Docentenhandleiding bij Digitale fotobewerking met PhotoStudio voor senioren

Docentenhandleiding bij

Digitale fotobewerking met PhotoStudio voor senioren

ISBN 978 90 5905 398 4

2

1. Introductie De cursushandleiding gaat uit van een lessenschema dat bestaat uit negen punten. Deze punten zijn in drie groepen verdeeld. In principe ziet een cursusbijeenkomst er als volgt uit: A Inleiding

1. Zorgen dat de cursisten aandacht hebben voor de les. 2. Uitleggen wat de leerdoelen van deze les zijn. 3. Noodzakelijke voorkennis in herinnering brengen.

B Instructie

1. De informatie (leerstof) aanbieden. 2. De cursisten helpen bij het leren. 3. Cursisten gevraagde handelingen laten tonen. 4. Terugkoppeling geven over de getoonde prestaties.

C Afsluiting

1. Het eindresultaat vaststellen van het leren (toetsing). 2. Herhaling en wijzen op toepassingen.

Het schema wordt van begin tot eind stap voor stap doorlopen. De stappen B1 tot B4 worden steeds herhaald, dat wil zeggen dat de leerstof steeds in kleine delen wordt aangeboden (B1). Er zullen dus vele momenten zijn waarop de cursist hulp nodig kan hebben (B2). Daaruit volgt ook dat tijdens een cursusbijeenkomst cursisten meerdere handelingen aanleren die ze kunnen demonstreren (B3), waarop de cursusleider kan reageren met goedkeuring of eventueel noodzakelijke corrigerende opmerkingen (B4). Op de volgende pagina vindt u nogmaals het schema aangevuld met extra informatie om de inhoud en het waarom van elke stap te verduidelijken. De uitwerking van de acht cursusbijeenkomsten wordt namelijk binnen dit schema gegeven. Uiteraard kunt u, indien gewenst, bijeenkomsten samenvoegen. Reserveer voor:  de Inleiding 10-15%  de Instructie 60-70%  de Afsluiting 20-25% van de beschikbare tijd.

2012 Visual Steps - Docentenhandleiding bij Digitale fotobewerking met PhotoStudio voor senioren ISBN 978 90 5905 398 4

3

Lesschema A Inleiding

1. Zorgen dat de cursisten aandacht hebben voor de les. De cursusleider kan om stilte verzoeken, de deur dichtdoen, een aankondiging op het bord schrijven of op een andere manier de aandacht op zijn persoon en de komende les richten. 2. Uitleggen wat de leerdoelen van deze les zijn. Voor cursist en leraar is het van belang precies te weten wat de gewenste resultaten voor een les zijn. De werkhouding van de cursist tijdens de les is er van afhankelijk of bijvoorbeeld de behandelende stof herkend moet worden, uit het hoofd geleerd moet worden, of toegepast moet kunnen worden. Alleen maar noemen van onderwerpen die behandeld gaan worden is onvoldoende. De docent moet dit in begrijpelijke termen doen. 3. Noodzakelijke voorkennis in herinnering brengen. De docent moet in het begin van de les zorgen dat de nieuwe informatie aansluit op en voortbouwt op eerder verworven begrippen en regels. De betreffende kennis van de cursisten moet dan eerst opgehaald (geactiveerd) worden.

B Instructie

1. De informatie (leerstof) aanbieden. De kern van het onderwijsleerproces is het aanbieden van de informatie door de docent of door het studieboek. 2. De cursisten helpen bij het leren. De docent blijft tijdens het leerproces niet op zijn plaats maar is bezig de verrichtingen van de cursisten te observeren en waar nodig te ondersteunen. De toegepaste didactische opvatting kan worden gekenschetst als begeleid ontdekkend leren. 3. Cursisten de gevraagde handeling laten tonen. Het gaat hier niet om het controleren of de cursisten hun huiswerk hebben gedaan, maar om een oefenmogelijkheid voor het uitvoeren van de gewenste (eind)handeling. Een gerichte vraag geeft de cursist de mogelijkheid om zichzelf en de docent te tonen dat hij of zij het weet of kan. 4. Terugkoppeling geven over de getoonde prestaties. Het geven van informatie over de getoonde prestaties aan cursisten is informatief en versterkend. Terugkoppeling van informatie over de uitvoering van de handeling van de lerende gaat in vele gevallen vanzelf: het werkt of het werkt niet. Terugkoppeling moet in ieder geval informatie geven over de correctheid van het uitvoeren van de handelingen die tijdens het leren zichtbaar zijn.


4

C Afsluiting

1. Het eindresultaat vaststellen van het leren (toetsing). De bedoeling van deze gebeurtenis is vast te stellen of de cursist het leerdoel heeft bereikt en of hij of zij met zekerheid de gewenste eindhandelingen kan uitvoeren. Voor dit doel zijn verschillende toetsingsvormen mogelijk: bijvoorbeeld een opdracht uitvoeren of een opgave maken. Ze hoeven niet allemaal op hetzelfde tijdstip te worden afgenomen. Uiteraard behoort de toets afgestemd te zijn op de gestelde leerdoelen. 2. Herhaling en wijzen op toepassingen. Deze laatste stap is gericht op het bevorderen van het beklijven op de wat langere termijn. Daarom dienen deze aanwijzingen lesoverstijgend te zijn en gericht op het zichtbaar maken van cursusverbanden.

2. Voorkennis Voor deze cursus wordt verondersteld dat de cursisten beschikken over een basiskennis computervaardigheid. Dit niveau bereiken de cursisten na doorwerken van een beginnersboek. Op deze webpagina’s vindt u een overzicht van de boeken over een bepaalde Windows-versie: voor Windows 8: www.visualsteps.nl/windows8boeken voor Windows 7: www.visualsteps.nl/windows7boeken voor Windows Vista: www.visualsteps.nl/vistaboeken voor Windows XP: www.visualsteps.nl/xpboeken

3. Algemeen Technische zaken als het op de juiste wijze geïnstalleerd zijn van Windows 8, 7, Vista of XP is essentieel voor het geven van deze cursus. Het installeren van het programma ArcSoft PhotoStudio komt in de eerste bijeenkomst aan de orde. U kunt er echter ook voor kiezen het programma voorafgaand aan de cursus al te installeren. Voor het afdrukken en scannen van foto’s zijn eventueel een printer en scanner nodig.


5

4. Referenties E. Warries en J.M. Pieters Inleiding Instructietheorie Swets en Zeitlinger B.V. Amsterdam/Lisse 1992 J. Molter en A. Borg Onderwijs en leerpsychologie Intro Nijkerk 1990

5. Overzicht van de cursusbijeenkomsten De cursusopzet bestaat uit acht bijeenkomsten, waarbij gebruik wordt gemaakt van hoofdstuk 1 tot en met 9 uit Digitale fotobewerking met PhotoStudio voor senioren. Les 1 Hoofdstuk 1 Installeren van PhotoStudio Hoofdstuk 2 Aan de slag met PhotoStudio Les 2 Hoofdstuk 3 Foto’s verbeteren Les 3 Hoofdstuk 4 Foto’s retoucheren Les 4 Hoofdstuk 5 Werken met selecties Les 5 Hoofdstuk 6 Werken met lagen Les 6 Bijzondere effecten Les 7 Importeren, bewerken en opslaan Les 8 Afdrukken en delen Desgewenst kunt u naar eigen inzicht lessen samenvoegen of splitsen.


6

Les 1 A Inleiding

1. Zorgen dat de cursisten aandacht hebben voor de les. Zie hiervoor het algemene schema. 2. Uitleggen wat de leerdoelen van deze les zijn. Geef eerst onderstaande informatie; schrijf de vet gedrukte woorden ergens in grote letters zodat iedereen ze goed kan zien (bijvoorbeeld op een bord). Met behulp van het programma ArcSoft PhotoStudio kunt u foto’s verbeteren, bewerken en afdrukken. Voordat uw cursisten dit programma kunnen gebruiken, moeten zij het eerst op de computer installeren. In dit boek worden in de voorbeelden oefenfoto’s gebruikt. Die foto’s vindt u in de map Oefenbestanden Fotobewerking voor senioren op de cd-rom. Digitale fotografie is enorm populair. De kwaliteit van digitale camera’s neemt steeds verder toe en de prijs wordt steeds lager. Daarnaast komen er steeds meer programma’s waarmee u thuis uw digitale foto’s kunt bewerken. Dat kan zelfs wanneer u niet over een digitale camera beschikt. U kunt bijvoorbeeld met behulp van een scanner uw vakantiefoto’s inscannen en er zo digitale foto’s van maken. Daarnaast kunt u bij het ontwikkelen van uw filmrolletje uw foto’s op cd-rom laten zetten. Zo krijgt u ook digitale foto’s die u met een fotobewerkingsprogramma kunt bewerken. Het programma ArcSoft PhotoStudio 5.5 biedt u veel mogelijkheden voor het bewerken van uw digitale foto’s. Zo kunt u foto’s groter, kleiner, lichter, donkerder, vager of juist scherper maken. De kleurbalans van de foto kan worden aangepast en u kunt zelfs delen van de foto die u niet wilt zien, wegwerken. Met behulp van diverse effecten kunt u eenvoudige foto’s veranderen in artistieke meesterwerkjes. Veel van de hulpmiddelen die een professionele fotograaf in de doka ter beschikking heeft, kunt u met dit programma ook op uw computer gebruiken. Deze technieken komen in de verschillende cursusbijeenkomsten uitgebreid aan bod. In deze les maakt u kennis met PhotoStudio. U gaat aan de slag met digitale foto’s en u zult onder andere zien hoe zo’n foto is opgebouwd.


7

In deze les leert u: (zet ook dit ergens goed leesbaar neer)              

welke eisen PhotoStudio aan uw computer stelt; het programma PhotoStudio installeren; de map met oefenbestanden naar de harde schijf kopiëren; PhotoStudio starten; de paletten gebruiken; de Browser gebruiken; een oefenfoto openen; een foto roteren; in- en uitzoomen; een uitsnede van een foto maken; de afmetingen van een foto bekijken; een foto vergroten en verkleinen; handelingen ongedaan maken; een foto opslaan.

3. Noodzakelijke voorkennis in herinnering brengen. Omdat dit de eerste bijeenkomst is, kunt u niet terugwijzen naar de vorige bijeenkomst. B Instructie

1. De informatie (leerstof) aanbieden. Pagina’s 17-28 en 31-58. 2. De cursisten helpen bij het leren. Zie hiervoor het algemene schema. 3. Cursisten het gevraagde gedrag laten tonen. Zie hiervoor het algemene schema. 4. Terugkoppeling geven over de getoonde prestaties. Zie hiervoor het algemene schema.

C Afsluiting

1. Het eindresultaat vaststellen van het leren (toetsing). Bespreek in het kort eventuele veel voorkomende problemen die zich tijdens B Instructie voordeden. 2. Herhaling en wijzen op toepassingen. Keer terug naar de doelstellingen en lees ze nog eenmaal door. Moedig de cursisten aan de opgedane kennis en vaardigheden thuis te herhalen.

Aanvullende lesstof:

Achtergrondinformatie en tips op pagina 29, 30 en 59 t/m 66.


8

Les 2 A Inleiding

1. Zorgen dat de cursisten aandacht hebben voor de les. Zie hiervoor het algemene schema. 2. Uitleggen wat de leerdoelen van deze les zijn. Geef eerst onderstaande informatie; schrijf de vet gedrukte woorden ergens in grote letters zodat iedereen ze goed kan zien (bijvoorbeeld op een bord). Het zal vaak voorkomen dat u een foto wilt verbeteren. De hele foto is bijvoorbeeld te licht of juist te donker. Vooral door het gebruik van flitslicht ontstaan er soms verkeerd belichte foto’s. Zoals u in deze les zult leren, kunt u aan zulke foto’s nog veel verbeteren. Een veelvoorkomend probleem is dat foto’s niet altijd even mooi van kleur zijn. Ook deze foto’s kunt u aanpassen. Digitale foto’s die van veraf genomen zijn, zijn vaak niet helemaal scherp. Dat komt door de omzetting van het beeld in pixels en doordat het onderwerp te ver weg is. Met PhotoStudio laat u zelfs die foto’s er snel beter uit zien. In deze les leert u: (zet ook dit ergens goed leesbaar neer)      

de functie Automatisch verbeteren gebruiken; de functie Correctie gebruiken; handmatig over- en onderbelichting wijzigen; het venster Kleurbalans gebruiken; een foto scherper maken; een foto vervagen.


9

3. Noodzakelijke voorkennis in herinnering brengen. Breng in het kort de leerstof van de vorige bijeenkomst in herinnering.               B Instructie

welke eisen PhotoStudio aan uw computer stelt; het programma PhotoStudio installeren; de map met oefenbestanden naar de harde schijf kopiëren; PhotoStudio starten; de paletten gebruiken; de Browser gebruiken; een oefenfoto openen; een foto roteren; in- en uitzoomen; een uitsnede van een foto maken; de afmetingen van een foto bekijken; een foto vergroten en verkleinen; handelingen ongedaan maken; een foto opslaan.

1. De informatie (leerstof) aanbieden. Pagina’s 67-87. 2. De cursisten helpen bij het leren. Zie hiervoor het algemene schema. 3. Cursisten het gevraagde gedrag laten tonen. Zie hiervoor het algemene schema. 4. Terugkoppeling geven over de getoonde prestaties. Zie hiervoor het algemene schema.

C Afsluiting

1. Het eindresultaat vaststellen van het leren (toetsing). Bespreek in het kort eventuele veel voorkomende problemen die zich tijdens B Instructie voordeden. 2. Herhaling en wijzen op toepassingen. Keer terug naar de doelstellingen en lees ze nog eenmaal door. Moedig de cursisten aan de opgedane kennis en vaardigheden thuis te herhalen.


Achtergrondinformatie en tips op pagina 88 t/m 98.


10

Les 3 A Inleiding

1. Zorgen dat de cursisten aandacht hebben voor de les. Zie hiervoor het algemene schema. 2. Uitleggen wat de leerdoelen van deze les zijn. Geef eerst onderstaande informatie; schrijf de vet gedrukte woorden ergens in grote letters zodat iedereen ze goed kan zien (bijvoorbeeld op een bord). Fotobewerkingsprogramma’s zoals PhotoStudio hebben veel gereedschap waarmee u foto’s kunt bijwerken. Waar vroeger met de hand aan een foto werd gewerkt, heeft u nu de beschikking over elektronische hulpmiddelen. Hiermee kunt u op uw beeldscherm foutjes uit een foto wegpoetsen. Dit wordt retoucheren genoemd. Zo kunt u bijvoorbeeld met behulp van een speciaal filter stofjes en krasjes weghalen. Voor grotere krassen en andere dingen die u niet op de foto wilt zien, kunt u het Kloon-hulpmiddel gebruiken. Hiermee vervangt u op de foto een deel door een stukje dat elders op de foto staat. Vooral wanneer u oude foto’s of dia’s heeft ingescand, zullen deze vaardigheden van pas komen. Maar ook bij moderne digitale camera’s komen fouten in foto’s voor. Denkt u maar eens aan een vervelend verschijnsel als rode ogen door flitslicht. PhotoStudio kent speciale functies om deze rode ogen weg te halen. Daarnaast beschikt het programma over professionele belichtingsen focusgereedschappen. Hiermee heeft u hulpmiddelen tot uw beschikking die voorheen alleen door professionele fotografen in donkere kamers werden gebruikt. In deze les leert u: (zet ook dit ergens goed leesbaar neer)  rode ogen verwijderen;  de belichtingshulpmiddelen Lichter maken en Donkerder maken gebruiken;  de focushulpmiddelen Scherper maken en Wazig gebruiken;  een hele foto selecteren;  krasjes en stofjes weghalen;  grotere krassen verwijderen.


11

3. Noodzakelijke voorkennis in herinnering brengen. Breng in het kort de leerstof van de vorige bijeenkomst in herinnering:       B Instructie

de functie Automatisch verbeteren gebruiken; de functie Correctie gebruiken; handmatig over- en onderbelichting wijzigen; het venster Kleurbalans gebruiken; een foto scherper maken; een foto vervagen.


C Afsluiting

1. Het eindresultaat vaststellen van het leren (toetsing). Bespreek in het kort eventuele veel voorkomende problemen die zich tijdens B Instructie voordeden. 2. Herhaling en wijzen op toepassingen. Keer terug naar de doelstellingen en lees ze nog eenmaal door. Moedig de cursisten aan de opgedane kennis en vaardigheden thuis te herhalen en toe te passen met behulp van de extra oefeningen.




12

Les 4 A Inleiding

1. Zorgen dat de cursisten aandacht hebben voor de les. Zie hiervoor het algemene schema. 2. Uitleggen wat de leerdoelen van deze les zijn. Geef eerst onderstaande informatie; schrijf de vet gedrukte woorden ergens in grote letters zodat iedereen ze goed kan zien (bijvoorbeeld op een bord). Selecteren is de belangrijkste handeling die u moet verrichten voordat u een deel van een foto kunt bewerken. PhotoStudio heeft hiervoor verschillende mogelijkheden, zoals het selecteren met een rechthoekige of ovale vorm. Met een ander hulpmiddel, de lasso, kunt u handmatig de vorm van uw selectie tekenen. De magnetische lasso laat u hoekige of onregelmatige vormen heel precies selecteren. Weer een ander hulpmiddel laat u selecteren op kleur, zodat u bijvoorbeeld gemakkelijk de blauwe lucht in een foto selecteert. Heeft u een stukje van een foto geselecteerd, dan kunt u dat gedeelte verbeteren, of kopiëren en gebruiken in een fotomontage. In deze les leert u hoe u: (zet ook dit ergens goed leesbaar neer)          

selecteert met een vorm; een selectie verplaatst of kopieert; het selectiekader laat verdwijnen; vrij selecteert met de lasso; een onregelmatig gevormd object selecteert met de magnetische lasso; een selectie zachte randen geeft; schaduw toevoegt aan een selectie; op kleur selecteert met de Toverstok; een patroon toevoegt; een kleur toevoegt.


13

3. Noodzakelijke voorkennis in herinnering brengen. Breng in het kort de leerstof van de vorige bijeenkomst in herinnering:  rode ogen verwijderen;  de belichtingshulpmiddelen Lichter maken en Donkerder maken gebruiken;  de focushulpmiddelen Scherper maken en Wazig gebruiken;  een hele foto selecteren;  krasjes en stofjes weghalen;  grotere krassen verwijderen. B Instructie


C Afsluiting





14

Les 5 A Inleiding

1. Zorgen dat de cursisten aandacht hebben voor de les. Zie hiervoor het algemene schema. 2. Uitleggen wat de leerdoelen van deze les zijn. Geef eerst onderstaande informatie; schrijf de vet gedrukte woorden ergens in grote letters zodat iedereen ze goed kan zien (bijvoorbeeld op een bord). Bij het bewerken van foto’s kunt u in PhotoStudio gebruikmaken van lagen. De basis van een afbeelding is altijd een laag met de naam Laag-0. Wanneer u in deze laag wijzigingen aanbrengt, wordt de originele foto gewijzigd. Dat gebeurt niet wanneer u de wijzigingen aanbrengt in een laag die over de eerste laag heen wordt gelegd. Zo’n nieuwe laag kan een tekst of een figuur bevatten. Ook kunt u een kopie van (een deel van) Laag-0 gebruiken en deze verbeteren of retoucheren. Het grote voordeel is dat u op deze manier de lagen afzonderlijk kunt bewerken, zonder de achtergrondlaag of de andere lagen aan te tasten. Lagen kunt u vergelijken met glasplaten die over elkaar heen liggen. Wanneer een gedeelte van een laag leeg is, ziet u de onderliggende lagen erdoorheen. Achter alle lagen bevindt zich Laag-0, de achtergrondlaag. Totdat u de lagen verenigt, blijft elke laag onafhankelijk van de andere lagen in de afbeelding. Dit betekent dat u kunt experimenteren met verschillende composities zonder permanente wijzigingen in de hele afbeelding aan te brengen. Met enige oefening kunt u met lagen prachtige effecten bereiken. In deze les leert u: (zet ook dit ergens goed leesbaar neer)  een nieuwe laag maken door te kopiëren;  de lagen in een foto bekijken;  een laag uitsnijden met het hulpmiddel Vorm;  een laag bewerken;  een tekstlaag toevoegen met het hulpmiddel Tekst;  een afbeelding met lagen opslaan;  een selectie omkeren;  lagen samenvoegen;  een fotomontage maken;  een tekst toevoegen met de 3D Text Factory;  een andere tekstkleur kiezen;  het fotopapier vergroten;  een panoramafoto maken door twee lagen aan elkaar te leggen;  een panoramafoto verbeteren.


15

3. Noodzakelijke voorkennis in herinnering brengen. Breng in het kort de leerstof van de vorige bijeenkomst in herinnering:           B Instructie

selecteert met een vorm; een selectie verplaatst of kopieert; het selectiekader laat verdwijnen; vrij selecteert met de lasso; een onregelmatig gevormd object selecteert met de magnetische lasso; een selectie zachte randen geeft; schaduw toevoegt aan een selectie; op kleur selecteert met de Toverstok; een patroon toevoegt; een kleur toevoegt.


C Afsluiting





16

Les 6 A Inleiding

1. Zorgen dat de cursisten aandacht hebben voor de les. Zie hiervoor het algemene schema. 2. Uitleggen wat de leerdoelen van deze les zijn. Geef eerst onderstaande informatie; schrijf de vet gedrukte woorden ergens in grote letters zodat iedereen ze goed kan zien (bijvoorbeeld op een bord). In deze les maakt u kennis met een aantal bijzondere effecten en werkwijzen die u in PhotoStudio kunt gebruiken. U leert werken met verschillende effecten, waarmee u een artistieke draai aan uw foto’s kunt geven. U kunt uw foto’s zelfs inlijsten. Met behulp van de functie Hechten maakt u twee foto’s aan elkaar, zodat er een panoramafoto ontstaat. Ook zult u zien hoe u een scheef gebouw weer recht kunt zetten en het perspectief in een foto kunt aanpassen. Wilt u nog meer aan een foto veranderen, dan kunt u met vervormingsfilters grappige effecten bereiken. In deze les leert u hoe u: (zet ook dit ergens goed leesbaar neer)       

verschillende effecten gebruikt; een foto in een lijstje zet; een panoramafoto maakt met de functie Hechten; een foto er oud laat uitzien; een gebouw recht zet; het perspectief van een foto aanpast; vervormingsfilters gebruikt.


17

3. Noodzakelijke voorkennis in herinnering brengen. Breng in het kort de leerstof van de vorige bijeenkomst in herinnering:               B Instructie

een nieuwe laag maken door te kopiëren; de lagen in een foto bekijken; een laag uitsnijden met het hulpmiddel Vorm; een laag bewerken; een tekstlaag toevoegen met het hulpmiddel Tekst; een afbeelding met lagen opslaan; een selectie omkeren; lagen samenvoegen; een fotomontage maken; een tekst toevoegen met de 3D Text Factory; een andere tekstkleur kiezen; het fotopapier vergroten; een panoramafoto maken door twee lagen aan elkaar te leggen; een panoramafoto verbeteren.


C Afsluiting





18

Les 7 A Inleiding

1. Zorgen dat de cursisten aandacht hebben voor de les. Zie hiervoor het algemene schema. 2. Uitleggen wat de leerdoelen van deze les zijn. Geef eerst onderstaande informatie; schrijf de vet gedrukte woorden ergens in grote letters zodat iedereen ze goed kan zien (bijvoorbeeld op een bord). De snelste manier om digitale foto’s in uw computer te krijgen is ze rechtstreeks uit uw digitale camera importeren. In PhotoStudio beschikt u over een handige interface om de foto’s snel binnen te halen en op te slaan. Daarnaast is scannen nog steeds één van de meest gebruikte manieren om foto’s te digitaliseren. Op zichzelf is het scannen van een foto een eenvoudige handeling. Toch is het goed om te weten hoe een scanner werkt. U kunt namelijk op verschillende kwaliteiten scannen. Afhankelijk van waar u de digitale foto voor wilt gebruiken, maakt u een keuze. Een gescande foto heeft meestal nog nabewerking nodig, zoals bijsnijden. Wanneer u de gescande foto gaat opslaan op de vaste schijf van uw computer, kunt u kiezen uit verschillende bestandstypen. Sommige bestandstypen leveren een veel omvangrijker bestand op dan andere. Dit is bijvoorbeeld belangrijk als u uw foto’s per e-mail wilt versturen of op een website wilt gebruiken. In deze les leert u: (zet ook dit ergens goed leesbaar neer)     

foto’s importeren uit uw digitale camera; een foto importeren via uw scanner; de scanner instellen; een gescande foto bijwerken; een foto opslaan met een andere bestandstype.


19

3. Noodzakelijke voorkennis in herinnering brengen. Breng in het kort de leerstof van de vorige bijeenkomst in herinnering:        B Instructie

verschillende effecten gebruikt; een foto in een lijstje zet; een panoramafoto maakt met de functie Hechten; een foto er oud laat uitzien; een gebouw recht zet; het perspectief van een foto aanpast; vervormingsfilters gebruikt.


C Afsluiting





20

Les 8 A Inleiding

1. Zorgen dat de cursisten aandacht hebben voor de les. Zie hiervoor het algemene schema. 2. Uitleggen wat de leerdoelen van deze les zijn. Geef eerst onderstaande informatie; schrijf de vet gedrukte woorden ergens in grote letters zodat iedereen ze goed kan zien (bijvoorbeeld op een bord). In veel gevallen zult u mooie afdrukken willen maken van uw digitale foto’s. Met de huidige printers kunt u de kwaliteit benaderen van een gewoon afgedrukte foto. Daarbij komt wel het één en ander kijken. Niet alleen bestaan er allerlei soorten papier, u kunt de printer ook op verschillende manieren instellen. In PhotoStudio kunt u het formaat waarop u uw foto afdrukt eenvoudig aanpassen. Ook kunt u een contactblad afdrukken, met miniatuurweergaven van foto’s. Dat is handig wanneer u uw foto’s archiveert op cd-rom. Naast afdrukken is er nog een andere manier om uw digitale foto’s met anderen te delen. U kunt een foto versturen als bijlage bij een e-mail. Kortom, in dit programma heeft u genoeg mogelijkheden om uw foto’s met anderen te delen. In deze les leert u hoe u: (zet ook dit ergens goed leesbaar neer)     

de pagina-instelling bekijkt en aanpast; de printer instelt; een enkele foto afdrukt; een contactblad afdrukt; een foto per e-mail verstuurt.


21

3. Noodzakelijke voorkennis in herinnering brengen. Breng in het kort de leerstof van de vorige bijeenkomst in herinnering:      B Instructie

foto’s importeren uit uw digitale camera; een foto importeren via uw scanner; de scanner instellen; een gescande foto bijwerken; een foto opslaan met een andere bestandstype.


C Afsluiting





22

6. De eindtoets Ter afsluiting van een cursus zijn er verschillende toetsen beschikbaar. Deze bestaan uit meerkeuzevragen. De toetsen kunnen online gemaakt worden op www.computerbrevet.nl Aan deelname zijn géén kosten verbonden. Na afloop ziet de cursist direct het behaalde resultaat. De cursist ontvangt gratis per e-mail een Computerbrevet met zijn/haar naam en het behaalde resultaat. Ook de docent kan hiervan een afschrift ontvangen. Het Computerbrevet kan worden afgedrukt.

7. Ander cursusmateriaal De populaire boeken van Visual Steps zijn uitstekend geschikt voor gebruik als cursusmateriaal. Bij een groot aantal boeken zijn docentenhandleidingen beschikbaar. Kijk voor meer informatie op www.visualsteps.nl/docent Na registratie krijgt u gratis toegang tot alle aanvullende materialen en handleidingen.


Docentenhandleiding bij Digitale fotobewerking met PhotoStudio voor senioren

Recommend Documents