DOCENTENHANDLEIDING
Gouden Bronnen
Gouden Bronnen Amsterdam Museum
KORTE INFORMATIE Onderwerp:
De Gouden Eeuw
Doelgroep:
Onderbouw voortgezet onderwijs
Vakgebieden: Mens & Maatschappij
Kunst en Cultuur
Nederlands
Omvang:
Voorbereiding in de klas (ca. 50 min, niet verplicht)
Bezoek Amsterdam Museum (1 uur)
Samenstelling: Amsterdam Museum © januari 2013
INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding
blz.
2. Algemene informatie
5
• Tarief en reserveren
• Adres
• Openingstijden
• Bereikbaarheid
• Huisregels museumbezoek
3. Het programma
• Opbouw van het programma
• Doelstellingen
4. Voorbereidende les in de klas
• Introductie op het thema door de docent
• Onderzoeksfase
• Presentatiefase
5. Programma in het Amsterdam Museum
• Het museumbezoek
• Voorbereiding docent
6. Kerndoelen
BIJLAGE 1 CANONKAARTJES BIJLAGE 2 PRESENTATIE TECHNIEKEN BIJLAGE 3 CHECKLIST PRESENTEREN
4
6
7
8
9
1 INLEIDING De tentoonstelling De Gouden Eeuw, proeftuin van onze wereld in het Amsterdam Museum vertelt het fascinerende verhaal van de Gouden Eeuw. Een eeuw van wereldhandel, de Verenigde Oost-Indische Compagnie, economische bloei, rijkdom, zilver, regenten, culturele en religieuze diversiteit, florerende wetenschap, hoogwaardige schilderkunst en de aanleg van de Amsterdamse grachtengordel. Maar het is ook een eeuw van slavernij en oorlog. In het museum gaan de leerlingen onder begeleiding van museumdocenten actief aan de slag met de collectie. Ze krijgen een korte inleiding van de museumdocenten en gaan vervolgens zelf museumbronnen onderzoeken. Tot slot geven de leerlingen elkaar een rondleiding langs de topstukken. Het museum is bij uitstek een plaats om in aanraking te komen met échte historische voorwerpen. Het programma is een aanvulling op de vakken Nederlands, Kunst en Cultuur en Mens en Maatschappij. De leerlingen verdiepen zich inhoudelijk in historische bronnen en moeten vervolgens presentatietechnieken aanwenden, samen werken en kritisch nadenken. In deze handleiding vindt u alle informatie over het programma. De voorbereidende les is niet verplicht, maar wellicht een mooie aanvulling op uw lessen over de Gouden Eeuw. Wij wensen u en uw leerlingen veel plezier met de uitvoering van dit programma!
Team publiek en educatie
4
2 ALGEMENE INFORMATIE Tarief en reserveren Onderwijsprogramma’s kosten €45,- per 15 leerlingen. Dat bedrag is inclusief deze digitale docentenhandleiding, de begeleiding van een museumdocent en de entree van het museum. Het museumbezoek duurt ca. 60 minuten. Reserveren van het museumbezoek: klik op het reserveringsformulier. Of mail naar
[email protected] of bel 020-5231730. NB Annulering van een gereserveerd bezoek kan tot uiterlijk één week voor de afgesproken datum, tegen betaling van € 11,50 administratiekosten. Bij latere afzegging wordt het hele bedrag in rekening gebracht. Adres Schoolgroepen melden zich vóór hun bezoek bij de centrale kassa. Deze is te bereiken via de ingang aan de Sint Luciënsteeg 27, maar ook via Kalverstraat 92. Openingstijden Iedere dag van 10.00 - 17.00 uur. Bereikbaarheid Vanaf station Amsterdam CS: 12 minuten lopen via Damrak, Dam en Kalverstraat. Tram 1, 2, 4, 5, 9, 16, 24 en 25: halte Spui. Eigen bussen kunnen stoppen op de Nieuwezijds Voorburgwal (geen parkeerplaats). Huisregels museumbezoek Wij verwachten een actieve houding van u en de begeleiders om het bezoek prettig te laten verlopen. Wilt u daarom van te voren de leerlingen én de begeleiders op de hoogte stellen van onze huisregels? • U blijft als docent verantwoordelijk voor het gedrag van de leerlingen. • De objecten in het museum niet aanraken.
Vertel de leerlingen ook waarom dit niet mag.
• Er mag niet worden geschreeuwd of gerend. • Op de zalen mag niet worden gegeten, gedronken of gerookt.
Ook kauwgom is niet toegestaan.
• Op de zalen moet het geluid van mobiele telefoons worden stil gezet.
5
3 HET PROGRAMMA Opbouw van het programma Voorbereidende les in de klas (niet verplicht) - ca. 50 min. • Introductie Gouden Eeuw, tijdvak ‘Tijd van regenten en vorsten’; • Onderzoeken & Presenteren. Programma in het Amsterdam Museum - ca. 60 min. • Korte introductie door de museumdocent; • Leerlingen werken in groepjes aan bronnenonderzoek; • Leerlingen presenteren de door hen verkregen informatie. Doelstellingen • Leerlingen krijgen een leuke, zinvolle en inspirerende museumervaring; • Leerlingen behandelen belangrijke thema’s uit de Gouden Eeuw, zoals handel, bestuur,
slavernij etc.
• Leerlingen leren Amsterdam vanuit een historisch perspectief bekijken; • Leerlingen leggen een relatie tussen historische en hedendaagse gebeurtenissen; • Leerlingen doen zelfstandig historisch onderzoek aan de hand van museumbronnen; • Leerlingen oefenen met het geven van presentaties.
6
4 VOORBEREIDENDE LES IN DE KLAS
Als aanvulling op het onderwerp Gouden Eeuw en als voorbereiding op het bezoek aan het
Amsterdam Museum, kan de voorbereidende les gedaan worden. In deze les oefenen de leerlingen
met het zelfstandig vergaren van kennis en het presenteren van kennis aan de groep.
Opbouw
• Introductie op het thema door de docent
• Inhoudelijke verdieping in de Canon (onderzoeksfase)
• Presenteren van de bevindingen aan de klas (presentatiefase)
Introductie op het thema door de docent
Aansluitend op uw lesmethode kunt u het onderwerp ‘Gouden Eeuw’ binnen het tijdvak
‘Tijd van regenten en vorsten’ bespreken. Behandel hierbij de kenmerkende aspecten van
dit tijdvak:
• Het streven van vorsten naar absolute macht;
• Het burgerlijk bestuur en de stedelijke cultuur in de Nederlandse Republiek;
• Het ontstaan van handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie;
• De wetenschappelijke revolutie.
Onderzoeksfase
Verdeel de klas in twee- of drietallen. Knip de canonkaartjes uit bijlage 1 uit en geeft ieder groepje
een kaartje. Op ieder kaartje staat één canonvenster met betrekking tot de Gouden Eeuw.
Leerlingen gaan in twee- of drietallen dit onderwerp uit de canon onderzoeken en presenteren.
De website van de Nederlandse canon (entoen.nu) dient als onderzoeksbron voor het onderwerp
op het kaartje. Laat de leerlingen informatie vergaren naar het onderwerp en deze ordenen met
behulp van aantekeningen.
Presentatiefase
De leerlingen bereiden in twee- of drietallen met behulp van de gevonden informatie een korte
canonpresentatie voor. Deze dient ongeveer 3 minuten te duren. Bespreek alvorens
de presentatietechnieken uit bijlage 2 met de leerlingen.
U kunt per presentatie de medeleerlingen laten beoordelen. Gebruik hiervoor bijlage 3.
De opmerkingen van de leerlingen kunnen in de nabespreking worden meegenomen.
7
5 PROGRAMMA IN HET AMSTERDAM MUSEUM
Het museumbezoek
In het museum wordt u bij de hoofdingang, bij de kassa’s, ontvangen door de museumdocent(en).
Tijdens het bezoek staat de Gouden Eeuw centraal. Na een korte introductie delen de
museumdocenten zogenaamde ‘bronnenkaarten’ uit. Hierin komen allerlei thema’s aan bod. Zoals:
bestuur, handel, medische kennis, misdaad, rijkdom, schutterijen, wetenschap, zorg, VOC en WIC.
De leerlingen gaan in groepjes van twee of drie leerlingen de bronnen van hun thema bekijken.
Op deze manier onderzoeken ze het thema vanuit verschillende invalshoeken.
Alle groepjes bereiden een presentatie van hun thema bij één van de bronnen voor.
De museumdocenten geven elk groepje een set bronnenkaarten en potlood en papier
mee. De leerlingen schrijven tijdens hun onderzoek steekwoorden voor hun presentatie op.
In een korte presentatie van 3 minuten vertellen de leerlingen aan hun medeleerlingen wat zij
hebben ontdekt over hun thema en het object waar zij voor staan. Na de presentatie is er een
korte nabespreking onder leiding van de museumdocenten.
Voorbereiding docent
• Vertel de begeleiders (ouders en/of collega’s) de huisregels van het museum.
• Vertel de leerlingen dat ze het Amsterdam Museum gaan bezoeken en vertel ze over
de huisregels.
• Zorg ervoor dat u op het afgesproken tijdstip aanwezig bent in het Amsterdam Museum.
Zie ook ‘Algemene informatie’.
De museumdocenten wachten hier op u.
• Neem bij vertraging contact met ons op, telefoonnummer: 020-5231730.
8
6 KERNDOELEN
Dit programma sluit aan bij de kerndoelen voor het Voortgezet Onderwijs.
Nederlands
1.
De leerling leert zich mondeling en schriftelijk begrijpelijk uit te drukken.
4.
De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken
en geschreven teksten.
De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en
5.
te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen.
6.
De leerling leert deel te nemen aan overleg, planning, discussie in een groep.
7.
De leerling leert een mondelinge presentatie te geven.
9.
De leerling leert taalactiviteiten (spreken, luisteren, schrijven en lezen) planmatig voor
te bereiden en uit te voeren.
10. De leerling leert te reflecteren op de manier waarop hij zijn taalactiviteiten uitvoert en leert,
op grond daarvan en van reacties van anderen, conclusies te trekken voor het uitvoeren van
nieuwe taalactiviteiten.
Mens en maatschappij
37. De leerling leert een kader van tien tijdvakken te gebruiken om gebeurtenissen,
ontwikkelingen en personen in hun tijd te plaatsen. De leerling leert in dit programma over
kenmerkende aspecten van het tijdvak ‘Tijd van regenten en vorsten (1600-1700)’.
De leerling leert daarbij in elk geval de relatie te leggen tussen de gebeurtenissen
en he-dendaagse ontwikkelingen.
40. De leerling leert historische bronnen te gebruiken om zich een beeld van een tijdvak
te vormen of antwoorden te vinden op vragen, en hij leert daarbij ook de eigen
cultuur-historische omgeving te betrekken.
Kunst en cultuur
50. De leerling leert op basis van enige achtergrondkennis te kijken naar beeldende kunst.
52. De leerling leert mondeling of schriftelijk te reflecteren op werk van anderen,
waaronder dat van kunstenaars.
9
BIJLAGE 1 CANONKAARTJES
De Republiek 1588-1795 Een statenkundig unicum
De Verenigde Oostindische Compagnie 1602-1799 Overzeese expansie
De Beemster 1612 Nederland en het water
De grachtengordel 1613-1662
Hugo de Groot 1583-1645
Stadsuitbreidingen in
Pionier van het moderne
de zeventiende eeuw
volkenrecht
Rembrandt 1606?-1669
De Atlas Major van Blaeu 1662
De grote schilders
De wereld in kaart
Spinoza 1632-1677
Christiaan Huygens 1629-1695
Buitenhuizen 17e en 18e eeuw
Op zoek naar de waarheid
Wetenschap in de Gouden Eeuw
Rijk wonen buiten de stad
10
De Statenbijbel 1637 Het boek der boeken
Michiel de Ruyter 1607-1676 Zeehelden en de brede armslag van de Republiek
BIJLAGE 2 PRESENTATIE TECHNIEKEN Geef enkele aandachtspunten mee voor het mondeling presenteren. 1. De inhoud • Oriënteer je op je onderwerp. • Afbakening onderwerp: maak je onderwerp zo klein, dat je een heldere en te beantwoorden
vraagstelling kunt formuleren.
• Verantwoording onderwerp: bedenk waarom je dit een relevante en interessante
vraagstelling vindt voor deze presentatie.
• Afstemming onderwerp op de doelgroep: bedenk wat je publiek al weet over dit onderwerp
en wat dit publiek wellicht interessant vindt om te weten te komen.
2. Structuur Bouw je verhaal zorgvuldig op: • Een pakkend begin trekt de aandacht. • In de inleiding geef je een toelichting op de opbouw van je presentatie. • In het midden beantwoord je gestructureerd de verschillende deelvragen van je hoofdvragen. • In de afsluiting geef je een samenvatting van je verhaal of trek je een duidelijke conclusie. • Zorg dat je publiek je verhaal kan blijven volgen: vat tussendoor kort samenvatten en geef aan
‘waar’ je bent (bv: met ten eerste, ten tweede).
3. Nonverbale Presentatie Een groot deel van je boodschap wordt door middel van je nonverbale presentatie overgebracht. Het is belangrijk dat die nonverbale presentatie ondersteunend werkt en niet afleidt. Dus denk aan overtuigingskracht en /of enthousiasme. Let daarbij op: houding, gezichtsuitdrukking, handgebaren, oogcontact met het publiek. 4. Stemgebruik: Bij een mondelinge presentatie gebruik je je stem als instrument. Let daarbij op: intonatie, spreektempo, articulatie, taalgebruik, zinsbouw. 5. Visuele hulpmiddelen: Je kunt je boodschap visueel ondersteunen door het gebruik van hulpmiddelen: bordgebruik, powerpoint, video/digitaal materiaal en uitgereikt materiaal. 6. Tijdsduur Let op je tijd: zorg dat je je verhaal in een rustig tempo binnen de gestelde tijd kunt afronden.
11
BIJLAGE 3 CHECKLIST PRESENTEREN
CHECKLIST Jouw naam:
Wie geeft de presentatie?
Over welk thema?
Wat ik goed vond:
Wat je nog beter zou kunnen:
12