Docentenhandleiding bij de reizende tentoonstelling Auschwitz-Birkenau en ter voorbereiding van een bezoek aan Auschwitz
Inhoudsopgave Voorwoord
3
Inleiding
5
Lesgeven over de Holocaust
9
A - Reizende tentoonstelling Auschwitz-Birkenau - De tentoonstelling op school - vier praktijkvoorbeelden - Teksten en foto’s van de reizende tentoonstelling Auschwitz-Birkenau - Levensverhalen in de koffers
13 13 16 29
B - Werkvormen, opdrachten en tips - Werken met de tentoonstelling - Werkvormen - Werken met de tentoonstelling na het bezoek aan Auschwitz
37 39 40 41
C - Voorbereidingen voor een bezoek aan Auschwitz - Voorbeeldles en voorbeeld tijdsinvestering - Voorbeeld programma’s - Auschwitz concentratie- en vernietigingskamp
43 46 47 49
BIJLAGE (aparte pdf) Opdrachten en werkvormen Persoonlijke verhalen - Citaten van overlevende over Auschwitz-Birkenau - Leven na de ondergang. Acht portretten van Holocaustoverlevenden - Edek Galinski en Mala Zimetbaum - Gedichten - Persoonlijke verhalen van daders Extra -
informatie Overzicht van Herinneringscentra in Nederland en in het buitenland Websites van voormalige concentratie- en vernietigingskampen Werk-, doorgangs-, concentratie- en vernietigingskampen Documentaires met getuigenverklaringen Websites met persoonlijke verhalen van overlevenden Websites over de Holocaust Literatuurlijst FOTO VOORZIJDE
WERKBLADEN (aparte pdf)
De tentoonstelling in OSG Schoonoord in Doorn,
Opdrachten bij de tentoonstelling Auschwitz-Birkenau
mei 2012.
Voorwoord voor de reizende tentoonstelling AuschwitzBirkenau is voortgekomen uit een bijzonder samenwerkingsverband van Nederlandse en Poolse instellingen onder leiding van de Anne Frank Stichting en het Museum Auschwitz-Birkenau. Van 2010 tot 2013 werd een reeks activiteiten georganiseerd om docenten, docenten-in-opleiding en museummedewerkers uit Nederland en Polen ervaringen met het lesgeven over de Jodenvervolging uit te laten wisselen. Dit project, Holocaust Education in European Perspective, maakte het mogelijk dat de Nederlandse en Poolse deelnemers in beide landen een week op bezoek waren om intensief kennis te nemen van belangrijke herinneringsplekken én om samen te werken aan de ontwikkeling van educatieve materialen die verdieping zouden kunnen geven aan het lesgeven over de Holocaust.
DEZE DOCENTENHANDLEIDING
Een bestaande reizende tentoonstelling van de Museum Auschwitz-Birkenau vormde de eerste inspiratie om te onderzoeken of een dergelijke tentoonstelling ook in Nederland nuttig zou kunnen zijn. In Polen wordt deze reizende tentoonstelling vooral in gevangenissen getoond. Het was al gauw duidelijk dat voor Nederland iets anders ontwikkeld moest worden. Nederlandse docenten gaven aan dat zij zeker gebruik zouden maken van een tentoonstelling op school. De tentoonstelling Anne Frank – een geschiedenis voor vandaag is immers al jaren veel gevraagd. Op de vraag of een tentoonstelling over een zwaar onderwerp als Auschwitz wel op z’n plaats zou zijn in een schoolomgeving stelden docenten dat leerlingen juist regelmatig vragen of ze Auschwitz met de schoolklas zouden kunnen bezoeken. Dat is vaak niet mogelijk, maar die leerlingen zouden in dat geval erg gebaat zijn bij een tentoonstelling over het concentratie- en vernietigingskamp. Ook zijn er scholen die wél met leerlingen de reis naar Polen maken om Auschwitz te bezoeken. Dit zijn intensieve reizen die een gedegen voorbereiding vergen. En bij thuiskomst is er nog de opgave om alle ervaringen goed te verwerken. De reizende tentoonstelling kan daarbij een bijzondere rol spelen. Het boek European pack for visiting Auschwitz-Birkenau Memorial and Museum. Guidelines for teachers and educators, samengesteld door staf van het museum in samenwerking met de Raad van Europa, vormde een bron van inspiratie. Wij hebben een handleiding gemaakt toegespitst op de onderwijspraktijk in Nederland en op de geschiedenis van de deportatie en moord van Joden, Sinti en Roma uit Nederland. Hierbij is de samenwerking met het Nederlands Auschwitz Comité van bijzonder belang geweest evenals de tentoonstelling in het Nederlands Paviljoen in Auschwitz. Het Herinneringscentrum Kamp Westerbork werkt al langer aan een serie reizende tentoonstellingen over de concentratiekampen waar Nederlanders naartoe gedeporteerd zijn. Samenwerking lag voor de hand. De tentoonstelling over Auschwitz-Birkenau is net als de eerder gemaakte tentoonstellingen over Sobibor en Bergen-Belsen helder van opzet en toegankelijk voor een breed publiek. In het jaar waarin de tentoonstelling
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
3
werd ontwikkeld werd er intensief samengewerkt met docenten én leerlingen van de scholen die deelnamen aan het Nederlands-Poolse uitwisselingsproject. Leerlingen van De Christoffel in Breda, de Europese School Bergen en het Theresialyceum in Tilburg gaven advies over de vormgeving en inhoud tijdens een workshop. De vier scholen waar de tentoonstelling als eerste te zien was hielpen mee om de werkvormen te ontwikkelen die in deze handleiding te vinden zijn. De reizende tentoonstelling, deze handleiding en het project Holocaust Education in European Perspective waar deze uitgave onderdeel van is, zijn mogelijk gemaakt met financiële steun van de Eenheid Oorlogsgetroffenen en Herinnering WOII van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Door de samenwerking tussen instellingen in Polen en Nederland zijn hechte banden ontstaan tussen bevlogen docenten en medewerkers van herinneringscentra en musea. Nieuwe initiatieven zijn al onderweg voor studiereizen en projecten op scholen. Wij verwachten dat deze handleiding en de reizende tentoonstelling in de komende jaren een bijdrage kan leveren aan verdieping van de kennis over de Jodenvervolging en een actieve betrokkenheid van scholen, van docenten en leerlingen aan het delen van die kennis.
Ronald Leopold, directeur Anne Frank Stichting Dirk Mulder, directeur Herinneringscentrum Kamp Westerbork
4
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
Inleiding met de reizende tentoonstelling Auschwitz-Birkenau, het bezoeken van Auschwitz en het les geven over de Holocaust is een goede voorbereiding noodzakelijk. Deze handleiding biedt daarvoor handreikingen. De complete tekst van de tentoonstelling en een omschrijving van de foto’s zijn hier te vinden. De tentoonstelling vat op panelen de belangrijkste functies van het concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz samen. In koffers zijn persoonlijke verhalen opgenomen van mensen die vanuit het doorgangskamp Westerbork naar Auschwitz zijn gedeporteerd.
VOOR HET WERKEN
Of leerlingen de tentoonstelling bezoeken of daadwerkelijk naar Auschwitz reizen, de docent moet meer achtergrondinformatie hebben en weten waar andere toegankelijke informatie en leermiddelen te vinden zijn. Deze handleiding komt aan die behoefte tegemoet. Maar het is ook belangrijk om stil te staan bij algemene vragen ten aanzien van het lesgeven over de Jodenvervolging. De reizende tentoonstelling en deze handleiding sluiten aan bij enkele belangrijke kerndoelen in het onderwijs in het voorgezet onderwijs. Leerlingen kunnen informatie zoeken en met bronnen werken om zich een goed beeld te vormen van de geschiedenis en betekenis van het concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz. Zij leren om vragen te stellen over de maatschappelijke betekenis van dit onderwerp en worden voorbereid om hierover presentaties te verzorgen. Nederland kent een traditie waarbij lesgeven over de Holocaust plaatsvindt binnen de nationale context, waarbij vooral wordt stilgestaan bij de lokale geschiedenis. Deze aanpak, die zichtbaar maakt hoe de Tweede Wereldoorlog dorpen en steden in het hele land beïnvloed heeft, staat centraal in het geschiedenisonderwijs. Toch is het belangrijk om ook de Europese dimensie te benadrukken door les te geven over de Holocaust als onderdeel van de Europese geschiedenis, die ook een wereldwijde invloed had.
De moord op de Europese Joden, de Holocaust, wordt gezien als een van de belangrijkste gebeurtenissen in de Europese geschiedenis van de 20ste eeuw. Het is het meest afschrikwekkende voorbeeld van hoe massaal geweld gebruikt kan worden om een hele bevolkingsgroep, haar cultuur en geschiedenis te vernietigen. Het doel van het nationaalsocialistische Duitsland was om alle Joden te vermoorden, zonder uitzondering. Bestudering van de Holocaust leert ons na te denken over de grondslagen van onze beschaving, die ten tijde van de Holocaust fundamenteel ter discussie stonden en omstandigheden creëerden waarin genocide kennelijk acceptabel werd voor daders en omstanders. De Holocaust is het ultieme gevolg van de racistische ideologie van de nazi’s. Er waren ook meelopers die geen uitgesproken nationaalsocialistische ideeën hadden. Het nationaalsocialistische regime had na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog ook veel aanhangers in andere landen. In alle door de nazi’s bezette landen waren er mensen die met het nieuwe regime collaboreerden en de nazi’s hielpen bij het opsporen en arresteren van Joden. Deze traumatische periode in de Europese geschiedenis confronteert mensen met de grens tussen goed en kwaad en werkt door tot op de dag van vandaag. Het is een ijkpunt geworden bij de beoordeling van hedendaagse maatschappelijke gebeurtenissen. Bij het lesgeven over de Holocaust binnen de Europese context kan een bezoek door leerlingen aan Auschwitz zorgen voor een speciale leerervaring. Authentieke locaties, zoals voormalige kampen, de plekken waar het heeft plaatsgevonden, bevordert het inlevingsvermogen. Het kan leerlingen stimuleren en motiveren om meer te willen weten. De reizende tentoonstelling Auschwitz-Birkenau is gemaakt omdat een bezoek aan Auschwitz niet altijd mogelijk is en docenten wel ervaren dat leerlingen veel interesse hebben om meer
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
5
De tentoonstelling in OSG Schoonoord in Doorn, mei 2012.
te weten over dit vernietigingskamp. Bovendien kan de tentoonstelling worden gebruikt bij de verwerking van een bezoek aan Auschwitz.
Drie toepassingen van deze docentenhandleiding > Docenten die met de tentoonstelling Auschwitz-Birkenau willen werken met leerlingen van het voortgezet onderwijs in de context van het lesgeven over de Holocaust vinden extra informatie en werkbladen. > Docenten die met leerlingen naar Auschwitz gaan vinden in deze handleiding informatie en tips voor een goede voorbereiding. > Docenten die naar Auschwitz zijn geweest met leerlingen en daarna de tentoonstelling op school willen gebruiken als onderdeel van het na-traject, vinden suggesties hoe leerlingen hun ervaringen kunnen delen met familieleden en klas-/ schoolgenoten.
6
Auschwitz, een belangrijk symbool Auschwitz is in de loop van de tijd uitgegroeid tot hét symbool van de Holocaust. In dit vernietigings- en concentratiekamp kwamen tijdens de Tweede Wereldoorlog ongeveer 1.300.000 mensen om het leven, waarvan 1.100.000 Joden, onder wie meer dan 57.000 Joden uit Nederland. De slachtoffers waren afkomstig uit alle door de nazi’s bezette landen. De aankomst op het perron vormde het eerste station van een fabrieksmatige genocide. De vernietigingskampen hadden als enig doel het vermoorden van hele grote groepen tegelijk. Bij aankomst in Auschwitz vond een selectie plaats tussen arbeidsgeschikten en arbeidsongeschikten, een dramatisch moment dat door overlevenden zeer indringend wordt beschreven. Jonge kinderen, ouderen, zwangere vrouwen en zieken werden met één handgebaar van SS’ers naar de rij verwezen die rechtstreeks naar de gaskamers ging. Wie werken kon mocht voorlopig blijven leven. Door de abominabele omstandigheden: het slechte eten, de terreur, en de onmenselijk harde slavenarbeid voor de Duitse industrie, stierven de meesten snel. Wie geselecteerd werd om te werken had een kans, een zeer kleine kans, om het kamp te overleven. Hoeveel van de tewerkgestelden Auschwitz hebben overleefd is niet met zekerheid te zeggen. In andere kampen, zoals
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
Een dubbele rij prikkeldraad en barakken in Auschwitz I.
Treblinka of Sobibor, werden de meeste Joden direct na aankomst vergast. Ruim 170.000 Joden werden naar Sobibor gedeporteerd. Vanuit Nederland vertrokken in de periode van 2 maart tot en met 20 juli 1943 negentien treinen naar Sobibor met 34.313 Joden waarvan achttien mensen het kamp hebben overleefd. Uit alle kampen hebben ongeveer 5.500 van de uit Nederland gedeporteerde Joden het overleefd. Auschwitz voor leerlingen Waarom laten we leerlingen nader kennismaken met Auschwitz? De Holocaust was een door de staat gesteunde systematische vervolging en vernietiging van de Europese Joden door nazi-Duitsland en zijn collaborateurs, maar de schuld ligt veel breder. Antisemitisme was overal in Europa aanwezig en collaboratie met de nazi’s ook. Bestudering van de Holocaust laat leerlingen nadenken over waar vooroordelen, racisme en antisemitisme toe kunnen leiden.
en dat het merendeel van de vervolgden via de Hollandsche Schouwburg of andere verzamelplekken naar Vught of Westerbork werden gedeporteerd en vandaar naar de vernietigingskampen zijn gestuurd. Leren over Auschwitz of Sobibor heeft als doel om leerlingen bewust te maken van de omvang van de stelselmatige vervolging en massamoord gepleegd door het naziregime; en om stil te staan bij wat mensen andere mensen kunnen aandoen. Steeds meer docenten bezoeken Auschwitz met hun leerlingen. Het is een van de weinige plaatsten waar er nog veel sporen uit het verleden zichtbaar en tastbaar zijn. En juist door concreet erfgoed, zoals gebouwen, landschappen, museale objecten, verhalen en documenten, wordt het voorstelling- en inlevingsvermogen van leerlingen gestimuleerd.
Een bezoek aan een authentieke locatie kan zorgen voor een specifieke leerervaring en een verdieping. De meeste leerlingen in Nederland bezoeken in groep 8 of in het voortgezet onderwijs een van de oorlogs- of herinneringscentra in Nederland. Het is belangrijk dat leerlingen beseffen dat de Jodenvervolging en de vervolging van Roma en Sinti hier, bij ons in de straten van dorpen en steden is begonnen
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
7
8
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
Lesgeven over de Holocaust L E S G E V E N O V E R de Holocaust is niet zomaar een geschiedenisles; het vraagt om bijzondere aandacht en een zorgvuldige voorbereiding. De uitgave Lesgeven over de Holocaust. Aanbevelingen voor docenten bevat waardevolle suggesties. Het is samengesteld door de International Holocaust Remembrance Alliance – zie: www.holocaustremembrance.com/
Deze uitgave is ook op de website van de Anne Frank Stichting te vinden: www.annefrank.org/ImageVault/Images/ id_10911/scope_0/ImageVaultHandler.aspx Hier stippen we slechts een paar onderwerpen kort aan. Gebruik van termen en begrippen Het is belangrijk om leerlingen bewust te maken van hun taalgebruik. Definities zijn belangrijk, omdat het dwingt tot nauwkeurigheid en eenduidigheid bij het gebruik van termen. De term Holocaust verwijst naar de systematische moord op de Europese Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Sommigen pleiten ervoor dat ook andere groepen die vervolgd werden, zoals de Sinti en Roma, als slachtoffers van de Holocaust kunnen worden beschouwd. De term Holocaust is omstreden omdat het is afgeleid van het Griekse holokauston, dat brandoffer (algehele verbranding) betekent. Deze religieuze connotatie is niet passend voor genocide. Veel mensen geven de voorkeur aan de Hebreeuwse woorden Sjoa (vernietiging) of choerban (catastrofe). Toch is Holocaust de meest gangbare term geworden in vakliteratuur en schoolboeken. Daarom wordt in deze docentenhandleiding de term Holocaust gehanteerd. Nazi-terminologie Vermijd de taal van de daders, die hun standpunt weergeeft. Bij het gebruik van de nazitermen ‘Endlösung’ of ‘liquidatie’ wordt ook het verhullende karakter van deze begrippen
overgenomen. Een term als ‘Endlösung’ moet aangehaald en kritisch geanalyseerd worden, maar niet worden gebruikt bij de beschrijving van historische gebeurtenissen. De historicus H.W. von der Dunk stelt in ‘Voorbij de verboden drempel’, dat het weergeven van een miljoenen moord als ‘oplossing’ niet alleen kenmerkend was voor het denken van de daders, maar dat zij ‘ook precies het moordmotief’ vormde. Dit geldt ook voor de term liquidatie, dat vereffening of verrekening betekent. Door het gebruik van deze termen voor de massamoord op de Europese Joden wordt het denken van de nazi’s gereproduceerd en op een bepaalde manier de boodschap van de nazi’s bevestigd. Kampen Er waren kampen met verschillende functies: werkkampen, doorgangskampen, concentratiekampen en vernietigingskampen. Als leerlingen de verschillen tussen de diverse kampen begrijpen krijgen ze ook beter inzicht in het hele systeem dat de nazi’s ontwikkelden. In de bijlage is een overzicht van verschillende soorten kampen opgenomen, met ook informatie over de meer de veertig zogenaamde werkverruimingskampen in Nederland. Lokale, nationale en Europese context Het verhaal van de Holocaust hoort binnen een Europese context geplaatst te worden. Maar nationale, regionale en lokale geschiedenis zijn natuurlijk ook van belang. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld onderzoek doen naar de geschiedenis van de Joodse gemeenschap van hun plaats of regio of land of op zoek gaan naar een monument of een straat waar veel Joden voor de oorlog woonden. Ze kunnen daarbij gebruik maken van - de website van het Joods Historisch Museum over vierhonderd jaar Joden in Nederland (www.jhm.nl/cultuur-en-geschiedenis/ Nederland), - het Digitaal Monument voor de Joodse Gemeenschap in Nederland (www.joodsmonument.nl) en
FOTO LINKS
Gastspreker Eva Weyl
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
9
Herinneringscentrum Kamp Westerbork heeft ook reizende tentoonstellingen over Bergen Belsen en Sobibor.
- de Community Joods Monument (www.communityjoodsmonument.nl). Op de website van Herinneringscentrum Kamp Westerbork (www.kampwesterbork.nl) kunnen ze informatie vinden over het project Een Naam en een Gezicht en voor informatie over 3.500 monumenten in Nederland is er de website www.4en5mei.nl/herinneren/oorlogsmonumenten. Door als docent niet alleen over het Joodse volk binnen het kader van de Holocaust te spreken, maar leerlingen ook kennis te laten nemen van de Joodse cultuur, religie en geschiedenis, voorkomt u dat leerlingen Joden alleen zien als de ontmenselijkte en vernederde slachtoffers van de vervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het is ook belangrijk om onderscheid te maken tussen de geschiedenis van de Holocaust en de lessen die we eruit kunnen leren. Het is belangrijk dat leerlingen zoveel mogelijk kennis nemen van de uiteenlopende reacties van de vervolgden, waaronder verschillende vormen van verzet tegen de nazi’s. Verzet vond plaats zowel individueel als in groepsverband. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de persoonlijke verhalen in de bijlage. Zie bijvoorbeeld het verhaal van Sonja Wagenaar-van Dam in een koffer van de reizende tentoonstelling. 10
Bronnen Veel bronnen zijn afkomstig van de daders. Leerlingen moeten kritisch leren denken over het gebruik van bronnen. Van wie is het document, de foto of de herinnering afkomstig? In welke periode is het ontstaan en met welk doel? Persoonlijke verhalen, de individuele levensgeschiedenissen van vervolgden, maar ook van omstanders en daders vormen een belangrijke bron voor de geschiedenisles. Ook ten aanzien van ‘oral history’, de mondelinge geschiedenis, is een kritische opstelling gewenst. Een ooggetuige spreekt vooral over datgene waar hij of zij getuige van is geweest en soms zijn de herinnering tientallen jaren na de gebeurtenis voor het eerst vastgelegd. De verhalen van ooggetuigen kunnen tegenstrijdigheden bevatten, soms zijn namen en data verwisseld, details vergeten of vervormd, of gebeurtenissen, zelfs als het gaat om ernstige vormen van geweld, vergeten. Het kan nodig zijn om als docent correcties aan te brengen. Het is van belang dat te doen zonder de herinneringen van overlevenden in hun geheel in twijfel te brengen. Beelden In de reizende tentoonstelling AuschwitzBirkenau zijn geen gruwelijke beelden opgenomen. Dit is een bewuste keuze. Het tonen van beelden met bijvoorbeeld stapels lijken
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
De reizende tentoonstelling AuschwitzBirkenau in het stadhuis van Amsterdam, januari 2012.
of de resultaten van medische experimenten kan de band tussen docent en leerlingen verstoren, en spanningen of verlegenheid veroorzaken. Dit kan in de klas tot giechelen en misplaatste opmerkingen leiden. Gruwelijke beelden kunnen een ontmenselijkend effect hebben en juist het beeld van Joden als alleen maar ‘slachtoffer’ versterken. Voor sommige leerlingen kan het leiden tot weerzin om over de Holocaust te leren. Het stil staan bij deze beelden draagt bovendien niet bij tot meer inzicht in de geschiedenis of de betekenis van de vervolgingen en de massamoord. Tijdens het lesgeven over de Holocaust is het belangrijk dat er een positieve en vertrouwelijke sfeer in de klas is. De Holocaust laat zien wat er gebeurt als mensen zwijgen en onverschillig zijn terwijl anderen onderdrukt en bedreigd worden. De Holocaust kan ons leren waarom het nodig is meer inzicht te krijgen in het handelen van mensen. Het laat zien hoe ‘slecht’ mensen kunnen zijn, maar ook hoe mensen boven zichzelf kunnen uitstijgen door andere mensen te helpen. Enkele tienduizenden Joden in Nederland probeerden aan de deportaties te ontkomen door onder te duiken.
Veel onderduikers zijn alsnog verraden. De beslissing om onder te duiken was niet eenvoudig. Het betekende dat men een onderduikplaats moest vinden, over geldmiddelen moest beschikken en moest kunnen rekenen op hulp van buiten. Dat bracht gevaar voor onderduiker en onderduikgever, verraad lag altijd op de loer. Van de ongeveer 28.000 Joden die konden onderduiken, werden zo’n 12.000 mensen alsnog opgepakt. Onder de overlevenden van Auschwitz zijn relatief veel mensen die pas laat naar AuschwitzBirkenau zijn gedeporteerd, een groot aantal van hen was eerst ondergedoken. Bestudering van de Holocaust kan leerlingen aan het twijfelen brengen over de mensheid en de maatschappij, met als gevolg negatieve gevoelens, een defensieve houding of het weigeren dieper in te gaan op de geschiedenis van de Holocaust. Maar het kan ook aanzetten tot nadenken over agressie, zelfbeschikking en non-conformisme.
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
11
12
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
Reizende tentoonstelling Auschwitz-Birkenau
A
De tentoonstelling op school - vier praktijkvoorbeelden aan het Nederlands-Poolse uitwisselingsprogramma Holocaust Education in European Perspective, en die zelf naar het museum Auschwitz waren geweest hadden als eersten de tentoonstelling op hun school.
DOCENTEN DIE DEELNAMEN
De reizende tentoonstelling bestaat uit dertien panelen en zeven koffers. De panelen geven informatie over de verschillende kampen in Nederland, de deportaties naar Auschwitz en de belangrijkste functies van het kamp. In de koffers zijn persoonlijke verhalen opgenomen. Zij geven het historische verhaal van feiten en cijfers een gezicht. Persoonlijke verhalen maken duidelijk dat deze geschiedenis handelt over mensen: vaders, moeders, kinderen, ooms en tantes.
> Eddy Kroon, OSG Schoonoord Doorn ‘Ik ga al heel veel jaren met leerlingen van 4 VMBO TL naar Auschwitz. We bereiden de reis altijd goed voor maar nu konden de deelnemers na de reis, aan de hand van de tentoonstelling, ouders, leerlingen en mijn collega’s laten zien waar ze geweest waren en erover vertellen. In Auschwitz hadden de leerlingen foto’s gemaakt. Thuis kozen ze er één uit en bedachten voor zichzelf waarom dit voor hen een belangrijke foto was. Vervolgens gingen ze in de tentoonstelling een paneel zoeken waar hun foto bij paste. Bij de opening van de tentoonstelling vertelden ze de kern van het verhaal van hun paneel maar ook over hun eigen ervaringen in Auschwitz en hun gevoel bij de foto. Het was een perfecte manier om te reflecteren op de reis en het tevens met anderen te delen. Na de opening, waarbij ook de burgemeester en de lokale pers aanwezig waren, vroeg een basis-
school of ze mochten komen kijken. Vervolgens kwamen tal van basisscholen uit de regio met groep 8. We hebben toen leerlingen van de tweede klas voorbereid om als gids de klassen te ontvangen.’
De burgemeester van Doorn bij de opening van de tentoonstelling op de OSG Schoonoord, mei 2012.
> Hendriekse Oudemans, Bredero Lyceum Amsterdam ‘Moet je het thema Auschwitz behandelen met leerlingen van groep 8? Dat was de vraag waar vijf leerlingen van 5 VWO mee aan de slag gingen. Ze deden dit in het kader van ‘Villa Bredero’, een onderwijs vernieuwend vak dat leerlingen van de bovenbouw laat kennismaken met de wereld buiten de school. Zij leren competenties zoals: onderzoek doen, organiseren en plannen, presenteren en reflecteren. De Villa Bredero leerlingen kwamen erachter dat basisscholen vaak weinig tijd hebben om mee te werken aan dit soort projecten, daarom hebben zij het onderzoek verbreed en een groot aantal enquêtes afgenomen in diverse brugklassen. Kroon op hun werk was de opening van de tentoonstelling op school, met Ernst Verduin, overlevende van Auschwitz, als spreker.
FOTO LINKS
Leerlingen die in Auschwitz zijn geweest vertellen bij de opening van de tentoonstelling over hun ervaringen tijdens het bezoek aan het vernietigingskamp, mei 2012.
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
13
Auschwitz-overlevende Ernst Verduin met leerlingen van het Bredero Lyceum, Amsterdam, november 2012.
Met een zelf ontworpen didactische aanpak leidden de Villa Bredero leerlingen klassen door de prachtig opgezette tentoonstelling. De reacties van de docenten en de leerlingen waren positief. De tentoonstelling vonden zij aangrijpend, maar niet eng. Het bezoek aan een overzichtelijke tentoonstelling waarin ze werden rondgeleid door leerlingen gaf verdieping aan het algemene beeld dat ze hadden van de Holocaust.’
> Lauran Koopmans, Christoffel Breda ‘Vorig jaar hadden we op school de tentoonstelling ‘Anne Frank - een geschiedenis voor vandaag’ en nu de tentoonstelling over Auschwitz. Wij besteden elk jaar veel aandacht aan de oorlog, bezoeken ook het voormalige doorgangskamp Fort Breendonk bij Mechelen en ontvangen gastsprekers. Voor ons was het bijzonder om de Auschwitztentoonstelling te krijgen omdat een groepje leerlingen van onze school een jaar eerder bij de Anne Frank Stichting aan een workshop had deelgenomen om de inhoud en de vormgeving van de tentoonstelling te bespreken. Leerlingen kregen de opdracht om bij elk paneel een vraag te bedenken. Vervolgens bespraken we met elkaar deze vragen en kozen de beste uit. Deze vragen gebruikten we voor een toets. Zo hebben leerlingen individueel een actieve rol in 14
het leerproces, maar is er ook een gemeenschappelijk onderdeel waarin staande voor het paneel ingegaan wordt op hun eigen vragen. Iedereen die goed meedoet kan natuurlijk prima de toets maken.’
> Trijnie van der Wolde, Etty Hillesum Lyceum, Het Stormink Deventer ‘Al zes jaar werk ik intensief met basisleerlingen aan het ‘Brievenproject (Niet) van gisteren’. Joodse ouderen en onze leerlingen schrijven elkaar en leren zo over elkaars leefwerelden. De leerlingen horen over persoonlijke ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na de briefwisseling ontmoeten de schrijvers elkaar in Amsterdam in de Hollandsche Schouwburg. Dat is altijd een heel speciale dag. Emotioneel ook. Vervolgens maken we een tentoonstelling waarin elke leerling een aantal citaten uit de briefwisseling kiest die indruk op hem of haar hebben gemaakt. Deze fragmenten worden verwerkt in een persoonlijk ‘Achterhuis’ die de leerlingen voor elke oudere hebben gemaakt. Bij elkaar is dit een project, dat ongeveer twaalf weken duurt en enorm veel indruk op de leerlingen maakt. Het is intensief en kleinschalig. Voor de tentoonstelling worden ouders en de brievenschrijvers uitgenodigd. Dit jaar hadden we tegelijkertijd met onze tentoonstelling ook de Auschwitztentoonstelling
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
Leerlingen van Het Stoormink in Deventer herdenken de Joodse kinderen die uit Deventer zijn gedeporteerd en vermoord met een bloem.
op school en hebben we een grote opening gehouden met alle deelnemers aan het brievenproject en medewerkers van het Etty Hillesum Centrum en het Joods Maatschappelijk Werk Amsterdam. Het is een combinatie van de Holocaust op macroniveau en door het individuele leed via het brievenproject ook op microniveau. Een onderdeel was de herdenking van alle kinderen die uit Deventer gedeporteerd en vermoord zijn. Leerlingen lazen hun namen voor en voor elk kind werd een bloem in een vaas gezet. Alle klassen bezochten de tentoonstelling en collega-docenten waren erg te spreken over de opdrachten bij de tentoonstelling. Zo raakte de hele school erbij betrokken.’
De namen van Joodse kinderen uit Deventer die vermoord zijn, worden voorgelezen tijdens de opening van de tentoonstelling.
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
15
Teksten en foto’s van de reizende tentoonstelling Auschwitz-Birkenau
De complete tekst van de tentoonstelling is hier opgenomen. Het is een tekst die beknopt de belangrijkste functies van het complex aan kampen van Auschwitz samenvat. Voordat leerlingen de tentoonstelling bezoeken is het aan te bevelen dat de docent de tekst doorleest om te bepalen welke woorden en begrippen nader uitleg behoeven.
16
Op de panelen staan geen fotobijschriften. Als extra informatie zijn die wel in de docentenhandleiding opgenomen. Alle afbeelding in de tentoonstelling zijn, tenzij anders vermeld, uit de collectie Herinneringscentrum Kamp Westerbork.
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
PA N E E L 1 Kamp Westerbork Vluchtelingen en Durchgangslager
‘Er is modder, zoveel modder, dat men ergens tussen zijn ribben wel heel veel innerlijke zonneschijn moest bezitten, wil men niet het psychologische slachtoffer worden (van die kapotte schoenen en natte voeten begrijpt U waarschijnlijk vanzelf wel.’ ETTY HILLESUM, BRON :
D E C E M B E R 1942
Denkend hart van de barak. Brieven van Etty Hillesum, Weesp 1982
Tussen 1942 en 1945 zijn door de Duitse bezetter 107.000 Joden uit Nederland gedeporteerd, bijna altijd vanuit kamp Westerbork. Dit kamp was in 1939 in gebruik genomen als Centraal Vluchtelingenkamp voor uit Duitsland en Oostenrijk gevluchte Joden.
5
Vogelvluchttekening van kamp Westerbork, 1944.
6
Tekening van het interieur van een grote woonbarak.
In 1942 werd het op bevel van de nazi’s een Durchgangslager, een tijdelijke verblijfplaats voor de in Nederland levende Joden. Ook Sinti en Roma, en verzetsstrijders werden van hieruit op transport gesteld naar concentratieen vernietigingskampen.
7
Chanoekaviering in een grote woonbarak, 1942. Het vieren van Joodse feestdagen en het houden van synagogediensten werd in het kamp gedoogd.
8
Naast Auschwitz-Birkenau vertrokken er vanuit kamp Westerbork ook transporten naar Sobibor, Bergen-Belsen, Theresienstadt, Ravensbrück en
Het leven in Westerbork werd door hoop en angst bepaald, want bijna iedere week vertrok een trein. In de regel bestaande uit goederenwagons, altijd met een vastgesteld aantal personen. Zevenennegentig maal vertrok zo’n transport, waarvan drieënzestig richting Auschwitz-Birkenau.
Buchenwald. 9
Kampgevangenen verzamelen zich voor een transport naar Auschwitz-Birkenau, 1942. Tot november 1942 vertrok de trein nog vanaf het dorp Hooghalen. De kampgevangenen moesten de vijf kilometer tussen het kamp en het dorp te voet afleggen. Ondertussen werd er door kampgevangenen een spooraftakking gebouwd. Deze liep door tot achter in het kamp.
Beschrijving van de afbeeldingen
Toen dat eenmaal klaar was vertrokken de
1
transporten vanuit kamp Westerbork.
Binnenkomend transport op de centrale weg van kamp Westerbork. De trein is doorgereden tot achter in het kamp, datum onbekend.
2
Een van de zeven wachttorens van kamp Westerbork, met gracht en prikkeldraad.
3
4
10 Een Jodenster, die vanaf 1 mei 1942 door alle Joden vanaf zes jaar zichtbaar gedragen moest worden op de linkerborst. 11 Een deel van het Nationaal Monument van
Persoonskaart uit kamp Westerbork, met onder
kamp Westerbork, dat in 1970 werd onthuld.
andere barak- en bednummer. Het gaat om
Voorstellend een stuk rails, waarvan de uiteinden
protestants gedoopte Joden die voorlopig zijn
naar de hemel wijzen. De 97 bielzen staan voor
vrijgesteld van transport.
de belangrijkste transporten vanuit kamp
Persoonskaart uit kamp Westerbork, met onder
Westerbork en de rest van Nederland. Op de
andere barak- en bednummer. Het gaat om
achtergrond een reconstructie van een wacht-
protestants gedoopte Joden die voorlopig zijn
toren.
vrijgesteld van transport.
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
17
PA N E E L 2 Het Apeldoornsche Bosch en het concentratiekamp Vught
‘Lieve Aag, Meiske schrik niet, maar vandaag gaan we foetsie. Waarheen weten we nog niet en wat er met de mensen gebeurt weten we ook niet. Het is een en al chaos. Ik zit op de gang te schrijven en ben idioot kalm. (…) Aag, denk je eens in: vijftienhonderd mensen – patiënten en personeel – worden maar zo weggehaald en je weet niet wat er met je gaat gebeuren. Haast de helft van het personeel is ondergedoken.’ CLAARTJE BRON :
VA N
A A L S T, 1943
Wyers, S., Als ik wil kan ik duiken.
Brieven van Claartje van Aalst, verpleegster in de Joods psychiatrische inrichting Het Apeldoornsche Bosch 1940-1943, Amsterdam 1995 4
Vorken met de initialen A.B.
De volgende dag, op 22 januari 1943, werden de patiënten van het Apeldoornsche Bosch, een Joods verpleeghuis voor geestelijk gehandicapten, naar het station gebracht. Zij vertrokken met 50 personeelsleden in veewagons rechtstreeks naar Auschwitz-Birkenau. De overige verplegers en verpleegsters, waaronder Claartje van Aalst, werden naar kamp Westerbork gestuurd.
5
Een van de hoofdgebouwen van het
Tweemaal ging er een rechtsreeks transport met Joodse gevangenen van kamp Vught naar Auschwitz-Birkenau. Vught was opgezet naar het model van de SS-kampen in nazi-Duitsland.
9
Apeldoornsche Bosch. 6
Medisch onderzoek in het Apeldoornsche Bosch.
7
Het monument ter nagedachtenis van de in Auschwitz-Birkenau vermoorde patiënten en personeel van het Apeldoornsche Bosch, ontwerp Ralph Prins.
8
Document met daarop instructies voor het sturen van een pakket naar kamp Vught. (BRON : NMKV) Een door vrouwelijke kampgevangenen in Vught geborduurd doek. (BRON : NMKV)
10 Een brief geschreven vanuit kamp Vught.
(BRON : NMKV) 11 Een doosje gemaakt in kamp Vught.
In een apart deel van het kamp werden vanaf het voorjaar van 1943 ruim 10.000 Joden ondergebracht. De SS had behoefte aan ruimte omdat de doorgangskampen in Amersfoort en Westerbork de grote stroom gevangenen niet meer konden verwerken.
(BRON : NMKV) 12 Een gedenkruimte in het museum van Nationaal
Monument Kamp Vught. (BRON : NMKV) 13 Kamp geld uit Vught. De officiële Duitse naam
van het kamp is erop te lezen. (BRON : NMKV) 14 Een blik op een reconstructie van kamp Vught
vanuit de expositieruimte. (BRON : NMKV) 15 Een overzicht op een gedeelte van het kamp-
Beschrijving van de afbeeldingen 1
2
Een luchtfoto van het Apeldoornsche Bosch,
museum. Op de voorgrond is de reconstructie
een Joods verpleeghuis voor geestelijk
van een barak, het prikkeldraad en de gracht
gehandicapten.
te zien en rechts het gebouw en de schoorsteen
Een groepsfoto van verplegend personeel
van het crematorium. (BRON : NMKV)
werkzaam in het Apeldoornsche Bosch. 3
Een praktijk-rapportenboekje van een leerlingverpleegster.
18
terrein. Links op de achtergrond bevindt zich het
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
PA N E E L 3 Auschwitz-Birkenau
Vanaf juni 1940 nam de Duitse bezetter het kazernecomplex Auschwitz, in het zuidoosten van Polen, in gebruik. In eerste instantie voor het onderbrengen van duizenden Poolse tegenstanders en willekeurig opgepakte burgers. Een jaar later werden er ook mensen uit andere door de nazi’s bezette landen gevangen gezet. Het betrof krijgsgevangen, politieke tegenstanders, opgepakte verzetsmensen, Jehova’s Getuigen, homoseksuelen en uiteindelijk ook Joden. De gevangenen werden direct na aankomst doodgeschoten of stierven aan besmettelijke ziektes en honger of door uitputting als gevolg van straffen, martelingen en zwaar werk.
3
Een van de vele herdenkingsplaquettes op de muur van een voormalige barak (Block).
Meer dan 400.000 gevangenen van verschillende nationaliteiten, waaronder 220.000 Joden, kregen een nummer op hun arm getatoeëerd. Slechts 15% van hen overleefde de oorlog.
4
Poolse politieke gevangene met het kampnummer 18.729. (BRON : Museum Auschwitz) 5
Een groep Russische krijgsgevangenen. (BRON : Museum Auschwitz)
6
In maart 1942 werd Auschwitz II-Birkenau geopend, gelegen op drie kilometer van Auschwitz. Het terrein besloeg een immens grote vlakte van ongeveer 175 hectaren met daarop 350 barakken. Het was omgeven door grachten en prikkeldraad onder stroom. Overal stonden wachttorens.
Een in Auschwitz gemaakte foto van een
Prikkeldraad en een wachttoren op het kampterrein van Birkenau.
7
Een barakinterieur in Birkenau. Meerdere gevangenen sliepen op een bed.
8
Het industriecomplex van Auschwitz III-Monowitz. Het Duitse bedrijf IG Farben produceerde hier synthetisch rubber. Onder anderen kampgevangenen uit Auschwitz-Birkenau werden als werkkrachten gebruikt. (BRON : Museum Auschwitz)
In oktober 1942 werd het zeven kilometer verder gelegen derde kamp Auschwitz IIIMonowitz geopend. Met de ongeveer 50 nevenkampen ontwikkelde Auschwitz zich tot het grootste complex van concentratie- en vernietigingskampen.
9
Barakken en prikkeldraad in Auschwitz. (BRON : Museum Auschwitz)
10 De barakken in Auschwitz hadden een nummer.
In Block 11 kwamen gevangen, die een overtreding hadden begaan. Voor de meeste gevangenen betekende een verblijf in deze barak de dood. 11 Bij sommige overtredingen werden kamp-
Beschrijving van de afbeeldingen 1
Overzicht van de concentratie- en vernietigingskampen waar transporten vanuit kamp Westerbork naar toegingen. (BRON : Museum Auschwitz)
2
gevangenen in het bijzijn van medegevangenen opgehangen. 12 Een dubbele rij prikkeldraad en barakken in
Auschwitz. Het prikkeldraad stond onder stroom.
Een van de poorten van Auschwitz, met de tekst ‘Arbeit macht frei’. Via deze uitgang moesten kampgevangenen naar hun werk. Bij vertrek en binnenkomst zorgde een kamporkest voor begeleidende muziek.
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
19
PA N E E L 4 Auschwitz-Birkenau
De kaart laat de grens van het Derde Rijk in 1942 zien met daaronder in lichte kleuren de grenzen van vandaag. Auschwitz lag in het deel van
In september 1941 werd in Auschwitz voor het eerst geëxperimenteerd met het dodelijke gas Zyklon-B. Dit gebeurde op Russische krijgsgevangenen en zieken. Spoedig daarna werd hier ook begonnen met de vergassing van Joden.
Polen dat in 1939 opgenomen werd in het Derde Rijk. Een ander deel van bezet Polen werd door de Nazi’s bestuurd als Generaal Gouvernement. Het Polen van vóór 1939 lag
Na de ingebruikname van Auschwitz II-Birkenau arriveerden steeds meer treinen met Joden. Vanaf juli 1942 ook tientallen transporten uit Nederland. Na aankomst werden gevangenen geselecteerd voor werk of medische experimenten. De overgrote meerderheid werd direct vergast. Voor deze massavernietiging werd gebruik gemaakt van in totaal zeven gaskamers en vier crematoria.
veel oostelijker. Na de oorlog is in het oosten een groot deel van Polen bij de Sovjet Unie gaan horen en is er in het westen een groot gebied dat voor de oorlog bij Duitsland hoorde aan Polen toegekend.
Eind 1942 werden de eerste Sinti- en Romatransporten naar Auschwitz II-Birkenau gestuurd. Met de komst van 430.000 Hongaarse Joden tussen mei en juli 1944 bereikte de vernietiging van de Joden in Auschwitz haar grootste omvang.
Beschrijving van de afbeeldingen
Met het naderen van het Russische leger probeerde de SS alle sporen uit te wissen. Eind november 1944 stopte de massale vernietiging. In januari 1945 werd een begin gemaakt met het opblazen van de vier crematoria in Auschwitz II-Birkenau.
3
1
Vanuit door de Duitsers bezette landen in Europa gingen transporten naar Auschwitz-Birkenau.
2
Het poortgebouw van Auschwitz II-Birkenau. Via deze doorgang kwamen de treinen binnen. (BRON : Auschwitz Museum) Een groep Hongaarse Joden bij aankomst in Auschwitz II-Birkenau op weg naar de gaskamers. (BRON : Auschwitz Museum)
4
Settela, een Sinto meisje, werd op 19 mei 1944 vanuit kamp Westerbork naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Zij zou dit vernietigingskamp niet overleven.
Op 18 januari 1945 moesten ongeveer 58.000 gevangenen die nog konden lopen het kamp verlaten. De zieken bleven achter met de bedoeling vermoord te worden.
5
Eén van de crematoria in Auschwitz II-Birkenau. Het gaat hier om Crematorium IV. De foto is in 1943 gemaakt. (BRON : Auschwitz Museum)
6
De inhoud van dit blik, Zyklon B, werd gebruikt om de binnengekomen transporten, die werden
Op 27 januari bevrijdde het Russische Leger Auschwitz. De nog ongeveer 7.000 achtergelaten gevangenen waren meer dood dan levend. Voor ongeveer 1,3 miljoen slachtoffers kwam de bevrijding te laat.
geselecteerd voor de gaskamers, te vermoorden. (BRON : Auschwitz Museum) 7
Restanten van een van de crematoria/gaskamers. In januari 1945 door de SS opgeblazen.
8
Een van een serie luchtfoto’s genomen van Auschwitz II-Birkenau en de omgeving door Amerikaanse verkenningsvliegtuigen tussen april 1944 en januari 1945. (BRON : Auschwitz Museum)
9
Dubbele rij prikkeldraad in Auschwitz.
10 Een overzicht van barakken in Auschwitz II-
Birkenau. (BRON : Auschwitz Museum)
20
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
PA N E E L 5 Transporten
‘Tot nu toe niets bijzonders gebeurd. De coupé’s zijn te vol, verschillende mensen moeten staan. Op het moment staat de trein stil. Het is half twee. Ik heb een briefkaart uit de trein gegooid. Winschoten gepasseerd. Bij ieder station moeten de ramen dicht. Bij Nieuweschans de grens gepasseerd. De trein stopt bij Bunde, een klein station. Het is tien voor drie. We rijden weer. (…) Gisteravond mochten twee personen uit onze coupeé water halen. Vele kleine plaatsjes rijden we voorbij. Bremen ook al. De nacht was naar. Haast niet geslapen af en toe ingedommeld. Onder het rijden staan de ramen open. Dat is lekker fris. Alle mensen zijn erg rustig. Als je aan thuis denkt is het wel verdrietig, maar dan troost ik me maar met de gedachte vader en al die anderen te ontmoeten. (…) Benieuwd hoelang we nog rijden moeten en hoe het verder zal worden. (…) Het begint weer donker te worden. Dit wordt de tweede nacht. We hebben brood, water en jam gehad. We zijn er. Auschwitz gepasseerd. In de verte staat een verlicht gebouw. Dag jongens gauw zijn we weer terug hoor.’
te sjouwen en de op transport gestelde mensen te begeleiden. 2
transport. Als ze niet konden lopen werd een draagbare of rijdbare brandcard gebruikt. 3
BRON :
Een kampgevangene sluit kort voor het vertrek de deur van een veewagon in kamp Westerbork.
N A J A A R 1942
Herinneringscentrum Kamp Westerbork
In de expositie van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork is een originele brandcard te zien.
4
G.,
Ook zieken gingen in kamp Westerbork op
5
Een reconstructie van een bord dat op de trein werd bevestigd. Hieruit blijkt dat dezelfde trein heen en weer ging.
Tussen 15 juli 1942 en 3 september 1944 vertrokken 67 transporten uit Nederland richting Auschwitz-Birkenau, waarvan één uit het Apeldoornsche Bosch, twee uit kamp Vught en de rest uit kamp Westerbork. Tot maart 1943 waren de transporten samengesteld uit derde klas rijtuigen. Daarna werden 50 tot ruim 70 personen in veewagons gestouwd. Op een aantal wagons was op een bord te lezen waar de trein naartoe ging. De meeste gedeporteerden gingen er vanuit dat de gezinnen bij elkaar konden blijven en dat er gewerkt moest worden. Maar ook dat er voor zieken, weeskinderen en ouden van dagen opvang zou zijn.
6
Kampcommandant Gemmeker, derde van links, inspecteert de vertrekkende trein.
7
Een veewagon op weg naar een vernietigingskamp. Soms zat er meer dan zeventig personen in een wagon, met daarin een ton met water en een ton die diende als WC.
8
Briefkaarten, die uit de trein zijn gegooid. Voor vele gedeporteerden was het een laatste levensteken. Als het adres leesbaar was deden omstanders de briefkaarten op de post.
9
Een detail van een veewagon.
10 Een overzicht van binnenkomende en uitgaande
transporten in de periode juli 1942 tot en met december 1943. 11 Het poortgebouw van Auschwitz II-Birkenau
gezien vanaf de plek waar de treinen stopten. (BRON : NIOD) Beschrijving van de afbeeldingen 1
12 Het originele treinbord van een wagon waarmee
Een gereedstaand transport in kamp Westerbork.
Joden naar Auschwitz werden getransporteerd.
De gevangenen met een band om de arm, de
Na vele omzwervingen is het bord in het Herinne-
FK (Fliegende Kolonne), hebben als taak bagage
ringscentrum Kamp Westerbork terecht gekomen.
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
21
PA N E E L 6 Transporten
67 transporten naar Auschwitz-Birkenau Westerbork – Auschwitz-Birkenau woensdag 15-07-1942 1.137 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau maandag 14-09-1942 902 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau maandag 16-11-1942 761 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau dinsdag 31-08-1943 1.004 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau donderdag 16-07-1942 586 personen
Westerbork Auschwitz-Birkenau vrijdag 18-09-1942 1.004 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau vrijdag 20-11-1942 726 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau dinsdag 07-09-1943 987 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau dinsdag 21-07-1942 1.002 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau maandag 21-09-1942 713 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau dinsdag 24-11-1942 709 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau dinsdag 14-09-1943 1.005 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau maandag 27-7-1942 1.010 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau vrijdag 25-09-1942 928 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau maandag 30-11-1942 826 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau dinsdag 21-09-1943 979 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau vrijdag 31-07-1942 1.007 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau maandag 28-09-1942 610 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau vrijdag 04-12-1942 812 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau dinsdag 19-10-1943 1.007 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau maandag 03-08-1942 1.013 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau vrijdag 02-10-1942 1.014 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau dinsdag 08-12-1942 927 personen
Vught – Auschwitz-Birkenau maandag 15-11-1943 1.149 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau vrijdag 07-08-1942 989 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau maandag 05-10-1942 2.012 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau zaterdag 12-12-1942 757 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau dinsdag 16-11-1943 995 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau maandag 10-08-1942 547 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau vrijdag 09-10-1942 1.703 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau maandag 11-01-1943 750 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau dinsdag 25-01-1944 949 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau vrijdag 14-08-1942 505 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau maandag 12-10-1942 1.711 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau maandag 18-01-1943 748 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau dinsdag 08-02-1944 1.015 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau maandag 17-08-1942 510 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau vrijdag 16-10-1942 1.710 personen
Apeldoornsche Bosch – Auschwitz-Birkenau vrijdag 22-01-1943 921 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau vrijdag 03-03-1944 732 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau vrijdag 21-08-1942 1.003 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau maandag 19-10-1942 1.327 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau zaterdag 23-01-1943 516 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau donderdag 23-03-1944 599 personen
Westerbork Auschwitz-Birkenau maandag 24-08-1942 551 personen
Westerbork Auschwitz-Birkenau vrijdag 23-10-1942 988 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau vrijdag 29-01-1943 659 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau woensdag 05-04-1944 240 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau vrijdag 28-08-1942 608 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau maandag 26-10-1942 841 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau dinsdag 02-02-1943 890 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau vrijdag 19-05-1944 453 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau maandag 31-08-1942 560 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau vrijdag 30-10-1942 659 personen
Westerbork Auschwitz-Birkenau dinsdag 09-02-1943 1.184 personen
Vught – Auschwitz-Birkenau vrijdag 02-06-1944 498 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau vrijdag 04-09-1942 714 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau maandag 02-11-1942 954 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau dinsdag 16-02-1943 1.108 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau zaterdag 03-06-1944 496 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau maandag 07-09-1942 930 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau vrijdag 06-11-1942 465 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau dinsdag 23-02-1943 1.101 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau maandag 03-09-1944 1.019 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau vrijdag 11-09-1942 874 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau dinsdag 10-11-1942 758 personen
Westerbork – Auschwitz-Birkenau dinsdag 24-08-1943 1.001 personen
22
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
PA N E E L 7 Aankomst en Selecties
‘Geknars van remmen. De trein die drie dagen heeft gereden staat stil. Op het bordje van het station lezen we Auschwitz. Wat dat betekent weten we nog niet. In eenmaal klinkt het bevel “Aussteigen”. De bagage moeten wij in de wagon laten. Het is donker, maar in de verte zien wij veel lichten branden en dan zien wij ook twee grote vuren, die de hemel rood kleuren. Ik help nog met het uitstappen van de vrouwen. We begeven ons in de stroom van mensen die naar voren worden gedreven. Opeens staan wij op de plek waar de stroom zich in tweeën splitst: mannen naar links, vrouwen en kinderen naar rechts. Tijd om afscheid te nemen is er niet, want hier staan SS-mannen met stokken gewapend en zij drijven alles weer uit elkaar. Nu komen wij op een vlakte en moeten wij ons opstellen in rijen van vijf. Eén voor één moeten we een SS-officier voorbij. Hij stelt ons vragen: Hoe oud? Gezond? Wat voor vak? De mensen ouder dan veertig en jonger dan 18 gaan naar links, evenals de zieken en zwakken. De anderen waaronder ik gaan naar rechts.’
Beschrijving van de afbeeldingen 1
en informatiebord. In het begin stopten alle treinen voor Auschwitz en Auschwitz II-Birkenau hier. Later reden de treinen voor Birkenau via een aftakking, onder het poortgebouw door het kampterrein op. 2
O N B E K E N D E S C H R I J V E R , J U L I 1942 BRON :
collectie Herinneringscentrum
Spoorwegemplacement Auschwitz, met wagon
Detail van het poortgebouw van Auschwitz IIBirkenau.
3
Kamp Westerbork
Een van de toegangspoorten naar de gaskamers in Auschwitz II-Birkenau.
4
Een tekening die een beeld geeft van de aankomst en selectie in Auschwitz II-Birkenau.
Afhankelijk van de behoefte aan arbeidskrachten werd een deel van de nieuw aangekomenen geselecteerd voor werk. Anderen werden uitgekozen voor medische experimenten.
(BRON : Auschwitz Museum) 5
gevangenen voor de gaskamers in Auschwitz IIBirkenau. (BRON : Auschwitz Museum) 6
Na deze selecties moest iedereen zich uitkleden en waardevolle voorwerpen inleveren. Daarna volgde het kaalscheren. Zij die voorlopig mochten blijven leven, gingen naar de douche of het desinfectiebad. In de linkerarm kregen zij nadien een kampnummer getatoeëerd. Maar de overgrote meerderheid werd doorgestuurd naar de gaskamers.
Een tekening die een beeld geeft van geselecteerde
Aankomst van een Hongaars transport in Auschwitz II-Birkenau. Gevangenen in kampkleding staan klaar om te helpen. (BRON : Auschwitz Museum)
7
Foto en informatieborden in Auschwitz IIBirkenau op de plek waar de selecties na aankomst plaatsvonden.
8
Restanten van de ingang van een gaskamer en crematorium II in Auschwitz II-Birkenau.
9
Kampkleding en klompen. (BRON : Auschwitz Museum)
10 Een detail van een veewagon op het voormalige
kampterrein van Auschwitz II-Birkenau.
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
23
PA N E E L 8 Arbeitshäftlingen
Lieve Martha, Ik bevind mij in het Arbeitslager Birkenau. Met mij gaat het goed, wat ik ook van jou hoop. Voor je laatste bericht en je pakket dank ik je hartelijk en ik verwacht snel weer post. Vele groeten, N O O R D , 25 J U L I 1943
MAU
VA N
BRON :
collectie Herinneringscentrum Kamp Westerbork
Eenmaal geselecteerd om te werken volgde voor de gevangenen plaatsing in een barak: met z’n tienen slapen in een twee hoog bed. Het was zeer vroeg opstaan, lange werkdagen en vele, soms urenlange appels. De te verrichten werkzaamheden waren zeer divers en vonden plaats in de directe omgeving van het kamp of in een van de buitenkampen. De werk- en leefomstandigheden waren verschrikkelijk. De gevangenen stonden bloot aan willekeur van de bewakers, mishandelingen, honger, ziekte, uitputting en luizen.
4
Tekening die een beeld geeft van kampgevangenen aan het werk in Auschwitz. (TEKENING : Jan Baras-Komski, BRON :
Een wals en barakken in Auschwitz.
6
Tekening die een beeld geeft van kampgevangenen op weg naar hun werk. (TEKENING : Wincenty Cawron, BRON :
Een opname in het Revier (ziekenhuis) was geen alternatief: het betekende bijna altijd een zekere dood. Regelmatig vonden in de verschillende kampen selecties plaats. Zij die te zwak waren om verder te werken, werden naar de gaskamers gestuurd.
Auschwitz Museum)
5
7
Auschwitz Museum)
Tekening die een beeld geeft van kampgevangenen, die terugkomen van het werk. Een orkest, bestaande uit gevangenen, wordt gedwongen om begeleidende muziek te spelen. (TEKENING : Mieczyslaw Koscielniak, BRON :
8
Auschwitz Museum)
De trompet van Lex van Weren. Met dit instrument wist hij Auschwitz te overleven door in het kamporkest te spelen. De trompet is
Beschrijving van de afbeeldingen 1
in de expositie van het Herinneringscentrum
Briefkaart geschreven vanuit Auschwitz II-Birkenau
Kamp Westerbork te zien.
op 25 juli 1943. We kunnen ervan uitgaan dat de meeste kaarten niet vrijwillig zijn geschreven,
2
9
maar onder dwang van de nazi’s. Veelal werden
‘Arbeit macht frei’. Via deze uitgang moesten
deze briefkaarten geschreven om het thuisfront
kampgevangenen naar hun werk. Bij vertrek en
te misleiden.
binnenkomst zorgde een kamporkest voor
Stapelbedden in een van de barakken in
begeleidende muziek.
Auschwitz II-Birkenau. 3
Etenskom gebruikt door een gevangene. (BRON : Auschwitz Museum)
24
Een van de poorten van Auschwitz, met de tekst
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
PA N E E L 9 Bewaking
‘Hoe de oorlog ook afloopt, de oorlog tegen jullie hebben we gewonnen: niemand van jullie zal overblijven om te getuigen, en ook al zou er iemand ontkomen of overleven, dan nog zullen de mensen zeggen dat de dingen die jullie vertellen te monsterlijk zijn om geloofd te worden’. U I T S P R A K E N VA N S S - B E WA K E R S OPGETEKEND DOOR
AUSCHWITZ-OVERLEVENDE SIMON WIESENTHAL
SS-Obersturmbahnführer Rudolf Höss kreeg als eerste commandant in mei 1940 de opdracht om Auschwitz voor de opvang van gevangenen geschikt te maken. Tussen 11 november 1943 en mei 1944 werd hij vervangen door SSObersturmbahnführer Arthur Liebenshenschel.
Beschrijving van de afbeeldingen 1
Tekening die een beeld geeft van kampgevangenen aan het werk en de mishandeling
De bewaking was in handen van de SS. In 1944 bereikte hun aantal de grootste omvang, met 1.300 SS’ers. Een politiecompagnie diende als reserve.
van een van de gevangenen door een Kapo. (TEKENING : Mieczyslaw Koscielniak, BRON :
2
Auschwitz Museum)
De ‘Kommandantur’, de ingang van het kantoor van de kampcommandant.
Het SS-wachtbataljon bemande de wachttorens en bewaakte de kampgevangenen die in of buiten het kamp werkten. Ook waren ze aanwezig bij de selecties van binnenkomende transporten. Tijdens de uitvoering van hun werkzaamheden, ook bij moord en doodslag, werden zij vaak bijgestaan door kapo’s. Deze ‘kamppolitie’ bestond veelal uit gevangengezette misdadigers. Dronkenschap en afreageren op gevangenen was onder de bewakers en kapo’s een veel voorkomend verschijnsel.
3
Een SS-helm.
(BRON : Auschwitz Museum)
4
Kampcommandant Rudolf Höss tijdens zijn proces na de oorlog. Hij werd ter dood veroordeeld. (BRON : Auschwitz Museum)
5
Een bordje in Auschwitz geeft aan dat de kampgevangenen niet dichter bij het prikkeldraad en de wachttorens mochten komen. Het woordje ‘stop’ staat in het Duits en Pools.
6
Een detail van de poort met de tekst ‘Arbeit macht frei’.
7
Een detail van het prikkeldraad.
8
Een detail van een zoeklicht dat zich bevindt op de wachttoren bij de poort met de tekst ‘Arbeit macht frei’.
9
Prikkeldraad, barakken en de poort met de tekst ‘Arbeit macht frei’.
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
25
PA N E E L 1 0 Evacuatie en Bevrijding
‘We werden meegesleurd, lopen moesten wij. Zij die door uitputting niet meer verder konden en uitvielen, werden neergeschoten. Na veertig kilometer gelopen te hebben viel ik uit. Mijn benen waren gezwollen en mijn voeten bevroren. Ik mocht rusten in een klein boerderijtje, wat mij mee viel, want ik dacht dat het met mij afgelopen was. Even later kwamen ze me halen. Ik moest mee, maar toen hij zag dat het werkelijk niet meer ging zei hij: “Ach, bleib sitzen”. Hij ging weg. Drie dagen heb ik daar gelegen tot de Russen mij vonden.’ V E R S L A G VA N E E N O N B E K E N D E M A N BRON :
collectie Herinneringscentrum Kamp Westerbork Beschrijving van de afbeeldingen 1
Toen het Russische leger steeds dichterbij kwam, begon de SS op 17 januari 1945 met het evacueren van de gevangenen. Iedereen die kon, moest lopen. De zieken bleven achter en zouden later voor een groot gedeelte worden doodgeschoten. De evacuatiemarsen, die voornamelijk te voet of in open treinwagons werden afgelegd, worden ook wel ‘Dodenmarsen’ genoemd. Weinig gevangenen wisten deze barre tochten richting Duitsland te overleven.
Tekening, dat een beeld geeft van een ‘evacuatietransport’ uit Auschwitz-Birkenau; onderdeel van de ontruiming van Auschwitz door de nazi’s. De tekening is gemaakt in Theresienstadt. Er ging een schok door de kampgevangenen heen bij het zien van deze zieke en zwaar vermagerde gevangenen uit Auschwitz-Birkenau.
2
Kampgevangenen in Auschwitz worden in januari 1945 door het Russische leger bevrijd. (BRON : Auschwitz Museum)
3
Een registratiekaart voor een bevrijde kampgevangene in Auschwitz-Birkenau. De man was
Op 27 januari werd Auschwitz-Birkenau door Russische soldaten bevrijd. Ze troffen er 7.000 zieke en verzwakte gevangenen aan. Onder hen een groep kinderen, die waren blootgesteld aan medische experimenten. Daarnaast vonden ze honderden lijken en een enorme hoeveelheid haren, koffers, kleding en schoenen.
in 1920 in Amsterdam geboren. 4
Koffers gebruikt door kampgevangenen.
5
Bevrijde kinderen uit de experimentenbarak in Auschwitz. (BRON : Auschwitz Museum)
6
Een grote berg schoenen afkomstig uit Auschwitz II-Birkenau. (BRON : Auschwitz Museum)
7
Kampgevangenen uit Block 19 met hun Russische bevrijders. (BRON : NIOD)
26
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
PA N E E L 1 1 Sporen
Direct na de bevrijding werd Auschwitz voor Polen de belangrijkste gedenkplaats voor de Poolse slachtoffers onder de Duitse bezetter. Wereldwijd werd het Auschwitzcomplex, en dan met name Birkenau met zijn vier crematoria, het symbool van de vernietiging van de Joden in Europa. Slechts het voormalige Auschwitz I, het basiskamp, is nog voor een deel intact. In Auschwitz II- Birkenau zijn de overblijfselen van barakken, op één na, gereconstrueerd. Het totaal geeft een beeld van de enorme omvang van het kamp. In Auschwitz I is een museum met vele tentoonstellingen. Aangrijpend zijn de bergen met haar, de enorme aantallen schoenen, de honderden brillen en het vele speelgoed. Het crematorium is gereconstrueerd. In de stenen barakken bevinden zich ook de herdenkingsruimten van de slachtofferlanden, waaronder Nederland.
Beschrijving van de afbeeldingen 1
Fusilladeplaats in Auschwitz. Op deze plek werden honderden kampgevangenen doodgeschoten.
2
Een herdenkingsplaquette in Auschwitz IIBirkenau.
3
Een kampstraat in Auschwitz.
4
Een detail van Block 19 dat als revier (ziekenhuis) diende. De meeste patiënten zouden uiteindelijk
Het behoud van het uitgebreide museale complex is een grote zorg en enorm kostbaar. Daarnaast vallen vele gebouwen en andere overblijfselen die ooit tot Auschwitz-Birkenau behoorden buiten het door de Unesco afgebakende en beschermde gebied. Deze staan bloot aan verval en dreigen voorgoed verloren te gaan.
in deze barak overlijden of worden geselecteerd voor de gaskamers. 5
De poort met de tekst ‘Arbeit macht frei’. Jaarlijks passeren duizenden bezoekers deze doorgang.
6
Een aantal verdiepingen van barakken (Blocks) is ingericht als expositieruimte voor de slachtofferlanden. De geschiedenis van de vervolging van de Nederlandse Joden en Sinti
Van Auschwitz III-Monowitz en de andere bijkampen is nauwelijks iets overgebleven. Soms rest er nog een gebouw of een markering.
en Roma is te zien in het Nederlands paviljoen op de bovenverdieping van Block 21. 7
Een monument op het voormalige kampterrein van Auschwitz II-Birkenau.
8
Een detail van een wagon op het voormalige kampterrein van Auschwitz II-Birkenau.
9
Een detail van een wagon op het voormalige kampterrein van Auschwitz II-Birkenau.
10 Een detail van het spooremplacement op het
voormalige kampterrein van Auschwitz IIBirkenau.
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
27
PA N E E L 1 2 Westerbork en de transporten
‘In de overvolle veewagon stond één emmertje in de hoek dat dienstdeed als toilet. Binnen was het donker, alleen door een klein raampje hoog in de hoek kwam wat licht naar binnen. (…) We waren totaal van de buitenwereld afgesloten. We reden zonder oponthoud de hele dag door. Eten kregen we niet. (…) Drie dagen en nachten denderde de trein voort.’ J A N N Y M O F F I E -B O L L E , 8 BRON :
F E B R U A R I 1944
Schelvis, S., Binnen de Poorten.
Herinneringen van Jules Schelvis, Amsterdam 1989
Bijna 105.000 mensen zijn met 97 transporten vanuit kamp Westerbork gedeporteerd. Beschrijving van de afbeeldingen
Op 15 juli 1942 vertrok het eerste transport naar Auschwitz-Birkenau. Vanaf 2 maart 1943 tot 16 november 1943 was er sprake van een wekelijks ritme: iedere dinsdag vertrok een trein met duizend tot soms meer dan drieduizend personen.
1
De deportaties werden georganiseerd vanuit Berlijn: datum, bestemming en het aantal te deporteren mensen. De SS-commandant van Westerbork was verantwoordelijk voor het opstellen van de transportlijsten. De uitvoering werd overgelaten aan de Joodse kampleiding. De bestemming was meestal Auschwitz of Sobibor. Een enkele keer Bergen-Belsen en Theresienstadt of een ander kamp.
5
Kampgevangenen op weg naar de trein in kamp Westerbork.
2
Ook baby’s ontkwamen niet aan transport.
3
Meer dan zeventig personen werden in een veewagon gepropt.
4
Kampcommandant Gemmeker, in het groepje links, inspecteert met zijn staf het transport. Kampcommandant Gemmeker. Hij was van oktober 1942 tot en met 11 april 1945 commandant van kamp Westerbork.
6
Dekenrollen, koffers en rugzakken moeten nog worden ingeladen voor transport naar Auschwitz-Birkenau. De trein staat bij Hooghalen.
7
Kampgevangenen op weg naar de trein in kamp Westerbork.
8
Het laatste grote transport naar AuschwitzBirkenau vertrok op 3 september 1944.
Een Sinto jongen speelt viool. Op 19 mei 1944 vertrokken 245 Sinti en Roma vanuit kamp Westerbork naar Auschwitz II-Birkenau. Slechts 30 personen wisten het vernietigingskamp te
Slechts 5.000 gedeporteerden overleefden de oorlog, van wie ongeveer 900 uit AuschwitzBirkenau.
overleven. Op de appelplaats van het voormalig kampterrein van kamp Westerbork zijn steentjes geplaatst met een symbool. Elk steentje staat voor een gedeporteerde, die de oorlog niet heeft overleefd. Voor de Sinti en Roma zijn 215 steentjes geplaatst met als symbool een vlam (teken van hoop).
28
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
Levensverhalen in de koffers
Het gezin Frank Het gezin Frank kwam in 1933 als Duits-Joodse vluchtelingen uit Frankfurt am Main naar Nederland. Ze vonden een woning aan het Merwedeplein in Amsterdam. Margot en Anne gingen er naar school en Otto werkte hard in zijn nieuw bedrijf aan de Prinsengracht 263. De ontwikkelingen in Duitsland baarden Otto en zijn vrouw Edith echter grote zorgen. Ze vroegen een visum aan om naar Amerika te emigreren en probeerden tevergeefs een bedrijf in Engeland op te zetten. In het voorjaar van 1942 – de emigratiepogingen waren op niets uitgelopen – bereidden Otto Frank en naaste medewerkers in het achterhuis van het bedrijf een onderduikplek voor.
Op 4 augustus 1944 werden de onderduikers verraden en via een gevangenis naar strafbarak 67 in kamp Westerbork gestuurd. Op 3 september 1944 moesten ze met het laatste transport naar Auschwitz-Birkenau. Otto werd bij aankomst van zijn gezin gescheiden en werd in Auschwitz bevrijd op 27 januari 1945. Anne en Margot gingen eind oktober 1944 met een ziekentransport naar Bergen-Belsen. Edith bleef achter in Birkenau en stierf er op 6 januari 1945. Van het gezin Frank keerde alleen Otto na de bevrijding in Amsterdam terug. Hij was diep geroerd door de dagboekaantekeningen van zijn dochter Anne die na de arrestatie in het Achterhuis waren achtergebleven. Hij zorgde ervoor dat het dagboek werd uitgegeven.
Op 5 juli 1942 kreeg Margot een oproep om zich te melden voor een werkkamp in het Oosten. Het gezin Frank besloot de volgende dag onder te duiken. Ruim twee jaar verbleven ze in het Achterhuis, samen met de familie Van Pels en tandarts Fritz Pfeffer. Anne schreef hier haar beroemd geworden dagboek.
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
29
Frieda Menco-Brommet Frieda Menco-Brommet werd op 11 augustus 1925 in Amsterdam geboren. Haar vader werkte voor De Bijenkorf (was als etaleur gespecialiseerd in stoffen), moeder was huisvrouw. Frieda had een gelukkige jeugd. Het Joods zijn speelde geen rol in het dagelijkse leven. Na de lagere school volgde ze de Handelsschool. Ze zat in de derde klas toen de oorlog op 10 mei 1940 uitbrak. ‘Op die dag werd ik Joods’. Dit gevoel werd vanwege de anti-Joodse maatregelen sterker naarmate de oorlog langer duurde. Op 14 juli 1942 werd haar vader tijdens een razzia opgepakt. Hij wist te ontsnappen en besloot met zijn gezin onder te duiken. Vanuit de onderduik probeerden zij om naar Zwitserland te vluchtten. Ze werden opgelicht en ook verraden. Nadat ze gearresteerd waren zaten ze een korte tijd in de gevangenis. Vader, moeder en Frieda werden op 1 juli 1944 naar kamp Westerbork doorgestuurd. Ze kwamen in strafbarak nummer 67 terecht. In Westerbork moest Frieda batterijen openhakken en de koolstaafjes eruit halen. 30
Op 3 september 1944 werd het gezin in een veewagon doorgestuurd naar Auschwitz IIBirkenau. Bij aankomst werden ze gedegradeerd tot een nummer. Frieda kreeg A 25080 op haar arm getatoeëerd. Ze moest zwaar werk verrichten. Moeder week geen moment van haar zijde. Frieda werd al vrij snel in de ziekenbarak opgenomen. Haar moeder slaagde er steeds weer in contact met haar te houden en haar van voedsel te voorzien. Uiteindelijk kwam ook zij in de ziekenbarak terecht. Ze slaagde erin een plekje naast haar dochter te krijgen. In januari 1945 werden de twee vrouwen meer dood dan levend door het Russische leger bevrijd. Vader werd voor het laatst door een overlevende tijdens een Dodenmars gezien.
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
Jenny Hertzberger-Gold Jenny Hertzberger-Gold werd op 18 oktober 1926 in Duisburg (D) geboren. Haar ouders waren van Pools-Joodse afkomst. Vader handelde in textiel. Vanwege het opkomend nazisme in Duitsland vluchtten vader, moeder, Jenny en haar jongere broer Simon naar Nederland. Ze kwamen in het plaatsje Heer in de provincie Limburg terecht. Jenny ging naar een katholieke school. In 1939, na de mobilisatie, verhuisde het gezin naar Maastricht, in de hoop daar als Joods gezin onopvallend te kunnen leven.
en Kamp Westerbork werd hij op 16 juli 1942 naar Auschwitz gedeporteerd. Jenny zou hem nooit meer zien.
Op 10 mei 1940 probeerde het gezin naar het Westen te vluchtten. De weg was echter versperd en ze moesten weer naar huis gaan. Langzamerhand begon Jenny de gevolgen van de bezetting te ervaren, in het bijzonder de anti-Joodse maatregelen. Zo mocht ze geen contact meer hebben met haar vriendin, moest ze naar een Joodse school en werd ze verplicht een ster te dragen.
Op 25 februari 1944 ging ze met moeder en broertje op transport naar Theresienstadt. Vandaar werden ze op 16 mei 1944 doorgestuurd naar Auschwitz-Birkenau. Hier kwam ze er achter wat er daadwerkelijk met de Joden gebeurde. Na een kort verblijf in Stutthof bij Danzig en het buitencommando Praust, werd ze samen met haar moeder tijdens een Dodenmars door het Russische leger bevrijd.
In het najaar van 1942 kregen moeder, haar jongere broer Simon en Jenny een oproep om zich voor kamp Westerbork te melden. Ze kwamen er op 13 november aan. Jenny kreeg er een baantje als doktersassistente bij de medische dienst. Ze werkte er samen met haar latere echtgenoot, de dokter Ellis Hertzberger.
Haar vader werd in september 1941 als represaille opgepakt. Via Kamp Amersfoort
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
31
Levie van Been Levie van Been werd op 22 april 1901 in Rotterdam geboren. Hij trouwde in 1927 met Esther van der Berg. Levie verdiende de kost als vertegenwoordiger. Het echtpaar kreeg vier kinderen: Abraham (1928), Max (1930), Cily (1935) en in 1938 Kitty. Op 30 juli 1942 moesten 2.000 Rotterdamse Joden zich melden in Loods 24 aan de Entrepotstraat, een afgesloten terrein van de Gemeentelijke Haveninstellingen. Het gezin Van Been behoorde tot de 1.100 personen, die zich uiteindelijk op deze verzamelplaats meldden. De dag erna gingen ze met een trein naar kamp Westerbork.
Bij aankomst werd Levie gescheiden van zijn gezin. Zijn vrouw en kinderen werden direct naar de gaskamers gebracht. Levie werd geselecteerd om te werken. Hij heeft nog bijna twee maanden geleefd.
In Westerbork verbleven ze drie nachten in een grote barak met een apart gedeelte voor mannen en vrouwen. Op 3 augustus 1942 werd het gezin Van Been met veel andere Rotterdammers doorgestuurd naar AuschwitzBirkenau.
32
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
Ruth Binheim en haar zus Hanna in 1946
Ruth Wallage-Binheim Ruth Wallage werd op 30 maart 1925 in Hannover geboren. Haar vader had in deze Duitse stad een stoffenzaak. Als Joods meisje had Ruth geen gemakkelijke jeugd. ‘Van de jaren dertig in Duitsland herinner ik me vooral de angstige sfeer. De haat tegen Joden was groot. Joden zijn vuil, Joden stinken, Joden deugen niet, zo dachten ze over ons. Er werd ons geleerd bescheiden te zijn en je niet te laten horen.’ Na de Kristallnacht in november 1938 besloten Ruth’s ouders dat het voor hun kinderen niet veilig was nog langer in Duitsland te blijven. Ruth vertrok samen met haar broer Hans Werner en zusje Hannah met een van de laatste kindertransporten naar Nederland. Haar ouders bleven in Duitsland achter.
duiken. Uit angst besloten ze het niet te doen. Aan de oproep om zich op 26 mei 1943 op het Jonas Daniël Meijerplein te melden, gaven ze gehoor. Nog dezelfde dag werden ze doorgestuurd naar kamp Westerbork. Ruth kreeg er een baantje in het weeshuis en later op de kampboerderij. Op 3 maart 1944 werden Ruth en Hannah gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. Ze moesten verschillende werkzaamheden verrichten, waaronder het sorteren van kleren. Vlak voor de bevrijding van het kamp werden ze op een van de beruchte Dodenmarsen naar Ravensbrück gestuurd. Daar maakten Ruth en Hannah het einde van de oorlog mee. Zonder elkaar hadden ze de oorlog niet overleefd.
In 1941 werd Hans Werner opgepakt en naar Mauthausen in Oostenrijk gestuurd. Korte tijd later ontvingen de zussen zijn doodsbericht. Ruth en Hannah kregen in de loop van de oorlog meerdere malen de kans om onder te
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
33
Settela Steinbach Anna Maria Steinbach werd op 23 december 1934 in Born geboren. Als Sinto-meisje kreeg ze de naam Settela. Als gevolg van maatregelen van de Duitse bezetter werd het normale leven voor de Sinti en Roma in de loop van 1943 steeds meer beperkt. Op 16 mei 1944 vonden er op verschillende plaatsen razzia’s plaats om Sinti en Roma op te pakken en naar kamp Westerbork te sturen. Het gezin Steinbach werd in Eindhoven opgepakt. Settela kwam in barak 69 in kamp Westerbork terecht.
Terwijl ze naar de hond van de kampcommandant keek, zou haar moeder nog geroepen hebben: ‘Settela ga bij die deur weg, straks komt je hoofd er nog tussen’. Bij aankomst in Auschwitz-Birkenau werd het gezin in een familiekamp voor zigeuners ondergebracht. In augustus 1944 werd Settela en de rest van het gezin in de gaskamers vermoord. Van de hele groep gedeporteerde Sinti en Roma hebben maar dertig mensen de oorlog overleefd.
Samen met 244 lotgenoten werd zij op 19 mei op de trein naar Auschwitz-Birkenau gezet. Op die dag filmde de Joodse gevangene Rudolf Breslauer in opdracht van de kampcommandant de instappende mensen. Terwijl de trein wachtte op het sein voor vertrek en de schuifdeuren van een aantal veewagons nog open stonden, kreeg Breslauer het gezicht van Settela in beeld.
34
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
Sonja Wagenaar-Van Dam Sonja van Dam werd op 4 mei 1918 in Amsterdam geboren. Haar vader was eigenaar van een poelierszaak. Sonja had een oudere en een jongere zus. Haar moeder overleed in 1938. Toen op 10 mei 1940 de oorlog uitbrak zei vader: ‘Het is zover’. Maar, het gezin werd nog niet opgehaald. De anti-Joodse maatregelen ervoer Sonja als verschrikkelijk. Vaders winkel en kasgeld werd in beslag genomen. Op de eerste dag dat ze een ster moest dragen, voelde Sonja zich eenzaam en alleen. Het gezin besloot onder te gaan duiken. Ze kwamen op verschillende adressen in Twente terecht. Toen de angst bij het gastgezin toesloeg, was er geen andere mogelijkheid dan terug naar Amsterdam te gaan en daar onder te duiken. Ze reisden apart in een trein maar vader werd opgepakt. Sonja zou hem nooit meer zien. In maart 1944 stond ineens de politie voor de deur op haar onderduikadres. Sonja werd voor verhoor naar de gevangenis gebracht.
Op 6 april 1944 kwam ze als strafgeval in barak 67 in kamp Westerbork terecht. Hier kreeg ze vriendschap met een meisje en zes jonge mannen. Het achttal besloot te ontsnappen. Het plan lekte echter uit en een bewaker van de Joodse Ordedienst waarschuwde hen voor de represaillemaatregelen. Ze moesten wachtten tot 3 september 1944, de dag dat ze met z’n allen op de trein naar Auschwitz werden gezet. Alle acht slaagden erin uit de trein te springen, nadat er een gat in de bodem was gezaagd. Sonja vond na haar ontsnapping een onderduikplaats. Uiteindelijk werd ze op een andere onderduikplek, in Drachten bevrijd. Van haar familie heeft alleen haar jongste zusje de oorlog overleefd.
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
35
36
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
Werkvormen, opdrachten en tips kunnen afhankelijk van het niveau van de leerlingen en het doel van de les (voorbereiding op een bezoek aan de tentoonstelling, of het Museum Auschwitz-Birkenau) aangepast worden.
DE VOLGENDE WERKVORMEN
> Activeer de kennis bij de leerlingen door te vragen: wat weten jullie over Auschwitz? Kennen jullie iemand uit jullie omgevingen die Auschwitz heeft overleefd, hebben jullie wel eens een boek gelezen of een documentaire of een film bekeken over Auschwitz? > Auschwitz bestond uit drie hoofdkampen en heel veel nevenkampen. Om geografisch inzicht te verschaffen kunnen luchtfoto’s nuttig zijn, maar ook Google Earth geeft goed weer hoe de kampen ten opzichte van elkaar lagen en hoe groot het hele complex was. > De BBC documentaire ‘Auschwitz: the Nazis and the ‘Final Solution’ (met Nederlandse ondertiteling) combineert historische beelden en nagespeelde scènes op een aansprekende wijze en op basis van grondige historisch onderzoek. De zes afleveringen: 1 - Surprising Beginnings, 2 - Orders and Initiatives, 3 - Factories of Death, 4 - Corruption, 5 - Frenzied Killing, 6 - Liberation & Revenge) lenen zich goed voor het tonen van korte fragmenten. Door bijvoorbeeld twee maal tien minuten van afleveringen 2 en 3 te laten zien wordt in korte tijd der reikwijdte van het onderwerp goed geïllustreerd. > Leerlingen worden bijzonder geraakt door een ontmoeting met een overlevende. Het uitnodigen van een overlevende, die vertelt over zijn of haar leven vóór, tijdens en na de Holocaust is een speciale leerervaringen.
B
Het ‘Landelijk Steunpunt Gastsprekers WO II-Heden’, www.steunpuntgastsprekers.nl kan bemiddelen bij het uitnodigen van een overlevende op school. > Het individualiseren van de Holocaust kan ook door leerlingen middels interviews op websites en in documentaires kennis te laten nemen van persoonlijke verhalen. In de koffers bij de reizende tentoonstelling zijn zeven persoonlijke verhalen opgenomen en in de bijlage bij deze docentenhandleiding zijn citaten van nog eens dertien Auschwitzoverlevenden opgenomen. Deze persoonlijke verhalen helpen inzicht te krijgen in de menselijke dimensie van vervolging en vernietiging. In de bijlage zijn ook werkvormen bij de citaten en rond een aantal thema’s opgenomen. > Een bezoek aan een van de herinneringscentra in Nederland maakt duidelijk: het begon niet in Auschwitz. Joden die uit Nederland werden gedeporteerd hadden al heel veel meegemaakt: uitsluiting, roof en gevangenschap. In musea en herinneringscentra zijn foto’s, documenten, verhalen en voorwerpen te zien die betrekking hebben op de Holocaust. Het zijn sporen uit het verleden die nog steeds zichtbaar en tastbaar zijn. Concreet erfgoed ondersteunt het voorstellingsvermogen van leerlingen. > Veel leerlingen weten niet wat Joods zijn bekent. Een bezoek aan het Joods Historisch Museum in Amsterdam biedt de mogelijkheid om de vele verschijningsvormen van de Joodse cultuur te leren kennen en ook kunnen stereotype denkbeelden worden bijgesteld. Het tonen van de Joodse, levende cultuur is van groot belang omdat leerlingen vaak geen beeld hiervan hebben en Joden en Joods slechts associëren met de Holocaust. Door aandacht te besteden aan het leven voor en na de Holocaust wordt duidelijk dat de Joodse bevolking een lange geschiedenis heeft en een rijk cultureel erfgoed.
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
37
> Laat leerlingen ook stilstaan bij de verschillende rollen van daders, slachtoffers, helpers en omstanders. Daarbij is het belangrijk om te realiseren dat deze ‘rolverdeling’ niet statisch was; iemand kon van rol veranderen. Door de verschillende perspectieven te bespreken (daders, slachtoffers en omstanders) kunnen leerlingen ook nadenken over dilemma’s en keuzes. Dilemma’s bijvoorbeeld waar Joden zich tijdens de oorlog voor geplaatst zagen, zoals de keuze tussen onderduiken of niet, vluchten of niet, aanpassen of verzet. 38
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
De verschillende perspectieven lenen zich goed voor groepsdiscussies over bepaalde facetten van de vervolging. U kunt hierbij een stelling aandragen of leerlingen dat zelf laten bedenken. De leerlingen kunnen deze stelling onderbouwen of bekritiseren. Leerlingen leren daarbij ook na te denken over hun eigen normen en waarden, doordat zij een relatie leggen tussen gebeurtenissen van toen en hun eigen persoonlijke visie op de huidige maatschappij.
Een van een serie luchtfoto’s genomen van Auschwitz II-Birkenau en de omgeving door Amerikaanse verkenningsvliegtuigen tussen april 1944 en januari 1945
Werken met de tentoonstelling De organisatie rondom de tentoonstelling en de werkvormen die gebruikt worden zullen afhangen van het moment waarop de tentoonstelling op school komt, of in een openbaar gebouw die met schoolklassen bezocht kan worden. Het werken met de tentoonstelling biedt bijzondere leermomenten voor de leerlingen; zowel inhoudelijk met betrekking tot het onderwerp, maar ook maatschappelijk door te ervaren dat de Holocaust een onderwerp is dat maatschappelijk belangrijk gevonden wordt.
>
> >
Een aantal elementen kan altijd overwogen worden: > De organisatie van de opening kan door leerlingen gedaan worden. De kadertekst geeft hiervoor suggesties. > Samenwerking met andere scholen: als de tentoonstelling op een school voor voortgezet onderwijs komt kunnen leerlingen van groep 8 van de basisscholen uit de omgeving uitgenodigd worden (vooral nadat de Cito toets is geweest). > Leerlingen kunnen gevraagd worden om als vrijwilliger gids te zijn in de tentoonstelling. Er kan hiervoor een gidsentraining aangevraagd worden bij de Anne Frank Stichting. Leerlingen leiden dan medeleerlingen, ouders en het algemene publiek rond. > Samenwerking met organisaties die zich bezighouden met de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog: door gastsprekers uit te nodigen in de klas ter voorbereiding van het project of voor openbare avonden als de tentoonstelling er staat. Ideeën, tips en een checklist voor leerlingen > Wie wil je uitnodigen om te spreken? Een overlevende van Auschwitz, de burgemeester of een wethouder, een directielid of een (bekende) oud-leerling? > Wordt de spreker geïnterviewd of wordt er een power point presentatie getoond? > Is er muziek, uitgevoerd door een of meerdere leerlingen, bij de opening, en/of wordt er een (zelfgeschreven) gedicht of rap voorgedragen? > Wordt er een compilatie van eigen foto’s van leerlingen getoond, bijvoorbeeld gemaakt als onderdeel van een voorbereidende
>
>
lessenserie over Joden, Roma en Sinti die uit de omgeving zijn gedeporteerd? Is er een element van herdenking tijdens de opening? Bijvoorbeeld door de namen te noemen van kinderen die uit de omgeving zijn gedeporteerd en vermoord, of door over één of enkele kinderen te spreken; door kaarsen aan te steken of bloemen in een vaas te zetten voor vervolgingsslachtoffers uit de omgeving van de school? Wordt de lokale pers uitgenodigd en/of schrijft de schoolkrant er over? Komt er een aankondiging op de website van de school en een stukje over de opening na afloop? Voor leerlingen die naar Auschwitz zijn geweest: spreken één of twee leerlingen tijdens de opening om te verwoorden wat de reis te weeg gebracht heeft? Welke kosten worden er voor de opening gemaakt, moet er een begroting worden opgesteld (bijvoorbeeld voor een drankje na afloop, voor bloemen voor de spreker of een ander cadeau ter herinnering aan de opening? Wie kunnen bijdragen aan de kosten?
Checklist > Datum van opening afstemmen met sprekers > Lijst van uit te nodigen gasten samenstellen > Programma van de opening naar de spreker(s) sturen en de laatste details bespreken > Gasten uitnodigen > Aankondiging maken voor de pers en de website van school > Pers inlichten > Technische voorbereiding (wel/geen podium, geluidsversterking enz.) > Organisatie van drankjes, bloemen of cadeau > Foto’s van de opening maken > Leerling schrijft stukje over de opening voor de website
Tentoonstellingsopening Het organiseren van een opening betekent dat er binnen de school, maar misschien ook voor de wijdere omgeving van ouders, buurtgenoten en maatschappelijke organisaties aandacht gevraagd wordt voor de herinnering aan de Holocaust en het belang van het leren over de Jodenvervolging.
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
39
Gastspreker Merlyn Frank
Werkvormen In de bijlage bij deze handleiding zijn werkbladen opgenomen waarmee leerlingen zelfstandig de tentoonstelling kunnen bezoeken. Het bezoek moet natuurlijk wel in de klas voorbereid zijn en een nabespreking is ook essentieel.
2 Persoonlijke verhalen staan centraal
Verdeel de klas in zeven groepen en geef elke groep één koffer om te bestuderen. Zij hebben de opdracht om het levensverhaal van ‘hun’ persoon samen te vatten en zoeken ook twee panelen die in het bijzonder aansluiten bij dit verhaal. Ze zoeken ook uit met welke transport (paneel 6) hun persoon naar Auschwitz ging. Elk groepje bedenkt hoe zij het levensverhaal van hun persoon aan de klas gaat vertellen. Om zeker te zijn dat elke groep de tijd krijgt om te presenteren en dat er tijd is voor vragen van medeleerlingen en/of toevoegingen van de docent is een strak tijdschema van belang. Als er tijd is om de presentaties in de tentoonstelling te doen, is dat het meest aansprekend, maar de presentaties kunnen ook in de klas plaatsvinden. Dan kan ook de opdracht meegegeven worden om meer uit te vinden over hun persoon en de presentatie als huiswerk verder voor te bereiden.
Het heeft de voorkeur om een interactieve werkvorm te kiezen, waarbij het bespreken van de betekenis van Auschwitz en de informatie in de tentoonstelling aan bod komen. 1 Leerlingen bedenken zelf vragen bij de panelen
Laat leerlingen zelfstandig of in kleine groepjes de panelen bekijken en wijs elke leerling (of tweetal) één koffer aan. Alle leerlingen verzinnen drie vragen, één bij de koffer en de andere twee bij het paneel. De vragen dienen te gaan over iets dat ze belangrijk vinden of waar ze meer over weten, of wat ze niet helemaal begrijpen. In de klas worden de verschillende vragen behandeld. Waarom is de ene vraag beter dan de andere? Uiteindelijk kiezen de leerlingen de tien beste vragen. Met mogelijk als vervolgopdracht dat elke leerling deze tien vragen schriftelijk beantwoordt. Dit moet dan wel van te voren verteld worden.
40
3 Gidsentraining
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
Het is mogelijk om vrijwilligers, die als gids bij de tentoonstelling willen werken, een workshop van een dag, verzorgd door de
Anne Frank Stichting, te laten volgen. Deze vrijwilligers kunnen daarna medeleerlingen rondleiden. Deze vorm van ‘peer guiding’ heeft voor zowel voor de gids als voor de leerlingen een meerwaarde. Leeftijdsgenoten, en soms ook leerlingen die jonger zijn dan de bezoekende klas, leggen in hun eigen woorden uit wat voor hen de essentie van de tentoonstelling is. De gidsen worden ook getraind om met de bezoekers in gesprek te raken. De historische informatie staat niet centraal, maar de betekenis ervan voor vandaag. Bij voorkeur gaan de gidsen met een groep van 4-6 (en nooit met meer dan 12) door de tentoonstelling. Een gids kan beginnen bij het eerste paneel en een andere gids kan beginnen bij paneel 6 (overzicht van de transporten); andere gidsen kunnen bij een koffer beginnen. Er wordt volgens afspraak gerouleerd. De gidsen zullen vaak ook bereid zijn om na schooltijd of in het weekeinde bijzondere gasten te ontvangen, bijvoorbeeld ouders en familieleden, mensen uit de buurt, leden van hun sportclub of mensen die in een nabijgelegen bejaardenhuis wonen.
4 Lokale geschiedenis en Auschwitz
Leerlingen die zich in de voorbereiding op het bezoek aan de tentoonstelling hebben verdiept in de lokale geschiedenis kunnen het verhaal van een kind of volwassene die uit de eigen streek, stad, dorp of straat is gedeporteerd koppelen aan de tentoonstelling. Welke panelen sluiten in het bijzonder aan het vervolgingsverhaal van die persoon? Welk verhaal in een koffer heeft belangwekkende overeenkomsten met die persoon? Op welk transport zat die persoon? De leerlingen kunnen extra panelen aan de tentoonstelling toevoegen met de verhalen van deze mensen. Naast een tekst kunnen zij denken aan: foto’s, een gedicht of een tekening.
Werken met de tentoonstelling na een bezoek aan Auschwitz Onderstaande foto-opdracht kan worden gebruikt wanneer leerlingen of ouders rondgeleid worden door de tentoonstelling (bijvoorbeeld bij de opening).
3 Bereid een kleine presentatie voor van jouw
foto bij het paneel waar het volgens jou het beste bij past. Beschrijf daarbij jouw ervaringen tijdens je bezoek aan Auschwitz en jouw gevoelens of ideeën daarbij.
1 De leerling kiest een foto die hij/zij zelf
in Auschwitz heeft gemaakt en beantwoordt de volgende vragen: a - Waarom heb je deze foto gekozen? b - Wat voel je als je naar deze foto kijkt? c - Wat is zo bijzonder aan deze foto? d - Wat is volgens jou de boodschap die deze foto uitdraagt? e - Bevat deze foto volgens jou een boodschap voor de toekomst? 2 Kies een foto, beeld of tekst van de
tentoonstelling die bij jouw foto past. Leg uit waarom zij bij elkaar passen.
4 De leerlingen kunnen ook zelf een paneel
toevoegen aan de tentoonstelling. Leerlingen kiezen foto’s uit en voorzien die van een onderschrift. Daarnaast kunnen ook de opdrachten die de leerlingen hebben gemaakt in de voorbereidende fase, hier worden verwerkt. Andere mogelijkheden: Leerlingen geven een presentatie aan de hand van de filmbeelden die zij in Auschwitz hebben gemaakt.
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
41
42
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
Voorbereidingen voor een bezoek aan Auschwitz vergt natuurlijk planning. Met anderhalf miljoen bezoekers per jaar is het nodig om ruim van te voren contact op te nemen met het museum om een afspraak te maken voor het bezoek. Alle groepen worden begeleid door een gids; mits tijdig aangevraagd kan dit ook in het Nederlands.
EEN REIS NAAR POLEN
Ook is het belangrijk om van te voren te bedenken of er één, twee of meer dagen uitgetrokken worden voor het bezoek aan Auschwitz-Birkenau. Het is aan te raden er minstens twee dagen voor in te plannen. Dan is er bijvoorbeeld tijd om naast de vaste tentoonstelling in Auschwitz I ook het Nederlands paviljoen te bezoeken en is er in Birkenau tijd om ook de tentoonstelling in het Saunagebouw te bekijken. Er bestaat ook de mogelijkheid om leerlingen een paar uur te laten werken aan het onderhoud van het terrein. Dit wordt doorgaans als heel bijzonder ervaren. Leerlingen krijgen een besef van de grootte van het terrein, van de misdaad die er plaatsvond en krijgen op een bijzondere manier de gelegenheid te reflecteren op de betekenis van deze herdenkingsplek. Bij het maken van een afspraak moet hiervoor een apart verzoek worden ingediend. In het stadje Oswiecim is in een synagoge het é ç Auschwitz Jewish Centre te vinden. Hier wordt stilgestaan bij de Joodse geschiedenis van de stad Oswiecim en worden workshops gegeven é ç die bezoekers ook een idee geven van het vooroorlogs Joods leven in Polen. Het is educatief waardevol om eerst dit Joods centrum te bezoeken, omdat er dan een besef ontstaat van Oswiecim als stadje, los van het é ç kamp, en van de Joods-Poolse cultuur vóór de massamoord.
C
vinden. Veel mensen overnachten in Krakau en het is zeker aan te raden tijd te nemen om Krakau te bezoeken. Om het bezoek aan Auschwitz vroeg te laten beginnen en op die manier ook de drukte een beetje voor te zijn is het zeker het overwegen waard om in Oswiecim te overnachten. é ç > Gedetailleerde informatie over het maken van afspraken voor een educatief programma vindt u op de website: http://en.auschwitz.org Hoe bereid je leerlingen voor op een bezoek aan Auschwitz? Het is belangrijk om de leerlingen zowel inhoudelijk als emotioneel voor te bereiden. Soms hebben leerlingen een idee of verwachting van wat zij gaan zien, maar vaak ook niet. Het is nuttig om leerlingen te vragen wat zij denken te zien, omdat zij zich dan bewust worden van hun eigen verwachtingen en de docent kan daar dan ook rekening mee houden. Sommige leerlingen kunnen bang zijn voor wat zij gaan zien. Door een goede voorbereiding kan een docent veel van deze angst weghalen. Het uitnodigen van bijvoorbeeld een gastspreker, een overlevende, iemand van de tweede generatie of een rabbijn kan daarbij zinvol zijn. Hij of zij kan aan de leerlingen uitleggen wat zij daar zullen gaan zien. Het is aan te raden dat een docent zelf eerst Auschwitz bezoekt. In het hoofdstuk ‘Werkvormen, opdrachten en tips’ zijn verschillende suggesties voor een goede voorbereiding opgenomen. Documentaires, een overlevende als gastspreker, het werken met teksten of videofragmenten van overlevenden van Auschwitz, kunnen allemaal helpen om de leerlingen goed voor te bereiden.
Hieronder staan twee voorbeelden van programma’s die als richtlijn kunnen dienen voor het bezoek. Ook zijn enkele adressen voor groepsaccommodatie in Oswiecim te é ç
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
43
Opdrachten voor tijdens het bezoek aan Auschwitz-Birkenau > Als leerlingen zich van te voren hebben verdiept in de Joodse gemeenschap in eigen dorp, stad of streek of in het lezen van getuigenissen van overlevenden kan deze informatie een rol krijgen tijdens het bezoek. Bij het monument in Birkenau kunnen zij bijvoorbeeld de namen noemen van de Joodse inwoners van hun stad of dorp die vermoord zijn. Ook kunnen ze op in Birkenau de herinnering van een overlevende over een bepaalde plek voorlezen en met elkaar bespreken. Het is aan te raden dit met de gids af te stemmen. > Leerlingen mogen foto’s maken of filmen in Auschwitz. Bespreek hoe zij dit kunnen aanpakken. Benadruk wel dat het fotograferen of filmen slechts een onderdeel van het bezoek is. De opdracht kan zijn: fotografeer of film dat wat je het meeste raakt. Of fotografeer of film twee beelden die voor jou twee uitersten weergeven. Of kies een thema en zoek hier beelden bij. > Elke leerling geeft aan waar hij/zij meer over zou willen weten bij een bezoek aan Auschwitz. > Leerlingen werken in een groep met een thema. Zij zoeken gedichten, persoonlijke verhalen en citaten die het thema illustreren. Tijdens het bezoek aan Auschwitz kunnen zij de gedichten en citaten voorlezen of iets 44
over een persoon vertellen die Auschwitz heeft overleefd. De leerlingen kunnen ook zelf gedichten maken. > Elke leerling maakt zijn eigen map met informatie, dit kan ook digitaal. Hierin kan hij/zij alles toevoegen wat in de voorbereidende fase is verzameld. Na het bezoek aan Auschwitz kan elke leerling zijn of haar map verder afmaken, hetzij met een essay, een tekening, een gedicht en zelf gemaakte foto’s. Bezoek aan Auschwitz-Birkenau: wat gaan leerlingen zien? De meeste leerlingen maken voor het eerst kennis met een authentieke plek als deze: een plek waar de voormalige barakken en de persoonlijke bezittingen van de vervolgden nog te zien zijn. Hoe moeten leerlingen met zo’n herdenkingsplek omgaan? Zij moeten zich aan de hand van dat wat is achtergebleven, een beeld vormen. Dat raakt leerlingen emotioneel. Wij moeten ons afvragen wat zij van deze overblijfselen leren over de daders en hun slachtoffers. Aan de ene kant kan gesteld worden dat de voorwerpen die direct tot de emotie spreken gezien kunnen worden als gevolg van de misdaden van de daders, tegelijkertijd getuigen deze achtergebleven voorwerpen, schoenen en schoentjes, babykleertjes en koffers van het leed van de slachtoffers. Het zijn ook de resten van een vernietigde beschaving. Wij kennen slacht-
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
offers alleen door hun afwezigheid, door het moment van vernietiging. De overblijfselen herinneren ons niet zo zeer aan het leven dat zij eens bezielden, maar vooral aan de vernietiging van het leven, aldus de Amerikaanse professor James E. Young in: The Texure of memory: Holocaust memorials and meanings in Europe, Israel and America (New Haven and London 1993). Een bezoek aan Auschwitz-Birkenau is een indirecte leerervaring: het contact leggen met de afwezigheid. Hoe kan een plek als deze communiceren? Door deze geschiedenis te verankeren binnen de menselijke ervaring, wordt het voor leerlingen grijpbaar. De verhalen van overlevenden en de historische informatie zullen hen daarbij helpen. Het uiten van emoties en het benoemen van angst Het is verstandig om als onderdeel van de voorbereiding de rol van emoties tijdens het bezoek met leerlingen te bespreken. Het is goed mogelijk dat sommige leerlingen in Auschwitz-Birkenau niets voelen, terwijl anderen overmand worden door hun gevoelens. Door duidelijk te maken dat er geen ‘juiste’ reactie is, kan voorkomen worden dat leerlingen zich hierover onzeker gaan voelen. Bij binnenkomst zijn leerlingen vaak gespannen voor dat wat gaat komen. Het is goed dat leerlingen leren om te gaan met deze spanning. Tijdens het bezoek is het belangrijk dat leerlingen de mogelijkheid hebben en de ruimte krijgen om hun emoties te uiten. Zij zullen veel vragen hebben. Door te praten, uit te leggen en te begrijpen wat er is gebeurd met de mensen in Auschwitz-Birkenau, kan geprobeerd worden de gevoelens en gedachten te begrijpen en te controleren. Belangrijk is dat de leerlingen niet naar huis gaan met een gedesillusioneerd gevoel over de mensheid. Leerlingen kunnen ook in paniek raken of extreem emotioneel reageren. Dit gebeurt niet zomaar, wij creëren onze eigen gevoelens van angst. In het geval van een bezoek aan Auschwitz-Birkenau is het heel normaal voor (jonge) mensen om zich ongemakkelijk te voelen op een plek waar massavernietiging
heeft plaatsgevonden. Door de afwezigheid van daders en slachtoffers, moeten leerlingen zelf een voorstelling maken van wat hier heeft plaatsgevonden. Door dat te doen kunnen zij zichzelf in die situatie projecteren en daardoor angst, paniek, boosheid etc. voelen. De docent kan de leerling helpen door dit proces te beschrijven en uit te leggen, waardoor de leerling kan terugkeren uit zijn/haar gedachten. Andere tips > Bespreek voor het bezoek met de leerlingen hoe zij zich moeten gedragen. Zij moeten zich ervan bewust zijn, dat zij niet de enige zijn die het concentratie- en vernietigingskamp bezoeken. Het kan er heel druk zijn. Maak duidelijk dat zij rustig blijven en respect hebben voor de emoties van anderen, waaronder ook hun klasgenoten. > Herdenken: Bij de monumenten kunnen leerlingen volgens de Joodse traditie namen noemen. Op die manier blijft degene wiens naam wordt genoemd voortleven in de herinnering. > Reflectie: zorg op de avond van het bezoek voor tijd en een vorm waarin leerlingen met elkaar kunnen delen wat ze het meeste geraakt heeft. Zorg dat alle leerlingen mee doen. > Bij aankomst in het museum eerst langs de receptie voor alle informatie en kennismaking met de gids(sen). > De gids: stem gids en groep op elkaar af. Zorg dat de gids goed aansluit bij de behoefte van de groep. Soms geven gidsen teveel informatie, hierdoor kan de aandacht verminderen. Maak afspraken met gids en grijp als docent in als leerlingen hun aandacht dreigen te verliezen. Het is belangrijker om in Auschwitz te kijken, te voelen en te ervaren dan om alle informatie die de gids geeft te onthouden. Geef de leerlingen de mogelijkheid om zich te kunnen uiten en vragen te stellen. Het voeren van discussies biedt leerlingen de mogelijkheid dat wat zij hebben gezien en geleerd in een context te plaatsten. Neem de leerlingen serieus in hun uitingen.
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
45
Voorbeeldles ter voorbereiding van het bezoek STAP 1
(10 minuten) STAP 2
(10 minuten) STAP 3
(30 minuten)
STAP 4
(10 minuten)
De leerlingen schrijven op papier wat voor ideeën en gevoelens zij hebben over het bezoek aan Auschwitz-Birkenau. De docent vraagt de leerlingen om deze ideeën en gevoelens in groepen in te delen. Bespreek de verschillende situaties waarin de leerlingen deze ideeën en gevoelens zelf eerder hebben ondervonden en vergelijk de overeenkomsten en verschillen in relatie tot hun verwachtingen over hun bezoek aan Auschwitz-Birkenau. Geef als docent advies hoe de leerlingen met deze gevoelens kunnen omgaan, maar laat ze ook zelf mogelijkheden bedenken.
Voorbeeld tijdsinvestering voorbereiding op een bezoek aan Auschwitz 2 lesuren
Inleiding
2 lesuren
Bezoek aan herinneringscentrum in Nederland
3 lesuren
Voorbereiding bezoek aan Auschwitz Bezoek aan Auschwitz
46
2 lesuren
Reflectie
2 lesuren
Reflectie: werken met de tentoonstelling
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
Voorbeeld programma’s Bezoek van 1 DAG
Auschwitz I (halve dag) met bezoek aan barakken 4, 5, 6, 7 en 11 Auschwitz-Birkenau (halve dag)
Bezoek van 2 DAGEN
DAG 1
Auschwitz Jewish Center in Oswiecim é ç met tijd voor een workshop en/of bezoek aan de Joodse begraafplaats (morgen van de eerste dag) Auschwitz 1 met bezoek aan barakken 4, 5, 6, 7 en 11 en de Nederlandse barak (middag) Reflectie op het bezoek (’s avonds) DAG 2
Auschwitz-Birkenau, met bezoek aan het Saunagebouw (morgen) Eventueel onderhoudswerk op het terrein (vroeg in de middag) In de (na)middag vertrek naar Krakau. Bezoek aan: > Het Joodse district Kazimierz (met de Isaac Synagoge waar een korte documentaire over het getto in Podgorze is te bekijken of de begraafplaats met het graf van de Asjkenazische rabbi Moses Isserles) > Het Museum van Schindler (zie www.oskarschindlersfactory.com/), > De restanten van het kamp Plaszow, waaronder het huis van kampcommandant Amon Goeth. In Plaszow is een deel van Schindler’s List opgenomen.
Praktische informatie Voor het maken van een reservering voor een rondleiding en een gids. Telefoonnummer receptie +48 33 8448099 +48 33 8448100 +48 33 8448102 Faxnummer +48 33 8432227 e-mail
[email protected] De receptie is geopend van maandag t/m vrijdag van 8:00 uur t/m 15:00 uur De educatie afdeling van het Museum Auschwitz geeft docenten ook ideeën voor het programma.
Openingstijden Het museum is het hele jaar geopend, zeven dagen per week, behalve op 1 januari, Paaszondag en 25 december. Het museum is gesloten tijdens officiële staatbezoeken en ceremonies. Op de website van het museum wordt dit aangegeven. > 8:00 – 15:00 uur: voor de maanden december en februari > 8:00 – 16:00 uur: voor de maanden maart en november > 8:00 – 17: 00 uur: voor de maanden april en oktober > 8:00 – 18:00 uur: voor de maanden mei en september > 8:00 – 19:00 uur: voor de maanden juni, juli en augustus
é ç Accommodatie in Oswiecim De volgende adressen zijn geschikt voor (grote) groepen. Voor alle adressen geldt dat reserveringen zeker enkele maanden van te voren gemaakt moeten worden. > Centre for Dialogue and Prayer, – www.cdim.pl/en Erg praktisch door de ligging op zo’n vijf minuten lopen van het Museum Auschwitz en een groot aantal kamers (ook met meerdere bedden) en ruimtes. > International Youth Meeting Center in Oswiecim/Auschwitz é ç – www.mdsm.pl/de Eveneens op loopafstand van het museum en gericht op schoolgroepen.
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
47
‘Toen in 1944 in Auschwitz al die transporten binnenkwamen uit Nederland, Hongarije en Theresienstadt werd de bagage van al die mensen op hoge stapels gegooid. Wij moesten de rugzakken en de koffers leeghalen en sorteren. Dat waren dan Liebesgaben voor Duitsland!’ R U T H W A L L A G E -B I N H E I M
48
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
Auschwitz concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz I (basiskamp) Het oorspronkelijke concentratiekamp bestond in 1940 uit 22 vooroorlogse stenen barakken en 90 houten barakken. Op 14 juni 1940 kwamen de eerste gevangenen aan. Bijna alle gevangenen werden ingezet om het kamp op te bouwen. Aanvankelijk was het bedoeld voor Poolse politieke gevangenen en vormden niet-Joden de meerderheid. De kampgevangenen stierven een langzame dood door honger, ondragelijke arbeidsomstandigheden, mishandelingen, ze werden doodgeslagen, opgehangen en neergeschoten door de SS. Van systematisch massamoord was toen echter nog geen sprake. De geschiedenis van Auschwitz kan onderverdeeld worden in twee perioden. Vanaf de oprichting in 1940 tot de eerste maanden van 1942 functioneerde Auschwitz uitsluitend als een concentratiekamp. Het was een plaats waar gevangenen een langzame dood stierven door onmenselijke omstandigheden en honger; het was een doelbewuste politiek waarbij gevangenen beroofd werden van de fundamentele waarden van het leven. Vanaf de eerste maanden van 1942 tot oktober 1944 werd het tevens een vernietigingskamp. Terwijl Auschwitz bleef functioneren als een concentratiekamp voor gevangenen van verschillende etnische achtergronden (van medio-1942, zijn dat hoofdzakelijk Joden, Polen en Sinti en Roma), werd het kamp tegelijkertijd het centrum voor de massamoord op Joden, die in het kader van de systematische vervolging en vernietiging van het Europese Jodendom door nazi-Duitsland en zijn collaborateurs hier naar toe werden gedeporteerd. Het kamp groeide zowel organisatorisch als in omvang. In de zomer van 1944 was Auschwitz uitgegroeid tot een complex van 40 km2 met meer dan 50 nevenkampen in de nabije omgeving. In Auschwitz I vonden de eerste experimenten (eind augustus of begin september 1941) met het dodelijke Zyklon B plaats in de cellen in de kelder van het Strafblock (Block 11).
Daarna werd het crematorium omgebouwd tot een gaskamer. De eerste slachtoffers waren krijgsgevangenen uit de Sovjet-Unie en andere zieke en zwakke gevangenen, onder wie Joden en dwangarbeiders. Daarna werd Zyklon B ingezet om gevangenen te vermoorden. De eerste grote groepen Poolse Joden werden er om het leven gebracht. Wanneer de SS met een moordactie bezig was, dan werd er een Blocksperre (verbod om de barak te verlaten) afgekondigd. Auschwitz I was de plek waar, naast de vergassingen, de meeste executies door de kogel plaatsvonden, en waar de kampgevangenis Block 11, en het Experimentenblock 10 zich bevonden. De centrale kampadministratie van het hele complex bevond zich in Auschwitz I, evenals de meeste SS kantoren, waaronder dat van kampcommandant Rudolf Höß. Boven aan de SS-hiërarchie van Auschwitz stond commandant Rudolf Höß, die door Himmler op 4 mei 1940 tot chef van het nieuwe kamp was benoemd. Höß had in de concentratiekampen Dachau en Sachsenhausen veel ervaring opgedaan. Waarschijnlijk was het op zijn initiatief dat de leuze Arbeit macht frei boven de poort van Auschwitz I werd aangebracht. Dit opschrift prijkte ook boven de ingangen van Dachau, Sachsenhausen, Flossenbürg en Ravensbrück. Een behoorlijk cynische spreuk, want het werken in een kamp onder een nationaalsocialistisch dwangregime kwam neer op uitbuiting, mishandeling en de dood. De meeste gedeporteerden naar Auschwitz kwamen overigens niet door deze poort het kamp in. In Auschwitz I zijn de voormalige barakken onderdeel van het museum. Het interieur, maar ook vaak het exterieur is verbouwd. Het zijn nu tentoonstellingsruimten, kantoren, werkplaatsen, winkels en opslagruimtes. In een aantal barakken is de permanente opstelling te zien. De vaste tentoonstelling De vaste opstelling bevindt zich in Auschwitz I in Block (barak) 4, 5, 6, 7 en 11 en geeft een beeld van de dagelijkse routine in het kamp,
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
49
Het Nederlandse paviljoen in block 21.
de leefomstandigheden, de sanitaire en hygiënische situatie, de martelingen en de moord. De opstelling bevat authentieke objecten en replica’s, foto’s, documenten, sculpturen, kleding van gevangenen, en bezittingen van de Joodse slachtoffers als koffers, brillen, schoenen, tandenborstels, scheerkwasten, haar, babypakjes, kinderfoto’s en spenen. Deze zalen zijn zeer aangrijpend. De persoonlijke eigendommen zijn stille getuigen van de misdaden die hier hebben plaatsgevonden. Bij het zien van de baby- en kinderkleertjes denken mensen vaak aan hun eigen familie. Op dat moment dringt door wat het betekent dat er onder de Holocaustslachtoffers zich ook anderhalf miljoen kinderen bevonden. Block 6 en Block 7 geven een beeld van het dagelijks leven van gevangenen. Block 4 en 5 van de moord en het fysieke bewijs ervan. Block 11 was de gevangenis. Hier werden mensen gevangen gezet die ergens van verdacht werden en waar onderzoek naar werd gedaan. Ontdekking van deelname aan het kampverzet of een vluchtpoging betekende gevangenisstraf of erger. Een smalle trap leidt naar de kelders, waar gevangenen in kleine strafcellen werden opgesloten. De sta-cel, waar vier gevangenen of meer tegelijk in werden gepropt, die zo nauw is dat zij niets anders konden doen dan staan. Of de honger-cel.
50
In de cellen van Block 11 werden de eerste experimenten met het dodelijke gas Zyklon B uitgevoerd. Op de binnenplaats van Block 11 bevindt zich de dodenmuur (reconstructie) waar zeer veel gevangenen zijn doodgeschoten. Het crematorium (Krematorium I) werd omgebouwd tot gaskamer. Tot december 1942 werd het als zodanig gebruikt en tot juli 1943 diende het als crematorium waar de lijken werden verbrand. Naast het crematorium (reconstructie) staat een galg, die diende voor publieke executies. In Block 10 vonden de experimenten op gevangenen plaatst. Deze barak is niet toegankelijk voor het publiek. Landenpaviljoenen Naast de vaste tentoonstelling kunnen bezoekers ook de tentoonstellingen van verschillende landen bekijken. De meeste landen hebben inmiddels hun tentoonstelling vernieuwd. In het Nederlands paviljoen is de tentoonstelling te zien: De vervolging en deportatie van de Joden uit Nederland 1940-1945. Op de website van het Nederlands Auschwitz Comité kan een virtueel bezoek aan deze tentoonstelling worden gebracht, zie: www.auschwitz.nl/paviljoen De tentoonstelling geeft een beeld van de vervolging en deportatie van de Joden in
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
Nederland. In het deel ‘Nederlanders in Auschwitz’ zijn persoonlijke verhalen te lezen. Op een wand zijn alle namen van de mensen die in Auschwitz-Birkenau en nevenkampen zijn vermoord opgenomen. In Auschwitz en zijn nevenkampen kwamen bijna 57.000 Joden om het leven die tijdens de Tweede Wereldoorlog uit Nederland zijn gedeporteerd. Het is een onvoorstelbaar aantal; een vader, een moeder, een opa en oma, een echtgenote, een zusje, een broertje… zij leven voort in hun namen. Birkenau (Auschwitz II) Het grote vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau (Auschwitz II) ligt op drie kilometer afstand van het hoofdkamp Auschwitz I, in de buurt van het toenmalige Poolse dorpje Brzezinka (Birkenau). Met de bouw van het kamp werd in maart 1941 begonnen, nadat de plaatselijke bevolking van het dorp was geëvacueerd en hun huizen gesloopt. Auschwitz-Birkenau was ook een werkkamp. De meeste gevangenen kwamen aan in treinwagons die voor veevervoer werden gebruikt, vaak na een dagenlange reis zonder voedsel, water of sanitaire voorzieningen. Velen bezweken tijdens de reis. Meestal vond na aankomst op het perron (Rampe) buiten het kamp de selectie plaats wie mocht werken en wie direct door vergassing om het leven werd gebracht. Sommige transporten zijn in hun geheel direct naar de gaskamers gestuurd.
Na de bouw van vier grote crematoria in 1943 om de lijken te verbranden konden veel meer mensen vermoord worden. In 1944 werden de treinrails en het perron tot in het kamp aangelegd, om de massale moord op 440.000 Hongaarse Joden te vereenvoudigen. In Birkenau stonden honderden meestal houten barakken. Het kamp was omgeven door diepe sloten en prikkeldraadversperringen die onder stroom stonden. Er was een vrouwen- en mannenkamp en ook een Zigeunerlager, een kamp voor Sinti en Roma. Eind 1942 werden de eerste Sinti- en Roma-transporten uit OostEuropa naar Auschwitz-Birkenau gestuurd. Op 19 mei 1944 vertrok uit Westerbork een transport met 245 Sinti en Roma naar Auschwitz. Slechts 30 overleefden de oorlog. Van de 23.000 Sinti en Roma die tussen februari 1943 en juni 1944 naar Auschwitz werden gedeporteerd, werden 21.000 mensen vermoord. Met de komst 440.000 Hongaarse Joden tussen mei en juli 1944 bereikte de vernietiging van de Joden in Auschwitz haar grootste omvang. Op het kampterrein zijn de ruïnes van de gaskamers, de crematoria en de as-putten met menselijke as nog te zien, evenals het zogenaamde Saunagebouw. De Sauna laat het systeem zien van de nieuwkomers: het tatoeëren, het kaalscheren en desinfecteren. In de Sauna is een tentoonstelling van familiefoto’s van Joden die naar Auschwitz zijn gedeporteerd.
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
51
Bezoek aan Oswiecim, é ç het Auschwitz Jewish Center en de Joodse begraafplaats In het Auschwitz Jewish Center is het Jewish Museum, de synagoge en een Education Center gevestigd. Het Jewish Museum vertelt de geschiedenis van Oswiecim. Voor de oorlog é ç was meer dan de helft van de bevolking Joods. Het Joodse leven in Oswiecim voert honderden é ç jaren terug. Door de Holocaust werd het bijna volledig vernietigd. Een klein groepje Joden uit Oswiecim overleefde de Holocaust en é ç emigreerden vlak na 1945. In 1995 werd de Auschwitz Jewish Center Foundation opgericht met als doel een Joods cultureel, spiritueel en educatief centrum op te zetten. In 2000 werd het centrum opgesteld voor het publiek. Het centrum heeft zich ten doel gesteld herinneringen aan het Joodse leven te bewaren en onderricht te geven over de Holocaust. De Chevra Lomdei Mishnayot Synagoge werd rond 1913 gebouwd. Tijdens de Holocaust werd het interieur van de synagoge vernield en diende het als munitieopslagplaats. In het centrum is een documentaire te zien waarin geëmigreerde Joden hun aangrijpende verhaal vertellen over hun jeugd in Oswiecim. é ç De film duurt 14 minuten en is in het Engels.
52
> Het Auschwitz Jewish Center (http://ajcf.org/jewish-museum/) aan de Plac Ks. Jana Skarbka 3-5, is van maart t/m oktober geopend van 9:00 uur - 18:00 uur en van november t/m februari van 9:00 uur - 17:00 uur. Op zaterdagen en Joodse feestdagen is het gesloten. > De Joodse begraafplaats is te vinden in de J. Dabrowskiegostraat. Krakau Een bezoek aan Krakau is om verschillende redenen belangrijk. Het is een uitzonderlijk mooie stad, waar veel jonge mensen wonen. Hier kunnen leerlingen kennis maken met het ‘gewone’ leven in Polen. Het is ook een stad met een rijk Joods verleden. In de Joodse wijk Kazimierz kan dit ervaren worden. Er staan veel synagogen, ook de oudste van Polen uit de 15de eeuw en veel monumenten voor de vermoorde Joden van Krakau. Krakau is een van de oudste steden in Polen; de geschiedenis van de stad dateert al uit de 7de eeuw. Krakow is van oudsher een van de belangrijkste centra van het Poolse educatieve, culturele en artistieke leven, en is een van de belangrijkste economische centra van Polen. De naam van Krakow is afgeleid van Krakus, de legendarische stichter van Krakow en heerser van de Poolse stam van Lechitians.
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
In 1978 werd het historische centrum van Krakow toegevoegd aan de UNESCO-lijst van het werelderfgoed. Na de Duitse invasie van Polen in september 1939 werd het Generaal-Gouvernement (het gedeelte van Polen dat door nazi-Duitsland was bezet, maar niet geannexeerd) vanuit Krakau bestuurd. SS Obergruppenführer mr. Hans Frank werd aangesteld als gouverneurgeneraal van het bezette Polen. In die functie was Frank verantwoordelijk voor de onderdrukking van en de moord op miljoenen Polen en was hij ook degene die de Poolse Joden naar getto’s deporteerde. Hans Frank werd ‘de slachter van Polen’ genoemd. Het hoofdkantoor was in het Wawel kasteel gevestigd. In het Generaal-Gouvernement lagen vier vernietigingskampen: Belzec, Sobibor, Treblinka en Majdanek. Op 20 maart 1941 moest de Joodse bevolking van de stad naar een ommuurd gebied, het getto van Podgorze. Hiervandaan werden zij naar kampen zoals Auschwitz en Plaszow gedeporteerd. Plaszow was een concentratie- en werkkamp. Hier speelt zich een deel van de film ‘Schindler’s List’ af. Er is een museum gewijd aan het verhaal van Schindler.
In de Szerokastraat, staan drie synagogen, waarvan de meest waardevolle, de Oude Synagoge (Alte Schul) is. Het is het oudste Joodse gebouw in Polen en dateert uit de 15de eeuw. In de synagoge is een afdeling van het Historisch Museum van Krakau ondergebracht. De tentoonstelling is gewijd aan de geschiedenis en cultuur van de Joden uit Krakau: ‘Tradition and Culture of Krakow Jews’. Op maandagen van 10:00 - 14:00 uur is de toegang gratis. Het is iedere dag geopend, behalve in de periode november - maart niet op de dinsdag. Achter de renaissancistische Remuh Synagoge uit 1557, één van de drie oudste in Europa, bevindt zich de eeuwen oude historische kirkut – een Joodse begraafplaats uit 1535. Op de begraafplaats bevindt zich het graf van de Asjkenazische rabbi Moses Isserles. Hij is gestorven in 1572. Van over de hele wereld komen mensen om dit graf te bezoeken. Daarna volgt de 17-eeuwse Popper Synagoge. In Kazimierz bevindt zich nu ook een Joods cultureel centrum, er zijn talrijke restaurants met koosjere gerechten. > Zie voor meer informatie zie o.a.: http://www.jewishkrakow.net/en/see/
De meesten van de 70.000 Joden die vóór de Tweede Wereldoorlog in Krakau woonden overleefden de Holocaust niet. Met de leerlingen kan een route worden gevolgd langs Joodse monumenten. De Meiselsstraat vormde het centrum van de Joodse cultuur. Krakau kent vele synagogen. Enkele bekende synagogen zijn: - de Tempel Synagoge uit 1862, deze is te vinden in de Miodowastraat, - Kupa Synagoge op Warszauerastraat en - Isaac Synagoge op Jakubastraat, beide zijn uit de 17de eeuw, en de - Hoge Synagoge op Józefastraat is uit 1590. In de Isaac Synagoge worden twee korte documentaires vertoond, een over Joods Kazimierz en de andere over het getto in Podgorze.
DOCENTENHANDLEIDING BIJ DE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ - BIRKENAU
53
Colofon SAMENSTELLING EN PRODUCTIE
Anne Frank Stichting TEKST DOCENTENHANDLEIDING
Esther Göbel Karen Polak/Anne Frank Stichting ADVIES
Carry van Lakerveld, Judith Whitlau/Joods Historisch Museum EINDREDACTIE
Levien Rouw/Anne Frank Stichting FOTOVERANTWOORDING
Anne Frank Stichting (p. 6, 11, 12, 13, 14) AFS/AFF (p. 29) Auschwitz-Birkenau State Museum Archives (p. 38) Auschwitz Jewish Centre (p. 52) Etty Hillesum Lyceum, Het Stoormink (p. 15) Herinneringscentrum Kamp Westerbork (p. 7, 8, 10, 29, 30, 32, 34, 35, 40, 42, 48) JMW (p. 31) Maria Heikens (p. 7, 16, 36, 44, 46, 50, 51) Privé collectie Ruth Binheim (p. 33) SAMENSTELLING EN PRODUCTIE REIZENDE TENTOONSTELLING AUSCHWITZ-BIRKENAU
Herinneringscentrum Kamp Westerbork Anne Frank Stichting State Museum Auschwitz-Birkenau Nederlands Auschwitz Comité VORMGEVING
Maria Heikens FINANCIËLE ONDERSTEUNING
Ministerie van VWS-Eenheid Oorlogsgetroffenen en Herinnering WOII, onderdeel van het project ‘Holocaust Education Programme in European Perspective’ © Anne Frank Stichting en Herinneringscentrum Kamp Westerbork 2013