Karel de Grote-Hogeschool Antwerpen
DOE
DEPARTEMENTAAL ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT 2009 | 2010
D E PA R T E M E N TA A L O N D E R W I J S EN EXAMENREGLEMENT Lerarenopleiding
DLO
TREFWOORDEN DOE 2009 | 2010
DOE ACADEMIEJAAR 2009 | 2010 Professionele bachelor kleuteronderwijs Professionele bachelor lager onderwijs Professionele bachelor secundair onderwijs
Algemene bepalingen
1. ALGEMENE BEPALINGEN 1.1 Het departementaal onderwijs- en examenreglement Eindcompetenties
Raadpleging HOE, DOE, studiegids
Dit Departementaal Onderwijs- en Examenreglement bevat de departementsgebonden onderwijsen examenregeling en maakt samen met de studiegids integraal deel uit van het Hogeschool Onderwijs- en Examenreglement (het HOE). De regelgeving geldt voor de opleiding tot professionele bachelor kleuteronderwijs(PBKO), lager onderwijs (PBLO) en secundair onderwijs (PBSO). De eindcompetenties voor deze lerarenopleidingen zijn de decretaal bepaalde basiscompetenties voor de leraar. De student vindt een overzicht ervan in de studiegids. Om de leesbaarheid te bevorderen volgen we dezelfde onderverdeling als in het HOE (Hogeschool Onderwijs- en Examenreglement) Zowel HOE, DOE als studiegids zijn raadpleegbaar via https://bb.kdg.be Onder een trefwoordenlijst, raadpleegbaar op https://bb.kdg.be kan een student antwoorden op vaak gestelde vragen m.b.t. studeren en regelgeving terugvinden.
1.2 Taalregeling 1.2.1. Beginassessment taal Beginassessment taal
ste
Elke student van het 1 studietraject neemt bij de start van het academiejaar deel aan een het beginassessment taal, bestaande uit een logopedische screening en een schrijftaaltoets. De screeningsresultaten en mogelijke remediëringsvoorstellen worden aan elke student meegedeeld. Op basis hiervan beslist de student om zich al dan niet te laten begeleiden. Bij problemen raadt de opleiding dergelijke remediëring sterk aan. Zij beoordeelt enkel de resultaten.
1.2.2 Bachelor- en masteropleidingen Zie HOE
1.2.3 Opleidingsprogramma’s voor buitenlandse studenten Zie HOE
1.2.4 Bachelor-na-bachelor, master-na-master, bij- en nascholing Zie HOE
Onderwijsreglement
2. ONDERWIJSREGLEMENT 2.1 Opleidingsprogramma en studieomvang Opleidingsprogramma en studieomvang
Het opleidingsprogramma en de studieomvang worden beschreven in de studiegids.
2.1.1 Soorten opleidingen Zie HOE
2.1.2 Opleidingsprogramma Competenties
Om het diploma van leraar te verwerven moet elke student de decretaal bepaalde basiscompetenties behalen.
Volgtijdelijkheid/ PDT/IDT
De student respecteert de volgtijdelijkheid van opleidingsonderdelen, zoals beschreven in de studiegids. In uitzonderlijke gevallen kan hiervan afgeweken worden na overleg met het opleidingshoofd en bevraging van het adjunct academische zaken. Bij de samenstelling van zijn persoonlijk deeltraject (PDT)/individueel deeltraject (IDT) is de student zelf verantwoordelijk voor de combinaties die hij kiest: de opleiding kan om organisatorische redenen het lessenrooster niet aanpassen aan individuele vragen.
Vervroegd afstuderen
Indien organisatorisch haalbaar, kunnen studenten die nog slechts een beperkt aantal studiepunten moeten opnemen van hun laatste studietraject, vervroegd afstuderen. Zij volgen de opleidingsgebonden afspraken, weergegeven op https://bb.kdg.be (zie ook HOE 3.6.1.1)
Praktijkgerichte onderwijsactiviteiten Examenstudent
Taken
Specifieke opleidingsgebonden afspraken m.b.t. praktijkgerichte onderwijsactiviteiten zoals bv. stage, eindwerken, ateliers , workshops, leergroepen zijn opgenomen in de studiegids. De opleiding stelt een leerstofoverzicht, een lijst van syllabi en handboeken, een werkopdrachtenen literatuurlijst, de studiegids en het stagevademecum ter beschikking van de examenstudent. De student heeft recht op 1 contact met de titularis van het opleidingsonderdeel en op 1 beoordelend stagebezoek. Hij mag geen onderwijsactiviteiten bijwonen en krijgt geen studiebegeleiding. De student neemt zoals een regulier student deel aan de examens. Grosso modo zijn er 2 soorten taken: taken als onderdeel van een (deel)opleidingsonderdeel taken die een examen vervangen De student is verantwoordelijk voor het indienen van zijn taken. De verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel/de onderwijsactiviteit geeft hieromtrent sluitende instructies en registreert de naam van de student bij het indienen van taken. Afspraken i.v.m. het later indienen van taken komen aan bod in de studiegids.
Niet indienen van taak
Als een student zijn taak niet afgeeft en de bepalingen hieromtrent zoals weergegeven in de studiegids niet nakomt, krijgt hij een nul voor de taak.
2.1.3 Studieomvang Zie HOE
2.1.4 Infosessies Onthaal- en infosessies
De onthaal- en infosessies vinden plaats op de volgende dagen: 1PBKO: 16.09.2009 (10.00 - 12.00 u.), campus Oudesteenweg 2PBKO: 17.09.2009 (10.00 - 12.00 u.), campus Oudesteenweg 3PBKO: 18.09.2009 (10.00 - 12.00 u.), campus Oudesteenweg
-
1PBLO: 17.09.2009 (8.45 - 12.00 u.), start op campus Pothoek , om 11.00 u. naar campus Oudesteenweg 2PBLO: 18.09.2009 (10.30 - 12.30u.), campus Oudesteenweg 3PBLO: 18.09.2009 (13.30 - 16.00u.), campus Pothoek
-
1PBSO: 14.09.2009 (9.30 - 12.30 u.), campus Pothoek 2PBSO: 15.09.2009 (10.00 - 12.00 u.), campus Pothoek 3PBSO: 15.09.2009 (10.00 - 13.00 u.), campus Pothoek start van lessen: 21.09.2009
-
PDT’ers worden eveneens verwacht op deze onthaaldagen.
2.1.5 Afstandsonderwijs Zie HOE
2.2 Organisatie van het academiejaar Jaarplanning
De organisatie van het academiejaar wordt per opleiding opgenomen in de jaarplanning, die bij de start van het academiejaar ter beschikking wordt gesteld.
2.3 Bijzonder statuut voor doelgroepstudenten en de daaraan verbonden onderwijs- en examenfaciliteiten Bijzonder statuut
Eerstejaarsstudenten die een bijzonder statuut willen aanvragen, volgen de regelgeving beschreven in het HOE. Late inschrijvers die dergelijk statuut wensen, nemen in de week na hun inschrijving contact op met de studieloopbaancoördinator. Tweede- en derdejaarsstudenten hernieuwen hun aanvraag voor 30.10.2009. Zij vragen per mail of brief een verlenging van hun statuut aan bij de studieloopbaancoördinator die de aanvraag onderzoekt en bekrachtigt d.m.v. een contract, ondertekend door het adjunct academische zaken.
2.4 Toelatingsvoorwaarden 2.4.1 Algemene toelatingsvoorwaarden voor een bacheloropleiding Zie HOE
2.4.2 Afwijkende toelatingsvoorwaarde voor een bacheloropleiding Zie HOE
2.4.3 Algemene toelatingsvoorwaarden masteropleidingen Zie HOE
2.4.4 Bijzondere toelatingsvoorwaarden Zie HOE
2.4.4.1 Artistieke toelatingsproef 2.4.4.2 Bachelor-na-bacheloropleidingen en andere vervolgopleidingen Toelating bachelor-na-bachelor
Het diploma van leraar geeft rechtstreeks toegang tot een aantal bachelor-na-bacheloropleidingen, in het bijzonder tot de banaba buitengewoon onderwijs, zorgverbreding en remediërend leren.
Verkorte lerarenopleiding professionele bachelor
Na het behalen van het diploma lerarenopleiding van het niveau van de professionele bachelor kan een afgestudeerde via een verkort traject ook een diploma van een verwante lerarenopleiding op het niveau van professionele bachelor behalen.
Postgraduaat Masterdiploma
Een afgestudeerde kan certificaten behalen in het kader van een postgraduaat. Een afgestudeerd leraar kan mits een schakeljaar overschakelen naar een opleiding op masterniveau. 2.4.4.3 Master-na-masteropleidingen 2.4.4.4 Inschrijving voor afzonderlijke opleidingsonderdelen – creditcontracten
Creditcontract
De regelgeving m.b.t. creditcontracten wordt beschreven in het HOE. Het departement legt geen beperkingen op.
2.4.5 Taalvoorwaarden Zie HOE
2.4.5.1 Anderstalige studenten Zie HOE
2.4.5.2 Opleiding in een andere taal dan het Nederlands Zie HOE
2.5 Inschrijving Inschrijving student met persoonlijk/individueel deeltraject
Inschrijving student met vrijstellingen
Leerkrediet
Een PDT-/IDT-student schrijft zich in voor de start van het academiejaar. Via het campusonthaal maakt hij tijdig een afspraak voor een gesprek over zijn studieprogramma. Vervolgens bepaalt hij zijn studieprogramma in overleg met de opleidingsverantwoordelijke aan wie de PDT-inschrijving toegewezen wordt. Ten slotte wordt hij uitgenodigd om administratief in te schrijven. Een student die op basis van eerder verworven competenties vrijstellingen aanvraagt : schrijft zich eerst administratief in maakt vervolgens via het campusonthaal een afspraak i.f.v. de bespreking van zijn opleidingsprogramma met het opleidingshoofd dat in overleg met de betrokken collega’s vrijstellingen toekent krijgt ten laatste op 01.10.2009 een antwoord van het opleidingshoofd wordt uitgenodigd om zich definitief administratief in te schrijven.
2.5.1 Leerkrediet Het leerkrediet toont hoeveel studiepunten de student kan inzetten. Elke student kan zijn leerkrediet raadplegen op www.studentenportaal.be
2.5.2 De inschrijving van de student 2.5.2.1 Bijzondere bepalingen inzake gelijktijdige inschrijvingen 2.5.2.2 Diploma-, credit- en examencontract Geen beperking credit/examencontract
Het departement legt in principe geen beperkingen op aan studenten met een credit- of examencontract: opleidingsonderdelen van allerlei aard kunnen opgenomen worden. Uitzondering: aan het keuzetraject ‘tutor@college’ kan een examenstudent niet deelnemen.
2.5.3. Wijziging van het contract en uitschrijven voor een opleidingsonderdeel 2.5.3.1. Wijziging aan de inhoud van het diploma-, credit- en examencontract Wijziging contract
Uitschrijven voor een opleidingsonderdeel
Een student ondertekent bij inschrijving een formulier waarin de grensdata van uit- en inschrijving weergegeven worden. Wijzigingen aan de inhoud van een contract betreffen zowel het uitschrijven als het inschrijven van opleidingsonderdelen binnen hetzelfde contract. Bij een samengesteld opleidingsonderdeel (sOLOD) geldt als grensdatum de grensdatum van het deelopleidingsonderdeel dat het eerst aan bod komt. Uitschrijven voor een opleidingsonderdeel: grensdata contractwijzigingen : Voor opleidingsonderdelen van modeltraject 1 die starten in periode 1: tot en met 16.10.2009 Voor opleidingsonderdelen van modeltraject 2 en 3 die starten in periode 1: tot en met 02.10.2009 Voor alle andere opleidingsonderdelen moet de student zich uitschrijven ten laatste op de vrijdag van de week na de week waarin het opleidingsonderdeel is gestart. o periode 2: 04.12.2009 o periode 3: 12.02.2010 o periode 4: 30.04.2010 Voor het samengestelde of enkelvoudige opleidingsonderdeel, waarin stage betrokken is, gelden de volgende grensdata: PBKO 1 PBKO: sOLOD Portfolio en stage 1: grensdatum 04.12.2009 2 PBKO: sOLOD Portfolio en stage 2: grensdatum 04.12.2009 3 PBKO: sOLOD Stage-portfolio-professionele bachelorproef: grensdatum 04.12.2009 PBLO 1PBLO: sOLOD Praktijk 1: grensdatum 04.12.2009 2PBLO: sOLOD Praktijk 2: grensdatum 04.12.2009 3PBLO: sOLOD Praktijk 3: grensdatum 04.12.2009 PBSO 1PBSO: eOLOD Stage 1: grensdatum 12.02.2010 2PBSO: eOLOD Stage 2: grensdatum 02.10.2009 3PBSO: eOLOD Stage 3: grensdatum 02.10.2009 I.f.v. het behoud van zijn leerkrediet houdt elke student deze grensdata goed in het oog (zie HOE).
Inschrijven voor een aanvullend opleidingsonderdeel
Gevolgen bij wijzigingen
Inschrijven voor een opleidingsonderdeel: de student kan zich in overleg met het departement binnen hetzelfde contract altijd inschrijven voor aanvullende opleidingsonderdelen. Bij wijziging van het soort contract, worden de cijfers van de reeds afgelegde toetsen/taken overgenomen, inclusief permanente evaluatie. De gevolgen van wijzigingen bij een diplomacontract, creditcontract en examencontract worden beschreven in het HOE. Wijzigingen aan de inhoud van het contract zijn slechts mogelijk voor opleidingsonderdelen waarvoor de student nog geen examenkans gebruikt heeft. De student doet een aanvraag bij de studieloopbaancoördinator, die samen met de student naar de beste oplossing zoekt. Mogelijke specifieke problemen worden besproken door de studieloopbaancoördinator en het adjunct academische zaken. Het programma wordt door de opleidingsondersteuner aangepast in Bamaflex. De student ondertekent het aangepaste contract. Eén exemplaar wordt bewaard door het studentensecretariaat, het andere door de student. 2.5.3.2 Wijziging aan het soort contract Zie HOE 2.5.3.3. Uitschrijven voor een opleiding Zie HOE
2.5.4. Studiegeld 2.5.4.1 Studiegeld voor diploma- en creditcontracten Zie HOE 2.5.4.2 Studiegeld voor examencontracten Zie HOE 2.5.4.3 Studiegeld voor bachelor-na-bacheloropleidingen en master-na-masteropleidingen Zie HOE 2.5.4.4 Studiegeld voor postgraduaatopleidingen en na- en bijscholing Zie HOE 2.5.4.5 Studiegeld voor sommige buitenlandse studenten Zie HOE 2.5.4.6 Terugstorting studiegeld bij uitschrijving voor een opleiding Zie HOE 2.5.4.7 Terugstorting forfaits voor verbruikbaar studiemateriaal en kopieën Zie HOE 2.5.4.8 Aanpassing studiegeld bij wijziging van contract Zie HOE 2.5.4.9 Maatregelen bij niet-betaling door de student Zie HOE
2.6 Studievoortgang 2.6.1 Studievoortgang op grond van examens Studievoortgang
Er zijn 2 soorten opleidingsonderdelen: een enkelvoudig opleidingsonderdeel (eOLOD) een samengesteld opleidingsonderdeel (sOLOD), bestaande uit deelopleidingsonderdelen waaraan aparte studiepunten toegekend worden. Als een student niet geslaagd is voor een samengesteld opleidingsonderdeel, maar wel voor delen de hiervan, dan mogen deze deelcijfers overgedragen worden naar de 2 zittijd/het volgende academiejaar. Stage is een opleidingsonderdeel dat niet herhaalbaar is binnen hetzelfde academiejaar (zie studiegids).
Drempel taalvaardigheid 1ste studietraject
ste
Voor het opleidingsonderdeel taalvaardigheid in het 1 studietraject is er een drempel. Specifieke toelichting hierover vindt de student in de studiegids bij het opleidingsonderdeel taalvaardigheid. Het opleidingsonderdeel taalvaardigheid komt bij deliberatie niet in aanmerking voor het excuuspercentage.
Drempel lichamelijke opvoeding PBSO
In PBSO geldt een drempel voor de samengestelde opleidingsonderdelen ‘Individuele practica’ en ‘Interactieve practica’ binnen het onderwijsvak Lichamelijke Opvoeding. Als een student op een ste deelopleidingsonderdeel 6/20 of minder behaalt, dan krijgt hij in 1 zittijd deze score op het niveau de van het samengesteld opleidingsonderdeel. Hij herhaalt in de 2 zittijd de deelopleidingsonderdelen waarvoor hij een negatief cijfer kreeg. De punten van ste deelopleidingsonderdelen van deze samengestelde opleidingsonderdelen waarvoor hij in 1 zittijd een positief cijfer behaalde, worden overgedragen.
Beoordeling portfolio
Het werken aan het portfolio is een permanente opdracht gedurende de hele opleiding. Aan de hand hiervan toont de student zijn competentieverwerving aan. In de studiegidsen wordt de regelgeving m.b.t. beoordeling hiervan weergegeven.
2.6.2 Studievoortgang op grond van vrijstellingen Zie HOE 2.6.2.1 EVK (eerder verworven kwalificaties) Zie HOE 2.6.2.2 EVC (eerder verworven competenties) Zie HOE 2.6.2.3 Diplomering louter op basis van bewijzen van bekwaamheid Zie HOE
2.6.3 Studieadvies en maatregelen van studievoortgangsbewaking Trissen
Trissen is in principe niet toegelaten. Enkel in uitzonderlijke omstandigheden kan hiervan afgeweken worden. de
Binnen 5 kalenderdagen na de proclamatie van de 2 zittijd mailt de student zijn trisaanvraag naar het adjunct academische zaken. Hij motiveert zijn aanvraag tot uitzonderingsmaatregel. Het adjunct academische zaken onderzoekt de aanvraag in overleg met de opleiding. Als uit gegevens van het dossier blijkt dat de student een grote kans maakt om vooralsnog een credit te behalen voor het betrokken opleidingsonderdeel, volgt binnen 10 kalenderdagen na de proclamatie per e-mail een schriftelijke goedkeuring van het adjunct academische zaken. De student mag zich vervolgens op basis van deze goedkeuring inschrijven voor het betrokken opleidingsonderdeel. Hij maakt ten slotte een afspraak met de studieloopbaancoördinator, die in overleg met de student bepaalt op welke wijze de student aan zijn tekort zal werken. Andere bindende maatregelen, zoals beschreven in het HOE, blijven behouden.
2.6.4 Rechtsbescherming bij studievoortgangsbeslissingen Zie HOE 2.6.4.1 Materiële vergissing Zie HOE 2.6.4.2 Intern beroep Zie HOE
2.7 Aanwezigheid van de student bij onderwijsactiviteiten Aanwezigheid op onderwijsactiviteiten
De student neemt deel aan de onderwijsactiviteiten, tenzij het een examenstudent betreft. Deze laatste wordt niet toegelaten tot onderwijsactiviteiten. De student respecteert de opleidingsgebonden afspraken m.b.t. onderwijs- en stageactiviteiten, zoals weergegeven in de studiegids en het stagevademecum/vademecum didactische praktijk/de praktijkgids. Ongewettigde afwezigheid kan aanleiding geven tot een sanctie (zie HOE). Deze sanctie wordt bepaald door de betrokken lectoren, het opleidingshoofd en het adjunct academische zaken. Voor sommige onderwijsactiviteiten geldt aanwezigheidsplicht in het kader van permanente evaluatie (zie studiegids).
Gewettigde afwezigheid
Als een student omwille van ziekte niet aanwezig kan zijn op dergelijke onderwijsactiviteit, bezorgt hij een origineel afwezigheidsattest aan het campusonthaal, dat dit attest doorgeeft aan de opleidingsondersteuner en een kopie ervan bezorgt aan de ombuds. De opleidingssondersteuner noteert de afwezigheden in een bestand, dat raadpleegbaar is door lectoren. Bij afwezigheid op een evaluatiegebonden onderwijsactiviteit wordt dezelfde procedure gevolgd. Enkel na toestemming van het opleidingshoofd mag een lector opdrachten geven die een afwezigheid tijdens andere onderwijsactiviteiten met zich meebrengt.
Afwezigheid op stageactiviteiten
De regelgeving m.b.t. afwezigheid tijdens stages vindt de student in de studiegids/het stagevademecum/vademecum didactische praktijk/de praktijkgids.
2.8 Studeren en examens afleggen aan andere binnen- en buitenlandse instellingen voor hoger onderwijs Internationaliseringkansen
Elke student krijgt de mogelijkheid om een internationaal profiel te geven aan zijn opleiding. Dit profiel kan verkregen worden door: Mobiliteitsactiviteiten o buitenlandse studiereizen (concretisering in studiegids) o beperkte individuele studentenmobiliteit, o.m. deelnemen aan intensieve programma’s, aan bilaterale projecten, aan korte stages, …(concretisering in studiegids) o internationale mobiliteitsprogramma’s o.m.: het LLP- / Erasmus-programma voor een buitenlandse studie- of stageperiode het Leonardo da Vinci-programma voor een buitenlandse stageperiode na de studie het Comenius-assistentschappen programma voor een buitenlandse stage voor toekomstige of pas afgestudeerde leraren Het VLIR- / UOS-reisbeurzenprogramma voor een stage of een project in een ontwikkelingsland (concretisering in studiegids).
Activiteiten met internationale dimensie voor niet-mobiele studenten o transnationale projecten o module(onderdelen) gegeven door buitenlandse gastdocenten; o volgen van specifieke (keuze)vakken met een internationale dimensie (concretisering in studiegids)
De aanvraag en de toestemming voor een buitenlandse stage (Europees of niet-Europees) gebeurt in het departement volgens de afgesproken deadlines en procedures (concretisering in studiegids) Bij het verlenen van de toestemming houdt het departement rekening met de veiligheidsadviezen van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken te raadplegen op http://www.diplomatie.be/nl/travel/default.asp 1 .
1
Op het moment van de aanvraag voor een buitenlandse stage moet deze afspraak al gemeld worden. Het is aangewezen voortdurend de website voor buitenlandse zaken te raadplegen.
Wanneer deze reizen naar een bepaalde buitenlandse bestemming afraadt (code 3 wanneer de bestemming ligt in het gebied dat wordt afgeraden en code 4 of hoger), krijgt de student geen toestemming om te vertrekken. Deze weigering is geldig vanaf één maand voor het vertrek, ook als het reisadvies in de periode tussen de weigering en het vertrek nog zou wijzigen. Alle kosten die reeds werden gemaakt op het ogenblik van de weigering, tracht de student in eerste instantie te recupereren via de annulatieverzekering. Voor kosten die hierdoor niet kunnen worden terugbetaald, komt het departement tussen. In het geval dat de student niet kan vertrekken, neemt hij contact op met de anker internationalisering die in overleg met het opleidingshoofd een alternatief studieprogramma samenstelt. Toelatingsvoorwaarden internationaal traject
Een student mag deelnemen aan een lang internationaal uitwisselingsprogramma (max. 30 studiepunten), als hij minimum 120 studiepunten verworven heeft en geslaagd is voor de stage van de het 2 studietraject. Als een student in zijn laatste studietraject minder dan 30 studiepunten moet behalen, kan hij in het buitenland maximum het aantal studiepunten opnemen dat hij in het eigen departement in dat traject nog moet afleggen.
Aanvraagprocedure internationaal traject
Werkwijze aanvraag: De student dient een beraadslagingsdossier in bij de ankerpersoon internationalisering van zijn opleiding op basis van criteria die worden aangereikt door de departementale dienst internationalisering. De ankerpersonen zijn: Ludo Vandael (PBSO) Ria Van Weverberg (PBLO) Herman Coene (PBKO). Het dossier wordt onderzocht en vervolgens op basis van de criteria goed- of afgekeurd. Bij een dossier dat bijkomende vragen oproept, licht de student het mondeling toe t.a.v. de beraadslagingscommissie, die bestaat uit het opleidingshoofd, de ankerpersoon internationalisering en de leertrajectbegeleider van de student. Als het dossier vooralsnog goedgekeurd wordt, mag de student naar het buitenland. Indien niet, dan volgt ofwel een afkeuring op basis van argumenten of een kans om het dossier te herwerken en opnieuw voor te leggen aan de beraadslagingscommissie, die daarna een definitieve beslissing neemt. de
Tijdens het 2 studietraject zijn er eventueel mogelijkheden voor internationale projecten van korte duur binnen het LLP-programma. ECTS-code: A= excellent B= zeer goed C= goed D= voldoende E= geslaagd F= niet geslaagd Info m.b.t. internationaliseringsaanvragen vindt de student op https://bb.kdg.be.
2.9 Studenten van andere onderwijsinstellingen 2.10 Medezeggenschapsorganen van KdG 2.10.1 Departementale Studentenraad Studentenraad
De departementale studentenraad heeft adviesbevoegdheid m.b.t. de regelgeving van onderwijs en examens, studentenbegeleiding, algemeen onderwijsbeleid, logistiek en infrastructuur. Vanuit de departementale studentenraad worden studenten afgevaardigd naar diverse andere inspraakorganen.
2.10.2 Departementale Raad Zie HOE
2.10.3 KdG-studentenraad Zie HOE
2.10.4 Academische Raad Zie HOE
Examenreglement
3. EXAMENREGLEMENT 3.1 Beoordeling van de student 3.1.1 Examen Zie HOE 3.1.1.1.Bijzondere bepalingen voor praktijk Examencommissie
Van stageplaats veranderen
Stage voortijdig stopzetten
Studiegebonden disfunctioneren
Voorbereiding examencommissie Alvorens de examencommissie samenkomt, overleggen alle (praktijk)lectoren met als bedoeling de punten voor stage aan de gezamenlijke criteria te toetsen. De punten voor stage worden vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de examencommissie. Voortijdig beëindigen van stage Een student kan enkel in zeer uitzonderlijke omstandigheden van stageplaats veranderen. De leertrajectbegeleider, de praktijkcoördinator en het opleidingshoofd bepalen of het om uitzonderlijke omstandigheden gaat. De opleiding wijst een nieuwe stageplaats toe. Op het moment van verandering van stageplaats vindt een tussentijdse evaluatie plaats waaraan de stagementor, de leertrajectbegeleider en de praktijkcoördinator deelnemen. De student wordt gehoord. Op basis van deze evaluatie schrijft de leertrajectbegeleider een tussentijds rapport, waarin de redenen van stageplaatsverschuiving en de mogelijke leerpunten van de student genoteerd worden. De student heeft steeds het recht om zich tijdens de procedure te laten bijstaan door de ombuds. Als een student zijn stage (voortijdig) wil stopzetten, neemt hij contact op met zijn leertrajectbegeleider om zijn situatie en motief te bespreken. Als na dit gesprek blijkt dat dit een juiste beslissing is, deelt de student deze boodschap mee aan de directie, mentor en praktijkcoördinator. Als een student door de school waar hij stage loopt gedwongen wordt om zijn stage te beëindigen omwille van falend functioneren in zijn (les)praktijk, wordt, ongeacht of de student het falen onderkent, de volgende procedure gevolgd: Stap 1: Na overleg met de mentor (+ ev. de directie) formuleert de leertrajectbegeleider/praktijkcoördinator t.a.v. de student de werkpunten in een contract. Hierin wordt gestipuleerd wat de studenten tegen wanneer in orde moet brengen. Dit contract wordt ondertekend door de student, de mentor en de leertrajectbegeleider/praktijkcoördinator. Als de student zich binnen de afgesproken tijdslimiet (weergegeven in het contract) niet aan de afspraken van het contract houdt, volgt stap 2: Een praktijkcommissie, bestaande uit de praktijkcoördinator, de leertrajectbegeleider, het opleidingshoofd en het adjunct academische zaken als voorzitter, onderzoekt de kwestie. De commissie hoort de student. Op basis hiervan en op grond van het dossier beslist de commissie of de student nog een stagekans in zijn school of in een andere school krijgt of zijn stage moet stopzetten. In het rapport van de commissie wordt een voorlopige evaluatie genoteerd. De ze beslissing wordt gemotiveerd. In een brief aan de student. De student heeft steeds het recht om zich tijdens de procedure te laten bijstaan door de ombuds.
Attitudegebonden disfunctioneren
Als uit de observaties van de leertrajectbegeleider/mentor/directie en na overleg van deze betrokken partijen blijkt dat het attitudegebonden persoonlijk disfunctioneren van de student op stage van die aard is dat er, conform artikel 4.3. van het HOE, maatregelen moeten genomen worden, dan wordt de stage tijdelijk stopgezet en een tuchtcommissie samengeroepen (zie HOE 4.3.2). De procedure, beschreven in het HOE, wordt gevolgd. De tuchtcommissie kan als sanctie o.m. beslissen tot een definitieve stopzetting van de stage.
3.1.2 Soorten examens Zie HOE
3.1.3 Beoordeling van examens Elke soort examen wordt beoordeeld op 20 punten, tenzij er in de studiegids een andere, nietnumerieke vorm van resultaatsbepaling vastgelegd is.
3.1.4 Eindbeoordeling van een opleidingsonderdeel Elk opleidingsonderdeel wordt uiteindelijk beoordeeld op 20 punten.
3.2 Organisatie van de examens 3.2.1. Algemeen Algemene info m.b.t. de organisatie van examens vindt de student op https://bb.kdg.be Info m.b.t. beoordeling van opleidingsonderdelen vindt de student in de studiegids.
3.2.2. Examenperiode en toetsweken Zie HOE
3.2.3 Examenvorm Examenvorm
De studiegids geeft per opleidingsonderdeel info over de evaluatievormen.
3.2.4 Examenrooster 3.2.4.1 Bekendmaking examenroosters van de eerste examenperiode (zie 3.2.2) Examenrooster
De definitieve examenroosters worden ten minste 2 weken voor de aanvang van de examens ad valvas en via Blackboard meegedeeld. 3.2.4.2 Bekendmaking examenroosters van de tweede examenperiode
Examenrooster 2de zittijd
de
De roosters voor de 2 zittijd zijn ter beschikking tegen 10.07.2010. Lectoren zijn niet bereikbaar tussen 10.07.2010 en 16.08.2010. De student stelt mogelijke de bijkomende vragen m.b.t. de 2 zittijd voor 01.07.2010. 3.2.4.3 Wijzigen van de examenroosters na de bekendmaking
3.3 Examenfaciliteiten voor studenten met een bijzonder statuut Studenten met een bijzonder statuut
Indien nodig en afgesproken met de ombuds/studiebegeleider, krijgt een student met een bijzonder statuut examenfaciliteiten. De student maakt geen misbruik van zijn statuut als doelgroepstudent. Als hij dat toch doet, kan een sanctie volgen.
3.4. Openbaarheid van de examens - inzagerecht 3.4.1 Openbaarheid van examens 3.4.2. Inzagerecht Inzagerecht
De opleiding voorziet na elke examenperiode een inzagemoment a.h.v. de examenkopieën, waarbij de lector aanwezig is voor commentaar. Meestal betreft het een gemeenschappelijk inkijkmoment, maar het kan ook zijn dat de student een afspraak moet maken met de betrokken lector. Info hierover vindt de student na elke examenperiode op https://bb.kdg.be/ ad valvas. ste Het laatste inkijkmoment van de 1 zittijd vindt nooit plaats op de dag van de proclamatie. de Ook na de 2 zittijd mag de student vragen om zijn examen in te kijken in aanwezigheid van de de betrokken lector. Na de 2 zittijd kan dit eveneens nooit op de dag van de proclamatie.
3.5 Verloop van het examen 3.5.1 Inschrijvingsvoorwaarden en het afleggen van examens 3.5.2 Aanwezigheid van de student bij examens Aanwezigheid op examens
Als een student niet (tijdig) aanwezig kan zijn op een examen: telefoneert hij voor de start van het examen naar het campusonthaal om zijn afwezigheid te melden verwittigt hij zo snel mogelijk telefonisch/per mail de ombuds. Deze onderzoekt of er al dan niet een inhaalexamen mogelijk is. Dit kan enkel, als de organisatie het toelaat. de geeft hij ten laatste op de 5 kalenderdag na het gemiste examen zijn afwezigheidsattest af op het campusonthaal. Wettiging van afwezigheid is een belangrijke voorwaarde bij de organisatie van inhaalexamens. De voorzitter van de examencommissie (opleidingshoofd) en de ombuds gaan na of de wettiging correct is. Een medische attest is geldig, als het de melding van ziekte, vastgesteld door een arts, en een correcte datum vermeldt. Dixit-attesten of geantidateerde medische attesten worden niet aanvaard als wettiging voor afwezigheid. Afwezigheid omwille van andere reden: zie HOE.
Inhaalexamens
Inhaalexamens bij periodegebonden toetsen worden georganiseerd in juni van het betreffende de academiejaar, voor zover de organisatie het toelaat. Een 2 kans tot inhaalexamen na een inhaalexamen is niet mogelijk. De procedure m.b.t. de aanvraag van een inhaalexamen vindt de student op https://bb.kdg.be. de
Ook in de 2 zittijd zijn inhaalexamens mogelijk, voor zover de praktische organisatie het toelaat. Regelgeving examengedrag student
Bij een individueel examen mag de student in het examenlokaal geen contact opnemen met een medestudent, noch met iemand daarbuiten. Digitale communicatiemiddelen, b.v. GSM, zijn niet toegelaten. Als de student toch op één of andere manier ongeoorloofd communiceert, wordt dit als fraude beschouwd. Geen enkel examendocument mag uit het examenlokaal meegenomen worden. Bij een schriftelijk examen mag de student het lokaal de eerste 30 minuten niet verlaten. Als hij meer dan 30 minuten te laat komt, mag hij in principe geen examen meer afleggen, tenzij de ombuds of het opleidingshoofd vooralsnog de toelating geeft om het examen te maken, weliswaar zonder verlenging van de werktijd. De ombuds of het opleidingshoofd kan een student die te laat komt omwille van gegronde redenen de toelating geven tot een inhaalexamen, als de praktische organisatie dit toelaat. Ter verantwoording moeten steeds bewijsstukken voorgelegd worden.
3.5.3. Aanwezigheid van de examinator Zie HOE
3.5.4 Verwantschap Zie HOE Staking van het openbaar vervoer
3.6 Afwezigheid van de student bij examens en onderwijsactiviteiten in geval van staking van het openbaar vervoer 3.6.1 Aangekondigde staking Bij een staking van het openbaar vervoer die minstens 3 werkdagen vooraf werd aangekondigd, verwachten we dat de student aanwezig is bij onderwijsactiviteiten en examens. Als er een dwingende reden is waarom dit niet lukt, neemt de student ten laatste op de dag voor de staking per mail of telefoon contact op met de ombuds. Deze gaat na of deze reden inderdaad dwingend is. Als dat het geval is en het betreft een onderwijsactiviteit,dan verwittigt de ombuds de lesgever. Bij een examen geeft de ombuds de kans tot inhaalexamen.
3.6.2 Niet aangekondigde staking Een staking van het openbaar vervoer die niet vooraf is aangekondigd, wordt beschouwd als overmacht. Afwezigheid bij onderwijsactiviteiten en examens ten gevolge van de staking is dan gewettigd. De afwezigheid tijdens een onderwijsactiviteit is gewettigd. De afwezigheid bij het examen wordt besproken met de ombuds, die in overleg met de opleidingsondersteuner een inhaalexamen organiseert. Regeling: zie ook HOE 2.7. en 3.5.2.
3.7 Examencommissie 3.7.1 Soorten en bevoegdheden van de examencommissie en examenbeslissingen 3.7.1.1 Examencommissie voor het geheel van de opleiding de
Voor studenten die slechts een beperkt aantal studiepunten in hun 3 studietraject (opnieuw) ste moeten afleggen, organiseert elke opleiding halverwege de 1 zittijd een examencommissie, die delibereert over het geheel van de opleiding. De student doet hiertoe voor 01.10.2009 een aanvraag per mail bij het opleidingshoofd. 3.7.1.2 De overige examencommissies
3.7.2 Samenstelling Samenstelling examencommissie
De examencommissie bestaat uit een representatieve vertegenwoordiging van de opleiding. Ze wordt als volgt samengesteld: de voorzitter (het opleidingshoofd) de ombuds de secretaris een representatieve vertegenwoordiging van de opleiding PBKO: 1 vertegenwoordiger per module per studietraject PBLO: 2 vertegenwoordigers van de themalijn, 1 van de praktijklijn, 4 van de gereedschapslijn en 1 van de persoonlijke ontwikkelingslijn PBSO: 3 vertegenwoordigers van de vakkenlijn, 2 van de pedagogisch-didactische lijn, 2 van de praktijklijn.
3.7.3 Stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden Zie HOE
3.7.4. Aanwezigheid Zie HOE
3.7.5 Deliberatie Zie HOE 3.7.5.1 Geheim van de deliberatie Zie HOE 3.7.5.2 Procedure Zie HOE 3.7.5.3 Deliberatiecriteria Deliberatiecriteria
Als een student 50% behaalt op het gewogen totaal van de punten voor zijn ingeschreven programma en daarbij niet meer dan 1,15% tekort heeft op dit totaal, is hij geslaagd. Voor het (deel)opleidingsonderdeel stage moet de student steeds 10/20 behalen. Een tekort voor stage wordt m.a.w. niet gedelibereerd. Voor het opleidingsonderdeel taalvaardigheid is er een drempel (zie 2.6.1). Een tekort ste voor het opleidingsonderdeel taalvaardigheid in het 1 studietraject wordt niet gedelibereerd. Indien nodig, legt de ombuds het dossier van een doelgroepstudent met dyslexie voor ter bespreking. In PBSO geldt een drempel voor de samengestelde opleidingsonderdelen ‘Individuele practica’ en ‘Interactieve practica’ binnen het onderwijsvak Lichamelijke Opvoeding. Als ste een student op een deelopleidingsonderdeel 6/20 of minder behaalt , dan krijgt hij in 1 zittijd op het niveau van het samengesteld opleidingsonderdeel deze score. Hij herhaalt de in de 2 zittijd de deelopleidingsonderdelen waarvoor hij een negatief cijfer kreeg. De punten van deelopleidingsonderdelen van deze samengestelde opleidingsonderdelen ste waarvoor hij in 1 zittijd een positief cijfer behaalde, worden overgedragen. Alle ombudsdossiers worden besproken op de deliberatie. de
Een student die voor een opleidingsonderdeel herkanst in de 2 examenperiode, behoudt steeds het hoogst verworven punt van het opleidingsonderdeel. Zelfs als het punt voor het de ste opleidingsonderdeel behaald is in de 2 examenperiode lager is dan het punt, behaald in de 1 de examenperiode, wordt het hoogst verworven punt vermeld op het rapport van de 2 examenperiode. Deze gunstmaatregel wordt niet toegepast op de punten behaald voor delen van opleidingsonderdelen.
3.8 Mededeling en proclamatie van examenresultaten 3.8.1 Mededeling van examenresultaten Mededeling examenresultaten
De examenresultaten worden ten laatste 3 werkweken na de afronding van een periode op papier ter beschikking gesteld van de studenten. Het betreft voorlopige cijfers van (deel)opleidingsonderdelen, die pas bij de deliberatie definitief bekrachtigd worden.
3.8.2 Proclamatie van de beslissing van de examencommissie en mededeling van de definitieve examenpunten Zie HOE
3.9 Creditbewijs - diploma Zie HOE
3.9.1 Creditbewijs Zie HOE
3.9.2 Diploma Zie HOE
Rechtspositieregeling van de student
4. RECHTSPOSITIEREGELING VAN DE STUDENT 4.1 Verbintenis tot het naleven van de opdrachtverklaring 4.2 Ombuds 4.2.1 Algemeen Zie HOE
4.2.2 Bemiddeling bij problemen in verband met de onderwijs- en examenactiviteiten Zie HOE
4.2.3 Bemiddeling bij problemen tussen studenten Zie HOE
4.3 Tuchtregeling voor de student 4.3.1 Ordemaatregelen Zie HOE
4.3.2 Sancties n.a.v. een tuchtprocedure Zie HOE
4.4 Examentuchtbeslissingen 4.5 Rechtsbescherming bij studievoortgangsbeslissingen 4.5.1 Materiële vergissingen Zie HOE 4.5.1.1 Beslissingen genomen door de examencommissie Zie HOE 4.5.1.2 Beslissingen genomen door het adjunct-departementshoofd Academische Zaken Zie HOE
4.5.2 Deliberatie vóór de deliberatie en overmacht Zie HOE
4.5.3 Beroep tegen een studievoortgangsbeslissing van de Karel de Grote-Hogeschool Zie HOE 4.5.3.1 Intern beroep Zie HOE 4.5.3.2 Extern beroep – Raad voor Betwistingen inzake Studievoortgangsbeslissingen Zie HOE
Varia
5. VARIA 5.1 KdG-mailadres Zie HOE
5.2 Berichtgeving Zie HOE
5.3 Portretrecht / recht op afbeelding Zie HOE
5.4 Licenties en vindingen 5.4.1 Gebruiksrecht op werken gemaakt in opdracht van de hogeschool Zie HOE
5.4.2 Regeling m.b.t. vindingen ontstaan in het kader van onderzoek in opdracht van de hogeschool Zie HOE
5.5 Persoonlijke bezittingen 5.6 Verwerking van persoonlijke gegevens van studenten 5.7 Verzekeringen 5.7.1 Begrip schoolleven Zie HOE
5.7.2 Begrip schoolweg Zie HOE
5.7.3 Lichamelijke ongevallen Zie HOE
5.7.4 Burgerlijke aansprakelijkheid Zie HOE
5.8 Gedragscode voor studenten bij het gebruik van communicatie en informatieverwerkende middelen 5.8.1 Toepassingsgebied Zie HOE
5.8.2 Algemene richtlijnen Zie HOE
5.8.3 Verboden handelingen Zie HOE
5.8.4 Controle en sancties Zie HOE
5.9. Forfaitaire kosten Forfaitaire kopieerkosten
Verbruikbaar materiaal
Naast het inschrijvingsgeld en examengeld betaalt een student forfaitaire kopieerkosten: € 6,5 vanaf 46 studiepunten € 4,9 van 28 studiepunten t.e.m. 45 studiepunten € 2,9 t.e.m. 27 studiepunten. Als vergoeding van de kosten voor gebruiksgoederen die in de ateliers ter beschikking gesteld worden, betalen de studenten van de professionele bachelor kleuter- en lager onderwijs bij de eerste inschrijving eenmalig atelierkosten voor hun volledige studieloopbaan: €15. De PBSO-studenten van de optie Plastische Opvoeding betalen één maal per academiejaar atelierkosten, afhankelijk van het aantal opgenomen studiepunten: € 40 in 1 PO € 35 in 2 PO € 25 in 3 PO
Contactgegevens
Studentensecretariaat Lokaal E 2.01
[email protected]
Dienst studieloopbaancoördinatie: studentenzaken, ombudsdienst, studiebegeleiding PBSO Wim Cuypers (ombuds en studentenbegeleiding) Inge Ansloos (studiebegeleiding) Campus Pothoek Lokaal E 3.11
[email protected] [email protected] T +32 3 613 14 28 PBKO + PBLO Ine Nuyts (ombuds, studenten- en studiebegeleiding) Campus Oudesteenweg Lokaal A 3.03
[email protected] T +32 3 613 13 69