Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa)
Lees ter voorbereiding onderstaande teksten. _______________________________________
Het milieu De Europese Unie werkt aan de bescherming en verbetering van het milieu. Dat is belangrijk voor de huidige én toekomstige bewoners van Europa. Vervuiling trekt zich niets aan van landsgrenzen. Zo zorgen Nederlandse bedrijven en het Nederlandse verkeer voor luchtvervuiling in onze buurlanden. Andersom werkt het ook: Nederland heeft bijvoorbeeld te maken met rivierwater uit de Maas en de Rijn dat vervuild is door fabrieken in België, Duitsland en Frankrijk. De uitstoot van broeikasgassen zorgt zelfs voor problemen die wereldwijde gevolgen hebben. Denk maar aan de opwarming van de aarde. Samenwerken Daarom is de bestrijding van problemen zoals water- en luchtvervuiling alleen mogelijk als landen samenwerken. In Europa wordt dan ook steeds meer samengewerkt op dit gebied. In de Nederlandse wet zijn al veel Europese regels opgenomen om het milieu te beschermen. Bij de bescherming van het milieu moet ook rekening worden gehouden met andere zaken, zoals de economie. Strenge milieuregels zijn bijvoorbeeld lastig voor fabrieken. Het kost fabrieken veel geld en tijd om hun werkwijze milieuvriendelijker te maken. Wij hebben deze fabrieken wel nodig om de economie draaiende te houden. 1
Daarom moet worden gezocht naar een oplossing die zowel goed is voor de economie als voor het milieu. Dat is niet altijd makkelijk. Maar de Europese Unie werkt hier hard aan. Bijvoorbeeld door te zoeken naar schonere manieren om energie op te wekken, zoals via windmolens.
2
Klimaatverandering
'We gebruiken veel meer dan de Aarde aan kan' - dat is in het kort hoe de Nederlandse Europarlementariër Kartika Liotard het probleem samenvatte. De aarde is aan het opwarmen. Dat lijkt niet zo heel erg, maar elders in de wereld heeft dat grote gevolgen. In Afrika, maar ook dichter bij huis. In Spanje wordt al steeds meer land woestijn. Oogsten in India mislukken, de Noord- en Zuidpool smelten en in Nederland resulteert het in een stijging van de zeespiegel. We betalen een prijs, niet alleen in euro's, voor alle spullen die we hebben. De Europese Unie wil dat we net zo veel kunnen blijven kopen, maar zonder dat we het milieu er verder mee belasten. Het klimaat verandert omdat we grondstoffen gebruiken. We kappen bossen, halen olie, kolen en gas uit de grond en verbruiken veel water. Het idee is dat we die grondstoffen duurzaam gaan gebruiken. Dat wil zeggen dat we bij het gebruik zo min mogelijk schade toebrengen aan de omgeving. En dat we niet zoveel gebruiken dat er voor de volgende generatie geen grondstoffen meer over zijn. Een paar bomen kappen maakt voor een bos niet uit, dat groeit wel terug. Kap je de helft weg, dan duurt het eeuwen voor een bos weer helemaal hersteld is. We moeten dus zuinig omgaan met onze omgeving.
Maatregelen Er zijn twee manieren waarop we duurzaam kunnen leven. De eerste: we zoeken naar andere grondstoffen waar wel genoeg van is of die zelfs nooit opraken en waar het gebruik ervan niet schadelijk is. Een voorbeeld hiervan is wind- en zonne-energie. Kernenergie is een geval apart. Het opwekken van stroom via kernenergie is veel minder vervuilend dan olie of kolen. Maar het afval is wel radioactief, en dat blijft nog 3
duizenden jaren gevaarlijk. Over het gebruik van kernenergie zijn de lidstaten het dan ook nog niet eens. De Europese Unie geeft geld uit aan onderzoek naar duurzame energie. Zo steunt de EU bedrijven die windmolenparken en zonnecellen maken. Dat is nodig, maar er moet nog meer gedaan worden. De tweede manier is besparen. Ons energiegebruik moet omlaag. De Playstation 3 en de nieuwste BMW: we willen graag meer snelheid. Maar als we het milieu willen sparen, kan dat alleen als we minder stroom en minder benzine gebruiken. Dit geldt niet alleen voor het gebruik, we moeten spullen ook zuiniger produceren. Zeker als we steeds meer spullen in ons bezit willen hebben, moet wat we hebben een stuk milieuvriendelijker zijn. Efficiënter en zuiniger.
Samenwerken De Europese Unie wil dat we over ruim 10 jaar al ruim 20% minder energie verbruiken, en in 2050 nog maar 50% van wat we nu verbruiken. Om te zorgen dat we dat halen zijn er regels nodig. Apparaten moeten aan bepaalde technische eisen voldoen. Doen ze dat niet dan mogen fabrikanten hun spullen niet verkopen. Ook is er systeem bedacht waar bedrijven die meer vervuilen dan is toegestaan daar voor moeten betalen. Dus, wie zuiniger werkt is goedkoper uit. Het probleem is dat er heel veel moet worden gedaan. Dat kost veel geld en tijd, zonder dat direct te zien is of het helpt. Maar in de Europese Unie zijn we het erover eens dat, als we later nog in een schone wereld willen leven, er nu regels moeten komen. De rest van de wereld moet ook meedoen. De Europese Unie is één van de grootste vervuilers ter wereld. Daar wil de EU iets aan doen. Maar zonder de VS, China, Rusland en de rest van de wereld heeft wat wij doen niet zoveel effect. Daarom doet de EU haar best om andere landen te overtuigen meer te doen dan zijn nu van plan zijn. Dat de Europese Unie de leiding neemt kan ons ook geld gaan opleveren. Als je minder energie verbruikt hoef je ook minder olie en gas te kopen van andere landen. De elektriciteitsrekening gaat omlaag. We kunnen de technologieën die wij hebben bedacht, verkopen aan het buitenland; ook andere landen willen duurzamer gaan leven. Ook zij zullen wel moeten.
4
Wat wil en doet Europa? De Europese Unie en haar lidstaten hebben door de jaren heen besloten om op steeds meer gebieden samen te werken. Dat betekent dat de lidstaten niet meer alles alleen beslissen. Zij nemen nu op veel gebieden samen besluiten. Daar staat tegenover dat Europa meer kan bereiken in de wereld. Samen sta je immers sterker! Deze nauwe samenwerking van de Europese landen ontstond in de jaren '50. De landen werkten eerst vooral samen op het gebied van industrie en economie. Inmiddels is de samenwerking veel verder uitgebreid. Bijvoorbeeld op het gebied van landbouw, milieu en veiligheid.
Goedkoper bellen in de EU Bellen naar het buitenland was een aantal jaar geleden volgens veel Europeanen te duur. Zij wilden dat de prijzen omlaag zouden gaan. De Europese Unie was het hier mee eens. 5 Miljard euro zouden we te veel betalen voor het over de grens heen bellen, dat heeft de Europese Unie onderzocht. Het te veel betalen werkt als volgt: bel je met je mobieltje in het buitenland of vanuit het buitenland, of word je gebeld terwijl je in het buitenland bent dan gebruik je het netwerk van de telecom-aanbieder in het buitenland. Niet je Nederlandse provider. Dit heet 'roaming'. Acht op de tien Europeanen heeft een mobieltje, en bijna iedere bezitter van een mobieltje heeft wel eens met roaming te maken. De telecombedrijven verdienen er goed aan. Te goed, zegt nu ook de Europese Commissie, het dagelijkse bestuur van de Europese Unie. De Europese Unie wilde ieder jaar lagere prijzen door een maximum te stellen aan hoeveel je hoeft te betalen voor roaming. Roaming is dus een 5
goed voorbeeld van hoe Europa invloed heeft op ons dagelijks leven. Door Europese regels zijn deze de kosten voor bellen en gebeld worden in het buitenland sterk omlaag gegaan. Dat wil de Europese Commissie. En de politici die we hebben gekozen in het Europees Parlement. En ze willen niet alleen dat de prijzen omlaag gaan maar ook dat de telecom-bedrijven iedereen laten weten dat ze meer betalen als ze bellen in het buitenland. Vakantielanden GrootBrittannië, Spanje en Frankrijk willen veel hogere maximumtarieven dan de rest van Europa. Hun bedrijven verdienen er goed aan. Ondanks hun tegenstribbelen is bellen nu goedkoper geworden. Sinds de zomer van 2007 zijn de tarieven in de Europese Unie gemiddeld met meer dan de helft gedaald. Ook in 2010 zullen de prijzen weer dalen. De nieuwe prijzen bij roaming worden dan 40 cent per minuut voor het bellen en 11 cent per sms. Ook het internetten op je mobieltje in het buitenland wordt goedkoper.
6