.13 4.14 4.15 4.16 4.17 4.18
Worden meer dan 50 mestvarkeneenheden gehouden, 50 schapen gedurende de allamperiode niet meegerekend? Worden meer dan 50 geiten gehouden? Worden pelsdieren bedrijfsma tig gehouden? Wordeti meer dan 5 0 konijnenvoedsters gehouden? Worden tneer dan 1 00 stuks melktundvee gehouden? Wordt dunne mest opgeslagen in: a. bassins met een groter oppervlak dan 750 m^ b. bassins met een grotere inhou d dan 2500 m' c. bassins waarin wo rdt belucht of geforceerd gegist Zijn andere nitraathoudende kunsimeststoffcti aanwezig dan die van de klasse C? Zijn tneer dan 400 kg bestrijdingsmiddelen aanwezig? Wordt elektriciteit voor elektrische installaties betrokken van andere bronnen dan het openbare elektriciteitsnet? Wordt in de inrichting een andere brandstof dan gas, gasolie of lichte stookolie voor ruimteversv anning of warmwalervoorzienitig gebruik t? Is propaan aanwezig in een stationair reser voir waarop het Besluit opslag propaan Hind erwet NIET van toepassing is? a. Is een ondergrondse tank voor de opslag van gasolie en lichte stookolie van een ander malcriaal dan slaal gemaakt? b. Is een ondergrondse tank voor gasolie en lichte stookolie onder een gebouw gelegen? c. Bedraagt de ondergrondse opslag van gasolie en lichte stookolie meer dan 20.000 liter? Worden KI - of K2-vloeistoffen in ondergrondse of bovengrondse tanks opgeslagen? Bedraagt de bovengrondse opslag van gasolie en lichte stookolie meer dan 5000 liter? Worden motorbrandstoffen aan derden afgeleve rd? Is i.v .m. de ligging van een inestbassin een vergunning vereist? (zie toelichting ) Is i.v.m. de ligging van d e inrichting ten opzichte van slankgevoclige obje cten een vergunning vereist? (zie toelichting) Is i.v.m. de ligging van de inrichting ten opzichte van voor verzuring gevoelige gebieden een vergunning vereist? (zie toelichting)
0 0 O 0 0
ja ja ja ja ja
© nee O nee 0 nee O nee 0 nee
0 0 O O O
ja ja ja ja ja
© nee 0 nee O nee 0 nee © nee
O ja
© nee
0 ja
0 nee
O ja
(5 nee
0 O 0 O O O O
ja ja ja ja ja ja ja
0 nee O nee 0 nee 0 nee 0 nee 0 nee 0 nee
0 ja
0 nee
O ja
© nee
Indien één van de bovenstaande vragen met JA is beantwoord, is voor de melkrundveehouderij een vergunning vereist. Indien u nog geen vergunning heeft, dient u d eze zo snel mogelijk aan Ie vragen. Nadere gegevens: zie bijlage Dalum
Handtekening
') Voor een melkrundveehouderij geldt ondermeer ^t^dczelot e^^chtens artikel 1. 1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en uitsluitend of in hoofdzaak besjem d is voor hel^medrijfsmatig houden van meikrundve e.
V-Vaa^i 4.17 De2e- vraag V:unt u beantwoorden aan de hand van het onderstaande schema. (bedrijf opgericht na l'i augustus 1^91
| |ja
afstand tot woning kleiner dan SO meter |-»ja nee |
antwoord op 4.17; JA
antwoord op 4.17: -,ja jmeer dan SO stuks raelkrundvee aanwezigj-
afstand tot woning kleiner dan SO meter |-
nee|
antwoord op 4.17: JA
nee| antwoord op 4.17: NBB afstand tot woning kleiner dan 2S meter
antwoord op 4.17: JA
nee| antwoord op 4.17: NBS Onder woning wordt verstaan ee n woning van derden. Afstanden moeten worden gemeten vanaf het bedrijfsmatige onderdeel van de melkrundveohoudarij, dat het dichts bij een woning is gelegen
jbedrijf op gericht) fna 1-11-1997 j
n in gemeente met ARP, of in^ gemeente als bedoeld in | art. 9 lAV I I T-
ja
I I
{antwoord op 4.18; JA ja
jnee
antwoord op 4.18: NBB
jbedrijf uitgebreid J jof gewijzigd na | ja (l-W-1997 I
1 in gemeente met ARP}' 1 '
antwoord op 4.18: JA
toename emissie^Da
Da antwoord op 4.18: NBB
i nee
I
I in gemeente als | bedoeld ih art.. 9 IAV|
^ ja
j 'tóename depositie)—
antwoord'op 4.18: JA Da antwoord op 4.18: NBB
jnee (depositie meer dan (15 mol t
|I .
antwoord op 4.18: JA ja
i I
[ bedrijf opgericht na I 1 augustus 1991 I
!
|—— jja )
nee|
[oprichting dan wel herves- |Itiging na 31 december 1988 [ja j
f
antwoord op 4.18: NSB
-jdepositie meer dan 15 mol('Da nee f
-{depositie meer dan 30 mol)• -»ja nee j
nee }
ffeitelijke of toegestane depositie | (huidige depositie meer dan feite-| {ontbreekt vergunning) jcp 3l-l2-'86 meer dan 30 mol jjajlijke of toegestane op 31-12'88 (jajvoor die toename jja I i \ r 1 I nee|
huidige depositie meer dan 30 mol|'Da nee j
ontbreekt vergunning voor die toename|'Da nee j
antwoord op 4.18: JA
antwoord op 4.18: NEB
antwoord op 4.18: JA
antwoord op 4.18: NBB
antwoord op 4.18: JA
antwoord op 4.18: NEB
antwoord op 4.18; JA
antwoord op 4.18; NBB
•
mestsilo 600m3
'""»"1134 stuks nicgnree^= mestkefder lOOOtna
Kad. gemeente Donkertroek Sectie E Perceefnr. 135 Gemeente OosUtdlingweri_ Dalum:
RENVOOI: 1. Roerinstallatie 2. Melkpomp 3. Vacuümpomp 4. Spoeiinstaliatie 5. Koeiagregaat 6. Vijzeiinstailatie 7. Lasapparaat 8. Dieselopslag 9. Hydrofoorinst. 10.Medicijnopslag
0,75 pk 0,75 pk 3,0 pk 0,25 pk 6,0 pk 2x 0,33pk 175 amp. 1100 Itr. 1,0 pk
^^'7weik
MELKVEEBEDBIJF DONKERBROEK
opdrachtgever
Fam. HJ, Neimeyer Tjabbekamj) 5 8435VS DonketDroek (0516) 491352
ondeiweip
OVEBZICHxjbvWETjMiLIEUBEHEER
datum
17 mei 2001
X
werttno. 0118
tek.no. 02 2.0 0
>\RCHI 7EKENBÜRO ERIK DE BOER Bercoperweg 53 8423TR Makki nga tel/fax (0516) 441929
I Cstsiïirtöiik: Oosiöieiiinawfti? Gemeente Ooststellingvveiff>\f(i/r:j,TT IJX-it. Postbus 38 ^ ' 8430 AA OOSTERWOLD E - -
2 9 FEB. 200a
inciok: Datum ingekomen
Nurfiijier:
Gegevens melder
Bijiagejd):
Naam van de melder Adres Postcode Telefoonnummer
-
Besluit landbouw milieubeheer V -v; ;n ;;Ä:;nii5 Cyt
: : ; :
famNeimeijer Tjabbekamp Ö 8435VS Plaats 0516-491352 Faxnummer
K
D^i,,rn; CQ -O 2QJOCK?
: DonkerbVoek
:
:
AoO<S^
Adres inrichting Bedrijfsnaam Adres Postcode Telefoonnummer E-mailadres Bedrijfsnummer STRAMIS
: Mts. Neimeijer Noordman : Tjabbekamp 5 : 8435 VS Plaats : Donkerbroek : 0516-491352 Faxnummer
: 256 ^
Soort meiding
EO ^ m [D
Maakt melding van: (a.u.b. aankruisen wat van toepassing is) Het oprichten van een inrichting Het uitbreiden of wijzigen, dan wel het veranderen van de werking van een inrichting Het in werking zijn van een reeds bestaande, maar niet \ergunde of gemelde inrichting Het toepassen van andere middelen dan opgenomen in hoofdstuk 1 t/m 3 van de bijlage, maar met een tenminste gelijkwaardige bescherming van het milieu
Aard inrichting ^ EO H (H m lp iO Ei
melkrundveehouderij akkerbouw- of tuinbouwbedrijf met open grondsteeit gemechaniseerd loonbedrijf paardenhouderij kinderboerderij kleinschalige veehouderij witloftrekkerij of teeltbedrijf met eetbare paddestoelen of andere gewassen in een gebouw bedrijf voor de opslag van vaste mest, bloemboiienafval, afgedragen gewas of gebruikt substraatmateriaal spoelbassin bedrijf samenstel van boven genoemde bedrijvigheden
Het voorgenomen tijdstip van oprichting, uitbreiding, wijziging of verandering Maand jaar 2008 Omschrijving aard en omvang activiteiten of processen in de inrichting • Houden en mejken van meikyeè • Winning:en opslag melk B Winning en opslag veevoer « Opslagmest 256 formulier AMvB Tjabbekamp S.dot
}
Besluit landbouw milieubeheer 5.
Is het Besluit landbouw milieubeheer op uw Inrichting van toepassing? A ® 0
Worden in de inrichting landbouwhuisdieren gehouden? Ja, Ga verder met vraag b. Nee, Ga verder met vraag h.
B. 0 0
Betreft het een inrichting opgericht op of na 1 januari 2002? Ja, Ga verder met vraag c. Nee, Ga verder met vraag d.
C.
Inrichting is opgericht op of na 1 januari 2002. Is een tot de inrichting behorend dierenverblijf, geheel of gedeeltelijk gelegen in een kwetsbaar gebied ais bedoeld in artikel 2 van de Wav of in een zone van 250 meter rondom een zodanig gebied? Ja, Het besluit is niet van toepassing. Nee, Ga verder met vraag f.
0 [1] D 0 0 E.
0 0 F. Hl 0 G
0 0 H 0 0 1
0 0
Inrichting is opgericht voor 1 januari 2002. Is een tot de inrichting behorend dierenverblijf, geheel of gedeeltelijk gelegen in een kwetsbaar gebied ais bedoeld in artikel 2 van de Wav of in een zone van 250 meter rondom een zodanig gebied? Ja, Ga verder met vraag e. Nee, Ga verder met vraag f. Is het aantal gehouden landbouwhuisdieren van een of meer diercategorieën groter dan op 31 december 2001; 1. overeenkomstig een algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer, zoals die op die datum luidde, in de veehouderij aanwezig mocht zijn of 2. ingevolge een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer in de veehouderij aanwezig mocht zijn. Ja, Het besluit is niet van toepassing. Het bedrijf Is vergunningplichtig. Nee, Ga verder met vraag f Is de inrichting waar landbouwhuisdieren worden gehouden (met uitzondering van een kinderboerderij) gelegen op een afstand^ van minder dan 100 meter van een object categorie I ofII ofop een afstand^ gelegen van minder dan 50 meter van een object categorie Iii, iV of V? Ja, Ga verder met vraag g Nee, Hel besluit is mogelijk van toepassing, beantwoord de vragen 1 t/m 39 Gaat het om een inrich ting die is opgericht voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit (5 december 2006.), en is het aantal landbouwhuisdieren dat gehouden wordt kleiner of gelijk aan het aantal landbouwhuisdieren dat op grond van een vergunning ais bedoeld in artikel 8.1 van de Wm of op grond van het Besluit meikr undveehouderijen milie ubeheer of het Besluit akkerbo uwbedrijven milieubeheer gehouden mocht worden, en is de afstand^ tot het dichtstbijzijnde object categorie I, ii,lll, IV of V niet afgenomen? Ja. Het besluit is mogelijk van toepassing, beantwoord de vragen 1 t/m 39. Nee, Het besluit is niet van toepassing. Het bedrijf Is vergunningplichtig. Betreft het een inrichting waar geen landbouwhuisdieren worden gehouden en die is gelegen op een afstand^ van minder dan 50 meter van een object categorie i of li of minder dan 25 meter is gelegen van een object categorie lil, IV of V? Ja, Ga verder met vraag i. Nee, Het besluit is mogelijk van toepassing, beantwoord de vragen 1 t/m 36. Gaat het om een inrichting die is opgericht vóór het tijdstip van inwerki ngtreding van dit besluit (5 december 2006) en waarvan de afstand^ die moet worden aange houden op grond van een vergunning ais bedoeld in artikel 8,1 van de Wm of op grond van het Besluit meikrundveehouderijen milieubeheer of het Besluit akkerbouwbedrijven milieubeheer of het Besluit bedekte teelt milieubeheer tot het dichtstbijzijnde object categorie I, il, Iii, IV of V, niet is afgenomen. Ja, Het besluit is mogelijk van toepassing, beantwoord de vragen 8 t/m 36 Nee, Het besluit is niet van toepassing. Noot 1 Deze afstand wordt gemete n vanaf de buitenzijde van een object i, ii, lil IV of V tot het dichtstbijgeiegen emissiepunt van het dierenverblijf. Noot 2 Deze afstan d wordt gemeten vanaf het onderdeel van het bedrijf dat het dichtst bij het genoemde object is gelegen, waarbij een waterbassin, een watersilo, een warmwateropsiagtank en het erf niet als een zodanig onderdeel worden beschouwd.
256 formulier AMvB Tjabbekamp S.dot
Besluit landbouw milieubeheer ja
nee
Worden meer dan 200 stuks meikrundvee (exciusief bijbehorend vrouwelijk jongvee jonger dan twee jaar) gehouden? ?M^^^^]^jrnöer dan 50 geiten Worden meer dan 50 voedsters gehouden?
•
s
•
Él
Worden peisdieren bedrijfsmatig gehouden?
•
El
8
is voor het telen van gewassen een permanente opstand van gias of van kunststof groter dan 2.500 m" aanwezig?
•
E
,10
Worden er gevaarlijke afvalstoffen opgeslagen, die niet binnen het eigen bedrijf zijn ontstaan?
•
i
12
Zijn er één of meer werkplaatsen aanwezig die in hoofdzaak worden gebruikt voor onderhoud, ondersteuning of reparatie van niet tot de inrichting behorende gebouwen, installaties, toestellen of voertuigen, van derden?
•
i
14
indien eetbare paddestoelen worden geteeld; wordt er ver se compost gepasteuri seerd?
•
E
16
Zijn er voorzieningen of installaties aanwezig voor het opslaan van meer dan 600 m® vaste mest?
u
E
18
Zijn er voorzieningen of installaties aanwezig voor het opslaan of bewerken en verwerken van meer dan in totaal 2.000 zand, grind en grond?
•
E
20
Zijn er voorzieningen of installaties aanwezig voor het afleveren van LPG of aardgas voor tractie?
•
E
6
2
4 5 6
Gegevens met betrekking tot het van toepassing zijn van het Besiuit
i 22
Zijn er voorzieningen of installaties aanwezig voor het opslaan van gevaarlijke stoffen in emballage met een capaciteit van 10.000 kilogram of meer?
mmÊmmsr-
255 formulier AMvB Tjabbekamp 5,dol
n
Ä
El
E
Ê
n
1
Besluit landbouw milieubeheer 6
Gegevens met betrekking tot het van toepassing zijn van het Besluit
ja
nee
^m^^ptanks (tanks wa^op Jiet ^^.t voor^eningen en^ in^allaties 25
3
Zijn er voorzieningen of installaties aanwez ig voor opslaan van dunne mest in ~ mestbassins met een gezamenlijke opperv lakte van meer dan 750 , of een gezamenlijke inhoud van meer dan 2.500 m' ?
•
Zijn er voorzie ningen of installa ties aan wezig voor het vullen van gasf lessen door middel van een vulstation anders dan de in richtlijn CPR11-5 opgenomen type A of type B vulstations? motorbrandstoffen
•
'S
29
Zijn er voorzieningen of installaties aanwezig voor het verrichten van werkzaamheden voor derden, in vast opgestelde voorzieningen en installaties met chemische gewasbeschermingsmiddelen?
•
'S
31
Zijn er voorzieningen of installaties aanwezig voor het composteren van materiaal of het opslaan van afgedragen gewas of bloembollenafval met een totaal volume van meer dan 600 m®?
•
i
33
Zijn een of meer installaties of voorzieningen aanwezig, die kunnen worden gebruikt voor het verstoken of verbranden van andere brandstoffen dan aardgas, propaangas, butaangas, gasolie of petroleum (een open haard of houtkachel voor het verbranden van hout die alleen Is bedoeld voor sfeerverwarming en een smidse wordt hierbij buiten
•
1
35
Zijn in de inrichting of een onde rdeel daarvan één of meer stooktóestellen voor verwarming aanwezig met een thermisc h vermogen pe r toestel van 7.500 kW of meer?
•
i
37
Zijn koel- en vriesinstallaties of warmtepompen aanwezig met een capaciteit of een totale capaciteit van meer dan 20 0 kilogram ammo niak of mee r dan 100 kilo gram propaan, butaan of mengsels van propaan of butaan?
•
"
2H
27
H
s 39
n-rh slui nili.uhMurr(.Hltis.hMoet er voor de inrichting een mllieueffectrapportage worden gemaakt?
•
K!
Wanneer één van de bovenstaande vragen met ja is beantwoord, is het Besluit landbouw milieubeheer niet van toepassing en dient een Wet milieubeheer vergunning te worden aangevraagd. Wanneer alle vragen met nee zijn beantwoord is het Besluit van toepassing en dient u de volgende gegevens in te vullen.
256 formulier AMvB Tjabbekamp S.dot
Besluit landbouw milieubeheer Benodigde gegevens voor het bevoegd gezag: N.v.t.
Ja
Reeds in uw bezit
IS!
Toelichting: een plattegrond bevat minimaal de volgende gegevens: • de grenzen van hel terrein van de inrichting en de omliggende bebouwing alsmede de aan alle zijden van de inrichting gelegen dichtstbijzijnde woningen van derden en gevoelige objecten c.q. de bebouwde kom; • de ligging en bestemming van gebouwen; • aantal dieren, diercategorie, stalsysteem per stal en emissiepunten per stal (alleen indien er in de inrichting dieren worden gehouden); • plaats van ondergrondse en bovengrondse (olie)tank(s); • de locatie van ventilatoren en andere relevante vast opgestelde geluidsbronnen; • de opslagplaatsen van vaste mest, dunne mest en kuilvoer; • de plaatsen waar wordt geladen en gelost; • in geval van (een) wijziging(en) is duidelijk aangegeven wat deze wijziging(en) is (zijn). Aantal en soort dieren:
A1.6.1 1 Melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar (beweiden)
m
Ä3
M
1
1 Schapen ouder dan ï jaar, inclusief lammeren tot 45 kg
1
li
81
Vrouweiijk jongvee tot 2 jaar
Iii'
8.
** LET OP Voor het uitbreiden van dieren uit de categorie A1.6.2 moet worden voldaan aan het bes uit hulsvesting. 9.
Opslag mest:
Dunne mest in gierkelder(s)
2000 m^ I Beton, staal, foliebassin, mestzak
Noot 3 Indien een bassin voor de opslag van dunne mest aanwezig is waarop de voorschriften uit het Besluit mestbassins milieubeheer ni et van toepas sing zijn. word en bij de melding teven s de volgende gegeve ns verstrekt: een door de installateur van hel bassin verstrekte verklaring waaruit blijkt dat het bassin overeenkomstig voorschriften van de bijlage is uitgevoerd en welke referentieperioden van toepassing zijn, en gegevens over de wijze van afdekken van het bassin. 10.
De aard, omvang en frequentie van de transportactiviteiten: II1 (lag
"S-ST'-ek n. M..d melktransport vrachtwagens overig 4
^
lp
3
(i
_ Dagperiode 06.00-19.00 u
2. 2. Mill
?
Noot 4 O.a. aan- en afvoer van voer, mest, brandstof, kadavers; 256 formulier AMvB Tjabbekamp S.dot
Avondperiode 19.00-22.00 u
i' •
^&ÊÊÊ
Nachtperiode 22.00-06.00 u
Besluit landbouw milieubeheer 11. Geluidrelevante werkzaamheden en geluidbronnen:
Noot 5 Dagperiode 06.00 - 19.00 u; avondperiode 19.00 - 22.00 u; nachtperiode 22.00 - 06.00 u. 12. Opslag In tanks;
13. Aard en
Joot 6 Bij voorzieningen moet u denken aan bijvoorbeeld vetafscheiders; slibvangputten; olieafscheiders; bezinkputten; installaties voor het zuiveren van bedrijfsafvalwater van huishoudelijke aard (Individuele behandeling van afvalwater (IBA's).
Naar waarheid eia ingevuia:, ingevuld: Naam:
hj, Ü/eih^yK-
Handtekening
256 formulier AMvB Tjabbekamp S.dot
-1
datum
02 '0
evertaoddour
bttonvlotr op zond
b«(onvlMr op zond
s;aa
as,« 'r: — -WW-' ijjB
mo
j
aoao
|
I
«co
i ®=
1
,J
Gejtiiijnte üosüteüLigwerf
~l DJ™ cg-o^-x»«' oi'.-Bco?.
Begane grond
Bouwaanvraag -NIEUW-
-BESTAAND-
opparvlak: 1092m2
- hat bouw wafk Is «
Sau A.v«ran/B.MiÉMr WÓenM TitÊÊoan:
AAgro-Stacks vergunde/beoogde situatie NH3: - Tjabbekamp 5, Donkerbroek
Gegenereerd op: 15-04-2015 met AAgro-Stacks Versie 1.0
Naam van de berekening: DobbeNeimeijervergund Gemaakt op: 10-04-2015 10:35:38 Zwaartepunt X: 212,000 Y: 557,300 Cluster naam: Dobbe v.o.f.. Donkerbroek Berekende ruwheid: 0,14 m
Emissie Punten; Volgnr.
BronlD
X-coord.
Y-coord.
Hoogte
Gem.geb. hoogte
1
Ligboxenstal
211 972
557 341
1,5
1,5
0,5
1,00
990
2
Jongvee/Stierenstal
212 009
557 336
1,5
1,5
0,5
1,00
249
3
Jongveehonk
212 032
557 353
1,5
1.5
0,5
1,00
62
Gevoelige locaties: Volgnummer
Naam
X coördinaat
Y coördinaat
Depositie
1
DFW&LV(H2310)
213 083
553 031
0,41
2
FV (ZGH7120ah)
219411
557 759
0,25
3
BD (H2320)
214 013
566 249
0,25
4
WS(H4010A)
207 499
563 240
0,21
Details van Emissie Punt: Ligboxenstal (80) Volgnr.
Code
Type
Aantal
Emissie
Totaal
1
A 1.100.1
Melk/kalfkoeien
90
11
990
Details van Emissie Punt: Jongvee/Stierenstal (81) Volgnr.
Code
Type
Aantal
Emissie
Totaal
1
A3
Jongvee
59
3.9
230.1
2
A7
Fokstieren
2
9.5
19
Details van Emissie Punt: Jongveehonk Volgnr.
Code
Type
Aantal
Emissie
Totaal
1
A3
Jongvee
16
3.9
62.4
Diam.
Uittr. snelheid
Emissie
Overzicht gewaspercelen - Tjabbekamp 5, Donkerbroek
SCALE 1 ; 4.958 100
100 METERS
200
300
V
TOPOGRAFISCHE KAART
Bakkeveense Duinen /
ca. 9,0 k.m. Bakkpv-perv '
'en-Wtest '
»; *
tß^ •'<- -
Haulerwfk Wijnjeterper Schar
ca. 7,3 k.m.
" ^ ~ \
^
Hemn\> "
T^-ST "
*'
. . '\
• . .--""r '
n
Tjabbekamp 5
Vi-,. ^V- V
i ' y*.'*
I«
-> \ ;
1
. -4_ï'®'
r' Vï
'
k
Nieuw Weper
Fochteloèrveefl
ca. 7,4 k.m.
Oosterwolde/' Makkinga
^t^j>erkopp ^
^
ca. 4,4, k.m. \ IW
Drents-Friese LnK;iii»-rrie»e Wold VYOIC & I onnolHoiy/oM Leggelderveld Elsloo
^
*
MNGËIBKËND PAKKËT NL trankenng betaald € 8,60 1525gr
3SKAAG811215865'
~
B-P-4PostNL 157556 15-a4$-:2015-15;48-
8900HM 20i12G
'rysi^'l ^Wviiiïg Gëlbieé Postbus 20128 8900 TäM LEIät J^AiyMM yäjl MclrW
"• i '