DOE HET ZELF MAS TOUR VOOR ANDERSTALIGEN A. STADIA
B. INSTRUCTIES & INTERACTIEVE OPDRACHTEN
Boulevard: linkerhoek met uitzicht op de Schelde
De MAS-tour voor anderstaligen duurt ook 2 uur. Maar zelfs dat is heel krap. Het kan zijn, afhankelijk van de groep, dat je een aantal zaken moet inkorten of zelfs weglaten.
C. MINIMALE KENNISOVERDRACHT: aangepaste tekst vr cursisten NT2 + interactieve vragen CVO/LINGUAPOLIS BE Richtgraad 2.1/2.2/2.3 (HOGERE ALFA, NT2 1.2) (Treshold 1/2/3)
D. TIPS & INFO (optioneel)
+1
Er zijn per thema interactieve opdrachten gemaakt. Pas op: die verschillen soms, afhankelijk van de groep: CVO/Linguapolis /vs/ BE. U kan het materiaal voor deze opdrachten gratis ontlenen, mits vooraf reserveren aan de MASbalie:
[email protected] of 03 338 44 00
Welkom in het MAS. Deze tour is een eerste kennismaking met het MAS. Dit museum heeft 8 verdiepingen. We gaan elke verdieping even kort bezoeken. We zullen dus niet alles kunnen zien. Kom dus zeker nog eens terug met je familie om alles rustig te bekijken. Waarvan is ‘MAS’ de afkorting? Waarvoor staat de ‘M’, de ‘A’, de ‘S’? Wat betekent ‘stroom’? (een rivier) Aan welke stroom ligt Antwerpen? (de Schelde) U weet dat Antwerpen door de Schelde een belangrijke haven heeft. Hebt u de haven al eens bezocht? Waar ligt die nu? (buiten de stad) Ook vroeger (1)had Antwerpen al een belangrijke haven. Hier, op de eerste verdieping, zien we de oude haven. Boten uit de hele wereld kwamen vroeger, zoals u kan zien, tot hier in de stad. Door die haven is de stad Antwerpen dus al héél lang verbonden met de rest van de wereld. Er is een lange geschiedenis (2) van uitwisseling tussen de stad en de wereld. Door die connectie (tussen de stad en de wereld) zijn er hier in Antwerpen, naast kunstobjecten en erfgoed over de stad en de stroom, ook heel wat kunst en erfgoed uit de andere continenten (Azië, Afrika, Amerika en Oceanië) verzameld. Het MAS toont in 4 thema’s die connectie tussen Antwerpen en de wereld. Dit museum vertelt verhalen over de stad, de stroom, de haven en de wereld. Over Antwerpen in de wereld en de wereld in Antwerpen. Het MAS is dus Antwerps én mondiaal.
1
(1) Bij ‘vroeger’: gebaar met je handen ‘achter de rug’, wat voorbij is. (2) Zeg eventueel ‘historie’ in plaats van ‘geschiedenis’ en ‘connectie’ in plaats van ‘uitwisseling’.
+2 Vóór de ingang
WAKE-UP
Vóór je begint, even de “museumregels” uitleggen: geen eten of drinken meenemen, de kunstwerken niet aanraken, de gsm’s afzetten, geen foto’s maken met flash, (eventueel: geen foto’s maken van de gids of de gids tijdens de tour niet filmen) …
De collectie van het MAS bestaat uit 470 000 objecten (3). Niet alle objecten kan u boven in de expositiezalen zien. Van die 470 000 objecten bewaart het MAS hier, in dit depot, 180 000 objecten.
(3) Toon 4 nullen: schrijf ze als het ware met je vinger op je hand.
Hier ziet u de geschiedenis van de collectie van het MAS. De collectie werd vroeger bewaard in deze 4 musea.
(4) Bij trage respons: toon/wijs naar - Afrikaans voorouderbeeld (midden) (DIG01758.jpg) - gouden juwelen (links) (DIG04006.jpg) - Japans popje (links) (20070312-085.jpg) - Chinees bootmodel (links) DIG02827.jpg - gebedsmat (rechts) - Afrikaans beeldje (038.jpg)
Wie woont hier al enkele jaren in Antwerpen? Wie heeft deze musea al eens bezocht? Ken je de naam van de musea? (Vleeshuis, Scheepvaartmuseum, Volkskundemuseum, Etnografisch museum) Waar liggen deze musea? (in het centrum van Antwerpen) Welke objecten hebt u daar gezien?
WAUW
Kijk even naar de foto’s van de objecten aan de muren. (4) Wat is de origine van deze objecten, denkt u? (België, Afrika, Azië, …) De collectie van het MAS ontstond (5) meer dan 100 jaar geleden met een aantal collectioneurs of verzamelaars. Is er iemand van u die een collectie of verzameling heeft? Wat verzamelt u? Wat is typisch aan verzamelen? (“Veel van hetzelfde”.) (6) Waarom verzamelen mensen? Omdat de objecten praktisch zijn? (Nee, meestal uit interesse, uit passie, omdat het mooi is, omwille van de esthetische kwaliteit …) Kijk even (2 minuten) rond en open de schuiven. Wat is de passie van deze verzamelaars? (maritieme voorwerpen, ivm de zee, varen en boten: het is de collectie van de Vrienden van het Nationaal Scheepvaartmuseum) Welke landen en continenten ziet u? (België /vs/ Afrika /vs/ Azië) (7)
Op weg naar de Kennishoek
Sporen-ruimte
2
Kijk even naar de foto’s. Wat zijn deze personen aan het doen? (restaureren) Is het hier warm of licht? (Nee) Waarom denkt u? (schommeling van temperatuur en licht zijn nefast voor het bewaren van objecten) Bewaren en herstellen (8) van objecten zijn ook taken van een museum. Mag je de objecten in een museum aanraken? (Nee) Waarom niet? (Nefast voor de bewaring.) Hier màg – moet – je de materialen aanraken (9). Je laat je handafdruk na. Na enkele jaren zien we het effect/resultaat (daarvan).
(5) Zeg eventueel ‘werd geboren’ (gebaar wel aanhalingstekens) in plaats van ‘ontstond’. (6) Bij trage respons: wijs naar de plaasteren beeldjes (van het model van de sloep van Napoleon), de scheepsmodellen, of foto’s en medailles in de schuiven,… (7) Afrikaanse beeldjes van de Ivoorkust, beeldje Paaseiland, Chinese jonken. Geeft het MASverhaal goed weer: de wereld in Antwerpen via de haven.
(8) Zeg eventueel ‘repareren’ in plaats van ‘herstellen’.
(9) Wijs naar de geschreven instructie op de muur en doe het voor.
+3 Boulevard: Linkerhoek met uitzicht op het Willemdok
Dit is de publieke boulevard die naar het dak gaat. U kan hier elke dag gratis komen wandelen van 9u30 tot 22u (winter) of 24u (zomer). Op maandag is het MAS gesloten.
(10) Info: het Arabische maḵāzin (zie ‘magazijn’) betekent ‘pakhuis’.
De inspiratie voor het gebouw is een ‘stapelhuis’: een container of magazijn (10), waar goederen en producten bewaard worden. (11)
(11) Wijs naar buiten naar de nog resterende stapelhuizen.
Het gebouw is 65m hoog en bestaat uit 10 grote boxen. Die 10 boxen zijn op elkaar gestapeld. Maar ze zijn telkens een kwartslag gedraaid. (12) Het is letterlijk een stapelhuis.
(12) Vraag 4 (kleine) gsm’s aan de bezoekers. Stapel ze op elkaar met telkens een kwartslag gedraaid zodat het ontwerp duidelijk wordt.
Doordat de boxen gedraaid zijn, vormen de ramen een spiraal. (13) Op elke verdieping hebt u dus een ander panorama op Antwerpen. Dat is een modern concept. Het MAS-gebouw is ‘open’: u staat nu in het MAS, maar u ziet tóch telkens de stad.
Vitrines in trappenhal
3
Kent u het Museum voor schone Kunsten op het Zuid? (14) Wat is het verschil met het MAS-gebouw? (Oudere museumgebouwen zoals MSKA = gesloten /vs/ moderne MAS = open) Deze foto’s tonen beelden van anderhalf miljoen Belgen op de vlucht voor de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). Aan de hand van monumentale zwart-wit foto’s volg je de vluchtelingen op hun route: van de vlucht naar de buurlanden van België, de eerste noodhulp en het leven in ballingschap tot de terugkeer naar een verwoest land in 1918.
(13) Maak een draaiende beweging met je armen. (14) Toon een foto van het gebouw van het MSKA.
+4 Boulevard: Linkerhoek met uitzicht op het Willemdok Vóór de ingang
Het MAS presenteert zijn collectie in 4 thema’s: machtsvertoon, wereldstad, wereldhaven en leven en dood. In elk thema ziet u objecten uit Antwerpen én uit andere regio’s in de wereld. De focus ligt op de verbondenheid (16) tussen Antwerpen en de wereld.
Deel de kaartjes van de interactieve opdracht 1 uit vóór je de wake up-ruimte binnengaat.
(16) Zeg eventueel ‘connectie’ in plaats van ‘verbondenheid’.
Dit is het eerste thema: machtsvertoon. Jullie krijgen een eerste opdracht. We gaan naar binnen. Bekijk de beelden.
CVO: carrousel-opdracht: verdeel de cursisten in groepjes: alle personen met hetzelfde cijfer achteraan op het kaartje, vormen een groepje. De cursisten beschrijven aan elkaar het object dat ze zien en ze raden wat het is (= nieuwsgierigheid prikkelen). BE: Kaartjes uitdelen. Vier cursisten krijgen een groter kaartje waarop geld, kennis, lichaamskracht en autoriteit afgebeeld staan. Zeg dat ze tijdens de tour zich goed moeten concentreren/focussen op het object dat op hun kaartje staat en op wat erover gezegd wordt. WAUW intro
WAUW cluster Antwerpen: vóór ‘ingang’
WAUW cluster Antwerpen: links
Wat hebt u gezien? Welke personen zag u op de beelden? Wie zijn dat? (Mensen met macht) Waarom zijn die mensen machtig? (door geld, (lichaams-)kracht, kennis/deskundigheid, autoriteit/bevoegdheid). Hoe zie je dat het geen ‘gewone’ mensen zijn? (door hun mooie kledij, mooie juwelen, pracht en praal -> om macht visuele kracht bij te zetten) Zijn het mensen van nu? (Nee) Deze machtige personen leefden vroeger: ongeveer 400 jaar geleden. (17) Hier ziet u een stukje geschiedenis van Antwerpen: we beginnen rond 1550, zo’n 450 jaar geleden. (18) België en Nederland heetten toen de Nederlanden en hadden een Spaanse koning (19). Antwerpen stond aan de top als mondiaal handelscentrum, door de stroom en dus de haven. Daarom was onze stad een internationaal belangrijke en heel rijke stad: we spreken over de gouden eeuw van Antwerpen. (20) Het was ook een multiculturele stad: de wereld kwam toen via de stroom letterlijk in Antwerpen.
Welk gebouw ziet u hier? (het stadhuis) (21) Het stadhuis, dat u wel kent, werd toen gebouwd. Op dat moment, 450 jaar geleden, was het een zéér modern gebouw en de inspiratiebron voor andere stadhuizen in het buitenland. Maar ongeveer 20 jaar later (1568) begonnen de Nederlanden met een opstand (22) tegen
4
(17) Wijs hen eventueel op de kledij (zie portretten) om duidelijk te maken dat machtige mensen zich onderscheiden van de ‘gewone man’ door pracht en praal. Zeg eventueel ‘bling bling’ in plaats van ‘pracht en praal’. Ter info: portretten op de cluster = aartshertog Albrecht, aartshertogin Isabella (2x), Alva, Filips II, Farnese , Willem van Oranjewake (18) Op een tijdslijn (vouwmeter waarop belangrijke data vermeld staan) aanduiden. Belangrijke data uit de wereldgeschiedenis: - 551-479 v.Chr.: Confucius (Kong Fuzi) - 480-400 v.Chr.: boeddha (Gautama Siddharta) - 622: hidjra of emigratie van de profeet Mohamed Mekka naar Medina = start islamitische kalender - 1167 – 1227: Dzjengis Khan - 1556 – 1605: Akbar de grote (één van de grootste Mogolkeizers, zijn kleinzoon Sjah Jahan liet de Taj Mahal bouwen: 1648-1648) - 1368 – 1644: Ming-dynastie - 1492: Christoffel Columbus ‘ontdekt’ Amerika - 1494 – 1566: Süleyman de Grote, de Wetgever of de Prachtlievende (Ottomaanse Rijk: 1299-1922) (19) Wijs naar de kaart. (20) Wijs naar de gouden bekleding van de muren. Gebaar ‘rijk’.
Spanje. Het was een strijd (23) tussen katholieke en protestantse christenen, tussen de katholieke Spaanse koning en de protestantse of calvinistische Nederlanden. (24) Die zou 80 jaar duren: we spreken over de 80-jarige opstand of gewoon ‘de Opstand’. Belangrijke machtige personen waren toen: de hertog van Alva en de aartshertogen Isabella en Albrecht langs Spaanse, katholieke zijde – zij regeerden in naam van de Spaanse koning Filips II - en aan de andere kant de protestantse, Hollandse graaf Willem van Oranje. (25) In 1585, heroverden de katholieke Spanjaarden Antwerpen, die toen de grootste antiSpaanse en calvinistische (protestantse) stad was. Het resultaat was een massale migratie naar het Noorden, onder andere naar Amsterdam: van de 100.000 inwoners bleven er nog 40.000 over. Bovendien vroegen de protestantse, Noord-Nederlandse Zeeuwen en Hollanders taksen op de Schelde: dit was de zogenaamde ‘sluiting’ van de Schelde. (26) Dit was het einde van de gouden eeuw van Antwerpen. ‘België’ (de ‘Zuidelijke Nederlanden’) bleef katholiek en het noorden (de ‘Noordelijke Nederlanden’) werd onafhankelijk en bleef protestants. Pas 80 jaar later, in 1648, was er opnieuw vrede.
(21) Wijs naar het stadhuis op het schilderij. (22) Zeg eventueel ‘protest’ of ‘revolte’ in plaats van ‘opstand’. (23) Zeg eventueel ‘oorlog’ in plaats van ‘strijd’. (24) Wijs op de 2 stromingen binnen de - islam: sjia /vs/ soenna - boeddhisme: mahāyāna (“groot voertuig”) /vs/ therāvāda (“oude leer”) of hināyāna (“klein voertuig) - hindoeïsme: shivaïeten (aanbidden Shiva) /vs/ vaishnavieten (aanbidden Vishnu) (25) De titels zijn moeilijk uit te leggen of te vertalen omdat er geen exact equivalent is. Moslimadel: - hoogste rang (wereldlijk+geestelijk): ‘Kalief’ (de wettelijke erfopvolger van Mohammed) en ‘emir’ (eretitel: ‘commandant’, ’aanvoerder) - ‘sultan’ (‘prins’, ‘koning’ of ‘keizer’) en ‘malik’ (‘koning’, ‘leider’) - ‘Pasja’ (generaal) en ‘wāli’ (‘gouverneur’) - ‘Vazir’ of ‘vizier’ (‘raadsheer’) ‘Koning’ in andere talen: - ‘Sjah’ = Perzisch (werd ook in India gebruikt) - Rāja = Indisch (Maharāja = groot-koning) - ‘Wáng’ (王) = Chinees (keizer: ‘huáng dì’: 皇帝 ) (26) De ‘sluiting’ van de Schelde werd pas in 1813 opgeheven (gedwongen aftreden van Napoleon).
WAUW: In de cluster Afrika
Hier ligt de focus op Centraal-Afrika. Er waren verschillende belangrijke autonome koninkrijken in deze regio. Aan het hoofd stond een koning die in de hoofdstad verbleef. In de afgelegen regio’s regeerden chefs in naam van de koning. In bepaalde regio’s regeerden alleen maar chefs en was er geen koning (die daarboven stond). De koning en de chefs hadden naast politieke macht ook spirituele macht. Zij gebruikten prachtige prestige- en statusobjecten om hun macht te tonen (28). Die statusobjecten waren vaak luxeproducten (29). De machtigste Centraal-Afrikaanse volken waren zij die de handelsnetwerken controleerden. In die netwerken werden producten geruild met naburige volken, maar ook met Europeanen en islamitische handelaars. Vanaf ongeveer 1500 – zo’n 500 jaar geleden – waren er al handelscontacten tussen deze Centraal-Afrikaanse koninkrijken en Europa. Het resultaat van die contacten was een cultuurmix: veel van deze objecten hier hebben Afrikaanse én Europese elementen. Kijkt u eens even rond. Wat is typisch Afrikaans? Ziet u ook Europese elementen in deze objecten? (30) Een voorbeeld van een mix van Afrikaanse en Europese elementen is deze stoel van de chef van de Tshokwe (Democratische Republiek Congo en Angola). De Tshokwe, een
5
(27) Zeg eventueel ‘baas’ of ‘leider’ in plaats van ‘chef’. (28) Wijs naar de boog- en pijlhouder (Luba) en de pronkbijl (Teke). (29) Wijs naar ivoren objecten : het ‘witte goud’ = zeer kostbaar voor de Afrikaanse volken (cf. ‘Koning olifant’: olifant = machtig en wijs en symboliseert menselijk leiderschap). Bij kostbaar kan je ‘rijk’ of ‘geld’ uitbeelden met je hand. (30) Bij trage respons: wijs naar de crucifixen: een kruisbeeld is in origine typisch Europees; maar er zijn Afrikaanse elementen aan toegevoegd (cf. Jezus draagt hoofdtooi van een chef ipv doornkroon). Bovendien werden de crucifixen gebruikt als ‘krachtbeelden’ door de chefs. Die zijn beladen met magische (helende én vernietigende) kracht. Deze krachtbeelden onderscheidden de chefs van het ‘gewone’ volk
handelaarsvolk, controleerden eeuwenlang een belangrijk handelsnetwerk van de Atlantische kust tot in het Centraal-Afrikaanse binnenland (meer bepaald Midden-Angola, zuiden Congo, Zambia). Het peper- en zoutvaatje van daarnet is via handel in Europa terechtgekomen, maar deze stoel is via kolonisatie hier terechtgekomen.
en benadrukten hun koninklijke afstamming (zeg eventueel ‘descendentie’ of ‘origine’ of ‘filiatie’). Crucifixen werden daarom gedragen als scepters.
Iets meer dan 100 jaar geleden was Congo (Centraal-Afrika), zoals u weet, een kolonie van België. Met de Congoboten, die we straks boven zullen zien, werden materialen (ivoor, rubber, metalen, …) getransporteerd van Congo naar België. Samen met die Afrikaanse materialen kwamen ook Afrikaanse kunstobjecten in België terecht. Herinnert u zich de verzamelaar, Henri Pareyn, die we in het kijkdepot op de 2de verdieping gezien hebben? Hij zocht op de kaaien aan de Schelde naar teruggekeerde kolonialen uit Congo om Afrikaanse kunst van te kopen. Deze stoel is één van die kunstobjecten die hij gekocht heeft van een teruggekeerde Belg uit Congo. (Pareyn is zelf nooit in Congo geweest.)
(31) Wijs betreffende de cultuurvermenging ook naar de kammen: worden gebruikt om de ingewikkelde Afrikaanse kapsels te maken) - Europese kopspijkers werden bij de Tshokwe ingevoerd ca. 300 jaar geleden en waren zeer kostbaar. - Gelaat van de figuurtjes op de kammen vertoont Europese kenmerken.
Door de eeuwenlange handelscontacten tussen de Centraal-Afrikaanse volken en de Europeanen, zien we ook hier weer een interessante cultuurmix. Wat is Afrikaans aan deze stoel? (Poten van de stoel eindigen in dierenklauwen; vooraan: inwijdingsritueel; Afrikaanse gelaatskenmerken.) Wat zijn Europese elementen? (Stoel met rugleuning = Europees model; pijprokende handelaar op een os: Europese en Afrikaanse kenmerken.) (31) blvd
6
CVO: Herverdeel de groepjes: alle personen met een kaartje in dezelfde kleur gaan in een groepje staan. De cursisten vertellen aan elkaar wat ze nog weten over het object dat op hun kaartje staat. Op die manier ‘reconstrueren’ ze het verhaal van het thema Machtsvertoon. BE: De vier cursisten met de kaartjes waarop geld, kennis, lichaamskracht en autoriteit afgebeeld staan, gaan vooraan staan. De andere cursisten beschrijven het object of de persoon op hun kaartje en zeggen bij welk type van macht het hoort: geld, kennis, lichaamskracht of autoriteit. Op het einde draaien de vier cursisten die vooraan staan hun kaart om. Daarop staan letters: de andere cursisten raden het woord dat met de vier letters gevormd kan worden = S T A D. Dat is het volgende thema.
+5 Boulevard: Linkerhoek met uitzicht op het centrum
Kijk even naar buiten. Wat ziet u? (Kopie van een schilderij van Luc Tuymans.) Kent u ook de gebouwen die u ziet? (kathedraal, KBC-toren/boerentoren, Oudaan, Centraal Station) Kijk even naar het medaillon. Wat ziet u?
Vóór de ingang
CVO: carrousel-opdracht: deel de kaartjes van de interactieve opdracht 2 uit vóór je de wake upruimte binnengaat. Verdeel de cursisten in groepjes: alle personen met hetzelfde cijfer achteraan op het kaartje, vormen een groepje. De cursisten beschrijven aan elkaar het object dat ze zien en ze raden wat het is (= nieuwsgierigheid prikkelen). Zeg dat ze zich tijdens de tour goed moeten concentreren/focussen op het object dat op hun kaartje staat en op wat erover gezegd wordt.
7
De tekst is van een bekende Vlaamse schrijver, Tom Lanoye. In het midden ziet u het grondplan van wat zo’n 500 jaar geleden (tijdens de Renaissance) de ‘ideale stad’ was: dit is het grondplan van Palmanova in Noord-Italië. (32) U ziet hier de bastions. (33) Italianen waren specialisten in vestingbouw of fortificatie. Overal ter wereld vindt u forten. (34) We zullen zien dat er ook in Antwerpen vroeger muren rond de stad waren gebouwd. En dat het stukje Antwerpen waar we nu staan, gebouwd is naar dat concept van ‘ideale stad’. Is volgens jullie Antwerpen een grote stad? Een metropool? Een multiculturele stad? Hoeveel Antwerpenaren zijn er? (Bijna 500.000: 482.456.) Hoeveel procent van de Antwerpenaren is Belg van bij de geboorte? (70%) Hoeveel procent mannen en hoeveel procent vrouwen zijn er in Antwerpen? (50,50 % vrouwen en 49,50 procent mannen) Hoeveel anderstaligen volgen per jaar Nederlandse les? (12.000 anderstaligen) Hoeveel Antwerpenaren zijn ‘nieuwe Belgen’? (65.629) Wat zijn de 3 meest voorkomende namen bij mannen en bij vrouwen in Antwerpen? (Mohamed, Jan, Marc; Maria, Marie, Anna.) Wat zijn de 10 meest voorkomende nationaliteiten in de stad Antwerpen? (Nederland, Marokko, Polen, Turkije, Spanje, Portugal, Frankrijk, Verenigd koninkrijk, India, Duitsland.) … (35) We gaan de ruimte binnen. Kijk goed naar de cijfers en percentages.
(32) Toon de foto van het grondplan van Palmanova én een foto van het huidige Palmanova. (33) Wijs expliciet naar de bastions: die zie je verder terug op de kaart van Bononiensis (zie WAUW). (34) Typisch aan vestingbouw zijn de omwallingen, de muren rond een stad. Toon de foto’s van Fort Elmina (Ghana) en het fort in Taroudent (Marokko). (35) De antwoorden op deze vragen worden getoond in de wake-up ruimte. Cijfers: Antwerpen ligt op 88 kilometer van de Scheldmonding. / Antwerpen ligt op 51°13’16’’ noorderbreedte en 4°24’ oosterlengte. / Het stadhuis ligt op 7,5 meter boven de zeespiegel. / Antwerpen is de 4e grootste haven ter wereld. / Jaarlijks wordt 279.838.354 ton goederen gelost of geladen. / Jaarlijks valt er 776 millimeter regen. / 9,6° is de gemiddelde temperatuur. / 14% van de Antwerpse huishoudens telt vier of meer gezinsleden. / 70% van de Antwerpenaren is Belg van bij geboorte. / 14% is een ‘nieuwe Belg’. / 16% heeft een andere nationaliteit. / Een gemiddeld Antwerps gezin bestaat uit iets meer dan 2 personen. / 19% van de Antwerpenaren heeft soms moeite om zijn rekeningen te betalen. / 6.035 Antwerpenaren zijn OCMW steuntrekkers. / Er zijn 482 456 Antwerpenaren. / 50,50% vrouwen & 49,50% mannen. / De laatste jaren groeit de stadsbevolking opnieuw aan. / Jaarlijks leren 12.000 anderstalige volwassenen Nederlands. / 5.629 Antwerpenaren zijn ‘nieuwe Belgen’. Bij hun geboorte hadden zij nog niet de Belgische nationaliteit. / 59% voelt zich altijd veilig in zijn buurt & 19% zelden of nooit. / Borgerhoutenaren zijn gemiddeld het jongst, Merskemenaren het oudst. / Antwerpen telt meer dan 160 erkende allochtone verenigingen. / 28% vindt vreemdelingen goed geïntegreerd, 69% vindt van niet. / Borgerhout is het dichtstbevolkt, Berendrecht-Zandvliet-Lillo is het dunst bevolkt. Antwerpen telt 408 kapsalons en 311 frituren. / Antwerpen telt 91.945 huizen, hoeven of bijgebouwen, 722 kantoorgebouwen en 129.992 appartementen of buildings. / 16.351 moeders voeden hun kinderen alleen op. / In 2009 werden 102 sluikstortingen gemeld per km². / Gemiddeld wordt een Antwerpenaar 81 jaar. / 20% is jonger
WAUW Intro WAUW
En, kent u het antwoord op de vragen? (36) Ook vroeger was Antwerpen al een multiculturele stad. Ongeveer 450 geleden was deze stad een echte metropool. Er was toen een zeer goed internationaal handelsnetwerk aanwezig. En de stad telde 100.000 inwoners: Antwerpen was, op Parijs na, de grootste stad van West-Europa. Dat groot aantal inwoners kwam vooral door migratie. Weet u nog: dit was de ‘gouden eeuw’ van Antwerpen! Dit is de Spaanse Omwalling. (37) Dit hebben we nog gezien. Weet u nog waar? (Op het medaillon in de wandelboulevard.) Hier staat nu het MAS. (38) Dit stukje Antwerpen is gebouwd op basis van dat principe van de ‘ideale stad’. U ziet een duidelijk verschil met de oudere delen van de stad en dit stukje Antwerpen (39). Ik toon u even hoe de stad gegroeid is. (40) En dit is de stad vroeger en nu. Weet u wat dit is? (De leien en de ring.) (41)
WAUW
Kijk eens naar dit schilderij (42). Dit is het Antwerpen van vroeger. Waar is dit? (43) Dit is het kruispunt van de Meir met de Huidevetterstraat. Dit kruis ziet u op verschillende schilderijen.
WAUW
8
BE: interactieve opdracht 2 met 5 fragmenten uit het schilderij met de stoet (olifant, boot, staf van de reus, Neptunus op vis, kruis op de Meir). Je toont de fragmenten. De cursisten raden en wijzen waar het fragment terug te vinden is op het schilderij. Dit
Al heel lang ging er in Antwerpen een stoet rond: de Ommegang. Vanaf de 16de eeuw – de ‘gouden eeuw’ – lag de focus van de Ommegang vooral op het economische succes van Antwerpen, door de rivier en de haven. Hier zie je een impressie van die stoet. Wat ziet u? (44)
dan achttien. 23% is ouder dan zestig. / 15,6% van de Antwerpenaren is werkzoekend. 20,2% van de werkzoekenden is jonger dan 25 jaar. / 90% van de Antwerpenaren woont graag in Antwerpen, 52 % is eerder tevreden over de stad, 17% is zeer tevreden over de stad. / Drie meest voorkomende voornamen in totale bevolking stad Antwerpen: Mannen: Mohamed, Jan, Marc; Vrouwen: Maria, Marie, Anna. / Drie meest voorkomende voornamen van personen geboren in 2009 in stad Antwerpen: Jongens:Mohamed, Adam, Rayan; Meisjes: Aya, Noor, Lina. / De 10 meest voorkomende nationaliteiten in stad Antwerpen (uitgezonderd Belgen): Nederland, Marokko, Polen, Turkije, Spanje, Portugal, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, India, Duitsland. (36) Herhaal kort enkele vragen en laat hen antwoorden. (37) Wijs de bastions aan. Die lijken hard op de bastions van het grondplan van Palmanova (zie medaillon van Tom Hautekiet). (38) Laat het MAS zien op het interactieve plan vóór het schilderij. (39) Wijs naar de kronkelende straatjes van het middeleeuwse stadscentrum en dan naar het symmetrische grondplan van de Nieuwstad (Eilandje). (40) Toon de groei van de stad aan de hand van de transparanten: 1) de burcht, ca. 1000; 2) de ruienstad, vóór 1200; 3) 1ste uitbreiding, ca. 1200; 4) 2de uitbreiding, ca. 1250; 5) 3de uitbreiding, ca 1300; 6) 4de uitbreiding; 7) Spaanse omwalling + Eilandje, ca. 1550 (41) Toon de transparanten met de stad vroeger en nu, met de Leien als de oude omwallingen en de ring als de nieuwe ‘omwalling’. Indien ze de Leien niet kennen, verwijs naar tram 24 en tram 12 die daarover rijden. Dat kennen ze hoogstwaarschijnlijk wel. (42) Wijs naar het kruisbeeld (dat ook op andere schilderijen te zien is). (43) Geef hints: vb. “Het is de populairste winkelstraat in A’pen.” … Toon dan de foto’s van Antwerpen vroeger en nu. (44) Als je bepaalde zaken benoemt, wijs die duidelijk op het schilderij aan. (45) De meeste anderstaligen hebben inburgeringslessen gevolgd en kennen de
vormt voor de gids tegelijk een kapstok om de elementen van het schilderij te beschrijven.* Op het einde roep je 5 cursisten naar voor die de bladen met de foto van het fragment omdraaien. Er staat een letter op elke blad: de cursisten raden opnieuw het woord = H A V E N. Dat is het volgende thema.
WAUW MINERVA
- Heel veel mensen van zowel binnen als buiten Antwerpen, met verschillende status, naast Antwerpenaars ook Duitse, Engelse, Spaanse, Italiaanse of Portugese kooplieden. Antwerpen was 500 jaar geleden al een multiculturele stad. - Spektakel met symbolische wagens: schepen, Scaldis en Antverpia, Neptunus, dolfijnen of een waterspuitende walvis. Zij refereren aan water en de rivier, de Schelde en de haven. - de reus Druoon Antigoon: kent u de mythe van Brabo en Antigoon? (45) - exotische elementen: kameel en zwarte jongen; ‘Arabieren’; de eerste olifant in Antwerpen: Is die realistisch? (Nee, want men had toen nog nooit een olifant in het echt gezien, enkel via prenten, schilderijen, cf. Rubens); een neushoorn; …
* Het eerste deel van deze BE-opdracht (raden waar de fragmenten terug te vinden zijn op het schilderij) kan je eventueel ook doen met een CVOgroep. Waar is dit? (Opnieuw de Meir, zie kruisbeeld.) Hier ziet u de Belgische luxe-auto Minerva. Minerva produceerde tussen 1904 en 1934 luxeauto’s voor filmsterren en koningen.
WAUW BORGHOUTS
Dit is Antwerpen vandaag: een mix van oude en nieuwe architectuur, een mix van verschillende culturen. Die mix van verschillende culturen is niet nieuw. Zoals we daarnet gezien hebben op het schilderij, was Antwerpen 500 jaar geleden al multicultureel. Welke locaties herkennen jullie? (Centraal Station, de Meir met stadsfeestzaal, de SintBernardsesteenweg op het Kiel met de Tir, de Antwerpse scholen.)
BLVD
9
CVO: Herverdeel de groepjes: alle personen met een kaartje in dezelfde kleur gaan in een groepje staan. De cursisten vertellen aan elkaar wat ze nog weten over het object dat op hun kaartje staat. Op die manier ‘reconstrueren’ ze het verhaal van het thema Wereldstad.
legende. Indien er toch iemand is die de legende niet kent, kan je de legende eventueel laten vertellen door iemand uit het publiek die het verhaal wel kent.
+6 BOULEVARD: LINKERHOEK MET UITZICHT OP DE HAVEN
Deel de kaartjes van de interactieve opdracht 3 uit vóór je de wake up-ruimte binnengaat. CVO: Verdeel de cursisten in groepjes: alle personen met hetzelfde cijfer achteraan op het kaartje, vormen een groepje. De cursisten beschrijven aan elkaar het object dat ze zien en ze raden wat het is (= nieuwsgierigheid prikkelen).
Antwerpen kende vroeger, en kent nu nog steeds, economisch succes dankzij haar haven. Door de Scheldehaven komen verschillende nationaliteiten in Antwerpen terecht en varen boten uit Antwerpen naar verschillende plaatsen in de wereld.
(46) Wijs naar de haven.
Vroeger kwamen de boten tot in de stad. Nu ligt de haven verder, zoals u kan zien. (46)
BE: Kaartjes met boten uitdelen. Zeg dat ze zich tijdens de tour moeten concentreren/focussen op het object dat op hun kaartje staat en op wat erover gezegd wordt. WAUW INTRO
WAUW CLUSTER ‘DEN OOST’ WAUW CLUSTER KOLONIALE
Hier ziet u 100 van de mooiste scheepsmodellen.
(47) Zeg eventueel ‘gingen’ ipv ‘voeren’.
Hier ziet u de oudste boten. Deze boten voeren (47) enkel naar andere plaatsen in Europa: ze zijn redelijk klein. (48)
(48) Wijs naar het model van de kogge. De kogge was vooral tussen 1200 en 1450 zeer populair. (49) Wijs naar de Barbersteyn.
Vanaf 1715 breidden de handelscontacten zich uit tot Azië. Er voeren, vanuit Oostende, nu grotere boten naar Azië: naar India en China, voor thee en bedrukt katoen. De producten werden getransporteerd in dit soort zeilschepen of driemasters. (49) Zoals u ook kan zien: de schepen waren goed bewapend, onder meer met kanonnen, tegen piraten. Vanaf 1850 werd Antwerpen een belangrijke transitohaven die opnieuw een internationale rol speelde. In 1885 kreeg de Belgische koning Leopold II Congo als zijn persoonlijke privébezit in handen: Kongo-Vrijstaat. (50) Vanaf dan startte ook de koloniale handel.
(50) In 1908 werd Congo overgedragen aan de Belgische staat en werd Congo een kolonie van België.
HAVEN
Met dit soort stoomschepen (51) reisden producten en mensen tussen Congo en Antwerpen. (52)
(51) De stoommachine brak in 1871 door -> stoomschepen.
Dat betekende de aanvoer van nieuwe materialen: ivoor (het ‘witte goud’), rubber, kopa(a)l en later ook metalen (koper, tin). Andersom vertrokken uit Antwerpen ook zeer veel producten naar Congo: vooral gebruiksvoorwerpen. (53)
(52) Wijs naar de congoboot, de Elisabethville.
Dat betekende ook de aanwezigheid van Congolese zeelui uit de havenstad Matadi in Antwerpen. Vanaf 1911 nam de Compagnie Maritime Belge Congolezen in dienst: Congolese arbeiders kostten minder en konden harder werken in de hitte. De officieren waren enkel Belgisch, maar de bemanning Belgisch-Congolees. Die Congolese zeelui kwamen wel aan wal in Antwerpen, maar de overheid verplichtte hen om in een speciaal zeemanshuis voor Congolezen te verblijven zodat ze de stad niet konden in trekken. Dat was om hen te beschermen tegen de “stadsjungle”: tegen de prostitutie en tegen het communisme. In dat zeemanshuis waren wel winkeltjes aanwezig, zodat de Congolese zeelieden, bijvoorbeeld potten en pannen konden kopen, die ze dan later in Matadi weer verkochten.
(53) Bijv. hekwielers (schepen voor de Congolese rivieren) die in Antwerpen (Cockerill) gebouwd zijn: stoomvaartuig dat kan varen in ondiepe wateren, dankzij aangebrachte schepraderen aan de achterzijde, ipv een schroef. (54) De Congolezen voerden de laagste taken uit. Pas na de onafhankelijk van Congo in 1960 werd het glazen plafond doorbroken en konden Congolezen aan de Antwerpse Zeevaartschool een opleiding tot officier of kapitein volgen.
Hier ziet u getuigenissen van de Congolese zeelui in Antwerpen.
WAUW CLUSTER HAVENARBEID
Hierboven ziet u de grote containerschepen van nu die naar verschillende plaatsen in de wereld varen. (55) Naast de zeelui op de schepen zijn er natuurlijk ook havenarbeiders in de haven. Er werkten zowel mannen (dokwerkers: (56)), als vrouwen (zakkennaaisters, koffieboonwijven) in de haven. In 1885 werden op de kaaien twee wandelterrassen gebouwd. Zo konden de
10
(56) Wijs naar de buildrager van Meunier.
Antwerpenaars komen kijken naar die stoere dokwerkers. Vroeger waren de havenarbeiders dagloners. Sinds 1946 is het beter georganiseerd: er waren minder dagloners en meer arbeiders in vaste loondienst/met een vast looon. Vandaag werken ruim 60.000 mensen in de haven van Antwerpen. Schrijf hier een korte boodschap/kort briefje. Steek de boodschap in een flesje en neem zelf een boodschap mee.
Kennishoek Blvd
11
CVO: Herverdeel de groepjes: alle personen met een kaartje in dezelfde kleur gaan in een groepje staan. De cursisten vertellen aan elkaar wat ze nog weten over het object dat op hun kaartje staat. Op die manier ‘reconstrueren’ ze het verhaal van het thema Wereldhaven. BE: De cursisten hebben een kaartje gekregen met een boot op. Vier cursisten komen vooraan staan met een grotere kaart met elk een continent (Europa, Azië, Congo, wereld) op. De andere cursisten zeggen naar welke plaats ‘hun’ boot vaart: kogge -> Europa, driemaster -> Azië, congoboot -> Congo/Afrika, containerschip -> overal ter wereld. Op het einde draaien de vier cursisten hun papier om en daarop staat het volgende thema: LEVEN EN DOOD.
+7 VÓÓR DE INGANG
Deel de kaartjes van de interactieve opdracht 4 uit vóór je de wake up-ruimte binnengaat. CVO: Carrousel-opdracht: verdeel de cursisten in groepjes: alle personen met hetzelfde cijfer achteraan op het kaartje, vormen een groepje. De cursisten beschrijven aan elkaar het object dat ze zien en ze raden wat het is (= nieuwsgierigheid prikkelen). Let op: als je de cluster India (jainisme) weglaat, geef het kaartje met de kwast niet. In dat geval zijn er 4 verschillende objecten.
Waar gaan we naartoe als we doodgaan/sterven?
(57) Zeg eventueel ‘geconnecteerd’.
Verschillende culturen en religies in de wereld geven een ander antwoord op die vraag. Ook in Antwerpen is er een grote religieuze en filosofische diversiteit. Maar naast verschillen, zijn er ook gelijkenissen tussen die diverse religieuze en filosofische antwoorden: in veel culturen wordt de dood verbonden met nieuw leven. (57) Gelooft u in een leven na de dood? Hoe ziet dat nieuwe leven eruit? Let op: we gaan nu even een donkere tunnel in. We ‘sterven’ als het ware even en ontwaken op het einde van de tunnel. We zien dan welke antwoorden verschillende culturen in de wereld geven op de vraag waar we na de dood naartoe gaan.
BE: idem. Zeg dat ze zich tijdens de tour moeten concentreren/focussen op het object dat op hun kaartje staat en op wat erover gezegd wordt. WAUW INTRO WAUW CLUSTER INDIA (JAINISME)
Vertel eventueel over de jains als er boeddhisten of hindoes in de groep zitten. Anders kan je de cluster India weglaten, zeker bij tijdsgebrek.
Verschillende culturen en religies uit de hele wereld zijn hier aanwezig, maar wij gaan een selectie maken en kijken naar 3 (4) religies die hier in Antwerpen aanwezig zijn. De eerste religie is het jainisme. Weet u wat de connectie met Antwerpen is? (58) (De Indische gemeenschap van diamantairs in Antwerpen is voor 90% jain.) Vanaf de jaren 1970 werken veel Indiërs als handelaars in de diamantsector in Antwerpen. Negentig procent van die Indische diamanthandelaars, zo'n 1300 mensen, is jain.
(58) Geef eventueel een hint en wijs naar de beelden van de jaintempel in Wilrijk. (59) Zeg eventueel ‘familie van’. (60) Maak een cyclische beweging. Beeld uit.
Het jainisme is verwant (59) met het hindoeïsme en boeddhisme en vindt zijn origine ook in India. De jains geloven – net zoals hindoes en boeddhisten - dat wij na onze dood herboren worden in een ander lichaam: zij geloven in reïncarnatie. De bedoeling is om die cyclus van geboorte – dood – wedergeboorte - … (60) stop te zetten. Dat kan je doen door strikt ascetisch te leven: al wat leeft mag absoluut niet geschaad of gedood worden, ook geen insecten of welk klein diertje dan ook. Jains zijn dus strikt vegetariërs. Je mag ook geen beroep uitoefenen die levende wezens of de natuur in het algemeen kan schaden.
WAUW CLUSTER MONO-
Welke religies ziet u hier? (Jodendom, christendom, islam.) Ook deze 3 religies vindt u terug in Antwerpen.
THEÏSME
Waarom zijn die hier samengebracht? (Omdat ze gemeenschappelijke roots hebben.) Wat is gemeenschappelijk bij de joden, christenen en moslims? 1) Monotheïstisch: er is één God (Jahweh, God, Allah) en het geloof in die ene God staat centraal. 2) Een heilig boek: de Tenach, de Bijbel, de Koran; verschillende figuren komen in de drie boeken voor: Abraham, Mozes, Adam en Eva, … (61) 3) Eeuwig leven na de dood (het hiernamaals, het paradijs): je moet de regels die God gedicteerd heeft volgen om naar de hemel te kunnen gaan; wat je hier op aarde tijdens je leven doet, bepaalt wat er zal gebeuren na de dood. (62) 4) Doden worden begraven (niet gecremeerd) met het oog op de verrijzenis uit de dood. (63) Het christendom, meer bepaald het katholicisme, is het langste aanwezig in Antwerpen. Hier ziet u een typisch katholiek kunstvoorwerp: een retabel. Antwerpen was 500 jaar geleden specialist in het maken van retabels. Die hingen in de kerk achter het altaar. Het jodendom is meer dan 500 jaar hier aanwezig: met de Sefardische joden die gevlucht
12
(61) Namen in het Arabisch: Adam = Adam, Eva = Hawwā, Abraham = Ibrahim, Mozes = Musa, Job = Ayyub, Salomo = Suleyman, David = Dawud, Johannes = Yahya, Jozef = Yusuf, Maria = Maryam, Jezus = Isa. (62) De joodse levensvoorschriften staan in de Tora (1ste van de verschillende onderdelen van de Tenach). (63) Zie joodse begraafplaats in Putte en Schoonselhof. (64) Vijf zuilen van de islam: 1) shahada 2) salaat 3) ramadan 4) zakaat 5) hadj
zijn uit Spanje en Portugal. Nu zijn er 20.000 joden (5000 chassidische joden) in Antwerpen. Hier ziet u een Torarol. De islam is hier in Antwerpen terechtgekomen vanaf de jaren 1960 met de arbeidsmigratie van Turken en Marokkanen. Er zijn ongeveer 80.000 moslims in Antwerpen. Wat zijn de 5 zuilen (goede daden) van de islam? (64) 1) De geloofsbelijdenis: "Er is maar 1 God en Mohammed is zijn Profeet"; 2) Vijf maal bidden per dag; (65) 3) Eén maand per jaar vasten (eindigt met Suikerfeest); 4) Elk jaar een deel van je bezit aan sociale of religieuze doelen geven; 5) Deelnemen aan de bedevaart naar Mekka.
13
(65) Wijs naar het bidtapijt.
+8 VÓÓR DE
Hier ziet u een bijzondere verzameling van Paul en Dora Janssen-Arts. Het is een verzameling van pre-Columbiaanse kunst: dat wil zeggen Amerikaanse kunst van vóór de komst van Columbus. Het gaat om prachtige objecten, waarvan sommige meer dan 3000 jaar oud zijn.
INGANG
WAUW INTRO WAUW GOUDEN
In Europa had goud economische waarde/betekenis (geld).
JUWELEN EN OBJECTEN
In de Amerikaanse culturen had goud rituele waarde/betekenis: de kleur en schittering verwijzen naar de kleur van de zon. Wat wel echt economisch kostbaar was, was textiel. Waarom? (Bijzondere grondstoffen en vele uren ambacht.)
WAUW VIDEO DORA JANSSEN BLVD
We zijn begonnen met verzamelen en verzamelaars. En we eindigen ook met een bijzondere verzameling en verzamelaar. Hier eindigt de MAS Tour. CVO: Herverdeel de groepjes: alle personen met een kaartje in dezelfde kleur gaan in een groepje staan. De cursisten vertellen aan elkaar wat ze nog weten over het object dat op hun kaartje staat. Op die manier ‘reconstrueren’ ze het verhaal van het thema Wereldhaven. BE: idem.
14